Meer-Historie, maart 2012

40
MAART 2012 MEER-HISTORIE 1 REDACTIONEEL In dit nummer THEMA 17 Herinneringen aan de oorlog van Jansje Leegwater 18 Zang en Vriendschap in de oorlog 22 Meerkoeten en snoeken een ware lekkernij 23 Niemand mocht weten dat het een Jodinnetje was MUSEUM 6 Ruimtelijke rituelen 2 Psalm uit oorlogsjaren, van Piet Kruif, krijgt nieuw verhaal LUCHTVAART 28 De Haarlemmermeer is groter dan Schiphol Foto omslag: Bronzen beeld van een dansend echtpaar op een betonnen sokkel. Op de sokkel zit een bordje met de tekst: Vrijheidsbeeld, 5 mei 1995, ‘dansende boeren’ , K. Gomes. Op initiatief van de stichting 5 mei Comité haarlemmermeer werd elk jaar in een van de kernen van de gemeente haarlemmermeer een Vrijheidsbeeld geplaatst. dit beeld van Karel Gomes is geplaatst bij de leimuiderdijk/lisserweg in Weteringbrug. (Foto: Kees van der Veer) ARTIKELEN 12 Wandel- en fietstochten voor Meer-Historie 10 Nieuws uit de gemeentelijke Erfgoedcommissie 38 Er is altijd een verbindingsdraadje gebleven… 32 Van School 7 naar de Zevensprong 17 8 16 COLOFON ISSN: 1383-0074 Doelstelling: Meer-Historie, cultuurhistorisch magazine, is een uitgave van de stichting Meer-Historie. Het doel van de stichting Meer-Historie is het behoud van het cultuurhistorische erfgoed in Haarlemmermeer en omgeving voor zover de stichting hierop een directe invloed heeft. Zij wil dit doel bereiken door het bevorderen van de belangstelling en de waardering voor, alsmede de kennis van dit erfgoed. Meer-Historie verschijnt 4x per jaar en wordt aan alle begunstigers gestuurd. Bestuur Bab van Groenigen, voorzitter, Han Klinkspoor, vice-voorzitter; Johan Slinger, penningmeester; H.C.M.van Raak, redactiecommissie; Marianne Koeckhoven; Frank Ossewaarde; Elise van Melis, directeur conservator/direc- teur Historisch Museum Haarlemmermeer; Dimph Pullens, Hans Esman, secretaris; Wil Landzaat, secretaris, Daunisstraat 12, 2132 PS Hoofddorp, 023-5631187, [email protected] Rekeningnummers ING banknummer: 35.11.852 Rabobank: 15.55.92.564 Ereleden Drs. J. Achterstraat; J. Arensman; Mr. R. M. Dunselman; Fr. de Jong; A. de Koning; J.C. Suidgeest; A. Verbeek; Peter Roodenburg Locatie: De stichting is gevestigd in de ‘Witte Boerderij’, Hoofdweg 743, 2131 MA Hoofd- dorp, tel. 023-5615998 Begunstigers/donateurs/abonnees De minimumbijdrage is € 15,00 per jaar. Losse verkoop: In het Historisch Museum Haarlemmermeer en in de volgende boek- en tijdschriftenhandels: Stevens, Nieuweweg 63, 2132 CM Hoofddorp en Bruna De Symfonie, De Symfonie 37, 2151 MD Nieuw-Vennep. Nabestellingen via het secretariaat (€ 4, excl. verzendkosten). Redactie Baukje Bos-Burggraaff, Marcel Harlaar, Barend Klaassen, Harry van Raak, Henri Stroet, Kees van der Veer Website: www.meerhistorie.nl Deadline kopij: 7 april 2012 Postadres: Redactie Meer-Historie, Hermitage 196, 2134 AC Hoofddorp tel.: 06-11513990 mail: [email protected] Beeldmateriaal: U kunt afbeeldingen aanleveren als foto’s of als digitaal bestand. Let er bij digitale bestanden op dat de foto een hoge reso- lutie heeft (minimaal 300 dpi), denk aan een bestand van minimaal 1 Mb. Nota bene: Foto’s altijd apart als jpg-bestand toezenden Grafisch advies en realisatie: Line-Up Media Services, Boxtel Vormgeving: Hans Gordijn, Baarn Auteursrecht Op het auteursrecht van het gepubliceerde in Meer-Historie is artikel 7 van de Auteurswet 1912 van toepassing. 2012 wordt een bijzonder jaar voor cultuurhistorisch Haarlemmermeer. De polder bestaat 160 jaar, de stichting Meer-Historie 40 jaar en het Historisch Museum Haarlemmermeer 20 jaar. Daar kunnen we niet aan voorbij gaan en er zullen in de loop van het jaar verschillende bijzondere activiteiten plaatsvin- den. Op het moment dat ik dit schrijf, is het nog te vroeg om hier meer concreet over te zijn. Wel is het goed de krant of uw mailbox in de gaten te houden. In dit maartnummer weer heel veel historie. Laatste tijd klinkt nogal eens door dat we te weinig aandacht voor geschiedenis zouden hebben. Dat vinden wij totaal ongegrond. Ja, we besteden meer aandacht aan actuele zaken, maar dat wil niet zeggen dat we de fascinerende geschiedenis van onze polder veron- achtzamen. Regelmatig ontvangen wij verzoeken om in het blad aandacht te besteden aan andere onder- werpen en andere dan de gebruikelijke woonkernen. Wij willen de bal graag terugkaatsen en mensen die iets willen schrijven over een onderwerp dat hen na aan het hart ligt vragen dat ook daadwerkelijk te doen. Wij blijven geïnteresseerd in boeiende histori- sche verhalen, oude foto’s en bijzondere voorvallen, anekdotes en nog onbekende historische feiten die vaak uit de persoonlijke verhalen van mensen naar voren komen. Maart is traditioneel het nummer dat de blik in historische zin vooruit werpt richting de meidagen waarin de Tweede Wereldoorlog wordt herdacht. Die oorlog had ook effect op het dagelijks leven van vele toen jonge bewoners van Haarlemmermeer. In deze uitgave hebben we enkele van die persoonlijke verhalen verzameld. In maart kondigt zich ook het voorjaar aan en dat is misschien goede reden om alvast van de buitenlucht te gaan genieten. Wij hebben als opwarmer alvast een aantal wandel- en fietstochten verzameld en voorzien van de prachtige foto’s van Kees van der Veer. Het lijkt ons een leuke en sportieve manier om de Haarlemmermeer en haar geschiedenis te ont- dekken, al dan niet met kinderen of kleinkinderen. Misschien komt u dan wel langs het beeldje dat op de cover is geplaatst. De keuze voor deze plaat is gemaakt op basis van een snelle peiling via Facebook. Sympathisanten konden hun voorkeur aangeven en de meerderheid koos voor de huidige omslagfoto. Onze dank! Namens de redactie van Meer-Historie, Marcel Harlaar, eindredacteur 2

description

Editie maart 2012

Transcript of Meer-Historie, maart 2012

Page 1: Meer-Historie, maart 2012

123456789

10123456789

20123456789

30123456789

40123456789

50123456789

601

MAART 2012 MEER-HISTORIE 1

RedactioneelIn dit nummer

thema

17 Herinneringen aan de oorlog van Jansje Leegwater

18 Zang en Vriendschap in de oorlog22 Meerkoeten en snoeken een ware

lekkernij23 Niemand mocht weten dat het een

Jodinnetje was

museum

6 Ruimtelijke rituelen2 Psalm uit oorlogsjaren, van Piet

Kruif, krijgt nieuw verhaal

luchtVaaRt

28 De Haarlemmermeer is groter dan Schiphol

Foto omslag:Bronzen beeld van een dansend echtpaar op een betonnen sokkel. Op de sokkel zit een bordje met de tekst: Vrijheidsbeeld, 5 mei 1995, ‘dansende boeren’ , K. Gomes. Op initiatief van de stichting 5 mei Comité haarlemmermeer werd elk jaar in een van de kernen van de gemeente haarlemmermeer een Vrijheidsbeeld geplaatst. dit beeld van Karel Gomes is geplaatst bij de leimuiderdijk/lisserweg in Weteringbrug. (Foto: Kees van der Veer)

aRtiKelen

12 Wandel- en fietstochten voor Meer-Historie

10 Nieuws uit de gemeentelijke Erfgoedcommissie

38 Er is altijd een verbindingsdraadje gebleven…

32 Van School 7 naar de Zevensprong17

8

16

COLOFON

ISSN: 1383-0074

Doelstelling: Meer-Historie, cultuurhistorisch magazine, is een uitgave van de stichting Meer-Historie. Het doel van de stichting Meer-Historie is het behoud van het cultuurhistorische erfgoed in Haarlemmermeer en omgeving voor zover de stichting hierop een directe invloed heeft. Zij wil dit doel bereiken door het bevorderen van de belangstelling en de waardering voor, alsmede de kennis van dit erfgoed.Meer-Historie verschijnt 4x per jaar en wordt aan alle begunstigers gestuurd.

BestuurBab van Groenigen, voorzitter, Han Klinkspoor, vice-voorzitter; Johan Slinger, penningmeester; H.C.M.van Raak, redactiecommissie; Marianne Koeckhoven; Frank Ossewaarde; Elise van Melis, directeur conservator/direc-teur Historisch Museum Haarlemmermeer; Dimph Pullens, Hans Esman, secretaris;

Wil Landzaat, secretaris, Daunisstraat 12, 2132 PS Hoofddorp, 023-5631187, [email protected]

RekeningnummersING banknummer: 35.11.852 Rabobank: 15.55.92.564

EreledenDrs. J. Achterstraat; J. Arensman; Mr. R. M. Dunselman; Fr. de Jong; A. de Koning; J.C. Suidgeest; A. Verbeek;Peter Roodenburg

Locatie: De stichting is gevestigd in de ‘Witte Boerderij’, Hoofdweg 743, 2131 MA Hoofd-dorp, tel. 023-5615998

Begunstigers/donateurs/abonneesDe minimumbijdrage is € 15,00 per jaar. Losse verkoop: In het Historisch Museum Haarlemmermeer en in de volgende boek- en tijdschriftenhandels: Stevens, Nieuweweg 63, 2132 CM Hoofddorp en Bruna De Symfonie, De Symfonie 37, 2151 MD Nieuw-Vennep.Nabestellingen via het secretariaat (€ 4, excl. verzendkosten).

RedactieBaukje Bos-Burggraaff, Marcel Harlaar, Barend Klaassen, Harry van Raak, Henri Stroet, Kees van der Veer Website: www.meerhistorie.nl

Deadline kopij: 7 april 2012Postadres: Redactie Meer-Historie, Hermitage 196, 2134 AC Hoofddorp tel.: 06-11513990 mail: [email protected]

Beeldmateriaal: U kunt afbeeldingen aanleveren als foto’s of als digitaal bestand. Let er bij digitale bestanden op dat de foto een hoge reso-lutie heeft (minimaal 300 dpi), denk aan een bestand van minimaal 1 Mb. Nota bene: Foto’s altijd apart als jpg-bestand toezenden

Grafisch advies en realisatie:Line-Up Media Services, Boxtel Vormgeving: Hans Gordijn, Baarn

AuteursrechtOp het auteursrecht van het gepubliceerde in Meer-Historie is artikel 7 van de Auteurswet 1912 van toepassing.

2012 wordt een bijzonder jaar voor cultuurhistorisch Haarlemmermeer. De polder bestaat 160 jaar, de stichting Meer-Historie 40 jaar en het Historisch Museum Haarlemmermeer 20 jaar. Daar kunnen we niet aan voorbij gaan en er zullen in de loop van het jaar verschillende bijzondere activiteiten plaatsvin-den. Op het moment dat ik dit schrijf, is het nog te vroeg om hier meer concreet over te zijn. Wel is het goed de krant of uw mailbox in de gaten te houden.In dit maartnummer weer heel veel historie. Laatste tijd klinkt nogal eens door dat we te weinig aandacht voor geschiedenis zouden hebben. Dat vinden wij totaal ongegrond. Ja, we besteden meer aandacht aan actuele zaken, maar dat wil niet zeggen dat we de fascinerende geschiedenis van onze polder veron-achtzamen. Regelmatig ontvangen wij verzoeken om in het blad aandacht te besteden aan andere onder-werpen en andere dan de gebruikelijke woonkernen. Wij willen de bal graag terugkaatsen en mensen die iets willen schrijven over een onderwerp dat hen na aan het hart ligt vragen dat ook daadwerkelijk te doen. Wij blijven geïnteresseerd in boeiende histori-sche verhalen, oude foto’s en bijzondere voorvallen, anekdotes en nog onbekende historische feiten die vaak uit de persoonlijke verhalen van mensen naar voren komen.Maart is traditioneel het nummer dat de blik in historische zin vooruit werpt richting de meidagen waarin de Tweede Wereldoorlog wordt herdacht. Die oorlog had ook effect op het dagelijks leven van vele toen jonge bewoners van Haarlemmermeer. In deze uitgave hebben we enkele van die persoonlijke verhalen verzameld. In maart kondigt zich ook het voorjaar aan en dat is misschien goede reden om alvast van de buitenlucht te gaan genieten. Wij hebben als opwarmer alvast een aantal wandel- en fietstochten verzameld en voorzien van de prachtige foto’s van Kees van der Veer. Het lijkt ons een leuke en sportieve manier om de Haarlemmermeer en haar geschiedenis te ont-dekken, al dan niet met kinderen of kleinkinderen.Misschien komt u dan wel langs het beeldje dat op de cover is geplaatst. De keuze voor deze plaat is gemaakt op basis van een snelle peiling via Facebook. Sympathisanten konden hun voorkeur aangeven en de meerderheid koos voor de huidige omslagfoto. Onze dank!

Namens de redactie van Meer-Historie,

Marcel Harlaar, eindredacteur

2

Page 2: Meer-Historie, maart 2012

1234567891012345678920123456789301234567894012345678950123456789601

2 MEER-HISTORIE MAART 2012

Patricia ging op onderzoek uit naar het jongetje dat bij haar overgroot-ouders de Fam Eijk, en oma Anna van der Linden -Eijk woonde. Via Vincent kwam ze er achter dat de naam van het jongetje Hans Cohen was. Ook troffen ze een bedankbrief aan van zijn broer Mart die toen

naar Amerika vertrok in de jaren ’60. Via Google en de door Mart opgerichte War Trauma Foundation kwam Patricia weer op het spoor van Mart. Hij woonde intussen weer in Nederland. Bij hun eerste ontmoeting vertelde Mart dat er nog een broertje was, Louis, die ook omgekomen is in de oorlog. Louis woonde bij de familie van Wou-denberg in Nieuw-Vennep. Via Bep Brunt - van Woudenberg vernamen ze ook dat er een dagboek was bij-gehouden door An van Woudenberg , met als een van de laatste passages de melding dat Piet Kruif, Louis

dus, was opgepakt samen met Teun (Teunis Boogaard) bij de overval die hun beiden noodlottig werd. De link met mevrouw van Dijk- Boog-aard is mede gelegd door Annie van den Bosch -van Dijk. Annie is getrouwd met een broer van de schoonvader van Patricia. Zoals dat gaat besprak Patricia dit onder-werp tijdens een familie receptie. Annie wist te vertellen dat Mart en Vincent ook bij haar moeder, Metje van Dijk – Boogaard waren geweest en dat Metje in 2008 een ingelijste psalm, het laatste cadeau van Louis voor Teun voordat hij was opge-pakt, aan het Historisch Museum Haarlemmermeer had geschonken. Dit laatste cadeau is te zien in het Tweede Wereldoorlog-huisje in het museum.

Psalm uit oorlogsjaren, van Piet Kruif,* krijgt nieuw verhaalPatricia van den Bosch-Hogenkamp is op het in Meer-Historie geplaatste verzoek van Vincent van Rijn ingegaan naar meer informatie over Haarlemmermeerse verhalen over de Tweede Wereldoorlog mede voor haar eigen boek.

* Piet Kruif was schuilnaam voor Louis Cohen!

Page 3: Meer-Historie, maart 2012

123456789

10123456789

20123456789

30123456789

40123456789

50123456789

601

MAART 2012 MEER-HISTORIE 3

Van de politieagent, die moest waken over de brug met Oud en Nieuw, tot de horecaman die zorgt dat er nu een groot feest is en de brug geen bewaking meer nodig heeft. Van de beheerders van het oude ontmoetingscentrum, dat onder meer door geldacties van de inwoners tot stand is gekomen, maar nu gesloopt is. Van de zusters die het klooster aan de Venneper-weg bewoonden en van de bewoner die er nu een appartement heeft. Vanuit de dorpsraad Nieuw-Ven-nep zijn Jan Kiel en Truus Klerk de projectleiders. De website is sinds de zomer van vorig jaar on-line en wordt langzamerhand gevuld. Een aantal Venneper interviewers neemt interviews af op allerlei terreinen van het leven in Nieuw-Vennep. Zo heeft Ronnie van der Knaap het

geestelijk leven voor haar rekening genomen. Zij interviewde bijvoor-beeld Ton Ruighaver, die vertelt dat al voor 1857 gereformeerden bijeenkwamen in loodsen en schuren. Dat de Hervormde Witte Kerk in 1862, dus dit jaar 150 jaar geleden, in gebruik werd genomen vertelt de heer Tamboer. Dat ook jonge mensen nog steeds inspiratie opdoen in diensten vertelt Irene Hartgers. Dat laatste valt niet alleen te lezen, maar is ook te zien in een videofragment op de website.Geertje Bos, schrijfster van de biografieën over Appie Baantjer-en Joop Doderer, ontlokte mensen verhalen over het dagelijks leven. Piet Klaassen voorziet de website van foto’s en er komen steeds meer video’s op de site te staan. Ook eerder gepubliceerde verhalen over Nieuw-Vennep hebben een plekje gevonden op de site. Niet alleen vanuit Meer-Historie, maar bijvoorbeeld ook uit de huiskrant van Verzor-gingshuis Westerkim. De laatste tientallen jaren is het tweede dorp van de polder hard gegroeid. Het staat met beide benen in de 21ste eeuw. De ach-terliggende gedachte van dit project is vooral ook de nieuwe bewoners, de nieuwe generatie, een deel van de “oude roots” en een

deel van het oude gemeenschaps-gevoel mee te geven. Blijf deze website in de gaten hou-den. Er komen nog steeds verhalen, foto’s en video’s bij. Mocht u zelf nog materiaal hebben dat geschikt is voor publicatie op deze website, kunt u contact opnemen met de projectleiders, [email protected] of via 0252-673147.

Meer: www.leveninnieuwvennep.nlLeven in Nieuw-Vennep

Een website vol verhalen en beeldenDe nieuwe website www.leveninnieuwvennep.nl staat vol verhalen. Foto’s en video’s geven een beeld van vroeger, maar ook van nu. De stichting Meer-Historie kan in samenwerking met de Stichting Dorpsraad Nieuw-Vennep dankzij subsidie uit de regeling Volkscultuur van de Gemeente Haarlemmermeer deze interessante website laten bouwen.

Acties voor zwembad (Foto: Piet Klaassen)

Eerste markt in 1970 (Foto: Piet Klaassen)

Opening bedrijfs­pand Lucas Bols (Foto: Piet Klaassen)

Page 4: Meer-Historie, maart 2012

1234567891012345678920123456789301234567894012345678950123456789601

4 MEER-HISTORIE MAART 2012

Van de VooRzitteR Van de PenninGmeesteR

Bij diverse gelegenheden heb ik laten weten het heel belangrijk te vinden om het cultuurhisto-risch erfgoed van de gemeente Haarlemmermeer voor een breder en jonger publiek toegankelijk te maken. Ik ben mij er overigens van bewust dat dat moeilijk is en een hoop tijd zal vergen. In relatie daarmee ben ik heel blij met volgende zaken.Zowel het Historisch Museum Haarlemmermeer als Meer-Historie beschikken inmiddels over een nieuwe en aansprekende website waarmee wij ook naar het jongere publiek toe voor de dag kunnen komen.Dit blad is in een nieuw en modern jasje gestoken en daardoor ook interessanter geworden voor een breder publiek. Dan de ontwikkeling van het digitale platform Toen Haarlemmermeer. Een ontwikkeling die in gang is gezet in samenwerking met de Biblio-theek Haarlemmermeer en het Cruquius Museum. Naar verwachting zal de ontwikkeling hiervan in de tweede helft van 2012 zijn afgerond. Dat is weliswaar later dan aanvankelijk de bedoeling was, maar eind goed al goed. Want als het digitale plat-form uiteindelijk is geconcretiseerd dan kunnen wij ook voor een breder en jonger publiek, op een moderne manier, informatie over het cultuurhis-torisch erfgoed van Haarlemmermeer toegankelijk maken.En er wordt door ons inmiddels gebruik gemaakt van de zogenaamde social media en hebben wij zelfs volgers. Het zal voor de ouderen onder ons minder aansprekend zijn maar het is wel belang-rijk omdat met name jongere mensen veel gebruik maken van deze media om te communiceren. Als laatste in dat verband een ontzettend leuk initi-atief van het Historisch Museum Haarlemmermeer in samenwerking met de redactie van dit blad. Er is een fotowedstrijd georganiseerd onder de naam Young Life Haarlemmermeer. Jonge fotografen, tussen de 15 en 30 jaar, zijn uitgenodigd om vanuit hun eigen invalshoek te laten zien hoe de jonge-rencultuur er in Haarlemmermeer uitziet. Op het moment dat u dit leest zijn de beste uitzendingen samen gekomen in een reizende expositie die start bij het Historisch Museum Haarlemmermeer.U zult het met mij eens zijn aan beweging geluk-kig geen gebrek en dat alles in het belang van het cultuurhistorisch erfgoed.

Bab van Groenigen, [email protected] Stichting Meer­Historie/ Stichting Historisch Museum Haarlemmermeer

Dit wordt geen vaste rubriek, dat laat ik gaarne aan anderen over. Hoewel, ik zal wel-

licht ook wel eens schrijven over de Haarlemmermeer, waarin ik toch de eerste vierentwintig jaar van mijn leven daadwerkelijk gewoond heb.Ik wil het nog even hebben over de veranderde wijze van betaling.

Was u als sympathisant (ook ik zal het woord begunstiger niet meer ge-bruiken, daartoe aangesproken door de voorzitter) gewend een acceptgiro te ontvangen voor uw bijdrage voor het komende jaar, thans wordt u verzocht zelf actie te nemen door een opdracht aan uw bank te verstrekken met vermelding van het administra-tienummer. Dit nummer is vrij essentieel, want wat mij spoedig bleek dat het vermelden van dit nummer in meer dan de helft van de gevallen niet gebeurde op de afrekening van bank. De formulieren die u inleverde bij de bank worden sinds enige jaren niet meer aan de begunstigde (in dit geval Meer-Historie) doorgestuurd. Meer dan de helft van de sympathisanten maakte van het accept giro formulier geen gebruik en deed zelf de over-boeking waarbij het administratie nummer nog al eens vergeten werd. Het opzoeken van dat nummer bij die betalingen heeft mij vorig jaar vele

avonden gekost.Dit jaar gaat het gelukkig veel beter. Ongeveer 95 % maakt over, onder vermelding van het administratie nummer. Voor mij een enorme werk-besparing.

De lijst bij het Historisch Museum Haarlemmermeer is ook geregeld, zodat u naar hartenlust het museum kan blijven bezoeken.Met dank aan Geert Deddens die de sympathisanten administratie al vele jaren samen met zijn vrouw verzorgt. Ik hoop dat wij het voor u niet al te moeilijk hebben gemaakt en dat u de verandering kan billijken. Het be-spaart ons een hoop moeite en extra kosten.De verhoging van de minimum bijdrage van €12,50 naar €15,- was al aangekondigd in het afgelopen septembernummer.

Op het moment dat ik dit schrijf (de eerste week van januari ) is al meer dan de helft van alle bijdragen binnen, maar ik vraag u vriendelijk, zover u dat nog niet hebt gedaan, uw bijdrage voor 2012 aan ons over te maken. Des te minder herinneringen hoef ik te versturen.Rest mij u nog een goed en gezond 2012 toe te wensen.

Johan Slinger

www.enzoarchitecten.nl

adVeRtentie

Page 5: Meer-Historie, maart 2012

123456789

10123456789

20123456789

30123456789

40123456789

50123456789

601

MAART 2012 MEER-HISTORIE 5

De sympathisantenavond zal niet zoals eerder aangekondigd op 17 april maar op 1 mei 2012 worden gehouden. Tijdens deze avond biedt de stich-ting naast een officieel programma de bezoeker ook weer een boeiende spreker. Dit jaar is dat de bekende Ad van Liempt.

Locatie: Zalencentrum Het Trefpunt aan de Hoofdweg 1318 te Nieuw- Vennep

Datum: 1 mei 2012 Aanvangstijd: 19.30 uur (Zaal is open vanaf 19.00 uur)

Agenda 1. Opening door de voorzitter dhr. Bab van Groenigen 2. Mededelingen 3. Integratie Stichting Meer-Historie en Historisch

Museum Haarlemmermeer 4. Rooster van aftreden 5. Verslag begunstigersavond 2011 6. Jaarverslag en jaarrekening 2011 7. Verslag kascontrolecommissie 8. Benoeming leden kascontrolecommissie 9. Rondvraag Pauze

Na de pauze zal er een voordracht worden gehouden door de heer Ad van Liempt. Hij is een Nederlandse journalist, ex-redacteur bij het Journaal, publicist, televisiepro-

grammamaker en medeoprichter en ex-hoofdredacteur van het nieuwsprogramma Nova. Van Liempt verrijkte Nova met veel ideeën, waarbij de nadruk lag op

zijn specifieke interesse voor de Tweede Wereldoorlog. In 1999 be-dacht Van Liempt het televisiepro-gramma ‘Andere Tijden’, waarin wekelijks een historisch onderwerp wordt belicht.

1 mei 2012 Sympathisantenavond

Zaal Het Trefpunt in Nieuw­Vennep is al jaren vaste locatie voor de sympathisanten­avond. (Foto: Kees van der Veer)

Ad van Liempt is een begenadigd spreker

Page 6: Meer-Historie, maart 2012

1234567891012345678920123456789301234567894012345678950123456789601

6 MEER-HISTORIE MAART 2012

Als de boer je voor Kerst niet had gevraagd te blijven, dan moest je als arbeider op

15 maart vertrekken. Daarom vond ieder jaar op die datum een bijzon-der en inmiddels vergeten ritueel plaats als arbeiders en hun gezin moesten verkassen – hopelijk naar hun nieuwe baas. Dat betekende een complete volksverhuizing, want op die ene dag verhuisden zo’n honderd tot honderdvijftig gezin-nen. Voor het overbrengen van de

schamele inboedel mochten ze dan wel paard en wagen van de boer gebruiken.

Vaste rituelenDe Haarlemmermeerpolder was honderd jaar geleden een ak-kerbouwgebied. Het dagelijks transport van landbouwproducten leverde een beeld op van vaste ritu-elen. Zo zorgden boeren uit Haar-lemmermeer ervoor dat honderden paarden uit omliggende steden en dorpen in het seizoen hun portie vers klaver kregen. Om half vier ’s morgens werd de klaver gemaaid, en vervolgens gingen de karren op weg; per kar de dagelijkse portie voor zo’n veertig paarden. Dit kla-vertransport, en ook het dagelijks vervoer van melk en seizoensver-voer van landbouwproducten als

graan, hooi, bieten, en aardappe-len, zorgde voor specifieke Haar-lemmermeerse drukte op de weg.De lange wegen leken eindeloos. Van snelverkeer was nog lang geen sprake. Men reisde te voet, met de fiets, per paardenomnibus, diligence en later met de autobus. Bij slecht weer waren de modderige wegen onbegaanbaar. Men loste dit op door de kuilen met grint te vullen uit de daarvoor langs de weg geplaatste bakken.

PinksterrijdenEen ander bijzonder ritueel was het ‘Pinksterrijden’. Als een boeren-zoon een oogje had op een boe-rendochter die van zijn avances gediend was, dan maakte hij op zondagmiddag voor Pinksteren zijn opwachting bij haar ouders. Dan

Min of meer vaste gebruiken op straat, in dorpen of op het land – dat noemen we ruimtelijke rituelen. Ze zijn van alle tijden, en ze veranderen langzaam, met het verstrijken van de tijd. Gebruiken van pakweg honderd jaar geleden werden bepaald door omstandigheden, seizoenen en middelen van bestaan.

Korenoogst Dorsmachine met Locomobiel 021

Ruimtelijke rituelen zijn van alle tijden

Page 7: Meer-Historie, maart 2012

123456789

10123456789

20123456789

30123456789

40123456789

50123456789

601

MAART 2012 MEER-HISTORIE 7

vroeg hij om toestemming om op Tweede Pinksterdag met haar per paard en wagen uit rijden te gaan. Mocht hier later een huwelijk uit voortkomen, dan bracht men - ook te paard - de bruidsuikers rond, in ruil voor geld of cadeaus. Venters met hun hondenkar, en marskra-mers met hun mand of kastje op hun rug, maakten ook deel uit van het dagelijks straatbeeld. Zij be-zorgden benodigdheden aan huis, of beter gezegd, bij de boerderij. Zij verkochten kruidenierswaren, manufacturen, klompen en andere dagelijkse benodigdheden.

VerkeerschaosNiet alleen op de wegen, ook op de Ringvaart was allerlei verkeer, per boot of pont. De veerman was aangewezen op de veergelden, en hij verdiende een sober extraatje met het overzetten van schapen en pinken. Ook hij verdient zijn plek binnen de zogenaamde ruimtelijke rituelen.Dankzij bijvoorbeeld foto’s en verhalen krijgen we een indringend beeld van ruimtelijke rituelen uit

lang vervlogen tijden; een beeld van een hard bestaan, een sober leven voor werk en gezin. Laten we deze rituelen koesteren, blijven bewaren en er bij stil staan hoe Haarlem-mermeer continu verandert. Vroe-ger, vandaag en morgen.

Elise van Melis,Directeur Historisch Museum Haarlemmermeer

De expositie Ruimtelijke Rituelen is te zien van 18 februari tot 15 mei in het Historisch Museum Haarlem-mermeer, www.historisch-muse-um-haarlemmermeer.nl, [email protected], Bosweg 17, 2131 LX Hoofddorp, 023-5620437

Schiphol in de jaren ‘30

Oude draaibrug Hillegommerdijk, 1925.

Net als toen...

Transportbedrijf Gebr. van Tienderen

Page 8: Meer-Historie, maart 2012

1234567891012345678920123456789301234567894012345678950123456789601

8 MEER-HISTORIE MAART 2012

In 1864 werd voor het eerst in Nieuw-Vennep een korte-baan-draverij gehouden, waarvoor eerder nooit belangstelling was. Het ging bij dat harddraven om de in Friesland en Holland po-pulaire korte-baandraverij over een afstand van 300 m, waarbij in series gereden werd en de winnaars van elke serie tegen elkaar uitkwa-men net zolang tot er twee of drie overbleven. Aan het eind van de dag werden de prijzen en premies uit-gereikt, onderscheidelijk een fraai bewerkt stuk zilver en een zweep, soms was de eerste prijs een fraaie pendule en de eerste premie een zilveren tafelbel. De drafsport is nog steeds actueel in de Haarlemmermeer, want in Hoofddorp en Nieuw-Vennep wor-den elk jaar wedstrijden gehouden.

DraversfamilieIn 1881 werd een harddraverijver-eniging opgericht. In 1915 komt in de draverswereld de naam ‘De Vlieger’ ten tonele als Dirk de Vlie-ger zich op boerderij ‘De Elisabeth Hoeve’richt op akkerbouw en het

fokken en trainen van harddravers. Achter de boerderij werd een dra-versbaan aangelegd van ca. 800 m. Zoon Jan kreeg als pikeur een goede naam met de paarden Allouez en Anton. Hij werd geassisteerd door zijn neef Joop Ham, een zoon van Marie de Vlieger, een van de drie dochters uit het tweede huwelijk van Dirk de Vlieger. Zij trouwde met A.J. Ham. De naam De Vlieger blijft in de

draverswereld voortbestaan, zij het dan nu aan de Spieringweg 1212 te Zwaanshoek. De vader van de huidige eigenaar had aanvankelijk alleen interesse in het gemengde bedrijf van 25 ha, maar kocht tenslotte toch een draver omdat zijn zoon Rob daar interesse in had en zelfs pikeur werd. In 1989 begon Rob als zelfstandig ondernemer van een entrainement, dat hij uitbreidde tot een bedrijf dat bekendheid heeft tot buiten onze grenzen. Het bedrijf heeft nu nog een oppervlakte van 5 ha en is tot in de puntjes verzorgd, de stallen voor 60 dravers zijn brandschoon. Er werken inmiddels 7 mensen, die al voor 7.00 uur de paarden op schoon stro hebben staan.

WedstrijdpaardenVan de zestig dravers zijn er drie eigendom van Rob de Vlieger, de

Drafsport is de oudste paardensport

in Haarlemmermeer

TeksT: Rinus van RijsbeRgen / FoTogRaFie: MaRiel begheyn/MbFoTos.nl

Op 13 augustus 1850 was, volgens een verslag in ‘Meerhistorie’ van september 1993, een harddraverij op een stuk droge grond in de Haarlemmermeerpolder ter hoogte van Sloten. Er dongen 22 paarden naar de hoogste prijs. De leden van de afdeling Sloten van de Hollandsche Maatschappij van Landbouw wilden iets bijzonders organiseren op de pas drooggevallen Meerbodem. Het bestuur stond welwillend tegenover de wens van de leden en nam terplaatse poolshoogte en vond de bodem geschikt voor een harddraverij.

Page 9: Meer-Historie, maart 2012

123456789

10123456789

20123456789

30123456789

40123456789

50123456789

601

MAART 2012 MEER-HISTORIE 9

anderen van diverse eigenaren. Ze worden getraind en uitgebracht op wedstrijden Met de training wordt begonnen op anderhalf jarige leef-tijd. De meeste paarden nemen op drie-jarige leeftijd aan wedstrijden deel. Er zijn twee soorten wedstrij-den, korte- en lange baanwed-strijden. De korte is 300 m en de lange 1609 m. In Haarlemmermeer heeft De Vlieger twee collega’s: van Dooyeweerd en Kooyman, over het hele land zijn er zestig. Tijdens de wedstrijd strijden ze tegen elkaar en is er maar een doel: winnen. Daar buiten is er een sterke saam-horigheid en zal men elkaar altijd helpen, wat er ook gebeurt.

Mannenbolwerk doorbrokenTijdens de wedstrijd is de pikeur de belangrijkste persoon, omdat hij met zijn deskundigheid en uiteraard met de capaciteit van het paard moet zien te winnen. Het is een echte mannenwereld, maar er zijn ook dames die hun man-netje staan. De vriendin van Rob de Vlieger, de Friezin Hiltje Tjalsma, is een van de beste amateurpikeurs van Nederland. Zij kreeg de liefde voor de drafsport met de paplepel in gegoten, want ze ging als baby

al mee naar Drachten en Wolvega, waar de paarden van opa en vader draafden. Na haar schooloplei-ding en enkele jaren werken trok de drafsport weer. Ze begon als vrijwilligster bij Jeroen Engswerda, bij wie ze de beginselen van het vak leerde. Zij deed dezelfde opleiding als de mannelijke pikeurs en is ge-slaagd. Ze maakte van haar hobby haar beroep toen Rob de Vlieger haar een baan aan bood. Ze werd bij

de dames kampioen van Nederland en tweede bij de Europese kampi-oenschappen. Van trainen komt nu niets meer, want ze is nu hoofd-bedrijfsorga-nisatie bij het entrainement van Rob de Vlieger. Dat is een zeer uitgebreide taak, want ze moet er ook voor naar het buitenland.

Page 10: Meer-Historie, maart 2012

1234567891012345678920123456789301234567894012345678950123456789601

10 MEER-HISTORIE MAART 2012

nieuws uiT de geMeenTelijke eRFgoedcoMMissie

Mijn bijdrage voor Meer-Historie staat deze keer in het teken van het thema ‘oorlog’. Wie aan oorlog denkt in de Nederlandse context, zal waarschijnlijk in eerste instantie denken aan de Tweede Wereld-oorlog. Als we mijn bijdrage tot deze oorlog beperken ben ik snel uitgepraat over monumenten. Op onze monumentenlijst staat één object dat zijn status als monument uitsluitend te danken heeft aan de Tweede Wereldoorlog. Het betreft de woning Rijnlanderweg 1253 in Nieuw Vennep.

Het was in deze woning van de oude Hannis Boogaard en zijn gezin waar in de zomer van 1943 zeven-tig onderduikers een schuilplaats vonden. De boerderij heette in die tijd in de volksmond ‘De Joden-boerderij’. Op 6 oktober 1943 kwam daar een einde aan toen de Duitsers een overval uitvoerden op de boer-

derij. Die ochtend had de politie een jongen aangehouden die met zwart vlees de Haarlemmermeer uit wilde. Op het politiebureau in Heemstede had de jongen de naam van Boogaard genoemd als de

herkomst van het vlees. Toen twee politiemannen ter plekke gingen kijken of er sporen waren van clan-destien slachten werd één van hen doodgeschoten. Daarop kamden Duitse militairen, Sicherheitsdienst en Nederlandse politie de boerde-rij en het eromheen liggende land uit. Vierendertig volwassen Joodse onderduikers werden meegeno-men. De kinderen ontsnapten als door een wonder aan arrestatie door zich te verbergen in een sloot. Hannis Boogaard, zijn zoon Piet en dochter Aagje werden ook meege-nomen. Hannis werd vermoord in het concentratiekamp Sachsenhau-sen, Piet overleed in Vught en Aagje keerde na de oorlog terug in Nieuw Vennep.

De bewogen historie van deze boerderij is voor het toenmalige ge-meentebestuur in de jaren negentig van de vorige eeuw reden geweest

om de boerderij te bestemmen als monument. En terecht, een derge-lijke locatie hoort in ere te worden gehouden.

In de Haarlemmermeer zijn geen andere monumenten die herin-neren aan de Tweede Wereldoorlog. Wel is er enige jaren geleden een voorstel geweest om het graf van de op 5 mei 1945 bij een actie van de Binnenlandse Strijdkrachten om-gekomen Jeremia Cornelis Boer op de Taxushof te Nieuw Vennep aan te wijzen als gemeentelijk monument en zijn naam toe te voegen aan het oorlogsmonument op de Leimui-derdijk. Dat laatste is wel gebeurd, het eerste niet.

GeniedijkHaarlemmermeer kent natuurlijk nog een belangrijk ander monu-ment met een oorlogsverleden, maar dat staat niet in verband met de Tweede Wereldoorlog. Dit is de Geniedijk en alle omliggende forten, kazematten, huizen etc. die ooit onderdeel uitmaakten van de Stelling van Amsterdam. De tussen 1881 en 1914 gebouwde Stel-ling was bedoeld ter verdediging van de hoofdstad Amsterdam als laatst te verdedigen gebied tegen aanvallers vanuit het buitenland. Hoewel ze nooit als zodanig dienst heeft gedaan is de monumentale waarde van de Stelling genoeg-zaam bekend, blijkend ook uit de aanwijzing in 1996 tot Unesco werelderfgoed. De forten zijn het meest zichtbaar en spreken het meest tot de verbeelding. In onze gemeente zijn dat er vier: de forten bij Vijfhuizen en Hoofddorp, de batterij aan de Sloterweg en het fort bij Aalsmeer. Maar daarnaast zijn er ook een aantal inundatiesluizen, de schutsluis bij het Fort Aalsmeer en de damsluis in de Hoofdvaart. Sommige onderdelen worden bedreigd door de aanleg van nieuwe wegen en bedrijfsterreinen, denk aan de inundatiesluis bij de A4,

Sinds 2004 heeft Meer-Historie een kwaliteitszetel in de gemeentelijke erfgoed-commissie. Frank Ossewaarde geeft als voorzitter inzicht in nieuwe ontwikkelingen en wetenswaardigheden.

Rijnlanderweg 1253

Page 11: Meer-Historie, maart 2012

123456789

10123456789

20123456789

30123456789

40123456789

50123456789

601

MAART 2012 MEER-HISTORIE 11

andere worden gerestaureerd. Zo is de damsluis in de Hoofdvaart, die jaren met verval werd bedreigd, in de afgelopen jaren zeer gron-dig gerestaureerd, iets waarvoor de gemeente zelfs de eerste prijs heeft ontvangen van de stichting Historische sluizen en stuwen Ne-derland. Maar de Stelling als geheel is in feite een logistiek systeem dat als geheel in stand moet blijven. Dit vergt voortdurend aandacht en alertheid, ook van stichtingen als Meer-Historie. Het zou mooi zijn als, bijvoorbeeld in het kader van de aanleg van het Geniepark, de compleet vervallen schutsluis bij Aalsmeer weer een keer in oude glorie hersteld zou worden. Want ook dat hoort tot de Stelling van Amsterdam. Herstel ervan zou betekenen dat in het Ge-niepark een rustieke plek ontstaat die heel geschikt is om te vertoeven voor toekomstige gebruikers van het park.

Frank Ossewaarde

Fort Vijfhuizen

Afbeeldingen van de boerderij voor en na de Tweede Wereldoorlog

Page 12: Meer-Historie, maart 2012

1234567891012345678920123456789301234567894012345678950123456789601

12 MEER-HISTORIE MAART 2012

NS-wandeltocht Geniedijk

Deze route kunt u gratis downloa-den van www.eropuit.nl/wandelen of halen bij de Kiosk op het station van Hoofddorp. De NS-wandel-tocht, die 18,5 kilometer lang is, begint bij het station Hoofddorp. Al spoedig komt u op de Geniedijk

terecht. Bij de beschrijving van de wandeltocht leest u onder andere: De 11 kilometer lange Geniedijk werd tussen 1888 en 1903 aange-legd, zodat het zuidelijke deel van de polder onder water kon worden gezet om vijanden te weren. De dijk

was onderdeel van de Stelling van Amsterdam, een beschermingslinie rondom Amsterdam. Echter de dijk heeft niet lang dienst gedaan: enke-le jaren later kon er met vliegtuigen oorlog worden gevoerd.U wandelt over de Geniedijk rich-ting Vijfhuizen, ziet rechts de Pol-derbaan van Schiphol en leest in uw beschrijving over de voorgeschie-denis van de Haarlemmermeer: Door het steken van turf, afkalving van het land en slechte dijken werd het meer steeds groter. Daarom werd het Haarlemmermeer de waterwolf genoemd. Dorpen, onder andere Vijfhuizen, werden opge-slokt. Leeghwater maakte al in 1640 een plan tot inpoldering maar door de kosten en weerstand van visserij en scheepvaart kwam er geen pol-der. In 1836 stond het water aan de poorten van Leiden en Amsterdam. Koning Willem I vond dat het zo niet langer kon. Rondom het meer werd een zestig kilometer lange dijk

Ontdek de Haarlemmermeer wandelend of op de fiets

Nu het voorjaar zich bijna aandient, is het weer tijd om de wandelschoenen en/of de fiets tevoorschijn te halen. In de Haarlemmermeer kan volop gewandeld en gefietst worden. Routes te over. Meer-Historie reikt u een aantal wandel- en fietsroutes aan.

Page 13: Meer-Historie, maart 2012

123456789

10123456789

20123456789

30123456789

40123456789

50123456789

601

MAART 2012 MEER-HISTORIE 13

en een Ringvaart aangelegd. Drie enorme stoomgemalen maalden de Haarlemmermeerpolder leeg.Als u wilt kunt u het voormalige Floriadeterrein bezoeken. In 2002 was in Hoofddorp de Floriade om-dat de polder toen 150 jaar bestond. U ziet het ontvangstcentrum met een enorm zonnedak en de berg Spotterhill, die dezelfde afmetingen heeft als de piramide van Cheops. Veertigduizend vrachtwagens grond uit de Haarlemmermeer-polder werden voor deze piramide aangevoerd. Tuinen van de toe-komst verrezen eromheen. De hoofdroute van de wandeling gaat over de Geniedijk, die naar het fort bij Vijfhuizen leidt. Dit is het oudste voltooide fort van de Stelling van Amsterdam: het werd gebouwd van 1917 tot 1919. Het fort heeft onder andere een dubbele gracht, opstelplaatsen voor geschut en scherfvrije schuilplaatsen. Het fort is nu een kunstfort en is te bezich-tigen. Er is ook een restaurant, zie www.fortvijfhuizen.nl.Als u uw weg vervolgt kunt u ook het Cruquiusmuseum en/of het theehuis bezoeken. Het Cru-quiusgemaal, de Lijnden en de Leeghwater bij De Kaag waren de drie stoomgemalen, die de polder droogmaakten en drooghielden. Het laatste deel van de wandeling voert grotendeels langs het Spaarne en uiteindelijk komt u uit in Haar-lem, waar het station het einde van deze wandeling is.

Meerboerenpad en Olmenhorstroute

In de Haarlemmermeer is een mooi boerenwandelpad: De Elisabeth-route. U kunt deze route met beschrijving printen, ga daarvoor naar www.uitinhaarlemmermeer.nl/overig/wandel-en-fietsroutes. Voor de Elisabethroute kunt u ook raadplegen: www.elisabeth-hoeve.nl.

De Elisabethroute is 4,3 kilometer lang en is te vinden op het akker-bouwbedrijf van de familie Ham aan de Hoofdweg 1379 (westzijde) te Nieuw-Vennep. De route kunt u ook halen bij de boerderijwinkel van de familie Ham, die alleen op zondag dicht is. In de winkel wor-den aardappelen, eieren, uien en honing verkocht. De wandeling, die begint op het parkeerterrein naast het akkerbouwbedrijf, voert langs velden met gewassen zoals aardap-pelen, suikerbieten en koolzaad.

De route is duidelijk en aangegeven met paaltjes. Langs de paden zijn bordjes te vinden met informatie over de gewassen en de omge-ving. Tijdens de wandeling kunt u gebruik maken van de brug naar landgoed De Olmenhorst. Op dat moment verlaat u de Elisabethroute en komt u op het Olmenhorstpad. De Olmenhorstroute (10 kilometer)

is een ANWB-wandelroute die u door een uniek stukje Haarlemmer-meer voert: onder andere langs veel bomen uit de negentiende eeuw. U volgt de ANWB bordjes.

De route kunt u ook starten op de Lisserdijk in Lisserbroek. U kunt de Olmenhorstroute downloaden van www.olmenhorst.nl/activiteiten/wandelen. De route kunt u ook op aanvraag krijgen, telefoon 0252-413165.

Orchideeënroute

In mei en juni is de orchideeën-route een aanrader om te wandelen omdat veel orchideeën dan bloeien. De bloemkleur kan paars, groen-achtig of gemengd van kleur zijn. U zult het misschien niet verwachten maar in Hoofddorp komen veel verschillende soorten orchideeën voor. Er zijn er zoveel, dat er een route kon worden uitgezet om ze te bekijken. De route begint in Hoofd-dorp bij het gemeentehuis. Hier kunt u ook een folder met de route halen. Ook wordt de orchideeën-route aangegeven door paaltjes tussen de locatie Fruittuinen bij de burgemeester Van de Willigen-laan en het bedrijf OMRON aan de

Ontdek de Haarlemmermeer wandelend of op de fiets

Page 14: Meer-Historie, maart 2012

1234567891012345678920123456789301234567894012345678950123456789601

14 MEER-HISTORIE MAART 2012

Wegalaan bij het bedrijventerrein Beukenhorst in Hoofddorp.Op uw wandeling ziet u rietorchis-

sen, grote keverorchissen, brede wespenorchissen, bijenorchissen en de klimopbremraap.

Fietsen in de Haarlemmermeer: Rondje Haarlemmermeer

Op het gemeentehuis is ook een fietskaart Haarlemmermeer-Noord ‘Fietsen rond Schiphol’ te halen met onder andere de fietsroute: Rondje Haarlemmermeer van 32 kilometer.De route maakt gebruik van het

fietsknooppuntennetwerk. De route is met de klok mee beschreven maar er kan overal gestart worden zoals bij knooppunt 53: Ringvaart bij Cruquius of knooppunt 54: Haarlemmermeerse Bos.U kunt onder andere in de beschrij-

ving lezen bij het Knooppunt 27-75: Ringvaart en zijn dijk: De eerste spade ging in 1840 in de grond. Polderjongens maakten met schop-pen en kruiwagens in acht jaar deze 62 kilometer lange, 40 meter brede en 3 meter diepe vaart met bijbeho-rende dijk klaar. Ze leefden in hut-ten van wilgentenen en klei. Als het werk klaar was, verkasten werkers en keet naar een nieuwe werkplek. Bij het Knooppunt 75-78 staat informatie over het gemaal De Lijnden, een bakstenen waterkas-teel. Het gemaal stamt uit 1849 met zijn lange schoorsteen, gekan-teelde façade en spitsboogramen in neogotische stijl. Bij het gemaal ontstond het lintdorp Lijnden waar machinisten, stokers, polderwer-kers en baggeraars woonden. Sinds de jaren dertig wonen er ook foren-sen, die in Amsterdam werken.De fietstocht voert onder andere langs de Polderbaan, over de Ge-niedijk en het Museumgemaal De Cruquius. De voormalig grootste stoommachine ter wereld telt acht hefbomen voor de klepzuigers van de acht waterpompen, die bij elke

Page 15: Meer-Historie, maart 2012

123456789

10123456789

20123456789

30123456789

40123456789

50123456789

601

MAART 2012 MEER-HISTORIE 15

slag 64.000 liter water kunnen oppompen en doorsluizen naar de Ringvaart. Via de Ringvaart gaat de fietstocht naar de Kromme Spieringweg.

Kijk naar de nummers 458 en 440; daar bevinden zich het oude graanpakhuis, de zuivelwinkel en woonhuis. Op nummer 436 staat de voormalige dorpsschool De Wa-

terwolf. Dit schooltje staat model voor de schooltjes, die in meerdere woonplaatsen na de drooglegging werden gebouwd.

Haarlemmermeer fortenfietsroute

De Haarlemmermeer fortenfiets-route is 35 kilometer. Van www.uitinhaarlemmermeer.nl/overig/wandel-en-fietsroutes is een mooie folder te downloaden waarin informatie is te vinden over de Haarlemmermeer, de Geniedijk en de forten en waarin de route staat beschreven. Tussen de forten bij Vijfhuizen en bij Aalsmeer ligt de Geniedijk, de al eerder in dit artikel beschreven verdedigingswerk. De Genie-dijk, een deel van de Stelling van Amsterdam, kent een knik, daarin kwam het Fort Hoofddorp te liggen. Tevens liggen in de Genie dijk de bij de forten behorende nevenbat-terijen. Daarnaast zijn er ook drie zelfstandige batterijen; de batte-rijen aan de IJweg, aan de Sloterweg

(nu de Rijnlanderweg) en aan de Aalsmeerder weg.De fietsroute begint bij de Batterij aan de Sloterweg, die lijkt op een verkleind fort. Het was een klein steunpunt om vuur te geven ter verdediging en een onderkomen voor de artilleriebezetting. De fiets-route gaat vervolgens onder andere langs kazematten, damsluizen, batterijen, gemaal De Cruquius en poldermolens. De tocht eindigt uiteindelijk bij aarden batterijen, die op een aantal plaatsen in de Geniedijk zijn aan-gebracht. Ze zijn nog herkenbaar aan de naar achteren gerichte wal-len. Wilt u nog meer lezen over de Stelling van Amsterdam, kijk dan op www.stellingvanamsterdam.nl.

De informatie in dit artikel is met zorg en nauwkeurigheid samenge-steld. Wijzigingen voorbehouden.

Tekst: Baukje Bos-Burggraaff / Fotografie: Kees van der Veer

Bronnen• Geniedijk NS­wandeltocht samengesteld door Wan-delplatform-LAW en de Nederlandse Spoorwegen.• www.uitinhaarlemmermeer.nl/overig/wandel-en-fietsroutes• Folder Orchideeënroute samengesteld door de ge-meente Haarlemmermeer• Folder Fietskaart Haarlemmermeer-Noord Fietsen rond Schiphol samengesteld door Stichting Mainport en Groen, 2009. Route ontwerp door bureau Lopende Zaken, Vladimir Mars.

Nog meer wandel- en fietsroutes in de Haarlemmermeer zijn te vinden op:www.uitinhaarlemmermeer.nl/overig/wandel-en-fietsrouteswww.stellingtour.nl/informatie/waar.html www.eropuit.nl/uitje/id/16828/stads-parken-en-landgoederen/Haarlem-mermeerseBoswww.olmenhorst.nl/activiteiten/wan-delenIn het gemeentehuis te Hoofddorp kunt u ook de folders halen van de Wandel-kaart Haarlemmermeer-Midden, de Fietskaart Haarlemmermeer-Noord, Het Insectenpad en Bomenpad in het Haarlemmermeerse Bos.

Page 16: Meer-Historie, maart 2012

1234567891012345678920123456789301234567894012345678950123456789601

16 MEER-HISTORIE MAART 2012

thema ooRloG

Jansje Leegwater is geboren op 3 mei 1919 aan de Aalsmeerderdijk, niet ver van de Aalsmeerse brug. Ze was het derde kind uit een gezin van zes, eigenlijk het vierde omdat er een kind jong gestorven was. Ze is opgegroeid aan dezelfde Aalsmeer­derdijk, vlakbij de Vijfhuizerweg, niet ver van het huidige café Wink. In 1941 is ze getrouwd met Leen Overbeek. Mevrouw is nu 92 jaar en sinds 1988 weduwe. Ze woont nu in Hoofddorp aan de Ter Veenlaan waar ze al weer zo’n 25 jaar woont. Om bij te blijven volgt ze elke uit­zending van Pauw en Witteman. Kranten lezen doet ze niet meer.

Ze ging toen ze zes jaar was naar school nummer 2 in Rijk. Een

school met drie lokalen en ze ging heel graag naar school, ze was een uitstekende leerling. Er kwam een aanvulling op de leerplichtwet in 1931 waardoor kinderen van 12 jaar nog één jaar langer naar school moesten gaan. Ondanks die maat-regel hield vader haar thuis. Vader kreeg een boete van eerst één gul-den en later nog een van één gulden vijftig. Tenslotte werd hij voor één nacht van zijn vrijheid beroofd en moest hij een nacht in de koepelge-vangenis in Haarlem doorbrengen. ’s Zaterdagsmiddags kwam de po-

litie hem halen, gelukkig in burger, het was een schande natuurlijk. Ze zijn samen de Vijfhuizerweg afge-fietst naar Haarlem en de andere dag werd vader weer vrijgelaten. En toen moest ze toch nog drie weken naar school. Afschuwelijk vond ze dat toen terwijl ze voorheen zo graag ging.

Na de lagere school wilde ze dol-graag verder leren maar voor de werkende klasse waren er toen geen mogelijkheden. Ze ging werken bij de familie Zijlmans, zij had-den een boerderij in Rijk. Elke dag fietste ze naar huis om de volgende ochtend om 7 uur weer present te zijn, zomer en winter. Tot de oorlog uitbrak heeft ze daar gewerkt en ze had het daar goed. Toen ze 16 jaar was verdiende ze drie gulden en vijftig cent per week.

Donderdag 9 mei ging ze na haar werk naar huis. Iedereen nam de benen toen Schiphol gebombar-deerd werd. Om twee minuten voor vier in de ochtend vielen de eerste bommen. De schrik zat er goed in. Haar broer Kees van 14 keek uit het dakraam en zei: ‘Het is oor-log’. Ze gingen met het gezin naar een tante. Een paar dagen later is ze stiekem teruggegaan om haar schoolhandwerkjes op te halen, ooit gemaakt bij juf Bremer en juf Van Vuuren. Dat waren haar schatten, verder hadden ze geen luxe. Het handwerk heeft ze nu nog.

Tijdens de meidagen van 1940 is Schiphol door de Duitsers gebom-bardeerd. Duitse troepen hebben de luchthaven bezet, Schiphol werd in de loop van de oorlog ook verschil-lende malen gebombardeerd door de geallieerden. Na de oorlog was

Het thema oorlogAl meer dan zestig jaar leven we in West-Europa zonder grote oorlog en dat is in de historie zo’n beetje de langste periode van vrede. Daarom is het van ultiem belang dat we de laatste oorlog (1940-1945) niet vergeten en stilstaan bij de omstandigheden waar-onder deze heeft kunnen ontstaan en lering trekken uit de verschrikkingen. Al vele jaren staat het maartnummer in het teken van de Tweede Wereldoorlog. De reden is dat het blad niet in de maand mei verschijnt en er elk jaar weer bijzondere artikelen binnen komen over de Tweede Wereldoorlog. Mooie anekdotes, pijnlijke voorvallen, en bovenal menselijke verhalen met als verbindend element het leven in de Haarlemmermeer tijdens die verschrik-kelijke dagen. Je leest hoe men probeert te overleven, hoe men omging met de bezetter en aan welke gevaren de lokale bewoners werden blootgesteld door de nabijheid van een belang-rijke luchthaven. Ook in deze editie hebben we weer enkele van die bijzondere verhalen boven water weten te halen. Door eigen nieuwsga-ring, door gesprekken te voeren met mensen die de oorlog bewust hebben meegemaakt of doordat de verhalen werden aangereikt door derden. Het blijkt toch ieder jaar weer dat de oorlog leeft onder de lezers van Meer-Historie. ‘Ken de geschiedenis, dan ken je de toekomst’ wordt wel eens gezegd.

Herinneringen aan de oorlog van Jansje Leegwater

Het witte huisje aan de Aalsmeerderdijk 249

Mevrouw Leegwater als jong meisje (Foto: B. van Limpt­Overbeek)

Page 17: Meer-Historie, maart 2012

123456789

10123456789

20123456789

30123456789

40123456789

50123456789

601

MAART 2012 MEER-HISTORIE 17

er van het vliegveld niet veel meer over. Op 8 juli 1945 kon al een Douglas DC-3 landen en een paar maanden later was Schiphol weer helemaal in bedrijf.

De familie Zijlmans moest ook vluchten, zij kregen later een boerderij in de Wieringermeer. Later konden ze weer terug naar hun huizen, het zal een paar maanden geduurd hebben. In 1941 is ze getrouwd met Leen Overbeek. Ze konden het huis aan de Aals-meerderweg 221 te Rijk huren van de twee schooljuffen. Daar zijn de twee kinderen geboren. Achttien jaar later heeft Schiphol het huis onteigend voor de uitbreiding.

Je was wel angstig. De bommen die op Schiphol vielen, gelukkig

nooit bij hen. Je had geen flauw idee wat oorlog betekende, ze hadden geen radio. Ze vermaakten zich door de namen van plaatsen in Ne-derland op te schrijven op papieren zakjes. Alle plaatsen met een A. Amsterdam en Aalsmeer sloegen ze over, daar woonden ze vlakbij. Ze hadden helemaal niets, ook geen spelletjes. Dus wat doen mensen

dan? Ze waren met zijn vijven en op die manier hielden ze elkaar bezig.

Er waren twee winkeltjes in de buurt en er kwam wel iemand langs voor de boodschappen. Kleding was niet te koop in de oorlog. Ze hadden een grote tuin en haar man hield gelukkig erg van tuinieren. Geen gebrek geleden. Hij werkte intussen bij boer Van Doorn aan de Aalsmeerderweg in Rijk. Het werk bij de Shell aan de overkant van het IJ in Amsterdam- Noord was opgehouden, het bedrijf stond stil in de oorlog. Later is haar man daar weer gaan werken en dat heeft 32 jaar geduurd. Je zag mensen in lange rijen bij de boeren staan op zoek naar eten. Vooral gedu-rende die laatste Hongerwinter van 1944-1945. Soms bleven ze slapen in de schuren en dan de volgende dag proberen om thuis te komen. Lopend achter een kinderwagen of fietsend op lege banden. In de stad stierven mensen van de honger, gelukkig was dat in de polder niet het geval.

Soms kwamen de Duitsers wat vor-deren. Een tafel en wat stoelen. Een kachel moesten ze ook nog afstaan. Het werd niet beleefd gevraagd, gewoon meegenomen. Toen ze de aftocht afbliezen, stond er een wagen met huisraad en konden ze hun spullen weer terugnemen. Er stonden nummers of namen onder de stoel of de tafel. Boeren moesten hun paarden ook afstaan voor het Duitse leger.

Ze hebben niet meegemaakt dat joden werden weggevoerd. In

het oude buurtje woonden allemaal Nederlanders. Er zijn ook geen mensen omgekomen uit het buurtje en er waren geen dwangarbeiders in Duitsland tewerkgesteld. Ei-genlijk was het een nogal afgeslo-ten gemeenschap. De bakker, de melkboer, de olieman, alles kwam aan de deur. Zelf kwam je ner-gens. Canadezen heeft ze ook nooit gezien.

Toen ze van de bevrijding hoor-den gingen ze naar Aalsmeer

waar de mensen op straat waren en met vlaggen zwaaiden. Dat was ge-weldig en iedereen was uitgelaten.

Van Schiphol kregen ze een nieuw huis aangeboden in Rijsenhout. Haar man werkte intussen weer bij de Shell. Als ze in Rijsenhout zouden gaan wonen zou haar man nog verder van zijn werk af wonen en ze wilden hun eigen plan trekken en niet door Schiphol laten bepalen waar ze gingen wonen. Ze waren blij toen ze een huis onder aan de Aalsmeerderdijk konden huren, op nummer 57, en daar hebben ze 22 jaar met veel plezier gewoond. Het huis staat er nog steeds.

Henri Stroet en Laura de Jong

Herinneringen aan de oorlog van Jansje Leegwater

Aalsmeer, begroeting van de Canadezen

Het huis onder aan de Aalsmeerderdijk no. 57 in 2012

Het huis onder aan de Aalsmeerderdijk no. 57 (Foto: B. van Limpt – Overbeek

Page 18: Meer-Historie, maart 2012

1234567891012345678920123456789301234567894012345678950123456789601

18 MEER-HISTORIE MAART 2012

thema ooRloG

Op 22 januari 1932 werd het Haarlemmermeers man-nenkoor Zang en Vriend-

schap opgericht. Tachtig jaar geleden dus. Het koor ontstond uit een dubbelkwartet met dezelfde naam. Het probleem van een dub-belkwartet was echter, dat wanneer er een zanger uitviel, het geplande optreden geen doorgang kon vin-den. Men probeerde dit op te lossen met een mannenkoor, dan waren er altijd zangers genoeg en kon er weleens eentje gemist worden. En zo geschied-de. De eerste dirigent was een onderwijzer aan de christelijke school in Hoofddorp: Simon van Hoogdalem (1932-1933).

De naam van het koor was betekenisvol in tijden van armoede en rampspoed, dus in de jaren dertig en de oorlog. Voor wie geen werk had betaalden anderen extra contributie.

En wat een geluk als de dorpsmo-lenaar Lies de Koning lid is van het zangkoor. Dan hoef je niet bang te zijn honger te lijden. Zo maalde hij voor de leden tarwe, rogge en haver. En ook Jaap Kort, de slager aan de Kruisweg, kwam met worst en spek aan boord. Zo keerde de toenmalige dirigent Piet Halsema (1940-1944) uit Bloemendaal regelmatig huis-waarts met fietstassen vol voedsel. Al had hij misschien liever geld gehad…

De Duitse bezettingFilms, muziek en andere artistieke uitingen waarin mensen van andere rassen dan het blanke positief wer-den afgeschilderd werden gecen-sureerd. Ook verbood de Duitse bezetter het spelen en het zingen van Engelstalige en Amerikaanse nummers, want dat was van de vijand. Er mocht alleen gedrukt, gespeeld of uitgevoerd worden wat paste binnen de opvattingen die de Duitsers hadden van kunst en cultuur.

Na de aanval van nazi-Duitsland op de Sovjet-Unie was ook Russische muziek niet meer toegestaan. Jazz was ook verboden, evenals andere ‘obscene’ dansmuziek, muziek met ‘negerklanken en - ritmes’ en Amerikaanse dansen zoals de Charleston.

In 1941 werd zelfs het boek van C. Joh. Kieviet De Zoon van Dik Trom (1907) verboden. En dat alleen van-wege de scène met de bestorming van het sneeuwkasteel, waarin Dik Trom en zijn vrienden het Hol-landse en Duitse leger speelden. In die scène werd ‘Weg met de

Zang en Vriendschap in de oorlog

Page 19: Meer-Historie, maart 2012

123456789

10123456789

20123456789

30123456789

40123456789

50123456789

601

MAART 2012 MEER-HISTORIE 19

Duitschers!’ geroepen. Dat vonden de Duitsers niet zo leuk.

Maar er was ook hier en daar wat verzet natuurlijk, niet openlijk, maar stil verzet. Zo werd van Engelse en Amerikaanse num-mers de titels wel vertaald in het Nederlands, zodat het de Duitsers niet opviel. Ook werden er teksten

geschreven waaruit de hoop op een betere tijd sprak, zoals: ‘Als op het Leidseplein de lichtjes weer eens branden gaan`, uit 1943. De mensen keken uit naar de tijd dat er niet meer verduisterd hoefde te worden.

Zo stond er ook op een propa-ganda-uitvoering in De Beurs het bekende Domine Salvam Fac op het programma van het mannenkoor Zang en Vriendschap. De Duitsers kenden blijkbaar geen Latijn, want tot ieders verbazing werden `alle nummers goedgekeurd’. Op de bewuste avond waarop het Zang en Vriendschap een uitvoering had, hielden de concertgangers hun adem in toen het nummer in het Nederlands werd aangekondigd. Dames en heren, en nu ‘God be-scherm onze Koningin’. Na afloop bleef de zaal doodstil, terwijl de tranen bij velen opwelden.

ClubliedZang en Vriendschap, Zang en VriendschapU wijd ik mijn tonen, Zang en VriendschapU wijd ik mijn lied Gelukkig zijn zij die bij U behoren en vreugde ervaren dat zingen hun biedt.Welaan dan gij zangers, welaan dan gij zangers, gij allen tezaamHoudt hoog, hoog uwe zang en vriendschap,Houdt hoog uwe naam! Houdt hoog uw naam!

Jubileumconcert Ter gelegenheid van het tachtig jaar jubileum worden er in april stukken ten gehore gebracht uit het archief van het mannenkoor, waaronder ‘Domine Salvam Fac’, maar ook ‘Landerkennung’ van Grieg (1843-1907), een stuk speciaal geschreven voor mannen-koren. Verder het ‘Haarlemmer-meers Volkslied’, gecomponeerd door oud-dirigent Marius Metz en geschreven door Corrie van Diemen. Delen uit de ‘Carmina Burana’, maar ook liederen van Ramses Shaffy, zoals het overbe-kende ‘Zing, vecht, lach, bid en bewonder’ (1971).

Nieuwe LedenZingen was in de oorlog zo populair dat het bestuur van het mannenkoor besloot over te gaan tot oprichting van een dames-koor, ook onder leiding van Piet Halsema. Of dit koor de oorlog overleefd heeft is, niet bekend. Eerder was er een vrouw Susanne Veerman, dirigent van het man-nenkoor. Overigens spelen vrouwen impliciet nog altijd een rol in het mannenkoor. Zo worden mannen die eenmaal een repetitie-avond bezocht hebben, makkelijk aangestoken. Soms trekken zij zich ijlings weer terug als hun vrouw zegt: Ja, alles goed en wel, maar jij kan helemaal niet zingen. Onzin, iedereen kan zingen. Zo denkt men er in het mannenkoor over.

Zo’n twee of drie keer per jaar wordt er nog altijd opgetreden. Een voorjaarsconcert en een kerst-concert. Ook wordt het koor elk jaar gevraagd bij de dodenherden-king in het stadhuis, op 4 mei.

Henri Stroet

Domine, salvam fac Reginam nostram! Heer, bescherm onze Koningin! Et exaudinos in die, qua invoca verimus te. En luister naar ons op de dag, dat wij u aanroepen. Domine, exaudi orationem meam et clamor meus ad te veniat. Heer luister naar mijn gebed en laat mijn geroep tot U komen.

Koningin Wilhelmina verbleef tijdens de oorlog in Londen waar zij toespraken hield voor Radio Oranje

Page 20: Meer-Historie, maart 2012

1234567891012345678920123456789301234567894012345678950123456789601

20 MEER-HISTORIE MAART 2012

thema ooRloG

Op die dag wist een Ameri-kaanse piloot zich met zijn parachute te redden uit een

brandend vliegtuig. Hij kwam neer in een aardappelveld van Zekveld, vlakbij het Zwarte pad, nu Dokter Heijelaan, te Abbenes. Onder-staand verhaal is een samenvatting van de gebeurtenissen die zich hebben afgespeeld in de omgeving van Abbenes, Kaageiland en Sas-senheim. Ton Zekveld (geboren 1942) en Barend Klaassen hebben het aangrijpende verhaal op papier gezet aan de hand van getuigenis-sen en andere bronnen.

Geen veilige terugkeer naar Engeland

Het vliegtuig waarover het verhaal gaat, was een viermotorige B-17 bommenwerper. Het maakte deel uit van de 457ste Amerikaanse bombardementsgroep. Met 35 vliegtuigen was de groep ’s mor-gens uit Engeland naar Osnabrück in Duitsland vertrokken om er een spoorwegknooppunt te bombarde-ren. Nadat de missie was voltooid keerden de toestellen via Nederland terug naar hun basis in Engeland. Het toestel, genaamd ‘Jayhawk’, had een negenkoppige bemanning bestaande uit: piloot Luitenant Carl H. Gooch, tweede piloot: luitenant

John P. Quillin, navigator: luitenant Rupert L. Phipps, bommenrichter: sergeant Donald J. Reilly, boord-werktuigkundige: sergeant Alexan-der P. McDermott, radio opera-tor: sergeant Wilbur H. Parker, boordschutter: sergeant Clement W. Kelsey, koepelschutter: sergeant Leo J. Chermark en Staartschutter: sergeant Thomas V. Angott.

Op weg naar de Hollandse kust werd het toestel door afweergeschut getroffen. De neus van het vliegtuig werd eraf geblazen evenals de mi-trailleurkoepel bovenop de romp. Ook in de cockpit was de ravage groot. Tot overmaat van ramp ston-den 2 van de 4 motoren in brand. De piloot kon de propellers van de brandende motoren in vaanstand (neutrale stand) zetten zodat ze niet bleven ronddraaien. De situatie aan boord was zorgelijk.De piloot probeerde het gehavende vliegtuig nog naar Engeland te vlie-gen maar het toestel verloor al snel hoogte en kon niet meer in formatie met de andere bommenwerpers blijven vliegen. De piloot gaf toen opdracht aan de andere beman-ningsleden om het toestel zo snel mogelijk te verlaten. Uiteindelijk stortte het toestel neer in de buurt van de Engelbewaarderskerk te Sassenheim.

Een verjaardag

Ton Zekvelds vader, Gerrit Zek-veld, werd op 26 september 1944 45 jaar. Helaas gaf de oorlogsituatie geen reden om het feest te vieren. Bovendien was het druk op het land met het binnenhalen van de

aardappeloogst. Dat werd toen nog met de hand en een aardappelriekje gedaan. Met paard en wagen werd de oogst naar de schuur gebracht om te sorteren op grootte. Tenslotte werden ze verkocht in de Bollen-streek.

Een oudere broer van Ton, Ger-rit, oud 10 jaar, ging die dag zoals gewoonlijk naar school in Abbenes. Hij had van thuis een zakje meel meegekregen dat hij moest afleve-ren bij Bakker Van Vliet in Abbenes om er een brood van te bakken. ’s Middags na schooltijd kon hij het brood weer ophalen. Toen Gerrit omstreeks 15.45 uur bij het viaduct achter Abbenes over de autoweg fietste zag hij een brandend vlieg-

Een dag om nooit te vergeten: 26 september 1944

Aantekening van Gerrit Zekveld in het boek ‘Wat toch een tijd’.

Boeing B­17 bommenwerpers zgn. vliegende forten. Foto uit ‘Fly Past’.

Overzichtskaart Haarlemmermeer ­ Zuid. X = de plaats waar Carl H. Gooch is neergekomen.

Page 21: Meer-Historie, maart 2012

123456789

10123456789

20123456789

30123456789

40123456789

50123456789

601

MAART 2012 MEER-HISTORIE 21

tuig in noordwestelijke richting vliegen. Op hetzelfde moment zag hij ook een parachutist naar bene-den komen. Snel fietste hij naar de plek op het aardappelveld van zijn vader waar hij dacht dat de para-chutist op de grond zou komen.

Piloot lt. Carl H. GoochOp het land van Zekveld was een aantal aardappelrooiers aan het werk onder anderen Harry en Kees Jagerman. Zij zagen de parachu-tist vlakbij hen neerkomen. Snel renden zij erheen en ontfermden zich over hem. Hij was niet gewond maar zijn vliegerspak zat onder de

olie. Snel werd zijn pak uitgedaan en verwisseld voor een overall van één van de aardappelrooiers. Ger-rit Zekveld was inmiddels ook bij het aardappelveld aangekomen en rende over het land naar de plek waar de parachutist was neergeko-men. De aardappelrooiers stuurden hem echter direct weer weg.

De parachutist, piloot Carl H. Goo-ch (22 jaar oud), werd direct naar een verder gelegen bietenveld ge-bracht en moest zich daar verstop-pen. De broers Jagerman maakten hem duidelijk dat ze hem ’s avonds als het donker was zouden komen ophalen. De parachute lieten ze gewoon liggen. De piloot nam wel zijn karabijn mee. De kleine para-chute waar het geweer aan vast had gezeten is door één van de aardap-pelrooiers naar huis meegenomen en bewaard gebleven.Na ongeveer een uur kwamen twee Duitse soldaten op de fiets aange-reden om polshoogte te nemen en de omgeving van de boerderij te verkennen. Adrie Zekveld, oud 13 jaar, de oudste broer van Ton, werd ondervraagd. Hij zei dat hij van niets wist. Na een uur vertrokken de beide Duitsers weer. Vader en moeder Zekveld dachten ‘dat loopt goed af’. Een Duitse patrouille zocht het land af. Ze hebben Carl niet kunnen vinden hoewel ze in het bietenveld vlaks langs hem hebben gelopen. De grote parachute hebben ze mee-genomen.

Het werd opnieuw spannend toen ’s avonds om ongeveer 7 uur een auto met Duitse soldaten voor de boer-derij stopte en de soldaten het huis en de boerderij gingen doorzoeken. Het gezin Zekveld moest zich voor het huis opstellen. Moeder Zekveld was toen in verwachting. Het was voor haar geen pretje. Een Duitser hield, met zijn geweer in de aan-slag, de wacht. Voor de tweede keer werd Adrie ondervraagd maar hij wist echt niets van een parachutist. Na lang zoeken gaven de Duitsers het op. Ze konden niets vinden. Alleen twee kazen die onder een logeerbed lagen hebben ze meege-nomen.

Onderduiken in Leiden Carl wachtte in spanning af wat er ’s avonds of ’s nachts zou gebeuren. Door vermoeidheid en spanning viel hij tenslotte in slaap. Tegen middernacht gingen de broers Jagerman hem in het bietenveld zoeken. Ze konden hem echter niet vinden. Tenslotte gingen ze maar roepen. Uiteindelijk kwam hij tevoorschijn. Met z’n drieën liepen ze naar de Huigsloterdijk. Eerst namen ze hem mee naar het huisje (nummer 291) waar zij woonden. Achter het huisje begroeven zij zijn vliegersuniform en de kara-bijn. Daarna zijn ze met een bootje de Ringvaart opgegaan richting Kagerplassen. Op de Kagerplassen zijn ze nog bijna gesnapt door een politieboot die daar patrouilleerde. Zij werden beschenen door een schijnwerper, maar werden niet

Foto links: De eerste graven van de 2 omgekomen bemanningsleden bij de Engel­bewaarders kerk

Foto rechts: Propeller bladen van de neergestorte bommenwerper met de namen van de omgekomen bemanningsleden.

Page 22: Meer-Historie, maart 2012

1234567891012345678920123456789301234567894012345678950123456789601

22 MEER-HISTORIE MAART 2012

thema 00RloG

achtervolgd. Via de Kagerplassen zijn ze naar het riviertje de Zijl ge-roeid. Bij het Utrechtse Veer, vlakbij Leiden, zijn ze aan land gegaan. Van de Duitsers hebben ze geen last gehad.

In de vroege ochtenduren gingen ze als 3 arbeiders naar de Was-straat in Leiden. Daar woonde op een bovenwoning hun oudste zuster Bep, sinds 1943 getrouwd met L.C. Riemens. Zij wilden niet aanbel-len, misschien zouden de buren dan wakker worden, maar gooiden steentjes tegen de ramen. Gelukkig werd daar snel op gereageerd en kon Carl worden afgeleverd. Hij is tot aan de bevrijding bij de familie Riemens-Jagerman gebleven en is daarna bij de Canadezen terecht gekomen in Oud Poelgeest. Hij heeft altijd een goede herinnering aan zijn periode in Leiden gehad.

Hoe is het met de overige bemanningsleden gegaanEén bemanningslid was er al vroeg uitgesprongen. Hij kwam in de omgeving van Oude Wetering op de grond en is door enkele leden van

de ondergrondse opgevangen. Vijf bemanningsleden kwamen in de omgeving van Sassenheim terecht. Twee bemanningsleden, name-lijk de tweede piloot J.P. Quillin en de boordwerktuigkundige A.P. Dermott, werden na hun landing snel gevangengenomen en zijn later overgebracht naar een krijgsge-vangenkamp bij Rostock (Noord Duitsland). De koepelschutter L. J. Chermark was gewond en werd naar een dokter in Sassenheim gebracht. Maar de angst was groot onder de mensen die zich over hem ontfermden dat hij verraden zou worden. Hij is toen overgedragen aan de Duitse autoriteiten en later afgevoerd naar een krijgsgevangen-kamp in Polen.

Totaal waren naast de piloot 3 bemanningsleden die via het verzet wisten te ontsnappen. Dat waren: staartschutter T.V. Angott, boordschutter C.W. Kelsley en navigator R.L. Phipps. De eerste 2 zijn ondergedoken tot aan de bevrijding. De laatste is aanvanke-lijk opgevangen door Joop Jager-man, de oudste broer van de beide

Jagermannen van de Huigsloter-dijk. Later wist hij met hulp van het verzet over de grote rivieren te komen en kon zich bij de Canade-zen aansluiten.

Twee bemanningsleden hebben de crash niet overleefd. De bom-menrichter D.J. Reilly is met zijn parachute in de Kagerplassen terecht gekomen en verdronken. De radio operator W.H. Parker is waarschijnlijk door het afweer-geschut getroffen en was al dood voordat het vliegtuig neerstortte. Zijn stoffelijk overschot vond men later in de wrakstukken van het vliegtuig. Beiden zijn eerst begraven bij de Engelbewaarderskerk, later zijn ze herbegraven op de Ameri-kaanse militaire erebegraafplaats te Margraten.

TenslotteTon Zekveld is jarenlang in het bezit geweest van de kleine parachute waaraan het geweer van Carl Gooch hing. Enkele jaren geleden heeft hij dit relikwie aan het oorlogsmuseum te Overloon geschonken. Bijzonder is ook dat in de plaats Kansas City waar Carl voor de oorlog woonde zijn buurman Harry S. Truman was, de latere president van de Verenig-de Staten.

Details over deze gebeurtenis zijn ook te vinden in de volgende boeken:De Kaag en de Kagerplassen door de eeuwen heen van Elsa Jagerman (1973)Wat toch een tijd van Ed Olivier (z.j.)

Barend Klaassen

Vlnr: Clement W. Kelsey, Thomas V. Angott en Carl H. Gooch. Deze foto is kort na de bevrijding bij de resten van het vliegtuigwrak genomen.

Page 23: Meer-Historie, maart 2012

123456789

10123456789

20123456789

30123456789

40123456789

50123456789

601

MAART 2012 MEER-HISTORIE 23

In het voorjaar van 1944 nam de dreiging voor een geallieerde invasie toe. Ook aan de Nederlandse kust vreesde de

Duitse bezetter voor een invasie. Uit voor-zorg werd besloten om het gebied tussen de Ringvaart en het Spaarne, waar nu de Haarlemse wijk Schalkwijk gebouwd is, onder water te zetten om een eventuele geallieerde opmars vanuit het westen te bemoeilijken. Voor de bewoners in dit gebied was het een onaangename verras-sing en zij werden direct met een evacu-atiebevel gedwongen om hun woningen te verlaten. Alleen het noodzakelijkste kon meegenomen worden. In het dorp Vijfhuizen werd voor opvang gezorgd van de gedupeerde evacués.

InundatieIn Vijfhuizen, tegenover Dierenvoeders

Willemse, zat in de dijk van de Ringvaart een grote inlaatsluis aan de Haarlemse zijde. Nadat iedereen vertrokken was uit de polder werd de ophaalbrug bij Vijfhui-zen omhoog gedraaid en werd het gebied een verboden zone. Aangezien het de Duitsers niet lukte om de sluis op de nor-male wijze open te zetten, werd met succes besloten om de sluis met dynamiet te forceren waardoor het uitgestrekte gebied uiteindelijk toch onder water kwam te staan. In de zomer van 1944 was de water-partij een ware kweekvijver voor ‘Haar-lemse’ muggen die het dorp Vijfhuizen een grote last bezorgde. Van een afstand waren vaak grote muggenzwermen te zien boven het dorp.

WinterIn de strenge Hongerwinter van 1944-1945 vroor het dat het kraakte waardoor het verboden gebied van de geïnundeerde polder weer toegankelijk werd voor de inwoners van Haarlem en Vijfhuizen. Gedreven door de nood aan voedsel en ruilmiddelen werd er in dit gebied ook gejaagd. De heer Wijnand van der Flier die destijds ongeveer 12 jaar oud was en in Vijfhuizen woonde vertelt: ’s Winters ging ik over het ijs met een lange riek, meer-koeten achterna. Die konden niet zo goed vliegen, dus dan bleef ik er net zo lang achteraan schaatsen totdat ze uitgeput waren. Ik had een lange dunne stok bij mij waarmee ik ze dan de poten onder hun kont vandaan sloeg en dan gingen ze in de zak. Soms had ik er wel tien! Thuis plukte mijn vader ze en dan werden ze aan Haarlemmers verkocht. Die Meerkoeten waren best te eten, dat vlees was prima. Het vel moest er wel afgehaald worden

omdat dit heel tranig was. Dat werd er wel bij gezegd. Maar door de honger kochten de mensen het graag.’

KaalslagDoordat het bevroren gebied toeganke-lijk geworden was, vielen de bomen die boven het ijs uit staken ook ten prooi aan de Haarlemse zagen om vervolgens in de kachel te verdwijnen. Binnen de kortste keren staken er alleen nog maar boom-stompen boven de ijsvlakte uit. Ook de deels onder water gezette boerderijen werden geplunderd zodat het gebied er binnen de kortste keren gehavend bij lag. Na de bevrijding werd het gebied met behulp van Amerikaanse pompen weer drooggemaakt. Voor de uitgehongerde bevolking had de polder echter nog een aangename verrassing in petto. Op de bijna drooggevallen weilanden kwamen grote hoeveelheden vis tevoorschijn. Voornamelijk snoek. Veel inwoners van Vijfhuizen hebben zich destijds tegoed gedaan aan een visje uit de polder. De heer Van der Flier vertelt verder: ‘Met mijn vader, mijn broers en Gerard, een vriend van mij, gingen we in ons onderbroek met een stok de weilanden in en stroopten we de weilanden af met een zege. We konden er wel honderden uit trekken. Later toen het water verder gezakt was, zaten de sloten echt bom vol. Die trokken we af met een kort net van dam tot dam. Zo konden we die snoeken met rieken op de kant gooien. Gerard rookte ze vervolgens en verkocht ze weer door aan Haarlemmers. Ja, dat was super eten in die tijd hoor! Als je honger hebt eet je alles’.

FlatsIn de jaren 60 werd het gebied tussen de Ringvaart en het Spaarne officieel onder-deel van de gemeente Haarlem. Al snel werden uit de ooit uitgestrekte polder de eerste flats uit de grond gestampt.

Indien u naar aanleiding van dit arti-kel nog aanvullingen heeft, dan kunt u contact opnemen met de auteur van dit artikel: [email protected] / 06-129 381 58.

Meerkoeten en snoeken een ware lekkernij…

Foto: (Hoofddorpse Courant, Mei 1974) Geïnundeerde gebied bij Vijfhuizen in September 1944

vincenT van Rijn

Page 24: Meer-Historie, maart 2012

1234567891012345678920123456789301234567894012345678950123456789601

24 MEER-HISTORIE MAART 2012

thema ooRloG

De werkelijke oorlog kun je nog uit de monden van de mensen optekenen die het

daadwerkelijk hebben meegemaakt. Maar er zijn steeds minder mensen die de oorlog bewust hebben mee-gemaakt. Daarom zijn we ook heel blij met het pakket dat mevrouw Gerda Arensman-Reinders ons stuurde. In dat pakket zit bijzonder materiaal uit het archief van haar vader die bij het Provinciaal Elec-triciteitsbedrijf van Noord-Holland (P.E.N.) werkte. Dat materiaal zal in een volgende editie worden uitgewerkt. Hieronder het persoon-lijke relaas van Gerda Arensman-Reinders.

‘Al diverse jaren (om deze tijd) neem ik me voor iets te schrijven over de rol van de oorlogstijd in mijn jeugd. In het laatste nummer (december 2011) zag ik weer een oproep staan, zodat ik nu maar zo vrij ben hierop te reageren. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was ik nog maar een wurm van zes tot elf jaar.

Veel is er dus langs mij heen gegaan en mijn ouders hebben veel voor mij verborgen gehouden.

Mijn vader is W.J. Reinders (14 januari 1896), de man van het Provinciaal Electriciteitsbedrijf van Noord-Holland (P.E.N.). Ik woonde samen met mijn vader, moeder, twee broers (Pim en Kees) en een zusje (Mieke) aan de Hoofdweg 1089 in Nieuw-Vennep.

Mijn vader heeft vanaf 1920 tot aan zijn pensionering in 1960 bij het P.E.N. gewerkt en is samen met onder andere de heer Kaasenbroot zeer nauw betrokken geweest bij de aanleg en het onderhoud van het bovengrondse elektriciteits-net in de Haarlemmermeer. Mijn zusje Mieke overleed in novem-ber 1942 aan difterie. In deze tijd overleden veel kinderen aan deze ziekte. Zelf heb ik daar niet veel van meegekregen omdat mijn ouders mij erg beschermden tegen (vooral hun) verdriet. Omdat deze

ziekte erg besmettelijk was, werd ik uit huis geplaatst bij de familie Miggelbrink, destijds politieagent in Nieuw-Vennep. Ik mocht pas weer naar huis toen de woning aan de Hoofdweg helemaal ontsmet was. Ik mocht in die periode ook niet naar school in verband met besmettingsgevaar. Ik herinner het me als een vreselijke tijd waarin ik erge heimwee had!

In januari 1943 kwam er een nieuw zusje bij ons in huis. Een heel klein meisje, dat op een

donkere avond bij ons op de stoep was gelegd. Een heel klein poppetje van net iets meer dan negen weken oud. Ik weet nog dat mijn moeder haar helemaal uitkleedde om te kijken of er enig identiteit te vin-den was; alleen een grote hoofd-letter R, met een kroontjespen op haar stuitje gekrast. We hebben haar toen meteen Ria genoemd: Maria Christina Reinders. Zo staat ze ook in het trouwboekje van mijn ouders als aangenomen kind en ook in het doopregister van de Nederlands Hervormde Kerk in Nieuw-Vennep. Voor mij was het destijds de gewoonste zaak, dat ze mijn zusje was, en dat was maar goed ook, want ‘niemand’ mocht weten, dat het een Jodinnetje was! Mijn ouders hebben het me na de oorlog verteld.

Vele jaren later heb ik pas begrepen, wat voor risico mijn ouders hebben gelopen. Voor hetzelfde geld waren ze opgepakt en neergeschoten en misschien mijn broers en ik zelf ook wel! Gelukkig is dat niet gebeurd, hoewel de Duitsers vlak achter ons huis, op het land van Bronkhorst, in een bunker zaten.Daar was ook een zoeklicht en

Niemand mocht weten dat het een Jodinnetje was

Felicitatiekaartje van collega’s van het Provinciaal Electriciteits ­bedrijf van Noord­Holland

Page 25: Meer-Historie, maart 2012

123456789

10123456789

20123456789

30123456789

40123456789

50123456789

601

MAART 2012 MEER-HISTORIE 25

afweergeschut geplaatst. Een van die Duitse soldaten, we noemden hem Fritzie, kwam regelmatig bij ons aan huis omdat de stroom in de bunker was uitgevallen. Mijn vader moest dan zorgen, dat er weer stroom was. Fritzie kwam soms ook wel in de kamer en dan gingen de haren van mijn ouders overeind staan, want de kleine meid zat/stond dan in de box. Ik weet niet of deze Fritzie iets door had, maar hij heeft ons niet verraden.

Wel werd zo maar op een dag een bovenslaapkamer van de buren Plieger gevorderd. Vanuit dat ka-mertje kon je ons huis prima in de gaten houden. Zoon Harm Plieger moest bij zijn broer Evert op de ka-mer, en in Harm’s kamertje kwam een heel enge man (een Duitser?) te zitten.

Enkele dagen later, op een zon-dagmorgen, gingen we als gezin

lopend naar de kerk (behalve mijn moeder, die paste op Ria) en toen lag er een dode man onder in de Hoofdvaart kant.Ja hoor, de ‘spion’ uit het zijka-mertje van onze buren Plieger. Dit was waarschijnlijk het werk van de ondergrondse verzetsbeweging waarvan mijn vader ook deel uit-maakte. We zijn snel doorgelopen en hoe het verder is gegaan weet ik niet. Wel weet ik dat Harm Plieger zijn kamertje weer terug had.Volgens mijn broer, Kees, was vader na het gebeurde erg van slag. Kees veronderstelde dan ook, dat vader daar wel eens de hand in had kun-

nen hebben, ter bescherming van onze ‘Ria’. Dit vertelde mijn broer mij pas vele jaren later, toen mijn vader al overleden was.

Over mijn broers weet ik nog te zeggen, dat Pim, de oudste was on-dergedoken en broer Kees, de jong-ste, wilden de Duitsers niet hebben omdat hij ‘schurft’ had. Hij zat namelijk onder acne (jeugdpuistjes) en dokter Schreuder, onze huisarts, had een verklaring geschreven, dat Kees ‘Krebs’ had.

Na het eind van de oorlog kwam de moeder van Ria (die in oorlog met haar zoontje Daan in Amsterdam was ondergedoken en de oorlog had overleefd) haar kind opeisen. Dat ging niet op stel en sprong maar na

een heel lange periode van gewen-ning en ontwenning zowel voor ons zusje als ook voor haar en mijn moeder. Mijn moeder moest weer een kind afstaan. Dit geval was er-ger dan mijn echte zusje verliezen.Het heeft dan ook heel lang ge-duurd voor Ria echt bij haar eigen moeder kon blijven. En ik moest de deur weer uit want weer mocht ik het verdriet van mijn ouders niet zien en meemaken.Ria werd Gineke, want de ‘R’ op haar stuitje was van Regina. Ze heet voortaan Regina Root..

Al met al zijn de moeder van Gineke en mijn moeder later heel goede vriendinnen

geworden en hebben samen heel mooie momenten beleefd. Gineke is nog steeds mijn zusje al wordt ze straks zeventig jaar jong.

Gerda Arensman-Reinders

Toestemming van de burgemeester van de Haarlem mer meer, de NSB’er Mr. E. Derks, Hzn.

De censuur van de oorlogsmachine doet zijn intrede op de werkvloer

Page 26: Meer-Historie, maart 2012

1234567891012345678920123456789301234567894012345678950123456789601

26 MEER-HISTORIE MAART 2012

Genoeg voor een hele dag

Rond sinterklaas viel er een aller-aardigst verrasding in de bus. een pakketje met een boek van een oud-medewerker van meer-historie, Martin van de vijfeijke. dubbel verrast omdat je niet heel vaak post krijgt van een oud-docent van het haarlem-mermeerlyceum. lezers van dit blad moeten zijn naam kennen. Martin van de Vijfeijke heeft in het verleden regelmatig gedichten over de polder gepubliceerd in meer-historie en het zal een aantal lezers zeker ver-heugen dat er nu een bundel van zijn gedichten is uitgekomen. eerlijkheid gebiedt te melden dat het niet allemaal gedichten over haarlemmermeer zijn, maar het leuke gedicht Floriande is hier wel in gewijzigde vorm opgenomen. leerlingen van het haarlemmer-meerlyceum kennen martin van het schoolcabaret en gesproken columns waar hij een flinke reputatie mee heeft opgebouwd. die reputatie leidde tot een initiële aankoop van het boek door de rector van het lyceum. daarnaast werden zijn puntige, kernachtige gedichten gepubliceerd in de Vestdijk-kroniek, het literaire tijdschrift nynade en in de bundels van café eijlders. een proeve: ‘alles van woorden is waardeloos, oordeelde een scholier. hij was geen lezer, ook geen schrijver, maar zelf zou ik er niet op komen’. een begenadigd dichter die zich laat inspi-reren door de poëtische werken van simon Vestdijk en lucebert moeten we koesteren. martin van de Vijfeijke, Genoeg voor een hele dag, is te koop in de betere boekhandel of online te bestellen via www.witte-uitgeverij.nl (bestelnummer wuPove0012) isbn: 978 94 6107 093 7.

Geloven in de poldertoen in 1852 het haarlemmermeer droogviel kwamen van allerlei kanten mensen om de polder te ontwikkelen. Zij namen vanzelfsprekend ook hun (diverse) geloofsach-tergrond mee. het boek ‘Geloven in de polder’ brengt deze achtergronden in beeld.

na een eerste periode, waarin rooms-katholieken en protestanten na elkaar kerkten in dezelfde boerenschuur, verrezen her en der in de polder langs de strakgesneden wegen eigen kerken voor verschillende geloofsrichtingen. als eerste stenen kerk verrees de nederlands-hervormde kerk te kruisdorp (nu hoofdvaartkerk, hoofddorp). in de jaren daarna volgden andere kerken. veelal was daarvoor in het begin kapitaal van elders nodig, zoals de gevelstenen in de hoofdvaartkerk te hoofddorp duidelijk vermelden. ook trok men architecten aan van buiten de polder (zoals de amsterdammer P.J. hamer [hoofddorp hoofdvaartkerk; abbenes] en de leidenaar Th. Molken-boer [lijnden rk h. Franciscus van saleskerk; hoofddorp rk h. Joannes de doperkerk; nieuw-vennep voormalige rkk onze-lieve-vrouw onbevlekt ontvangen]). Tevens ver-rezen in de loop der jaren kleinere ‘evangelisaties’ om de afstanden tot een vierplaats korter te maken.Waren eerst vooral rooms-katholieken, nederlands-hervormden en gereformeerden vertegenwoordigd in de polder, gaandeweg werd de diversiteit in de christelijke geloofsgemeenschappen groter en groeiden ook andere kerkgemeenschappen. ook zij bouwden hun kerkge-bouwen.

Nieuwe geloofskernenmet het toenemen van de bevolking van de polder ver-rezen nieuwe woonwijken. nieuwe bewoners, nieuwe bevolkingsgroepen kwamen de polder binnen. Zij kregen her en der eigen geloofshuizen. naast de christelijke vier-

plaatsen ontstond in er in de afgelopen decennia behoefte aan geloofsplaatsen voor met name de islam. Zodat de polder inmiddels enkele moskeeën telt. buiten de kerken en moskeeën ontstonden er in de loop der jaren plaatsen van viering in enkele instellingen, zoals onder meer in de Meerstede te hoofddorp, Meerwende te badhoevedorp, de cruquiushoeve, het spaarne Ziekenhuis.Meerdere kerkelijke gebouwen zijn weer verdwenen (zoals te Rijk [Maranathakerk] en te Rozenburg). andere werden gesloopt en door een nieuw gebouw vervangen. talrijke kerken werden in de loop van de tijd aangepast aan nieuwe vormen van kerkelijk gebruik. door de ontker-kelijking werden gebouwen buiten gebruik gesteld (zoals de rk h. Franciscus van saleskerk in lijnden; de geloof en liefdekerk te lijnden; de hoofdvaartkerk te hoofddorp). Zij kregen/krijgen een nieuwe bestemming.

Vierplaatsende schrijvers van deze bijdrage zijn bezig met een boek dat het actuele religieuze leven in de haarlem-mermeerpolder probeert te documenteren. in het boek komen foto’s van de vierplaatsen, beschrijvingen van de gebouwen en plaatsen en typeringen van de geloofsge-meenschappen. dit boek tracht zichtbaar te maken hoe geloven in de polder aanwezig is en hoe divers dat is. het boek heeft als werktitel ‘geloven in de Polder’. de geplande verschijningsdatum van deze publicatie is eind augustus 2012. het boek verschijnt in het kader van het 160-jarig bestaan van de haarlemmermeerpolder. het zal worden uitgegeven door boekwinkel het Kruispunt te hoofddorp.

adri van der Wal

boeken

Page 27: Meer-Historie, maart 2012

123456789

10123456789

20123456789

30123456789

40123456789

50123456789

601

MAART 2012 MEER-HISTORIE 27

Een vrij ernstig geval. Aalsmeer en Aalsmeerders in oorlogstijd

aalsmeer verwierf tijdens de duitse bezetting de reputatie een bolwerk van anton Mussert te zijn. dat was vooral te wijten aan de notoire nsb-burgemeester Kolb en een handjevol broodfascisten. ook de collaboratie van enkele firma’s in de bloemen-handel speelde erin mee. door de ligging bij schiphol, Westein-derplas en amsterdam was aalsmeer een belangrijke locatie voor de regio. de alles verbindende teelt van bloemen en planten, de veilingen, de liberale doopsgezinde gemeenschap en een socialistische kern verleenden het dorp een grote sociale cohesie. die werd nog versterkt door de nadrukkelijke aanwezigheid van een paar oude, wijd vertakte en onderling verbonden families. vanaf 1942 zette een aantal kleine verzetsgroepen en particulieren zich in voor de vele gevluchte joden die in aalsmeer onderdoken.

theodore van houten schreef dit boek. hij werd in 1952 in aalsmeer geboren. Twee jaar daarvoor was zijn vader als predikant naar aalsmeer gekomen. Zijn moeder was van britse afkomst. er waren geen lijnen met de oude aalsmeerse families of met de tuinbouw of de veilingen. hij heeft wel zelf ervaren welke spanningen er na de oorlog waren tussen ‘foute’ en ‘goede’ landgenoten, wat ertoe leidde dat hij steeds meer geïnteres-seerd raakte in de oorsprong van die spanningen.er is al veel gepubliceerd over de aalsmeerders in oorlogstijd. wat van houtens werk belangrijk maakt is de aandacht en ruimte die hij geeft aan de documenten die hij voor zijn onderzoek gebruikt heeft. daarmee slaagt hij erin niet alleen de aals-meerse geschiedenis weer te geven, maar tegelijkertijd een algemener tijdsbeeld te geven van het leven in oorlogstijd. Teksten uit logboeken, kampbrieven en radiofragmenten vormen een wezenlijk onderdeel in het boek.in oktober heeft van houten zijn archief aan de gemeente aalsmeer geschonken. Mocht u het archief willen inzien dan kunt u met de gemeentearchivaris Peter boogaard een afspraak maken.hulde ook voor uitgeverij Van Gruting die er een prachtig gebonden boek van gemaakt heeft, met veel ruimte voor foto’s.

theodore van houten, een vrij ernstig geval. aalsmeer en aalsmeerders in oorlogstijd, 424 pagina’s, € 35,-

de Keuze Van steVensOma vertelt…

op 9 juli 1915 werd corrie Rijlaarsdam-Van den heuvel geboren aan de iJweg 1365 te nieuw-vennep. haar ouders waren livinus van den heuvel en anna hagen. Zij waren op 26 maart 1902 getrouwd en haar vader had de boerderij de naam Recht door zee gegeven omdat hij eerlijkheid erg belangrijk vond. corrie was het tiende kind maar in 1915 was zij de jongste van zes in leven zijnde kinderen, de eerste drie stierven op jonge leeftijd aan de kinkhoest. Toen ze vier jaar was werd er nog een broertje geboren, zijn naam was Jo en corrie was een

beetje jaloers op hem. hij kreeg heel veel aandacht van moeder. corrie was eigenlijk meer een vaders-kind. haar levensverhaal is in 2007 opgeschreven door haar kleindochter anita van beem - Jongeneel. een mooi verzorgd boekwerkje van 67 pagina’s, prettig leesbaar en je ervaart de liefde van de kleindochter voor de grootmoeder. wat een voorrecht om zo’n oma te hebben en oma boft maar met zo’n klein-dochter! een schoondochter bracht mij het boekje met de vraag of we er iets aan zouden hebben voor het blad van de stichting Meerhistorie. hoewel elke bladzijde interessant is moest een keuze gemaakt worden en het hoofdstuk over het huis-houden is het geworden.

Gisteren is voorbij,bewaar het verleden als een kostbaar bezit,wat komt is waard om naar uit te zien!

laura de Jong-bronkhorst

Page 28: Meer-Historie, maart 2012

1234567891012345678920123456789301234567894012345678950123456789601

28 MEER-HISTORIE MAART 2012

luchtVaaRt

De kop boven dit artikel is een knipoog naar de titel van het proefschrift waarop ir. Paul Riemens, directeur van de Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL), op 21 september 2011 aan de Vrije Universiteit in Amsterdam tot doctor in de Economische Wetenschappen en Bedrijfs-kunde promoveerde.

De titel van zijn proefschrift luidt: ‘Schiphol is groter dan Nederland’. Het gaat over

een bestuurskundig onderzoek van de Nederlandse luchtvaartsector in de afgelopen vijftig jaar. Het promotieonderzoek richt zich op de bestuurlijke aspecten die er toe bijgedragen hebben dat Schiphol geworden is tot wat het nu is; een luchthaven die veel groter is dan overeenkomt met het Nederlandse vervoerspotentieel. Het bevat een interessant stuk geschiedschrij-ving van de diverse vormen van samenwerking, die ertoe geleid hebben dat Schiphol zich zo heeft kunnen ontwikkelen. Ook de tegenkrachten, die deze ontwik-keling heeft opgeroepen, komen in het proefschrift uitgebreid aan de orde. Hoewel geschiedschrijving niet het primaire doel was van dit promotieonderzoek komen er veel geschiedkundige aspecten aan de orde. Het proefschrift is eigenlijk niet in één artikel samen te vatten. Volstaan wordt met wat saillante gegevens uit het proefschrift die relevant zijn voor de geschiedenis van de Haarlemmermeer.

De ontwikkeling van Schiphol Tussen 1946 en 1979 groeit het aan tal passagiers gestaag tot 10 miljoen. Mede door de economisch neergang groeit dit aantal tot 1984 nauwelijks meer. Tot 1990 groeit het aantal

passagiers matig tot 16 miljoen. Vanaf 1991 tot 2000 wordt echt een groeispurt ingezet en neemt het aantal passagiers toe van 16 tot 39 miljoen en dan vlakt de groei weer af tot 45 miljoen in 2010. In Europa vervoeren alleen de luchthavens van Parijs, Frankfurt en Londen meer

De Haarlemmermeer is groter dan Schiphol

Page 29: Meer-Historie, maart 2012

123456789

10123456789

20123456789

30123456789

40123456789

50123456789

601

MAART 2012 MEER-HISTORIE 29

passagiers en is Madrid ongeveer gelijk aan Amsterdam. Al deze luchthavens hebben een veel groter achterland dan Schiphol. Welke bestuurlijke factoren hebben ertoe bijgedragen dat Schiphol zich kon ontwikkelen tot wat het nu is; een luchthaven om trots op te zijn en tegelijk ook een bron van ergernis, die door velen in de omgeving als een storend element en een bedrei-ging wordt ervaren? Het proef-schrift probeert daar een antwoord op te geven.

AanpakHet proefschrift beschrijft een viertal ontwikkelingen die voor Schiphol van grote betekenis zijn geweest, casussen genoemd. Het zijn de casussen Open Skies, Japan, Aanleg vijfde baan en Luchtvaart-wet, en Privatisering Schiphol. Bij ieder van deze ontwikkelingen wordt nagegaan hoe de bestuurlijke samenwerking is geweest vanuit een viertal gezichtspunten; doel-congruentie, vertrouwen, machts-inzet en coöperatie.Om hier inzicht in te krijgen zijn meer dan honderd personen geïnterviewd, die een rol gespeeld hebben in deze ontwikkelingen. De gegevens die uit deze interviews verkregen zijn, zijn mathematisch geanalyseerd, zodat ze uiteindelijk in grafiekvorm konden worden weergegeven. De bijgaande grafiek is daar een voorbeeld van. Historisch gezien zijn de vrij uit-voerig beschreven casussen heel interessant. Op twee van de vier wordt in dit artikel nader ingegaan, omdat ze voor de ontwikkeling van Schiphol en de relatie tussen Schip-hol en zijn omgeving het meest bepalend zijn geweest.

Casus Open SkiesIn het in 1944 gesloten Verdrag van Chicago is de soevereiniteit van staten over het eigen luchtruim op-genomen. Dit betekent ondermeer dat commerciële luchtvaartmaat-

schappijen geen buitenlands lucht-ruim mogen binnenvliegen zonder uitdrukkelijke toestemming van het betreffende land. Die toestemming wordt geregeld in verdragen tussen landen. Geleidelijk aan is dit steeds verder geliberaliseerd.De Verenigde Staten zijn begon-nen met een interne liberalisering. In 1978 tekende de toenmalige president Jimmy Carter, de Airline Deregulation Act. Dit bleek een groot succes. Door toegenomen concurrentie daalden de ticketprij-zen en groeide de luchtvaart snel. Ook internationaal groeide het aantal routes en spelers en daarmee de concurrentie. In 1980 waren er 17 ‘gateways’ in de Verenigde Staten met non-stopdiensten naar Europa. In 1990 waren dat er al 25. Het aantal non-stoproutes over de Atlantische Oceaan groeide van 92 in 1980 naar 161 in 1990.In Nederland werd al snel begrepen dat hier grote kansen lagen. Over-heid, KLM en luchthaven Schiphol werkten eendrachtig samen om die kansen ook maximaal te benutten. Er konden nieuwe lijnen geopend worden op ondermeer Washington, Minneapolis en Detroit. Tegelijk ging de KLM een verre-gaande samenwerkingsovereen-komst aan met Northwest Airlines (NWA). Dit leidde niet alleen tot besparingen, maar bood ook mo-gelijkheden om via de ‘hubs’, zeg maar de overstap luchthavens, De-troit, Minneapolis en Amsterdam, vervoer uit heel Europa en Noord Amerika aan te trekken.Dit hele proces werd afgerond in september 1992 met een Open Skies-verdrag tussen Nederland en de Verenigde Staten. Dit betekende dat alle Amerikaanse luchtvaart-maatschappijen op alle Nederland-se luchthavens mochten vliegen en alle Nederlandse luchtvaartmaat-schappijen op alle Amerikaanse luchthavens. Dit klinkt logischer dan het is. Een muis en een olifant die besluiten op basis van gelijk-

waardigheid met elkaar om te gaan.Wat op de achtergrond meespeelde was dat de Verenigde Staten graag een Open Skies overeenkomst met alle Europese landen wilden sluiten. De meeste Europese landen waren daar echter nog niet aan toe, omdat ze het als bedreigend zagen voor hun eigen luchtvaartbelan-gen. De Amerikanen beschouwden Nederland als een breekijzer om de toen nog vrijwel algemene Euro-pese weerstand tegen een Open Skies overeenkomst met Amerika te doorbreken en waren daarom bereid tot dit toen voor Nederland zeer gunstige verdrag.

De samenwerking tussen alle in dit proces betrokken par-tijen, te weten; de overheid,

de KLM en de luchthaven Schip-hol, was optimaal. Dat Nederland zich met dit beleid in Europa niet populair maakte is allang weer vergeten. Inmiddels is in Europa een vrije markt ontstaan en worden luchtvaartonderhandelingen vanuit de EU gevoerd. Dat Nederland aan het begin van dit proces wat uit de pas liep heeft er in belangrijke mate toe bijgedragen dat zowel KLM als Schiphol de unieke positie konden opbouwen, die ze nu hebben.

Casus Vijfde Baan en LuchtvaartwetWaar ‘Schiphol is groter dan Ne-derland’ vooral bij de vorige casus hoorde, past de titel van dit artikel vooral bij deze. Zeker als gelezen wordt; de Haarlemmermeer en omstreken zijn groter dan Schip-hol. Een groot Schiphol brengt ook nadelen met zich mee, met name voor de directe omgeving. In de loop der jaren heeft zich een krachtig spanningsveld ontwik-keld tussen de luchtvaartbelangen enerzijds en de omgevingsbelangen anderzijds. In de geschiedenis van de vijfde baan komt dat duidelijk naar voren, evenals in het daaraan parallel lopende wetgevingstraject.

Page 30: Meer-Historie, maart 2012

1234567891012345678920123456789301234567894012345678950123456789601

30 MEER-HISTORIE MAART 2012

Het heeft 36 jaar geduurd voordat de Polderbaan in gebruik genomen kon worden. Over de geschiedenis van de Pol-derbaan zou een heel boek te schrij-ven zijn. Dit artikel beperkt zich tot enkele hoofdpunten.

De discussie over de verdere uitbreiding van Schiphol begon in de periode 1966-

1968, toen het luchtverkeer groeide met 11 procent per jaar. De overheid wilde wel meewerken, maar wilde tegelijk kijken naar mogelijkheden voor een tweede nationale luchtha-ven. Als mogelijke vestigingsplaats daarvoor werd gekeken naar Dinte-loord, Leerdam, de Maasvlakte, de kop van Goeree, de Markerwaard en naar een Nederlands-Belgisch vliegveld in de grensstreek.

Het begon echt spannend te worden toen in november 1969 de Zwanen-burgbaan geopend werd. Bewoners richtten organisaties op als Schip-hol Stop en De Lastige Zwanen-burger en ondernamen acties zoals het in 1972 geplante Vijfde Baan bos. Ook gemeenteraden keerden zich tegen Schiphol. De gemeente Haarlemmermeer publiceerde een kritisch rapport waarin zorgen wer-den uitgesproken over de overlast, die met de groei samenhing. Ook

andere gemeenten en de provincie Noord-Holland namen soortge-lijke standpunten in en pleitten voor een gedraaide Zwanenburg-baan. Om tegenspel te bieden had Schiphol een informatiecentrum over geluidshinder geopend en een folder uitgebracht met als titel ‘Een vijfde baan meer geluidshinder of minder?’ waarin de milieu en geluidsaspecten als argument voor een vijfde baan gebruikt werden.

In 1974 kwam de Planningsroep Tweede Nationale Luchthaven (PTNL) tot de conclusie dat één

luchthaven te prefereren is boven twee. De oliecrisis in 1973 had tot gevolg dat de luchtvaart minder snel groeide dan voorzien was en dat de besluitvorming werd uitgesteld. In 1977 werd de Task Force Structuurschema Burger-luchtvaartterreinen (SBL) opge-richt, waarin Verkeer en Waterstaat (RLD), VROM, de luchthaven Schiphol, en de KLM nauw samen-werkten. Nieuw daarbij was de rol van VROM dat van overheidswege de milieubelangen met nadruk in kaart bracht, hetgeen tot gevolg had dat de overheid niet langer één gezicht had in dit dossier. Waar uitbreiding van luchtvaartterrei-nen voorheen vooral een zaak was van partijen in de sector zelf, in samenwerking met de Rijkslucht-vaartdienst, werden er nu vanuit VROM direct eisen gesteld aan de milieu-en leefomgevingaspecten, die hiermee samengaan.

Grotere kringDe kring werd steeds groter. In 1989 werd door de ministeries van V en W en VROM, de provincie Noord-Holland, de gemeenten Haarlemmermeer en Amsterdam en de NV Luchthaven Schiphol het Startconvenant voor het Plan van

Page 31: Meer-Historie, maart 2012

123456789

10123456789

20123456789

30123456789

40123456789

50123456789

601

MAART 2012 MEER-HISTORIE 31

Aanpak Schiphol en Omgeving (PASO) getekend. De convenantpartners werkten sa-men in het Project Mainport & Mi-lieu Schiphol (PMMS) en brachten in 1991 een rapport uit waarin zowel richtlijnen voor de groei van de luchtvaart als voor milieubelasting en geluidsoverlast werden gegeven. Een belangrijke bepaling was dat geluids- en milieubelasting niet slechter mochten worden in 1990. Aan die eis is later ruimschoots voldaan. Alleen al tussen 1990 en 1995 nam de geluidsbelasting met 40% af, ondanks de groei van het luchtverkeer, met name door het uitfaseren van de meest lawaaierige vliegtuigen.Nadat het Centraal Planbureau had vastgesteld dat luchtvaart voor Nederland een belangrijke econo-mische activiteit is, werd besloten tot het opstellen van een Integrale Milieu-Effect Rapportage (IMER). Dit is een verplichte stap in een Pla-nologische Kernbeslissing (PKB). De IMER werd door de luchthaven Schiphol, in combinatie met het rijk, de provincie, gemeenten en een aantal onderzoeksinstituten opgesteld. Het is een zeer omvang-rijk werk, waarbij ook een zestal alternatieven bekeken werd. De meest spraakmakende waren 5 P en 5 G. Daarin staat 5 P voor wat nu de Polderbaan is en 5G voor een ge-draaide vierde baan. Uit het IMER bleek geen uitgesproken voorkeur voor één van deze zes configuraties. De 5 P configuratie is om techni-sche ( het niet hoeven kruisen van de Hoofdvaart door een start- en landingsbaan) en financiële rede-nen het meest aantrekkelijk.

AlderstafelNadat de provincie Noord-Holland zich bereid verklaard had het streekplan aan te passen, kon de PKB Schiphol en Omgeving (PKB S&O) in 1995 door het parlement worden goedgekeurd. Daarin werd de volgende dubbeldoelstelling opgenomen:

De ontwikkeling van Schiphol tot een luchthaven

van grote (internati-onale) betekenis, een zogenaamde mainport.De verbetering van de kwaliteit van het leefmi-lieu in de regio rondom de luchthaven.

Op 20 februari 2003 werd de 60 meter brede en 3,8 km lange vijfde baan in gebruik geno-men. Vlak daarna, in maart 2003, startte de Commissie Deskun-digen Vliegtuiggeluid, onder leiding van oud-senator Eversdijk, met het evalueren van de nieuwe situatie wat betreft geluidsbelas-ting, externe veiligheid en emissies verontrei-nigende stoffen. Dit vormde de basis voor de evaluatie van het Schip-holbeleid, die in februari 2006 aan de Tweede Kamer werd aangeboden. Daarin kon worden geconcludeerd dat veel normen ten opzichte van 1990 waren gehaald, maar dat ook op een aantal punten de beleidsdoelstellingen moesten worden bijgesteld. Met name de handhavingsystematiek was veel te ingewikkeld geworden en moest worden vereenvoudigd. Dit leidde weer tot het instellen van de zoge-naamde ‘Alders-tafel’. Die bestaat nog steeds en daarmee zijn we zo ongeveer in het heden beland.

Hoewel het proefschrift van dr. ir. Paul Riemens daar niet primair voor bedoeld was, bevat het veel in-formatie over de historie van Schip-hol, waarvan ik enkele aspecten in dit artikel naar voren heb willen halen. De belangrijkste conclusie in het proefschrift is dat de doelcon-gruentie in de onderzochte periode een dalende tendens vertoont. Voor

de ontwikkeling van Schiphol is dat geen goede zaak. Het aantal vliegtuigbewegingen is de laatste tien jaar vrijwel constant gebleven en schommelt sinds het jaar 2000 rond de 400.000 bewegingen. Dat het aantal passagiers nog wel wat gestegen is komt omdat de gemid-delde grootte van de vliegtuigen is toegenomen. Een verdere groei van Schiphol is zowel voor Nederland als voor de regio van groot econo-misch belang en is ook mogelijk, zonder verdere toename van de geluidsbelasting, doordat er steeds stillere vliegtuigen op de markt komen.

H.N. Wolleswinkel

(V)luchtigheden (2) *In 1971 was ik bezig met het inchecken van een KLM vakantiecharter naar Monastir in Tunesië. Een onzeker kijkende man meldde zich bij mijn balie met de vraag of hij hier goed was. Ik: ‘Waar gaat u naar toe?’Passagier: ‘Naar Monster of zoiets’.Ik: ‘Monster is in het Westland mijnheer. Daarvoor moet u met de bus, maar heeft u misschien een ticket dat ik even kan zien?’Passagier: ‘Een watte?’Ik: ‘Een kaartje, kunt u mij dat even laten zien?’Passagier pakt zijn ticket uit zijn binnenzak, geeft het aan mij en inderdaad, hij blijkt met ons naar Monastir te gaan.Ik: ‘Oh, ik zie het al mijnheer. U gaat niet naar Monster maar naar Monastir. Dat ligt helemaal in Afrika.’Passagier: ‘In A…A.. Afrika? Maar ik wil helemaal niet naar Afrika!’Na hem te hebben gerustgesteld dat Monastir maar net in Afrika lag maar ook aan de Middellandse Zee ging de man alsnog tevreden op reis.

Peter Offerman, voormalig afhandelingemployee op Schiphol

Page 32: Meer-Historie, maart 2012

1234567891012345678920123456789301234567894012345678950123456789601

32 MEER-HISTORIE MAART 2012

In het jaar 1911 ging Dick Eveleens voor het eerst naar school. Dick woonde vlak bij het Fort.

Er waren meerdere jongens die ver van school woonden. Zij verzamel-den zich bij café Huis op de Aals-meerderdijk. Op weg naar school werden er vaak wedstrijdjes ge-daan, bijvoorbeeld wie het langst op zijn handen kon lopen. Piet, met als bijnaam Beertje, Spaargaren won vaak. Ook petje pik was een geliefde bezigheid in die tijd. In die tijd droegen de jongens allemaal een pet met een klep. Dat was verplicht. Daar was een spelletje op bedacht. Je moest je pet zo klein mogelijk maken met de klep naar binnen. Een van de jongens ging bok staan. Daar sprong je dan overheen. Je

pet moest je dan zover mogelijk wegkoppen. Als je de pet aanraakte moest jij bok staan. Het boksprin-gen was niet al te gemakkelijk. De kinderen droegen klompen. Alleen de rijken konden het zich veroor-loven om schoenen te hebben. Gijs Borgman liep op schoenen en hij had lef. Hij was de eerste die zonder pet op school durfde te komen.Het hoofd van de school was de heer Veldman. Bij zijn huis had hij appel- en perenbomen. Die appels deelde de meester vaak uit, maar daar konden de jongens niet op wachten. Het was daarvoor handig als je goed in bokspringen was. Eentje ging dan bij de schutting als bok staan. Die schutting stond om de tuin van meester Veldman. Als je op de bok ging staan kon je net bij die overheerlijke appeltjes. Die werden dus vaak gepikt.

Periode VeldmanIn 1926 ging Arie Post naar de school van meester Veldman. In de laagste klassen gaven mejuffrouw Buisman en mejuffrouw van Eeden les. De bovenmeester nam de drie hoogste klassen. Er werden drie lokalen gebruikt. Het vierde lokaal was voor gymnastiek bestemd.Kinderen die ver van school woon-den, mochten in de middagpauze - die van twaalf tot een uur was - overblijven in een schoollokaal on-der toezicht van een onderwijzeres. Nadat de kuch (= soldatenbrood) naar binnen was gewerkt, mocht je op het schoolplein spelen. Meester Veldman was een goedig man, maar hij liet niet met zich spotten.Strafwerk liet hij de kinderen nooit maken. Toch gebeurde het eens dat er een paar jongens waren die het hem al geruime tijd lastig maakten. Op een middag moesten ze om drie

uur nablijven. De meester had al min of meer laten doorscheme-ren welke straf ze zouden krijgen. Een groep kinderen was wel erg nieuwsgierig. Ze stelden zich op de gang op waar door een raam uit-zicht was op het achterste deel van het klaslokaal. Daar stond de kist met de aanwijsstokken. Meester Veldman kwam met de twee kwajongens naar die plaats toelopen. Hij ging met zijn rug naar het raam staan. Hij wist niet, dat hij daar een aantal toeschouwers had.Eerst moest de ene jongen zich bij hem over zijn linker knie buigen. De andere jongen kreeg de op-dracht een stok aan te reiken. Hij werd met de stok op zijn billen geslagen. Maar na enkele slagen brak de half vermolmde stok in stukken. Meester gaf opdracht om een tweede stok te geven. Ook die viel al na enkele klappen in stuk-ken. Nogmaals kwam de opdracht om een derde stok aan te reiken. Die lag ook in stukken op de houten vloer. De tweede deugniet kwam er in dit geval met de schrik vanaf. Na afloop van deze strafmaatregel mochten ze beiden naar huis.

sybil van daM

Van School 7 naar de Zevensprong De drooglegging van de Haarlemmermeer is voltooid in 1852. Tien jaar later wordt de zevende lagere school gesticht in Burgerveen. Deze school ligt aan de Bennebroekerweg/hoek Aalsmeerderweg. De plaatsnaam Rijsenhout bestaat dan nog niet. Bij de school komt een ambtswoning voor het Hoofd der School. Op 18 november 1862 wordt School 7 geopend. Dit jaar bestaat de school dus 150 jaar en dat is reden om oud-leerlingen te laten vertellen hoe zij de school ervaren hebben.

Merklap met naam van de school

Hoera…een dagje weg!

Op de foto met Jan Dorsch

Page 33: Meer-Historie, maart 2012

123456789

10123456789

20123456789

30123456789

40123456789

50123456789

601

MAART 2012 MEER-HISTORIE 33

Nieuwe aanpakDe school kreeg per 1 april 1931 een andere hoofdmeester. Hij was afkomstig van een school in Abbe-nes. Zijn naam was Arie Kroes. Hij was iemand met een geheel andere inslag.Meester Kroes gaf niet alleen opdrachten in school, maar ook op welke manier je je van huis naar school en omgekeerd moest ge-dragen. Je moest rechts van de weg lopen en fietsen via de kortste weg. Als er maar een kleinigheid niet volgens zijn regels was gebeurd, dan wist hij het de volgende mor-gen. Menig eerste uur van de dag besteedde hij daar een heel lesuur aan. Toch leerden wij veel bij deze bovenmeester.

OorlogstijdVoor het eerst naar school in sep-tember 1939. Krijn Post weet dat nog heel goed. Aan de hand van zijn oudere broer betrad hij het klaslo-kaal. In die tijd was er geen kleu-terschool. Acht maanden later brak de oorlog uit. Krijn was geboren op de Leimuiderdijk 196. Bakker van Leeuwen rende naar de Dijk om de Duitse vliegtuigen die luchthaven Schiphol bombardeerden, beter te kunnen zien.Het was het begin van vijf donkere jaren. Jaren die ook op de school

een stempel zou drukken. De schoolboeken waren gecensureerd. Om de vijf bladzijden was er wel een passage die door een zwarte balk onleesbaar was gemaakt Echt honger is er op school niet geleden. Je zat in de goede hoek, rondom de boeren. Tussen de middag kwam de centrale keuken eten brengen voor kinderen die te ver van school woonden en overbleven. Iemand met een bakfiets bracht een gamel waar het ‘eten’ in zat.De hachee was het lekkerst. Er zat geen vlees in. Een keer per week werden er vitaminepilletjes uitge-reikt, een zure witte en een zoete bruine. Onderling werd er gretig geruild.De eerste paar jaar kreeg je een keer per maand een sinaasappel. Daarna voer de sinaasappelboot niet meer. Bij luchtalarm kropen de kinderen allemaal onder de banken. Het schoolreisje bestond uit een dag

naar Groenendaal met paard en wagen. Brood werd zelf meege-nomen. Op 5 mei 1945 kwam er gelukkig een eind aan al die ellende. Twee maanden later ging Krijn van school. Hij heeft slechts tien maan-den in vredestijd les gehad.

PatioschoolVan 1972 tot 1985 is Jan Dorsch hoofd van de school geweest. Het gebouw verkeerde reeds voor 1940 in een minder goede staat. Het was

Schoolklas uit de twintiger jaren

Foto linksonder: Let op de mooie wandplaten

Hieronder (vlnr): meester V.d.Brun, juf Tissingh, meester Poots, juf Aberson, meester Vleming

Enkele hoofden van de school 1866 – 1899, de heer F. Timmer1899 - 1902, de heer W.W. Vallentgoed1902 – 1906, de heer J.A.Huisman1906 – 1931, de heer S. Veldman1931 – 1936, de heer A. Kroes1936 – 1945, de heer van Oort1945 wnd., de heer Rooker1947 – 1962, de heer Nap

Page 34: Meer-Historie, maart 2012

1234567891012345678920123456789301234567894012345678950123456789601

34 MEER-HISTORIE MAART 2012

Wat een praktische en goedkope oplossing!

In het septembernummer van Meer-Historie staat op pagina 39 dat tot 9 januari 2012 verhalen verteld kunnen worden over de lagere schooltijd. Ik heb zo’n verhaal, maar het komt mij niet uit vanwege de afstand om die ten gehore te brengen. Dus doe ik het maar schriftelijk.Persoonlijk heb ik School 2 in Rijk bezocht. Lerares 1e en 2e klas was Juffrouw Bremer uit Friesland. Lerares 3e en 4e klas was juffrouw van Vuuren uit Broek in Waterland. Omtrent 1938 was mevrouw Bremer 25 jaar aan de school ver-bonden. Toen had ze gewerkt onder drie hoofd-onderwijzers, te weten: Middelburg, Straks en Nieuwenburg.Omdat er veel oud-leerlingen en ouders en buurtgenoten verwacht werden was de vouw-wand tussen lokaal 1 en 2 weggehaald, waardoor er een mooie grote ruimte geschapen was voor de aanwezigen van de receptie.Een van de bezoekers was minister Hendrik Co-lijn, die ook deze school bezocht had. Reden was dat de ouders van Hendrik het niet verantwoord vonden hem de lange afstand van boerderij ‘Land van Altena’ naar de Chr. Lagere School in Rozen-burg te laten gaan in tegenstelling tot de andere kinderen van de familie Colijn. Colijn had in zijn schooljaren nimmer meegemaakt dat beide klas-lokalen tot een grote geformeerd konden worden. Zodoende kon de school ook als dorpshuis die-nen. Volgens Colijn praktisch en goedkoop.Enkele jaren later bezocht Colijn de Wieringer-meer. Hij had daar namelijk twee oomzeggers die daar op een pachtboerderij van de Domeinen boerden. Van hun vernam hij dat er op Slootdorp een receptie was op de basisschool omdat me-vrouw van Haeringen daar al vanaf de stichting van de school hoofd van school was en stopte vanwege pensionering. Daar wilde Colijn ook bij zijn en is naar Slootdorp gereden. Ook daar veel belangstelling voor het afscheid van het hoofd. Maar wat hier opviel: net als in Rijk waren lokaal 1 en 2 tot een geheel gemaakt door de vouwwand weg te halen precies als op de oude school en ook hier sprak Colijn over de vouwdeur: wat een praktische en goedkope oplossing. School Slootdorp deed ook dienst als dorpshuis en voor verschillende landbouwopleidingen.

J.D. Geertsema, Ulrum•••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••

inGezonden

dan ook niet verwonderlijk dat er eind jaren zestig een nieuwe school kwam. Het werd een prachtige patioschool in 1969 met zeven lokalen en een zaal. De school werd genoemd naar de Wethouder van Onderwijs, de heer Aldert van der Zwaard uit Rijsenhout. Helaas is hij vlak voor de opening van de school verongelukt. In de jaren zeventig is de school te klein geworden. Er stonden vier noodlokalen op het terrein rond de school. De patio wordt overkapt. Er komt een extra lokaal en een speelzaal bij.Zevensprong

De naam van de school is nu ‘De Zevensprong’ geworden. De zeven van school zeven zit er nog altijd in. Oude school 7… met je school-plein van grint, de leslokalen met de vurenhouten planken vloeren en de geur van wrijfwas, van je oude houten banken met die witte inkt-potten. De postbode die langskwam op zijn mooie glanzende Harley Davidson, die elke dag tijdens het speelkwartier die rode oude brievenbus kwam legen. Maar….school 7…je bent er niet meer. De

slopershamer heeft je allang geveld. Echter je leeft toch nog voort in de herinnering van hen, die onder jouw dak een stuk van hun jeugd hebben beleefd.

Op school in de oorlogsjaren v.l.n.r. : Loes Maarsen, Jeanne Eveleens, Lenie Sturing

Goed je armen over elkaar

Foto’s: Wat een lieve klas (daaronder )De meesters en de juffen en (onderste) De oude school

Page 35: Meer-Historie, maart 2012

123456789

10123456789

20123456789

30123456789

40123456789

50123456789

601

MAART 2012 MEER-HISTORIE 35

Oeps…

Via deze mail wil ik reageren op het leuke artikel van Baukje Bos-Burggraaff over de landbouwcrisis in het decembernum-mer van Meer-Historie. Mooi vond ik de bijgevoegde foto op pagina 14 van het ploegen met paarden. Het was wel verrassend dat ik op die foto duidelijk

de molen van Kloetinge herkende, het Zeeuwse dorp waar ik geboren en getogen ben. En dat ligt toch echt nog steeds niet in de Haarlemmermeerpolder.

Frank Ossewaarde

Er is meer historie…

Tot mijn grote ergernis publiceerde u in de laatste Meer-Historie (december 2011) een artikel dat wederom niet in uw blad thuishoort. Het zgn. tuinbouwgebied van PrimAviera heeft weinig of niets met de historie te maken. En wat heeft Green-port Aalsmeer met cherrytomaten te maken? De tekst van uw verhaal komt me bekend voor – zo uit de folders van de gemeente en SGN. Maar de werkelijkheid heeft u achterhaald. Na unaniem protest is de Grote Poellaan uit het reconstructieplan; daar lag wel histo-rie (seringenakkertjes). Als u zo met de geschiedenis van dit gebied begaan bent, schrijf dan iets over Burgerveen. Er zijn er nog maar weinig die iets van ons dorp in het verleden we-ten. Wij hadden in mijn jeugd onze eigen kermis – motorcross – wielerronde – kermisloop – ringsteken per kruiwagen. Welke kleine kern had dat? Het laatste lange dijkhuis staat op instorten. Weet Meer-Historie dat?Pijpenkopjes, ook een prima onderwerp. Als achterkleindochter van een pol-

derpionier heb ik volgens mij recht van spreken (H. Munsterman, Burgerveen, 1854). Ik hoor of lees ook zo weinig dat het altijd weer de opbouwers (boeren en hun medewerkers) van die polder zijn die voor de grillen van de gemeente moeten wijken. Dit gaat tegen mijn rechtvaardig-heidsgevoel in. U moet handelen volgens uw doelstellingen, dan bent u pas Meer-Historie.

M.H. de Graaff-Munsterman,Burgerveen Commentaar redactie Wij nodigen schrijftalenten uit Burger-veen uit om de redactie te versterken of regelmatig artikelen aan te leveren. Dat geldt ook voor mensen uit andere woon-kernen in Haarlemmermeer. ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••

Niet meer te pruimen

Het blad [Meer-Historie] is niet meer te pruimen. Door de nieuwe opmaak (los flodderwerk) is het beroerd lezen. Bo-vendien is de inhoud van Meer-Historie veranderd in Meer-Nieuws. De vernieu-wingszucht heeft het goede blad veranderd in een wegwerpblad. Jammer!

Wim Terlouw, Heemstede••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••

Laatste huwelijk

Klaas Roodenburg uit Vijfhuizen meldde in reactie op het artikel over ‘Het orgel van Rijk’ (december 2011) dat Wil van Vuren en Piet de Vries niet het laatste stel was dat in de Maranathakerk is getrouwd, maar zijn zwager Otto Middelkoop met Til Of-man, op 27 augustus 1959 eveneens door ds. Swets.••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••

Orgel

Hartelijk dank voor het tijdschrift Meer-Historie en het artikel over het kerkje in Rijk met name over het orgel. Het geeft een mooi beeld van de tijd van toen.

Wil de Vries van Vuren••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••

Geen uitleg

Het artikel in Meer-Historie 4, decem-ber 2011, is schitterend geplaatst. Bij de foto’s is geen uitleg geplaatst en dat vind ik jammer. De programma’s spreken voor zich zelf, maar bij de foto van mijn moeder had ik het wel fijn gevonden als daar haar geboorte- en overlijdensdatum bij vermeld gestaan hadden. Mijn moeder is heel jong overleden. (geb.20-04-1917 overl.09-12-1965).

Irene Nothdurft-Terlouw••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••

Weet u waar de informatie gebleven is?

In Meer-Historie (juni 2011) stond een foto onder het kopje ‘Weet u waar deze foto genomen is?’ Ik heb daar op gereageerd, schrijft Piet Korsuize uit Nieuw-Vennep, met de gedachte dat er nog wel meer zullen zijn die schrijven. Tot zijn grote verwondering heeft er nooit meer een reactie op de oproep in het blad gestaan. De heer Korsuize vermoedt dat meer mensen de foto herkend hebben.Helemaal waar, maar... de oproep verwees naar een ander contactadres dan de redac-tie van Meer-Historie. Deze oproep hadden wij geplaatst op verzoek van Edwin Raap van Landschapbeheer Nederland. De redactie heeft daarna niets meer vernomen van Landschapsbeheer Nederland.•••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••

•••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••

Page 36: Meer-Historie, maart 2012

1234567891012345678920123456789301234567894012345678950123456789601

36 MEER-HISTORIE MAART 2012

Een van de succesvolste activiteiten binnen de Stichting Meer-Historie is de jaarlijkse excursie. Na het Noord-Brabantse vestingplaatsje Grave is het dit jaar op de zaterdagen 19 en 26 mei de beurt aan een wat grotere plaats in Noord-Brabant, namelijk de garnizoensstad Bergen

op Zoom.

Het is feest in Bergen op Zoom. In 2012 bestaat de stad Bergen op Zoom minstens 800 jaar. Daarmee is ze één van de oudste steden van Nederland. Helaas is het bewijs voor de exacte leeftijd verwoest door de stadsbrand in 1397. Gelukkig is er een oorkonde uit 1212 waarin Bergen op Zoom staat vernoemd als stad. Het jaar 1212 beschouwen we daarom als officieel beginpunt van de stad Bergen op Zoom. De mo-numenten zijn het tastbare bewijs van deze 800 jaar geschiedenis. Hun stenen vertellen de geheimen

van 800 jaar Theater van het Goede Leven!

Ontdek de geheimen en leer Bergen op Zoom alvast een beetje kennen. Er is een hoop te beleven. Wist je bijvoorbeeld dat..• de hoogste fontein van de Bene-

lux in Bergen op Zoom staat? De fontein is te zien aan de Binnen-schelde.

• Bergen op Zoom een zeer belang-rijke handelsstad is geweest tussen 1495 en 1510

• de Maria Ommegang in Bergen op

Zoom het langst bestaat • de naam ‘Peperbus’ een koosnaam

is voor de St. Gertrudiskerk? • er nog maar één familie aan weer-

visserij doet in Nederland en die woont in Bergen op Zoom

• het beurspleintje haar naam dankt aan de handelsbeurzen die daar eind 15de en begin 16de eeuw wer-den gehouden.

• je in Bergen op Zoom de lekkerste ansjovis kunt eten? De wijze van bereiden door de familie van Dort is uniek in de wereld.

• Bergen op Zoom op het moment dat het stadsrechten kreeg alleen ‘Bergen’ heette. ‘Zoom’ is er pas vanaf 1272 bijgekomen.

• de naam het ‘Krabbegat’ afkom-stig is van het plantje de meekrap. Het plantje leverde rode verf op voor het kleuren van voornamelijk Engels laken.

• er in Bergen op Zoom meer dan 830 monumentale panden staan.

Inschrijven via inlegvel bij dit num-mer!

Nieuwe regels betreffende de aanmelding voor deelname aan de jaarlijkse excursieAanmeldingen voor deelname dienen schriftelijk of per mail te worden gedaanEen aanmelding is definitief wanneer de verschuldigde bijdrage door de stichting Meer-Historie is ontvangen en de excursie op het moment van betaling nog niet was volgeboektAanmeldingen kunnen tot 14 dagen voor de datum waarop de betreffende excursie zal plaatsvinden worden geannuleerd. In dat geval zullen de betaalde bijdrage(n) worden gerestitueerd onder aftrek van € 2,50 administratiekosten per aanmeldingIn het geval een aanmelding wordt geannuleerd binnen veertien dagen voor de datum waarop de betreffende excursie plaatsvindt zal geen restitutie plaatsvinden, behoudens in die gevallen waarbij het bestuur van de stichting Meer-Historie, op basis van de opgege-ven argumenten, van mening is dat restitutie alsnog dient plaats te vinden. Daarbij moet bijvoorbeeld gedacht worden aan een overlijdensgeval of ziekenhuisopname

Excursie Meer-Historie naarBergen op Zoom

De Markiezenhof, een van de mooie monumenten in Bergen op Zoom

Page 37: Meer-Historie, maart 2012

123456789

10123456789

20123456789

30123456789

40123456789

50123456789

601

MAART 2012 MEER-HISTORIE 37

Foto

van

de m

aand

Reactie op foto van juni 2011Zittend aan tafel: schilder Meijer van de Concourslaan, de heer Treur van De Beurs, makelaar De Hoog uit Hoofddorp. Mij lijkt het bestuur van de Boerenbank aan de Kruis-weg, gelegen tussen boekhandel Deddens en tandarts van Rij. De Boaz-Bank was speciaal voor de middenstand en ik denk dat het bestuur ook daarin vergaderde. Jan Millenaar de kruidenier uit Rijk heeft ook vele jaren tot het be-stuur behoord. Millenaar had veel bestuurlijke ervaring. Nog veel later trad er een landbouwer in het be-stuur, namelijk Jacob Roodenburg Klzn, van de Sloterweg/Vijfhuizer-weg (later IJweg).

J.D. Geertsema, Ulrum

De foto heb ik nog eens be-studeerd en ik kan het volgende melden: Schilder Meier woonde in-derdaad in de Concourslaan. Verder is de foto genomen van het bestuur/adviescommissie voor het midden en klein bedrijf van de Boaz-Bank te Hoofddorp gelegen aan de Kruis-weg noordzijde tussen boekhandel Deddens en tandarts van Rij. Het bestuur bestond meestal uit mid-denstanders, maar in de periode 1940-1945 trad er een landbouwer tot het bestuur toe.

J.D. Geertsema, Ulrum

Dit plaatje kregen wij met de omschrijving: ‘Fam Verkuijl aan Venneperweg tussen Sloterweg en Aalsmeer’ Maar daarmee kunnen we de precieze plaats nog niet thuisbrengen. Kan U ons meer vertellen? Het liefst een precies adres, of anders wie de buren waren of wie er nu (in een vervangend huis) woont? Alles is meegenomen. Wij hebben ook een uitsnede gemaakt zodat u misschien de mensen herkent.

Jan Wieswww.haarlemmermeer-geschiedenis.nl

FoTo van de MaandReactie

Page 38: Meer-Historie, maart 2012

1234567891012345678920123456789301234567894012345678950123456789601

38 MEER-HISTORIE MAART 2012

Op 26 september 2011 is Leen van den Berg, die regelmatig in Meer-Historie publiceer-

de over zijn geliefde onderwerp de buurtschap ’t Kabel bij Nieuw-Ven-nep, na een hartstilstand overleden. Hij werd 80 jaar. Annet van Ekeris-Groenewoud kende hem goed en werkte vaak met hem samen. Geboren en getogen op het Kabel. Zijn vader was melkboer en zijn moeder huisvrouw. Leen was de jongste telg in het gezin. Toen hij de leeftijd had om naar de lagere school te gaan had hij daar weinig zin in en daar zijn ouders besloten hem nog een jaartje thuis te houden was hij erg blij. Maar helaas. Na enige maanden kwam meester Remiëns, het hoofd van de Re-hobothschool aan de Sloterweg, vragen Leen op te geven voor zijn school. Er waren een paar keer per jaar zogeheten ‘teldagen’ en meester kwam een leerling te kort. Leen ging alsnog naar school ware

het ‘voor spek en bonen’. Hij kwam in een hogere klas naast zijn oudere zus te zitten. Van de lesstof begreep hij weinig en daarom ging hij na een poosje toch naar de 1e klas. Daar heb ik Leen leren kennen en we hebben onze schooltijd heel wat jaren samen doorgebracht. Vanaf de lagere school, naar de MULO in Hoofddorp en daarna naar de Kweekschool voor ‘onderwijzers en onderwijzeressen’ te Leiden. Na onze lagere schooltijd sloot Kees Sneeuw uit Nieuw-Vennep zich bij ons aan.De reis naar ‘de Kweek’ was niet gemakkelijk. De bus van Maarse en Kroon reed één maal per uur en aangezien we op tijd op school moesten zijn was het vroeg opstaan, want om 07:00 uur vertrok de bus. Dan waren we wel vroeg in Leiden, maar een bus later kon niet, want dan zouden we 10 minuten te laat arriveren. Aangezien we dus in alle vroegte op de stoep van de school stonden had de directeur aan Leen een sleutel van het gebouw gegeven, zodat wij naar binnen konden. Om ongeveer half 5 waren we weer thuis en dan altijd met een flink portie huiswerk (zaterdagmorgen ook nog les). We slaagden alle drie en daarna scheidden onze wegen. Toch

is er altijd wel een verbindings-draadje gebleven. Leen heeft in de avonduren verder gestudeerd en is leraar Nederlands geworden op een middelbare school (na eerst op een ULO te hebben gewerkt).Dat hij liefde had voor zijn vak, in het bijzonder de Nederlandse taal, blijkt wel uit zijn verhalen over het wel en wee van de bewoners van het Kabel (en de buurt er omheen). Wat heeft hij de mensen goed getypeerd en toch in hun waarde gelaten. Ik woonde ook in de buurt (zelfs ge-boren op het Kabel, maar verhuist naar de Sloterweg). Hij publiceerde in ‘Meer-Historie’ en zo hebben velen kunnen genieten van zijn verhalen.In juli schreef hij mij nog een brief en vertelde over ‘zijn vrienden’. Met vrienden bedoelde hij zijn boeken. Hij schreef opstellen over beroemde schrijvers. Leen heeft vele uren achter zijn bureau doorgebracht met ‘zijn vrienden’. Ook heb ik uit zijn brieven wel begrepen dat hij een familiemens was. Vrouw, kin-deren en kleinkinderen betekenden alles voor hem.Al had ik niet zoveel contact met hem, ik zal hem missen. Maar in zijn naaste omgeving zal hij het allermeest worden gemist. Bin-nen een tijdsbestek van 8 maanden raakte ik mijn beide schoolmaatjes kwijt. Kees Sneeuw overleed in januari 2011. Ik ben blij dat ik beide mannen zo lang heb mogen ken-nen.

Annet van Ekeris-Groenewoud

Herinneringen aan

Leen van den Berg

De foto met het oliewagentje (een tankje op wielen), geflankeerd door een man (links) en een jongen (rechts van het wagentje), een paard en wagen met twee wat statige heren ervoor en daarnaast een lange rij meisjes en vrouwen die in uniform gekleed lijken.

Er is altijd een verbindingsdraadje gebleven…

Page 39: Meer-Historie, maart 2012

123456789

10123456789

20123456789

30123456789

40123456789

50123456789

601

MAART 2012 MEER-HISTORIE 39

Stad & Land – verstedelijking van Haarlemmermeer van 1960 tot 2010

Nieuwe tentoonstelling in Historisch Museum Haarlemmermeer

in 2012, het jaar dat de haarlemmer-meerpolder 160 jaar, meer-historie 40 jaar en het historisch museum haarlemmermeer 20 jaar bestaat, pakt het museum uit met de tentoon-stelling ‘stad & land’. deze tentoon-stelling brengt de verandering van ons polderlandschap gedurende de laatste vijftig jaar in beeld.

er is veel veranderd. als dagelijkse waarnemers merken we de trans-formatie om ons heen niet zo snel op, maar zet je de foto’s van vroeger naast die van vandaag, dan is de verandering van agrarisch landschap naar stedelijk gebied overduidelijk. met maquettes, verhalen, films en foto’s van vroeger en vandaag tonen

wij u in de tentoonstelling ‘stad & land’ de geleidelijke overgang van platteland naar haarlemmermeer als stad in wording. de tentoonstelling is te zien tot 13 januari 2013. tot ongeveer 1960 was de polder een uitgesproken agrarisch gebied. een groot deel van de beroepsbevol-king werkte in de landbouw. haar-lemmermeer telde toen zo’n 43.000 inwoners en maakte deel uit van het Groene hart – het open binnenge-bied van de Randstad. sinds 1960 hebben politici, landschapsarchi-tecten en stedenbouwkundigen ver-schillende visies op haarlemmermeer losgelaten. Zo kreeg haarlemmer-meer veel nieuwbouw, als antwoord op toenemende woningnood, en zo werd nieuw-vennep aangewezen als goed geëquipeerd dorp in het akkerbouwgebied. in 1965 bereikte haarlemmermeer 50.000 inwoners, een mijlpaal die 800.000 gulden extra rijkssubsidie opleverde.

de groei van schiphol vroeg ook om extra woningen. gaandeweg nam men afstand van het idee van haarlemmermeer als onderdeel van het groene hart van de Randstad. door bouw van 15.000 woningen in de driehoek hoofddorp – vijfhuizen

– zwaanshoek (rond 1979) steeg het inwoneraantal tot 125.000. van regeringswege werd bepaald dat haarlemmermeer een groenstructuur kreeg die moest passen bij de verste-delijking van het landschap.de vierde (rijks)nota Ruimtelijke ordening van 1988 wees onder meer hoofddorp en nieuw-Vennep aan als opvangfunctie voor amsterdam. de volgende nota, de bekende ‘Vierde nota ruimtelijke ordening extra’ (vinex) uit 1991 bevatte uitgangs-punten voor de bouw van nieuwe woningbouwlocaties vanaf 1 januari 1995. het was aan provincies en samenwerkende gemeentes om de locaties te bepalen. voor haarlem-mermeer werden dat de latere vinex-wijken Floriande en getsewoud.

ook schiphol, inmiddels ‘mainport’ in europa, drukte een stempel op de omgeving met de aanleg van de vijfde baan (1995). was per 1960 85% van haarlemmermeer landbouwgrond, in 2010 was dat nog maar 41 %. de krimp kwam

door uitbreiding van schiphol, door uitbreidingen van hoofddorp en nieuw-Vennep en aanleg van wegen, spoorlijnen, watergangen, fietspaden en de aanleg van de vijfde baan (sw Polderbaan).

Per 1 april 2011 telt haarlemmer-meer 143.484 inwoners. voor 2020 worden zo’n 175.000 inwoners verwacht. Met die verwachting blijft het landschap veranderen. door alle infrastructurele ontwikkelingen verliest haarlemmermeer snel zijn oorspronkelijke karakteristiek. de inrichting werd en wordt bepaald door economische grootmachten zoals de luchtvaart, de belangen van de akkerbouw en de behoefte aan nieuwe woningbouw. dat bepaalt de sterke dynamiek van de ruimtelijke ordening van haarlemmermeer.

elise van melis

JAik vind het belangrijk dat de Stichting Meer-Historie verder kan met haar werkzaamheden voor het behoud van het cultureel erfgoed in de Haarlemmermeer. Als begunstiger van de Stichting Meer-Historie ontvang ik 4 x per jaar het kwartaalblad Meer-Historie

(winkelwaarde per editie € 4,-) en een begunstigerskaart die twee personen een jaar lang gratis toegang geeft tot het Historisch Museum Haarlemmermeer. Bovendien kan er voor een relatief laag bedrag worden deelgenomen aan de dagexcursie die jaarlijks wordt georganiseerd. Minimumdonatie is € 15,00 per jaar. Betaling op ontvangst van acceptgiro. Ik geef mij op als begunstiger met ingang van heden:

Dhr./Mevr./Fam

Adres:

Woonplaats:

Telefoonnummer: E-mail

JA, ik wil graag meedingen naar een verrassing.

Dhr./Mevr./Fam

Adres

Woonplaats:

Telefoonnummer: E-mail

Datum Handtekening

Insturen naar begunstigersadministratie Stichting Meer-Historiep/a Dhr. G.J. Deddens, Barbarije 5, 2132 TP Hoofddorp

:

aGenda

Page 40: Meer-Historie, maart 2012

1234567891012345678920123456789301234567894012345678950123456789601

Hr. P. van Beusekom - HoofddorpFam. Datema - HoofddorpHr. M. Kamer - DrontenHr. D. van Tilborg - RijsenhoutDs. B.J. Griffioen - BadhoevedorpHr. D. Koelewijn - OudesluisMontage Express - HoofddorpFam. J. de Graaf - HoofddorpHr. P. van Rossum - SommelsdijkMw. C. van Polen-van der Drift - HoofddorpHr. C.J. Roos - Nieuw-VennepHr. G.A. Klomp - Nieuw-VennepHr. J.C. Splinter - KudelstaartHr. J. Groenewoud - HoofddorpHr. P. van Berkhout - Nieuwe Meer

Opgave nieuwe begunstigers Stichting Meer-Historie via de bon op de achterkant van deze pagina. Opsturen aan de heer G.J. Deddens, Barbarije 5, 2132 TP Hoofddorp of via [email protected]

Servicenummers

Algemene inlichtingen

Wil Landzaat, [email protected]

Redactie

M. Harlaar, [email protected]

Betalingen

J.J. Slinger, [email protected]

Aanmeldingen, abonnementen, adreswijzigingen, opzeggingen

G. Deddens, 023- [email protected]

Aanbieding bijz. voorwerpen

F. Kamerling, 023- [email protected]

Historisch Museum Haarlemmermeer

E. van Melis, 023- [email protected]

Bibliotheek +

F. Kooreman,, 023- [email protected]

nieuwe begunsTigeRs

NEEM UW BANK OVERAL MEE NAAR TOESms ‘mobiel’ naar 7500 voor de app

Mobiel bankierenWaar en wanneer u maar wilt geld overmaken. Dat kan met de Mobiel Bankieren app! Bovendien kunt u afbeeldingen en tekst toevoegen aan uw rekeningen. Zo bankiert u op een persoonlijke en overzichtelijke manier vanaf uw smartphone. Natuurlijk kunt u met de Mobiel Bankieren app ook uw saldo controleren en uw bij-en afschrijvingen bekijken. Mobiel Bankieren is er voor iPhone, iPad, Android en Blackberry (najaar 2011).

De belangrijkste voordelen: Gemakkelijk geld overmaken naar bekende rekeningen Foto’s en namen toevoegen aan rekeningen Eenvoudig zoeken op bedragen, omschrijving en op rekeningen Inloggen en overboeken met een zelfgekozen 5-cijferige pin

Wilt u meer weten over Mobiel Bankieren? Ga naar ABN AMRO Hoofddorp Marktplein 11, abnamro.nl/mobielbankieren of bel 0900-0024(EUR 0,10 per minuut).

ABN AMRO Hoofddorp, Marktplein 11, 2132 DA Hoofddorp

210009638 1731 Mobiel bankieren 210x148_v2.indd 1 26-07-11 12:14