MedZ3 ICT Ladder

2

Click here to load reader

Transcript of MedZ3 ICT Ladder

Page 1: MedZ3 ICT Ladder

22 23

Nederlandse huisartsen ma-ken al geruime tijd gebruik van een Huisartsen Infor-

matie Systeem (HIS). Zij hebben dan ook de naam beter geautomatiseerd te zijn dan menig ziekenhuis. Ook internatio-naal scoort de huisarts hoog als het gaat om het gebruik van een elektronisch me-disch dossier (EMD) of van het elektro-nisch aanvragen van diagnostiek, het voorschrijven van medicijnen of het ver-wijzen naar een ziekenhuis¹. Toch ont-komt ook de huisarts niet aan een meer planmatig ICT-beleid.

Was van oorsprong de automatisering in de zorg vooral gedreven door het de-clareren van verrichtingen bij de zorgver-zekeraar, nu verschuift de aandacht rich-ting gegevensuitwisseling met andere

zorgverleners in een steeds complexer zorglandschap. In de eerste lijn heeft in eerste instantie de begeleiding van pati-enten met een chronische aandoening, zoals diabetes mellitus en hypertensie in het kader van ketenzorg daartoe een aan-zet gegeven. Inmiddels dwingt de zorg voor complexe patiëntgroepen zoals kwetsbare ouderen en met multi-morbi-diteit tot het invoeren van nog betrouw-baardere en grootschaliger gegevensuit-wisseling. Bovendien wil de steeds mon-digere patiënt ook graag inzage in zijn dossier en daaraan bovendien zelf gege-vens kunnen toevoegen.

Het HIS als allesomvattende applicatie zal naar alle waarschijnlijkheid verdwij-nen en huisartsen zullen, net als de zie-kenhuizen, in toenemende mate gebruik

Tekst: Hans Peucker, Bart van Pinxteren, Ir. Rube van Poelgeest

De ICT-Ladder is een volwassenheidsmodel voor de ontwik-

keling van ICT in de huisartsenpraktijk. Het model helpt huis-

artsen in vijf treden te groeien naar een papierloze omgeving,

met een volledig in de omgeving geïntegreerd digitaal dossier

ICT-Ladder voor de huisartsenpraktijk

PRAKTIJKZAKEN

gaan maken van applicaties van verschil-lende leveranciers. Hiermee worden praktijkhouders voor de vraag geplaatst hoe die software zo goed mogelijk kan worden ingevoerd, tegen overzichtelijke kosten en met zo min mogelijk risico op een onderbroken bedrijfsvoering. Het de-vies lijkt te zijn eerst een robuuste ICT-basis te bouwen en daarna pas de geavan-ceerde, maar kwetsbare (en straks onmis-bare) applicaties in te voeren. Daarbij is het belangrijk om te leren van de ervarin-gen van anderen. Wat heeft het systeem

bijvoorbeeld elders gekost en wat waren de valkuilen?

De auteurs van dit artikel ontwikkelden in nauwe samenwerking met de LHV Kring Midden-Nederland de ICT-Ladder, een volwassenheidsmodel voor ICT in de huisartsvoorziening. Het EMR Adoption Model van de Amerikaanse HIMSS orga-nisatie heeft hierbij als voorbeeld gefun-geerd2,3 en patiëntveiligheid is de leidraad.

ICT-applicatiesDe ICT-Ladder meet de aanwezigheid en

het gebruik van ICT-applicaties in de huis-artsenpraktijk op een schaal van 0 tot 5. Op het hoogste niveau (5) is niet alleen het patiëntendossier volledig gecodeerd beschikbaar voor zowel de medewerkers van de praktijk als voor de patiënt, maar wordt ook gebruik gemaakt van beslis-sings- en procesondersteuning, is de gege-vensuitwisseling met andere zorgverleners volledig digitaal, heeft de praktijk een digi-taal portaal en wordt gebruik gemaakt van zogenaamde analytics om de kwaliteit van de geleverde zorg actief te bewaken. >

Page 2: MedZ3 ICT Ladder

2524

Ladder, krijgt de contactpersoon per mail een link waarmee beveiligde toegang wordt verschaft tot een vragenlijst met zo’n tweehonderd vragen. Het invullen van de vragenlijst neemt afhankelijk van de parate kennis zo’n één á twee uur in beslag; finan-ciële cijfers zijn bijvoorbeeld vaak niet di-rect voorhanden. Als de vragenlijst volle-dig is ingevuld wordt hij digitaal verzon-den en ingelezen in een database, waarna berekening van de score volgens een spe-ciaal ontwikkeld algoritme. Deze score wordt tezamen met een toelichting en een advies voor het bereiken van een hogere trede verzonden naar de betreffende prak-tijk. Ook wordt een geanonimiseerde ver-gelijking van belangrijke indicatoren met andere praktijken meegestuurd.

In 2015 is in nauw overleg met en on-dersteund door LHV Kring Midden-Ne-derland een pilot met de ICT-Ladder uit-gevoerd bij een twintigtal huisartsen-praktijken in Midden-Nederland.

De gemiddelde uitkomst van de prak-tijken was 1.56. De laagste score was 1.37 en de hoogste score 1.62.

KostenDeelname aan de ICT-Ladder, als indivi-duele praktijk, kost op dit moment vijf-honderd euro. De deelnemende praktijk krijgt hiervoor na het invullen en verzen-den van de online vragenlijst een rapport met daarin:• Een beschrijving van de ICT-omgeving,• De positie op de ICT-Ladder,• Een advies voor vervolgstappen bij de

ontwikkeling van ICT.Daarnaast wordt ook een benchmark-rapport met geaggregeerde en geanonimi-seerde resultaten van andere praktijken.

Hiernaast bestaat de mogelijkheid om met een groep huisartspraktijken, bij-voorbeeld binnen een zorggroep, de ICT-Ladder in te zetten. Hiervoor is een for-mat ontwikkeld, waar in een drietal workshops de ladder wordt ingevuld, de resultaten worden besproken en een im-plementatieplan wordt opgesteld.

Momenteel wordt met beroepsorgani-saties en andere stakeholders overlegd hoe de ICT-Ladder het best kan worden ingezet. Naar verwachting wordt in de loop van 2016 een adviescommissie geïn-stalleerd bestaande uit huisartsen, die de ICT-Ladder inhoudelijk moet gaan bewa-ken, zodat het een model blijft van en voor de Nederlandse huisarts. Het lijkt

een logische vervolgstap om in de toe-komst gespecialiseerde adviseurs op deel-gebieden (infrastructuur, hardware, soft-ware en zorgprocessen) namens de be-roepsgroep te betrekken bij het model en zo praktijken met een advies op maat te helpen een volgende trede van de ICT-Ladder te bereiken. •

Literatuur1. Jha AK, Doolan D, Grandt D, Scott T, Bates

DW. The use of health information technology in seven nations. Int J Med Inform. 2008;77(12):848-854. doi:10.1016/j.ijmed-inf.2008.06.007.

2. Pettit L. Understanding EMRAM and how it can be used by policy-makers, hospital CIOs and their IT teams. … Off J Int Hosp Fed. 2012. http://europepmc.org/abstract/med/24377140. Accessed June 1, 2015.

3. Poelgeest R Van, Heida J, Pettit L, Leeuw RJ De. The Association between eHealth Capabilities and the Quality and Safety of Health Care in The Netherlands : Comparison of HIMSS Ana-lytics EMRAM data with Elsevier ’ s “ The Best Hospitals ” data . :1-9.

Hans Peucker, huisarts in Medisch Centrum Dorp, HoutenBart van Pinxteren, huisarts in Ge-zondheidscentrum Oog in Al, Utrecht. Ir. Rube van Poelgeest studeerde me-dische elektrotechniek aan de TU-Delft en de Medische Faculteit Rot-terdam. Hij onderzoekt bij het Julius Center de relatie tussen digitalise-ring en kwaliteit zorgverlening.Informatie: www.ictladder.nl

Het model beoogt niet alleen huisartsen uit te dagen om op trede 5 te komen, maar geeft ook aan hoe (in welke volgorde) dat het best kan gebeuren. Wat gemakkelijk en relatief goedkoop te implementeren is met maximale opbrengst moet eerst. De ICT-Ladder biedt een uitgelezen mogelijkheid om de eigen praktijk te vergelijken met andere praktijken die gemeten zijn met het model. Praktijken kunnen zo bijvoor-beeld met elkaar in gesprek gaan over er-varingen, kosten en valkuilen. Daarnaast kunnen de geaggregeerde rapportages be-roepsorganisaties en zorggroepen helpen gericht scholing of ondersteuning in te zetten. Ook kan het leveranciers helpen bij de prioritering van de implementatie van nieuwe functionaliteiten.

Vijf tredenHet model kent vijf treden, waarbij elke trede steeds moeilijker wordt om te berei-ken. Om trede 1 te bereiken moet voldaan zijn aan een aantal basisvoorwaarden, zo-als de beschikking over een HIS. Trede 2 draait vooral om adequate registratie in het EMD (ADEPD) door de praktijkme-dewerkers. In trede 3 wordt het dossier verder digitaal gevuld met gegevens van externe faciliterende organisaties, zoals het huisartsenlaboratorium. Wanneer de praktijk trede 4 bereikt worden medische beslissingen ondersteund met bijvoor-beeld een systeem als NHGDoc. Op het hoogste niveau tenslotte is er een volledig digitaal dossier dat ook uitgewisseld kan worden met de omgeving - zowel de pati-ent, als andere zorgverleners.

Als niet aan bepaalde voorwaarden is voldaan kan de volgende trede niet be-reikt worden. Zo zou het theoretisch kun-nen dat een praktijk voldoet aan alle ei-sen van trede 5, maar niet volgens de ADEPD-richtlijnen registreert, dan blijft trede 1 het maximaal haalbare. Wordt de score 4 of 5 bereikt dan volgt een aanvul-lend onderzoek op locatie om vast te stel-len dat de praktijk inderdaad papierloos is en door aan de hand van een uitgebrei-de vragenlijst in te zoomen op andere be-langrijke aspecten zoals gebruik van ‘ana-lytics’, de gegevensbeveiliging, medicatie-veiligheid en digitale ondersteuning van de zorgprocessen.

VragenlijstNadat een huisartsenpraktijk zich heeft aangemeld voor deelname aan de ICT-

PRAKTIJKZAKEN VPHUISARTSEN

Tegen half acht druppelen de ruim veertig leden langzamer-hand binnen voor de koffie of

een broodje kroket. Even na achten be-ginnen we, en na het welkom, de notulen en de mededelingen betreffende lopende zaken worden drie bestuursleden na twee keer drie jaar nogmaals unaniem voor nog een periode van drie jaar benoemd. Wel wordt duidelijk dat er bestuursuit-breiding en verjonging gewenst is. Twee nieuwe bestuursleden lopen zich inmid-dels warm.

Het jaarverslag en financieel verslag worden behandeld en goedgekeurd, even-als de begroting.

Dan worden de plannen voor het ko-mende jaar behandeld. In negen punten worden onze speerpunten voor het vol-gend jaar duidelijk gemaakt. De belang-rijkste: • We gaan opnieuw de strijd aan met de

NZa, omdat we vinden dat ze de uit-spraak van het CBb over contractvrij-heid maar ten dele hebben opgevolgd. Nieuw daarbij is wel dat grote broerLHV mee gaat doen in die strijd. Hetzal de winstkansen vergroten als bijnaalle huisartsen van Nederland geza-menlijk optrekken.

Verslag algemene ledenvergadering van 19 april 2016

• De bescherming van het beroepsge-heim blijft onze aandacht houden. Tervergadering vraagt het merendeel vande leden ook om na het verlies van derechtszaak toch de mogelijkheden vancassatie te onderzoeken. Dat zal dusook op korte termijn gebeuren. Het be-treft uiteindelijk een principiële zaaken we staan uiteindelijk voor onzeprincipes.

• Het door ons gesponsorde onderzoekvan prof. Andries Baart naar het effectvan de arts-patiënt relatie op medischebeslissingen bij het levenseinde naaraanleiding van de Tuitjenhorn casus, lijkt mooie en verrassende resultaten tegeven. In de loop van het jaar komenwe daar op terug.

• We zullen ons blijven inzetten voor deHRMO beweging voor zover deze eenvervolg krijgt. Ons gedachtegoed is im-mers uiterst congruent.

• We gaan meer inzetten op strategischoverleg met beroeps- en zorgorganisa-ties voor een effectievere invloed op(overheids)beleid met betrekking tothuisartsenzorg.

• We zullen ons herbezinnen op de rolen functie van zorgroepen en de orga-nisatie Ineen.

• We blijven de ongelijkwaardige lasten-verdeling van de ANW-diensten bij allestakeholders agenderen.

• We blijven de initiatieven voor prak-tijkhoudende huisartsen zoals de Coö-peratie praktijkhoudende huisartsen(CPH) volop ondersteunen.

Vervolgens doet prof. Andries Baart ver-slag van zijn onderzoek. Hij is uitermate tevreden. De meest opvallende bevin-ding: Huisartsen doen bij het levenseinde van hun patiënten vaak uitstekend werk en leveren hoogwaardige zorg, die buiten wet en regelgeving omgaat, althans niet in wet en regelgeving is beschreven. Hij geeft een aantal mooie voorbeelden en we zien het eindverslag vol vertrouwen tegemoet.

Guido van het Noordende tenslotte legt nogmaals de Whitebox uit, als alter-natief voor het LSP. Hij loopt met name tegen het probleem aan dat HIS leveran-ciers eigenlijk geen tijd willen steken in de koppeling van de Whitebox met het desbetreffende HIS en doet ons daar-voor een aantal voorstellen hoe dat op te lossen.

Om 22.50 uur sluit de voorzitter de vergadering, waarna we nog even aan de borrel gaan. •

Mac3
Notitie