PARAGRAAF 1

Een spanningsbron is waar elektriciteit vandaan komt

Batterij Accu Dynamo Elektriciteit centrale

Fossiele brandstoffen worden verbrand Water word stoom Stoom spuit uit een buis Het laat een schoepenrad draaien Dynamo draait me Er ontstaat elektriciteit

- Electronen stromen bij elektriciteit- Een stoom kring koet gesloten zijn anders kan er geen stroom lopen

PARAGRAAF 2

- Hoe groter / sterker het apparaat hoe, meer vermogen- Hoe groter het vermogen en hoe langer het apparaat aan staat. Hoe meer

energie het dus nodig heeft

Je moet kunnen rekenen met energie = vermogen x tijd:

PARAGRAAF 3

2 Soorten schakelingen:

Serie schakeling Paralel schakeling

De stroom kan makkelijk door een geleider:

ijzer Koper

De stroom kan moeilijk door een isolator

o Rubbero Houto Plastic

PARAGRAAF 4

- De spanning kan je zien als, De hoeveelheid energie die elektronen bij zich hebben

- De stroomsterkte is het aantal electronen in de stoom kring.

Je moet kunnen rekenen met vermogen = spanning x stroming:

- Je koet de stroomsterkte in een stroomkring kunnen bepalen:

- Kortsluiting is als de stroom een weg volgt zonder energieverbruiker:

Een zekering (schakelaar) die schakelt open als de ampère groter wordt dan 16A. Dus bij kortsluiting of als er teveel apparaten zijn aangesloten, overbelasting.

Op het moment dat stroom weg lekt staat er ergens een apparaat onder stroom. Maar dat apparaat kan geaard zijn. Waardoor deze stroom naar de aarde afgevoerd word.