MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap...

146
MEDEDELINGEN VAN HET CYRIEL BUYSSE GENOOTSCHAP IV GENT 1988

Transcript of MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap...

Page 1: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

MEDEDELINGEN

VAN HET

CYRIEL BUYSSE GENOOTSCHAP

IV

GENT 1988

Page 2: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.
Page 3: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

CYRIEL BUYSSE GENOOTSCHAP

MEDEDELINGEN IV

Page 4: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

Op de titelpagina: Molenvignet van F. Masereel

De Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap worden gratis toegestuurd aan de leden. Het lidgeld bedraagt :

actief lid : 300 BF steunend lid : minimum 500 BF

De vierde aflevering van de Mededelingen kan ook aan niet-leden worden toe­gestuurd tegen betaling van 450 BF. De eerste aflevering van de Mededelingen is nog beschikbaar voor 350 BF. De tweede aflevering : 450 BF ; de derde aflevering : 450 BF.

Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr. 000-1588915-55 van hetzelfde Genootschap.

Correspondentie en bestellingen te zenden aan het secretariaat van de redactie, A.M. Musschoot, R.U.G., Elandijnberg 2, B-9000 Gent.

ISSN 0772- 1455

Page 5: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

MEDEDELINGEN VAN HET

CYRIEL BUYSSE

GENOOTSCHAP

IV

~- .. ~__.-~· . --:; . !. \ - ,·- .~·.

Y·: . . ~,-.~ .. ·· . ·

~ ~~ ··· .. " •" ),..' .. ~~:· ·

GENT 1988

Page 6: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.
Page 7: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

INLEIDING

Het verschijnen van de vierde aflevering van de Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap valt samen met het vijfjarig bestaan van de vereniging, een gebeurtenis die ook aanleiding heeft gegeven tot het organiseren van een Buysse Colloquium op woensdag 14 december 1988 in de Rijksuniversiteit Gent. In de volgende aflevering van de Mededelingen zullen we uitvoerig op deze bijeenkomst terugkomen.

Tal van reacties wijzen erop dat het Buysse Genootschap en zijn Mededelingen zich mogen verheugen in een groeiende belang­stelling. We volgen dus de gekozen weg: de inhoud van de vier­de aflevering ligt in het verlengde van die van de vorige. Zelfs werd al meteen de continuïteit verzekerd, want drie van de vier hier opgenomen grotere bijdragen zullen een vervolg krijgen in de vijfde aflevering.

Sjoerd van Faassen, hoofd van de afdeling Documenten van het Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum te 's-Gravenhage, laat het eerste deel afdrukken van zijn commentaar bij de brieven die Buysse heeft geschreven aan zijn Nederlandse uitgever C.A.J. van Dishoeck. Hij legt een cesuur in 1914, het jaar waarin Buysse door de oorlogsomstandigheden in noodge­dwongen ballingschap in Nederland diende te blijven. Ook Jaak van Schoor laat zijn studie over de "invloed" van Hauptmann op het toneelwerk van Buysse in twee fasen verlopen: in zijn eerste bijdrage betoogt hij, aan de hand van een bespreking van Drie­koningenavond en van Het gezin Van Paemel, dat in Buysses werk niet alleen kan worden gewezen op overeenkomsten met het Franse naturalisme maar dat het ook moet worden belicht in samenhang met de thematiek en met de dramaturgie van Gerhart Hauptmann. Verder diende de publikatie van de onvoltooide en voor de Buysse-lezer tot dusver onbekend gebleven roman De le­venskring om praktische redenen - het werk is vrij omvangrijk - eveneens gefragmentariseerd te worden. Een meer diepgaande bespreking van deze roman wordt naar een volgende aflevering verschoven.

5

Page 8: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

Deze aflevering van de Mededelingen brengt verder nog de bewaarde brieven van Louis Couperus aan zijn vriend Buysse. Deze brieven waren niet onbekend. Wel is het de eerste keer dat ze integraal worden uitgegeven, waarbij tevens een poging kon wor­den ondernomen om ze iets nauwkeuriger te dateren.

Naast de gebruikelijke Kroniek hebben we nog een nieuwe rubriek kunnen openen : in de Kanttekeningen zijn reacties bij­eengebracht, aanvullingen, correcties of commentaren bij de bij­dragen in de vorige aflevering van de Mededelingen. Een rubriek dus, die er in ieder geval op kan wijzen dat de belangstelling voor de Buysse-studie inderdaad levendig is. In de afsluitende Kroniek wordt, zoals voorheen, de actualiteit rond Buysse op de voet ge­volgd. Aanvullingen bij deze rubriek of enige andere vorm van medewerking vanwege de lezers worden zeer op prijs gesteld.

DE REDACTIE

6

Page 9: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

CYRIEL BUYSSE EN DE NEDERLANDSE UITGEVER C.A.]. VAN DISHOECK

I : 1905 - 1914

door

S.A.J. van Faassen

Inleiding

Op 9 januari 1905 schrijft Cyriel Buysse vanaf het adres Dreef 36 te Haarlem, waar hij nog tot 18 januari zou verblijven, aan de Nederlandse uitgever C.A.]. van Dishoeck (1863-1931) \ geves­tigd te Bussum : "Ik ben van plan in 't voorjaar een bundel novellen uit te geven, en daar U toch meer en meer de uitgever der Vlamingen wordt, heb ik de eer U daar de eerste keus voor aan te bieden. De titel zal zijn: In de Natuur en behalve de titel-novelle, vroeger in Woord en Beeld verschenen zal het deel bevatten: Zijn iegen boas zien (dat inderhaast in Vlaanderen verschijnt) de novellen van 't Dorp­je (Groot Nederland) Kleintjes 2 en Droomvizioen en (uit Neder­land) en nog een paar anderen, kortom een boekdeel van (naar mijn berekening) circa 14 à 15 vel druks. Als u daarvoor te vin­den zijt, kunnen we dan verder de zaak behandelen. En wellicht zouden wij dan in 't najaar elkander ook kunnen verstaan voor de uitgave in boekvorm van mijn nieuwen roman van het rustieke leven Het leven van Rozeke van Dalen, die dezen zomer in ver­schillende afleveringen van Groot-Neder!. zal opgenomen wor­den."

Het was niet Buysses eerste, bewaard gebleven brief aan Van Dishoeck. Op 21 september 1902, ten tijde van de beraadslagin-

(1) De brieven van Buysse aan C.A.J. van Dishoeck berusten onder sign. B. 9962 B.1 in de collectie van het Nederlands Letterkundig Museum en Documentatie­centrum te Den Haag. De tegenbrieven zijn waarschijnlijk na Buysses dood ver­nietigd. Bij de commentaar van de hier gepubliceerde brieven en brieffragmenten heb ik doorlopend een dankbaar gebruik kunnen maken van het herdenkingsalbum Cyriel Buysse 1859-1932, Gent 1982.

(2) Vermoedelijk Mijn beestjes.

7

Page 10: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

gen over de oprichting van het tijdschrift Vlaanderen, had Buysse Van Dishoeck de volgende brief geschreven : "Ik ontving dezer dagen een paar dringende briefkaarten van den heer Herman Teirlinck, uit Brussel, of ik toch wel bleef meedoen aan een door u uit te geven Zuid-Nederlandsch tijdschrift. Met genoegen kon ik den heer T. antwoorden dat ik wel, als redac­teur en medewerker, er aan mee zal doen, maar dat ik mij het recht blijf voorbehouden ook aan een of meer andere eventueel op te richten tijdschriften, als redacteur en medewerker mee te doen. Ik voel natuurlijk de grootste sympathie voor uw Vlaamsche on­derneming en zal ze steunen waar en in zoover ik kan; ik wilde u enkel dit maar schrijven opdat er geen mogelijk misverstand tusschen ons zou kunnen ontstaan."

Op dat moment was W.G. van Nouhuys doende in Nederland het tijdschrift Groot Nederland op te richten, uit te geven door Van Holkema & Warendoef te Amsterdam. Van Nouhuys had ten behoeve van dat tijdschrift in augustus Louis Couperus in Genève bezocht, en zal mogelijk ook omstreeks die tijd Buysse als redacteur hebben aangezocht 8• Wat er precies is misgegaan in de verhouding tussen Buysse en Vlaanderen blijft wat onduidelijk, maar uitein­delijk zou hij niet toetreden tot de redactie. Mogelijk vonden zijn toekomstige mederedacteuren of de uitgever van V laanderen het niet zo'n gelukkige gedachte dat Buysse van twee of meer elkaar beconcurrerende tijdschriften redactielid zou zijn. De verschijning van Vlaanderen kwam door Buysses abdicatie echter aan een zijden draad te hangen 4 •

Het moet Van Dishoeck wat vreemd te moede zijn geweest dat de auteur die bijna de verschijning van het door hem sedert 1902 uitgegeven tijdschrift Vlaanderen getorpedeerd had, door aan een plaats in de redactie van Groot Nederland de voorkeur te geven boven een redacteurschap van Vlaanderen, nu aan hem de uitgave van zijn boeken wilde toevertrouwen. Want hoewel Buysse in der-

(3) F.L. Bastet, Louis Couperus. Een biografie, Amsterdam 1987, p. 276. (4) Zie De geschiedenis van het tijdschrift Vlaanderen (ed. G.H. 's-Gravesande),

Brussel [1962], p. 28·37. 's-Gravesande noemt de brief van Buysse aan Van Dis­hoeek van 21 september 1902 niet, en schreef daarom waarschijnlijk abusievelijk dat Buysse geen beslissing over zijn redacteurschap van Vlaanderen had genomen. Dat is, gezien de inhoud van bedoelde brief, een onjuiste voorstelling van zaken.

8

Page 11: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

tijd aan Herman Teirlinck, de redactiesecretaris van Vlaanderen, beloofd had zijn beste werk aan Vlaanderen te willen geven, zou hij pas in februari 1905 een eerste bijdrage - het maar liefst 35 pagina's omvattende nZ'n iegen baas zien" - aan dat tijdschrift leveren, terwijl hij aan zijn eigen Groot Nederland talrijke pro­zastukken had bijgedragen. Anne Marie Musschoot heeft aanneme­lijk weten te maken dat Buysse op twee manieren voordeel had van zijn voorkeur voor Groot Nederland boven Vlaanderen: ten eerste zou zijn werk niet meer over diverse periodieken verspreid behoeven te verschijnen, en ten tweede was de verbintenis met Groot Nederland financieel veel aantrekkelijker 5 • Of de aanbie­ding van "Z'n iegen baas zien" ter plaatsing in Vlaanderen samen­hing met zijn toenaderingspoging tot Van Dishoeck kan niet met zekerheid gezegd worden, maar onwaarschijnlijk is het niet, temeer daar dit zijn enige bijdrage aan Vlaanderen zou blijven. Of zijn aanbod aan Van Dishoeck hem werd ingegeven door dezelfde motieven als die hem indertijd deden besluiten voor Groot Neder­land te kiezen, is evenmin bekend.

Buysse had op dat moment al een aantal Nederlandse uitgevers versleten. Zo verschenen titels van hem onder meer bij Loman & Funke te Den Haag, bij H.J.W. Becht en bij P.N. van Kampen & Zoon, beide te Amsterdam. Het waren niet zijn minst belang­rijke titels die hij bij de twee laatste uitgevers ondergebracht had: bij Becht bij voorbeeld Mea culpa (1896), Schoppenboer (1898), Uit Vlaanderen (1899) en Te lande (1900) ; bij Van Kampen Sursum c01·da! (1894), 'n Leeuw van Vlaanderen (1900) en Van arme menschen (1901). Of hij deze uitgevers uit onvrede of om een andere reden verliet, is onbekend.

Vreemd evenwel is dat Buysse, zoekend naar een nieuwe uit­gever, niet in eerste instantie contact opnam met de uitgevers van Groot Nederland, Van Holkema & Warendorf. Bij deze uitgevers waren immers al eerder boeken van hem verschenen, n.l. Het huwelijk van neef Persyn (1893), De zwarte kost (1898) en Daarna (1903). Tijdens Buysses onderhandelingen met Van Dis­hoeek over de uitgave van Het Leven van Rozeken van Dalen zal

(5) Anne Marie Musschoot, Buysse en Couperus, in De Gids 150 (1987) 9-10, p. 793-794.

9

Page 12: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

Portret (houtsnede) van C.A.J van Dishoeck door Henri van Straten, 1917 (Col!. C.A.J van Dishoeck Jr.). Foto Roussel.

10

Page 13: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

w-~ .~ v:.. ·~.~.L., . ft-,.~ i' i.c..J .4f '- 1 A

U..'fj,t~·~, v'c......t- ~.r~ ~ ~·

vt~ L..f.. v~~ ....... , ~ .... ~'""' ...._

~ .~ .(... J. ... i- ~ ~ LM-) .{,.__

fV&..Já.-.v ~~ ~- v"'"" ~

l~ ~ ~ ty;_~ .

v~ ~~t-~ ~ ·~ }. ...... -f\ ' .

~k~~ ~44..:

r ~ ~ }/~

t . z~ . ,·"y--. lo ~ l.'t.... ..

J . t}\ ';) .~

y. h~ J$ ~7ê., r '1 ).., • "'"'&~ .. 1 i~ .c..o-c-.

) , vf..~t...cL.·lic-.A-. ,J-,.t'/~ "'"'- ~ riA..c'

l"-<--t.,--1=: h~..-..'1., .l4c,... ~i< .:.... .,.,:~ ~, .. ~

11

Page 14: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

ook blijken dat Van Haikerna & Warendorf er bij Buysse op aan­gedrongen hebben deze roman bij hen onder te brengen.

Vreemd is ook dat Buysse geen contact zocht met L.J. Veen, de uitgever van Stijn Streuvels, maar ook van Louis Couperus, Buysses mede-redacteur van Groot Nederland. Hoewel, vreemd? Noch Couperus- ondanks zijn vriendschap met Buysse - noch Veen geeft in hun onderlinge correspondentie blijk van een bij­zondere belangstelling voor Buysses werk. 6

Laten we, bij gebrek aan harde gegevens, maar aannemen dat Buysse inderdaad voor Van Dishoeck gekozen heeft omdat deze tal van Vlaamse schrijvers in zijn fonds had. Het is echter opval­lend dat Buysse, zodra hij in 1911 enig succes in Vlaanderen krijgt en Van Dishoeck niet onmiddellijk op zijn eisen wil ingaan, al heel gauw dreigt zijn boeken elders te publiceren. Zijn keuze voor Van Dishoeck moet dus in elk geval door pragmatische en niet door principiële overwegingen zijn ingegeven.

Buysses brieven zijn te talrijk- 192 in getal - en te omvang­rijk om hier integraal te worden weergegeven, vandaar dat in dit artikel de voornaamste gedeelten worden gepubliceerd, gebed in een commentaar waarin de inhoud van de niet weergegeven pas­sages kort wordt aangestipt. Het eerste gedeelte van deze publi­katie beslaat de jaren 1905-1914, waarin Van Dishoeck als de voornaamste uitgever van Buysse zal fungeren. De periode daarna, 1914-1929 zal in een tweede artikel worden weergegeven.

1905

Van Dishoeck blijkt tijdens een gesprek dat hij met Buysse te Haarlem had snel en positief gereageerd te hebben op Buysses voorstel van 9 januari, want al op 27 januari stuurt Buysse hem, nu vanaf de Laan van Meerdervoort 11 te Den Haag waar hij na zijn huwelijk in 1896 was gaan wonen, de kopij van zijn bundel In de natuur.

(6) Amice. Brieven van Louis Couperus aan ziin uitgever (1902-1919) (ed. F.L. Bastet), Den Haag 1977; en Louis Couperus / L.J. Veen, Bloemlezing uit hun correspondentie (ed. H.T.M. van Vliet), Utrecht-Antwerpen 1987.

12

Page 15: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

"De volgorde der stukken zou ik aldus geschikt achten," schrijft Buysse: "1. In de Natuur, 2. Zijn 'iegen boas zien', 3. 't Dorpje, 4. Mijn Beestjes, 5. Droomvizioenen." Buysse voegt er nog aan toe : "De verschillende stukjes van de drie laatste nummers zou ik u willen aanraden ieder als een aparte schets onder hun geza­menlijken titel af te ronden. Zooals ze nu in de hierbij gevoegde copie voorkomen staan ze m.i. te veel op elkaar gedrongen." De brief onthult voorts nog dat Buysse een honorarium van 125 gul­den en 12 present-exemplaren voor de bundel had bedongen, ter­wijl een eventuele herdruk gehonoreerd zou worden met de helft van dat bedrag.

Op 30 januari maakt Buysse Van Dishoeck attent op het uit­blijven van het concept-contract, en geeft hij zijn oordeel over het door Van Dishoeck gekozen formaat, lettertype en papier. Of Buysse bij deze gelegenheid ook al kennis genomen heeft van het bandontwerp dat Herman Teirlinck voor In de natuur vervaar­digde, wordt uit de brief niet duidelijk. Herman Teirlinck (1879-1967) publiceerde niet alleen veel van zijn eigen werk bij Van Dishoeck, maar heeft ook Van Dishoecks fonds voor een belang­rijk deel vorm gegeven. 7 Wel blijkt dat Van Dishoeck de omvang van de bundel kennelijk iets te gering vond, want Buysse schrijft hem: "Onuitgegeven en nog niet gedrukt heb ik op 't oogenblik niets dan een heel korte impressie 2 à 3 bladz. Als u die er bij verlangt wil ik ze u graag afstaan." 8

Dat de beginnende relatie niet eenzijdig wordt opgevat, blijkt uit het enigszins opmerkelijke feit dat Van Dishoeck aan Buysse een novelle van Gustaaf Vermeersch, van wie hij in dit jaar de tweedelige roman Mannenwetten uitgeeft, ter publikatie in Groot Nederland aanbiedt. 9 Waarom Van Dishoeck het verhaal

(7) Zie Marloes van Buuren J Marije de Jong, C.A.J. van Dishoeck, mercator en mecenas. De geschiedenis van de uilgeverij Van Dishoeck, 1898-1931, Amster­dam 1985 (Onuitg. Doctoraalscriptie Universiteit van Amsterdam), p. 213-219.

(8) Zie voor de uiteindelijke samenstelling van de bundel Rob. Roemans, Kri­tische bibliographie van Cyriel Buysse [ ... }, Kortrijk 1931, p. 19 nr. 22.

( 9) Ik heb niet kunnen achterhalen welke novelle het betreft. Op 3 februari 1905 zou Vermeersch pas De avond voltooien, op 5 februari fan de Zot en op 8 februari De bannelingen. Deze drie novellen zou Vermeersch alle aan Van Dishoeck voorleggen. Zie Franz Leclair, Bibliografie van en over Gustaaf Vermeersch, Ant­werpen 1961, p. XIX.

13

Page 16: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

14

Page 17: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

15

Page 18: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

niet voor V laanderen reserveerde, is een raadsel. Misschien liet de kwaliteit te wensen over, want Buysse toont weinig gretigheid de novelle te plaatsen : "Alleen moet ik u waarschuwen dat wij reeds overstelpt, overwel­digd zitten van aangenomen bijdragen, en dat het, in geval van opname, wel een tijd zou kunnen duren voor het geplaatst wordt te meer omdat het vrij lang is en waarschijnlijk niet in één afl. zou kunnen opgenomen worden. Ook moet ik u vragen een klein beetje geduld te hebben met de lezing. Ik heb het op 't oogenblik zeer druk."

De novelle van V ermeersch werd dan ook niet opgenomen in Groot Nederland. Toch luidde Buysses oordeel over Vermeersch niet zonder meer ongunstig. In zijn Vlaamsche kroniek van maart 1906 in Groot Nederland, waarin Buysse de Vlaamse literaire oogst uit 1905 besprak, gaf hij, schrijvend onder het pseudoniem Pros­per van Hove, zijn oordeel over Vermeersch' Mannenwetten. 10

Hij achtte het boek te lang en het slot ongemotiveerd ; daaren­tegen vond hij de vele details van het armoedige leven in de Brugse achterbuurten die V ermeersch beschreef wel mooi : "Zelden ook heb ik in een boek over het proletariërsleven op zoo'n aangrijpend-eenvoudige manier, de armoede beschreven gezien. Men voelt er werkelijk de schrijning van het gebrek."

Op 7 februari schrijft Buysse dat de ontvangen proef van In de natuur hem goed lijkt. Hij dringt er op aan dat zijn komende roman - dat moet dan Het leven van Rozeke van Dalen zijn -nog niet door Van Dishoeck mag worden aangekondigd . .. Hij verschijnt eerst in de verschillende zomerafl. van Groot Ned. en dat 'ter perse' zou wel gek staan als hij nog niet eens in 't tijd­schrift is begonnen." Troostend voegt hi; er aan toe: "Later hebt u toch alle gelegenheid om hem te adverteeren in Vlaanderen b.v."

"Geachte Heer Van Dishoeck, Ik ben u zeer dankbaar voor uw aanmerkingen," schrijft Buysse op 19 februari, "en al was ik het niet altijd met u eens, toch heb ik de drie vierden ervan dade­lijk goedgekeurd en aangenomen. Ik hoop dat u met de verdere proeven het zelfde zult doen."

(10) Groot Nederland 4 (1906) I, p. 345; Verzameld werk, dl. 7, p. 78.

16

Page 19: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

Buysse stuurt met deze brief de eerste twee vellen van de proef van In de natuur terug met de belofte de volgende dag de rest te laten volgen. Het zou interessant zijn te weten wat de aanmer­kingen van Van Dishoeck precies hebben behelsd. Inhoudelijk zal hij toch wel geen commentaar gehad hebben, dus mogelijk is zijn commentaar stilistisch van aard geweest en bevatte het verbeterin­gen van Buysses Nederlands taalgebruik. Meer dan een veronder­stelling kan dit laatste echter niet zijn.

Half juni verschijnt In de natuur. Buysse schrijft op 27 juni dat het hem niet verwondert dat de Vlaamse boekhandel haast niets besteld heeft : "Vlaamsche leeuwen drinken en brullen; maar boeken koopen! ... dat is wat anders." "Toch," voegt hij er geruststellend aan toe, "zullen ze 't wel nemen, maar eerst later, als ze 'r wat meer van gehoord hebben."

Ook de Nederlandse boekhandel blijkt echter maar een geringe belangstelling te tonen. Buysse vraagt Van Dishoeck recensie­exemplaren te sturen naar A.G. de Cock (die hem beloofd had ieder boek van hem in Vlaamse tijdschriften of kranten te be­spreken), het Antwerpse toneelblad Lucifer en Ox, Schepens en Cie te Brussel (die het boek in hun Revue Bibliographique beloof­den te bespreken).

Ten slotte kondigt Buysse aan dat in juli in Groot Nederland het eerste deel van Het leven van Rozeke van Dalen zal verschij­nen. Aan deze roman was hij al geruime tijd geleden begonnen, want in december 1904 schreef hij aan zijn zuster Alice dat hij eind maart Rozeke van Dalen af hoopte te hebben, 11 en ook aan Van Dishoeck had hij deze roman in zijn brief van 9 januari al in het vooruitzicht gesteld. Buysse schrijft aan Van Dishoeck dat de roman naar schatting over vier à vijf afleveringen van Groot Nederland verspreid gepubliceerd zal worden, en in twee delen als boek gedrukt zou moeten worden : "Zoudt u zoo goed willen zijn de lezing te volgen en (als u ten minste van plan zijt de uit­gave in boek waar te nemen) niet te lang te wachten om in onder­handeling te treden?"

(11) Cyriel Buysse 1859-1932, p. 61.

17

Page 20: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

Dit laatste wekt verbazing, omdat Van Dishoeck, zoals hier­boven viel te lezen, al aanstalten had gemaakt de roman officieel aan te kondigen. Toch moet het hier om onderhandelingen tus­sen Buysse en Van Dishoeck gaan, en niet om onderhandelingen tussen Van Dishoeck en Van Holkema & Warendorf over de over­name van het zetsel van Groot Nederland, want op 2 juli schrijft Buysse: "Ik ben er wel op gesteld dat u te minste een paar afl. Rozeke v. Dalen leest alvorens we zakelijk over de kwestie verder onder­handelen. Nu, aangezien ik ook slechts 1 ex. van mijn tijdschrift ontvang, en moeielijk kan aandringen voor meer ten uwen behoeve bij onzen uitgever die mij reeds herhaaldelijk gevraagd heeft of hij R.v. Dalen in boek mocht uitgeven, zal ik u mijn eigen uniek ex. sturen van deze maand ; en van den overigen telkens trachten u een proef te zenden [ ... ]." Noch de brieven van Buysse aan Van Holkema & Warendorf, noch die van Van Holkema & Warendorf aan Buysse lijken bewaard gebleven, zodat niet kan worden nagegaan op grond van welke overwegingen Buysse had gemeend Van Holkema & W arendorfs voorstel af te moeten slaan.

Van Dishoeck had Buysse er op gewezen dat Gerard van Hul­zen een roman met nagenoeg dezelfde titel als Buysses boek aan het schrijven was, Maria van Dalen, een deel van de cyclus Van de zelfkant der samenleving ; deze roman zou uiteindelijk pas in 1907 in twee delen bij Van Dishoeck verschijnen. Buysse tilde niet zo zwaar aan de bijna gelijke titels : "[ ... ] zóó erg bezwarend lijkt het geval mij trouwens niet, die twee families V. Dalen moeten het nu maar met elkander uit­vechten wie de knapste en de sterkste is ; en wie weet? misschien krijgen we daardoor nog wel gescharrel dat, als réclame, beide werken ten goede komt."

Het leven van Rozeke van Dalen zou van juli tot en met oktober 1905 in Groot Nederland in afleveringen gepubliceerd worden. Op 18 juli schrijft Buysse : "Ik heb zitten wachten, dag aan dag, op de revisie-proef van Augustus-afl. G.N. om u, en Juli en Augustus-bijdragen van Roze­ke van Dalen in één pak te zenden; maar- welke dwarsbooroe­rij mij in den weg staat kan ik niet begrijpen - ik krijg die revisie van de drukkerij toch niet. Ik heb nog zelfs geen volledige 1ste

18

Page 21: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

proef van mijn Augustus bijdrage ontvangen, en alles wat ik op 't oogenblik zenden kan en meteen ook zend, is het eerste vel revisie van Aug. Zoodra ik de overige krijg stuur ik ze ook ; maar ik herhaal het, 't is of het er opzettelijk op de drukkerij werd op aangelegd om mij te hinderen en te belemmeren."

Van Dishoeck heeft dus, omdat Buysse er op had aangedron­gen dat hij eerst een paar afleveringen zou lezen alvorens te be­slissen en hij er nog maar één had mogen beoordelen, nog steeds geen definitieve besluit kunnen nemen over de uitgave van Buysses roman. Buysse schrijft dan: "Nu meen ik u wel te mogen verzekeren dat de vervolgen niet minder zullen zijn dan het eerste gedeelte, hetwelk de gunst ge­noot in uwen smaak te vallen. · t Is een verhaal met veel kleur en afwisseling; en, volgens mijn eigen idee - doch ik kan mij vergissen - moet het ook wel het beste boek worden dat ik ge­schreven heb. Realistische trekjes zullen er nog wel hier en daar in voorkomen, maar niet erger dan wat u reeds geproefd hebt, en, in geen enkel geval, moedwillig aangebracht, maar steeds intiem en om zoo te zeggen noodzakelijk en logisch ontstaande uit den grond van het gegeven zelf."

Als honorarium wil Buysse hetzelfde als hij van zijn vorige uitgevers kreeg : "[ ... ] nog eens hetzelfde bedrag als mij voor opname in de tijd­schriften betaald werd, berekend op 40 gulden per vel druks for­maat Groot-Nederland voor een eerste editie, en nog eens de helft van de som voor eventuele volgende uitgaven."

Buysse heeft inmiddels enig vertrouwen in Van Dishoeck, want, voegt hij er aan toe: "Ik zou u zelfs willen voorstellen al mijn zuiver litterair werk, novellen of romans die eerst in tijdschriften gestaan hebben, op dien voet voortaan uit te geven. Ik voeg er bij dat u voor al mijn ander werk : tooneelstukken, artikels, romans of novellen, die niet eerst in tijdschriften zouden verschenen zijn de voorkeur zoudt hebben [ ... ]."

Van het gevraagde honorarium moest Van Dishoeck kennelijk even slikken, want hij vroeg Buysse naar de precieze omvang van zijn roman. Buysse antwoordt hem op 20 juli : "Ik denk dat het geheele werk tusschen 17 en 18 vel druks in G.N. zal beslaan. - Wilt u mij nu liever als u dit getal té he-

19

Page 22: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

zwarend lijkt een andere propositie voorleggen, ik ben bereid die in overweging te nemen."

Omgerekend naar Buysses aanvankelijke eis zou het gevraagde honorarium neerkomen op een bedrag van 680 tot 720 gulden. Couperus ontving voor eveneens omvangrijke romans als De berg van licht (1905) en Van oude menschen, de dingen, die voorbij­gaan ... (1906) van L.J. Veen bedragen van 4500 gulden elk. 12

Op 23 juli legt Buysse zich neer bij het tegenvoorstel van Van Dishoeck: "Goed; we zullen 't zoo maar houden: 500 gulden en voor even­tueele herdrukken 250. Ik houd ook niet van marcbandeeren en nog minder van telkens veranderen van uitgever."

Dat laatste mag een opmerkelijke uitspraak heten, gezien Buys­ses tocht langs zo niet àlle dan toch veel Nederlandse uitgevers vóór hij met Van Dishoeck in zee ging.

Op 29 augustus schrijft Buysse zeer benieuwd naar "den mooien band" te zijn, op 2 september blijkt die band van Herman Teir­linck hem wat tegen te vallen : "Met den band kan ik me maar niet tot hooge ingenomenheid stemmen. Die eentonig-zwarte mantelvlek verveelt me ; misschien wordt het beter in kleur. Nu is er voor mij iets disharmonieus in."

In de correspondentie valt vervolgens een hiaat, zodat niet te volgen is of en hoe Van Dishoeck Buysses bezwaar tegen de band heeft gehonoreerd. Rozeke van Dalen zou nog in 1905 verschijnen, ook al staat het jaartal 1906 op de titelpagina.

1906

De eerstvolgende brief dateert van 26 januari 1906. Buysse schrijft Van Dishoeck vanuit Den Haag dat in de afleveringen van maart en april van Groot Nederland een nieuwe roman zal verschijnen, getiteld 't Bol/eken. "Nog vóór het werk af was, zoodra zij ervan hoorden, ontving ik aanvraag van Holkema en Warenderf waarin zij ten zeerste aan-

(12) Vgl. Pierre H. Dubois, Werd Couperus onderbetaald?, in Maatstaf 11 (1963-1964) 3·4, p. 233-248, m.n. p. 239.

20

Page 23: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

drongen om het werk na verschijning in G.N. in boek te mogen uitgeven. Ik heb geantwoord dat de eerste keus voor u was."

De omvang van het boek schat Buysse op ongeveer 300 blad­zijden; als honorarium vraagt Buysse weer 40 gulden per vel Groot Nederland. Op Buysses brief heeft Van Dishoeck een reken­som gemaakt, waaruit blijkt dat het honorarium op 340 gulden uit zou komen. Klaarblijkelijk vond hij dat geen bezwaar, want de bundel zou in november 1906, eveneens met een handversiering van Herman Teirlinck, verschijnen. Buysse meende dat het boek eind oktober op het punt van verschijnen stond. Hij schrijft al­thans op 22 oktober 1906, uit Afsnee, dat hij per 1 november weer zou verruilen voor Den Haag : "Als het nog niet te laat is, dan had ik 't Bolleken heel graag opgedragen Aan mijn landgenooten. Kan dat nog?"

Het kon, de bundel heeft de geruchtmakende opdracht die Buysse in zijn brief opgaf. Op 14 november bevestigt Buysse de ontvangst van de eerste exemplaren van 't Bolleken. Hij is zeer tevreden over de uitgave, alleen vraagt hij zich af "waarom op 't titelblad Het Bolleken staat, terwijl de ware titel toch 't Bolleken was." Overigens staat alleen op het omslag van de eerste druk de titel als Het bolleken ; de titelpagina geeft gewoon 't Bolle­ken. Wellicht is de fout dus gemaakt door Herman Teirlinck, die immers de bandversiering tekende.

1907

Op 17 maart 1907 schrijft Buysse vanuit Haarlem dat hij eind van dat jaar een bundel onder de titel Lente wil uitgeven bij Van Dishoeck.

Eerder had Van Dishoeck geweigerd Buysses verslag van de reis die hij in november 1906 met Maurice Maeterlinck naar Zuid­Frankrijk gemaakt had afzonderlijk te publiceren. Dat reisverslag zou onder de titel Met de Maeterlincks naar het Zuiden in februari in Groot Nederland worden opgenomen. Op 13 april komt Buysse nog eens terug op zijn voorstel betreffende zijn reisverslag op een manier die doet vermoeden dat hij Van Dishoecks eerdere afwij­zing vergeten is :

21

Page 24: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

"Hoe zou u erover denken om uit te geven in een apart boekje, mijn artikel over Maeterlinck, een drietal jaar geleden verschenen in den Gulden Winckel en mijn reisverhaal met hem naar 't Zui­den, onlangs in Groot Nederland opgenomen?"

Lente zou volgens Buysse "één groote novelle onder bovenstaande titel, en verder een tiental kleinere schetsen getiteld Obsessies" bevatten. Als honorarium wilde Buysse 250 gulden voor de eerste oplaag ontvangen. Het titelverhaal zou in mei in Groot Nederland verschijnen. Buysse kondigt in zijn brief van 17 maart ook zijn roman Het volle leven aan, die echter volgens Buysse niet voor voorjaar 1908 zou kunnen verschijnen.

Het voor Lente gevraagde honorarium kwam Van Dishoeck wat te begrotelijk voor. Buysse blijft echter bij zijn eis. Op 19 juni schrijft hij : "Het spijt mij voor u, maar ik ben er op gesteld om fl. 250 voor het boek te krijgen. Ik weet dat ik dit bedrag zondereenige moeite van meer dan één ander uitgever zou krijgen, maar het zou mij bui­tengewoon leed doen als ik niet bij u kon blijven. Het zal u mis­schen verwonderen, maar ik heb op 't oogenblik geld noodig - een minder gunstig jaar en steeds stijgende uitgaven - en u zoudt mij zeer verplichten als u mij het honorarium na integrale ontvangst der copie kondetsturen [ ... J. Ik weet heel goed dat er op 't oogen­blik een crisis is in den boekhandel. Maar ik geloof niet dat die crisis juist drukt op mijn werk van den tegenwoordigen tijd. 't Bol­leken b.v. zal u wel geen teleurstelling zijn."

Van Dishoeck ging tenslotte accoord met Buysses voorwaatden. Op 29 augustus schrijft Buysse : "Wanneer ontvang ik het kontrakt en zou u het ook mogelijk zijn mij nu het hele honorarium te zenden?"

Op 14 november ontvangt Buysse zijn exemplaren van Lente, die hij erg mooi blijkt te vinden. Herman Teirlinck was wederom verantwoordelijk voor het bandontwerp.

1908

Op 10 maart informeert Buysse vanuit Den Haag of Van Dis­hoeek nog van plan is zijn nieuwe roman, Het volle leven, in het najaar uit te geven :

22

Page 25: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

"Al heeft u nog geen letter van dit werk gelezen, toch meen ik dat dit geen bezwaar voor uw antwoord zal opleveren. U weet zowat wat u van mij te wachten hebt, en deze roman (genre Rozeke v. Dalen, om hem eenigszins met een familietrek te be­stempelen) zal u, denk ik, wel geen teleurstelling bezorgen. Het wordt één deel, zoowat met de omvang van 't Bolleken en, als honorarium, verlang ik er ook voor, als voor 't Bolleken, 300 gul­den en de helft van dit honorarium bij eventueele herdrukken. Het werk zal waarschijnlijk in afl. Juli, Aug. en Sept. van Groot­Ned. verschijnen. Ik ben ook bereid, indien u zulks verlangt de publicatie in het tijdschrift één maand later te beginnen en één maand later te eindigen, zoodat het boek, bij zijn verschijnen, zoo­veel mogelijk de actualiteit van het 'nieuwe' zou bezitten. Des­noods zelfs Sept. Oct. Nov. om dan nog in Nov. als boek uit te komen."

Buysse voegt er aan toe dat hij het honorarium graag niet later dan 15 november zou ontvangen. Van Dishoeck hechtte weinig aan deze vermeende "nieuwswaarde", want Het volle leven zou uiteindelijk zoals Buysse oorspronkelijk van plan was van juli tot september in Groot Nederland verschijnen.

Op 3 juli 1908 kondigt Buysse aan spoedig de vervolgproef van de Groot Nederland-publikatie van Het volle leven te sturen en doet hij op grond van de inhoud van zijn roman een suggestie voor de kleur van het omslag : "Het zou te gecompliceerd zijn u het verder verloop van den roman te vertellen. Alleen kan ik u mededeelen dat het, ondanks nog al wat grappige en geestige passages, geen vroolijk boek is. Wel integendeel tragisch en schrijnend, en zelfs wreed. Als kleur dus nog al somber, of, misschien beter nog, harde, sterke kleur. Vermiljoen-rood met zwart b.v. Kleur van wreedheid en hartstocht, ware heel goed." Van Dishoeck zou Buysses aanwijzingen min of meer volgen, want Het volle leven heeft uiteindelijk een roodach­tig omslag gekregen, overigens van een kleur die Buysse niet aan­stond.

Op 16 november ontvangt Buysse zijn exemplaren van Het volle leven. Over de kleur van het omslag blijkt hij ontevreden. Bovendien meent hij zich bij Van Dishoeck enigszins te moeten verontschuldigen, omdat die niet zo heel tevreden scheen te zijn

23

Page 26: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

over Buysses roman; misschien speelt bij dit laatste mee dat de verkoop van 't Bolleken en Lente hem was tegen gevallen: "De uitgave ziet er, als al uwe uitgaven, mooi uit, maar de kleur had ik mij anders voorgesteld : vuriger-rood, bijna oranje. -Het spijt mij dat dit laatste werk u minder schijnt te behagen, maar hoe kan een auteur ook iedereen tevreden stellen ? Ik hoorde er zeer verschillend over. Sommige menschen vinden het leelijk; andere zijn er verrukt van. Ik moet mijn eigen gang gaan, geven wat er in mij is, zonder mij aan het publiek te storen [ ... ] . Wat ik echter niet begrijp is dat gij met 't Bolleken en Lente ook geen goede zaken hebt gedaan. Mooier en gunstiger gerecenseerd dan die twee boeken, in alle tijdschriften en couranten, is niet mogelijk. Als dit niet helpt dan, zou ik zeggen, heeft kritiek geen invloed op den verkoop [ ... ]." 13

1909

"Onder de titel Ik herinner mij .... ben ik van plan in 't najaar een bundel uit te geven, en geef u, als naar gewoonte, de eerste keus", schrijft Buysse op 10 maart 1909 uit Den Haag aan Van Dis­hoeek De bundel zou hij, naar hij zegt, samenstellen uit stukken die hij "in voorraad" had, hoewel een aantal eerst nog in de zomer­afleveringen van Groot Nederland zullen gaan verschijnen: "Er is van velerlei : humoristisch, weemoedig, grappig, tragisch, satirisch. [ ... ] Ik betitel het boek Ik herinner mij .... , omdat het in den eersten persoon werd geschreven en het werkelijk alle, na­tuurlijk eenigszins gefantaseerde en gestyleerde herinneringen zijn."

Buysse vroeg voor 'k Herinner mij... zijn bijna gebruikelijke honorarium van 250 gulden. Naast Meester Gevers, De terug­komst en R.P. Burkes, junior ("op zichzelf reeds een aardig boek­deeltje" van naar schatting 145 à 150 pagina's), wil Buysse nog ongeveer 100 pagina's "korte 'herinneringen' en 'stemmingen'" in de bundel opnemen. Later, in juni 1909, zal Buysse nog als titel

(13) In de in noot 6 geciteerde Kritische bibliographie van Cyriel Buysse [ ... ] door Rob. Roemans wordt een opsomming gegeven van alle contemporaine kritieken die aan Buysses publikaties zijn gewijd.

24

Page 27: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

Van vroeger overwegen, maar besluit dan aan 'k Herinner mij ... toch de voorkeur te geven.

Van Dishoeck was niet al te gretig in het accepteren van Buysses voorstel. Op 31 maart schrijft deze: "Ik weet het, de tijden zijn tegenwoordig slecht, maar beterschap is toch niet uitgesloten. Om het kort te maken zal ik uw bod echter aannemen 150 fl. voor een eerste oplage [ ... }."

Buysse kortte van zijn kant op de inhoud van de bundel, want .alleen Meester Gevers en de beide andere met name genoemde verhalen zouden in 'k Herinner mij ... worden opgenomen. Op 18 juni 1909 stuurt Buysse aan Van Dishoeck de kopij : "Eerst had ik gedacht er nog Stemmingen (in Juli en Aug. aan­staande in Groot-Nederland te verschijnen) bij te voegen, maar dan krijgt u nog circa 50 pag. druks, formaat G.N. er bij, wat zeker veel te lang zou worden, terwijl ik van plan ben nog meer van die 'stemmingen' te schrijven en ze dan later in een aparte bundel uit te geven."

In deze brief kondigt Buysse om in 1910 te verschijnen een roman van zijn hand aan, "en 't jaar daarna de Stemmingen". Stemmingen zou inderdaad in 1911 door Van Dishoeck worden uitgegeven ; de in het vooruitzicht gestelde roman zou Het ezelken worden. 'k Herinner mij ... zou half november verschijnen.

1910

Op 1 mei 1910 stuurt Buysse aan Van Dishoeck het contract voor Het ezelken. Wat niet vergeten was, dat in november 1910 zou verschijnen : "Meteen ontvangt u den gedrukten tekst. Proeven verwacht ik naar behaoren te Afsnee bij Gent (België) waar ik morgen voor den gansehen zomer heenreis."

Op 23 februari 1910 had Buysse meegedeeld dat iemand uit Gent bezig was een boek over hem te schrijven. Dat blijkt uit een brief van 20 juli van Buysse aan Van Dishoeck D.B. Steyns te zijn, die Buysse uit zijn studie was komen voorlezen: "[ ... ] het viel mij buitengewoon mee, niet omdat hij zoo gunstig over mij oordeelt, maar omdat hij zich werkelijk een bizondere

25

Page 28: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

moeite heeft gegeven om in den geest van mijn werk door te dringen. Het is een zeer compleet en boeiend geschreven studie over mij en mijn litteraire arbeid, helder en logisch ingedeeld, en met tal van zeer goed gekozen aanhalingen, die er meteen de waarde van een bloemlezing aan geven. Nu wou die meneer [ ... ] voor dit boek een uitgever vinden, en ik heb gedacht dat u het misschien wel, wellicht in combinatie met een Vlaamsehen uitgever, zoudt willen ondernemen. De heer Steyns is van meening dat het lezend publiek, op een dwaalspoor gebracht door sommige lui van de pers, die het aldoor over Gezelle, Rodenbach en Streu­vels hebben, alsof er geen andere Vlamen van beteekenis beston­den, mij en mijn werk niet genoeg kent en waardeert."

Op 25 juli zendt Buysse Van Dishoeck het manuscript van Steyns op ; op 6 september blijkt Van Dishoeck over de uit­gave van diens studie nog geen beslissing te hebben genomen. Mogelijk durfde Van Dishoeck zonder subsidie de uitgave van Steyns' studie niet aan, want op 8 december schrijft Buysse: "Naar aanleiding van uw brief heb ik onmiddellijk aan mijn broer geschreven, die lid van de Tweede Kamer is en in België dus ook met heel veel politieke en ministerieele lui in connectie staat. Ik hoop dat hij den weg zal vinden om te slagen. Ik moet u echter doen opmerken dat ik, in België, door de officieelen, steeds sys­tematisch achteruitgezet word. Dat is altijd zoo geweest, zonder dat ik precies weet waarom. Het ligt natuurlijk grootendeels aan 't klerikale bestuur, waarvan ik inderdaad geen vriend ben." ·

Tot in december zou er sprake zijn van pogingen door Buysses jongere broer Arthur, die van 1909 tot 1921 en van 1924 tot zijn dood in 1926 liberaal volksvertegenwoordiger was, steun voor Steyns' studie te verkrijgen. Van Dishoeck meende echter uitein­delijk van de uitgave te moeten afzien. In 1911 zou het boek bij Ad. Hoste te Gent onder de titel De Vlaamsche schrijver Cyriel Buysse. Zijne wereld en zijne kunst verschijnen.

Buysse bespeurt echter een kentering in de waardering voor hem, en kondigt aan dat enkele jonge Antwerpse schrijvers zich voorgenomen hebben als tegenwicht een afzonderlijk nummer van hun tijdschrift De Boomgaard aan hem en zijn werk te wijden. Kennelijk reageerde Van Dishoeck wat sceptisch op dat voor­nemen, want op 14 december schrijft Buysse hem:

26

Page 29: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

"Al heb ik, evenmin als u, groote verwachtingen van de plannen en beloften der jonge lui in Antwerpen, toch meen ik, dat er wel 'iets' zal gebeuren, omdat ze eindelijk de overrompeling van het Verriesten-kliekje beginnen te voelen. Ze zijn beslist nijdig geworden op den sluwen comediant-pastoor. Ongelukkigerwijze hebben ze in Vlaanderen, en ook in Holland, geen pers die hen steunt. De Bom en v.d. Woestijne in de Rotterdammer zijn laf­verknecht aan het kliekje; maar 't ergelijkste van al is nog wel de soi-disant liberale Vlaamsche pers : het Volksbelang van Gent, de Vlaamsche Gazet en 't Laatste Nieuws uit Brussel [ ... )."

Het nummer van De Boomgaard zou in maart 1911 verschijnen.

1911

Begin 1910 was bij H. Piazza in Parijs een luxe-uitgave versche­nen van een bundel Franstalige novellen van Buysse, Confes des Pays-Bas, geïllustreerd door Henry Cassiers (1858-1944). Van Dishoeck had waarschijnlijk enigszins argwanend gereageerd op deze bundel, mogelijk bang zijn exclusiviteits-overeenkomst met Buysse kwijt te raken of aan hem verschuldigde rechten mis te lopen, maar zeker ook omdat uitgaven van Buysse die bij hém verschenen slecht verkochten.

In zijn brief van 1 januari 1911 schrijft Buysse hem, fijntjes wijzend op het hoge honorarium dat hij van de Franse uitgever ontvangen had : "Die 'Contes des Pays-Bas' zijn geen vèrtaalde novellen uit mijn werk, maar wel vijf aparte, door mij direkt in 't Fransch geschre­ven schetsen over Holland. Als litterair werk heeft het geen bizondere beteekenis; 't is in de eerste plaats geschreven om den schilder Cassiers gelegenheid tot pittoreske illustreering te geven. [ ... J Het is een zeer beperkte luxe-uitgave : 300 ex. waarvan 10 à 750 frank 't stuk, 40 à 450 en de rest 200. Hoe de Parijsche uit­gever erin geslaagd is dat alles, nog vóór de verschijning aan den man te brengen, blijft mij een raadsel, maar het is zoo. Hij doet er natuurlijk een goede zaak mee hoewel zijn onkosten ontzaglijk moeten wezen. Mij o.a. betaalde hij 1500 frank voor 100 gewoone pagina's. Wat u mij schrijft over den slechten verkoop van 't Ezel-

27

Page 30: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

ken is mij een ander raadsel. Voortdurend toch word ik zeer gun­stig gerecenseerd; het kan haast niet beter. Worden er dan heele­rnaai geen hollandsche boeken meer gekocht, en zou de oorzaak hierin niet liggen dat ze te duur zijn? Ik heb daar herhaaldelijk over nagedacht, of het toch niet beter zou zijn, èn voor auteurs, èn voor uitgever, als de boeken veel goedkooper worden. Gelooft u niet dat Simons b.v. in de goede richting werkt?"

Met Simons bedoelt Buysse L. Simons (1862-1932), de directeur van de Maatschappij tot Goede en Goedkoope Lectuur te Amster­dam, later de Wereldbibliotheek genoemd. Simons had zich ten doel gesteld literatuur voor een breed publiek toegankelijk te maken door zijn uitgaven tegen een lage prijs aan te bieden. Een hulpmiddel bij zijn streven was een systeem, waarbij lezers zich op een reeks publikaties konden abonneren.14 Simons' systeem werd in de uitgeverswereld met argusogen gevolgd.

In 1918 zou Buysse De roman van de schaatsenrijder bij de Maat­schappij tot Goede en GoedkoopeLectuur publiceren. De verkoop­cijfers van deze uitgave zijn helaas niet bekend.

Enkele jaren voor de boven geciteerde brief, in mei 1909, had Buysse een korte bijdrage geschreven voor een aan Willem Kloos gewijd huldenummer van het tijdschrift De Ploeg. De Ploeg, dat in zijn eerste jaargang was, was het blad dat Simons uitgaf ter ondersteuning van zijn boekuitgaven. Het is niet onmogelijk dat Buysse doordat hij De Ploeg vanwege zijn bijdrage over Kloos onder ogen kreeg, op het idee van goedkopere uitgaven van zijn werk was gebracht.

Als mogelijk boek dat voor uitgave in goedkope vorm geschikt zou zijn, biedt Buysse Van Dishoeck een bundel reisverhalen aan : "Nu, b.v. ben ik klaar met een verhaal naar aanleiding van een autotocht rondom Frankrijk, die ik, verleden oktober, met mijn familie ondernam. Het heet: De Vroolijke Tocht, en vertelt, meestal anecdotisch, van allerlei. Het is lichte, blijmoedige lectuur en zal in drie afleveringen van Groot Nederland: Febr. Maart­April opgenomen worden. In boekvorm zou het zoowat 10 vel

(14) Zie voor de aard van het fonds van De: Wc:rc:ldbibliotheek: F. de Glas, Sociale spreiding van 'kwaliteitsliteratuur' en het literair-kulturele veld. Uitgangs­punten van de "Wereldbibliotheek" (1905- ), in Tilburg Papers in Language and Literature 5 5 (maart 1984).

28

Page 31: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

druks worden; zeker niet meer. Zou u er niet voor te vinden zijn om dat goedkoop uit te geven, of voelt u er niet voor? Ik zou het toch eens willen probeeren. Ik meen dat het gekocht zou worden door automobilisten (en die worden steeds talrijker) en ook wel door andere lezers, die meer houden van opgewekte dan zwaarmoedige lectuur. [ ... ] Zoo'n boekje moet verschijnen in de lente, als vele toeristen aan reizen per auto beginnen te denken."

De vroolijke tocht zou inderdaad door Van Dishoeck worden uitgegeven. De prijs was f 0.90 voor een ingenaaid, en f 1.25 voor een gebonden exemplaar. Ter vergelijking: Het ezelken, dat in 1910 was verschenen kostte f 2.90 resp. f 3.50, en het eveneens in 1911 te verschijnen Stemmingen zou f 1.90 resp. f 2.50 kosten.

De tekenares Rie Cramer (1887-1977) vooral bekend om haar plaatjes voor kinderboeken, zou de omslagillustratie verzorgen. Eind april zou Buysse over de band aan Van Dishoeck schrijven : "Het bandje van De Vroolijke Tocht kan ik niet mooi vinden. Ik vind 't 'n zeurig, pietluttig dingetje. 'k Zag veel liever een dood-gewone band met flinke, groote titelletters en zonder orna­menteering".

Rie Cramer illustreerde in deze periode veel boeken voor Van Dishoeck 15 •

Van Dishoeck moet snel op Buysses voorstel gereageerd heb­ben, al zag hij kennelijk aanvankelijk niets in Buysses suggestie goedkopere uitgaven op de markt te brengen. Op 5 januari schrijft Buysse hem vanuit Haarlem : "Straks vertrek ik naar Den Haag en zal u van daar uit de druk­proef van het eerste gedeelte der Vroolijke Tocht zenden. Het is wellicht niet het interessantste of aardigste deel [ ... ]. Later komt er meer afwisseling in. De volgende week vertrek ik tot 15 Jan. naar België. Het zal mij zeer aangenaam zijn u na dien datum eens in den Haag te ontvangen. Wat u mij schrijft over de goedkoope manier van uitgave heeft mij zeer verbaasd. Ik kan toch niet begrijpen dat al die auteurs zeiven hun uitgaven betalen. Enfin, we zullen daar wel over praten."

( 15) Buysses De vrooliike tocht komt niet voor in de bibliografie van Rie Cra­mers werk in Jacqueline Burgers, Rie Cramer, leven en werk, Alphen aan de Rijn 2 1982.

29

Page 32: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

Wat precies tijdens het bezoek van Van Dishoeck aan Buysse besproken is, is niet meer na te gaan. In ieder geval heeft Buysse Van Dishoeck tijdens dat bezoek niet volledig overtuigd, want op 16 maart dringt Buysse er nog eens bij Van Dishoeck op aan dat hij over De vroolijke tocht spoedig een beslissing neemt. Dat heeft Van Dishoeck per omgaande gedaan.

Op 19 maart schrijft Buysse: "50 gulden vind ik niet de moeite waard als honorarium. Ik had gedacht 100 en 50 voor eventueele herdrukken."

Wat uiteindelijk de uitkomst van de onderhandelingen is ge­weest, is niet meer na te gaan. Op 23 maart gaat Buysse accoord met de condities van Van Dishoeck.

De vroolijke tocht zou drie drukken beleven : de tweede druk verscheen in 1915, de derde in 1926. Hoewel dat meer is dan de meeste andere uitgaven van Buysse bij Van Dishoeck, duidt dit toch niet op het enorme verkoopsucces dat Buysse kennelijk van zo'n goedkope uitgave verwacht en gehoopt had. Toch moet Van Dishoeck niet ontevreden over de verkoop van De vroolijke tocht geweest zijn, want in 1913 zou hij een tweede bundel reisverhalen, Per auto, van Buysse publiceren, die hij tegen dezelfde lage prijs in de handel bracht.

In de belangstelling voor Buysses werk in Vlaanderen was in­middels duidelijk, mede onder invloed van de huldeblijken die Buysse omstreeks deze tijd werden toebedeeld, een milde kente­ring opgetreden. Julius Hoste Jr. (1884-1954) had, schreef Buysse Van Dishoeck op 5 april 1911, belangstelling om werk van Buysse als feuilleton in het in 1900 door zijn vader opgerichte blad De Vlaamsche Gazet op te nemen. Hostes belangstelling zou volgens Buysse uitgaan naar Meester Gevers en R.P. Burkes Jr. Buysse stelt Van Dishoeck voor de revenuen van de publikatie in De Vlaamsche Gazet te delen. In een brief van 18 april informeert hij nog eens of Van Dishoeck tot een accoord met Hoste is kun­nen komen, en schrijft hij : "Er zal nu wel wat te doen zijn met mijn werk in België. Er komt schot in!"

Op 12 april benaderde ook het liberale, Antwerpse blad De Vrije Stem Van Dishoeck om romans van Buysse als feuilleton in hun blad op te nemen. Als mogelijkheden noemden zij Het

30

Page 33: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

leven van Rozeke van Dalen, 't Bolleken en Het ezelken. Op een briefkaartje op 18 april schrijft Buysse : "Ik zou daar wel op ingaan met de Vrije Stem. Wilt gij de voor­waarden stellen en vindt ge 't goed dat wij deelen?"

Buysse schrijft vervolgens, als Van Dishoeck hem om advies vraagt, eind april : "Ik heb heusch geen idee wat we zooal moeten vragen. Probeer maar eens iets : b.v. 75 of 100 gulden per boek. Die lui kunnen heusch wel wat betalen ; en de tijd is nu toch gekomen dat wij ook iets met ons werk mogen verdienen."

Buysse kondigt in zijn brief van eind april tevens aan dat het blad Vooruit te Gent graag zijn werk in populaire edities zou willen uitgeven, en verzoekt Van Dishoeck daarover contact op te nemen met Edward Anseele (1856-1938), de stichter en hoofd­redacteur van Vooruit.

Op 9 mei zou Buysse bij Van Dishoeck informeren of hij met Hoste, Anseele en De Vrije Stem inmiddels een accoord heeft bereikt, want, schrijft hij : "Ik las in de Week van Antwerpen dat alleen de boekhandel Het Kersouwken van Antwerpen, m minder dan 1 maand ruim 800 ex. van mijn werken verkocht."

In zijn brief van 18 april 1911 schrijft Buysse : "Dit najaar wensch ik uit te geven een bundel Stemmingen, korte schetsjes reeds gedeeltelijk in Groot Ned. verschenen; anderen in de loop van den zomer nog te verschijnen. Hebt gij daar zin in? Voor 't volgend jaar heb ik dan weer een roman: De Nachtelijke Aanranding."

Weer chicaneert Van Dishoeck over Buysses honorarium, want eind april schrijft Buysse aan Van Dishoeck: "Over het honorarium van Stemmingen wou ik later nog eens spre­ken. Dit boek wordt vrij wat grooter dan 'k Herinner mij en be­hoort zeer zeker tot mijn allerbeste werk."

Op 11 juni vraagt Buysse wat geprikkeld of het nog lang duurt voor De vroolijke tocht verschijnt. Hij meldt bij die gelegenheid tevens dat hij inmiddels Stemmingen gereed heeft.

Twee dagen later, op 13 juni schrijft hij : "Ik ben er wel op gesteld om Stemmingen dit najaar uit te geven, omdat al spoedig daarop mijn nieuwe roman zal volgen en dat ik ook nog ander werk in het vooruitzicht heb. Maar als u er

31

Page 34: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

tegen opziet, laat het mij maar ronduit weten. Het zou mij zeer zeker aangenaam zijn alles bij u uit te geven, doch het mag geen dwang worden."

Op 19 juni heeft Buysse dan eindelijk zijn exemplaren van De vroolijke tocht ontvangen. Hij stuurt Van Dishoeck de kopij van Stemmingen, al blijkt op 11 juli dat hij met Van Dishoeck nog tot een accoord moet komen over het honorarium.

Van Dishoeck stuurde hem per omgaande zijn voorstel. 18 juli schrijft Buysse : "U bedoelt zeker 150 (en niet 100) zooals u mij reeds aanbood en zooals ik ook voor 'K Herinner Mij heb ontvangen. Dit wil ik aannemen, al is het zeer weinig."

1912

Op 9 maart 1912 biedt Buysse Van Dishoeck de uitgave van zijn roman De nachtelijke aanranding aan. Hijzelf acht deze roman niet minder dan 't Bolleken of Het ezelken. De roman zou eerst in de zomermaanden juni tot en met augustus in Groot Nederland wor­den geplaatst. Kennelijk had Buysse toch een lichtelijk ontevre­den gevoel over de door Van Dishoeck aan hem betaalde honoraria, want hij informeerde wat argwanend naar de grootte van de oplage: "In 't najaar wensch ik het dan als boek uit te geven (200 à 225 pag.) en geef u daarvoor, als naar gewoonte, de eerste keus. Heeft u er zin in dan zou ik wel graag in de eerste plaats willen weten op hoeveel exemplaren u de oplage zoudt laten drukken. Daarna kunnen wij verder onderhandelen."

Van Dishoeck reageerde direct, maar uit tactische overwegin­gen waarschijnlijk zonder het noemen van exacte bedragen, want in zijn brief van 13 maart specificeert Buysse zijn wensen met betrekking tot het honorarium : "Gaarne zou ik, voor de Nachtelijke Aanranding 350 gulden ont­vangen voor een oplage van 1000 exemplaren en vervolgens 150 gulden voor ieder [sic} eventueel en herdruk."

Op 16 mei waren de onderhandelingen in hun eindstadium en kon Buysse schrijven :

32

Page 35: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

"Uw schrijven heeft mij bijzonder veel genoegen gedaan. Zoodra ik proef ontvang van 't laatste deel zal ik het u zenden en ik geloof wel dat gij dat nog het beste en leukste van de drie zult vinden. Het wordt geen volumineus boek ; misschien mag er wel een beetje ruim gedrukt worden om een goede 200 pag. te bereiken."

8 september hebben Buysse al proeven bereikt van De nachte­lijke aanranding, want hij schrijft met enige lof over de nieuwe letter waarin Van Dishoeck zijn boek heeft laten zetten. Waren de meeste van Buysses boeken tot dusverre gezet uit waarschijnlijk de Universum van de Bauersche Giesserei te Frankfort, De nachte­lijke aanranding was gezet uit de Hollandsche Mediaeval van S.H. de Roos, die juist in 1912 was uitgebracht door de Lettergieterij Amsterdam v.h. N. Tetterode, en die moderner oogt. Ook naar de omslag van zijn roman toonde Buysse zich nieuwsgierig. Dat zou echter de gebruikelijke omslag worden, met het door Herman Teirlinck ontworpen vignet van een lezende man; in tegenstel­ling tot Buysses overige boeken zouden de letters op de omslag ditmaal in donkerblauw worden gedrukt. Het zijn nauwelijks wij­zigingen om over naar huis te schrijven. Dat Van Dishoeck ze niettemin aan Buysse voorlegde, wijst er op dat diens bemoeienis met zijn boeken vér ging. De nachtelijke aanranding verscheen nog in 1912.

1913

Begin 1913 ontving Buysse de proeven voor zijn nieuwe bun­deling reisverhalen, Per auto, waaraan hij in dit stadium nog stukjes toevoegde. Op 25 januari 1913 schrijft hij : "De pas ontvangen proeven maken het mij duidelijk, dat u wel mijn adres zult noodig hebben. Ziehier hoe ik zal reizen : Van 27 Jan. tot 10 Febr. Schlosshötel-Enderlein(,] Pontresina[,] Zwit­serland (Engadin). Van 12 tot 15 of 16 Febr. per adres Maurice Maeterlinck[,] Villa des Abeilles, avenue des Beaumettes[,] Nice [,] Frankrijk. Van 16 tot 20 Febr. per adres Léon Bazalgette, 59, rue Rennequin(,J Paris XVII". Van 20 Febr. tot 1 Maart Molen van Deurle bij Deinze[,] prov. Oost-Vlaanderen(,] België. Liefst, als het kan, ontving ik geen proeven te Nice en Parijs. Ik hoop

33

Page 36: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

ten zeerste dat het gisteren toegezonden stukje er nog bij kan. Is er bezwaar aan verbonden om het tusschen Amiens en Lisieux in te lasschen, dan mag het na Lisieux komen. V el II zou er dus mee mogen beginnen."

Tussen Amiens (p. 4-6) en Om uit Lisieux te komen (p. 7-17) is geen stukje geplaatst ; na Lisieux komt eerst een klein stukje Normandië (p. 18-22), en vervolgens de grote afdeling In Nor­mandië en Bretagne (p. 23-78).

Ook op 29 januari stuurt Buysse nog een stukje voor Per auto aan Van Dishoeck toe, terwijl hij die gelegenheid aangrijpt om de afspraken over het honorarium nog wat aan te scherpen : "In ons kontrakt zou ik gaarne zien opnemen, dat wij het hono­rarium zullen deelen voor eventueele overdrukken van gedeelten in bloemlezingen en dergelijke. Er werd mij reeds naar de drie Herinneringen uit Normandië en Bretagne (die in De Wereld van 1 Jan. verschenen) gevraagd."

Op 26 februari kondigt Buysse vanuit Deurle aan dat hij 28 februari weer in Den Haag zal zijn. Hij verzoekt Van Dishoeck verdere proeven en het contract voor Per auto naar dat adres op te sturen.

Hij schrijft dan op 1 maart: "Wat het kontrakt Per Auto betreft, de som, door mij gevraagd en door u aangenomen is fl. 125. voor een eerste oplage en de helft daarvan voor eiken eventueelen herdruk. Wilt u zoo goed zijn de voorwaarden in dien zin te wijzigen."

In dezelfde brief verzocht Buysse ook hem het honorarium met­een uit te betalen. Op 3 maart bevestigt hij de ontvangst van het honorarium, en stuurt hij het, klaarblijkelijk naar zijn genoegen bijgestelde, contract ondertekend retour. Verder schrijft hij : "Ik heb juist een stuk geschreven over mijn jongste bezoek bij Maeterlinck. 't Verschijnt spoedig en kan daarna ook op 't eind van Per Auto geplaatst worden. Dat zal goed doen in 't ensemble."

Met Met de Maeterlincks sluit inderdaad Per auto af ; het omvat achtereenvolgens Naar het Zuiden, Naar Brugge, Interview en Bij de Maeterlinck' s te Nizza.

Op 23 juni informeert Buysse of Per auto al verschenen is. Hij kondigt tevens zijn nieuwe roman Van hoog en laag. Het eerste

34

Page 37: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

levensboek aan, ui~eraard als gewoonlijk eerst te publiceren in Groot Nederland: "Waarschijnlijk wordt deze 't volgend jaar voortgezet onder den titel van Schilder en misschien volgt er nog wel een derde op. Maar deze eerste staat toch geheel op zichzelf en moet in elk geval ook apart uitkomen. Zijt gij er nog eens voor te vinden? Daar de ro­man niet zeer lang is zal ik mijn honorarium-vraag daar ook naar schikken : 290 gulden voor een eerste oplage [ ... ]."

"Ik vrees dat ik een vergissing heb begaan. Heb ik u 't derde ge­deelte van Hoog en Laag gezonden? Dat was voor de drukkerij van Groot Nederland tot revisie bestemd en zoo begrijp ik dat ik geen revisie ontvang. Beleefd verzoek mij in dat geval de stukken zoo gauw mogelijk terug te zenden. Hierbij I en 11 van den roman. Het wordt maar een klein deel : alles bij elkaar 76 pag druks van het formaat Groot Nederland. Het mogen dus maar kleine bladzijden worden in boekvorm", schrijft Buysse op een op 6 juli afgestempelde briefkaart aan Van Dishoeck.

Op 16 juli komt hij nog eens terug op het idee dat Van hoog en laag het eerste deel van een trilogie vormt : "Ja, zeker, titel en ondertitel moeten er allebei op voorkomen; want zeer waarschijnlijk heeft het volgende boek, onder den zelf­den hoofdtitel Van Hoog en Laag 'Schilder' als ondertitel."

De aangekondigde vervolgdelen op Van hoog en laag zijn er nooit gekomen.

Op 3 augustus 1913 vraagt Buysse aan Van Dishoeck of hij er voor zou voelen iets van Virginie Loveling uit te geven : "( ... ] een verhaal, zoo ongeveer den omvang van Top Naeffs Stille Ge­tuige en dat een paar jaar geleden in een tijdschrift is verschenen?" Pas in 1920 gaf Van Dishoeck in samenwerking met Lectura te Antwerpen de novelle Tamboer van Virginie Loveling uit, maar het kan nauwelijks om dezelfde novelle gaan.

Van hoog en laag verscheen begin november 1913. Buysse ont­ving een luxe-exemplaar van Van Dishoeck. In zijn bedankbriefje van 4 november schrijft Buysse : "'t Is waar: 't boekje is klein, kleiner dan ik dacht, maar dat komt nu eenmaal zoo. Dat van 't volgend jaar zal heel wat omvangrijker zijn."

35

Page 38: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

1914

Op 23 februari 1914 bedankt Buysse Van Dishoeck voor zijn aan­kondiging een tweede druk van Het ezelken op te leggen. Die tweede druk zou pas in 1915 verschijnen. Van Dishoeck had zich - waarschijnlijk mede gezien wat Buysse het jaar daarvoor over het tweede deel van zijn trilogie Van hoog en laag, Schilder had geschreven - benieuwd getoond naar Buysses verdere plannen. Buysse schrijft daarover : "Wat mijn eventueele productie voor 't najaar betreft, daar kan ik nog geen bepaald antwoord op geven. Ik ben met twee dingen te gelijk bezig. Misschien komen ze geen van beide klaar; mis­schien een; misschien alle twee, wat zeker té veel zou zijn. Over een maand of zoo zal ik wijzer zijn dan nu. Ik ga in elk geval weer aan 't werk."

Tot juni valt er vervolgens een stilte in de correspondentie. Van Dishoeck heeft dan in de afleveringen maart tot en met mei van Groot Nederland Buysses novelle Zomerleven gelezen, want Buysse schrijft hem op 19 juni : "Als ik het auteursrecht voor Zomerleven afsta, dan moet het toch ook eenigszins de moeite waard zijn. Van alle kanten heb ik niets dan lof gehoord over dit werk. Als ik er nu niet minstens 300 gulden voor krijg, dan geef ik het liever niet uit."

Het is uiteraard onzeker of er brieven uit de tussenliggende periode verloren zijn geraakt. Maar het lijkt er op dat Buysse steeds meer bereid is Van Dishoeck als zijn vaste uitgever los te laten. Van de roman Het gemakkelijke leven waaraan hij in de lente van 1914 begint, 16 en die pas in 1918 onder de titel De strijd bij Nijgh & Van Ditmar te Rotterdam zal verschijnen, hoort Van Dishoeck niets. 17 Het is dan ook zeker niet alleen aan het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog te wijten dat er in 1914 geen boeken van zijn hand bij Van Dishoeck verschijnen, al probeert Buysse in augus­tus, als de Duitse troepen België al zijn binnen gevallen, nog proe­ven van Zomerleven naar Nederland te versturen.

( 16) Zie Cyriel Buysse 1859-1932, p. 95. (17) Van Dishoeck zou wel omstreeks 1929 de overblijvende exemplaren van

De striid van Nijgh & Van Ditmar overnemen en daarvan een titeluitgave in de handel brengen.

36

Page 39: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

Mogelijk voelde Van Dishoeck aan dat Buysse hem enigszins op afstand hield. Hij arrangeerde in elk geval een bezoek aan Buys­se om hun affaires eens door te spreken. Dat bezoek vond op dins­dag 7 juli plaats. Het album Cyriel Buysse 1859-1932 stelt de datum van Van Dishoecks bezoek op dinsdag 30 juni; mij lijkt dat on­waarschijnlijk omdat Buysse op 29 juni Van Dishoeck schrijft: "Komt u dan dinsdag (1 uur) familiair bij ons eten. Laat mij weten waar en hoe laat ik u kan vinden [ ... ]." Het komt mij onmogelijk voor dat op zo'n korte termijn een dergelijke afspraak met bijbe­horende regelingen tot stand heeft kunnen komen. Ik houd het dus op 7 juli, een week later. Dezelfde dag nog echter schreef Buysse aan Van Dishoeck : "Ik wou er graag zien bijgevoegd dat eventueel hororarium voor vertalingen en overname in bloemlezingen en dergelijke door uit­gever en auteur gedeeld worden."

Op 11 augustus had Buysse geprobeerd proeven van Zomerleven naar Van Dishoeck te sturen. Omdat de Duitsers op 4 augustus België waren binnengevallen, vreesde hij dat de proeven niet op het juiste adres waren gearriveerd. Op 26 augustus schrijft hij : "Ik zond u een week geleden een paar vel gecorrigeerde drukproe­ven en verzocht u mij te willen berichten of u die ontvangen hadt. Totnogtoe geen bericht van u daarover. Daarom dring ik nog eens aan. Uit vrees dat het verloren gaat durf ik niets meer verzenden." Zomerleven zou pas in 1915 verschijnen.

Het contact gaat dan verloren tot 6 oktober, als Buysse Van Dis­hoeek schrijft : "Ik ben voor een week in Den Haag. Mocht u mij iets mee te deelen hebben, doe het dan liefst terwijl ik hier verblijf."

Buysses vrouw was met de kinderen al op 1 september naar Den Haag teruggekeerd. Buysses verwachting dat hij na zijn bezoek aan Den Haag weer naar België zou kunnen terugkeren, wordt door de ontwikkelingen de bodem ingeslagen : de Duitsers ver­overen op 6 oktober Antwerpen en op 13 oktober Gent, waar­mee de terugkeer onmogelijk is geworden. De komende jaren zal Buysse als balling in Nederland verblijven. 18

(wordt vervolgd).

(18) Graag dank ik de heer Huib van Krimpen voor de identificatie van de door Van Dishoeck gebruikte letters.

37

Page 40: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

BIJLAGE

(Bij C.A.J. van Dishoeck te Bussum verschenen publikaties van de hand van Buysse in de periode 1905-1914)

1905 In de natuur 1906 Het leven van Rozeke van Dalen 1906 't Bolleken 1907 Lente 1908 Het volle leven 1909 'k Herinner mij ... 1910 Het ezelken 1911 De vroolijke tocht 1911 Stemmingen 1912 De nachtelijke aanranding 1913 Per auto 1913 Van hoog en laag

38

Page 41: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

BUYSSE EN HAUPTMANN, I

door

]. van &hoor

1. Buysse zelf heeft meer dan eens aangegeven dat Gerbart Hauptmanns (1862-1946) toneel voor hem een aansporing is ge­weest om vooral in het naturalistische genre te werken. Dat wordt bevestigd in de artikelen en het interview die Emmanuel de Bom 1

en André de Ridder 2 aan hem gewijd hebben. Vreemd genoeg is daar - bij mijn weten - in feite nooit dieper op ingegaan. Nochtans vraagt dit facet van Buysses werk meer aandacht. Die vraag naar mogelijke overeenkomsten kan uiteraard geen zaak van tekstvergelijking alleen zijn. Hier komen essentiële aspecten aan bod die buiten het literaire netwerk vallen en die meer te maken hebben met de theaterpraktijk, dramaturgische technieken en het creëren van een klimaat, een spanningsveld dat verbonden is met de bepalende factoren van ruimte en tijd.

2. Men kan moeilijk stellen dat Hauptmann in de tijd dat Driekoningenavond (1899) en Het Gezin van Paemel (1902) geschreven zijn in Vlaanderen een bekend auteur was 3 • Als men daarbij rekening houdt met het feit dat Buysse meer kontakten had met het Gentse toneelmilieu en met het theater van daarbui­ten weinig of geen binding had, dan is men gauw uitgekeken op de mogelijkheden die er toen waren om ooit een stuk van Hauptmann op het toneel te zien. De directies van het Gentse beroepsgezelschap 4 wisten ongetwijfeld van het bestaan van die nieuwe dramaturgie af, maar zij toonden alle reserves tegenover een repertoire dat rauw-realistische (en volgens velen van toen

(1) Emmanuel de Bom, "De Multatuli-Kring en Cyriel Buysse", in Nieuw Vlaan­deren, Brussel, 1925, blz. 257.

(2) André de Ridder, "Bij Cyriel Buysse. Interview", in Den Gulden Winckel, 15 oktober 1909 (VIIIe jg.), blz. 148.

(3) In Holland bij voorbeeld ging die bekendmaking veel vlotter. ( 4) Cfr. mijn Huis voor Vlaanderen. Honderd jaar Nederlands beroepstoneel te

Gent, Gent, 1971.

39

Page 42: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

volstrekt "overtrokken") situaties op de planken bracht. De tijd was er hier blijkbaar niet rijp voor en de directeuren die in de eerste plaats rekening wensten te houden met de financiële risi­co's die zo'n repertoirekeuze met zich meebracht hadden geen enkele behoefte aan de vertoning van stukken die het publiek vooral dreigde af te schrikken in plaats van het aan te trekken. Het kleinburgerlijke fatsoen en het verlangen naar "hoge" stem­mingen bepaalden nog steeds de keuze van de aan bod te bren­gen auteurs. En men hield - niet helemaal ten onrechte- rekening met de samenstelling van het publiek dat veelal niet intellectueel was, niet geëngageerd en niet per se betrokken bij een internatio­nale vernieuwing op het gebied van het toneel. Uiteraard waren er de rari nantes die een heel andere kijk op dat zich overal aan­kondigende toneel hadden, veelal intellectuelen die ook voortdu­rend eisten dat de beroepsgezelschappen een stuk van o.m. Haupt­mann op het repertoire zouden nemen en die ook een en ander vernomen hadden over het werk van Brahms Freie Bühne in Ber­lijn of Antoines Théátre Libre in Parijs 5 • In Vlaanderen heeft Vermeylen vrij vroeg reeds het verslag gebracht van zijn theater­ervaringen in Berlijn, in het bijzonder i.v.m. Hauptmann en hij was de eerste die hier een uitgebreide bespreking aan een paar stukken van deze Sileziër wijdde 6 • Maar ik kan mij moeilijk voor­stellen dat die opstellen van de toen nog jonge universitair een grote weerklank zullen gevonden hebben. Wat niet wegneemt dat bij de enige intellectuelen van toen sindsdien de idee groeide dat Hauptmanns toneel een model voor de toekomst bracht. Suder­manns en Ibsens stukken schenen reeds een gemakkelijker toegang tot het grote publiek te vinden en het duurt tot in oktober 1904 wanneer in Antwerpen plannen gemaakt werden om een Neder­landsche Vereeniging "Het Vrij Tooneel" op te richten (het model zat uiteraard in de naamgeving), die de weg zou vrijmaken

( 5) Vooral in het "Brusselsch Tooneel- en Letterkundig Blad'' De jonge Kater (1898-1900) weerklinkt soms het verlangen om een stuk van Hauptmann door onze gezelschappen te laten spelen ( cfr. de nrs. 19, 22, 24, 26 en 27 van de eerste jg.).

(6) A. Vermeylen, "Note sur Ie Drame moderne en Allemagne. Gerbart Haupt­mann ( 1) ", in Revue universitaire, Brussel 1891, jg. I, blz. 194-201 en "Notes sur Ie drame moderne en Allemagne. Gerhart Hauptmann (1)", in Revue universitaire, Brussel, 1891-1892, jg. II, blz. 67-72.

40

Page 43: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

voor meer opvoeringen van Hauptmanns werk 7 • Omstreeks die tijd ook vindt men in de pers aanzetten tot een nieuwe belangstel­ling voor dit toneel 8 •

Een beter begrip voor de nieuwe stukken veronderstelde ook een bepaalde gedrevenheid, iets wat men bij voorbeeld van het gemiddelde Gentse theaterpubliek moeilijk kon verwachten, dat duidelijk een voorkeur gaf aan de vele Duitse possen, een vrij goedkope lolbroekerij die ieder seizoen opnieuw op het reper­toire kwam. Directeur Louis (Lodewijk) Van den Kieboom was weliswaar in zijn directietijd (1893-95) en binnen zijn voorgesteld "afwisselend repertoire" de invoerder geweest van het realistische drama van Sudermann, Ibsen en Björnsterne Björnson, maar de belangstelling van het publiek bleef achterwege. Althans van het grootste deel van het publiek. De intellectuelen, of wat daar voor doorging, eisten wel een ander toneel en veelal richtten die Vla­mingen zich naar het Noorden, waar Louis Bouwmeester sr. -wellicht de meest getalenteerde tonelist van die tijd - voor hen steevast het voorbeeld aangaf van hoe het kon en moest. Die­zelfde Bouwmeester speelde reeds in het seizoen 1898-99 Haupt­manns Voerman Henschel, trouwens een van de opmerkelijkste vertolkingen van zijn acteursloopbaan. Toen in november 1899 - de Duitse tekst was in hetzelfde jaar verschenen - Haupt­manns Voerman Henschel in de vertaling en de regie van Arie vanden Heuvel in Gent voor het voetlicht kwam (de directeur was toen Honoré Wannijn), boudeerde het publiek die voorstel­ling volkomen, ondanks de verzorgde uitvoering met een schitte­rende Ernest van Havermaete in de hoofdrol en de doorgaans goede kritieken 9 • Zodanig zelfs dat ze ook afgevoerd diende te worden.

(7) s.n., "Nederlandsche Vereeniging 'Het Vrij Tooneel' ", in Lucifer (Antwer­pen), IVe jg. nr. 5, 15 oktober 1904.

(8) o.m. in Lucifer van 12 maart 1905, waar een reeds in Het Nederlandsch Too­neet van Aug. Monet afgedrukte tekst (van 2 maart(?) 1905) staat, een vertaalde passus uit het boek van Rudolph Lotar, Das deutsche Drama der Gegenwart, uitge­geven te München en Leipzig in 1905, een tekst die vooral een vergelijking met Schiller en een bespreking van De Wevers weergeeft.

(9) Cfr. mijn Huis voor Vlaanderen, o.c., blz. 119 en Het Tooneet (Gent) van 24 november 1899, 29 december 1899 en 30 december 1900 ; de auteur van die teksten is verm. Karel van de Woestijne (cfr. Anne Marie Musschoot, "Karel van de Woestijne en het Gents toneel", in Jaarboek 1976-1977, dl. I van de Konink­liike Soevereine Hoofdkamer van Retorica "De Fonteine" te Gent, XXVII, 2de reeks, nr. 19, Gent, 1978, blz. 137-148).

41

Page 44: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

Die keuze van het Gentse bestuur was niet uniek, want in oktober­november 1899 werd hetzelfde stuk in de Brusselse K.V.S. ge­speeld met hier in de hoofdrol Arthur Hendrikx (die later direc­teur in Gent zou worden) en Louis Bouwmeester - het enfant chéri van de Vlaamse intelligentsia - speelde het nog in maart 1903 te Antwerpen, in november 1904 te Brussel met het Haar­lemsch Tooneelgezelschap. In het seizoen 1903-04 kwam het even­eens op het repertoire van het Antwerpse beroepsgezelschap voor. Vlaanderen kwam duidelijk tot de langzame en ook moeizame ontdekking van Hauptmann, maar de belangstelling bleek geens­zins aan de intenties te beantwoorden.

Toch zou Voerman Henschel in Vlaanderen een van de meest gespeelde stukken van Hauptmann blijven ...

Gedrevenheid was er uiteraard wel bij de toneelgroepen die mid­den in de sociale beweging stonden en die in het toneel van Heijer­mans of Hauptmann het geschikte voer vonden dat voor hun idealen van emancipatie voor de lagere klassen kon gebruikt wor­den. Bij uitstek bij de toneelafdeling van de Gentse Multatuli­kring, die reeds in september 1896 in samenwerking met de Voor­uitstrevende Kring een reeks van voorstellingen inrichtte van De Wevers, vertaald door "onzen vriend Prover" 10• De Duitse tekst was in 1892 verschenen 11• Die eerste vertoning van een stuk van Hauptmann in Gent kende niet alleen een overdonderend succes, het thema van de miserabele werkomstandigheden van de Silezische wevers sloeg uiteraard volledig aan bij het arbeiderspu­bliek van de Multa. Voor hen was het vooral belangrijk te zien hoe lotgenoten bijna op dezelfde manier door het kapitaal uit­gezogen werden. Voor hen was de aansporing tot solidariteit in de nood een essentiële boodschap, nochtans iets waar Hauptmann niet aan gedacht had 12• Die herkenbaarheid in de situaties werd nog gekoppeld aan de verschijning van voor hen bekende spelers

(10) Cfr. Christ De Bruycker sr., De geschiedenis van de Multatulikring Gent van ziin stichting af tot 1940, Gent, 1965, blz. 32·35.

( 11) Als De Waber in Berlijn bij S. Fischer in 1892 een zogeheten "Dialektaus­gabe" in het Silezisch, in hetzelfde jaar bij dezelfde uitgever in een Duitse "ver­taling".

(12) Cfr. Edgar Kirsch, "Proletarier-Gestalten im Frühwerk Gerhart Hauptmanns" in WissenschaftUche Zeilschrift der Martin Luther-Universität Halle-Wittenberg, XI, 11, blz. 1447-1460, in 't bijz. blz. 1450-1451 en H. Schwab-Felisch, Hauptmann: Die Weber, Frankfurt I M-Berlin, 1963, blz. 96.

42

Page 45: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

en het taalgebruik dat ongetwijfeld goed aansloot bij de gevoelig­heden van het aanwezige gehoor. Het succes van De Wevers, "het stuk dat meer op het gemoed van den toeschouwer werkt, zonder veel geestesinspanning te vergen", dixit H.G. D'Hoedt 18,

werd zeker nog tot in 1904 met succes gecontinueerd, tot bij die amateurs in juli 1905 Voor Zonsopgang gespeeld werd (in een vertaling van dezelfde(?) P.J. D'Hoedt).

Ook de eerste voorstelling van Heijermans' toneel te Gent werd door de Multatulikring voor het voetlicht gebracht, nl. Ghetto in 1902, vóór het in 1904 door het lokale beroepsgezelschap is ge­bracht 14• In 1902 nog kwam het Nederlandsch Tooneet van Ant­werpen in Gent met Op Hoop van Zegen. Ghetto en Op Hoop van Zegen werden in 1903 reeds door het Van Crombrugghe's Ge­nootschap, een ander Gents amateurensemble, opgevoerd. Het zevende Gebod kreeg in juli 1904 een kans bij de Multa. Ook hier heeft het amateurtoneel de weg geëffend voor het beroepstoneeL

Cyriel Buysse heeft de beste voorstellingen van die groepen van het theater van Hauptmann en Heijermans in Gent gezien en hij rapporteert erover in Groot-Nederland van juni 1904 15•

3. Driekoningenavond Meer dan eens hebben toneelcritici vooropgesteld dat Buysse

in de eerste plaats als verteller de wereld van de literatuur zou ingaan en dat zijn toneel daar voortdurend de sporen van draagt 16 •

Bij Driekoningenavond, zoals bij Maria 17 en Een sociale misdaad,

(13) H.G. D"Hoedt, "Multatuli's Kring De Wevers", in Lucifer (Antwerpen), 15 oktober 1904.

(14) De eerste Heijetmans die in België gespeeld werd was, bij mijn weten, Het zevende Gebod, dat in november 1901 in de K.V.S. van Brussel voor het voet­licht kwam.

(15) Als Prosper van Hove in Groot-Nederland (Amsterdam), juni 1904, blz. 729-734, vooral op blz. 732-734 (in de rubriek Vlaamsche Kroniek) ; opgenomen in Verz. werk, d. 7.

(16) ar. L(ode). Monteyne, "Cyriel Buysse als toneelschrijver", in De Vlaam­sche Gids (Antwerpen), XXI (1933), blz. 181 e.v. en John Sacré, "Cyriel Buysse als dramaturg", in Het Laatste Nieuws van 11 aug. 1932.

(17) Driekoningen-Avond. Drama in drie bedrijven, in: Tweemaandeliiksch Tijd­schrift, 1899, Ve jg., deel 11, blz. 1-48 en Maria. Drama in vijf bedrijven, in: Tweemaande/ijksch Tijdschrift, 1900, Vle jg., deel 11, blz. 328-371. Het eerste to­neel is een bewerking van de novelle De Biezenstekker, het tweede van de roman Het Recht van de Sterkste (cfr. o.m. Cyriel Buysse, De Biezenstekker gevolgd door Driekoningenavond, Ingeleid en toegelicht door A. van Elslander en A.M. Musschoot, Culemborg, 1977) ; het toneel is opgenomen in Verz. werk, d. 6.

43

Page 46: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

ligt dat uiteraard voor de hand, alleen reeds door het feit dat die toneelschetsen a.h.w. voor het toneel bewerkte prozawerken zijn. En toch houden zo'n beweringen een volstrekte miskenning in van het gevoel voor dramatiek dat bij Buysse steeds aanwezig is 18,

maar ook van het feit dat Buysse heel duidelijk over een drama­tische techniek beschikt die zijn gevoel voor de behoeften van het toneel onderstreept. Uiteraard is zijn naturalisme voor een goed stuk ingegeven door het naturalisme van Zola en De Maupas­sant 19• Bovendien kan men in dat toneel voortdurend sporen vin­den van die allereerste vingeroefeningen die hem er reeds vóór 1900 toe aanzetten o.m. Guustje en Zieneken ( 1887), De Biezen­stekker (1890), Het Recht van de Sterkste (1893), Mea Culpa (1896) of Uit Vlaanderen (1889) op papier te zetten, maar elk auteur, ook de toneelschrijver, moet de voldoende kansen krijgen om tot een bepaalde schrijfvaardigheid en een bekendheid met het métier te komen. En vele toneelauteurs, ook niet van de min­ste, hebben via hun ervaring van de literatuur het vak van dra­maturg geleerd. Niet zelden is pas nadien een betere kennis van de eisen van het medium theater gekomen.

Driekoningen-avond was wel het eerste toneel dat Buysse publi­ceerde, maar daarmee was hij niet aan zijn proefstuk: het onuit­gegeven Het geheim van Miss Lansing en de satirische schets De plaatsvervangende Vrederechter (die reeds in 1895 opgevoerd is) waren reeds geschreven. Bovendien bestond er reeds een onvol­tooid stuk in het Frans, Henri Léautour. De Biezenstekker lag aan de basis van een Franse toneelversie die Le Bátard heette en die via de bemiddeling van Maeterlinck naar Lugné-Poe is gegaan met de bedoeling dat het in het Théàtre de !'Oeuvre voor het voet­licht zou komen. Die voorstelling is er nooit gekomen en Lugné­Poe heeft de tekst vermoedelijk verloren 20 • Nog voordien waren er Buysses verslagen bij de zittingen van de Nevelse gemeente­raad, die niet alleen in dialoogvorm geschreven zijn, maar die onge-

(18) Cfr. Bert Decorte, "Het dramatisch element in het werk van Buysse", in V.M. K.V.A., N.R. 1985, afl. 1, blz. 78-84.

(19) Cfr. P.H.S. van Vreckem, De invloed van het Franse naturalisme in het werk van Cyriel Buysse, Brussel, 1968, bovendien de aanvullende notities in ge­noemde uitgave van De Biezenstekker.

(20) Cfr. Rob. Roemans, Kritische Bibliographie van Cyriel Buysse gevolgd door een Bibliographie over Cyriel Buysse, Kortrijk, 's-Gravenhage, 1931, blz. 28.

44

Page 47: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

twijfeld prachtig materiaal leveren voor een voorstelling 21 • Wat nog niet zo lang geleden gedemonstreerd is door het Arca-theater van Gent dat er meer dan 150 vertoningen van gegeven heeft on­der de titel De Raadsheeren van Nevele 22 • Le Batard was van 1897 en ondanks de verschillen die er mogen zijn met de Nederlandse tekst, geeft die datum toch een steunpunt om te kunnen besluiten dat Hauptmanns toneel hier voor het thema weinig invloed kan uitgeoefend hebben. Althans niet Voerman Henschel. Uiteraard moet men dit stuk voor het naturalisme ervan in de eerste plaats in zijn tijd situeren en het in verband met ander werk van Buysse brengen. Maar Driekoningenavond draagt als toneel wel degelijk de sporen van ander toneel van die tijd en hier kom ik onvermij­delijk bij Buysses bijzondere vermogen om een dramatisch klimaat te scheppen, iets wat uiteraard reeds uit zijn proza blijkt, maar wat hij duidelijk op een vakkundige manier uitgewerkt heeft in zijn toneel. Daar zijn hem zeker voorbeelden aangereikt. 0. m. en zonder de minste twijfel uit het toneel van Hauptmann, maar dan vooral de Hauptmann van Das Friedensfest (het verhaal van een onmogelijk huwelijk waarbij de tirannie van de monomane man en de beperktheden van de vrouw naar een samenleven lei­den dat een hel wordt, ook voor de kinderen blijft er alleen ellende over. Reeds bij het begin van het stuk is alles verloren en wordt de tragische levenssituatie duidelijk), een stuk dat reeds door Vermeylen gesignaleerd is 23 , maar waarvan de thematiek voor Buysse zonder meer inspirerend kan gewerkt hebben en Buysses transpositie van het burgerlijke milieu naar het platteland met een oplossing die misschien een positiever slot veronderstelt. Ook in het stuk van Hauptmann is er weinig handeling en wordt de studie van de karakters essentieel. Driekoningenavond is eveneens "eine Familienkatastrophe" 24 • Het tragisch klimaat waarbij totaal ver­schillende mensen binnen eenzelfde huwelijk alleen elkaars onder­gang bewerken (gewild of niet) is dat van beide stukken. De

(21) Cfr. de publikatie ervan met een uitvoerige inleiding door J. Taeldeman, in Monografieën van de Heemkundige Kring 'Het Land van Nevele', I. Het Literaire Leven in Het Land van Nevele ( 1972), blz. 33-121 ; opgenomen in Verz. werk, d. 7.

(22) Als een monoloog gespeeld door Jo Decaluwe en geregisseerd door Jo Ge­vers in de toneelseizoenen 1982-83 t/m 1988-89.

(23) Cfr. voetnoot 6. (24) Zoals de ondertitel van het stuk luidde in de uitgave van 1890.

45

Page 48: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

protagonisten slagen er ook niet in in de eerste plaats met zich­zelf in het reine te komen. De gedachte aan de verzoening tussen beide echtelieden is in Driekoningenavond aanwezig, maar ze wordt hier door de pastoor bewerkt, in het Friedensfest is dat de toekomstige schoonmoeder van de zoon van dr. Scholz, de autori­taire vader. In beide stukken staat de rol van het kind centraal : in Das Friedensfest de zoon Wilhelm, die tevergeefs poogt aan het fatum dat hem verplettert te ontsnappen, in Driekoningenavond de bastaard (vandaar ook de Franse titel Le Batard) om wie alles begonnen is en terwille van wie de miserie haar hoogtepunt be­reikt. Er zijn ontegensprekelijke parallellen tussen beide stukken die geen toeval kunnen zijn, maar ze tonen ook aan hoe Buysse erin slaagt een initiaal gegeven naar eigen hand te zetten. Het scheppen van een spanningsveld tussen de karakters blijft daarbij essentieel en m.i. is het een grote vergissing geweest van Lode Monteyne en in mindere mate zelfs van Teirlinck, dat zij niet ingezien hebben hoe Buysse daarin een meester is 25 •

Opvallend bij Hauptmann is uiteraard dat de rol van het fatum zo zwaar doorweegt, maar de determinerende factor van het na­tuurlijke milieu en de erfelijke belasting geldt zowel voor Buysse als voor Hauptmann. De idee dat de mens zich vooral in het lijden uit, is zowel bij de een als bij de ander aanwezig. Aansluitend bij het Friedensfest is uiteraard ook Hauptmanns idee van Binsame Menschen ( 1890-91), het isolement dat ieder mens omgeeft in zijn emotioneel leven en in zijn drang naar vrijheid die hem ten­slotte van de anderen distantieert. Dat soort thema's geeft meer aansluiting aan Hauptmann, Ibsen en Buysse dan dat zij een over­eenkomst met Zo la's naturalisme laten vermoeden. Zonder daarom de invloed van het Franse naturalisme te willen minimaliseren, ben ik er dan ook van overtuigd dat een interpretatie in die zin nader moet bekeken worden. En ik vind het een fundamentele

(25) Cfr. L. Monteyne, "Cyriel Buysse als tooneelschrijver'", in De Vlaamsche Gids (Antwerpen), XXI, 1933, blz. 181-187 en zijn opmerking: "Een groot too­neetschrijver is Cyriel Buysse niet geweest'" (blz. 187) en Herman Teirlinck, zelfs in zijn "Lijkrede op het graf van Cyriel Buysse'", in V erslagen en Mededelingen van de Koninkliike Vlaamse Academie, aug. 1932, die uiteraard wel lof had -in die omstandigheden - voor Buysses werk, maar die - ook omdat hij heel an­dere inzichten over toneel verdedigde - blijkbaar weinig vertrouwen had in het dramatisch vermogen van C.B. Een standpunt dat hij nadien ook wel zal herzien.

46

Page 49: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

vergissing van critici van het werk van Buysse dat zij die link niet gezien hebben of onderschat. Zowel Brahm als Antoine hadden ook reeds de Familie Selicke (een stuk van 1890) gespeeld van Arno Holz en Johannes Schlaf, dat in feite als eerste de kern aangaf van veel van Hauptmanns naturalistische toneel. In die zin dat ook in deze vroegere familietragedie de onmogelijkheid van het samenleven en de ellende van drankzucht, het dier­lijke bestaan en de behoefte elkaar te vernietigen om voldoende levensruimte te vinden centraal staan en hier voor het eerst op een konsekwente manier getracht is het taalgebruik aan dit milieu aan te passen en van het dialect de taal "van het leven", van de harde werkelijkheid te maken. De Familie Selicke ligt o.m. in feite voor een goed deel aan de basis van Hauptmanns V or Sonnenauf­gang, een "sociaal drama" waarin drankzucht, de verdierlijking van de door speculatie rijk geworden boeren, het egoïsme, enz. hoogtij vieren en waarin een zuivere, natuurlijke verhouding van mensen met elkaar reeds bij voorbaat uitgesloten lijkt.

Driekoningenavond baadt in eenzelfde morbiede atmosfeer, maar het stuk heeft de eenvoudige struktuur behouden van de novel­le waaruit het gedestilleerd is. En juist wat dat betreft vertoont het veel minder verhaalstof dan in de andere naturalistische toneel­schetsen, maar het creëert vooral een klimaat van verwachtings­patronen die de spanning telkens opdrijven. In Buysses novelle worden de feiten gewoon op een rijtje gezet en kent het verhaal een relatief lineair verloop. ·In de toneelschets wordt elke nieuwe komst voorbereid, o.m. door de vrouwen (een soort koor) becom­mentarieerd, en op die manier wordt een typisch dramatisch kli­maat opgebouwd, zoals bij voorbeeld Maeterlinck, maar ook Haupt­mann dat meer dan eens doen. Buysse staat dichter bij Maeter­linck als hij een eenvoudige situatie tot een aanvullend dramatisch gegeven uitwerkt, hij staat uiteraard dichter bij de jonge Haupt­mann als hij een maatschappijbeeld brengt van de wereld van het proletariaat. Buysses Driekoningenavond is ook veel statischer in zijn miliebeschrijving dan het meeste naturalistische werk.

Hij blijft in ieder geval Buysse, wanneer hij in de toneelversie de personages scherper tekent en op die manier meer aanleiding geeft tot theatraliteit. Die eenvoud van het gegeven heeft in de opvoering van Driekoningenavond door het N.T.G in 1971-72

47

Page 50: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

geleid tot het doorbreken van de voorstelling met het optreden van Walter De Buck met een muzikale omlijsting tussen de be­drijven. De tekst was hier wel een bewerking van Jan Christiaens met enkele accentverschuivingen bij Buysses gegeven, maar het dramatische klimaat bleef wat dat betreft grotendeels behouden. Het procédé van het doorbreken van het verhaal met muzikale intermezzi van De Bucks Driekoningenlied heeft ongetwijfeld bij­gedragen tot een genietbaarder voorstelling voor een ruimer pu­bliek van nu 26 , maar artistiek gezien was Buysses concept m.i. zuiverder : met de aankondiging en de uitgestelde komst van Cloet, met zijn plotse verschijning die een van de krachtigste momenten aangeeft die ooit in onze toneelschrijfkunst zijn ver­zonnen (een procédé dat trouwens eveneens in Das Friedensfest gebruikt wordt!), met zijn tweede komst, de anticlimax van het tweede bedrijf tussen het eerste en het derde bedrijf en de ma­nier waarop in het derde bedrijf naar een oplossing wordt ge­werkt. Zo'n drama is stof voor de allerbeste acteurs en in het bijzonder uiteraard voor een sterke Cloet. Het hoeft niet per se omgebouwd te worden tot een divertissement à la Brecht. Buysse is hier een meester in het scheppen van een theatrale sfeer en wat de criticus "Geraard de Duivel" in 1903 bij de eerste opvoering van Driekoningenavond 21 door de Multatulikring deed besluiten dat alles hier "gezocht" en kunstmatig was, doet mij juist argu­menten aan de hand om te stellen dat hij er niets van begrepen heeft, of dat hij te kwader trouw was 28 •

4. Het Gezin van Paemel Zoals vermeld werden De Wevers in 1896 reeds te Gent door

de Multatulikring met groot succes gespeeld en Buysse heeft on-

(26) Cfr. o.m. ]. van Schoor, "Cyriel Buysses 'Driekoningenavond' door het N.T.G.", in Berichtenblad van de heemkundige kring Het Land van Nevele, 1972, jg. III, afl. 2, blz. 73-75.

(27) Geeraard de Duivel (vermoedelijk P.J. D'Hoedt), "Driekoningenavond (Uit Gent)", in Lucifer (Antwerpen), jg. III, nr. 8, 8 november 1903. Het verslag van die opvoering is trouwens niet overeen te brengen met de datum die bij de 2de druk voor de eerste opvoering is vermeld, nl. 15 december 1903 (cfr. Cyriel Buysse, Het Gezin van Paemel... Vier Tooneelstukken, Gent, 1930, blz. 90).

( 28) Buysse zelf heeft trouwens verontwaardigd gereageerd op dat artikel ( cfr. C. Buysse in Lucifer van 22 november 1903). Het is bekend dat Driekoningenavond Buysses "lievelingsstuk" was ( cfr. Cyriel Buysse, De Biezenstekker gevolgd door Driekoningenavond, o.c., blz. 36).

48

Page 51: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

getwijfeld een of meer voorstellingen van die groep gezien. Meer dan eens is er ook op gewezen dat Het Gezin van Paemel met De Wevers overeenkomsten vertoont. P.H.S. van Vreekern geeft terecht aan dat er niet alleen parallellen zijn met De Wevers, maar even goed met Op Hoop van Zegen, dat Buysse eveneens in Gent heeft kunnen zien vooraleer hij tot het schrijven van Het Gezin kwam. Dat het gedrag van Luise in het laatste bedrijf van De Wevers goed te vergelijken valt met Kniertjes verslag van de ellende die haar familie en haarzelf overkomen is in 0 p Hoop van Zegen en met het ontroerende betoog van boer Van Paemel in het tweede bedrijf van Het Gezin 29 • En "uitgesloten is het niet dat Buysse, op zijn beurt, voor de Vlaamse landman wilde doen, wat Heijermans voor de Hollandse visser, wat Haupt­mann voor de Silezische wever had gedaan" 30 •

Zowel De Wevers als Op Hoop van Zegen en Het Gezin ver­tonen een reeks van vlug opeenvolgende scènes zonder een eigen­lijk plot, maar door het vlug op elkaar laten volgen en gepast met elkaar verbinden van die scènes ontstaat een dramatische geladenheid die de spanning van het toneel bewerkt. De schil­dering van het sociale milieu is voor elk van die stukken de eer­ste bedoeling. De gelatenheid van het belangrijkste personage is daarbij opvallend, de misnoegden en de gerevolteerden treden in de marge op. De idee blijft aanwezig dat economische uitbui­ting alleen aan de mens te wijten is en dus kan omgebogen worden. Voor het natuurlijke milieu is er dan weer een grotere overeen­komst tussen Heijermans' Ora et Labara van 1902 waarin Friese boeren het toneel bevolken en Hauptmanns Wevers of Het Gezin van Paemel, waarin eveneens het platteland en de huisnijverheid centraal staan. Maar opnieuw is Hauptmanns drama dynamischer opgebouwd, Heijermans' en Buysses verhaal verloopt statischer, alhoewel de groei, de aanwezige verandering van de maatschappij steeds in het vooruitzicht gesteld wordt. Dramaturgisch gezien vertoont Het Gezin van Paemel nog overeenkomsten met De Wevers door het feit dat juist in het laatste bedrijf ervan een anti-climax bereikt wordt die voor Buysse dezelfde verklaring

(29) P.H.S. van Vreckem, o.c., blz. 215. (30) Id., blz. 216.

49

Page 52: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

geeft als voor Hauptmann : "Hat sich bis hierher (d.i. tot en met het vierde bedrijf, JvS) die dramatische Spannung und Stimmung fortlaufend intensiviert, so wirkt der Schlussakt von Anfang bis Ende als Anti-Klimax, aber von ihm strahlt das Licht aus, in dem die ganze Weberrevolte zu verstehen ist" 3\ verklaart Karl Guthke terecht.

Zoals Hauptmann en Heijermans geeft Buysse geen oplossing voor de conflicten en dramaturgisch gezien is dat ook het ver­standigst, want anders word je als toneelschrijver een pamflet­tist. De revolte blijft bij Buysse ook helemaal op de achtergrond. Maar ze is aanwezig, ze wordt aangevoeld en geeft een andere ritmiek aan, maar wel als een externe factor die meer met het stadsproletariaat dan met het landelijke volk te maken heeft.

En de spelers van de Multa hebben vanzelf geïnterpreteerd wat Hauptmann niet zo duidelijk vooropstelde. Zij hebben in 1903 bij de eerste en de volgende voorstellingen van Het Gezin van Paemel opnieuw geïnterpreteerd, en terecht vanuit hun situa­tie. Juist dat facet van zowel De Wevers en nog meer van Het Gezin van Paemel geeft er een van de sterkste kanten van aan, nl. de ingebouwde ambiguïteit die alleen het beste toneel ken­merkt. En dat hebben zowel Tsjechov (in het vergelijkbare De Kersentuin) als Ibsen (id. voor o.m. Spoken), Hauptmann, Heijer­mans en Buysse begrepen die met hun werk vooral een gezicht hebben gegeven aan de fundamentele veranderingen die zich in hun maatschappij voltrokken, zonder daarom toekomstprofeten te willen zijn 32 •

Opvallend voor het laatste bedrijf van zowel De Wevers als van Het Gezin van Paemel is nog de overeenkomst in de verschij­ning van de oude wever Hilse en boer Van Paemel. En het ver­baast mij dat- bij mijn weten- nog niemand die parallel heeft gezien. Want boer Van Paemel lijkt mij enigszins gecopieerd van de oude Hilse. Ook bij hem vindt men dezelfde gelatenheid en koppigheid terwijl het fatum op zijn gezin weegt. Zoals in het Friedensfest en in Die Weber staan optimisme en pessimisme,

( 31) Karl S. Guthke, Gerharl Hauptmann : W 6/tbild im Werk, Göttingen, 1961, blz. 73.

(32) ar. in dat verband: Hilda Van Neck Yoder, Dramatizations of social chan­ge, Den Haag, Boston, London, 1978 (Bibliotheca Neerlandica extra Muros, nr. V).

50

Page 53: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

ook in het Gezin van Paemel, voortdurend tegenover elkaar 33•

Het optimisme vindt men bij de jeugd, de kinderen, de jonge wevers en de jonge boeren die het vanouds bestaande levenspa­troon trachten te doorbreken. Hauptmanns visie is wat dat be­treft fundamenteel pessimistisch : de jongeren gaan ten onder aan de vloek die op hun gezinnen rust. Buysse laat vooral een komende wijziging in het maatschappijbeeld vermoeden en een oplossing voor de toekomst. Het pessimisme en de ellende zijn bij beide auteurs in de eerste plaats bij de ouderen aanwezig: bij dr. Scholz, de oude Hilse en boer Van Paemel. De grootheid van die figuren ligt ook in hun pessimisme, in hun hardnekkig vasthou­den aan het lot dat hen te beurt valt. Bij Hilse wortelt dat pessi­misme in een diep geloof, bij Van Paemel denkt men aan de ver­bondenheid met de grond waarop door vele generaties gewroet is. Determinisme en immobilisme. Bij zowel Hilse als de boer wordt de sociale aanklacht gemilderd zo niet genegeerd, komt ze in een ander daglicht te staan, nl. dat van het individu dat geen vertrou­wen heeft in geweld omdat het er reeds genoeg gezien heeft, maar dat hoopt op een betere toekomst die alleen door hard werken en een correcte houding tegenover de medemens bereikt wordt. Die "zuiverheid", naïviteit misschien, maakt zowel van Hilse als van de boer Van Paemel edele mensen en verheft hen boven de anderen die het zich in hun optiek al te gemakkelijk willen maken. Bij Hilse moet men zijn hemel verdienen, Van Paemel wenst de regels van het maatschappelijk spel tot het einde correct te spelen, ondanks het feit dat hij Gods onbillijke straf die gemaakt heeft dat alle miserie op zijn huis is terechtgekomen, afkeurt. De oude Hilse sterft door een verdwaald salvo, terwijl hij nog aan het weefge­touw zit. Boer Van Paemel blijft obstinaat houthakken, ook als alles naast hem naar de verdoemenis gaat en hij bijna alleen overblijft. Zij blijven allebei als kapiteins op hun ten onder gaande schip staan. Wanneer geroepen wordt dat Hilse van het raam moet weggaan, omdat er geschoten wordt, zijn zijn laatste woor-

( 3 3) Hans M. W olff brengt die tegenstelling tussen pessimisme en optimisme in verband met Hauptmanns beïnvloeding door Schopenhauers idee van die voortduren· de aanwezigheid (cfr. Hans M. Wolff, in Das Leidim Werke Gerbart Hauptmanns, Bern, 1958, blz. 65-73 ("Der alte Hilse").

51

Page 54: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

den 34 : "Ik niet! Al schreeuwden jullie nog zo hard. (Tot moeder Hilse in stijgende extase) Hier heeft mijn hemelsche vader me ge­zet. Is 't niet moeder ? En hier blijven we zitten en doen wat we moeten doen al stond de sneeuw in brand" 35 • Wevend komt hij aan zijn einde. Bij Van Paemel klinkt dat dan als volgt: "Ik zal mijn eigen wel helpen, 'k ben da geweune. 'k 'n Hê huel mijn leven nie anders gedaan of wirken en zwoegen, en, os ik nie mier 'n kan ... hawèl, 't Oarmenhuis es doar uek nog. (Houdt even op met hakken). 'k Ben op dees dorp geboren, 'k hê d'r in de tsjestig joar gewirkt en geslaafd, en 'k wil d'r uek stirven. 'k Wille liggen woar da mijn ouers liggen, woar da Frans en Leonie liggen, (snikt) woar da ... Desiré ligt (Korte stilte)" 36 •

(34) Ik gebruik de vertaling van Nico van Suchtelen, uitgegeven als: Gerhart Hauptmann, De Wevers. Drama in vijf bedrijven uit het Duitsch door Nico van Suchtelen, Amsterdam, z.j., blz. 91 (Tooneelbibliotheek onder leiding van L. Si­mons - Maatschappij voor Goede en Goedkoope Lectuur).

(35) Van Suchtelens vertaling is m.i. te "keurig" en te "opgepoetst". Zijn taal­gebruik sluit niet helemaal aan bij dat van Hauptmann.

(36) Cyriel Buysse, Het Gezin van Paemel... Vier toonee/stukken, Gent, 1930, blz. 81.

52

Page 55: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

LOUIS COUPERUS. BRIEVEN AAN CYRIEL BUYSSE

uitgegeven door

Anne Marie Musschoot

De merkwaardige vriendschap tussen Buysse en Couperus werd al belicht in een bijdrage aan het België-nummer van De gids (150e jg., nr. 9/10, november 1987, p. 790-799). Daarbij werd uitvoerig gebruik gemaakt van de brieven van Couperus aan Buysse, die hierna integraal worden afgedrukt.

Wat tot dusver bewaard bleef van de correspondentie tussen Couperus en Buysse is slechts een gering deel van wat er ooit moet zijn geweest. Buysses brieven aan Couperus zijn helemaal verloren gegaan. Van Couperus aan Buysse zijn slechts zes brie­ven en één briefkaart bekend. Ze berusten in het Nederlands Let­terkundig Museum en Documentatiecentrum te Den Haag, met signatuur C.383 B.l.

Helemaal onbekend waren deze brieven dus niet. Wat hier als brief 6 (Florence, 10 november 1914) wordt weergegeven, werd eerder al openbaar gemaakt door H.W. van Triebt in het Cou­perus-nummer van Maatstaf, Louis Couperus als briefschrijver (juni/juli 1963, brief 85). Recent heeft ook F. Bastet in zijn mo­numentale studie, Louis Couperus. Een biografie (Amsterdam, Em. Querido, 1987), lange fragmenten uit de brieven geciteerd.

Toch leek een integrale publikatie van Couperus' brieven aan Buysse alsnog verantwoord. Als getuigen van de vriendschap die de twee op het eerste gezicht zo tegenstrijdige schrijverspersoon­lijkheden tot elkaar bracht, vormen ze kapitale documenten. Bo­vendien wordt hier voor de niet-gedateerde brieven (de nrs. 3, 4 en 5) een datering voorgesteld die nogal sterk afwijkt van de interpretatie door Bastet. Als deze "andere" datering klopt wordt hiermee bevestigd dat bij de reconstructie van Couperus' biogra­fie te veel werd voortgegaan op het zogenaamd "feitelijke" ge­halte van zijn autobiografische geschriften. Want zelfs in zijn journalistieke stukken - die door de onbevangen lezer zonder meer als "directe" getuigenissen worden ervaren - blijken dan

53

Page 56: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

fictie en werkelijkheid door elkaar heen te kunnen lopen. Hier zou immers duidelijk worden dat Couperus voor zijn "verslag­geving" gebruik maakte van gebeurtenissen die in een vrij ver verleden plaats hebben gehad.

Uit de twee gedateerde brieven - respectievelijk Den Haag 20 juli 1900 en Den Haag 2 augustus 1900 - kan worden afgeleid dat de vriendschap tussen Couperus en Buysse al van vóór 1900 dateert. Dat deze vroegste brieven aan mevrouw Buysse zijn gericht wijst erop dat Couperus een bekende was van Nelly Dyserinck. De latere mevrouw Buysse, weduwe van Theo Tromp, was afkomstig uit Haarlem, maar ze woonde al in Den Haag toen ze zich met Cyriel Buysse verloofde (mei 1896).

De toon van Couperus' brieven aan "chère Madame" is zeer hartelijk. In de tweede brief al blijkt dat deze hartelijke belang­stelling ook Cyriel Buysse geldt : Couperus informeert geïnteres­seerd naar diens werk.

Dat er niet méér brieven zijn bewaard is niet zo verwonderlijk: de Couperussen zwierven het grootste deel van hun leven rond in Europa en zelfs daarbuiten. Wat niet wegneemt dat Couperus en Buysse, beiden toch co-redacteuren van Groot Nederland vanaf de oprichting van het blad door W.G. van Nouhuys, ongetwijfeld wel in min of meer regelmatig contact met elkaar bleven. Het contract dat tussen de firma Van Holkema & W arendorf en de redacteuren van Groot Nederland werd getekend, dateert van oktober 1902. Dat de vriendschapsbanden hierna nauwer werden toegehaald blijkt uit de nadrukkelijke maar vergeefse pogingen om elkaar te ontmoeten, waarvan de brieven getuigen. We kunnen ze door interne verwijzingen respectievelijk dateren februari (brief 3), maart-april (brief 4) en na 3 april (brief 5) 1904.

Van Couperus' plan iets te huren in de omgeving van de Buys­ses te Afsnee om daar een beetje "te zomeren" is duidelijk niets in huis gekomen. Wel weten we dat hij in juni 1904 toch een kort bezoek in Afsnee heeft gebracht (vgl. "Buysse en Couperus" in De gids 1987) en dat er uiteindelijk ook een korte logeerpartij in Afsnee is geweest: namelijk tijdens het vierdaags bezoek van 3 tot 6 september 1905 waaraan Buysse herinneringen heeft op­gehaald in het bekende in-memoriam-artikel "Couperus in Vlaan-

54

Page 57: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

deren" (1923). Couperus las er voor uit De berg van licht. De laatste brief dateert uit 1914. Kort daarna is Couperus met zijn vrouw naar Den Haag teruggekeerd en konden de bevriende echtparen elkaar zo vaak ontmoeten als ze maar wilden.

Aan deze brieven werden twee bijlagen toegevoegd. De eerste is een brief van Cyriel Buysse aan zijn vrouw, naar aanleiding van het overlijden van zijn vriend Couperus (op 16 juli 1923). Buysse, die toen kennelijk nog in zijn buitenverblijf in het Zuiden ver­toefde, legt er getuigenis af van de "verheven" emoties die het bericht bij hem opwekte. De brief - uit het bezit van mevrouw Maddy Buysse - was tot dusver onbekend gebleven.

Tot slot wordt als bijlage 2 "Couperus beleedigd" afgedrukt. Deze tekst werd door Buysse geschreven voor het Louis Couperus­nummer van De Schakelaar, "Orgaan van Haagsche Instellingen voor voorbereidend Hooger- en Middelbaar Onderwijs", 5e jg., nr. 20, 27 juni 1931. Buysses tekst is in De Schakelaar opgenomen met de datering "Den Haag, 15 mei 1931" (de datering ontbreekt in het handschrift). Verder werd in hetzelfde postume hulde­nummer ook nog het in-memoriam-artikel "Couperus in Vlaan­deren" (uit Groot Nederland, september 1923) overgenomen. "Couperus beleedigd" wordt vrijwel geheel geciteerd door Bastet in Couperus. Een biografie, p. 534-535. De tekst ontbreekt in het Verzameld werk van Buysse en wordt hier integraal afgedrukt, naar de publikatie in De Schakelaar, waarvan een exemplaar be­rust in het Letterkundig Museum in Den Haag. Ook het manu­script wordt daar bewaard.

1

Chère Madame!

Den Haag Pension Boelen

20.VII.1900.

U was zoo lief in uw laatste schrijven ons te melden dat U ons misschien in Augustus nog zoû kunnen hebben. Is dit zoo, zouden wij dan gastvrijheid mogen vragen voor 1 of 2 Aug. en

55

Page 58: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

U b.v. een week mogen komen lastig vallen? Wij zouden dat heel gezellig vinden. Betty is een beetje nerveus den laatsten tijd en heeft zich door angst over haar been zeer opgewonden, zodat zij nu waarlijk alles behalve goed loopen kan. Het wordt echter iederen dag beter: zij wordt behandeld door Dr. Bense, met sug­gestie (1). Wat een mensch met die zenuwen toch al niet krijgen kan. Wij gaan maar iederen dag toeren, maar zelfs het instap­pen gaat niet gemakkelijk. Ook het trappen-klimmen is een evene­ment. Maar wij hebben goede hoop, dat zij over een week weêr een heel mensch is. Ons plan is van H., het zij naar Parijs -als Betty heelemaal beter is -; het zij naar Baden-Baden te gaan, dan Zwitserland, en zoo af te zakken naar Nice (2). Excursies zal zij te Afsné nog wel niet kunnen doen : U moet haar dus maar een beetje laten scharrelen en ... hengelen.

Wil u mij dus hebben met de zieke? Wij zouden het heerlijk vinden : een paar dagen buiten, en U toch terug te zien, voor wij vertrekken. Want wij zullen den eerste tijd wel niet in Den Haag terug komen.

Steeds uw dw. Louis Couperus.

(1) Couperus' vrouw Betty (Elisabeth Baud) had in deze periode te kampen met problemen van nerveuze aard. Zij zou slechts langzaam herstellen, na een behandeling met suggestie en hypnose door dr. Bense (vgl. brief 2 hierna). Couperus bericht hierover eveneens in de brie­ven aan zijn uitgever ; zie Waarde heer Veen. Brieven van Louis Cou­perus aan zijn uitgever, ed. F.L. Bastet, d. I (1890-1902), 's-Gravenhage, Ned. Letterk. Museum en Documentatiecentrum (Achter het boek, 12e jg., afl. 1-3), brief 240 van 9 augustus 1900, p. 177-178 (Bense aldaar gelezen als Bende).

(2) In de hierboven vermelde brief aan Veen d.d. 9.8.1900 deelt Cou­perus mee dat ze op 14 augustus uit Den Haag zouden vertrekken. De eerstvolgende brief aan zijn uitgever, gedateerd 16 augustus, is al ver­zonden vanuit Wiesbaden. Het echtpaar zou verder via Baden-Baden en Lausanne naar het zuiden reizen, waar ze in Nice eerst in een hotel verbleven, in afwachting van hun "definitieve" vestiging in Villa Jules, aan de Avenue St. Maurice.

56

Page 59: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

2

Chère Madame.

Den Haag. 2.VIII. '00

Het doet mij innig leed U nogmaals te moeten schrijven, dat wij tot ons leedwezen niet kunnen komen, maar helaas, het gaat niet. Ik had het zoo gaarne gewild en mij reeds veel, ook voor Betty, voorgesteld van het buitenleven, maar zij is nog niet wel genoeg, om zich te bewegen, en op reis te gaan. Zij loopt echter veel beter, maar er is nog geen rythme in haar loop. Dokter Bense behandelt haar geheel en al met suggestie en hypnose, en dit mys­tieke remedie schijnt wel te helpen.

Wanneer wij van hier gaan is nog onzeker; dr. Bense vindt het beter, dat Betty zich niet agiteert over een datum. Wij gaan dus wanneer het kan, eerst naar Baden-Baden; dan Lausanne. Hier toeren wij veel - ik heb nu een maandrijtuig - groote toeren, Voorschoten etc. om ( 1) ; nu en dan wat uitstappen, en wandelen: en dat doet haar goed. Het spijt mij toch zoo innig, dat wij niet kunnen komen, maar Betty vindt, dat ze te veel krukt, om U op te schepen met haar gezelschap.

Wanneer zien wij elkaar weêr?? Van Peps huwelijk (2) hebben wij absoluut niets gezien, dan

het allereerste ondertrouw-diner. Ik ben zoo benieuwd Cyriels Leeuw (3) te lezen: is het al als

boek uit? Ik hoor er niets dan heel veel moois van, maar kreeg het nog niet in handen. Is het uit, dan bestel ik het dadelijk. Hartelijke groeten, mille excuses en steeds uw

L.C.

(1) In een brief van eind juli aan zijn nichtje "Stan" bericht Cou­perus : "Mijn vrouw loopt iets beter, maar is erg neêrslachtig en heeft melancholieke buien; wij toeren maar veel, gisteren Voorschoten om: dat doet haar goed" ; ook wordt hier meegedeeld dat Elisabeth wordt behandeld "met suggestie en hypnose" ; geciteerd naar F.L. Bastet, Een zuil in de mist. Van en over Louis Couperus, Amsterdam, Em. Querido, 1980, p. 81-82 ; zie ook F.L. Bastet, Louis Couperus. Een biografie, Am­sterdam, Em. Querido, 1987, p. 238-239.

57

Page 60: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

(2) "Pep" kon niet worden geïdentificeerd. Vermoedelijk gaat het om een gemeenschappelijke kennis uit Couperus' voorhuwelijkse Haagse periode.

(3) Buysses roman 'n Leeuw van Vlaanderen verscheen van januari tot en met maart 1900 in het tijdschrift Nederland en werd nog in het voor­jaar van datzelfde jaar in boekvorm uitgegeven bij P.N. van Kampen te Amsterdam.

3

Amice, Amice!!

Nice [februari 1904] Villa Jules.

Je suis vanné ( 1) van de laatste Redoute, maar ik wil U toch dadelijk schrijven, dat dat heusch niet zoo mag!! Ge zoudt in Nice komen, precies in den tijd, dat wij weg gaan!! Het zou voor mij een reden zijn mij met U en zelfs met uw vrouw te brouil­leren! Neen, zonder gekheid, dit is te erg!! Kom dus, via Nice, bij ons in Rome! Wat zeggen u een paar dagen sporen meer?! Dat is niets. Ik zoû het aller treurigst vinden als wij U niet zagen!

Kom dus te Rome! Hier in Nice: Hotel Continental et de Genève, heel goed,

10 à 12 fr. pension (ik geloof nu 15 fr.) In Rome, bij ons Hotel du Sud (3de rang, maar heel goed,

wij zijn er oude klanten) 8 fr. pension, vin compris. Indien ge wilt, bestel ik kamers voor u. Beste vriend, ik zou heelemaal mijn reisplan laten varen om

U te zien, als het niet was van mijn zuster (2), die uit Indië komt, en die ik beloofd heb in Napels te halen! Nu ik dus niet te Nice blijf, moet ge dus wel te Rome komen! Wij gaan 26 Febr. van hier. Schrijf mij dus het zij hier, hetzij naar Rome uw decizie, maar zoo gauw mogelijk.

Hotel du Sud is altijd heel vol.

Blij te horen, dat ge zoo goed aan het werk zijt. Van harte ver­geef ik U dus het misdrijf, Dionyzos' druiven (3) hier niet te heb­ben geperst. Ik zelf ben niet zoo bezig!

58

Page 61: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

Als ge eens weten wilt hoe mijn vrouw zich amuzeert met Carnaval, dan kan ik je verzekeren, dat zij haar eigensten man gisteren één uur lang heeft geïntrigeerd ... zonder dat hij wist met wie hij te doen had!!! Non, c' était trop fort! Ik dacht, dat ze te bed lag, en ze liep aan mijn arm op de redoute! En ik had haar aan niets herkend! ! Onze kennissen hebben haar een ovatie gebracht ( 4)!

t à t L.C.

(1) vanné: bekaf, doodop. Het gemaskerd bal (redout,e) waarvan sprake had plaats ter gelegenheid van het carnavalfeest, zoals blijkt uit het einde van de brief. Aan zijn uitgever schrijft Couperus op 4 februari 1904 : "Wij gaan einde deze maand naar Rome : zoo een heele winter in Nice is eentonig en Italië is niet duurder dan hier" (Amice. Brieven van Cou­perus aan zijn uitgever, ed. F.L. Bastet, d. 11 (1902-1919), 's-Gravenhage, 1977, brief 361, p. 44).

(2) De uit Indië teruggekeerde zuster is Couperus' geliefde zus Trudy, mevrouw G.J.P. Valette-Couperus. Uit de brieven aan Veen blijkt dat de Couperussen eind april 1904 samen met haar via Nice (van 24 tot 29 april) naar Nederland zullen reizen, waar ze twee maanden zullen blijven.

(3) Mogelijk een allusie op Couperus' mythologische roman Dionyzos. Antieke sproken (1904). Het werd een mooi, zonnig boek met veel le­vensvreugde erin (Bastet, Louis Couperus. Een biografie, p. 294, 298). Het "persen van Dionyzos' druiven" verwijst tevens naar het zelf maken van wijn door de druiventrossen met de voeten tot moes te trappen; zo al­thans deden het de kinderen van Couperus' keukenmeid Madeleine in Nice. Couperus beschrijft deze ontdekking in "Dionyzos in het onderhuis", een schets die werd gepubliceerd in Het Vaderland van 18 december 1909 (opgenomen in L. Couperus, Verzamelde werken, Amsterdam, G.A. van Oorschot, d. VII, p. 285-291). Op grond van deze allusie is het aanne­melijk dat brief 3 in 1910 zou worden gedateerd; zie echter hierna, noot 4.

( 4) De laatste alinea (vanaf "Als ge eens weten wilt") wordt geciteerd bij F.L. Bastet, Couperus. Een biografie, p. 764-765, noot 47 (bij hoofd­stuk IV, 1), waar de brief gedateerd wordt februari 1910, met verwijzing naar een schets in Het Vaderland, 19 februari 1910 (vgl. noot 3 hierboven), waarin Couperus beschrijft hoe Elisabeth zich zo vermomde dat hij haar niet meer herkende. Dezelfde brief (met dito datering) wordt ook aangehaald p. 767, noot 86. Voor een datering in 1904 pleit evenwel de plaats van afzending van de brieven: de verplaatsing van Nice, Villa

59

Page 62: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

Jules, naar Rome, Hotel du Sud, valt wel degelijk in 1904 te situeren, zoals blijkt uit de brieven aan Veen. (In 1910 verbleven de Couperussen inderdaad ook te Nice, maar dan wel in Avenue Beaulieu, nr. 10).

Dat Couperus bij het beschrijven van het camavalfeest gebruik maakt van een vroeger gebeurde anekdote hoeft niet te verwonderen ; hij heeft het ook meer dan eens gehad over het steeds weer uitbundige feest, zo bijv. in 1902 (Bastet, Een biografie, p. 271). Ook het verhaal over het "druiven persen" zou dan op een vroegere gebeurtenis teruggaan.

Couperus begon inderdaad pas van 1909 af volop kleinere stukjes of feuilletons te schrijven omdat hij teleurgesteld was over de slechte ver­koop van zijn romans in Nederland en dus niet meer geloofde in de toe· komst van de roman ; vgl. Bastet, Een biografie, p. 345 en passim.

4

Amice.

Rome [maart-april 1904} Hotel du Sud

Via Lombardia.

Ik kom bij U om trent een inlichting : het is namenlijk dit : is er te Afsné, met uitzicht over de rivier, iets te krijgen, optrekje of pension, waar wij een beetje zouden kunnen zomeren, in Uw nabijheid?! Je zal zeggen, hoe kom je in eens op dat idee ; maïs voici : wij komen in Mei naar Holland voor 14 dagen, hebben voor juni en juli (en Aug. misschien) geen lust in badplaatsen, en ik zou gaarne een rustig oord willen weten, om te werken. Wij waren verleden jaar te Lido (Venetië) (1), dat was heerlijk, ik hoû van water des zomers : bosch maakt mij melancholiek en berg maakt mijn vrouw melancholiek: wij zoeken dus een rustig zomeroord, met een liquide perspectief! ! Is er zoo iets te Afsné, intiems, dicht bij U, opdat wij, luie menschen, die noch eigen rijtuig, noch fiets, noch auto bezitten, dikwijls en veel u kunnen komen lastig vallen?? Ik zoû het heel gezellig vinden, maar ik zoû moeten hebben stilte om te werken, water om over te staren ... en voor die genietingen geen Nice-sche prijzen moeten betalen!

Schrijf mij eens of het mogelijk is, of niet. De eenvoud schrikt ons niet af, en onze Afsné-sche vrienden lokken ons toe.

60

Page 63: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

Ik zond je de :xx•te Eeuwen (2). Wil je me Vlaanderen (3) zenden, of is dat niet noodig?

Hoe jammer toch, dat we elkaar misliepen ( 4). Er is zoo veel sympathie tusschen ons en we zien elkaar zoo

weinig! t à t

[get. J Louis C.

(1) Op 15 mei 1903 reisde Couperus, "met Dionyzos in de koffer", naar Venetië, waar hij zijn intrek nam in de Albergo della Luna ; tien dagen later verhuisde hij naar het Grand Hotel du Lido; Bastet, Couperus. Een biografie, p. 298 ; Amice, nrs. 336-338.

(2) De XXe eeuw verscheen vanaf 1902 als "Nieuwe reeks" van het Tweemaandelijksch tijdschrift, met een ongewijzigde redactie: hoofd­redacteuren waren L. van Deyssel en Albert Verwey. Per 1 januari 1909 werd De XXe eeuw opgenomen in De nieuwe gids.

(3) Vlaanderen, "Maandschrift voor Vlaamsche letterkunde" (1905-1907) vormde een "rustiger" voortzetting van Van Nu en Straks en werd ook door de leden van dezelfde groep geredigeerd (St. Streuvels, H. Teir­linck, Emm. de Bom, Aug. Vermeylen, Alfred Hegenscheidt, V. de Meye­re en K. van de Woestijne).

De oprichting van het tijdschrift nam heel wat tijd in beslag. De on­derhandelingen, op initiatief van Herman Teirlinck, begonnen al in 1902. Aanvankelijk werd het welslagen van de onderneming afhankelijk ge­steld van Buysses toetreden tot de redactie. Buysses houding bleef lang on­zeker en onduidelijk; uiteindelijk zou hij mede-redacteur van Groot Ne­derland worden, met Van Nouhuys en Couperus (1903 e.v.).

Zie G.H. 's-Gravesande, De geschiedenis van het tijdschrift Vlaanderen. Brieven en documenten ... voorafgegaan door een getuigenis van Herman Teirlinck, Brussel. .. , A. Manteau, z.j. (1962) ; vgl. ook de bijdrage van S. van Faassen hiervóór, p. 8-9.

( 4) De afspraak die Couperus in februari 1904 (brief 3) probeerde te maken is inderdaad mislukt. De Buysses zijn hun vrienden kennelijk niet via Nice naar Rome achternagereisd. Toch zou er nog een kort bezoekje volgen. In juni 1904 verlaat Couperus met Elisabeth Nederland ; via Bar­bizon en Parijs komen ze tegen eind augustus terug in Nice aan. Uit de brieven aan Veen (Amice, brief 379, p. 5) blijkt dat ze nog in juni 1904 een bezoekje aan de Buysses te Afsnee brachten ; vgl. ook A.M. Mus­schoot, "Buysse en Couperus", in De gids, 150e jg., nr. 9/10, oktober 1987, p. 790-799, i.h.b. p. 795. De preciezere situering van het bezoek te Afsnee- Bastet, Couperus. Een biografie, p. 305, laat onbeslist of het

61

Page 64: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

bezoek te Afsnee dan wel in Den Haag plaatsvond - is mogelijk dank

zij de opdracht "Aan Cyrille van Loulou", gedateerd "Afsné Juni iv", be­waard in een exemplaar van De stille kracht dat berustte in de bibliotheek

van Cyriel Buysse (momenteel in het bezit van mevr. Maddy Buysse, schoondochter van de schrijver).

5

Rome. Hotel du Sud.

Zaterdag [na 3 april 1904) (1) Charmante Gastheer! Wij aanvaarden met wellust het allergezelligst program, te

beginnen met 1 Juli, en te eindigen na een discreet verblijf, maar dan zouden wij toch gaarne iets vinden, heel dicht bij U, mis­schien in het genre van een schilders-interieur (ik ben dol van te werken in een atelier); en zoo het mogelijk was, zoû mijn zuster, mevrouw De la Valette, met dochter en zoon, bij ons komen, en zoû de baboe kunnen kooken en zouden we U op Indi­sche rijsttafel kunnen tracteeren!! Toe, hoû eens het oog op wat er in dat genre vrij is of vrij komt ; een gemeubileerd villa-tje, waar men eigen ménage zou kunnen doen. Het zoû ons heel veel waard zijn vlak bij U te zijn en dikwijls- misschien wel iederen dag!! - te komen theedrinken aan de rivier! Nous serons des crampons! (2)

Zie eens voor mij uit! Onze villégiatures zijn altijd lastig te arrangeeren: wij zijn eigenlijk menschen om 's winters te reizen en 's zomers op een eigen villa te zitten, aan een water ... In plaats daarvan, bezitten wij een appartement in Nice ; en zijn daar vier maanden gemiddeld in het jaar. Comme c' est difficile d'arranger sa vie!

Ik stel me heel veel pleizier voor van ons samenzijn; waar wij Juni zullen zijn tusschen Den Haag en Afsnée weet ik niet: moch­ten we onze villa aan de Leye al in Juni hebben, dat accepteeren wij je gastvrijheid in Juli, rru.ar als externe!! Nous verrons, hoe dat alles wordt.

Hier is het in eens puf-warm geworden, en de saison van Pa-

62

Page 65: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

schen en de laatste Pontificale Mis is voorbij. Wij gaan maan­dag naar Perugia en Assisi, waar ik St François (3) moet be­studeeren, met het arglistig idee hem in een boek te zetten. Dan een week naar Nice, pour faire des arrangements : 3 Mei waar­schijnlijk zijn wij in het Vaderland.

En zoeken wij U gauw op. Vele charmante dingen aan je lieve vrouw van ons beiden,

en steeds van harte Uw

Louis C.

(1) Deze datering op grond van het feit dat Pasen (waarvan sprake hierna in de brief) in 1904 op 3 april viel (vgl. H. Grotefend, Zeitrech­nung des deutschen Mittelalters und der Neuzeit, Hannover, Hahn'sche Buchhandlung, d. I, 1891, Tafel XXX, p. 144).

(2) crampons: familiaar: opdringerig en vasthoudend persoon : een "klier" of (Zuidn.) een "plakker".

(3) Het onderwerp zou pas in 1907 door Couperus uitgewerkt worden, in de schets Uit de jeugd van San Francesco van Assisi. Het verhaal over de roeping van Sint Francisrus verscheen in Groot Nederland, 5e jg., 1907, d. 11, p. 613-629 en in Schimmen van schoonheid (1912). Zie F.L. Bastet, Couperus. Een biografie, p. 345 en p. 761, noot 40.

6

Beste Vriend.

Florence 10 Nov. XIV. (1)

De post, dezer dagen, gaat en komt weêr iets geregelder en daarom heb ik ook moed éven een woord te schrijven. Ik schreef je echter waarlijk wel nu en dan maar weet niet of brieven en kaarten je bereikten. Maar verder beken ik, dat ik nóch schrijf nóch werk; ik ben als gehebeteerd en ziek van al wat er gebeurt en mis alle energie, slaap slecht, enfin ben niets waard. Wij denken vaak en veel aan arm België, aan al de ellende, die ook jij, beste Vriend, om je vaderland, om je huis, dat wij zo vreedzaam gekend hebben, moet lijden. De Wereld is zoo afschuwelijk als zij nooit nog was en onze oude, oude taal mist de woorden dezen nieuwen afschuw

63

Page 66: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

te zeggen. Maar als een nachtmerrie, die niet ophoudt, drukt dit alles ons op de borst.

Ik heb een fout gedaan niet dadelijk naar Holland te komen. Tot nog toe is alles ons meè gelopen maar toch voel ik vreeslijk dezer dagen, dat ik geen Italiaan, geen Duitscher, geen cosmo­poliet maar eenvoudig Hollander ben. En zoû ik gaarne dàar zijn. Voor het oogenblik zijn er echter te veel bezwaren om naar het vaderland terug te keeren.

Ik geloof, dat het met Coenen (2) wel gaan zal: hij treedt ten minste modest en beminnelijk op.

Ik hoop, beste Vriend, dat het met u en de uwen, alles in aan­merking genomen, goed gaat. Wanneer zal al dit vreeslijke ge­daan zijn!! Ik kan niet denken aan wat morgen gebeuren zal, in mijn bange hart om Holland ! Adieu, schrijf mij eens spoedig.

Met alle sympathie Louis Couperus.

(1) Deze brief werd al gepubliceerd door H.W. van Triebt in het Couperus-nummer van Maatstaf, Louis Couperus als briefschrijver, juni/ juli 1963, brief 85.

(2) Frans Coenen (1866-1936), prozaschrijver, criticus en essayist, volgde in 1914 W.G. van Nouhuys op als redactiesecretaris van het tijd­schrift Groot Nederland.

7

Amice. Vervelend, dat je herrie hebt met Van Os ( 1). Adres is : A. Reyding Directeur v /h Bureau v. Auteursrecht. 29 J.W. Brouwersplein

Amsterdam Het beste en veel liefs aan alle de Trezoren! (2)

64

Yours

L.C.

Page 67: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

(1) S.F. van Oss, oprichter van de Haagse he Post. In dit weekblad pu­bliceerde Couperus van 6 mei 1916 tot 17 maart 1917 "epigrammen". Vanaf 7 juli 1917 nam Buysse de rubriek van hem over. Zijn stukjes ver­schenen onder de titel "Van den hak op den tak" (zie Verzameld werk, d. 7).

(2) Vermoedelijk wel mevrouw Buysse, haar drie dochters uit haar eer­ste huwelijk (Inez, Mary en Thea Tromp) en zoon René Buysse.

BIJLAGE 1

Afsnee 18 Juillet 23 Liefste Maams, Je trouve dans cette mort de Couperus quelque chose de telle­

rneut grand et beau, que 1' émotion surpasse presque la grande clouleur que l'on éprouve de sa perte. Une apothéose d'admiration et de gloire, un assombrissement soudain et bref ; et puis Ie ray­onnement suprême : la matière périssable purifiée par la flamme et se dispersant dans l'infini. Je suis certain que c'est ainsi qu'il a espéré mourir et je ne puis me figurer une fin plus admirable­ment radieuse.

]'ai aussitot écrit à Betty. Il m'est impossible d'assister aux funérailles, maïs je ne doute pas que tu auras envoyé des fleurs, si, toutefois il en a désiré sur sa tombe.

Je n'aimerais pas voir ces funérailles: des messieurs en habit et haut de forme, des discours banals, des visages de circonstance. Je garde de lui, en mon ame et dans mes yeux, une image autre­ment haute et belle.

C' était vraiment la joumée terrible, hier. Oui, j' ai lu dans les joumaux la mort de Mad. v. Stirum. Monsieur aussi doit être mourant. C' est arrivé en France, maïs je ne connais pas de détails.

Max Hallet m' écrit que Duhamel et sa femme sont chez lui et qu'ils désirent me voir. Ils viendront probablement samedi ou dimanche et nous ferons un tour de Flandre.

Je dois finir; la paste attend [.] Autrement, rien d'important.

Tous mes baisers [get.] Cyriel

65

Page 68: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

BIJLAGE 2

Couperus Beleedigd door

Cyriel Buysse

Wij hadden een (1) avond bij hem doorgebracht. Wij zaten met hem in zijn huiskamer op de Hoogewal en het dienstmeisje bracht de correspondentie binnen. Hij schoof enkele drukwerken over elkaar en behield in zijn hand een brief, waarop zijn wenk­brauwen zich even fronsten.

"Een brief uit Utrecht! Wie mag mij wel uit Utrecht schrij­ven?"

Het leek een vrouwehand. Omslag geopend, brief ontvouwen, een boze uitdrukking op het verstoord gelaat!

De brief was anoniem. Hij las hem ons voor. Scheldwoorden; een zin hier en daar uit zijn werk, en, als commentaar daarop, in straattaal, de grofste beleedigingen.

Hij zei niet veel; hij las maar door, de wangen even kleu­rend onder verontwaardiging.

"'t Is van een vrouw," herhaalde hij voortdurend. "Zie maar: hand, papier. Ruik maar: 't is van een dame!"

Wij zaten zwijgend, gegeneerd, strak naar hem kijkend. Hij haalde zijn schouders op en glimlachte pijnlijk. "Hoe is het moge­lijk, van een dame, een "dame"!" herhaalde hij nog eens.

Hij leed, niet onder de grofheid der beleediging, die hem niet raken kon, maar dat een vrouw, een "dame" het gedaan had! Hij schaamde zich voor de "dame" (2).

Hij vouwde 't blad weer dicht en schoof het, een beetje vies, op zij.

Wij praatten verder door, over andere, frissche, heldere, op­wekkende dingen.

( 1) In het handschrift : den (2) In het handschrift : "dame" ...

66

Cyriel Buysse [Den Haag, 15 mei 1931}

Page 69: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

DE LEVENSKRING

door

Cyriel Buysse

Inleiding

Hierna worden de eerste twaalf hoofdstukken afgedrukt van Buysses onvoltooide roman De levenskring. De tekst werd al op­genomen als bijlage bij de ongepubliceerde licentieverhandeling van Ant. Schelstraete, Cyriel Buysse. Zijn Nevelse periode (1859-1896) (Rijksuniversiteit Gent, 1960).

Deze roman moet, op grond van het handschrift zelf maar voor­namelijk te oordelen naar de vele onvolkomenheden op het gebied van taal, spelling en stijl, heel vroeg gedateerd worden, zeker vóór 1890.

Over het werk schreef Schelstraete in zijn verhandeling, p. 68-69, het volgende :

"De Levenskring" [ ... J is een autobiografische roman, waarvan slechts het eerste deel en een klein fragment van het tweede deel in handschrift zijn bewaard ; evenals een volledig gedetailleerd "plan" dat echter meer op een "korte inhoud" dan op een werkelijk plan gelijkt. Vormelijk is dit handschrift, alhoewel reeds een netschrift, ver van afgewerkt. Het aantal taalfouten is enorm en bepaalde Franse woorden werden in potlood aangebracht waar de schrijver blijkbaar het juiste Nederlandse woord niet kon vinden. Daar het aantal fouten tegen de meest elementaire regels van de grammatika zo groot is, vermoeden wij dat de schrijver op dat ogenblik nog niets in druk had laten verschijnen, daar hij anders wel heel wat van die fouten had kunnen vermijden. Wat de inhoud betreft: het is de geschiedenis van een bedrogen minnaar die, verliefd op een herbergmeisje, plots tot de ontdekking komt dat zijn geliefde niet zeer standvastig is. Het geval is tamelijk melodramatisch behandeld, al komen er naast enkele bladzijden die getuigen van Buysse's natuurgevoel, ook enkele elemen­ten in voor die reeds wijzen naar het naturalisme o.a. de figuur van de zwakzinnige broeder van de geliefde. Deze is wat men in het Frans

67

Page 70: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

"un voyeur" zou noemen, een figuur die voorzover wij weten in onze literatuur weinig of niet voorkomt.

Waarom Buysse dit handschrift niet verder heeft afgewerkt of om­gewerkt en gepubliceerd, kunnen wij alleen raden. Misschien was de hele geschiedenis en het situeren der gebeurtenissen te doorzichtig­autobiografisch en schrikte hij ervoor terug zichzelf tezeer ten toon te stellen. Het grondthema van deze roman - de ongeschiktheid van een gekultiveerd mens voor het banale dorpsleven - heeft hij later opnieuw uitgewerkt in zijn roman "Sursum corda", waarvan de titel reeds in het tweede deel van het handschrift voorkomt. Wij kunnen dus "De Levenskring" beschouwen als een voorstadium van "Sursum corda".

De tekst werd met het oog op de hier volgende publikatie ge­heel gecollationeerd met het handschrift en is diplomatisch afge­drukt. De nummering van de bladzijden, toegevoegd met potlood (in Buysses hand?) in het handschrift, wordt tussen [ } overge­nomen. De correcties, aanvullingen, doorhalingen enz. zijn weer­gegeven in de voetnoten. Deel I van de roman beslaat in het hand­schrift twee "cahiers", waarvan het tweede deel begint op p. 75. In de nummering van de hoofdstukken ontbreekt nr. 9. Dit cijfer werd door Buysse overgeslagen. De tekst is geschreven met zwarte inkt. De doorhalingen vaak met rood potlood over de correcties met inkt heen.

Bij het afdrukken van het vervolg van De levenskring in onze Mededelingen V zal het geheel van een iets uitgebreider commen­taar worden voorzien. Met dank aan de heer Antoine Janssens, die ons het handschrift uit zijn bezit in het Museum Rietgaver­stede te Nevele bereidwillig ter beschikking stelde.

A.M.M.

68

Page 71: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

EERSTE DEEL

1.

[1] 'T was nacht, gansch stille zomernacht, toen Robert haastig, met verdofden tred, voór het eenzaam kapelletje kwam.

Hij klom de trapjes op en stak het hoofd onder 't portaal. .. . . . Niemand ... niets ... Alleen de [murmelende] 1 kaarsjes, die

achter de traliedeur, op spijkers brandden, schoten, in de tocht, door zijne intrede veroorzaakt, een hooger, weifelender licht; [welk op de wanden eenen weêrglans vond] 2 ; terwijl de beelden op 't altaartje, de stoelen op den grond 3, 't gewelfsel, de gansche \ schier aangrijpende versiering van het klein, doodstil [ sanctuaire] S, zich eensklaps 6 , met een adem van fantastische leven te bezielen scheen ... 7 •

Niemand ... 8 •

Hij trok terug naar buiten, ging rond de muren van 't gebouwtje, door sparretjes omringd, kwam weder voór de trapjes sta[an.J 9

[2] Ik ben er eerst murmelde hij. Hij haalde zijn uurwerk te voorschijn. Een kwart voór tien. Zijn ongeduld van verliefde, had hem een groot kwartier te vroeg aan de bijeenkomstplaats gebracht.

Hij 10 kwam op nieuw onder 't portaal en zette er zich op eene van de houten zijdebanken neder. Zoodra omringde hem, gelijk iets dat hem volgde, de luisterende stilte van de zomernacht. Hij keek voór zich, werktuigelijk. Binnen het kapelletje, door eene traliedeur van het portaal gescheiden, brandden, met een gemur-

( 1) Toegevoegd met potlood boven de regel. (2) Boven, geschrapt: welk de muren weêrkaatsten ( 3) Hierna, geschrapt : de muren ( 4) Hierna, geschrapt : indrukwekkende versiering van het doodstille sanctuaire

biina ; boven biina : schier ; sanctuaire toegevoegd met potlood in open ruimte. ( 5) Toegevoegd met potlood in open ruimte. ( 6) Hierna, geschrapt : als het ware (7) Hierna, geschrapt: Maar alles werd weêr stil [onleesb.J en stil, het licht

verduisterde (8) Hierna, geschrapt: herhaalde fluisterend Robert, en wendde 't hoofd. (9) Onleesbaar: de hoek van het blad is afgesleten. Het oorspronkelijke tweede

blad werd geheel tegen het eerste vastgekleefd. (10) Hierna, geschrapt: trok onder

69

Page 72: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

mei, zacht als eene bede, de kaarsjes door de dweepzucht der ge­loovigen ontsteken. Het lieve vrouwtje, met haar kindeken Jesus op den arm, het eerste in een blauw, het tweede in een wit, beide met starren bezaaide kleed gehuld, prijkten tusschen bloemenkran· sen op het klein altaartje; de zijdewanden waren naakt, door­steken van twee diepe, spitsbogige tralievenstertjes ; een doode wierookvat hing in het midden van 't kapelletje aan eene dunne, lange ketting vast; en [3] gansch omhoog prijkten ook starren in 1 het blauw gewelfsel, terwijl beneden, op den reinen, wit en zwart geruiten vloer, eene vijfdubbele rij ledige stoelen, de geloo­vigen aan elk uur van dag of nacht, steeds schenen te verwachten. Zijdelings, rechtover de spijkers met kaarsjes, was een offerblok.

De jongeling was rechtgestaan en had nogmaals zijn uurwerk uitgehaald.

Nog tien minuten, lispelde hij. Hij ging naar buiten. De lucht was zoel en kalm. Noch maan, noch starren blonken;

alleen, die onbepaalde schemering, eigen, zelfs aan de diepste zomernachten, zond nog als eenen zweem van licht, waarin de vlakke, malsche velden, de hooge, zwarte loovers, de grachten, de meerschen, de gansche rustende natuur zich droomerig om­hulden, terwijl, bij tusschenpoozen, het hol geblaf van eenen ver­ren waakhond op eene hoeve, de stille plechtigheid des nachts nog te vergrooten scheen. [ 4) Och ! indien ze ditmaal toch kon komen !

De stap des jongelings was allengs onrustig geworden. Nu hij nog eens zoo dichtbij het punt was zijne beminde Emma alleen te [kunnen J 2 zien ; nu het uur en het oord zoo eenzaam en liefde­beschermend waren, kwam hem, bij de herinnering aan zijne vroegere teleurstellingen, zijn verhoopte geluk als onbereikbaar voór en namen vertwijfeling en smart, allengs de plaats van geest­drift in. - Indien ze nochtans komen wilde! Weerom ging hij onder 't portaal en trok zijn uurwerk uit.

Nog vijf minuutjes slechts. Hij bleef eenige stonden roerloos en als het ware zonder ge­

dachten op de murmelende kaarsjes staren.

(1) Hierna, geschrapt: de bogen van 't (2) Boven, geschrapt: mogen

70

Page 73: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

Indien ze nu niet komt is het gedaan, wel gedaan, [vezelde hij eindelijk} 1 en keerde, met gefronste wenkbrauwen, terug naar buiten.

Een ver en dof klokkengelui deed hem zenuwachtig de beide handen samenduwen... Tien reeds, te Wilde, mompelde hij en stapte rasser heen en weêr. [5} Rustig kon hij niet meer blijven. Met haastige, koortsige schre­den trok hij tot aan den omdraai van het pad langs welk hij aan­gekomen was en staarde peilend in de duisternis. [Nog altijd niemand ... niets ... Niets dan het bleeke, smalle pad, welk door de sombere korens kronkelde ... } 2 Hij luisterde met in­gespannen aandacht of hij haar niet zou hooren naderen. Het schel gezang van een krekel nevens hem was alles wat hij hoorde. Hij stampte naar den krekel met den voet. Toen hoorde hij nog enkel, in de stilte van den 3 zomernacht, het kloppen van zijn hart.

Hij keerde weêr tot het kapelletje. - Tien ... sloeg het nu ook traag en klaar in 't verschiet op den toren van Lauwegem ... Hij telde een voor een de harde slagen en aanhoorde onbeweegbaar het kort avondgelui daarachter. En wanneer dit gëeindigd was, hoorde hij nog, veel verder over 't landschap, diezelfde tonen zich alom herhalen, de eene fijn en klingelend gelijk een belletje, de andere grof en brommend als eene verre klacht ; allen met die gelijke, trage, droomerige [ 6} cadans, die als het ware eene nacht­groet is der dorpen aan elkaar.

Met wanhoop staarde hij voór zich; de nacht bleef onverander­lijk. Alleen, in het verschiet, had het geluid der klokken, alle de wachthonden ontwaakt, die nu met holle, grove stemmen, naar elkander blaften. Een oogenblik blaften zij al te zamen, de heilige bespiegeling der 4 Julinacht storend, maar trapsgewijze, [met ver­traagd gebrom,} 5 vielen zij stil, totdat er eindelijk slechts eénen bleef, die aanhoudend, bij gelijke, [treurige} 6 tusschenpoozen, een akelig geluid herhaalde, lang en indrukwekkend als eene men­schenklacht De krekels hadden gezwegen.

( 1) Boven, geschrapt : sprak hii halfluid (2) Geheel op links ingevoegd, ter vervanging van het geschrapte: Maar nie-

mand, niets, was er te zien. (3) De: e over en heen. (4) Na, geschrapt: van; de r is toegevoegd aan de (5) Toegevoegd boven de regel. ( 6) Toegevoegd boven de regel.

71

Page 74: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

Toen zonk [de jongman neder] 1 op de bank. 'T is gedaan, sprak hij dof en [somber J 2 staarde [strak J 3 voór zich met geslotene lippen ...

Voor de derde maal dus was zij er niet... Voor de derde maal, sinds hij haar kende, had zij hem stellig de gunst - die in het (7) huis harer ouders voor hem onverkrijgbare en nochtans onder minnaars zoo natuurlijk verlangde gunst: eens met haar alleen te mogen zijn, haar eens alleen te mogen spreken - beloofd, en voor de derde maal het volbrengen harer belofte ontweken... En ontweken had zij, stelselmatig ontweken, want, hij wist het, hare ouders lieten haar vaak een uitstapje doen en bekreunden zich weinig om het uur harer terugtocht. - Waarom kwam zij dan niet ? Beminde zij hem dan enkel om het geld welk hij in het huis harer ouders vertierde ? Of dacht zij wellicht, met het oog op 't verschil hunner standen, dat zijne liefde voor haar slechts een vergankelijk tijdverdrijf was, een vermaak, waarvan zij eens de rouw zou kunnen dragen, indien zij er te zeer in toegaf ? Ach ! Juist daarover was het dat hij haar zoo graag hadde gesproken. Van de reinheid, van de volstrekte zuiverheid zijner liefde was het, dat hij de behoefte voelde haar te overtuigen. En hoe met overtuiging gesproken, indien men niet alleen kon zijn ? Waarom kwam zij toch niet ? Had zij dan nog niet bemerkt hoe oprecht zijne liefde was ? (8) Of voelde zij er niet de minste voor hem ? Was er dan niets, volstrekt niets in haar dat heur naar hetzelfde verlangen welk hem zoozeer kwelde deed smachten ? Of had zij misschien, onder die talrijke schaar van ruwe boerenzonen en knech­ten, welke haar een onophoudend hof maakten, iemand uitverko­ren, die zij uit harten beminde, een lief welk zij aan hem, den rijken, jongen heer verkoos ? 4

[Of dacht zij nog aan Fierens ? Aan dat eerste, gemoedelijke lief, met welken zij hem eens - op zijne dringende ondervragingen - hare vroegere betrekkingen had bekend ? 0 ! een brave, zachte jongen, die haar nooit, nooit iets kontrarie had gevraagd ; die haar

(1) Boven, geschrapt: Robert machteloos in een ( 2) Boven, geschrapt : somber en ( 3) strak is in de oorspronkelijke tekst doorgestreept en vervangen door somber,

dat dan weer werd vervangen door strak. ( 4) Hierna, geschrapt : Die gedachte alleen doorboorde hem het hart geliik een

vliim.

72

Page 75: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

zulke schoone boeken te lezen gaf en zich van wanhoop had wil­len versmooren, toen zijne ouders, hem met geweld, van haar had­den doen scheiden. Robert kende hem niet ; dat was gebeurd ver­scheidene jaren voór hij Emmatje ontmoette en bleef voor hem als in een verre, onbepaalde nevel gehuld. Hij dacht er soms aan, doch zonder jaloerscheid, door het idylliek en bespiegelend ka­rakter dezer eerste liefdesavontuur, gerustgesteld. Fierens stond hem voór den geest, [onder de gedaante van J 1 een bleeken, zie­kelijken jongeling, steeds zuchtend en eerbiedig nevens Emmatje gezeten, 't gelaat, door onophoudelijke tranen overstroomd.

Nu, nochtans, doorboorde die herinnering zijn hart gelijk een vlijm. Wie weet, of zij in het geheim van haar gemoed, voor (haar} 2 eerste minnaar, geene zuivere, onveranderlijke (harts­tocht J 3 bleef bewaren?} 4

En naarmate de heenvliegende stonden, de kans van hare aan­komst steeds verminderden, voelde hij tevens zijn lijden en zijne liefde voor haar verergeren. Wel dra was zijne laatste hoop ver­dwenen; hij voelde instinctmatig dat zij niet meer komen zou. En toch, met die hardnekkigheid der hoop, die zelfs nog in de wan­hoop huisd, wandelde hij voortdurend heen en weêr rond het ka­pelletje, soms een geheel eind ver het pad dat naar het dorp liep volgende, soms in de gansch verkeerde richting gaande, en steeds onder 't portaal van het kapelletje - de (9} bijeenkomstplaats terugkeerende, als hadde zijne kortstondige afwezigheid, hare zoo vurig verlangde komst waarschijnlijker gemaakt.

Doch zij kwam niet. - En hoe langer hij toefde, hoe heviger zijn lijden en hoe tegenstrijdiger zijne gevoelens werden. Nu eens verrees hem gansch het zonderlinge, gansch het onmogelijke en ontschikte zijner jongste levenswijze zoo zonneklaar voor oogen, dat hij voor zich zeiven schaamte en voor zij die hem zoo diep vernederde, haat en afkeer voelde ; den stond daarachter zag hij niets meer dan het bekoorlijk beeld der lieve Emma, haar lachend oog, haar frissehen mond, haar ronde, poezelige vormen en kende hij nog enkel de drift, de vurige onbluschbare drift haar te zien,

( 1) Boven de regel toegevoegd, boven, geschrapt : als (2) Over haren heen geschreven. ( 3) Boven, geschrapt : liefde ( 4) De passage vanaf Of dacht zii tot bleef bewaren op links toegevoegd.

73

Page 76: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

haar te kussen, haar op zijn hart te drukken, haar te mogen be­minnen.

Hij kon zijn lijden niet meer uitstaan. Hij moest, hij wilde nog eens weten, waarom zij niet gekomen was. Nog eene laatste maal zou hij er heen gaan ; nog eens, hij voelde het, zou hij haar ern­stig en vol liefde aanspreken, (10} haar verschoonen zelfs, indien zij eene gegronde reden harer afwezigheid wist aan te brengen ; maar moest hij zien dat zij hem voor den gek hield, moest hij be­grijpen dat zij niet komen wilde ; nooit, dat zwoer hij, zou hij in haar huis den voet meer zetten ; nooit, haar nog het woord toe­sturen.

Dit genomen besluit scheen zijne ontsteltenis schielijk gedempt te hebben. Het was half elf. Eene laatste maal trad hij [werktui­gelijk] 1 onder 't portaal en blikte door de traliedeur in het ka­pelleken, waar de gele, smeltende kaarsjes steeds met hun ge­murmel van bede op de ijzeren spijkers brandden ; nog eens tuur­de hij buiten, links en rechts ; en na eene laatste aarzeling, welke hem eenen stond beweegloos op den drempel hield, sloeg hij met rassen, vastberaden stap, het pad tusschen de korenvelden in.

2.

(11] Na ongeveer een kwartier gaans kwam hij op eenen breeden aardeweg. Daar vertraagde hij [schielijk} 2 zijnen gang. Schuins voór hem, onder hooge, zwarte hoornen, stond een laag en lang gebouw met halfglazen portaaldeur en (drie] 3 helder verlich[te] 4

vensters. Eene 5 houden paardenkrib stond zijdelings der deur, ver­warde gesprekken en glazengerinkel klonken binnen huize en op eene der [gele,] 6 achter de vensters neêrhangende starsen las men de (zwarte] 7 schaduw van de op het ruit geverfde letters : Esta­Minet Boven de ingangdeur hing een onleesbaar uithangbord.

( 1) Boven de regel toegevoegd. ( 2) Boven de regel toegevoegd. ( 3) Over twee heen geschreven. ( 4) Oorspr. verlichte, "gecorrigeerd" in verlichtte ( 5) Oorspr. vensters, eene (6) Boven de regel toegevoegd. (7) Boven de regel toegevoegd.

74

Page 77: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

Robert was tot dichtbij een der vensters genaderd. Hij luisterde met kloppend hart naar het gerucht in de herberg. Op het oogen­blik van binnen te treden, weerhield hem eene laatste aarzeling. Dat ruwe lawijd en gerinkel van glazen, tooverde hem op nieuw al het voor hem vernederende en ootschikte (12} eener dergelijke aanraking voor oogen ... Indien hij maar voortging ? ... Indien hij maar, zonder zelfs een enkel woord uitlegging te verlangen, ver­achtelijk zijnen weg vervolgde en nooit ... nooit meer omzag ? Had hij sinds maanden reeds de overtuiging niet dat zij hem niet be­minde, dat zij hem niet begreep en nooit begrijpen of beminnen zou ? ... Hij luisterde of hij ook hare stem niet vernam. - Neen ... enkel die van luidruchtige, sommige hem welbekende boeren. Mis­schien is zij bedroefd mij niet gezien te hebben, vermoedde hij ; en die gedachte deed hem goed, het viel hem te binnen, dat, in­dien hij zich enkele dagen kon kwaad veinzen op haar, hare droef­heid en meteen hare genegenheid voor hem mogelijks zouden ver­grooten en dat zij hem alsdan de zoo dikwijls verlangde gunst zou willen toestaan. Hij aarzelde ... reeds was hij een paar schre­den achteruit geweken, reeds had hij zich half omgekeerd, reeds was hij weg, maar schielijk kwam hij tot (13} het venster weêr.­Een lang en scherp geschater- dit van Emmatje's stem - was hem als een schicht door 't hart gevlogen. Rood van ergernis en jaloersebeid stapte hij in 't portaal, thans kon hij niet meer weg, zij deed hem te verschrikkelijk lijden. Kost wat kost zou hij met haar eene laatste uitlegging hebben. - En met een gelaat aan het­welk hij voor zooveel mogelijk zijne natuurlijkste uitdrukking poog­de te geven, stak hij de portaaldeur open en trad 1 de herbergzaal binnen. (Elk een goên avond, sprak hij.} 2

De plaats waar hij zich thans bevond was eene gewone, lange, laaggebalkte en witgeverfde buitenherbergzaaL Schuins over de ingangdeur den toog, met eenen grooten zinken spoelkom en tal-

( 1) Hierna, geschrapt : hii (2) Toegevoegd boven een geheel geschrapte alinea:

'T geioei had eensklaps opgehouden. Hii blikte eens vluchtig rond, bemerkte dat Emmatie voor het oogenblik in de herberg niet was, groette in 't algemeen en ging alleen, aan een tafeltie, naast een der vensters nederzitten.

75

Page 78: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

rijke glazen 1 bedekt, achter den (14] toog het buffet 2 , waar [een vuile] 3 spiegel [ tusschen J 4 allerlei glazen, flesschen en tinnen maten prijkte 5 en langs de wanden hier en daar onduidelijke, onder glas ingelijstte prenten waarin 6 palmtwijgjes, pauweveêrkens of an­dere dergelijke kleinooden staken. Het onvermijdbaar : God ziet mij hing boven de schouw en een enkel half smeulende quinquet aan eene keper vastgehecht, verlichtte zeer ontoereikend de gansche herbergzaaL

Een lang en mager man, in hemdsmouwen, die met drie andere bij een klein tafeltje zat te kaarten, had zich bij Robert's intrede spoedig omgekeerd en de rechterhand aan zijne pet geslagen 7 •

[15) Ha ! Mijnheer Robert, de goên avond, zet u, als 't u belieft, Mijnheer Robert, zet u, klonk zijn overbeleefde groet 8 ; en, dadelijk zich tot de ingangdeur der keuken wendende : Erna ! riep hij, Erna ! er is iemand ! De drie andere kaarters, in hun [bedriegelijk jasspel] 9 verdiept, schenen de inkomst van den jongen heer zelfs niet bemerkt te heb­ben, maar een viertal, voór den toog rechtstaande boerenkinkels stotterden iets onder elkaar, het oog beschimpend op Robert ge­vestigd.

Er heerschte een oogenblik volkomen stilte. Robert (had zich alleen, naast een der vensters neêrgezet. Hij] 10 begreep dat Emma voor de boerenkinkels in den kelder bier gaan tappen was. Eene

( 1) Hierna, geschrapt : en maten (2) Hierna, geschrapt: met eenen spiegel in 't midden waar in het midden ( 3) Oorspr. een en vuilen ( 4) Boven, geschrapt : en rechts en links op borden ( 5) Oorspr. prijkten ( 6) Hierna, geschrapt : van boven ( 7) Hierna, geheel geschrapt : (evenals de eerste drie regels op p. 15) :

Ha ! Mijnheer Robert, de goên avond, zet u, als 't u belieft. Mijnheer Robert, zet u, riep hij luid en het oog [onmiddelijk] 1 weêr op zijne kaarten geves­tigd, zoodat hij niet bemerkte dat de jongeling reeds plaats genomen had, 2

[15] En toen hij zijne hand had uitgespeeld, zich tot de keukendeur om­wendende: Ema, riep hij, Ema.

1. Boven de regel toegevoegd. 2. Hierna, geschrapt: Ema zal gaan komen.

(8) Hierna, geschrapt: als hadde hij niet bemerkt dat de jonge heer reeds neêr­gezeten was ,·

(9) Toegevoegd boven, geschrapt: spel (10) Boven de regel toegevoegd.

76

Page 79: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

geveinsde uitdrukking van onverschilligheid overdekte thans zijn gelaat. En groot en slank van gestalte, schoon en onder (16) schei­den van trekken, onbevangen van houding en keurig gekleedt zoo­als hij daar [zat]\ hadde men hem weleer voor een jong edelman genomen, toevallig in eene buitenherberg verdwaald, dan voor eenen ongelukkigen, door zijne onwaardige minnares verstoaten en vernederden minnaar. Om zich 2 eene [nog meer] 3 onverschil­lige houding te geven, haalde hij eene sigaar te voorschijn toen hij Emma weder hoorde boven komen ; terwijl de boeren, alle vier zeer opgeruimd, [grof en luidruchtig lachend) 4 de ellebogen op den toog legden.

Rond en poezelig, met lachend en blozend gelaat en nog eenen straal van onderbroken scherts in hare schitterende, blauwe oogen, kwam zij, met hare volle bierkruik in de hand, tot haren van vrij­ers omringden toog afgehuppeld. Zij kon een jaar of twintig oud zijn. Zij was middelmatig van gestalte, blond van haren, frisch van kleur en uiterst aanlokkend en verleidelijk van voorkomen. (Zij droeg een zeer eenvoudig grijs kleed, op de borst, aan de mou­wen en van onder met een driedubbel reepje zwart fluweel [garni]5 ;

lange, gouden oorbellen~ hingen schitterend in hare ooren; en haar hals, zoo wit als melk, kwam uit een breed, zwart paarlensnoer, dat haar tot halfwege de schouders lag en bij ieder harer bewe­gingen [van] 7 duizend korte vlammetjes glinsterde) 8 • Reeds had een der boerengasten, blijkbaar met haar ingenomen, zijn grof­grappig gesprek heraange- (17) vangen en zij, hem guitig aansta­rend, een nieuw en scherp wederantwoord 9 op de lippen gereed, toen zij eensklaps, Robert ontwarende, volkomenlijk van manieren en houding veranderde. Eene geveinsde of misschien wel oprechte

(1) Boven, geschrapt: was (2) Hierna, geschrapt: nog meer ( 3) Boven de regel toegevoegd. (4) Boven de regel toegevoegd. (5) Toegevoegd met potlood in open ruimte. Boven de regel, geschrapt: had ( 6) Hierna, geschrapt :

in en om den hals een breed, zwart paarlensnoer dat halfwege de schouders kwam en bij ieder harer bewegingen schitterden in

(7) Boven, geschrapt : wel (8) glinsterde onder, geschrapt: schoot. De passage vanaf Zij droeg tot glinsterde

op links toegevoegd. (9) Hierna, geschrapt: gereed

77

Page 80: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

schaamte overdekte haar aangezicht en 't was met eene niet loo­chenbare ontroering, dat zij van uit den toog den jongen heer goên avond wenschte en hem vroeg, wat hij bestellen wilde.

Een glas bier als 't u belieft, sprak Robert kalm en ernstig, ter­zelvertijd met eene lichte hoofdbuiging hare groet bëantwoor­dende.

Zij schonk dit uit dezelfde kruik waaruit zij hare boeren had bediend en bracht het hem, op eene tinnen schenkteljoor.

Als 't u belieft, Mijnheer Robert, sprak zij, schier bedeesd. Hij nam het glas, zei: merci, zette het nevens zich op de tafel

.en aanstaarde haar diep in de oogen. Hebt gij weêrom door onbedachtzaamheid het uur laten voor­

bijgaan, Emma ? vroeg hij haar (18} stil, met eene flauwe hoofd­schudding. Zij keek 1 half beschaamd en glimlachend ten gronde.

Wel neen, Mijnheer Robert, fluisterde zij, 't gestorte bier van hare schenkteljoor over den vloer uitgietend, en hare eene hand op tafel 2 leunende, maar gij kunt toch wel denken dat ik hier niet weg kan als het Zondag avond is en dat er zooveel volk komt.

Een [pijnlijke} 3 glimlach kwam om Robert's mond. Waarom beloofd gij dan zoo stellig ? vroeg hij.

Waarom ? Zij haalde, een antwoord ontwijkend, de schouders en wenkbrauwen op en keek, als het ware met eenen zweem van lachlust op 't gelaat, terzijde naar de jonge boeren, die haar en Robert spotschewijze aanschouwden.

Ik ben benauwd van u, sprak zij eindelijk, half schertsend, half ernstig.

Die beweging, die glimlach, de lichte toon op welken zij sprak van wat voor hem zoo ernstig was, verergerden nog de foltering van Robert. (19} Hoor, sprak hij, schielijk met grammoedige, verkropte stem; gij houdt mij voor den gek; het is vruchteloos u bemind, u ge­liefkoosd, gij kunt u enkel vermaken met domme boerenkinkels gelijk deze die daar aan den toog staan.

Een nieuwe ingetredene, een man met eene macaronkas, die

( 1) Hierna, geschrapt : bes eh (2) Hierna, geschrapt: leunen (3) Boven, geschrapt: minachtende

78

Page 81: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

eenen druppel vroeg, belette haar te antwoorden. Zij liep terug in haren toog. De man, waggelend van dronkenschap, viel haast met zijne kas omver, in de beweging die hij maakte, om de boe­renkinkels eens te laten draaien. Deze omringden hem luidruchtig.

Die onderbreking had Robert nog ongeduldiger gemaakt, hem nog vuriger [dan ooit] 1 naar eene beslissende uitlegging met Em­ma doen verlangen. Hij dronk in eens zijn glas ten volle uit en bestelde er een tweede.

Och Emmatje toch, sprak hij, schielijk verzacht, terwijl zij hem dit toereikte en hij haar vurig bij de hand greep, waarom wilt ge, waarom kunt ge mij toch niet beminnen gelijk ik u (20) bemin ? Wat misstaat er aan mij ? wat moet ik nog meer doen ? hoe moet ik zijn, om uwe wederliefde te verdienen ? 2

Zijne oogen vol tranen poogden in het diepste der hare te lezen, zijne hand duwde heure hand als om er 3 de sprankel der weder­liefde te doen uitspringen ; al zijn lijden, al zijne liefde, al zijne hoop, weidden nog eene laatste maal in deze daad en woorden op ... Maar zij, half lachend, half beschaamd, trok zich een stapje achteruit... Stil, ... Mijnheer Robert, vezelde zij, in eens sterk blo­zend, met eenen schuinsehen blik tot den toog ... wat zouden zij niet denken ...

Des jongman' s hand viel als ontzenuwd neêr op tafel. - 'T is goed, sprak hij ... en eensklaps stond hij recht. Eene uitdrukking van ernst en deftigheid had schielijk op zijn gelaat den stempel van pijn en foltering vervangen. Zijne lippen waren dicht geslo­ten, zijne wenkbrauwen samengefronst en 't hoofd terneêrgebogen, tastte hij haastig in zijne beurs.

(21 J Het meisje aanstaarde hem verwonderd. Zet u nog een weinig, Mijnheer Robert, sprak zij [ d'un ton insinuant] 4 [in het gejoel der kreten rond de macaronkas J 5 •

( 1) Boven de regel toegevoegd. (2) Hierna, geschrapt: Zijn ( 3) Hierna, geschrapt : den (4) Toegevoegd met potlood boven, geschrapt: met [insinuante] stem (zwarte

inkt, insinuant ingevoegd met potlood). (5) Boven de regel toegevoegd. Hierna geheel geschrapte alinea:

Neen, dank, ik moet heen, [antwoordde] 1 hij kortaf, zonder het hoofd te rechten en legde haar een muntstuk in de hand. De goên avond, sprak hij en vooraleer de verbaasde aanwezigen

1. Boven, geschrapt : sprak

79

Page 82: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

Maar hij richtte zelfs 't hoofd niet op. Neen, dank, ik moet heen, antwoordde hij kortaf en legde haar, zonder haar te bekij­ken, een muntstuk in de hand. - De goên avond, riep hij, opzet­telijk luid en als het ware uitdagend ; en vooraleer de verbaasde aanwezigen den tijd hadden zijne groet te bëantwoorden, was hij de glazen portaaldeur, die met een korten, harden klets weêr toe­vloog, uit.

Nooit meer ... nooit... nooit ... nooit. .. zwoer hij woedend toen hij buiten was en stapte met gebalde vuisten den somberen land­weg op.

3.

(22] Eerst in het vlakke veld vertraagde hij. De kalme friseh­beid van [de nacht] 1 daalde ook onweerstaanbaar in hem neder. Alles zweeg, alles rustte. Thans was het over de natuur geen [sluier] 2 van halve duisternis meer ; de maan was in het Oosten opgerezen en zond haar bleeke licht over de heerlijkheid der nacht. Zij toonde de rijpende korens onder 't gewicht van hunnen schat [gebukt) 3 ; zij 4 streelde de bloeiende klaver, die [haren zoeten] 5

honiggeur uitwasemde 6 ; zij verzilverde de 7 wemelende blaartjes op de toppen van de hoornen ; van de stille, stille hoornen, door welke nu en dan een kort geritsel zweefde, flauw en onduidelijk als een gefluisterd geheim, welk van boom tot boom steeds ver­zachtend herhaald, in het nog grootere geheim der zomernacht ging uitsterven.

Robert slaakte eenen zucht en bleef eene (23] wijl stilstaan als om zich van die kalme heerlijkheid te laten doordringen. - Hij stapte voort en kwam voor een in eene haag gevestigd hekje. Daar-

(1) Onder, geschrapt: den nacht, waarboven, geschrapt: het veld ( 2) Boven, geschrapt : waas ( 3) Boven, geschrapt : gebogen ( 4) Hierna, geschrapt : best ( 5) Boven, geschrapt : een en ( 6) Hierna, geschrapt :

en door de stille, stille faovers in de toppen van de boamen verzilverde zii hier en daar, zij deed de hoogste blaartjes van de

(7) Hierna, geschrapt : hoogste,

80

Page 83: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

achter en omhoog vertoonden zich de sombere loovermassas van eenen lusthof. Hij stak het hekje open en trad binnen. Het gaf een korten klets toen hij het weder toesloeg en de verroeste sleutel kermde in het ruige slot. Hij trok een brugje over, sloeg eenen [zijde-] 1 wegel in, kwam aan eene opene, halfronde plaats 2 • Daar stond eene lage, witte bank ; bloemperkjes lagen er voór, dichte hout en hooge hoornen prijkten er achter. Op die bank zonk hij neder. Eenige stonden bleef hij, half zijdelings geheld, met den arm op de leuning der bank en de kin in de hand voór zich sta­ren ; hij bezag de bloemperkjes, waarover, als vluchtende schadu­wen, groote, zwijgende nachtvlinders zweefden; hij ademde krach­tig den harsgeur 3 der sparren [in J 4 en de frischheid van den dauw; hij hoorde 't koeltje in de loovers ritselen en een ver, on­bekende nacht- (24} dier gillen; en eensklaps, in 't midden van die plechtigheid, van die onvergelijkbare heerlijkheid der zomer­nacht, kromp zijn mond tot eene zonderlinge, bittere plooi, beefde zijne hand, trilden zijne lippen en harste hij plotselings in een stil en overvloedig snikken en ween en los ...

Lang, zeer lang, weende hij. -Alles wat maanden en maanden lijden en droefheid in zijn hart

opeengestapeld had, loste zich thans in tranen op. De eene na de andere rezen hem alle de oorzaken van zijne tegenwoordige smart voor oogen en naarmate de herinnering eener gebeurtenis, hem in den geest naar de ontleding eener verdere terugzond, geraakte hij allengs tot de oorsprong van alles en zweefden aldra, in vatbare tafereelen, enkele jaren van zijn verledene voor hem heen.

4.

(25} Tien jaren telde hij toen zijn vader hem te X de kostschool liet bewonen. Alleen en in den buiten opgebracht, waar zijne kinds­heid vrij treurig, zonder makkertjes van zijnen stand en zonder vermaken zijner jaren heengevloten was, viel het hem niet zeer

(1) Boven, geschrapt: overlommerden (2) Hierna, geschrapt: van [na, geschrapt: van] I aovers omringd. ( 3) Hierna, geschrapt : in ( 4) Boven de regel toegevoegd.

81

Page 84: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

moeielijk, zich schier van stonden af, aan zijne nieuwe levenswijze te gewennen. Hij was en leerde er gaarne. Van 't eerste jaar reeds behaalde hij beduidelijke prijzen en 't jaar nadien, was hij de beste leerling zijner klas.

Dat is gewrocht ! Daar zullen wij eenen nijveraar van maken ! pochte Mijnheer DuBois, met vaderlijken trots toen, zijn zoon dan in vacantiedagen thuis kwam. En Mama 1 , met teederheids­tranen in de oogen zei : Ja, Robertje, werk maar vlijtig kind, dat wij u spoedig weêr bij ons hebben.

Nijveraar worden ! Te Lauwegem wonen! Die woorden mis­haagden Robert en klonken steeds vreemder en vreemder in zijn oor, naarmate hij opgroeide en in zijne studiën vorder- [26} de. Hij voelde zich weinig of niet tot de nijverheid aangetrokken ; evenmin tot het buitenleven. Toen zijn vader hem soms, in de vacantiedagen, met zich rond de fabriek leidde en hem reeds de werking der machienen, den aard der koopwaren, de berekening der winsten en dergelijk meer poogde uiteen te doen; toen hij hem in eenen stond van vertrouwelijkheid zegde, wat al veranderingen, vermeerderingen en verbeteringen hij aan de fabriek nog toe te brengen wist, eens dat zij getwee zijn zouden om er alles ga te slaan, toen dacht Robert met onoverwinbaren weemoed, aan zijne geliefkoosde studiën, aan zijne vrienden en kennissen in stad, aan een onbepaald, verleidelijk ideaal van geestesleven, welk hem door den wil zijns ouders, misschien ging ontnomen worden.

Zou hij oprecht weêr naar huis moeten keeren ? -Zijne ouders, die belang stelden in alles wat hem aanging, ondervroegen hem soms [27} nopens zijne makkers en vrienden, verlangden te weten of er onder deze geene kinderen waren van vrienden aan hen, van vroegere kennissen. -Jawel, er waren er. De ouders van deze en gene kenden zijne ouders, hadden deze destijds ontmoet, aan vrien­dentafels of in vriendenkringen. Jawel, en allen bestemden zich tot de [professions libérales} 2, tot de Rechten, tot het Notariaat, tot het Onderwijs. Zij waren slechts in zeer, zeer klein getal, deze die zich voor den Handel 3 of de Nijverheid bereidden ...

(1) M over m heen. (2) Ingevoegd met potlood in open ruimte. (3) H over h heen.

82

Page 85: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

Maar doof bleven Mijnheer DuBais en zijne vrouw voor deze bedekte, nochtans zoo vurige smeekingen. Zij vermoedden wel het innig verlangen van hunnen zoon, doch deden alsof zij het niet verstonden. Een rijk en zeker bestaan onder den voet trappen om er een armzalig, raadselachtig te gaan opzoeken ! 0 neen ! Zij zouden het zich ten hoogste verweten hebben, toe te stemmen in eene gril, die zij als zijns levens ongeluk aanschouwden.

(28} Hij nochtans, streelde van jaar tot jaar [steeds vuriger} 1

de hoop, zijne studiën voort te mogen zetten. Eens, - hij was toen zeventien jaren en had zijn voorlaatste jaar Atheneum gëein­digd - het volgend jaar kon hij, indien hij wilde, de Hoogeschool binnentreden - kwam hij letterlijk met prijzen overladen thuis. Het oogenblik was wel gekozen om eene uiterste poging te wa­gen. Zelf, dorst hij niet, maar een der jonge surveillanten van het Atheneum was zijn goede vriend. Hij dacht aan hem. Wie weet? Vreemde hulp vermocht soms meer dan eigen invloed ? Hij vroeg aan zijnen vader of hij dien jongeling eens op een noenmaal mocht uitnoodigen. Daar had Mijnheer DuBais niets tegen; hij stemde zonder opmerkingen toe en ried Robert zelfs aan, zijn meester met het rijtuig aan het station van Wilde te gaan afhalen.

Zij zaten aan de afgediende tafel, het [29} kopje koffie 2 in de teil, het glasje 3 likeur voór 4 hen en de sigaar tusschen de lippen, toen de jonge surveillant, die den gansehen tijd van 't maal, Mijn­heer DuBais door zijne kennissen van nijverheid en handel had verleid, eensklaps van samenspraak veranderend, met een aanmoe­digenden [glimlach} 5 tot Robert, [die sidderend in zijne tas keek,} 6

aan den nijveraar vroeg : En hoe vindt gij, Mijnheer DuBois, den vooruitgang van uwen

zoon in zijne studiën ? Goed, antwoordde Mijnheer DuBais zeer kalm. Wij zijn te­

vreden over hem en voelen ons gelukkig dat hij zoozeer zijn best doet om hier aldra terug te zijn.

Robert keek blozend op. De surveillant, steeds glimlachend, aan-

( 1) Boven, geschrapt : inniger ( 2) Hierna, geschrapt : voor zich, ( 3) Hierna, geschrapt : met ( 4) Hierna, geschrapt : zich ( 5) Boven, geschrapt : blik (6) Toegevoegd boven de regel.

83

Page 86: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

staarde aandachtig de witte asch zijner sigaar. Er heerschte eene korte stilte.

Ja zekerlijk, hernam de jongeling, maar denkt het u niet, Mijn­heer DuBois ... en Mevrouw, voegde hij er met eene heusche hoofd­buiging bij, bemerkend dat Robert's mama ook (30} met aandacht luisterde, denkt het u niet, dat... dat alle vernuften voor de nij­verheid niet vatbaar zijn, dat er [préférences, dispositions} 1 be­staan, welke de mensch met veel meer kans van in de wereld te gelukken, eerder tot de studie, tot het geestesleven aantrekken ...

Mijnheer DuBois gelaat had schielijk eene strenge uitdrukking genomen. Ik denk, sprak hij [met een korten blik tot Robert en} 2

eensklaps, om te toonen dat hij begrepen had, het algeroeene der zaak van kant latende om die onder eigen oogpunt in beschou­wing te nemen; dat het eene onvergeeflijke gekheid zou zijn een rijk en zeker bestaan onder den voet te trappen, om er een raad­selachtig, van allerlei omstandigheden afhangende, te gaan op­zoeken.

En na een ::>ogenblik nadenken : Iets dergelijks beletten kan men niet, hernam hij, ditmaal ver­

mijdend zijn zoon te [31} bekijken ; maar zulke 3 "folieën" tegen­houden, zoolang en tot zooverre het in hunne macht is, schijnt mij, Mijnheer de surveillant, den [ stricten} 4 plicht der ouders.

En Mijnheer DuBois, groot en forsch van statuur, met 5 schoon, gezond gelaat en edel voorkomen, nam een solfertje van tafel, om er zijne sigaar, die binst zijne redekaveling uitgegaan was, weêrom meê te ontsteken.

De surveillant, steeds glimlachend, knikte 6 gedwongen met het hoofd, haalde de schouders op, keek tersluips naar Robert en naar Mevrouw, die beide, met angstig en bedroefd gelaat, in hunne borden blikten. En eensklaps, toen de nijveraar zijn solfertje had uitgedoofd, zijnen moed in beide handen nemend :

Och Mijnheer DuBois, sprak hij met eenen schier gemoede-

( 1) Toegevoegd met potlood in open ruimte. (2) Toegevoegd boven de regeL ( 3) Hierna, geschrapt : "folieën ( 4) Toegevoegd met potlood in open ruimte. (5) Hierna, geschrapt: een edel, schoon gelaat ( 6) Hierna, geschrapt : ietwat

84

Page 87: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

lijken aanblik tot den nijveraar en zijne vrouw, gij zoudt Robert zijne studiën [32} moeten laten voortzetten. Geloof mij, die jon­gen is voor de nijverheid noch voor den buiten niet geschikt. Hij is te rijk begaafd om zijn leven bij de boeren te verslijten. Hij kan er niet gelukkig zijn. Inderdaad, Mijnheer DuBois, gij zoudt dat moeten doen ...

Een zonderlinge glimlach was nu ook, naarmate de surveillant sprak, op 's nijveraar's gelaat verschenen. Gedurende eenige [ston­den} 1 bleef hij volkomenlijk stilzwijgend, het oog thans ook op de asch zijner sigaar gevestigd, [als zocht hij er, met zijnen glim­lach, welken zich naarmate [accentueeren} 2 , zijn antwoord in; [maar} 3 eensklaps,} 4 langzaam opkijkend, eerst naar zijne vrouw, die bedroefd en verwijtend haren zoon aanstaarde, dan naar Ro­bert, welken de tranen in de oogen had en eindelijk naar zijnen tegenspreker:

Moeten ... Mijnheer de surveillant, sprak hij zeer kalm en schijn­baar zeer beleefd, maar zonder verders de zoo vurige vraag te bëantwoorden ... moeten ... en hij kon zich vrij niet [33} inhouden van te lachen- is een woord welk wij inderdaad maar zeer zeld­zaam gewoon zijn hier te hooren ; en wanneer het hier klinkt valt het dan nog gemeenlijk uit onze monden ... Nu, ik wil u dit zeer wel vergeven [en faveur de 1' intention} 5 die u tot spreken aan­gedreven heeft; maar wat ik u bepaald verzoek, (Mijnheer,} 6

is van geene verdere pogingen meer aan te wenden, om mijnen zoon, van wat ik als zijnen plicht aanschouw, af te leiden. Gij zijt ons hier zeer wel te gast als vriend van Robert, maar deze sa­menspraak valt mij zeer pijnlijk en moest zij zich herhalen, wij

(1) Boven, geschrapt: oogenblikken (2) Ingevoegd met potlood in open ruimte. ( 3) Over en heen. (4) De passage van als zocht tot eensklaps op links toegevoegd, ter vervanging

van, geschrapt :

als zocht hij er zijn antwoord [met eenen glimlach welken zich [accentue] 1

en dan,] 2

1. Toegevoegd met potlood. 2. Toegevoegd boven de regel.

(5) Toegevoegd met potlood in open ruimte. ( 6) Toegevoegd boven de regel.

85

Page 88: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

zouden genoodzaakt zijn, onze wederzijdsche kennismaking, aan dit eerste bezoek te bepalen.

De surveillant en Robert waren alle twee rechtgestaan. De eer­ste, (humilié] 1 om te vertrekken ; de tweede, (om,] 2 tot in de ziel geschokt in zijne gevoelens van vriendschap en gastvrijheid, door zelfopoffering eene beklagelijke 3 vijandigheid te vermijden. (34] Hij wendde zich smeekend tot zijne (ouders] 4 : Papa, Ma­ma, bekreun u om niets meer; ik zie van mijn verlangen af. Toe­komend jaar, als mijne studiën gëeindigd zijn, zal ik hier blijven, om u in de fabriek te helpen. Dit is voortaan ... mijneenige wensch . . . . Ja ... dat waren juist de woorden die hij uitgesproken had .... Gansch het tafereel, tot in zijne geringste omstandigheden, stond hem nog helder voór den geest.

5.

(35] In den eerste viel er het hem bijzonder lastig, op den bui­ten. Zijn gansch verschillende aarde van bezigheden 5 , de volstrekte onmogelijkheid een vriend van zijnen trant te vinden, zijne ver­wijdering der stad - want Lauwegem was nog een van die schoo­ne, groote dorpen zonder spoorwegbaan - en ook de stilte, de eentonigheid van 't buitenleven, maakten op hem een diep on­aangenamen indruk.

[Elke] 6 dag bracht zijne zelfde bezigheden, zijne zelfde ver­maken mede. (Mijnheer Dubois] \ een prachtig man van rond de vijftig, met langen baard en deftig oog, was een dier rijke buiten­mannen, die op den buiten grootgekweekt en het buitenleven be­minnende, er een afzonderlijken rang, eene soort van tusschenstand houden, iets hooger dan de gewone, goede dorps-(36] burgerij, iets lager dan den buiten adelstand. Een stempel dezer afzonderlijk-

(1) Toegevoegd met potlood in open ruimte. (2) Toegevoegd boven de regel. ( 3) Hierna, geschrapt : woordenw ( 4) Onder, geschrapt : vader. Aan het voorafgaande zijn werd e toegevoegd. (5) Hierna, geschrapt: de ruwheid der personen met welke hij gewoonlijk in aan-

raking kwam, ( 6) Boven, geschrapt: lederen (7) Op links toegevoegd, ter vervanging van, geschrapt: Mijnheer DuBais

86

Page 89: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

beid van rang en van bestaan, was om zoo te zeggen op zijne gansche levenswijze zichtbaar. Zijn woonhuis, als een kasteeltje, zijn lusthof als een park aangelegd, waren te gering om als kasteel en park te kunnen doorgaan, te groot om slechts een burgershuis, een burgerstuin te heeten. Zijne paarden en rijtuigen - een tilbury en een landau - waren schooner dan deze van de dokter en de vrederechter, maar niet zoo schoon als deze des barons. En ook zijne kleeding, zijne manier van leven, zijne opvoeding en gebrui­ken, waren boven de eene, onder de andere. Doch juist die dub­belheid van stand, - indien men aldus zeggen mag, - welke hem van den eénen kant [eenigszins] 1 ontschikt in 't midden van het buitenleven stelde, leverde hem integendeel een dubbel voordeel - en wij bedoelen een winst en ontzaggevend voordeel - op. Als eerste schepen der gemeente, waarvan de baron (37} de la Douve burgemeester was ; als ondervoorzitter der Kantonale Land­bouwsectie, door den baron voorgezeten ; als verstandig en ver­mogend man ; als heer, werd hij schier op den voet van gelijkheid in het kasteel ontvangen. Op het kasteel gesteund, door de half­jaarlijksche afwezigheid des barons, werkelijk tot het uitoefenen van 't burgemeestersambt geroepen, door zijn edel voorkomen en manieren, zoowel als door zijne hooge betrekkingen den dorpe­lingen eenen onweerstaanbaren eerbied inboezemende, mocht hij als het ware opperhoofd der gemeente aanschouwd worden en zag hij, van alle kanten, zoowel uit vreemde dorpen als uit Lauwegem, de rijkste en aanzienlijkste boeren in zijn landbouwnijverheidsge­sticht toestroomen. Hierin - en meer nog in den bloei en de be­drijvigheid, dan in de wintstgevendheid zijner nijverheid, - hoe­zeer deze twee dingen van elkaar ook onafscheidbaar zijn - be­stond zijn groote, groote trots. Mijnheer DuBois was ingenomen met zijne fabriek. Alleenlijk en uitsluitdijk voor den Landbouw, voor het voortbren- (38} gen van veevoeder en landmeststoffen ingericht, was zij, in hare soort, de grootste, de schoonste en vol­maaktste der provintie. Alles wat volmaking aan dergelijke nij­verheid had kunnen bijbrengen, was er in verzameld; voor tijd, voor moeite of geld, werd nimmer achteruitgeweken. Op de groote vlaamsche markten, waar eenieder hem kende of kennen wilde,

( 1) Boven, geschrapt : als het ware

87

Page 90: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

klonk zijn raad als een orakel en in dien tijd van Nijverheid en Landbouwcrisis, waren zijn naam en zijne meening, meer dan eens, in de daartoe gewijde bladen, aangehaald geweest. Daarbij was hij lid van een tiental Nijverheid en landbouwgenootschappen en geene dusdanige plechtigheid had in het omliggende, zonder zijne tegenwoordigheid plaats.

Het is dus genoeg te begrijpen, hoezeer het Mijnheer DuBais zou berouwd hebben, hadde zijn zoon hem in zijne schoone nij­verheid niet willen opvolgen. Overigens, hij was vrij uitsluitend van smaak en gevoelens. Voor alles wat geen landbouw of nijver­heid - en bovenal zijne soort van nijverheid - betrof, had hij eene zekere minachting ; en inzon- [39) derlijk voelde hij als het ware eenen haat tegen het stadsleven. Niets scheen hem geringer en bekrompener - hij die zich in 't buitenleven eenen zoo bree­den, wel vervulden weg had weten te banen - dan het bestaan van die advocaatjes, die professortjes, die allerhande "charlatans" zooals hij hen noemde, welke in de steden krielden. Dezelfde geest vond zich terug in wat hij tot vermaak verkoos. Weinig of niet waardeerde hij schilderkunst en fraaie letteren; maar voor too­neel en muziek - die meer materieele kunsten - voelde hij eene ingeborene voorliefde, die [vaak] 1 tot echte hartstocht overging. Een zijner grootste vermaken was, in zijne ledige stonden, soms uren lang, alleen op zijne klarinet te zitten spelen, een[e kunst] 2 ,

waarmede hij in zijne jongelingsjaren een eersten prijs gewonnen had in het (Conservatoire] 8 van X. Zoo hebben wel eens de ab­stractste, positiefste geesten in zich eene trillende snaar, die hen, onder eenen zekeren vorm, hetzelfde gevoel van poëzij doet ver­staan en be- ( 40) minnen, welk zij in alle ander hulsel, zouden minachten en verstooten.

6.

( 41 J Mijnheer DuBais had vrij niet gepocht, toen hij aan zij­nen zoon gezegd had, dat zijne bezigheden thuis niet zeer lastig

( 1) Boven, geschrapt : soms ( 2) Later toegevoegd ; kunst was al ingevoegd met rood potlood. (3) Toegevoegd met potlood in open ruimte.

88

Page 91: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

zouden zijn. Zij waren inderdaad gemakkelijk, al te gemakkelijk maar, voor een jongen als Robert.

Aan den strijd tegen de studie en de wetenschap gewend, had hij in den eerste, door den "charme" der nieuwigheid aangelokt, schier met geestdrift zijnen stiel geleerd, er eene studie, eene ont­leding van gemaakt. Met de volharding en de hartstocht aan de­zen eigen, welke in de oorzaak, in den grond van wat in hun be­reik valt willen dringen, zag men hem beurtelings in mulder, in stamper, in [ mécanicien} 1 veranderd, een voor een alle de wer­kingen aanleeren; hoe meer hij er van kende, hoe meer hij er nog bijleeren wilde, totdat hij eindelijk mocht zeggen: Dàt kan ik. De groote stoommachien vooral, lokte hem aan. Uren lang kon hij er blijven voór staan, in gedachten verdiept, door haar gegons gewiegd, door hare [ 42} kracht, door hare afgewisselde, schier menschelijke bewegingen verrukt, begoocheld. Maar 't was voor hem eene verbazing 2 , eene [teleurstelling} 3 geweest, toen hij na en­kele weken begon te begrijpen dat hij reeds alles kende, dat zijn beroep voor hem geene geheimen meer verborgen hield. Het was gedurende ettelijke dagen een gevoel van spijt, van droefheid, welk noch de rede, noch het bewustzijn van zijnen plicht konden overwinnen. De geheimen van den stiel schenen hem eensklaps aan belang te mangelen, het onverbiddelijk gegons der fabriek prik­kelde hem op de zenuwen, zelfs het leven van de werktuigen, dat hij in den eerste als duizend en miljoenenvoudig aanzag, was niets meer dan [ eene} 4 brutale en lijdende macht, aan beperkte en al­gemeene wetten gehoorzamend, stom in de koppige herhaling harer altoos gelijke bewegingen. - En in [le désenchantement} 5

welk dit bewustzijn hem deed ondergaan, zag hij ook schielijk in zijn ware licht iets dat hem tot dustoe ontsnapt had: De grofheid, de ruwheid der personen met welke hij thans gewoonlijk in aan­raking kwam. [ 43} Hij keerde het hoofd met on overwinbaren walg, wanneer een boer, met handen die naar het beestenmest stonken en eenen mond

( 1) Toegevoegd met potlood in open ruimte. ( 2) Hierna, geschrapt : bijna ( 3) Boven, geschrapt : ontgoocheling ( 4) Boven, geschrapt : de ( 5) Toegevoegd met potlood in open ruimte.

89

Page 92: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

waaruit tabaksap liep, hem in zijn kantoor eene geldsom betalen of eenige inlichtingen nopens koopwaren vragen kwam; hij kreeg .als eene kaakslag telkenmale een werkman, onder het eten van zij­nen boterham, luidruchtig zijne maag deed opslaan of in [termes crûs] 1 pochte over hetgeen hij den vorigen zondag met zijn lief had gedaan. Zij leefden gelijk dieren, sommige dier werklieden. Er wa­ren er welke schier eiken zondag vochten ; anderen, die dertig pinten bier op eenen avond konden drinken ; anderen nog, welke zoo overdadig aten, dat zij gestadig ongeneesbare wonden en [ sero­fuien] 2 droegen. En dan was het ook nog de dorpslaster, de bekrompenheid des buitenlevens, die in weêrwil van hem zelven, tot bij hem binnendrongen. Al die lieden spraken van hunne ge­buren, waren meer met dezes zaken bezig dan met hunne eigene. -Er kwamen wijven die een half uur ver van 't dorp woonden, hunne mannen in de fabriek [opzoeken J 3 , tot het enkel einde [ 44] hun te vertellen dat deze, hun gebuur, des nachts zijne konijnen gestolen was en gene van de misdaad werd verdacht ; Of 4 wel, dat gene boer, (dronken zijnde,) 5 zijn wijf geslagen had en die met hare kinderen op straat gejaagd. Dan hoorde Robert den gan­sehen dag geen ander gesprek meer in de fabriek. De in quaestie gebrachte personen werden op den rooster 6 gekeerd, hun leven blootgelegd, hun verleden onderzocht, hun verwantschap bespro­ken. En 't was voor de jongeling als een onophoudelijk verlagende weêrklank, een onafgebroken [froissement] 7 tusschen zijne ver­fijnde gevoelens en de ruwheid van zijnen levenskring. Tegen dit alles had hij geene andere verwering dan het gezelschap zijner ouders of de eenzaamheid. Zijne ouders leefden zeer afgezonderd. Zij hadden slechts verre, schier nooit bezochte verwanten in de stad en op den buiten strekten hunne betrekkingen niet verder, dan tot eene wekelijksche vergadering 8 - een 9 kaartpartijtje -

(1) Toegevoegd met potlood in open ruimte. (2) Toegevoegd met potlood in open ruimte. ( 3) Boven, geschrapt : bezoeken ( 4) Oorspr. verdacht, of (5) Toegevoegd boven de regel. ( 6) Hierna, geschrapt : gelegd, (7) Toegevoegd met potlood in open ruimte. (8) Hierna, geschrapt: met (9) Oorspr. eene

90

Page 93: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

met Mevrouw Ducatillon, [ eene nog jonge, vriendelijke dokters­weduwe, die hunne naaste geburin was J 1 .

[ 45] Van lieverlede leerde Robert de eenzaamheid verkiezen. Van het steeds afgewisseld schouwspel der natuur omringd, en,

behalve dit, niets aantreffende dat zijner aandacht waardig was, leerde hij aldra de natuur naleven en bestudeeren, kennen en be­minnen. Het [werd] 2 voor hem, als eene voortzetting zijner vroe­gere studiën, iets dat hem zijn voorgaande, zoozeer beminde leven herinnerde. Reeds van den eersten herfst, dien hij thuis overbracht, onderging hij diep den weemoedvollen en toch zachten indruk, wel­ken dit heerlijk jaargetijde over het gansche landelijk leven ver­spreidt. De kalme reinheid der lucht ; de hoornen in hunne uiter­ste pracht getooid ; de laatste heentrekkende zwaluwen ; de laat­ste bloempjes, de laatste zonnestralen en dan de eerste rijmende nachten; 't gekraak der drooge bladeren onder den voetstap; het veld zich allengskens ontblootend ; de gezichtseinder steeds groei­end en op het land die rust, die onuitsprekelijke najaarsrust, niets liet hem onverschillig. En, hoe nauwkeuriger [ 46] hij alles be­trachtte, hoe meer hij ook in alles, tot in de nietigste dingen, een leven, eene reden van bestaan, een doel wist te ontdekken, door de natuur, als door eene algemeene macht, bevolen en beheerd.

In den beginne nochtans bezocht hij vaak zijne vrienden der stad, voelde hij de behoefte aan zijne vroegere betrekkingen ge­hecht te blijven. Doch, daar was hij aldra niet meer thuis zooals weleer; anderen 3 hadden er zijne plaats vervangen; gebeurtenis­sen waren voorgevallen waarvan hij niet wist meê te spreken; vermaken werden ingericht, welke hij niet kon mededeelen. Op korten tijd voelde hij zich schier vreemdeling, daar waar hij steeds als een familielid was geweest.

Met droefheid bestatigde hij zulks, [doch J 4 hij begreep dat het niet anders zijn kon en des te inniger zocht hij zijnen troost

( 1) Onder de regel, ter vervanging van het geschrapte :

de jonge doktersweduwe en hunne naaste geburin. Van lieverlede leerde Robert de eenzaamheid verkiezen

( 2) Over was heen geschreven. ( 3) Oorspr. andere (4) Boven, geschrapt: maar

91

Page 94: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

in de gemeenzaamheid met de natuur. Het werd bij hem eene van lieverlede innemender drift. Maar

na den ruwen winter, toen eene verrukkende lente aan alles een nieuw leven bracht ; toen de hoornen herbegonnen te bloeien ; toen de vogels hunne nesten herbouwden ; toen [ 47) hij zelf, on­der den rechtstreeksehen invloed der bevruchte aarde, [la sève de la vie] 1 in hem voelde opwellen, toen was het vooral dat zijne neiging tot bespiegeling met de natuur, in eene echte hartstocht overging.

Elke avond, als zijne bezigheden thuis gëeindigd waren, nam hij een boek onder den arm en trok te velde. In een eenzaam plek­je, aan een hoekje woud, op den oever van het beekje, dat door zijns ouders tuin kronkelde, zat hij neêr en las of droomde. Alles wat rond hem bewoog of leefde had eene beduidenis voor hem, wekte gedachten in hem op. Somtijds, wanneer het zachte avond­koeltje door de loovers speelde, deed hij de oogen toe en droom­de hij van eenzaam leven, alleen, in groote bosschen, waar nooit iemand te zien zou zijn; waar hij van jacht en vischvangst leven en in een hut van hoornenstammen 2 slapen zou. Andermalen, toen het verre Westen zich in zijne avondglorie waadde, liet hij zijne gedachten tot in de onbe- [ 48} kendste landen zweven ; veron­derstelde hij zich reizend, over zeeën en bergen ; schiep hij zich tafereelen en denkbeelden voor oogen, hem door zijne phantasie in onnatuurlijke tooverkleuren voorgesteld. Uit alles wat hij zag, uit alles wat hij hoorde of voelde, wasemde voor hem iets poë­tisch, iets ideaalsch en droomerigs, dat hem met geestdrift vervulde en hem gestadig van 's levens werkelijkheid afleidde.

Doch weldra oefende die neiging, door hare overdrevenheid zelve, eenen verderfelijken invloed op hem uit. Een zonderling gevoel van onrust begon zich van hem meester te maken. In 't midden der verrukking tot welke hem zijne gemeenzaamheid met de natuur stemde, onderging hij soms een 3 kwellenden indruk van weemoed en krachteloosheid. Door zijne eenzaamheid tot ge­woonlijk stilzwijgen veroordeeld, en van een anderen kant, door

(1) Toegevoegd met potlood in open ruimte. (2) Hierna, geschrapt: leven (3) Oorspr. eenen

92

Page 95: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

zijne gevoelens te zeer [ oppressé] \ had hij de zonderlinge ge­woonte opgevat, in zijne wandelingen te velde, soms halfluid [ 49) met zich zeiven te spreken ; met een onzichtbaren geest, welken voor hem als de geest der natuur zelve was, zijne gedachten te ver­wisselen. Maar die gansche natuur was te grootsch, te oneindig voor hem ; de poëzij die zij uitwasemde te onbepaald. En hij voel­de een onweerstaanbaren drang om zijne hersenschim in eene wer­kelijkheid veranderd, zijn ideaal in zijn bereik gesteld en als het ware verpersoonlijkt te kunnen aanbidden.

7.

[50) In dergelijke gemoedsstemming zat hij op zekeren avond aan den boord van het beekje te droomen, toen hij eensklaps, als verschrikt uit zijne mijmering ontwaakte.

Een lief en blozend twintigjarig boerenmeisje stond voór hem. Zij hield eene koezweep in de hand, een mandeken onder den arm, en vroeg hem, met hijgende, onderbrokene [woorden] 2 •••

of hij zooeven ... aldaar ... geen jong vaarzeken ... had zien vluch­ten ?

Een jong vaarzeken ! ... Robert sprong schielijk recht en aan­staarde haar met eene menging van bewondering en twijfel, als begreep hij niet wat zij bedoelen wilde, of als ware hem heure verschijning veel aangelegener geweest, dan deze van het weg­geloopen dier.

Wellicht meende de deerne, met het oog op de boerengewoon te, een jong meisje aan eene jonge koe te vergelijken, in 's jongmans [ 51] blik en woorden eene scherts te haren opzichte te zien ; al­thans, zij keek lachend ten gronde en herhaalde, met eenen blos op de wangen :

Ik niet, zilde, maar ons vaarzeken, dat uit den meersch gebro­ken is en hier omtrent het woud moet zijn.

Robert, onthutst, ging juist antwoorden dat hij niets gehoord of niets gezien had en ook geenszins met haar had willen gekken,

( 1) Toegevoegd met potlood in open ruimte. (2) Boven, geschrapt: stem of

93

Page 96: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

toen driftige kreten: Erna ! Erna ! daar, in 't hosselken 1 ! in de nabijheid weêrgalmden, onmiddelijk gevolgd door de verschij­ning van twee jonge knapen, die met stokken in de hand, naar de aangeduide richting ijlden.

Emma en Robert liepen hen te gelijk achterna. Zeer kalm, met den staart hare vliegen wegjagende, en 't hoofd

over den grond gebukt, was de vaars bij den kant van het boschje aan 't grazen. Zij liet gedwee hare vervolgers komen, enkel, naar­mate zij voorzichtig [52} naderden, wat krachtiger blazend, maar eensklaps, toen de afstand slechts van een paar meters meer was, sloeg zij de beide achterpaoten in de lucht, brulde akelig, en vluchtte met den staart omhoog, het woud in.

De anderen daarachter. Het was eene echt vreeselijke jachtpartij. De koe, [een wit en

ros gevlekte] 2, die tochtig was en dreigde hoorndol te worden, liep dwars door kanten en struiken, met kop en staart in de lucht, van tijd tot tijd een muilsvol grazend, maar zoo gauw men haar naderde, met steeds verergerde woede grollende en wegspringend. Emma, de twee kleinen, aan kwade en grillige beesten gewend, liepen haar rusteloos na, volgden haar over landen en grachten, over struiken en meerschen, in 3 de klaver, in 't koolzaad, waar zij met een [ganschen] 4 reesem gele bloemen rond de horens uitkwam ; wierpen zich zonder schromen voor hare voeten, poog­den haar in eene touw te doen haperen en vallen; [53] terwijl Robert, door die woestheid ontsteld, van verre en onbehendig hielp, verschrikt als hij was, aan ieder oogenblik het lieve meisje of de twee jonge knapen door de horens gesteken of onder de voe­ten getrapt te zien. Hij liep mede nochtans, door het zicht van Emmatje, oprecht schoon met hare blozende wangen, hare schit­terende oogen en verwarde blonde haren onweerstaanbaar aange­lokt ; door hare bewegingen begoocheld, in hare vlucht om zoo te zeggen meêgesleept, als ware het niet de dolle koe, maar zij zelve - de schoone, jonge vaars - welke hij achtervolgde.

Zij kregen haar toch eindelijk, de koe, en bonden haar de touw

(1) Boschje. [noot van de auteur} (2) Toegevoegd boven de regel. ( 3) Hierna, geschrapt : 't k ( 4) Boven, geschrapt : heel en

94

Page 97: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

om hals en horens. Schielijk gedwee als een lam, ging zij thans vooruit, een laatste muilsvol klaver knauwend. Een der knapen hield haar [vastr bij de touw, de andere bij haren staart en Emma, met de zweep, stapte er nevens. Robert [oogde J 2 het schouw- [ 54] spel onbeweegbaar na. Het meisje keerde zich eens om en groette hem glimlachend, [als om hem te bedanken J 3 • En naarmate zij met hare koe, die nog [een deel] 4 de[r] gele koolzaadranken rond de horens had en met de beide knapen, welke eensklaps een triom­feerend Alahoe ! Alahoe ! hadden aangeheven, in de avondsche­mering verdween, rees hem in tooverkleuren, onder den vorm eener verrukkende idylle, waarvan het lieve meisje de heldin en hij de gelukkige held was, zijn gansche ideaal van buitenleven, van lan­delijk geluk, vatbaar en verwezenlijkt voor oogen.

8.

[55] Aldus was het gekomen ... Eerst, eene dagelijksche wandeling voorbij hare deur, met eenen

schuchteren blik door de vensters ; dan, een eerste bezoek in de herberg - de eerste buitenherberg waar hij ooit den voet in zette, - en van lieverlede, eenen glimlach, een woord, eene handdruk, vader en broeders met bier getrakteerd, voor haar [ringen,] 5 oor­bellen, allerlei dingen gekocht, gansch het bedeesde en ridderlijke hof eener eerste liefde, met het welk zij aan andere hulden ge­wend, achterrug den spot dreef.

[En dan ... weldra het lijden ... J 6 •

Ach ! hoeveel had hij er niet doorgebracht, in hare herberg, van die schitterende zomerzondagsachternoens, die iedereen naar bui­ten lokten en op welke hij daar uren lang, in 't midden der dwaze en grove gesprekken, in den stank van het bier, in de verstikking der berookte herbergzaal bleef zitten, om haar te zien en te hoo­ren, om eens haar oog en haren glimlach te ontmoeten, om nu

(1) Toegevoegd boven de regel. (2) Boven, geschrapt: staarde (3) Toegevoegd boven de regel. ( 4) Vóór de regel toegevoegd ; de r toegevoegd aan de (5) Toegevoegd boven de regel. (6) Boven, geschrapt: En dan, weldra ... het lijden ...

95

Page 98: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

en dan, in [ 56) het voorbijgaan, een haastig woord [ eene vluchtige handgreep,) 1 met haar te verwisselen! Hoe vaak had hij haar niet gevolgd, op die dorps of gehuchts kermissen, waar zij met eenen broeder of eene vriendin naartoetrok en waar zij, door baldadige boerenzonen omringd, gevierd en toegejuicht, het schaterlachen schier niet staakte ; terwijl hij, dood jaloersch, van verre stond te kijken, of schuchter tot haar naderde, gansch blozend van schaam­te, onder de bespottende blikken, welke hij op hem gevestigd voelde! ...

En dan weldra de ontgoocheling, door zulke ontschikte, onmo­gelijke liefde, onvermijdbaar veroorzaakt. .. En hoe gemeener en platter zij werd, hoe verhevener en gevoeliger hij haar hebben wil­de ; hoe meer het ideaal verdween, hoe wanhopiger hij er zich aan vastkleefde, totdat eindelijk, het al te hevig gevoel van ver­nedering, van gekrenkte eigenwaarde en positieven walg, de scheu­ring had te weeg gebracht.

10.

[57) Robert's tranen waren van lieverlede gestild, naarmate de­ze en andere herinneringen hem voor 't geheugen kwamen. 'T gevoel zijner gekwetste eigenliefde, was 't eenigste wat hem nog steeds deed lijden. Hij had de bank waarop hij nederzat verlaten en zweefde heen en weêr tusschen de in nevelglans omhulde bloem­perkjes.

Eene soort van woede woelde in zijn hart. Zijne jongste levens­wijze, thans, in den aanval zijner gramschap, door het oog der ont­goocheling gezien, kwam hem als wanschapen voór en ontvlamde hem in haat tegen deze, die hij van zijne vernedering beschuldig­de. Was het wel mogelijk dat hij, de jongeling van goeden huize, zich tot den dagelijksehen omgang en gemeenzaamheid, van zulke ruwe, onbeschaafde lieden had verlaagd ? Dat hij, gelijk eenen slaaf verkleefd aan een ontaard en ongevoelig schepsel, die zijne zuivere liefde met bedrog en zijne verhevenste gevoelens met gek-

(1) Toegevoegd boven de regel.

96

Page 99: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

kerij bëantwoordde, eerst nu den moed gevonden had, zich van haar (58) los te rukken ?

Met koortsigen tred wandelde hij onophoudelijk voort en zijne gramschap, door zijne herinneringen aangehitst, ging tot een al­gemeenen haat van 't gansche buitenleven over. Hij vervloekte en verwenschte het. Hij balde er de vuist naartoe als naar eenen be­paalden vijand. Allerlei aanstootelijke tafereelen die hij er had bijgewoond; boeren gelijk dieren rondom schotels etende; schooi­ers op eene kasteloaze braspartij [onthaald), 1 schier stervend onder tafel rollende, de kwaadsprekendheid onder geburen, de gansche domheid en bekrompenheid des dorpslevens rezen voór hem in tastbare vormen op en boezemden hem walg en afkeer in, voor wat hem een langen tijd, zoo verleidelijk en poëtisch geschenen had.

Zijn oog had zich in de richting der nabijstaande dorpshuizen gewend. De spitsche daken, door den rnaneglans beschenen, stomp­ten zich scherp en helder op den donkerblauwen starrenhemel af. Alleen zijns vaders huis en een nog grooter, welk er niet [59) ver af stond, [- dit van Mevrouw Ducatillon, namelijk-J 2 waren door hunne hoogte - een enkel lichtje, welk achter een der ven­sters van het groot huis brandde - uitgezonderd, in volkomene schaduw gehuld.

Roerloos en in gedachten weggezonken, aanstaarde Robert dat eenzaam lichtje.

Helaas ! Helaas ! Welk leven moest het er ook zijn, voor zij die daar zoo eenzaam woonde ? Jong nog en schoon, in de stad 3 ge­boren en grootgekweekt, op den buiten gehuwd, met eenen jongen dokter, die haar na een drietal jaren geluk, door den dood ont­stolen werd. En thans alleen met haar jong dochtertje, [dat zelfs nog in de kostschool was] \ alleen en ootschikt op den buiten, zonder 5 ander verzet dan het wekelijks kaartpartijtje met zijne ou­ders, zonder nog andere aanknooping met het leven der stad, dan, evenals bij hem het geval was, enkele verre, schier nooit bezochte verwanten.

(1) Toegevoegd boven de regel. (2) Toegevoegd boven de regel. (3) Hierna, geschrapt: opgekw (4) Toegevoegd boven de regel. ( 5) Hierna, geschrapt : nog

97

Page 100: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

Die gemeenzaamheid met zijn eigen lot, verre van hem te troos­ten, verergerde nog zijne gramschap en het gevoel zijner smart. Was het verdragelijk, dat iemand die er niet (60) toe genoodzaakt werd, zich vrijwillig tot het afschuwelijk buitenleven kwam ver­oordeden ? Moest men den buiten niet overlaten aan de boeren en aan deze die te dom zijn om elders te leven ? Die herinnering aan zijn 1 eigen gedwongenen toestand, sneed hem vlijmend door het hart en deed hem inwendig den wil zijns 2 ouders verwenschen. Hij vergeleek, in overdrevene evenredigheid, wat hij misschien zou geworden zijn, hadde hij zijne studiën mogen voortzetten met het­geen hij thans was. En de eene smart de andere vernieuwend, her­dacht en hervoelde hij nog eens al het lijden welk zijne eerste il­lusiën, zijne eerste en zuivere liefde vernietigd had ; en, terwijl nieuwe, heete tranen overvloedig uit zijne oogen sprongen, viel hij krampachtig achterover op de bank en wenschte hij om dood te zijn.

Doch hij bedaarde weêr. Een zucht van opbeuring, als hadden hem die laatste tranen van een zwaar gewicht ontlast, (61) steeg uit het diepste zijner borst en eene zachte vermoeienis, soort van lauwhartigheid, maakte zich van hem meester, welke allengs uit zijn geheugen, de oorzaak zijner smart verwijderde. Zijn geest werd [ijdel] 3 , zijn lichaam zwak 4 ; met onvrijwilligen wellust ademde hij den bedwelmenden honiggeur der bloemen in. Hij voelde als het ware de logge rust der loovers achter hem ; hij hoorde beurte­lings de krekels lispelen en zwijgen; het scheen hem, als hulde hem de trage mist die uit de aarde opsteeg in eene atmosfeer van phan­tasie en van geheim. En eensklaps, in die kalme heerlijkheid der zomernacht, in die stilte en die eenzaamheid, welke hem omring­den, welde nog iets van zijn vroeger ideaal, iets van die onbepaal­de, onoverwinbare begoocheling voor de natuur in hem weêr op en daalde, met een zacht gevoel van rust, nog een nieuwe sprankel hoop op toekomst, in zijn diep gefolterd hart.

(62) Hij stond recht, richtte bibberend de kraag van zijn licht bovenvest en trok, langsheen de kronkelende tuinwegels, naar huis.

( 1) Oorspr. zi;nen (2) Oorspr. zijner ( 3) Onder, geschrapt : ledig ( 4) Hierna, geschrapt: Met

98

Page 101: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

Het sloeg middernacht op de kerk, toen hij de deur achter zich toegrendelde.

11.

[63) Emmatje, 't gelaat verhit, de mouwen 1 opgesloofd, de handen en armen tot aan de ellebogen 2 glanzend van 3 smeer, stond naast de slachter, in de keuken. Zij hadden daags te voren hun [vet) 4 zwijn gedood en staken het thans in de kuip. [De achtermiddag was stikkend geweest. Midden der kleine, lage keuken, waarin de dalende zon, vrij door het open venster, zonder stars 5 noch gordijnen, blikte; lag, op de breede, platte tafel, het uitgëijdelde, gekruiste, gekuischte, gewasschenen reeds half geschei­den zwijn. Het hoofd was af, de paoten ingekort, het lijf, van bin­nen, als met roode en witte, [ s' alternant) 6 strepen oververfd. -Naast 7 de tafel, op den zoogenoemden blok, lag, benevens een kapmes, plat en breed als eene spade, een hooge stapel ondereen te kappen vet en vleesch; kuipen 8 , schotels, teilen [traînaient) 9

in het rond ; lange reesems verschgemaakte worsten hingen aan de kepers ; [en) 10 , op de brandende stoof 11, dampte, een walge­lijken, onuitstaanbaren geur van vet en bloed, in de verstikkende keuken verspreidend, de kokende, eentonig ronkende "zopketel ;) 12

( 1) Hierna, geschrapt : tot aan de ellebogen (2) Hierna, geschrapt: met (3) Hierna, geschrapt: 't vet ( 4) Boven, geschrapt : vette ( 5) Oorspr. starsen ( 6) Toegevoegd met potlood in open ruimte. (7) Oorspr. En naast (8) Oorspr. kuipen, dan Kuipen; boven K onleesbare letter. (9) Toegevoegd met potlood in open ruimte.

(10) Boven, geschrapt: terwijl (11) Hierna, geschrapt: de kokende, eentonig ronkende "zopketel" (12) De passage van De achtermiddag tot "zopketel" op links, ter vervanging van,

geheel geschrapt :

De achtermiddag was stikkend geweest. In ['t midden} 1 der 2 kleine, lage keuken waarin a de dalende zon 4, vrij door [het open venster,} 5 zonder starsen noch gordijnen, blikte 6, lag, op [de} 7 breede, platte tafel, het B

uitgëijdelde, [gekruiste} 9 gekuischte, gewasschen en reeds half gescheiden zwijn 1o. terwijl, op de brandende stoof, de kokende [eentonig ronkende} 11

zapketel dampte, een wa/gelijken, onuitst.:anbaren geur van vet en bloed, in

99

Page 102: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

[64} [De slachter, een lang en mager jongman, in 't blauw linnen gekleedt, met beenderig gelaat en langen neus, sneed met bebloedde hand de hespen uit. Emmatje, het voorhoofd parelend van zweet, was op den blok, het worstenvleesch beginnen kappen. En, ge­stadig, zonder een verstrooiden blik, zonder eene opmerking of eene klacht over de hitte en de stank van 't kokend vet, deden zij voort, hun werk, door het geklets van 't kapmes en 't geronk des ketels gerijthmeerd ; terwijl, buiten, in de schuur, waar Sies en Leo, Emmatje's oudste broeders, dorschen, de korte, doffe vlegel­slagen klonken, al door de gëopende schuurdeur eene trage, we­melende stofwolk naar buiten zendend.

Maar een zonderling geluid, eene soort van verdofde dieren­gebrul, deed haar het oog opslaan.

Wilt ge stil zijn, Imé \ riep ze streng vermanend, een kwade blik al over des slachters schouder werpend. }2

de verstikkende [64] keuken verspreidend.

1. Toegevoegd boven de regel. 2. Oorspr. de 3. Oorspr. waar 4. Hierna, geschrapt : te 5. Boven, geschrapt : de ruiten 6. Hierna, geschrapt : stond de lage, platte taf 7. Boven, geschrapt: eene 8. Hierna, geschrapt : uitgëii/ 9. Toegevoegd boven de regel.

10. Hierna drie geheel geschrapte regels : Naast de tafel, op den zoogenoemden blok, lag een stapel ondereen te kappen [toegevoegd boven de regel: vet en] vleesch, met een mes ernevens, breed als eene spade,· Deze regels werden vervangen, op links, door een op zijn beurt geheel geschrapte alinea : Het hoofd was af, de poolen ingekort, en naast de tafel, op den zooge­noemden blok, lag, benevens een kapmes, plat en breed als eene spade, een hooge stapel ondereen te kappen [hierna geschrapt: vetten] vet en vleesch. Kuipen, schotels, teilen, [ingevoegd met potlood in open ruimte:] trainaient langs alle kanten, [over twee in potlood geschreven regels heen:] in verwarring rond de keuken, lange reesems versch gemaakte worsten hingen aan de kepers; ...

11. Toegevoegd met potlood in open ruimte.

(1) Irénée [Noot van de auteur]. (2) De passage van De slachter tot werpend geheel op links, ter vervanging van,

geschrapt:

100

De slachter, een lang en mager iongman, in 1 blauw linnen 2 gekleed, met beenderig gelaat en langen neus, sneed met bebloedde hand de hespen uit; Emmat;e, het3 was het worsten 4 vleesch 5, En 6 Beiden deden zwiigend

Page 103: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

Bes Ma, ees t, herhaalde 2, op [ akeligen] 8 toon, de stem uit eenen hoek van 't keukentje.

Het was Emmatje' s jongste broeder, de idioot, de zot, zooals men hem in het dorp noemde. Een akeling schepsel, 4 zeer groot voor zijne achttien jaren, met 5 een klein, misvormde hoofd 6 , onnoozele, half gesloten [65) oogjes 7, open hangenden, gestadig kwijlenden mond. Hij (had, in plaats van manskleederen eenen langen, grau­wen rok aan,) 8 omdat hij alles onder hem vervuilde 9 ; zijn arm, misvormde hoofd, zat onder eene bruine 10, rond de 11 kin toege­strikte slaapmuts12, welke ook gansch zijn smalle voorhoofd en zijne ooren overdekte ; en op zijn aangezicht, in zijne oogen, op zijne

voort 7• Het werk moest nog 8 denzelfden dag geëindigd ziin. Buiten, in het zwingelkot waren de twee oudste broeders aan 't zwingelen. Maar een zon­derling geluid, eene soort van verdofde dierengebrul deed haar het oog op­slaan. lrné 9, sprak ze streng vermanend, 1o een 11 blik alover des slachters schou­der 12 werpend 1a, wilt ge stil ziin, stouterik!

1. Hierna, geschrapt : 't 2. Boven de regel toegevoegd. 3. Hierna, geschrapt : zweet van haar voorhoofd aan hare opgestoofde

mouw afwriivend, 4. Boven de regel toegevoegd. 5. Hierna, geschrapt : op den blok beginnen kappen. 6. Boven de regel toegevoegd. 7. Hierna, op links met een lus ingevoegd maar geschrapt: zonder eene

opmerking over de hitte of den stank van 't kokend vel 8. Hierna, geschrapt : voór 9. Na, geschrapt : lrené. Na Irné nootcijfer 1. De noot zelf, Irénée,

is geschrapt. 10. Hierna, geschrapt: met 11. Oorspr. eenen 12. Hierna, geschrapt: slagend 13. De bijzin een ... werpend boven de regel toegevoegd.

(1) Vleesch Emma, vleesch. [noot 2 van de auteur]. (2) Hierna, geschrapt: de akelige stem ( 3) Boven, geschrapt : hartscheurenden (4) Hierna, geschrapt: groot van gesta ( 5) Over maar heen. ( 6) Hierna, geschrapt : mei (7) Hierna, geschrapt: met (8) Boven, geschrapt: was met eenen rok gekleedt

manskleederen op links toegevoegd, ter vervanging van het geschrapte: mansvolks kleêren

(9) Hierna, geschrapt: hii (10) Hierna, geschrapt: en (11) Oorspr. den (12) Hierna, geschrapt: di

101

Page 104: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

handen, in de plooien van zijnen vuilen, bezoedelden rok [vlogen wemelden, krioelden ontelbare vliegen, die hij zelfs de macht niet scheen te hebben, te verjagen. Ees Ma, Ees !} 1

Het meisje, ongeduldig en geprikkeld, nam eene handsvol [rauw} 2 gekapte vleesch, [strooide} 3 er [wat} 4 peper en zout op, bracht het, zonder spreken aan den ongelukkige. Grollend van voldoening slikte deze het eten in.} 5

Hij heeft honger, geloof ik, [lachte} 6 de slachter, [zijne hal­starrige stilte brekend en met eenen blik tot den idioot, 't half varken op de tafelomkeerend.} 7•

[ 66} Het meisje had een langen zucht. Dat is nu reeds de zesde maal van dezen namiddag, antwoordde zij 8 • Indien wij hem moes­ten eten geven, telkenmale hij er vraagt, waren wij op een jaar tijds geruïneerd. [De slachter, zonder 9 eene opmerking, kapte een breede rugstuk uit, gaf er twee 10, platte, harde, pletsen op, wierp het van zich, op tafel. Maar na een oogenblik, met een guitigen glimlach 11

het meisje aanschouwend :

(1) De passage van vlogen tot Bes! op links, ter vervanging van, geheel geschrapt:

krioelden ontelbare 1, krioelende vliegen, die hij zelfs de moeite 2 niet nam van te verjagen. Bes, Ma a, ees!

1. Boven, geschrapt : zaten ontelbare 2. Daarboven, geschrapt : niet poogde 3. Boven, geschrapt : Bma

(2) Toegevoegd boven de regel. ( 3) Boven, geschrapt : deed ( 4) Boven, geschrapt : wat (5) Grollend ... eten in tussen de regels toegevoegd. ( 6) Boven, geschrapt : sprak (7) De passage zijne ... omkeerend op links, ter vervanging van, geheel geschrapt:

't half varken 1 op de tafel omkeerend. Och zwijg, antwoordde zij met eenen zucht, indien wij hem moesten eten geven telkenmale hij er vraagt, wij waren op een jaar tijds geruïneerd

1. Boven, geschrapt : [onleesbaar] het zwijn

(8) Hierna, geschrapt: eindelijk (9) Hierna, geschrapt: ond

(10) Hierna, geschrapt: platte, kletsen op harde ( 11) Hierna, geschrapt : tot

102

Page 105: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

Wat ware dat, schertste hij ; wij zouden eens Mijnheer Robert gaan spreken ...

Rood van [ saisissement J \ maar, [ zoodra J 2 met een gemaakten, luiden schaterlach, had zij minachtend opgekeken.

Mijnheer Robert ! Ha ! dat is waarlijk een goede ! Daar zit ik oprecht sterk meê in ... Sakerdeeke ! 't is lange tijd, dat het met hem 3 en mij gëeindigd is.

En waar zijn ? sprak de slachter, ongeloovig; ditmaal zijn werk stakend.] 4

(67] Van dat Waereghem's waar nog, antwoordde zij, eene zeer verspreide boerenscherts aanwendend.

Maar eensklaps staakte zij haar kappen, om de 5 slachter, die achter beuren mg een mes gaan nemen was en haar, in het voor­bijgaan, in 6 de lenden wilde vatten, half lachend, half dreigend en 7 met uitgesteken 8 handen, te bezien :

Pooten thuis, zilde, of ik vet 9 u in. En zij deed, met hare be­smeerde handen, de beweging van zijn hoofd en aangezicht te over­wrijven.

(1) Toegevoegd met potlood in open ruimte. (2) Toegevoegd boven de regel. ( 3) Hierna, geschrapt : gë (4) De passage De slachter tot stakend geheel op links, ter vervanging van, ge-

schrapt:

Een schalksche glimlach verscheen op 't gelaat van den slachter. OI grimde hii, 1 Emm.1tie [guitig aanschouwende], 2 dàt ware nog iuist het ergste niet,­wii zouden Miinheer Robert eens gaan spreken ... Rood van [saisissement] 3, maar 4 met een 5 scherpen schaterlach had zii minachtend opgekeken. Miinheer Robert! Haf dat is een goede! Daár ben ik oprecht sterk meê bezig. 'T is lange ti;d dat het met mii en hem gëeindigd is. En waar ziin? sprak de slachter ongeloovig.

1. Hierna, geschrapt : met eenen schuinsehen blik tot 2. Boven de regel toegevoegd. 3. Toegevoegd met potlood boven, geschrapt: ontroering 4. Hierna, geschrapt: zoodra (boven de regel toegevoegd) 5. Oorspr. eene

Hierna, geschrapt : schimpende plooi op d minachtende plooi om den mond, keek zii op had zii opgekeken

( 5) Boven, geschrapt : die ( 6) Boven, geschrapt : om (7) Boven, geschrapt : te bezien ( 8) Hierna geschrapt onleesbare aanzet : ar [ ?] (9) Boven, geschrapt: smeer

103

Page 106: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

Hij veinsde verwondering, een dwazen glimlach op 't gelaat. Ik meende, aangezien het met den andere gedaan is, dat ik nu ook eens mijnen toer zou hebben, schertste hij.

Meenen ligt bij Kortrijk, schimpte zij hem in 't gelaat. [zonder zich overigens, ten minste, om 1 de beleedigende [ allusion J 2 die [zijne} 3 woorden behelsden\ verontwaardigd te toonen.J 5 En 6 ,

hem [ook geene J 7 verdere aandacht 8 verleenend 9 , herbegon zij haar [68} gelijk en verdapperde tek! tek! tek! op [den} 10 vleesch­blok. De slachter, van zijnen kant 11, zonder aan zijne mislukte liefdespoging eenig 12 gevolg te geven, pletste [glimlachend} 13

zijne karmenaden; - platte, breede slagen met het kapmes, die de tafel deden [dreunen J 14 ; terwijl Irné, gedurende het spel 15

tusschen 16 zijne zuster en den slachter, als het ware met eene schim van rede bezield, thans weêr in den afgrond van zijn idiotismus was [gedompeld,} 17 het hoofd over de borst [gezegen,} 18 de oogschelen half toe, [een zwerm van vliegen rondom hem en} 19

de maag ontsteld van al het vleesch, welk hij gëeten had. -En in de stikkende keuken, welke de [koppig} 20 ronkende ketel op stoof, onophoudelijk met zijne afkeerige uitwalmingen vervulde, hoorde men aldra niets anders meer dan het gerucht dier haastige, aan­stootende bedrijvigheid, gemengd in het [verdof dJ 21 geklets der vlegels, [buit}en 22 in 23 de schuur.

(1) Boven, geschrapt: verontwaardigd te toonen over (2) Toegevoegd met potlood in open ruimte. ( 3) Naast, geschrapt : in haar tegensprekers ( 4) Boven, geschrapt : lag ( 5) De passage zonder ... toon en op links toegevoegd. ( 6) Hierna, geschrapt : ook zonder (7) Boven de regel toegevoegd. ( 8) Hierna, geschrapt : te (9) Oorspr. verteenen

(10) Boven, geschrapt: haren (11) Hierna, geschrapt: pletste daartusschen ziine karmenaden (12) Oorspr. een verder ( 13) Boven, geschrapt : daartusschen (14) Boven, geschrapt: daveren ( 15) Hierna, geschrapt : met (16) Hierna, geschrapt: Emmatie en den slachter (17) Boven, geschrapt: gevallen (18) Boven, geschrapt: gezonken. (19) Boven de regel toegevoegd. ( 20) Boven de regel toegevoegd. (21) Boven de regel toegevoegd. (22) Gedeeltelijk onleesbaar door gat in het handschrift. ( 23) Hierna, geschrapt : het zwingelkot

104

Page 107: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

12.

[69] Emmatje was bijlange zoo gerust [niet] 1 in Robert 11 , dan zij het 3 aan den slachter wel had doen gelooven. De echte waar­heid, die zij wel verzweeg, was, dat zij verschrikkelijk begon ver­

veeld te wezen, door Robert' s langdurige afwezigheid. Sinds den zondag avond, inderdaad, - men was nu Donderdag - had zij

hem in hare herberg niet teruggezien. Indien hij eens, in zijne gramschap, den moed gevonden had, voor goed met haar te schei­den!

Bij dat licht en oppervlakkig meisje, zoo prozaïsch van neiging en gevoelens als Robert verheven was, hadden de vurige liefdes­verklaringen van den jongeling, eerst eene diepe ongeloovigheid, aldra eene omzichtige wantrouwigheid te weeg gebracht. [Im­mers,] 4 was hij niet rijk en zij [ar]m 5 ? Was hij niet een heer en zij een boeren- 6 (70} meisje ? Zonder meer 7 aanmoedigingen dan deze welke zij aan alle jongelieden gaf, had zij hem in den eerste dus aanvaard. Maar 8 , van lieverlede, door zijne [assiduité] 9 ge­vleid, en, door 10 de [allerhande grove J 11 zinspelingen, die zij on­ophoudelijk, uit den mond van jaloersche boerenzonen, op hem en haar moest hooren, met den jongen heer [tenslotte] 12 bezig, had zij [dezen] 13 weldra met grootere belangstelling zien komen en hem eene zekere voorliefde betoond. Het was meer dan voldoende ge­weest om Robert' s hoofd geheel op hol te brengen. Hij had de uitingen zijner liefde vermenigvuldigd ; was iederen dag in hare herberg gekomen ; had zich als haren eenigen en ernstigen en on­veranderlijken minnaar aangesteld. Van toen af was een plan,

( 1) Boven de regel toegevoegd. (2) Hierna, geschrapt: niet (3) Hierna, geschrapt: bii den slachter had gefleinsd. De echte waarheid, die

zii wel fierzweeg (4) Boven de regel toegevoegd. ( 5) Gedeeltelijk onleesbaar. (6) Oorspr. boerin? (7) Oorspr. meerdere (8) Oorspr. aanflaard, maar (9) Toegevoegd met potlood in open ruimte. Hierna, geschrapt: fierleid

(10) Hiervóór, voor de regel toegevoegd en geschrapt: hare gedachte ( 11) Boven de regel toegevoegd. (12) Boven de regel toegevoegd. (13) Boven, geschrapt: hem eindeliik

105

Page 108: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

een [ obsédant en weldra J 1 onverja.agbaar plan in haren geest be­ginnen rijpen. Indien hij haar [oprecht] 2 zoozeer beminde, waarom zou hij haar dan niet huwen? En herinneringen, vergelijke[ ni]ssen 3

hadden [die begeerte nog aangehitst] 4 • Zou dat zoo [zel]dzaam 5

zijn indien hij met haar trouwde ? Had [71 J [Baert,J 6 de oude [rijke J 7 secretaris [Mietje,] 8 het meisje uit 9 de "Floncke" niet gehuwd ? En [Basiel Scheppers,] 10 de zoon van den bierbrouwer [Eele 11 Steene,J 12, zijns vaders meid ? [Somtijds zag zij die twee, vroeger hare vriendinnen 13, thans te hooggeleid om haar nog aan te trekken, met hare kinderen voor­bijgaan. Er bestond dan te Lauwegem, onder dat slach van dames 14,

een groote trots, eene soort van [vulgaire] 15 prijskamp, voor wie het rijkst en kostelijkst zijne kinderen aankleedde. En zulks was 't ideaal van Emmatje : eens, als ze met Robert DuBois getrouwd zou zijn, en kinderen zou hebben, deze zoo kostelijk en prachtig tooien, dat Mietje Floncke, en Eele Steene, en al de andere van hare soort, van jaloersebeid zouden opeten J 16•

Het hoeft gezegd, dat hare ouders - hare moeder vooral -beur in zulke gedachten onderhielden. Inderdaad, baas Wieme, Emmatje's vader, was maar in een zeer slechte geldelijke toestand. De herberg, op dat afgelegen wijkje, had slechts volk des Zondags, of nu en dan een vreemdeling, die er [eens in de week J 17 wat ver­tier 18 kwam maken ; en, aangaande het boerderijtje, dat zij er bij [deden J 19, Och Heere ! 't was een armoedje, een "roggebrood"

(1) Boven de regel toegevoegd: obsédanl met potlood. ( 2) Boven de regel ·toegevoegd. ( 3) Gedeeltelijk onleesbaar door gat in het handschrift. ( 4) Boven, geschrapt : haren geest bevangen (5) Gedeeltelijk onleesbaar door gat in het handschift. ( 6) Vóór de regel toegevoegd. (7) Boven de regel toegevoegd. ( 8) Boven de regel toegevoegd. (9) Hierna, geschrapt: den

(10) Boven de regel toegevoegd. (11) Elodie [noot 1 van de auteur]. ( 12) Boven de regel toegevoegd. ( 13) Hierna, geschrapt : maar (14) Hierna, geschrapt: eene soort van prijskamp (15) Toegevoegd met potlood in open ruimte. (16) De passage van Somtijds tot opeten geheel op links toegevoegd. (17) Boven, geschrapt: nog (18) Hierna, geschrapt: maakte en aangaande het boerderijtje (19) Boven, geschrapt: uitoefenden

106

Page 109: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

dat zij enkel bleven uitoefenen om hunne zonen werk te geven. [Ja, maar en] 1 't huisgezin was zwaar: vader en moeder; twee zonen, eene dochter en die 2 idioot, die ongelukkige, zonder ge­slacht, welke gestadig voedsel noodig had en niets verdienen kon. [Ja] 3, Ja, alzoo een huwelijk zou Welkom zijn. Emma en haar man, zouden op 't dorp wonen, [72} met de schoone fabriek voor be­staan; de zonen zouden ergens eenen stiel aangaan, vlas of beesten­kaopen ; en zij, de oude, zouden met [hunnen J 4 idioot 5 - die onuitroeibare boerentrots, welke te lande zooveel kleinen onder den voet helpt - eene groote paardenhoeve gaan bewonen.

Maar een argwaan had Emmatje hernomen, zoodra Robert naar geheime bijeenkomsten begon te verlangen. Zij voelde geenszins die noodwendigheid; en de gedachte, dat hij, niettegenstaande zijne [protestations] 6 van zuivere liefde, toch [enkel] 7 kwam om zich 8 met haar te vermaken, was haar onverdraaglijk. [Hadde hij het, van den beginne af, op eenen toon van [libertinage J 9 geno­men met haar, zij zou wellicht, door den duur, aan zijne begeerte voldaan hebben; maar [nu,] 10 na zijne herhaalde beloften, kwam het haar voór als een bedrog.] 11 Zij besloot er niet in toe te geven; [althans] 12, voorzichtigheid[shalve] 13 weigerde zij niet stelsel­matig. Zij beloofde 1 \ doch 15 met de bepaalde [ arrière-pensée J 16,

door allerlei uitvluchtsels, het volbrengen harer belofte [te J 17

ontwijken.

( 1) Ingevoegd op het einde van de regel, na, geschrapt : En (2) Oorspr. dien ( 3) Vóór de regel toegevoegd. ( 4) Boven, geschrapt : den ( 5) Hierna, geschrapt : op eene paardenhoeve gaan ( 6) Toegevoegd met potlood in open ruimte. (7) Boven de regel toegevoegd. (8) Hierna, geschrapt: enkel (9) Toegevoegd met potlood in open ruimte.

(10) Boven de regel toegevoegd. (11) De passage van Radde tot bedrog op links toegevoegd. (12) Boven, geschrapt: maar uit ( 13) Onder de regel toegevoegd. (14) Hierna, geschrapt: zich ( 15) Hierna, geheel geschrapt :

voorbehoudend door allerlei uitvluchtsels, de volbrenging harer belofte Je ontwijken, schijnbaar zijne gevoelens deelend, maar in den grond maar

(16) Toegevoegd met potlood in open ruimte. ( 17) Onleesbaar door gat in het handschrift.

107

Page 110: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

[73 J Thans, onder het kappen van haar vleesch, dacht zij, dat zij misschien wel wat te streng was geweest. [Inderdaad, wat J 1

kon het haar hinderen, eens tot bij hem aan het kapelletje te gaan ? Indien zij niet wilde, niet waar ? kon hij haar toch niets kontrarie doen. En zij overdacht hoe vaak zij daar, in dat zelfde keukentje, half kwaad, half lachend, had moeten wegvluchten, voor 2 jonge boeren welke, na een beduidelijk vertier half dronken, haar in al de hoeken van de herberg wilden pakken en omhelzen. Was zij daarom te slechter ? Hadden zij iets gedaan dat zij met wilskracht niet hadde kunnen beletten ? ... Neen, zij was te dom ... te simpel, geweest. Wie weet of hij nu nog ooit zou wederkomen ...

Zij was tot aan de stoof gegaan om de schijf van den walge­lijken ketel eens op te heffen en keerde weêr voór haren blok, [toen eensklaps, met geweld de deur openspringend en een en walm van buitenfrischheid medebrengend, een groote, zwarte hond, rond­om 't keukentje vloog, haastig, met een kort gesnuffel, de twee, drie grootste stukken vleesch inslikkend, welke in zijn bereik vie­len.} 3

(74} (Ah ! gij milledjzu, riep de slachter, uit al zijne macht naar den hond schoppend.

Maar hij paste hem niet en nauwelijks had Emmatje \ op hare beurt, (hem J 5 met den bezem weggejaagd 6 , toen Robert, zijn mees­ter, plotseling voór haar, in 't deurgat stond.

Verbaasd, trok zij zich achteruit.

( 1) Boven, geschrapt : Wat (2) Hierna, geschrapt: boerenzonen (3) De passage van toen eensklaps tot vielen is toegevoegd op links, ter vervan­

ging van de eerste drie regels van een geheel geschrapte alinea (verder op de vol­gende bladzijde) :

toen, [eensklaps,} 1 een groote, zwarte hond, haastig en een [walm} 2 van buitenfrischheid medebrengend, [met zijnen kop} 3 de [de}ur 4 [tusschen de herbergzaal en} 5 het keukentje

1. Boven de regel toegevoegd. 2. Toegevoegd met potlood in open ruimte. 3, Boven de regel toegevoegd. 4. Gedeeltelijk onleesbaar door gat in het handschrift. 5. Geschrapt en boven de regel vervangen door : van

(4) Hierna, geschrapt: hem ( 5) Boven de regel toegevoegd. ( 6) Oorspr. buitengejaagd ; buiten geschrapt ; weg toegevoegd vóór de regel.

108

Page 111: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

Dag Emmatje, hoe gaat 't ? sprak hij zeer zacht en kalm en stak haar glimlachend de hand toe.

Hij zag er gansch frisch en levendig uit; zijn haar kort gesne­den, in een licht zomerpak gekleedt, een glans van 1 vreugd en levenslust 2 op het gelaat. Gapend, aanstaarde hem de slachter.

Onthutst, zonder zijne hand te aanvaarden, [was Emmatje voór 't deurgat blijven staan] 3 • 0, ik kan niet, Mijnheer Robert\ sprak zij zeer blozend, zeer beschaamd, hare besmeerde [armen] 5 too­nend.

Waarom niet ? loeg hij. Meent gij misschien dat ik vies ben van u ? En met eene rasse, vroolijke beweging nam hij zelf hare vette, bezoedelde hand en drukte die heel natuurlijk in de zijne.

Een pintje bier, als 't u belieft, bestelde hij.] 6

( 1) Hierna, geschrapt : levens/u (2) Hierna, geschrapt: in 't helder oog. (3) Boven, geschrapt: bleef zij voór hem staan ( 4) Hierna, geschrapt : sprak zij zeer

De tekst wordt hernomen na een open ruimte, waarin een (eerder geschrapte) invoeging die met een lus naar rechts verwijst.

( 5) Boven, geschrapt : handen ( 6) De passage van Ah tot bestelde hij toegevoegd op links, ter vervanging van

het geheel geschrapte :

openstak en [binnengetreden,] 1 dadelijk het eerste [groot] 2 stuk vleesch inslikte welk in zijn bereik viel. Emmatje, [verschrikt,] a had [nauwelijks den tijd hem weg te schoppen J 4, toen Robert, zijn meester 5, op zijnes beurt, voór haar in 't deurgat stond. Verbaasd trok zij [zich} 7 achteruit. Dag Emmatje, sprak hij zeer zacht en kalm s en stak haar [glimlachend] 9

de hand toe. 0, Mijnheer Robert, ik kan niet, !achtte zij ook, zeer [blozend] 1o [zeer beschaamd,} 11 hare besmeerde handend toonend. Waarom niet? 12 [Meent gij misschien J 13 dat ik 14 vies ben van u, 15 nam hij [zelf) 16 hare vette, bezoedelde hand en drukte die hee/17 natuurlijk in de zijne - Een pintie als 't u beliefd, bestelde hij.

1. Boven, geschrapt : maar 2. Boven de regel toegevoegd. 3. Boven de regel toegevoegd. 4. Boven, geschrapt : den tijd niet hem buiten te jagen hem buiten te

jagen 5. Hierna, geschrapt: in 't deurgat vóór haar verscheen 6. Hierna, geschrapt: beurt in 't deurgat stond 7. Boven de regel toegevoegd. 8. Hierna, geschrapt : glimlachend 9. Boven, geschrapt : vriendelijk

10. Over rood heen geschreven. 11. Boven de regel toegevoegd.

109

Page 112: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

Emmatje \ verbluft, trok in den kelder. Wat was dat nu met hem. Waarom die ongewone vreugd, die opgeruimdheid, als hij in zulke kwaadheid [van] 2 haar gescheiden [was] 3 ? Had hij wellicht een glas te veel gedronken ? [Maar J 4 neen, dit 5 was zijne gewoonte niet. Wat dan ? ...

(75) Zij [was] 6 misnoegd zonder te weten waarom. Zij had hem liever vergramd zien terugkeeren zooals vroeger, soms. Zij 7

voelde dat hij eensklaps, door zijne tegenwoordige houding, eene groote [ supériorité] 8 op haar had genomen. En wat haar nog meer vernederde, was die onaangename, aanstootelijke bezigheid, aan welke hij haar werkzaam vond. Bepaald zou hij zich gauw, met walg, uit de stikkende keuken verwijderen ... Doch neen; - toen zij met zijn glas bier terug 9 kwam, stond hij glimlachend, naast de tafel, met den slachter, over 't zwijn te praten ... hoe zwaar het woeg, wanneer zij het gedood hadden; enz. enz .. .

Emmatje, stak hem, bedeesd schier, het glas toe 10•

Merci sprak hij, verstrooid, en zonder naar beur op te kijken. Hij was 11 sussend tot bij Irénée genaderd, die door de inkomst van Mirammbö, den grooten, zwarten hond, uit (76) zijnen bewust­loozen sluimer getrokken, verschrikt de handen opensperde, met doffe kreten : 0 Boe, 0 boe boe, 0 boe boe Iné opeten.

12. Hierna, geschrapt: antwoordde hi;. Boven antwoordde, eveneens geschrapt : vroeg

13. Boven, geschrapt: Gii meent toch zeker niet 14. Hierna, geschrapt : van u 15. Hierna, geschrapt: En hii zelf

Eveneens na van u, een geschrapte toevoeging op links : En, gansch zeer opgeruimd, [zeer apart geschrapt].

16. Boven de regel toegevoegd. 17. Over zeer heen geschreven.

( 1) Oorspr. Emmat;e, Emmatie (2) Boven, geschrapt: met ( 3) Onleesbaar door gat in het handschrift. ( 4) Onleesbaar door gat in het handschrift. ( 5) Oorspr. dat (6) Boven, geschrapt: voelde zich (7) Hierna, geschrapt: beg (8) Toegevoegd met potlood in open ruimte. (9) Hierna, geschrapt: bii hem

(10) Hierna, geschrapt: Hii nam het haar haastig uit de hand, zonder haar te aanschouwen.

(11) Hierna, geschrapt: gerust

110

Page 113: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

Hij sprak hem aan gelijk een kind, [deed] 1 Mirammbö, die door den reuk van al dat vleesch verzot, onrustig heen en weêr liep, ge­dwee bij 2 hem terugkomen om aan den idioot te toonen dat [dezer niet kwaadaardig was; en, ziende dat hij eindelijk verstilde, kwam hij op nieuw bij Emmatje en vroeg haar op eenen toon van be­langvolle meedoogenheid, of Irénée wellicht zieker was dan naar gewoonte.

Emmatje begreep hoe langer, hoe minder[.] Het was nochtans eenvoudig ... Robert had zich, [na enkele da­

gen,] 4 aan de gedachte van bepaald met haar af te breken, niet kunnen gewennen 5 • En in de onweerstaanbare drift die hem tot haar aantrok, was hij in weerwil van zich zeiven [ eene excuse] 6

aan hare handelswijze tegen- [77] over hem beginnen zoeken. -Was hij 7 het niet die eenigszins de schuld der scheuring was ? Was het niet zeer natuurlijk, dat zij hem die gunst - des nachts bij haar alleen te zijn - niet wilde toestaan ? Was die benauwd­heid, die vrees van hem geen kenmerk harer deugd ? En 8 aldus, van lieverlede, was hij tot het besluit gekomen, dat hij [wellicht] 9

de grootste plichtige was. Neen, waarlijk, hij had geene de minste redenen 10 om boos te zijn op haar. Maar ... dit gevoelde hij, [hun­ne] 11 genegenheid 12 , hunne wederzijdsche liefde, [moest] 18 een anderen vorm, een nieuw karakter 14 nemen. Eene zuivere, broeder­lijke genegenheid was het, die hem [voortaan] 15 aan haar ver­eenigen moest. Geene vragen naar geheime bijeenkomsten meer,

( 1) Boven, geschrapt : riep ( 2) Hierna, geschrapt : zich ( 3) Boven, geschrapt : hij ( 4) Boven de regel toegevoegd. ( 5) Hierna, geschrapt :

En zijn gedrag tegenover haar van nabij on En in de zedelijke nooddruft welke hij gevoelde

(6) Toegevoegd met potlood in open ruimte. (7) Hierna, geschrapt : ni ( 8) Hierna, geschrapt : van (9) Boven de regel toegevoegd.

(10) Boven, geschrapt: oorzaak ( 11) Boven, geschrapt : dat zijne ( 12) Hierna, geschrapt : dat ( 13) Boven de regel toegevoegd. (14) Hierna, geschrapt: moest ( 15) Boven, geschrapt : en

111

Page 114: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

geene kussen in 't gedoken, geene verbodene, onmogelijke be­geerten\ Eene vriendenhandgreep, een broederlijk onderhoud, al­dus moest het zijn, aldus en anders niet, kon het met hen blijven duren. Met die gedachten was hij weêrgekomen.

13.

(78} 2 Tot de verbazing en ongeloovigheid, tot de teleurstelling van Emmatje, hield en bleef hij het uithouden. Bijna elke avond, zooals vroeger en juist als of er niets tusschen hen ware gebeurd, kwam hij in den 3 Hóret \ hare herberg, terug. [Hij zat daar [bij haar} 5, vroolijk, lachend, met zijn glas bier voor hem, sprak of schertste over onverschillige zaken 6 , randde nooit... nooit het kapittel der liefde meer aan.} 7 En hoe meer hij zijne nieuwe macht besefte, hoe meer hij den indruk gewaarwerd, welke zijne onge­wone handelwijze op Emmatje uitoefende, hoe onafhankelijker en onbevangener hij van houding en manieren werd.

Emmatje, van haren kant, wist niet meer wat gedaan om haren invloed op hem, welken zij van dag tot dag voelde verminderen, terug te vatten. Hadde hij thans maar 8 om eene geheime bijeen­komst gesmeekt, zij zou hem die niet geweigerd hebben. Maar neen, hij vroeg naar niets ; (hij was gelukkig;] 9 hij scheen alles te heb­ben wat hij kon verlangen, van 't oogenblik dat hij haar zag. -En 't was wel te vergeefs, dat zij hem thans, met hare [79} moeder [ d'accordJ 10, allerlei gelegenheden gaf, van gansch alleen te zijn met haar, hij 11 hield zich steeds op eenen afstand, verliet zijne beleefde, conventioneel vriendelijke houding niet. Gedurende en­kele dagen, had zij, maar te vergeefs, op hem gepruild. Was zij

( 1) Hierna, geschrapt : meer (2) Bovenaan de pagina, geschrapt: Met die gedachten was hij w (3) Oorspr. de

Hierna, geschrapt : Koornbloem, ha ( 4) Noot 1 van de auteur : Vermoedeliik uit het Frans eh: arrêt. ( 5) Boven de regel toegevoegd. (6) Hierna, geschrapt: over 't land, over 't vee of de oogst (7) De passage van Hij zat tot meer aan op links toegevoegd. ( 8) Hierna, geschrapt : naar (9) Boven de regel toegevoegd.

(10) Toegevoegd met potlood in open ruimte. ( 11) Hierna, geschrapt : verliet zijne

112

Page 115: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

ziek ? Had zij droefheid, smart ? Hij was daar steeds glimlachend, 1

met zijne zachte, zeeromuilige vragen, waarvan zij onder den heu­sehen vorm de [ exaspérante J 2 gemaaktheid voelde. Evenmin, was zij ditmaal in de "coquetterie" geslaagd. Wanneer zij schertsend, met stralende oogen, in het midden van eenen kring boerenaanbid­ders stond, kwam hij bij en schertste vroolijk mede. Na enkele we­ken had zij de overtuiging, dat zij hem kwijt was en gewis kwijt zou blijven. [Op hare beurt, begon zij dan te lijden 3 • Vooral, de gedachte zijner onverschilligheid, was haar onuitstaanbaar. Zij voelde zich verlaagd, vernederd; en in h[are dépit] 4 hadde zij graag alle [ calcul J 5 van kant gelaten, en hem nog [eens J 6 , zooals vroeger, verliefd en smeekend, voor hare voeten te zien J 7 •

Hadde zij 8 in 't hart van Robert kunnen lezen ! Hij, voelde zijne zwakheid, de wankelbaarheid van zijn besluit,

bij haar. Hij alleen had kunnen zeggen, hoe zijn hart klopte, wan­neer hij de moeder opzettelijk [uit) 9 de herbergzaal zag (80) vertrekken om hem met haar alleen te laten; hoe 10 zijne armen trilden van lust om haar aan zijne borst te drukken ; hoe zijne lip-­pen beefden van bekoring om de hare te kussen ; hoe soms een sluier [van vertige] 11 voor zijne oogen kwam, wanneer zij, onder het heen en weêr gaan binnen huize, in eene onbewuste coquette­rie, haren rok een weinig opraapte om [hare J 12 afvallende kous over de knie terug te trekken. Hij 13 worstelde, hij vocht met de bekoring. Hij voelde, dat zijne geveinsde onverschilligheid, zijn

(1) Hierna, geschrapt: zacht, (2) Toegevoegd met potlood in open ruimte. (3) Hierna, geschrapt: Die gedachte ( 4) Toegevoegd met potlood in open ruimte. (5) Toegevoegd met potlood in open ruimte. ( 6) Boven de regel toegevoegd. (7) Hierna, geschrapt: nederzinken

De passage van Op hare beurt tot te zien geheel op links toegevoegd. De aanvulling gebeurde oorspronkelijk met potlood ; de tekst werd erover heen geschreven met inkt.

(8) Hierna, geschrapt: van binnen (9) Boven de regel toegevoegd.

( 10) Hierna, geschrapt: zijn mond trilde van lust ( 11) Boven de regel toegevoegd ; vertige met potlood over onleesbaar woord heen. ( 12) Boven, geschrapt: hare eene ( 13) Oorspr. Maar hij

Maar geschrapt ; H over h heen.

113

Page 116: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

eenigste wapen was, tegen een juk, waarvan hij slechts [den J 1

last besefte, sinds hij het [eens hadJ 2 weten af te schudden 3•

Doch hij verflauwde. Eene zonderlinge onrust maakte zich al­lengs van hem meester, deed hem bij dage met gefronste wenk­brauwen in zijnen tuin ronclioopen \ joeg hem des nachts [ slape­loos] 5 uit zijn bed, (81) in 't veld, langs 't wegeltje naar den 6

Höret, alleenlijk maar om eens het huis te zien 7 , waar [hij wist, dat zij] 8 achter de gesloten luiken 9 , lag te 10 rusten 11 • - Met kloppend hart, met opgehouden adem, kon hij daar staan 12 zien en luisteren. Hij [kende de plaats,] 13 waar Emmatje 14 sliep. Al 15

door eene reet van het venster, kon hij in het klein vertrek, waar steeds een lichtje brandde, eenen hoek van het ledekant 16 ont­waren. [Eene heimvolle schemering omhulde 17 't lage plekje, alles was stil en rustend, hij] 18 raadde aan eene hoogte van het deken, de plaats waar heure beenen lagen. Somtijds 19 zelfs zag hij die bewegen en van plaats veranderen. En die enkele gedachte, dat enkele bewust zijn dat zij daar zoo dicht bij hem lag, slechts door een venstertje van hem gescheiden, ontstelde hem zoo hevig, dat hij moest vluchten, om aan de bekoring te weêrstaan, (82) daar even aan te kloppen.

( 1) Ingevoegd met potlood. ( 2) Boven de regel ingevoegd. ( 3) Hierna, geschrapt : had (4) Hierna, geschrapt: leidde hem aan de zonderlingste uren van den dag naar

den Horet; ( 5) Boven de regel toegevoegd. (6) Hierna, geschrapt: Horet (7) Hierna, geschrapt : de luiken toe, in slaap gedomp (8) Boven de regel toegevoegd. (9) Hierna, geschrapt: Emmatje

(10) Hierna, geschrapt: slapen ( 11) Hierna, geschrapt :

En in die onrust die van dag tot dag toenam, besefte hij dat hij in eenen staat.

(12) Hierna, geschrapt: luis ( 13) Boven, geschrapt : wist (14) Oorspr. Emma ( 15) Oorspr. sliep, al ( 16) Hierna, geschrapt : zien (17) Hierna, geschrapt: 't laag (18) De passage van Bene heimvolle tot rustend, hij op links ingevoegd;

vóór raadde, geschrapt : hij ried (19) Oorspr. lagen, somtijds

114

Page 117: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

KANTTEKENINGEN

Page 118: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.
Page 119: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

BUYSSES "RECHT VAN DE STERKSTE" EN DE REALITEIT

door

A. Kooyman

Inleiding

In de Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap III doet Johan Taeldeman verslag van een onderzoek naar de be­woners van de Zeistraat anno 1870- 1880 en vergelijkt deze ge­gevens met Buysses roman Het recht van de sterkste die in de Zeistraat speelt. Hetzelfde heb ik in de loop van de jaren tussen 1984 en 1988 gedaan, maar dan voor de jaren 1880- 1890. Ik meen dat door vergelijking van zijn resultaten en die van mijn onderzoek gesteld kan worden dat Buysses Recht van de sterkste eerder tegen de achtergrond van de jaren 80 van de vorige eeuw gezien moet worden dan in de jaren 70 en dat - ondanks het feit dat Buysse in een interview met E. d'Oliveira de rol van de verbeelding in zijn werk benadrukt- men tot een vrij nauwgezet beeld van de Zeistraat in zijn eerste roman moet besluiten en moet concluderen dat - ondanks het feit dat niet exact achter­haald kan worden wat verbeelding en wat werkelijkheid in het boek is - de hoeveelheid werkelijkheid in het boek vermoedelijk groter is dan men van een roman zou verwachten.

Beroepsprofiel

Johan Taeldeman komt in zijn onderzoek tot de telling van 278 bewoners in 43 huizen (of huisjes). Hij spreekt zijn verwon­dering uit over de overbevolktheid van de straat. Een decade later zijn er echter 382 bewoners in 43 huizen (Let wel : hierbij tel ik ieder die korte of lange tijd in een huis gewoond heeft mee. Er hebben 382 mensen in de loop van tien jaar in de huizen gewoond, maar niet allen tegelijk). Het beeld dat Taeldeman schetst, blijft voor de periode 1880 - 1890 gelijk : het is inderdaad zo dat vaak niet duidelijk is waarom mensen van verschillende families samen-

117

Page 120: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

wonen. Vermoedelijk trachtte men op deze manier de woonkosten te drukken. Het is een teken dat de bewoners niet rijk waren. Het is vaak zo dat mensen samenleven die niet in gezinsverband aan elkaar verwant zijn.

Als men echter de beroepsbevolking onder ogen neemt, ziet men interessante verschuivingen. Johan Taeldeman geeft deze staat van de mannelijke beroepsbevolking:

wever 11 ovenmaker 1 landarbeider 9 slachter 1 dagloner 4 mulder 1 kramer 3 handelaar 1 zwingelaar 3 aardewerker 1 landbouwer 3 metser 1 poel denier 2 winkelier 1 werkman 2 olieslager 1 huisverver 1 herbergier 1 kopervlechter 1 stadmaker 1

Wat opvalt in deze staat is dat de grootste groep werkers in de straat wever is. Men zou kunnen concluderen dat de straat welis­waar niet rijk is, maar toch niet zo arm als door Buysse geschetst in zijn roman.

Johan Taeldeman vermeldt voor de periode 1870- 1880 49 man­nen met een beroep. In de tien jaar die daar op volgen verdubbelt de mannelijke beroepsbevolking: in die jaren worden 184 man­nen vermeld, waarvan 5 7 zonder enige vermelding van beroep, 24 met als vermelding van beroep "Zonder" en er blijven 100 mannen met een beroep over. Aangetekend moet worden dat degenen die oud genoeg zijn om een beroep te hebben ook wer­kelijk een beroep hebben en dat de mannelijke bevolking waar­van een beroep niet vermeld staat of vermeld staat "Zonder" zonder uitzondering kinderen zijn. In 10 jaar blijkt de mannelijke beroepsbevolking te verdubbelen, maar ook doen zich aanmerke­lijke ontwikkelingen voor, zoals te zien is aan de staat voor de jaren 1880 - 1890 :

werkman dagloner

118

26 18

aardewerker landbouwer

11 8

Page 121: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

barbier 3 klompmaker 1

dienstknecht 3 koeier 1

schilder 3 koewachter 1

winkelier 3 koopman in klodden 1

zwingelaar 3 metser 1

mulder 2 molenaarsknecht 1

rondleurder 2 muldermeester 1

timmerman 2 slachter 1

vlasbewerker 2 tabaksnij der 1

bakker 1 teelbinder 1

bakkerswerkman 1 wever 1

Er blijkt in tien jaar een aanmerkelijke proletarisering van de bevolking plaatsgehad te hebben. Dit is geen straat meer van wevers, maar van werklieden, dagloners, aardewerkers. Het is veel aannemelijker dat Buysse deze straat uit de jaren tussen 1880 en 1890 uitbeeldt dan de relatief welvarende straat uit de jaren tus­sen 1870 en 1880. Deze stelling wordt ook ondersteund door de kranten uit de jaren 80 van de vorige eeuw : in het boek worden de Scheldewerken vermeld waar Reus Balduk en anderen aan zouden werken. Volgens de Vooruit van 22 juni 1885 zijn er die maand havenwerken begonnen. Deze datering zou er op kun­nen wijzen dat er een min of meer werkelijk gebeuren aan de roman ten grondslag ligt dat zich afspeelde tussen 1884 en (zoals ik later zal proberen aan te duiden) 1890.

Bij de vrouwen zijn er 83 waarvoor een beroep vermeld staat. Bij 84 vrouwen staat er geen vermelding, bij 28 vrouwen staat ver­meld "Zonder". Het betreft hier wederom veelal jonge vrouwen. De verdeling van de beroepen is als volgt :

45 huishoudster 20 kantwerkster

7 werkvrouw 6 dienstmeid 2 kleermaakster 1 naaister 1 rentenierster ( !) 1 tapster

119

Page 122: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

Met name het aantal kantwerksters is hier interessant : Buysse beschrijft kantwerken als een middel tot bijverdienen voor vrou­wen en ook wat dit betreft moet geconcludeerd worden dat dit op realiteit berust.

Namen in het boek en namen in de registers

Er doet zich een opvallend feit voor als men het boek met de registers vergelijkt: men kan vele namen in het boek rechtstreeks terugleiden tot namen in de bevolkingsregisters. Johan Taeldeman merkt al op dat er twee herbergiersters in de Zeistraat wonen (Marie-Thérèse de Paepe en Maria Clemence de V reese) en vraagt zich af of deze twee vrouwen voor het koppel Stoute Treze en Witte Manse model hebben gestaan. Naspeuringen in de registers tien jaar later leveren echter een aannemelijker koppel op dat model heeft gestaan voor Stoute Treze en Witte Manse, want inderdaad woonde er in die jaren een tapster met haar dochter samen. Ik doel hier op de boven al vermelde Marie-Thérèse de Paepe (geboren 10 december 1824) die samenwoont met haar dochter Maria Carolina de Witte (geboren 19 maart 1864) in het huis Zeistraat 7. Het is geen wilde veronderstelling om hierin in­derdaad- zoals Johan Taeldeman oppert- een teken te zien dat Buysse zich liet inspireren door reële feiten en gegevens : van Marie-Thérèse de Vogelaere naar de bijnaam "Stoute Treze" is maar één stap. Ook andere namen zijn terug te vinden, maar veelal niet eenduidig : zo zijn er twee individuen in de Zeistraat uit die tijd die als modellen voor Bradden Dhont kunnen gediend heb­ben, namelijk Petrus Dhont (geboren 15 juni 1845, van beroep werkman) en wederom Petrus Dhont (geboren 7 juni 1839, van beroep werkman). Zo zijn er twee individuen in de Zeistraat met de achtemaam Snoeck, namelijk August Snoeck (geboren 20 maart 1859, van beroep aardewerker, woonachtig Zeistraat 20) en Theophilus Snoeck (geboren 29 oktober 1868, van beroep werk­man, wonend Zeistraat 26). Als men de naburige Blasiusdriesch­straat hierin echter ook betrekt - en ik meen zoals ik zal be­schrijven in het vervolg dat Buysse in wezen de twee straten heeft samengevoegd tot één - vindt men nog veel meer kandidaten. Klod de Vos zou eventueel kunnen teruggaan op Adolphe de Vos

120

Page 123: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

(geboren 29 augustus 1871, wonend Zeistraat 21). Klep Sandrie zou kunnen teruggaan op de werkelijk bestaan hebbende Theo­fiel Sandrie (geboren 22 maart 1868, van beroep koewachter).

Maria Beert en Reus Balduk

Het bovenstaande waren de resultaten van mijn naspeuringen in de archieven tot 1986. Ondanks dit alles had ik een lichte kater van deze resultaten, want ze leidden niet tot het spoor van Maria Beert en Reus Balduk. Mijn eigenlijke drijfveer achter dit onder­zoek was om Reus Balduk en (haar vooral) Maria Beert op te sporen. Er is echter in de Zeistraat in die tijd geen vrouw te be­kennen die aan het profiel van Maria Beert voldoet.

En toch is er reden om te kunnen stellen dat ook het grondge­geven van het verhaal op waarheid kan berusten. Op 17 januari 1890 sterft namelijk in de Blasiusdrieschstraat Maria de Paepe op tweeëntwintigjarige leeftijd. De Blasiusdrieschstraat is het ver­lengde van de Zeistraat: komt men Nevele binnen dan kan men rechtsaf de Zeistraat in, of linksaf de Blasiusdrieschstraat in. Zij heet Maria, zoals Maria Beert in het boek. Ook zij heeft twee kinderen, Remi Emile (geboren 12 juni 1886) en Maria Emma (geboren 27 november 1887). In het boek hebben de kinderen andere namen, de jongen zou Cies heten. De vader van Maria de Paepe heet in werkelijkheid Francies, wat ik mede een argument vind om de veronderstelling uit te spreken dat Maria de Paepe model heeft gestaan voor Maria Beert. Haar man is, zoals in het boek, werkman. Het gaat hier om Carolus Ludovicus Leopoldus Pauwels (geboren 3 februari 1863). Er zijn daarnaast ook verschil­len. Zo krijgt Maria Beert in het boek een kind na haar huwelijk, Maria de Paepe echter krijgt voor haar huwelijk op 6 oktober 1886 al haar eerste kind. Het huwelijk van Maria en Reus in het boek heeft nogal wat voeten in de aarde (waar er rook is, is er vuur?).

Realiteit en fictie

Johan Taeldeman stelt in zijn genoemde artikel dat de realiteit van het gegeven in feite niet relevant is, omdat het met name om de literaire waarde van het werk gaat. Ik ben een andere

121

Page 124: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

mening toegedaan. Natuurlijk gaat het bij een roman om de lite­raire waarde van het werk, maar bij de roman van Buysse ligt dit gecompliceerder. Als Buysse wordt aangevallen op de inhoud van het boek, schrijft hij aan A. de Cock: "Ik heb dienaangaande het geweten klaar. Ik ben eenvoudigweg niet achteruitgeschrok­ken voor de waarheid." Buysses intentie met de roman was de realiteit te beschrijven. Dit is ook te zien aan het feit dat hij in zijn roman zonder omwegen werkelijke namen uit de Zeistraat uit die tijd gebruikt. Behalve om zijn literaire waarde moet het boek ook beschouwd worden in zijn kwaliteit als beschrijving van toestanden die heersten in een bepaald gebied van het Vlaamse platteland.

Het is de kracht van de roman dat deze bedoeld is om de wer­kelijkheid te beschrijven en daarbij meteen bij de lezer de vraag naar de realiteit oproept. Zo stelt Kouvelder in zijn Handboek Geschiedenis Nederlandse Letterkunde dat een socioloog zal moe­ten uitmaken of de beschreven toestanden aan een bestaand heb­bende realiteit refereren. Ook een middelbare scholiere die ik het boek liet lezen vroeg zich meteen af of dit zich werkelijk afge­speeld had. Mijn eigen onderzoek heeft ook het doel gehad om te achterhalen of er na bijna een eeuw nog te achterhalen was of het wel mogelijk is geweest of er een dergelijke realiteit heeft bestaan. Buysses boek heeft wat dit betreft zijn doel niet voorbij­geschoten : het doet de lezer de realiteitsvraag stellen.

De werkelijke realiteit van het verhaalgegeven is niet te achter­halen : men kan niet verifiëren of mensen die in het boek hande­lingen verrichten en woorden uitspreken dit ook op een dergelijke wijze gedaan hebben. Het enige wat er de uitkomsten van het onderzoek ziende te zeggen is, is dat er zich ongetwijfeld een skelet van realiteit achter het verhaalgegeven bevindt.

122

Page 125: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

KAREL VAN DE WOESTIJNE EN CYRIEL BUYSSE

Kanttekening bij "Cyriel Buysses brieven aan Ary Delen" 1

door

Boudewijn De Leeuw

In de eerste door M. Somers gepubliceerde brief van Cyriel Buysse aan Ary Delen van 23 juli 1910 2 , ergert Buysse zich aan de bewieroking van schrijvers als Gezelle, Rodenbach en Streu­vels door "den ouden, sluwen pastoor" Hugo Verriest. Ook door "de Bom en van de Woestijne (werd) het lofdeuntje in de groote Hollandsche bladen verspreid".

Volgens M. Somers "stonden Buysse (wellicht) hier nog Van de Woestijnes mededelingen in de NRC uit augustus 1909 voor ogen" 3 en hij verwijst hierbij naar een artikel van 23 augustus 1909 waarin Karel van de Woestijne n.a.v. De Rodenbach's fees­ten te Roeselare het driemanschap Gezelle - Verriest - Rodenbach eert 4 •

Wij zijn echter van mening dat Buysse in zijn brief verwijst naar het recentere artikel De Tentoonstelling te Brussel van 7 juli 1910 5 , waarin Van de Woestijne het uitvoerig heeft over de "plechtige zitting der Belgische afdeeling van de letteren", waar­naar ook Buysse in zijn brief verwijst 6 • Dit artikel werd voor het eerst gebundeld in het derde deel van het Verzameld J ournalis­tiek Werk van Van de Woestijne, verschenen in de loop van 1988.

Zo citeert Van de Woestijne uit de toespraak van de door hem geprezen Hu go Verriest 7 , "een zoet stemmeken, een helder-

(1) Marc Somers, "Cyriel Buysses brieven aan Ary Delen", in: Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap lil, Gent, 1987, p. 65-90.

(2) Marc Somers, p. 67-70. (3) Zie Marc Somers, noot 6, p. 70. (4) Verzameld Journalistiek Werk van Karel van de Woestiine, dl. UI (NRC

maart 1909 - september 1910), Cultureel Documentatiecentrum, Gent, 1988, p. 156. (5) Ibid., p. 619-627. Niet in Karel van de Woestijne, Verzameld werk, dl. VI,

1950. ( 6) Zie Marc Som ers, noot 2, p. 69. (7) De waardering van K. van de Woestijne voor H. Verriest blijkt ook uit la­

tere kranteartikels, waarin hij telkens weer wijst op die innige verbondenheid van Verriest met zijn "meester Gezelle" en zijn "leerling Rodenbach". Zie o.m. "Hugo

123

Page 126: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

blijde, een glanzend-oolijke kop boven 't effene zwart der soutane". En in zijn typische Woestijniaanse stijl beschrijft de Brusselse NRC-correspondent hoe het publiek aan Verriests "zinderende lippen" hing, "zelfs de Walen luisterden begoocheld toe". Een toespraak die "talrijk onderbroken door gejuich, de verheerlijking (werd) van wat ons 't hoogst en dierbaarst, 't echtst en 't hechtst is; de geestelijke uiting van onze eigene en onze wereldbeteekenis is: onze Vlaamsche literatuur. Het waren Gezelle en Rodenbach en Streuvels ; het waren al de dichters en al de prozaschrijvers" 8•

Dat Buysse hier niet bij naam vernoemd werd en dat Van de Woestijne meedeed aan dat "onderling bekrompen elkander be­wierooken" en daardoor een vertekend beeld gaf van de Vlaamse literatuur in Nederland, ergerde de Nevelse auteur.

Toch is het niet zo dat Karel van de Woestijne hem beschouwde als een minderwaardig Vlaams auteur, zoals Buysse suggereert. Integendeel, hij zag in hem "onzen grooten verteller" 9 • Opval­lend hierbij is dat Van de Woestijne Buysse als uitbeelder van het plattelandsleven heel vaak gaat vergelijken met Stijn Streu­vels. Terwijl deze laatste zich beter kon vereenzelvigen met de plattelandsbewoners, was Buysse volgens Van de Woestijne min­der met dat volk vergroeid :

Men heeft reeds opgemerkt hoezeer een Buysse van een Streuvels verschilt; beiden zijn nochtans op het platteland onder de boeren­menschen groot geworden.

Maar Buysse als de zoon van een fabrikant, en Streuvels als die van een klein burgertje. De tweede leeft het leven mede van zijne "helden"; als dezen voelt hij kosmisch, zonder keus bijna, en op de meest natuurlijke wijze. Buysse, hij, voor een deel opgevoed in de stad, ziet die helden reeds buiten hem-zelf. Hij wijst het af, ze te beoordee­ten; hij denkt er niet aan - minder nog dan Streuvels! - ze te ver­minderen of te verfraaien 10•

Verriest", in : De Groene Amsterdammer, 17 augustus 1913 (Verzameld Werk, dl. V, 1949, p. 232-245) en "Hugo Verriest of het drievoudig geluk", in Nieuwe Rotterdamsche Courant, 1 november 1922 (Verzameld Werk, dl. V, p. 468-476).

(8) Verzameld Journalistiek Werk, dl. lil, p. 626-627. ( 9) Verzameld Werk, dl. V, p. 587. (10) Ibid., p. 497-498.

124

Page 127: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

Om dit enigszins te verduidelijken gaat Van de Woestijne op zoek naar vergelijkingspunten in de schilderswereld. Hierbij denkt hij onmiddellijk aan zijn broer Gustave "van de Laethemsche boe­ren ( ... ) de eerste conterfeiter" :

de boeren van Gustave van de Woestijne - zij blijven hem een ge­liefd onderwerp, - doen minder denken aan die van Stijn Streuvels dan aan die van Cyriel Buysse. Minder-ironisch dan deze laatste, maar bij aanleg een grooter fantast, weet de schilder ze even-scherp te ty­peeren als de romancier, juist doordat hij, een stedeling, er feitelijk volkomen buiten staat, en ze dan ook ziet, wel objectief, maar dan toch weêr met iets als een innerlijk oog, ditmaal uit den hoek van den hu­mor : een humor als die van Buysse, gul, maar in de beste gevallen ook vol meêdoogen 11 •

Die "stedelingsoogen" heeft Buysse ook gemeen met de schilder Marten Meisen 12, de "stedeling-die-zich-onder-boeren-mengt" 13 :

Meisen staat tot een schilder-die-van-den-buiten-zou-zijn, gelijk Buys­se tot Streuvels staat, bijvoorbeeld.

Toelichting zal hier nauwelijks noodig zijn. Streuvels, immers, en iedereen heeft het ondervonden, ziet, voelt, denkt in zijn werk gelijk den boer-zelf. Zijne visie is even kosmisch als plastisch. Hij denkt zich het landschap niet buiten weêr en wind : het ware hem onmogelijk. Akkers en boomgaarden bestaan voor hem niet zonder hunne vruchten, en de menschen niet buiten hunne bezigheid. Ik zeg niet dat Streuvels niet "observeert" : zich buiten zijn onderwerp - menschen, dieren of land - plaatsen, kan hij echter niet. Zijn werk leeft minder van hun eigenaardig uitzicht, van hunne bijzonderheden en hunne uiterlijkheid. Hij heeft ze nooit als uitzonderingen getoond : hij-zelf vindt ze natuurlijk, en zijn grootste zorg is, ze in de natuur te situëeren, logisch en har­monisch. Buysse echter, hoewel geboren boer en hartstochtelijk gehecht aan zijn geboortegrond, behoort door zijne moeder tot den burgerstand, die in de stad zijne opleiding geniet. Hij zelf zal tot op den mannen­leeftijd evenveel uren in Gent als op zijn dorp hebben doorgebracht.

( 11) Verzameld Werk, dl. IV, 1949, p. 462. (12) MARTEN MELSEN (Brussel, 1870 - Stabroek, 1947), schilder en water­

verfschilder van figuren, huiselijke taferelen en landschappen. (13) Verzameld Journalistiek Werk, dl. IV (NRC oktober 1910- november 1911),

Cultureel Documentatiecentrum, Gent, 1988, p. 296.

125

Page 128: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

In de stad had hij zijne vrienden, leerde hij langzamerhand een vrijen blik krijgen op het landelijk leven. Zijn huwelijk maakt er een groot­stedeling van, een wereldburger, - die trouwens Amerika kent. En parallel met die ontbolstering loopt zijn letterkundige productie. Men vergelijke maar "Het Recht van den Sterkste" met "Het Bolleken" : men merkt onmiddellijk hoe in 't laatste werk de schrijver meer nuchter, objectiever, scherper, vooral ironischer is geworden. Het is geen meê­leven meer : het is er-buiten-leven, met een geamuseerden blik en een toegevenden glimlach. Het is wel zéér begrijpend, maar toch buiten­zich-gehouden stedelingen-werk. En nu wil ik het zeker niet uitma­ken, wat het beste en schoonste, noch zelfs wat het echtste is ... 14•

Toch staat voor Karel van de Woestijne één ding vast: Cyriel Buysse "schildert ze ( = de boerenmensen), beter dan Streuvels, nauwkeurig na. Maar men voelt den afstand die ze van hem scheidt" 15 •

(14) Ibid., p. 297-298. (15) Verzameld Werk, dl. V, p. 498.

126

Page 129: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

DE POLITIEKE ROMANS VAN VIRGINIE LOVELING : ANTIKATHOLIEK ?

door

Bert V anheste

Met grote belangstelling en waardering las ik in Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap lil, de bijdrage van Daniël Vanacker over Virginie Loveling en de schoolstrijd. Mijn lees­plezier werd nog vergroot door de ontdekking dat de auteur mij beschouwt als een - bestrijdeoswaardige - Loveling-kenner. Mijn enige bijdrage aan de Loveling-studie bestaat uit enkele po­pulariserende pagina's in deel 8 van de Culturele geschiedenis van Vlaanderen. Daarin heb ik, in overeenstemming met mijn op­dracht, de inzichten en meningen van een handvol kenners gecon­fronteerd met elkaar en met mijn eigen leeservaring. De doelstel­ling die mij voor ogen stond (en die expliciet vermeld werd in de slotregels) was beperkt tot het prikkelen van de belangstelling van anderen, voornamelijk vrouwen, voor het werk van deze schrijfster.

Vanzelfsprekend kan de hierboven omschreven doelstelling geen vrijbrief zijn voor het begaan van een 'anachronistische denkfout'. Ik zal derhalve het boetekleed moeten aantrekken, tenzij ik kan aantonen dat Vanacker mij ten onrechte zo'n denkfout in de schoe­nen schuift. De herinneringen aan mijn kinderjaren, doorgebracht langs de weg die leidde naar de V eurnse boeteprocessie, maken de verlokking van het kleed bijna onweerstaanbaar.

Toch blijkt mijn verknochtheid aan de wetenschap uiteindelijk het zwaarst te wegen. V anacker (probeer ik aan te tonen) vergist zich en zijn vergissing komt vaker voor en daarom is het van meer dan persoonlijk belang daar op in te gaan. Ik heb al enige malen kunnen vaststellen (ook op grond van mijn eigen pennevruchten) dat zelfs een zorgvuldige onderzoeker bloot staat aan de verlei­ding om zijn bevindingen extra glans te geven door ze in een inleiding of besluit af te zetten tegen het valse geflonker van dwaallichten. Op zichzelf is dat niet laakbaar, het kan zelfs nuttig

127

Page 130: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

zijn, mits de onderzoeker vermijdt spoken te zien, zich ervoor hoedt zijn voorgangers allerlei uitspraken en opvattingen toe te dichten.

Voor mij staat het vast dat Vanacker zo'n zorgvuldige weten­schapsbeoefenaar is. Zijn argumenten zijn solide, zijn conclusies goed onderbouwd. Mijns inziens beweert hij- op één punt na­precies hetzelfde als wat ikzelf, met aanzienlijk minder bewijs­kracht, heb geschreven. Niettemin doet hij mij de onverdiende eer aan zijn hele artikel te presenteren als weerlegging van mijn stelling dat V. Loveling niet het katholieke geloof of de katho­lieken als dusdanig viseerde (zelf gebruikte ik het werkwoord aanvallen), maar enkel "de politieke en zedelijke onderdrukking uitgeoefend door de intolerante nieuwe lichting jonge geestelij­ken". Welnu, het in mijn stelling vervatte onderscheid tussen het katholieke geloof en de katholieke actie is een anachronisme.

Om misverstanden te vermijden : mijn uitspraken verwezen uit­sluitend naar In onze Vlaamsche gewesten en Sophie. Tevens blijkt uit mijn artikel dat ik mij ervan bewust was dat V. Love­ling zich in die romans achter de vrijzinnigen opstelde ; daar­naast beschreef zij met sympathie een oudere priester en een katholieke onderwijzer. Mij op dat tekstinzicht beroepend, ver­zette ik mij - en dat blijf ik, met sterkere argumenten, doen na lectuur van Vanacker- tegen Lissens' karakterisering van Sophie als "agressief antikatholiek" en als het product van een periode waarin de schrijfster nog niet haar latere rijpheid en haar later evenwicht had bereikt. Uit mijn bijdrage blijkt dat ik de mening was toegedaan dat V .L. haar agressie richtte op het heersende katholicisme en niet ten strijde trok tegen de geloofswaarheden, laat staan tegen de geloofsovertuiging van tolerante katholieken. Hiermee is niets gezegd over haar persoonlijke opvattingen die zij buiten haar romans kenbaar maakte en uiteraard nog minder over het waarheidskarakter dat zij aan het katholieke geloof toekende.

Vanacker stelt dus dat ik ten onrechte, op grond van mijn kennis van de eigen tijd, een scheiding aanbreng in de 19e eeuw tussen het katholieke geloof en de katholieke praktijk. In een raadselachtige zin lijkt hij te vinden dat ik op grond van mijn kennis van de huidige kerk (welke? die van mijn jeugd in Vlaan­deren, die ik als minstens even onderdrukkend en intolerant heb

128

Page 131: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

ervaren als Loveling dat deed?), die zich zou distantiëren van de 19e-eeuwse onverdraagzaamheid, de conclusie trek dat er een onderscheid dient te worden gemaakt tussen de echte kerk en een intolerante verschijningsvorm ervan omstreeks 1880. Daar stelt hij tegenover dat er in 1880 geen andere katholieke kerk was dan die van 1880. Daar ben ik het mee eens, ook als dat betekent dat er binnen het katholieke kamp in die periode geen oppositie van enige betekenis bestond. Daar gaat het echter niet om. Als Vanacker zegt dat de twee geëngageerde romans van Virginie Loveling hem niet alleen antiklerikaal lijken, maar ook antikatho­liek en hij verstaat onder die laatste term : gericht tegen de katho­lieke kerk, dan geef ik hem volmondig gelijk. Echter: in het nor­male spraakgebruik noemt men dat antiklerikalisme. Antikatho­licisme stoot door naar de, niet aan een periode gebonden, ge­loofspunten. (Zoals anticommunisme veel verder gaat dan kritiek op de Russische partij). Welnu, V. Loveling bestrijdt die leerstel­lingen niet in haar boeken en zelfs niet (heb ik uit V anacker begrepen) in haar journalistieke werk. De argumentatie voor deze stelling ligt op elke bladzijde van Vanackers artikel voor het op­rapen. Er was omstreeks 1880 geen andere kerk, maar men -niet in de laatste plaats V.L. zelf - had wel degelijk weet van een andere, niet ultramontaanse, katholieke kerk, namelijk de vrij­zinnig-katholieke waarin Virginie zelf grootgebracht was. Na 1848 was dit liberaal-katholicisme historisch achterhaald, hetgeen niet betekent dat het uit de hoofden gebannen was. Onmiskenbaar herinnerde V.L. zich die periode, sterker : zij idealiseerde die. En was het hoofdpersonage in de Franstalige tegenhanger van In onze Vlaamsche gewesten, Partie perdue van Gohlet d'Alviella, niet zo'n oude katholiek, voorstander van de oude principes tegen de nieuwe Roomse richting? De onderwijzer die V.L. in het dorp M. (Meigem?) gekend moet hebben was al evenzeer zo'n katho­liek. Vanacker noemt zelf de priester Angelman uit Sopbie een dissident (een woord met een anachronistisch geurtje?) die Sopbie uitlegt dat de kerk haar ware opdracht niet vervult.

Vanacker laat zien dat Virginie Loveling na haar confrontatie met de heersende kerk, uiteindelijk zelf niet kiest voor de vroe­gere, de vrijzinnig-katholieke, maar - na een overgangsfase die min of meer vrijzinnig-protestants was - voor een vrijzinnig-reli-

129

Page 132: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

gieuze, niet-kerkelijke levensbeschouwing, waarvan het religieuze element later ter discussie werd gesteld. Dit neemt niet weg dat zij de vrijzinnig-katholieke kerk en haar gelovigen niet bestrijdt. Zelfs buiten haar literaire werk, als zij in La Flandre libérale op haar felst is, hekelt zij - volgens Vanacker - slechts "het puur formalistisch geloof ( ... ) , de financiële praktijken van de kerk, de Mariaverering, de bekering van vrijzinnigen op hun sterf­bed". Fundamentele kritiek op leerstellingen, dogma's, tref ik niet aan in haar boeken en evenmin in het artikel van V anacker.

Zou het kunnen dat V anackers vermeende ontdekking van een anachronisme in mijn zienswijze, berust op een anachronistische denkfout? Hij zou niet de eerste zijn die (ervan uitgaand dat ik - aangezien ik werkzaam ben aan een katholieke universiteit -katholiek ben) mij ervan verdenkt een auteur postuum voor het katholieke karretje te willen spannen. Een dergelijk verwachtings­patroon is gebaseerd op een, althans voor wat Nijmegen en mezelf betreft, op zijn minst sinds ongeveer 1970, wel erg achter­haald werkeli jkheidsbeeld.

Wat er ook van zij, mede op grond van het door Vanacker aan­gedragen bewijsmateriaal, dringt zich de conclusie op dat de twee politieke romans van Virginie Loveling wel antiklerikaal zijn, niet antikatholiek en al helemaal niet antireligieus.

130

Page 133: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

EGELAER. EEN RECHTZETTING

In aflevering III van onze Mededelingen (1987) werd een on­bekend gebleven novelle van Cyriel Buysse opgenomen, Een on­

bekende martelaar, "Eene herinnering uit den schoolstrijd van 1879", geïnspireerd door de begrafenis van schoolmeester Van Hoof uit Egelaer. In de inleidende bladzijden tot deze publikatie werd meegedeeld dat het genoemde toponiem fictief was en ner­gens elders bij Buysse voorkomt (p. 45).

Van verschillende zijden werd hierop gereageerd. Het toponiem Egelaer blijkt namelijk niet fictief te zijn : het gaat om een te Nevele (nog steeds) bestaande wijk, gelegen in noordoostelijke richting in het verlengde van de Zeistraat

Over dit toponiem kan men in de door Johan Taeldeman, Jan Luyssaert en Herman Goethals samengestelde brochure Cyriel Buys­

se achterna (gids bij de Cyriel Buysse wandeling in het Land van

Nevele ), Nevele, 1986, p. 11-13, het volgende lezen :

Wij wandelen nu door de Zeistraat [ ... ]. Na een paar honderd meter steken we het gevaarlijke Fl-circuit

van Nevele (de "grote ring") over [ ... ]. Even verder verandert de Zeistraat van naam : we zijn nu in de

Egelar.e (vroeger: Lege/are, d.w.z. laag gelegen open plek). Tot in de 17de eeuw stonden er hier geen huizen: deze alluviale gronden van de

Kalevallei waren toen nog "gemene" (d.w.z. gemeenschappelijke) wei­

den. Als we mogen aannemen dat ook de Blasiusdries ooit "gemene

weide" geweest is [ ... ], dan ligt het nogal voor de hand dat de Zei­

straat ontstaan is als "driftweg", waarlangs dus het vee naar de ge­

meenschappelijke graasplaatsen gedreven werd. Mettertijd is er daar

dan ook bewoning gekomen.

Met dank aan de heren Antoine Janssens en Jan Luyssaert, d1e voor deze rechtzetting zorgden.

De redactie

131

Page 134: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.
Page 135: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

KRONIEK

CYRIEL BUYSSE, september 1987 - september 1988

Op zondag 20 september 1987 voerde Jo de Caluwe zijn veel­gesmaakte solostuk De raadsheren van Nevele nogmaals op ter gelegenheid van de provinciale feestdag van het KNTV-Oost­Vlaanderen, te Kaprijke. Arca-directeur De Caluwe was met de­zelfde produktie te gast op vrijdag 16 oktober bij het ACV Zwijn­aarde, in de zaal van het Oud-Gemeentehuis. Deze populaire bewerking van Buysses Verslagen van de Gemeenteraad van Ne­vele, in een regie van Jo Gevers, kende nog negen voorstellingen in de zaal Roeland te Gent: op donderdagen 17, 24 en 31 maart, vrijdagen 18 en 25 maart en 1 april, en zaterdagen 19 en 26 maart en 2 april 1988. Verder werd ze ook nog in de Antwerpse Stads­schouwburg aan het publiek gepresenteerd, ter gelegenheid van het "gouden" jubileumfeest van uitgeverij Manteau, op vrijdag 8 september 1988.

Veel nieuwe Buysse-produkties vielen er het afgelopen jaar niet te signaleren. We noteerden dat het Ruiseleedse toneel "Ruys­sende Lede" voor zijn twintigste speeljaar Het recht van de sterk­ste opvoerde, "naar Cyriel Buysse", in een regie van Hubert Mestagh. De voorstellingen hadden plaats in de sporthal te Rui­selede op zaterdagen 19 en 26 december en 2 januari 1987 en op zondagen 20 en 27 december en 3 januari 1988 (mededeling A. Janssens). En verder kunnen we vermelden dat er nu ook een Gezin van Pamela is. In Teaterlabo Paradise Alley te Brugge ver­zorgde de semiprofessionele theatergroep "Het Onvermogen" op 20, 21 en 22 mei 1988 een produktie onder de naam Het gezin Van Pamela. De auteur van het stuk is Peter Roose. Artistiek (bege) leider en regisseur Dirk van den Broeck stelde - volgens een bericht van Fred Six in De Standaard van 18 mei 1988 -het spel-element of de "performance" zelf centraal. Peter Roose zocht zijn inspiratie in Het fantastische schoenlappersvrouwtje van Garda Lorca, maar de titel zelf verwijst natuurlijk naar een vrije bewerking enjof parodie van Het gezin Van Paemel. Volgens genoemde verslaggever hoefde men bij nader toezien echter noch

133

Page 136: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

naar Lorca noch naar Buysse te zoeken. De werkelijkheid werd vaak voorgesteld als een (theater)illusie die meteen doorgeprikt werd. Toch konden enkele "leuke invallen" en "soms smakelijke typeringen" genoteerd worden.

Van 20 november tot 6 december 1987 liep in het Historisch Museum van de Vlaamse strijd te Bellem (Aalter) een tentobu­stelling getiteld "Cyriel Buysse, zijn werk, zijn leven". Bij de ten­toonstelling werd een verzorgde catalogus met dezelfde titel samen­gesteld (35 blz.; gebrocheerd). Voor het geheel- tentoonstelling en catalogus - kon een beroep worden gedaan op de medewerking van het Museum Rietgaverstede (Ant. Janssens) te Nevele.

De tentoonstelling in het Museum van de Vlaamse strijd werd in het dagblad Het Volk op 2 december aangekondigd door D.G., die een uitvoerig gedocumenteerd portret van Buysse schetste onder de kop : "De liberale kasteelheer beschreef de ellende van arm Vlaanderen". Terwijl de tentoonstelling liep werd in de Aalterse bioscoopzaal Capitole de film Het gezin Van Paemel gedraaid. In het Museum zelf kon de BRT video-film "In de voetsporen van Cyriel Buysse" worden bekeken, naast de bekende video-op­namen van Het gezin Van Paemel, Tantes en Lente.

De tentoonstelling werd met twee weken verlengd (tot 20 december 1987) en kreeg 2250 bezoekers (mededeling A. Janssens).

Op het front van de publikaties van en over Cyriel Buysse valt een en ander te vermelden. De in Mededelingen lil opgeno­men bijdrage van Johan Taeldeman over "De Nevelse Zeistraat anno 1870- 1880 en die van Buysse" werd overgenomen in Spraak­Saam, Tijdschrift van het A. Vermeylenfonds - Nevele, jg. 1987, nr. 4.

In januari 1988 verscheen de historisch-toeristische brochure. Nevele en deelgemeenten, tot stand gekomen via een BTK-project. Voor de tekst signeerde Natbalie Callier, voor foto's en ontwerp Gilbert Lagaisse. De uitgave (56 blz.) bestaat uit een viertal delen. In deel 2 komen een aantal beroemde Nevelse inwoners aan bod, waaronder, natuurlijk, Cyriel Buysse. Geïnteresseerden kunnen de brochure op het gemeentehuis te Nevele bekomen.

In Het Vaderland van 10 juni 1913 werd hulde gebracht aan Louis Couperus voor zijn vijftigste verjaardag. Van Buysse werd

134

Page 137: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

een korte huldetekst voor zijn vriend opgenomen: "Voor mij is mijn vriend Couperus een Prins, en ook wel de prins der Neder­landsche letterkunde". De tekst werd al opgenomen onder num­mer 9 in Nop Maas' bijdrage "Aanvullingen bij het Verzameld werk van Cyriel Buysse" in onze Mededelingen lil ; hij werd ook herdrukt in Couperiana, samengesteld en ingeleid door Nop Maas, Vaderland-reeks nr. 17, Nijmegen, Uitgeverij Vriendenlust, 1988, p. 36.

In november 1987 verscheen bij uitgeverij Manteau de hier vorig jaar aangekondigde bundel De beste verhalen van Cyriel Buysse. Het boek gaf Polke Pluym alias Prosper de Smet de volgende enthousiaste "krabbel" in de pen :

Ik nam het boek in de hand en begon te lezen. Niet met de gedachten het uit te lezen. Ik zou er enkel hier en daar wat in bladeren. Want ik had alles van deze schrijver al gelezen. Zijn volledige werken be­zit ik. Zeven dikke, dikke delen. Maar ik begon te lezen, de eerste bladzijde, de tweede bladzijde, de derde, en dan het eerste verhaal, het tweede verhaal, het derde. Ik kon niet ophouden, ik las het gehele boek.

Ik las van een barbier. Zijn scheermessen en scharen hangen aan een riem rond zijn lenden, en hij gaat op stap. Vlaanderen zonder auto's honderd jaar geleden. De barbier gaat van dorp tot dorp om zijn vaste klanten te bedienen. Sommige dagen blijft hij thuis om op zijn stukje land te werken. Of hij doet het 's morgens vooraleer op stap te gaan met zijn scharen en scheermessen. Zo tracht hij de twee eindjes aan elkaar te knopen en de hongerige magen thuis te stillen.

Daarna lees ik van een stroper. Bestaat dat nog, stropers ? Mensen die voor een fazant of een konijntje naar de gevangenis moeten ? Zes maanden krijgt de man. Vooraleer naar "het kot" te gaan stopt de stro­per zijn vrouw een linnen zakje in de hand. Daar zit 14,75 fr. in. Daarmee moet ze trachten zes maanden te leven met haar drie kinderen.

Van een broodvervoerder lees ik, die van uit de stad met paard en kar de omliggende dorpen van brood voorziet. De man is gelukkig. Hij verdient meer dan op de fabriek, zijn werk is licht en aangenaam, hij heeft een goed paardje ... maar dan treft hem het ongeluk en staat hij machteloos als kleine man tegenover zijn uitbuiters.

En de duivel? Bestaat de duivel nog? Van Alleijne gelooft er nog in. 't Is honderd jaar geleden in Vlaanderen. Hij verkoopt zijn ziel aan de duivel en ook dit verhaal las ik ademloos uit. En "Grueten Broos".

135

Page 138: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

Kom, kom, die moet je ook kennen. Het verhaal is al verfilmd, kwam op de televisie. Grueten Broos die tot laat in de avond bieten heeft gelost, uitgehongerd naar huis komt, verlekkerd op "huufdvlakke" ... och wat dan gebeurt, dat weet ge. Ge ziet, 't is allemaal zo echt, zo echt, zo echt. En "'t Beeldeken" en "De steunpilaren der Ope van V rede" met welke verrukking heb ik die verhalen herlezen ! En als het honderd jaar geleden verkiezing was in Vlaanderen, gaven de ka­tolieken acht vaten bier, en de liberalen zes. En 't volk bezoop zich. En 't laatste verhaal "Irène en de treurmars" is een pareltje ...

* In het tijdschrift Optima, "Cahier voor literatuur en boekwezen",

6e jg., nr. 1, p. 62-80, heeft Joost Nijsen onder de titel "De ogen van Vers-luys. Correspondentie over Het recht van den sterkste", de "occasionele" samenwerking tussen Buysse, Henry van de V el de en de Nederlandse uitgever Willem Versluys onder de loep ge­nomen.

Uitgangspunt van Nijsens bijdrage is een opstel van Gorter­specialist Enno Endt, "Versluys tussen oud en nieuw", waarin deze opmerkzaam maakte op de grote stijlverschillen in de bij Versluys verschenen uitgaven. De door Henry van de V el de ontworpen band van Buysses Het recht van den sterkste (verschenen bij Ver­sluys in november 1893), karakteriseerde Enno Endt met "een in de stilering esthetisch bedwongen hartstochtelijkheid". Op de vraag hoe de Belgische architect en typograaf Van de V el de, die in het najaar 1893 juist overstapte naar de toegepaste, "decoratieve" kunst, met zijn art-nouveautekening in "zweepslagstijl" bij Ver­sluys terecht was gekomen, opperde Enno Endt de veronderstelling : "Hij zal wel in het kielzog van de schrijver van het boek in kwestie, van zijn landgenoot Cyriel Buysse, mee zijn gekomen" (geci­teerd naar Nijsen).

In zijn bijdrage wil Nijsen nu nagaan of Endt gelijk heeft. Hij citeert uitvoerig uit de brieven van Buysse en van Van de V el de aan Versluys (bewaard in het Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum in Den Haag), waaruit inderdaad blijkt dat het Cyriel Buysse was die zich "tot enkele [z}ijner vrienden der jongere Vlaamsche Schilderschool" had gewend voor de tekening van de band en die enkele maanden later de naam van Van de

136

Page 139: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

Velde doorgaf. Dat alles in 1893. Uit de bewaarde brieven wordt verder duidelijk dat de samenwerking tussen Van de Velde en Buysse "net zo toevallig en eenmalig was als die van het tweetal met Versluys" (p. 69).

* Nog nieuws over drukken en herdrukken. Bij Manteau is een

herdruk verschenen (Se druk) van Het leven van Rozeke van Dalen, een roman die door velen wordt beschouwd als Buysses meest aangrijpende werk. Het boek was voor april aangekondigd met een geactualiseerde wervende tekst : voor het hedendaagse publiek is Rozeke van Dalen "niet zozeer een sociale roman als wel een boek over de plaats van de vrouw in de Vlaamse samen­leving bij het begin van deze eeuw" ... (Reeks: gmp 345). En de roman Tantes, die zijn populariteit weer zag toenemen dank zij de BRT-televisiebewerking van scenarist Rudy Geldhof en realisator Juul Claes (oktober 1984), werd vanaf dinsdag 21 maart tot 21 april 1988 als feuilleton afgedrukt in de kranten De Standaard, Het Nieuwsblad en De Gentenaar. In De Stan­daard werd het feuilleton aangekondigd onder de titel : "Cyriel Buysse : grootmeester van het Vlaamse proza"; en : "Tantes. Cy­riel Buysses meesterwerk"; De Gentenaar lokte zijn lezers met "De beste Cyriel Buysse in onze krant". In Vooruit/De Morgen van 30 maart berichtte Johan Anthierens in zijn rubriek "Schrijf­gerief' dat hij door het Standaard-feuilleton werd geïntrigeerd (mede doordat hij naar eigen zeggen in zijn leven nog niets van Buysse had "doorgenomen") maar al snel verbaasd werd afge­schrikt door vele (zet)fouten. Zelfs nog in "Schrijfgerief" van 6 april 1988 kon hij de krant maar niet vergeven dat Marie "in zwijn", i.p.v. "in zwijm" neergeknield lag voor de Paus.

In Nevele werd door het plaatselijke C.S.C. een gloednieuw com­plex opgericht, met polyvalente zaal, gelegen aan de ingang van de Zeistraat Het gebouw heeft de naam "Cyriel Buysse-centrum" meegekregen. Op vrijdag 25 maart 1988 om 20 u. werd er een panel-gesprek georganiseerd over de figuur van Buysse o.l.v. Johan Taeldeman. Deelnemers aan het gesprek waren em. prof. A. van

13:Z

Page 140: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

Elslander, S.F.-volksvertegenwoordiger en Buysse-kenner Marc Gal­Ie, en ondergetekende. Vooraf werd de historische film "In de voetsporen van Cyriel Buysse", samengesteld door M. Galle, op video vertoond. Er was een talrijk en enthousiast publiek aan­wezig.

Op 16 april 1988 verscheen in Gazet van Antwerpen een inter­view met mevr. Maddy Buysse, onder de titel: "Cyriel Buysse­genootschap viert lustrum. Maddy Buysse patrones voor schoon­vader". Interviewer Luc van Doorslaer typeert er mevr. Buysse als "een intrigerende, actieve en intelligente dame met een breed cultureel gezichtsveld", die zich als vertaalster al vele jaren inzet voor de verspreiding van de Vlaamse cultuur in het Franse taal­gebied (bekend zijn o.m. haar Claus-vertalingen). Tussen de regels mag hier wel worden vermeld dat de patrones en voorzitster van het Cyriel Buysse Genootschap op 16 mei 1988 tachtig jaar is ge­worden. Het was de bedoeling ook op deze plaats een hulde­artikel voor mevr. Buysse af te drukken maar de jarige zelf was daar niet zo op gesteld.

Een echte viering dan. Op 25 mei 1988 was het precies vijfen­twintig jaar geleden dat het Museum Rietgaverstede te Nevele, gelegen op de hoek van de Vander Cruyssenstraat (nr. 60) werd geopend. Het heemkundige museum heeft, zoals bekend, ook een letterkundige afdeling (sedert 22 mei 1971), waarin het werk van Cyriel Buysse een belangrijke plaats inneemt. De verdienstelijke stichter en conservator van het museum, de heer Antoine Jans­sens, heeft zelf een aantal handschriften van Buysse van de ver­nieling weten te redden. Hij werd op vrijdag 20 mei 1988 om 19.30 u gehuldigd in de raadzaal van het Gemeentehuis, Cyriel Buyssestraat 15 te Nevele. De feestavond werd georganiseerd door het gemeentebestuur van Nevele en de heemkundige kring "Het Land van Nevele". Jan Luyssaert, voorzitter van de laatstgenoemde kring, voerde er het woord, naast R. Ruys, voorzitter van het "Ver­bond van de kringen voor Heemkunde in Oost-Vlaanderen", en P. van de Casteele, schepen van cultuur te Nevele.

De werkzaamheden van de museumdirecteur worden uitvoerig belicht in een interview dat Arnold Strobbe met hem had en dat gepubliceerd is onder de titel "Onder vier ogen met Antoine Jans-

138

Page 141: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

sens" in het Driemaandelijks tijdschrift van de heemkundige kring Het Land van Nevele, jg. XIX, afl. 2, juni 1988, p. 79-104.

Buysse blijft aanwezig in het medium film en televisie. De t.v.­bewerking van "Lente", een BRT-produktie onder regie van Dré Poppe (met Chris Thijs en Jo de Meyere), werd heruitgezonden in het programma "Avondvoorstelling" op het nieuwe Nederland­se derde net, op 8 juni 1988. Bij deze uitzending werd voor een ondertiteling, d.w.z. een "vertaling" in het Nederlands gezorgd. De film Het gezin Van Paemel, "familiaal drama van Paul Cam­mermans" die in 1986 zoveel aandacht kreeg, werd op maandag 11 juli 1988, 21 u, uitgezonden op het eerste net van de BRT-tele­visie. Hij werd ook al op academisch niveau bestudeerd: aan de Rijksuniversiteit Gent studeerde Sylvia Decocker in juli 1988 af met een licentieverhandeling Over het adapteren van toneel aan film. De theorie getoetst aan "Het gezin Van Paemel" van Paul Cammermans. Promotor was dr. J. Reynaert.

Er is ook een nieuwe verfilming op komst. In het kasteel van Edingen begon de BRT Dienst Drama op dinsdag 19 juli 1988 met de opnamen van 't Bolleken. De roman werd tot scenario bewerkt door Johan Kerkhoff. Regisseur is Marc Didden, die eer­der al faam verwierf met de films Brussels by Night en Istanbul. De hoofdrol wordt gespeeld door Joan Leysen. Verder spelen nog mee: Ugo Prinsen, Karina van der Sanden, Ingrid de Vos, Aatje de Boeck en François Beukelaers. Producer is Winnie Enghien. De film is aangekondigd voor half december 1988, onder een andere, nog niet bekende titel.

A.A.M.

139

Page 142: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.
Page 143: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

INHOUD

Inleiding

Cyriel Buysse en de Nederlandse uitgever C.A.J. van Dishoeck, I: 1905-1914

door S.A.J. van Faassen

Buysse en Hauptmann, I door J. van Schoor

Louis Couperus. Brieven aan Cyriel Buysse uitgegeven door Anne Marie Musschoot

Cyriel Buysse. De levenskring, I

Kanttekeningen

Buysses 'Recht van de sterkste' en de realiteit

5

7

39

53

67

door A. Kooyman 117

Karel van de W oestijne en Cyriel Buysse. Kanttekening bij "Cyriel Buysses brieven aan Ary Delen" door Boudewijn De Leeuw 123

De politieke romans van Virginie Loveling: anti-katholiek ? door Bert Vanbeste 127

Egelaer. Een rechtzetting door de redactie 131

Kroniek door Anne Marie Musschoot 133

Page 144: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.
Page 145: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.

De Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap IV werden in december 1988 gedrukt in een oplage van 500 exemplaren door de

drukkerij Sanderus b.v.b.a., Remparden 36, 9700 Oudenaarde.

Page 146: MEDEDELINGEN · Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9110 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr.