MASCAGNI’S EPISCHE IL PICCOLO MARAT Radio Filharmonisch ... · 9/5/2020  · een opera over...

11
MASCAGNI’S EPISCHE IL PICCOLO MARAT Radio Filharmonisch Orkest Groot Omroepkoor Pietro Rizzo dirigent Klaas-Jan de Groot koordirigent Il piccolo Marat Stefano La Colla tenor Mariella Anita Hartig sopraan L’orco John Relyea bas Principessa di Fleury Maria Riccarda Wesseling mezzosopraan Il carpentiere Ernesto Petti bariton Il soldato / Il capitano Andrea Borghini bariton La spia Jasper Leever bas La tigre Alessio Cacciamani bas Il ladro Tim Kuypers bariton Pietro Mascagni 1863-1945 Il piccolo Marat dramma lirico in 3 atti libretto Giovacchino Forzano première Rome, Teatro Costanzi, 2 mei 1921 PAUZE NA HET EERSTE BEDRIJF HET CONCERTGEBOUW VERZOEKT U UW ZITPLAATS NIET TE VERLATEN koorsolisten Alan Belk tenor, Lars Terray bas Michela Fogolin repetitor Roland Lammers van Toorenburg voorstellingsleider PME-Tècnica versterking koor Jurjen Stekelenburg boventiteling 5 september 2020 13.00-15.50 uur serie opera-1

Transcript of MASCAGNI’S EPISCHE IL PICCOLO MARAT Radio Filharmonisch ... · 9/5/2020  · een opera over...

Page 1: MASCAGNI’S EPISCHE IL PICCOLO MARAT Radio Filharmonisch ... · 9/5/2020  · een opera over beroemde historische figuren. De titel van de uiteindelijke opera, Il piccolo Marat,

MASCAGNI’S EPISCHE IL PICCOLO MARAT

Radio Filharmonisch OrkestGroot Omroepkoor

Pietro Rizzo dirigentKlaas-Jan de Groot koordirigent

Il piccolo Marat Stefano La Colla tenorMariella Anita Hartig sopraanL’orco John Relyea basPrincipessa di Fleury Maria Riccarda Wesseling mezzosopraanIl carpentiere Ernesto Petti baritonIl soldato / Il capitano Andrea Borghini baritonLa spia Jasper Leever basLa tigre Alessio Cacciamani basIl ladro Tim Kuypers bariton

Pietro Mascagni 1863-1945

Il piccolo Maratdramma lirico in 3 atti

libretto Giovacchino Forzanopremière Rome, Teatro Costanzi, 2 mei 1921

pauze na het eerste bedrijf

het concertgebouw verzoekt u uw zitplaats niet te verlaten

koorsolisten Alan Belk tenor, Lars Terray bas

Michela Fogolin repetitor

Roland Lammers van Toorenburg voorstellingsleider

PME-Tècnica versterking koor

Jurjen Stekelenburg boventiteling

5 september 2020 13.00-15.50 uur

serie opera-1

Page 2: MASCAGNI’S EPISCHE IL PICCOLO MARAT Radio Filharmonisch ... · 9/5/2020  · een opera over beroemde historische figuren. De titel van de uiteindelijke opera, Il piccolo Marat,

2 3

De ZaterdagMatinee op social mediaVia Facebook, Twitter en Insta gram houdt de Matinee u op de hoogte van het laatste nieuws rond de concerten. Volg ons, en praat mee!

Uitzending NPO Radio 4 en webcastDit concert wordt live uit­gezonden via NPO Radio 4. Via nporadio4/nl/livekunt u de webcast volgen. Enkele dagen ná dit con­cert kunt u het terugzien op zaterdagmatinee.nl.Het concert, zonder pauze­programma, kunt u dan ook beluisteren op nporadio4.nl/

concerten

Gratis programmaboekjesOm rijen en contact in deze coronatijd zo veel mogelijk te vermijden, worden onze programmaboekjes tijdelijk gratis verspreid in Het Concertgebouw. Ze zijn ook en­kele dagen voorafgaand aan ieder concert al te lezen op www.zaterdagmatinee.nl

60e seizoen 5 september 2020

De première van Pietro Mascagni’s Il piccolo Marat op 2 mei 1921 in het Teatro Costanzi in Rome was een triomf van de aller-hoogste orde. In een onstuimige, naoorlogse periode vol sociale onzekerheid, waarin spanningen tussen communisten en fascisten hoog opliepen, wist Mascagni’s duistere, explosieve opera over liefde in tijden van revolutie zowel links als rechts te bekoren. Ook critici waren overwegend positief, en Marat begon al spoedig aan een zegetocht door Italië, gevolgd door uitvoerin-gen in Zuid-Amerika. De omvang van het succes van Il piccolo Marat kan nog het beste worden vergeleken met die van Caval-leria rusticana (1890), Mascagni’s debuutopera waarmee hij van de ene op de andere dag een wereldster werd. Wrang genoeg heeft de uitzonderlijke triomf van Cavalleria rusticana Masca-gni’s latere opera’s volledig overschaduwd; de gemiddelde operaliefhebber zal moeite hebben, drie andere Mascagni-opera’s op te sommen. Dat is des te betreurenswaardiger omdat Mascagni na zijn triomfantelijk ontvangen eersteling niet op zijn lauweren rustte, maar met elk werk nieuwe wegen insloeg. Dat deed hij weliswaar niet altijd met evenveel succes, maar wel vol overgave, in een herkenbare en tegelijkertijd zeer avontuur-lijke stijl. Ook Il piccolo Marat, die na een veelbelovende start volledig in de vergetelheid geraakt is, onderstreept de originali-teit van Mascagni, en verdient het, opnieuw uitgevoerd te worden.

SpanningsveldVoor Mascagni’s carrière en reputatie was Il piccolo Marat een heel belangrijk werk. Rond 1910, jaren na het verpletterende succes van Cavalleria rusticana, was zijn carrière namelijk wat in het slop geraakt, en de verwachtingen van publiek en critici verschoven rond die tijd ook behoorlijk. Het verismo – door Mascagni’s Cavalleria wereldberoemd geworden – was inmiddels aardig platgetreden, en binnen het Italiaanse muziekleven

SPROOKJE IN VERSCHRIKKELIJKE TIJDEN

Geachte Matinee-bezoeker,

Als artistiek leider ben ik, samen met het hele team van de NTR ZaterdagMatinee, buitengewoon gelukkig dat we u eindelijk weer in het Koninklijk Concertgebouw kunnen ontvangen. Zoals u weet, zullen de Matinees vanwege de noodzakelijke maatregelen om verdere verspreiding van het coronavirus te voorkomen de komende tijd anders verlopen dan gepland. Aanvangstijden zijn veranderd, veel minder mensen kunnen in de zaal plaatsnemen, en op de meeste zaterdagen brengen we twee identiek geprogrammeerde concerten. Ook koorleden, orkestmusici en solisten moeten een veilige afstand kunnen bewaren. Een deel van de programma’s is in verband hiermee aangepast. De moge-lijkheden om tussen verschillende landen te reizen, verande-ren voortdurend. Dat kan betekenen dat op het laatste moment soms – bijvoorbeeld – een solist of zelfs een ensemble zal moeten worden vervangen. Op de website van het Concertgebouw (www.concertgebouw.nl/matinee) vindt u altijd de meest recente informatie, en misschien ook op het laatste moment vrijgekomen plaatsen. Is een concert van uw keuze uitverkocht, dan kunt u er op NPO Radio 4 tóch een beetje bij zijn.

We hebben u en uw applaus maandenlang moeten missen. Welkom terug bij de NTR ZaterdagMatinee!

Kees Vlaardingerbroek, artistiek leider

Onze uitzendingen op NPO Radio 4 beginnen de komende weken om 14.00 uur; het live concert begint dan om 15.15 uur. Op 26 september en 17 oktober beginnen het concert en de uitzending net als vandaag, om 13.00 uur.

Zestigste seizoenDe Matinee viert dit jaar haar zestigste seizoen! Op de speciale website vindt u elke week een opname uit de roem-ruchte Matineegeschie-denis. En elke twee weken verschijnt een podcast waarin een dirigent centraal staat. nporadio4.nl/

matinee60

Page 3: MASCAGNI’S EPISCHE IL PICCOLO MARAT Radio Filharmonisch ... · 9/5/2020  · een opera over beroemde historische figuren. De titel van de uiteindelijke opera, Il piccolo Marat,

4 5horen, of er überhaupt nog aan herinnerd zal willen worden.” In plaats daarvan stelde Mascagni dat “de oorlog ons opnieuw ontvankelijk moet maken voor de muziek van het gevoel, voor de kracht van melodie”. In een interview lichtte hij toe dat muziek in zijn ogen “een aangename troost [zou moeten] bieden, en daarmee het gevoelsleven van de mens zou kunnen helpen genezen tijdens het enorme drama dat oorlog teweeg-brengt.” Die ‘muziek van het gevoel’ gaf Mascagni gestalte met Lodoletta (1917), een ietwat naïef-sentimentele opera over de tragische liefde tussen een jong meisje en een vrijzinnige kunstenaar, overduidelijk gemodelleerd naar zijn eigen harts-tochtelijke affaire met de veel jongere Anna Lolli. In vergelij-king met Isabeau (1911) en Parisina (1913), mystiek-sensuele opera’s vol chromatiek, greep Mascagni in Lodoletta stilistisch terug op successen uit het verleden, zoals L’amico Fritz (1891) met zijn geliefde ‘kersenduet’.

Revolutie-operaNa Lodoletta vervolgde Mascagni zijn carrière met nog lichtere kost: de operette Sì, over een danseresje van lichte zeden dat tegen niemand ‘nee’ kan zeggen. Opmerkelijk genoeg begon Mascagni parallel aan dit amusementsstuk ook met de compo-sitie van een bloedserieuze opera over de verschrikkingen van de Franse Revolutie op een libretto van Giovacchino Forzano, die ook de tekst van Lodoletta had vervaardigd. De Franse Revo-lutie was een geliefd decor voor Italiaanse opera’s rond 1900 – denk aan Giordano’s Andrea Chénier (1896), Puccini’s Tosca (1900) en Respighi’s Marie Victoire (1913) – en Mascagni was ook al langer geïnteresseerd om een opera over die tijd te compone-ren. Na de Eerste Wereldoorlog waarde het revolutie-spook door Europa, en ook door Italië, waardoor een revolutionair thema nog meer tot de verbeelding sprak. Aanvankelijk stelde Forzano voor om Robespierre, aanvoerder van de revolutionaire terreur, tot hoofdpersoon te maken. Mascagni kon echter weinig poëzie in zo’n meedogenloze, door politieke principes gedreven man ontdekken. In een interview gaf hij aan dat hij weliswaar geïnteresseerd was in een revolutionaire setting, maar niet in een opera over beroemde historische figuren. De titel van de uiteindelijke opera, Il piccolo Marat, verwijst weliswaar naar de beroemde revolutionair Marat die in 1793 in bad om het leven

ontstond een steeds luidere roep om afscheid te nemen van het sentimentele en burgerlijke karakter van de negentiende-eeuw-se opera. Enerzijds waren er de futuristen rond Luigi Russolo, die een mechanische esthetiek nastreefden, met gebruik van zogenaamde intonarumori, lawaaimakers. Anderzijds was er de zogenoemde generazione dell’ottanta – onder andere vertegen-woordigd door Alfredo Casella, Gian Francesco Malipiero en Ottorino Respighi – die meer belangstelling hadden voor instrumentale muziek en actief bezig waren met de herontdek-king van oude muziek van bijvoorbeeld Monteverdi en Vivaldi. En naast deze opiniemakers was er ook nog altijd een conventi-oneel operapubliek dat van een componist als Mascagni geen nieuwlichterij verwachtte. Dit creëerde een complex spannings-veld aan verwachtingen, waar Mascagni’s generatie- en studie-genoot Puccini in de periode 1910-1920 op vergelijkbare wijze mee worstelde. Il piccolo Marat was, getuige zijn succes, met afstand Mascagni’s meest succesvolle oplossing van die puzzel. Los van deze esthetische problematiek ontstond Il piccolo Marat in een buitengewoon dynamische en explosieve tijd met grote maatschappelijke en technologische veranderingen, revoluties, oorlogen en de opkomst van totalitaire regimes. Na een periode van betrekkelijke rust en welvaart werd na 1910 langzamer-hand steeds duidelijker dat Europa op weg was naar de Eerste Wereldoorlog. In Italië leidde dat tot verhitte debatten over Italiaanse inmenging. Mascagni was daar een fel tegenstander van, en dat werd hem met name in nationalistische kringen niet in dank afgenomen. In april 1915 sloot Italië zich daadwer-kelijk aan bij de zogenoemde Entente (Frankrijk, Engeland, Rusland) en was er geen houden meer aan. Nu Italië ten strijde trok, werd in sommige kringen ook met spanning uitgekeken naar een nieuwe nationale bard, die in navolging van Giuseppe Verdi ruim een halve eeuw eerder de Italiaanse zaak met liederen en opera’s kon inspireren. Met name Mascagni’s collega Ruggero Leoncavallo – niet bepaald zijn meest dierbare vakgenoot – solliciteerde naar die titel met de patriottische opera Goffredo Mameli (1916). Mascagni was fel gekant tegen pogingen zoals die van Leoncavallo: “mijn collega’s die patriot-tische opera’s schrijven, maken een fout… Zodra de oorlog afgelopen is, zullen we namelijk met zoveel walging aan deze slachtpartij terugdenken, dat niemand die stukken nog wil

Luigi Russolo en zijn ‘intonarumori’

Pietro Mascagni

Page 4: MASCAGNI’S EPISCHE IL PICCOLO MARAT Radio Filharmonisch ... · 9/5/2020  · een opera over beroemde historische figuren. De titel van de uiteindelijke opera, Il piccolo Marat,

6 7aarde. Mascagni-biograaf Allan Mallach concludeert dat de opera “in de verhitte atmosfeer van 1921 uitgroeide tot een verzamelpunt van een schier eindeloos scala aan overtuigingen en ambities. Het stuk was in ideologisch opzicht verwarrend, maar wel op een hartstochtelijke, intense manier.” Zelf schreef Mascagni tijdens het componeren van de opera het volgende aan zijn maîtresse: “Je hebt geen idee wat voor stuk Marat is: het is razernij, een bloedbad, dood: er zit geen muziek in mijn nieuwe opera, nee, ik schrijf hem niet met noten, maar met vuistslagen en beten: telkens als ik een muzikaal idee krijg, scheur ik het aan stukken. Ik schrijf over de ellende van de onderdrukten van deze wereld, over het geweld van moorde-naars. Ik breng de onmenselijke schreeuw van wraak en dood naar het domein van de kunsten.” Roemruchter nog is een citaat dat Giovanni Orsini in zijn monografie Vangelo d’un Mascagnano (1926) opnam, waarin Mascagni het volgende beweert: “Il Piccolo Marat heeft spieren van staal, zijn kracht ligt in zijn stem: hij spreekt niet, hij zingt niet, hij schreeuwt! Schreeuwt! Zoek niet naar melodie of een boodschap: In Marat zit alleen maar bloed.” Het is op het eerste oog misschien verleidelijk om in deze kreten bijvoorbeeld een fascistoïde esthetiek te ontwaren. Tegelijkertijd zijn dit de woorden van een lichtelijk manische kunstenaar die na jarenlang speuren een daadwerkelijk mo-dern operasubject had gevonden, dat naadloos aansloot op de fascinaties van zijn tijd, waardoor hij ook muzikaal nieuwe wegen kon inslaan. De muziek is weliswaar explosief, soms tot op het gewelddadige af, zeker in de zangpartij van de Ork, maar die stijl past bij een dystopische terreurstaat. De kleine Marat staat ook vocaal zijn mannetje in dat geweld, maar zodra hij het Sansculotten-masker kan afzetten, is hij de tederheid zelve. Ook voor de andere goede karakters in het verhaal – Mariella, de Moeder/Prinses, de Timmerman en de Soldaat – schrijft Mascagni zeer lyrische, aansprekende muziek. Juist door de dissonantie, het duistere coloriet, de prominentie van laag koper en melodisch slagwerk, en door de on-Italiaanse rauw-heid van sommige zangpartijen raakt de lyriek de luisteraar des te dieper. Zo wist Mascagni zijn troostrijke ‘muziek van het gevoel’ toch een plek te geven, juist door die binnen een grim-mige politieke context te situeren.

werd gebracht, maar schijn bedriegt. De ‘kleine Marat’ is namelijk een prins die zich uitgeeft als revolutionair om zo zijn moeder te kunnen bevrijden. Bovendien bevrijdt hij Mariella, het ongelukkige nichtje van de Ork (l’Orco), de sadistische aanvoerder van de revolutionairen. Daarmee is Mascagni’s opera duidelijk geïnspireerd door de ‘reddingsopera’, een genre dat we uit de Franse opera rond 1800 kennen, en dat vooral nog bekendheid geniet dankzij Beethovens Fidelio. Door deze fabel kon Mascagni het politieke thema terugbrengen tot een kern die goed bij zijn opvattingen paste, en werd de opera een verhaal over liefde en menselijkheid in brute, onmenselijke tijden.

Toch dringt bij zo’n politiek verhaal de vraag zich op, welke politieke opvattingen Mascagni er zelf op nahield, en in het uiterst gepolariseerde Italië rond 1920 deed dat er des te meer toe. Als kind van de rode stad Livorno sprak hij in 1920 zijn steun uit voor de strijd van havenarbeiders en metaalarbeiders in zijn geboortestad. Hij bezocht fabrieksbezettingen, en de beelden daarvan gingen het hele land over, waarna hij door rechts Italië uitgespuugd werd en tot bolsjewiek bestempeld. In werkelijkheid was Mascagni nauwelijks in de socialistische ideologie geïnteresseerd, maar het beeld van hem als ‘stakings-leider’ bleef hangen. Door de snelle opkomst van het fascisme in de vroege jaren twintig moest hij zich in daaropvolgende jaren daarom regelmatig in bochten wringen om niet als dissident te boek te staan. Door Mascagni’s vermeende linkse sympathieën en het politieke thema van de opera werden de messen voorafgaand aan de première van Il piccolo Marat zowel door socialisten als door fascisten geslepen. Opmerkelijk ge-noeg viel het werk uiteindelijk binnen beide kampen in goede

“Ik schrijf over de ellende van de onderdrukten van deze wereld, over het geweld van moordenaars. Ik breng de onmenselijke schreeuw van wraak en dood naar het domein van de kunsten.”

Page 5: MASCAGNI’S EPISCHE IL PICCOLO MARAT Radio Filharmonisch ... · 9/5/2020  · een opera over beroemde historische figuren. De titel van de uiteindelijke opera, Il piccolo Marat,

98 jongen om in de Marats te worden opge-nomen, wordt met gejuich ontvangen. Nadat hij de eed heeft afgelegd, wordt ‘de kleine Marat’ gelijk gevraagd de gevangenis te bewaken. Mariella stelt dat hij haar een vreselijk lot bespaard heeft, en ook de Ork betuigt zijn dank.

De Ork merkt tegen de Tijger en de Spion op dat deze uitgehongerde menigte zich ooit tegen hen zal keren, en dat er te weinig voedsel is om ieder-een in leven te houden. Hij stelt daarom voor de gevangenissen zo snel mogelijk ‘leeg te maken’, om ze vervolgens weer te kunnen vullen en direct weer leeg te maken. De Tijger meldt dat het van-nacht zal gebeuren, en de Ork gebiedt de Marats ervoor te zorgen dat niemand zal zien wat zich op de rivier zal vol-trekken. Bibberend verschijnt de Tim-merman. Hij legt uit hoe de boot die hij gebouwd heeft door een explosie tot zinken gebracht zal worden, met alle gevangenen aan boord. Wanneer hij zich realiseert dat zijn creatie nu echt gebruikt zal gaan worden, klaagt hij dat hij geen beul is maar een timmerman, en dat hij door gewetenswroeging al nachten uitsluitend over verdrinkende mensen droomt. De Ork noemt hem een slappeling, en verplicht hem als straf de executie te aanschouwen. De Soldaat verschijnt, en confronteert de Ork met de geruchten dat hij er een moorddadig schrikbewind opna houdt. De Ork is wantrouwend, maar nodigt hem uit voor een gesprek. De Tijger vraagt voorzichtig of de nachtelijke executie voorlopig gestaakt moet

Eerste akteEen desolate, door angst en honger geteisterde stad. Vanuit de verte klinkt het gezang van gevangenen; een smeek-bede aan de Heilige Maagd. Over de brug rennen een jongen en een meisje van pakweg zeventien jaar weg van een woedende menigte. Telkens wanneer ze uit zicht zijn, gooit de jongen etenswa-ren uit een broodmand. Op het plein worden de jongen en het meisje en de menigte staande gehouden door de Marats, revolutionaire strijdkrachten die de macht in de stad hebben overge-nomen. De menigte beklaagt zich erover dat smokkelaars luxe eten rondbrengen, terwijl zijzelf dagenlang in de rij moeten staan voor wat voedsel. Ze verwijten de Marats dat ze samen-spannen met de smokkelaars, waarop de Marats iedereen dreigen op te pakken. Dan verschijnt de Ork, leider van de Marats, die in het meisje met de broodmand zijn nichtje Mariella herkent, en haar bruusk ondervraagt. Mariella legt uit dat ze hem zijn eten kwam brengen, en plots belaagd werd. Gelukkig sprong de onbekende jonge-man haar te hulp. De menigte ver-moedt dat de Ork zichzelf laat fêteren terwijl de bevolking verhongert, en wil zien wat er in de broodmand zit. De Ork dreigt met geweld, maar de jonge-ling stelt hem gerust dat hij het wel op zal lossen. Hij toont de inhoud van de broodmand, waaruit hij alle lekker-nijen al weggegooid had, waardoor de Ork inderdaad een zeer sober maal lijkt te hebben gekregen. Daarmee is de situatie gesust, en het verzoek van de

Sprookje in tijden van choleraHet is opvallend dat Forzano’s libretto het sprookje zo’n cen-trale rol toebedeelt. Zowel de Prins/Marat als Mariella refereren op sleutelmomenten in de opera aan sprookjes die ze in hun kindertijd hoorden, en die nu bewaarheid worden. En net als in sprookjes verschijnt ieder karakter in een archetypisch enkel-voud. Alleen Mariella heeft een persoonsnaam. De andere personages worden steevast aangeduid als dé Prins, dé Soldaat, dé Timmerman en dé Ork (vooral dat laatste fantasiewezen verwacht je niet in een historische, politieke opera aan te treffen). Het doet denken aan Strauss’ Die Frau ohne Schatten (1919), een in dezelfde periode geschreven symbolistische sprookjesopera waarin behalve Barak niemand een persoons-naam heeft. En net als in Strauss’ opera wordt het sprookje in Il piccolo Marat verteld met expressionistisch felle, zeker voor Italiaanse opera hypermoderne muziek. Binnen dat moderne kader geven Forzano en Mascagni de opera nadrukkelijk vorm als een sprookje in tijden van cholera, omdat de tijdloze zeg-gingskracht van sprookjes uiteindelijk ieder schrikbewind overleeft. Rest de vraag waarom Il piccolo Marat de tand des tijds dan niet heeft doorstaan. Kort na de Tweede Wereldoorlog verdween de opera immers goeddeels van de programma’s. Mascagni’s voorspelling over Leoncavallo’s patriottische opera lijkt zich uit-eindelijk tegen zijn eigen werk gekeerd te hebben; na 1945 riep het op de planken brengen van een opera over futuristische massavernietigingswapens en een bulderende tiran te veel onplezierige herinneringen en ongemakkelijke vragen op. Inmiddels kunnen we het werk gelukkig weer met iets meer distantie bezien. Hopelijk maakt die distantie het mogelijk meer oog te hebben voor de wijze waarop Mascagni verschil-lende avant-garde-tendensen – zowel internationale als Itali-aanse – in zijn eigen compositorische stijl integreerde, met een indringende en originele opera als resultaat.

Kasper van Kooten

SY

NO

PS

IS

Hipólito Lazáro als Il piccolo Marat (première, 1921)

Page 6: MASCAGNI’S EPISCHE IL PICCOLO MARAT Radio Filharmonisch ... · 9/5/2020  · een opera over beroemde historische figuren. De titel van de uiteindelijke opera, Il piccolo Marat,

10 11Ork een vrijbrief te schrijven voor de Prinses. De Ork stelt dat zijn armen daarvoor moeten worden losgemaakt en probeert Mariella tevergeefs wijs te maken dat hij altijd van haar gehouden heeft en haar nooit meer zal mishande-len. De Prins houdt de touwen zodanig vast dat de Ork zichzelf bij elke onver-wachte beweging zal verstikken. Vanaf de straat klinken stemmen die vertellen dat ene Napoleon Bonaparte een slag heeft gewonnen. De Ork wil om hulp roepen, maar de Prins legt een kussen op zijn hoofd, en Mariella vertelt de menigte dat haar oom nog in de her-berg is. Als ze verdwenen zijn, klinkt uit de verte het koekoeksgeluid van de Timmerman. De Prins springt op, en zodra hij weg is, lukt het de Ork een pistool te grijpen waarmee hij hem treft. De aangeslagen Prins smeekt Mariella zich uit de voeten te maken en zijn moeder te redden. De Ork heeft zichzelf bijna losgemaakt en schreeuwt de Prins toe dat zijn wraak zoet zal zijn. Op dat moment verschijnt de Timmer-man, die een zware tafel over de Ork gooit en hem met een kandelaar treft. De Ork valt om en sterft. De Prins en de Timmerman spoeden zich naar de haven, waar Mariella en de Prinses op hen wachten. Terwijl de zon over de rivier opkomt, zien we het schip lang-zaam uit beeld verdwijnen.

Kasper van Kooten

Nadat iedereen vertrokken is, vraagt Mariella de kleine Marat waarom hij – die eerst zo liefdevol jegens haar was en haar hoop gaf – nu een hulpje van de Ork geworden is. Hij legt uit dat hij weliswaar meewerkt, maar dat hij zijn invloed juist aanwendt om levens te redden. Hij heeft al lang gevoelens voor haar, en zijn wreedheid is slechts een masker, noodzakelijk om zijn gevangen moeder te kunnen reden. Hij haalt de papieren tevoorschijn die hij bewust heeft zoekgemaakt, en vertelt Mariella dat hij in werkelijkheid de Prins van Fleury is. Mariella gooit de papieren in het haardvuur. De Prins stelt voor, samen met zijn moeder te vluchten en ver weg van hier te trouwen. Als het hem niet zal lukken te ontkomen, moet Mariella voor zijn moeder zorgen. Mariella antwoordt dat ze het liefst samen zou willen sterven, mocht hij onverhoopt betrapt worden. De Ork is inmiddels dronken thuisgekomen. Ze spreken af te wachten tot hij slaapt, alvorens hun slag te slaan.

Derde akteDe Ork slaapt. Van buiten klinkt het gezang van de gevreesde Amerikaanse huzaren, in dienst van de Ork. In zijn slaap wordt de Ork geplaagd door beelden van zijn slachtoffers, die uit de rivier oprijzen en over het water op hem af komen. Wanneer hij wakker wordt, blijkt hij vastgebonden te zijn. De Prins bijt hem toe dat hij zijn mond moet houden, en Mariella stelt dat ze wraak komt nemen voor haar door hem vermoorde moeder. De Prins beveelt de

eerste instantie bot op de smeekbede van de Timmerman. Wanneer Mariella in huilen uitbarst, kust hij haar en belooft hij de Timmerman dat hij zijn pardon zal krijgen, op voorwaarde dat hij een boot voor hem regelt. De Tim-merman stemt in en belooft die nacht een koekoeksgeluid te zullen maken wanneer hij gereed is. De kleine Marat stuurt hem weg, en wanneer Mariella en hij alleen zijn, vraagt ze hem hoe hij zo hard kan zijn. Heeft hij soms geen moeder gehad?

Hun conversatie wordt onderbroken door de komst van de Marats. De Ork vertelt de kleine Marat dat er een plot tegen hem beraamd wordt, en laatstge-noemde geeft hem de namen van de samenzweerders. De gevangenen worden binnengevoerd en hun bezittin-gen worden door de Marats afgepakt. Ook de Prinses verschijnt, maar haar identiteitspapieren ontbreken. De Ork wil haar ondervragen, maar de kleine Marat stelt voor haar terug te voeren naar haar cel, opdat de bewakers haar kunnen identificeren. Dan komt de Soldaat binnen, die een tirade afsteekt over het tirannieke en huichelachtige beleid van de Ork. Laatstgenoemde wuift zijn pleidooi voor vrijheid, liefde en genade weg, en waarschuwt hem dat hij zelf in opdracht van Robespierre werkt. De Soldaat noemt Robespierre een tiran, waarop de Marats hem afvoeren om hem te executeren. De Ork dreigt Mariella dat ze een probleem heeft wanneer ze de papieren van de Prinses niet terugvindt.

worden, maar de Ork beveelt hem aan het plan vast te houden.

In de gevangenis vraagt de kleine Marat aan de Gevangene of de Prinses van Fleury daar toevallig ook opgesloten zit. De Gevangene wijst hem de weg, en De kleine Marat sluit zijn moeder in de armen, al herkent ze hem pas in tweede instantie. Hij vertelt over het sprookje dat zij hem als kind vertelde over een prins die zijn door een ork gevangenge-nomen moeder kwam bevrijden, en dat dat sprookje nu werkelijkheid is gewor-den. Buiten de gevangenis klinken de stemmen van de Marats, die de boot de rivier op sturen. Vanaf de boot klinkt het gezang van de gevangenen. De Prinses vraagt waar ze heen gaan, maar de kleine Marat weigert antwoordt te geven. Hij belooft haar te zullen redden.

Tweede akteIn het paleis van de Ork leest Mariella een sprookje over een moeder die naar de aarde afdaalt om haar achtergelaten dochtertje mee te nemen naar de hemel. De Timmerman verschijnt en vraagt Mariella of ze de Ork om zijn genade kan smeken. Ze antwoordt dat haar oom haar steevast slaat en niks om haar geeft. Maar misschien kan de kleine Marat iets bewerkstelligen? Mariella en de Timmerman praten over vroeger, toen de stad nog vrij en in bloei was. Hij vertelt dat hij de Soldaat heeft ingelicht over alle misstanden, en smeekt haar, hem niet te verraden. Ze zweert dat ze dat niet zal doen. De kleine Marat verschijnt en reageert in

Page 7: MASCAGNI’S EPISCHE IL PICCOLO MARAT Radio Filharmonisch ... · 9/5/2020  · een opera over beroemde historische figuren. De titel van de uiteindelijke opera, Il piccolo Marat,

12 13Anita Hartig | MariellaDe Roemeense sopraan Anita Hartig studeerde aan het Conservatorium van Cluj-Napoca en debuteerde als Mimì (La bohème) in de Roemeense Nationale Opera. Ze trad toe tot het ensemble van de Wiener Staatsoper, waar ze o.a. te zien was als Pamina (Die Zauberflöte), Despina (Così fan tutte), Zerlina (Don Giovanni), Marzelline (Fidelio) en Susanna (Le nozze di Figaro). Ze debuteerde als Mimì in het Royal Opera House Covent Garden, de New Yorkse Met en de Opéra national de Paris en als Violetta (La traviata) in het Gran Teatre del Liceu. Ze zong Micaëla (Carmen) in de Wiener Staats-oper en San Francisco Opera, en Susan-na in Covent Garden, de Bayerische Staatsoper en de Met, waar ze ook aantrad als Amelia Grimaldi (Simon Boccanegra), Antonia/Stella (Les contes d’Hoffmann), Contessa d’Almaviva (Le nozze di Figaro) en Liù (Turandot). Ze vertolkte de rol van Marguerite (Faust) in Opernhaus Zürich, de Wiener Staats-oper en de Staatsoper Hamburg, en was in het AVROTROS Vrijdagconcert te horen in Bruckners ‘Grote’ Mis in f (met Edo de Waart).

Stefano La Colla | Il piccolo MaratDe in Turijn geboren tenor studeerde

aan het Conservato-rium van Livorno. Hij brak internatio-naal door als Calaf in Puccini’s Turandot in de Milanese Scala onder dirigent Riccardo Chailly, en zou er terugkeren als Turiddu in Cavalleria rusticana.

Hij zong Cavaradossi (Tosca) in de Norske Opera, Teatro dell’Opera di Roma, de Bayerische Staatsoper en de Oper Frankfurt, was als Calaf te zien in de Lyric Opera of Chicago, Deutsche Oper Berlin, Palm Beach Opera en tijdens de Opernfestspiele van de Bayerische Staats oper, en als Enzo Grimaldo (La Gioconda) in de Brusselse Munt en het Gran Teatre del Liceu. In de Staatsoper unter den Linden trad hij aan als Manrico (Il trovatore), in de Oper Köln als Don Alvaro (La forza del destino), in de Wiener Staatsoper, Staatsoper Hamburg en Teatro La Fenice als Pinker-ton (Madama Butterfly), en tijdens de Opernfestspiele van de Bayerische Staatsoper in de titelrol van Andrea Chénier. Bij De Nationale Opera was hij te zien als Des Grieux in Manon Lescaut.

Helsinki. Van 2003 tot 2007 was hij Erster Kapell meister bij het Aalto-Thea-ter in Essen, van 2006 tot 2009 chef-dirigent van de Opera van Göteborg, van 2010 tot 2014 Music Director van het jeugdorkest van de Sinfónica de Galicia, La Coruña. Eerder in de Matinee: Puccini Madama Butterfly (2016)

Klaas-Jan de GrootKlaas-Jan de Groot, ooit jongenssopraan in het Kampen Boys Choir, studeerde aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag en het Royal Welsh College of Music & Drama in Cardiff. Hij begon zijn loopbaan in seizoen 2015-2016 in het talentenpro-gramma van De Nationale Opera waar hij onder andere assistent-dirigent was bij Il matrimonio segreto. Kort daarna werd hij assistent-dirigent (Jephta van Händel, Parsifal) en koordirigent (Die Entführung aus dem Serail) bij het koor van De Nationale Opera. Hij werkte bij Opera Zuid als repetitor (La bohème) en assi-stent-dirigent (Il barbiere di Siviglia, Un ballo in maschera en A Quiet Place ). In de zomer van 2019 keerde hij terug bij de Bayreuther Festspiele, waar hij in 2018 begon als assistent-koordirigent. In 2019 dirigeerde hij een aantal voorstellingen van Offenbachs Fantasio bij Opera Zuid. Eerder in de Matinee: Verdi Nabucco (2019), Rossini Semiramide (2020)

Pietro RizzoDe Italiaanse dirigent Pietro Rizzo trad op in de internationaal vermaarde operahuizen, waaronder de Metropoli-tan Opera (Cavalleria rusticana en Pagli-acci), Dallas Opera (La bohème, Rigoletto), de Deutsche Oper Berlin (Nabucco, Roberto Devereux, La favorite), Maggio Musicale Fiorentino (Cavalleria rusti-cana), het Teatro dell’Opera di Roma (La bohème, La traviata, Andrea Chénier), de Koninklijke Opera van Zweden (La

bohème, Tosca), het New National Theatre Tokyo (Il trovatore, Rigoletto, Don Carlo), de Bayerische Staats-oper in München (Anna Bolena, La traviata), ABAO in Bilbao (La forza del destino, Norma), de

Semperoper Dresden (Lucia di Lammer-moor, La bohème, Otello, Nabucco), de Staatsoper Hamburg (Lucrezia Borgia), Boedapest (Madama Butterfly), de Natio-nale Opera van Finland (Rigoletto) en Theater St. Gallen (Il pirata en L’elisir d’amore). Rizzo, geboren in 1973, stu-deerde in 1992 aan de Romeinse Acca-demia di Santa Caecelia af als violist, en vervolgde zijn studie aan de Accademia Chigiana in Siena en aan de Southern Methodist University in Dallas. In de jaren 1997-2000 studeerde hij orkest-directie bij Leif Segerstam en Jorma Panula aan de Sibelius-Academie in Helsinki. Sinds 2003 is hij gastdirigent bij de Nationale Opera van Finland in

UIT

VO

ER

EN

DE

NFA

NN

Y B

ER

MA

SS

IMO

SE

ST

INI

Page 8: MASCAGNI’S EPISCHE IL PICCOLO MARAT Radio Filharmonisch ... · 9/5/2020  · een opera over beroemde historische figuren. De titel van de uiteindelijke opera, Il piccolo Marat,

14 15Andrea Borghini Il soldato / Il capitanoBariton Andrea Borghini werd geboren in Siena en studeerde aan het conservato-rium aldaar. Hij maakte zijn profes-sionele debuut als Figaro in Rossini’s Il barbiere di Siviglia en met de bariton-partij in Carmina Burana tijdens de festivals van San Galgano en San Gimig-nano. Hij was enkele jaren verbonden aan de Bayerische Staatsoper – aanvan-kelijk in de Opernstudio en later in het ensemble – waar hij rollen vertolkte als Schaunard (La bohème), Marullo (Rigo-letto), Hermann (Les contes d’Hoffmann), Ascanio Petrucci (Lucrezia Borgia) en Lorenzo (I Capuleti e i Montecchi). Hij debuteerde in die laatste rol in de Opéra national de Paris, maakte zijn debuut in het Stadttheater Klagenfurt als Silvio (Pagliacci) en tijdens het Ravenna Festival in de titelrol van Rigoletto. Tijdens de Tiroler Festspiele was hij te zien in de titelrol van Ros-sini’s Guillaume Tell, en hij stond als Amonasro (Aida) in Teatro Verdi di Trieste. Borghini werkte met dirigenten als Kent Nagano, Asher Fisch, Yves Abel en Zubin Mehta.

Ernesto Petti | Il carpentiereDe Italiaanse bariton Ernesto Petti

studeerde onder meer aan het Centre de Perfeccionament Plácido Domingo in Valencia en debu-teerde in Glucks Orfeo ed Euridice tijdens het Festival della Valle d’Itria, gevolgd door de rol van Le Dancaïre

(Bizets Carmen) in het Teatro di San Carlo in Napels. Hij debuteerde als Giorgio Germont in La traviata in het Teatro Lirico di Cagliari, en was in Piacenza te zien als David il rabbino in Mascagni’s L’amico Fritz. In het Teatro Comunale Luciano Pavarotti in Modena zong hij de rol van Orlando in de wereldpremière van Marco Betta’s Notte per me luminosa, en hij was als Renato (Un ballo in maschera) te horen in het Teatro Comunale in Sassari, het Natio-nal Centre for the Performing Arts in Peking en Teatro Alighieri in Ravenna. Hij debuteerde als Alfio (Cavalleria rusticana) in Teatro Massimo in Palermo en maakte zijn roldebuut als Don Carlo in Verdi’s Ernani in de Vlaamse Opera.Eerder in de Matinee: Verdi Simon Bocca­negra (Paolo Albini, 2017)

Maria Riccarda Wesseling Principessa di FleuryMezzo Maria Riccar-da Wesseling studeerde aan de conservatoria van Bern en Amsterdam en brak internatio-naal door toen ze in de Opéra national de Paris inviel als Iphigénie voor de première van Iphigénie en Tauride, een rol die ze later ook in Teatro Real Madrid zong. Ze vertolkte de titelrol in Henzes Phaedra in de Berliner Staats oper, de Brusselse Munt en het Londense Barbican Centre, en keerde terug naar de Parijse opera in Glucks Orfeo ed Euridice in de beroemde Pina Bausch-productie, waarmee ze tevens te zien was in Teatro Real Ma-drid. In de Opéra de Lyon trad ze o.a. aan als Hedwig (Offenbachs Die Rhein-nixen), Bianca (Zemlinsky’s Eine florenti-nische Tragödie) en Metella in Offenbachs La vie Parisienne. Ze zong Orlofsky (Die Fledermaus) bij De Nationale Opera, Marguerite (La damnation de Faust) in de Staatsoper Stuttgart, stond tijdens de Ruhrtriennale in Viviers Wo bist du Licht! en als Fricka in de Johan Simons-pro-ductie van Das Rheingold. Bij de Dutch National Opera Academy regisseerde ze Brittens The rape of Lucretia. Voor de Matinee van 30 januari 2021 staat zij geboekt voor de rol van Rychtárka in Jenufa.

John Relyea | L’orcoDe Canadese bas John Relyea heeft een

breed repertoire opgebouwd met rollen als Raimon-do (Lucia di Lammer-moor, ROH Covent Garden), de titelrol-len in Attila, Blauw-baards Burcht (Opéra national de Paris) en Don Quixote, Don Alfonso d’Este

(Lucrezia Borgia) en Colline (La bohème, Covent Garden), waar hij ook te zien was als Banquo (Macbeth). Hij zong Méphistophélès in zowel Faust als La damnation de Faust (o.a. Semperoper Dresden), Hermann Landgraf von Thüringen (Tannhäuser, Lyric Opera of Chicago), Nick Shadow (The Rake’s Progress, o.a. in Covent Garden), Don Basilio (Il barbiere di Siviglia, o.a. in Gran Teatre del Liceu), Wurm (Luisa Miller, Teatro Real Madrid en de Salzburger Festspiele), Zaccaria (Nabucco, Deutsche Oper Berlin en Covent Garden), Collati-nus (The Rape of Lucretia) en Koning René in Tsjaikovski’s Iolanta (Salzburger Festspiele). Relyea trad op met orkesten als het Chicago Symphony Orchestra, de New York Philharmonic en de Berliner Philharmoniker en werkte met dirigen-ten als Pierre Boulez, Ivor Bolton, Sir Colin Davis en Bernard Haitink. Eerder in de Matinee: Verdi Requiem (2018), Verdi Nabucco (Zaccaria, 2019)

SH

IRLE

Y S

UA

RE

Z

TON

IO S

AG

GE

SE

Page 9: MASCAGNI’S EPISCHE IL PICCOLO MARAT Radio Filharmonisch ... · 9/5/2020  · een opera over beroemde historische figuren. De titel van de uiteindelijke opera, Il piccolo Marat,

16 17dagMatinee en AVROTROS Vrijdagcon-cert wordt geschreven. Vernieuwende concertformats als Pieces of Tomorrow en Out of the Blue bereiken een opval-lend jong publiek. Vrijwel alle concer-ten worden rechtstreeks uitgezonden op NPO Radio 4. Dat betekent vanzelf dat het Radio Filharmonisch Orkest optreedt voor een live-publiek dat vele tientallen malen groter is dan een concertzaal ooit zou kunnen herber-gen.Het orkest wordt sinds 1 september 2019 geleid door de Amerikaanse chef-dirigent Karina Canellakis. Zij is daarmee de eerste vrouwelijke chef-dirigent van een Nederlands symfonie-orkest. Canellakis heeft illustere voor-gangers als Bernard Haitink (beschermheer), Jean Fournet, Hans Vonk, Edo de Waart (eredirigent), Jaap van Zweden (honorary chief conductor) en Markus Stenz. In juni 2019 dirigeer-de Stenz zijn laatste concerten als chef.Het Radio Filharmonisch Orkest werkte samen met gastdirigenten als Pablo Heras-Casado, Vladimir Jurowski, Vasily Petrenko, Christoph Eschenbach, John Adams, Peter Eötvös, Charles Dutoit, Gennady Rozhdestvensky, Michael Tilson Thomas, Mariss Jansons, Valery Gergiev, Antal Doráti, Kirill Kondrashin en Leopold Stokowski. De Amerikaan James Gaffigan, vaste gastdirigent sinds 2011, tekende bij tot en met seizoen 2022-2023. In 2014 kreeg het Radio Filharmonisch Orkest een Edison Klassiek Oeuvreprijs toegekend voor zijn verdiensten voor het Nederlandse muziekleven, in 2017

Einäugige (Die Frau ohne Schatten), Ping (Turandot), Harašta (Het sluwe vosje) en

Johann in Masse-nets Werther. Onder chef-dirigent Kirill Petrenko vertolkte hij de rol van Hjalmar Johansen in de wereldpremiè-re van Miroslav Srnka’s South Pole, en hij zong Haudy in Zimmermanns

Die Soldaten en meerdere rollen in de wereldpremière van Jörg Widmanns Babylon onder dirigent Kent Nagano. Hij was als Il principe Yamadori (Madama Butterfly) te zien in de Opéra de Lille en bij De Nationale Opera. Kuypers werkte met dirigenten als Fabio Luisi, Zubin Mehta, Ádám Fischer en Asher Fisch en met regisseurs als Robert Wilson en Carlus Padrissa/La Fura dels Baus. Eerder in de Matinee: Prokofjev Semjon Kotko (Von Wierhof, 2016), Delius A village Romeo and Juliet (Manz, 2018)

zangersbiografieën: Marijne Thomas

Radio Filharmonisch OrkestHet Radio Filharmonisch Orkest, opgericht in 1945, is een onmisbare schakel in het Nederlandse muziek-leven. Behalve het grote symfonische repertoire speelt het orkest, meer dan welk ander Nederlands symfonieorkest, muziek van dit moment. Het betreft vaak premières van werk dat in op-dracht van de omroepseries NTR Zater-

Alessio Cacciamani | La tigreDe Italiaanse bas Alessio Cacciamani studeerde fagot aan de conservatoria van Frosinone en Rome en vervolgens zang aan het be-roemde Mozarteum in Salzburg. Hij debuteerde tijdens de Salzburger Festspiele als Commendatore in Mozarts Don Giovanni. Hij maakte deel uit van de Opernstudio en het ensem-ble van Theater Basel en debuteerde in het Teatro dell’Opera di Roma in Giuseppe Verdi’s Un ballo in maschera en Nabucco. Hij keerde er terug in de rol van Capellio in Bellini’s I Capuleti e i Montecchi en als Jean Procida in Verdi’s Les vêpres siciliennes. Hij zong Don Alfon-so (Mozarts Così fan tutte) in Teatro Verdi Trieste, maakte zijn debuut in het Gran Teatre del Liceu in Barcelona als Don Prudenzio in Rossini’s Il viaggio a Reims en was in de Koninklijke Opera in Stockholm te zien als Ramfis in Aida en als Escamillo in Carmen.

Tim Kuypers | Il ladroDe Nederlandse bariton Tim Kuypers studeerde aan het Conservatorium van Amsterdam en maakte deel uit van de Studio van de Bayerische Staatsoper in München. Hij zong er rollen als Her-mann (Les contes d’Hoffmann), Marullo (Rigoletto), Jager (Rusalka), Fiorello (Il barbiere di Siviglia), Gregor Mittenhofer (Henzes Elegie für junge Liebende), Der

Jasper Leever | La spiaDe Nederlandse bas Jasper Leever

studeerde aan het Koninklijk Conser-vatorium in Den Haag en behaalde zijn master aan de Dutch National Opera Academy, waar hij te zien was in rollen als Il commendatore in Don Giovanni,

Pandolfe in Massenets Cendrillon, Tarqui-nius in Brittens The Rape of Lucretia en Don Alfonso in Mozarts Così fan tutte. Hij stond in de serie Grote Zangers in Muziekgebouw aan ’t IJ, trad aan tijdens het Verbier Festival en het International Bach Festival Gran Canaria, en zong in de ‘pocketversie’ van La bohème bij de Nederlandse Reisopera. Als lid van de Opernstudio van het Staatstheater Stuttgart was hij te zien als Il conte di Ceprano in Rigoletto, Fiorello in Rossini’s Il barbiere di Siviglia, Naroemov in Tsjaikovski’s Schoppenvrouw, Buff in Mozarts Der Schauspieldirektor, Colline (La bohème) en Dottore Grenvil (La traviata). Sinds kort maakt hij deel uit van het ensemble van de Staatsoper Stuttgart.Eerder in de Matinee: Verdi Nabucco (Il gran sacerdote, 2019)

GA

BR

IELE

GR

AN

ATA

Page 10: MASCAGNI’S EPISCHE IL PICCOLO MARAT Radio Filharmonisch ... · 9/5/2020  · een opera over beroemde historische figuren. De titel van de uiteindelijke opera, Il piccolo Marat,

1918

SOPRAANElma van den DoolLoes Groot AntinkTitia van HeystCharlotte JanssenAnitra JellemaJudith PetraVarvara TishinaLiesbeth VanderhallenDorien Verheijden

ALTNicoline BovensSuzanne MeessenChantal NysinghLisinka de VriesHarda van WageningenEls WoldbergPierrette de Zwaan

TENORAlan BelkSebastian BrouwerDolf DrabbelsBoguslaw FiksinskiPeter-Paul HoutmortelsMatevž KajdižLeon van LiereAlbert van OmmenBenedict QuirkeMatthew Smith

BASGert-Jan AldersPeter DuysterJoep van GeffenPalle Fuhr JørgensenItamar LapidLudovic ProvostMenno van SlootenLars TerrayHans de VriesNanco de VriesJan van Zelm

RA

DIO

FIL

HA

RM

ON

ISC

H O

RK

ES

Tvan het Groot Omroepkoor het Groot Meezingconcert, waarbij samen met het Radio Filharmonisch Orkest en 1200 amateurzangers het grote koorreper-toire gezongen wordt.Op de palmares staan vele opera’s en koorwerken uit de negentiende, twin-tigste en eenentwintigste eeuw. Uiter-aard wordt daarbij samengewerkt met de beste orkesten. In de omroepseries is dat doorgaans het Radio Filharmonisch Orkest. Ook met Het Koninklijk Con-certgebouworkest bestaat een lange en zeer gewaardeerde samenwerking. De eerste officiële chef-dirigent van het Groot Omroepkoor was Kenneth Mont-gomery. Na hem waren respectievelijk Robin Gritton, Martin Wright, Simon Halsey, Celso Antunes en Gijs Leenaars chef-dirigent. Op 1 maart 2015 trad Klaas Stok aan als koorleider. De Engels-man Benjamin Goodson leidt het Groot Omroepkoor met ingang van september 2020 als chef-dirigent. Michael Gläser is vaste gastdirigent sinds september 2010, Peter Dijkstra is sinds september 2018 eerste gastdirigent.In september 2017 ontving het Groot Omroepkoor – samen met het Radio Filharmonisch Orkest – de Concertge-bouw Prijs vanwege de belangrijke bijdrage van het koor aan het artistieke profiel van de Amsterdamse concert-zaal. www.grootomroepkoor.nl Vriend worden van het Omroepkoor?Kijk op www.vriendengrootomroepkoor.nl

de Concertgebouw Prijs (samen met het Groot Omroepkoor). www.radiofilharmonischorkest.nl Wordt u ook vriend van het Radio Fil-harmonisch Orkest? Zie www.radiofilharmonischorkest.nl/

vrienden-van-het-rfo

Groot OmroepkoorMet ruim zestig vocalisten is het Groot Omroepkoor het enige professioneel opererende koor van deze omvang in Nederland. Al sinds zijn oprichting in 1945 is het koor een niet weg te denken factor in het grote koor-symfonische repertoire in ons land. Het zingt niet alleen de koorpartijen in de opera’s, oratoria en cantates in de concertseries van de Nederlandse Publieke Omroep, het AVROTROS Vrijdagconcert, de NTR ZaterdagMatinee en Het Zondagoch-tend Concert. Het brengt ook a cappel-la-concerten in het Amsterdamse Concertgebouw en in TivoliVredenburg en de Jacobikerk in Utrecht. In de omroepseries zingt het Groot Omroep-koor dikwijls hedendaags werk. Niet zelden betreft het opdrachtwerken van Nederlandse componisten zoals Wage-mans, Wagenaar, Visman, Manneke, Momotenko-Levitsky, Kortekaas, Rou-kens, Vleggaar en Zuidam en premières van werk van hedendaagse buitenland-se componisten, onder wie Rehnqvist, MacMillan, Whitacre, Adams, Dean, Kancheli, Goebaidoelina en Glanert, maar ook al ‘klassieke’ twintigste-eeuw-se componisten als Stravinsky, Boulez, Stockhausen, Kagel, Henze, Ligeti en Messiaen. Jaarlijks organiseren de leden G

RO

OT

OM

RO

EP

KO

OR

EERSTE VIOOLNadia WijzenbeekAlexander BaevFred GaasterlandRoswitha DevrientAlberto Facanha JohnsonMasha IakovlevaKerstin KendlerPamela KubikLeonie MensinkPedja MilosavljevicTheo PloegerRuud Wagemakers

TWEEDE VIOOLCasper BleumersEsther de BruijnMichiel EekhofWouter GroeszYvonne HamelinkAnnemarie van HelderenEsther KövyRenate van RielAlexander van den TolFrits Wagenvoorde

ALTVIOOLFrank BrakkeeHuub BeckersIgor BobylevSabine DuchMarije HelderAnnemijn den HerderRobert MeulendijkEwa Wagner

CELLOMichael StirlingEveline KraayenhofCrit CoenegrachtAnneke JanssenAnsfried PlatArjen Uittenbogaard

CONTRABASRien WisseAnnika PigorschEdward MebiusStephan WienjusEduard Zlatkin

FLUITBarbara DeleuEllen AlbertsMaike Grobbenhaar

HOBOAisling CaseyYvonne WoltersGerard van Andel

KLARINETArjan WoudenbergEsther MisbeekDiede BrantjesSergio HamerslagJesse Faber

FAGOTHajime KonoeFreek Sluijs

HOORNPetra Botma-ZijlstraToine MartensFréderick FranssenRebecca Grannetia

TROMPETHessel BumaRaymond RookHans Verheij

TROMBONEHerman NassVictor Belmonte AlbertRommert Groenhof

TUBABernard Beniers

PAUKENPaul Jussen

SLAGWERKHans ZonderopMark HaeldermansEsther DoorninkPaula BrouwerRené OussorenArjan Roos

HARPEllen Versney

CELESTAStephan Kiefer

Page 11: MASCAGNI’S EPISCHE IL PICCOLO MARAT Radio Filharmonisch ... · 9/5/2020  · een opera over beroemde historische figuren. De titel van de uiteindelijke opera, Il piccolo Marat,

20

VO

LGE

ND

E C

ON

CE

RTE

N zaterdag 19 september, 13.00 en 15.15 uurConcertgebouw Amsterdamserie rfo & friends i-1

KARINA CANELLAKIS EN

PIERRE-LAURENT AIMARD

Radio Filharmonisch OrkestSilbersee

Karina Canellakis dirigent

Pierre-Laurent Aimard piano

Kyriakides One Hundred Years wereldpremière - gecomponeerd voor de ntr zaterdagmatinee in opdracht van gaudeamus, dat in 2020 zijn 75ste jubileum viert, met financiële onder-steuning van het fonds podiumkunstenBartók Derde pianoconcertStravinsky Agon

Karina Canellakis en Pierre-Laurent Aimard brengen Bartóks Derde pianocon-cert, naast een nieuw werk van Yannis Kyriakides en Stravinsky’s intrigerende ballet Agon.

Stravinsky’s stijlexperiment AgonMet De vuurvogel, Petroesjka en de Sacre du printemps bewees Igor Stravinsky zich al vroeg in zijn carrière als balletcom-ponist. Maar hij bleef zoeken naar nieuwe mogelijkheden binnen het genre. De verschillen tussen Les noces, Pulcinella, Le baiser de la fée en Orpheus lijken al levensgroot. Agon maakte de naar Amerika uitgeweken Rus in de jaren vijftig in samenwerking met de choreograaf George Balanchine. Het was een zeer gewaagd stijlexperiment: tonaliteit, chromatiek en elementen uit Weberns twaalftoontechniek, modern ballet, canons en zelfs renaissancisti-sche ‘bransles’ komen er samen. En de muziek blijft alle vijftien minuscule deeltjes lang dansen.

Pierre-Laurent Aimard speelt BartókAls je meebladert in de noten van het redelijk romantisch-klassieke Derde pianoconcert van Béla Bartók, raak je de weg bijna kwijt in het uiterst trage deel, Andante religioso, waarin iedere noot essentieel is. In een ongetwijfeld span-nend nieuw werk mengt de Cypriotisch-Nederlandse Yannis Kyriakides – hij ontvangt op 12 december de prestigi-euze Johan Wagenaar Prijs van de Gemeente Den Haag – de stemmen van Silbersee met die van Karina Canellakis’ Radio Filharmonisch Orkest en elektro-nica.

MA

TH

IAS

BO

TH

OR