Marineblad kvmo augustusMarineblad_kvmo_augustus 14-08-2011 13:22 Pagina 5. 6 PIRATERIJBESTRIJDING...

32
marineblad nummer 5, augustus 2011, jaargang 121 Uitgave van de Koninklijke Vereniging van Marineofficieren • Piraterij, oorzaken en gevolgen • Goalkeeper met pensioen? • De ondergang van Hr.Ms. K-16

Transcript of Marineblad kvmo augustusMarineblad_kvmo_augustus 14-08-2011 13:22 Pagina 5. 6 PIRATERIJBESTRIJDING...

Page 1: Marineblad kvmo augustusMarineblad_kvmo_augustus 14-08-2011 13:22 Pagina 5. 6 PIRATERIJBESTRIJDING often former military, personnel and have a comprehen-sive legal department to provide

marinebladnummer 5, augustus 2011, jaargang 121 Uitgave van de Koninklijke Vereniging van Marineofficieren

• Piraterij, oorzaken en gevolgen• Goalkeeper met pensioen?• De ondergang van Hr.Ms. K-16

Marineblad_kvmo_augustus 14-08-2011 13:21 Pagina 1

Page 2: Marineblad kvmo augustusMarineblad_kvmo_augustus 14-08-2011 13:22 Pagina 5. 6 PIRATERIJBESTRIJDING often former military, personnel and have a comprehen-sive legal department to provide

XXXXXINHOUD nummer 5, augustus 2011, jaargang 121

5

18

25

12

23

Somali piracy: a reviewof the situation

Familie Arends

Goalkeeper: AOW-leeftijd bereikt?

De ondergang vanHr.Ms. K-16

Terugblikken met R. de Weerd

3 COLUMNVoorzitter KVMO

5 PIRATERIJBESTRIJDINGSomali piracy: a review of the situation

10 CARTOON

11 COLUMNColijn

12 TECHNIEKGoalkeeper: AOW-leeftijd bereikt?

18 MARINEFAMILIEFamilie Arends

21 BOEKEN

23 TERUGBLIKKEN METR. de Weerd

25 HISTORIEDe ondergang van Hr.Ms. K-16

30 KVMO ZAKEN64-jarigendag

Het Marineblad is een uitgave van de Koninklijke Vereniging van Marineofficieren en verschijnt 8 keer per jaar

2

Marineblad_kvmo_augustus 14-08-2011 13:21 Pagina 2

Page 3: Marineblad kvmo augustusMarineblad_kvmo_augustus 14-08-2011 13:22 Pagina 5. 6 PIRATERIJBESTRIJDING often former military, personnel and have a comprehen-sive legal department to provide

marineblad | augustus 2011

KLTZA R.C. Hunnego, voorzitter KVMO

De zomervakantie zit er voor de meesten al weer op.Iedereen is weer aan het werk en heeft de Startbriefreorganisaties inmiddels wel gelezen. De Tweede Kamerheeft op 6 juni de minister van Defensie de laatsteaanvullingen op zijn Beleidsbrief gegeven en het is nu aande defensieleiding om de politieke opdrachten te vertalen ineen nieuwe defensieorganisatie.

Veel is nog onduidelijk. Wel is helder dat de gehoopte duidelijkheidvoor de individuele militair en burgermedewerker niet eerder is te verwachten dan in 2012.Ook is uit de begeleidende numerus fixus-brief duidelijk dat er zware klappen gaan vallen inde hogere rangen, de hoofd- en vlagofficieren. Dat viel ook te verwachten met de politiekeopdracht om 30% van de staven weg te bezuinigen.

De numerus fixus schept het (financiële) kader op het gebied van personeel. Hiermee wordteen hypotheek gelegd op de functies, terwijl de koninklijke weg bij een reorganisatie is takente vertalen naar diverse functies, deze functies te waarderen en vervolgens de rangen/schalenvast te stellen. Nu staan de beschikbare (lagere) rangen/schalen ten opzichte van de oudeorganisatie blijkbaar vast en wordt de nieuwe organisatie daar naartoe geschreven.

Het is nu aan de marineleiding om de komende weken de reorganisatie-opdrachten te bestu-deren en de samenhang te ontdekken. De marineleiding moet nu beoordelen of er inderdaadinvulling wordt gegeven aan het uitgangspunt ‘je gaat erover of niet’; met andere woorden ofde CZSK-leiding straks daadwerkelijk de prioriteiten kan stellen in – bijvoorbeeld – het onder-houds- en herbevoorradingsproces om de diverse gereedstellingsopdrachten voor varende enmarinierseenheden op een goede wijze te kunnen uitvoeren.

De diverse medezeggenschapsorganen, en de KVMO-leden daarin, hebben de taak om tebeoordelen of de bedrijfsvoering nog is gewaarborgd, gelet op de taken van een organisatie-deel en de beschikbare personele en materiële middelen. Het is aan de centrales van over-heidspersoneel om te werken aan goede arbeidsvoorwaardelijke kaders en de algemene personele aspecten van de reorganisaties te beoordelen.

Het wordt de komende maanden dus weer spannend. Maar uiteindelijk staan de marinelei-ding, de medezeggenschap en de KVMO, ieder vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid enmogelijkheden, voor de zware taak om een betaalbare, hoogwaardige Koninklijke Marine terealiseren, waarvoor mensen graag willen werken. Een marine waarbinnen iedereen, vanmatroos en marinier tot admiraal en generaal, zich op professionele wijze kan voorbereidenop de dagelijkse voorkomende taken van mijnenbestrijding, bestrijden internationale crimina-liteit (piraterij, drugsbestrijding en mensensmokkel), civiel-militaire samenwerking in alle hoe-ken van het Koninkrijk. Kortom, een marine waarin het personeel zich kan voorbereiden op datgene wat dagelijks hetmilitair-maritieme pad kruist, hoog en laag in het geweldsspectrum. Het zijn onzekere tijden voor Defensie en ook voor ons, marineofficieren. De KVMO zet zich,als beroeps- en belangenvereniging, met kracht in voor uw belangen. Dat deden we al en datblijven we doen.

Ondanks al deze malheur, ben ik van mening dat het voorliggende Marineblad weer een keuraan interessante artikelen biedt. Ik wens u veel leesplezier!

Een zware taak�

COLUMN

ISSN: 0025-3340

Hoofdredactie:KLTZA R.C. HunnegoMw. drs. M.L.G. Lijmbach

EindredactieMw. drs. M.L.G. Lijmbach

ArtikelencommissieKLTZA mr. H. Broekhuizen, LTZT 1 F.G. MarxM.Sc., LTZE 2OC dr. ir. W.L. van Norden,LTZ2OC drs. R.M. de Ruiter, KTZ b.d. L.J.M.Smit, LNTKOLMARNS drs. A.J.E. WagemakerMA, MAJMARNS R.A.J. de Wit

Medewerkers:Mw. drs. Z. Borgeld-Guman, prof.dr. J. Colijn, KLTZT H. Boomstra (cartoon)AVDD (foto’s, tenzij anders vermeld)

Adres redactieWassenaarseweg 22596 CH Den HaagTel. 070-383 95 [email protected]

VormgevingFrank de WitTel. 038-455 17 54

DrukwerkÈpos|Press Postbus 10708001 BB Zwolle

Advertenties070-383 95 04

Abonnementsprijs Voor leden van de KVMO is het MarinebladgratisNiet-leden betalen € 49,50 (NL) of € 69,50(buitenland) per jaar

Copyright MarinebladOvername van artikelen is enkel toegestaan naschriftelijke toestemming van de redactie enonder uitdrukkelijke vermelding van de bron.Artikelen in het Marineblad vertolken nietnoodzakelijk de visie van het hoofdbestuur vande Koninklijke Vereniging van Marineofficierenof van de redactie. De inhoud van artikelenblijft geheel voor verantwoording van deauteur(s). De wijze van aanleveren van artikelenis in te zien op www.kvmo.nl/marineblad.

AdreswijzigingZo tijdig mogelijk schriftelijk doorgeven aan:Secretariaat KVMO Antwoordnummer 93244 2509 WB Den Haag(geen postzegel nodig)of [email protected]

Foto cover: Hr.Ms. De Zeven Provinciën tijdens SNMG2met langszij Puntland Security PortsGuard(AVDD)

3

Marineblad_kvmo_augustus 14-08-2011 13:22 Pagina 3

Page 4: Marineblad kvmo augustusMarineblad_kvmo_augustus 14-08-2011 13:22 Pagina 5. 6 PIRATERIJBESTRIJDING often former military, personnel and have a comprehen-sive legal department to provide

PIRATERIJBESTRIJDING4

These skiffs would often work alone with a small groupof people and would have a limited duration in theirattack area. Other pirate groups would use large opencraft, known as whalers, to deploy into the Somali Basin.These whalers would tow one, sometimes two skiffs withfuel, weapons and stores carried on the vessel. Theywould wait for targets of opportunity before deployingtheir attack skiffs in order to intercept high risk vessels.Skiffs and whalers, when located, were relatively easy forCounter Piracy (CP) forces to deal with, although moreoften than not, due to e.g. political or legal constraints,

military forces were forced to simply take away thepirates’ weapons and equipment and deposit them backon a beach in Somalia. The establishment of anInternationally Recommended Transit Corridor (IRTC)through the Gulf of Aden, patrolled by naval ships, theuse of Maritime Patrol and Reconnaissance Aircraft andother naval units patrolling the eastern Somali coast suc-cessfully contained and even reduced, the number ofpirate attacks. Furthermore, merchant shipping wasadvised to transit well clear of the Somali coast wheneverpossible.

Somali piracy: a review of the situation

In the past, the activity of Somali Pirates mainly occurred during the two inter-monsoon periods

each year. Within these periods pirates launched skiffs directly from the beaches of the northern

region of Somalia, called Puntland and attacked merchant vessels in the Gulf of Aden.1

CDR M.B. Hijmans, LTZA1 R. Botman, LTZA1 N.W.P. van Swelm bc. en LtCdr A. Ballard

Marineblad_kvmo_augustus 14-08-2011 13:22 Pagina 4

Page 5: Marineblad kvmo augustusMarineblad_kvmo_augustus 14-08-2011 13:22 Pagina 5. 6 PIRATERIJBESTRIJDING often former military, personnel and have a comprehen-sive legal department to provide

marineblad | augustus 2011

5

The last year, however, some things changed in the piracyactivities. This article does not claim to be comprehensivenor does it present a conclusive and complete solution. Itis meant to give the reader an update on the situation inthe Gulf of Aden, the Somali Basin, the Arabian Sea andthe Northern Indian Ocean. What are the pirates up tonowadays, what impact do they have on the world andwhat the world is doing about it.

Changing TacticsOver the last 12 months or so there has been a significantchange to pirate activities which has led to considerablesuccesses for the pirates. This is highlighted by theincreased number of attacks in January-March 2011. Thisperiod was traditionally a relatively quiet period due to

the NE Monsoon making the sea state unfavourable forwhalers or skiffs.

There are several factors that may have attributed to thesuccess the pirates had during the first 3 months of 2011.In response to the introduction of the IRTC and merchantshipping transiting further east, pirates have expandedtheir area of operations significantly. Now attacks can befound further than 15oS and 80oE placing some of themover 1800nm from the coast of Somalia. To facilitate this,pirates have taken many local trading dhows and fishingvessels. These, after capture, return to a pirate strong-hold, embark further pirates and supplies and deployinto the Arabian Sea as a pirate mother ship in order tocapture larger merchant vessels (MVs). These new mother ships, with significantly more supplies, have several key advantages over the much smaller whalers.They can carry significantly more pirates and weapons,

their endurance is several times that of a whaler, theirtransit speed to their attack areas is significantly higherthan that of a whaler, they are much less affected by thehigher sea states during the monsoon periods and canthus loiter, waiting for days of less sea state so they canlaunch attacks and they can attack and hijack multiplelarger merchant vessels in a single deployment of thepirate group.In addition to local dhows and fishing vessels pirateshave also started to use large MVs as mother ships, thelargest so far being a 319,000DWT crude oil tanker. Thenumber of pirates on these vessels is significant (up to 70)and their time on patrol can be very extensive. Theseships also give the pirates access to navigation radars,electronic chart systems, AIS (Automatic Identification

System) and communicationdevices.The use of dhows and large MVsmeans that pirates almost alwaysdeploy with hostages on board.This severely limits the options thatCP forces have to respond, as exces-sive pressure or action by CP forcescould lead to particularly negativeeffects for the hostages.

Counter piracy effortsHowever, despite the successes ofthe pirates there have been somesignificant and positive achieve-ments by the international CPforces, the merchant maritime com-munity and Puntland. Due to goodcoverage of the IRTC, a strong con-voy system and vigorous patrollingin the Arabian Sea, deterrence ofpirates and the amount of success-

ful disruptions of pirates attacks has grown significantly.Furthermore, a lot of mother ship dhows have beenretaken by determined actions and show of force oftenwithout even firing a shot.

In addition to the military effort many MVs take meas-ures to protect themselves. The increased use of Citadelsor Safe Rooms, where the crew can take refuge for hoursor even days, allows sufficient time for CP forces to reachthe scene and expel the pirates from the vessel. Duringsuch a situation the risk to the crew is next to none, asthey are secured in a safe compartment. Furthermore, anincreasing number of vessels are employing PrivateSecurity Companies (PSCs) to provide merchant shippingwith both armed and unarmed vessel protection detach-ments (VPDs). There are PSCs that employ well trained,

In addition to local dhows and fishing vessels pirates have also startedto use large merchant vessels (MV’s) as mother ships. The pictureshows an armed pirate on the bridgewing of MV Motivator guardingthe crew inside.

the use of dhows and large MVs means that pirates almost always

deploy with hostages on board

Marineblad_kvmo_augustus 14-08-2011 13:22 Pagina 5

Page 6: Marineblad kvmo augustusMarineblad_kvmo_augustus 14-08-2011 13:22 Pagina 5. 6 PIRATERIJBESTRIJDING often former military, personnel and have a comprehen-sive legal department to provide

PIRATERIJBESTRIJDING6

often former military, personnel and have a comprehen-sive legal department to provide Rules of Engagement forthe VPD. Although it must be said that there are alsocompanies that are scrupulous and less well organised.

Not just at sea, but also ashore the pirates are facing diffi-culties. One of the most interesting and most positiveactions is the successful expulsion of pirates from formerstrongholds in Puntland such as Eyl and Garacad. Theseexpulsions were not caused by military action, but simplyby the population refusing to tolerate the presence oforganised crime in what was previously a small fishingcommunity. The influx of pirates in these areas causedsignificant upheaval in the local economy with for exam-ple the price of a can of coke rising from a few US centsto several US dollars. Since these successful expulsions

further communities have expressed their concerns andeven anti pirate protests have occurred on the streets.

Some current legal and political issues A military intervention that has caused many debates isthe hostage release operation. The governments of mostof the naval forces are understandably very reluctant toexecute hostage release operations. This is mainly due tothe fact that this might jeopardise the lives of thehostages. Although the shipping community and the sea-farers have often asked for a more robust posture fromthe naval forces and pleaded for rescue operations, theproviding nations tend to be very careful and hesitant intrying to try to free hijacked crews through militarymeans. Only when the crew is safely mustered in a saferoom (it is then not a hostage release operation), will thecoalition forces be able to act quickly and without muchdiscussion on a higher level. This leaves the coalitionforces with enough means to disrupt ongoing pirateactivities, but limits the options once a vessel is actuallyunder the control of the pirates. There are other naval forces present that adopt a moreproactive posture. In recent months several incidentsinvolving encounters of pirated vessels with the SouthKorean Navy, the Indian Navy or the Seychelles CoastGuard have taken place, during which many pirates werecaught and subsequently apprehended. However, insome of these incidents, innocent seafarers lost their lives.It is exactly this extremely difficult balance between effec-tive performance versus risk to human life and collateraldamage that needs to be sorted out for the navies to beable to more effectively counter the new tactics of thepirates. It must be said, though, that the one thing thatreally might bring pirates to a halt is the fear of captureand prosecution or the risk to their own lives. Piracythrives due to the lack of law enforcement, possible bigfinancial gains and relatively little risk to life.

The presence of armed VPDs onboard MVs poses such arisk to life, which is perhaps the most important reasonwhy the VPDs are such a successful tool. However, thedomestic law of the MVs’ flag state might not allow forarmed security teams onboard the vessel. Or, if it does,the owners’ or the management’s domestic law might notallow it. Besides that, many port authority regulations donot allow for (certain) arms being brought into port, orhave strict regulations for storage and clearance.Therefore, although being a powerful instrument, VPDsare also a complicated and expensive tool.

Somalia and regional countries lack capabilities in lawenforcement assets, criminalisation of the act of piracyand the possibility for subsequent prosecution and deten-tion. Also, the regional countries are still debating theimprovement and harmonisation of their respectivenational laws. So, until now, little is being done aboutpiracy ashore.

At this moment the chances of being killed or caught arestill slim. If caught by international maritime forces, up tonow the main risk the pirates run is loss of some materialand being put back on shore, not even in the hands oflocal authorities. Most nations are not overly willing tohand over captured pirates to local authorities in, forinstance, Somalia, Puntland or Somaliland because theyhave no guarantee that the pirates will be treated inaccordance with international law. Transfer agreementswith regional countries are in the process of being draft-ed, both bilaterally and multilaterally, through organisa-tions like the EU. NATO is also looking into the possibili-ty of entering into such agreements in order to enhancethe effectiveness of its Task Force. The governments of the providing nations are strugglingto prosecute and detain the pirates their navy units havecaptured in their own respective countries, unless there isa direct link between their own country and the capturedpirates. Such a link exists , if the target vessel is sailingunder its flag, is owned by a national or has nationals inthe crew. There are also still nations that do not have theact of piracy codified in their national criminal law code,obviously making prosecution much more difficult.Advocacy for an International Tribunal for piracy cases isstill being heard. However, many nations seem reluctantto host convicted pirates in their own detention facilities.

The impact of piracyAlthough the whole world by now knows about piracy,its impact does not seem to register with the general pub-lic. All individuals directly involved notice the effect andare fully convinced of the significance of it but, in gener-al, society has only a limited idea of the size of the prob-lem and thus the size of the impact.

The International Maritime Bureau conducted a studyinto what piracy costs society in 2010. The result wasremarkable: 7 to 12 billion U.S. dollars. Even moreremarkable is the fact that in mainstream media thisresult was mentioned only briefly and then quickly for-

piracy thrives due to the lack of lawenforcement, possible big financialgains and relatively little risk to life

Somali piracy: a review of the situation

Marineblad_kvmo_augustus 14-08-2011 13:22 Pagina 6

Page 7: Marineblad kvmo augustusMarineblad_kvmo_augustus 14-08-2011 13:22 Pagina 5. 6 PIRATERIJBESTRIJDING often former military, personnel and have a comprehen-sive legal department to provide

marineblad | augustus 2011

7

gotten, as if it was of no consequence. Considering thereare approximately 200 countries in the world, this meansthat it costs each country 35 to 60 million USD and that isif it was evenly spread over the world. In today’s eco-nomically stretched climate these are significant numbersto think about. Would governments really rather spend35 to 60 million than properly address the problem? Sofar the effects for the individual are small. Most of thecosts are just added to a country’s already large deficit.At some point we all start paying for it. That car exhaustfrom Japan suddenly doubles in price or maybe it just isnot available any more since the ship is hijacked andtaken to anchor off the Somali cost.

Some say that piracy is creating its own economy. Thereis a piracy stock market, where you can invest in futurehijacks. By paying money or by offering weapons, youinvest in a pirate group and when they receive the ran-som money you get your share. One Rocket PropelledGrenade launcher, with three grenades with a street valuein Somalia of about 700 to 1200 dollars, can earn you upto 20 or more times that money. For only delivering thearms that is not a bad deal. Not only pirates make money from piracy. Insurancecompanies receive premiums from all 25,000+ ships thatpass through the area every year. In total about 150 shipshave been hijacked since 2006, which means only threeout of two thousand. All the other income out of premi-ums are just adding to the profit. If we look at the securi-

ty companies that are hired for protection they are notdoing so badly either. Most of them are doing a good job,let’s get that straight and they are filling a gap. But wealso see more adventurous types that go for the quickwin, without proper regulations or rules of engagement.Some create false alarms or fire warning shots at fisher-men to “prove” their value of being on board.

Besides the economical influence there is the enormoushuman impact, which is clearly lacking well deservedand much needed attention. On average 650 hostages areheld at any moment these days. That means that 650 families are affected for the rest of their lives. Some ofthese hostages are held for more then a year onboard

their own ship or ashore, in very dire circumstances; illfed, no medical treatment, beaten and sometimes eventortured. There seems to be very little interest in them. Attimes there is an increase in the interest; because of theBritish couple that was released after a year in captivity,the Americans that were killed onboard the sailing yacht“Quest” and, of course, the Danish family taken from thesailing yacht “ING” with 3 young children. But very

some say that piracy is creating its own economy. There is a piracy

stock market, where you can invest in future hijacks

Sailing yacht ‘Quest’, with the pirates still onboard. The Americans that were taken hostage were also onboard. Later on they were killed by the pirates.

Marineblad_kvmo_augustus 14-08-2011 13:22 Pagina 7

Page 8: Marineblad kvmo augustusMarineblad_kvmo_augustus 14-08-2011 13:22 Pagina 5. 6 PIRATERIJBESTRIJDING often former military, personnel and have a comprehen-sive legal department to provide

PIRATERIJBESTRIJDING8

quickly the interest fades and with it the perception ofthe problem. It is almost as if no news is considered good news andtherefore the waters are safe to travel again. This percep-tion was once more emphasised by the large number ofsailing yachts that are travelling through the area.Everybody has the fundamental right to sail the seas,which is why the navies of the world are here, to upholdthe “Mare Liberum” principle, but at the moment it is notvery wise to do so. The fact that there are up to 20 navalvessels patrolling the area does not mean the region issafe, or that all individual sailing yachts, or a group ofyachts, can be provided with an escort. Merchant shipsmight be the preferred target by pirates, but they willtake anything they can lay their hands on. This is morerelevant now, because the merchant community isincreasingly improving its self protection measures. Asailing yacht travelling at slow speed with no protectionin place is an easy target at any time. The tragic incidentsinvolving “Quest” and “ING” are sad testimony to this.

Some areas to improve onPreventing acts of piracy remains the top priority. Itwould make a considerable difference if every merchantvessel applies the Best Management Practices, especiallyensuring that it has a VPD onboard and a strong citadel.More vulnerable ships such as sailing yachts shouldeither ensure an armed escort or VPD, or simply avoidpirate infested waters. Off course a naval vessel willcome to the rescue but, given the vastness of the area (theIndian Ocean is bigger than twice the entire mainland ofEurope), it is like calling a police car from Spain torespond to an incident in Norway. The police will eventu-ally come to your aid, but they will be travelling in a carthat only does 55 km/h at maximum speed, so it can takea few days.

The main unit of the Puntland Coastal Monitoring Forces availablefor preventing acts of piracy, close to Hr.Ms. De Zeven Provinciën.Consultation, training and supply lend a helping hand.

Somali piracy: a review of the situation

Marineblad_kvmo_augustus 14-08-2011 13:22 Pagina 8

Page 9: Marineblad kvmo augustusMarineblad_kvmo_augustus 14-08-2011 13:22 Pagina 5. 6 PIRATERIJBESTRIJDING often former military, personnel and have a comprehen-sive legal department to provide

marineblad | augustus 2011

9

One of the ways to reduce response times and to ensurecontinued patrols over a wider area is to get regionalactors involved. Most of the countries or semiautonomous regions in and around the area of operationshave not been involved much in acting against piracy.Fortunately, we see an increase of effort by capable coun-tries like India. Several authorities on key locations how-ever, are not always able to take proper action, althoughthey are willing. The Seychelles, for instance, suffer sig-nificantly from piracy. Most goods reach the islands bysea and the pirates are now attacking ships within theSeychelles territorial waters. For the Seychelles, dealing

with pirates becomes an increasingly bigger problem.They have only a small coast guard that is not used tofight pirates and, although they are willing to take onpirates for prosecution, they lack the capacity to holdlarge numbers of convicted pirates within their currentpenal system. They and other regional countries shouldbe supported through capacity building and training oftheir (maritime) law enforcement assets and judiciarywherever possible.

Puntland, the self declared autonomous region inSomalia, also wants to act against the pirates originatingfrom its soil, but lacks every means to do so. It has a will-ing government and, in general, a willing population, butno means to sustain a decent, continued security force.The lack of legal economic prosperity drives people tofind different ways to make a living. But Puntland doeshave possibilities and some are not even expensive. Forexample, the EU and the US do not accept fish or lobsterfrom Puntland, but they do from Yemen and Oman. SoSomali fishermen sail across the Gulf of Aden and selltheir catch ashore there at any price. In Oman and Yementhe fish and lobster then get EU certified and are sold tothe EU for good money, money that could have gone intothe economy of Puntland. The main port of Puntland,Bosasso, which is situated strategically in the south at theend of the Gulf of Aden, is not IMO certified. With someinvestment this has the potential to become a strategicmaritime hub and thus provide the Somali people withthe much needed alternative to make a living besidespiracy. Supporting the Puntland economy will alsoenhance the earlier mentioned expulsion by the localpopulation. An alternative economy will make them lesssusceptible to pirate influence. Pirate organisations stilluse the old adagio that the root cause of their behaviouris the illegal fishery and toxic waste dumping. Eventhough this is no longer happening, this is still beingvocalised, portraying us as the bad guys and them as thepoor disadvantaged fishermen, whereas they are actuallycommitting crimes at sea. It should be possible to make astronger case within the Somali communities to point out

that piracy is a crime and that it is not the way to earn anhonest living, especially if there are alternatives available.Another long term solution is disrupting the pirates’business model. Possibilities include the ability to trackand disrupt the flow of ransom money, continue to stimu-late the Somali people to expel pirates out of their com-munities, conduct more hostage rescue operations, dis-able mother ships and disrupt pirate logistic chains.These are easier said than done, but there are certainlyways to achieve this.

Winding upSo far the impact of piracy does not seem to fully reachthe general public. Given the protest all around the worldagainst the poor economic situation one would expectgovernments to leap at a chance to save 7 to 12 BillionUSD. And, if not for economical reasons, to put an end tothe holding of hundreds of hostages by conducting res-cue operations and prevent new hostages being taken.But each of the improvements mentioned above costsmoney. Capacity building, training authorities and lawenforcement institutions, improving the economy, crimi-nal investigations, even implementing the recommendedprotection methods represents a bill with bigger figuresthan the slight rise in prices in the stores. Proposing toinvest a large amount of money to solve a dire situationfar away, or proposing a more robust posture when deal-ing with pirates at sea, might not be a message the publicis willing to support. Piracy can be solved if we are will-ing to collectively take a genuine interest and firmly actaccordingly. In the meantime, naval forces will keepdoing what they can to maintain the “Mare Liberum”and protect those in needs. But what is really needed, isto make the world see the real impact of piracy.

CDR M.B. (Michiel) Hijmans, voerde van 30 juni 2010tot 17 juni 2011 het commando over het NAVO-vlootver-band Standing NATO Maritime Group 2 (SNMG-2/CTF 508). LTZA1 R. (Renée) Botman was in die periode juridischadviseur van SNMG2 en LTZA1 N. (Niels) van Swelmwas de stafofficier Public Affairs.LtCdr A. (Adam) Ballard was als stafofficier belast metKey Leader Engagement.

Noot

1 Vanwege het internationale karakter van de missie en de internationale samen-stelling van de staf is dit artikel Engelstalig.

a long term solution is disrupting the pirates’ business model by the

ability to track and disrupt the flow of ransom money

Marineblad_kvmo_augustus 14-08-2011 13:22 Pagina 9

Page 10: Marineblad kvmo augustusMarineblad_kvmo_augustus 14-08-2011 13:22 Pagina 5. 6 PIRATERIJBESTRIJDING often former military, personnel and have a comprehen-sive legal department to provide

CARTOON10

A D V E R T E N T I E

Marineblad_kvmo_augustus 14-08-2011 13:22 Pagina 10

Page 11: Marineblad kvmo augustusMarineblad_kvmo_augustus 14-08-2011 13:22 Pagina 5. 6 PIRATERIJBESTRIJDING often former military, personnel and have a comprehen-sive legal department to provide

marineblad | augustus 2011

Zeventig procent van de aarde is zeeoppervlak, dus vrij baan voor het vliegkampschip. Geen landingsrech-ten of transitvergunningen nodig, geen overzeese bases wier lot is overgeleverd aan de politieke grillenvan het gastland.

Dat lijken grote voordelen, dus de toekomst van het vliegkampschip lijkt wel even gewaarborgd. Toch lijktde oude wereld langzaam tot de conclusie te komen dat er geld valt te besparen op vliegkampschepen.Glorieus symbool van ooit wereldpolitieke ambities, ondervonden landen vanzelf dat hun rol bescheide-ner was geworden, waarna de drijvende bases naar de mottenballen gingen.

De wereld is in de ban is van wat ‘tectonische machtsverschuivingen’ worden genoemd: een ingewikkeldproces van dollarschulden, Chinese groei en zelfbewuste BRICs, krakende eurozones en nogal uitzichtlozeoorlogen (Irak, Afghanistan, Libië). Zo gemakkelijk als het twintig, ja zelfs tien jaar geleden was om de VSals de onbetwiste supermacht aan te wijzen, zo moeilijk is het nu om uit te maken hoe de verhoudingenliggen. Misschien biedt het vliegkampschip wel de sleutel. Eind vorig jaar bleek dat Fransen en Britten er allesvoor over hadden om het restant van imperiale macht te bewaren en zelfs te delen. De vliegkampcapa-citeit ontsnapte ternauwernood aan zware bezuinigingen, en afgezien van dekhelikopters zal tot invoering

van de JSF tot 2020 eigenlijk niet eens van ‘vliegkamp’ mogen worden gesproken.Lijken Fransen en Britten dus een achterhoedegevecht te voeren in de wereldpoli-tiek, de Chinezen schuiven juist langzaam voorwaarts. Het bouwen en onderhoudenvan een eigen vliegkampvloot is niet niks; de manier waarop China dat doet is interes-sant te noemen. China koopt oude vliegkampschepen, bestudeert ze goed, schroeftze soms uit en dan weer in elkaar of leukt ze op tot oefenschepen of (nog) bruikbaarmateriaal. Als je er dan ook nog raketten als de Dong Feng (reikwijdte 2700 km) opplaatst, hoef je je er niet eens zover mee op de oceaan te wagen om de Amerikaanse

tegenhangers uit de buurt te houden. Genoeg om de Straat van Taiwan of de Zuid-Chinese Zee mee tebestrijken, bijvoorbeeld.

Eind juli bevestigde China dat het voormalige Sovjetschip (later Oekraïne) Varyag onder de naam Shi Langna een opknapbeurt zo’n oefenfunctie gaat krijgen. Deze Chinese handelwijze is niet nieuw. Na de TweedeWereldoorlog kocht het al een afgeschreven Australische carrier, en later de Sovjetschepen Minsk en Kiev.Het meest pikant is wel het gerucht dat de Chinezen geïnteresseerd zouden zijn in de Britse Ark Royal.Een bod zou zijn uitgebracht door een dubieuze Chinese tycoon, die zelfs nog een gevangenisstraf uitzit.Waar de Britten het geld gewoon niet meer hebben, zouden Chinese valuta het vlaggeschip moeitelooskunnen overnemen. Dat zakenman Hoeang Guangyoe beweert er slechts een partyship of drijvend hotelvan te willen maken mag geruststellend klinken, een garantie dat de Chinese marine het niet eerst grondigbekijkt is niet gegeven.

De gedachte dat Britse trots een soort Chinees speelgoed wordt zal menig Brits marineman trouwens eengruwel zijn. Symbolischer kan het nauwelijks: het schip dat in de Balkanoorlogen in de jaren negentig, enin 2003 gedurende Iraqi Freedom nog een fiere rol ver van huis speelde, werd eind vorig jaar in de BritseStrategic Review aan het bezuinigingsmes geofferd. Britten vleugellam, happy hour voor China.

een bod zou zijn uitgebrachtdoor een dubieuze Chinese

tycoon, die zelfs nog eengevangenisstraf uitzit

Speelboot

Wie vliegkampschepen zegt, roept associaties op met de Koude Oorlog enprojectie van macht. Van president Ronald Reagan tot de juist overledenJoint Chief John Shaliskashvili was het gevleugelde woord, als ergens terwereld een crisis uitbrak: ‘Hey, where’s the nearest aircraft carrier?’

11COLUMNProf. dr. J. (Ko) Colijn is defensiespecialist, directeur van ‘Instituut Clingendael’, redacteur van Vrij Nederland en hoogleraar aan de Erasmus Universiteit Rotterdam

Marineblad_kvmo_augustus 14-08-2011 13:22 Pagina 11

Page 12: Marineblad kvmo augustusMarineblad_kvmo_augustus 14-08-2011 13:22 Pagina 5. 6 PIRATERIJBESTRIJDING often former military, personnel and have a comprehen-sive legal department to provide

De Russische en Indiase krijgsmachten beschikken reeds over desupersone BrahMos (zie figuur 11; de missile is in staat snelhedentot driemaal de snelheid van het geluid te bereiken) en zijn nogsnellere opvolger is reeds in ontwikkeling: tijdens laboratorium-testen werden reeds snelheden bereikt van Mach 5,26.2 In dit artikel zal de doeltreffendheid van Goalkeeper en twee potentiëleopvolgers worden besproken.

ProbleemstellingEen Close-in Weapon System (CIWS) als Goalkeeper is in staat inko-mende doelen op zeer korte afstand (typisch 1000 m of minder) tevernietigen en fungeert derhalve idealiter als laatste verdedigings-laag. Wanneer sprake is van doelen die slechts enkele meters bovenhet zeeoppervlak vliegen, kan detectie om diverse redenen pas zeerlaat plaatsvinden. In de praktijk blijkt een CIWS tegen deze zoge-naamde sea-skimmers dan ook het enige zelfverdedigingsmiddel.

TECHNIEK12 LTZE 2 P. van de Maat en Maj. dr. ir. J. Gallant

Goalkeeper: AOW-leeftijd bereikt?

Sinds de jaren tachtig heeft de ontwikkeling van geleide wapens niet bepaald stilgestaan en het is

dan ook de vraag of Goalkeeper na tientallen jaren van trouwe dienst nog is opgewassen tegen

moderne antischeepsraketten.

Goalkeeper Indien de snelheid van deze doelen vervolgens toeneemt, zal zicheen situatie voordoen waarbij de brokstukken van een vernietigddoel alsnog de scheepshuid zullen bereiken en grote schade aanhet schip veroorzaken. Wanneer men er bijvoorbeeld in slaagtom de hypersone BrahMos-II (snelheid: Mach 6) op 1000 m vanhet schip te vernietigen, resulteert dit 0,5 sec (hierna afgekorttot s) later in de impact van 1500 kg aan brokstukken met eensnelheid van 2 km/s! Om dit te voorkomen dienen laagvliegendedoelen (< 5 m) minstens 1 s voor impact vernietigd te zijn; ingeval van een burstlengte van 1 s, hetgeen in geval vanGoalkeeper overeenkomt met 70 schoten, dient men dus hetvuur te openen op meer dan 4000 m. De trefkans is op zo’nmoment echter zeer klein (< 1%); wil men dus in staat zijn hyper-sone doelen tijdig uit te schakelen, dient men te beschikken overeen CIWS dat op grotere afstand voldoende doeltreffend is.Verderop zal blijken dat dit voor Goalkeeper in zijn huidige confi-guratie niet het geval is.

Marineblad_kvmo_augustus 14-08-2011 13:22 Pagina 12

Page 13: Marineblad kvmo augustusMarineblad_kvmo_augustus 14-08-2011 13:22 Pagina 5. 6 PIRATERIJBESTRIJDING often former military, personnel and have a comprehen-sive legal department to provide

RailgunEen elektromagnetisch railkanon of kortweg railgun vuurt projec-tielen af met behulp van elektrische energie in plaats van kruit. Ineen railgun ondergaat het projectiel een versnelling onder invloedvan de Lorentz-kracht, de kracht die een geladen deeltje onder-vindt wanneer het zich door een magnetisch veld verplaatst (ziefiguur 23). De snelheden die hierbij behaald kunnen worden zijnaanzienlijk groter dan voor een klassiek kruitkanon het geval is: tij-dens een proeflancering in 2008 werd bij het Naval SurfaceWarfare Center in de VS een projectiel van 3,35 kg met een snel-heid van 2,52 km/s afgevuurd.

Door de snelheid van het projectiel te vergroten, neemt devluchttijd hiervan af. Doordat het projectiel minder lang blootge-steld wordt aan atmosferische verstoringen (turbulentie, variabe-le (zij)wind), zal de spreiding eveneens afnemen. Daarnaast geldtdat de ballistische spreiding van een elektromagnetisch railkanonover het algemeen kleiner is dan voor een kruitkanon doordat erminder spreiding op de mondingsnelheid is.

Een van de mogelijkheden om de doeltreffendheid van een CIWSte vergroten is dus door het kruitkanon te vervangen door eenelektromagnetisch railkanon. In de VS verwacht men overigenspas tegen 2020-2025 te beschikken over een operationele ‘64 MJ’-railgun. Een van de grootste problemen is de energievoorzieningvoor een dergelijk kanon: voor een mondingsenergie van 64 MJ

dient men binnen enkele milliseconden zo’n 200 MJ energie vrijte laten komen, hetgeen overeenkomt met een vermogen vantientallen gigawatt! In laboratoria weet men dit te bewerkstelligenmet behulp van condensatorbanken, die als buffer fungeren.Deze condensatoren nemen echter veel ruimte in, zo blijkt ookuit figuur 3.4 Hierin is het ‘Pegasus’ railkanon van het ISL (Frans-Duits onderzoeksinstituut te Saint-Louis) weergegeven, met opde achtergrond een fractie van de in totaal 200 condensatorenvan 50 kJ ten behoeve van de voeding.

Doeltreffendheid MPDS-munitieHoewel een elektromagnetisch CIWS nog niet op korte termijnrealiseerbaar is, zal de doeltreffendheid van een dergelijk systeemin het kader van dit artikel worden besproken om de invloed vande mondingssnelheid van het projectiel op de totale doeltref-fendheid van een CIWS te illustreren. Hiertoe worden tweegenerieke railguns gedefinieerd met mondingssnelheden van

2400 en 3600 m/s; de resultaten hiervan zullen worden vergele-ken met een generiek kruitkanon met een mondingssnelheid van1200 m/s (de mondingssnelheid van Goalkeeper voor MPDS-munitie bedraagt in werkelijkheid 1150 m/s). De ballistische sprei-ding wordt voor elk van de systemen gelijk verondersteld(standaardafwijking: 1 mrad) zodat enkel de invloed van de mon-dingssnelheid op de doeltreffendheid van het systeem kan wor-den beschouwd. De atmosferische component van de spreidingwordt gekenmerkt door een standaardafwijking van 1 m/s. Elk vande systemen vuurt 4500 schoten MPDS per minuut (75 schotenper seconde); de doeltreffendheid zal worden onderzocht tegenzowel subsone (Exocet) als hypersone doelen (BrahMos-II).

In figuur 4 (zie volgende pagina) is de cumulatieve trefwaarschijn-lijkheid in geval van een inkomend subsoon doel met een diame-ter van 35 cm (vergelijkbaar met Exocet of Harpoon) voor elk vande wapensystemen weergegeven. De resultaten zijn gebaseerdop een kill range van 1 s, hetgeen wil zeggen dat het doel geacht

marineblad | augustus 2011

13

figuur 1, drietal BrahMos supersone kruisvluchtwapens tijdensRussische militaire parade.

figuur 2, schematische weergave werkingsprincipe railgun. figuur 3, ‘Pegasus’ elektromagnetisch railkanon van het ISL.

een van de mogelijkheden om de doeltreffendheid van een

CIWS te vergroten is door hetkruitkanon te vervangen door een

elektromagnetisch railkanon

Marineblad_kvmo_augustus 14-08-2011 13:22 Pagina 13

Page 14: Marineblad kvmo augustusMarineblad_kvmo_augustus 14-08-2011 13:22 Pagina 5. 6 PIRATERIJBESTRIJDING often former military, personnel and have a comprehen-sive legal department to provide

TECHNIEK14

wordt 1 seconde voor impact vernietigd te zijn: wanneer men eenparabolische baan voor de brokstukken van het doel veronder-stelt, is 1 s namelijk voldoende om doelen die lager dan 5 m bovenhet zeeoppervlak vliegen in zee te doen belanden voordat debrokstukken de scheepshuid bereiken. Hanteert men een killrange van 1,5 s, dan bedraagt deze maximale hoogte zelfs 11 m.

Uit de resultaten blijkt dat een conventioneel CIWS alsGoalkeeper volstaat indien sprake is van een subsone dreiging:met 75 schoten krijgt men reeds een trefwaarschijnlijkheid vanmeer dan 96%. Uiteraard presteren de beide elektromagnetischesystemen nog beter, hetgeen leidt tot een aanzienlijke munitiebe-sparing. Wanneer echter sprake is van een inkomend hypersoondoel blijkt dat geen van de systemen voldoende bescherming kanbieden (zie figuur 5). Dit is het gevolg van de 1 s-kill range die ookhier gehanteerd wordt: voor een subsoon doel bedraagt deze 316 m, voor een hypersoon doel (Mach 6) neemt deze toe tot2040 m. Hoewel de diameter van het doel dus tweemaal zo grootis, nemen de vluchttijden van de schoten dusdanig toe dat menzelfs met 300 schoten bij een mondingssnelheid van 3600 m/s eentrefwaarschijnlijkheid van minder dan 55% kan bewerkstelligen.

In geval van een klassiek CIWS (V0=1200 m/s) komt men met eenburst van 4 s (300 schoten) niet verder dan een cumulatieve tref-waarschijnlijkheid van 32%. Indien sprake is van een inkomend

Goalkeeper: AOW-leeftijd bereikt?

hypersoon doel, is de kans dus minder dan 1 op 3 dat Goalkeeperin staat is de dreiging te vernietigen. Hierbij is enkel de nauwkeu-righeid van het kanon beschouwd; de capaciteiten van degebruikte sensor(en) vallen buiten het kader van dit artikel.

Air burst munitieHet uitschakelen van inkomende hypersone doelen met behulpvan MPDS-munitie blijkt dus praktisch onmogelijk. Een manierom de trefwaarschijnlijkheid te verhogen is door gebruik temaken van verschervende munitie. Door een klassiek HE-projec-tiel te voorzien van een tijdbuis kan men het vlak voor impactlaten detoneren om een groot oppervlak met scherven te vullen;in zo’n geval spreekt men van High Explosive Air Burst ofwelHEAB-munitie. Hoewel de trefwaarschijnlijkheid voor een derge-lijk projectiel aanzienlijk groter is dan voor MPDS-munitie, zal eenenkele scherf vaak te weinig kinetische energie hebben om zijndoel uit te schakelen. Er zal dus gebruik moeten worden gemaaktvan een stochastisch model dat op basis van de kinetische ener-gie van de scherf, de snelheid van het doel en het deel van hetdoel dat geraakt wordt een kill probability if hit ofwel Pk|h te bepa-len (de impactenergie die vereist is om de doelzoekkop van eenmissile te beschadigen is aanzienlijk lager dan voor bijvoorbeeld een warhead het geval is). De uiteindelijke uitschakelwaarschijn-lijkheid Pkill is het product van de trefwaarschijnlijkheid Phit endeze Pk|h.

In dit artikel zullen een tweetal typen air burst munitie (ABM)worden vergeleken. Het eerste betreft het eerder beschrevenHEAB-projectiel, waarbij als gevolg van detonatie een ring vanstalen scherven met een hoge snelheid wordt gevormd. Hettweede type is een zogenaamd Kinetic Energy Time Fuze-projectiel(KETF, zie figuur 65). In dit projectiel bevinden zich talloze cilin-dervormige subprojectielen, die met behulp van een uitwerpla-ding (<1 g) onder invloed van de centrifugaalkracht, die hetgevolg is van de rotatie van het projectiel om zijn as, worden ver-spreid. Het voordeel dat KETF-munitie heeft ten opzichte vanHEAB, is dat zich binnen in het cirkelvormige spreidingspatrooneveneens subprojectielen bevinden (figuur 7), waardoor de tref-kans toeneemt. De kinetische energie van de scherven van hetHEAB-projectiel is daarentegen aanzienlijk groter als gevolg vande versnelling die deze bij detonatie van het projectiel ondergaan

figuur 6, Kinetic Energy Time Fuze projectiel met zichtbare subprojectielen.

figuur 4, cumulatieve trefwaarschijnlijkheid subsoon doel in functievan aantal schoten.

figuur 5, cumulatieve trefwaarschijnlijkheid hypersoon doel in functievan aantal schoten.

Marineblad_kvmo_augustus 14-08-2011 13:22 Pagina 14

Page 15: Marineblad kvmo augustusMarineblad_kvmo_augustus 14-08-2011 13:22 Pagina 5. 6 PIRATERIJBESTRIJDING often former military, personnel and have a comprehen-sive legal department to provide

marineblad | augustus 2011

15

(de radiale snelheid bedraagt typisch 1 km/s, voor het KETF-pro-jectiel is deze een factor 10 kleiner: 100 m/s).

Welke van de twee projectielen doeltreffender is zal afhangenvan het scenario. Zo is het KETF-projectiel met name zeer effec-tief op korte afstand. In figuur 8 is in functie van het aantal scho-ten ABM weergegeven voor een subsoon doel bij een 1 s-kill range. De mondingssnelheid bedraagt 1200 m/s, dus deprojectielen worden afgevuurd met behulp van een klassiekkanon. Uit de figuur blijkt dat in geval van een subsone dreiging 2 schoten KETF voldoende zijn om het doel te vernietigen meteen waarschijnlijkheid van meer dan 95%; voor HEAB-munitiebedraagt het aantal benodigde schoten 4. Ter vergelijking: vooreenzelfde uitschakelwaarschijnlijkheid heeft men 62 schotenMPDS nodig. Ook wanneer vernietiging op grotere afstand wen-selijk is blijkt KETF-munitie zeer effectief: 3 schoten blijken vol-doende om 1,5 s voor impact een Pkill van 95% te bewerkstelligen.Hoewel ABM dus zeer doeltreffend is tegen subsone doelen,geeft het bovenstaande nog geen aanleiding tot modificatie vanGoalkeeper: in zijn huidige vorm blijkt deze eveneens goed instaat subsone doelen te vernietigen. Wel zal het munitieverbruiksterk afnemen in geval van ABM en zullen de vuurstoten korterworden, waardoor eerder overgeschakeld kan worden op een vol-gend doel.

Wanneer een hypersoon doel als de toekomstige BrahMos-II(Mach 6) beschouwd wordt, neemt ook voor ABM het munitie-verbruik sterk toe. Toch kan op basis van figuur 9 (zie volgendepagina) worden geconcludeerd dat men met air burst-munitieweldegelijk in staat is inkomende hypersone doelen tijdig uit teschakelen. Bij een mondingssnelheid van 1200 m/s en een gewen-ste kill range van 1 s bedraagt het aantal benodigde schoten voorbeide typen ABM 12. De vuurkadans bedraagt nog steeds 75 scho-ten per seconde. Indien het doel hoger vliegt of om een anderereden een kill range van 1,5 s (=3060 m!) wenselijk is, loopt hetmunitieverbruik weliswaar op tot 25 (HEAB), maar blijkt men nogsteeds in staat een 95% uitschakelwaarschijnlijkheid te bewerk-stelligen. Op grote afstand blijkt dat HEAB-munitie doeltreffen-der is dan KETF-munitie. Dit kan worden verklaard aan de handvan de kinetische energie van de scherven/subprojectielen. Oprelatief kleine afstand is de voorwaartse snelheid van het KETF-projectiel nog dusdanig dat het verschil in Pk|h kan worden gecom-penseerd door een grotere trefwaarschijnlijkheid (immers: Pkill =

Phit . Pk|h). Naarmate de afstand echter groter wordt, zal de kineti-sche energie van de subprojectielen sterk afnemen. De schervenafkomstig van het HEAB-projectiel krijgen daarentegen als gevolgvan de detonatie een radiale snelheid van zo’n 1000 m/s,waardoor Pk|h voor dit projectiel significant groter is. Als gevolghiervan blijken 25 schoten HEAB voldoende om een inkomendhypersoon doel met een waarschijnlijkheid van 95% uit te schake-len indien de gewenste kill range 1,5 s bedraagt; voor KETF-muni-tie is dit niet het geval: Pkill blijft minder dan 95%.

Ook voor ABM geldt dat de mondingssnelheid kan worden verhoogd door de projectielen af te vuren met een elektromag-netisch railkanon. Hierdoor kan men een sterke daling van hetmunitieverbruik verwezenlijken. Daarnaast kan men door middelvan kortere vuurstoten sneller overschakelen naar volgende doe-len. Het gebruik van railgun levert echter problemen op metbetrekking tot het gebruik van KETF-munitie. Voor een effectieve

figuur 8, doeltreffendheid ABM tegen inkomend subsoon doel voor 1s-kill range (V0=1200 ms-1). �

figuur 7, configuratie van subprojectielen en spreidingspatroon vanKETF-projectiel.

Marineblad_kvmo_augustus 14-08-2011 13:22 Pagina 15

Page 16: Marineblad kvmo augustusMarineblad_kvmo_augustus 14-08-2011 13:22 Pagina 5. 6 PIRATERIJBESTRIJDING often former military, personnel and have a comprehen-sive legal department to provide

TECHNIEK16

verspreiding van de subprojectielen is een hoge rotatiesnelheidom de lengteas van het KETF-projectiel namelijk essentieel; dezeis inherent aan een spingestabiliseerd projectiel en levert dusgeen problemen voor een klassiek kanon. Met een elektromagne-tisch railkanon is een dergelijke spinsnelheid (typisch 104 rad/s)echter niet evident, aangezien de afgevuurde projectielen juistvingestabiliseerd zijn en dus nauwelijks om hun as draaien. VoorHEAB-munitie doet zich een dergelijk probleem niet voor omdateen rotatie om de eigen as niet cruciaal is voor een goede wer-king van het projectiel (mits men geen ‘toerenteller’ gebruikt alstijdbuis).

ParameterstudieDe voorgaande resultaten zijn gebaseerd op een generiek snelvuurkanon met een ballistische spreiding met een stan-daardafwijking van 1 mrad en een atmosferische component met

een grootte van 1 m/s. In deze paragraaf zal de invloed van beideparameters op de totale doeltreffendheid van een CIWS wordentoegelicht.

Als gevolg van de kortere vluchttijden is de invloed van σball tenopzichte van de totale spreiding groter naarmate de mondings-snelheid hoger is. Uit figuur 10 blijkt echter dat MPDS-munitieafgevuurd met een snelheid van 3600 m/s tegen inkomendehypersone doelen onvoldoende doeltreffend is, zelfs indien menerin slaagt de ballistische spreiding te halveren tot 0,5 mrad(standaardafwijking). Hoewel de totale cumulatieve trefwaar-schijnlijkheid sterk toeneemt, blijft deze kleiner dan 95%.Uiteraard neemt de doeltreffendheid van het systeem verder afindien de ballistische spreiding groter wordt dan de initiëlewaarde van 1 mrad.

Ook een CIWS met een ballistische spreiding gekenmerkt dooreen standaardafwijking van 0,5 mrad dient dus met ABM te wor-den uitgerust om inkomende hypersone missiles tijdig te kunnenvernietigen. Voor air burst-munitie bleek een mondingssnelheidvan 1200 m/s reeds voldoende (en in bepaalde gevallen zelfs wen-selijk in verband met de rotatie van het projectiel); bij dergelijklage mondingssnelheden en de relatief lange vluchttijden, diehiermee gepaard gaan, is de invloed van een atmosferische ver-

storing echter significant groter dan voor de ballistische spreidinghet geval is. Het effect van een variatie van deze atmosferischespreiding op de doeltreffendheid van HEAB-munitie blijkt echtereveneens beperkt. Enkel in geval van een toename van de sprei-ding van 50% blijkt een burst van 30 schoten onvoldoende omeen inkomend hypersoon doel met een waarschijnlijkheid vanmeer dan 95% uit te schakelen. Dit is inherent aan het werkings-principe van air burst-munitie: door een groot oppervlak metscherven te vullen is de trefwaarschijnlijkheid dusdanig, dat eenkleine variatie op de positie van de schervenwolk de totale doel-treffendheid nauwelijks beïnvloed. Zelfs indien de spreiding toe-neemt blijft ABM dus zeer doeltreffend.

ConclusieOp basis van de simulaties kan worden geconcludeerd datGoalkeeper voldoende bescherming biedt tegen subsone sea-skimmende doelen als de Exocet antischeeps-missile (ofHarpoon). Wanneer echter een next-generation hypersoon kruis-vluchtwapen als de BrahMos-II wordt beschouwd, blijkt hetCIWS in zijn huidige vorm niet in staat inkomende doelen tijdiguit te schakelen. Ook wanneer men erin slaagt de mondingssnel-heid met behulp van railgun te verdrievoudigen, blijkt hetsysteem onvoldoende doeltreffend te zijn; zelfs wanneer men deballistische spreiding van het kanon met 50% weet te reduceren.

Indien men daarentegen gebruik maakt van air burst-munitieblijkt een mondingssnelheid van 1200 m/s (vergelijkbaar met dievan Goalkeeper nu) voldoende om inkomende hypersone doelenmet een waarschijnlijkheid van 95% te vernietigen. Daarnaast is

Goalkeeper: AOW-leeftijd bereikt?

Figuur 10, doeltreffendheid MPDS-munitie tegen inkomend hypersoondoel bij variatie van ballistische spreiding (V0= 3600 ms-1, 1 s-killrange).

op basis van de simulaties kan worden geconcludeerd dat Goalkeeper

voldoende bescherming biedt tegensubsone sea-skimmende doelen

figuur 9, doeltreffendheid ABM tegen inkomend hypersoon doel voor1s-kill range (V0=1200 ms-1).

Marineblad_kvmo_augustus 14-08-2011 13:22 Pagina 16

Page 17: Marineblad kvmo augustusMarineblad_kvmo_augustus 14-08-2011 13:22 Pagina 5. 6 PIRATERIJBESTRIJDING often former military, personnel and have a comprehen-sive legal department to provide

marineblad | augustus 2011

17

A D V E R T E N T I E

het mogelijk om de afstand waarop een dergelijk doel vernietigdwordt met 50% te laten toenemen; het systeem gaat hierdooruiteraard wel meer munitie verbruiken. Toch neemt het verbruikten opzichte van MPDS-munitie sterk af, waardoor de vuurstotenkorter worden en men dus eerder kan switchen naar een volgenddoel.Ook air burst-munitie, met name het HEAB-projectiel, kan menmet een elektromagnetisch railkanon afvuren om hogere mon-dingssnelheden te bereiken; dit is echter niet noodzakelijk aange-zien een klassiek kruitkanon reeds voldoende doeltreffend is.Hogere mondingssnelheden resulteren echter wel in korterevluchttijden en dus een kleinere spreiding, waardoor de doeltref-fendheid van het systeem toeneemt. Enerzijds levert dit eenmunitiebesparing op, anderzijds is men met eenzelfde vuurstootin staat doelen op grotere afstand uit te schakelen. Het zal echternog jaren duren voordat railgun operationeel kan worden ingezet.

Hoewel Goalkeeper in zijn huidige vorm dus niet afdoende istegen de nieuwe generatie antischeepsraketten, kan het systeemnog een aantal jaren mee indien men een modificatie uitvoert die

Goalkeeper in staat stelt air burst-munitie af te vuren (mits dezoek- en trackradar het uitschakelen van doelen op een dergelijkeafstand toelaat). ABM wordt immers reeds gebruikt in diverselandsystemen, ook tegen inkomende luchtdoelen. Inzet aanboord van schepen is enkel een logische volgende stap…

Majoor dr. ir. J. (Johan) Gallant is militair docent in het

Departement Wapensystemen en Ballistiek van de

Koninklijke Militaire School (KMS) te Brussel.

LTZE2 P. (Peter) van de Maat heeft na de bacheloropleiding

Militaire Systemen & Technologie (NLDA) aan de KMS

een 2-jarige master gevolgd.

Noten

1 Afbeelding beschikbaar:www.globalsecurity.org/military/world//india/images/brahmos_26012003.jpg

2 www.domain-b.com/aero/mil_avi/miss_muni/20080513_hypersonic_version.html3 Afbeelding beschikbaar: nl.wikipedia.org/wiki/Bestand:Railgun-1.svg4 Afbeelding beschikbaar: www.isl.eu/Content/Electromagnetic%20Railgun.aspx5 J.J.M. Paulissen et al., Effectiveness of Air Bust Munitions, Presentatie TNO,

beschikbaar: www.detic.mil/ndia/2009gunmissile/7923paulissen.pdf

Marineblad_kvmo_augustus 14-08-2011 13:22 Pagina 17

Page 18: Marineblad kvmo augustusMarineblad_kvmo_augustus 14-08-2011 13:22 Pagina 5. 6 PIRATERIJBESTRIJDING often former military, personnel and have a comprehen-sive legal department to provide

XXXXX18 MARINEFAMILIE18

Vader en zoon Henk en Hans ARENDS zijn deze keer aan het woord en spreken over hun beider

enthousiasme voor de onderzeedienst.

Vanwaar uw keuze voor de KM?‘Mijn vader heeft voor de oorlog bij de Marine gezeten enbij ons thuis werd altijd positief over de Marine gespro-ken. Daar moet het zijn “begonnen”. Als zesjarig jongetjewist ik al te vertellen dat ik later bij de KM zou gaan enwel bij de onderzeedienst!’

Hoe verliep uw KIM periode?‘Als officier- ex schepeling heb ik alleen een korte bijscho-lingscursus mogen doen op het KIM, die ik als goed hebervaren. Ik kwam in 1970 in dienst als machinist met eenelektrotechnische opleiding. Na het afronden van detakenboeken aan boord van Hr.Ms. Utrecht en de oplei-ding tot korporaal machinist kwam ik als onderofficierterug op de jagers. In 1976 mocht ik naar de onderzee-dienst en heb daar alle rangen in de equipage doorlopen.In april 1998 werd ik benoemd tot officier van deTechnische Dienst.’

Welke plaatsingen waren voor u het meestbijzonder?‘Wat er echt uitsprong was de plaatsing bij het marinetoe-zicht RDM tijdens de nieuwbouw van de Walrusklasse. Ikheb de boten zien bouwen en als medewerker bij de kwa-liteitsdienst veel componenten helpen testen en keurendie later zijn ingebouwd. Een zwarte bladzijde in dieperiode was de brand op de Walrus en de politieke dis-cussie over de kosten van de boten die volgde. De Walruswerd gerepareerd en heeft intussen al heel wat missiesachter de rug. Met het politieke besluit om de

Walrusklasse door te laten varen tot 2005 is het bewijsgeleverd dat “wij” een knap staaltje werk geleverd heb-ben. Mijn plaatsing als oudste onderofficier TD aan boord vanHr.Ms. Zeeleeuw ervoer ik als een mooie combinatie vanzorg voor personeel en het technisch verantwoordelijke.In 1992 werd de boot ingezet in de Adriatische Zee ommaritieme eenheden te beschermen tegen een Servischeaanval. Dat was een bijzondere ervaring.Medio jaren negentig kreeg RDM de opdracht een offertete maken voor een onderzeeboot bedoeld voor export.RDM vroeg expertise van de KM en ik kreeg een plaat-sing bij DMKM als medewerker project definitie studievan de Moray onderzeeboten. Alle in de loop der jarenopgedane kennis en ervaring kwamen hier van pas.Resultaat: een dik document maar helaas geen gunning.Met veel plezier, tot slot, vervulde ik mijn plaatsing bijCZM personeel als loopbaan begeleider van de techni-sche dienst en later als P&O adviseur van Hr.Ms. ZevenProvinciën en Hr.Ms. Tromp. Het vinden van passendeoplossingen bij wensen van medewerkers binnen demogelijkheden van de organisatie was een grote uitda-ging.’

Was u veel van huis? Hoe werd dit ervaren?‘Bij de onderzeedienst was ik veel weg, variërend van 6 tot 16 weken, en maar met korte tussenpozen thuis.Zeker in de tijd van de Koude Oorlog werd een zwarewissel op bemanning en thuisfront getrokken. Mijn gezinheeft me vooral in de eerste jaren op varende plaatsingen

Foto’s collectie familie Arends

Naam : H.L. (Henk) ArendsGeboortedatum : 25 oktober 1953In dienst : 31 augustus 1970Uit dienst : 1 november 2007Laatste rang/functie : LTZT 2OC, P&O adviseur

Henk Arends

als zesjarig jongetje wist ik al tevertellen dat ik later bij de KM zou gaan

en wel bij de onderzeedienst!

Marineblad_kvmo_augustus 14-08-2011 13:24 Pagina 18

Page 19: Marineblad kvmo augustusMarineblad_kvmo_augustus 14-08-2011 13:22 Pagina 5. 6 PIRATERIJBESTRIJDING often former military, personnel and have a comprehen-sive legal department to provide

marineblad | augustus 2011

19

marineblad | augustus 2011

19

veel moeten missen. Tijdens mijn plaatsing in Rotterdamwas ik alleen in de weekenden thuis. Mijn vrouw Miriamheeft naast een baan in het onderwijs het gezin gerund enmij waar nodig gesteund. Ik heb kunnen rekenen op eenstabiel thuisfront, een basis om met een gerust hart vanhuis te zijn.’

Is de Marine ‘het onderwerp’ in de familie?‘Zeker omdat zoon Hans nu ook bij de onderzeedienstzit, is de KM meer dan eens onderwerp van gesprekbinnen ons gezin, maar ook vrijwilligerswerk voor deparochie, EHBO, mantelzorg en diverse maatschappelijkeaangelegenheden passeren de revue.Een veel besproken onderwerp – als echte Arends! – isonze passie voor roofvogels. Zoon Léon heeft de valkerijin ons gezin geïntroduceerd en mede door zijn enthousi-asme zijn we er allen mee bezig. In onze tuin wonen val-ken, uilen, haviken, buizerds en een steppearend. Devogels zijn handtam en getraind. Met Léon heb ik inEngeland de Lantra Award behaald en zo een proeve vanbekwaamheid afgelegd als valkenier. We werken mee aanprojecten waar langdurig zieke kinderen kennis kunnenmaken met de vogels, geven workshops en de uilen kun-nen worden ingezet voor het aanvliegen van trouwrin-gen, sleutels en geheugensticks.

Waarom bent u naar de KM gegaan?‘Als kind was werken bij de KM zeker geen droom van mij. Wel had ik sneleen voorkeur voor techniek. Na het behalen van mijn MAVO diploma, metspecialisatie basis elektrotechniek, ging ik naar de MTS. Op de informatie-dagen bleek er een mogelijkheid te bestaan, naast de “normale” inschrij-ving, te kiezen voor een vierjarige opleiding onder convenant met de KM,waardoor je meteen verzekerd was van een baan. Daar heb ik voor gekozenen daar is mijn Marine avontuur begonnen.’

Wat is u van uw KIM tijd bijgebleven?‘Mijn studieresultaten op de MTS waren boven verwachting, waardoor ik ervoor heb gekozen om verder te studeren. Uiteindelijk kwam ik in 2007 opvoor de verkorte opleiding tot officier TD aan het KIM. Die tijd staat me bijals een - zowel fysiek als mentaal - uitdagende periode, waarin hechtevriendschappen zijn ontstaan.’

Welke plaatsingen zijn voor u het meest bijzonder geweesttot nu toe? ‘Vanaf het begin wilde ik – naar goed voorbeeld – ook graag bij deOnderzeedienst werken. In 2008 ben ik, na een verkorte opleiding aan hetKIM, geplaatst aan boord van Hr.Ms. Walrus. Met die plaatsing en mijn hui-dige functie op de Bruinvis heb ik bereikt wat ik wilde: varen op onderzee-boten. Op zichzelf zijn deze plaatsingen al bijzonder genoeg voor mij.’

Bij het “wisselen van de wacht”, zoon Hans naar de KMen ik met LOM, is een staatsieportret van ons gezingemaakt met steppearend Steph.’

Wat is nog uw band met de KM? ‘Omdat de onderzeeboten tot 2025 blijven doorvaren,wordt er een instandhouding programma uitgevoerd (IP-Walrusklasse) en is mij verzocht na mijn LOM hetaccountteam onderwater bij het Marinebedrijf te komenversterken. Ik hou me bezig met de implementatie vandiverse modificaties zoals Veiligheidsaanpassingen Sonaren een belangrijke verbetering aan het ontsnappings-systeem.’

Hoe kijkt u tegen de Marine aan? ‘Ik vind de Marine nog steeds een prachtbedrijf waar ikanderen voor probeer enthousiast te maken. De KM gaatnaar mijn idee met zijn tijd mee en is technisch gezienzijn tijd ver vooruit. Helaas is de KM ook een politiekafhankelijk bedrijf waar draconische maatregelen hardaankomen. Maar met de inzet van marinepersoneelgesteund door hun achterban zie ik de toekomst nietsomber tegemoet.’

Naam : J.H. (Hans) ArendsGeboortedatum : 11 augustus 1983In dienst : 14 augustus 2007Huidige rang/functie : LTZT 2, OGHMD Hr.Ms. Bruinvis

Vader en zoon Arends.

Marineblad_kvmo_augustus 14-08-2011 13:24 Pagina 19

Page 20: Marineblad kvmo augustusMarineblad_kvmo_augustus 14-08-2011 13:22 Pagina 5. 6 PIRATERIJBESTRIJDING often former military, personnel and have a comprehen-sive legal department to provide

Bent u veel weg geweest?‘Ik ben inmiddels een aantal keren, ook voor langere peri-odes, van huis geweest en hoop dat er nog genoeg reizenin het verschiet liggen. Hoewel ik het als kind natuurlijkniet leuk vond als mijn vader weer ging varen, is er weleen leuke familietraditie uit ontstaan: het “doorzagen”van de reis door uit eten te gaan met de familie om te vie-ren dat de reis al voor de helft voorbij was. Deze traditiewordt door het thuisfront nog steeds in stand gehoudenwanneer ik op zee ben.’

Is de Marine het belangrijkste gespreks-onderwerp in de familie?‘Uiteraard is de Marine een veelbesproken onderwerpbinnen onze familie. Zeker sinds ik geplaatst ben bij deonderzeedienst en mijn vader werkzaam is bij de pro-ductgroep onderzeeboten van het Marinebedrijf. We heb-ben tijdens het werk wel eens met elkaar te maken ensoms nemen we dat ook mee naar huis.Maar zoals mijn moeder en broer altijd geïnteresseerd zijnin en betrokken zijn bij de Marine, geldt dat ook anders-om. Mijn moeder is werkzaam in het onderwijs, ook dat isthuis een veelbesproken onderwerp. Mijn broer is valke-nier, hij werkt met roofvogels. Een prachtige bezigheidwaar veelal ook de hele familie bij betrokken is.’

Kunt u misschien iets zeggen over verschillenof overeenkomsten tussen vroeger en nu?‘Uiteraard kan ik weinig zeggen over vroeger wat hetleven aan boord betreft. Wel zie ik zowel verschillen alsovereenkomsten in bijvoorbeeld het contact met hetthuisfront. Ik herinner me nog goed dat ik als kind nogeven snel mijn laatste belevenissen moest toevoegen aande brieven naar mijn vader, omdat de welbekende post-sluiting naderde. Ook was het leuk om een geschreven

brief of ansichtkaart te ontvangen. Tegenwoordig is er natuurlijke-mail. Veel eenvoudiger en jehebt regelmatiger contact.Hoewel, op de onderzeebotenzit daar soms ook zomaar vijfweken tussen de laatste en devolgende e-mail. Zo’n periodeherken ik weer van vroeger,tussen het ontvangen van brie-ven of kaarten.

Een duidelijke overeenkomstin het contact met thuis zijnde thuisfrontdagen. Als kindvond ik het geweldig om beel-den van mijn vader te zien alshij voor langere tijd naar zeewas. Nu is dat omgekeerd enzie ik aan boord de opnamesof foto’s van de goed georga-niseerde thuisfrontdagen.’

Heeft uw vader invloed gehad op uw keuzeom naar de Marine te gaan?‘Mijn ouders hebben me altijd vrij gelaten in mijn keuzevoor opleidingen en een baan.Toch heeft mijn vaders werk en alles er om heen natuur-lijk wel invloed op mij gehad. Begin jaren ’90 zijn voorhet TV programma Document opnames gemaakt aanboord van Hr.Ms. Zeeleeuw. In die documentaire werden

diverse bemanningsleden, waaronder mijn vader,gevolgd om een beeld te geven van het leven aan boordvan een onderzeeboot. Als kind heb ik die opnames vaakbekeken. Ik denk dat dat zeker invloed heeft gehad opmijn beroepskeuze.’

Hoe kijkt u tegen de Marine aan?‘Ik ben er trots op te werken voor een organisatie als deKoninklijke Marine, zeker als ik zie wat wij als klein landbereiken ten opzichte van onze “grote” bondgenoten.Helaas heeft Defensie en daarmee de Koninklijke Marinede laatste jaren behoorlijk wat capaciteit en ervaring ver-loren. Met de huidige bezuinigingsplannen zullen we ookeen grote stap “terug” moeten doen. Reden te meer om telaten zien wat we waard zijn met de capaciteit en deexpertise die we nog in huis hebben.’

De familie Arends.

XXXXXMARINEFAMILIE

20

met de huidige bezuinigingsplannenzullen we een grote stap “terug”

moeten doen. Reden te meer om telaten zien wat we waard zijn

Marineblad_kvmo_augustus 14-08-2011 13:24 Pagina 20

Page 21: Marineblad kvmo augustusMarineblad_kvmo_augustus 14-08-2011 13:22 Pagina 5. 6 PIRATERIJBESTRIJDING often former military, personnel and have a comprehen-sive legal department to provide

tieën en te veel (twee derde) slechtbestuurde landen;

• De internationale organisaties (VN,EU) komen niet toe aan hervormin-gen.

Het gaat vervolgens om de complexesamenhang en onderlinge relatie vande negen plagen. De enorme groeivan de wereldbevolking baart onszorgen. Van zeven naar negen miljardzielen is een van de hoofdstukken uithet boek. Het geeft aanleiding om ookte onderzoeken hoe het dan zal gaanmet de honger, ziekten en rampen inde wereld. De vluchtelingen komenuit conflictgebieden zonder effectiefbestuur en zij zullen met miljoenentegelijk naar gebieden gaan waar hetniet veel beter is. In die vaak slechtegebieden vallen de rampen overelkaar heen. Armoede, onvoldoendedrinkwater, zeer slecht milieu en geenbestuur. Ook hier zien we dat allesmet alles te maken heeft. Zwakbestuur is een geweldige hindernisals de mensheid naar de toekomstwil. Voorhoeve is kritisch naar de VNen EU en meent dat beide organisa-ties versterkt dienen te worden. Wat kunnen we zelf doen? Minder isbeter, meent Voorhoeve, ook als hetgaat om het gebruik van(fossiele)brandstoffen. In een apart hoofdstuklaat hij zien hoe je zelf heel praktischenkele forse energie besparendemaatregelen kunt nemen. Niet echtveel nieuws, maar Voorhoeve laat onsde keus om zelf een afweging maken.Voor de liefhebbers van tv en autoeen pijnlijk hoofdstuk.De hoofdstukken over bestuur (zwak-ke of kwaadaardige) gaan in op hetverbeteren van het bestuur waarbijaandacht wordt besteed aan het ver-breiden van parlementaire democra-tieën, betere voorlichting en onder-wijs voor iedereen. Democratie is zelf-beschikking en kan niet worden afge-dwongen, aldus Voorhoeve en hij ver-wijst verder naar de componenten dieRobert Dahl nodig acht voor eendemocratie. Er worden vele verwijzin-gen gegeven, waarbij maar weer eensduidelijk wordt dat alles met alles temaken heeft. Wat kan Nederland doen? In dit overi-gens bescheiden hoofdstuk klinkt deoud-politicus door. Hij stelt dat deNederlander beschikt over goedetiming, vakmanschap, gevoel voorcultuur en taal; eigenschappen dielanden en politici kunnen helpen zichte bewegen om bepaalde ideeën ver-der uit te werken. Het is moedig datVoorhoeve aandacht vraagt voor eendergelijke, andere benadering. Het iseen gemis dat hij niet verder ingaatop geld en macht.

De belangrijkste 30 conclusies enaanbevelingen worden overzichtelijkaan het einde nog eens samengevat.

Wellicht onvermijdelijk, maar hetboek bevat enige clichés, inkoppers,zo u wilt. Bijvoorbeeld: een sterkereVeiligheidsraad, met andere extraleden of de oprichting van een orga-nisatie van democratische staten.Maar ook meer vrijwilligerswerk, datwordt gesteund vanuit de regering. Negen plagen tegelijk geeft inzicht inde wereldproblematiek van vandaagen richt de blik op de toekomst. In deverschillende hoofdstukken laatVoorhoeve zien dat de ene plaagsamenhangt met de andere. Mondialeethiek en wereldburgerschap wordengenoemd. Hier en daar ademt het eensfeer van bijna Oosterse filosofie.

Voorhoeve’s schrijfstijl is helder enprettig. Hij wil niemand de les lezen,roept de lezer op om zelf beslissingente nemen en geeft door goede analy-ses en opmerkingen de lezer achter-gronden bij de complexe mondialeontwikkelingen. Hij heeft de zaken bijelkaar gezet, het overzicht van denoten in een etalage geplaatst vooreenieder die naar de toekomst zakenwil analyseren, veranderen, verbete-ren en toepassen. Soms is hij watlang van stof of valt hij in herhaling.In de conclusie had Voorhoeve meeraandacht kunnen geven aan het stre-ven naar Europese initiatieven doorstaten en individuen. Hier laat hij eenmooie kans liggen. Zijn oproep naarde internationale politiek, buiten-lands- en ontwikkelingsbeleid hadsterker kunnen worden aangezet, alsde schrijver in zijn analyse de zakensteviger met elkaar had verbonden.Zo kan Ontwikkelingssamenwerkingmeer aandacht krijgen als men hetaccent niet op het geld maar op en inde handen van vrijwilligers legt.

In enkele katernen laat Voorhoeveidealistische vrijwilligers hun verhaalvertellen. Een milieuactivist uitMexico, een gepassioneerde onderwij-zeres uit India zijn slechts twee voor-beelden. Deze katernen in het boekstemmen de lezer hoopvol. Of ze altijdinspireren? Ik vind het jammer datalle kaartjes in het boek in zwart-witzijn gedrukt. Sommige kaarten lijkendaardoor op zwart-wit puzzels en zijndan niet verhelderend. Ook de verwij-zing naar de site (sen-foundation.org) levert niet veelmeer kleurrijk materiaal op.

Negen plagen tegelijk is een inleidingvoor studies naar internationalebetrekkingen, maar evenzo heel goedbruikbaar in sociale en economischestudies en iedereen die zich persoon-lijk wat verder wil verdiepen in dehuidige mondiale problemen. Kortom,een zeer brede doelgroep.

H.J. Bosch bc.

Voor de huidige marineman/vrouw isde rib een bekend fenomeen, immersaan boord van de grotere schepenheeft dit type schip de sloep vervan-gen. Juist daarom is dit boek interes-sante lectuur. Het is voor de bespre-king ter beschikking gesteld door deKNRM, die ook veel typen ribs in haarvloot heeft.

In 1962 werd een internationaleschool met zes studiejaren in het StDonat’s Castle in Wales aan hetBristol Channel geopend: het AtlanticCollege. De auteur was een van deoprichters van het Atlantic College,later rector van deze school, en speel-de een belangrijke rol in de totstand-koming van de rib. Omdat de schooldirect aan het water is gelegen leekwatersport voor de hand te liggen.Echter, gezien de directe omgevingvan de school was dit alleen mogelijkals er een onzinkbare reddingsbootbeschikbaar was. Dit boek vertelt hetverhaal van de school en de ontwik-keling van deze reddingboot.In de 19e eeuw zijn de eerste proevenmet opblaasbare rubber vaartuigengeweest. Dit soort reddingsmiddelennamen een grote vlucht in de TweedeWereldoorlog in de uitrusting vanvliegtuigen. Pas in de jaren ‘60 kwamop het Atlantic College de ontwikke-ling van de rib op gang. In de loopvan de jaren zijn vele verschillendemodellen door de leerlingen gebouwd.Verschillende modellen zijn door deRoyal National Lifeboat Institition(RNLI) beproefd, wat weer tot verbe-teringen heeft geleid. Ondertussenzaten de leerlingen van het Collegenaast hun lessen niet stil; zij vorm-den de bemanning van een reddings-station van de RNLI en een CliffRescue Unit (het hele jaar door) en inde zomermaanden een reddingsbriga-de.

Als je een willekeurige Nederlandervraagt wat er mis is in deze werelden wat er aan gedaan kan wordendan zal hij enkele, en wellicht welalle, plagen die Joris Voorhoeve in zijnboek beschrijft opnoemen. Het bijzon-dere van Negen plagen tegelijk is hetfeit dat Voorhoeve in klare taal deplagen in een perspectief plaatst enkritische vragen stelt. De plagen krij-gen door hun verwevenheid een extradimensie. Zijn de plagen onherroepelijk en over-komen ze ons, zijn er misschien nogmogelijkheden het tij te keren?Hoopvol zijn de moedige pogingenvan verschillende personen die inkaternen worden gepresenteerd.Prettig leesbaar en actueel. Voorhoeve wil niet pessimistisch zijnmaar is ook niet optimistisch. Alsacademicus kijkt hij met een weten-schappelijke blik naar de werkelijk-heid. Ondanks de negen plagen diegepresenteerd worden is het boekgeen zware kost. Welke plagen hijnoemt?• De wereldbevolking en de enorme

‘scheefgroei’ naar 9.2 miljard men-sen in 2050;

• De honger in de wereld, bijna 1miljard mensen en het zou ergerkunnen;

• De ernstige ziekten (nieuwe enoude) en onbekende snel versprei-dende virussen;

• Het geweld, met name kans op bur-geroorlogen neemt toe, evenals ter-rorisme;

• De klimaat verandering en deachteruitgang van de natuur;

• De economie onder leiding vanslimme mensen die snel heel rijkwillen worden ten koste van allesen iedereen. Graaicultuur en win-sten privatiseren, verliezen socia-listisch spreiden;

• Het gevaar dat de wereld straksgeen energiebronnen meer heeft;

• De wereld telt te weinig democra-

Negen plagen tegelijk.Hoe overleven we de toe-komst?

Auteur : Joris VoorhoeveUitgever : Uitgeverij Contact,

2011Omvang : 367 blz.Prijs : € 24,95ISBN : 987 90 245 3463 2

The Rib, the rigid-hulledinflatable lifeboatAuteur : David SutcliffeUitgever : Granta Editions, 2010Omvang : 152 blz.Prijs : £ 15.00, excl. verpak-

king/verzending(paperback)

ISBN : 978.1.85757.101.1(hardback),978.1.85757.103.5(paperback)

marineblad | augustus 2011

2121BOEKEN

Marineblad_kvmo_augustus 14-08-2011 13:24 Pagina 21

Page 22: Marineblad kvmo augustusMarineblad_kvmo_augustus 14-08-2011 13:22 Pagina 5. 6 PIRATERIJBESTRIJDING often former military, personnel and have a comprehen-sive legal department to provide

22De grote doorbraak van de rib kwammet de Psychedelic Surfer, die in vijfweken door twee Nederlandse leerlin-gen is gebouwd. De PsychedelicSurfer was juist op tijd klaar voor derace rond Groot-Brittannië in 1969.Zij was de sensatie van deze wed-strijd en tegen de verwachting inheeft zij de wedstrijd volbracht.Hiermee werd dit type schip op dekaart gezet en wel speciaal als red-dingsboot. Uiteindelijk verkreeg deRNLI in 1970 haar eerste B-classAtlantic reddingsboot (dit type wasvernoemd naar het Atlantic College).In 1971 werd een Atlantic 21 boot opeen internationale reddingsboot con-ferentie in de VS getoond. Spoedighierop hebben de (toen) tweeNederlandse reddingsmaatschappijenook dit type schip in hun vloot opge-nomen. Het grootste deel van de vlootvan de KNRM bestaat nu uit dit typeschepen.

Het boek is in het Engels geschrevenmaar is gemakkelijk leesbaar.Wanneer je er aan begint valt hetmoeilijk opzij te leggen. Kortom: vanharte aanbevolen.

Mr. O.W. Borgeld

nis van de handel tussen Nederlanden de Atlantische wereld. Aansluitendverscheen de publicatie Les Pays-Baset l’Atlantique onder redactie van PietEmmer, Didier Poton de Xaintraillesen François Souty. Een jaar later is deze uitgave volledigbewerkt, herschreven en opnieuwgeïllustreerd voor de Nederlandstaligemarkt. De bundel bevat 28 bijdragenvan Franse, Nederlandse, Portugeseen Canadese historici, allen deskun-dig op het gebied van de Atlantischemaritieme geschiedenis.

Het Atlantisch avontuur vanNederland in de 16e en 17e eeuwspreekt niet erg tot de verbeelding. Integenstelling tot het succesvolleoptreden van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) in Aziëontbraken in de Atlantische regiogrote wapenfeiten, indrukwekkendehandelsprestaties en de blijvendecreatie van een groot koloniaal rijk.Allereerst bleek de West-IndischeCompagnie (WIC) contraproductief.Individueel optredende kooplieden eninvesteerders boekten meer succes-sen dan de WIC. Bovendien zette deWIC te hoog in met de verovering vandelen van Brazilië. Rond 1650 washet al afgelopen met de opbouw vaneen Nederlands Atlantisch rijk. OokFrankrijk slaagde er niet in een grotevestigingskolonie in de Nieuwe Wereldte stichten. Wel was Frankrijk succes-voller dan Nederland in de uitbouwvan het plantagesysteem in hetCaribisch gebied. Aan het einde vande 18e eeuw maakten echter slaven-opstanden hieraan echter een einde.In het Atlantische gebied warenNederland en Frankrijk in vergelijkingmet Portugal, Spanje en Groot-Brittannië de verliezers.

Frankrijk was in de beginjaren vanzijn Atlantische expansie niet in staatom zelf de aan- en afvoer van pro-ducten volledig te beheersen. Dankzijde aanwezigheid van diverseNederlandse handelsnetwerken in LaRochelle, Bordeaux, Nantes enMarseille leverden Nederlandse koop-lieden lange tijd de benodigdescheepsruimte. Ook in latere jarentoen de Franse overheid de eigenhandel steeds meer afschermde, ble-ven in tijden van oorlog de neutraleNederlandse vrachtvaarders onmis-baar voor de Franse kolonisten.

De auteurs beschrijven allerlei facet-ten van de Nederlandse cultuur, zee-vaart, handel en kolonisatie in hetAtlantisch gebied. Aan de orde komenonder andere de zeehandel metAtlantisch Frankrijk, de hugenoten,het havengebied van Brouage, hetbeleg van La Rochelle, het aandeelvan Nederland in de slavenhandel,Johan Maurits als gouverneur-gene-

raal van Nederlands-Brazilië,Nederlandse beleggingen inSurinaamse plantages en deHollandse, Vlaamse en Franse visserijin Noord-Amerika.Voor geïnteresseerden in marinege-schiedenis zijn vooral de hoofdstuk-ken over de Watergeuzen in LaRochelle, Piet Hein, admiraal van deWIC en de Nederlandse zeelui enambachtslieden in de 17e eeuw vanbelang.

Het Atlantisch Avontuur is een schit-terend geïllustreerde uitgave met veelvoor Nederlanders onbekend (Frans)beeldmateriaal. Daarnaast geven metname de bijdragen van de Fransehistorici een verrassende en somsnieuwe kijk op de economische ver-wevenheid van Frankrijk en Nederlandin het Atlantisch gebied.

A.P. van VlietNederlands Instituut voor MilitaireHistorie

Het boek begint met een korte uiteen-zetting van de KM tijdens het inter-bellum. Dat verliep van het idee dateen voor haar taak berekenede zee-macht verspilling was van belasting-geld tot het vlootplan Deckers uit1938-1939. In vier alinea’s wordt ver-volgens de mobilisatie en de oorlog inNederland genoemd, gevolgd door deKM in het Verenigd Koninkrijk, destrijd in Nederlands Indië en de perio-de na 1942.Vele lezers van het Marineblad zijnmin of meer bekend met de verrich-tingen van de KM in de TweedeWereldoorlog. Maar welk beeld moetmen zich voorstellen bij Hr.Ms. DouweAukes, Hr.Ms. Flores of Hr.Ms.Marken? Dit boek geeft hier een ant-woord op. Daarnaast wordt er ook noginformatie verschaft van schepen dieonder commando van de KM hebbengeopereerd, maar toch geen marine-schepen waren. Zoals bijvoorbeeld dePancius, Op Ten Noord, Lauwerzee ofPrincess Beatrix.

Van Willigenburg heeft een enormetaak afgerond, alle schepen van deMarine, verouderd, operationeel ofmin of meer in aanbouw zijn in ditboek opgenomen. Hierbij zijn verticaleen horizontale schetsen alsmede(vele onbekende) foto’s als illustratiegebruikt, in veel van de schetsen zijncamouflage patronen aangegeven.Naast deze illustraties zijn ook ver-schillende technische details ver-meld. Dit visuele deel maakt hetboekt erg interessant maar geefttevens blijk van de enorme moeite diede auteur heeft gedaan om de KMrond de Tweede Wereldoorlog te por-tretteren. Hier is hij zeker ingeslaagd!

Van alle schepen is een kortebeschrijving opgenomen. Meestal isdeze juist maar soms helaas niet. Zois Hr.Ms. Friso niet door de eigenbemanning tot zinken gebracht maardoor een Duitse luchtaanval.De waarde van dit boek ligt niet in debeschrijving van activiteiten van deschepen, want dat hebben Bezemeren Bosscher uitgebreid gedaan, maarin de vele voortreffelijke afbeeldin-gen. In dit boek is het varend materi-eel op een consistente wijze grafischin beeld gebracht en daarom kan ikhet van harte aanraden.

Mr O.W. Borgeld

In het kader van de viering van de500ste geboortedag van reformatorJohannes Calvijn (1509-1564) reali-seerde het museum La Halle auxVivres te Brouage in 2009 de ten-toonstelling ‘Brouage et les Pays Bas,le monde Atlantique’. In deze ten-toonstelling lag het accent op degevolgen van de Reformatie op deontwikkeling van de internationalebetrekkingen, op de expansie naar de‘Nieuwe Wereld’ en op de geschiede-

Atlantisch Avontuur. DeLage landen, Frankrijken de expansie naar hetwesten, 1500-1800

Redactie : Piet Emmer, Henk denHeijer en Louis Sicking

Uitgever : Walburg Pers, Zutphen2010

Omvang : 255 blz.Prijs : € 49,50 ISBN : 978 90 5730 681.5

NederlandseOorlogsschepen 1940-1945

Auteur : Henk van WilligenburgUitgever : Lanasta Emmen, 2010Omvang : 144 blz. Prijs : € 32,95ISBN : 978-90-8616-058-7

BOEKEN22

Marineblad_kvmo_augustus 14-08-2011 13:24 Pagina 22

Page 23: Marineblad kvmo augustusMarineblad_kvmo_augustus 14-08-2011 13:22 Pagina 5. 6 PIRATERIJBESTRIJDING often former military, personnel and have a comprehen-sive legal department to provide

Hoe kwam u destijds tot de keuze om naar de KM te gaan?‘Ik ben opgegroeid te midden van marineverhalen over mijn marine-oom,KTZ-vlieger (MLD) Step Rombeek. De kleine zeeslag bij Kaap Vlakke Hoek inNederlands Nieuw-Guinea in januari 1962 maakte mij extra betrokken. Medio1964 deed ik mee aan een “Zonengrenzfahrt” in Duitsland voor middelbarescholieren met een geschiedenisknobbel. Die reis concretiseerde de KoudeOorlog. Ik wilde hierna naar de Marine.’

Tijdens uw loopbaan heeft u als taris enkele bijzondereplaatsingen meegemaakt. Kunt u daar wat over vertellen?‘Mijn operationele blik werd bepaald door mijn eerste drie plaatsingen aanboord van Hr.Ms. Zeven Provinciën, van 1968 tot en met 1973. Ook de wal-logistiek kreeg ik in die jaren onder de knie. ME Amsterdam medio 1970 waseen wonderlijke wereld met veel civiele contacten. Ik begon “in eigen tijd”met mijn studie politicologie aan de Vrije Universiteit. Op aanwijzing van deVlagofficier Personeel kon ik in 1976 de vierjarige doctoraalstudie“Internationale betrekkingen” doen. Het laatste studiejaar heb ik op verzoekvan de Inspecteur Onderwijs Zeemacht aan onderzoek naar de Sovjet-mari-tieme expansie besteed. Deze studie is bepalend geweest in mijn carrière. Van maart 1982 tot oktober 1986 deed ik mijn best om op het KIM adelbor-sten de politieke context van het officierschap bij te brengen. Het lukte poli-tiek-militaire diplomatie in het tactisch onderricht aan vijfdejaars zeedienst teintroduceren en op de tactische vloer. In 1984 organiseerden we een symposium over de maritieme expansie van deSovjet-Unie, dat nogal wat rumoer veroorzaakte binnen de marineleiding. In oktober 1986 werd ik geplaatst a/b van Hr.Ms. De Ruyter, als HLD/SOLD.We beproefden nieuwe methoden van “expeditionaire logistiek”. Het wasbizar om tijdens de unieke NAVO-najaarsoefening in 1987 (“combined/joint”land-lucht-zeemacht) in Tom Clancy’s toen nieuwe boek ‘Red Storm Rising’het geheime scenario te lezen dat we aan het beoefenen waren.

Eind maart 1988 werd ik in Malaga opgeroepen naar Den Haag te gaan vooreen plaatsing bij de Defensiestaf/Nationale Plannen: wapenbeheersing enOost-West onderhandelingen. De besprekingen tussen de NAVO en hetWarschaupact in de jaren 1988 tot 1990, over conventionele wapenreductiesin Europa en in breder verband over militaire “vertrouwenwekkende maatre-gelen”, vergden dienst in Den Haag, Brussel en Wenen. Adviseren en onder-handelen over de Nederlandse inbreng bleek af en toe een persoonlijk mij-nenveld. De eerste herstructurering post-Koude Oorlog van de krijgsmachtriep emoties op tot op het niveau van bevelhebbers. Met de delegatie van Buitenlandse Zaken reisde ik eind 1990 naar Parijs voorde topconferentie die de Koude Oorlog beëindigde. In januari 1991 kon ik weer naar zee, aan boord van Hr.Ms. De Ruyter als vlaggen-schip tijdens Stanavforlant. Vanwege de strijd in het Midden-Oosten (Irak-Kuwait) bleven we in Europese wateren. Enerverende momenten ontstonden indat jaar vooral door het uiteenvallen van het Warschaupact in juli, de misluktestaatsgreep tegen Gorbatsjov in Moskou in augustus en het begin van het uit-eenvallen van de Sovjet-Unie begin september. Stanavforlant opereerde toen inde Oostzee en de Noordelijke wateren; je proefde de volstrekt nieuwe situatiebij ontmoetingen op zee met schepen van voormalige Warschaupact-landen.

(foto’s collectie auteur)

Naam : Drs. M.H.H. (Ries) de WeerdGeboren : 23 april 1946 te Leerdam In dienst : 7 september 1965Uit dienst : 1 september 1999 Laatste rang : kapitein ter zee (A)

marineblad | augustus 2011

23TERUGBLIKKEN MET

Marineblad_kvmo_augustus 14-08-2011 13:24 Pagina 23

Page 24: Marineblad kvmo augustusMarineblad_kvmo_augustus 14-08-2011 13:22 Pagina 5. 6 PIRATERIJBESTRIJDING often former military, personnel and have a comprehen-sive legal department to provide

XXXXX

In juli 1992 werd ik teruggeroepen naar de Defensiestaf en aange-steld als Hoofd Militair Strategische Aangelegenheden bijInternationale Plannen & Samenwerking. Nucleaire zaken, interna-tionale defensiebetrekkingen met vooral voormalige Warschaupact-landen en het ontwikkelen van concepten voor crisisbeheersing (deburgeroorlogen in voormalig Joegoslavië waren begonnen) werdenmijn hoofdtaken. In het kader van het contra-proliferatiebeleid vande NAVO raakte ik al spoedig actief betrokken bij de herstructure-ring van NAVO’s tactisch-nucleaire strijdkrachten en de [tactische]

verdediging tegen ballistische raketten, afgekort TMD. Ik stelde voorserieus te overwegen de aankomende LC-fregatten toe te rustenmet een TMD-capaciteit. Het Hoofd NAVO Plannen raakte enthou-siast en heeft TMD in zijn verdere carriëre binnen de KM handen envoeten gegeven. Minister Ter Beek was “in”. In Moskou presenteer-de ik in november 1993 op de eerste BMD- (Ballistic Missile Defence)conferentie de CDS-visie op contraproliferatie en samenwerking. In maart 1994 kwam de post vrij van militair adviseur bij deNederlandse [politieke] NAVO-delegatie in Brussel, de keuze vielop mij. Drie hectische jaren met als speerpunten: crisisbeheersing(voormalig Joegoslavië en NAVO-oefeningen), nucleaire planningen strategie, contraproliferatie/TMD, te midden van een baaierdaan advies- en ondersteuningsactiviteiten. De val van Srebrenicain juli 1995 is nog steeds een kras op mijn ziel. Het onderwerp“maritieme TMD” kreeg ik op de agenda, ook bij (het land/lucht-macht gedomineerde) SHAPE, het Supreme Headquarters AlliedPowers Europe. Eind 1994 presenteerde ik op de tweede BMD-conferentie in Moskou namens de Internationale Staf de “NATOview on proliferation” met mogelijkheden tot samenwerking.’

Wat zijn voor u de high-lights in uw loopbaan?‘Mijn eerste zeegaande HLD-schap, als eskaderintendant expedi-tionaire logistiek beproeven in 1987, het cum laude afstuderen enmij als “taris” daardoor kwalificeren voor functies bij deDefensiestaf en in Brussel, hebben vooral veel voldoening gege-ven. Zeer bijzonder was het oog in oog staan met Gorbatsjov in1990 in Parijs en de opmerkelijke publicatie in “Rode Ster” in april1994 van mijn voordracht “Coöperative Counterproliferation”(Moskou 1993), evenals betrokkenheid bij de nucleaire afbouw inde voormalige Sovjetrepublieken en nucleaire herstructureringaan onze kant. Maritieme TMD (KM) instigeren, ook in Brusselwat met name een opwindende tijd was. Voor mijn afscheid opzee in juli 1999 vroeg CFregron om een actueel thema: voor colle-ga’s ontvouwde ik ideeën over “De KM en EU macht ter zee”.

Toen nog vloeken in de NAVO-kerk, sinds jaren alweer leveren wecommando-eenheden voor EU-taakgroepen.’

En de mooiste momenten bij de Marine?‘Mijn beëdiging in 1968, de verrassende benoeming tot officier inde orde van Oranje-Nassau met de zwaarden op 29 april 1991 inLiverpool en het uiteten bij de CDS in 1999.’‘Na mijn LOM ben ik nog een paar keer meegeweest op openvaardagen. Het LCF Hr.Ms. De Zeven Provinciën kon natuurlijkniet ontbreken. Mijn oudste zoon verliet de KM in 2006: “Papa,de marine is niet meer zoals jij haar kende”. Tja, zo gaat dat.’

Hoe heeft uw gezin uw loopbaan ervaren?‘We waren een zeemansgezin, ik was veel in het buitenland. Ikkende mijn vrouw al een jaar voor ik naar het KIM ging. We heb-ben alles samen meegemaakt in wel en wee. Van de opgroeiendekinderen heb ik veel gemist. Als je geen partner hebt die vierkantnaast je staat, de kinderen een warm nest geeft en met je optrekt,dan kun je het schudden. Mijn oudste zoon, hij is acht jaar mari-neofficier geweest, heeft wel eens aan zijn moeder gevraagd:“Houdt papa wel van jou, mama?” Haar antwoord: “Papa houdtvan mij en van de zee”.’

Wat bent u na uw leeftijdsontslag gaan doen?‘Kerkelijk was ik altijd al actief. In 1998 werd ik KM-vertegenwoor-diger in de Raad voor Kerk en Krijgsmacht ten behoeve van degeestelijke verzorging en lid van het interkerkelijk overleg tussenoverheid en defensie. In die tijd ben ik tot 2004 IKV-beraadslidgeweest en schreef ik mee aan de brochure “HumanitaireInterventie” voor de “maatschappelijke discussie Defensie” in

2000. In de PKN-werkgroep “Vredesvraagstukken” had ik inbrengin de kerkelijke terrorismediscussie. Vanaf 2002 tot in het voorjaarvan 2011 was ik kerkenraadslid van de Lutherse gemeente DenHaag, afgevaardigde naar de Haagse protestantse classis (regiona-le vergadering) en lid van de Generale Synode PKN.’

Welke vaardigheden uit uw marinetijd komen u nunog van pas?‘Snel je gedachten ordenen en een probleemveld doorgronden,hoofd- en bijzaken kunnen scheiden, sterke en zwakke puntenvan jezelf en je genoten een plek geven, maatjesgeest uitstralen,enthousiasmeren om een klus te klaren, niet zenuwachtig wordenbij zwaar weer. Nooit een rol spelen, onderofficieren en man-schappen prikken daar binnen een dag doorheen. Niettemin, aanboord is mij in “de Gouden Bal” al vroeg bijgebracht: “een onskomedie is meer dan een kilo verstand”.’

Heeft u nog een goed advies voor de marineleiding?‘Geen advies. De Nederlandse geschiedenis leert, dat ieder tijd-perk zijn eigen marine baart. Wel een punt van interesse. Ik las inhet Marineblad van mei jl. dat Defensie verder wil investeren inhet Tactical Ballistic Missile Defence-programma (TBMD). De vierLC-fregatten kunnen hiervoor worden toegerust. Goed plan, ook(internationaal) politiek. Ik wens de KM het beste.’ �

TERUGBLIKKEN MET

de val van Srebrenica in juli 1995 is nog steeds een kras op mijn ziel

24

Marineblad_kvmo_augustus 14-08-2011 13:24 Pagina 24

Page 25: Marineblad kvmo augustusMarineblad_kvmo_augustus 14-08-2011 13:22 Pagina 5. 6 PIRATERIJBESTRIJDING often former military, personnel and have a comprehen-sive legal department to provide

HISTORIE

De ondergangvan Hr.Ms. K-16 Treft de commandant enige blaam?Dit jaar is het 70 jaar geleden dat op Eerste Kerstdag 1941, na een succesvolle actie op de

Noordkust van Borneo de avond tevoren, Hr.Ms. K-16 werd getorpedeerd door de Japanse

Onderzeeboot I-66, waarbij alle opvarenden sneuvelden.

KTZ KMR R. van Rooijen

Onderzeeboot Hr.Ms. K-16 (1934-1941) (NIMH)

Door tijdgenoten van de commandant van de K-16, maarook later, is kritiek geuit op zijn handelwijze na zijn suc-cesvolle aanval op die Kerstavond, als zou die mogelijktot de ondergang van de K-16 hebben geleid. Naar mijnmening volkomen onterechte kritiek.

Onderstaand artikel is een sterk verkorte versie van eenuitgebreide analyse die ik heb gemaakt met betrekkingtot de ondergang van Hr.Ms. K-16.1

Om een beter inzicht te krijgen in de bewegingen van deK-16 heeft de analyse heeft zich niet alleen toegespitst opde K-16 en haar fatale ontmoeting met de I-66 maar is inhet bredere verband getrokken van de verrichtingen vande Derde Divisie Onderzeeboten (DOZ 3), bestaande uitHr.Ms. K-14, K-15 en K-16.2

Wat vooraf gingOp 20 december dirigeert de Commandant ZeemachtDOZ 3 naar de Westkust van Borneo, waarbij 1 boot doorde Api-passage naar een patrouille gebied Noord vanBorneo moet opstomen. Tevens wordt de order gegevende vijand aan te vallen. Daarop geeft CDOZ-3 aan dat deK-14 door de Api-passage gaat, terwijl de K-15 en 16patrouillegebieden ten westen van de Api-passage krijgentoegewezen. In de loop van 23 december meldt CZM driegrote kruisers en een jager op een Zuidwestelijke koersongeveer 100 mijl ten Noorden van Kuching en geeft aandat de aanval hierop prioriteit heeft. Hierop gaan de K-15en 16 in opmars naar de Api-passage.

Ondertussen weet de K-14, in haar patrouillegebiedNoord van Kuching, in nauwe samenwerking met deNederlandse vliegboot X-35 contact te maken met de �

marineblad | augustus 2011

25

Marineblad_kvmo_augustus 14-08-2011 13:24 Pagina 25

Page 26: Marineblad kvmo augustusMarineblad_kvmo_augustus 14-08-2011 13:22 Pagina 5. 6 PIRATERIJBESTRIJDING often former military, personnel and have a comprehen-sive legal department to provide

HISTORIE26

Japanse invasievloot. Op basis van het verkenningsbe-richt van de X-35 verstuurt CZM op de 23e in de middageen vijandsmelding dat 2 kruisers, 3 jagers en 10 koop-vaarders zijn verkend in een positie ongeveer 70 mijlNoord van Kuching op een zuidelijke koers en geeftDOZ3 opdracht aan te vallen. Vervolgens vraagt CDOZ3aan DOZ3 hun positie, waarna de K-15 en 16 melden bijhet eiland St Petrus in de aanloop naar de Api-passage tezijn. ’s Avonds meldt de K-16 Tandjung Datu (en dus deApi-passage) te zijn gepasseerd, terwijl uit het scheeps-journaal blijkt dat de K-15 Tg Datu ongeveer drie kwar-tier later heeft gepasseerd. Uit niets is gebleken dat de K-15 en 16 zich bewust waren van elkaars nabijheid.

Inmiddels heeft de K-14 ongeveer een uur voor zons-ondergang een nieuwe positie, koers en vaart van hetJapanse konvooi gemeld, waarna CZM de K-14 (de vrijoverbodige) opdracht geeft aan te vallen. Een aanval dietot het uiterste wordt doorgezet en die bijzonder succes-vol is. Ongeveer 2 uur na afloop van haar actie verstuurtde K-14 een aanvalrapport waarin zij meldt bij Serawak3 grote Japanse transportschepen en een tanker tot zinkente hebben gebracht, waarbij alle torpedo’s zijn verscho-ten.3 Verder wordt gemeld dat de rest van het konvooi bijSerawak ten anker ligt en dat de K-14 voornemens isterug te keren naar Soerabaja. De K-15 en 16 wordtopdracht gegeven de aanval voort te zetten.

Gebeurtenissen op 24 december 1941, de K-16valt aanOp de Hondenwacht van 24 december verlaat de K-16 deApi-passage nabij Tg Datu en is in opmars naar de

Japanse invasievloot nabij Kuching. Onwetend vanelkaars nabijheid rondt de K-15 ongeveer drie kwartier nade K-16 Tg Datu en gaat naar een gebied NNO vanKuching. Op de Dagwacht bereikt de K-15 haar patrouil-legebied, wordt overdag onderwater gepatrouilleerd en

worden verschillende schepen op grote afstand waarge-nomen. Tijdens de Achtermiddagwacht wordt een aanvaluitgevoerd op een Japanse jager die echter mislukt doorafdraaien van de jager. Na zonsondergang wordt boven-water gepatrouilleerd terwijl de batterij wordtopgeladen.4 Inmiddels is de K-16 rond het middaguur deinvasievloot genaderd en wordt een vijandsmelding ver-stuurd waarin ongeveer 10 transportschepen, twee torpe-dojagers en een watervliegtuigmoederschip wordengemeld nabij Tg Sipang (Kuching). De K-16 geeft aan nadonker te zullen aanvallen.

Het lijkt aannemelijk dat de K-16 na het verlaten van deApi-passage een ten opzichte van de K-15 meer Westelijkpatrouillegebied nabij Tg Sipang heeft gekozen (globaalWest van de meridiaan van Tg Sipang, 110-20E). Aan het begin van de Eerste wacht ziet de K-15 in hetNoorden een grote vuurzuil en vermoedt dat er een ben-

tijdens de Achtermiddagwacht wordteen aanval uitgevoerd op een Japanse

jager die echter mislukt door afdraaienvan de jager

Onderzeeboot Hr.Ms. K-16 (1934-1941) bij aankomst te Soerabaja. Op de achtergrond een mijnenveger. (NIMH)

De ondergang van Hr.Ms. K-16

Marineblad_kvmo_augustus 14-08-2011 13:24 Pagina 26

Page 27: Marineblad kvmo augustusMarineblad_kvmo_augustus 14-08-2011 13:22 Pagina 5. 6 PIRATERIJBESTRIJDING often former military, personnel and have a comprehen-sive legal department to provide

marineblad | augustus 2011

27

zine schip is getorpedeerd. Even later ziet de K-15 eenjager in rook en vlammen staan, terwijl bij een tweedejager ontploffingen als kanonvuur worden waargenomen.De K-15 meldt aan CZM (info K-16) dat zij om 19.50 uureen Japanse jager door artillerievuur vernietigd ziet wor-den en vraagt welke geallieerde strijdkrachten er bijSerawak zijn. Ruim een uur later meldt CZM dat hemniets bekend is van geallieerde strijdkrachten bij Serawak.

Rond middernacht (24-25 dec) verstuurt de K-16 een aan-valsbericht aan CZM, CDOZ3 en Eskader dat zij 1 torpe-dojager type Amagiri tot zinken heeft gebracht en dat eenaanval op een tweede jager is mislukt. Verder meldt zijtweemaal met dieptebommen te zijn bestookt welke vermis waren. De K-16 geeft verder aan dat aanvallen op detransportschepen niet meer mogelijk zijn i.v.m. ligging opondiep water en patrouillerende jagers en tevens dat nog8 torpedo’s resteren. Na haar aanval heeft de K-16 zichvermoedelijk op een NNW koers teruggetrokken naardieper water. Uit officiële gegevens is vast komen te staandat de tot zinken gebrachte jager de Sagiri was en datdeze op 30 mijl ten Noorden van Kuching is gezonken.

Inschatting van de gebeurtenissen op 25 december 1941. I-66 torpedeert K-16Ter voorbereiding van de aanval op Borneo, teneinde deolievelden in handen te krijgen, wordt van de 5e “Butai”onderzeeboten de 30e groep bestaande uit I-65 en I-66

vanuit Camrahn-bay (Vietnam) naar Borneo gedirigeerdom de situatie nabij Kuching te verkennen.

Volgens Japanse bronnen zouden op 23 en 24 decemberdoor de I-65 twee onderzeeboot detecties zijn gemeld(mogelijk de K-14 respectievelijk K-15 of 16) waarbij hetniet tot een aanval komt. Even na middernacht van 24 op25 december zou een bericht aan de I-66 zijn gezondenalert te zijn op enige ontmoeting met een Nederlandseonderzeeboot.

Uit verschillende Japanse documenten blijkt dat op 25 december om 11.45 uur (Japan Standard Time = 10.15 lokaal):

‘I-66 sighted 35º starboard 5.0 km one large surfacenavigating sub, and commenced attack movement,and 11.58 (JST) fired one torpedo. After torpedo’s run-ning time she heard explosive sound, and confirmedhit.’

Deze aanval wordt per bericht om 13.20 (JST) door de I-66 gemeld. Na haar aanval op de Sagiri en Murakumo op dePlatvoet/Eerste wacht van 24 december is het laatstelevensteken van de K-16 haar aanvalsbericht dat zij onge-veer drie uur na haar actie heeft verzonden. Uiteraard isniet bekend wat zich heeft afgespeeld aan boord van deK-16 in de periode na haar aanval tot het moment vanhaar ondergang. Desondanks is het mogelijk een berede- �

Overzichtskaart van de Derde Divisie Onderzeeboten. (Dienst de Hydrografie)

Marineblad_kvmo_augustus 14-08-2011 13:24 Pagina 27

Page 28: Marineblad kvmo augustusMarineblad_kvmo_augustus 14-08-2011 13:22 Pagina 5. 6 PIRATERIJBESTRIJDING often former military, personnel and have a comprehen-sive legal department to provide

HISTORIE28

neerde inschatting te geven van hetgeen waarschijnlijkdie (halve) dag zou kunnen zijn gebeurd.Na haar aanval op de Sagiri en Murakumo en de tegen-aanval van de Murakumo op de K-16, heeft deze zichvermoedelijk in eerste instantie met middelmatige vaart(4 - 6 knopen) onderwater in een Noordelijke richting uithet actiegebied teruggetrokken. Vervolgens zal zij boven-water zijn gekomen om de batterij te laden, waarbijtevens van de gelegenheid gebruik is gemaakt haar aan-valsbericht te verzenden. In dit bericht rapporteert zij,naast het melden van de aanval, dat aanvallen op detransportschepen niet meer mogelijk zijn in verband metde ligging op ondiep water en de patrouillerende jagers.Ook geeft zij haar torpedorestant van 8 torpedo’s op. Dit bericht kan worden gezien als een verzoek om orders.Enerzijds geeft de K-16 aan dat de belangrijkste doelenonbereikbaar zijn, anderzijds dat zij nog over een aan-zienlijke voorraad torpedo’s beschikt. In afwachting vaneventuele orders zal de K-16 haar opties open hebbenwillen houden: enerzijds gedurende de dag een afwach-tingspositie innemen ten Noorden en buiten het Japansejagerscherm om zo nodig in de avond of nacht een nieu-we poging te wagen de transportschepen alsnog aan tevallen. Anderzijds een positie in de aanloop naar de Api-passage in het geval dat zij zou worden teruggeroepen.

In elk geval is de K-16 om 11.45 (JST = 10.15 lokaal) doorde I-66 bovenwater varend verkend en 13 minuten latergetorpedeerd en tot zinken gebracht, globaal 60 mijl NWvan Kuching.

Om 10.51 uur zendt CZM een Hulde sein aan de K-16 enom 11.25 uur, ongeveer 12 uur na het laatste bericht vande K-16, de order om terug te keren naar Soerabaja. In zijn dagboek tekent de Chef Staf van het Eskader op 24 december onder andere op:

‘K-16 meldt ’s avonds 1 jager type Asashio getorpe-deerd en 1 gemist; door dieptebommen aangevallendoch ver mis, nog slechts 8 torpedo’s over. Ik bel ’s nachts DDM op om te zeggen dat het thans aanCZM order aanvallen in te trekken, aangezien deze deorder gaf.5 Cdt K-16 (Jarman) meldt nl. dat trans-portsch. onbereikbaar wegens te geringe diepte. Hetsein van Jarman was van 12u HW. Ik belde op (25 dec)±01.30. Het sein van CZM tot terugroepen eerst (25 dec) 12.00 verzonden. Men heeft de nacht voorbijlaten gaan om hem terug te laten keren, zeer te betreu-ren, en wederom een fout in de bevelstechniek.’

Treft de commandant enige blaam voor deondergang van zijn boot?Er is van verschillende kanten, zowel tijdens de oorlogals daarna, gesuggereerd dat de commandant van de K-16 een onnodig risico heeft genomen en daarmee zijnboot in groot gevaar heeft gebracht door kort na zijn aan-val op de Sagiri en Murakumo zijn aanvalsbericht te ver-zenden. Zo schrijft Dr. Ph.M. Bosscher in 1986:

‘Ik meen te kunnen stellen dat onder de gegevenomstandigheden door het ondernemen van dit soortaanvallen op zichzelf geen niet te verantwoorden risi-

co’s zijn genomen.6 Dit laatste is wel gebeurd in hetgeval van de actie van de K-16 voor de kust vanSerawak. Door zijn succes te melden zo kort nadat hetwas behaald en terwijl hij zich bij de vijandelijke for-matie ophield heeft de commandant zijn boot – helaasmoet ik toevoegen onnodig – in groot gevaargebracht. Toen de marinestaf te Batavia hierop wasgeattendeerd was de reactie van die zijde – eveneensonnodig – traag. Of, en zo ja in welke mate, een enander mede de ondergang van de K-16 heeft veroor-zaakt zal wel nooit meer kunnen worden vastge-steld.”7

Dat de commandant van de K-16 zijn boot in grootgevaar zou hebben gebracht door kort na zijn aanval opde Sagiri en Murakumo zijn succes te seinen terwijl hijzich nabij de vijandelijke formatie ophield en dat hij daar-mee in eniger mate de ondergang van zijn boot zou heb-ben veroorzaakt, wordt door mij in het geheel niet onder-schreven en is in feite een, in mijn ogen, volkomen onte-rechte beschuldiging.8 Uiteraard brengt het seinen dooreen onderzeeboot een bepaald risico met zich mee. Echterdit risico hebben de commandanten van de K-14 en K-15in gelijke of zelfs nog veel grotere mate genomen, terwijlover hen (omdat zij wel terugkwamen van hun patrouil-le?) niet het oordeel is geveld dat zij hun boot daarmee ingroot gevaar hebben gebracht.

Bosscher stelt in een noot dat ook de K-14 na haar aanval-len haar succes kort daarop in een radiosein meldde,maar dat aangenomen mocht worden dat deze, in tegen-stelling tot de K-16, zich al vrij ver van het actieterrein

LTZ 1 L.J. Jarman, Commandant Hr.Ms. K-16. (NIMH)

De ondergang van Hr.Ms. K-16

Marineblad_kvmo_augustus 14-08-2011 13:24 Pagina 28

Page 29: Marineblad kvmo augustusMarineblad_kvmo_augustus 14-08-2011 13:22 Pagina 5. 6 PIRATERIJBESTRIJDING often former military, personnel and have a comprehen-sive legal department to provide

marineblad | augustus 2011

29HISTORIE

had verwijderd. Blijkens de reconstructie van de bewe-gingen van de K-14 zal deze op maximaal 15 mijl daar-vandaan zijn geweest op het moment van verbrekenradiostilte. Waarschijnlijk niet veel verder dan de K-16 ophet moment dat die de radiostilte na haar aanval verbrak.

In dezelfde noot stelt Bosscher dat het sein van de K-14van direct operationeel belang was omdat deze de tweeandere boten de order gaf om de aanval voort te zetten.Deze opmerking wekt onterecht de suggestie dat de com-mandant van de K-16 met zijn bericht alleen maar zijnsucces wereldkundig wilde maken. In feite was de orderaan te vallen al (vele malen) gegeven door CZM. Ook hetbericht van de K-16 had een direct operationeel belang.Hij meldde immers dat aanvallen op de transportschepenniet meer mogelijk waren in verband met ligging opondiep water en patrouillerende jagers en dat hij nog 8 torpedo’s over had. Impliciet vroeg hij CZM in feite omorders.

In zijn boek gaat Bosscher voorbij aan het feit dat ook opandere momenten in de nabijheid van Japanse eenhedendoor de verschillende onderzeeboten de radiostilte is ver-broken. In haar nadering op de Japanse transportvloot(met jagerescorte) tijdens diens opmars naar Kuching ver-stuurt de K-14 twee vijandsmeldingen en een bericht aanDOZ3 met de vraag wat hun positie is. De vijandelijkevloot bevindt zich dan op maximaal 25 mijl bij de eersteen maximaal 15 mijl bij de tweede vijandsmelding. Ookde K-15 verstuurt een bericht in de onmiddellijke nabij-heid van de Japanse vloot. Zo ongeveer tegen de tijd datde K-16 haar aanval op de Sagiri en Murakumo heeftbeëindigd verstuurt de K-15 het bericht dat zij eenJapanse jager door artillerievuur vernietigd ziet wordenen vraagt welke geallieerde strijdkrachten nabij Serawakaanwezig zijn. Op dat moment bevindt de K-15 zich opde rand van, zo niet in (!) het actieterrein. De vraag ‘of, en zo ja in welke mate, een en ander medede ondergang van de K-16 heeft veroorzaakt’ kan meteen volmondig nee worden beantwoord indien ‘een enander’ op het sein van de K-16 slaat. Op het moment datde K-16 haar aanvalsbericht verzond zal de I-66 vrijwelzeker tenminste 15 mijl van de K-16 verwijderd zijngeweest. Het is onmogelijk dat de I-66 op basis van 1radio peiling (zo die er al was) of in het gunstigste gevalop basis van een door middel van kruispeilingen verkre-gen positie van de K-16 (zonder een bekende koers envaart) een onderschepping op de K-16 heeft kunnen uit-voeren, om deze bijna 9 uur later binnen zijn torpedobe-reik van enkele duizenden meters te krijgen. Uiteraardkan de I-66 op basis van het onderscheppen van het

bericht van de K-16 een voorwaarschuwing hebbengekregen dat er een vijandelijke onderzeeboot actief wasin het gebied. Dat was echter al overduidelijk verkondigdmet de ‘flaming datums’ van de vier door de K-14 getor-pedeerde schepen en de Sagiri. Ofschoon ik mij hier wens te onthouden van een oordeelover de ‘bevelstechniek’ op het DDM/hoofdkwartier vanCZM, zou de vraag ‘of en zo ja een en ander ....’, indiendeze slaat op het trage terugroepen van de K-16, met jamoeten worden beantwoord. Wanneer na het telefoonge-sprek van de Chef Staf van het eskader met DDMonmiddellijk een sein was uitgegaan naar de K-16 omdeze terug te roepen, was deze hoogst waarschijnlijk nietin de buurt van de I-66 gekomen en door haar getorpe-deerd.

ConclusieDe conclusie moet luiden dat de ontmoeting van de I-66met de K-16 geheel toevallig is geweest en dat de I-66 het(dubbele) geluk heeft gehad de K-16 als eerste te ontdek-ken en met slechts 1 torpedo tot zinken heeft weten tebrengen. De commandant van Hr.Ms. K-16, LTZ 1 L.J.Jarman treft geen enkele blaam voor het verlies van zijnboot en bemanning.

NaschriftOnlangs heeft de auteur contact gehad met dr. Bosscher.Met de kennis van nu is dr. Bosscher het eens met de ana-lyse van Van Rooijen en is hij eveneens van mening datde commandant van de K-XVI geen enkele blaam treft.

KTZ KMR R. (Ruurd) van Rooijen is oud-commandantvan resp. Hr.Ms. Potvis en Hr.Ms. Zeeleeuw. Hij ismomenteel werkzaam in Sierra Leone voor de StichtingLion Heart Foundation.

er is van verschillende kanten, zoweltijdens de oorlog als daarna,

gesuggereerd dat de commandant vande K-16 een onnodig risico heeft

genomen

Noten

1 De belangrijkste gebruikte bronnen, afkomstig van het Nederlands Instituut voorMilitaire Historie, zijn: Lijsten van telegrammen, Scheepsjournaal Hr.Ms. K-15,Verslag commandant K-14 over zijn succesvolle actie nabij Kuching en eenafschrift van het dagboek van KLTZ J.J.L. Willinge, chef staf Eskader. Daarnaast isgebruik gemaakt van informatie uit Japanse bronnen.

2 Commandanten respectievelijk LTZ 1 C.A.J. van Well Groeneveld (tevens divisiecommandant – CDOZ-3), LTZ 1 C.W.T. Baron van Boetzelaer en LTZ 1 L.J. Jarman.

3 Serawak is zowel de naam van het gebied van (voormalig) Brits Borneo als deNederlandse naam van Kuching. Volgens Japanse opgave zijn de transportschepenKatori Maru en Hiyoshi Maru vernietigd (gezonken), de beide andere beschadigd.

4 De onderzeeboten waren destijds niet uitgerust met een zogenoemde snuiverin-stallatie zodat alleen (deels) bovenwatervarend de batterijen konden wordenopgeladen met de dieselmotoren.

5 DDM: Departement der Marine = CZM6 Gerefereerd wordt aan de aanvallen (op zeer ondiep water) van de O-16 (Kota

Baroe, 12 december 1941) en de K-14 (Kuching, 23 december 1941).7 dr. Ph.M. Bosscher, ‘ De Koninklijke Marine in de Tweede Wereldoorlog, deel 2’,

blz 170.8 Vergelijk K.W.L. Bezemer, Zij vochten op de Zeven Zeeën, (1956), waarin deze

schrijft: “Daar deze gegevens zeer beknopt zijn, kan feitelijk niet voldoende lichtworden geworpen op het voortreffelijke werk van Jarman en zijn mannen. Dit valtte meer te betreuren, omdat de K-16 zeer ten onrechte, vrijwel vergeten schijnt tezijn”.RvR: Pas 12 jaar na zijn “bijzonder moedige en beleidsvolle daden” in de strijdtegen de vijand kreeg Jarman pas de erkenning die hij verdiende. Bij KB van 24 december 1953 werd hem postuum de Bronzen Leeuw (ingesteld bij KB van 30 maart 1944) toegekend.

Marineblad_kvmo_augustus 14-08-2011 13:24 Pagina 29

Page 30: Marineblad kvmo augustusMarineblad_kvmo_augustus 14-08-2011 13:22 Pagina 5. 6 PIRATERIJBESTRIJDING often former military, personnel and have a comprehen-sive legal department to provide

64-jarigendag5 oktober 2011

Sinds 2006 organiseert de KVMO samen met hetKoninklijk Instituut voor de Marine jaarlijks eenmuziekavond op het KIM in Den Helder: het KIMKVMO-concert.

Avondbaadje

maat 48/50. Kan gratis worden afgehaald bij LTZAR 1 b.d. P.J. Bode. Tel. 0252-230835.

Op 12 oktober 2011 houdt VLKNST een reünie naar aanleiding van het 60-jarigbestaan. Uitgenodigd zijn VLKNST, wm 25 controllers, seacat richters en standaardmissile controllers. Locatie : De Dukdalf (‘oude’ Rijkswerf)Informatie : W. Lenders, [email protected] of G. van der Velden,

[email protected]

gezondheidsaspecten op latere leeftijd. Daarnaast is het een goede gelegenheid om op deze dag in depauzes en tussen de middag onder het genot van een drankje eneen maaltijd in informele sfeer oud-collega’s te ontmoeten, het-geen in ontspannen sfeer kan worden voortgezet in de middag bijeen vaartocht door o.a. het oostelijk havengebied.

De uitnodigingen voor deze dag zijn begin juli verzonden. Indienu geen uitnodiging heeft ontvangen en wel in aanmerking denktte komen voor het bijwonen van deze dag, dan kunt u contactopnemen met het secretariaat van de vereniging: telnr. 070-3839504 of per e-mail: [email protected]

10 oktober 2011

KIM KVMO concert

AangebodenReünie

Ook dit jaar brengt Harmonieorkest Winnubst, bestaande uitslagwerk, hout- en koperblazers, op maandagavond 10 oktober a.s.een uiteenlopend muzikaal ensemble ten gehore. Het concert in ‘t Zaaltje is gratis toegankelijk voor KVMO-leden.Houd voor meer details de website en de KVMO-nieuwsbrief in de gaten.

KVMO ZAKEN30

Op woensdag 5 oktober 2011 vindt de jaarlijkse 64-jarigendag 2011 plaats voor postactieve KVMO-ledenin het Evenementen Centrum op het Marine-Etablis-sement in Amsterdam.

De KVMO organiseert deze informatiedag speciaal voor haarpostactieve leden en hun partners die op het punt staan met pensioen te gaan, onder het motto “Van UKW naar pensioen”.Doelstelling van deze dag is het informeren van de deelnemersover alle onderwerpen die relevant zijn bij het passeren van depensioengerechtigde leeftijd. Ook wordt in een lezing een beeldgeschetst van de stand van zaken van de Koninklijke marine.Tevens zal aandacht worden besteed aan andere zaken, zoals

Marineblad_kvmo_augustus 14-08-2011 13:24 Pagina 30

Page 31: Marineblad kvmo augustusMarineblad_kvmo_augustus 14-08-2011 13:22 Pagina 5. 6 PIRATERIJBESTRIJDING often former military, personnel and have a comprehen-sive legal department to provide

marineblad | augustus 2011

LTZ 1 KMR b.d. G.A.C. Schoehuizen († 5 juli 2011)KOLMARNS b.d. V.J.L. Blom († 4 juli 2011)

Mevrouw A.J. Heilbron-Kuyck († 1 juli 2011)LTZ 1 b.d. A. Bär († 8 juni 2011)

De Koninklijke Vereniging van Marineofficieren

Ere-leden:KTZT b.d. ir. S.J.J. Hoffmann KTZA b.d. drs. G. Brand LTZSD 1 b.d. K.G. Spaans KOLMARNS b.d. A.H.P. Knoppien KTZ b.d. L.J.M. Smit KTZA b.d. drs. T.G.D. Steenbeek

Hoofdbestuur:Voorzitter:KLTZA R.C. Hunnego Vice-voorzitter:KLTZ ing. M.E.M. de Natris Secretaris:LTZA 2 OC drs. T.R. Timmerman Penningmeester:LTZA 1 drs. R.J.M. de Leeuw

Namens Regio NoordKLTZE ing. F.J.J. Schoonhoff Namens Regio MiddenKLTZ K.F.J. Henkelman Namens Regio ZuidMaj (KL) b.d. P. van der Laan Namens Werkgroep PostactievenKTZA b.d. P.J.G. van Sprang Namens Werkgroep Elders ActievenMAJMARNS KMR drs. H. Steensma Namens Werkgroep JongerenLTZE 2 OC K.A. Scholte

Regiobesturen:Noord:KLTZE ing. F.J.J. Schoonhoff LTZE 1 mw. J.S.I. Bisdonk LTZVK 2 OC b.d. H.T. van

LTZSD1 b.d. mw. A.L.P. Vrijburg LTZE 2 OC dr. ir. W.L. van Norden

Midden:KLTZ K.F.J. Henkelman KTZA b.d. P.J.G. van Sprang KLTZE ir. W.W. Schalkoort LTZA 2 OC N.H. van de Pol

Zuid:KLTZSD b.d. H. Willems Maj KL b.d. P. van der Laan KLTZA b.d. P.A. Brons (postactieven)

Caribisch Gebied:LTZ 1 drs. F.J. Jansen

Adres secretariaat:Wassenaarseweg 22596 CH Den HaagT : 070-3839504F : 070-3835911E : [email protected] : www.kvmo.nl

De KVMO heeft een samen-werkingsverband met Onderlinge Bijstand (www.onderlingebijstand.nl). Voor nadere informatie of het verkrijgen van aanvraag-formulieren kunt u contact opnemen met het secretariaat

Wij betuigen de nabestaanden onze deelneming en wensen hen veel sterkte toe.

Het hoofdbestuur van de KVMO heeft de droeve plicht u in kennis te stellen van het overlijden van:

KVMO.

De deadline voor aanleveren van kopij voor de rubriek KVMO-zaken voor het oktobernummer is 5 september 2011.

Regio activiteiten tweede helft 2011

Regio Midden

Regiovergadering met aansluitend borrel Locatie : Coffeecorner van gebouw 35 op de

Frederikkazerne te Den HaagTijd : 17.00-19.00 uur

Regio Zuid

28 september RegiovergaderingLocatie : Conferentiezaal MK VlissingenAanvang : 14.00 uur

29 september MosselmaaltijdLocatie : De Merelhoeve, Nieuw- en

Sint JooslandAanvang : 18.00 uur

10 november Lezing (verzorgd door KVEO)Locatie : De Merelhoeve, Nieuw- en

Sint JooslandAanvang : 17.00 uur

9 december Diner/dansantLocatie : De Merelhoeve, Nieuw- en

Sint JooslandAanvang : 18.00 uur

Regio Noord

Postactieven borrelLocatie : Marineclub, Den HelderAanvang : 17.30 uur

13 sept 4 okt 1 nov6 dec

NIEUWE DATUM!

13 sept11 okt 8 nov

13 dec

Opgave graag 5 dagen van tevoren bij Piet van der Laan: tel. 0118-602677 e-mail: [email protected]

Wilgenburg

31

Marineblad_kvmo_augustus 14-08-2011 13:24 Pagina 31

Page 32: Marineblad kvmo augustusMarineblad_kvmo_augustus 14-08-2011 13:22 Pagina 5. 6 PIRATERIJBESTRIJDING often former military, personnel and have a comprehen-sive legal department to provide

NH90 helikopter nadert marineschip waar het op gaatlanden. De multi-inzetbareNH90 vervangt op termijn dehuidige Lynx helikopters van deKoninklijke Marine. Foto is genomen tijdens de Marinedagen 2011.

NH90 helikopter

Marineblad_kvmo_augustus 14-08-2011 13:24 Pagina 32