Marineblad Juli 2011

of 48 /48
marineblad nummer 4, juli 2011, jaargang 121 Uitgave van de Koninklijke Vereniging van Marineofficieren • Toekomst Marine • Draagvlak voor de krijgsmacht • Besturing van Defensie

Embed Size (px)

description

Magazine van de KVMO

Transcript of Marineblad Juli 2011

  • marinebladnummer 4, juli 2011, jaargang 121 Uitgave van de Koninklijke Vereniging van Marineofficieren

    Toekomst Marine Draagvlak voor de

    krijgsmacht Besturing van Defensie

    Marineblad_kvmo_juni2011DEF 27-06-2011 05:10 Pagina 1

  • XXXXXINHOUD nummer 4, juli 2011, jaargang 121

    4

    18

    41

    7

    21

    s Landts vlagh op nenkel schip

    Is de DerdeWereldoorlog albegonnen?

    Drs. A.J. Boekestijn:De terugkeer van de

    geschiedenis

    Een revolutie in devroegmoderne maritieme oorlogvoering?

    Fietsen door mul zand:Open brief aan de minister

    3 COLUMNVoorzitter KVMO

    4 TOEKOMST MARINESpeech voorzitter KVMO

    7 TOEKOMST MARINEDe terugkeer van de geschiedenis

    12 TOEKOMST MARINEDe Nederlandse Marine in de 21e eeuw

    17 COLUMNColijn

    18 OPINIEIs de Derde Wereldoorlog al begonnen?

    21 BEZUINIGINGEN BIJ DEFENSIEFietsen door mul zand

    25 CARTOON

    26 BEZUINIGINGEN BIJ DEFENSIEDraagvlak voor Defensie

    30 MARINEFAMILIEVader en zoon Poortman

    33 ONDERLINGE BIJSTANDNieuwsbrief

    34 TERUGBLIKKEN METJ. de Nies

    36 BOEKEN

    37 HISTORIEGeschiedenis van het ministerie van Defensie?

    40 VERSLAG AV KVMO

    41 HISTORIEEen revolutie in de vroegmoderne maritieme oorlogvoering?

    46 KVMO ZAKEN

    Het Marineblad is een uitgave van de Koninklijke Vereniging van Marineofficieren en verschijnt 8 keer per jaar

    2

    Marineblad_kvmo_juni2011DEF 27-06-2011 05:10 Pagina 2

  • marineblad | juli 2011

    KLTZA R.C. Hunnego, voorzitter KVMO

    Het rumoer rond de bezuinigingsbrief van 8 april jl. is eenbeetje verstomd. Eenieder binnen Defensie is nu ingespannen afwachting van de uitwerking van degepresenteerde voornemens. Een goed moment om eenAlgemene Vergadering te hebben met als thema Detoekomst van de Koninklijke Marine n de Beleidsbrief.

    Ik kijk met gepaste trots terug op onze boeiende jaarvergadering,met prikkelende sprekers en een goede, professionele discussie na

    afloop, die via de formele forumdiscussie overging in geanimeerde gesprekken tijdens deafsluitende receptie. In dit Marineblad zijn de lezingen van drs. A.J. Boekestijn en dr. J. Nollopgenomen.

    Door de KVMO, in goede samenwerking met de Gezamenlijke Officierenverenigingen, zijn deleden van de Vaste Commissie voor Defensie (VCD) bijgepraat over de consequenties van hetschrappen van 25% van de operationele capaciteit van de vloot: 2 ocean going patrol vessels, 4 mijnenjagers en 2 bevoorraders, op een totaal van 27 platformen. Gelukkig bleek een deelvan de VCD gevoelig voor onze argumenten en er zijn moties ingediend en aangenomen omeen deel van de materile bezuinigingen terug te draaien. Op Prinsjesdag zal blijken hoeveelwaarde er aan de moties gehecht mag worden.

    Feit blijft toch dat n deze bezuinigingsronde de Koninklijke Marine opnieuw fors kleinerwordt en dat het project herintroductie mijnenveegcapaciteit nu volledig van de investerings-kaart is verdwenen. Naast de materile pijn, doen de bezuinigingen juist en vooral op het per-sonele vlak pijn. Vlootpersoneel en mariniers kunnen niet zonder goede schepen, schepenkunnen niet zonder goed personeel.

    De Marine had, heeft en houdt behoefte aan goed opgeleid en gemotiveerd personeel, vanmatroos tot admiraal. De komende reorganisaties in combinatie met numerus fixus zullen ech-ter de komende jaren voor een nieuw fenomeen zorgen: de Marine moet gedwongen afscheidnemen van veel goed functionerende militairen en burgers die tot voor kort dachten bij deMarine met pensioen te kunnen gaan. Voor degenen die wel kunnen blijven kenmerken dekomende jaren zich door een stagnatie in de bevordering en beperkingen in het vaar- enoefenschema. Kortom: sombere vooruitzichten voor al het loyale, professionele marineperso-neel: vloot, mariniers en burgermedewerkers.

    Tegelijkertijd wordt de defensieorganisatie en ook de Marine weer ingericht om jong, gemoti-veerd personeel een interessante baan te bieden, met voldoende bewegingsvrijheid, groteverantwoordelijkheden en goede mogelijkheden om te oefenen en te varen. Voor velen vanhen zal dit niet meer lifetime zijn, maar dat is een gegeven waarmee zij ook in dienst van deMarine treden.

    Maritiem NederlandBij dit Marineblad treft u een speciale marine-editie van Maritiem Nederland aan. Dit is hetvakblad van het maritieme cluster. Een cluster, waar de Koninklijke Marine een integraalonderdeel van uitmaakt.

    Ik wens u veel leesplezier en wens u een goed zomerverlof toe.

    Een kleinere marine

    COLUMN

    ISSN: 0025-3340

    Hoofdredactie:KLTZA R.C. HunnegoMw. drs. M.L.G. Lijmbach

    EindredactieMw. drs. M.L.G. Lijmbach

    ArtikelencommissieKLTZA mr. H. Broekhuizen, LTZT 1 F.G. MarxM.Sc., LTZE 2OC dr. ir. W.L. van Norden,LTZ2OC drs. R.M. de Ruiter, KTZ b.d. L.J.M.Smit, LNTKOLMARNS drs. A.J.E. WagemakerMA, MAJMARNS R.A.J. de Wit

    Medewerkers:Mw. drs. Z. Borgeld-Guman, prof.dr. J. Colijn, KLTZT H. Boomstra (cartoon)AVDD (fotos, tenzij anders vermeld)

    Adres redactieWassenaarseweg 22596 CH Den HaagTel. 070-383 95 [email protected]

    VormgevingFrank de WitTel. 038-455 17 54

    Drukwerkpos|Press Postbus 10708001 BB Zwolle

    Advertenties070-383 95 04

    Abonnementsprijs Voor leden van de KVMO is het MarinebladgratisNiet-leden betalen 49,50 (NL) of 69,50(buitenland) per jaar

    Copyright MarinebladOvername van artikelen is enkel toegestaan naschriftelijke toestemming van de redactie enonder uitdrukkelijke vermelding van de bron.Artikelen in het Marineblad vertolken nietnoodzakelijk de visie van het hoofdbestuur vande Koninklijke Vereniging van Marineofficierenof van de redactie. De inhoud van artikelenblijft geheel voor verantwoording van deauteur(s). De wijze van aanleveren van artikelenis in te zien op www.kvmo.nl/marineblad.

    AdreswijzigingZo tijdig mogelijk schriftelijk doorgeven aan:Secretariaat KVMO Antwoordnummer 93244 2509 WB Den Haag(geen postzegel nodig)of [email protected]

    Foto cover: Hr.Ms. Mercuur, op 9 juni 2011 in actie tijdensde operatie Frontex. (AVDD)

    3

    Marineblad_kvmo_juni2011DEF 27-06-2011 05:10 Pagina 3

  • XXXXXTOEKOMST MARINE KLTZA R.C. Hunnego

    s Landts vlagh op

    Goedemiddag dames en heren, geerde gasten, van hartewelkom. Na enkele jaren in Den Helder, is de KVMOweer terug in Rotterdam. Rotterdam, onlosmakelijk ver-bonden met het roemruchte Korps mariniers, dat in 1665werd opgericht door de zeeheld Michiel de Ruyter. Hijdeed dat samen met Raadspensionaris Johan de Witt, denaamgever van deze zaal. De eerste Korpscommandantwas Willem Joseph baron van Ghent, naar wie dezekazerne is vernoemd. Overste Aben, commandant van de Van Ghentkazerne,hartelijk dank voor de getoonde gastvrijheid.

    Dit jaar is het thema van het KVMO-symposium, hoe kanhet ook anders, de gevolgen van de bezuinigingen voorde Koninklijke Marine.

    Mijn spreektijd wil ik wijden aan deze bezuinigingen enspecifiek gericht op de wijze waarop wij, marineofficie-ren, daarmee om zouden kunnen gaan. Ik doe dat metn van onze grootste zeehelden in gedachten, de eerder-genoemde Michiel Adriaenszoon de Ruyter. Hij is onsgrote voorbeeld: moedig en trouw. Die eigenschappentoonde hij niet alleen tijdens de vele zeeslagen die hijwon maar ook bij zijn meningsverschillen met de militai-re n politieke leiding van die tijd. Daarbij was hij als een vader voor zijn bemanning, van-daar zijn bijnaam Bestevaer. We zouden dit naar de hui-dige tijd kunnen vertalen als aantrekkelijke werkgever.

    Het personeelVoordat ik met mijn meer algemene betoog begin, wil ikeerst aandacht geven aan de gevolgen van de bezuini-gingen voor het personeel van Defensie, voor u en mij.Want een voor haar taak berekende zeemacht kan nietzonder voldoende, goed opgeleid en gemotiveerd perso-neel. Zoals u weet ligt het arbeidsvoorwaardenoverleg aleen jaar stil. Het personeel weet dus ook al even lang nietwaar het aan toe is.

    De langverwachte Beleidsbrief Een kleinere krijgsmachtin een onrustige wereld heeft het personeel ook geenduidelijkheid gegeven. Een slechte zaak en Defensiebetoont zich hierbij bepaald geen bestevaer. Defensiebreed worden ruim 12.000 arbeidsplaatsengeschrapt en volgt gedwongen ontslag voor 6.000 men-sen; burgers en militairen. Een groot deel van diegedwongen ontslagen zal bestaan uit oudere defensie-medewerkers die verbonden zijn aan staven. Het betreftzowel burgers als militairen. Het zijn diezelfde mensendie met almaar krappere budgetten topprestaties hebbenneergezet om de Nederlandse internationaal-politiekeambities uit te voeren, vaak ver en langdurig van huis enonder zware en gevaarlijke omstandigheden. De moder-ne krijgsmacht stt en wordt door de Nederlandse rege-ring daadwerkelijk en met succes ingezet. De ministervan Defensie, in zijn rol van werkgever, en het kabinet en de Tweede Kamer, in hun rol als opdracht-gever, hebben een grote verantwoordelijkheid jegens het defensiepersoneel. Jong talent moet behouden blijvenvoor Defensie en oudere militairen en burgers moetennetjes worden begeleid van werk naar werk of naar hunpensioen. Duizenden gedwongen ontslagen en een dreigende versobering van het Sociaal Beleidskader en de arbeidsvoorwaarden in brede zin staan haaks op dieverantwoordelijkheid.

    Om minister, kabinet, Tweede Kamer en de Nederlandsesamenleving daarop te wijzen zal ook de KVMO aanwe-zig zijn op de Landelijke Actiedag Defensie. Ik hoop danook velen van u, KVMO-leden, in Den Haag te zien.

    Moed, beleid en trouwHet thema van vanmiddag is De toekomst van de mari-ne n de bezuinigingen. Ik ga dat voor u linken, alsbeloofd, aan onze zeeheld Michiel de Ruyter.Er wordt, sinds het bekend worden van de Beleidsbrief,door eenieder bij Defensie, ook door mij, geregeld ach enwee geroepen, we dreigen onderverzekerd te raken en

    Hieronder volgt de speech van de voorzitter van de KVMO, KLTZA R.C. Hunnego, die hij heeft

    gehouden tijdens de 97e Algemene Vergadering van de KVMO op 25 mei 2011 bij de Van

    Ghentkazerne te Rotterdam.

    4

    (Foto: L. van der Biessen)

    Marineblad_kvmo_juni2011DEF 27-06-2011 05:10 Pagina 4

  • marineblad | juli 2011

    n enkel schipde marine wordt gesloopt. Maar de Nederlandse bevol-king lijkt niet of nauwelijks in het geweer te komen. Ookde politieke partijen staan, gegeven de discrepantie tus-sen de verkiezingsprogrammas en het regeerakkoord,niet te springen om de barricaden te bestormen voor eenbeter defensiebudget. Defensie is niet sexy voor het elec-toraat, citeer ik een Kamerlid. Maar het is niet eerlijk alleen de politiek te verwijten dater voortdurend op Defensie wordt bezuinigd. Een grootdeel van die bezuinigingen is onze eigen schuld. Ookonze schuld, ja, want wij, zoals wij hier zitten, zijn de lei-ders van deze organisatie, of hebben de aspiratie in detoekomst die leider te willen worden. En wij hebben hetkennelijk zo ver laten komen. Schrik niet, ik ga niet plei-ten voor muiterij of opstand, nee, juist niet. Ik wil hier nueens de hand in eigen boezem steken. Ik wil het hebbenover leiderschap, ns leiderschap. Over de karaktereigen-

    schappen van Michiel de Ruyter: moed, beleid en trouwin het zicht van een financile crisis.

    Waar op het slagveld en in zee dit bijzondere en nuttigeeigenschappen zijn, die zee- en veldslagen kunnen win-nen, blijken deze kenmerken een grote handicap voor demilitairen in het Haagsche. In het Haagsche betekent moed namelijk dat je als mili-tair werkzaam op het Plein of andere staven voorstellenuitwerkt waarin wapensystemen worden afgeschaft, terwijl je diep in je hart weet, dat je deze nu en strakskei- en keihard nodig hebt.Ingrijpende besluiten worden genomen volgens het primaat van de politiek, met pijn in het militaire hart endie besluiten voeren we vervolgens loyaal uit. En daarnaslagen we er weer in moedig aan de buitenwereld uit teleggen dat deze besluiten onontkoombaar zijn en dat wemet elkaar de schouders eronder moeten zetten.

    Tegelijkertijd lukt het ons daarbij niet om in duidelijke,heldere taal uit te leggen welke consequenties dergelijkebesluiten kunnen hebben voor de interne en externe vei-ligheid en de welvaart van de gemiddelde Nederlander.Onderverzekerd zijn zegt de gemiddelde burger natuur-lijk niets, zeker niet als hij of zij de indruk heeft dat hetmet de veiligheid in de eigen omgeving wel meevalt. Er moet dus veel harder en duidelijker worden aange-

    toond dat bepaalde gebeurtenissen ver van ons bed weldegelijk verstrekkende gevolgen hebben voor onze direc-te omgeving. En we kunnen nog steeds maar moeilijk uitleggen waar-om we 4 OPVs moeten hebben in plaats van 2, of dat er10 mijnenjagers nodig zijn en geen 8 of 6. Wat zijn nu deconsequenties van het schrappen van ? van de bovenwa-tereenheden?We komen eigenlijk nooit verder dan uitspraken als wehebben al te weinig en als er nog meer afgaat is dat duseen ramp en hoe meer hoe beter. In de politieke arenaverlies je dan het pleit.

    Beleid is ook zon eigenschap waar we erg sterk in zijn.Marineofficieren zullen er alles aan doen om een onmo-gelijke opdracht toch uit te voeren. Sterker: we gebruikenkreten als: Als het niet kan zoals het moet, dan moet hetmaar zoals het kan. Immers, alleen dn hou je het initia-tief op het slagveld en alleen dn kun je winnen. Dus nemen we de handschoen van een volgende bezuini-ging weer op, we enthousiasmeren onze ondergeschiktenen we tonen meteen aan dat het steeds weer mogelijkblijkt nog heel veel te doen, want: De winkel moet openblijven tijdens de verbouwing. Eigenlijk formuleren we daarmee alweer de randvoor-waarden voor een volgende bezuinigingsronde terwijl wede huidige nog aan het verwerken zijn. Maar hoewel hetHaagsche k een slagveld is, gelden dr andere spelre-gels dan in Afghanistan, Tsjaad of voor de kust vanSomali. Je moet in Den Haag aantonen wat je bereikt n

    defensiebreed worden ruim 12.000arbeidsplaatsen geschrapt en volgt

    gedwongen ontslag voor6.000 burgers en militairen

    Het grote voorbeeld voor de marineofficieren, zeeheld MichielAdriaenszoon de Ruyter. (Schilder Ferdinand Bol, 1667)

    5

    Marineblad_kvmo_juni2011DEF 27-06-2011 05:10 Pagina 5

  • TOEKOMST MARINE s Landts vlagh op n enkel schip

    laten zien wat de keiharde consequenties zijn voor degemiddelde kiezer, als de doelstelling niet wordt gehaald.Een paar voorbeelden: geen goedkope telefoons uit Chinameer omdat we de piraten niet weten af te slaan in deIndische Oceaan, of geen Koreaanse autos en geen oliemeer omdat de aanvoer stokt vanwege een mijnendrei-ging voor de aanlooproutes naar Rotterdam, Antwerpenen Hamburg. De Nieuwe Waterweg n dag dicht doormijnendreiging is een ramp voor Nederland, n wkdicht is een ramp voor Europa, vanwege de just in time-logistiek.Voor ons zou het anti-piraterij verhaal een prachtigekans moeten zijn om met cijfers aan te tonen dat we hetmet de beschikbare middelen echt niet meer redden omhet jaar rond onze eigen Nederlandse koopvaardij debescherming te bieden die noodzakelijk is. Hetzelfdegeldt voor de mijnenbestrijding. De veiligheid op deNoordzee is in het gedrang door het schrappen vanopnieuw 4 mijnenjagers en het definitief afscheid nemenvan het mijnenvegen. Ik ben nog nergens een professio-neel onderbouwd betoog tegengekomen; niet vanuit deKoninklijke Marine, niet vanuit het bedrijfsleven, nietvanuit het ministerie van Economische Zaken, Landbouwen Innovatie, en ook niet vanuit Infra en Milieu, het oudeVerkeer- en Waterstaat.

    Een laatste punt is de trouw van de marineofficieren.Hier geldt in de regel De Ruyter als voorbeeld voor onsallen, waarbij dan altijd het bekende citaat wordtgebruikt: De heeren hebben my niet te verzoeken maarte gebieden en al wierdt my bevoolen s Lands vlagh opeen enkel schip te voeren, ik zou daarmee t zee gaan. Het lijkt er echter in deze tijd steeds meer op dat het eensoort van sport is geworden om te bewijzen dat met min-der geld toch alle taken uitgevoerd kunnen blijven wor-den, ook al hebben we 20% vacatures, gebruiken we deverkeerde schepen voor de goede dingen, gaan schepente laat de onderhoudscyclus in en teren we in op de per-sonele en materile en daarmee de operationele gereed-heid. Deze loyale houding is moedig maar ook risicovol.De marineofficier valt dan als het ware in zijn eigen sabel.De marine wekt naar buiten toe de indruk dat er nog welwat vet op de botten zit, maar tegelijkertijd wordt onzemarine-organisatie volkomen uitgehold en op termijnkomt de kwaliteit van de maritieme operaties in gevaar. Ik pleit voor een veel zakelijker opstelling richting de

    politiek van alle maritieme professionals, zowel binnenals buiten de Koninklijke Marine werkzaam, waarbij dui-delijk wordt aangegeven dat een bepaald budget noodge-dwongen leidt tot een bepaalde capaciteit waarmee daneen bepaald vastomlijnd product kan worden geleverd.En dat is het dan, niet meer en niet minder. En vervol-gens voet bij stuk houden in geval van special requestsvanuit de NAVO of EU. Het is als met het kopen van eenauto: ruil je de stationwagen in voor een klein bood-schappenwagentje met ultrazuinige 1 liter motor danmoet je nee verkopen aan je kinderen als ze je auto wil-len gebruiken bij het verhuizen.Daaruit voortredenerend kunnen wij dan ook veel duide-lijker de consequenties van bezuinigingen zichtbaarmaken. Alleen dn geef je politici instrumenten om echteafwegingen te maken. Algemene termen als verminde-ring van het ambitieniveau en het voortzettingsvermo-gen wordt minder maken in dit verband weinig indruk,want ze zijn niet concreet, niet meetbaar, doen vandaaggeen pijn en zijn dus vatbaar voor politieke fijn slijperij.

    Wij, marineofficieren, zijn gevormd in de geest vanmoed, beleid en trouw, onze zeeheld MichielAdriaenszoon de Ruyter is daarbij ons grote voorbeeld.Dat hij niet alleen trouw was n, maar ook kritisch nrde politiek krijgt vaak minder aandacht. Terwijl wij daarnu juist ook een voorbeeld aan kunnen nemen. Aan zijnbekende uitspraak al wierdt my bevoolen s Lands vlaghop een enkel schip te voeren, ik zou daarmee t zee gaanging namelijk een pittige discussie vooraf tussen DeRuyter en de politiek. Door een lid van de Admiraliteitwerd hij zelfs beticht van gebrek aan moed. Uiteindelijk heeft De Ruyter, zoals een loyaal marineoffi-cier betaamt, de opdracht aanvaard. Dat was zijn lot en ishet onze. En zo hoort het natuurlijk ook. Het primaat vande politiek zou ons, marineofficieren, echter tegelijkertijdmoeten verplichten de consequenties van de politiekebesluitvorming te schetsen voor de gemiddeldeNederlandse kiezer, in heldere bewoordingen en met eencijfermatige onderbouwing.

    Dus met al onze moed, beleid en trouw, publiekelijk uit-leggen waartoe wij op aard zijn, wt wij doen, wt wedaarvoor nodig hebben en wanneer we, met pijn in onsmaritieme hart, n moeten verkopen. Desnoods danmaar met 1 schip en, staat u mij toe ook te dagdromen,dan wel graag met een heel groot schip!

    De realiteit is natuurlijk weerbarstiger!Ik dank u voor uw aandacht.

    je moet in Den Haag aantonen wat je bereikt n laten zien wat

    de keiharde consequenties zijn voor de gemiddelde kiezer, als de

    doelstelling niet wordt gehaald

    Desnoods dan maar met 1 schip en, staat u mij toe ook te dagdromen, dan wel graag met een heel groot schip!

    6

    Marineblad_kvmo_juni2011DEF 27-06-2011 05:10 Pagina 6

  • marineblad | juli 2011

    7TOEKOMST MARINE

    De Terugkeer vande Geschiedenis

    Vorige zomer bezocht ik India. Na de overweldigende drukte van Mumbai en New Delhi besloten

    ik en mijn gezin om de oorsprong van de Ganges op te zoeken. Onze oude bus piepte en kraakte

    maar bracht ons via onvoorstelbaar steile wegen door de Indiase Himalaya bij het plaatsje Gangotri

    op 3.034 meter hoog. Vandaar ging de reis verder per ezel totdat wij uiteindelijk de gletsjer bereikte

    op een hoogte van 4.200 meter.1

    Ik zal die reis nooit meervergeten. Overal kwamenwij Indirs tegen die in fel-oranje kleren de pel-grimstocht ondernamennaar de heilige oorsprongvan de Ganges. Er liepenook bedelmonniken rond.Broodmagere heren metlange haren en een door dezon gelooid gelaat die af entoe langs de weg omvielenvan de honger en vermoeid-heid. Aangekomen bij de

    gletsjer bleek een van die bedelmonniken Engels te spre-ken. Ik vroeg hem waar de pelgrims de kracht vandaanhaalde om op een lege maag zon enorme tocht tot eengoed einde te brengen. Zijn antwoord zal ik nooit meervergeten. Hij vertelde mij dat Indirs een groot doorzet-tingsvermogen bezaten. U moet goed weten, meneer, datde Indiase beschaving veel ouder is dan die van U. Wijhadden in de vijfde eeuw voor Christus al universiteitenterwijl jullie in het Westen alleen nog maar aan het vech-ten waren. Wij putten energie uit ons roemrijke verledenen wij vertrouwen erop dat de geschiedenis nu weer zijnnormale patroon herneemt.

    Aanvankelijk begrepen mijn door zuurstoftekortgeteisterde hersenen niet wat de man bedoelde maar naenige tijd viel het dubbeltje. De opkomst van China enIndia en de relatieve neergang van het Westen zag hij alseen terugkeer naar het normale historische patroon waar-in India en China de toon zetten.

    De man had natuurlijk een punt. Door binnenlandsetwisten en buitenlandse overheersing raakte India in de15e eeuw het spoor bijster. Ook in China ging het mis. In1451 besloot een mandarijn in China dat handel in strijdwas met de leer van Confucius en legde de omvangrijkeChinese vloot aan de ketting. En dat terwijl de Chinezenreeds de Kaap de Goede Hoop hadden verkend en in

    Oost-Afrika belangrijke handelscontacten bezaten waarbijzij niet aarzelden om, als dat nodig was, geweld tegebruiken. Met andere woorden, de opkomst van hetWesten werd mede mogelijk gemaakt door de terugtrek-king van het Oosten. Nu India en China groeien als koolneemt de geschiedenis weer zijn natuurlijke loop waarbijhet Oosten voorop loopt en het Westen achterblijft.

    Of die voorspelling juist is, weten wij niet. Het enige watwij met zekerheid over de toekomst kunnen zeggen is datzij onzeker is. Sommige denkers menen dat in India hetkastensysteem, de toenemende verharding van de strijdtussen moslim extremisten en hun hindoestische colle-gas, de corruptie en de afscheidingsbewegingen, grenzenzullen stellen aan de economische groei. Ook menenvelen dat de economische groei in China niet zal kunnenaanhouden als de economische liberalisering geen pen-dant zal vinden in een politieke. Misschien hebben zijgelijk.Maar misschien ook niet. Juist omdat de toekomst zoonvoorspelbaar is neem ik hier de vrijheid om een scena-rio te schetsen waarin het Oosten inderdaad zijn opmarszal voortzetten en het Westen zal moeten wennen aanrelatieve achteruitgang. Een dergelijke ontwikkeling heeftnatuurlijk grote gevolgen voor de veiligheid van Europaen dus ook van ons land.

    De relatieve neergang van het WestenIk heb voor dit scenario van de relatieve neergang vanhet Westen de volgende argumenten:

    1. Fukuyamas schets van het einde der geschiedenisimpliceerde dat de ideologische discussie in de wereldbeperkt zou zijn tot varianten op het liberalisme. Heteconomische succes van autoritaire regimes lijkt echterin een andere richting te wijzen. Stel nu dat deWesterse democratien voor een langere tijd econo-misch minder presteren dan autoritaire regimes in hetOosten. De gevoelens van wrevel en ongemak zoudenaanleiding kunnen geven tot democratiekritiek zoalsdat ook in het interbellum gebeurde. Dit zou kunnen

    Drs. A.J. Boekestijn

    Marineblad_kvmo_juni2011DEF 27-06-2011 05:10 Pagina 7

  • leiden tot politieke stagnatie die innovatie in de wegstaat waardoor het proces van relatieve neergang nogwordt versterkt.

    2. Er zijn echter nog diepere oorzaken waarom democra-tie in de knel zou kunnen komen. Dit wordt duidelijkindien men zich verdiept in het gedachtengoed vanChinezen die zich verzetten tegen het bestaande regi-me. Zij zijn namelijk goed op de hoogte van deWesterse intellectuele worsteling met democratie. Allebezwaren van De Tocqueville2, de vergroving van hetdebat, de dictatuur van de meerderheid, het jingosme3

    worden in China uit en te na bestudeerd. Hun denkengaat om deze redenen in de richting van andere nietdemocratische modellen waarbij deskundigen opbepaalde terreinen het eenvoudigweg voor het zeggenhebben. Misschien bedenken zij wel iets dat econo-misch beter functioneert dan ons systeem. Democratiebiedt immers geen garanties voor de kwaliteit vanbesluiten.

    3. Ook op het gebied van de economische ordening zijner ontwikkelingen in het Westen gaande die ons mis-schien op achterstand zetten. De weeffouten in deEuropese Monetaire Unie, een tekortschietende cordi-natie van de begrotingspolitiek en de neiging van dezwakke landen om de lage rente aan te grijpen om deloonontwikkeling los te laten en hervormingen uit testellen, komen ons nu duur te staan. De bankencrisisdie er nauw mee samenhangt heeft bij ons geleid toteen bijna automatische staatsgarantie aan banken.Bankiers privatiseren winsten en socialiseren verliezen.Deze ontwikkeling kan gemakkelijk aanleiding geventot sociale onrust en politieke stagnatie. In ieder gevalheeft die ontwikkeling ook geleid tot ernstige bezuini-gingen op onze defensie. Vergelijk dat met India enChina die zoveel geld hebben dat zij niet alleen bereidzijn om onze schulden te financieren maar ook veelgeld reserveren voor hun defensie.

    4. Voeg daar nog bij de pacificerende werking van onzedemocratische verzorgingsstaten. Wie in het Westen isnog bereid voor zijn of haar vaderland te sterven?Sneuvelbereidheid is in het Oosten echt groter. In hetWesten denkt men dat de hele wereld een verzorgings-staat is, maar dat is bepaald niet het geval. In demeeste gebieden geldt nog steeds het recht van desterkste maar dat zit bij ons niet tussen de oren.

    5. Die dempende werking van de verzorgingsstaten ver-klaart ook waarom er op Indiase en Chinese univer-siteiten veel harder gewerkt wordt dan in Europa. Ookondernemingslust is veel meer ontwikkeld.

    6. In Europa hebben de schaduwzijden van de multi-culturele samenleving geleid tot grote problemen inpolitiek en bestuur. Het populisme vaart er wel bijmaar dat maakt het wel moeilijker om onzeverzorgingsstaten aan te passen aan de vergrijzing ende globalisering. Dat zal het het Westen nog moeilijkermaken om de relatieve neergang te stoppen.

    7. Wat onze veiligheidsproblemen betreft is het bovendien opvallend dat het samenvallen van schur-kenstaten, geglobaliseerd terrorisme en proliferatie vanmassavernietigingswapen zeer moeilijk en alleen tegen

    grote financile offers te bestrijden is. De 3-D benade-ring, Development, Defense en Diplomacy, klinkt prachtigmaar is zo ongeveer het moeilijkste en het kostbaarstewat er is.

    Als al deze veronderstellingen hout snijden dan stevenenwij af op een negentiende-eeuwse multipolaire wereld.Een dergelijke ordening is altijd minder stabiel dan eenbipolaire orde. Indien wij de gevaren die de nieuwe orde-ning met zich meebrengt goed willen doorgronden doenwij er dus verstandig aan om ons serieus te verdiepen inde buitenlandse politiek van India en China.

    Wordt India een supermacht?India vaart wel bij de opkomst van China, die deVerenigde Staten immers noopt tot een nauw bondge-nootschap met New Delhi. De VS sloot een nucleairovereenkomst met India dat het land een speciale statusgeeft. En Barack Obama ontdekt vandaag de dag dat veelIndiase waarschuwingen over het Pakistaanse dubbelspelin Afghanistan hout snijden. Hun gezamenlijke afkeervan de Taliban leidt tot verbroedering. En hoe zou de lei-dende democratie in de wereld, Amerika, zich kunnendistantiren van het democratische India? Ook heeft deCongrespartij sinds twee decennia weer een absolutemeerderheid in het parlement en de Indiase premier dr.Manmohan Singh lijkt zijn zaakjes op orde te hebben. Datis wel eens anders geweest.Er zijn ook problemen. Zowel bij hindoes als moslims zijnextremisten in opmars. Religieuze fanatici deinzen er nietvoor terug om mensen tegen elkaar op te hitsen, met alleellende van dien. Er zijn echter ook veel gebieden waarhindoes en moslims probleemloos samenleven. Ook links-extremisme bezorgt de Indiase regering hoofd-pijn. In het midden en vooral oosten van India manifes-teren zich maostische rebellen die steun krijgen van tri-bale groeperingen die zich door het bestaande politiekeen sociale systeem buitengesloten voelen. Niet iedereendie het vliegtuig van Delhi naar Bangalore neemt, beseft

    De opkomst van China noopt de VS tot samenwerking met India. Opde foto minister van Buitenlandse Zaken, Hillary Clinton in gesprekmet Manmohan Singh, premier van India. (foto rnw.nl)

    TOEKOMST MARINE8 De Terugkeer van de Geschiedenis

    Marineblad_kvmo_juni2011DEF 27-06-2011 05:10 Pagina 8

  • dat hij boven een gebied vliegt waar gewapend verzetvoor onrust zorgt, maar het is er wel. In geografischopzicht lijkt het probleem zich echter niet uit te breiden.Alle andere problemen die worden genoemd, lijken mijvan minder belang. Natuurlijk, de Congrespartij is, doorIndira Gandhi, omgevormd tot een soort familieorganisa-tie. Bij de andere partijen speelt dit probleem eveneens.Het gevolg is dat een carrire in het openbaar bestuurafhangt van de vraag of men relaties heeft. De corruptieis hierdoor toegenomen. We moeten echter niet vergetendat veel landen patronage kennen en dat dit een land erniet van hoeft te weerhouden een grote mogendheid teworden. Daar komt nog bij dat de corruptievorm dieIndia kent efficinter is dan die in Afrika. In Afrika kaneen investeerder alles kwijtraken, in India ongeveer een-derde.

    Vaak wordt de toenemende kloof tussen arm en rijkgenoemd als obstakel. Ook dat punt lijkt mij niet door-slaggevend. De liberalisering sinds 1991 heeft de positievan de armen in absolute zin verbeterd, al is in relatievezin de tegenstelling tussen platteland en stad toegeno-men. Hoe treurig dit ook is, het hoeft een land niet te ver-hinderen om sterker te worden, zoals China bewijst.China demonstreert overigens ook dat milieuproblemensnel hoger op de agenda kunnen komen te staan. Ookdaar hoeft het dus niet aan te liggen. Het moet raar lopenals India de komende tien jaar zijn internationale positieniet weet te verbeteren. Dat brengt ons automatisch op devraag welke gevolgen dit zou kunnen hebben voor derelatie tussen India en zijn grote rivaal China.

    De relatie India-ChinaHistorisch hebben China en India een aantal zakengemeen. Het zijn alle twee oude en indrukwekkendebeschavingen. In de tweede helft van het tweede millen-nium na Christus verloren beide landen hun mondialeeconomische positie. En in de tweede helft van de twin-tigste eeuw vonden zij beide een pad naar de moder-niteit.

    In de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw werd eendebat gevoerd over de vraag welk van de twee landen

    economisch het beste zou presteren. Die vraag lagnatuurlijk ideologisch gevoelig. China was immers eenautoritair communistisch land en India een parlementairedemocratie. Het is niet leuk voor de aanhangers van hetAtheense democratische erfgoed, maar een autoritairregime kan wel degelijk gepaard gaan met hoge groeicij-fers. China groeide als kool.Tot ongeveer 1980 hadden China en India een vergelijk-baar gemiddeld inkomen per hoofd van de bevolking. Entoen begon China economisch te liberaliseren, verwel-komde buitenlandse investeringen en omarmde de mon-dialisering. Een onstuimige groei was het gevolg. Pas tienjaar later, in 1991, ging India liberaliseren. Toen de laatsteresten van een doctrinair socialisme waren opgeruimd,verdubbelde India zijn groeicijfer, maar bleef toch nogachter bij China.Het gevolg van dit alles is dat vandaag de dag hetChinese inkomen twee keer zo hoog is als dat van India.Dit komt niet alleen door een hogere groei per hoofd vande bevolking, maar ook door een lagere bevolkingsgroeidankzij het beleid dat Chinese ouders slechts n kindmogen hebben.

    India zal China dus niet zo snel kunnen inhalen, nietalleen omdat de groeicijfers nog altijd lager zijn, maar

    ook omdat India in 2030 meer inwoners zal tellen danChina. India heeft eenvoudigweg een jongere bevolkingen de regering is er nooit in geslaagd om de bevolkings-groei onder controle te krijgen. Demografische groei kande groei van het inkomen per inwoner immers beperken.Er zijn nog meer punten waarop China beter scoort danIndia. China heeft de armoede beter bestreden dan India,waar nog steeds heel veel armen wonen. China heeftminder analfabetisme, meer buitenlandse investeringen,een efficintere publieke sector en veel meer genvesteerdin infrastructuur. Dat zijn zaken die India niet zomaarinhaalt. Daar staat tegenover dat India betere natuurlijkeomstandigheden kent: veel vlak land en aan twee kantentoegang tot de zee. China heeft echter veel land waargeen voedsel kan worden verbouwd, zoals bergen enwoestijnen. Hier zou India moed uit kunnen putten.

    Op militair gebied staat China er veel beter voor. Chinabezit een groter kernwapenarsenaal dan India en heeftnooit, zoals de regering in New Delhi, een verklaring vanno first use afgegeven. Het Chinese leger is ook veel gro-ter dan het Indiase. China maakt bovendien zelf jacht-vliegtuigen en dat is in een oorlogssituatie bepaald eenvoordeel. India verloor in 1962 de grensoorlog met China.Met Pakistan heeft India drie oorlogen gevoerd die zijngeindigd in een patstelling die tot op de dag van van-daag voortduurt. Boze tongen beweren dat de Indiase

    China is bevreesd voor India. Het meentdat India deel uitmaakt van eenAmerikaans plan om China te

    omsingelen

    China, het land met de hoogste groeicijfers ter wereld.

    marineblad | juli 2011

    9

    Marineblad_kvmo_juni2011DEF 27-06-2011 05:10 Pagina 9

  • TOEKOMST MARINE10

    krijgsmacht niet erg goed is georganiseerd. Bij een militai-re confrontatie zou China zeker winnen.En toch is China bevreesd voor India. Peking meent datIndia deel uitmaakt van een Amerikaans plan om Chinate omsingelen. De civiele nucleaire samenwerking tussende Verenigde Staten en India wordt in China dan ook metargusogen bekeken.Ook zijn de Chinezen bang dat hun groeitempo zalafzwakken terwijl India nog jarenlang hard zal blijvengroeien. Moet het land wel lijdzaam afwachten totdatIndia een sterkere krijgsmacht heeft? En er is voldoendeconflictstof. Grensconflicten die maar niet worden opge-lost en de kwestie Tibet. China betreurt het dat India dedalai lama gastvrijheid verschaft.Welbeschouwd kan India op de lange termijn alleenChina in bedwang houden als het Peking en Washingtontegen elkaar weet uit te spelen. Dat brengt ons bij China.

    Wat drijft de Chinezen?Het land met de hoogste groeicijfers ter wereld, in hetbezit van een flink deel van de Amerikaanse schuldpapie-ren, uitvoerder van een agressieve economische politiekmede gebaseerd op een bijna monopoliepositie in rareearth material en hevig investerend in de eigen krijgs-macht en vloot. Wat drijft de Chinezen?

    Henry Kissinger, oud-minister van Buitenlandse Zakenvan de VS, heeft net een werkelijk schitterend boek gepu-bliceerd over China met de titel On China. In dit boekhaalt hij hetzelfde niveau als zijn meesterwerk Diplomacy.

    Zoals u weet is niemand zo thuis in de finesses van hetedele spel van het machtsevenwicht als Kissinger.Chinezen zijn er ook een meester in.In het Amerikaanse denken speelt het exceptionalismeeen grote rol. De City on the hill kent universele waardendie het waard zijn om uitgedragen te worden.Mensenrechten en democratie spelen een cruciale rol. Inhet Chinese denken zijn die waarden afwezig. Chinavoert een balance of power-politiek die de lange termijnbelangen van het land moet dienen. Kissinger merkt op dat het niet zoveel zin heeft om deChinezen aan te spreken op hun schending van mensen-rechten. Ze willen het niet horen en het zit een balance ofpower-deal ook in de weg. Wat Kissinger wil is samen-werking tussen China en de VS in het gebied dat looptvan Afrika naar de Pacific. Het Westen moet daaromrekening houden met de veiligheidsbelangen van China.Hij hoopt dat het zonder oorlog kan, maar gerust is hijdaar niet op.

    Wat zijn nu de belangen van China? China wil natuurlijkTaiwan. Het wil ook een kanaal graven door Thailandzodat het niet meer afhankelijk is van de Straat vanMalakka met zijn piraterij. China wil voorts zijn aanvoervan grondstoffen en voedsel veilig stellen. Om die redeninvesteert het enorm in de eigen marine. China heeftgenoeg geld om dat te blijven doen aangezien het overenorme dollarvoorraden beschikt. Het machtsevenwichtin de wereld is dus fundamenteel gewijzigd.

    In het hele gebied tussen Oost-Afrika en Indonesi zal de vrije vaart belang hebben bij bestrijding van piraterij.

    De Terugkeer van de Geschiedenis

    Marineblad_kvmo_juni2011DEF 27-06-2011 05:11 Pagina 10

  • marineblad | juli 2011

    11

    Kissinger vreest een Koude Oorlog met China.Samenwerking met China acht hij essentieel voor de sta-biliteit en vrede in de wereld. Lukt dat niet dan zal er eengeneratie lang geen vooruitgang worden geboekt en debinnenlandse politiek in elke regio worden bezwaard.Dat is onwenselijk omdat mondiale problemen als nu-cleaire proliferatie, energieveiligheid, klimaatveranderingen geglobaliseerd terrorisme eenvoudigweg samenwer-king vereisen. Kissinger vindt het dus onverstandig om op mensenrech-ten in China te blijven hameren omdat het uiteindelijk destabiliteit in de wereld zal ondermijnen. Hij stelt eigenlijkeen soort Pacific community voor vergelijkbaar met deons zo bekende Atlantische samenwerking.

    Gevolgen van opkomst China en India voorhet Westen1. Wij zullen moeten leren dat de opkomst van China de

    effectiviteit van ons mensenrechtenbeleid zal ondergra-ven. Dat geldt zowel voor ons buitenlandse beleid metderden zij kunnen namelijk geld van de Chinezenkrijgen zonder morele strings attached als voor onzepolitiek ten aanzien van China.

    2. De defensiebezuinigingen in het Westen komen welheel slecht uit nu China en India hun defensie-uitgavenzo opvoeren. De financile crisis zal ons nog lang par-ten spelen maar de onveiligheid in de wereld wordtdaar niet minder van. Het blijft dus noodzaak om deinstabiliteit in de huidige wereld te benadrukken enonze defensie niet te verwaarlozen.

    3. Die overweging wint nog aan belang indien men zichrealiseert dat Europa maar ook de VS afhankelijk blij-ven van grondstoffenaanvoer. Natuurlijk kunnen wijgas uit ondergrondse lagen van leisteen en steenkoolgaan winnen waardoor wij minder afhankelijk wordenvan olie maar dan nog blijft er op de middellange ter-mijn een afhankelijkheid van olie, uranium en anderegrondstoffen bestaan. Met andere woorden net zoalsChina zal het Westen de beschikking moeten hebbenover een vloot die de aanvoer van grondstoffenbeschermd.

    4. Die noodzaak wordt nog urgenter door het fenomeenpiraterij. In het hele gebied tussen Oost-Afrika enIndonesi zal de vrije vaart belang hebben bij bestrij-ding van piraterij. In Somali ligt de werkelijke oplos-sing op het land, of we het leuk vinden of niet. Datbetekent dat er een verdere integratie van Defensie enOntwikkelingssamenwerking (OS) cruciaal blijft en datwij ons zullen moeten blijven voorbereiden op buiten-gewoon lastige Drie D-missies. Meer kennisverwervingop dit terrein is essentieel. De lessen die we inAfghanistan hebben opgedaan zijn daarbij zeer nuttig.Doortastend optreden is belangrijk en dat vereist eenpublieke opinie die dat steunt. We zullen ook minderillusies moeten koesteren op het terrein van democrati-sering. Evenwicht tussen de stammen en beter bestuurzijn al heel wat. Ook dat moet uitgelegd worden aankiezers.

    5. De Europese defensiebezuinigingen zijn niet mals en erkomt nog veel meer aan. Het Verenigd Koninkrijk zit in

    grote financile problemen en voor Frankrijk geldt het-zelfde. In dit nieuwe speelveld krijgt Europese samen-werking misschien meer kans. De VS zal veel meerzaken aan ons overlaten. Helaas bezuinigen deEuropese landen op hetzelfde type materieel: gevechts-vliegtuigen, zware artillerie, pantsers en anti-tankmateriaal. Niemand vertrouwt de ander. Op een ofandere manier zullen we meer gezamenlijk moetendoen.

    6. Ik denk dat het van het grootste belang is dat wij blij-ven werken aan een draagvlak bij de bevolking voor dekrijgsmacht. Het zou heel goed zijn als bekendeNederlanders als ambassadeurs gaan optreden. Wemoeten voortdurend blijven uitleggen dat de wereldom ons heen steeds instabieler wordt en een sterkedefensie vereist.

    7. In deze tijden van financile schaarste en hervormingvan ons OS-beleid, blijft er alle reden om ontwikke-lingshulpgelden ook in te zetten voor militaire taken.Het CDA moet nu eindelijk eens begrijpen dat ontwik-keling in de eerste plaats veiligheid veronderstelt. Erzou dus binnen de heilige norm van 0,7% echt ook geldmoeten worden overgeheveld naar de krijgsmacht. Hetkan ook heel goed omdat een effectief OS-beleid ookminder geld kost. Gelukkig dringt dat besef steeds ver-der door.

    ConclusieDe defensiebezuinigingen zijn niet ingegeven door veilig-heidsoverwegingen maar door de financile crisis. Dat isbegrijpelijk maar lost ons veiligheidsprobleem niet op.Wij zullen voortdurend moeten blijven uitleggen aan hetgrote publiek dat de wereld om ons heen steeds instabie-ler wordt en dat het daarom geen pas geeft om op dekrijgsmacht te bezuinigen. De wereld is geen groterNederland. De buitenlandse politiek van China heeftgeen boodschap aan mensenrechten. We gaan terug naar de multipolaire 19e eeuw waarin sta-ten geen vrienden hebben maar alleen belangen. In eendergelijke wereld heeft veiligheid een morele dimensie.Zonder een sterke krijgsmacht zullen wij namelijk nietoverleven. Alleen als wij die boodschap tussen de orenkrijgen kan de relatieve neergang van het Westen wordengestopt.

    Drs. A.J. Boekestijn (voormalig VVD-Kamerlid) is indeeltijd verbonden aan de afdeling Geschiedenis vande Internationale Betrekkingen van de UniversiteitUtrecht en vaste columnist bij weekblad Elsevier. Ookschrijft hij geregeld voor de NRC en Volkskrant en ishij commentator bij het WNL-programmaOchtendspits.

    Noten1 Dit artikel is een bewerking van de lezing die drs. A.J.

    Boekestijn heeft gehouden voor het symposium De toekomsti-ge Koninklijke Marine na de Beleidsbrief, tijdens de AlgemeneVergadering van de KVMO op 25 mei 2011.

    2 Frans politiek filosoof, historicus en staatsman uit de 19e eeuw.3 Jingosme is een vorm van overdreven patriottisme en is enigs-

    zins vergelijkbaar met het in Nederland gebruikte woord chau-vinisme.

    Marineblad_kvmo_juni2011DEF 27-06-2011 05:11 Pagina 11

  • TOEKOMST MARINE12

    State n human security:

    De NederlandseMarine in de 21e eeuw

    Een artikel schrijven over de toekomst van de Marine of, specifieker, het Commando

    Zeestrijdkrachten in het kader van de huidige bezuinigingen is een bijzondere uitdaging. Men

    probeert dan namelijk de toekomst te voorspellen en dat is in een complexe wereld best wel

    moeilijk, omdat vaak meer dan n oorzaak ten grondslag ligt aan een mogelijk toekomstig

    veiligheidsprobleem. Met andere woorden: de wereld is niet onveiliger geworden, maar wel

    moeilijker voorspelbaar. 1

    Toch wil ik in het vervolgenkele punten noemen, dieniet zo vaak aan de ordekomen maar die zowel vei-ligheidsproblemen kunnenzijn als ook kansen kunnenbieden voor de inzet van hetCZSK.Een waarschuwing is op zijnplaats: waarin ik met demeeste veiligheidsexpertsvan mening verschil is dat ik

    niet geloof dat in de wereld alles kommer en kwel is enwe alles alleen maar met het streven naar macht kunnenverklaren. Macht is een belangrijk concept om enkelegebeurtenissen in de wereld te kunnen verklaren, maarwe schieten tekort als we proberen alles hiermee te ver-klaren. Bovendien is het zeer de vraag of een veiligheids-analyse enkel en alleen op staten en hun onderlinge rela-ties moet zijn gericht.

    VeiligheidsanalyseBinnen het academisch en beleidsdebat lost men dit opdoor zowel state als human security bij de analyse tebetrekken. In het eerste geval, de staatsveiligheidsbena-dering, aanvaardt men dat veiligheidsbedreigingen alleenvoor staten gelden en dat zij meestal van staten uitgaan.Het is een theoretische benadering, die tijdens de KoudeOorlog opkwam en die gebaseerd is op een analyse vande machts- en evenwichtspolitiek van de 19e eeuw. Hetprobleem is echter dat deze benadering ook toen, tijdensde Koude Oorlog, weinig kon verklaren.

    Helemaal tekort schoot zij na de Koude Oorlog.Conflicten en problemen die door de tegenstelling van de

    machtsblokken aan het oog waren onttrokken, kwamensoms sneller naar boven drijven dan het Westen lief was.Hiertoe horen genocide, milieuvervuiling en haar gevolgen voor de veiligheid, maar ook internationaal terrorisme. Vooral dit laatste stelt het Westen sinds meerdan een decennium voor uitdagingen. Het grote pro-bleem hierbij is, dat de meeste beleidsmakers deze nieu-we uitdagingen maar beperkt kunnen verklaren met eenveiligheidsbegrip, dat puur op staten is gebaseerd. Menprobeerde het nog door het begrip state sponsored terrorismte introduceren: van groepen alleen kan geen dreiginguitgaan, daar moet een staat achter staan vandaar datmen tegen Afghanistan en ook Irak ten strijde trok.

    Tegelijkertijd groeide de aandacht voor de menselijkekant van veiligheid (human security). Beslissend was hier-bij de gedachte, dat de bedreiging van het individu weldegelijk een bedreiging voor de staat betekent. Bovendienkan men zich afvragen welk nut een staatscentrischezienswijze heeft als veel problemen in de wereld vanactoren uitgaan die in, of vanuit, gebieden actief zijn diemaar moeilijk als staat kunnen worden omschreven.

    In dit artikel komen zowel de staats- als de menselijkeveiligheidsbenaderingen aan bod. Niet als tegenstelling,maar als aanvulling op elkaar. Soms gaat een probleemnamelijk van staten uit en soms overstijgt een probleemons staatscentristisch denken.

    Als voorbeelden hanteer ik de onlusten in Noord-Afrikaen de dreiging van opkomende machten als China. Totslot komen exemplarisch enkele mogelijke taken voor hetCZSK aan bod, die voortvloeien uit dreigingen die nietper se van buitenaf door andere staten aan ons wordenopgedrongen.

    Dr. J.E. Noll

    (foto L. van der Biessen)

    Marineblad_kvmo_juni2011DEF 27-06-2011 05:11 Pagina 12

  • marineblad | juli 2011

    13

    Arabische lente brengt juist stabiliteitDe onlusten en soms succesvolle omwentelingen inNoord-Afrika schudden sterk aan de rotsvaste overtui-ging van menig veiligheidsexpert dat van deze landenalleen maar stabiliteit kan uitgaan als de mensen aldaarmet harde hand worden geregeerd. Dat, en economischebelangen, hebben in het verleden ertoe geleid dat hetWesten dictatoriale regimes heeft gesteund. Toen de

    meeste Noord-Afrikaanse dictatoren onder druk kwamente staan of zelfs werden afgezet, was het eerste reflex inhet Westen dat dit tot instabiliteit zou leiden.Ondertussen is het Westen ervan overtuigd dat de bevol-kingen van de Arabische wereld moeten wordengesteund in hun streven.

    Zo zei de minister van Buitenlandse Zaken, UriRosenthal, tijdens zijn toespraak op de KoninklijkMilitaire Academie op 24 mei jl.: We moeten natuurlijkde Arabische regio ondersteunen bij het bewerkstelligenvan vrijheid, democratie en mensenrechten. Maar wemoeten ook meewerken aan hun, en daarmee onze, wel-vaart. En dat met concrete maatregelen: Betere toe-komstperspectieven zijn een belangrijke voorwaarde voorblijvende stabiliteit. Eind mei bevestigde de G8 top in Deauville dit. Menheeft besloten om ca. 28 miljard euro ter beschikking testellen voor de ontwikkeling van de regio.

    Er zijn twee redenen waarom dit de juiste gedachte enhet juiste signaal is. Ten eerste voeren democratische lan-den daadwerkelijk minder of zelfs geen oorlog tegenelkaar. Alles wat ertoe kan bijdragen dat de Arabischewereld democratisch en welvarend wordt draagt dusrechtstreeks bij aan de veiligheid van het Westen. Dit aca-demisch debat, te herleiden tot de gedachten van deDuitse filosoof Kant, drong via het Amerikaanse neocon-servatisme in het begin van de jaren 2000 door in debeleidswereld. Er was echter geen noodzaak tot ingrijpenof steun, zolang het in de Arabische wereld rustig bleef. Ten tweede is het huidige democratiseringsproces een

    perfect wapen tegen het terrorisme in de regio. De onder-drukking van het volk was een voedingsbodem voorradicale stromingen. Hoewel we her en der onlusten engevechten tussen moslims en christenen zien, valt wel opdat er geen Amerikaanse of Isralische vlaggen tijdens deonlusten zijn verbrand. Een positief signaal, ook richtinghet Westen, en gelukkig ziet men dit ondertussen ook inhet Westen.

    Het voorbeeld Arabische lente laat zien dat zowel destaats- als menselijke kant van veiligheid steeds meer vaninvloed zijn op beleid. Het bewust schenden van staats-soevereiniteit omwille van het beschermen van de bevol-king in Libi wordt gerechtvaardigd met de responsibilityto protect. Tegelijkertijd steunt men Egypte en Tunesi, enlater waarschijnlijk ook andere staten, omdat men wilvoorkomen dat deze staten uit elkaar vallen. Staten blij-ven namelijk belangrijke actoren in de wereld.

    China: bedreiging of kans? Dan de opkomende machten India en China. Vooral ditlaatste land wordt te pas en te onpas aangehaald om opde noodzaak van een sterke defensie te wijzen. Met eengemiddelde groei van 10% zou China niet alleen eenmachtige staat worden maar zouden ook de verdelings-problemen van schaarse goederen, als olie en voedsel,alleen maar toenemen. Dit klopt, mits men ervan uitgaatdat the sky the limit is en dat groei altijd lineair is. Zelden hoort men in de media of erbuiten echter datzowel binnenlandse factoren als de aard van de Chineseeconomie tot twijfels kunnen leiden over de voortgangvan deze schijnbaar ongebreidelde groei.Door de economische groei, maar ook de globaliseringdie eveneens in China toeslaat, verandert de Chinesemaatschappij in rap tempo. Dit heeft consequenties, dieop dit moment nog moeilijk overzien kunnen worden. DeChinese overheid is er zichzelf erg van bewust dat desteeds verder groeiende kloof tussen arm en rijk tot mas-sale problemen zal leiden. Anders hadden de Chinese lei-ders er niet herhaaldelijk op aangedrongen dat dit eenvan hun topprioriteiten is. Vooralsnog blijft China dekoers varen die door Deng Xiaoping 1979 werd ingezet:(kapitalistische) groei en socialisme en het openstellenvan China richting het Westen. Te grote verschillen tussenarm en rijk passen daar dus niet bij.Daarnaast bestaat er een ander, maatschappelijk-cultu-reel, probleem dat de Chinese economische expansieserieus bedreigt: corruptie. Bij een succesvolle economiepast niet de mate van corruptie en willekeur die men inChina aantreft. In een artikel van Carnegie Endowmentuit 2007 schat Minxin Pei dat de directe kosten van cor-ruptie in China kunnen oplopen tot $ 86 miljard. Tevenswijst zij erop dat de indirecte kosten niet in te schattenzijn. Tot deze kosten horen onder andere het verlies vanefficiency, schade aan de volksgezondheid en het draagtbij tot een instabiele maatschappij.

    Tot slot moet men ook de economie zelf en haar financi-le structuren bekijken, wil men tot een goede voorspel-ling over Chinas invloed in de wereld komen. Uiteraard

    Tijdens de G8 top in Deauville van eind mei is besloten om 28 miljardeuro ter beschikking te stellen voor de ontwikkeling van de Noord-Afrikaanse regio. (foto www.dalje.com)

    Marineblad_kvmo_juni2011DEF 27-06-2011 05:11 Pagina 13

  • heeft China de laatste jaren enorme reserves in vreemdevaluta kunnen opbouwen, maar als men nagaat dat degeschatte 60-70% in US $ is, dan hoeft men geen econoomte zijn om te begrijpen dat er eerder sprake is van weder-zijdse afhankelijkheid dan eenzijdige machtsverhoudin-

    gen. Schulden en reserves kunnen de Amerikanen binnenluttele momenten terugbetalen dan wel waardeloosmaken, door meer dollars in de markt te pompen. Eennaeve gedachte? De aflopen drie jaar hebben de VS inhet kader van de financile crisis heel veel fiscale maatre-gelen genomen, die zelfs deze gedachte toelaten.

    En dan hebben we het nog niet eens over de groeiendeinflatie in China. De geldhoeveelheid in dit land is zogroot, dat een serieuze inflatie dreigt. Daarnaast beginnende Chinezen zelf steeds meer producten te kopen uitandere landen, met als gevolg dat in het voorjaar van2011 de importen de exporten voorbijstreefden.

    Wat nog interessanter is, is natuurlijk de structuur van deeconomie zelf. Onbetwistbaar is China een groot produ-cent van goederen die voor Westerse economien enmaatschappijen van groot belang zijn en die al dan nietdoor medewerking van Westerse bedrijven geproduceerdworden. Neem antibiotica, computers en autos als voor-beeld. Maar daarnaast produceert China een hoop ramsj.En hier komt het Commando Zeestrijdkrachten in hetspel.

    Dilemmas bij maritiem optredenEen van de grootste opstekers voor de marine van deafgelopen jaren zijn de operaties Ocean Shield van de

    NAVO en Atalanta van de EU.Gezamenlijk met de bondgenotentrekt men ten strijde tegen depiraterij bij de Hoorn van Afrikaen ondertussen zelfs tot aan dewateren van India. Dit levert nietalleen prestige op, maar boven-dien mooie plaatjes. Iedereendenkt hier waarschijnlijk nog voltrots aan de mariniers terug dieop de containers van een schiplandden om schip en bemanning

    uit handen van de piraten te bevrijden. De vraag die wei-nig mensen stelden is, wat er nou eigenlijk in die contai-ners zat.Dat olie, voedsel en medicijnen voor ons van strategischedan wel levensbelang zijn, betwist niemand. Maar moe-ten wij daadwerkelijk met man en macht optreden om degoederenstroom van ramsjproducten veilig te stellen?Producten die voor minder dan 1 euro zijn geproduceerd vaak gemaakt van de schaarse aardolie en in onzewinkels voor 5 euro worden verkocht. Moet een marineer trots op zijn, dat zij veiligstelt dat onze winkels en hui-zen en zolders uitpuilen van plastic rommel en plastictuinkabouters Made in China?

    Natuurlijk is dit overdreven, maar de kern van dezeboodschap is tweerlei: men moet piraterij op landbestrijden en aan de toekomstige veiligheidsproblemendragen we zelf bij en niet per se China alleen.

    Comprehensive Approach tegen piraterijTen eerste moet men zich afvragen of het OperationeelCommando Zeestrijdkrachten of welk ander operationeelkrijgsmachtsdeel dan ook zijn legitimatie wil ontlenenaan incidentele acties voor de bhne. Let wel, natuurlijkheeft de missie Atalanta een diepere waarde, namelijk hetveiligstellen van de vrijheid van goederen en verkeer opzee. Een evident beginsel binnen het internationaal recht.De vraag is echter of wij met de huidige manier van pira-terijbestrijding de symptomen bestrijden of de oorzaken.Het eerste lijkt het geval: ook al vaart de internationalegemeenschap met 40 fregatten voor de kust van Somali,er komen steeds meer piraten bij.

    Als we het laatste willen doen, het bestrijden van de oor-zaken, dan moeten we ook ervoor zorgen dat de mensenaan wal ervan weerhouden worden om door te gaan metpiraterij. Of wij dit nu doen in het hoge geweldspectrum,dan wel door een comprehensive approach aan land, waarbijde nadruk op ontwikkeling moet komen te staan: inbeide gevallen is er een belangrijke taak voor de marineweggelegd: als vervoerder van hulpgoederen, troepen,maar uiteraard ook als een wapen voor als men rook,vuur en geknal nodig mocht hebben.

    Interdependentie Het tweede punt dat dit artikel wil aanroeren zijn de eer-der genoemde Chinese ramsjproducten. Het ziet er voor-lopig naar uit dat ook de stroom aan consumptiegoede-ren blijft groeien en wel uit landen en regios die hetWesten met zijn eigen economisch gedrag groter en sterker maakt. Met andere woorden: anders dan tijdensde Koude Oorlog, waar na de Tweede Wereldoorlog dewereld met twee machtsblokken zat opgescheept, creerthet Westen vandaag de dag veel van de veiligheidspro-blemen in de wereld zelf.

    En hierdoor ontstaan enkele groeiende veiligheidsrisicosvoor de toekomst, die om een duidelijke militaire, maarvooral maritieme component bij de bestrijding of zelfsoplossing vragen.

    de opkomst van China wordt te pas en te onpas aangehaald om

    op de noodzaak van een sterke defensie te wijzen

    Dat olie, voedsel en medicijnen voor onsvan strategische dan wel levensbelangzijn, betwist niemand. Maar moeten wijdaadwerkelijk met man en macht optre-den om de goederenstroom van ramsj-producten, zoals plastic tuinkabouters,veilig te stellen?

    TOEKOMST MARINE14 De Nederlandse Marine in de 21e eeuw

    Marineblad_kvmo_juni2011DEF 27-06-2011 05:11 Pagina 14

  • De vraag is echter of Europa de wil dan wel het vermo-gen heeft om aan dit spel mee te doen, mocht het ommaritiem optreden in het hoge geweldspectrum gaantegen een symmetrische tegenstander. Europa heeft waar-schijnlijk noch de capaciteiten noch de wil om met degrote jongens echt oorlog te voeren. Maar: moet Europahet willen en vooral: komt het berhaupt zover?

    Om terug te keren naar de Chinese dreiging, er bestaantal van publicaties die op de enorme omvang van deChinese inspanningen met betrekking tot haar militairecapaciteiten wijzen. En de getallen zijn indrukwekkend,uiteraard. Er zijn echter enkele punten of vragen die menhierbij niet uit het oog mag verliezen, als men hieruit wilafleiden wat de Chinezen van plan zijn:

    Waarom doet China dit? Wil het land op ooghoogtekomen met de VS of de VS voorbijstreven? Als de analyseis dat China zelfs sterker wil worden dan de VS, wat ishiervan de reden? Een begrip binnen de Internationalebetrekkingen is hier van belang: het veiligheidsdilemma.Het veiligheidsdilemma bestaat uit het dilemma vaninterpretatie en vervolgens uit het dilemma van ant-woord. Waarom doet een land wat het doet? Wil het meaanvallen of wil het zichzelf verdedigen? Wil het puurindruk maken of wil het daadwerkelijk iets met dewapens doen? En zo ja, is dat tegen mij gericht?Mocht men dan eindelijk dit dilemma van interpretatiehebben opgelost, dan moet men vervolgens bedenken,hoe te reageren. Het Westen heeft op dit moment nogsteeds niet het eerste dilemma opgelost, en toch probeertmen al met de oplossing voor het tweede dilemma, hetdilemma van antwoord, te komen: meer wapens, tegenre-actie.

    Dit artikel pretendeert niet het eerste dilemma, dat vaninterpretatie, op te lossen, maar wil ertoe bijdragen dat de

    oplossing anders kan uitvallen dan menin eerste instantie zou denken. Het tover-woord in deze luidt: interdependentie.China, alle andere opkomende groot-machten, de VS en Europa zijn vandaagde dag veel te sterk wederzijds van elkaarafhankelijk als dat een (militair) conflictvoor wie dan ook enig voordeel brengt,strategisch of economisch. Globalisatie,binnen Europese landen de laatste tijd alsbedreiging gezien, biedt ook enorme kan-sen: het leidt tot wederzijdse afhankelijk-heden op tal van terreinen, zodat eengroot conflict tussen de verschillendepartners onwaarschijnlijker wordt.Bovendien moet men bij het oplossen vanhet veiligheidsdilemma ook naar deChinese cultuur en maatschappij kijken.

    Die kunnen vaak meer vertellen over een land dan dui-zend wapens.

    De toekomstige rol van CZSKAls China of welke andere opkomende macht dan ookniet de grootste zorg is, dan is het belangrijk om te kijkenwat voor dreigingen men wel kan verwachten en hoemen deze met bestaande middelen tegemoet treedt. Endaar gaat het om: welke mondiale taken zijn voor hetCommando Zeestrijdkrachten weggelegd die met debestaande middelen dan wel met de middelen die menredelijkerwijs in de toekomst kan verwachten kunnenworden uitgevoerd?

    Ten eerste kan en moet de Marine worden ingezet voorhet verdelen van de zogenaamde schaarse goederen, metname voedsel. Het is een mythe dat er te weinig voedselop aarde is en dat dit bij een wereldbevolking van 9 mil-jard in 2050 nog erger wordt. Op dit moment is er reedsvoedsel voor 9 miljard mensen op aarde. Het probleemzit hem meer in de ongelijke verdeling: het zit gewoon opde verkeerde plek met als gevolg, dat in de Westersewereld nog steeds veel overproductie vernietigd wordt.En daar horen nog niet eens de producten bij die hetWesten dagelijks uit de koelkast haalt omdat ze over dehoudbaarheidsdatum zijn. Schattingen gaan ervan uit dathet Westen 20-30% van het geproduceerde voedsel ver-nietigt.

    Daarnaast zijn de armste regios van de wereld vooraldaarom arm, omdat er gewoonweg niet voldoende voed-sel groeit, of kan groeien, vanwege droogte of de dwangtot export van producten naar andere werelddelen.Hiertoe behoren koffie, cacao, bananen, maar ook soja,dat nodig is in de Westerse vleesindustrie. De Marine kan er heel goed voor zorgen dat de verdelingvan schaarse goederen veiliggesteld kan worden.Bijvoorbeeld door er voor te zorgen dat voedsel op dieplekken terecht komt waar het nodig is. Een voorbeeld ishet World Food Program, waar het CommandoZeestrijdkrachten al actief is. Bovendien is het helemaal niet zo een gekke gedachte om

    Een toekomstige rol van de Marine kan en moet zijn de inzet voor hetverdelen van de zogenaamde schaarse goederen, met name voedsel.Dit doet ze al in het kader van het World Food Program. Op foto:Hr.Ms. De Ruyter in de haven van de Keniaanse stad Mombasa, tij-dens operatie Atalanta, 2008.

    marineblad | juli 2011

    15

    Marineblad_kvmo_juni2011DEF 27-06-2011 05:11 Pagina 15

  • TOEKOMST MARINE16

    op den duur de Marine in te zetten om de toenemendeoverbevissing tegen te gaan. Dat Nederland en onzebondgenoten hier met name zelf voor verantwoordelijkzijn is een complicerende factor. Dit neemt niet weg dat,wil de Nederlander ook in de toekomst een lekkerbekjeeten dat niet gemaakt is van saaie kweekvissen, eropmoet worden toegezien dat deze lekkerbekjes ook kun-nen blijven groeien. Zonder gekheid: de meeste soortenop aarde leven in het water en de bescherming van dezee ook en in het bijzonder onder de oppervlakte kaneen belangrijke taak voor het CZSK zijn.

    Wie minder in deze altrustische tak van de wereld zitkomt allicht bij het tweede punt aan zijn trekken. Hoemen het ook wendt of keert, de zeespiegel blijft stijgen.Bedenkt men hierbij dat 90% van de wereldbevolking ineen strook van 100 km van de kust of belangrijke water-

    wegen leeft, dan betekent dit dat deze mensen vroeger oflater natte voeten of erger krijgen. Natuurlijk, tegen eenTsunami kan men weinig doen, behalve de bevolkingverplaatsen naar hogere regios; een optie die de Japanseregering op dit moment serieus bekijkt.

    Ook het bouwen van dijken is niet altijd de oplossing.Alleen al in Nederland zijn de geschatte kosten voor hetverhogen van de dijken 50 miljard en bovendien is ditvraagstuk k ideologisch zwaar betwist. Maar landenals Bangladesh of de Malediven hebben niet eens de keusom dijken te bouwen, omdat of de grond te zacht is, of dekust te lang. Tot de gevolgen van deze waterstijginghoren afname landoppervlak, verdringing van schaarselandbouwgronden, groeiende migratiestromen en conflic-ten en daarmee nieuwe uitdagingen voor de marine.Vaak zal het CZSK de enige zijn die bepaalde gebiedenkan bereiken om er humanitair of militair op te treden.

    Ten derde is en blijft de Marine nodig in de gebiedenwaar veel grondstoffen zijn en die de wereld gezamenlijkdient te exploiteren. Uiteraard zijn de onderzeers ookaan deze bezuinigingsdans ontsprongen. We hebben zenamelijk niet alleen nodig tegen piraterij, maar ook bij derace rond de polen. Een F 16 of zijn beoogde opvolger zalvoorlopig nog niet in staat zijn de Nederlandse vlag op4000 meter onder zeeniveau en onder het ijs te planten.De vraag is ook of men dit moet willen. Veeleer moetenwe met alle landen goede afspraken maken over het aldan niet gezamenlijk exploiteren van de grondstoffen enmoeten we ervoor zorgen dat de afspraken worden nage-leefd. En daarvoor hebben we de Marine nodig.Er kunnen nog eindeloos voorbeelden worden aange-haald. Joris Voorhoeve heeft dit uitgebreid gedaan in zijnrecente boek Negen Plagen Tegelijk. De intentie van zijnboek maar ook van dit artikel is, degenen die bij veilig-

    heid in brede zin betrokken zijn even op enkele anderepunten te wijzen dan wat we over het algemeen willenhoren. Waar dit artikel voornamelijk op wil wijzen is datvoor de oplossingen van veel veiligheidsproblemen geza-menlijk optreden niet alleen binnen het bondgenoot-schap, maar ook en in het bijzonder met de opkomendegrootmachten van levensbelang is. En hierbij is duidelijk de Marine bij nodig, niet alleen inhet hoge geweldsspectrum. Sterker nog: de Marine is bijuitstek geschikt voor brede internationale samenwerking.Dat hoort bij haar traditie, haar cultuur en ze laat hetdagelijks zijn tijdens diverse NAVO- en EU-oefeningen enoperaties, maar ook in de samenwerking met tal vanandere landen. De uiteindelijke consequenties van de huidige bezuini-gingen zijn op dit moment nog niet te overzien. Wat welduidelijk is, is dat de middelen die het CZSK houdt hardnodig en zeer geschikt zijn om tal van echt belangrijkeveiligheidsproblemen tegemoet te treden. In het bijzon-der Hr.Ms. Johan de Witt, maar ook al die hoog gekwali-ficeerde mensen die zij overal ter wereld kan brengen endie over een breed spectrum kunnen bijdragen aan eenveiligere en voorspelbare wereld.

    Dr. J.E. (Jrg) Noll is universitair hoofddocentInternationale Veiligheidsstudies bij de sectieInternationale Veiligheidsstudies aan de NederlandseDefensie Academie.

    Noot1 Dit artikel is een bewerking van de lezing die dr. Noll heeft

    gehouden voor het symposium De toekomstige KoninklijkeMarine na de Beleidsbrief, tijdens de Algemene Vergaderingvan de KVMO op 25 mei jl..

    De auteur werd voor het artikel genspireerd door de HDV07-thesis van Majoor Maarten Wielenga. Toespraak en artikelwaren niet tot stand gekomen zonder het waardevolle com-mentaar van LKOLMARNS bd. Dick Bosch, LTZ 2 OC Roy deRuyter en KTZ Niels Woudstra.

    We hebben onderzeeboten niet alleen nodig tegen piraterij, maar ookbij de race rond de polen.

    vaak zal het CZSK de enige zijn diebepaalde gebieden kan bereiken om er

    humanitair of militair op te treden

    De Nederlandse Marine in de 21e eeuw

    Marineblad_kvmo_juni2011DEF 27-06-2011 05:11 Pagina 16

  • marineblad | juli 2011

    Het meest verrassende aan de afscheidstoespraak van Gates op 10 juni was misschien zijn openingszin:Thank you, Mr. Secretary General, Jaap, for that kind introduction. Ik was er niet bij, maar waarom werdJaap daar aangesproken? Jaap is in elk geval niet de voornaam van Fog Rasmussen, want die heet , heeltreffend, Anders.

    Een paar jaar geleden mocht Jaap zich ook door Bob aangesproken voelen. Nederland sloofde zich enormuit in Afghanistan maar ons land kreeg toch de wind van voren. De toen nog onder Bush jr. dienendeGates fulmineerde in het Amerikaanse Congres dat de NAVO-bondgenoten het lelijk lieten afweten inAfghanistan en dat zijn geduld op was. Wij fence sitters hoefden er niet op te rekenen dat VS weer een blikmariniers zouden opentrekken om er voor de zoveelste keer kastanjes uit het vuur te halen. Begin 2008deed hij het nog eens dunnetjes over. De bondgenoten hadden niets begrepen van counter insurgency war-fare, brieste hij. Sommige landen deden heleml niets, maar ook Nederland klein land maar tenminstenog bereid om in Uruzgan de handen uit de mouwen te steken zou je zeggen - kreeg ervan langs.Without sufficient numbers on the ground, the Dutch troops, for example, tend to use their artillery andthis causes deaths among the civilian population, was zijn kritiek. Uit de pers in die tijd teken ik op datEimert van Middelkoop verontwaardigd was en uitleg van de Amerikaanse ambassadeur verlangde. Dat gebeurde allemaal in de aanloop naar de NAVO-top in Boekarest, waar bleek dat Gates zuchtend engrommend toch weer door de pomp was gegaan en drie blikken Amerikaanse mariniers had toegezegd.

    Maar een vergeetachtig mens is Gates, die meer dan 40 jaar meedraait in de top vanhet veiligheidscircus, natuurlijk niet. Hij bleef op hetzelfde aambeeld hameren en zouerop terugkomen.In het winternummer van Foreign Affairs 2009 waarschuwde hij weer maar koos eeniets andere benadering. Hoewel hij beschreef hoe sterk de VS militair nog altijd waren(en zouden blijven), voorspelde hij dat een tweede Irak- of Afghanistanoorlogondenkbaar was. De VS mogen dan een marine hebben die sterker is dan de volgen-de 13 ter wereld bij elkaar, waarvan er bovendien 11 van je bondgenoten, zo betoogdehij, forced regime change followed by nation building under fire zou anytime soonniet meer gebeuren.

    Bij zijn Beste Jaap-toespraak op 10 juni wreef hij de tekorten van de NAVO nog extra in. Vrienden moetensoms eerlijk tegen elkaar zijn, zo begon hij. Hoewel Gates erkende dat hij vier jaar geleden, bij zijn aantre-den, niet had verwacht dat de NAVO de strijd in Afghanistan nu nog zou volhouden, blijft het een bescha-mend feit dat een alliantie van 2 miljoen militairen (exclusief de VS) er met moeite 50.000 op de been kanbrengen.

    De casus-Libi maakt het nog erger. Hier gaat het om een onomstreden missie met een solide VN-man-daat, waarbij NAVO-grondsoldaten geen enkel gevaar lopen, en nu laat de NAVO het eigenlijk weer afwe-ten. Excuses zijn er niet: Noorwegen en Denemarken leveren het bewijs. Zij leveren 12% van de strike air-craft waarmee bijna een derde van de Libische gronddoelen is gebombardeerd. Zelfs Belgi doet mee,waar Nederland past. Bitter merkt Gates op dat nu nog maar vijf van de 28 NAVO-lidstaten, waaronderGriekenland en Albani, de 2%-norm defensie-uitgaven halen. En dat de VS, in de Koude Oorlog al goedvoor de helft van de defensiebestedingen van het bondgenootschap, nu zelfs driekwart van de uitgavenvoor hun rekening nemen. Zou het indruk op hem hebben gemaakt dat minister Hillen verzekert dat we er in 2014, als de winkel naverbouwing weer open gaat, weer zullen staan?

    bitter merkt Gates op dat nu nog maar 5 van de 28 NAVO-lidstaten,

    waaronder Griekenland en Albani, de 2%-normdefensie-uitgaven halen

    Vrienden onder elkaar

    Robert Gates is vertrekkend minister van Defensie. Op zijn afscheidstourneedeed hij natuurlijk ook Brussel nog even aan, en nam er de NAVO de maat.Dat was op zichzelf niet zo verrassend, Gates heeft er nooit een geheim vangemaakt dat hij twijfelt aan het nut van het bondgenootschap ook al vindthij de alliantie nog steeds essentieel voor de veiligheid van het continent.

    17COLUMNProf. dr. J. (Ko) Colijn is defensiespecialist, directeur van Instituut Clingendael, redacteur van Vrij Nederland en hoogleraar aan de Erasmus Universiteit Rotterdam

    Marineblad_kvmo_juni2011DEF 27-06-2011 05:11 Pagina 17

  • OPINIE18

    Is de Derde WereldooNu Osama Bin Laden dood is, TomTom niet meer ons rijgedrag naar de politie stuurt en Sony diep

    door het stof is gegaan over onze creditcards en het spelverlies, kan de gezapigheid weer toeslaan.

    Afghanistan is yesterdays war. Bovendien, wie is er eigenlijk bang voor de Derde Wereldoorlog?

    Er is immers niets meer aan de hand. Toch?

    KTZ b.d. W. van Straten

    De vraag blijft echter of er buiten het gezichtsveld van dejournalistiek bewegingen zijn die het dagelijks nieuwsniet halen maar waar we op termijn toch mee te makenkunnen gaan krijgen. De discussiegroep The Futurist opLinkedIn geeft net zo min als andere trendwatchers eenduidelijk antwoord op de vraag waar we nu eens goedop moeten letten. Daarom de vraag: is de aanloop naarde Derde Wereldoorlog, WW-III, al begonnen?

    In dit korte opiniestuk wordt een poging gedaan om tedemonstreren dat de strategie van landen enigszins zicht-baar te maken is. Als je de strategie weet kun je vanzelfzien waar de belangen gaan botsen. Op grond hiervankom ik met enkele conclusies die in de categorie onge-makkelijke waarheid vallen.

    Strategie: het doel, de weg en de middelenOoit haalde ik een drie bij een professor op Clingendael.Er was geen toelichting, er waren geen rode krassen.Desgevraagd gaf de professor mij te verstaan dat ik alsaxioma in mijn werk had aangenomen dat een regeringhet beste voor heeft met de onderdanen. De professor zeidat die heipaal onder mijn stuk los zand is, want eenregering heeft als prioriteit n: aan de macht blijven. Datde beste methode daartoe is om het volk tevreden te hou-den is iets anders: de zorg voor herverkiezing en deopenbare orde op straat. Dit klinkt behoorlijk cynisch en is vast veel te scherpgeformuleerd. Wat wil een regering dan wel? Op welkemanier bereikt een regime haar doelen? Oftewel: welkegrand strategy heeft een land? Bij het zoeken naar eendefinitie van het woord strategie kom je van alles tegen,te beginnen bij speltheorien en Carl von Clausewitz.Toch is er een gezamenlijke grond: strategie is een combi-natie van doelstelling, de weg daar naar toe en de beno-digde middelen.

    Met strategie bedoel ik in deze bijdrage: een combinatievan het doel, plus de weg waarlangs het doel bereiktmoet worden en wat je daarvoor aan instrumenten enhulpmiddelen nodig hebt. Staten doen meestal geheim-zinnig over hun strategie omdat zij vrezen dat een anderestaat het object van die doelstellingen voor hun neus zalwegkapen. Logisch, want kort gezegd: veel staten willenhetzelfde, nl. grondstoffen, energie (olie en gas), lucratie-ve handelsbetrekkingen. Staten vrezen immers een nul-som: mijn winst is jouw verlies en andersom. Om er vervolgens achter te komen wat de strategie van

    een land is zou je naar mijn mening moeten je letten opdrie elementen: wat die staat zegt, wat die staat doet enwaar die staat zijn geld aan uit geeft. Als die drie elemen-ten synergie te zien geven mag je er van uitgaan dat jeeen correct beeld hebt. Als die drie uiteen lopen, is hetopletten geblazen want dan zijn er kennelijk strategischedoelstellingen te verbergen.

    Herken de strategie van een land: wat een staat zegt, doet en waaraan het zijngeld aan uit geeftWat een staat zegt lees je gewoon in de media. Daar isniets ingewikkelds aan: iedereen heeft er toegang toe.Wat een staat doet is nauwelijks lastiger: gewoon eenpoosje opletten op het dagelijkse nieuws met de analysevan journalisten en de vakliteratuur. Waar een staat zijngeld aan uitgeeft is ook best te doen. Dat vergt het gerui-me tijd volgen van de vakpers en het maken van je eigendatabase (alles is openbaar, maar je moet wel even zoe-ken). Voor dit stuk heb ik twee jaar in de openbare media(voornamelijk de vakpers) de investeringen in marine-schepen bijgehouden die een uitbreiding betekenen vande capaciteit. Omdat marineschepen erg duur zijn ligtaan de aanschaf een zeer bewuste keuze van de regeringten grondslag. Ergo, naval shipbuilding die een uitbreidingvan slagkracht voor dat land oplevert, geeft aan dat er inde strategische doelstellingen iets is veranderd. Het soortte bouwen schepen geeft aan op welke richting die veran-dering duidt. Een strategie die leidt naar power projectionen expeditionair optreden ver van huis leidt tot andereschepen dan wanneer het zou gaan om bijvoorbeeld eenkustwacht, of voor het zorgen voor sea control in eenrandzee. De methode om naar nieuwbouw voor extramaritieme capaciteit voor extra capaciteit te kijken isdaarom een hulpmiddel om een indruk te krijgen van destrategie van staten. Er is een voorbeeld te geven vanwaar die synergie wel bestaat en een voorbeeld waar dieafwezig is. Daartoe volgt een korte alinea over deVerenigde Staten (VS) en over China.

    Eerst iets over de VS: de VS zegt de grootste superpower tewillen zijn. De VS heeft relevante militaire doctrines diedaartoe moeten leiden gewoon op Internet gezet. De VStreedt mondiaal zowel solo als in multinationaal verbandop en tot slot worden die woorden en daden gedekt doorde investeringen en uitgaven voor de Amerikaansedefensie die in een openbaar debat in het Capitool te con-troleren zijn. President Barack Obama beindigde zijn

    Marineblad_kvmo_juni2011DEF 27-06-2011 05:11 Pagina 18

  • marineblad | juli 2011

    19

    oorlog al begonnen?

    speech over het aankondigen van de dood van OsamaBin Laden: dat Amerika alles kan als we daartoebesluiten (NRC, 2 mei 2011). Kortom, er is een eenduidigbeeld te zien in wat de VS zegt, wat de VS doet en waarde VS in investeert. Je mag zeggen dat het je niet aan-staat, maar het is wel degelijk WYSIWYG (what you see iswhat you get).

    China Om een voorbeeld te geven waar die synergie afwezig is,iets over China. Van China weten we sedert deOlympische Zomerspelen van 2008 opeens veel meer danvroeger. Het Chinese volk heeft door internet, mede inge-geven door de openheid in die periode, het gevoel wat inte halen te hebben: welvaart zoals in de westerse landen.Het Chinese leiderschap, de top van de ChineseCommunistische Partij dus, doet er zoals alle regeringenoveral elders in de wereld alles aan om aan de macht teblijven. Om kort te gaan: geen opstand en het volk diestijging van de welvaart geven die het verlangt. Dit is ookwat het Chinese leiderschap zegt: de stijging van de wel-vaart is prioriteit n.

    Ook over de defensie zegt China geheel open te zijn.China zegt dat de defensie gebaseerd is op de twee-eilan-den ringen (zie de foto op deze pagina). Het zou gaan omsea denial in de wateren binnen de eerste ring van eilan-den en dat er geen mondiale aspiraties zijn. Dit is deexpliciet gemaakte strategie, die we geacht worden braafte geloven.Om te bezien wat China doet is al een stuk lastiger.China maakt zijn eigen allianties of gaat gewoon solo.Om te beginnen is de hulp van China aan Afrikaanse lan-den waardevrij. Er komen geen clausules bij over men-senrechten of andere randvoorwaarden. China laat zich

    af en toe betalen voor steun bij ontwikkeling. Tegen kost-prijs legt China infrastructuur aan en bindt China hetlokale bestuur aan zich. De Chinese investeringen inAfrika groeiden van 166 miljoen in 2000 naar 1,1 miljardin 2009 (China is alleen in Afrika voor China, door cor-respondent Peter Vermaas in de NRC, 9 december 2010).

    Nog nooit ben in zo optimistisch geweest. We staanaan de vooravond van een grote groei, zegt D. Kaberuka,president van de Afrikaanse Ontwikkelingsbank, in deNRC van 27 november 2010 aan Afrika-correspondentKoert Lindijer in dienst NRC-artikel Chinese lessen hel-pen verloren continent groeien. Inderdaad: de westersewereld beschouwde Afrika als het verloren continent.China ziet het als de nieuwe bron voor zijn grondstoffenen is al jaren met succes onderweg vaste voet op deAfrikaanse wal te krijgen. In december 2010 nodigde deChinese leider Hu Jintao de Zuid-Afrikaanse presidentJacob Zuma uit om voortaan aanwezig te zijn bij de topvan de BRIC landen (Brazili, Rusland, India en China);BRIC wordt BRICS (inclusief Zuid-Afrika).Intussen vissen de Chinese vissers in Zuid-Koreaansewateren, is er een conflict met Japan over de onbeteke-nende Senkaku eilanden (althans, onbetekenend totdat erolie gevonden wordt binnen 200 zeemijl). NRC-corres-pondent Oscar Garschagen constateert in zijn artikelWereld draait nu om het Rijk ven het Midden, in deNRC van 2 januari 2010, dat de Chinese leiders de con-frontatie met de leiders van Europa en Amerika niet lan-ger schuwen.

    Om te zien waar China investeert in uitbreidingen vanmarinecapaciteit verwijs ik naar de door mij samengestel-de database van de jaren 2009-2010 op de website van deKVMO, www.kvmo.nl/2011.Let daarbij vooral op de samenstelling van vloot: geschiktvoor indrukwekkende projection of power ver weg vanhuis. Dat heeft niets meer met home waters binnen de tweeeilandringen te maken. Kijk ook naar het gedrag: je zouhet agressieve Chinese gedrag over de Senkakus en deSpratleys nog best in de First Island Ring kunnen verkla-ren, maar de forse toename van Chinese invloed in Afrikaal lang niet meer. Conclusie: er is geen synergie tussenwat China zegt, doet en waar het zijn geld in steekt.

    Intussen: de trendsAch, u heeft het allemaal al eens eerder gehoord. De kernvan de toekomstvoorspellingen van de trendwatchers isal een tijd hetzelfde. Nog steeds rekent men met eenexplosieve mondiale bevolkingsgroei en in de westersewereld de vergrijzing als een van de kenmerken. In 2040zijn we met 9 miljard en in 2100 met 10 miljard mensen.Nog steeds baart voedselschaarste zorgen: de vis uit deoceanen raakt op en om die groeiende bevolking te voe-

    China zegt dat zijn defensie gebaseerd is op de twee-eilanden ringen.(Bron: Presentation dr. You Ji, Future Plans and RequirementsConference, London, May 21, 2009)

    Marineblad_kvmo_juni2011DEF 27-06-2011 05:11 Pagina 19

  • OPINIE20

    den is er mondiaal een distributie- en transportprobleem.Olie en gas voor de energie raken op. Hoewel al decenniaom een ander soort energie wordt geroepen blijft hetvoorzien in energie een allerminst opgelost probleem. Deramp in Fukushima op 11 maart van dit jaar heeft deanti-kernenergielobby nieuw leven ingeblazen; oplossin-gen liggen ver weg. Nogmaals: dit is geen nieuws. Maarwe gaan heel erg slecht om met toekomstige bedreigin-gen van onze welvaart. Zo praten we al decennia over devergrijzing en het lijkt er nu toch echt van de te komendat we over tien jaar de pensioenleeftijd met een jaar zul-len verhogen. Kennelijk is de druk nog niet hoog genoeg.Zo is het met de trends ook.

    De harde gegevens de databaseZoals ik hierboven al aangaf, op de website van deKVMO staat een uitdraai van de database. Deze databasebestaat uit een opsomming van uitbreidingen van demarine, opgetekend in de periode 2009 en 2010.Nogmaals: het gaat dus niet om vervangingsinvesterin-gen. Natuurlijk is er wat op af te dingen. Om te beginnenstaan rijp en groen door elkaar: aankondigingen, contrac-ten, kielleggingen, afbouw, in dienst stellen. Daarnaastwordt seriebouw in batches van 4 of 5 schepen gemaakt,met tussentijds contractwisselingen. Tenslotte heb ik dezelijst in mijn eentje gemaakt en ik heb vast wel veelgemist: de lijst zou veel (?) uitgebreider moeten zijn. Alleskomt uit open bron en is gewoon op Internet te controle-ren.De kern van de database is dat een groot aantal landenbezig is extra maritieme capaciteit te verwerven. Dit zijnde middelen van de grand strategy van landen. Trek zelfje conclusie maar.

    WW-IIIBovenstaande leidt tot de volgende gedachte over WW-III. Te beginnen met twee conclusies gebaseerd, op dedatabase:

    China (met als goede tweede India, zie de database) iszich stilletjes maritiem aan het bewapenen om ergensver weg van de thuishavens een militaire operatie te

    gaan uitvoeren. China vaart geduldig de vaste koers,laat zich niet benvloeden en wordt de mondialesuperpower. Wat het Chinese leiderschap nastreeft isheel erg duidelijk: grondstoffen om de eigen groeien-de bevolking een welvaart te bezorgen om daarmeehet volk tevreden te houden. Daar is niets mis mee.Maar die grondstoffen kun je maar n keer winnen;wie het eerst komt die het eerst maalt. De schepen dieChina (en India) bouwt zijn bedoeld om economischebelangen op grote afstand veilig te stellen;

    Andere landen reageren op grootmachten en elkaar:de perceptie dat marinebouw elders mogelijk tegenjou gericht is dwingt je tot eigen investeringen en danwel asymmetrisch (dus als je een carrier tegenover jeverwacht, bouw je zelf onderzeeboten en raketten).

    In tegenstelling tot de Eerste en Tweede Wereldoorloggaat het in de nabije toekomst niet over landjepik. Geenvan de actoren die ik tegenkwam tijdens mijn zoektochtin 2009 en 2010 doet vermoeden dat een komende strijd

    gaat over bommen, granaten, veel bloed en te betreurenslagvelden. Nee, het gaat om het bezit of de controle overde noodzakelijke grondstoffen en voedingsbronnen nu deschaarste door de explosieve bevolkingsgroei toeneemt.

    Het zou dus best kunnen zijn dat in WW-III nauwelijkseen schot gelost wordt. Sun Zu leerde ons al dat de bestegeneraals nooit ten strijde gaan: coercion, politieke endiplomatieke dwang, economische chantage, coptatie encoperatie zijn mogelijk de strijdmiddelen van WW-III.Maar wie geen actor is in het spel van deze coercion, wiegeen druk kan uitoefenen bij de verdeling van de schaar-se goederen krijgt de kruimels die van tafel vallen.

    Conclusie De issue van WW-III is daarmee: het verkrijgen van die

    grondstoffen; De vorm van WW-III ongewis: coercion, vreedzaam

    ontginnen, eerlijk delen, neokolonialisme, of vechten; Het battlefield is bij de belangrijkste vindplaatsen van

    grondstoffen: Afrika (door het Westen nog steeds onterecht het verloren continent genoemd);

    China is al vast begonnen het battlefield te bewerken; Amerika moet nog wat klusjes afronden, maar gaat

    zeker meedoen; Europa is alleen nog maar met zichzelf bezig en heeft

    geen idee.

    KTZ b.d. W. (Wouter) van Straten doceerdeMaritieme Operaties aan de NLDA en is docentIntegrale Veiligheid aan de Avans Hogeschool teBreda.

    we gaan heel erg slecht om met toekomstige bedreigingen

    van onze welvaart

    De schepen die China bouwt zijn bedoeld om economische belangenop grote afstand veilig te stellen. (foto marineschepen.nl)

    DE DATABASE STAAT OP WWW.KVMO.NL/2011

    Marineblad_kvmo_juni2011DEF 27-06-2011 05:11 Pagina 20

  • 21BEZUINIGINGEN BIJ DEFENSIE

    De minister wil een deel van de financile opbrengst binnenhalendoor flink te snijden in de bestuurlijke organisatie. Daarnaast wilhij de defensieorganisatie in 2014 gezond achterlaten. Wij den-ken dat de uitwerking van de organisatorische voorstellen zoalsdeze nu zijn geformuleerd, in de praktijk niet zullen leiden tot degewenste resultaten. Een kleinere maar gezonde krijgsmachtmoet voldoen aan andere uitgangspunten en de toepassing daar-van, dan nu worden gepresenteerd. Dit vereist wel een totaalandere wijze van denken. Een Copernicaanse wending van hethuidige bestuurlijke denken is daarvoor noodzakelijk.

    Dynamische onzekerheidIn tegenwoordige conflictsituaties ligt het primaat van de tacti-sche en operationele leiding over eenheden in een crisisgebied bijdie operationele eenheden zelf. De strategische aspecten (inclu-sief de politieke) zijn veelal in een eerder stadium vastgelegd;nationaal en internationaal. Iedere defensieorganisatie moet der-halve zorgen voor korte operationele lijnen met relevante infor-matie naar de minister.

    In vredestijd bereidt Defensie zich voor op die situaties van span-ning, crisis of oorlog. Operationeel gereed zijn voor opdrachtenen missies is het devies. De operationele commandanten zijn ver-antwoordelijk voor deze integrale gereedheid (materieel, perso-neel, exploitatie) van hun eenheden en rapporteren daaromtrent

    regulier aan de minister. De minister op zijn beurt legt daaroverpolitieke verantwoording af aan het parlement.

    Het sturen en inrichten van een organisatie moet ondersteuningbieden aan de doelstellingen die de leiding van de organisatiezich stelt. De sturing en de ondersteunende organisatie dienendan ook een toegevoegde waarde te leveren aan diegenen diedaadwerkelijk het eindproduct realiseren. In het geval van dedefensieorganisatie zijn dat de gereedstellers, de inzetters envanzelfsprekend de operationele eenheden zelf.De Verkenningen (2010) geven inzicht in de ontwikkelingen dievoor de inzet, het gereedstellen en de verdere inrichting van dedefensieorganisatie van belang zijn. Het omgaan met onzekerhe-den wordt daarbij als een leidende factor gezien:

    Onzekerheden doen zich niet alleen voor met betrekking tottoekomstige veiligheidsrisicos en dreigingen, ook organisato-risch kunnen zich voor Defensie onvoorziene uitdagingen enkansen voordoen als gevolg van bijvoorbeeld technologischedoorbraken, veranderingen in de overheidsorganisatie, arbeids-marktontwikkelingen en nieuwe samenwerkingsmogelijkhe-den. Versterking van het vermogen om te gaan met dezefundamentele onzekerheid en te anticiperen op voorziene enonvoorziene ontwikkelingen en gebeurtenissen vraagt dan ooknadrukkelijk aandacht. (Verkenningen, 2010 blz. 160-161)

    Fietsen doormul zand: Open brief aande minister

    Uit de beleidsbrief van de minister (april 2011) wordt deomvang duidelijk van de bezuinigingsmaatregelen diede krijgsmacht treffen. Deze ingrepen komen bovenopeerdere bezuinigingsrondes en aanpassingen vantaken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden. Degevolgen zijn voor de krijgsmacht zeer ingrijpend enkomen hard aan bij de defensiemedewerkers die velejaren trouw en professioneel hun diensten vervullen.

    KLTZ P. Blank MSc en KTZA b.d. drs. G. Brand

    Marineblad_kvmo_juni2011DEF 27-06-2011 05:11 Pagina 21

  • XXX22 BEZUINIGINGEN BIJ DEFENSIE

    De Verkenningen geven aan dat een versterking van het anticipe-rend vermogen van Defensie van groot belang is. Aan de handhiervan dient de huidige wijze van sturen en inrichten binnenDefensie tegen het licht te worden gehouden. Uitvoering die totstand dient te komen in omgevingen en situaties die wordengekenmerkt door zeer veel variabelen. Situaties die zich steedsfrequenter zullen voordoen en daarmee te kenmerken zijn alsdynamische onzekerheid.

    Doorlopend reorganiserenSinds het begin van de negentiger jaren van de vorige eeuw isvoor de defensieorganisatie die situatie van dynamische onzeker-heid zich steeds nadrukkelijker aan het ontwi