Mare, jaargang 36, nr. 7

12
Verplichte kost voor onderzoekers en hun bazen: Ontspoorde wetenschap. Daarin brengt onderzoeksjournalist Frank van Kolfschooten fraude aan Neder- landse universiteiten in kaart. DOOR BART BRAUN In september 2011 kreeg de Nederlandse wetenschap drie opdoffers na elkaar. De stel- selmatige verzinsels van Diederik Stapel, het gerommel van de Rotter- damse internist Don Poldermans en fraude in een pijnonderzoek van het UMC in Nijmegen. Wetenschappers bleken geen steriele waarheidsvin- ders te zijn, maar gewone mensen, en net als bij gewone mensen zaten er een paar behoorlijk rotte appels tussen. In hun pogingen om het nieuws te duiden grepen de media – Mare incluis – massaal terug op het enige standaardwerk dat in Neder- land ooit geschreven is over bedrog in de wetenschap: Valse vooruitgang van onderzoeksjournalist Frank van Kolfschooten. Dat was toen al jaren oud: de eerste versie stamde uit 1993, en de laatste update uit 1996. De tijd was rijp voor een opvolger, en die is er sinds vorige week: Ontspoorde wetenschap. Dat boek herhaalt een aantal af- faires uit zijn voorganger, zoals het plagiaat van de voormalig Leidse hoogleraar René Diekstra, en het gerommel van de Utrechtse chemica Hanni Erxleben die bepaalde stofjes in tumorcellen vond, omdat ze die er zelf in had gestopt. Hij deed wat wetenschapshistorische uitstapjes, waaruit bijvoorbeeld bleek dat de vijftiende-eeuwse humanist Eras- mus delen van zijn Adagia had over- geschreven zonder bronvermelding, en vermoedelijk ook een geschrift had vervalst. Anatoom Niels Stensen (Steno) kreeg het tijdens zijn Leidse promotie aan de stok met de Am- sterdamse hoogleraar Gerrit Blasius. Stensen had een buisje (de ductus stenoianus) ontdekt; maar Blasius stelde dat de jonge onderzoeker het idee van hem had gestolen, in plaats journalistiek, schreven benaderde bestuurders en hoogleraren hem. Die korzeligheid was verdwenen na 2011; de aangeschrevenen beseften prima dat niet alles koek en ei was in wetenschapsland. ‘Veel weten- schappers juichten het toe dat een buitenstaander zoals ik diepgravend onderzoek ging doen.’ Wat er niet veranderd was: de doofpotcultuur. Diverse bestuurders waarschuw- den de wetenschappers in hun insti- tuut om vooral geen (direct) contact op te nemen met Van Kolfschooten, persvoorlichters weigerden onder het mom van ‘privacy’ ook maar de meest basale medewerking, en de Universiteit Tilburg loog gewoon toen ze gevraagd werd naar een pla- giaatklacht. Vijf universiteiten kwa- men pas met data over de brug nadat Van Kolfschooten het journalistieke breekijzer van de Wet Openbaarheid Bestuur ter hand nam. Die doofpot, gecombineerd met het feit dat je blijkbaar decennialang weg kan komen met bedrog, zorgt ervoor dat nog steeds onduidelijk is hoeveel wangedrag er nou eigenlijk plaatsvindt. De commissie-Schuyt, die namens de KNAW onderzoek deed naar integriteitsschendingen, kwam vorige maand met dezelfde conclusie. Van Kolfschooten: ‘De vraag of het gaat om wat rotte appels in de mand, of om het topje van de ijsberg, kan ik in 2012 nog steeds niet beantwoorden.’ Observaties uit het buitenland doen hem vermoeden dat het eerder om het laatste gaat. Ontspoorde wetenschap somt niet alleen de misstanden op, maar gaat ook dieper in op de oorzaken ervan. Hoewel bedrog van alle tijden is, zien veel van de wetenschappers die Van Kolfschooten sprak de recente fraudegevallen als symptomen van een ziek systeem. Publicatiedruk, impact factors, het idee dat de we- tenschap producten (artikelen, pa- tenten) op moet leveren in plaats van problemen op te lossen. Hij citeert de UvA-antropologe Annemarie Mol: ‘De grootste “fraude” is in ze- kere zin het feit dat de hiërarchie tus- sen wetenschappers op dit moment gekoppeld wordt aan accountancy- systemen. Het risico van het verza- melen van casussen waarin de regels worden overtreden, is dat de regels zo in orde lijken.’ Frank van Kolfschooten, Ontspoorde wetenschap – over fraude, plagiaat en academische mores. De Kring, € 19,95 van andersom. Blasius stond voor aap, maar ondervond ver- der geen nadelige gevolgen van zijn plagiaat. Maar het belangrijkste onderdeel van Ontspoorde wetenschap is na- tuurlijk de opsomming van bedrog in de wetenschap sinds 1996. Stapel en Poldermans staan erin, en een on- derzoek van het Leids Universitair Medisch Centrum uit 2006 dat zon- der toestemming van de medisch- ethische commissie was uitgevoerd. Diverse Nederlandse wetenschap- pers kwamen hun eigen werk tegen onder een andere naam – met name in Azië wordt wetenschap nog wel eens met de Ctrl-V sneltoets bedre- ven, zo lijkt het. De grote primeur voor Van Kolf- schooten is zijn hoofdstuk over voormalig VU-hoogleraar Mart Bax. Antropoloog Bax publiceerde jarenlang over een bedevaartsoord in Brabant dat, voor zover valt na te gaan, nooit bestaan heeft. Inmiddels is de Vrije Universiteit een onder- zoek naar haar emeritus begonnen. Alles bij elkaar stuitte de journa- list op 35 nieuwe zaken van weten- schapsfraude sinds 2005, waarvan er 33 plaatsvonden aan universi- teiten. En zelfs dat is nog niet alles, schrijft hij: ‘Een hoogleraar meldde mij dat hij na zijn pensionering wel een verhaal aan mij kwijt wilde, maar dat nu niet durfde omdat het nogal eens slecht afloopt met klok- kenluiders. Ook heb ik op de valreep een plagiaatzaak geschrapt omdat de emoties bij de betrokken onderzoek- ster te hoog opliepen.’ Toen Van Kolfschooten in 1993 voor het eerst op onderzoek ging, re- ageerde de Nederlandse wetenschap vijandig. Beter kon hij zich gaan verdiepen in fraude en bedrog in de 1 november 2012 ‘Rust zacht, OV-kaart’ Illustratie Michiel Walrave Of is de recent ontdekte wetenschapsfraude het topje van de ijsberg? Pagina 2 en 5 36ste Jaargang • nr. 7 Liefdadigheid in het café: ‘Er kan eindelijk gezopen worden voor Nepal!’ Historicus bestrijdt mythe van schuldige omstanders bij de Jodenvervolging Het geheim van Stradivarius: Leidse radioloog scant violen Pagina 3 Pagina 6 Pagina 7 Bandirah Pagina 12 Alleen maar rotte appels LITERAIR TALENT OPGELET! WIN € 250 MET MARE-KERSTVERHALENWEDSTRIJD Ook dit jaar weer: de Mare-kerstverhalenwedstrijd! Schrijf een verhaal van tussen de 1500 en 2500 woorden dat speelt binnen de universitaire gemeenschap en/of het studentenleven en win 250, 75 of 50. Mail uiterlijk 9 december naar: [email protected]. Deelname alleen voor Leidse studenten.

description

Leids Universitair Weekblad

Transcript of Mare, jaargang 36, nr. 7

Page 1: Mare, jaargang 36, nr. 7

Verplichte kost voor onderzoekers en hun bazen: Ontspoorde wetenschap. Daarin brengt onderzoeksjournalist Frank van Kolfschooten fraude aan Neder-landse universiteiten in kaart.

DOOR BART BRAUN In september 2011 kreeg de Nederlandse wetenschap drie opdoffers na elkaar. De stel-selmatige verzinsels van Diederik Stapel, het gerommel van de Rotter-damse internist Don Poldermans en fraude in een pijnonderzoek van het UMC in Nijmegen. Wetenschappers bleken geen steriele waarheidsvin-ders te zijn, maar gewone mensen, en net als bij gewone mensen zaten er een paar behoorlijk rotte appels tussen. In hun pogingen om het nieuws te duiden grepen de media – Mare incluis – massaal terug op het enige standaardwerk dat in Neder-land ooit geschreven is over bedrog in de wetenschap: Valse vooruitgang van onderzoeksjournalist Frank van Kolfschooten. Dat was toen al jaren oud: de eerste versie stamde uit 1993, en de laatste update uit 1996. De tijd was rijp voor een opvolger, en die is er sinds vorige week: Ontspoorde wetenschap.

Dat boek herhaalt een aantal af-faires uit zijn voorganger, zoals het plagiaat van de voormalig Leidse hoogleraar René Diekstra, en het gerommel van de Utrechtse chemica Hanni Erxleben die bepaalde stofjes in tumorcellen vond, omdat ze die er zelf in had gestopt. Hij deed wat wetenschapshistorische uitstapjes, waaruit bijvoorbeeld bleek dat de vijftiende-eeuwse humanist Eras-mus delen van zijn Adagia had over-geschreven zonder bronvermelding, en vermoedelijk ook een geschrift had vervalst. Anatoom Niels Stensen (Steno) kreeg het tijdens zijn Leidse promotie aan de stok met de Am-sterdamse hoogleraar Gerrit Blasius. Stensen had een buisje (de ductus stenoianus) ontdekt; maar Blasius stelde dat de jonge onderzoeker het idee van hem had gestolen, in plaats

journalistiek, schreven benaderde bestuurders en hoogleraren hem. Die korzeligheid was verdwenen na 2011; de aangeschrevenen beseften prima dat niet alles koek en ei was in wetenschapsland. ‘Veel weten-schappers juichten het toe dat een buitenstaander zoals ik diepgravend onderzoek ging doen.’ Wat er niet veranderd was: de doofpotcultuur.

Diverse bestuurders waarschuw-den de wetenschappers in hun insti-tuut om vooral geen (direct) contact op te nemen met Van Kolfschooten, persvoorlichters weigerden onder het mom van ‘privacy’ ook maar de meest basale medewerking, en de Universiteit Tilburg loog gewoon toen ze gevraagd werd naar een pla-giaatklacht. Vijf universiteiten kwa-men pas met data over de brug nadat Van Kolfschooten het journalistieke breekijzer van de Wet Openbaarheid Bestuur ter hand nam.

Die doofpot, gecombineerd met het feit dat je blijkbaar decennialang weg kan komen met bedrog, zorgt ervoor dat nog steeds onduidelijk is hoeveel wangedrag er nou eigenlijk plaatsvindt. De commissie-Schuyt, die namens de KNAW onderzoek deed naar integriteitsschendingen, kwam vorige maand met dezelfde conclusie. Van Kolfschooten: ‘De vraag of het gaat om wat rotte appels in de mand, of om het topje van de ijsberg, kan ik in 2012 nog steeds niet beantwoorden.’ Observaties uit het buitenland doen hem vermoeden dat het eerder om het laatste gaat.

Ontspoorde wetenschap somt niet alleen de misstanden op, maar gaat ook dieper in op de oorzaken ervan. Hoewel bedrog van alle tijden is, zien veel van de wetenschappers die Van Kolfschooten sprak de recente fraudegevallen als symptomen van een ziek systeem. Publicatiedruk, impact factors, het idee dat de we-tenschap producten (artikelen, pa-tenten) op moet leveren in plaats van problemen op te lossen. Hij citeert de UvA-antropologe Annemarie Mol: ‘De grootste “fraude” is in ze-kere zin het feit dat de hiërarchie tus-sen wetenschappers op dit moment gekoppeld wordt aan accountancy-systemen. Het risico van het verza-melen van casussen waarin de regels worden overtreden, is dat de regels zo in orde lijken.’

Frank van Kolfschooten, Ontspoorde wetenschap – over fraude, plagiaat en academische mores. De Kring, € 19,95

van andersom. Blasius stond voor aap, maar ondervond ver-der geen nadelige gevolgen van zijn plagiaat.

Maar het belangrijkste onderdeel van Ontspoorde wetenschap is na-tuurlijk de opsomming van bedrog in de wetenschap sinds 1996. Stapel en Poldermans staan erin, en een on-derzoek van het Leids Universitair Medisch Centrum uit 2006 dat zon-der toestemming van de medisch-ethische commissie was uitgevoerd. Diverse Nederlandse wetenschap-pers kwamen hun eigen werk tegen onder een andere naam – met name in Azië wordt wetenschap nog wel

eens met de Ctrl-V sneltoets bedre-ven, zo lijkt het.

De grote primeur voor Van Kolf-schooten is zijn hoofdstuk over voormalig VU-hoogleraar Mart Bax. Antropoloog Bax publiceerde jarenlang over een bedevaartsoord in Brabant dat, voor zover valt na te gaan, nooit bestaan heeft. Inmiddels is de Vrije Universiteit een onder-zoek naar haar emeritus begonnen.

Alles bij elkaar stuitte de journa-list op 35 nieuwe zaken van weten-

schapsfraude sinds 2005,

waarvan er 33 plaatsvonden aan universi-

teiten. En zelfs dat is nog niet alles, schrijft hij: ‘Een hoogleraar meldde mij dat hij na zijn pensionering wel een verhaal aan mij kwijt wilde, maar dat nu niet durfde omdat het nogal eens slecht afloopt met klok-kenluiders. Ook heb ik op de valreep een plagiaatzaak geschrapt omdat de emoties bij de betrokken onderzoek-ster te hoog opliepen.’

Toen Van Kolfschooten in 1993 voor het eerst op onderzoek ging, re-ageerde de Nederlandse wetenschap vijandig. Beter kon hij zich gaan verdiepen in fraude en bedrog in de

In september 2011 kreeg de Nederlandse wetenschap drie opdoffers na elkaar. De stel-selmatige verzinsels van Diederik Stapel, het gerommel van de Rotter-damse internist Don Poldermans en fraude in een pijnonderzoek van het UMC in Nijmegen. Wetenschappers bleken geen steriele waarheidsvin-ders te zijn, maar gewone mensen, en net als bij gewone mensen zaten er een paar behoorlijk rotte appels tussen. In hun pogingen om het nieuws te duiden grepen de media –

incluis – massaal terug op het enige standaardwerk dat in Neder-land ooit geschreven is over bedrog

Valse vooruitgang van onderzoeksjournalist Frank van Kolfschooten. Dat was toen al jaren oud: de eerste versie stamde uit 1993, en de laatste update uit 1996. De tijd was rijp voor een opvolger, en die

Ontspoorde

Dat boek herhaalt een aantal af-faires uit zijn voorganger, zoals het plagiaat van de voormalig Leidse hoogleraar René Diekstra, en het gerommel van de Utrechtse chemica Hanni Erxleben die bepaalde stofjes in tumorcellen vond, omdat ze die er zelf in had gestopt. Hij deed wat wetenschapshistorische uitstapjes, waaruit bijvoorbeeld bleek dat de

van andersom. Blasius stond voor aap, maar ondervond ver-der geen nadelige gevolgen van zijn plagiaat.

Maar het belangrijkste onderdeel eens met de Ctrl-V sneltoets bedre-

schapsfraude sinds 2005,

waarvan er 33 plaatsvonden aan universi-

teiten. En zelfs dat is nog niet alles, schrijft hij: ‘Een hoogleraar meldde mij dat hij na zijn pensionering wel

1 november 2012

‘Rust zacht, OV-kaart’

Illustratie Michiel W

alrave

Of is de recent ontdekte wetenschapsfraude het topje van de ijsberg?

Pagina 2 en 5

36ste Jaargang • nr. 7

Liefdadigheid in het café:‘Er kan eindelijk gezopenworden voor Nepal!’

Historicus bestrijdt mythevan schuldige omstandersbij de Jodenvervolging

Het geheim van Stradivarius: Leidse radioloog scant violen

Pagina 3 Pagina 6 Pagina 7

Bandirah Pagina 12

Alleen maar rotte appels

36ste Jaargang • nr. 7

LITERAIR TALENT OPGELET! WIN € 250 MET MARE-KERSTVERHALENWEDSTRIJDOok dit jaar weer: de Mare-kerstverhalenwedstrijd! Schrijf een verhaal van tussen de 1500 en 2500 woorden dat speelt binnen de universitaire gemeenschap en/of het studenten leven en win €250, €75 of €50. Mail uiterlijk 9 december naar: [email protected]. Deelname alleen voor Leidse studenten.

Page 2: Mare, jaargang 36, nr. 7

Afgelopen maand werd duidelijk dat de rector magnificus – of misschien moeten we zeg-gen: CEO – van onze universiteit zijn veertien maanden durende sabbatical volledig vergoed krijgt. Deze periode van rust en bezinning vindt overigens plaats voorafgaand aan zijn pensionering. Opvallend aan dit nieuwsbe-richt is, naast het feit op zich, ook de beschei-den verontwaardiging erover.

Hoe anders gaat het eraan toe op de Vrije Universiteit. Eens een antirevolutionair bolwerk, wordt vandaag de dag de revolu-tie ontketend in de bunker op de Zuid-As. Bestuursvergaderingen worden bestormd, sit-ins worden georganiseerd, bezwarend materiaal wordt enthousiast aan de pers gelekt. Met gepaste bevlogenheid keren onze collega’s van de VU zich tegen een arrogante bestuurscultuur. Hun onderzoek en onderwijs worden in de plannen van het bestuur name-lijk ondergeschikt gemaakt aan efficiency en operational excellence.

En dat is te merken. Onlangs was ik bij een buluitreiking van de ‘MSc in Political Science’ op de VU. Maar liefst veertig studenten wer-den in een uur tijd gedecoreerd, ‘persoonlijk’ toegesproken en een behouden vaart voor de toekomst toegewenst. Dit kwam neer op een handdruk en een pijnlijke repeteersalvo van grappen door de voorzitter van de examen-commissie. (‘Joe cum from Ecuador, yes? Did joe have a greet time in ze Nedderlands? But nou joe kent weet toe go bek, no? Next!’)

Wat een contrast met een buluitreiking aan de UvA een week eerder. In een speciaal voor de gelegenheid gereserveerd zaaltje, liet een universitair docent een geschiedenisstudent

een presentatie houden om hem daarna een half uur kritisch te ondervragen. Maar daar-mee was het schouwspel nog niet ten einde. Hij trakteerde zijn pupil op een uitvoerige per-soonlijke toespraak. Met drie ferme zoenen en een wederzijds overhandigen van cadeaus werd de ceremonie afgesloten. Voor alle deel-nemers een moment om nooit te vergeten.

Dergelijke ceremonies in Leiden houden het midden tussen de hierboven geschetste uitersten. Kleine studies voorzien vaker in een persoonlijke verdediging, of op zijn minst in een praatje van de scriptiebegeleider. De wat grotere studies geven toe dat niet te kunnen garanderen. Hoe meer studenten en tijdsdruk, hoe minder ruimte voor een persoonlijke noot.

Hoewel het in Leiden niet zo ver lijkt te komen als op de VU, is de discrepantie onder de studies wat betreft de ceremoniepraktij-ken onaanvaardbaar. Als ons bama-systeem sinds ‘Bologna’ op alle fronten is geëgali-seerd, waarom dan ook niet de ceremonies? Uiteraard moet de persoonlijke aandacht voor iedere student voorop staan. De studietijd moet een tijd zijn van ontplooiing, uitdaging en diepgang. Die principes worden verkracht als de buluitreiking verwordt tot een lopende-bandklusje.

Als er voor een persoonlijke aanpak niet voldoende docenten zijn, dan is de enige optie om meer docenten aan te nemen. Ter bekosti-ging hiervan stel ik voor dat ons aftredend op-perhoofd wat minder lang op vakantie gaat.

Geerten Walingpromoveert en doceert bij geschiedenis

But nou joe kent weet toe go bek, no?

Redactie-adres Pieterskerkhof 6 2311 SR LeidenTelefoon 071–527 7272 Fax 071–527 7288

Website mareonline.nl E-mail [email protected] De redactie is op vrijdag gesloten. Oplage circa 15.000

Hoofdredactie

Frank Provoost [email protected]

Redactie

Thomas Blondeau [email protected]

Vincent Bongers [email protected]

Bart Braun [email protected]

Marleen van Wesel [email protected]

Medewerkers

Maaike Lommerse • Petra Meijer • Benjamin Sprecher • Key Tengeler • Geerten Waling • Anne van de Wijdeven Fotografie Taco van der Eb • Marc de Haan

Illustraties Bas van der Schot • Bandirah • Silas.nlBasisontwerp Roeland Segaar, Zabriski CommunicatieArt direction en vormgeving Marijke Hoogendoorn • richgirl-design.comDrukwerk Dijkman Offset Amsterdam

Advertenties Bureau van Vliet B.V. Postbus 20 2040 AA Zandvoort Telefoon 023 - 571 47 45 Fax 023 - 571 76 80

Redactieraad

Prof. dr. J.C. de Jong (voorzitter) • prof. dr. A.J.W. van der Does • drs. B. Funnekotter • dr. H. Heestermans • L. ten Hove • D. Jacobs • prof. dr. J.J.M. van Holsteyn • Prof. dr. F. Israel • mr. F.E. Jensma • E. Kastelein • S. Kerkhof • E. Merkx • C. Regoor • prof. dr. N.J. Schrijver • R.van Wijk • C. van der Woude

Jaarabonnementen

Een jaarabonnement op Mare loopt van september t/m juni. Belangstellenden kunnen Mare thuisgestuurd krijgen door €35 over te maken op bankrekening 1032.57.950 ten name van Universiteit Leiden (o.v.v. Mare en SAP-nummer 6200900100) en vervolgens een bevestigingsmail met daarin hun adres te sturen naar [email protected]. Studenten betalen €25. Ter controle graag in de bevestigingsmail ook het studentnummer vermelden.

Adreswijzigingen

Alleen schriftelijk met postwikkel. Klachten en opmerkingen over de toezending van Mare 071-5277272. Mededelingen voor het op donderdag verschijnende nummer moeten uiterlijk de voorafgaande donderdag 16.00 uur in het bezit van de redactie zijn.

ISSN 0166-3690

Colofon

In memoriamDOOR THOMAS BLONDEAU Nu je er bijna

bent geweest, kunnen we maar beter eerlijk zijn: je was een moetje. Een erfenis van Pim Fortuyn voor hij Pim Fortuyn werd.

Je werd geboren in 1989 omdat de overheid het zat was om alle individuele reis-

kostenvergoedingen van studenten bij houden. Dat kostte te veel guldens. For-tuyn, toen nog PvdA’er, werd gevraagd om je geboorte in te leiden. Van iedere stu-

dentenbeurs werd zestig gul-den afgehaald en daar kreeg je een kaart voor terug. Je kostte vierhonderd zeventig miljoen

gulden.Vijf jaar later had je geestelijke va-

der het al helemaal met je gehad. In een studentenmaga-

zine schreef hij dat je maar moest worden

afgeschaft. Je was twee keer zo duur

geworden en stu-denten kregen een omgangsregeling: of in het week-end of in de week. Weer een paar jaar later werd je on-derdeel van de

prestatiebeurs. En zo rommel-de je verder, een boemel-

trein stoppend op ieder onooglijk stationnetje tus-sen Compromis en Terminus-Falegem. Je overgang naar het geplastificeerde kaartje heeft een te zware wissel getrokken op je voortbestaan.

Het regende klachten, je deed het te vaak niet, en het kostte allemaal nog meer geld. Deze week maakte de ombudsman van het openbaar vervoer bekend dat studenten met een chipkaart nergens terecht kunnen met hun klachten. Van een pro-bleemkindje werd je het zwarte schaap van de fa-milie. Nu ben je terminaal. In 2015 reïncarneer je in een kortingskaart.

Natuurlijk, je had je momenten. Dat trotse gevoel toen ik je voor het eerst in handen had. Heel even had je een vrijgeleide in handen om je te kunnen verplaatsten door heel Nederland. Even wapperen met dat papiertje en het hele treinstel wist: ‘Daar, een student, een tijdelijk door de staat uitverkorene. Laten we ons verder in stilte bezighouden en hem niet storen in zijn overpeinzingen.’

Dat boek in de Groningse bieb? Dat haalde je ge-woon even. Dat vriendinnetje in Amsterdam? Zo vaak erheen als je maar wilde.

En weet je nog, toen Prins Bernhard Junior een koeriersbedrijfje oprichtte met studenten die gra-tis treinend pakjes rondbrachten? Ritzen Couriers heette het, naar de toenmalige minister van Onder-wijs. Lachen man, klasse.

En nu glibberen studenten langs poortjes, in de-zelfde makke forensentred die ze hun hele leven zul-len moeten aanhouden. De geur van net geopende boterhammendoos en natte regenjas nemen ze mee naar de collegezaal. Hun dufheid slaat alle academi-sche esprit dood. Snel even je bachelor voor de spits begint, dat werk. Kortingskaart, het woord alleen al doet denken aan consumentisme en thermoskoffie.

Bij nader inzien: ik hoop dat je afschaffing ver-traging oploopt. Je was een lastpak. Maar wel onze lastpak.

2 Mare · 1 november 2012

Column

Geen commentaar

In memoriamDOOR THOMAS BLONDEAU Nu je er bijna

bent geweest, kunnen we maar beter eerlijk zijn: je was een moetje. Een erfenis van Pim Fortuyn voor hij Pim Fortuyn werd.

Je werd geboren in 1989 omdat de overheid het zat was om alle individuele reis-

kostenvergoedingen van studenten bij houden. Dat kostte te veel guldens. For-tuyn, toen nog PvdA’er, werd gevraagd om je geboorte in te leiden. Van iedere stu-

dentenbeurs werd zestig gul-den afgehaald en daar kreeg je een kaart voor terug. Je kostte vierhonderd zeventig miljoen

gulden.Vijf jaar later had je geestelijke va-

der het al helemaal met je gehad. In een studentenmaga-

zine schreef hij dat je maar moest worden

afgeschaft. Je was twee keer zo duur

geworden en stu-denten kregen een omgangsregeling: of in het week-end of in de week. Weer een paar jaar later werd je on-derdeel van de

prestatiebeurs. En zo rommel-de je verder, een boemel-

Page 3: Mare, jaargang 36, nr. 7

Fijnstof fotograferen

Let’s go Lam(a)!

Academische Jaarprijs gaat op aan ‘grootste publieksmeting aller tijden’

Door Marleen van Wesel ‘Zoenen voor Nepal!’ brult een jongen aan de bar van Odessa. Verderop gaat een stelletje hele-maal in elkaar op. Zowel de roze olifanten die al tijden op de ramen geschilderd zijn, als de dreunende bas die nog niet echt mensen naar de dansvloer lokt, hebben weinig Nepalees. ‘We wilden van die gekleurde gebedsvlaggetjes ophangen,

Daarop prijkt een lama en op de achter-kant het feestthema: ‘Let’s go Lam(a)!’ ‘Die heeft de zus van Tristan ontworpen. Dat mag ook wel even gezegd worden, want zij zit echt op de kunstacademie’, vertelt medeorganisator Bastiaan Prinsen (17). Twee studiegenotes verkopen intus-sen groene armbandjes voor twee euro met de tekst ‘Nepal respect’.

071 -527 …

Een team met Leidse astronomen won vorige week de Academische Jaarprijs. De wetenschappers gaan tienduizend opzetstukjes voor smartphones uitdelen, voor een van de grootse publieksexperimen-ten ooit.

Door Bart Braun Sterrenkundige Frans Snik heeft honderdduizend euro gewonnen, en hij gaat het al-lemaal uitgeven. Aan u. In de vorm van een technologische upgrade van uw iPhone die het apparaat dingen laat doen die het nu nog niet kan, en die u vooralsnog nergens anders kunt krijgen. Of het gratis wordt, durft hij nog niet te beloven, maar hij legt er op toe. ‘Het wordt in elk geval goedkoop’, belooft hij.

U moet er wel iets voor terug doen. Ergens in de mooie maanden van 2013 krijgt u bericht dat de metings-dag eraan komt. Op de dag zelf neemt u uw opzetstukje, u schuift het voor de lens van uw telefoon, en neemt wat foto’s van de lucht. That’s it.

De technologie uit de opzetstukjes komt uit de sterrenkunde, en zorgt ervoor dat uw telefoon kan meten aan de golflengtes en de polarisatie van het licht waarmee u fotografeert. Apparatuur die dat kan, is normaal

best prijzig, maar alles dat het duur maakt zit al in de telefoon, net als de gps-ontvanger die doorgeeft waar u precies de foto’s heeft gemaakt.

De telefoon stuurt de meetgege-vens door naar Snik en zijn collega’s, die vervolgens softwarematig het licht uit elkaar rafelen. Specifieker: lucht met fijnstof erin heeft andere optische eigenschappen dan schone lucht. Door de tienduizend metin-gen samen te voegen, hopen Snik en co de grootste fijnstofmeting vanaf de grond ooit te doen. ‘En het groot-ste citizen science-experiment aller tijden. Doordat we met tienduizend mensen gaan meten, kunnen we niet alleen iets zeggen over hoeveel fijn-stof er is, maar ook over de grootte van de stofdeeltjes. Als de meting echt goed is, kunnen we zelfs bepa-len wat voor soort stof het is, bijvoor-beeld roet of zeezout.’

Bij de opzetstukjes hoort ook een app die de meting zo intuïtief moge-lijk moet maken. De rest van de tijd kun je met het opzetje je eigen pola-risatie- en spectrumwaarnemingen doen. Snik: ‘Kinderen kunnen door spectra te meten ’s bijvoorbeeld avonds uitzoeken wie in de buurt er spaarlampen heeft en wie nog gloei-lampen heeft.’

Nadeel van de smartphone-me-thode is dat je niet ziet hoe hoog het

maar die konden we helemaal nergens vinden’, vertelt Tristan Raan (19), een van de organisatoren van het benefietfeest voor de stichting Nepal Sammaan. Sa-men met vijf andere jongens zamelt hij geld in als opdracht bij zijn studie Com-merciële Economie aan de Hogeschool Leiden. De aankleding van het feest blijft beperkt tot de T-shirts van de jongens.

‘Het barmeisje van restaurant Everest Tandoori hebben we ook uitgenodigd na een borrel die we daar hadden georgani-seerd. Zij is echt Nepalees. Ze zei dat ze zou komen’, vertelt Michiel Timmers (17) met een blik op de deur.

Het schoolbord boven de bar prijst vanavond exclusief het lamashotje aan. Timmers: ‘Dat is Pisang Ambon met 7 Up. Wel in een groot glas hoor, anders tikt het niet aan.’ De keuze voor Odessa vindt hij logisch. ‘Als je niet bij een vereniging zit, is dit je tent.’

De jongens hopen met verschillende acties uiteindelijk vierduizend euro op te halen voor de bouw van een school in het zuidwesten van Nepal. ‘Of eigenlijk alleen voor de muren. Want de school zelf staat er al, maar met een houten muur. De bedoeling is dat er geen dure aannemers worden ingeschakeld, maar dat de vaders en moeders van de leerlin-gen zelf gaan metselen’, legt Prinsen uit.

In een hoekje zit Annette Donker (69) met een drankje te genieten. Zij richtte in 2008 Nepal Sammaan op, om kinder-arbeid tegen te gaan door onderwijs te faciliteren. ‘Hun lerares vroeg me nog voorzichtig of ik het niet vervelend vind dat ze juist een feest organiseren, maar ik denk dat de jongens veel volwassener zijn dan zij denkt. En zo niet, dan drinken ze ook wel te veel zónder dat het voor een goed doel is. Het is niet alsof ze de stichting steunen met iets onethisch, zo-als meisjes exporteren of zo.’

Nepal Sammaan was wel een las-tig goed doel, vindt Prinsen. ‘Andere groepjes kregen het Rode Kruis of die McDonaldshuizen toegewezen. Die kent iedereen tenminste. Wij moesten telkens uitleggen wat Nepal Sammaan is, aan mensen die niet eens wisten waar Nepal ligt.’

Timmers kijkt tevreden om zich heen. ‘Nu ze het wel weten, kan er gezópen worden voor Nepal!’ Achter hem kiepen twee meiden een bierpitcher om boven de mond van een jongen. Het blacklight springt aan. ‘Wat een enig psychedelisch effect’, grinnikt Donker voor ze het feest verlaat. Uiteindelijk is er ongeveer 1500 euro bij elkaar gedronken. Ook door het Nepalese barmeisje.

fijnstof zit. Als metende burger ben je vooral geïnteresseerd in de lucht die je inademt, maar het verschil tus-sen stof in die lucht en ultrafijn Saha-razand op tien kilometer hoogte haal je niet uit zo’n foto. ‘Dat klopt’, zegt Snik. ‘Alleen deze meting zal niet voldoende zijn. Maar met andere instrumenten, zoals satellieten, kan je meten aan dat stof in de hogere luchtlagen. Als je daar niets vindt, weet je dat het stof dat je meet in de

onderste kilometers zit. Dan kan het RIVM, die met ons in het team zit-ten voor de Academische Jaarprijs, een busje langs sturen voor een zorg-vuldiger meting. Als ons experiment dan dingen meet die echt nieuw zijn, dan weten we dat we ermee door kunnen. Dan nodigen we de deelne-mers ook uit om zelf vaker te gaan meten’

Meer info en opgeven: www.ispex.nl

nieuwkomers

Politicoloog Simon Otjes (1984) promoveerde woensdag op de invloed van nieuwe partijen op de gevestigde politiek in Nederland.

Hebben nieuwe partijen veel invloed?‘Ik heb de effecten onderzocht op twee verschillende gebieden, de parlemen-taire arena, oftewel de Tweede Kamer, en de electorale arena: de verkiezings-programma’s van partijen. In de Tweede Kamer was een duidelijk effect te on-derscheiden. Daar heerst namelijk het idee dat iedereen mee moet doen aan het debat. Wanneer bijvoorbeeld de Par-tij voor de Dieren een onderwerp aan-draagt, voelen gevestigde partijen zich verplicht om te reageren. Ze vrezen dat ze anders als antidierenpartij te boek ko-men te staan.’

en in die electorale arena?‘Daar was juist geen effect te zien. In de Tweede Kamer haken de gevestigde par-tijen wel op alle onderwerpen in, maar in hun eigen verkiezingsprogramma kiezen ze zélf welke onderwerpen ze behande-len. En welke ze negeren.’

Klinkt logisch.‘Toch had ik ook daar eigenlijk wel enige invloed verwacht. Het was haast frus-trerend dat ik niets vond. Maar ook wel weer interessant.’

Gelden je conclusies ook voor andere landen dan nederland?‘Eigenlijk heb ik me niet op Nederland gericht omdat ik de taal toevallig spreek, maar omdat hier veel partijen en ook veel nieuwe partijen actief zijn. Er zijn daardoor veel patronen te onderschei-den. Waar dat niet het geval is, in de electorale arena dus, zal dat in andere landen ook niet het geval zijn. Wat be-treft de parlementaire arena ligt het iets genuanceerder. De Nederlandse politiek is relatief aardig voor nieuwe partijen. In het Verenigde Koninkrijk hoeven die er echt niet aan te denken om moties en wetsvoorstellen in te dienen. Het enige wat je daar als nieuweling kunt doen is tegen stemmen. In Israël en de Scan-dinavische landen zullen de resultaten waarschijnlijk eerder vergelijkbaar zijn met Nederland. Die landen hebben ook een meer open systeem voor agenda-vorming.’

Welke nieuwe partijen hebben eigen-lijk de meeste invloed gehad op de nederlandse politieke agenda?‘Vanaf de Tweede Wereldoorlog zijn dat D66, de Centrumpartij, de LPF en de Partij voor de Dieren. De SP hoort niet in dit rijtje thuis, want die kreeg pas ruim na de beginperiode vaste voet aan de grond.’

nog adviezen voor nieuwe partijen?‘Focus op je eigen onderwerp. Als je de agenda wil bepalen, moet je hem juist niet volgen. Nieuwe partijen, en oude ei-genlijk ook, zouden zich veel minder ge-noodzaakt moeten voelen om over alles mee te praten. De Partij voor de Dieren en de Centrumpartij hebben dat goed aangepakt. Dat eigen onderwerp moet bij voorkeur nieuw zijn. Voor 50PLUS zijn er al vaker ouderenpartijen geweest. Die hielden geen stand, omdat hun punten ook door andere partijen al werden aan-gekaart. Ook heel belangrijk is: geen ru-zie maken. Dat kost alleen maar kiezers en energie.’ MvW

1 november 2012 · Mare 3

Mensen

Frutti di Mare

Feestvieren voor Nepal Foto Marc de Haan

Page 4: Mare, jaargang 36, nr. 7

De raad van toezicht vindt de sabbatical en de beloning van uit-tredend rector magnificus Paul van der Heijden ‘volstrekt redelijk’. Dat blijkt uit een brief die voorzitter Nout Wellink aan de universiteits-raad heeft gestuurd.

Door Vincent Bongers De Abvakabo-fractie in de universiteitsraad had een vraag gesteld aan het college van bestuur over de sabbatical van veertien maanden die de rector op-neemt als hij in februari volgend jaar vertrekt. In die periode behoudt hij zijn inkomen als collegevoorzitter.

De partij ‘verbaast’ zich over de lengte van de sabbatical en de hoogte van de beloning, De Abvakabo wilde onder andere van het college weten of zij ‘gezien de negatieve gevolgen voor de beeldvorming rond de uni-versiteit’ de regeling nog steeds ge-past vindt. Het college schoof deze hete aardappel door naar de raad van toezicht.

Maandag informeerde Wellink de universiteitsraad achter gesloten deuren over de gang van zaken. De brief die is opgesteld naar aanleiding van de bijeenkomst, is wel openbaar gemaakt.

Wellink schrijft dat het sabbatical van de rector magnificus ‘volstrekt redelijk’ is. Er geldt een vergelijkbare regeling voor decanen. Die kunnen na zes jaar decanaat een verlof van 12 maanden opsparen. De achter-grond van deze regeling is dat deca-nen hiermee de gelegenheid wordt geboden om zich voor te bereiden op hun terugkeer in de wetenschap.

Volgens Wellink zal de rector het sabbatical ook in die zin gebruiken.

4 Mare · 1 november 2012

Nieuws

MinisterJet Bussemaker, nu nog rector aan de Hogeschool van Amsterdam, gaat Marja van Bijsterveldt opvolgen als Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. De PvdA-politica stu-deerde politicologie aan de UvA, en werkte daarna onder meer als uni-versitair docent. In het kabinet Balke-nende IV was ze staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. VVD’er Sander Dekker wordt staatsse-cretaris van Onderwijs in het kabinet Rutte II. Dekker studeerde bestuurs-kunde in Leiden, waar hij voorzitter was van studievereniging BIL. Van 2006 tot 2010 was hij wethouder on-derwijs in de gemeente Den Haag. In die hoedanigheid heeft hij meege-werkt aan de komst van het Leidse University College en de Campus Den Haag. Op papier is de taakverdeling tussen de minister en de staatssecre-taris nog niet vastgelegd, maar een blik op de cv’s doet vermoeden dat de portefeuille hoger onderwijs bij Bus-semaker terecht zal komen.

eredoctoratenDe Universiteit Leiden reikt eredocto-raten uit aan vertaler Rien Verhoef en de arabisten Patricia Crone en Michael Cook. Verhoef is de vaste vertaler voor het werk van de Britse auteur Ian McEwan. Ook vertaalde hij Vladimir Nabokov en William Faulkner voor de Nederlandse markt. Vertalingen zijn interessant voor de wetenschap, omdat ze erg geschikt zijn voor de analyse van overeenkomsten en ver-schillen tussen talen. Crone en Cook, beiden verbonden aan de Universiteit van Princeton, zijn bekend door hun onderzoek naar de ontstaansgeschie-denis van de islam. Ze waren de eer-sten die hiervoor ook niet-Arabische bronnen gebruikten. De eredoctoraten worden verleend tijdens de 438e dies natalis van de Universiteit Leiden op vrijdag 8 februari 2013. Die dag zal ook in het teken staan van de over-drachtsplechtigheid van het rectoraat. Rector magnificus Paul van der Heij-den wordt dan opgevolgd door Carel Stolker.

VrouwenoverschotOnder de bijna 119.000 inwoners van Leiden heerst een overschot van drie-duizend vrouwen, blijkt uit het rapport ‘de Staat van Leiden’, dat de gemeen-te Leiden vorige week uitbracht. De gemeente verwacht dat aantal inwo-ners zal de komende jaren licht zal stijgen, tot bijna 125.000 in 2030. Op dit moment is Leiden, na Den Haag, de dichtstbevolkte gemeente van Ne-derland. De krappe behuizing zorgt er dan wel weer voor dat Leidenaars gemiddeld minder aardgas gebruiken om hun huis te verwarmen.Nog meer weetjes: tweederde van alle gebouwen in Leiden is na de Tweede Wereldoorlog gebouwd, maar de dichtheid aan rijksmonumenten is desalniettemin het hoogste van Ne-derland. Het kamertekort is becijferd op 2.800 kamers, maar die som stamt van voor het afschaffen van de OV-studentenkaart. Leiden telt 5400 be-drijven, maar de grootste werkgever is de zorg.

LampjesDe politie Hollands-Midden, waar Lei-den onder valt, heeft aangekondigd de komende weken weer te gaan controleren op fietsverlichting. Waar precies houden ze geheim, maar meestal staan ze voor het Museum voor Volkenkunde en bij de Zijlpoort. De boete voor fietsen zonder licht is 45 euro. Elk jaar vallen er zo’n duizend gewonden en 25 doden door gebrek aan verlichting. Losse lampjes zijn al weer een paar jaar een legale manier om je fiets te verlichten, maar houd er rekening mee dat ze recht naar voren of achteren moeten schijnen en niet mogen knipperen. Ook moet het voor-licht wit of geel zijn, en het achterlicht rood.

Raad van toezicht verdedigt rectorIn besloten bijeenkomst over sabbatical en beloning

FNV Jong en de Landelijke Stu-dentenvakbond (LSVb) willen on-derzoeken wat precies de gevolgen zijn van de invoering van het soci-aal leenstelsel voor de ambities van jongeren.

Daarom hebben ze gisteren geza-

menlijk een online enquête gelan-ceerd: www.studerenmoetkunnen.nl.

‘Dat niemand het leuk vindt om straks 12.000 euro extra te betalen, ligt voor de hand. En het CPB heeft al berekend dat de maatregelen de toe-gankelijkheid niet ten goede komen.

Wij willen echter ook uitzoeken wat de bijeffecten zijn. Gaan jongeren minder snel studeren? Gaan ze er meer naast werken? Die uren zouden ten koste van de studietijd gaan’, legt LSVb-voorzitter Kai Heijneman uit.

De LSVb is van mening dat de overheid dergelijke gevolgen onder-schat. Eind november presenteren de twee onderzoeksorganisaties tij-

dens de behandeling van de onder-wijsbegroting de eerste resultaten aan de Tweede Kamer.

Heijneman: ‘Hopelijk kunnen we dan wat meer inzicht geven in de gevolgen. Maar we moedigen het ook aan als de overheid zélf meer onderzoek doet voor zulke ingrij-pende veranderingen worden door-gevoerd.’ MVW

Effect leenstelsel onderzocht

Topinkomens aangepaktWellink gaat in de brief ook in op het voornemen van de gemeente Den Haag om de universiteit ongeveer 40.000 euro subsidie in mindering te brengen. De gemeenteraad heeft besloten dat vanaf 2011 bestuurders van organisaties die door de Haagse gemeente gesubsidieerd worden, niet boven een jaarinkomen van 193.000 euro mogen uitkomen. De rector mag-nificus, de vicevoorzitter van het col-lege van bestuur Willem te Beest, en een hoogleraar zitten daarboven.

Volgens Wellink heeft het ministerie er bij de universiteiten op aangedron-gen zich aan de Wet normering bezol-diging topfunctionarissen in de publie-ke en de semipublieke sector (Wnt)

te houden. Daarin is een hoger maxi-mum vastgelegd. Het college zit onder dit maximum. Wellink gaat nog om de tafel zitten met de gemeente Den Haag om te spreken over de kwestie. in het nieuwe regeerakkoord staat dat de wet wordt aangepast. De norm wordt 100 in plaats van 130 procent van een ministersalaris.

Die wet geldt niet alleen voor top-functionarissen, maar voor alle mede-werkers. Dat betekent dat bestuurders en hoogleraren maximaal 172 duizend euro mogen verdienen. Het college zit daar ruim boven. Het is niet duidelijk of deze nieuwe norm ook voor het hoger onderwijs gaat gelden. Het is mogelijk een uitzondering te maken ‘als dat noodzakelijk is’. er staat ook in het akkoord dat ‘bestuur, beheer en beloningen bij instellingen van hoger onderwijs in overleg met de sector

versneld op orde worden gebracht.’onderwijsbond Aob bracht maan-

dag de jaarlijkse lijst van grootver-dieners in het onderwijs. De vroegere collegevoorzitter van de Amarantis on-derwijsgroep Bert Molenkamp voert de top vijftien aan. Hij kreeg vorig jaar een ontslagvergoeding van 250.000 euro, waarmee zijn totale salaris op 400.000 euro uitkwam. en dat terwijl Molenkamp Amarantis ‘naar de rand van de afgrond leidde’, stelt de Aob. op de tweede plaats staat Aalt Dijk-huizen (Wageningen), gevolgd door rené smit (Vrije Universiteit). in 2011 werd het beloningsmaximum voor het wetenschappelijk onderwijs vastge-steld op 223.666 euro. in de lijst ko-men geen bestuurders van de Univer-siteit Leiden voor. rector magnificus Paul van der Heijden verdiende vorig jaar 210.677 euro. VB/PM

zijn sabbatical nog jaren als gewoon hoogleraar aan de universiteit zou zijn verbonden.

‘Ik vind het wel een goede zaak dat de raad van toezicht erkent dat het sabbatical en de beloning niet nor-maal zijn’, zegt Joost Augusteijn, de voorzitter van de Abvakabo-fractie, ‘al moet je goed lezen om dat eruit te halen. Ik kan de redenering over het behoud van salaris wel volgen, maar ik vind deze niet erg sterk en niet terecht. Ik vind dat je betaald moet worden voor de functie die je uit-voert. De beloning voor die functie stopt, als je vertrekt. Decanen kun-nen maximaal twaalf maanden spa-ren, maar veertien maanden is toch echt meer. De rector hoeft zich niet voor te bereiden op een terugkeer als hoogleraar, en daar is regeling

Hij gaat zich bijlezen op zijn vak-gebied: het internationaal arbeids-recht. Ook blijft hij na zijn 65ste als onbezoldigd hoogleraar actief om onderzoek te doen, te begeleiden en onderwijs te geven. Ook is hij bereid tijdens zijn sabbatical incidenteel onderwijs te geven.

Het behoud van inkomen van de rector is volgens Wellink in een be-paald opzicht een ‘uitzondering op de regel’. Maar gegeven de omstan-digheden is deze verantwoord.

Na zijn sabbatical zou de rector geconfronteerd worden met een substantiële inkomensverlaging in de laatste negen maanden voor zijn pensioen. En dat wordt in de brief ‘onredelijk’ genoemd. De raad van toezicht zou een andere afweging hebben gemaakt als de rector na

voor bedoeld. We vinden het goed dat de rector tijdens zijn sabbatical bereid is om ook onderwijs te ge-ven. Maar in de brief staat: inciden-teel onderwijs. Dat kan dus ook een uurtje college overnemen van een zieke collega zijn. De toezeggingen hadden wat dat betreft allemaal wel wat harder gemogen. En dat geldt ook voor zijn werkzaamheden na zijn 65ste.’

En is hiermee de kous af? ‘Dat weet ik nog niet. Er volgt nog een fractieoverleg. De Raad van Toe-zicht is ooit akkoord gegaan met deze arbeidsvoorwaarden, die kun-nen natuurlijk nu niet zeggen: “Le-ver maar een deel van je salaris in.” Maar de rector kan dat wel uit eigen beweging doen. Ik weet nog niet of we hem daartoe gaan oproepen.’

Page 5: Mare, jaargang 36, nr. 7

De Leidse historicus Bart van der Boom (midden) heeft zaterdag de Li-bris Geschiedenis Prijs gewonnen met zijn boek Wij weten niets van hun lot. Aan de prijs is een bedrag van twintigduizend euro verbonden. Voor zijn boek over de Holocaust onderzocht de docent 164 oorlogsdagboeken. Zijn conclusie: ‘Het idee dat de Jodenvervolging een soort coproductie was van bezetter en het Nederlandse volk, is onzin.’ Zie ook pagina 6. Foto An-Sofie Kesteleyn

Van der Boom wint Geschiedenis Prijs

‘Eggsperts’ op de bres voor haantjesBiologiestudent Wouter Bruins en Leids alumnus Wil Stutterheim zijn met hun jonge biotechbedrijf ‘In Ovo’ genomineerd voor de Her-man Wijffels Innovatieprijs. Met deze prijs stimuleert de Rabobank duurzame innovaties. Jullie noemen jezelf ‘The Eggsperts’?‘Ja. Wij ontwikkelen een test waar-mee je het geslacht van kuikens al in het ei kunt bepalen. Op dit mo-ment worden in de leghennensector alle eieren uitgebroed. Dat duurt 21 dagen. De pas uitgekomen kuikens komen op een lopende band terecht, waar ze één voor één worden opge-pakt om het geslacht te bepalen. De haantjes zijn nutteloos.’ Wat gebeurt daar dan mee?‘Alleen al in Nederland worden elk

jaar 45 miljoen kuikens gedood op de dag dat ze uit het ei komen, omdat het haantjes zijn. Ze worden vergast met CO2. Als je het geslacht van de kuikens al in het ei kunt be-palen hoeven er geen kuikens meer gedood te worden.’ Dat klinkt diervriendelijk, maar hebben de bedrijven daar ook wat aan?‘Het is efficiënt, want je hoeft minder eieren uit te broeden. Een broederij kan zo besparen op het energieverbruik en de CO2-uit-stoot verminderen. Milieuorgani-saties zijn enthousiast, maar voor de sector zelf is het ook financieel aantrekkelijk.’ Wat kunnen jullie winnen?‘De hoofdprijs is 50.000 euro en

wordt door een vakjury toegekend. Maar er is ook een publieksprijs van 5.000 euro. Via Facebook kun-nen mensen tot 14 november op ons stemmen. We kunnen het geld goed gebruiken: in 2016 willen we het doden van 100 miljoen haantjes hebben voorkomen.’ De negen andere nominaties zijn natuurlijk ook milieuvriendelijk. Waarom moeten jullie winnen?‘Ons project is niet alleen duur-zaam, maar ook economisch inte-ressant. De leghennensector bestaat uit weinig spelers en allen zijn en-thousiast. Op korte termijn kunnen we een grote impact hebben. Dit probleem bestaat bovendien niet al-leen in Nederland. Wereldwijd wor-den er jaarlijks een miljard haantjes gedood.’ PM

Educatieve minor is populairDe invoering van de educatieve mi-nor op universiteiten interesseert nieuwe groepen studenten voor een carrière in het onderwijs. De minor wint aan populariteit.

Dat schrijft demissionair staatssecre-taris voor Hoger Onderwijs Halbe Zijlstra naar aanleiding van het evalu-atierapport van de educatieve minor in het wetenschappelijk onderwijs.

Met de educatieve minor krijgen studenten na het afronden van hun bacheloropleiding de bevoegdheid om les te geven in de eerste drie leerjaren van havo, vwo en in vmbo-tl.

Volgden in het startjaar 2010 275 studenten de minor, een jaar later wa-ren dat er al ruim 450.

Uit de evaluatie blijkt dat een groot deel van de studenten van te voren niet van plan is om in het onderwijs te gaan werken. Uiteindelijk zegt 42 procent toch voor het leraarschap te kiezen. Dat zou een toename van het aantal wetenschappelijk opgeleide leraren in het onderwijs betekenen. De popula-riteit neemt toe, maar van bachelor-studenten die een minor volgen kiest toch slechts een op de vijftien voor de educatieve variant. ‘Er valt dus nog een wereld te winnen,’ zegt Zijlstra. PM

Weinig late inschrijvingenNa het afschaffen van de langstu-deerboete riep de universiteits-koepel VSNU universiteiten op om zich coulant op te stellen tegenover uitgeschreven studenten die zich alsnog wilden inschrijven, nu ze geen hoger collegegeld hoefden te betalen.

Normaal gezien is 1 september in Leiden daarvoor de uiterste dead-line, maar het plan om de boete te laten sneuvelen werd pas op 1 okto-ber bekendgemaakt. Het loopt hier nog niet bepaald storm met verlate inschrijvingen. ‘We hebben nog geen tien verzoeken ontvangen, overigens allemaal van studenten die al goed-keuring van hun opleiding hebben hiervoor’, zegt Jeroen ’t Hart, direc-teur Studenten- en Onderwijsza-ken. ‘De meeste uitschrijvers zullen inmiddels andere plannen gemaakt hebben voor dit jaar.’ Voor de oplei-dingen is het meestal geen probleem dat deze studenten al twee maanden onderwijs gemist hebben, want vaak hoeven ze alleen nog maar hun scrip-tie te schrijven.

De inschrijvingen van alle stu-denten die dit collegejaar in Leiden studeren zijn verder bijna voltooid. In totaal staan er momenteel 20.722 studenten geregistreerd, tegenover 18.968 op hetzelfde moment vorig jaar. Uiteindelijk werden het er vo-rig jaar 19.328. ’t Hart: ‘Van enkele tientallen studenten zoeken we mo-menteel nog uit waarom ze nog niet ingeschreven staan, terwijl ze wel betaald hebben.’

Hoewel er wel wat klachten bin-nenkwamen van studenten die verkeerde machtigingsformulieren

ontvangen hadden, of pas laat hoor-den dat de universiteit belangrijke documenten niet had goedgekeurd of was kwijtgeraakt, is er volgens ‘ t Hart niets structureel misgegaan bij een grotere groep. ‘Maar wanneer de gegevens van zoveel studenten door verschillende systemen, zoals Studielink, Usis en SAP, verwerkt moeten worden, kan er wel eens wat misgaan. De inschrijving verliep over het algemeen relatief soepel dit jaar, terwijl er per saldo dus meer studenten zijn.’

Drie factoren maakten het de studentenadministratie dit jaar nog wat lastiger. De deadline voor het verzoek tot inschrijving, op 1 sep-tember, was dit jaar strenger. Voor studenten die te laat waren of bij wie iets was misgegaan, werden bepaalde functies in Usis uitgeschakeld. Een aantal studenten moest daardoor bijvoorbeeld handmatig ingeschre-ven worden voor tentamens. Ook de harde knip, die in Leiden al langer bestond, maar nu wettelijk is inge-voerd, wordt dit jaar strenger gehan-teerd. Aangezien opleidingen tot 13 september hadden om tentamen-resultaten te verwerken, moesten sommige studenten zich al inschrij-ven voor hun master, terwijl niet ze-ker was of ze hun bachelor gehaald hadden. Een derde factor was de langstudeerboete. Die is inmiddels natuurlijk achterhaald, maar in sep-tember was er nog onduidelijkheid over de machtigingsformulieren van vierdejaars bachelorstudenten die in augustus nog herkansingen hadden. De studentenadministratie verwacht volgende week de laatste inschrijvin-gen afgerond te hebben. MVW

Ov-kaart en zorgtoeslag verdwijnenStudentenorganisaties woedendDe PvdA en VVD schaffen de ov-kaart in de huidige vorm af en schrappen de zorgtoeslag, zo blijkt uit het nieuwe regeerakkoord. Studentenorganisaties zijn woe-dend en vinden dat studenten en het hoger onderwijs worden kaalgeplukt. Door Vincent BonGers Even kon-den studenten juichen toen vorige maand bleek dat het nieuwe kabinet de gehate langstudeerboete terug-draait. De vreugde was echter van korte duur want in september 2014 wordt er voor nieuwe studenten in het hoger beroeps- en universitair onderwijs een sociaal leenstelsel ingevoerd. De basisbeurs wordt dus geschrapt voor de bachelor- en mas-terfase. Studenten moeten al het ge-leende geld terugbetalen, inclusief een nog onbekend rentetarief.

Het kabinet voert een zogeheten cohortgarantie in. Huidige studenten zullen hun basisbeurs niet halverwege hun opleiding kwijtraken, wordt be-loofd. Maar deze regeling geldt alleen ‘binnen de bachelorfase respectieve-lijk binnen de masterfase’. Dus ook wie nu al studeert en in september 2014 aan een masteropleiding begint, geldt als nieuwe student en heeft niet langer recht op een basisbeurs.

‘De aanvullende beurs blijft bui-ten het sociale leenstelsel’, schrijven de partijen. ‘Om de toegankelijkheid van het onderwijs te garanderen.’ Toch wordt er stiekem 33 miljoen af-geknabbeld van de aanvullende beurs. Zo krijgen bijvoorbeeld studenten die geen ouderlijke bijdrage ontvangen geen aanvullende beurs meer.

Het leenstelsel levert de schatkist 800 miljoen op. De partijen beloven dat ‘de opbrengsten van de maat- regelen in de studiefinanciering wor-den geïnvesteerd in het onderwijs en onderzoek.’

Maar het meeste geld verdwijnt naar andere onderwijssectoren. Ba-sisscholen en voortgezet onderwijs ontvangen 344 miljoen en het mbo 250 miljoen euro. Er is alleen sprake van 150 miljoen euro extra dat naar fundamenteel onderzoek gaat.

De HBO-raad stelt zelfs dat het nieuwe kabinet jaarlijks bijna 200 miljoen op de uitgaven voor het ho-ger onderwijs bezuinigt. Zo wordt er ingezet op het schrappen van opleidingen, dat levert op termijn 130 miljoen op. Ook moet de over-head van universiteiten drastisch omlaag.

De ov-kaart wordt in 2015 om-gezet naar een kortingskaart. Ook mbo’ers krijgen deze kaart. Dat le-vert de overheid structureel meer dan 400 miljoen op. Studenten met hoge reiskosten kunnen straks extra geld lenen bij de Dienst Uitvoering Onderwijs. Maar aan deze lening is een maximum verbonden. Maar de financiële druk op studenten

wordt ook langs een andere weg opgevoerd. De zorgtoeslag wordt afgeschaft. Dat kan zo’n 800 euro per jaar schelen. Een petitie om de OV-kaart te behouden, op studen-tenovmoetblijven.nl, was bij het ter perse gaan van deze krant al door ruim 43.000 sympathisanten ondertekend.

Studentenorganisaties zijn niet blij met het kabinet. ISO vindt dat de overheid de student als melk-koe gebruikt en noemt het akkoord een ‘kaalslag.’ Bovendien stopt de overheid nauwelijks extra geld in het hoger onderwijs, treurt de organisatie.

De LSVb stelt dat Nederland ‘van een economische crisis naar een kenniscrisis en van een staats-schuld naar een studieschuld’ gaat. Het nieuwe kabinet laat het hoger onderwijs ‘keihard vallen’, aldus de studentenvakbond.

Ook universiteitskoepel VSNU voelt de pijn van de studenten. ‘De

lange-termijn-opbrengsten van een sociaal leenstelsel voor de basis-beurs worden geherinvesteerd in onderwijs en onderzoek, ten on-rechte niet specifiek in het hoger on-derwijs’, schrijft de organisatie. ‘Dat is aan studenten niet uit te leggen. Ook wordt gesuggereerd dat er op subsidies nog te korten valt (terwijl die al zijn kaalgeplukt), dat vermin-dering van het aantal opleidingen geld bespaart (bij handhaving van de studenteninstroom) en dat er voor de zoveelste keer op overhead en efficiency winst valt te halen (dit is een illusie).’

Ook wijst de koepel er op dat er onder het kopje zorg nog een be-zuiniging staat, en wel bij de uni-versitaire medische centra wordt voor 70 miljoen euro gekort op zo-geheten ‘topreferente zorg’ , specia-listische zorg die gepaard gaat met bijzondere diagnostiek en behande-ling, waarvoor geen doorverwijzing meer mogelijk is.

Nieuws

1 november 2012 · Mare 5

Page 6: Mare, jaargang 36, nr. 7

De Leidse historicus Bart van der Boom beschrijft in Wij weten niets van hun lot dat Nederlanders niet wisten dat gedeporteerde Joden omkwamen in de gaskamers. Zater-dag won hij de Libris Geschiedenis Prijs.

Door Vincent Bongers ‘Een deel van het onderzoek is door studenten tijdens werkcolleges gedaan. In het begin zag je ze denken: “Deze man probeert recht te praten wat krom is. Hij heeft een te positief mensbeeld.” Ze zeiden: “Ik geloof dit niet.” Want Wilhelmina zei toch dit en de BBC berichtte dat. Iedereen wist van de kampen. Tot ze de dagboeken gingen lezen, toen draaide het in de meeste gevallen om.’

Historicus Bart van der Boom pakt zijn boek Wij weten niets van hun lot, waarmee hij zaterdag de Libris Ge-schiedenis Prijs won, en leest voor: “Een van mijn Leidse studenten, die het dagboek van een Joodse onderdui-ker had bestudeerd vertelde op college dat ze zich na het lezen van de abrupt beëindigde laatste bladzijde had afge-vraagd wat er van hem geworden was. Een paar minuten googelen bood ant-woord. Die aardige man, zijn vrouw en hun twee volwassen zoons waren in Auschwitz vermoord. “En toen?” vroeg ik. “Ik zat te huilen achter mijn computer”, zei ze.’

Tijdens de Hongerwinter wordt een huis van weggevoerde Joden op het Amsterdamse Marken-plein gesloopt voor het hout. Foto Hollandse Hoogte

‘Ik raak hier nog steeds door ont-roerd’, zegt hij als van het boek opkijkt. ‘Het deed me op een misschien wat zieke manier ook genoegen. Omdat in die emotie ook een vlaag van his-torisch besef zat: dit is écht gebeurd.”

Waarom heeft u dit boek geschreven?‘De aanleiding was het boek van Ies Vuijsje, Tegen beter weten in. Hij be-weert dat mensen die wilde weten hoe erg de kampen waren, dat konden weten. Maar mensen wilden het niet weten. Hij stelt dat er genoeg informa-tie beschikbaar was, via de BBC, de il-legale pers, geruchten en getuigen. Ik wilde niet dat zo’n slecht boek het laat-ste woord over zo’n belangrijk onder-werp zou krijgen. Ik verzet me tegen de mythe van de schuldige omstander. Het idee dat de Jodenvervolging een soort coproductie was van bezetter en het Nederlandse volk, is onzin.’

Zijn dagboeken wel representatief?‘De schrijvers zijn niet representatief voor alle Nederlanders. Niet iedereen houdt een dagboek bij. Er zijn meer hoogopgeleide dan laagopgeleide schrijvers. Het is geen doorsnede van de bevolking. Maar zij geven niet al-leen informatie over hun eigen leven. Ze praten ook over anderen. Je leest vaak: “Ik vind het een schande en dat vindt iedereen.” Alle bronnen wijzen in dezelfde richting. Er zijn geen aan-wijzingen dat een grote groep Neder-

landers de vervolging wel best vond. Joodse dagboekschrijvers voelen zich eerder gesteund dan in de steek gelaten.’

Hoe komt het dan dat er nauwelijks verzet is?‘Er zit een grote kloof tussen hen en ons. Ze begrijpen bepaalde dingen gewoon niet die voor ons heel helder zijn. Ver-der zijn de Nederlanders gehoorzaam. Dat is niet anders bij de Arbeitseinsatz en de oorlogsproductie voor Duits-land. Ze zitten in een dwangpositie. Ze hebben geen wapens. De straffen zijn zwaar. De zaak kan niet dichtgegooid worden. Want dan volgt er chaos. De Nederlanders gehoorzamen om erger te voorkomen. Dat kunnen we wel billijken voor zaken als de Arbeitsein-satz, maar natuurlijk niet voor de Jo-denvervolging. In dat geval is er geen erger om te voorkomen. Maar dat is precies wat de mensen in de oorlog niet wisten.

‘Er is vrijwel geen bron te vinden waaruit blijkt dat men wel een helder beeld had van de kampen. Het oosten is een zwart gat. Maar dat de Duitsers de Joden slecht zullen behandelen, is vanzelfsprekend.’

De dagboekschrijvers is het wel dui-delijk dat het er slecht uitziet voor wie wordt weggevoerd.‘De crux is dat weinig Nederlanders vermoedden, laat staan wisten, dat

de Joden bij aankomst bij de kampen werden vermoord. Men veronder-stelde dat ze zware arbeid moesten verrichten, onder slechte omstandig-heden, en dat daardoor op den duur velen zouden sterven. Wir haben es nicht gewußt in de betekenis van: wij hadden geen idee dat er iets slechts met Joden gebeurde, is onzin. Maar er is een groot verschil tussen weten en vermoeden. Je kunt makkelijker han-delen als er concrete informatie is. En er is een groot verschil tussen onmid-dellijke moord en dood op onduide-lijke termijn.

‘Cruciaal is ook dat de geruchten over gaskamers en massa-executies vaak niet of maar half worden geloofd. Die Duitsers zijn wrede barbaren maar dit is wel een heel wild verhaal, wordt er gedacht.

‘Bovendien doen er allerlei ge-ruchten over wreedheden de ronde. Beschrijvingen die deels accuraat zijn, worden geplakt aan klassieke gruwelverhalen, bijvoorbeeld dat van Joodse lijken zeep wordt gemaakt. Het is moeilijk te bepalen wat te ge-loven. Nog in maart 1945 komt er een bericht dat in Polen 100.000 Ne-derlandse Joden door de Russen zijn bevrijd. Dat verhaal komt ook in de illegale pers terecht. Er is voor zover ik weet niemand die zegt: “Dat kan niet. Dat moet een misverstand zijn.” Alle opties zijn in de beleving van de Nederlanders mogelijk. Het is ken-

nelijk voorstelbaar dat ze nog leven. Maar als na de bevrijding blijkt dat ze allemaal dood zijn, geeft dat ook geen grote shock. Ook met die mogelijk-heid werd blijkbaar dus al rekening gehouden.’

Stel dat iedereen de feiten kende. Had dat uitgemaakt?‘Voor de Joden veel. Zij proberen in te schatten hoe groot het gevaar is. Dan blijkt uit de dagboekfragmenten dat er Joden voor kiezen om niet on-der te duiken. Of ze aarzelen heel erg. Heel aangrijpend om te lezen. Echt verschrikkelijk.’

Ter illustratie verwijst hij naar het dag-boek van Ben Koopman, een 22-jarige joodse arts in opleiding, die zich aan het voorbereiden was op een gedwon-gen vertrek naar Polen. Zijn ouders zijn al gedeporteerd. Hij probeert niet onder te duiken, al vreest hij de toe-komst. Dan ontvangt hij op 15 mei 1943 een briefkaart in het Duits van zijn moeder. Ze schrijft dat zij en haar man gezond en wel zijn ondergebracht in ‘Werklager Wlodawa’ in Polen. ‘Ontroerd las ik deze goddelijke brief-kaart’, schreef Koopman. ‘Een lot uit de loterij.’ Niemand hoorde immers iets van gedeporteerden. ‘Mijn fijne Moessie is in Wlodawa. Moge zij het volhouden!!’ Vervolgens wachtte hij bij een grote razzia op de klop op de deur. ‘Misschien zie ik dan mijn ou-ders weer terug.’ Dat gebeurde niet. Na het schrijven van de ‘goddelijke brief-kaart’ waren zij vergast in Sobibor. Ben Koopman stierf later in dezelfde gaskamer.

Van der Boom: ‘Een afschuwelijke passage. Hij heeft geen idee.’

Dat Joden anders zouden handelen, lijkt zeker. Maar of omstanders in-eens wel zouden ingrijpen, lijkt zeer twijfelachtig.‘Misschien. Ik denk dat er veel fat-soenlijke Nederlanders waren. Als hen duidelijk was dat zonder hun hulp de Joodse buren binnen een week dood zouden zijn, hadden sommigen wel gehandeld. Veel Nederlandse Joden gehoorzaamden ook en dat stimu-leerde geen verzet bij anderen. In Bel-gië bestond de Joodse gemeenschap vooral uit recente immigranten uit Oost-Europa. Die hadden veel meer te maken gehad met antisemitisme, ver-trouwden de staat niet en doken vaker onder. De vraag naar onderduikadres-sen creëert ook een aanbod.

‘Nederlandse instanties werkten op allerlei manieren mee aan het oppak-ken van de Joden. Denk bijvoorbeeld aan de beruchte Amsterdamse ‘stip-penkaart’ waarop precies werd aan-gegeven waar Joden woonden. Als de Duitsers tegen het bevolkingsregister zouden hebben gezegd: “Maak die kaart zodat wij ze kunnen vergassen.” Dan moet je wel heel cynisch zijn om te denken dat al die brave ambtenaren hadden gezegd: “Ja, prima.” Ik geloof niet in de omstander als een soort monster.’

Vooral uit Joodse kring is er felle kritiek op uw boek. Oud-minister Ed van Thijn, noemt uw onderzoek ‘misleidend’, rabbijn Menno ten Brink noemt het ‘een ‘lachertje’. ‘Ten Brink is niet blij met mijn con-clusies en reageert puur emotioneel. Hij had boek niet gelezen en er niet goed over nagedacht. Dat raakt mij dan niet. Van Thijn vindt dat het boek ergens anders over had moeten gaan. Over de rol van de regering in bal-lingschap in Londen. Hij kan niet uit te voeten met mijn conclusies, denk ik. Hij wil er niet aan. Ik vind het wel frustrerend dat het niet lukt om echt van gedachten te wisselen over het on-derzoek. Sommigen zijn wel overtuigd door de argumenten, maar voelen zich daar ongemakkelijk bij. Het gaat om misdaad van de eeuw, althans in het Westen. Door mijn interpretatie ver-pulvert de schuld toch een beetje, en dat wringt, dat snap ik wel. Zo zie je maar dat betekenis geven aan het ver-leden soms op gespannen voet staat met begrijpen van dat verleden.

6 Mare · 1 november 2012

Achtergrond

De schuld verpulverdHistoricus verzet zich tegen de mythe van de monsterlijke omstander

Page 7: Mare, jaargang 36, nr. 7

Even een Stradivarius scannenDe violen van Stradivarius gelden als de beste ooit. Kwam dat doordat hij toegang had tot uniek hout? Om die vraag te beantwoorden legde een Leidse radioloog zeventien violen in een CT-scanner. Door Bart Braun De eerste keer dat Berend Stoel violen ging scannen, was verrekte spannend. Niet omdat een CT-scan nou zo slecht is voor een viool – daarover later meer. Maar omdat er dertien muziekin-strumenten door dwars door New York moesten worden vervoerd. Er zaten vijf klassieke exemplaren bij, twee van de legendarische Cremo-nese vioolbouwer Stradivarius en drie van zijn plaats- en tijdgenoot Guarneri del Gesu.

Stoel: ‘We hebben besloten het low profile te houden, en namen gewoon een taxi.’ Eén ongelukkige botsing, en de wereld was in één klap vijf on-vervangbare instrumenten armer; de duurste was tien miljoen dollar waard.

Waarom eigenlijk zo veel? Zelfs de grootste muziekleek weet dat Stra-divarius-violen gelden als de beste aller tijden, maar wat maakt ze zo speciaal? Dat was nou net wat Stoel

hoopte te ontdekken. In het dagelijks leven werkt hij

ook met CT-scanners, op de afdeling radiologie van het Leids Universitair Medisch Centrum. Zijn specialiteit is het meten van dichtheden van or-ganen. De longen van iemand met longemfyseem hebben bijvoorbeeld een lagere dichtheid dan gezonde longen. De kennis en ervaring die hij daarbij opdeed, zorgden ervoor dat de Amerikaanse vioolbouwer Terry Borman contact met hem zocht.

Borman wilde graag violen scan-nen, maar ontdekte dat dat zo makkelijk nog niet is. Je moet zo’n scanner weten te bedienen, en ver-volgens moet je kaas zien te maken van de gegevens die eruit komen. Als Stoel hem daarbij kon helpen, kon-den ze samen achter het antwoord komen op een vraag die vioolbou-wers al eeuwen bezighoudt: is er iets speciaals met het hout waarvan de legendarische violen zijn gemaakt?

Borman en Stoel publiceerden er-over in 2008, in het wetenschapstijd-schrift PLOS One. De internationale media vonden het geweldig: Stoel haalde de BBC, Scientific American, alle Nederlandse kranten en nog duizenden andere nieuwsbronnen. Hij kijkt er wat ongemakkelijk op terug. ‘Het was een gekkenhuis. Je

doet zo je best om iets voorzichtig op te schrijven, maar het wordt toch opgeblazen.’

Hoe zat het nou? Als je de lak van een viool af zou krabben – bij een scan hoeft dat niet, die kijkt dwars door het vernis heen – zie je alle-maal verticale lijnen. Dat zijn de jaarringen, uit de tijd dat de viool nog een boom was. Het ene jaar is wat warmer, het andere wat vochti-ger, en daardoor zijn jaarringen niet

Radioloog zoekt naar het geheim van ’s werelds voornaamste viool

altijd even dik. Dat zie je weer terug in de dichtheid van het hout: als de boom dat jaar wat sneller groeide, is de dichtheid lager. Een plank, in dit geval een stuk viool, heeft dus een klein beetje variatie in de dicht-heid. En die variatie was een stuk kleiner bij de vijf klassieke violen uit Cremona.

Zo’n uitkomst maakt het verleide-lijk om te denken dat de Stradivari-ussen en de Guarneri’s beter klinken

omdat die variatie kleiner is, en dat was dus precies wat vrijwel alle me-dia ook deden. Er is alleen een pro-bleem: voor zover bekend zou die variatie niet van invloed moeten zijn op de akoestiek van de instrumen-ten. Wat wel van invloed zou moeten zijn is de gemiddelde dichtheid van het hout, maar daarin weken de mil-joenenviolen nou net niet af van de moderne exemplaren.

Deze maand publiceerden Stoel en Borman andermaal in PLOS One over violen, dit keer samen met de Nederlandse vioolbouwer Ronald de Jongh. Er gingen nog eens 17 vio-len de scanner in, dit keer in Leiden. Stoel: ‘Omdat de Leidse scanner van een ander merk is dan die in New York, kwam de data er ook iets an-ders uit. Gelukkig hadden we de vo-rige keer wat stukken hout gescand als calibratiemateriaal.’ Stoel schreef

software om de verschillen tussen de scanners recht te trekken. ‘Dat is kennis die nu weer terugvloeit naar de geneeskunde.’ Zo werd het mo-gelijk om de zeventien nieuwe scans te vergelijken met de dertien scans uit 2008.

Het zou natuurlijk kunnen dat de Cremonese violen andere uitslagen hebben, niet omdat de zangsparren waar Stradivarius en Guarneri mee werkten zo bijzonder waren, maar omdat ze zo oud waren, of omdat de vioolbouwers ze op een bepaalde manier bewerkten. Vandaar dat er nu ook oude violen uit andere delen van Europa meededen; een Klotz uit Zuid-Duitsland, zes Amsterdamse violen uit de zeventiende en acht-tiende eeuw, een exemplaar dat in 1719 door Parijzenaar Jacques Bo-quay werd gemaakt, enzovoort.

De gemiddelde dichtheid van het hout bleek niet te verschillen, niet tussen de oude violen onderling, en al evenmin tussen de oude en moderne instrumenten. ‘Er is geen reden om aan te nemen dat Stradi-varius en Guarneri toegang hadden tot uniek hout dat voor hun tijd-genoten of moderne collega’s niet beschikbaar is’, stellen Stoel en de vioolbouwers dan ook in Plos.

Maar ergens blijft het kriebelen: de Cremonese violen clusteren ook in de nieuwe publicatie keurig bij elkaar als het gaat om de variatie in de dichtheid. ‘Dat blijft boeien’, al-dus Stoel. ‘Maar voor ik erin ga gelo-ven dat het een rol speelt, moeten er meer data komen en een studie die verklaart wat dan de relatie is tussen de variabiliteit in de jaarringen en het geluid. Stradivarius zal wellicht ook een andere penseel voor de lak gebruikt hebben dan zijn concur-renten, maar daarvan neem je ook niet aan dat het invloed heeft op de geluidskwaliteit. Het bewijs is pas waterdicht als je de link met de akoestiek goed hebt beschreven.’

Een CT-scan is in principe een serie rönt-genfoto’s die met de computer aan elkaar gerekend worden tot een 3D-beeld. Hier geldt dat hoe dichter het materiaal is, hoe helderder het eruit ziet op de scan.

Bij radiologie-afdelingen hangen bord-jes die vrouwen waarschuwen dat ze niet de scanner in mogen als er ook maar een mogelijkheid bestaat dat ze zwanger zijn. De straling kan blijkbaar kwaad. Wordt de eigenaar van een viool van tien miljoen niet nerveus van zo’n stralingsbombarde-ment? Stoel: ‘Dan zouden ze ook nerveus moeten worden van de lange vliegreizen

die professionele violisten nog wel eens maken. Daarbij loop je ook straling op. Straling is schadelijk voor levend materi-aal, omdat de cellen kunnen ontsporen (dood gaan of kankercel worden, red.), maar een viool is van dood hout. De grootste zorgen voor het onderhoud van een viool liggen ergens anders.’

Ook over die zorgen kunnen CT-scan-ners wat zeggen. De witte vlekken die veel violen op de foto hebben, duiden op reparaties. Die helderwitte in het mid-den is gemaakt van hout van een zieke of beschadigde boom, dat ervarener

vioolbouwers niet zouden gebruiken. Donkere stukken zijn juist het gevolg van houtwormen. Dat wil je weten als je miljoenen gaat investeren in een antieke viool. Zowel Stoel als vioolbouwer Bor-man hebben daarom sinds kort bedrijfjes opgestart die geïnteresseerde kopers ad-viseren. De vierde viool op de bovenste rij is opmerkelijk gestreept. Daar zitten hele grote verschillen tussen de jaarrin-gen. Dat zou niet uit moeten maken, maar desalniettemin is dit de goedkoopste en slechtst klinkende viool uit het onder-zoek. Stoel: ‘Die is namelijk van mij.’

‘Er is geen reden om aan te nemen dat Stradivarius uniek hout had’

Donkere plekken door houtworm

1 november 2012 · Mare 7

Wetenschap

Violen in de scanner Foto Berend Stoel

Page 8: Mare, jaargang 36, nr. 7

De prijs voor een Maretje bedraagt €8,– per 30 woorden, opgegeven via [email protected] ui-terlijk t/m maandag 16.00 uur. Mare-tjes aangeboden voor commerciële doeleinden worden niet geplaatst, evenmin als Maretjes waarin zaken worden aangeboden die de waarde van 4.500 euro te boven gaan.

Doe iets met je kennis. Help een leerling op streek in 1 uur per week. In Leiden-Noord hebben 30 basisschoolleerlingen bijles no-dig, waarvan zes met vergoeding van € 5,- per les. In Leiden-Zuid 15 basisschoolleerlingen, waarvan vijf met vergoeding van € 5,-. Hulp is nodig bij rekenen, begrijpend lezen, woordenschat en spelling. Zeven brugklassers uit Leiden-Noord zoeken hulp bij Nederlands, Engels, wiskunde en huiswerkbe-geleiding. Ook hulp gezocht voor: Marokkaans meisje, Engels, 4vwo. Bijles in Onderwijswinkel, buurt-huis Vogelvlucht, of bij leerling. Ook zoeken wij vrijwilligers voor bijles/huiswerkhulp op twee basisscholen en op het woonwagencentrum Trek-vaartplein, Leiden en in het Pluspunt in Voorschoten. Onderwijswinkel, Driftstraat 77, ma, woe en do, 15-17u. Tel: 071-5214256. Ons e-mailadres is [email protected].

Deelnemers gezocht voor onder-zoek naar voeding, stemming en cognitie. Gezonde, niet-rokende, vrouwelijke proefpersonen (18-30 jaar) die geen hormonaal anticon-ceptiemiddel (zoals de pil) gebruiken en een regelmatige menstruatiecy-clus hebben. Het onderzoek bestaat uit een intake (ongeveer 1 uur) en

een onderzoeksochtend (ongeveer 3.5 uur, waarvan 1 uur pauze). U wordt kort geïnterviewd, vult vra-genlijsten in en doet computertest-jes. Tijdens de onderzoeksdag slikt u een voedingssupplement (trypto-faan) of placebo. Beloning: € 30,- of 8 credits. Meer informatie: mail naar [email protected]

Vrijwilligerswerk in het buiten-land? Wil je met straatkinderen wer-ken in Azië, Afrika of Zuid-Amerika? Kom naar ons informatieweekend van 23-25 november 2012. Voor in-formatie en aanmelding: www.sa-men.org.

Woensdag 7 november organiseert de SIB haar jaarlijkse Japanse Ta-feltjes Avond. Heb jij altijd al een ambassadeur alles willen vragen over de diplomatieke wereld? Wees er bij! kijk op www.sibleiden.nl.

Have you always wanted to speeddate a diplomat? On wed-nesday the 7th of november SIB is or-ganising the annual Japanese Tables evening. Be there! More information www.sibleiden.nl

Gezocht studente/flinke huishou-delijke hulp voor 5 uur p.w.; euro 11,50 p.uur voor fam. in Wassenaar; e-mail: [email protected]

Alle oud-bestuursleden van de M.F.L.S. (Medische Faculteit der Leidse Studenten) zijn van harte welkom op de oud-besturendag op 10-11-2012 ter ere van het 100-ja-rig bestaan van de vereniging. Aan-melden/info: [email protected].

Maretjes Maretjes extra

8 Mare · 1 november 2012

Prof.dr. P.J. Dörr zal op maandag 5 november een oratie houden bij de benoeming tot hoogleraar bij de fa-culteit Geneeskunde met als leerop-dracht Medische Vervolgopleidingen, in het bijzonder de opleiding van Me-dische Specialisten. A.K.B. van Reedt Dortland zal op dinsdag 6 november om 11.15 uur promoveren tot doctor in de Genees-kunde. De titel van het proefschrift is ‘Metabolic risk factors in depressive and anxiety disorders’. Promotoren zijn Prof.dr. F.G. Zitman en Prof.dr. B.W.J.H. Penninx (VUMC). J.P.M. Melis zal op dinsdag 6 no-vember om 13.45 uur promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Nucleotide Excision Repair in Aging and Cancer’. Promotoren zijn Prof.dr. H. van Steeg en Prof.dr. L.H.F. Mullenders.C.M. Guédon zal op dinsdag 6 no-vember om 15.00 uur promoveren tot

doctor in de Wiskunde en Natuurwe-tenschappen. De titel van het proef-schrift is ‘Molecular charge transport: Relating orbital structures to the conductance properties’. Promotor is Prof.dr. J.M. Ruitenbeek.A.J.P. Schild zal op dinsdag 6 no-vember om 16.15 uur promoveren tot doctor in de Rechtsgeleerdheid. De titel van het proefschrift is ‘De invloed van het EVRM op het onder-nemingsrecht’. Promotoren zijn Prof.mr. L. Timmerman (EUR) en Prof.mr. T. Barkhuysen. F. Wang zal op woensdag 7 novem-ber om 10.00 uur promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuur-wetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Dynamical Gibbs-non-Gibbs transitions: a study via coupling and large deviations’. Promotoren zijn Prof.dr. W.Th.F. den Hollander en Prof.dr. F.H.J. Redig (TU Delft). G. Dong zal op woensdag 7 novem-

ber om 11.15 uur promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwe-tenschappen. De titel van het proef-schrift is ‘Formation of graphene and hexagonal boron nitride on Rh(111) studied by in-situ scanning tunnel-ling microscopy’. Promotor is Prof.dr. J.W.M. Frenken.A.W. Valkenburg-van den Berg zal op woensdag 7 november om 13.45 uur promoveren tot doctor in de Ge-neeskunde. De titel van het proef-schrift is ‘Group B Streptococcus and Pregnancy; Towards an optimal pre-vention strategy for neonatal Group B Streptococcal Disease’. Promotoren zijn Prof.dr. H.H.H. Kanhai en Prof.dr. P.J. Dörr. M.F. Benner zal op woensdag 7 no-vember om 15.00 uur promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Cutaneous CD30-positive lymphoproliferations: Clinical and molecular aspects and

differential diagnosis’. Promotor is Prof.dr. R. Willemze. J. Braun zal op woensdag 7 novem-ber om 16.15 uur promoveren tot doc-tor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Surgical Treatment of Functional Mitral Regurgitation’. Promotoren zijn Prof.dr. R.J.M. Klautz en Prof.dr. J.J. Bax. R. Gerritsen zal op donderdag 8 no-vember om 15.00 uur promoveren tot doctor in de Sociale Wetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Fan-dom on display: Intimate visualities and the politics of spectacle’. Promo-tor is Prof.dr. P. Spyer. B.P. ter Haar zal op donderdag 8 no-vember om 16.15 uur promoveren tot doctor in de Rechtsgeleerdheid. De titel van het proefschrift is ‘The open method of coordination. An anaalysis on its meaning for the development of a social Europe’. Promotor is Prof.mr. G.J.J. Heerma van Voss.

Academische Agenda

Maretjes-extra zijn bedoeld voor semi-commerciële instanties. De prijs voor een Maretje-extra is €23,– incl. BTW voor elke vijfen-dertig woorden. U kunt deze ad-vertenties uiterlijk op de vrijdag vóór het verschijnen van Mare opgeven bij Bureau van Vliet B.V., postbus 20, 2040 AA Zandvoort, telefoon 023-571 47 45. E-mail: [email protected]

SScholten - Degelijk juridisch on-derwijs en tentamentraining in kleine groepen (max 6 studenten) door een ervaren en professionele

docent. Cursus/tentamentraining ‘verbintenissenrecht’ vanaf 15 okto-ber 2012. Voor meer informatie: 071-5126714 of [email protected]

Repetitor Tentamen Straf- en Strafprocesrecht, BA3, januari 2013

Onderwijs en tentamentrai-ning in 10 lessen van 2,5 uur door ervaren en succesvolle do-cent. (Strafprocesrecht, BI en BIII, NOVA en Open Universiteit). Mr L. Slooter-Satter. [email protected] of 071-5157777

ADVERTENTIE

ADVERTENTIE ADVERTENTIE

PROGRAMMA STUDIUM GENERALE NAJAAR 2012 (2) www.studiumgenerale.leidenuniv.nlStudium Generale organiseert brede activiteiten voor studenten, medewerkers, alumni en andere geïnteresseerden die graag over de grenzen van hun vakgebied heen kijken.

Indien niet anders vermeld geldt:TOEGANG IS GRATIS! GEEN AANMELDING NODIG. IEDEREEN IS WELKOM! (Kom wel op tijd, want vol = vol!) Voor een uitgebreid programma zie: www.studiumgenerale.leidenuniv.nl

ORGANISATIE & INFORMATIEStudium Generale Universiteit LeidenPostbus 9500, 2300 RA Leiden071 527 7283/7295/7296studiumgenerale@sea.leidenuniv.nlwww.studiumgenerale.leidenuniv.nl

DINSDAG 30 OKTOBER Der Ring en zijn bronnenEm. prof.dr. Arend Quak., universitair hoofddocent Scandinavistiek, UvA en bijzonder hoogleraar Oudgermaanse taal- en letterkunde, Universiteit Leiden

DINSDAG 6 NOVEMBER Wagner en de Nibelungen – een muzikale en een sociologische benadering (met een kleine virtuele uitstap naar Bayreuth)Leo Samama, componist, schrijver en enthousiast spreker over muziek! Toegang € 5.- kaarten reserveren via www.lakcursussen.nlLet op: aanvangstijd: 19.00 uurLocatie: LAKtheaterzaal

DINSDAG 13 NOVEMBER Interpretaties of transities van Wagners Ring des Nibelungen- door kunstenaars en decorontwerpers in de 20e eeuwEm. prof.dr. Antje von Graevenitz, Kunsthistorisches Institut der Universität zu Köln

DINSDAG 20 NOVEMBER Nietzsches geheime scepticisme over WagnerDr. Martine Prange, post-doctoraal onderzoeker Filosofi e, Universiteit Leiden

TIJD & PLAATS 19.30 - ong. 21.30 uurLet op : 6 november: 19.00 – 22.00 uur

zaal 011, Lipsiusgebouw (1175), Cleveringaplaats 1, LeidenLet op : 6 november: LAKtheater-zaal, Cleveringaplaats 1, Leiden

DONDERDAG 1 NOVEMBER Hope XXL: Een nieuwe visie op de toekomstChris van de Ven, bedenker van HOPE XXL (inleiding), en prof.dr. Jan Jonker, hoogleraar Duurzaam Ondernemen, Radboud Universiteit NijmegenLet op: Locatie: Lorentzzaal, Kamerlingh Onnes Gebouw, Steenschuur 25, Leiden

WOENSDAG 7 NOVEMBER Ethiek en Economie: Trends in Verantwoord Ondernemen en Eerlijk ConsumerenDr. Sabine Luning, Universitair Docent, Instituut CA/Ontwikkelingssociologie, Universiteit Leiden

WOENSDAG 14 NOVEMBER Duurzaam consumeren: De business case voor het certifi ceren van grondstoffenMichiel Lenstra, Consultant, KPMG Sustainability

WOENSDAG 21 NOVEMBER makeITfairDrs. Tim Steinweg, onderzoeker bij Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen (SOMO)

WOENSDAG 28 NOVEMBER Duurzaam houtProf.dr. Gerard Persoon, IIAS hoogleraar Milieu en Ontwikkeling, Instituut CA/Ontwikkelingssociologie, Faculteit der Sociale Wetenschappen, Universiteit Leiden

WOENSDAG 12 DECEMBER Op weg naar Duurzame Economische OntwikkelingProf.dr. J.B. (Hans) Opschoor, emeritus-hoogleraar Milieueconomie (VU, Amsterdam) en Economics of Sustainable Development (Institute of Social Studies, Den Haag

WOENSDAG 19 DECEMBER Duurzaamheid: Geld speelt geen rol... of toch?Ir. Giuseppe van der Helm, directeur van de Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling

TIJD & PLAATS 19.30 tot 21.00 uur Zaal 011, Lipsiusgebouw (1175), Cleveringaplaats 1, Leiden Let op: 1 november: Lorentzzaal, Kog, Steenschuur 25, Leiden

door prof.dr. Hans Trapman, em. hoogleraar Erasmus Universiteit Rotterdam

DONDERDAG 8 NOVEMBER De jonge Erasmus

DONDERDAG 15 NOVEMBER Boeken die Europa veroveren

DONDERDAG 22 NOVEMBER Het wezen van het christendom

DONDERDAG 29 NOVEMBER Polemiek en tolerantie

TIJD & PLAATS 19.30 uur – 21.00 uurZaal 011, Lipsiusgebouw, Cleveringaplaats 1, Leiden

NB. Tijdens de colleges worden door Home Academy Publishers opnames gemaakt voor een uit te brengen audio-cd.

MONDAY NOVEMBER 19TH Presentations by:- Prof.dr. Marco Beijersbergen, Quantum Optics and Quantum Information Section, Institute of Physics, Leiden University; Founder and Managing Director, cosine- Prof.dr. Joost Frenken, head of Interface Physics Group, Kamerlingh Onnes Laboratory, Leiden University- Prof.dr. Jacqueline J. Meulman, group leader Leiden SPSS project, Mathematical Institute, Leiden University

MONDAY DECEMBER 10TH Presentations by:- Dr. Abdoel El Ghalbzouri, senior scientist, Department of Dermatology, Leiden University Medical Center- Dr.ir. Bart L. Kaptein, senior researcher, Department of Orthopaedics, Leiden University Medical Center- Jan de Sonneville, Life Science Methods BV

TIME AND VENUE: 7.30 – 9.15 pmRoom 011, Lipsiusbuilding, Cleveringaplaats 1, Leiden

door Leo Samama, componist, schrijver en enthousiast spreker over muziek

DINSDAG 4 DECEMBER Monteverdi: van Mantua naar Venetië

DINSDAG 11 DECEMBER Monteverdi: tussen madrigaal en opera

TIJD EN PLAATS: 19.00 - 22.00 uur inclusief pauze en vragenVoormalige LAKtheater, Lipsiusgebouw (1175), Cleveringaplaats 1, Leiden

Toegang gratis, wel kaarten reserveren : www.lakcursussen.nl

NB. Tijdens de colleges worden door Home Academy opnames gemaakt voor een uit te brengen audio-cd.

By Dr. George Saliba, Columbia University

FRIDAY 14 DECEMBER

TIME AND VENUE 3.00 pm – 5.00 pmRoom 005, Lipsiusbuilding , Cleveringaplaats 1, Leiden

SERIEDER RING DES NIBELUNGEN HET MAGNUM OPUS VAN RICHARD WAGNER

SERIEETHISCH CONSUMEREN, EERLIJK ONDERNEMENHOE? ZO!

SERIEERASMUSEEN HOORCOLLEGE OVER ZIJN LEVEN EN WERK

SERIEFROM THEORY TO PRACTICESIX TALKS ABOUT THE PATH FROM SCIENTIFIC DISCOVERY TO APPLICATION

SERIECLAUDIO MONTEVERDIEEN HOORCOLLEGE OVER ZIJN LEVEN EN WERK

LECTURESCIENCE, ISLAM & THE RENAISSANCE: THE UNDENIABLE LINK BETWEEN EUROPE AND THE ISLAMIC WORLD

Nu ook in Leiden

Rondom relaties, assertiviteit,agressie & hoogbegaafdheid.

023 5252241 - www.idee-tt.nlal jaren vertrouwd

mare-idee 120914.indd 1 04-10-2012 13:36:11

Daar moet je nu over nadenken!

JIJ WAT DOE BIJ BRAND?

watdoejijbijbrand.nl

Page 9: Mare, jaargang 36, nr. 7

U  schreef twee scripties, een bij geschiedenis, de ander bij Arabisch. Weet u uw cij-

fers nog?‘Goh, niet precies. Arabisch was een 8 of 8,5; geschiedenis was niet zo goed, een 7,5 geloof ik. Maar ik weet nog dat mijn begeleider bij geschie-denis de hoop uitdrukte dat ik een publicatie zou maken van mijn af-studeerproject. Dat is toch een teken dat het behoorlijk was. Daarna werd ik ook geselecteerd voor een beurs-programma van de vakgroep om een master te halen aan deAmerikaanse universiteit Cornell.

‘Ik denk dat de hoge cijfers van nu een beetje aan inflatie onderhevig zijn. Bij de laatste diploma-uitrei-king waar ik bij aanwezig was, zei de voorzitter van de examencommissie - ook een hoogleraar - dat alle cijfers hoger waren dan wat hij ooit voor zijn scriptie had gekregen.’

U schrok niet van die 7,5?‘Nee, helemaal niet. Bovendien stierf mijn vader in die tijd dat ik aan die scriptie werkte. Omdat het een lite-ratuuroverzicht was, dreigde het ge-vaar dat ik er steeds maar meer ma-teriaal bij zou betrekken. Ik verzoop in alle informatie. Het was een wor-steling. Door het overlijden, moest ik doorbijten. Het zorgde ervoor dat ik tegen mezelf zei: “Kom, dit moet af. Dan maar niet onder ideale omstandigheden”.’

Kwam die publicatie er?‘Niet in een wetenschappelijke pu-blicatie, wel in het tijdschrift van de Leidse geschiedenisvakgroep. Hoe-wel… binnenkort publiceer ik een boek en in de inleiding komen de methodologische kwesties van mijn scriptie ook aan de orde.

‘Ik keek naar de overgang van de Oudheid naar de Middeleeuwen, maar dan niet in Europa zoals ge-bruikelijk was maar in het Midden-Oosten. Het onderwerp en de focus waren vernieuwend; ik kon infor-matie van geschiedenis en arabistiek met elkaar combineren. Dat waren vakgebieden die vroeger niet zo veel contact met elkaar hadden.

‘Ik keek naar het succes van de Arabische veroveringen van de Sy-rische provincie van het Romeinse rijk in de zevende eeuw. De traditi-onele verklaring was dat het slecht ging met het Byzantijnse rijk en dat moslims het zo konden innemen. De Arabische bronnen benadruk-ken hoe geweldig sterk de Arabieren waren, vooral gedreven door de is-lam natuurlijk, waardoor ze het rijk konden verslaan.

‘Kort door de bocht: de vroegere historici gaven de Arabieren gewoon te weinig credit. Maar Arabieren ver-simpelden de zaak ook. Beide kan-ten keken te veel vanuit hun eigen historiografische traditie. Ik pleitte

lijke vraag en houd het beperkt. Wat interessant is maar niet ter zake doet, streep je weg. Het schrijven van een goede scriptie berust op die technie-ken. Er zijn gewoon trucjes voor.

‘Bovendien was mijn tweede scrip-tie duidelijk afgebakend. Er waren zoveel brieven die vertaald en be-commentarieerd moesten worden. En dat was het dan.’

Beschouwde u uzelf als een goede student?‘Ja, in de zin dat ik altijd extra dingen deed. In de zomer van mijn tweede jaar werd ik opgebeld door de hoog-leraar om binnen drie weken naar Jeruzalem te gaan om daar in een manuscriptenbibliotheek te werken. Dat vond ik wel leuk. Ze vroegen me natuurlijk niet voor niets. Ik heb ook een jaar aan de universiteit van Damascus gestudeerd. Er bleek een uitwisselingsprogramma te bestaan waarvan niemand ooit gebruik had gemaakt. Daar een stage op de am-bassade gedaan, ook als journalist gewerkt…

‘Extra colleges, extra lezingen, ik vond het vanzelfsprekend en leuk om daar naar toe te gaan. Maar ik was wel een eigenwijze student. Ik heb ooit een open brief ingestuurd naar een nieuwsbrief over hoe een tentamen beter mondeling kon wor-den afgenomen.’

U moet als student heel zelfverze-kerd zijn geweest.‘Nou… het is niet omdat je plannen maakt, dat je weet hoe het gaat aflo-pen. Ik deed veel, maar hoe het alle-maal zou uitpakken, ja daar twijfelde ik wel eens aan. Maar vooruit, nu ik eraan denk, misschien was ik wel meer zelfverzekerd dan de gemid-delde student.

‘Meer doen dan strikt noodzake-

schreef twee scripties, een bij geschiedenis, de ander bij Arabisch. Weet u uw cij-

‘Goh, niet precies. Arabisch was een 8 of 8,5; geschiedenis was niet zo goed, een 7,5 geloof ik. Maar ik weet nog dat mijn begeleider bij geschie-denis de hoop uitdrukte dat ik een publicatie zou maken van mijn af-studeerproject. Dat is toch een teken dat het behoorlijk was. Daarna werd ik ook geselecteerd voor een beurs-programma van de vakgroep om een master te halen aan deAmerikaanse

‘Ik denk dat de hoge cijfers van nu een beetje aan inflatie onderhevig zijn. Bij de laatste diploma-uitrei-king waar ik bij aanwezig was, zei de voorzitter van de examencommissie - ook een hoogleraar - dat alle cijfers hoger waren dan wat hij ooit voor zijn scriptie had gekregen.’

U schrok niet van die 7,5?‘Nee, helemaal niet. Bovendien stierf mijn vader in die tijd dat ik aan die scriptie werkte. Omdat het een lite-ratuuroverzicht was, dreigde het ge-vaar dat ik er steeds maar meer ma-teriaal bij zou betrekken. Ik verzoop in alle informatie. Het was een wor-steling. Door het overlijden, moest ik doorbijten. Het zorgde ervoor dat ik tegen mezelf zei: “Kom, dit moet af. Dan maar niet onder ideale

Kwam die publicatie er?‘Niet in een wetenschappelijke pu-blicatie, wel in het tijdschrift van de Leidse geschiedenisvakgroep. Hoe-wel… binnenkort publiceer ik een boek en in de inleiding komen de methodologische kwesties van mijn

‘Ik keek naar de overgang van de Oudheid naar de Middeleeuwen, maar dan niet in Europa zoals ge-bruikelijk was maar in het Midden-Oosten. Het onderwerp en de focus waren vernieuwend; ik kon infor-matie van geschiedenis en arabistiek met elkaar combineren. Dat waren vakgebieden die vroeger niet zo veel contact met elkaar hadden.

‘Ik keek naar het succes van de Arabische veroveringen van de Sy-rische provincie van het Romeinse rijk in de zevende eeuw. De traditi-onele verklaring was dat het slecht ging met het Byzantijnse rijk en dat

lijke vraag en houd het beperkt. Wat interessant is maar niet ter zake doet, streep je weg. Het schrijven van een goede scriptie berust op die technie-

lijke vraag en houd het beperkt. Wat ervoor die te combineren. En dat ben ik in mijn werk blijven doen. Evenals het toepassen van inzichten uit de geschiedenis als discipline op de vroege islam.’

Uw tweede scriptie schreef u vast een stuk vlotter.‘Ja, absoluut, ik zorgde dat ik meteen een duidelijke onderzoeksvraag had en dat ik alleen informatie opzocht die betrekking had op die vraag. Al-les wat daar buiten viel, stopte ik in een potje voor later.

‘Dat is ook meteen de tip die ik kan meegeven aan studenten die nu aan hun scriptie werken. Stel een duide-

lijk is, heeft er altijd al in gezeten. Nu combineer ik een hoogleraarschap en een gezin. Maar ik ga ook naar congressen en organiseer bijeen-komsten. Ik vind het een must om internationaal bezig te zijn. Als je dit soort werk doet, hoort dat erbij.’

Had u als student verwacht dat de islam nu niet van de buis is weg te slaan? ‘Nee, zeker niet. Zoals alle studenten Arabisch ben ik een fase doorgegaan dat ik me alleen met de moderne, po-litieke problemen van het Midden-Oosten wilde bezighouden. Dat had ik met de Palestijnse kwestie na mijn tijd in Jeruzalem. Nu is dat natuurlijk anders omdat ik me vooral met de middeleeuwse periode bezighoud. Maar inderdaad, van kranten tot feestjes heb ik er mee te maken.’

Nu begeleidt u zelf studenten bij hun scriptie. Soms zijn dat gelovige moslims. Geeft dat soms frictie?‘Frictie niet. Maar op onze opleiding worden ze vaak geconfronteerd met een ander beeld van het ontstaan van de islam dan dat ze van thuis heb-ben meegekregen. Ieder jaar wil een

islamitisch meisje wel haar scriptie schrijven over de hoofddoek, omdat ze wil uitzoeken hoe het nu echt zit. En dat terwijl het toch echt moeilijk wordt om daar wat nieuws over te melden.’

Lang studeren wordt steeds moei-lijker gemaakt. Vreest u voor de verdieping?‘Natuurlijk. Nu moet de verdieping in de master komen, straks moet het in de PhD-fase komen. Een collega uit Utrecht zei onlangs dat je blij mag zijn als een dissertatie het niveau haalt van een goede doctoraalscrip-tie van vroeger. De verwachtingspa-tronen veranderen.

‘Maar er komen ook andere din-gen voor terug en je moet je afvragen waar de maatschappij behoefte aan heeft. We hebben nu twintig studen-ten die in het tweede jaar doorgaan met Arabisch. Hoeveel meer moeten er middeleeuwse poëzie kunnen ver-talen? Is het niet belangrijker dat er meer mensen komen die wat afwe-ten van het huidige Midden-Oosten. Wie meer wil, zal – zoals ik zelf ook gedaan heb – zelf extra activiteiten moeten gaan ontplooien.’ TB

Achtergrond

1 november 2012 · Mare 9

Wie is zij?Petra Sijpesteijn (1971) is behalve hoog-leraar Arabische taal en cultuur ook een van de zes Arabische papyrologen ter wereld. In 1996 studeerde ze af bij ge-schiedenis met de scriptie Crisis, conti-nuïteit of een keerpunt? Syrische ste-den in het Byzantijnse en Islamitische rijk (6e en 7e eeuw). Een jaar later haalt ze ook haar mastertitel in arabistiek met Scribbles from the past, een catalogus van Arabische brieven geschreven op pa-pyrus die in de UB-collectie liggen.

Na een jaar in Cornell gestudeerd te hebben, volgden een mastertitel en een promotie (2004) in Princeton.

Ze ontving verschillende onderzoeks-subsidies, waaronder 1 miljoen euro van het European Research Council. Ze woont en werkt in Leiden.

Petra Sijpesteijn in 1996 tijdens haar afstudeerfeestje in Leiden

Page 10: Mare, jaargang 36, nr. 7

Allard Wagemaker, a lieutenant colonel in the Royal Netherlands Marine Corps, was recently awarded his doctorate for his work on the role of armed intervention in the process of government formation in Afghanistan. “They seem to be giving up.”

BY Marleen van Wesel “I wanted to earn the Afghan warlords’ respect, so I joined in a game of ‘buzkhashi’, a traditional Afghan game played by dozens - and sometimes more than a hundred – horsemen who propel a headless sheep carcass around a pitch. It’s an extremely rough game, whips are used and horses rear up over each other. If you manage to sling the carcass into a marked circle, you win the match, glory and a tidy sum of money. There are hardly any rules – it’s every man for himself. On the other hand, as the game is so hectic and has so many players, the players form ad hoc coalitions. That sort of opportunism is typical for Afghan politics.”

Last week, Allard Wagemaker (1962), a lieutenant colonel in the Royal Netherlands Marine Corps, received his doctoral degree for his research into government formation in Afghanistan and the role of armed intervention in that process. Howe-ver, besides doing field research, in recent years he was also a military assistance at the ISAF headquarters, which gave him easy access to both the military and politicians. “I had to take part, as a soldier: I had to prepare the meetings and consulta-tions, and then I would attend them and observe the proceedings. More-over, I spent a lot of time with the

Afghans.” His “buzkhashi” match helped forge a bond with the war-lords and the general population, so he could hold interviews to find out what sort of world the people hoped to build.

The degree of optimism among the Afghans Wagemaker intervie-wed varied greatly. “As time passed, their faith in the future subsided. I wouldn’t call the situation hopeless yet, but I’ve noticed a big drop in the turnout figures for elections. They seem to be giving up. A year ago, I would have said that it was still possible to form a government, but it’s getting more and more difficult. Much depends on who’s in the White House, and even then, intervention in Afghanistan is a ‘war of choice’.”

America’s and Europe’s political interests are not as great as they would be if they themselves were under attack. If that - a ‘war of ne-cessity’ - were the case, we would re-ally have to fight back. However, as it is, everything needs to be discussed between the politicians and then justified. Hot spots like Syria and Libya are demanding international attention too, and international at-tention is in short supply. “You don’t just need the support of the interve-ning party, the source of the conflict should be ready too: the time has to be ripe for it. Forming a government is not something you can plan.”

“It’s still not impossible”, he claims, “but they need a ceremonial head of state and ministers who are accoun-table to a parliament composed of parties and led by a prime minister. At the moment, it consists of indi-viduals and the ministers are only accountable to President Karzai. They need a stratified democratic system and the provinces should be given more responsibility. Then

there would certainly be hope for Afghanistan.”

Afghanistan is not Wagemaker’s first experience of conflict: “In 1991-1992, I spent six months in a guerril-la camp in Angola and in 1995 I was posted to Bosnia. I supposed to go to the Western Sahara in 1998, but that operation was called off at the last minute, just as we were boarding the plane, almost. I ended up in Iraq and Afghanistan later on. In 1992-1994, I was an exchange officer in the Uni-ted States Marine Corps – straight after Operation Desert Storm, so it was a confusing time. The Ameri-cans were mainly concerned with the question of how to consolidate their military successes.”

This question, now directed at Afghanistan, became the most im-portant foundation for Wagemaker’s dissertation: “Rupert Smith, the British general, observed that, since the Cold War ended, deployment of only military means has not been ef-fective. Industrial war, as fought in the First and Second World Wars, has been replaced by ‘war amongst the people’ as Smith calls it. Tradi-tional wars were vast, industrialised and usually total. There was a clear battlefield and military victories al-most automatically resulted in po-litical-strategic successes. But while in the past the population would un-dergo the consequences of a victory, thanks to television and the Internet,

they are much more articulate now.“Nowadays, you have to win soci-

ety’s support if you want peace, and you have to be very careful or else it won’t work. Neo-colonialism must be avoided at all costs. The interve-ning party should primarily use ‘soft power’ and only use a bit of ‘hard power’ where necessary. The Ame-rican political scientist Joseph Nye compares the process to the ‘carrot-and-stick’ method: you promise the parties involved a carrot and if that doesn’t work, you might sometimes need to deal them a corrective slap.”

Wagemaker had already seen how things can go right or wrong on earlier missions: “In particular, the heavy fighting in Sarajevo taught me a lot. I was working – as a nobody of course – very close to Rupert Smith and American diplomat Richard Holbrooke. When the Dayton Peace Accords were signed, I witnessed how difficult it is to broker peace.” Although the Bosnian War is offici-ally over, a government has still not actually been formed. But there are other examples: “Cambodia is the best example of success. The main thing that was done properly there was that the general population was involved in governing the coun-try at an early stage. Another good example is East Timor.”

Afghanistan is a prime example of the ‘war amongst the people’ pa-radigm. “Under the Taliban regime, the influence of the media had dis-appeared from Afghanistan, but af-terwards, satellite dishes sprouted up everywhere like mushrooms. It’s an amazing phenomenon to experi-ence at first hand. They particularly like Indian soap operas and the Af-ghan version of The Voice. In fact, dinners and other social events are now arranged around shows.

“There are a lot of talk shows too; the Afghans are well abreast of af-fairs and have an opinion on every-thing, which is all due to television. The Internet is not yet quite as po-pular, and literacy is not widespread. But that is not necessarily a problem. You only need one person who can read and who has a computer – the rest of the neighbourhood just ga-ther round.”

Enormous advances have been made in the last decade, particu-larly at the regional level: Wagema-ker witnessed how the level of pros-perity rose and the range in shops expanded. People were accustomed to some level of participation due to the tradition of “jirga” and “shura”, community meetings, but local par-ticipation has increased too.

Nevertheless, Wagemaker warns that these recent developments could just as soon disappear. “A huge mountain range divides the nation in two, from the northeast to the southwest. And it’s not just a geo-graphical issue: powerful warlords rule large areas that exist almost in-dependently from each other. And by using their connections in Kabul, they are preventing Afghanistan from functioning adequately at the provincial level.”

As a consequence, governors are replaced after about eight months, so they do not have time to formu-late a policy for their provinces. If they attempt anything despite that, they feel Kabul breathing down their necks, because the provinces do not have their own budgets. “Meanwhile, people don’t really feel that they are heard by the national politicians, and politicians should be listening if they want to win the support of the population: it’s an essential con-dition for forming a government.”

The formation of a government in Afghanistan is a long-drawn-out process

The time has to be ripe

10 Mare · 1 november 2012

English page

“They like Indian soap operas and The Voice. Social events are now arranged around shows”

A wounded German soldier gets evacuated with an American

helicopter in the Char Darah district, Kunduz province,

Northern Afghanistan. The soldier broke his spine after his vehicle

drove on an improvised explosive device (IED). Photo by Joël van Houdt

Page 11: Mare, jaargang 36, nr. 7

F I L MTRIANONSkyfalldagelijks 18.15 + 21.30, za, zo + wo 14.00Teddagelijks 18.45 + 21.30, za, zo + wo 14.30De Marathondagelijks 18.45 + 21.30HET KIJKHUISIntouchablesdagelijks 18.45 Dans la maisondagelijks 21.15Jagtendagelijks 19.15 + 21.45LIDOSkyfalldagelijks 18.15 + 21.30Paranormal Activity 4dagelijks 19.00 + 21.30The Perks of Being a Wallflowerdagelijks 18.45 Killing them Softlydagelijks 21.30Alleen maar nette mensendagelijks 18.45 + 21.30De Verbouwingdagelijks 21.30

M U Z I E KLVCHalloween Tarantino PartyZa 3 november 23.00u €10,-Popronde AfterpartyDo 8 november 23.00 gratisLEIDSE SCHOUWBURGRoosbeef: De Grote Demo-showVr 2 november 20.15QBUSGregory Alan Isakov & FriendsDi 6 november 20.30u €10,-QBUS EN ANDERE LOCATIESPoprondeDo 8 november vanaf 19.30u

T H E AT E RLEIDSE SCHOUWBURGTheater Zuidpool i.s.m. NTGent: FaustDi 6 november 20.15uINS BLAUGolden Palace: Rampentraining voor stewardessenVr 2 en za 3 november 20.30 €19,00Helmert Woudenberg: De sultan en de joodWo 7 november 20.30 €17,-DE WARE LIEFDEAl Dente: Naar Amerika!2, 3, 7, 8 november 20.30u; 4 november 15.00u €10,- (studenten €8,-)IMPERIUM THEATERMoeders Mooiste: TheatersportVr 2 november 20.30 €7,-Ontzettend Nodig: TheatersportZa 3 november 20.15 €7,50

D I V E R S E NMENEER JANSENDichtersmiddag door het Leids DichtersgildeZo 4 november 15.30 gratisPIETER DE LA COURTGEBOUW, SC01Kakaranveiling Afrika-StudiecentrumDo 8 november 19.00uSCHELTEMAHet Groene IDeeCaféMa 5 november 20.30uOUDE STERREWACHTSpectaculair Heelalt/m voorjaar 2013LEIDS WEVERSHUIS3x Passie Verwerktt/m 9 decemberSTADHUISPLEIN E.O.Door Leidse Ogen – Leidse Amateur Fotografen Verenigingt/m 3 novemberHET LEIDSE VOLKSHUISExpositie Schilderijen en beeldent/m 3 november 2012MUSEUM VOLKENKUNDEDe verborgen tuin: Juwelen uit Indiat/m 6 januari 2013LAKENHALParelen in kunst, natuur & danst/m 13 januari 2013ARS AEMULATentoonstelling Mérigot door Fenny van de Wal4 t/m 25 novemberMUSEUM BOERHAAVELeydse Weelde: groene ontdekkingen in de Gouden Eeuwt/m 5 mei 2013

Eerst klonk het nergens naarEen opera uit één snipper papyrus

Wie is ook weer wie?Toneelgroep kleedt roman van Annie Proulx uit

genlijk weet niemand waarom niet. Er zijn regels die bepalen wat sma-keloos is. En dat is in de muziek ook het geval.’

Wordt er een heel symfonieorkest aangerukt?‘Nee. De bezetting is heel anders. We hebben naast de vertolkers van Orpheus en Van Arezzo twaalf zan-geressen, zes sopranen en zes alten. Zij geven als zes Maenaden, nimfen die Dionysos dienen, en zes broeders commentaar op de strijd tussen de twee hoofdrolspelers. Die krijgen muzikale begeleiding van vier bla-zers: twee fagotspelers, van wie ik er een ben, een basklarinet en een gewone klarinet. Wij zorgen voor de bastonen onder die hoge vrou-wenstemmen. Daarnaast is er bege-leiding van twaalf metronomen, die driftig door elkaar heen tikken. Dat zorgt voor een flinke chaos. Zij stel-len de kooi voor waarin Van Arezzo de muziek wil vangen.’

OUDST BEWAARDE MUZIEKNOTEN‘Het gaat om een fragment van zes bij zeven centimeter’, vertelt Cisca Hogendijk, medewerker van het Leids Papyrologisch Instituut. ‘Het stamt uit de derde eeuw voor Christus en is in Egypte gevonden. Op het papyrus staan delen van passages van liederen uit de laatste tragedie van de Griekse schrijver en dichter Euripides. Heel bijzonder is dat er boven de letters noten staan. Het is het oudste bewaarde Griekse tekst met muzieknoten. De muziek op het stukje papyrus zit niet in de opera. Maar het is wel leuk dat het als inspiratie heeft gediend voor nieuwe kunst. Ik heb een uitvoering die gebaseerd is op het papyrus-fragment gehoord, en dat klonk best raar. Er zijn bijvoorbeeld nog al wat abrupte afwisselingen van hoog naar laag. Delen klinken voor moderne oren gewoon vals.’

DOOR VINCENT BONGERS Orpheus in ArezzoRijksmuseum voor OudhedenZa 3 nov, €10

Een stukje papyrus van zes bij zeven centimeter inspireerde Chiel Veffer tot het maken van de opera Orpheus in Arezzo. ‘Voor moderne oren is het soms gewoon vals.’Grafisch vormgever en fagotspeler Chiel Veffer nam het initiatief voor de opera. Hoe kwam u op dit idee?‘Ik ben betrokken geweest bij een ex-positie van het Leids Papyrologisch Instituut. Er waren ook bronnen met muzieknotitie. De muziek op het stukje Griekse papyrus van drie eeuwen voor Christus is ontcijferd en ook op cd gezet. Ik heb de resul-taten gehoord en die klonken afgrij-selijk. Het deed me nog het meest denken aan het niet zo gewaardeerde

spel en zang van de bard Assuran-cetourix (tegenwoordig Kakofonix genoemd, red.) uit de Asterix strips. Hem wordt regelmatig op pijnlijke wijze het zwijgen opgelegd door zijn dorpsgenoten.

‘Guido van Arezzo (991-1033) vond de moderne muzieknotitie uit. Voor Van Arezzo bestonden er nog geen vaste regels, ze waren in ieder geval nog niet vastgelegd. Dus klinkt muziek van voor zijn uitvinding ner-gens naar, dat was in ieder geval mijn idee. Ik wilde wel iets doen met deze gedachte. Ik heb het voorgelegd aan componist Sam van Gool en schrijf-ster Wietske Blokker. Zij hebben het idee op zijn kop gezet. In de opera die zij schreven is Van Arezzo een houten klaas die de muziek wil tem-

men. Hij gaat de strijd aan met Or-pheus, de zanger en dichter uit de Griekse mythologie. Die met zijn stem en lier mensen kon betoveren. Hij is de voorvechter van de oude muziek.’

Wat mag er in de moderne muziek bijvoorbeeld niet?‘Het is verboden om twee identieke melodieën met een interval van een kwint te gebruiken, dat is echt sma-keloos. Er is niet dat echt een achter-liggende reden voor waarom het zo’n muzikale doodzonde is. Het zal wel een ijskast-koelkast of een taartje-gebakje geval zijn. Het is een gevoel dat zoiets lelijk en grof is, meer niet.

‘Het is als met je handen eten in het Amstel Hotel. Het mag niet, maar ei-

Cultuur

1 november 2012 · Mare 11

Agenda

Het stukje papyrus uit de derde eeuw voor Christus dat inspi-reerde tot een opera

Waar leg je de grens tussen ‘echte’ Amerikanen en immigranten? Daarover gaat de voorstelling Naar Amerika! van het gezelschap Al Dente. DOOR MARLEEN VAN WESEL Het toneel-stuk Naar Amerika! is ontstaan door héél veel te schrappen in de roman Accordion Crimes van de Ameri-kaanse schrijfster Annie Proulx, ook bekend van het kortverhaal Broke-back Mountain. ‘Het is echt een col-lage geworden’, vertelt acteur Bram Wildeman (33). ‘Heel anders dan de opzet van het boek. Maar ook onze afgeslankte versie is nog een flinke uitdaging om te spelen. Er zijn nog altijd zes verschillende verhaallij-nen en iedere acteur heeft meerdere personages voor zijn rekening geno-men. Ik kan me voorstellen dat het publiek zich nu en dan toch afvraagt over wie het nu weer precies gaat. Maar ach, de enorme bezetting van Hamlet hebben we ook al eens uitge-kleed tot acht spelers.’

De zes verhalen zijn opgeknipt in een aantal scènes, die dwars door elkaar heen worden gespeeld. Stukje bij beetje worden zo de verhalen ver-teld over immigranten die in de loop van de twintigste eeuw uit alle uit-hoeken van de wereld (Italië, Noor- Foto Richtje Nijhof

wegen, Polen, Duitsland en Mexico) naar Amerika kwamen om daar een toekomst om te bouwen. Wildeman: ‘De vermenging en aanpassing van al die culturen in Amerika vonden we een mooi thema, juist tijdens de presidentsverkiezingen. Iedereen weet dat Barack Obama een zoveel-stegeneratie-immigrant is. Maar ook de voorouders van Mitt Romney, die meer bij het Amerikaanse esta-blishment hoort, waren ooit mor-moonse pioniers die de overtocht waagden. Daar gaan de verhalen uit Naar Amerika! over: waar leg je de grens tussen ‘echte’ Amerikanen en immigranten?’

Typisch voor Al Dente-toneel-stukken is de afstand tussen de acteurs en de personages. Wilde-man: ‘Ik ben altijd iemand die een rol speelt, ik kruip nooit écht in de huid van mijn personage. We blij-ven namelijk amateurs. Soms stap-pen we trouwens ook even uit onze rol, en gaan we verder met vertellen in plaats van spelen. Ook de decor-wisselingen maken deel uit van het toneelstuk.’

De toneelgroep komt voort uit het schooltoneel op het Visser ’t Hooft Lyceum dat docent en Al Dente-re-gisseur Jos Nijhof in de jaren zeventig opzette. Inmiddels bestaat de groep al ruim tien jaar uit een redelijk vaste

samenstelling, die nog altijd geregis-seerd wordt door Nijhof. ‘Hij is ook degene die uit de vijfhonderd pagi-na’s tellende roman het toneelscript destilleerde’, vertelt Wildeman, die behalve oud-leerling inmiddels zelf ook docent Nederlands en drama is op het Lyceum. ‘Jos is groot fan

van Proulx. Ze schrijft heel visu-eel, waardoor er gemakkelijk beel-den ontstonden in zijn hoofd. Vaak voegt ze een vleug absurdisme toe, die de tragiek van de personages er-gens heel geestig maakt. Hij had er wel een flinke kluif aan, maar daar liet hij zich niet door ontmoedigen. Sterker nog, volgens mij liggen er nog behoorlijk wat van zulke boeken met halve bewerkingen erbij op zijn boekenplank.’

Al Dente, Naar Amerika!De Ware Liefde (Kagerstraat 1)2, 3, 7, 8, 9, 10 nov (20.30), zo 4 nov (15.00 u), € 8-10

Page 12: Mare, jaargang 36, nr. 7

‘Een eigen huis, echt wel chill’Lotte Kemper, Marelle Hoogland en Babet van SteenHuis: Huize Nellie, Nellie van Kolstraat 71Betalen: 350 euro pp (incl.)Kamers: 12 m2 pp. maar samen ruim 90 m2

Hoe zijn jullie hier terecht gekomen?Lotte Kemper (18, academische Pabo, rechts): ‘We kennen elkaar via onze stu-die. Na een jaar wilden we allemaal wel op kamers, maar niemand had echt zin om te hospiteren. We zagen ook op tegen zo’n groot en smerig studentenhuis.’Marelle Hoogland (19, pedagogiek, midden): ‘We besloten samen een huisje te huren. Het is wat kleinschaliger en omdat je huisgenoten goede vrien-dinnen zijn, voel je je echt thuis.’Babet van Steen (19, academische Pabo, links): ‘Tijdens college zochten we op internet naar huizen. Er waren er twee die we konden betalen. Toen heb-ben we de makelaar gebeld.’

Was het gemakkelijk te regelen?Babet: ‘Niet bepaald. De makelaar deed heel moeilijk. Zo moeten al onze ouders garant staan en we moesten veel for-mulieren invullen. Vroeger hebben een paar studenten verderop in de straat een wietplantage op zolder gehad, dus ze zijn niet erg happig op studenten.’Lotte: ‘De buren zijn heel blij met ons. Ze vinden ons leuke, nette meiden. We wonen tussen de gezinnen en omdat we allemaal pedagogiek studeren zei de buurvrouw al: “Als de kinderen moeite hebben met hun huiswerk, stuur ik ze wel naar jullie”.’

Hebben jullie hier al gekke dingen meegemaakt?Babet: ‘Het hockeyteam van Marelle gaf ons tijdens de housewarming een paar vissen. Ik heb de vissenkom gesloopt tij-dens het schoonmaken, dus toen deden we ze tijdelijk in een heel klein bakje.’

Marelle: ‘We deden ook de waterplant erbij, hoewel er eigenlijk niet zoveel ruimte was. Later bleek dat een van de vissen zichzelf had opgehangen in de plant.’Lotte: ‘Bieberbollo en Barbie leven nog wel. Omdat mijn vis zichzelf had opge-hangen heb ik een nieuwe gekregen: “Papzak”.’

Waarom huren niet meer studenten samen een huis?Marelle: ‘Dat vinden wij ook vreemd.’Lotte: ‘Misschien denken studenten dat het onmogelijk is, of veel te duur. En je moet natuurlijk wel mensen hebben waarmee je wilt samenwonen.’Marelle: ‘Wij wonen met zijn drietjes in een zeskamerwoning. We hebben allemaal een eigen kamer, een grote huiskamer, een badkamer met een bad en een keuken met een vaatwasser.’Babet: ‘Er zijn ook nog twee extra ka-

mers waar niemand slaapt. Eentje heeft geen ramen, dus daar hebben we de “kastenkamer” van gemaakt. Dat scheelt weer ruimte op onze gewone kamers. De ander komt uit op de tuin dus daar lopen we steeds in en uit.’

Zijn er nog nadelen?Lotte: ‘We zitten wat verder uit het centrum. Maar we studeren op het FSW, dat is niet zo ver weg. Mijn vereniging Njord is ook lekker dichtbij.’Marelle: ‘Je krijgt wel ineens met heel veel instanties te maken. Nuon, Eneco, Liander. Ineens valt er een rekening op de mat van het rioolrecht. Je weet dat het er aankomt, maar het blijft even schrikken.’Babet: ‘Je moet meer regelen en wat langer zoeken, maar een eigen huis is echt wel chill.’

DOOR PETRA MEIJER

MargotNa anderhalve maand van lekker stiekem luieren en niets doen, moest het er toch een keertje van komen. De tentamenweek kwam er aan. Onge-veer een week van tevoren sloeg de tentamenstress toe. Tja, ineens drong het besef tot ons door dat we nog vijf boeken plus een reader uit ons hoofd moesten leren. En een week is sneller om dan je denkt. Na een twijfelachtige voorbereiding waarin ik er natuurlijk achterkwam dat ik veel eerder had moeten beginnen, alles veel beter had moeten bijhouden en nog honderd an-dere clichés was het zover.

Er viel mij een aantal dingen op. Bij binnenkomst lagen de tentamens bijvoorbeeld soms al op de tafeltjes. Natuurlijk begonnen verschillende studenten de vragen naar elkaar door te spelen, en niemand die daar acht op sloeg. Tijdens het tentamen zelf zag ik een meisje op haar mobieltje informa-tie opzoeken. Gedurfd, vond ik.

Dat niemand iets doorhad, heeft te maken met de surveillanten. Zij zijn namelijk niet bepaald jong en ook niet zo snel van begrip. De mijne had er duidelijk niet zo veel plezier in. Ze smeet de tentamens in je gezicht in plaats van op het tafeltje, en als ik een vraag had, kwam ze zo langzaam mogelijk naar me toelopen. Bij het in-leveren rukte ze de antwoordenvellen uit mijn hand, en kraste ze venijnig mijn naam door. Haar rose en hoekige bril onderstreepte haar venijnige ka-rakter, en ze droeg een oude blouse. Verder rook ze wat eigenaardig: een beetje een combinatie van oude kaas en sambal, maar het was dan ook net lunchtijd geweest.

Er moet ergens in haar leven iets zijn misgegaan. Ooit was ze de jongste van haar familie. Al haar broers en zussen studeerden, en toen was het de beurt aan ‘Margot’ – want zo moet ze heten, dat kan niet anders. Margot liep haar hele schooltijd op haar tenen, was vastbesloten om niet voor de rest on-der te doen en koos daarom voor een opleiding met aanzien; accountancy. Al snel bleek het veel te hoog gegre-pen. Om snel aan het werk te kunnen volgde Margot noodgedwongen de kappersopleiding. Haar halve leven werkte ze in een kapsalon, tot ze op de middelbare leeftijd werd ingeruild voor een jonger exemplaar. Haar fami-lie heeft Margot sindsdien belachelijk gemaakt op familiefeestjes, ook nu ze – via het uitzendbureau voor 65-plus-sers – wordt gedwongen om te sur-veilleren bij tentamens.

Dus natuurlijk zijn studenten voor haar onuitstaanbaar. Waarschijnlijk zou ze het liefst mijn tentamen voor mijn neus verscheuren, vervolgens de snippers over de tafel uitstrooien en daarna met een onuitstaanbare lach wegrennen.

Eigenlijk is het een wonder dat ze zich heeft kunnen inhouden.

MAAIKE LOMMERSE

12 Mare · 1 november 2012

Bandirah

MaaiKeyKamervragen

Foto Marc de Haan