Marathon Magazine, oktober 2014

32
PLEZIER UITDAGING NATUUR SCHAATSEN MARATHON MAGAZINE JAARGANG 18 EDITIE 2 - OKTOBER 2014 DE WINTER IS BEGONNEN . BENT U AL KLAAR VOOR WEISSENSEE 2015?

description

Marathon Magazine is het blad van de Alternatieve Elfstedentocht Weissensee, het grootste jaarlijkse natuurijsschaatsevenement ter wereld. Marathon Magazine verschijnt 3 keer per jaar.

Transcript of Marathon Magazine, oktober 2014

Page 1: Marathon Magazine, oktober 2014

PLeZIerUItDaGINGNatUUrsChaatseN

mArAthonMagaZINeJ A A R G A N G 1 8EDITIE 2 - OKTOBER 2014

De Winter iS Begonnen.

Bent U AL KLAAr Voor WeiSSenSee 2015?

Page 2: Marathon Magazine, oktober 2014

Laat u door Sport Medisch Centrum behandelen als topsporter!

Goed beslagen ten ijs komen met Sport Medisch Centrum Papendal!

Sportmedisch onderzoek Trainingsbegeleiding op maat Schaatsclinics + lezing

Speciaal voor deelnemers aan de Weissensee heeft Sport Medisch Centrum Papendal een programma samengesteld. Kijk op www.smcp.nl onder de kop “Weissensee 2015” voor nadere informatie en opties.

Op Sport Medisch Centrum Papendal kunt u terecht voor:

Sportgeneeskunde: blessureconsulten, keuringen, inspanningstesten Fysiotherapie, manuele therapie, sportrevalidatie Medische fitness & Leefstijladvies Vitaliteit & Bedrijfsleven Wetenschappelijk onderzoek, lezingen en symposia

Sport Medisch Centrum Papendal (SMCP) * Papendallaan 7 * 6816 VD Arnhem * Tel: 088 - 088 1300 * E-mail: [email protected]

Kijk voor onze andere vestigingen op www.smcp.nl

Laat u door Sport Medisch Centrum Papendal behandelen als topsporter!

Page 3: Marathon Magazine, oktober 2014

3

Aan hen die voorop gingen

door ToINE dorELEIJErS

Helm. Volgens de Dikke van Dale ‘een leren of metalen hoofddeksel of kap om het hoofd tegen

vallen of stoten te beschermen.’ Dat de helm tegenwoordig uit andersoortige materialen kan be-

staan, is inmiddels bekend. Gelukkig maar. Fabrikanten doen hun uiterste best om het hoofddeksel

beter aan te laten sluiten bij de wensen van de gebruikers. De helm is er ook voor de schoonheid.

Zelf heb ik onlangs een nieuwe fietshelm gekocht. Ik was op slag verliefd. Fel oranje. Vers van de

pers. Goede pasvorm en uiterst opvallend. De felle kleur maakt dat ik in een peloton renners goed

te herkennen ben. Makkelijk voor de verzorging en veilig in het verkeer.

Bij het fietsen valt het op als je géén helm draagt, bij schaatsen is dat andersom. Bij de meeste

wielrenevenementen - zeker de wedstrijden, is het verplicht om een helm te dragen. Maar zodra

we de schaatsen onderbinden, is de helm geen deel van de standaarduitrusting. Waarom?

Het vallen op ijs is zeker zo hard als op asfalt en daarmee de kans op (blijvend) letsel net zo groot.

Op onze medische post worden veel, als ik eerlijk ben té veel, mensen behandeld aan hoofdletsel.

Als organisatie zouden wij graag zien dat iedereen een helm draagt. Het kan niet alle leed voorko-

men, maar het dragen van een goed passende helm neemt wel het grootste risico weg.

Gelukkig zien wij bij het schaatsen steeds meer helmdragers. Toch is het nog maar mondjesmaat.

In het wielrennen werd de helm ooit verplicht gesteld in wedstrijden. De recreanten volgden.

Kan dat ook in het schaatsen? Wie moet daarin de eerste stap zetten? Zijn er regels nodig om de

sporter te dwingen? Of kan het ook van de schaatser zelf komen? Wie de eerste stap zet, maakt

eigenlijk niet uit. Als het maar veiliger wordt, zodat onnodig leed wordt voorkomen.

Tot op heden was er geen goedgekeurde, gecertificeerde schaatshelm. Als organisatie of bond kun

je dan niets verplichten. Als er geen bewezen goed beschermingsmiddel is, kom je geen stap

verder. Het team van Haven Amsterdam, rijdend in de Topdivisie, bleek afgelopen winter de

kartrekker. In het peloton vallen zij op door hun futuristische helm. De helm is goedgekeurd

volgens de regels van Internationale Schaats Unie. De helm van Team Haven Amsterdam

is van zeer hoge kwaliteit en zit daarmee qua prijs ook wat aan de hoge kant. Casco, de

fabrikant, is inmiddels aan het kijken of zij ook een goedkopere variant op de markt kunnen

brengen. Hoewel, kent veiligheid een prijs?

Petje af voor de jongens van Team Haven Amsterdam dat zij zich inzetten om het schaatsen

veiliger te maken. Naast het feit dat ze zelf het goede voorbeeld geven - en zich daardoor

onderscheiden - zijn zij ook actief met het promoten van hoofdbescherming. Tevens werken

zij nauw samen met de fabrikant om het product te verbeteren.

Nu er een gecertificeerde, goedgekeurde schaatshelm op de markt is, is het verplicht stellen

van een helm tijdens het schaatsen een stap dichterbij. Bij het ‘nieuwe’ onderdeel, de mass-

start, geldt al een helmplicht, bij voorkeur een shorttrackhelm. Dat het wennen is voor de

wedstrijdrijder om een helm te dragen, is logisch. Maar over een tijdje weten we niet beter.

Zie maar wat er in het wielrennen gebeurd is.

Als AEW willen we snel aan tafel met de KNSB en vertegenwoordigers uit het marathon-

peloton om te bespreken of, en hoe, we de helm verplicht kunnen stellen bij wedstrijden

op natuurijs. Ook hopen wij dat de toerschaatsers het goede voorbeeld volgen. En mis-

schien is een dwingende regel op haar plaats. Zo ver is het nog niet. Het is nu nog aan de

schaatser zelf. Een helm is een investering, maar kan er één zijn voor het leven.

CO

LU

MN

Page 4: Marathon Magazine, oktober 2014

PLEZIERUITDAGINGNATUURSCHAATSEN

MARATHONMAGAZINEJ A A R G A N G 1 8EDITIE 2 - OKTOBER 2014

DE WINTER IS BEGONNEN.

BENT U AL KLAAR VOOR WEISSENSEE 2015?

4

INHOUDSOpgavemArAthon mAgAzineOKTOBeR 2014

06 MOLeNaar, Maar vOOraL sChaatserChris Venner uit Stramproy is in zijn vrije tijd molenaar. Dat word je niet zomaar. Maar toch, als het vriest... is hij in de eerste plaats schaatser.

10 veeLvraat MaNON KaMMINGaZe doet aan inlineskaten en ze schaatst. Manon Kamminga (22) vindt beide sporten leuk, maar voelt zich het meeste thuis in het skeelerwereldje.

12 Na DertIG Jaar Weer OP het IJsDertig jaar had hij niet op schaatsen gestaan. Tot afgelopen winter. Jeroen Blankendaal (42) werd ‘aangestoken’ door een vriendin, die zelf ook naar de Weissensee zou gaan. Maar... hoe moest Jeroen, die alleen ervaring had met het lópen van marathons, zich voorbereiden op zijn uitdaging op schaatsen?

18 FaMILIehOBBY: rINGrIJDeNZowel op skeelers als op schaatsen is de geboren Zeeuw Arjan Bosgra één van de snellere recreanten. En hij heeft nóg een hobby, net als zijn hele familie.

22 GOeD aDvIes eN eeN MOOI verhaaLElk jaar voor de Weissensee controleren duizenden schaatsers even het materiaal. Voor advies gaan zij naar erkende schaatsspecialisten.

26 vaN KeMPeN Gaat vOOr UNIFOrMIteItEen oude bekende is het nieuwe gezicht van de organisatie van de marathon-competities: Richard van Kempen. Hoe geeft hij invulling aan zijn nieuwe rol?

28 LereN sChaatseN OP het terrasVijf broers en zussen reden afgelopen winter de Alternatieve Elfstedentocht op de Weissensee. Johan, Lennert, Geert, Janneke en Hetty Blom kregen het schaatsvirus mee van vader Marius.

eN verDer15 COLUMN JOLaNDa LaNGeLaND Tandeloos16 sPIeLPLatZ Der NatUr Naturpark Cross Triathlon Weissensee20 MIJN WeIsseNsee Voor jong en oud25 Weissensee Prestatietocht31 AEW/Kort Nieuws

FOTO COVERDe voorbereidingen voor de Alternatieve Elfstedentoertochten zijn in volle gang (Foto: Ben Mobach)

Page 5: Marathon Magazine, oktober 2014

5

COLOFONMarathon Magazine is een gratis

uitgave voor alle bij de Alterna-

tieve Elfstedentocht Weissensee

aangesloten schaatsliefhebbers.

Marathon Magazine verschijnt

drie keer per jaar.

hoofdredacteurRobin Wubben

[email protected]

redactieKarel Bootsman, George van der

Loos, Elisabeth Post, Marike van

Sark, Karin Stegeman en Wim

IJpelaar.

FotografieRedactie AEW, TIMS Imaging.

vormgevingActa Tekst & Beeld, Nijmegen

Druk en verzendingDrukkers Coers & Roest, Arnhem

Overname van artikelen is alleen

toegestaan met toestemming van

de AEW.

ContactgegevensPostbus 9769, 3506 GT Utrecht

[email protected]

(+31) 030 7531432

Page 6: Marathon Magazine, oktober 2014

6

Page 7: Marathon Magazine, oktober 2014

7

Een kop koffie met molenvlaai. Zo word ik ontvangen in Stramproy. Aan de muur een schilderij van de

Elfstedentocht van 1997, in de tuin een vogelhuisje in de vorm van een molen. En ook de prullenbak in de tuin

is versierd met een foto van molens. Schaatsliefde en passie voor het molenaarschap komen je hier tegemoet.

Wekelijks is Limburger Chris Venner dan ook als molenaar in de Sint Anna-molen in Weert te vinden. Maar: “Als er ijs

ligt, ben ik niet op de molen. Dan ga ik schaatsen!”

molenaar... tenzij er ijs ligt

Page 8: Marathon Magazine, oktober 2014

8

Molenaar word je niet zomaar. Zelfs niet als je het, zoals Chris, als hobby doet. Vorig jaar legde hij met goed gevolg het examen Landelijk Windmolenaar af. “Je moet dat hele apparaat kunnen bedienen”, legt hij uit. “En bovendien: als er iets níet werkt, moet je weten wat er aan de hand is en hoe je dat op moet lossen. Ik leer dat steeds beter. Als ik nu een geluid hoor dat er eigenlijk niet hoort te zijn, weet ik al waar ik moet zoeken. Dan weet ik waar iets vastloopt. En dan moet je dat op een veilige manier kunnen verhelpen.”

Voor hij examen mocht doen, moest Chris de nodige er-varing opdoen. “Je moet verschillende molens bezoeken, om te weten wat voor verschillende molens er zijn. En er komt veel theorie bij kijken. Je moet álle onderdelen van de molen benoemen. Hoe heet het, hoe werkt het, waar is het voor bedoeld. Tijdens je examen moet je de molen in werking zetten, maar op de dag dat ik examen deed, was het windstil. Zelfs met alle zeilen erop wilde ‘ie niet draaien. Dus toen kreeg ik nog meer theorievragen.”

De liefde voor de molens zat er al jong in. Zijn vader was boer in Meijel (Limburg) en als jonge jongen ging

Chris dan ook vaak met zijn vader naar een molen in de omgeving om het geoogste graan te laten malen. “Onze trouwfoto’s hebben Els en ik ook laten maken bij een molen. Zo’n machine heeft iets fascinerends. Mooi? Nee. Een molen is niet persé mooi. Maar wel ontzettend inte-ressant. In het jaar 1200 waren er al ideeën voor molens; voor machines op windkracht. Veel van de ideeën die toen bedacht zijn, werken nog altijd. De techniek is sim-pel, maar het werkt allemaal. En het allermooiste: je kunt met één touwtje de hele molen in bedwang houden.”

In Nederland zijn er nog twaalfhonderd werkende mo-lens, zeventienhonderd molenaars. Eén grote famile, vindt Chris. “Als je andere molenaars tegenkomt, heb je meteen iets om over te praten. En vaak is het ook letterlijk een familie. Veel molenaars hebben het vak geleerd van vaders of opa’s. Bij mij was dat niet het geval, maar bij toeval kwam ik erachter dat de broers van mijn overgrootvader molenbouwers waren in Nuenen. Het zat dus tóch in de familie!”

Wat ook in de familie zit, is schaatsen. “We woonden in Meijel, tegen De Grote Peel aan”, vertelt Chris. “Toen

In de molen is Chris in zijn element. Hij weet van elke balk, ieder onderdeel, en-

thousiast te vertellen waar het voor dient.

Page 9: Marathon Magazine, oktober 2014

9

ik drie, vier jaar was, gingen we op de vennetjes daar schaatsen in de winter. Er lag wel twintig hectare ijs. Later mocht je daar niet meer schaatsen, omdat het een beschermd natuurgebied werd. Op het kanaal en op De Banen (vennen in Nederweert, red.) kan het wel. Dus dan gaan we daar naartoe. En natuurlijk naar de kunstijsbaan in Eindhoven!” Dat is sinds 1984 Chris’ vaste trainingslo-catie. In 1990 kwam hij voor het eerst naar de Weissen-see, op aanraden van een vriendin. “We gingen mee met een club uit Meijel”, vertelt hij. Inmiddels staat de teller voor Chris op negentien keer 200 kilometer op de Weis-sensee. “Ik wil zeker doorgaan tot 25 keer.”

Terwijl we praten over schaatsen en molens, leidt Chris me rond door de Sint Anna-molen. Ik mag overal even kijken; zelfs in de kap, waar publiek normaal niet mag komen. Maar op deze windstille dag draaien de wieken niet, dus dan is het veilig. “Veel molens worden tegen-woordig ook alleen maar gebruikt voor toerisme. Er zijn een paar molens die nog malen voor lokale boeren, maar je moet aan zóveel eisen voldoen om nog echt meel te mogen malen. De Warenwet is ontzettend streng. Vroeger werd ’s morgens het varkensvoer gemalen, ging er een borsteltje over de stenen en kon dezelfde middag het tarwe voor de bakkers gemalen worden. En brak er een stukje van de molenstenen af en dat kwam tussen het meel terecht, dan was dat geen ramp. Het hoorde erbij. Tegenwoordig kan dat niet meer, de wetten zijn te streng.”

Chris is inmiddels 61 jaar, maar dat zou je de actieve Limburger niet geven. “Dat komt door het sporten”, lacht hij. “En verder ben ik in mijn vrije tijd erg actief. Als mo-lenaar, maar ook in de muziek. Ik bezoek veel festivals; laatste ben ik met een aantal bevriende molenaars nog naar Pinkpop geweest, speciaal voor de Rolling Stones. En ik ben jaren actief bij Bospop in Weert, in de opbouw-ploeg.” En dan volgt er spontaan een open sollicitatie: “Dat zou ik op de Weissensee ook nog wel eens willen doen, meehelpen bij de opbouw!”

Ieder jaar geniet hij van zijn toertochten op de Weissen-see. “Eén keer ben ik binnen 7½ uur gefinisht. Dat doe ik nóóit meer. Daar had ik nog maanden last van daarna. Ik zeg altijd zo: de laatste ronde op de Weissensee moet een ereronde zijn. Als je dat lukt, doe je het goed. Het is geen wedstrijd, er is niemand die een koe kan verdienen! Je bent sportman, maar moet het ook leuk vinden. Je moet lol hebben, halverwege ook even met mensen kunnen ou-wehoeren. Omdat het niet alleen om de prestatie gaat. En je moet genieten van de laatste ronde. Als je het niet leuk vindt, moet je niet naar Oostenrijk gaan.”

Chris krijgt regelmatig de vraag of het schaatsen van lange afstanden niet gevaarlijk is. “Ja, je kunt vallen. Of je krijgt het koud. Of je schaats gaat kapot. Dat kan. En als je valt, zou je misschien wel iets kunnen breken. Maar daar ben ik niet mee bezig. En het is eigenlijk heel simpel: je kunt ook je hele leven niks doen. Maar dan gebeurt er ook niks. Soms vragen mensen mij: ‘denk je dat je het gaat halen?’ Ook daar denk ik helemaal niet over na. Ik heb er nooit bij stilgestaan dat ik het níet zou halen”, vertelt Chris. “Je moet je verstand uit kunnen zet-ten. Of je het haalt of niet, zit tussen je oren.”

door roBIN WUBBEN

“De laatste rondemoet een ereronde

zijn. Het is geen wedstrijd,

er is niemand dieeen koe kan

verdienen! ”

Page 10: Marathon Magazine, oktober 2014

10

Veelvraatop asfalt en ijs

Of het bezoek zin heeft in koffi e. Huisgenoot Gerco maalt de bonen en zet de ketel met water op het fornuis. Ze woont samen met teamgenoten Gerco van de Beek en Luc ter Haar in Heerenveen. Bijna letterlijk om de hoek zijn vrijwel alle trainingsfaciliteiten. “Maar een skeeler-baan is hier nog niet, daarvoor gaan we ondermeer naar Sneek”, vertelt Manon, die haar geld verdient met haar sport sinds ze een paar jaar geleden van NOC*NSF de A-status kreeg. “Een vetpot is het niet hoor. Inlineskaten is geen populaire sport. Natuurlijk is het leuk om goed te verdienen, maar dat is niet mijn doel.”

Manon voelt zich bevoorrecht om met iets dat ze sim-pelweg heel graag doet, haar geld te verdienen. Het is wel een pittige baan: vijf dagen in de week ’s morgens en ’s middags trainen en in het weekeinde meedoen aan toernooien. Manon weet niet beter. Ze leeft al zo sinds

Ze doet aan inlineskaten en ze schaatst. Vooral langebaan. Manon Kamminga (22) vindt beide sporten even leuk, maar ze voelt zich toch het meeste thuis in het skeelerwereldje. “Veel gezelliger, iedereen helpt elkaar.”

Page 11: Marathon Magazine, oktober 2014

11

haar vijftiende. Ze leerde als vijfjarige inlineskaten op de skeelerbaan in haar toenmalige woonplaats Haulerwijk. Tot die tijd had ze geturnd in Heerenveen. “Mijn moeder stopte daar met het geven van turnles en dus had ik geen lift meer naar de trainingen. Toen ben ik gaan skeeleren, omdat het dichtbij was.”

Ze kwam er vlot achter dat ze aanleg had voor de sport. “Ik won vrijwel alle wedstrijdjes en trainde al snel met de ‘groten’ mee.” Inmiddels heeft Manon al fl ink wat titels in de wacht gesleept bij het inlineskaten. Het einde is nog niet in zicht. Ze wordt alsmaar beter. “Ik heb nog meer in me, dat voel ik. Ik ben nog lang niet op mijn top”, erkent ze. Haar successen zijn mede te danken aan coach Desly Hill. De Australische heeft Manon al zes jaar onder haar hoede. “Ik vertrouw blindelings op Desly. Als zij zegt dat het goed is, is het goed.” Ook al begrijpt

Manon soms niets van de trainingsopbouw. Meestal vlak voor belangrijke wedstrijden heeft Manon het gevoel dat haar lijf haar in de steek laat. “Dan wil echt niets meer. ‘Wacht maar’, stelt Desly me dan gerust, ‘het komt wel goed’. Tot nog toe heeft ze altijd gelijk gehad.”

Begin november zijn in Argentinië de wereldkampi-oenschappen inlineskaten. Manon hoopt in Rosario de wereldtitel op een individuele afstand te winnen. “Die ontbreekt nog op mijn lijstje. Ik ben wel al wereldkampi-oen op de estafette.” Vervolgens klinkt het bescheiden: “Natuurlijk ben ik een sporter, ga ik voor de winst, maar het moet allemaal wel even lukken in Argentinië.”

Vlak voordat ze vertrekt zijn er op 1 en 2 november de Nederlandse Kampioenschappen allroundschaatsen. ‘Veelvraat’ Manon focust zich naast het inlineskaten ook op het langebaanschaatsen. Vorig jaar liep ze een seizoen stage bij Team Liga en trainde ze bij Marianne Timmer. Manon stak er veel op. “Schaatsen gaat me ook gemakkelijk af. Mijn afstanden zijn de 1000 en 1500 meter.” Vorig jaar deed ze voor het eerst mee aan het NK Allround. En dat smaakt naar meer: “Ook dit jaar doe ik weer mee.” Is dat geen gekkenwerk, zo vlak voor het WK inlineskaten? “Ja best wel, maar het komt goed”, klinkt het zelfverzekerd. Ze wil goede races rijden om een ticket te veroveren voor de World Cupwedstrijden. “Dan kun je de hele wereld over. Presteer ik niet goed, dan blijf ik in Nederland rijden. Maar dat is veel minder leuk.”

Met marathonschaatsen heeft Manon niet zo veel, ondanks dat ze vorig jaar nog tweede werd op het NK. En afgelopen winter reed ze ook het KPN Open NK op de Weissensee. “Vreselijk, al die scheuren in het ijs en die kou.” Straks, als ze ouder is, dan kan ze altijd nog mee-doen aan marathons. “Ik heb bewondering voor de mara-thonschaatsers, maar ik richt me eerst op het inlineskaten en langebaan. Mijn uiteindelijke doel? Ik zou ooit graag aan de Olympische Spelen mee willen doen. Het liefst met inlineskaten, maar dat wordt moeilijk. Skeeleren is geen Olympische sport. Mocht dat het wel worden, zou dat pas in 2024 kunnen. Dan ben ik 32 jaar. Niets is onmogelijk, maar ik denk dat ik dan te oud ben.”

Manon denkt dat ze met schaatsen meer kans heeft. “Maar ik zie wel hoe het komt. Voorlopig wil ik gewoon goed skeeleren en schaatsen en vooral ook lol beleven aan wat ik doe.”

door ELISaBETH PoST

MANON KAMMINGA

LEEFTIJD22 jaar

PLOEG INLINESKATENPowerslide (internationaal), Sprog (nationaal)

PLOEG SCHAATSEN“Team Sponsorloos”

PRESTATIES INLINESKATENMeervoudig Nederlands en Europees kampioen, wereldkampioen relay, WK-zilver op 500m (2x) en marathon, brons op relay (2x), puntenkoers, goud marathon van Berlijn (2013)

PRESTATIES SCHAATSENZilver NK Marathonschaatsen, 1x winnares van marathon in KPN Marathon Cup

FOTO

’S: T

IMSI

MAG

ING.

NL

Page 12: Marathon Magazine, oktober 2014

12

“Ik had dertig jaar niet geschaatst. Nu wil ik

het niet meer missenniet meer missen”

Page 13: Marathon Magazine, oktober 2014

13

Waar Jeroen in de winter een topprestatie leverde, lijkt het alsof Casper dat heeft gedaan vlak voor onze af-spraak. Hij komt aan op de racefi ets, haren nog in de war van de helm die hij van zijn hoofd haalt. “Ik heb net een clinic gegeven in Wageningen”, legt hij uit. Een rondje Nijmegen-Wageningen-Arnhem brengt hem op Sport Medisch Centrum Papendal; de plek waar het Weissensee-avontuur voor Jeroen begon.

“Een vriendin van me wilde gaan schaatsen op de Weis-sensee voor Skate4Air”, legt Jeroen uit. “Zij vroeg me of ik dat ook leuk zou vinden. ‘Jij hebt ervaring met het lopen van marathons, dus is dit misschien een leuke uitdaging’, zei ze. Op mijn verjaardag kreeg ik vervolgens een mooi cadeau van mijn zakenpartner: Casper Helling zou mij gaan begeleiden op weg naar de Alternatieve Elf-stedentoertocht. Ik heb hem opgebeld, vertelde wat mijn doel was. Ik moest de techniek nog onder de knie krijgen, had al dertig jaar niet op schaatsen gestaan. En ik was op zoek naar een manier om mij goed voor te bereiden op het schaatsen van zo’n enorme afstand.”

Na een eerste gesprek en een uitgebreid sportmedisch onderzoek, begint de begeleiding. “Voor mij is het vooral belangrijk om te zien wat het startpunt is”, legt Casper, die werkzaam is als bewegingswetenschapper, uit. “En op basis van de gegevens uit het onderzoek, gecombineerd met het doel dat iemand heeft, kan ik zien hoe en waar ik iemand kan belasten. Jeroen bleek goed in conditie, doordat hij veel hardloopt. Ik heb toen de doorvertaling gemaakt naar een trainingsschema.” Een niet onbelang-rijk detail in de aanloop naar de Weissensee: Jeroen wil in november ook nog de marathon van New York lopen. En dus traint hij tot november vooral door te lopen, en daarna maakt hij de overstap naar het ijs.

“En toen waren er allerlei praktische dingen die ik moest regelen”, zegt Jeroen. “Ik heb een abonnement genomen op de Vechtsebanen in Utrecht, ben een schaatstrainer

gaan zoeken, heb skeelers gekocht zodat ik dat alvast kon gaan doen... Alles om ervoor te zorgen dat ik in no-vember, zodra ik de marathon had gelopen, direct goed kon gaan trainen voor de Weissensee. Begin oktober ben ik al begonnen met schaatsles, om een goed gevoel te krijgen bij wat het is om op schaatsen te staan.”

Naast de schaatslessen in Utrecht volgt Jeroen een drietal clinics van Casper. Eén keer in Nijmegen, twee keer op Flevonice in Biddinghuizen. Na wat theoretische uitleg over schaatsen op natuurijs gaat Casper dan met de groep het ijs op. “Iedereen is op weg naar hetzelfde doel. De eerste keer voelde ik me echt minder dan de rest; ik was erg op zoek naar mijn balans”, kan Jeroen zich herinneren. “Maar op Flevo-nice was dat al heel anders. Ik kon de groep bijhouden, en was de laatste keer zelfs sneller dan een aantal schaatsers. Het geeft ook echt een groepsgevoel, om je samen voor te bereiden op een sportprestatie.”

“Mijn referentiepunt was een marathon lopen. Tweehonderd kilometer klinkt dan zó bizar ver, zeker als je de tijd eraan koppelt die je er over mag doen. Op de mara-thon ga je rond de 35 ki-lometer dood; wat komt er in vredesnaam op me af tijdens zo’n Alterna-tieve Elfstedentoertocht. De clinics en gesprekken

Dertig jaar had hij niet op schaatsen gestaan. Tot afgelopen winter. Jeroen Blankendaal (42) werd ‘aangestoken’ door een vriendin, die zelf ook naar de Weissensee zou gaan. Maar... hoe moest Jeroen, die alleen ervaring had met het lópen van marathons, zich voorbereiden op zijn uitdaging op schaatsen?

Hij vond het antwoord bij bewegingswetenschapper en Alternatieve-winnaar Casper Helling. Het resultaat: Jeroen voltooide zijn 200 kilometer.

Page 14: Marathon Magazine, oktober 2014

14

die ik met Casper heb gehad, hebben wij wel vertrouwen gegeven. Wat Casper vertelde, gaf me een goed idee van wat er op me af zou komen.”

“We hebben nog wel een discussie gehad of je niet een keer 200 kilometer zou moeten trainen. Casper raadde me aan om twee keer honderd kilometer te doen, maar niet tweehonderd kilometer achter elkaar”, zegt Jeroen. Ca-sper legt uit: “Nee, die afstand doe je niet in een training. Tweehonderd doe je maar in Oostenrijk. Het is te ver om dat te trainen.” Casper raadt ook aan om te fi etsen, maar Jeroen blijkt daar geen lol in te beleven. En dus belt hij zijn ‘mentor’, om te vragen of het anders kan. “Ik stelde toen voor dat ik de uren die ik zou moeten fi etsen, zou gaan schaatsen op Flevonice. Voor mij is Biddinghuizen een halfuurtje rijden, dus vond ik het lekkerder om daar te gaan schaatsen. Veel leuker dan op die fi ets.” Casper vind het prima. Een trainingsschema moet volgens hem niet alleen doelgericht zijn, maar ook passen bij een spor-ter. “En schaatsen was Jeroens zwakke punt, dus was het goed dat hij daar meer tijd aan ging besteden.”

Op de dag dat Jeroen zijn tocht gaat rijden, sneeuwt het. “We mochten om zeven uur starten, maar we konden met de bus niet boven komen. Dus ik ben pas tegen acht uur gestart”, herinnert hij zich. “En de hele baan was wit. Bizar. Heel snel werd het slechter, je kon niet zien waar de scheuren waren. Halverwege dacht ik echt: waar ben ik aan begonnen? Ik ben een paar keer zó hard gevallen, ik werd echt angstig. Na ongeveer tachtig kilometer ben ik van het ijs gegaan. Bekijk het maar, dacht ik. En ik had verwacht dat er veel meer mensen uit zouden stappen.

Maar níemand kwam van het ijs af; iedereen ging door. Toen ik weer zo’n veegmachine langs zag komen, ben ik toch maar weer het ijs op gegaan. Een periode lang heb ik heerlijk geschaatst. Ik heb alles alleen geschaatst, maar wist niet of ik het nog zou halen. Tot ik een groep van Skate4Air tegenkwam, waarvan ik wist dat ze op een schema van elf uur reden. Dat is mijn redding geweest, waardoor ik het gehaald heb. Ik was supertrots. Ik wist niet waar ik aan begon, had het nog nooit gedaan. En zeker omdat ik halverwege uitstapte, wat mentaal zwaar was. Dan is het extra bijzonder dat je het haalt.”

“De rol van Casper in mijn voorbereiding was erg be-langrijk”, zegt Jeroen. “We hebben veel contact gehad, vooral telefonisch. En dan kreeg ik direct feedback op de trainingen die ik gedaan had. En ik kreeg ook direct te horen waar ik wat meer kon doen, of - nog belangrijker - waar ik even niets moest doen. Casper heeft mij echt uit mijn hoofd gepraat dat ik bleef hardlopen nadat ik de marathon van New York had gelopen. Hij stimuleerde me om zoveel mogelijk het ijs op te gaan. En door die goede voorbereiding heb ik ontzettend veel plezier in het schaatsen. Ik kan me niet voorstellen dat ik dat dertig jaar niet heb gedaan. Eerst dacht ik: nooit meer. Maar komend jaar ga ik toch weer naar de Weissensee.”

Casper Helling biedt alle leden van de AEW dit jaar op-nieuw de kans om zich met hem voor te bereiden, in de vorm van sportmedisch onderzoek, trainingsbegeleiding en een drietal clinics. Meer informatie hierover vindt u op www.weissensee.nl.

door roBIN WUBBEN

Jeroen in actie tijdens zijn Alternatieve Elfstedentoer-

tocht op de Weissensee.

Page 15: Marathon Magazine, oktober 2014

15

De ‘mijne’ is er niet, dus lig ik met twee dikke vingers van Klaas in mijn mond. Naar

schatting is Klaas 48 jaar jong, een man en met zekerheid kan ik zeggen dat hij

grofgebouwd is en zich voordoet als tandarts. Ik lig na te denken over de vraag die

hij mij een minuut geleden stelde.

Even van voren af aan. Ik loop de praktijk binnen nadat ik mijn auto voor de deur

heb geparkeerd. Aan mijn linkerarm hangt een tien kilo wegende Maxi-Cosi met

inhoud. Ik neem plaats in de wachtkamer, pak een Story en wacht tot ik de behan-

delkamer word ingeroepen.

Daar zit Klaas. Hij geeft mij een hand, waardoor ik de ringen die ik om mijn vingers

heb, verpletterd voel worden. Typisch gevalletje van ‘even op je tanden bijten’. Mijn

dochter wordt begroet met een ‘hi’ en ik zet de Maxi-Cosi op de grond. Op verzoek

van Klaas neem ik plaats in de grote stoel. Omdat we een aantal jaar boven de

tandartsenpraktijk hebben gewoond, ken ik Klaas een beetje. En dan krijg je zo’n

gesprek:

”Alles goed?”

“Ja, alles goed en met jou?”

“Ja prima, mooi meissie heb je!”

“Ja dankje, ze lijkt op haar vader!”

“Haha. Enne je bent gestopt met schaatsen?”

“Nou nee, ik ben er een jaar uit geweest, maar ben weer in training!”

Verbaasd kijkt Klaas naar mijn dochter en dan komt de vraag…

“DUS JE GAAT NIET GENIETEN VAN JE MOEDERSCHAP?”

Ik kan geen antwoord geven (mond vol tanden). De vraag zet me in elk geval aan

het denken, want hoe moet je genieten van je moederschap? Is het woord genieten

niet voor iedereen anders? Erger ik mij inmiddels aan het woord ‘genieten’? Hoe

vaak heb ik het woord de laatste tijd gehoord? ‘Nou, geniet ervan he!’, ‘Lekker

genieten hoor!’ Genieten, genieten, genieten…

De eerste maanden waren pittig, dat was niet altijd ‘genieten’. Waarom

huilt ze uren achter elkaar? Waarom slaapt ze niet, wat is er aan de

hand? Inmiddels zijn we de magische grens van drie maanden

al lang en breed gepasseerd en is het helemaal geweldig

om moeder te zijn. Het is heerlijk om zo’n afhankelijk klein

mensje om je heen te hebben en te zien groeien. Het is

geweldig dat ze zo lekker tegen je aan kan liggen en lek-

ker bij je op de arm in slaap valt en het is geweldig om er

te zijn voor haar en te weten dat ze vanaf dag één bij ons

hoort. Met haar in huis is het dikke pret en ze zorgt voor een

gigalading vrolijkheid.

Al fi etsend door de weilanden, het zonnetje schijnt, is daar nog het

stemmetje van Klaas. “Dus je gaat niet genieten?” Dit ís voor mij genie-

ten. Samen lekker fi etsen. Ik voorop, Lennie in de fi etskar. Ze kijkt naar

de koetjes in het weiland en kraait het uit van plezier. Kon Klaas haar

tandeloze bekkie nu maar eens zien....

tandeloosdoor JoLaNda LaNgELaNd

Jolanda (33) is marathonschaatsster bij UwGereedschap.nl. Op de Weissensee won ze de Aart Koopmans Memorial in 2009 en werd tweede en derde in de Alternatieve Elfstedentocht. Na een jaar waarin ze moeder werd, maakt ze haar rentree in het peloton.

CO

LU

MN

Page 16: Marathon Magazine, oktober 2014

16

SSpielplatzder natur Naturpark Cross triathlon

De ‘Naturpark Cross Triathlon Weissensee’ werd deze zomer voor de 21e keer gehouden. Een traditie die ieder jaar verder weet te groeien. Met bijna tweehonderd triat-leten was het deelnemersveld groter dan ooit.

Waar schaatsers moeten hopen dat de weergoden hen goedgezind zijn, hebben zwemmers het iets makkelijker. En dus gaat de triatlon onder de brug over de Weissensee door. De start is aan het kleine meer, na 650 meter stap-pen de atleten aan de oevers van het grote meer op hun mountainbikes. Die brengt hen via het bospad omhoog naar Naggler Alm. Na 25 kilometer komen ze terug bij het meer en dan wordt er hardgelopen richting de Franz Josef Höhe en langs het kleine meer weer terug, in totaal

Page 17: Marathon Magazine, oktober 2014

Waar ’s winters kan worden geschaatst, wordt in de zomer gezwommen. En waar wordt gelanglauft of geskied, kan worden gelopen en gemountainbiket. De ideale ingrediënten voor een prachtige crosstriatlon door ‘Naturpark Weissensee’.

17

tien kilometer. Ook door het prachtige weer op de dag van de triatlon zijn er veel fans op het evenement afge-komen. Zij sporen hun helden aan tot grote prestaties.

De snelste triatleet heeft minder dan twee uur nodig om het uitdagende parcours af te leggen. Die eer gaat dit jaar naar de Oostenrijker Michael Szymoniuk, die dit jaar nog achtste werd op de Europese kampioenschappen crosstriatlon. Bij de dames is de snelste tijd voor Sonja Wimmer. De Oostenrijkse werd dit jaar nog tweede op de EK in de leeftijdsklasse 30-34 jaar.

Naast een individuele wedstrijd is er ook een triatlon voor teams. De Weissenseeërs blijken goede triatleten. Het

Weissensee-team met Christof Müller (zwemmen), Maxi-milian Schwarzenbacher (mountainbike) en Hans Funder (hardlopen) fi nisht als derde.

“Het was een prachtige dag”, blikt Wolfgang Wernitznig, voorzitter van de organisatie, terug. “Met alle vrijwilligers hebben we de triatlon heel professioneel aangepakt. Zo-wel van de sporters als van de toeschouwers heb ik alleen maar positieve reacties gekregen. Ze hebben genoten.”

Op 4 juli 2015 staat de Naturpark Cross Triathlon voor de 22e keer op de kalender. Meer informatie over dit evene-ment vindt u op www.weissensee-triathlon.at.

door roBIN WUBBEN/vvv WEISSENSEE

Page 18: Marathon Magazine, oktober 2014

18

ringrijden De bijzondere hobby van arjan Bosgra

Page 19: Marathon Magazine, oktober 2014

19

Tijdens skeelertochten kom je met veel mensen in gesprek en hoor je mooie verhalen. Eén gesprek intrigeerde mij, ook omdat ik zelf veel in Zeeland kom en wel eens een

wedstrijd zie. Arjan Bosgra, die al jaren op de Weissensee komt, vertelde me tijdens één van de skeelertochten dat

hij de week erna niet mee zou rijden. Omdat hij moest ringrijden. Ringrijden...? Hoog tijd voor meer uitleg.

Arjan rijdt altijd met de snelsten mee, zowel in het skee-leren als op schaatsen. Daarom vind ik het zo apart dat hij er nog een bijzondere hobby bij heeft. Arjan vertelt: “Mijn hele familie doet aan ringrijden; mijn broers, mijn vader. Ik ben op mijn zestiende ermee begonnen. Je mag al op je twaalfde beginnen, maar dat vond mijn vader te jong. En mijn vriendin Claudia doet aan ‘sjeesrijden’. Dat is ringsteken voor vrouwen, in een sjees met een menner op de bok. En dat allemaal in klederdracht.” Maar goed, wat ís dat ringrijden nou precies? “Ringrijden doe je zittend op een paard. Je hebt geen zadel of stijgbeugels, dus concentratie en evenwicht zijn belangrijk. Je hebt een lans in je hand en terwijl het paard met een enorme vaart op de ring af rijdt, die boven de baan hangt, moet ik pro-beren de lans in de ring te steken. Die ring is in de eerste rondes 38 millimeter van doorsnee, maar wordt steeds kleiner, tot slechts tien millimeter (foto rechts, red.).”

Iedere ruiter mag dertig keer steken. Als er meerdere deelnemers alle dertig keer raak hebben gestoken, volgen er voor die ruiters nog extra rondes. “Dan wordt de klein-ste ring gebruikt, van slechts tien millimeter. Die ruiters kampen dan net zo lang tot er één overblijft. Hij is de winnaar.” En - niet onbelangrijk om te vermelden - Arjan is een natuurtalent, want hij gaat er regelmatig met de prijzen vandoor. “Ik oefen heel veel, ook hier in de tuin. Gewoon lopend. En dat werpt zijn vruchten af”, lacht de geboren Zeeuw, die nu in het Brabantse Halsteren woont. Maakt het ook nog uit wat voor paard je rijdt? Arjan: “Meestal rijd ik een gewoon paard, maar een Belgisch trekpaard vind ik het mooiste. Het is onvoorstelbaar hoe-veel kracht er van zo’n dikbil uit kan gaan.”

Begin juni won hij nog de hoofdprijs in zijn geboorte-plaats Koudekerke, waar hij de beker mee mocht nemen, maar ook de traditionele pollepel. “Die wordt dan gevuld met brandewijn en een kaasballetje. Iedereen moet dan een slok nemen en een kaasballetje uit de brandewijn eten. Dat is traditie.” Sowieso hangt het ringrijden aan

elkaar van tradities. Deelnemers dragen een wit tenue met een oranje sjerp over de rechterschouder. De leider in de wedstrijd draagt daarover ook nog een groene sjerp. Arjan lacht: “En een stevige borrel na afl oop is ook traditie!”

Zoals gezegd kan Arjan op het ijs ook goed uit de voeten. Komend jaar reist hij voor de tiende keer naar Techen-dorf, waar hij de 200 kilometer dit jaar sneller reed dan ooit: 6 uur, 54 minuten en 38 seconden. “Af en toe gaat mijn broer Leo ook mee naar de Weissensee. Dat zijn prachtige momenten. Samen schaatsen in de sprookjes-achtige omgeving van het meer. Ik kijk er nu alweer naar uit. Maar eerst straks weer naar Flevonice. Het is heerlijk om daar te trainen voor de tochten op de Weissensee.”

door WIm IJPELaar

Page 20: Marathon Magazine, oktober 2014

20

Page 21: Marathon Magazine, oktober 2014

21

MijnWeissenseeSchaatsen is voor alle leeftijden, en dat bewijst de Alternatieve Elfstedentocht op de Weissensee ieder jaar weer. Van jong tot oud wordt er genoten van ijs, sneeuw en gezelligheid. Afzien tijdens de toertochten en wedstrijden, maar daarna tijd voor ontspanning en nagenieten.

Page 22: Marathon Magazine, oktober 2014

22

Ik begin mijn zoektocht naar anekdotes, feiten en alles wat daartussen ligt in Velsen. Bram Bosch is altijd goed voor anekdotes; voor een gewone aankoop trek ik al een uur uit. In het bijzijn van zoon Lars gaan we er eens goed voor zitten, waarbij opvalt dat de aandacht voor de klanten geen moment verslapt. Bram begint met een verhandeling over de klapschaats en een vergelijking met de ligfi ets - wat een aparte discipline is in het wielren-nen. Dat zou wat zijn op de Weissensee, als alle soorten schaatsen apart zouden worden ingedeeld!

Het is de opmaat naar het uiteindelijke advies aan de klant. Wat wil die? Wil hij hard schaatsen, lang schaatsen, buiten schaatsen, wedstrijden schaatsen; allemaal vragen waar het advies op is afgestemd. Willen de klanten dit werkelijk horen of hebben ze hun keus al gemaakt? Meestal nemen ze het advies ter harte. Hoewel, ooit

Kent u dat? Elk jaar voor de trip naar de Weissensee je spullen bekijken en aanvullen. Om verrassingen in het donker, voor de start, te voorkomen. Ik heb inmiddels twee tassen vol en kan bij alle omstandigheden het ijs op. Koopt u nieuwe schaatsen of zijn de ouwe nog goed? Een pyjamabroek onder de schaatsbroek, een paar oude t-shirts en eventueel kranten bij ijzige kou en tegenwind? Om deze vragen te beantwoorden bezocht ik een aantal gerenommeerde schaatsspecialisten.

goedadvies telt

...en natuurlijk ookde mooie verhalen

Page 23: Marathon Magazine, oktober 2014

23

zei een klant: “Ik heb het nooit koud, dus deze dunne handschoenen zijn wel genoeg. Draag ik op de ijsbaan ook; dat is toch ook buiten?” Bram vroeg hem nog: “Zou je toch deze niet eens proberen?” Welnee. En uiteindelijk belandde hij in een Oostenrijks ziekenhuis met bevroren vingers. En dan komt Frans de Jong, een bekend ortho-pedisch schoentechnicus binnen. Nadat hij mijn stahou-ding kritisch heeft geanalyseerd, begint hij een verhaal over de zooltjes van Korotkov in de jaren tachtig van de vorige eeuw. Maar ik moet echt snel naar de volgende afspraak. Bij het weggaan geeft Bram mij nog een naden-kertje mee: “De schaatser is eigenlijk een droevige sporter. Hij mag maar een half jaar schaatsen. In september staat hij daarom hongerig voor de deur.”

Wanneer ik bij IJsbaan de Westfries in Hoorn arri-veer, staat de familie Van de Woude al te wachten. De activiteiten in de winkel staan nog op een laag pitje, maar speciaal voor dit interview zijn ze naar de win-kel gekomen. Lodewijk steekt gelijk van wal. “Effe een krantje onder z’n shirt; snikkel bevroren. Nou, dat soort verhalen vertellen we ook aan onze klanten en die nemen het advies dan echt wel aan hoor!” Er komen veel klanten die al bekend zijn met de Weissensee. Die komen dan om

hun uitrusting te perfectioneren. De meesten willen hun materiaal echt wel goed voor elkaar hebben. Zelfslijpers komen vaak op het nippertje om nog even een profes-sionele slijp uit te laten voeren. Van de Woude heeft een vaste deal met het Tabor College Oscar Romero, waarvan de leerlingen ieder jaar op hun huurschaatsen de Weis-sensee rijden. Beginnende schaatsers laten zich gretig voorlichten door de kenners in de winkel, die allemaal ervaring hebben op schaatsgebied.

“Ik heb gehoord dat het zo leuk is op de Weissensee. Wat heb ik nodig?” Van sokken tot hoofdbescherming tot trainingsadvies; doorgaans wordt het opgevolgd. “Een paar eigenwijze Westfriezen heb je altijd”, aldus Lodewijk, nog even verwijzend naar de eerder genoemde snikkel. Zijn vrouw Martine en dochter Michelle bevestigen dit. Ze eindigen met een mooie anekdote over een groepje dat zichzelf zou trakteren op nieuwe schaatsen als ze de 200 zouden halen. Helaas moeten ze nog een jaartje wachten en dus de familie Van de Woude ook.

De tijdelijke locatie van de sportshop bij IJsbaan De Meent in Alkmaar ligt vanwege een grootscheepse verbouwing van het complex aan de buitenkant van de

Page 24: Marathon Magazine, oktober 2014

24

baan. Een geluk bij een ongeluk is dat je vanuit de winkel rechtstreeks op het ijs kan kijken. “Ik geef wel eens een paar schaatsen mee, dan kunnen ze uitproberen en dan kan ik het zo zien”, zegt eigenaresse Ria Slikker. “Ik ga ook wel eens een rondje mee.” Zij betoogt vol overtuiging dat eerlijk advies voor alle partijen het beste is. Ook als dat advies betekent dat een koop niet doorgaat. Ria en haar man Piet zijn beiden meervoudig wereldkampioen schaatsen bij de Masters. Zij weten dus wel waar ze het over hebben. “Door internet weten klanten vaak meer dan verkopers, maar dat geldt niet voor speciaalzaken waar ervaringsdeskundigen werken”, vertelt Ria met gepaste trots. Wat haar opvalt is dat de populatie schaatsers die naar de Weissensee gaat, niet snel verandert. Deze groep heeft er ook wat voor over en kan het kennelijk betalen.

De spullen worden steeds beter en de voorlichting wordt steeds belangrijker. Als voorbeeld noemt ze de hoofd-bescherming. De verkoop van helmen en beschermende mutsen neemt echt toe: “Die paar conservatieven hou je altijd. ‘Ik rijd al 20 jaar zonder helm en het is altijd goed gegaan’.” Ria geeft aan dat de bevlogenheid van de ver-kopers, de kennis en de doelstelling om mensen ook echt te laten genieten van hun sport voorop staat.

Tussen de kassen door rijd ik naar het parkeerterrein van

Jan van der Hoorn. Naast de ingang hangt een levens-grote foto van Jan met de vier andere winnaars van de Elfstedentocht van 1956. De winkel is nu van zijn zoon Rick, die gedreven vertelt over de zaak, van kwekerij tot schaatswinkel. We zitten aan de keukentafel, niet echt, maar zo voelt het kantoortje aan de zijkant van de winkel wel. Hij ziet toch wel een verandering in de populatie die naar de Weissensee gaat. Hij verwacht dat de man-vrouw verhouding ongeveer gelijk blijft, maar hij heeft de indruk dat er meer 30-plussers komen die het ook wel eens willen proberen. Zij zullen daarna niet nog 20 jaar gaan zoals de huidige generatie, maar ze willen eenmalig allerlei evenementen meemaken. Van Alpe d’Huez en Weissensee tot de marathon van New York. Hij vertelt van een voetbalelftal: veel blessures, tijd voor wat anders. “In juni kwamen ze zo van het strand naar de winkel. Het zand nog tussen hun tenen. Om advies te krijgen over schaatsen. Ze wilden naar de Weissensee.”

Rick, zelf in het verleden een gedegen A-rijder, geeft aan dat schaatsers van alle niveaus de winkel weten te vinden. Ooit had hij een sponsor van een schaatsploeg die zelf nooit geschaatst had, maar die wel de Weissensee uitreed. Bij het weggaan benadrukt hij het nut van hoofdbescher-ming en laat me zien dat het zelfs een prominente plek in de winkel inneemt. Als afsluiter krijg ik nog het verhaal van een sportjournalist die hij had uitgenodigd en die op de Weissensee in het water belandde toen bleek dat bij de steigers niet altijd overal ijs ligt. Dit zou een kenner niet overkomen.

De bevlogenheid, vakkennis en nuchterheid van de vier bezochte schaatsspeciaalzaken blijven mij het meest bij. Een beeld dat ik ook hoor van andere schaatsers, uit heel andere regio’s van het land. Geen valse verwachtingen scheppen, een reëel beeld schetsen van de omstandighe-den en de mogelijkheden, niet gericht op directe winst, maar op de relatie met de schaatser. Het is een genot om er te komen en om na afloop van de Weissensee nog even binnen te lopen om te vertellen hoe het gegaan is. Want dát is dan weer het verhaal dat zíj willen horen.

door karEL BooTSmaN

Jeen Nauta, Maus Wijn-hout, Aad de Koning, Anton

Verhoeven en Jan van der Hoorn (v.l.n.r.) komen in

1956 tegelijk over de finish van de Elfstedentocht.

Page 25: Marathon Magazine, oktober 2014

25

Limieten voor goud en bronsIedereen die in de Weissensee Prestatietocht voor 16.00 uur de 100 kilometer volbrengt, krijgt een bronzen medaille. In overleg met de jury van de AEW worden tijdslimieten bepaald voor de gouden en zilveren medailles. Deze limieten geven de meer ervaren schaatsers de kans om de strijd aan te gaan met de klok. De tijden voor goud en zilver zijn inmiddels te vinden op de website van de AEW; www.weissensee.nl.

Uitdagingvoor iedereen

Het volbrengen van 100 kilometer is al een hele uitdaging. Maar in een Alternatieve Elfstedentoertocht krijg je na 100 kilometer géén medaille. In de Weissensee Prestatietocht wél: iedereen die op 21 januari de 100 kilometer volbrengt, krijgt een waardering voor die prestatie.

Tegelijkertijd zijn er veel ervaren toerschaatsers die graag de strijd aangaan met de klok. Ook voor u is de Weis-sensee Prestatietocht. Na afl oop zijn er namelijk gouden, zilveren en bronzen medailles te verdienen.

De start van de Weissensee Prestatietocht op 21 januari is om 09.00 uur. U mag uiteraard ook later starten, uw eindtijd wordt bepaald door chiptiming.

Schrijft u zich vóór 1 januari online in voor de Weissensee Prestatietocht? Dan betaalt u 50 euro. Daarna zijn de deelnamekosten 60 euro. Deelnemers jonger dan 17 jaar kunnen zich inschrijven voor de Weissensee Prestatietocht door een e-mail te sturen naar [email protected].

Page 26: Marathon Magazine, oktober 2014

26

Schaatsland is een organisatorisch complex land. Bond, gewesten, baancommissies, marathoncommissies; er zijn diverse lagen met denkers en doeners die allemaal met elkaar moeten samenwerken. Als competitieleider ligt er voor Richard een rol weggelegd dit op een goede manier te organiseren. Zijn persoonlijke streven daarbij: zoveel mogelijk uniformiteit creëren in de organisatie van alle KPN Marathon Cupwedstrijden.

Voor Richard komt deze uniformiteit in meerdere vormen terug. Eén daarvan is het uitrollen van de succesformule die hij met de organisatie van de marathon in Hoorn opzette. Richard: “Goede wedstrijden organiseren is één, publiek trekken is twee. Je moet voor de toeschouwers ook wat extra’s brengen. Je bezorgt ze een avondje uit. Dit kan met extra entertainment, zoals een goede dj en we hadden bijvoorbeeld een snelheidsmeter waarmee je te zien krijgt hoe hard de schaatsers voorbij komen. Dit is

in Hoorn een groot succes. Ik wil stappen nemen om dit soort elementen ook bij andere banen te realiseren.”

Deze verandering zullen bezoekers komende winter al gaan merken. En de schaatsers? “Met de schaatsers wil ik werken aan betere communicatie. De sectie mara-thon, competitieleider en de gewesten hebben onderling overleg. Daarnaast heb je nog het platform eerste divisie, het damesplatform en het topdivisie-overleg waarin vertegenwoordigers van het peloton laten horen wat er leeft. Het is belangrijk dat wij weten wat hun wensen zijn. Daarnaast is het belangrijk dat de schaatsers weten wie waar over gaat, zodat ze weten waar ze aan kunnen kloppen. Die ervaring had ik zelf als schaatser ook: ik wist dat er veel mensen van alles regelden rondom de wed-strijden, maar had geen idee wie wat deed. Ik denk dat je meer begrip krijgt als je een heldere visie communiceert en duidelijkheid verschaft in de verantwoordelijkheden.”

Ook tijdens de wedstrijden is uniformiteit een sleutel-woord. Onder andere door een eenduidige beoordeling van het scheidsrechterscorps bij elke wedstrijd. “Daar heb-ben we de afgelopen jaren al stappen in gemaakt en dat gaan we naar een nog hoger niveau brengen.”

Een nieuwe element waar dit jaar mee gestart wordt en waar Richard zeer enthousiast over is, is de mass-start competitie. Deze ‘minimarathon’ is al twee jaar een on-

Een oude bekende is vanaf dit seizoen het nieuwe gezicht van de organisatie van de marathoncompetities. Teun Breedijk droeg op 1 augustus het stokje als competitieleider over aan oud-marathonkampioen Richard van Kempen. Hoe gaat hij, met zijn achtergrond, invulling geven aan zijn nieuwe rol?

Uniformiteit hétsleutelwoord voor

Richard van Kempen

Page 27: Marathon Magazine, oktober 2014

27

derdeel bij de World Cupwedstrijden, maar er is nog geen aparte competitie binnen Nederland. Een nieuw onder-deel waarin langebaanschaatsen en marathonschaatsen bij elkaar komen. “We gaan in deze competitie de afstand aanhouden zoals die internationaal ook gereden wordt. We kunnen dan ook op eindplek selecteren in plaats van tijden, waarmee we een eerlijke selectie naar de World Cups kunnen sturen.”

Daarbij kan deze competitie ook de kapstok zijn voor het marathonschaatsen om internationale aansluiting te krijgen. “Het langebaanschaatsen heeft veel meer expo-sure. We hebben beleid geschreven voor deze competitie, waarmee het ook voor andere landen mogelijk is om de mass-start zo op te zetten. Het potentieel aan schaatsers voor een mass-start is er in andere landen ook!”

Er ligt voldoende werk voor Richard, werk dat zeker niet in één seizoen volbracht kan worden. Daarom gaf hij de KNSB ook de garantie dat hij minimaal een aantal jaren beschikbaar is, voor gemiddeld zo’n 24 uur per week. Daarnaast heeft hij nog zijn eigen rietdekkersbedrijf. Een drukke werkweek, maar dat kent Richard als ondernemer in hart en nieren als geen ander.In zijn rol als competitieleider keert hij aankomende winter ook terug op de Weissensee. Richard: “Daar kijk ik enorm naar uit. Zowel om weer op de Weissensee te zijn, als naar de samenwerking met de Alternatieve Elfste-dentocht Weissensee. Ik heb al een aantal ideeën met Toine Doreleijers uitgewisseld. Wat precies ga ik nog niet verklappen, maar mensen mogen bij de ploegenachtervol-ging in elk geval iets leuks verwachten!”

door marIkE vaN Sark

Page 28: Marathon Magazine, oktober 2014

28

We hebben leren schaatsenop het terras

We hebben leren schaatsen“op het terras”

Page 29: Marathon Magazine, oktober 2014

29

Het is een warme avond wanneer ik op bezoek ga bij de familie Blom. Buiten staan twee mannen te voetballen.

Het zijn de twee jongste broers uit het gezin van vijf, Johan (51) en Lennert (48) . Oudste broer Geert en zussen

Janneke en Hetty zitten binnen na te genieten van de Weissenseefi lm die ze net hebben gekeken. Ze houden

stuk voor stuk van schaatsen. Met vijf broers en zussen reden ze de Alternatieve Elfstedentoertocht.

Binnengekomen blijkt het een gezellige boel in het ou-derlijk huis van de familie Blom. Vader Marius gaat rond met de koekjes. Het blijkt al snel dat hij het schaatsvirus heeft verspreid over zijn kinderen. “Wij hebben vroeger lang in Afrika gewoond, de oudste drie, Geert (60), Jan-neke (56) en Hetty (58), zijn daar ook geboren. In 1961 verhuisden we weer naar Nederland. De winter van 1962 was gelijk een behoorlijke. Maar mijn kinderen hadden nog nooit sneeuw gezien, laat staan ijs! Ik heb toen het terras voor ons huis onder water laten lopen. Elke avond kwam er een laagje ijs bij. De oudste drie hebben dus leren schaatsen op een terras van vier bij drie”, glimlacht Marius. Geert vult lachend aan: “Je begrijpt dat onze bochtentechniek snel vooruit ging. Vandaar dat we nu ook naar de Weissensee gaan!” Na de eerste slagen op het terras te hebben gemaakt, ging de familie elke winter op het Gooimeer schaatsen. Vader Marius schaatste vroe-ger op kunstschaatsen.

Janneke: “Hetty en ik hebben van mijn vader het zwieren geleerd. Prachtig vonden we dat. Ik heb ook nog met mijn vader aan ijsdansen gedaan in een grijs verleden op de Jaap Edenbaan.” Marius corrigeert lachend: “Nou dat was eerder in een blond verleden.” Lennert: “Ik keek vroeger met trots naar mijn vader van in de zestig die nog sprongen maakte en vervolgens op één been neer-kwam.”

Terug naar een iets recenter verleden, naar de winter van 2014. Iedereen kan zich de zware sneeuwval herinneren tijdens de laatste Alternatieve Elfstedentoertocht. Maar dat hield de broers en zussen niet tegen. Samen ging zij ’s ochtends van start in het donker; ieder met een ander doel. De mannen wilden de 200 kilometer volbrengen. Hetty 50 kilometer en Janneke 100 kilometer. En dat is ze allemaal gelukt! Een belangrijke factor voor deze prestatie waren hun verzorgers Stannie (vrouw van Geert)

en Jan (man van Janneke). Geert: “Het was heel fi jn om na een rondje schaatsen even bij een bekend persoon te staan. En natuurlijk kreeg ik een zoen per rondje!” Maar niet alleen de aanmoediging van het thuisfront deed de familie Blom goed. “De hele sfeer op de Weissensee doet het hem. Ik kan me voorstellen dat er tijdens een Elfstedentocht in Nederland dezelfde sfeer hangt, echt fantastisch! En de speakers doen het natuurlijk ook geweldig, hoe zij de mensen aanmoedigen in hun laatste ronde, geweldig”, geniet Hetty na.

Hoewel de dames hun tocht er al op hadden zitten, bon-den zij toch nog een keer de ijzers onder om samen met hun broers over de fi nish te komen. Johan: “Dat voelde heel heroïsch, om met zijn vijven over de fi nish te komen in de sneeuw. Maar we waren toen ook wel echt kapot, we wilden eigenlijk niet meer op de foto. Dat zie je wel! Gelukkig heeft Stannie ons staande gehouden!”

En toen zat de tocht erop. Tijd om ’s avonds samen na te genieten. “Nou, we moesten eerst nog sneeuwkettingen onder de auto leggen voordat we naar ons huisje kon-den”, herinnert Lennert zich. “We moesten drie kilometer rijden, dus dat was wel nodig. Maar toen we er eenmaal waren, kon het bijkletsen beginnen.” Hetty: “We zien elkaar niet zoveel, omdat we verspreid wonen over het land. Het was echt fi jn om alles weer van elkaar te horen. We hebben veel ingehaald die paar dagen.”

“En natuurlijk hebben we ’s avonds nog geklaverjast, een oude traditie van ons”, vult Johan lachend aan.

Aankomende winter zien we de familie Blom waarschijn-lijk niet op de Weissensee. “Nee, we mikken op 2017, we hebben echt even de tijd nodig om ons mentaal voor te bereiden”, grinnikt Johan. Hetty: “We hebben ook alle-maal drukke banen en daardoor weinig tijd om te trainen.

Page 30: Marathon Magazine, oktober 2014

Voorverkoop Actie

Prijs volw. € 93,75Prijs kind € 37,50

Actie geldig t/m 01-11-2014

winterseizoenkaartOnbeperkt schaatsen • 3-km ijsbaan in de natuur400-m ijsbaan • 10% korting op eten & drinken

voor meer informatie en bestellen:www.flevonice.nl/seizoenkaart

30

Als we in 2017 weer naar de Weissensee gaan, nemen we ook echt de tijd voor de voorbereiding.” Wellicht dat dan ook de zoon van Lennert, Laurent, mee komt naar de Weissensee. “Hij wilde afgelopen jaar heel graag met ons mee, maar dat is lastig met school. Ik ga wel elke voorjaarsvakantie met mijn kinderen naar de Weissensee.

Toen Laurent elf jaar was heeft hij al eens 100 kilometer geschaatst. Hij is bloedfanatiek.” Ook Lennerts andere vier kinderen hebben het schaatsvirus te pakken. Wellicht dat er over een aantal jaar weer vijf broers en zussen Blom over de Weissensee schaatsen...

door karIN STEgEmaN

Vijf broers en zussen op de Weissensee: Janneke, Hetty,

Geert, Johan en Lennert (van links naar rechts)

Page 31: Marathon Magazine, oktober 2014

aeW NIeUWS13 DECEMBER: WEISSENSEE TOERTOCHT OP FLEVONICE

pROgRaMMa Wo 21 jan : Weissensee Prestatietocht Do 22 jan : Trainingsdag Vr 23 jan : 1e Alternatieve Elfstedentoertocht Za 24 jan : Aart Koopmans Memorial Zo 25 jan : Rustdag Ma 26 jan : Ploegenachtervolging Di 27 jan : 2e Alternatieve Elfstedentoertocht Wo 28 jan : Open NK Do 29 jan : Criteriums Vr 30 jan : 3e Alternatieve Elfstedentoertocht Za 31 jan : Alternatieve Elfstedentocht

Kijk voor meer informatie over het programma op www.weissensee.nl.

MOgeLIJK OOK BUS Op DINSDagBBA Tours verzorgt de busreizen naar de Weissensee. De bussen rijden op beide vrijda-gen naar de Weissensee. Bij voldoende animo rijdt er ook een bus op dinsdag 20 januari.

Veel schaatsers hebben aangegeven graag op dinsdag 20 januari naar de Weissensee te reizen. BBA Tours heeft besloten dat er bij voldoende animo ook die dag een bus naar Oostenrijk zal vertrekken. Alle informatie over de busreizen vindt u op www.bbatours.nl.

TRaINeN MeT CaSpeR HeLLINgU kunt zich op Weissensee 2015 voorbereiden met Casper Helling, winnaar van de Alterna-tieve 2009. De bewegingswetenschapper biedt samen met Sport Medisch Centrum Papendal onder andere een sportmedisch onderzoek.

“Ik denk dat het voor de toerschaatsers die op de Weissensee rijden goed is om een keer een sportmedisch onderzoek te doen”, legt Casper uit. “Het is bovendien leuk om eens te zien hoe conditioneel sterk je bent en hoe goed je voor-bereid bent om 200 kilometer te schaatsen.”Meer informatie op www.weissensee.nl.

De AEW en Flevonice organiseren op zaterdag 13 december een ‘Weissensee Toertocht’. De tocht heeft een lengte van 100 kilometer en geldt als mooie training voor de Alternatieve Elfstedentoertochten in Oostenrijk.

Het startschot van de Weissensee Toertocht op de 3 kilometer lange ijsbaan in Biddinghuizen klinkt om 09.00 uur. Voor uitslapers is er tot 12.00 uur de mogelijkheid om te starten. Tot 15.45 uur mag u de laatste ronde in, om 16.00 uur gaat de fi nish dicht. Doel van de Weissen-

see Toertocht is 100 kilometer; alle afstanden worden echter beloond met een medaille.

Elke deelnemer krijgt een stempelkaart, waarop na iedere drie kilometer gestempeld wordt. Tijdens de tocht wordt u voorzien van koek en zopie; zoals u ook op de Weissensee gewend bent. Om de schaatssfeer nog meer te bena-drukken, is er een speaker aanwezig en is er muzikale ondersteuning.

Meer informatie op www.weissensee.nl.

BEENNUMMER MET UW NAAMSchrijft u zich vóór 1 januari in voor Weissen-see 2015, dan krijgt u een startnummer mét uw naam erop. Des te meer reden om u vroeg aan te melden voor Weissensee 2015.

Stelt u zich eens voor… In plaats van dat toe-schouwers ‘hup’ roepen, of ‘zet ‘m op!’, kunnen ze u nu persoonlijk naar de streep juichen. Voor het eerst in de geschiedenis van de Alternatieve Elfstedentocht worden er in 2015 startnummers op naam uitgegeven. Als u zich voor 1 januari inschrijft, krijgt op de Weissensee twee been-nummers mét uw naam erop.

FOTO

: ADG

FO

TOGR

AFIE

Page 32: Marathon Magazine, oktober 2014

Weissensee

Schaats-toertochtzaterdag 13 december

Deelnemerspakket*

www.Flevonice.nlSTRANDGAPERWEG 20 • BIDDINGHUIZEN

DJ & Speaker bij start/finishDoorlopend Koek&Zopie langs de baan

Mooi aandenken aan je deelname

* Kijk voor het programma, deelnemerspakkettenen inschrijvingen op flevonice.nl

Doelstelling 100 kilometerIedereen mag meedoen

Alle afstanden mogelijk,altijd prijs!