Marathon Magazine, februari 2012

9
MARATHON OFFICIËLE UITGAVE VAN DE ALTERNATIEVE ELFSTEDENTOCHT WEISSENSEE 16e jaargang, nr. 1 - februari 2012 Rood-wit-blauw voor Foske Tamar van der Wal De mooiste foto’s van Weissensee 2012 Doorzetter rijdt 200 kilometer op wieltjes Weissensee op haar mooist Maar ook op haar koudst tijdens de Alternatieve... 3

description

In dit Marathon Magazine uitgebreid aandacht voor de evenementen van Weissensee 2012.

Transcript of Marathon Magazine, februari 2012

Page 1: Marathon Magazine, februari 2012

MARATHONOFFICIËLE UITGAVE VAN DE ALTERNATIEVE ELFSTEDENTOCHT WEISSENSEE16e jaargang, nr. 1 - februari 2012

Rood-wit-blauw

voor Foske Tamar

van der Wal

De mooiste foto’s

van Weissensee

2012

Doorzetter rijdt

200 kilometer

op wieltjes

Weissenseeop haarmooistMaar ook op haarkoudst tijdens deAlternatieve...

MARATHON

3

Page 2: Marathon Magazine, februari 2012

TERUGBLIK 2012

WEISSENSEESMOOISTE

6

OP ZOEK NAARHET LICHT

Het startschot voor de vier Al-ternatieve Elfstedentoertoch-

ten klinkt in het donker. Het is traditie, maar steeds weer iets magisch. Kleine lampjes

zoeken achter de auto van ijsmeester Norbert Jank hun

weg over het ijs. Op zoek naar het naderende zonlicht.

Page 3: Marathon Magazine, februari 2012

7

Page 4: Marathon Magazine, februari 2012

18

Om de cijfers nog wat kracht bij de te zetten: er staan 123 mannen en 60 vrouwen aan de start. Krap acht-tien procent daarvan komt dus aan de finish. De Weis-sensee laat zich weer eens van haar zwaarste kant zien. Niks geen zonnetje, of lieve schapenwolkjes. Gewoon omstandigheden zoals we die kennen van de wedstrijden in Zweden, of voor de oudere generatie van de Elfsteden-tocht van 1963. Niet voor niets wordt deze Alternatieve al tijdens de wedstrijd omgedoopt tot ‘De Hel van 2012’.

Al vanaf de eerste ronde van 10 kilometer vallen de schaatsers bij bosjes af. De één na de ander zoekt in de snijdende kou de warmte van een verzorgingstent of zelfs van het hotel op. En toch, na minder dan zes uur, komt de snelste man al over de finish. Jens Zwitser toont zich het best bestand tegen de omstandigheden. Vreemd genoeg oogt hij zelfs bijna fris. “Ik zou zo nog 200 kilo-meter kunnen schaatsen”, lacht hij. Zo’n dertig kilometer voor de streep is hij er solo vandoor gegaan. “Ik had goede benen en heb weinig gevoeld van de kou of de sneeuw. In een treintje rijden vind ik niks, dan moet je je aanpassen aan het tempo van de anderen. Vandaag reed ik liever alleen, dan zie je ook de scheuren beter.”

Na Zwitser blijft het bijna twee minuten stil in de fi-nishstraat. Daarna druppelen de geklopten binnen. Wie in de ogen kijkt, naar de tranen, of naar de afgebeulde gezichten, weet dat ‘de hel’ misschien niet eens zo’n overdreven benaming is. Klappertandend, gewikkeld in dekens van aluminiumfolie, moet een enkeling snel afge-voerd worden naar de kachel in de grote tent. Onderkoe-ling is dus niet alleen een gevaar voor de - soms slecht voorbereide - toerschaatsers.

In het damespeloton een vergelijkbaar scenario: een montere winnares - al heeft ze het wel koud - en af-gepeigerde achtervolgsters. Binnen een paar minuten is

er zelfs een lach te ontwaren op het gezicht van Carla Zielman. Na de Aart Koopmans Memorial wint ze ook de tweede KPN Grand Prix op de Weissensee. “Dit maakt mijn hele seizoen goed”, zegt ze nuchter. “Op kunstijs lukte het dit jaar niet. Ik bleek bloedarmoede te hebben, maar dat wist ik niet.” Toch was de Rottumse, ondanks het matige seizoen, dé dame om in de gaten te houden. “Ja, dat merkte ik ook. Ze hebben me geprobeerd te slopen. Gelukkig was ik sterk genoeg, al moest ik op een gegeven moment wel een enorm gat dichtrijden. Het was alles of niks.” Met een lachje voegt ze eraan toe: “Dit is de allermooiste overwinning, mijn seizoen is in één klap geslaagd. Maar ik voel me nu zo verrot dat ik er minder van kan genieten dan anders.”

Op het moment dat de Alternatieve verreden wordt, is er nog hoop op een snelle ‘Echte’ in Friesland. Schaatsers sparen zich op de Weissensee, om goed te zijn mocht het zover komen. Zowel Jens als Carla ziet dat niet zitten. “Koers is koers”, zegt de Katwijkse winnaar. “Deze kun je maar vast in je zak hebben. Als ik me volgende week slecht voel, dan heb ik er toch niks aan dat ik me nu ge-spaard heb? Voor mij is dit de allermooiste overwinning.”

Tekst: Robin Wubben [email protected]

Page 5: Marathon Magazine, februari 2012

19

De koek

isop!

Letterlijk en � guurlijk is dekoek op. Editie 2012 zit erop

en de enorme ladingen eten en drinken bij de verzorgingspost

zijn verorberd. Precies 3751 toerschaatsers maakten hun

pitstops bij de post.

Van ‘s morgens vroeg tot ‘s avonds laat was het de zoete inval bij de verzorgingspost, kort na start/fi nish. De man-nen en vrouwen van het logistieke team hebben hard ge-werkt om iedereen van lekkers te voorzien. Ruud Paijens, coördinator logistiek van de AEW, licht toe wat er achter de schermen bij de verzorgingspost allemaal speelt. “Voor elke tocht wordt bekeken wat er nodig is. Een gedeelte wordt in Nederland al ingekocht, om de simpele reden dat niet alles in Oostenrijk verkrijgbaar is. Wat zouden de schaatsers bijvoorbeeld zonder krentenbrood moeten? Sa-men met de mandarijnen is dat zondermeer het favoriete eten onderweg.”

De dag begint in alle vroegte. Vlak achter de tent wordt er een gat in het ijs gemaakt. Met behulp van een dompelpomp wordt het ijskoude water uit de Weissensee

Page 6: Marathon Magazine, februari 2012

28

DE IJSCLUB

Page 7: Marathon Magazine, februari 2012

29

SVO Oudewater, sinds 1987

Met veertig man sterk is Schaatsvereniging Oudewater (SVO) afgereisd naar de Weissensee. Niet iedereen was er op hetzelfde moment, maar dat er een � inke afvaardiging rondtoerde, viel wel op.

Met kleine oogjes en een kop koffi e in de hand zitten een stuk of tien leden van SVO Oudewater in de tent. “Gister-avond blarenbal, dan drinken we gezellig een biertje.” Op het ijs laten ze elkaar vrij. Iedereen heeft zijn eigen tempo en sluit zelf bij een groep aan. “Je kunt ook zo bij clubjes aanhaken en kletsen, het is hier zo gemoedelijk.” Ronald van de Brink schaatste dit jaar de snelste tijd, 7 uur en 20 seconden. Ronald: “Net niet binnen de zeven uur, een goede reden om volgend jaar weer te komen.”

De vereniging uit Oudewater, onder de rook van Utrecht, werd op 1 december 1987 opgericht. Het bezoeken van de Weissensee begon jaren geleden als een geintje. Inmiddels hebben ruim veertig leden het virus te pakken. “Het is nooit hetzelfde, het is elk jaar weer anders. We hebben alweer geboekt voor volgend jaar.” Veertien jaar geleden, toen de eerste leden van Oudewater naar de Weissensee kwamen, werd er spaghetti gegeten bij het ontbijt. Lettie Zwanenburg: “We dachten toen dat het een goed idee was om ’s ochtends om vijf uur de schaat-sers aan de spaghetti te zetten.” Lachend voegt ze eraan toe: “Dat hebben we het jaar erop niet meer gedaan, toen wisten we dat dat niet nodig was.”

Schaatsen op de Weissensee, dat moet je echt zelf erva-ren. In Nederland worden er ‘toeruren’ georganiseerd om te trainen op uithoudingsvermogen en techniek. Wekelijks op de kunstijsbaan in Utrecht en een paar keer per jaar op FlevOnice, om alvast een beetje het gevoel te krijgen. Op de eigen asfaltbaan wordt in de winter geschaatst en in de zomer geskeelerd. In 1987 startte de vereniging als een schaatsclub, sinds vijf jaar is het skeelergedeelte erbij gekomen. Er is veel animo voor het skeeleren. De clinics, onder andere geleid door marathontoppers Sjoerd en Mariska Huisman, worden goed bezocht.

Dirk en Trijnie Zuidam zijn de papa en mama van de club. Ze waren erg belangrijk bij de oprichting en zijn er nu nog steeds bij. Een jaar of vijf geleden kregen zij hun ‘Oudewater-pensioen’. De vereniging kreeg een structuur met commissies en er werd gezorgd voor verjonging in het bestuur. “Iedereen neemt nu de verantwoordelijkheid. Het bestuur hoeft niet meer alles alleen te doen, velen zijn actief in commissies.”

De huidige voorzitter, Tom Streng, is de drijvende kracht achter de club. Hij is heel bedreven en fanatiek, regelt van alles en houdt ook de website goed bij. Zelf schaatst hij geen meter, maar de leden zijn hem zeer dankbaar voor al het werk dat hij verricht. Verder zijn ze trots op Cindy Vergeer. De landelijke rijdster is al van kleins af aan lid bij SVO Oudewater. “Ze heeft niet onwijs veel talent, maar wel ontzettend veel passie.”

SVO Oudewater kenmerkt zich door gezelligheid en een ‘ons kent ons’ cultuur. Leden krijgen een pasje, maar hoeven die bij de baan eigenlijk nooit te laten zien. Men vertrouwt elkaar. Jong en oud trainen samen en accepteren het van elkaar. In december viert de ijsclub haar 25-jarig jubileum. De activiteiten zijn geheim, maar het gesprek in de tent heeft nog wel tot nieuwe ideeën geleid.“Of we een clublied hebben? Nee, maar dat is wel een goed idee! Een hosmuziekje eronder, leuk voor het jubileum.” Daarnaast is de belofte gemaakt dat SVO Oudewater volgend jaar met een eigen partytent aan de Weissensee staat. “Dan mag je bij ons glühwein drinken en barbecuen.”

Tekst: Marike van Sark [email protected]

Page 8: Marathon Magazine, februari 2012

32

Uitzinnig van vreugde kwam de blondine uit de stal van Okkinga Communicatie over de fi nish. De zo kenmer-kende glimlach was niet meer van haar gezicht af te slaan. “Deze titel telt echt”, juichte ze. Hoewel ze zestien keer een marathon won, was het juist in de strijd om het rood-wit-blauw op het kunstijs dat ze verslagen werd. Toen was het Mariska Huisman die won. “Ik zie dit niet als revanche voor die nederlaag. Dat ligt achter me, het is al zo lang geleden. Maar ik was er natuurlijk wel op gebrand om hier te winnen.”

De 25-jarige kan altijd rekenen op haar machtige eind-schot. Zo reeg ze de zeges aaneen in de KPN Marathon Cup. Toch heeft aanvallen haar voorkeur. “Natuurlijk wil ik aanvallen. Er is niks mooiers dan alleen aankopen op de streep”, moet ze erkennen. Het groepje van vijf was de beslissende slag in de nationale titelstrijd. Naast Foske maakten ook Erna Last-Kijk in de Vegte, Kimberly Muusse, Sandra ‘t Hart en Lisanne Soemanta deel uit van de kopgroep. “Het was een mooi groepje, met meiden die ook willen rijden. Hoewel, Lisanne reed eigenlijk niet mee. Maar er zat niemand bij die de groep om zeep wilde hel-pen. We werkten goed samen en hoewel de voorsprong klein was, wist ik al snel dat we weg konden blijven.”

Nog nooit won Foske op de Weissensee. Dat lijkt vreemd. Ze draait toch al jaren mee in het peloton? Foske moet het ontkennen: “Vorig jaar was ik voor het eerst op de

Ze kwam met zestien kunstijszeges als koningin van het peloton naar de Weissensee. Een ongekroonde koningin, dat wel. Want hoewel ze al jaren meedraait, won Foske Tamar van der Wal (25) nooit in Oostenrijk. Na het KPN Open NK werd ze de� nitief gekroond.

Weissensee. Ik werd toen negende in de Aart Koopmans Memorial en vierde in het KPN Open NK. Het is iets heel anders dan kunstijs. De omstandigheden kunnen iedere dag weer anders zijn. Zeker in het begin konden ze het ijs niet zo goed schoon houden. Het sneeuwde en daardoor zag je de scheuren niet zo goed. Het is namelijk heel simpel: je kunt nog zo goed zijn, maar als je een scheur pakt, dan ben je klaar.”

De regerend Nederlands kampioene op natuurijs vond het een mooie wedstrijd. “Jullie ook?”, vraagt ze de verza-melde pers. Er wordt instemmend geknikt. “Ik lever graag een bijdrage in het leuker maken van zo’n wedstrijd. Daarom wacht ik ook niet op mijn sprint. Als ik me sterk voel, dan blijf ik niet wachten. Ik heb genoeg gewonnen om een keer te laten zien hoe sterk ik ben.”

Derde in de Aart Koopmans Memorial, eerste in het KPN Open NK. Het waren mooie rapportcijfers voor Foske. De Alternatieve Elfstedentocht liet ze schieten - met het oog op Nederlands natuurijs. “Een 200 kilometer is een ander verhaal. Daar moet je ook mentaal klaar voor zijn.” Of ze dat dit jaar was, zullen we nooit weten. Maar ze geeft haar concurrenten een belangrijke waarschuwing: “Ik word nog steeds sterker. Dat is heerlijk!”

Tekst: Robin Wubben [email protected]

ROODWITBLAUWFoske Tamar van der Wal

Page 9: Marathon Magazine, februari 2012

33