Management heeft nood aan vrouwelijke inbreng nut van een gemotiveerde sollicitatiebrief met cv en...

12
4 Is België een fiscaal Luilekkerland 7 EU2020 bedreigt sociaal model 10 Een visie op financiële hervormingen Management heeft nood aan vrouwelijke inbreng Ledenblad van het Nationaal Verbond voor Kaderpersoneel | NUMMER 141 | Verschijnt driemaandelijks | JAN-FEB-MRT 2011 NVK Netwerk is de kaderwerking van LBC-NVK | VU: Sandra Vercammen, Sudermanstraat 5, 2000 Antwerpen Foto: Daniël Rys Kadernieuws: Hoe werkbaar is je werk?

Transcript of Management heeft nood aan vrouwelijke inbreng nut van een gemotiveerde sollicitatiebrief met cv en...

4 Is België een fiscaal Luilekkerland

7 EU2020 bedreigt sociaal model

10 Een visie op financiële hervormingen

Management heeft nood aan vrouwelijke inbreng

Ledenblad van het Nationaal Verbond voor Kaderpersoneel | nuMMer 141 | Verschijnt driemaandelijks | JAN-FEB-MRT 2011

NV

K N

etw

erk

is d

e ka

der

wer

kin

g v

an L

BC

-NV

K |

VU

: San

dra

Ver

cam

men

, Su

der

man

stra

at 5

, 20

00

An

twer

pen

Foto: Daniël Rys

Kadernieuws: Hoe werkbaar is je werk?

kader_141_def.indd 1 7-12-2010 14:46:43

ColofonDeze uitgave verschijnt vier maal per jaar en wordt verstuurd naar alle ledenVormgeVing www.x-oc.comHoofdredactie Sandra Vercammen, Jan De Paepeeindredactie Jan Deceunynckdrukkerij Artoos CommunicatiegroepVerantwoordelijke uitgeVer Sandra Vercammen, Sudermanstraat 5, 2000 Antwerpen

In dit nummer

04 is belgiË ook een fiscaal luilekkerland Is de belastingdruk in België te hoog? Professor Pacolet stelde vast dat er behoorlijk wat geld weg-glipt door allerhande achterpoortjes. Belastingen betalen wordt daardoor iets voor de naïeven en de ongeorganiseerden. Als ons land alle verschuldigde belastingen effectief zou innen, zou het financiële plaatje van ons land er veel rooskleuriger uitzien.

07 eu2020 bedreigt sociaal model De Europese Unie heeft een ambitieus plan klaar om onze economie klaar te maken voor de 21ste

eeuw. Het plan legt echter grote nadruk op een aantal hervormingen, die vooral werknemersrechten in een neerwaartse spiraal dreigen te duwen. De plannen voor de heropbouw na de crisis lijken sterk op een neoliberaal Trojaans paard, dat stap voor stap verder in de Europese besluitvorming binnendringt.

10 een alternatieVe Visie op financiËle HerVormingen De gevolgen van de financiële crisis zijn nog verre van uitgewerkt. Het valt dan maar te hopen dat

de beleidsmakers lessen getrokken hebben uit het financieel debacle. De roep om meer ethiek in de financiële sector klonk in de nadagen van de crisis wat luider dan voorheen, maar de vraag blijft of die roep ook leidt tot sluitende hervormingen om een herhaling te vermijden.

12 juridiscH gekaderd Een vaak voorkomende vergissing is dat kaderleden niet onderworpen zouden zijn aan de regels over

de wekelijkse of dagelijkse arbeidsduur, die van toepassing zijn voor bedienen. Dat klopt niet, want kaderleden zijn namelijk bedienden. Toch is de wetgeving op dat vlak niet helemaal duidelijk…

kadernieuws: Hoe werkbaar is je werk?Werkbaar werk is voor nogal wat kaderleden een probleem. Vooral werkstressproblemen en een moeilijke werk-privé-combinatie bezorgen (te) veel kaderleden kopbrekens. De situatie is er de voorbije jaren niet op vooruit gegaan. Dat blijkt uit de Werkbaarheidsmonitor. Kaderleden moeten bovendien op twee fronten afrekenen met stress: ze moeten hun eigen situatie werkbaar houden, maar ook die van hun medewerkers. Een moeilijke oefening.

2 | JAN-FEB-MRT 2011

editoriaal

Sociaal overleg in het lessenpakket?

Wat zouden jongeren hebben aan een les over het sociaal overleg in België? Te ver van hun leefwereld misschien? Te hoog gegrepen? Misschien eerder een les over leren omgaan met diversiteit voor de leerlingen uit het basisonderwijs. Een les over werk, inkomen en armoede is zeker haalbaar voor het 5de en 6de basis. En wat dan met laatstejaars aan de unief of hoge school? Wat te denken over een vak over het sociaal overleg, een kernwaarde van een actieve democratie?

Een tijdje geleden kregen we de kans om een gastcollege in te vullen aan een hogeschool voor vierde- en laatstejaars master industrieel ingenieur. Over het sociaal overleg in België. De docent hadden we aan onze kant. Een erg geïnteresseerd man. Peilde vlak vóór de les en tijdens een geurende kop koffie naar onze jobinhoud, was zelf al lange tijd gesyndiceerd, sprak over Bologna, de soepelheid en toegankelijkheid die van docenten gevraagd wordt ten aanzien van studenten, haalde Brink’s (geldtransport in nauwe schoenen, verdacht van een potje fraude en poging om het bediendestatuut van tafel te vegen) en Bpost (de post in een nieuw kleedje) aan. Om ons daarna naar de aula te leiden voor de les economie.

En dan stromen die studenten binnen, recht naar de tafel met de bundels copies van powerpointpresentaties, krantenartikels, loonbarema’s en folders voor schoolverlaters. Een goed begin, denk ik dan. Opvallen doen de vrouwelijke studenten. En meer nog de allochtone vrouwelijke studenten met hoofddoek in een toch nog overwegend blank en mannelijk publiek, een afstudeerrichting met uitzicht op een job in een mannelijke sector. Maar kom, ze zijn er. Euh, … terug naar de les.

Bijna school af. Wat te doen als schoolverlater? Het wordt een zoektocht naar vacante jobs. Het nut van een gemotiveerde sollicitatiebrief met cv en het belang van studies en een diploma krijgen het volle accent. Voor industrieel ingenieurs is er reëel uitzicht op werk. Want behorende tot de top 20 van de meest kansrijke diploma’s met een zeer laag percentage werkloosheid na 1 jaar afgestudeerd. Het statuut van werknemer, de arbeidsovereenkomst en de loon- en arbeidsvoorwaarden, zou het hen boeien?

“Hoeveel denk je over te houden van een bruto startersloon van 2.251 euro na aftrek van RSZ en bedrijfsvoorheffing? Een student antwoordt er knal op: 1.400 euro netto! En waar de rest naar toe gaat? In de pocket van de staat? Neen, kaartje retour terug naar de gezinnen, in geval van ziekte, invaliditeit, werkloosheid of pensionering. Dit is solidariteit en verzekering, 2 in 1: voor mekaar zorgen maar ook voor jezelf. Veel landen benijden ons dat systeem, het zou een Belgisch exportproduct kunnen zijn.

En we hebben er nog een. Naast het paritair werkgeversoverleg op de verschillende niveaus over de minimumlonen, de barema’s, … is er de index. De automatische koppe-ling van de lonen aan de prijzen. Om verarming tegen te gaan. Dat die onder vuur ligt, zeker weten. Maar dat andere landen ons systeem benijden, is ook een feit.

Moeten leerlingen en studenten wachten met het appreciëren van deze democratische waarden tot ze na 15-20 jaar de voordelen ervan aan den lijven hebben ervaren? Ze zijn dan al eens ziek geweest, zoeken naar evenwicht tussen werk-privé, ervaren de beperktheden van variabele lonen, bonussen, aandelenopties en weten de zekerheid van baremieke lonen te waarderen… Sommigen hebben kunnen participeren aan het sociaal overleg in hun bedrijf. Zou het niet waardevol zijn om volop in te zetten op atti-tudes van de leerlingen en studenten inzake democratische waarden en de behoefte aan actieve participatie? Is het conservatief te stellen dat er geen andere keuze is, willen we onze lange democratische traditie versterken, ons uitgebreid sociaal netwerk en een hoog welvaartspeil bewaren?

sandra VercammenNationaal secretaris NVK

nationaal secretaris nVkSandra VercammenSudermanstraat 5, 2000 Antwerpentel. 03/220.87.27 - fax 03/220.89.83

nVk secretarisJan De PaepeSudermanstraat 5, 2000 Antwerpentel. 03/220.87.19 - fax 03/220.89.83

dagelijks bestuur nVkMarnix Aerssens, voorzitterIsabelle Ven, ondervoorzitterDirk Decock, bureaulidLuc Bosmans, werkgroepwerkingThierry Wargée, opvolging Bestuurlijke RaadWilfried Eynatten, secretaris

lbc-nVk aalst-oudenaardeKris De BlockHopmarkt 45, 9300 Aalsttel. 053/73.45.24 - fax 03/220.88.01

lbc-nVk antwerpenKarin SchaerlaekensNationalestraat 111-113, 2000 Antwerpentel. 03/222.70.15 - fax 03/220.88.02

lbc-nVk brussel-Halle-VilVoordeFilip OosthuysePletinckxstraat 19, 1000 Brusseltel. 02/557.86.56 - fax 03/220.88.05

lbc-nVk bruggeErik SomersOude Burg 17, 8000 Bruggetel. 050/44.41.64 - fax 03/220.88.04

lbc-nVk dendermonde/sint-niklaasPatrick WaumanH. Heymanplein 7, 9100 Sint-Niklaastel. 03/760.13.44 - fax 03/220.88.19

lbc-nVk gent-eeklo-ZelZateSwat ClerinxPoel 7, 9000 Genttel. 09/265.43.15 - fax 03/220.88.08

lbc-nVk HasseltKoen De PunderMgr. Broekxplein 6, 3500 Hasselttel. 011/29.09.83 - fax 03/220.88.09

lbc-nVk kortrijk-ieper- roeselareGino DupontPres. Kennedypark 16D, 8500 Kortrijktel. 056/23.55.63 - fax 03/220.88.12

lbc-nVk leuVenJohn De DeckerL. Vanderkelenstraat 32, 3000 Leuventel. 016/21.94.33 - fax 03/220.88.13

lbc-nVk mecHelenMagali VerhaegenOnder den Toren 5, 2800 Mechelentel. 015/71.85.07 - fax 03/220.88.14

lbc-nVk oostendeErik BuylaertKan. Dr. L. Colensstraat 7, 8400 Oostendetel. 059/55.25.49 - fax 03/220.88.15

lbc-nVk turnHoutLeo LauwerysenKorte Begijnenstraat 20, 2300 Turnhouttel. 014/44.61.61 - fax 03/220.88.20

KADER | 3

ons land staat – net als zowat alle andere westerse landen – voor grote financiële uitdagingen. de overheidstekorten zijn door de financiële crisis weer stevig opgelopen en de vergrijzing houdt de verzorgingsstaat in een knellende houdgreep. de belastingdruk nog opdrijven is allerminst populair. maar snijden in de overheidsuitgaven is evenmin evident als we de welvaart in ons land niet in gevaar willen brengen. Volgens professor pacolet van het leuvense HiVa (onderzoeksinstituut voor arbeid en samenleving) is er echter nog een derde piste: de minderontvangsten van de overheid.

Kader: Wat moeten we ons bij ‘minderontvang-sten’ voorstellen?Pacolet: De overheid heeft aan de ene kant inkom-sten en aan de andere kant uitgaven. Maar er zijn ook belastingen en bijdragen die ze niet int, om tal van redenen. Het gaat om geld dat door ontduiking of ontwijking tussen de mazen van het net glipt, maar ook om fiscale vrijstellingen of aftrekken. Die min-derinkomsten zijn er zowel aan de kant van de belas-ting op arbeid als op kapitaal. Er zijn bv. arbeidsin-komens die niet of verminderd worden belast. Denk maar aan verminderde sociale zekerheidsbijdra-gen voor ploegenpremies of onbelaste voordelen als maaltijdcheques. Wat het kapitaal betreft is de notionele intrestaftrek een goed voorbeeld. Die ont-trekt een deel van de bedrijfswinst aan de belastin-gen. Daarnaast zijn er nog fiscale aftrekken voor kin-

deropvang, dienstencheques, milieu-inspanningen… De overheid laat op die manier behoorlijk wat geld liggen. In totaal zijn de minderontvangsten van de fiscus het voorbije decennium verdubbeld. Het gaat om 66 miljard, of 20% van ons bbp. Als je daar nog minderontvangsten in de sfeer van de sociale zeker-heid bij optelt, en een bedrag aan minderontvang-sten omwille van fiscale en sociale fraude, kom je zelfs uit op een bedrag van 120 miljard euro of 35% van het bbp. Dat is een enorm bedrag, als je weet dat de overheidsinkomsten 160 miljard betekenen en de uitgaven 180 miljard. Om dat tekort van 20 miljard te financieren, moet de overheid zich dus niet alleen richten op de inkomsten en de uitgaven, maar kan ze ook de minderontvangsten die wij in beeld brengen eens grondig tegen het licht houden. Dat kan aardig wat extra middelen opbrengen.

jan deceunynck

recHtVaardige fiscaliteit in belgiË

Is België ook een fiscaal Luilekkerland?

Luilekkerland volgens Pieter Breughel de Oude: het land waar de gebraden kippen ons in de mond vliegen

Foto: Van Parys Media

4 | JAN-FEB-MRT 2011

Kader: Zijn er dan geen goede redenen voor al die aftrekken en vrijstellingen?Pacolet: Niet alle minderontvangsten zijn even zinvol. De notionele intrestaftrek zorgt ervoor dat grote bedrijven nauwelijks belastingen beta-len. Dat kan niet de bedoeling zijn. Op het moment dat er binnen Europa een consensus groeit over de bestrijding van belastingparadijzen, doen we er alles aan om er zelf een te worden. Om ons con-currentieel op te stellen, creëren we zelf uitwegen voor bedrijven om aan de belastingdruk te ont-snappen. Bij ons is die uitweg de notionele intrest. Ook werknemers en vakbonden bedongen onbelaste voordelen of allerhande vrijstellingen. Ze deden dat via het sociaal overleg en in ruil voor minder bruto-loon. Recente cijfers tonen aan dat gemiddeld 20% van het loon niet of minder belast is of vrijgesteld van sociale bijdragen. Een evident voorbeeld is de maaltijdcheque, maar ook bedrijfswagens en gsm’s zijn voorbeelden van fiscaal interessante voorde-len die goed ingeburgerd zijn. Uiteraard zijn vaak ook de werkgevers geen vragende partij om die voordelen te onderwerpen aan belastingen of RSZ. Dat zou ook voor hen een extra kost betekenen. Als we spreken over een gemiddelde van 20%, betekent dit dat het percentage voor een aantal werknemers nog hoger ligt. En wie niet geniet van de belasting-voordelen, zal een zwaardere belastingdruk onder-vinden. In veel gevallen heeft de mate van ontwijking te maken met de hoogte van het inkomen. Fiscaal interessante voordelen zijn niet gelijk verdeeld. Op dat vlak lijkt het hier wel Luilekkerland. Blijkbaar leven we in zo’n rijk land, dat we ons kunnen veroor-loven om al dat lekkers niet te belasten. Maar we zijn geen Luilekkerland. In dat mythische land vlogen de gebraden kippen de mensen vanzelf in de mond. Helaas is dat een sprookje en gaat het er in de echte wereld net iets anders aan toe. Belastingparadijzen moeten wij ook klasseren bij het rijk van de sprookjes. Voor sommigen is het dat ook, maar in de reële wereld van de economie kunnen wij ons dat niet veroorlo-ven. De inspanning om onze welvaart te behouden is draaglijk, maar dan moet wel iedereen meedoen.

Kader: Belastingen betalen is dus best nodig en nuttig. Maar door velen wordt de fiscale druk onredelijk hoog bevonden. Pacolet: De fiscale druk nog verhogen is inder-daad niet evident. Maar het is evenmin raadzaam om aan de andere kant de publieke dienstverle-ning terug te schroeven. Daarom pleit ik ervoor om te werken aan de minderontvangsten. Dat maakt het systeem ook transparanter. Onze fiscaliteit zit vol achterpoortjes om belastingen te ontduiken of ontwijken. Die moeten we sluiten. De nultarieven moeten eruit. Jan Modaal geniet daar veel minder van dan iemand met een hoger inkomen. Nu is ons land fiscaal heel vriendelijk voor mensen of bedrij-ven die in aanmerking komen voor de verminde-ringen – en die de weg weten. Zij kunnen beroep doen op adviseurs en consultants die hen de weg

tonen. Vroeger liet de vorst zijn belastingen innen door belastingpachters. De fiscale adviseurs zijn de moderne ‘pachters van het niet-belasten’ geworden. Fiscale optimalisatie en vermogensplanning zijn het werkveld van fiscale experten en vermogens-planners. Belastingen betalen wordt daardoor iets voor ‘naïeven en ongeorganiseerden’, zoals profes-sor Vanistendael in een eerdere studie al opmerkte. Door al die minderontvangsten – en de mechanis-men erachter – eens goed te analyseren, kan de belas-tingdruk gelijker verdeeld worden.

Kader: Belasting-critici vieren jaarlijks in juni ‘tax freedom day’. Dat is de dag waarop ze ein-delijk voor zichzelf werken en niet langer voor

‘vadertje staat’.Pacolet: Dat is een tendentieuze, naïeve en onjuiste voorstelling van de feiten. Het geld dat we aan de overheid betalen, krijgen we ruimschoots terugbe-taald in collectieve voorzieningen. Het beeld dan men zo wil ophangen van de belastingbetaler als

‘gepluimde kip’ klopt helemaal niet. Als je nagaat wat je allemaal terugkrijgt voor je belastinggeld en hoe je dan nog aan al die fiscale druk kan ontsnappen, krijg je eerder het beeld van Luilekkerland, waar de gebra-den kippen je in de mond vliegen..

Kader: De grootverdieners aanpakken kan ook door nieuwe vormen van belasting als een ver-mogensbelasting. Is het niet logisch om meer evenwicht na te streven in de belasting op arbeid en kapitaal?Pacolet: Er groeit een algemene consensus om inko-mens uit kapitaal meer te belasten. Zeker binnen Europa is men het daar steeds meer over eens. Ons systeem is onhoudbaar als kapitaalinkomens vrijgesteld blijven. Wat is het basisprincipe van de inkomstenbelastin-gen? Dat alle inkomsten, van alle aard, begrepen zijn in de belastbare grondslag. Dus zowel inkomens uit arbeid als uit kapitaal. Maar op dat principe zijn uit-zonderingen gegroeid, waardoor kapitaalinkomens minder belast worden dan arbeidsinkomsten.

Kader: Kan het aanpakken van de minderont-vangsten volstaan om de gaten in de overheids-financiën te dempen?Pacolet: Neen. Het geld om de begroting in even-wicht te krijgen, zal ook moeten komen uit bespa-ringen en nieuwe inkomsten. Het probleem van de vergrijzing is zo massief. Als je weet dat het aantal 65-plussers van 17% (nu) naar 27% (tegen 2060 wel-iswaar) is gestegen, dan is het duidelijk dat er iets moet gedaan worden om de vergrijzingskost op te vangen. Veronderstellen dat deze groeiende groep van de bevolking dezelfde rechten kan behouden in de verzorgingsstaat, zonder de bijdragen te verhogen, is een illusie die sommigen zich voorhouden. Als je niets doet, krijg je onvermijdelijk een soort basispen-sioen. Om dat te vermijden zullen we dus de soci-ale zekerheidsbijdragen – voor werkgevers en werk-nemers – moeten verhogen. Of men gaat privé de

Foto

: Gui

llaum

e La

uren

t

Jozef Pacolet

KADER | 5

pensioenen en de gezondheidszorg aanvullend verze-keren. Wat ik niet begrijp is dat men het wel logisch en doenbaar vindt om de premies voor een tweede of derde pensioenpijler privé, of voor een hospitali-satieverzekering, te verhogen, terwijl de bijdragen niet omhoog zouden mogen voor het wettelijk stel-sel. Ik blijf dat laatste bepleiten, met goede redenen overigens. Want talloze keren merk ik dat het goed-koper is en meer solidair. In de praktijk zien we dat de sociale zekerheidsbijdragen eerder afgebouwd worden. Ook de gelijkgestelde periodes zijn daar in sommige aspecten een voorbeeld van. Het pensi-oenbedrag is nog altijd gebaseerd op een carrière van 45 jaar. Maar heel wat niet-actieve periodes worden daarmee gelijkgesteld. Dat ook zijn ‘minderontvang-sten’ waarvan wij ons moeten realiseren dat zij elders moeten gecompenseerd worden wil het systeem niet in financieel onevenwicht komen.

Kader: Kan vermogensbelasting helpen om de vergrijzing op te vangen?Pacolet: Sociale uitkeringen worden op dit moment vooral gefinancierd door werkgevers en werknemers. En dat is niet onverstandig. Het gaat eigenlijk om uit-gesteld loon: werkgevers en werknemers leggen een bepaald bedrag opzij voor later, wanneer de werkne-mer ziek of werkloos wordt, of voor zijn oude dag. Die opzij gelegde middelen beheren werkgevers en werknemers samen. Dat vormt de sociale zekerheid. Het is verleidelijk om daar ook algemeen belasting-geld in te stoppen. Maar dan riskeer je wel de controle over het systeem kwijt te raken. Alle vormen van inko-men belasten is één zaak; zelf bijdragen aan de sociale

zekerheid en er dan ook meer inspraak over hebben, is een andere.

Kader: Je had h e t o o k o ve r dienstencheques als minderontvangst voor de fiscus. Het klopt uiteraard dat die fiscaal aantrekkelijk zijn. Maar volgens berekeningen hebben ze ook veel jobs gecreëerd. Er is dus een terugverdieneffect…Pacolet: Het is een voorbeeld van onze genereuze overheid. Ik stel me daar toch vragen bij. De subsi-die en minderontvangst is duidelijk becijferbaar. De berekening van terugverdieneffecten zijn veel meer hypothetisch, niet in het minst omdat zij ook zou-den gelden als men dit geld zou besteden aan meer noodzakelijke behoeften, of gewoon door het over-heidsdeficit te reduceren. Wat de dienstencheques betreft, stel ik vast dat ze in totaal voor 80% betaald worden door de overheid. Het gaat niet alleen om de fiscale aftrek (dus een minderontvangst voor de fis-cus), maar er is ook een stevige rechtstreekse finan-ciering door de overheid. Onze nieuwe studie over fiscale uitgaven zet die generositeit nog extra in de verf. Volgens de theoretische definitie is een ‘fiscale uitgave’ (aftrekbaar van uw belastbaar inkomen) een alternatief voor directe subsidies. Bij de dienstenche-ques heeft men beide gegund aan de gebruiker. Hier deelt zij als het ware cadeaucheques uit. Dan is het niet te verwonderen dat het een succesverhaal is waar in 2009 liefst 666.000 mensen beroep op deden. Het is echter de vraag of poetswerk voor tweeverdieners

– want dat is toch de grote doelgroep – zo sterk door de overheid moet worden gefinancierd.

Kader: Door de dienstencheques zou ook veel zwartwerk ‘gewit’ zijn…Pacolet: Het witwasverhaal wordt niet bevestigd door de cijfers. Ongeveer 3% van de werknemers in de dienstencheque-sector geeft aan vroeger in het zwart te hebben gewerkt. Volgens voorzichtige ramingen gebeurde ongeveer 10% van het werk dat nu met dienstencheques verricht wordt, vroeger in het zwart. De rest van de markt is gecreëerd door het aanbod, dat dus voor 80% wordt betaald door de overheid. In 2009 kostte het de overheid 1,5 miljard. De vraag is of de dienstencheque voor dat bedrag dan de meest zinvolle overheidsbesteding was. Ik denk eerlijk gezegd van niet. Ook als dat geld op een andere manier besteed was, of als de burger voor dat bedrag minder belast was, zou een groot stuk ervan ook via de consumptie terugverdiend zijn door de overheid of geresulteerd hebben in extra tewerkstelling. Het terugverdieneffect van de dienstencheques wordt door de overheid behoorlijk rooskleurig voorgesteld...

Meer info: www.hetgrotegeld.beBron: J.Pacolet, T. Strengs, De kost van discale en parafiscale uitgaven en ontwijking in België, 2010, HIVA, K.U.Leuven

triptiek Van ontVangsten, uitgaVen en minderontVangsten Van de geZamenlijke oVerHeid en budgettaire consolidatie

Gevatte sociale uitkeringsfraude

Overige overheidsuitgaven

Sociale uitkeringen 2009

Fiscale en sociale fraude max

Fiscale en sociale fraude min

Minderontvangsten door gelijkgestelde perioden (impliciet kost 20%)

Vrijstellingen sociale zekerheids-bijdragen

Sociale uitgaven onder de vorm van vrij-stelling bijdragen op bepaalde inkomens

Overige minderontvangsten

Waarvan eigenlijke fiscale uitgaven 2007

Belastingen op deze bijdragen

Private bijdragen voor sociale bescherming

Financieringssaldo (hier deficit) 2009

6 | JAN-FEB-MRT 2011

Europese plannen bedreigen sociaal modeleu2020-strategie

nancy pauwels

de europese unie heeft een nieuw sociaaleconomisch tienjarenplan, eu2020. dat plan moet de europese economie tegen het jaar 2020 sterker, groener en minder ongelijk maken. er moet grondig worden gesleuteld aan onze economie en ons sociaal model om een gepast antwoord te bedenken op de huidige crisis. en om in te spelen op grote maatschappelijke uitdagingen zoals de klimaatverandering, de globalisering, de vergrijzing en de toenemende inkomensongelijkheid.

EU2020 mikt op groei, meer jobs en een betere con-currentiepositie voor de EU-lidstaten. Dit positieve plan voor de toekomst zou op zich moeten kunnen steunen op een breed maatschappelijk draagvlak en navenante financiële middelen.

Ook voor de vakbond is EU2020 erg belangrijk. In wezen gaat het om de vraag hoe we onze economi-sche groei moeten oriënteren om alle EU-burgers meer welvaart en welzijn te bezorgen. Het lijdt geen twijfel dat de vakbond op dit vlak graag zijn zegje wil doen. Het jongste congres van de LBC-NVK ging trouwens over ‘de economie in dienst van de mens’.

EU2020 houdt ook bedreigingen in. De Duitse bonds-kanselier Angela Merkel, de Franse president Nicolas Sarkozy en EU-president Herman Van Rompuy dron-gen erop aan om in het tienjarenplan afdwingbare afspraken te maken over economische harmonise-ring. Op zich een goede zaak. Op voorwaarde dat er ook afdwingbare afspraken gemaakt worden over sociale materies. En als het nodige geld wordt uitge-trokken om de grootse ambities van EU2020 te kun-nen waarmaken. Als die laatste punten uitblijven, dreigt de puur economische focus zware gevolgen te hebben voor de rechten van werknemers en de rol van de vakbonden.

De inzet van de Europese strategie is dus bepaald niet gering. Het gaat om jouw loon, jobzekerheid en pensioen. Als de vakbonden niet op hun tellen pas-sen, dreigt het unieke sociaal model van Europa op de helling te komen.

op Het menuEU2020 streeft naar een slimme, duurzame en inclu-sieve economie. Economische groei moet gebaseerd zijn op kennis en innovatie. Ze mag niet afhankelijk zijn van het gebruik van grondstoffen. En er moet aandacht gaan naar achtergestelde regio’s en kansen-groepen.

In het plan staan ook afspraken rond jobs, innova-tie, klimaat, scholingsgraad en armoede. Tegen 2020 moet drie vierde van de actieve bevolking betaald werk hebben. Meer jongeren, ouderen, laaggeschool-den en migranten moeten aan de slag. Minstens drie procent van onze rijkdom (BBP) moet worden geïnvesteerd in onderzoek en innovatie. 20% van onze energie moet van hernieuwbare energiebron-nen afkomstig zijn, onze energie-efficiëntie moet met 20% stijgen en de uitstoot van broeikasgassen met 20% dalen. De gemiddelde scholingsgraad moet omhoog door het aantal voortijdige schoolverlaters terug te dringen. Minstens 40 procent van de jonge-ren moet een diploma van het hoger onderwijs beha-len. En het aantal mensen die in armoede dreigen te belanden moet met 20 miljoen dalen.

HerVormingsplannenDe politiek moet zich engageren om structurele veranderingen te verwezenlijken. Zo is er sprake van nationale hervormingsplannen of actieplannen. België moet aan Europa uitleggen hoe het vijf streef-cijfers denkt te halen. En hoe het de obstakels voor een duurzame groei uit de weg wil ruimen.

Als je weet welke aanbevelingen Europa naar voren schuift, is duidelijk dat de vakbonden hun ogen en oren goed moeten open houden. De EU wil bijvoor-beeld de pensioenen laten hervormen door meer belastingen te heffen of door te besparen op de over-heidsuitgaven. Ze vraagt ook een hervorming van de cao’s om de concurrentiekracht te vergroten. Dat dreigt de loonkosten – en ook de lonen – te drukken.

Volgens de EU moet er ook meer worden gekeken naar productiviteitsverschillen tussen regio’s, sectoren en bedrijven. Het arbeidsrecht moet worden gemoder-niseerd om ‘meer flexibiliteit’ mogelijk te maken. Op het vlak van de werkloosheid moeten de termijnen en vergoedingen worden beperkt om mensen te sti-muleren om weer te werken. En de minimumlonen

Foto: Van Parys Media

KADER | 7

moeten opnieuw worden bekeken, dixit Europa.In België is de federale regering nog altijd een rege-ring van lopende zaken. Ze kan dan ook geen defini-tieve besparingskeuzes maken. Maar die staan dus alvast op de agenda van de komende regering.

Daarnaast zijn er nog de verplichtingen die het Stabiliteitspact de eurolanden oplegt. Het begro-tingstekort moet beperkt worden tot drie procent en de overheidsschuld tot 60 procent van het bbp.Belangrijke nieuwigheid hierbij is dat deze normen nu ook zullen kunnen worden afgedwongen. Europa zal hard aandringen op begrotingsdiscipline en een versnelde afbouw van de schulden. De EU wil veel aandacht besteden aan buitensporige begrotingste-korten en te hoge overheidsschulden in de lidstaten. Het spreekt voor zich dat overheden niet ‘boven hun stand’ moeten leven. Maar Europa maakt het de lid-staten nu wel heel moeilijk. Omwille van de crisis mochten de budgetten van de Europese staten tij-delijk ‘in het rood’ gaan om de economie opnieuw de kans te geven zich te herpakken. Nu moeten die sti-mulerende maatregelen op heel korte termijn worden gecorrigeerd en afgebouwd. Landen als Griekenland en Portugal moeten al in 2010 terug naar de strikte begrotingsdiscipline. Andere landen, zoals België,

‘pas’ in 2011.

concurrentieVerscHillenDe EU wil ook dat concurrentieverschillen worden weggewerkt. Gebeurt dat niet, dan dreigen er sanc-ties te worden getroffen. ‘Brussel’ wil een veel grotere greep krijgen op het economisch beleid in de lidsta-ten. Vanaf 2011 wil Europa tegelijk de ontwerpbe-grotingen van de lidstaten en de actieplannen in het kader van EU2020 aan een controle onderwerpen. De agenda van Europa wordt automatisch die van de lidstaten.

Revolutionair zijn de voorstellen om nieuwe wetten te maken die de eurolanden bestraffen bij buitensporige

tekorten. Of bij buitensporige overheidsschulden of te grote handelstekorten. Tegen de zomer van 2011 moeten de Raad en het Europees Parlement die voor-stellen definitief goedkeuren.

Dat Europa landen op de vingers tikt omwille van hun tekorten, lijdt geen twijfel. Maar zal Europa ook Duitsland op de vingers durven tikken voor zijn over-schotten? Zal Europa het land aansporen om de bin-nenlandse vraag aan te zwengelen via loonsverho-gingen en minimumlonen? Ook dat bedreigt immers de Europese economie. Al wordt het Duitse model steeds meer naar voor geduwd als zaligmakend, toch stellen we ons al vakbond de vraag of het Duitse beleid Europa economisch kan vrijwaren. Of duwt het ons eerder in een neerwaartse spiraal?

ZeVen speerpuntenEr zijn ook plannen voor een EU-agenda met zeven speerpunten. Die agenda zou zowel voor de EU als voor elke lidstaat afzonderlijk gelden. De speerpun-ten gaan over innovatie, kansen voor jongeren, effici-ent gebruik van hulpbronnen, nieuwe vaardigheden en jobs, armoedebestrijding, digitalisering en indus-trieel beleid. Samen met het EU-voorzitterschap zul-len de speerpunten worden uitgewerkt.

Probleem is dat er voor die speerpunten nauwelijks financiële middelen beschikbaar zijn. Het ontbreekt Europa aan een stevig budget. De begroting van de EU wordt nu beperkt tot 1,04% van de Europese rijk-dom. Dat is onvoldoende om de Euiropese ambities hard te kunnen maken. Het Europese parlement bepleitte een stijging van dat budget voor 2011 tot 5,9%, maar gezien de budgettaire krapte van de lid-staten, kwam die er niet.

De budgettaire ruimte moet daarom komen van een versterking van de interne markt en een extern han-delsbeleid (o.a. onaangeboorde nieuwe markten) van de EU. Maar dat is een moeizame en onzekere weg.

Van Rompuy, Sarkozy en Merkel dringen aan op afdwingbare afspraken over economische harmonisering. Voor ons zijn sociale garanties even noodzakelijk.

Foto: Belga

8 | JAN-FEB-MRT 2011

Het is duidelijk dat Europa in het kader van de EU2020-strategie werk wil maken van een ver-snelde hervorming van de pensioenen, het arbeids-recht, de werkloosheidsverzekering en het sociaal overleg. Het komt erop neer dat al het weerwerk van de vakbonden nationaal op al deze onderdelen wordt lamgelegd. Maar dan nu via Europa. De soe-vereiniteit van het sociaal overleg wordt nu zelfs met voeten getreden.

Op de Europese manifestatie van 29 september 2010 gaven de vakbonden een duidelijke boodschap. Besparen op lonen, pensioenen en andere soci-ale uitkeringen? Hogere belastingen invoeren voor gewone mensen? Met zulke maatregelen zal je het prille economische herstel in de kiem smoren en een nieuwe crisis uitlokken. Samen met het Europees Vakverbond (EVV) roept het ACV de Europese Unie op om de lidstaten een sociaal verantwoord begro-tingsbeleid te laten voeren.

De echte oorzaak van de crisis had niets te maken met de niet-naleving van het Stabiliteitspact. Wel met de verschillen tussen de economieën van de eurozone die te weinig op elkaar zijn afgestemd, maar wel in eenzelfde monetair beleid worden gewrongen. Landen als Griekenland en Spanje konden jarenlang veel te goedkoop lenen aan lage Duitse rentevoeten. Met grote handelsonevenwichten tot gevolg.

Samen met het EVV dringt het ACV al langer aan op een gemeenschappelijk economisch beleid. Maar dan wel met de bedoeling een einde te maken aan de soci-ale en fiscale dumping. Als lidstaten zoiets gecoördi-neerd aanpakken, heb je een dubbel effect. Enerzijds geef je mensen meer inkomen, anderzijds stimuleer

je de economische vraag. En daar doen ondernemers ook hun voordeel mee.

Om het EU-budget op te krikken, steunt het ACV de eis van het EVV om een taks te heffen op financiële transacties. Er is daarnaast ook nood aan een vol-waardige meerwaardebelasting en een belasting op hoge vermogens en inkomsten uit vermogens. Op haar jongste congres brak de LBC-NVK verder een lans voor een harmonisering van de fiscaliteit van vennootschappen, met name op basis van een ver-gelijkbare grondslag en een mimimumtarief van om en bij de 30%.

focus op werkDe Europese ministers van Financiën en Economie trokken in de discussies over EU2020 het laken naar zich toe. Het gevolg is dat het werkgelegenheidsbe-leid en de verschillende actoren daarin een beperkte rol spelen in de voorliggende plannen.

De Belgische minister van Werk, Joëlle Milquet, stelde voor om werkgelegenheid een meer centrale plaats te geven. Met een evenwaardige rol voor de ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Zonder het belang te vergeten van de Europese sociale dialoog.

Het EVV wil dat deze ministers nauw overleggen met de Europese sociale partners. Via een EU2020-werkgroep binnen de Europese sociale dialoog. De sociale partners van de 27 lidstaten kunnen zo vooraf nauw worden betrokken bij het beheer en uitvoering van de ‘essentiële beleidskeuzes’ van EU2020.

Het ACV en het EVV vragen verder een Europees her-stelplan voor duurzame groei en werkgelegenheid.

Vakbondsvisie

KADER | 9

Houden de recente hervormingen hiermee voldoende rekening? Risicogedrag, streven naar prestaties en erkenning,… zowel in de wagen als in de financiële sec-tor roepen ze vragen op. Is toezicht alleen voldoende of hebben we ook andere bestuurders nodig? En wat hebben auto’s nog gemeen met de financiële sector?

tecHniscHe keuring Voor de financiËle sectorDe gevolgen van de financiële crisis zijn nog verre van uitgewerkt. Het valt dan maar te hopen dat de beleidsmakers lessen getrokken hebben uit het finan-cieel debacle. De roep om meer ethiek in de financiële sector klonk in de nadagen van de crisis wat luider dan voorheen, maar de vraag blijft of die roep ook leidt tot sluitende hervormingen om een herhaling te vermijden.

Iedereen is het erover eens dat onveilige auto’s een gevaar betekenen op de weg. Zo is het ook met de financiële sector. Onveilige banken zijn een gevaar voor de economie. Daarom heeft de Europese Unie gesleuteld aan het financieel toezicht.

unieke meningen

Vrouwen, auto’s en een alternatieve visie op financiële hervormingenisabelle Ven & cHris VerVliet

De technische controle mag dan al een zekere veilig-heid garanderen van elke auto op zich, ze garandeert geenszins de veiligheid van de grote verkeersstro-men. De technische controle vertelt niks over ris-kante wegen, zwarte punten en dode hoeken. Ook dergelijke gevaren waren van belang in de financi-ele sector. Individuele instellingen werden gecontro-leerd, maar niemand had nog zicht op het financieel systeem in zijn geheel. Om dit voortaan te vermijden komt er een nieuwe Europese overheid die de sys-teemrisico’s bewaakt.

Even terug naar de veilige wagen. Zolang Belgische auto’s enkel in België rijden en Franse auto’s enkel in Frankrijk, volstaat een nationale keuring. Maar de praktijk is natuurlijk anders. De auto’s steken wel eens de grens over. De Fransen willen daarom garanties dat de Belgische auto’s veilig zijn – en omgekeerd. Zo is het ook met de financiële sector. Financiële instellingen zijn actief over de grenzen heen. En dan is het ook niet meer dan logisch dat ook de controle internationaler wordt. Maar is dat wel zo?

Vrouwen en auto’s, volgens sommige stereotiepe denkbeelden een niet zo evidente combinatie, tenzij men de lieftallig glimlachende dames die glanzende bolides aan de man brengen, meerekent. in hogere managementkringen zijn de dames eerder dun gezaaid. misschien ook een moeilijke combinatie? niet toevallig rijst de vraag of de aanwezigheid van vrouwen de recente gebeurtenissen in de financiële sector zou hebben voorkomen? en wie weet hebben kritische stemmen in het algemeen, zoals die van vakbonden, in dit verhaal een positieve rol?

Foto: Van Parys Media

10 | JAN-FEB-MRT 2011

europees toeZicHtCeci n’est pas une pipe: het financieel toezicht in Europa is geen Europees financieel toezicht gewor-den. Het zwaartepunt van het toezicht blijft bij de nationale toezichthouders. Drie nieuwe Europese overheden – voor de banksector, de verzekerings-sector en de financiële markten – moeten ervoor zor-gen dat de toezichthouders naar elkaar toegroeien.

Het statuut en bevoegdheden van deze coördine-rende instellingen zijn versterkt. Ze kunnen onder meer aanbevelingen formuleren over de uniforme toepassing van de financiële wetgeving. Wanneer een nationale toezichthouder tekort schiet in zijn toezicht op individuele instellingen én de omstan-digheden dat vereisen, kunnen ze zelfs rechtstreeks maatregelen opleggen aan deze financiële instel-ling. Indien nationale toezichthouders het onder-ling oneens zijn, spelen de toezichthouders bemid-delaar of scheidsrechter.

Bij grensoverschrijdende financiële instellingen gebeurt het toezicht door ‘colleges van toezicht-houders’. Nieuw is dat de Europese toezichthou-dende overheden betrokken worden in de werking van deze colleges.

Onder impuls van het Europees Vakverbond en de internationale dienstenvakbond UNI, die op interna-tionaal vlak de bediendevakbonden groepeert, moe-ten de nieuwe Europese toezichthouders trachten te voorkomen dat financiële instellingen zich vestigen in lidstaten met het minst strenge toezicht.

De toezichthouders moeten ook overleg plegen met ‘stakeholders’, waaronder ook de afgevaardig-den van werknemers uit de financiële sector. Hun kritische stem kan zeker bijdragen tot een veilige financiële sector.

rijden onder inVloedNiet alleen de auto kan een gevaar betekenen. Ook de chauffeur. Al rijd je met een veilige wagen, dan nog zijn alcohol en drugs nefast voor de veiligheid. Geld en winst zijn dat ook voor de financiële sector. Ze bedwelmen de gebruiker en werken bovendien ver-slavend. Er is steeds meer nodig om ‘high’ te worden.

Het volstaat dus niet om de auto technisch te keu-ren. Ook de bestuurder moet gecontroleerd worden. Daarom willen zowel de G20, het Baselcomité en de EU het deugdelijk bestuur van financiële instel-lingen verstevigen. Steeds terugkerende aandachts-punten zijn de rol van de Raad van Bestuur inzake risicobeleid, een onafhankelijke risicoafdeling en een loonbeleid voor het hoger management dat overdreven risico’s niet aanmoedigt.

Ook moeten financiële instellingen kunnen aan-tonen dat ze in staat zijn veilig te rijden. De zoge-naamde verplichte ‘stresstesten’ waaraan financiële

instellingen thans worden onderworpen, zijn de ‘speekseltesten’ van de financiële sector.

Is hier een relatie met genderdiversiteit op zijn plaats? Misschien is mannelijk gedrag te veel pres-tatiegericht en te weinig risicobewust? Een overwe-ging die naar aanleiding van de financiële crisis voor ogen gehouden wordt?

deugdelijk bestuur en diVersiteitIn een Green Paper on Corporate Governance in Financial Institutions and Remuneration Policies gaat de Europese Unie dieper in op deugdelijk bestuur waaronder de rol van de bestuurders. Wat als dezen niet tegen hun taak zijn opgewassen? Of als de neu-zen te veel in dezelfde richting wijzen, zodat kriti-sche meningen onvoldoende komen boven drijven? Botst de cultuur van meer van hetzelfde op zijn limieten en is er nood aan meer diversiteit?

De Green Paper stelt daarom onder meer uitdrukke-lijk de vraag of meer vrouwen en individuen met een verschillende achtergrond in de raad van bestuur de werking en efficiëntie van deze raden zou kunnen verbeteren.

Een terechte overweging waar vakbonden al eerder op wezen. Vast staat dat vrouwen ondervertegen-woordigd zijn op het beslissingsniveau van financi-ele instellingen. De vraag is of hun ruimere aanwe-zigheid de kuddementaliteit die de financiële sector teisterde, zou kunnen verhinderen. In dat geval zou vervrouwelijking niet alleen de vrouwen ten goede komen, maar het financiële systeem in zijn geheel, met gezonde strategische prioriteiten.

UNI onderschrijft de algemene lijnen van de Green Paper en vraagt erkenning voor de rol van werk-nemers en hun afgevaardigden inzake deugdelijk bestuur. Risico’s worden immers niet enkel op het hoogste niveau herkend. Signalen van onderuit zijn in dat verband zeer belangrijk.

wordt VerVolgd?Volledig is dit overzicht uiteraard niet. Er zijn meer-dere dimensies aan dit verhaal: van nieuwe normen voor financiële instellingen (Basel III) tot hefboom-fondsen…

De verdienstelijke pogingen om de sector aan ban-den te leggen, lopen soms op een sisser af. In de Verenigde Staten hebben de grote financiële instel-lingen die staatssteun hadden genoten, deze steun zo snel mogelijk terugbetaald toen bleek dat het bonusbeleid aan banden zou worden gelegd zolang deze staatssteun niet was terugbetaald. Sommige van deze instellingen keerden nooit hogere bonussen uit dan na de financiële crisis. Dit stemt tot naden-ken. Is een nieuwe financiële crisis nodig om de ernst te doen inzien en écht fundamentele hervormin-gen af te dwingen? De toekomst zal het uitwijzen.

KADER | 11

Tijdschrifttoegelaten gesloten

verpakkingAntwerpen X

LBC-NVKSudermanstraat 52000 Antwerpen

België - BelgiquePB - PP

Antwerpen XjuridiscH gekaderd

Leidinggevende functie en vertrouwenspostsandra Vercammen

nVK lanceert SensorLBC-NVK komt op voor de belangen van alle bedienden én kaderle-den. Voor deze laatste doelgroep is er www.nvk.be. Een subsite van www.lbc-nvk.be die zich richt op (jonge) hooggeschoolden en kader-personeel. De website onderging een meer dan behoorlijke face-lift: informatie werd geactualiseerd, nieuwe rubrieken gecreëerd en

– misschien wel de belangrijkste aanpassing – de focus op een jon-ger publiek werd geïntensiveerd. Sensor, het jongerennetwerk van NVK zag het levenslicht met de bedoeling om meer jongeren warm te maken voor onze werking en standpunten. Op www.nvk.be lees je meer over het hoe en waarom van het NVK, de netwerkgedachte en het belang van Sensor.

in vorige editie van kader, nr. 140, gingen we in op het begrip kaderlid. we zagen toen dat ‘kader’ vaak in één adem genoemd wordt met leidinggevend en vertrouwenspersoneel, een groep die uitgesloten is van wettelijke arbeidsduurbeperkingen. maar is dit wel correct?

In principe kunnen alle werknemers genieten van maximale arbeidsduurgrenzen, pauzes, bescher-mende regels inzake nachtarbeid, enz. De wet voorziet (sinds 1922!) evenwel een uitzondering voor leidinggevend en vertrouwenspersoneel. Met hen kan de werkgever over al deze zaken vrij afspraken maken. In praktijk betekent dit dan ook vaak een grote mate aan flexibiliteit en lange werk-dagen. Niet onbelangrijk dus om even na te gaan welke werknemers nu juist als vertrouwensperso-neel kunnen worden aanzien.

Het antwoord vinden we in het Koninklijk Besluit van 10 februari 1965. Hierin wordt een aan-tal functies opgelijst waarvan de titularis geacht wordt zich niet te kunnen beroepen op de wette-lijke arbeidstijdregels. Het gaat onder meer om directeurs, filiaalhouders, het hoofd van de infor-maticadienst, ingenieurs wiens aanwezigheid noodzakelijk is voor de veiligheid van de werkne-mers of van de onderneming, werknemers die de onderneming ten aanzien van derden kunnen ver-binden (in zover het gaat om relatief belangrijke verbintenissen),…

Functies die niet voorkomen in het KB zullen onder de wettelijke arbeidstijdregels vallen. Algemene uitsluitingen voor kaderleden, ingenieurs, hoger geschoolden, niet-gebaremiseerden, grootverdie-ners, ... zijn nergens in de wet voorzien.

Het KB van ’65 moet steeds beperkend worden uit-gelegd. Bovendien geldt de reële functie-inhoud als uitgangspunt en niet enkel de functiebenaming. Zo zal de facility manager geen vertrouwensper-soneel zijn als deze in werkelijkheid de toiletjuf-frouw is.

Het belangrijkste gevolg van het feit dat een werk-nemer een functie uitoefent die opgesomd staat in het KB van 65, is de uitsluiting uit de regels over de arbeidsduur. Werknemers die een leidende functie of een vertrouwenpost invullen, zijn niet onderworpen aan de beperkingen betreffende de arbeidsduur. Hierdoor hebben zij in principe ook geen recht op overloon voor overwerk. Wat dan weer niet betekent dat deze werknemers geen recht zouden hebben op gewoon loon voor de uren die bovenop hun normale arbeidsduur ver-richt worden. En wat ook niet betekent dat er geen compensatie zou kunnen overlegd worden voor deze uren.

Foto: Daniël Rys