Maike van Stiphout-Samen Together

32
Samen Together Maike van Stiphout Amsterdam Academy of Architecture Architectura & Natura Publishers

description

 

Transcript of Maike van Stiphout-Samen Together

Page 1: Maike van Stiphout-Samen Together

Samen

Together

Maike van Stiphout

Amsterdam Academy of ArchitectureArchitectura & Natura Publishers

Page 2: Maike van Stiphout-Samen Together

Inhoud

Inleiding  3Delen en zorgen  4Van weerstand naar omarmen  14Inge Vleemingh, Go Nuts! 21Marit Janse, Zoutkristallen 22Bart van der Salm, Aarden 23Rioolwaterzuivering West 24Landschapspark Poelgeest 26Park Brederode 28Biografie  30

Intreerede

Maike van Stiphout, hoofd masteropleiding LandschapsarchitectuurUitgesproken op 4 september 2014 aan de Academie van Bouwkunst, Amsterdam

Inaugural Address

Maike van Stiphout’s inaugural address as Head of the Master’s program in Landscape Architecture. Given on September 4, 2014, at the Amsterdam Academy of Architecture.

Contents

Introduction  3Sharing and caring  4From resisting to embracing  14Inge Vleemingh, Go Nuts! 21Marit Janse, Salt Crystals 22Bart van der Salm, Grounding 23Sewage Treatment Plant, West Amsterdam 24Landscape Park Poelgeest 26Brederode Park 28Biography  30

At the end of the publication you’ll encounter examples of my approach - three of them from my own work, in which I, with my bureau, DS, search for a new balance between building for us, as humankind, and ‘nature-inclusive’ development. Landscape architecture is a profession that, through design, can improve living conditions for all living things. ‘Nature-inclusive’ development has always been an implicit part of DS’s projects. It’s only been recently that I’ve made it more explicit. The values that we, as DS, find essential in our projects are: creating a richer biodiversity, the anchoring of the area in its environment and in its history, and an aging process that remains aesthetic. All three are extremely relevant. But since I’m speaking about biodiversity in this lecture, I’ll concentrate on that in my commentary, though I don’t want to do injustice to the projects’ other qualities.

Aan het eind van de publicatie treft u ter illustratie van mijn benadering drie voorbeelden aan uit eigen werk, waarbij ik met mijn bureau DS zocht naar een nieuwe balans tussen enerzijds bouwen voor ons mensen en anderzijds natuur-inclusief ontwikkelen en bouwen. Landschapsarchitectuur is het beroep dat door middel van het ontwerp de levensomstandigheden kan verbeteren van al het levende. Natuur-inclusief ontwikkelen is impliciet onderdeel geweest van de DS-projecten. Het is pas de laatste tijd dat ik het meer expliciet benoem. De waarden die wij als DS essentieel vinden in onze projecten zijn: het creëren van een rijkere biodiversiteit, de verankering van het gebied in zijn omgeving en geschiedenis, en een verouderingsproces dat esthetisch blijft. Alle drie zijn zeer relevant. Maar omdat ik in mijn intreerede spreek over de biodiversiteit zal ik me op de eerste waarde concentreren, waarmee ik geen onrecht wil doen aan andere kwaliteiten van de projecten.

Page 3: Maike van Stiphout-Samen Together

3

IntroductionA wonderful opportunity has been given to me to act as Head of the Masters’ program in Landscape Architecture at the Academy of Architecture in Amsterdam. For the next few years, I’ll be able to pass on what I consider important to a group of young, ambitious professionals. I did this for a number of years by teaching design; now I will do it more structurally, through influencing the selection of topics and teachers. I’ve experienced at close hand how education has become more business-like over the last 40 years. I support the view of Graham Lock, professor of philosophy at Oxford and in Nijmegen. In an interview with De Groene Amsterdammer in 2008, he pointed out that the intellectual quality of aspiring students - a selection criterion at universities such as Oxford and Cambridge – was not used enough as a guideline for admission in The Netherlands. ‘In The Netherlands, selection means admitting students who are the least likely to drop out,’ he said. For that very reason, I was never going to enter into the education system.At the Academy - a breath of fresh air in the world of education! - I feel very much at home. The atmosphere

InleidingMij is de prachtige kans gegeven de functie te bekleden van hoofd masteropleiding Landschapsarchitectuur aan de Academie van Bouwkunst in Amsterdam. De komende jaren kan ik datgene wat ik van belang acht overdragen aan een groep jonge ambitieuze professionals. Ik deed dat al jarenlang met het geven van ontwerples. Nu kan ik het structureler doen, doordat ik invloed krijg op het selecteren van onderwerpen en docenten. Mijn beide ouders waren leraar op de middelbare school, wiskunde en biologie. Ik heb de verzakelijking in het onderwijs de afgelopen veertig jaar van heel nabij meegemaakt en ben er geen voorstander van. Ik steun de visie van professor Grahame Lock, hoogleraar filosofie in Oxford en Nijmegen. Hij gaf in een interview uit 2008 in De Groene Amsterdammer aan dat intellectuele kwaliteit van aspirant studenten, het selectiecriterium voor universiteiten als Oxford en Cambridge, in Nederland te weinig als leidraad voor toelating wordt gehanteerd. ‘In Nederland betekent selectie aan de poort studenten toelaten die de minste kans hebben uit te vallen’, aldus Grahame. Deze gang van zaken was een reden voor mij om nooit het onderwijs in te stappen. Op de Academie – een verademing in onderwijsland!

– voel ik me wél thuis. De sfeer is bijzonder collegiaal en de Academie straalt het plezier, de gedrevenheid en saamhorigheid uit van een heel goede en kleine school. Een school waar de persoon nog wél belangrijk is. Op de Academie wordt de student geprikkeld, afgeleid en aangemoedigd. En ja, hij doet dan als gevolg daarvan soms wat langer over zijn studie. Maar hij is wel rijk gevormd en voorbereid om aan onze leefomgeving een belangrijke bijdrage te leveren. Dat is investeren in de toekomst en daar kan de Academie van Bouwkunst trots op zijn. Ik wil de Academie bedanken voor het vertrouwen dat ze mij schenkt om de komende jaren als hoofd van de opleiding Landschapsarchitectuur een generatie landschapsarchitecten op te leiden. In het bijzonder dank ik mijn voorganger hoofd masteropleiding Landschapsarchitectuur Marieke Timmermans, voor het gespreide bed waarin ik beland en de ondersteuning die ze me gaf en geeft om het stokje in deze estafette over te nemen.Middels mijn intreerede wil ik u graag vertellen over mijn drijfveren en laten zien wat ik belangrijk vind om mijn studenten te leren. Mijn motivatie is geïnspireerd door een mondiale ontwikkeling die ik hier ook zal schetsen.

here is extraordinarily collegial, and the Academy exudes the pleasure, passion and camaraderie of a very good and small school, a school where the person is still important. The student is stimulated, distracted, and encouraged at the Academy. And yes, sometimes it takes longer to graduate as a consequence. But in having done so, the student has fully formed and been equipped to make an important contribution to our living environment. That’s investing in the future, and something the Amsterdam Academy of Architecture can be proud of. I’d like to thank the Academy for granting me, as Head of the Master’s program in Landscape Architecture, the trust to train a generation of landscape architects in the coming years. In particular, I’d like to thank my predecessor, Marieke Timmermans, for preparing this bed of roses into which I’ve fallen, and the support she gave me in picking up the baton in this relay.During my inaugural address, I’d like to tell you about my motives and what I find important to teach my students. My motivation was inspired by a global development, which I will outline here.

Page 4: Maike van Stiphout-Samen Together

4

Delen en zorgenEr vindt een opmerkelijke ontwikkeling plaats die nieuwe perspectieven biedt voor architecten, landschapsarchitecten en ste-denbouwkundigen. Het internet verandert de wereld op een manier die net zo krachtig is als de uitvinding van de boekdrukkunst meer dan 550 jaar geleden. De uitvinding van de boekdrukkunst leidde tot de verspreiding van kennis. Mensen waren niet langer afhankelijk van wat de geestelijken wisten en dachten, maar konden boeken lezen en met de kennis die ze zo opdeden hun eigen gedachten vormen. Door het opschrijven en verspreiden konden zij kennis bovendien uitwisselen. De uitvinding van de boekdrukkunst was dan ook een belangrijke motor achter de renais-sance. Het internet lijkt de motor te zijn achter de deel-economie. Oorspronkelijk was het internet bedoeld om kennis te delen, net zoals de boekdrukkunst. Verrassend genoeg heeft de functie van het internet zich uitgebreid tot het delen van veel meer dan alleen kennis. Voor de generaties die zijn opgegroeid met het internet, is het delen uitgegroeid tot een nieuwe manier van bezitten. Huizen, boot-

tochten, werkruimten, e-books, logeerplekken, kennis, geliefden en foto’s worden onderling en slim gedeeld, bijvoorbeeld via apps. Delen wordt steeds meer een geaccepteerde en zeer comfortabele manier van leven. Bedrijven, zoals Airbnb en taxiservice Uber verdienen goed aan het beheren van het delen van goe-deren. Er staat een nieuwe stedelijke generatie op die niet geïnteresseerd is in hebben, maar gewend is om te delen, een groep die geen waarde hecht of status ontleent aan het bezit-ten van grote auto’s en enorme villa’s. Het inter-net is een voertuig voor het delen, de smartp-hone het gereedschap.

Iets delen betekent ook het zorgen voor het-geen je deelt. Het zorgen voor iets wat je niet bezit vraagt om een nieuwe houding. Nu een

Sharing and caring A noteworthy development is taking place that offers new perspectives for architects, landscape architects and urban planners. The Internet is changing the world in ways as powerful as the invention of the printing press more than 550 years ago. The invention of printing led to the spread of knowledge. People were no longer dependent on what the priests knew and thought; they could read books and with the knowledge they gained, could form their own thoughts. Moreover, by writing them down and distributing them, they could exchange knowledge. The invention of the printing press was therefore an important engine behind the Renaissance. The Internet appears to be the engine behind the sharing economy. The Internet was originally conceived to share knowledge, as was printing. Surprisingly, its function has broadened to share much more than just knowledge. For the generations that have grown up with the Internet, sharing has become a new manner of possessing.

Houses, boat trips, workspaces, e-books, places to stay, knowledge, lovers and photos are mutually and cleverly shared, by apps, for example. Sharing is becoming an accepted and comfortable way of living. Businesses such as Airbnb and Ubertaxi earn good money from managing the sharing of goods. There’s a new urban generation that isn’t interested in ‘having’, but is used to sharing: a group that doesn’t attach status to owning big cars and enormous houses. The Internet is a vehicle for sharing, the smart phone its tool.

Sharing something also means caring for the thing you’re sharing. Caring for something you don’t own requires a new attitude. Now that a whole generation has grown up with sharing

Naast elkaar

Living apart together

Page 5: Maike van Stiphout-Samen Together

5

hele generatie met delen en zorgen opgroeit, krijgt het delen van en zorgen voor onze mondiale biodiversiteit wellicht een grotere kans van slagen dan in het tijdperk van voor het internet. Deze ontwikkeling biedt poten-tie onze houding ten opzichte van de natuur drastisch te veranderen.Dat is tweemaal eerder gebeurd: toen Charles Darwin de mens schaarde bij de zoogdieren en toen Richard Dawkins The Selfish Genes publiceerde. Etholoog en evolutiebioloog Dawkins ver-oorzaakte in de jaren zeventig een revolutie in het denken over onze relatie met de natuur. ‘Homo sapiens, is net als ieder dier een robot, een voertuig, blind geprogrammeerd om het voortbestaan van de zelfzuchtige moleculen, ook wel bekend als genen, te dienen’, schrijft Dawkins. Hij toont ons de natuur, niet als een

collectie levende wezens, maar als een verza-meling genetisch materiaal dat wil overleven. De dieren en planten, micro-organismen en zwammen zijn slechts de voertuigen. Hij verzette zich tegen wat Darwin beweerde. De ‘survival of the fittest’ is, volgens Dawkins, niet een strijd binnen de soort, maar een strijd tussen de genen waarbij het beste genetische profiel overleeft.

Dawkins veroorzaakte bij velen een existen-tiële crisis. Zijn wij geen schepsels van God; geen rentmeesters van de natuur? Zijn wij slechts voertuigen voor de genen? Nu, een halve eeuw later, plaatsen wij onszelf ein-delijk terug in het ecosysteem. Na eeuwen van ‘doden wat ons niet zint’, zijn we toe aan ‘samenleven met leven’, zoals trendwatcher

‘Hom

o sa

pien

s, lik

e an

y ani

mal,

is a

ro

botic

vehi

cle, b

lindl

y pr

ogra

mm

ed to

serv

e th

e su

rviva

l of t

hose

se

lfish

mol

ecul

es

know

n as

gen

es’

(Ric

hard

Daw

kins)

and caring, the sharing and caring of global biodiversity may well have a greater chance of success than it did before the era of the Internet. This development has the potential to drastically change our attitude towards the natural world. That has happened twice before: when Charles Darwin placed humans in the same rank as mammals, and when Richard Dawkins published The Selfish Genes. Dawkins - an ethologist and evolutionary biologist - caused a revolution in the seventies in the thinking of our relationship with nature. ‘We are survival machines – robot vehicles blindly programmed to preserve the selfish molecules known as genes’, wrote Dawkins. He showed us nature, not as a collection of living creatures, but as a collection of genetic

material that wants to survive. The animals and plants, microorganisms and fungi are merely the vehicles. He opposed what Charles Darwin’s claimed. The ‘survival of the fittest’ is, according to Dawkins, not a struggle within the species, but a struggle between the genes in which the best genetic profile survives.

Dawkins caused an existential crisis in many. Are we not creatures of God? Are we are not guardians of nature? Are we just vehicles for genes? Now, nearly half a century later, we are finally placed ourselves back into the ecosystem. After centuries of ‘killing that which doesn’t like us’ we are ready to ‘live with life’, as trendwatcher Lidewij Edelkoort puts it. My lecture is all about this new positioning,

‘Afte

r cen

turie

s of

killin

g th

at w

hich

do

esn’

t like

us w

e ar

e re

ady t

o liv

e wi

th lif

e’ (L

idew

ij Ede

lkoor

t)

Page 6: Maike van Stiphout-Samen Together

6

Lidewij Edelkoort het verwoordt.Mijn lezing gaat over deze nieuwe positionering, de kansen en de rol die ons vakgebied van archi-tectuur, stedenbouw en landschapsarchitec-tuur kan en zou moeten spelen in het ontwer-pen met de natuur.

In 1992 werd in Rio de Janeiro door de Verenigde Naties een biodiversiteitsverdrag gesloten. Met dit document beoogden de ondertekenaars een halt toe te roepen aan het voortgaande verlies van biodiversiteit op de aarde. Behoud, duurzaam gebruik en billijke verdeling van biodiversiteit moest een univer-seel recht worden dat juridisch afdwingbaar is. De deadline werd op 2020 gelegd: over zeven jaar moet iedereen het verdrag steunen en er uitvoering aan geven. Vier jaar geleden

op de VN-top in Nagoya, kwam een delegatie van vertegenwoordigers van steden en landen van over de hele wereld tot een concreet actieplan: Steden en Biodiversiteit. Sindsdien hebben diverse steden hun beleid ten aanzien van biodiversiteit aangepast. De Nederlandse aanpak richt zich op de economische waarde van biodiversiteit. Dat is weinig verrassend, maar niet onbelangrijk voor de omwenteling in denken. De Nederlandse overheid heeft een online-tool ontwikkeld die beslissers, beleids-makers en ontwerpers helpt bij het herkennen, demonstreren en vastleggen van de waarde van ecosysteemdiensten en biodiversiteit. Aangezien landschapsarchitectuur binnen de Academie van Bouwkunst vooralsnog de enige beroepsgroep biedt die ontwerpt met de natuur, moeten wij het voortouw nemen in

‘Con

serv

atio

n, su

stain

able

us

e an

d ju

stifia

ble

distr

ibut

ion

of b

iodi

versi

ty

is a

unive

rsal

righ

t for

all’

(the

Uni

ted

Nat

ions

, 199

2)

‘Bio

dive

rsity

mea

ns

the

varia

bilit

y am

ong

livin

g or

gani

sms f

rom

al

l sou

rces

, thi

s inc

lude

s di

versi

ty w

ithin

spec

ies,

betw

een

spec

ies a

nd

of e

cosy

stem

s' (C

onve

ntio

n on

Bio

logi

cal D

ivers

ity 19

92)

and the opportunities and the role that the fields of architecture, urban planning and landscape architecture can and should play in designing with nature.

A biodiversity treaty was signed in 1992 by the United Nations in Rio de Janeiro. With this document, its signatories intended to put an end to the on-going loss of biodiversity on Earth. The conservation, sustainable use and justifiable distribution of biodiversity needed to be a legally enforceable universal right. The agreed-upon deadline was 2020: in six years, everyone must support and implement the treaty. Four years ago, at the UN summit in Nagoya, a delegation of representatives from cities and countries all over the world

came up with a concrete action plan: Cities and Biodiversity. Since then, several cities have adjusted their policies regarding biodiversity. The Dutch approach focuses on the economic value of biodiversity. That is hardly surprising, but not unimportant for the revolution in thinking. The Dutch government has created an online tool that can help decision makers, policy makers and designers recognise, demonstrate and capture the values of ecosystem services and biodiversity. Since landscape architecture is still the only profession offered within the Academy that designs with nature, we must take the lead in changing the approach. I hope my students will develop cities in which we live with life, that they will design for us all together. The mission

Page 7: Maike van Stiphout-Samen Together

7

het veranderen van de aanpak. Ik hoop dat mijn studenten steden zullen ontwikkelen waarin we leven met het leven. Dat ze zullen ontwerpen voor ons allen samen. Aan de lei-ding en docenten van de Academie de taak ze te helpen om te ontwerpen met de natuur. Ik ben me bewust van de netelige situatie: het prediken voor meer natuur in een bolwerk van architectuur. Om het onderwerp meer te laten spreken zal ik de meerwaarde ervan illustre-ren. Daarbij zal ik spreken over ecosysteem-diensten, diensten die de natuur ons gratis en voor niets levert.Biodiversiteit is de verscheidenheid aan het leven op aarde, oftewel de biologische rijk-dom van de drie-eenheid soorten, genen en ecosystemen.

Wanneer we praten over soorten onderschei-den we vier groepen: dieren, planten, micro-organismen en zwammen. Tot nu toe zijn er twee miljoen soorten ontdekt. Maar de aarde herbergt tien tot vijftien miljoen soorten, waar de mens er slechts één van is. Zestig procent van de soorten is insect. Daan Roosegaarde, kunstenaar en zelfbenoemd uitvinder, zoekt in zijn werk naar slimme, nog onbekende combinaties van soorten die het comfort van de mens kunnen verhogen. Zo maakte hij een voorstel om lichtgevende zwammen te com-bineren met bomen ter vervanging van de hui-dige straatverlichting. Een boom zou dan niet alleen zuurstof leveren en schone lucht maken, maar ook kosteloos straten aanlichten.De genen betreffen de diversiteit van indivi-duen die behoren tot dezelfde soort (grootte,

of the Academy’s leadership and teachers will be to help them to design with nature. I’m aware of the quandary: preaching for more nature in a stronghold of architecture. To highlight the subject, I will illustrate its added value. In that, I will talk about ecosystem services; services that nature provides to us for free, for nothing.

Biodiversity is the variety of life on earth or the biological wealth of the trinity of species, genes and ecosystems. When we talk about species, we distinguish between four groups: animals, plants, microorganisms and fungi. So far, two million species have been discovered. Earth is home to ten to fifteen million species, of which human beings are only one. 60% of

species are insects. Daan Roosegaarde, artist and self-proclaimed inventor, searches in his work for clever yet unknown combinations of species that can improve the comfort in human lives. So he proposed combining luminescent mushrooms and trees to replace our current street lighting. A tree would, thus, create not only oxygen and clean the air, but also light the streets free of charge.

‘Genes ensure the diversity of individuals belonging to the same type of species (size, shape, colour)’, the so-called ‘selfish genes’ of Richard Dawkins. Those who know that an historic landscape element such as the decoy - a way of trapping wild ducks by corralling them into a small pond surrounded by trees

Bioluminescentie door Daan Roosegaarde

Bioluminescense by Daan Roosegaarde

Page 8: Maike van Stiphout-Samen Together

8

- is not just a group of trees, but also a gene pool of rare and ancient genes like those of the fluttering elm, will look at the landscape in a completely new way. He would then understand that preserving a large gene pool is important for food security. The Homo sapiens has forever been trying to improve his crops, initially by cross-breeding in the field and now with genetic manipulation in laboratories. Noteworthy in this context is the producer of seed potatoes in Groningen who scours local markets in South America in search of heritage potatoes. He needs to cross his delicate seed potatoes with older varieties every two years in order to prevent diseases.

vorm, kleur), de door Richard Dawkins zoge-naamde ‘zelfzuchtige genen’. Wie weet dat een historisch landschapselement zoals een eendenkooi niet alleen een groep bomen is, maar ook een genenpool van zeldzame en oude genen, zoals die van de fladderiep, kijkt met andere ogen naar het landschap. Hij zal dan gaan begrijpen dat het behoud van een grote genenpoel van belang is voor de voedselzekerheid. De Homo sapiens heeft altijd geprobeerd om zijn gewassen te ver-beteren, eerst door selectie in het veld en nu met genetische manipulatie in laboratoria. Noemenswaardig in dit kader is een produ-cent van pootaardappelen in Groningen die lokale markten afstruint in Zuid-Amerika, op zoek naar oude aardappelrassen. Hij moet zijn delicate pootaardappelen namelijk elke

Biodiversity is also about ecosystems: the interaction between a group of organisms and their physical environment. An ecosystem can be a field, a mountain or a city. Sometimes that ecosystem is a manipulated whole, as the documentary MeesTV demonstrates. The filmmaker is Tijs Tinbergen, a nephew of Niko Tinbergen who, in turn, was a former mentor to Richard Dawkins. (It’s a small world). Tijs Tinbergen’s family of tit birds is a part of his life. Tinbergen does everything to make the birds comfortable so that they come there to brood, while he follows their goings-on via a camera in their birdhouse.An ecosystem is based on the interaction between a group of organisms and their physical environment, an environment that

twee jaar kruisen met oude rassen om ziekten te voorkomen.

Biodiversiteit gaat ook over ecosystemen: de interactie tussen een groep organismen en hun leefomgeving. Een ecosysteem kan een veld, een berg of een stad zijn. Soms is dat ecosysteem een gemanipuleerd geheel, zoals de documentaire MeesTV laat zien. Maker is filmer Tijs Tinbergen, neef van Niko Tinbergen die op zijn beurt voormalig mentor was van Richard Dawkins. (De wereld is klein.) De fami-lie koolmezen van Tijs Tinbergen maakt deel uit van zijn leven. Tinbergen doet er alles aan om het de vogels zo naar de zin te maken dat ze komen broeden, waardoor hij ze via een camera in de mezenkast weer kan volgen. Een ecosysteem is gebaseerd op de interactie

MeesTV van Jan Musch en Tijs Tinbergen

MeesTV by Jan Musch and Tijs Tinbergen

Page 9: Maike van Stiphout-Samen Together

9

tussen een groep organismen en hun fysieke omgeving. Een omgeving die ons mensen nu zoveel beïnvloedt, dat de mensheid op een natuurkracht lijkt. Deze gedachtegang inspireerde nobelprijs-winnaar Paul Crutzen tot het gebruik van de term Antropoceen.Landschapsarchitect Dirk Sijmons nam het Antropoceen, het tijdperk waarin de mens als een natuurkracht op de aarde ingrijpt, als uitgangspunt voor de Internationale Architectuur Biennale Rotterdam 2014, waar hij curator van was. Sijmons stelt: ‘Het Antropoceen postuleert dat menselijke en natuurlijke processen met elkaar verbon-den zijn tot een complex nieuw geheel. Er bestaat geen ‘uitgangssituatie’ of ‘natuurlijk evenwicht’ om op terug te vallen […]. We kunnen alleen vooruit, en we moeten op

that designers do, and want. There is a major role to be played by designers in the Anthropocene. That brings us back to the Academy.

Despite the reciprocity, most of us are unaware of the amenities the natural world offers us. Nature provides us with energy from the wind and sun, she gives us food, fibre and fuel, clean water and clean air. Nature moderates the extreme temperatures and precipitation that are the result of climate change. And nature offers calmness, relaxation and, thus, spiritual well-being. We can increase our awareness of the value of nature through education. It’s predicted that by 2050, there will be 10

zoek naar de beste manieren om vooruit te komen.’ Door de mens te beschouwen als een natuurkracht wordt hij stuurbaar. Sturen is iets wat ontwerpers graag willen en kunnen. Er is een grote rol weggelegd voor ontwerpers in het Antropoceen. Daarmee zijn we terug op de Academie. Ondanks de wederkerigheid zijn de meesten van ons zich niet bewust van de diensten die de natuurlijke wereld ons biedt. Natuur geeft ons energie uit zon en wind, zij geeft ons voedsel, vezels en brandstof, schoon water en schone lucht. De natuur tempert de extreme temperaturen en neerslag die het gevolg zijn van de klimaatverandering. En natuur biedt rust, ontspanning en dus gees-telijk welzijn. We kunnen ons bewustzijn van de meerwaarde van natuur verhogen door

humans now influence so much that humanity resembles a force of nature. This line of thought inspired Nobel Prize winner Paul Crutzen to conceive the term Anthropocene. Landscape architect Dirk Sijmons used the Anthropocene, the era in which humanity affects earth like a force of nature, as a starting point for the 2014 International Architecture Biennale in Rotterdam, of which he was the curator. Sijmons states: ‘The Anthropocene postulates that human and natural processes are linked together in a complex new whole. There is no baseline or natural equilibrium to fall back on [...]. We can only go forward, and we have to find the best way of doing that’. By admitting that man is a force of nature, he can be guided. Guiding is something

'We

need

nat

ure

in o

ur

lives

mor

e th

an e

ver t

oday

, an

d as

mor

e of

us a

re

livin

g in

citie

s it m

ust

be u

rban

nat

ure'

(bio

philic

citie

s.org

)

Page 10: Maike van Stiphout-Samen Together

10

billion people living on this planet, 75 percent in cities. The job of landscape architects, urban planners and architects will be to improve, by design, the living conditions of the growing population in cities. The creation and maintenance of biodiversity in cities is of vital importance to the survival of humankind. It will ensure a higher quality of life. Slowly, we will replace the struggle against the natural world with the utilisation of nature’s amenities.

One project that illustrates clever design using the forces of nature is The Sand Engine, designed by Royal Haskoning, Grontmij and Deltares. Now that sea levels are rising, the North Sea is ‘eating up’ our beaches. The sand has shifted slowly from the south to the

middel van onderwijs. De prognose is dat er in 2050 tien miljard mensen op deze planeet leven, waarvan 75 procent in steden. Aan de landschapsarchitecten, stedenbouwkundi-gen en architecten de taak om door middel van het ontwerp de levensomstandigheden van de groeiende bevolking in de steden te verbeteren. Van vitaal belang voor het voort-bestaan van de mensheid is het handhaven en creëren van biodiversiteit in de steden. Het zal zorgen voor een hogere kwaliteit van leven. Langzaam zullen we de strijd tegen de natuur vervangen door het gebruik maken van de diensten van de natuur. Een project dat slim ontwerpen met natuur-lijke krachten illustreert is De Zandmotor, een ontwerp van Royal Haskoning, Grontmij en Deltares. Nu de zeespiegel stijgt ‘eet’

north, towards Denmark. Vast quantities of sand must be artificially applied to keep our coastal defences strong. We usually used fuel-inefficient trucks for that purpose. But recently, The Sand Engine was installed at the coast between Ter Heide and Kijkduin, it is a mountain of sand that, through the forces of wind, waves and currents, spreads itself along the shoreline. Another example of intelligent water management and designing with nature comes from SCAPE LANDSCAPE ARCHITECTURE PLLC. For the shallow waters of the Bay Ridge Flats (Hudson River, NYC) they proposed to nurture an active oyster culture that engages issues of water quality, rising tides, and community based development. This living reef is constructed from a field of piles and a web of "fuzzy rope"

de Noordzee onze stranden op. Het zand verplaatst langzaam van het zuiden naar het noorden, in de richting van Denemarken. Om onze kustverdediging sterk te houden moeten enorme hoeveelheden zand kunstmatig worden aangebracht. Normaal gesproken gebruikten we daarvoor brandstof-ineffi-ciënte vrachtwagens. Maar sinds kort ligt De Zandmotor voor de kust tussen Ter Heijde en Kijkduin: een berg zand die zich onder invloed van windkracht, golfslag en zeestro-ming verspreidt langs de kustlijn. Een ander voorbeeld van intelligent watermanagement en ontwerpen met de natuur komt van SCAPE LANDSCHAPSARCHITECTUUR PLLC. Voor de ondiepe wateren van de Bay Ridge Flats (Hudson Rivier, NYC) ontwikkelden zij een actieve oestercultuur die de problemen van

Zandmotor van Royal Haskoning, Grontmij en Deltares Oystertecture van SCAPE LANDSCAPE ARCHITECTURE PLLC

Sand Engine by Royal Haskoning, Grontmij and Deltares Oystertecture by SCAPE LANDSCAPE ARCHITECTURE PLLC

Page 11: Maike van Stiphout-Samen Together

11

De Ceuvel van Delva Landscape Architects en space&matters

De Ceuvel by Delva Landscape Architects and space&matters

that supports oyster and mussel growth and builds a rich three-dimensional landscape mosaic. The reef attenuates waves and cleans millions of gallons of harbor water through harnessing the biotic processes of oysters, mussels and eelgrass.

Given enough time, nature can even help clean contaminated land. That’s one of the goals of the De Ceuvel project in Amsterdam, designed by Delva Landscape Architects and space&matters. By planting reeds and other plant species, the soil in a polluted area will become cleaner over time, and perhaps even completely clean in the 10 years’ time that the area will be left fallow. This is nature delivering an ecosystem service.

de waterkwaliteit en de stijgende getijden aanpakt en die de ontwikkelingen vanuit gemeenschap stimuleert. Het levende rif is opgebouwd uit een veld van palen en een web van gerafeld touw dat de oester- en mos-selgroei ondersteunt. Hiermee ontstaat een rijk, biodivers, driedimensionaal mozaïek-landschap. Het rif verzwakt golven en reinigt miljoenen liters water uit de haven, door gebruik te maken van de biotische processen van oesters, mosselen en zeegras.

Wanneer er tijd genoeg is kan de natuur zelfs helpen om vervuilde bouwgrond te reinigen. Het is een van doelstellingen van het project De Ceuvel in Amsterdam, ont-worpen door Delva Landscape Architects en space&matters. Door aanplant van riet en

In health care, intangible ecosystem services are supported by scientific proof. We stay fitter, heal faster and are happier when we have access to nearby nature. STUDIO 1:1 and DS designed a clock based on ecological data such as the song periods of birds, visibility of bats and flight periods of butterflies. The clock’s hand takes a year to make one complete rotation, whereby the active animals at that moment are shown. Birds, insects and mammals are shown as lines on the dial. In winter, there are fewer lines on the dial, which means that less species are active. In this way, nature is placed in the patient’s view. The patient is alerted to the presence of nature, and thus might recover more quickly.

andere plantensoorten wordt de bodem van een verontreinigd gebied in de loop van de tijd schoner en misschien zelfs helemaal schoon in de tien jaar tijd dat het gebied braak ligt. Hier levert natuur een ecosysteemdienst.In de gezondheidszorg worden de immateriële ecosysteemdiensten ondersteund door weten-schappelijk bewijs. We blijven fitter, genezen sneller en zijn gelukkiger als we toegang hebben tot de nabijgelegen natuur. STUDIO 1:1 en DS ontwierpen een klok op basis van ecologische gegevens, zoals de zangperiode van vogels, zichtbaarheid van vleermuizen en vliegperiode van vlinders. De wijzer doet er een jaar over om een keer rond te gaan, waar-door zichtbaar wordt op welk moment in de tijd welke soorten actief zijn. Vogels, insecten en zoogdieren staan vermeld als lijnen op de

Tijdmechanisme - de Biologische klok door STUDIO 1:1 en DS

Time mechanism – the Biological clock by STUDIO 1:1 and DS

Page 12: Maike van Stiphout-Samen Together

12

Finally, there’s much to be gained for both humankind and the natural world from the integration of nature and architecture. Modernism is over! Working, living and recreation are no longer different activities carried out in different locations. The reason for that is the Internet, which makes it possible to always be connected with knowledge and people, no matter where one is. This ensures, for example, that we have the freedom to work anywhere. More and more often it isn’t in the traditional office environment, but in an inspiring setting. This motivated the Japanese architectural office Nendo to design a beautiful bird- and human house in which to stay. The opportunities to design exciting, nature-inclusive meeting places are there for

wijzerplaat. In de winter toont de klok weinig lijnen, wat betekent dat weinig soorten actief zijn. Door de klok naast een ziekbed te hangen krijgt een patiënt zicht op de natuur. Op deze manier kan de natuur in zicht komen van de herstellende. Hij wordt alert gemaakt op de aanwezigheid van natuur, waardoor zijn her-stel mogelijk sneller verloopt.

Ten slotte is voor mens en natuur veel te winnen door het integreren van natuur en architectuur. Het modernisme is voorbij! Werken, wonen en recreëren zijn niet langer verschillende activiteiten op verschillende locaties. Oorzaak daarvan is het internet, dat het mogelijk maakt om ongeacht waar men is, altijd verbonden te zijn met kennis en mensen. Het zorgt er bijvoorbeeld voor dat we de vrij-

the taking. Landscape architecture, urban design and architecture can, through design, improve the living conditions for all living things.

Cities are ideally suited to grow biodiversity. They are the engines of sustainable development, combining innovation, creativity and education. One city leading the way in investing in large-scale nature is Singapore. The city is part of a network of biophilic cities, cities in search of a new balance with nature. These are cities that aspire to care about, protect, restore and grow nature, by fostering deep connections and the daily contact of the urban population with the natural world. Nature is not optional,

heid hebben om overal te werken. Steeds vaker is dat niet in de traditionele kantoorom-geving, maar in een inspirerende omgeving. Het bracht de Japanse architectenbureau Nendo op het idee een prachtig vogel- en mensenhuis te ontwerpen als verblijfplek. De kansen om spannende, natuur-inclusieve ont-moetingsplekken te ontwerpen liggen voor het oprapen. Landschapsarchitectuur, steden-bouw en architectuur kunnen door middel van het ontwerp de levensomstandigheden verbeteren van al het levende. Steden zijn bij uitstek geschikt om de biodiver-siteit te laten groeien. Zij zijn de motor achter duurzame ontwikkeling, een combinatie van innovatie, creativiteit en onderwijs. Een stad die voorop loopt in het investeren in groot-schalige natuurontwikkeling is Singapore.

Bird-apartment van Nendo

Bird-apartment by Nendo

Page 13: Maike van Stiphout-Samen Together

13

De stad is een onderdeel van een netwerk van biophilic cities, steden die een nieuw even-wicht zoeken met de natuur. Het zijn steden die de zorg over, bescherming van en herstel en groei van natuur ambiëren door te stre-ven naar intense verbindingen en dagelijks contact van de stedeling met de natuurlijke wereld. De natuur is niet optioneel, maar absoluut noodzakelijk voor een gelukkig, gezond en zinvol leven. De netwerkorganisa-tie stelt op haar website dat we meer dan ooit natuur nodig hebben in ons dagelijks leven. Omdat steeds meer mensen in steden wonen moet het stedelijke natuur zijn. Singapore is het grootste rolmodel voor steden die op zoek zijn naar samenleven met leven. Om te leren van onze projecten stuurde de over-heid van Singapore haar ambtenaren naar

de Europese architecten-, stedenbouwkun-dige en landschapsarchitectenbureaus. Een groepje Singaporezen bezocht ook DS.Dichter bij huis wordt er ook gewerkt aan een meer vanzelfsprekende omgang met natuur. De gemeente Amsterdam werkt momenteel hard aan een nieuw natuurbeleid waarin gesteld wordt dat iedereen die de stad bouwt en verandert, bijdraagt aan de huisvesting van het levende. De stadsecologen zijn van mening dat niet alleen degenen die vleer-muizen of beschermde kikkers tegenkomen in hun project maatregelen moeten nemen. Iedereen moet zijn steentje bijdragen. Amsterdam zal dan een gezonde en veilige stad worden voor meer dan alleen haar mensen. Zal Amsterdam deel gaan uitmaken van het netwerk van biophilic cities?

but absolutely necessary for living a happy, healthy and meaningful life. The Biophilic Cities Network states on its website that we need nature more than ever in our daily lives. Because more people are living in cities, this must take the form of urban nature.Singapore is the greatest role model for cities looking to live with life. In order to learn from our projects, the Singaporean government sent her officials to European architectural, urban planning and landscape architectural offices. One group of Singaporeans also visited DS.

Closer to home, a more natural and intuitive interaction with nature is also being cultivated. The city of Amsterdam is working hard on a

new environmental policy in which everyone who builds in the city and alters it, contributes to the housing of living things. The city ecologists believe that measures shouldn’t just be taken by those who encounter bats or protected frogs in their projects. Everyone has to contribute. Amsterdam would then be a healthy and safe city for more than just her human population. Will Amsterdam become part of the network of biophilic cities?

‘Bio

philic

citie

s are

citie

s th

at co

ntai

n ab

unda

nt

natu

re; t

hey a

re ci

ties

that

care

abou

t, se

ek to

pr

otec

t, re

store

and

grow

th

is na

ture

, and

that

striv

e to

foste

r dee

p co

nnec

tions

an

d da

ily co

ntac

t with

th

e na

tura

l wor

ld.’

(bio

philic

citie

s.org

)

Page 14: Maike van Stiphout-Samen Together

14

Van weerstand naar omarmen In de bouw in Nederland wordt natuur gezien als een belemmering voor de bouwers, een risicofactor voor ontwikkelaars en onbekend terrein voor ontwerpers: een antropocen-trische benadering. Verhalen in de media bevestigen het conflict tussen natuur en bouwen. De zeggekorfslak woonde langs de geplande A50 en vertraagde zo de voltooi-ing ervan. Een hamster leefde in een gebied dat bestemd werd tot industriegebied in Heerlen. Als gevolg daarvan werden de contouren van het gebied aangepast. In Amsterdam-West moesten kinderen van-wege de aanwezigheid van vleermuizen een jaar langer wachten op het gereedkomen van hun nieuwe school.

De Europese Flora- en faunawet, aangeno-men in 2002, verbiedt het verstoren van het leefgebied van beschermde soorten om te voorkomen dat de biodiversiteit nog verder afneemt. De collectieve verontwaardiging over de aanwezigheid van deze beestjes is

From resisting to embracingIn construction in The Netherlands, nature is seen as a hindrance to builders, a risk factor for developers and uncharted territory for designers: an anthropocentric approach. Stories in the media confirm the conflict between nature and construction. The tiny Desmoulin’s whorl snail lived along the planned route of the A50 highway, and so delayed its completion. A hamster lived in a proposed industrial area in Heerlen. As a result, the area’s contours had to be adjusted. In Amsterdam-West, children had to wait a year longer for their new school to be finished because of the presence of bats.

The European Flora and Fauna Act, introduced in 2002, forbids the disturbance of the habitat of protected species in order to prevent the further decline of biodiversity. The collective outrage over the presence of these little creatures is a shameless display of the

een vertoning van die typisch Nederlandse antropocentrische houding in de bouw. Deze dieren zijn mede zeldzaam geworden juist vanwege deze benadering. Het is de hoog-ste tijd om na te denken over en te handelen in het voordeel van de biodiversiteit; om natuur-inclusief te bouwen.

Het is gemeengoed dat kunst en cultuur kan bewerkstelligen dat vooroordelen verdwijnen en nieuwe mogelijkheden het licht zien. Onderwijs speelt een belangrijke rol in het veranderen van houding. Hier is een rol weggelegd voor de Academie van Bouwkunst. De Academie is onderdeel van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten. Ze doceert de culturele uitdrukking van maatschappelijke waarden in onze leef-omgeving. De uitdaging voor onze studen-ten zal zijn om de juiste culturele expressie te vinden die de weerstand voor natuur in de bouw verandert in een omarming ervan.

Onopgemerkt zijn studenten en alumni van de Academie hiermee al begonnen.Wadland, een project van alumnus land-schapsarchitect Bruno Doedens (SleM) en

typically Dutch, anthropocentric attitude in construction. These animals are rare precisely because of this approach. It’s high time to think about and act in favour of biodiversity: to build nature-inclusively.

It’s widely accepted that art and culture can bring about the disappearance of prejudices and allow new opportunities to see the light of day. Education plays an important role in changing attitudes. This is a role in which the Academy of Architecture can partake. The Academy is a part of the Amsterdam School of the Arts. She teaches the cultural expression of social values in our living environment. The challenge for our students will be to find the proper cultural expression to change the construction industry’s approach of resisting the natural world to embracing it.

Students and alumni are already engaged in this, without fanfare. Wadland, a project by landscape architect and alumnus Bruno Doedens (SleM) and architect Machiel Spaan, is a good example of the cultural development

Page 15: Maike van Stiphout-Samen Together

15

of nature. In this project, a large group of people placed willow objects in the Wadden Sea. The objects prompted the formation of salt marshes. These, in turn, ensure a new, natural abundance. The character of Wadland’s event perfectly suits the spirit of the age in which young people group together on such occasions. Through social media and the making and sharing of selfies, they spread their knowledge of the project around the world. By physically participating in the creation of nature, an interest in preservation, sustainable development and justifiable sharing of biodiversity can be triggered; values that the United Nations wants to harness. Landscape architect Marit Janse graduated with the project Salt

architect Machiel Spaan, is een goed voor-beeld van culturele natuurontwikkeling. In dit project plaatste een grote groep vrijwilligers wilgenobjecten in de Waddenzee. De objec-ten zetten de vorming van kwelders op gang. Deze zorgen op hun beurt voor een nieuwe, natuurlijke overvloed. Het karakter van het evenement Wadland past perfect bij de tijd-geest waarin jongeren voor een event bijeen-komen. Via social media, het maken en ver-spreiden van selfies delen ze kennis over het project met de hele wereld. Door de fysieke deelname aan natuurbouw kan de interesse gewekt worden voor het behoud, duurzame ontwikkeling en billijke verdeling van biodi-versiteit. Waarden die de Verenigde Naties willen vastleggen. Landschapsarchitect Marit Janse studeerde af op de nieuwe

Crystals, about new nature development in the Oosterschelde. One of her interventions was the making of a tidal pool so that city dwellers and tourists can swim in clean seawater. The clean water is a symbol of Oosterschelde National Park’s success and, at the same time, its most menaced aspect, due to the degradation of its microclimate. Could the project coerce its bathing visitors into actively restoring nature? The architect Bart van der Salm incorporated a biotope for birds and plants into his design for a hospice in the very centre of the city of Zwolle, thus creating a hospice for more than just people. In Go nuts!, Inge Vleemingh devised a strategy to transform large-scale agricultural areas into tender, loving landscapes useful

natuurontwikkeling in de Oosterschelde met het project Zoutkristallen. Eén van haar interventies was het maken van een getijde-bad, zodat stedelingen en toeristen kunnen zwemmen in schoon zeewater. Het schone water is een symbool voor het succes van het Nationaal Park Oosterschelde en, tegelijker-tijd, het meest bedreigde aspect vanwege aantasting van het microklimaat. Zou het project badgasten kunnen verleiden in actie te komen voor het herstel van de natuur? De architect Bart van der Salm voegde in zijn ontwerp van een hospice in het centrum van de stad Zwolle een biotoop voor vogels en muurplanten toe. Hij maakte een hospice voor meer dan de mens. Inge Vleemingh bedacht een strategie voor het tranformeren van grootschalige landbouw naar liefdevol

Wadland door Bruno Doedens (SleM ) en Machiel Spaan Wad

land

doo

r Bru

no D

oede

ns (S

leM

) en M

achi

el Sp

aan

Wad

land

by B

runo

Doe

dens

(Sle

M) a

nd M

achi

el Sp

aanWadland by Bruno Doedens (SleM) and Machiel Spaan

Page 16: Maike van Stiphout-Samen Together
Page 17: Maike van Stiphout-Samen Together
Page 18: Maike van Stiphout-Samen Together

18

landschap met nut voor ondernemers en genoegen voor zijn bewoners, Go nuts! ‘Je opvoeding bepaalt je visie op de natuur’, zegt professor Matthijs Schouten in de tv-uitzending Terug naar de Natuur van programma NRT-Academy van 26 juli 2013. Dertig jaar geleden, toen Dawkins The Selfish Genes publiceerde, was de houding voor-namelijk geënt op de eigenaar of heerser: de natuur is om te voldoen aan mijn wensen. Tegenwoordig beschouwt de meerderheid van de mensen zichzelf als deelnemer: de mens is ook natuur. Dit is een interessante ont-wikkeling. Het kan betekenen dat de tijd echt rijp is om te bouwen aan een completere leef-omgeving, gebouwd voor mensen, planten, dieren, micro-organismen en zwammen. De Academie brengt met haar onderwijs-

formule studenten met diverse achtergron-den, het werkveld, kennisbronnen en de maatschappij samen. De actualiteit is hier de dagelijkse realiteit. Ik zie het als mijn rol om op vier vlakken het biodiversiteitsgehalte op te voeren.

Ik wil me richten op het werven van studenten met een intrinsieke interesse voor de natuur, via de groene masteropleidingen en via stichtingen en verenigingen. Het kunnen en moeten ook studenten zijn uit andere culturen dan de onze. We kunnen dan namelijk opti-maal van elkaar leren. Waar wij bijvoorbeeld gewend zijn aan de scheiding tussen mens en natuur is in Japan de mens nooit anders geweest dan onderdeel van de natuur.

to entrepreneurs and enjoyed by their inhabitants.‘Your upbringing determines your approach to nature’, says professor Matthijs Schouten in an NRT-Academy television broadcast of Back to Nature, on July 26, 2013. Thirty years ago, when Dawkins published The Selfish Genes, the attitude was predominantly of owner or ruler: nature is to comply with my wishes. Now the majority of people consider themselves participants: humans are also nature. This is an interesting development. It may mean that the time is ripe to build a more complete living environment, built for humans, plants, animals, microorganisms and fungi.The Academy of Architecture’s curriculum and teaching methods bring together students

with diverse backgrounds, the working field, sources of knowledge and society. The news here is the daily reality. I see it as my role to increase the content of biodiversity in all four of those groups.

I want to focus on recruiting students – via environmentally oriented colleges, foundations and associations - with an intrinsic interest in nature. This could and should include students from cultures different than our own, so that we can learn as much as possible from each other. In the western world, for example, we are used to the separation of man and nature; in Japan, humans have never been anything but a part of nature.

Zoutkristallen –Oosterschelde Label: producten van lokale materialen door Marit Janse

Salt Crystals– Label Oosterschelde: products from local materials by Marit Janse

Page 19: Maike van Stiphout-Samen Together

19

De keuze van docenten wordt aangestuurd op basis van kennis en ervaring in de opga-ven om natuur en cultuur met elkaar te ver-smelten. Ik ga proberen nieuwe kennisbron-nen in de vorm van wetenschappers zoals Matthijs Schouten, of kunstenaars zoals Frank Bruggeman aan de Academie te verbinden.

We gaan meer spelen. Bijvoorbeeld met Claud Biemans stoepgroenten zoeken en bereiden of met Bruno Doedens de wadden op. In de programmering van de lezingen-cyclus die de Academie samen met ARCAM (Architectuurcentrum Amsterdam) program-meert zal aandacht zijn voor biodiversiteit.Het werkveld waarmee intensief con-tact is, waar de studenten werken en waarmee de Academie projecten doet,

wordt verbreed met opdrachtgevers zoals de Waddenvereniging, Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten en Landschapsbeheer Nederland. We zullen daarbij nationaal en internationaal opere-ren. In de banden met het maatschappelijk veld wordt aansluiting gezocht met organi-saties zoals ARCAM, de Hortus Botanicus Amsterdam, het Naturalis Biodiversity Center, platform voor debat Pakhuis de Zwijger; instellingen die nieuwe verbanden tussen natuur en cultuur kunnen en willen leggen.

In mijn rede heb ik u laten zien dat het ver-groten van de biodiversiteit een mondiale ambitie is. De voorbeelden laten zien dat natuur-inclusief ontwikkelen en bouwen

Teachers will be chosen based on their knowledge and experience in blending nature and culture into course content. I’m also going to try to link the Academy to new sources of knowledge in the form of scientists such as Matthijs Schouten and artists like Frank Bruggeman. We’re going to play more, by searching for vegetables that grow in the cracks of the sidewalks with Claud Biemans, for example, or visiting the mudflats with Bruno Doedens. The Academy’s lecture series, programmed in conjunction with ARCAM (Architecture Center Amsterdam), will focus on biodiversity.

The work field, where there’s intensive contact, where the students work and with

which the Academy does projects, will be broadened to include clients such as the Waddenvereniging, Natuurmonumenten and landscape management organisations. We will thereby operate nationally and internationally. In terms of linking with society, associations will be sought out with organisations such as ARCAM, Amsterdam’s Hortus Botanicus, the Naturalis Biodiversity Center and, the platform for debate, Pakhuis de Zwijger; institutions that can and want to lay down new connections between nature and culture.

In my speech, I’ve shown you that increasing biodiversity is a global ambition. The examples demonstrate that nature-inclusive

Samen

Together

Page 20: Maike van Stiphout-Samen Together

20

geen droom is maar een uitdaging. De land-schapsarchitectuur kan door middel van het ontwerp de levensomstandigheden van het levende verbeteren. Maar bouwen voor bio-diversiteit in de stad vergt ook een interdis-ciplinaire samenwerking tussen architecten, stedenbouwkundigen en landschapsarchi-tecten. En interdisciplinaire samenwerking is precies wat hier aan deze academie wordt onderwezen en waar we trots op zijn. De Academie is de biotoop om bouwen met natuur te doceren en te studeren.

development in construction is not a dream, but a challenge. The landscape architect can, through design, improve the living conditions of all living things. But building for biodiversity in the city requires an interdisciplinary collaboration between architects, urban planners and landscape architects. And interdisciplinary collaboration is precisely what is taught here at this Academy; it’s what we’re proud of. The Academy is a biotope in which to teach and study building with nature.

Reinventing Happiness in het Stedelijk Museum 's-Hertogenbosch door Frank Bruggeman

Reinventing Happiness at the Stedelijk Museum 's-Hertogenbosch by Frank Bruggeman

Page 21: Maike van Stiphout-Samen Together

21

Inge VleeminghGo Nuts!

Inge VleeminghGo Nuts!Go nuts! is een voorbeeld van hoe we om kunnen gaan met ruimtelijke én maatschappelijke vraagstukken op het gebied van grootschalige industriële landbouw. De grootschaligheid en impact van de industrie wordt niet ontkend of weggestopt, maar wordt gebruikt om een liefdevol en tijdsbestendig landschap te maken met nuts voor zijn ondernemers en genoegen voor de bewoners. Bij deze nieuwe vorm van biologische varkenshouderij kunnen de varkens naar buiten in het scharrelbos, gevuld met diverse soorten noot- en fruitbomen. Deze eikels, appels en kastanjes leveren heerlijk voedsel voor de varkens, tegelijk zijn de bossen openbaar toegankelijk voor de bewoners. De oorsprong van het vlees op ieders bord wordt zichtbaar in het landschap. Daarnaast worden grote rietvelden aangelegd voor de zuivering van afvalwater en de productie van biomassa. Het allermooiste is dat Go nuts! een structuur van leefgebieden oplevert voor diverse flora en fauna en een landschappelijk raamwerk vormt dat in de toekomst diverse programma’s kan herbergen. Industriële landbouw maakt liefdevol landschap. Niet gek, Go nuts!

Landschapsarchitect Inge Vleemingh studeerde in 2014 af aan de Academie van Bouwkunst met een strategie voor de transformatie van grootschalige landbouw naar liefdevol landschap met nut en genoegen. Maike van Stiphout was commissielid.

Go nuts! is an example of how we can deal with spatial and social issues in terms of large-scale industrial agriculture. The massive scale and impact of the agricultural industry is not denied or hidden from view, but is used to create a caring and time-resistant landscape useful to its entrepreneurs and pleasurable for its residents. Using this new form, an organic pig farm can let its pigs outside to forage in a forest filled with different kinds of nut and fruit trees. The acorns, apples and chestnuts provide delicious food for the pigs, while the forest remains publicly accessible for residents. The source of the meat on everyone’s plate becomes visible in the landscape. In addition, large reed stands are planted to filter wastewater and for the production of biomass. The best part is that Go nuts! provides a structure of habitats for diverse flora and fauna, and forms a framework for landscape that can accommodate various programs in the future. Industrial agriculture creates a caring landscape. Not all that crazy, Go nuts!

Landscape architect Inge Vleemingh graduated in 2014 from the Academy of Architecture with a strategy for transforming large-scale agriculture into a caring, useful and enjoyable landscape. Maike van Stiphout was a committee member.

Go nuts! Peelhorst menukaart Scharrelbos

Go nuts! Peelhorst Foraging Forest's menu

In de scharrelbossen lopen de varkens vrij rond. Zichtbaar voor iedereen die wil weten waar zijn eten vandaan komt. Daarnaast vormen de bossen een verbinding voor natuur, fietser en wandelaar.

In the free-range forests the pigs roam free. Visible to everyone who wants to know where his or her food comes from. In addition, the forests from a connection for nature, cyclist and hikers.

Page 22: Maike van Stiphout-Samen Together

22

Marit JanseZoutkristallen

Marit JanseSalt Crystals

Dit plan toont een nieuwe manier van natuur beschermen in en rond de Oosterschelde door het gebied weer onlosmakelijk te verbinden met onze cultuur. Dat is nodig, want over 50 jaar zal de Oosterschelde alleen nog uit water bestaan; zandplaten, slikken en schorren zullen in de zeearm verdwijnen terwijl planten, dieren en het aantrekkelijke landschap daarvan afhankelijk zijn. Door grootschalige landbouw en het ontoegankelijk maken van natuurgebieden is de afstand tot natuur vergroot. Zoutkristallen is de metafoor voor het zoeken naar een brede maatschappelijke basis voor het behoud van natuur en gaat uit van de Oosterschelde als ecosysteem waar de mens een onlosmakelijk onderdeel van is. Het tij wordt gekeerd door een ontwerp met een reeks kleine voorstellen waaromheen een nieuwe attitude kan uitgroeien, kristalliseren. Juist op die plekken waar conventionele landbouw geen toekomst heeft zijn allianties en innovatieve teelten kansrijk. Natuurontwikkeling wordt hier gecombineerd met andere belangen zoals landbouw, recreatie en cultuurhistorie. Samenwerking is essentieel in deze strategie voor een duurzame groene toekomst, een hogere biodiversiteit en een aantrekkelijk landschap. Zoutkristallen geeft aan hoe we condities kunnen scheppen voor leven.

Landschapsarchitect Marit Janse studeerde in 2013 cum laude af aan de Academie van Bouwkunst met een strategie voor het reactiveren van de rijke natuur van de Oosterschelde. Dit plan, Zoutkristallen, werd genomineerd voor de Archiprix 2014. Maike van Stiphout begeleidde haar als mentor.

This plan demonstrates a new way of protecting nature in and around the Oosterschelde, by inextricably linking the area to our culture again. That is necessary because in 50 years the Oosterschelde will consist only of water: sandbars, mudflats and salt marshes will disappear in the estuary while plants, animals and an attractive landscape are dependent on them. Large-scale agriculture and the restricting of access to nature have made nature more distant than ever. Salt Crystals is a metaphor for the search for a widely accepted social foundation for conserving nature, using the Oosterschelde as an example of an ecosystem from which humans are inseparable.The tide is reversed through a design with series of small depictions around which a new attitude can form, or crystallise. Alliances and innovative crops have promise precisely in the places where conventional farming has no future. Here, nature development is combined with other interests such as agriculture, recreation and cultural history. Collaboration is essential in this strategy for a sustainable green future, higher biodiversity and an attractive landscape. Salt Crystals demonstrates how we can create conditions for living.

Landscape architect Marit Janse graduated cum laude in 2013 from the Academy of Architecture with a strategy for the reactivation of the rich natural environment of the Oosterschelde. This plan, Salt Crystals, was nominated for the Archiprix in 2014. Maike van Stiphout was her mentor. Construction of the tidal bath at the foot of the Zeeland Bridge

a step to connect nature again with our culture.

Jurk Stella McCartney geverfd met meekrapwortelMet drie principes wordt in dit plan het maatschappelijk

draagvlak voor natuur vergroot: natuurontwikkeling verbinden aan een lokale blauwe economie; cultuurhistorie als inspiratie

voor verandering én de beleving van de natuur centraal.

Dress Stella McCartney painted with Madder

Three principles in this plan increase social support for nature: nature development connected to local blue economy; cultural history as inspiration for change, and focus on the experience

of nature.

De aanleg van een getijdenbad aan de voet van de Zeelandbrug is een stap om de natuur weer te verbinden met onze cultuur.

Page 23: Maike van Stiphout-Samen Together

23

Bart van der SalmAarden

Bart van der SalmGrounding

In zijn afstudeerproject Aarden heeft de architect Bart van der Salm een Tussenthuis ontworpen in het historisch centrum van Zwolle. Dit hospice is een gasthuis waar koppels of gezinnen tijdelijk kunnen wonen om de laatste levensfase van een partner of gezinslid samen te ‘beleven’. Naast een Tussenthuis voor mensen, is het ook een Tussenthuis voor de flora en fauna van de historische ‘stenen stad’. Door nissen, randen, sparingen en nestelgelegenheden te maken kan ook het bestaande en omringende stedelijk landschap aarden. Dieren komen overwinteren en planten en insecten kunnen de muren van het complex letterlijk bewonen. Het Tussenthuis is dus gemaakt van muren die door hun opbouw tegelijkertijd weer een Tussenthuis zijn voor het lokale landschap met zijn bewoners. Zo wordt een plek van de dood tevens een plek van het leven, en de massa die ruimte maakt tevens de ruimte die massa maakt: wederkerige afhankelijkheid en wederkerige noodzakelijkheid.

Architect Bart van der Salm studeerde in 2014 cum laude af aan de Academie van Bouwkunst met een ontwerp voor een hospice voor het lokale landschap en zijn bewoners. Maike van Stiphout was commissielid. Bart van der Salm werd genomineerd voor Archiprix 2015

For his graduating project, architect Bart van der Salm designed an in-between home (Tussenthuis) in the historic centre of Zwolle. This hospice is a guesthouse where couples or families can temporarily live together to ‘experience’ the last phase of life of a partner or member of the family. In addition to being an ‘in-between home’ for people, it is also an ‘in-between home’ for the flora and fauna of the historic ‘stone city’. The existing and surrounding urban landscape can be settled using niches, edges, holes and nesting opportunities. Animals come to overwinter, and plants and insects can literally live in the walls of the complex. The in-between home is therefore made of walls that, in being erected, themselves provide yet another ‘in-between home’ for the local landscape and its residents. In this way, a place of the dead is also a place of the living, and the substance that makes space also the space that makes substance: reciprocal dependence and reciprocal necessity.

Architect Bart van der Salm graduated cum laude in 2014 from the Academy of Architecture with a design for a hospice for a local landscape and its residents. Maike van Stiphout was a committee member. Bart van der Salm has been nominated for the 2015 Archiprix.

Beplantingsschema border hofruimtes

Doorsnede van de binnentuin

Courtyard border planting scheme

Cross-section of the courtyard

Impressie van de binnentuin

Impression of the courtyard

Page 24: Maike van Stiphout-Samen Together

24

Rioolwaterzuivering West

Sewage Treatment Plant,West Amsterdam

De zuiveringsinstallatie Westelijk Havengebied in Amsterdam ligt aan de belangrijkste verkeersader van de haven. De witte tanks en de donkere dennen vormen een esthetisch geheel dat sterk afwijkt van de doorgaans saaie percelen in de haven met kort gemaaid gras. De zuiveringsinstallatie is een natuurgebiedje geworden. Het is onder meer gastvrij gemaakt voor amfibieën zoals de knoflookpad en diverse vlindersoorten.Sinds kort is de zuiveringsinstallatie niet langer meer een eiland in een ecologisch weinig aantrekkelijk landschap, maar een vaste pleisterplaats voor dieren in een veranderlijke omgeving. De haven laat namelijk sinds kort natuurontwikkeling toe op haar braakliggende gronden. Europese regelgeving staat niet toe dat gebouwd wordt op locaties waar beschermde soorten leven, maar de nieuwe regeling tijdelijke natuur geeft ruimte voor soepeler gebruik van wetgeving. Het havenbedrijf

Amsterdam’s water purification plant lies in the western harbour area, on the port’s main thoroughfare. The white tanks and the dark pines form an aesthetic whole that differs markedly from the area’s standard, boring layout of plots with short-cut grass. The water purification plant has become a small nature reserve, suitable for amphibians such as the spadefoot toad and various butterfly species. The treatment plant is no longer an island in an ecologically unattractive landscape, but a habitat for animals in a changing environment. In recent years, the port has allowed nature to take over its fallow ground. European legislation does not allow building in locations inhabited by protected species, but a new regulation for temporary nature allows for a more flexible use of the legislation. The port has received

ministerial permission, if building is necessary, to relocate protected species that make their home in this temporary natural environment. A good follow-up step could be to expand the nesting and sheltering opportunities in the port’s buildings. The roofs and walls of those enormous structures offer great possibilities.In 2013, DS made a list of specifications for nesting and sheltering spots in buildings, titled Sharing Shelter. The goal was to encourage architects and clients to consider more nesting and sheltering possibilities for animals from the very beginning in the design of their building or artwork. The business-like tone of the specifications is accompanied by an attractive, visual design. The list is available on the DS website.

heeft een ontheffing van het Rijk gekregen om beschermde soorten die zich vestigen in de tijdelijke natuur waar gebouwd moet worden te verplaatsen naar elders. Dit is een eerste stap in de natuur-inclusieve ontwikkeling van de haven van Amsterdam. Een goede volgende stap kan zijn het vergroten van nest- en schuilgelegenheid voor dieren in de gebouwen in de haven. De daken en wanden van de enorme gebouwen bieden daar grote mogelijkheden toe. DS maakte in 2013 een programma van eisen voor nest- en schuilplekken voor dieren in gebouwen, met de titel Sharing Shelter. Doel was architecten en opdrachtgevers te stimuleren om nestel- en schuilgelegenheid voor dieren vanaf de beginfase in hun ontwerp voor hun gebouw of kunstwerk mee te nemen. De zakelijke toon van een programma van eisen gaat gepaard met een aantrekkelijke, visuele vormgeving. Het resultaat is vindbaar op de DS-website.

Rioolwaterzuivering West Locatie: Amsterdam Jaar van ontwerp: 2002-2006Opdrachtgever: Witteveen+Bos / WaternetOppervlakte: 6,2 hectare

Sewage Treatment Plant, West AmsterdamLocation: Amsterdam Design and construction: 2002-2006Client: Witteveen+Bos / WaternetSurface: 6,2 hectares

Page 25: Maike van Stiphout-Samen Together

25

2004

2006

2014

Page 26: Maike van Stiphout-Samen Together

26

LandschapsparkPoelgeest

Landscape Park Poelgeest

DS transformeerde de polders van Poelgeest van een weiland aan de rand van de stad in een moeras dat water uit de nabijgelegen woonwijk filtert en buffert bij hevige regenval. Dit ecosysteem levert schoon water. De morfologie van de polders, die dateren uit de zestiende eeuw, bleven in tact. Alleen de huid van het landschap veranderde van weide naar riet, van droog naar nat en van weinig naar veel biodiversiteit. Tussen ontwerp en aanleg zit elf jaar. Jaren vol vergaderingen om ingrepen te voorkomen, in een gebied dat de meeste mensen zagen als een onbestemd stukje land. Het Zuid-Hollands Landschap was bereid het landschap lange tijd te beheren. Natuur tot op de deurmat, was

DS transformed the polders of Poelgeest from a pasture on the city’s edge to a marsh that filters water from a nearby residential area, buffering it during heavy rain. This ecosystem provides clean water. The morphology of the polders, which date from the 16th century, remained intact. We merely changed the skin of the landscape from meadow to reed, from dry to wet, from not much biodiversity to a great deal of it. Its design and construction took eleven years; years of many meetings to prevent interventions in an area that most people saw as an indefinable piece of land. The organisation Zuid-Hollands Landschap was prepared to manage the landscape for the long-term. That was an important step towards a robust future.

samenvattend de strategie voor de openbare ruimte. Wandelaars kunnen op de dijken wandelen en, met laarzen aan, paden door de polder volgen. De aanwezigheid van zeldzame vogels maakt het gebied een mekka voor vogelaars. DS creëerde een interessant ecosysteem. Het water in het gebied wordt door riet gefilterd. Het schone water stroomt vanuit de polders terug naar de woonwijk. Het zet een groot waterrad, gemaakt door de kunstenaar Hanshan Roebers, in beweging. Tijdens de officiële opening van het gebied ging DS met 100 visnetten, een handvol natuurfreaks, kinderen en volwassenen op avontuur in het gebied.

Nature at your doorstep was the summarising strategy for the public space. Hikers can walk on the dikes and, with boots on, follow paths through the polder. The presence of rare birds makes the area a Mecca for birdwatchers. DS created an interesting ecosystem. The water in the area is filtered via the reeds. The clean water circulates from the polders back to the residential area, turning a large waterwheel, made by the artist Hanshan Roebers, with its flow. During the park’s official opening DS, equipped with 100 fishnets, joined a handful of nature freaks, children and adults on an adventure in the area.

Landschapspark Poelgeest Locatie: Oegstgeest Jaar van ontwerp: 1997-2007Opdrachtgever: gemeente OegstgeestOppervlakte: 22 hectare

Landscape Park PoelgeestLocation: Oegstgeest Design and construction: 1997-2007Client: municipality of OegstgeestSurface: 22 hectares

Page 27: Maike van Stiphout-Samen Together

27

1999

2005 2010

2007

2006 2014

Page 28: Maike van Stiphout-Samen Together

28

Park Brederode

Brederode Park

Wie de meest duurzame strategie voor meer biodiversiteit in een ontwikkelproject wil creëren kan beter niet het bestaande land-schap “consumeren” door erin te bouwen, maar het landschap ver-bouwen voor de nieuwe functie. We gebruikten deze strategie voor Park Brederode, een ontwikkeling waar plek is voor ongeveer driehonderd huishoudens. Het duurde negen jaar om dit landschap langzaam te transformeren van een psychiatrisch ziekenhuis met paviljoens in een landschap dat achthonderd mensen en nog veel meer levende wezens kan absorberen. Uiteindelijk ziet de ingrijpende renovatie er heel natuurlijk uit. De locatie bestond uit 35 hectare aan gazon met ziekenhuisgebou-wen. Het was een natuurarm gebied dat zich van het omringende rijke landschap, waar onder meer het Nationaal Park Kennemerduinen deel van uitmaakt, had losgemaakt. DS haalde het hek weg en voegde het gebied weer in het landschap. Grofweg drie landschapszones bestrijken het gebied: de jonge duinen, een duinvallei en de oude duinen. De aanleg van nieuwe heu-

The best, most sustainable strategy for creating more biodiversity in a development project is not to ‘consume’ the existing landscape by building in it, but to remodel the landscape for its new purpose. We used this strategy for Park Brederode, a development with enough space for around three hundred households. It took nine years to slowly transform the landscape from a psychiatric hospital with pavilions into a landscape absorbing 800 people and many more living creatures.

The site consisted of 35 hectares of lawn, with hospital buildings. It was a nature-deficient area that had detached itself from the rich, surrounding landscape, part of which is the Kennemerland National Park. DS removed the surrounding fence and made the area a part of the landscape again. Broadly speaking, the area is made up of three landscape zones: young dunes, a dune valley and old dunes. The creation of hills at the foot of the

vels aan de voet van de jonge duinen rekte het aangrenzende nationale park als het ware op. In de duinvallei stroomt nu een beek die gevoed wordt door een kunstmatige aan-snijding van een waterdragende laag in de jonge duinen; een oud principe opnieuw toegepast. Er zijn nu oevers met orchideeën, ondiepe wateren voor padden, vispaaiplaat-sen en een grote diversiteit aan inheemse planten. Beschermde soorten, zoals vleermuizen, vogel-melk en wijngaardslak, konden in het gebied blijven en vele andere soorten vonden er hun plek. DS is al twaalf jaar bij dit project betrok-ken en coacht mede de architecten in het ontwerpen van de villa’s in het landschap. De architecten en opdrachtgevers kregen steeds de vraag voorgelegd om nestel- en schuilplaatsen te integreren in hun kapitale villa’s. Er waren veel kansen voor natuur-inclusieve huizen, maar geen van hen gaf gehoor aan onze oproep. Het delen van kennis, pre-senteren van voorbeelden, de wil en overredingskracht van ons land-schapsarchitecten ten spijt. You can lead a horse to the water, but you can’t make it drink….

young dunes increased the size of the adjacent national park. A new stream flows through the dune valley, fed by an artificial cut in a water-bearing layer in the dunes; an old principle, newly-applied. There are now banks with orchids, shallow waters for toads, spawning areas for fish and a large diversity of native plants. Protected species such as bats, stars-of-Bethlehem and snails have been able to remain in the area and many more found their homes there. DS has been working on this project for twelve years, and coaches the architects in the design of the villas in the landscape. The architects and clients were continually asked to consider integrating nesting and sheltering opportunities into their large villas. There were many opportunities for ‘nature-inclusive’ villas, but none of them responded to our call, despite the sharing of knowledge, the precedents, the will and the persuasion of our landscape architects.You can lead a horse to water but you can’t make it drink...

Park Brederode Locatie: Bloemendaal Jaar van ontwerp: 2003-hedenOpdrachtgever: Park Brederode Beheer BVOppervlakte: 35 hectare

Brederode Park Location: Bloemendaal Design and construction: 2003-presentClient: Park Brederode Beheer BVSurface: 35 hectares

Page 29: Maike van Stiphout-Samen Together

29

2008

2008

2012

Page 30: Maike van Stiphout-Samen Together

ColofonTekst/Text: Maike van StiphoutRedactie/ Editors: Renske van Veen, Klaas de JongTekstredactie/ Text editor: Marieke BerkersVertaling/ Translation: Anik SeeCopy editing: Nik Berkouwer Fotografie en beeld: Julie Buttier, p. 4, 19, meestv.nl, p. 8, Beeldbank Rijkswaterstaat, p. 10, STUDIO 1:1, p. 11, Bruno Doedens, p. 16, 17, Roel Backaert, p. 20 , DS, p. 25-27, 29Vormgeving/ Design: Studio Sander BoonDruk/ Printing: gradience media works bv

© 2014 Tekst /Text Maike van Stiphout© 2014 Academie van Bouwkunst Amsterdam/ Amsterdam Academy of Architecture, www.academyofarchitecture.nl

Architectura & Natura Publisherswww.architectura.nl

ISBN: 9789461400468

Biography Maike van Stiphout (born in Eindhoven in 1964) studied landscape architecture at Wageningen University and the Royal Melbourne Institute of Technology in Melbourne, Australia. After graduating, she worked overseas for a number of years, including at the IAURIF in Paris. In The Netherlands, she worked for several years for the bureau of Buijs en Van der Vliet (now MTD). In 1993 she started, with Bruno Doedens, DS landscape architecture.

In addition to directing DS (as its sole director since 2005), she is a member of various boards, committees and juries, including the board of SKOR (the Art and Public Space Foundation), the ASMAL committee of the Council for Culture, jury Vice President of The Heritage Award Europe Nostra in cultural history and member of the infrastructure quality control team for Brainport Avenue.

Throughout her career she has taught and supervised graduate students at universities and academies including: Wageningen, ETH Zurich, École National Supérieure du Paysage de Versailles and the Academy of Architecture in Amsterdam and Arnhem.

Her bureau’s recent work includes the World Forum in The Hague’s international zone, Willem Alexander Park (atop a tunnel on the A2 highway near Utrecht), the Meander Medical Centre in Amersfoort and the Waelpark housing project in Westland. Maike van Stiphout also initiates other projects arising out of her social commitment and expertise, for example: Cruquius Natuurlijk! and Goud voor Hout. An aesthetic aging process, proper anchoring and attention to biodiversity are important qualities of her projects. Landscape architecture is, in her vision, a design discipline that shapes the living environment of humans, plants and animals.

In September 2014, she was appointed Head of the Master’s program of Landscape Architecture at the Amsterdam Academy of Architecture.

BiografieMaike van Stiphout (1964, Eindhoven) studeerde landschapsarchitectuur aan de Wageningen UR en het Royal Melbourne Institute of Technology in Melbourne, Australië. Ze werkte na haar studie enkele jaren in het buitenland, waaronder voor IAURIF in Parijs. In Nederland werkte ze onder meer enkele jaren voor bureau Buijs en Van der Vliet (tegenwoordig MTD). In 1993 richtte ze met Bruno Doedens DS landschapsarchitecten op.

Naast het leiding geven aan DS (sinds 2005 is zij enig directeur) is ze lid van uiteenlopende besturen, commissies en jury’s, zoals het bestuur van SKOR (kunst en openbare ruimte), de commissie ASMAL van de Raad voor Cultuur, The Heritage Award Europa Nostra (cultuurhistorie) en het kwaliteitsteam Brainport Avenue (infrastructuur).

Gedurende haar loopbaan doceerde en begeleidde ze afstudeerders aan universiteiten en academies waaronder: Wageningen UR, ETH Zürich, École National Supérieure du Paysage de Versailles en de Academie van Bouwkunst in Amsterdam en Arnhem.

Recent werk van haar bureau is het World Forum in de internationale zone van Den Haag, het Willem Alexanderpark op de tunnel van de A2 ter hoogte van Utrecht, het Meander Medisch Centrum in Amersfoort en het woonproject Waelpark in het Westland. Maike van Stiphout initieert ook eigen projecten die voortkomen uit haar maatschappelijke betrokkenheid en vakkennis. Voorbeelden hiervan zijn Cruquius Natuurlijk! en Goud voor Hout. Mooi verouderen, goed verankeren en aandacht voor biodiversiteit zijn belangrijke kwaliteiten van haar projecten. De landschapsarchitectuur is in haar visie een ontwerpdiscipline die vorm geeft aan de leefomgeving voor mens, plant en dier.

Sinds september 2014 is zij hoofd van de masteropleiding Landschapsarchitectuur aan de Academie van Bouwkunst in Amsterdam.

Page 31: Maike van Stiphout-Samen Together

Master of Architecture / Urbanism / Landscape Architecture Amsterdam Academy of Architecture

Architects, urbanists and landscape architects learn the profession at the Amsterdam Academy of Architecture through an intensive combination of work and study. They work in small, partly interdisciplinary groups and are supervised by a select group of practising fellow professionals. There is a wide range of options within the programme so that students can put together their own trajectory and specialisation. With the inclusion of the course in Urbanism in 1957 and Landscape Architecture in 1972, the Academy is the only architecture school in the Netherlands to bring together the three spatial design disciplines under one roof.

Some 350 guest tutors are involved in teaching every year. Each of them is a practising designer or a specific expert in his or her particular subject. The three heads of department also have design practices of their own in addition to their work for the Academy. This structure yields an enormous dynamism and energy and ensures that the courses remain closely linked to the current state of the discipline.

The courses consist of projects, exercises and lectures. First-year and second-year students also engage in morphological

Master of Architecture / Urbanism / Landscape Architecture Amsterdam Academy of Architecture

Architecten, stedenbouwkundigen en landschapsarchitecten leren aan de Academie van Bouwkunst het vak door een intensieve combinatie van werk en studie. Er wordt gewerkt in kleine, deels interdisciplinaire groepen, waarbij de studenten worden begeleid door een selecte groep praktiserende vakgenoten. De keuzemogelijkheden binnen het programma zijn groot, zodat studenten hun eigen traject en specialisatie kunnen samenstellen. Met de toevoeging van de opleiding Stedenbouw in 1957 en Landschapsarchitectuur in 1972 is de Academie de enige Nederlandse ontwerpopleiding die de drie ruimtelijke disciplines in samenhang aanbiedt.

Elk jaar zijn ongeveer 350 gastdocenten betrokken bij het onderwijs. Elke docent is praktiserend ontwerper of is specifiek deskundig op zijn of haar onderwijsonderdeel.Ook de drie hoofden van de opleidingen hebben naast hun werk voor de Academie een eigen ontwerppraktijk. Deze structuur geeft een enorme dynamiek en energie en zorgt ervoor dat de opleidingen scherp blijven toegesneden op de actualiteit van het vak.

De opleidingen bestaan uit projecten, oefeningen en colleges. In het eerste en tweede studiejaar volgen studenten daarnaast

ook vormstudies. Studenten werken zelfstandig of in kleine groepen. De ontwerpprojecten vormen de ruggengraat van het onderwijs. Aan de hand van een concrete ontwerpopgave ontwikkelen studenten kennis, inzicht en vaardigheden. Centraal bij de oefeningen staat het trainen van vaardigheden die essentieel zijn bij de herkenning en het oplossen van de ontwerpproblematiek, zoals analysetechnieken, repertoirekennis, materialisatie, tekstanalyse en schrijven. De oefeningen worden veelal gekoppeld aan de ontwerpprojecten. Bij de vormstudie staat het maken van ruimtelijke objecten centraal. Creatief proces en uitvoering staan daarbij voorop. Studenten experimenterenmet materialen en mediavormen en doen ervaring op met het vertalen van een idee naar een creatie. In de perioden tussen de semesters zijn er workshops, binnen- en buitenlandse studiereizen en andere activiteiten. Ook internationale uitwisselingsprojecten vinden bij voorkeur op die momenten plaats. Voor de workshops nodigt de Academie regelmatig buitenlandse studenten uit en worden gerenommeerde ontwerpers uit binnen- en buitenland als docenten aangetrokken.

De Academie van Bouwkunst leidt op tot de volgende titels: Master of Architecture (MArch), Master of Urbanism (MUrb) en Master of Landscape Architecture (MLA).

studies. Students work on their own or in small groups. The design projects form the backbone of the syllabus. On the basis of a specific design assignment, students develop knowledge, insight and skills. The exercises are focused on training in those skills that are essential for recognising and solving design problems, such as analytical techniques, knowledge of the repertoire, the use of materials, text analysis, and writing. Many of the exercises are linked to the design projects. The morphological studies concentrate on the making of spatial objects, with the emphasis on creative process and implementation. Students experiment with materials and media forms and gain experience in converting an idea into a creation.During the periods between the terms there are workshops, study trips in the Netherlands and abroad, and other activities. This is also the preferred moment for international exchange projects. The Academy regularly invites foreign students for the workshops and recruits well-known designers from the Netherlands and further afield as tutors.

Graduates from the Academy of Architecture are entitled to the following titles: Master of Architecture (MArch), Master of Urbanism (MUrb), or Master of Landscape Architecture (MLA).

Page 32: Maike van Stiphout-Samen Together

Inaugural Address of Maike van Stiphout as Head of Landscape Architecture Department of the Amsterdam Academy of Architecture, given on September 4, 2014.

Intreerede van Maike van Stiphout, hoofd masteropleiding LandschapsarchitectuurUitgesproken op 4 september 2014 aan de Academie van Bouwkunst, Amsterdam