magazine online - adoptie.nl · magazine online THEMA en IN DIT NUMMER. 2 3 ... bijeenkomst, een...

15
JAARGANG 3 • NUMMER 03 • SEPTEMBER 2018 VOOR WIE BETROKKEN IS BIJ AFSTAND EN ADOPTIE GOEDE tijden, SLECHTE tijden Is adoptie INGEWIKKELDER geworden? SOPHIE DE BUISONJÉ moet eigen kind adopteren magazine online THEMA Omkijken IN DIT NUMMER

Transcript of magazine online - adoptie.nl · magazine online THEMA en IN DIT NUMMER. 2 3 ... bijeenkomst, een...

Page 1: magazine online - adoptie.nl · magazine online THEMA en IN DIT NUMMER. 2 3 ... bijeenkomst, een film of een lezing? Laat het ons weten: redactie@adoptie.nl. TEKST Sandra Benschop

SEPTEMBER 2018ADOPTIE MAGAZINE ONLINE #3

J A A R G A N G 3 • N U M M E R 0 3 • S E P T E M B E R 2 0 1 8

V O O R W I E B E T R O K K E N I S B I J A F S TA N D E N A D O P T I E

GOEDE tijden, SLECHTE tijden

Is adoptie INGEWIKKELDER geworden?

SOPHIE DE BUISONJÉ moet eigen kind adopteren

magazine online

THEMA

Omkijken

IN DIT NUMMER

Page 2: magazine online - adoptie.nl · magazine online THEMA en IN DIT NUMMER. 2 3 ... bijeenkomst, een film of een lezing? Laat het ons weten: redactie@adoptie.nl. TEKST Sandra Benschop

32

THEMA GEHECHTHEID TEKST ANGELA JANS SEPTEMBER 2018ADOPTIE MAGAZINE ONLINE #3

REDACTIONEEL

OmkijkenDit nummer van het Adoptiemagazine online heeft als thema ‘Omkijken’. Dat kan zijn in de betekenis van: ‘omkijken naar’ ofwel ‘zorgen voor’. Maar we kijken ook achterom. Terugkij-ken dus, op de adoptie, de komst van de kinde-ren. Hoe ging het destijds? Wat waren de verwachtingen twintig jaar geleden en wat is er uitgekomen? Wat heb je geleerd, wat had je anders willen doen? Nicolien Visser en haar man adopteerden in de jaren negentig een dochter en een zoon uit India. Ook Class Russo en haar echtgenoot vormen met twee meiden uit India een gezin. Als moeders van vier twin-tigers blikken ze terug.

Meike Melenhorst, voorlichter en VIB-G’er bij

Stichting Adoptievoorzieningen, blikt ook terug.

Thema’s als gehechtheid en identiteit spelen al

tientallen jaren bij adoptie. ‘Het lijkt soms wel eens

of adoptiekinderen tegenwoordig ingewikkelder

gedrag vertonen dan vroeger’, zegt ze, ‘maar kan

het ook zijn dat het wel meevalt, dat we er anders

tegenaan kijken?’ In een interview op pagina 12

vertelt Meike over ervaringen in haar werk.

Daarnaast een artikel over Eke Manning. Ze schreef

een boek, een roman over geadopteerde Evelien

die op zoek gaat naar haar natuurlijke moeder Nina.

Het is geen autobiografie maar het verhaal vertoont

veel overeenkomsten met haar eigen leven.

Verder in dit nummer nog een keer aandacht voor

een bezoek aan Taiwan, dit keer staan drie vrijwil-

ligers van vergunninghouder

Meiling en hun bijzondere werk-

wijze centraal.

Daarnaast is er natuurlijk ook weer

ruimte voor de vaste rubrieken als:

Gelezen/gezien, het Drieluik en

Vragenderwijs.

Veel leesplezier!

Angela Jans

[email protected]

2

REDACTIONEEL

INHOUD

Thema

2 Redactioneel

2 Cursus Trauma en herstel

6 Goede tijden, slechte tijden

– Angela Jans

12 ‘Is adoptie ingewikkelder

geworden?’ – Angela Jans

22 Eke Mannink: Het vinden van

mijn ouders heeft me rust

gegeven – Machteld Stilting

THEMAOmkijken

Het Drieluik

9 GEBOORTEMOEDER Mijn man droeg jaren een

foto van haar bij zich

– Mei Xiang

15 DE GEADOPTEERDE

Ze voelt zich schuldig,

dat hoeft niet – Eva Jonker

21 DE ADOPTIEMOEDER Adoptie was nooit

een onderwerp

– Marga Jonker

Vaste Rubrieken

4 KORT

Ruimte voor aankondigin­

gen, nieuws, gadgets en een

column van adoptiemoeder

Sandra Benschop

10 BEGELEIDING BESPROKEN

Dit boek is een cadeau aan

mezelf

– Maarten van Zwieten

14 ONDERZOEK BELICHT – Gera ter Meulen

16 WETTEN EN REGELS

Sophie de Buisonjé moet

eigen kind adopteren

– Vera Kidjan

18 ACHTER DE FEITEN Meiling over Taiwan:

‘We houden het lijntje open’

– Angela Jans

24 VRAGENDERWIJS

26 GELEZEN/GEZIEN

28 COLOFON

7

16

18

CURSUS

Trauma en herstelLaat uw kind regelmatig en al

langere tijd heftig gedrag

zien? En vraagt u zich af

hoe u hier het beste mee

om kunt gaan? Dan is de

cursus ‘Zorgen voor ge­

traumatiseerde adoptie­

kinderen’ wellicht iets voor u.

Veel kinderen hebben nare dingen

meegemaakt voordat ze werden ge­

adopteerd. Ze zijn bijvoorbeeld ver­

waarloosd, mishandeld, ondervoed of

misbruikt. En dat vertaalt zich mogelijk

in slaapproblemen, driftbuien, wisse­

lende stemmingen en onbegrepen

lichamelijke klachten. Het contact

tussen ouders en kind is dan regelmatig

ingewikkeld en moeizaam. Als dit in het

eerste jaar na aankomst niet of amper

verandert of zelfs verergert, dan is het

tijd om adoptiedeskundige hulp in te

schakelen.

De cursus laat zien wat trauma is en

hoe trauma kan ontstaan. Aan de hand

van concrete voorbeelden krijgt u

inzicht in de manieren waarop trauma

zich manifesteert in het gedrag en de

emoties van een kind. U krijgt handvat­

ten om hier beter mee om te gaan en

om samen met uw kind te werken aan

herstel. Daarnaast kunt u ervaringen

uitwisselen met ouders die in een

vergelijkbare opvoedingssituatie zitten.

Voor wie?Voor ouders van kinderen tot en met

de basisschoolleeftijd. Uw kind moet

minimaal een jaar bij u in het gezin zijn.

Vier dinsdagavonden van 19.00 tot

22.00 uur in Houten. Start 5 maart 2019.

Kosten 80,00 euro per gezin.

Heeft u nog vragen? Bel 030­2330340. Aanmelden?

Ga naar www.adoptie.nl

15

Page 3: magazine online - adoptie.nl · magazine online THEMA en IN DIT NUMMER. 2 3 ... bijeenkomst, een film of een lezing? Laat het ons weten: redactie@adoptie.nl. TEKST Sandra Benschop

54

THEMA GEHECHTHEID TEKST ANGELA JANS SEPTEMBER 2018ADOPTIE MAGAZINE ONLINE #3

4

Groepsbijeen­komsten geadopteerdenOnder de noemer BIJeenZIJN houden

Maarten van Zwieten en Palika Vlasbom

groepsbijeenkomsten voor geadopteerden.

Telkens staat een ander thema centraal. Dit

jaar staan er nog drie op programma: Adop­

tie & Script op zaterdag 6 oktober in Zeist,

Verbinding & Gehechtheid op 17 november

en op 15 december Verlies & Acceptatie,

allebei in Soesterberg. Aanvang 13.30 uur.

> CONTACT EN INFORMATIE

Bel 06-47246518 of kijk op www.bijeenzijn.nl.

Schoot vol tranenEugénie Smits van Waesberghe schreef

Schoot vol tranen, een roman en een

bundeling van waargebeurde verhalen uit

de Nederlandse adoptiegeschiedenis in

één boek. Ter gelegenheid van de boek­

presentatie is een korte toneelbewerking

gemaakt. De theatervoorstelling vindt plaats

op 14 november in Podium Bloos in Breda.

Aanvang: 19.30 uur.

> MEER INFORMATIE

www.schootvoltranen.nl.

KORT

In de rubriek Kort is ruimte voor aankondigingen,

nieuws en discussie. Heeft u een tip voor een

bijeenkomst, een film of een lezing?

Laat het ons weten: [email protected].

TEKST Sandra Benschop

Angel

Het is zondagochtend en ik zit in bed, laptop op schoot, koffie binnen handbereik. Beneden wordt Fortnite gespeeld. Ik lees door de notities die ik heb gemaakt toen ik negen jaar geleden voor het eerst in Kenia verbleef voor de adoptie van onze oudste. Ik word in één klap terug in de tijd geworpen en de prille gevoelens van het moederschap doorstromen me weer. Van het adoptie-moederschap.

Die eerste fase, zowel in Nairobi, als later in Rotterdam,

was ik me nog heel bewust van het bijzondere van het

geadopteerd zijn van onze zoon. Had het gevoel dat

er veel naar ons gekeken werd. En noemde ik het ook

vaak. Op gevoelsniveau was het bij de eerste ontmoe­

ting gepiept. Tussen hem en mij. Iets in hem deed

‘Sesam open U’ en dat gebeurde toen buiten mijn wil

om en de verbinding was daar. Ik schreef in die tijd ‘de

woorden onvoorwaardelijke liefde hebben nu pas

inhoud gekregen’.

Maar dan komen dus de ogen van de anderen! Wat

zien zij? En welke verhalen maken zij in hun hoofd? In

Nairobi werd ik soms bedankt met een ‘God bless you’

en voelde een groot ongemak. In Rotterdam kreeg ik

vragen te verstouwen waarin de woorden ‘echt’, ‘eigen’

en ‘anders’ voorkwamen en voelde een nog groter

ongemak. Mij had je in die tijd zo op de kast.

Inmiddels sta ik er bijna nooit meer bij stil dat de

jongens geadopteerd zijn. Zie ik mijn echt eigen

zonen die niet anders zijn dan hun leeftijdgenoten.

Krijg ik er eens een vraag over dan moet ik echt even

nadenken. Krijg ik een impertinente vraag, dan maak

ik een lolletje, of reageer gevat, of doe iets lik­

op­stukkerigs, maar de angel is er wel uit.

Het bijzondere er wel af. De oudste kijkt

mij ook wat fronsend aan als ik hem

vraag of hij er wel eens bij stil staat

dat hij geadopteerd is. Nou, nee, is

het antwoord.

En daar zit nou net de nieuwe angel.

Want wat als ik nou iets wezenlijks

over het hoofd zie en signalen niet

goed interpreteer? Dat kan mij bij de

strot grijpen.

ZIE: SANDRABENSCHOPCOACHT.NL

Gepersonaliseerde kinderboeken

Jim en Jolien Harders maken met hun bedrijfje mijn kleuterboek grappige en vrolijke kinderboeken, die er voor ieder kind weer anders uitzien. Je kiest zelf de huidskleur, de haarkleur en het kapsel van de hoofd-personen, en ook kun je nog extra’s toevoegen zoals een bril, baard, snor of hoofddoek. In totaal zijn meer dan duizend verschillende combinaties mogelijk.

“Wij zijn met dit initiatief gestart omdat we willen dat

alle kinderen zich in een boek kunnen herkennen,

ongeacht uiterlijk, afkomst en gezinssamenstelling”,

zegt het tweetal.

Er zijn drie boeken verschenen: twee boeken (het bos

en het spook) voor de leeftijd van 1,5 tot 6 jaar en een

interactief dino­doe­boek voor wat oudere kinderen

(4 tot 8 jaar). In de kleuterboeken is er altijd één

hoofdrol voor een kind en één bijrol voor een volwas­

sene (en meestal ook nog een bijrol voor een extra

kind).

> MEER WETEN? Kijk op www.mijnkleuterboek.nl.

AdoptiecaféStefan­Martin Regelink (43) is geadopteerd

vanuit Colombia en wil graag andere ge­

adopteerden ontmoeten. Hij heeft daarom

een adoptiecafé opgezet. Het plan is om

zo’n vier keer per jaar een bijeenkomst te

organiseren, laagdrempelig en gratis. De

eerste wordt gehouden in Amsterdam.

> MEER INFORMATIE

Zie adoptiecafe.wixsite.com/bijeenkomst.

Week van de OpvoedingVan 1 tot en met 7 oktober vindt weer de Week van de Opvoeding plaats, die dit jaar in het teken staat van samenspel. Opvoeden doe je niet immers niet alleen. De Week van de Opvoeding is een samenwerking tussen ouders, kinderopvang, scholen, sportver-enigingen en gemeentes.

In het kader van de week worden in heel

Nederland meer dan tweehonderd work­

shops, webinars, lezingen of andere activitei­

ten voor ouders met hun kinderen

georganiseerd. Tijdens de activiteiten kun­

nen ouders, medeopvoeders en professio­

nals elkaar ontmoeten en gedachten

uitwisselen over allerlei opvoedingsvragen.

> MEER INFORMATIE

De activiteiten zijn te vinden op

www.weekvandeopvoeding.nl/event.

Page 4: magazine online - adoptie.nl · magazine online THEMA en IN DIT NUMMER. 2 3 ... bijeenkomst, een film of een lezing? Laat het ons weten: redactie@adoptie.nl. TEKST Sandra Benschop

6 7

TEKST ANGELA JANS SEPTEMBER 2018ADOPTIE MAGAZINE ONLINE #3

Twintig, vijfentwintig jaar geleden adopteerden Nicolien Visser en haar man twee kinderen uit India. Een jongen en een meisje. Ook Class Russo adopteerde samen met haar man in die periode twee kinderen uit dat land, zij kregen twee dochters. Beide moeders blikken terug: wat ging goed, wat ging fout, wat hadden ze anders willen doen?

Goede tijden, slechte tijden

THEMA OMKIJKEN

CLASS RUSSO:

‘Het was geen roze wolk maar ik zou het zo weer doen’

“H et is voor aspirant­adoptieouders mis­

schien belangrijk om te weten dat het niet

altijd gemakkelijk is. Het is geen roze wolk.

Maar ik zou het zo weer doen!” Class Russo (58) is moeder

van Loïs en Iza*. De twee meiden verbleven in hun prille

kindertijd allebei in Bal Anand, een kindertehuis in Mum­

bai, India. De oudste kwam in 1998 op bijna driejarige

leeftijd naar Nederland, de jongste volgde in 2003, zij was

toen vijf jaar oud. Inmiddels zijn de dames 22 en 20 jaar.

Ze wonen allebei nog thuis.

“Het zijn twee heel verschillende meiden. Altijd ge­

weest. De een was rustig, de ander ontzettend druk.

Toch waren ze vroeger heel gek op elkaar. De jongste

was heel erg gefocust op haar oudste zus. Het was net

Me and My Shadow. Maar zo goed als ze toen met

elkaar omgingen, zo weinig contact is er nu. Ze vullen

elkaar niet meer aan.”

Als ervaringsdeskundige heeft Class Russo jarenlang

haar persoonlijke verhaal verteld tijdens de voorlich­

tingsbijeenkomsten van Stichting Adoptievoorzienin­

gen. “Daar stelde ik dan hardop de vraag: ‘Wat verwacht

je van een kind?’ En ik antwoordde zelf: ‘Niks, ik ver­

wacht helemaal niks. Het is altijd goed.’ Gaandeweg

heb ik die mening wel bij moeten stellen. Ik verwacht

toch op z’n minst wel een beetje respect, dat is er bij

strubbelingen niet altijd. Soms ga ik ook mee in de

boosheid, verlies ik me daarin. Dat is niet goed. Opvoe­

den is niet gemakkelijk, zeker niet als je als ouder het

eerste stuk van het leven van je kind hebt gemist, als je

oudere kinderen adopteert en je niet weet wat er

vooraf allemaal is gebeurd. Dat kan lastig zijn. Ik ga nu

zelf één keer per maand naar een psycholoog om van

me af te praten, dat vind ik prettig.”

Loïs, de oudste dochter van Class, heeft in het verleden

ook een tijdje psychologische hulp gehad. Zij worstelde

onder meer met de vraag waarom haar moeder haar

afgestaan heeft. Mede dankzij de hulp heeft ze haar

adoptie beter een plekje kunnen geven, denkt Class.

“Onze jongste dochter heeft zich uit alle macht verzet

tegen haar adoptie. Ze was vijf jaar toen ze hier kwam

en was redelijk beschadigd. Ze heeft altijd moeite

gehad om haar emoties te tonen. Als kind speelde ze

graag op straat, ik dacht: het is een buitenkind. Nu denk

ik: ze was altijd op de vlucht. Huilen deed en doet ze

nooit. De enige emotie die ze kan uiten is boosheid,

ook naar mij. Ik had altijd het idee dat het wel goed zou

komen. Als je er maar een hoop liefde in stopt, dan lukt

het wel, dat dacht ik. We zijn één keer naar een psycho­

loog geweest, die zei: ‘We kunnen wel de beerput

opentrekken, maar wat heeft ze daaraan?’ Nu denk ik:

we hadden toch hulp moeten zoeken. Om het leven

voor haar wat makkelijker te maken. Zodat ze beter om

kan gaan met het gevoel dat ze heeft, dat ze leert om

te knuffelen. Lichamelijk contact wijst ze af. Maar ze wil

absoluut geen hulp. Ik denk dat haar problemen te

maken hebben met haar adoptie, zij denkt van niet. Ze

heeft er geen last van zegt ze. Ze zegt: ‘Dit ben ik.’”

“Toch heb ik niet het idee dat mijn kinderen ongelukkig

zijn vanwege hun adoptie. Ik heb nooit gehoord dat ze

het vervelend vinden dat ze geadopteerd zijn. En voor

mezelf geldt zeker: ik zou het zo weer doen.” >>

Page 5: magazine online - adoptie.nl · magazine online THEMA en IN DIT NUMMER. 2 3 ... bijeenkomst, een film of een lezing? Laat het ons weten: redactie@adoptie.nl. TEKST Sandra Benschop

8 9

RUBRIEK DRIELUIK

LEEFTIJD60 jaar

Getrouwd, moeder van drie, een

afgestaan ter adoptie

BEROEP runt eigen bedrijf

WOONPLAATSTaipei, Taiwan

Mijn man droeg jaren

een foto van haar bij zich

twee kinderen wisten dat ze nog een zus hadden, maar

we spraken er verder nooit over. Ik zou ook nooit gedurfd

hebben zelf haar te gaan zoeken. Op een dag in 2005 was

er een programma op tv over Taiwanese kinderen die ge­

adopteerd waren naar het buitenland. Daar hebben we

natuurlijk naar gekeken en achteraf hoorden we dat ze

daarbij was, dat we haar toen gezien hebben. Bizar, dat

wisten we op dat moment niet. We wisten

niet eens naar welk land ze was gegaan.

Een jaar later kregen we compleet

onverwacht het bericht van CSS

dat Eva op zoek was naar ons

en dat ze ons graag wilde

ontmoeten. Natuurlijk zei­

den we meteen ja. Met ons

hele gezin zijn we naar het

kantoor van CSS gegaan

om haar te zien. Die eerste

keer was heel emotioneel.

In eerste instantie zijn we

maar een half uurtje geble­

ven, het was wat ongemakke­

lijk. Later hebben we haar nog

anderhalf uur gezien, toen waren

er nog meer familieleden bij. Ooms,

tantes, neefjes, nichtjes, iedereen ging

mee.

Ik ben blij dat we nu contact hebben en

dat het goed met haar gaat. Mijn man is

helaas in 2017 overleden maar hij heeft

nog wel haar zoontje kunnen zien. Samen

met haar man is ze daarmee hiernaartoe

gekomen.

Mei Xiang is de geboortemoeder van Eva,

de geadopteerde op pagina 15. Dit verhaal

is niet rechtstreeks uit haar mond opgete-

kend maar gebaseerd op informatie van

Eva en haar adoptiemoeder (pagina 21).

Mijn man en ik hadden een druk leven. Een eigen be-drijf met de verhuur van marktkramen en standplaat-sen, en twee kinderen, een meisje van 6 jaar oud en een jongen van 4. Toen raakte ik zwanger van de derde. Maar dat wist ik niet. Ik had helemaal niet in de gaten dat ik in verwachting was, elke maand werd ik gewoon ongesteld. Tot, voor mij volstrekt onverwacht, de bevalling zich aandiende. Het was in augus-tus 1988. Het kindje, een meisje, bleek 27 weken oud te zijn en was dus drie maanden te vroeg geboren. De artsen wisten niet hoe ze zich zou ontwikkelen. Ze dachten dat ze misschien gehandicapt zou blijven, dat ze blind zou zijn. Toen hebben we de keuze gemaakt om haar af te staan ter adoptie. Dat was een moeilijke keuze maar we dachten dat dit het beste was voor haar.

We hebben haar achtergelaten bij

het tehuis van CSS (Christian Salvati­

on Service, red.). Daar hadden ze ook

onze gegevens. Achteraf heb ik gehoord

dat de adoptieouders van Eva elk jaar fo­

to’s en informatie naar het tehuis hebben

gestuurd om ons op de hoogte te houden.

Wij hebben dat materiaal echter nooit op­

gehaald. We durfden daar niet naartoe, uit

schaamte. Dat was veel te pijnlijk. Wij von­

den dat we op geen enkele wijze nog aan­

spraak konden maken op haar, dat we

totaal nergens meer recht op hadden. Dat

is onze cultuur, denk ik.

Mijn man heeft jarenlang altijd een foto

van haar bij zich gehad. En onze andere

> GEBOORTEMOEDER

Mei Xiangdrieluik

RUBRIEK DRIELUIK

NICOLIEN VISSER:

‘Het was een weg vol verrassingen’

O ok de kinderen van Nicolien Visser (61) komen

uit Bal Anand, hetzelfde tehuis in India. Zij heeft

een dochter van 28 en een zoon van 22 jaar

oud, Sita en Rahul. Sita woont al jaren op zichzelf. “Ze

heeft dromen en die voert ze ook uit”, vertelt Nicolien. “Ze

werkt in de gehandicaptenzorg en daarnaast is ze heel

creatief en volgt ze de modeacademie. Ze is heel actief.”

Rahul wil ook in de zorg gaan werken, hij is daarvoor on­

langs begonnen met een BBL­opleiding, een combinatie

van leren en werken.

Hoewel de twee nu allebei dezelfde richting in lijken te

slaan – dat wil zeggen: kiezen voor een baan in de zorg

– zijn het twee zeer verschillende kinderen geweest

voor Nicolien en haar man. Van het begin af aan. Sita

gaf aanvankelijk geen kick, maakte geen enkel geluid

en was heel onderdanig. Rahul op zijn beurt schreeuw­

de alles bij elkaar. “Hij wilde je wel en ook weer niet. Het

was woede, pure wanhoop”, zegt Nicolien.

Als ze terugkijkt, met de kennis van nu, zegt ze: “Ik ben

blij dat ik vooraf dat boek van Geertje van Egmond,

Bodemloos bestaan, niet heb gelezen. Het was een weg

vol verrassingen. Destijds, toen ze klein waren, dacht ik

vaak: doe ik het wel goed? De moeders keken voor

mijn gevoel ook altijd over mijn schouder mee. Ach­

teraf zeg ik: ‘Het is goed gegaan, we hebben het goed

gedaan.’” Al ging het niet zonder slag of stoot.

Dochter Sita kwam in 1991 naar Nederland. Op papier was

het meisje ruim anderhalf jaar oud. Bij aankomst – ou­

ders en kind zagen elkaar voor het eerst op Schiphol, vrij

normaal in de tijd bij adopties uit India – bleek ze een

volgroeid gebit te hebben en een taal te beheersen…

“Wat haar exacte leeftijd is, weten we nog steeds niet.

We denken dat ze zeker een jaar ouder is dan bij het

voorstel werd gezegd.” De tweede, zoon Rahul, kwam

zeven jaar later, in 1998, hij was toen bijna drie.

“Bij beide kinderen besloten we dat ze de eerste tijd

niet alleen zouden slapen. Onze dochter kon dat na

een paar weken toch al wel. Na de komst van onze

zoon hebben we drie maanden lang geen enkele nacht

doorgeslapen. Uiteindelijk sliep hij – tegen alle advie­

zen in – bij ons in bed. Je moet wat… We dachten: dat

gaat na een paar maanden wel over. Dus niet, het heeft

tot zijn achtste geduurd.”

“Het gaat nu heel goed met hem. Maar hij heeft wel

moeilijke jaren gehad. Tijdens de middelbareschooltijd

heeft hij een zware psychose gekregen en is hij vier

maanden opgenomen geweest in een psychiatrisch

ziekenhuis. Daarna is hij teruggegaan naar school, heeft

zijn diploma gehaald en een mbo­opleiding gevolgd en

afgerond, maar het ging niet echt goed met hem. Daar­

om hebben we hem toen een tijdje pas op de plaats

laten maken. ‘Ga maar eens rustig nadenken wat je echt

leuk vindt om te gaan doen’, hebben we gezegd. Hij

heeft vrijwilligerswerk gedaan in de gehandicaptenzorg

en daar wil hij verder mee. Daarom is hij onlangs gestart

met een BBL­opleiding in die richting. Drie dagen wer­

ken en één dag per week naar school. Het gaat nu goed.

Hij heeft zich heel goed ontwikkeld, weet wat hij wil. Hij is

ontzettend sociaal maar ook heel kwetsbaar.”

“Wat heeft geholpen in die moeilijke jaren is: samen

blijven als gezin. Gelukkig konden mijn man en ik de

zorg samen afwisselen. Als de een het niet meer aan­

kon, pakte de ander het op. En ’s avonds evalueren: wat

hebben we vandaag gewonnen? Blijven kijken naar de

positieve punten. Als dingen moeilijk gaan, kun je in

een negatieve spiraal terechtkomen, dan word je moe­

deloos. Wij keken vooral naar de dingen die goed

gingen, hoe klein ook. Bij de eerste psychose dachten

we: dit is een incident. Nu weten we: dat is niet zo. Dit is

waarschijnlijk genetisch bepaald. Bij iedere nieuwe stap

als het weer spannend wordt, zien we dat hij wankelt.

Daarom houden we altijd de vinger aan de pols.”

“Terugkijkend op de adoptie zeg ik: dit heeft echt zo

moeten zijn. We stapten er eigenlijk vanuit egoïstisch

oogpunt in: omdat we een gezin wilden en zelf geen

kinderen konden krijgen. Dat draaide om naar: we willen

voor kinderen zorgen die dat nodig hebben. En het is

goed zo. Aan de kinderen merk je het verschil niet. Al ziet

het er voor de buitenwereld kennelijk soms nog raar uit,

mensen confronteren je daarmee. Maar voor ons is het

gewoon ons gezin. Daar zijn we heel trots op.”

* De namen van de kinderen zijn ivm de privacy

gefingeerd.

ADOPTIE MAGAZINE ONLINE #3THEMA OMKIJKEN

Page 6: magazine online - adoptie.nl · magazine online THEMA en IN DIT NUMMER. 2 3 ... bijeenkomst, een film of een lezing? Laat het ons weten: redactie@adoptie.nl. TEKST Sandra Benschop

ADOPTIE MAGAZINE ONLINE #3

10

SEPTEMBER 2018

bepaalde gespletenheid veroorzaakt en een vaak

moeilijk onder woorden te brengen gevoel van gemis

en verdriet. Adoptiepijn noemt Charlotte het in haar

boek. Een pijn van eenzaamheid, je anders voelen en er

niet bij horen. “Als geadopteerde ben je vaak de enige

in je omgeving met zo’n bijzonder verhaal”, zegt ze. “En

daardoor heb ik mijn verhaal nooit goed kwijt gekund.

Bij mijn ouders niet en als iemand in mijn omgeving er

een vraag over stelde, dan vertelde ik eigenlijk altijd te

veel. Achteraf had ik er dan spijt van dat ik zoveel over

mijzelf verteld had, en tegelijkertijd besefte ik dan dat

ik eigenlijk nog zoveel meer wilde vertellen. Elk adop­

tieverhaal is zo diep en heeft zoveel facetten, dat het

moeilijk is om dat zo maar even aan mensen te kunnen

vertellen. Ook daarom heb ik dit boek geschreven. Er

zat zoveel energie in mij en dat moest ergens heen.

Door het op te schrijven in een boek heb ik wat meer

rust gevonden.”

Het gaat er niet om dat je alles begrijpt in het leven, maar dat je het leven en alles wat je niet snapt kunt omarmen. Met een betraand gezicht of met een lach.

Geadopteerd zijn betekent vaak ook veel vragen heb­

ben. Waar kom ik vandaan? Waarom ben ik afgestaan?

Wat is er allemaal gebeurd? En zelfs als je je natuurlijke

familie terugvindt, worden niet alle vragen beantwoord.

In haar brieven aan zichzelf geeft Charlotte zichzelf

liefdevol de ruimte om die lege plekken in haar leven

op te vullen. “Hoe mooi is het om mezelf een cadeau te

geven door de film van vroeger die ik niet meer kan

zien, voor mezelf te maken en in woorden om te zetten,

heel puur. Op basis van alles wat ik weet, wat ik heb

gehoord en gelezen, alsof ik de regis­

seur ben van de film. En om dan in die

film weer te geven hoe ik denk dat mijn

moeder zich gevoeld heeft toen ze van

mij zwanger was na verkracht te zijn,

hoe ik denk dat ik mij als baby gevoeld

heb in de zeven maanden dat ik totaal

verwaarloosd ergens in een hoekje lag

dood te gaan. Hoe dat allemaal is

gegaan, zonder het echt feitelijk te

weten, maar wel allemaal te voelen.

Want alles wat ik meegemaakt heb, zit

in mij en is te voelen. Daardoor denk ik

dat ik heel dicht bij de waarheid ben

gekomen.”

Je voelt je schuldig, natuurlijk komt het niet door jou dat ze verkracht is, maar het komt wel door je biologi-sche vader. Natuurlijk komt het niet door jou, het komt wel door jou. Niet door jou, wel door jou.

Charlotte gaat in haar brievenboek de confrontatie met

zichzelf niet uit de weg. “Met mijn boek kon ik ongege­

neerd de diepte in gaan. Ik heb ook bewust de dingen

niet mooier opgeschreven of minder confronterend,

want dan is het een boek voor de buitenwereld en niet

meer voor mij. Ik wilde het boek schrijven voor mij.”

Tegelijkertijd geeft ze hiermee een liefdevolle bood­

schap aan al haar lotgenoten. “Het stilstaan bij en het

mogen ervaren van innerlijke pijn is helend. We kunnen

veel leren uit onze pijn. Vaak zijn we geneigd om ervan

weg te blijven door vrolijk te doen of dan maar de

afwas te doen. Maar als je niet met jezelf in gesprek

gaat over je verdriet dan laat je jezelf ermee zitten.

Door dit boek te schrijven heb ik mezelf de aandacht

en tijd gegeven om er echt mee bezig te zijn. Door met

een vergrootglas naar mijn eigen adoptie te kijken werd

ik mijn eigen hulpverlener en kon ik het verlaten kind in

mij troosten. Ik geloof dat in elk mens zijn eigen leraar

zit.”

Als ik nu naar je toe kon lopen zoals je toen was, dan pak ik je op en dan ga ik elk uur van de dag minuten-lang naar je kijken, zodat je weet dat je welkom bent. Dan verwen ik je en zou het mij niet uitmaken als ik de hele nacht wakker zou moeten blijven.

Ondanks haar heftige verleden is Charlotte niet rancu­

neus. Ze is vooral nieuwsgierig en onderzoekend. Hoe

zou het gegaan kunnen zijn? Wat heeft de hoofdrol­

spelers in haar film bewogen om zich zo te gedragen?

Niks aan de hand, er gebeurt hier niets raars. De zon schijnt, de lucht is blauw, en ik geef vandaag mijn kleinkind weg. Niet omdat het moet, maar omdat het

kan. Gewoon, neem maar mee dit kind, of zullen we het als een cadeautje inpakken? Is het een cadeautje?

‘Terug naar je begin’ is meer dan alleen

een mooi verhaal over adoptie. Het boek

laat zien hoe ongecensureerde zelfre­

flectie inzicht kan bieden in de persoon­

lijke worstelingen die afstand en adoptie

met zich meebrengen en daarmee

ruimte kan geven voor bewustzijn,

acceptatie en heling. Lotgenoten van

Charlotte kunnen daar inspiratie uit

halen, maar ook adoptieouders, zodat ze

meer aandacht en begrip kunnen tonen

in de relatie met hun kind.

Maarten van Zwieten is adoptiecoach en heeft een

praktijk, Het Adoptieatelier. Omdat Charlotte onder een

pseudoniem schrijft en anoniem wil blijven, treedt

Maarten op als contactpersoon en aanspreekpunt voor

het boek.

11

RUBRIEK BEGELEIDING BESPROKEN

‘T erug naar je begin’ is een ontroerend en inspirerend boek van Charlotte Branshoek over adoptie. Door brieven aan zichzelf te

schrijven maakt ze onverbloemd contact met haar adoptiepijn en

vindt ze tegelijkertijd meer innerlijke rust.

‘ DIT BOEK IS EEN CADEAU AAN MEZELF’

TEKST MAARTEN VAN ZWIETEN

Op een prachtige zomerzondag zit ik op een parkbank­

je tegenover Charlotte en stel haar vragen over haar

boek. Voor mij zie ik een vrouw met hindoestaans

uiterlijk, terwijl achter haar de Rijn door het typisch

Hollandse landschap stroomt. Nature en nurture in één

oogopslag, en typerend voor de vorm waarin ze haar

boek heeft gegoten. Charlotte, het Nederlands opge­

voede meisje, schrijft brieven naar haar Aziatische alter

ego Chaguna, de naam waarmee ze is geboren en die

in haar paspoort staat, en Chaguna schrijft Charlotte

weer brieven terug. Zo stap je als lezer in de innerlijke

wereld van beiden, ook doordat de brieven uitblinken

in puurheid en recht uit het hart zijn geschreven.

Het boek raakt je en leest als het verslag van een inner­

lijke reis, van een zoektocht naar reflectie en antwoord

op de meest fundamentele vraag: wie ben ik? Een

vraag waar veel geadopteerden mee worstelen. Alle­

maal zijn ze ooit afgestaan of weggehaald bij hun

geboortemoeder en terechtgekomen bij andere ou­

ders. Allemaal zijn ze opgegroeid in een omgeving die

niet natuurlijk bij hen past. En bij velen heeft dat een

Page 7: magazine online - adoptie.nl · magazine online THEMA en IN DIT NUMMER. 2 3 ... bijeenkomst, een film of een lezing? Laat het ons weten: redactie@adoptie.nl. TEKST Sandra Benschop

12 13

SEPTEMBER 2018ADOPTIE MAGAZINE ONLINE #3THEMA OMKIJKEN TEKST ANGELA JANS

Z elf kan Meike inmiddels ook al weer een tijdje

terugkijken in haar werk. Ze is nu zo’n zeventien

jaar in dienst bij Stichting Adoptievoorzienin­

gen. Momenteel geeft ze de voor aspirant­adoptieou­

ders verplichte voorlichtingsbijeenkomsten en

daarnaast is ze actief als video­interactiebegeleider

gehechtheid (VIB­G’er.) Daarvoor heeft ze zeven jaar de

adoptiebemiddeling voor Colombiaanse kinderen

gedaan.

Achtergronden van kinderen uit Colombia toen zijn

misschien wel vergelijkbaar met kinderen uit Hongarije

nu, vergelijkt Meike. In beide gevallen gaat het vaak om

uithuisplaatsingen. Ze denkt dat het gedeeltelijk ook

een kwestie is van terminologie, van woordgebruik.

“Vroeger hadden we het meer over gehechtheid. De

laatste jaren is ‘trauma’ een belangrijk woord geworden.

Dat was er natuurlijk altijd al. Maar het sijpelt nu nadruk­

kelijker door in ons werk. Trauma wordt meer gezien als

iets wat je kan overkomen. Zo kan een auto­ongeluk

traumatisch zijn, toch kun je daarnaast veilig gehecht

zijn.”

Benoemen is niet meer genoeg

“Maar een diep gevoel van machteloosheid dat ont­

staat als je als kind te weinig zorg kreeg, je te

vondeling bent gelegd, aan je lot werd

overgelaten, je het gevoel had in le­

vensgevaar te zijn, dat is ook een

trauma. Daardoor ontwikkel je als

kind geen gevoel dat iets opgelost

kan worden en vind je in eerste

instantie zelf ook geen oplossin­

gen voor angst en spanning”, zegt

Meike.

De laatste tien, vijftien jaar, is de

insteek vooral gericht op herstelmoge­

lijkheden. Die zijn er. De bouwstenen van

gehechtheid, van Truus Bakker, geven duidelijk

aan dat de basisveiligheid, de onderste bouwsteen, de

belangrijkste is. Die moet stevig worden, daarvoor

moeten ouders het kind in de relaxstand zien te krij­

gen. Een kind moet leren zijn stressthermostaat af te

stellen. Meike: “Dat kun je niet alleen, daar heb je afge­

stemde volwassenen voor nodig. De hele dag door

alles benoemen was vroeger onze insteek, nu weten

we: dat is niet genoeg. Je moet ook vooral zintuigelijk,

lijfelijk contact maken om een kind tot rust te krijgen.

Kinderen die te weinig zorg hebben gehad schieten al

vrij snel uit hun raampje, zoals wij dat noemen. Daar

kan zo’n kind niks aan doen. Dat is een uiting van ver­

hoogde alertheid en stress. Dit soort hedendaagse

inzichten zijn helpend voor ouders en leerkrachten.

Opvoeden schiet op zo’n moment zijn doel voorbij. Je

kunt helpen door zelf relaxed te blijven, de stress te

reguleren en leiding te nemen gedurende de dag. Dus

niet zozeer het kind straffen of belonen maar aan de

hand meenemen onder het motto: ‘Zo doen wij dat

hier’. Dat is natuurlijk altijd al zo geweest. Ik denk dat de

kinderen niet zozeer veranderd zijn, alleen zijn er din­

gen bijgekomen en gebruiken we andere woorden,

nieuwe technieken.”

“Het inschakelen van video­interactiebegeleiding is

bovendien meer gewoon geworden. Het hoeft niet

eerst uit de klauwen te lopen voordat VIB­G aange­

vraagd wordt. Wel is het zo dat de meeste adoptieou­

ders veel vragen hebben bij het gedrag van hun kind,

zowel thuis als op school. Maar het fijn vinden dat er

even iemand meekijkt, is al reden genoeg.”

“De combinatie van mijn werk als voorlichter en VIB­

G’er heeft als voordeel dat ik bij alles wat ik vertel in de

voorlichting, voorbeelden kan geven uit de praktijk. Het

mooie van Stichting Adoptievoorzieningen is ook dat

we tijdens de voorlichting filmbeelden kunnen laten

zien van wat er in de praktijk gaande is. Die beelden

worden dan bijvoorbeeld gemaakt door VIB­G’ers.”

Publieke opinie is veranderd

Wat wel behoorlijk veranderd is in de

afgelopen zeventien jaar is de pu­

blieke opinie over adoptie. De

vraag of adoptie nog wel nodig is,

klinkt steeds vaker. Dat merkt

Meike zelf op verjaardagen en

partijen als ze praat over haar

werk, maar ook aan (aspirant­)

adoptieouders en geadopteerden.

“Tijdens de voorlichting hebben we

het regelmatig over de ethiek van

adoptie. Het is duidelijk dat niet alles goed

is verlopen, en dat is een understatement. En

dan was daar het advies van de Raad voor Straf­

rechtstoepassing en Jeugdbescherming om te stop­

pen met interlandelijke adoptie. Door dat soort dingen

gaan aspirant­ouders soms twijfelen. Of ze vragen

bijvoorbeeld: kunnen jullie garanderen dat er geen

misstanden meer zijn? Nee, dat kunnen wij niet garan­

deren. Misstanden zijn ondanks allerlei verdragen niet

te voorkomen. Toch kan adoptie voor kinderen nog

steeds een uitkomst betekenen. Zij zijn echt gebaat bij

een gezin en het is prachtig om ze te zien opbloeien.

Het blijft echter lastig om bepaalde onverenigbare

zaken te verenigen. De slotsom is dat ik kritisch en

betrokken ben.”

Thema’s als gehechtheid en identiteit spelen al tientallen jaren bij adoptie. Zijn de problemen rond adoptiekinderen anno 2018 groter dan bijvoorbeeld in de jaren negentig? ‘Het lijkt soms wel of adoptiekinderen tegenwoordig ingewik-kelder gedrag vertonen dan vroeger’, zegt Meike Melenhorst, voorlichter en VIB-G’er bij Stichting Adoptievoorzieningen. ‘Maar kan het ook zijn dat we er anders tegenaan kijken?’

Meike Melenhorst:

Is adoptie ingewikkelder geworden?

Page 8: magazine online - adoptie.nl · magazine online THEMA en IN DIT NUMMER. 2 3 ... bijeenkomst, een film of een lezing? Laat het ons weten: redactie@adoptie.nl. TEKST Sandra Benschop

drieluik

15

RUBRIEK DRIELUIK

14

GOED NIEUWS BIJ ALLEMANS­VRIENDJESGEDRAG

RUBRIEK ONDERZOEK BELICHT

LEEFTIJD30 jaar

Getrouwd met Jeroen, moeder van

Kai (2,5)

BEROEP psychiatrisch

verpleegkundige

WOONPLAATSPurmerend

vraag: waarom? Waarom hebben jullie mij afgestaan? Ze

zeiden: “Het was geen gemakkelijke keuze. We dachten

dat je geen toekomst zou kunnen krijgen omdat je zo

vroeg geboren was.” Mijn vader had jarenlang een baby­

foto van mij bij zich gedragen. Op een dag is die tijdens

een tyfoon uit zijn zak gewaaid, dat was voor hem het

teken dat het zo had moeten zijn.

Ik heb ook gevraagd of ze mij ooit zouden zijn gaan zoe­

ken, als ik hen niet had opgespoord. Het antwoord was

nee, dat was te pijnlijk. Eens afgestaan, altijd afgestaan.

Mijn broer en zus wisten van mijn bestaan, maar er werd

nooit over gesproken.

Mijn broer en zus trekken mij nu ook het meest, ik

heb een goede klik met mijn zus. Ze spreekt

goed Engels zodat de communicatie al

vanaf het begin via haar ging. In 2014

ben ik drie maanden in Taiwan ge­

weest om Mandarijn te leren.

Sindsdien is de band met mijn

broer hecht geworden. Ik leerde

hem Engels, hij mij Mandarijn.

Nadat mijn vader in 2017 is over­

leden runt mijn broer samen

met mijn moeder het bedrijf: ze

verdelen kramen en standplaat­

sen op de markt. En mijn zwager

verkoopt vis aan mensen die een

standplaats hebben. Met mijn biologi­

sche moeder heb ik één op één niet zo

heel veel contact. Ik weet wel dat ze blij is

dat we contact hebben. Ze wil ook alles

voor me betalen als ik er ben. Maar dat wil

ik niet. Ze voelt zich schuldig, maar ze

hoeft het niet goed te maken met geld.

Dat doet mij juist zeer. Ik ben blij dat ik

welkom ben, dat ze hebben uitgelegd

hoe het is gegaan.

Eva is de dochter van Mei Xiang op pagina

9 en van Marga Jonker, de adoptiemoeder

op pagina 21.

Adoptie was nooit een issue voor mij. Natuurlijk, ik hield op school mijn spreekbeurt over Taiwan en over adoptie. De vraag ‘Wie is mijn geboortemoeder?’ hield mij als kind niet zo bezig.

In 2000, ik was toen 16 jaar oud, kreeg ik via adoptieorga­

nisatie Meiling een uitnodiging om met een groep een

week op rootsreis naar Taiwan te gaan. Dit, omdat ik een

van de eerste tien geadopteerden was die via Meiling

vanuit Taiwan naar Nederland waren gekomen. Het was

een hele belevenis, we zijn in kindertehuizen geweest, op

tv geweest en hebben heel veel gezien. Ik vond het ge­

weldig. Een jaar later ben ik samen met een andere

geadopteerde teruggegaan om daar zes

weken als vrijwilligster te werken in een

tehuis. Ik was net klaar met de mid­

delbare school en had wat langer

vakantie, dus dat kwam goed uit.

Vooraf heb ik aan medewerkers

van het tehuis gevraagd: “Kun­

nen jullie mij helpen om mijn

ouders te zoeken?” Dat kon en

het is heel snel gegaan. Al de

eerste maandag dat ik daar was,

hoorde ik dat ze waren gevonden.

Ik kreeg foto’s van mijn vader, moe­

der, broer en zus. Daarop zag ik dat ik

op mijn broer lijk. Maar verder was er

weinig herkenning. Eerlijk gezegd zag ik

vreemde mensen op die foto’s. Een paar

dagen was de eerste ontmoeting. Ik was

heel zenuwachtig maar uiteindelijk moes­

ten zij huilen en ik niet. Ik kende ze immers

niet.

In de loop der jaren is dat wel veranderd.

We hebben vrij veel contact en ik ben al

meerdere malen in Taiwan geweest. De

tweede keer ben ik gegaan omdat mijn

zus ging trouwen, ik heb toen voor het

eerst een nachtje bij mijn ouders in huis

gelogeerd. Ondertussen heb ik ook wel

antwoord gekregen op de belangrijkste

> GEADOPTEERDEEva Jonker

Ze voelt zich schuldig, dat hoeft niet

14

TEKST GERA TER MEULEN

Dat schrijft Gera ter Meulen van KennisBureau ter Meu­

len in een Kennisflits. Eerder het ging het daarbij over

onderzoek naar AD(H)D bij volwassen geadopteerden

die ernstig verwaarloosd waren geweest. Dezelfde

onderzoeksgroep keek ook naar de ontwikkeling van

‘allemansvriendjesgedrag’ tot in de volwassenheid.

UIT DE KENNISFLITS: Allemansvriendjesgedrag is regelmatig beschreven bij

kinderen uit tehuizen met veel verwaarlozing en wisse­

lende verzorgers. Het is een strategie waarbij kinderen

zich niet hechten, maar aardig zijn tegen mensen van

wie ze voordeel denken te hebben. Hoe dit gedrag zich

zou ontwikkelen wanneer kinderen volwassen werden,

was nog maar de vraag.

Kennedy en collega’s onderzochten allemansvriendjes­

gedrag bij 122 in Engeland geadopteerde Roemeense

jongvolwassenen, die in hun vroege jeugd korter of

langer in een van dictator Ceausescu’s kindertehuizen

hadden gewoond.

Het bleek dat allemansvriendjesgedrag ook in de

jongvolwassenheid nog duidelijk te merken was: de

geadopteerden hadden de neiging te goed van ver­

trouwen te zijn en hadden weinig remmingen in het

delen van privé en vertrouwelijke informatie. Dit gedrag

was duidelijk gekoppeld aan de vroege ontberingen

van de kinderen en kwam wel zes keer zoveel voor bij

diegenen die meer dan zes maanden in een tehuis

hadden doorgebracht.

GEEN GEHECHTHEIDSPROBLEMATIEKTegen de verwachtingen in bleek allemansvriendjesge­

drag niet (meer) gekoppeld te zijn aan onveilige ge­

hechtheid. Hoewel het overlapte met stoornissen uit

het autisme spectrum en symptomen van ADHD, was

het niet zelf gekoppeld aan geestelijke gezondheids­

problematiek of beperkingen in het dagelijks functio­

neren. Zo bleek dat allemansvriendjesgedrag een

duidelijk aanwezige, maar klinisch milde uitingsvorm

had in de jonge volwassenheid.

M E E R I N F O R M AT I E ?

Kijk op: www.kbtermeulen.nl

Kennedy, M., Kreppner, J., Knights, N., Kumsta, R., Maughan, B.,

Golm, D., . . . Sonuga­Barke, E. (2017). Adult disinhibited social

engagement in adoptees exposed to extreme institutional

deprivation: examination of its clinical status and functional

impact. British Journal of Psychiatry, 211(5), 289­295. doi:10.1192/

bjp.bp.117.200618

Allemansvriendjesgedrag bij adoptie-kinderen werd als een zorgelijk effect van verblijf in tehuizen gezien, dat gekoppeld

was aan zich niet echt kunnen hechten. De studie

van Kennedy en collega’s heeft goed nieuws: hoewel

allemansvriendjes gedrag aan kan houden tot in de

volwassenheid, zijn de geadopteerden vaak veilig

gehecht en tevreden over hun leven.

ADOPTIE MAGAZINE ONLINE #3

Page 9: magazine online - adoptie.nl · magazine online THEMA en IN DIT NUMMER. 2 3 ... bijeenkomst, een film of een lezing? Laat het ons weten: redactie@adoptie.nl. TEKST Sandra Benschop

TEKST VERA KIDJAN SEPTEMBER 2018ADOPTIE MAGAZINE ONLINE #3

1716

RUBRIEK WETTEN & REGELS

T oen in 2013 bij Sophie een semi-goedaardige tumor uit haar buikholte werd verwijderd, werd haar afgeraden zwanger te worden. Bij een

zwangerschap zou Sophie het risico lopen dat er weer een tumor zou

gaan groeien. Sophie en Xander de Buisonjé kozen ervoor om via een draag-

moeder een kind te krijgen. De eicel was afkomstig van Sophie en werd in

Amerika bevrucht met het zaad van Xander. Een Amerikaanse draagmoeder

baarde dochter Céla-Lynn in januari 2017. Juridisch duurt het wat langer voor

alles rond is. Sophie moet haar eigen dochter adopteren.

SOPHIE DE BUISONJÉ MOET EIGEN KIND ADOPTEREN

het huwelijk is geboren. Deze procedure moet in Ame­

rika plaatsvinden.

Het is goed mogelijk dat het vaderschap van Xander

direct erkend kan worden. Het probleem is dat de

geboorteakte van Céla­Lynn niet geaccepteerd wordt

omdat de moedergegevens niet erkend worden. Ook al

staat Xander juist als vader op de geboorteakte ver­

meld, dan nog moet hij naar de rechtbank voor de

vaststelling van de geboortegegevens van Céla­Lynn.

De rechter zal vervolgens onder meer het commercieel

draagmoederschap onderzoeken op de vraag: of dit in

strijd is met de openbare orde. Als dat in orde is, dan

zal de rechter de geboortegegevens van Céla­Lynn

vaststellen met vermelding van de draagmoeder als de

moeder en Xander als de vader. Kortom, voor de Ne­

derlandse autoriteiten zullen Xander en de draagmoe­

der worden beschouwd als de ouders van Céla­Lynn bij

haar geboorte. Sophie moet daarom haar eigen biolo­

gische dochter adopteren via een zogeheten partner­

adoptie. Een andere optie geeft de huidige wet niet.

VOORWAARDEN De voorwaarden voor deze adoptie worden genoemd in

Boek 1 artikel 227 en 228 van het Burgerlijk Wetboek. De

belangrijkste voorwaarden zijn dat Céla­Lynn is geboren

tijdens de relatie van Xander en Sophie, dat zij samen

Céla­Lynn voor ten minste een jaar hebben verzorgd en

opgevoed, dat de draagmoeder niet het juridisch gezag

heeft over Céla­Lynn en dat de adoptie in haar belang is.

Op zich zijn de voorwaarden voor de adoptie duidelijk.

Waarom duurt de adoptieprocedure dan zo lang? Zodra

bij een adoptie internationale componenten een rol

spelen zal de rechter hiermee rekening houden. De

Raad voor de Kinderbescherming en de ambtenaar van

de burgerlijke stand worden doorgaans gevraagd om

hun standpunten naar voren te brengen en er wordt

meestal een zitting gepland. Dit kan bij elkaar geruime

tijd in beslag nemen. Daarbij komt ook nog dat nadat de

rechter de adoptie uitspreekt, een hoger beroepstermijn

van drie maanden moet worden afgewacht voordat de

adoptie kan worden ingeschreven in de registers van de

burgerlijke stand en Sophie als moeder op de geboorte­

akte van Céla­Lynn komt te staan.

Xander en Sophie moeten dus twee lange procedures

doorlopen voordat zij als ouders op de Nederlandse

geboorteakte van Céla­Lynn worden vermeld. Ik kan

mij voorstellen dat dit voor hen erg frustrerend is.

INFO

Vera Kidjan is advocaat bij Everaert Advocaten in

Amsterdam, www.everaert.nl. 020-7523217 of stuur een

e-mail naar: [email protected]

Deze draagmoederconstructie kan worden gecategori­

seerd onder commercieel draagmoederschap.

Als advocaat ben ik niet betrokken geweest bij de zaak

dus wat ik hierna beschrijf, heb ik afgeleid uit wat ik

over de situatie heb gelezen. Ik kan geen garanties

geven over de juistheid van de feiten.

Céla­Lynn is in Amerika geboren. Bij haar geboorte

staan op de Amerikaanse geboorteakte Sophie en

Xander als ouders vermeld. Omdat Céla­Lynn uit een

draagmoeder is geboren en niet uit

Sophie hebben de Nederlandse auto­

riteiten de informatie die in de Ameri­

kaanse geboorteakte staat niet erkend.

De hoofdregel is dat dit wel moet

gebeuren op grond van artikel 10:101

van het Burgerlijk Wetboek. Een aantal

uitzonderingen op deze hoofdregel

wordt in de wet genoemd waaronder

‘strijd met de openbare orde’. Een

basisbeginsel van de Nederlandse

rechtsorde is dat een kind op grond

van zijn geboorteakte zijn ontstaans­

geschiedenis moet kunnen terugvin­

den. Daarnaast staat in de Nederlandse

wet dat een moeder bij de geboorte

van een kind als moeder kan worden

aangemerkt als het kind ‘uit haar is

geboren’. Dat staat in artikel 1:198 lid 1

sub a van het Burgerlijk Wetboek. Dit

alles heeft tot gevolg dat de Neder­

landse autoriteiten zich op het stand­

punt stellen dat niet Sophie maar de

Amerikaanse draagmoeder bij de

geboorte van Céla­Lynn als moeder

wordt aangemerkt omdat het anders

in strijd zou zijn met de (Nederlandse)

openbare orde.

En de vader? Dat is een nogal juridisch

ingewikkeld verhaal en ik beschik over

te weinig informatie om zeker te zijn van mijn conclu­

sies. Kort gezegd kan het vaderschap van Xander niet

worden gezien als strijdig met de openbare orde om­

dat een man volgens de Nederlandse wet een kind

mag erkennen van een andere vrouw dan de vrouw

met wie de man een relatie heeft.

HOOFDREGELIs de draagmoeder gehuwd met een andere man, dan

moet de andere man zijn vaderschap wel eerst ont­

kend hebben. Hoofdregel is immers dat een echtpaar

vader en moeder van een kind zijn als het kind tijdens

Page 10: magazine online - adoptie.nl · magazine online THEMA en IN DIT NUMMER. 2 3 ... bijeenkomst, een film of een lezing? Laat het ons weten: redactie@adoptie.nl. TEKST Sandra Benschop

18

Als Dorien binnenkomt bij adoptieorganisatie Cathwel

in Taipei wordt ze begroet als een goede vriendin. De

twee andere Meiling­medewerkers die in haar voet­

spoor volgen, bestuurslid Marco en vrijwilligster Anja,

krijgen eveneens een warm welkom. De drie zijn op

werkbezoek in Taiwan. Dorien adopteerde jaren gele­

den haar twee kinderen uit Taiwan. Marco is er voor het

eerst (hij is vader van twee kinderen uit China) en Anja

was anderhalf jaar geleden in het land voor de adoptie

van haar zoon. Cathwel (Catholic Welfare) is een van de

drie contacten van Meiling in Taiwan, naast CSS (Chris­

tian Salvation Service) en CWLF (Child Welfare League

Foundation). De laatste jaren komen er gemiddeld

ongeveer twintig kinderen per jaar vanuit Taiwan naar

Nederland.

Bij Cathwel liggen verschillende pakketjes klaar – brie­

ven, puzzels , knuffels – met het verzoek aan de Neder­

landse delegatie deze te bezorgen bij geadopteerde

kinderen in Nederland. Een medewerkster van het

tehuis geeft er af en toe een toelichting bij. Ze weet

zich alle betrokken kinderen exact te herinneren. “Dit is

een brief voor …”, zegt ze. De jongen is vorig jaar hier op

bezoek geweest in de hoop zijn geboortemoeder te

zien, helaas kon zij hem toen niet ontmoeten. Dat

maakte hem heel verdrietig. In de brief geeft ze tekst

en uitleg waarom het niet kon. “Hou er rekening mee

dat het een pittig verhaal is.” Dorien begrijpt goed wat

ze zegt, ze heeft vaker met dit bijltje gehakt, de bood­

schap komt daardoor gegarandeerd op de juiste ma­

nier op de plaats van bestemming. Dat er op deze

manier over en weer contact is tussen biologische

families en geadopteerden vindt ze heel belangrijk.

“Onze core business is om het lijntje tussen ouders en

kinderen open te houden.”

ROOTSREIZEN ZONDER ADOPTIEOUDERSBijna alle geboortemoeders van kinderen die vanuit

Cathwel worden geadopteerd, zijn daar goed bekend,

niet zelden zijn ze in het tehuis bevallen. Daarvoor en

daarna krijgen de vrouwen hulp, nadrukkelijk ook bij de

overweging hun kind alsnog te houden. Maar zaken als

criminaliteit, al dan niet in combinatie met drugs,

psychiatrische problematiek, prostitutie, incest en

verkrachting, maken dat moeders (en vaders) toch vaak

besluiten hun kind achter te laten bij Cathwel. De

meeste komen er vervolgens wel minstens één keer

per jaar terug.

Later, als de geadopteerden dat willen, helpt de instel­

ling mee om het contact tussen de biologische ouders

en het kind te onderhouden. Bijvoorbeeld door de

verzending van brieven en cadeaus, maar ook met de

organisatie van compleet verzorgde rootsreizen voor

geadopteerden. Zij kunnen, zonder ouders, twee weken

op vakantie komen in Taiwan. Dan logeren ze in samen

met andere geadopteerden in het tehuis, doen ze

vrijwilligerswerk en hebben ze, als ze willen en als het

mogelijk is, een ontmoeting met hun biologische

familie.

Dorien heeft op haar beurt ook een paar ‘cadeaus’ bij

zich voor Cathwel, een stapeltje dossiers van aspirant­

adoptieouders die dolgraag een kind uit dit tehuis

willen adopteren. De medewerkers van het Taiwanese

tehuis reageren enthousiast en zeggen dat ze heel snel

gaan bekijken of er misschien een match gemaakt kan

worden, zodat ze een kindje aan ouders kunnen helpen.

Het voelt een beetje onwerkelijk, hier worden ter plekke

levenslopen bepaald.

“Of en wanneer er een match is, weet je nooit. Het kan

volgende week zijn, maar zo’n dossier kan hier ook nog

wel ruim een jaar liggen”, zegt Dorien. Betrokken, door­

tastend, efficiënt, warm en kundig spreekt ze over de

procedures en de gang van zaken in Taiwan. Nadat ze

zelf zo’n tien jaar geleden moeder werd in Taiwan,

besloot ze zich ook als vrijwilligster in te gaan zetten

voor Meiling. Net als Marco en Anja draait ze buiten

haar dagelijkse werk menig uurtje als vrijwilliger voor

deze vergunninghouder. “Iedereen bij Meiling zet zich

in met zijn eigen deskundigheid”, vertelt ze. “Daar

maken we gebruik van. Marco zit beroepsmatig in de

ICT, Anja is een HR­specialist en ik heb een verpleeg­

kundige achtergrond. We maken als organisatie gebruik

van ieders expertise. Op deze manier hebben we als

vergunninghouder de beschikking over ongeveer

honderd actieve professionals.”

19

Met dank aan de inzet van zo’n honderd vrijwilligers verzorgt vergunninghouder Meiling momenteel adopties uit China, Taiwan en Suriname. Het is niet alleen de enige Nederlandse

adoptieorganisatie die uitsluitend met onbetaalde krachten werkt, uniek aan

Meiling is ook de begeleiding naar het land van herkomst. Adoptieouders die hun

kind gaan ophalen, krijgen altijd iemand mee. Bijvoorbeeld Dorien, coördinator

van het Taiwan-team bij Meiling. Zij begeleidde al menige adoptie vanuit Taiwan.

Meiling-coördinator over relatie met Taiwan:

“WE HOUDEN HET LIJNTJE OPEN”

SEPTEMBER 2018RUBRIEK ACHTER DE FEITEN TEKST ANGELA JANS ADOPTIE MAGAZINE ONLINE #3

>>

Page 11: magazine online - adoptie.nl · magazine online THEMA en IN DIT NUMMER. 2 3 ... bijeenkomst, een film of een lezing? Laat het ons weten: redactie@adoptie.nl. TEKST Sandra Benschop

21

LEEFTIJD69 jaar

Getrouwd met Maarten, moeder van

Eva (32)

BEROEPhuisvrouw

WOONPLAATSPurmerend

drieluik

Adoptie was nooit

een onderwerp

Toen ze in Nederland aankwam, was ze acht maanden

oud en woog ze acht pond, het was nog echt een baby.

Daarna ging het in rap tempo. Ze mankeerde helemaal

niks, ontwikkelde zich prima. Nooit ziek, nooit koorts, ze

huppelde door het leven. Was heel lief en heel geliefd. Ze

is nog wel lang vrij klein gebleven. Voor haar komst werk­

te ik als administratief medewerkster maar daar ben ik

mee gestopt zodat ik lekker van mijn dochter

kon genieten. Daarna heb ik mijn ouders

verzorgd en nu passen we twee da­

gen in de week op het zoontje van

Eva, hij is nu 2,5 jaar oud, dat is

echt ontzettend leuk. Hij lijkt

precies op haar.

Adoptie was eigenlijk nooit

een onderwerp. Tot we op

haar zestiende een brief

vanuit Taiwan kregen dat er

negen kinderen naartoe

mochten, in feite een beetje

om daar adoptie te promoten.

Ze zouden op tv komen en zo.

Voor Eva was het geweldig om sa­

men met acht anderen haar ge­

boorteland te bezoeken. Er mocht ook

een ouder mee. Mijn man is meegegaan,

want ik durf niet te vliegen, ik zal nooit in

Taiwan komen. Maar Eva is inmiddels al

heel vaak teruggeweest en heeft daar ook

haar biologische familie leren kennen. Ze

hebben heel goed contact. Ik weet zeker

dat haar moeder, vader is inmiddels over­

leden, broer en zus een keer hier naartoe

komen. Dan zijn ze bij ons van harte wel­

kom.

Marga is de adoptiemoeder van Eva op

pag 15.

We hadden geluk, Eva kwam in april, net op tijd, want in mei werd ik veertig. Die leeftijd was een grens in die tijd. Er moest eerst nog speciaal toestemming ge-vraagd worden bij het ministerie. Zoiets vergeet je nooit meer. Gelukkig was het akkoord. Wat waren we blij!

Toen Eva kwam, waren we inmiddels ruim

achttien jaar getrouwd. In het begin

praat je er niet over maar op een ge­

geven moment zijn we toch het

onderzoekstraject ingegaan, om

erachter te komen waarom ik

niet zwanger werd. Er zijn al­

lerlei onderzoeken gedaan

en ze hebben niets kunnen

vinden, we waren allebei pri­

ma in orde.

Het was mijn man die op een

dag zei: “Wat denk je van

adoptie?” Werkelijk, daar had ik

nog geen seconde aan gedacht.

En ik zag het in eerste instantie

eerlijk gezegd ook niet zo zitten. Een

paar jaar later begon hij er weer over en

toen was ik er wel klaar voor, eerder ken­

nelijk niet. Ik zei: “Ja, dat is goed.”

We kozen voor Taiwan, dat was voor Ne­

derland een compleet nieuw adoptieland.

We stonden als derde op de lijst. Binnen

twee jaar hadden we een dochter. Ze was

veel te vroeg geboren en woog 1200 gram.

De artsen hadden geen idee hoe ze zich

zou ontwikkelen, of ze wel zou kunnen

zien. Daarom hebben haar ouders beslo­

ten haar af te staan. Ze hadden al twee kin­

deren en een eigen bedrijf, ze durfden het

niet aan.

> ADOPTIEMOEDER

Marga Jonker

RUBRIEK DRIELUIK

20

TEHUIS TELT ZEVEN VERDIEPINGENEven later bezoekt Dorien de afdeling waar de jongste

kinderen verblijven. Twee vrijwilligsters en drie mede­

werksters zitten bij acht baby’s om met ze te spelen en

ze te stimuleren. In twee ledikantjes hangen foto’s van

mensen met westerse gezichten: de adoptieouders. Zo

kunnen de baby’s alvast wennen aan hun papa en

mama, en in één geval ook aan hun broertje en zusje.

Dorien wordt geroepen. Of ze misschien even naar dat

ene meisje wil kijken? Natuurlijk! Liefdevol maar met

een kritische, professionele blik, pakt ze de baby op. Ze

test het reactievermogen, kijkt naar de gezichtsuitdruk­

king en wiegt het kindje heen en weer. Ondertussen

hebben de verzorgers van Cathwel op de grond voor

de voeten van Dorien snel wat papieren met achter­

grondinformatie over het meisje uitgestald. Niet dat

hier nu ter plekke wordt bepaald of het kind wel of niet

naar Nederland kan komen, maar de gebeurtenis zou

van invloed kunnen zijn. “Ik ga mijn bevindingen in

Nederland verder bespreken. Matching is een zorgvul­

dig proces waar uiteraard meerdere deskundigen bij

betrokken zijn”, aldus Dorien.

Als de delegatie even later binnenkomt bij de afdeling

waar kinderen vanaf vier jaar verblijven, trekt een vrolijk

jongetje met een verstandelijke beperking de aan­

dacht. Hij lijkt een soort theatervoorstelling te geven en

danst in het rond. “Gelukkig zijn voor hem onlangs

ouders gevonden in Amerika”, zegt Dorien. “Hij woont

hier al zo lang, ik denk dat ik hem inmiddels al tien keer

heb gezien.”

Het gebouw waarin Cathwel is gevestigd telt zeven

verdiepingen. De kinderen wonen apart per leeftijdsca­

tegorie. Tot hun zesde jongens en meisjes door elkaar.

Daarna zijn er, alleen voor de jongens, een soort ge­

zinsvervangende groepen van maximaal zes personen.

Ze zijn ondergebracht in appartementen op de zesde

etage. De groepen hebben een eigen woonkamer,

keuken en drie slaapkamers: twee jongens op een

kamer. Tot hun achttiende kunnen ze blijven, daarna

moeten ze op eigen benen gaan staan. “Vaak kiezen ze

dan voor het leger”, zegt een maatschappelijk werker.

“Dan is meteen weer alles voor ze geregeld: eten,

drinken, woonruimte, werk.”

NEDERLANDSE BEGELEIDER WORDT GEWAARDEERDNederlandse ouders die een kind gaan ophalen in

Taiwan, krijgen bij Meiling altijd een vrijwilliger mee op

reis. Iemand die de weg weet, de gang van zaken kent.

De kersverse ouders kunnen zich dan volledig focussen

op het kind, de begeleider regelt de afspraken, maakt

desgewenst foto’s en filmpjes. Een ‘luxe’ die de Taiwa­

nese organisaties bij geen enkele ander bemiddelaar

van waar ook ter wereld eerder hebben gezien. “We

hebben weleens een onderzoek gedaan onder de

ouders naar de behoefte aan deze begeleiding”, zegt

Dorien. “Bijna 100 procent gaf aan dit als heel prettig te

ervaren, al moeten ze wel zelf voor de reis en verblijf­

kosten van de vrijwilliger betalen. Zijn of haar aanwezig­

heid neemt een boel zorgen uit handen. Ouders

kunnen soms zelf bijna echt niet meer goed nadenken

rond de overdracht. Ze hebben dan letterlijk en figuur­

lijk de handen vol aan hun kind.”

De adoptieouders en begeleiders van Meiling verblij­

ven altijd in hetzelfde hotel. Het biedt ruime kamers

met een aparte woonkamer en een keukenblokje. Nog

geen dertig meter verderop zit een supermarkt die dag

en nacht is geopend. Alles bij elkaar ideaal voor jonge

gezinnen.

Er staan tijdens dit werkbezoek naast ontmoetingen

met bestaande contacten ook gesprekken op het

programma met vertegenwoordigers van twee organi­

saties waarmee tot op heden nog geen relatie bestaat.

Maar wat niet is kan komen, vinden Marco, Anja en

Dorien. Ze gaan in ieder geval graag met ze in gesprek.

Het initiatief daarvoor komt van de Taiwanezen, zij zijn

dringend op zoek naar ouders die kinderen uit hun

tehuizen een liefdevol gezin willen bieden. Want al

wordt eerst, zoals wettelijk verplicht is, alles op alles

gezet om de kinderen bij adoptieouders in Taiwan

onder te brengen, dat lukt in tientallen, wellicht hon­

derden gevallen toch niet. Het alternatief is dan dat de

kinderen levenslang in een tehuis verblijven, óf ter

adoptie naar het buitenland gaan.

* de achternamen van de betrokkenen zijn op

verzoek weggelaten.

RUBRIEK ACHTER DE FEITEN SEPTEMBER 2018 ADOPTIE MAGAZINE ONLINE #3

Page 12: magazine online - adoptie.nl · magazine online THEMA en IN DIT NUMMER. 2 3 ... bijeenkomst, een film of een lezing? Laat het ons weten: redactie@adoptie.nl. TEKST Sandra Benschop

SEPTEMBER 2018ADOPTIE MAGAZINE ONLINE #3

tijdje in Ierland en ben toen zelfs teruggekomen omdat

mijn ouders anders helemaal geen kind meer hadden.”

MAAR OP EEN GEGEVEN MOMENT ...“Op een gegeven moment was ik er klaar mee dat ik

altijd rekening moest houden met anderen. Met mijn

adoptieouders, maar ook met ‘wat ik misschien over­

hoop kon halen’ bij mijn natuurlijke ouders en eventu­

ele broers en zussen. Ik dacht: mag het ook een keer

over mij gaan?”

JE EERSTE STAP WAS EEN GESPREK BIJ HET FIOM. GING DAT SOEPEL?“Ach, wat is soepel. Alles ging daar destijds heel traag

en procedureel. Nu is het bij wijze van spreken een

kwestie van een mailtje sturen en dan krijg je een

telefoontje. Toen gingen ze eerst in verschillende

gesprekken na of je er wel klaar voor bent. Daarna ging

er een standaardbrief in een discrete blanco envelop

vanuit het Fiom naar de natuurlijke moeder. En vervol­

gens was het wachten tot – en vooral óf – je moeder

reageert.”

DAT DUURDE ERG LANG, TOCH?“Al met al twee jaar. Ik was er in de tussentijd niet ieder

moment van de dag mee bezig, maar het hoort wel bij

je. Het laat je niet los.”

EN TOEN WAS HET GROTE MOMENT DAAR EN ZAT JE TEGENOVER JE MOEDER. HAD JE DIRECT DAT GEVOEL VAN HERKENNING?“Het was meer een herkenning in sfeer. Ze is net als ik

licht chaotisch. Haha! We hebben ook hetzelfde haar,

van dat dunne, pluizige. En onze handen zijn hetzelfde:

veel aders, stevige vingers. En haar uitdrukking, haar

stem… Het waren niet zozeer de karaktertrekken, al­

thans ik hoop van niet.”

Zo voelde het dus om weerspiegeld te zijn in een ander mens, in een bloedverwant.

Gebiologeerd bleef ik naar die handen kijken. Die lelijke handen want veel te getekend,

gerimpeld en met vingers die net iets te kort waren. Maar dat deerde me niet, op dat moment.

Nee, ik proefde een sensatie die uniek voor me was. Mijn uiterlijk verbond me rechtstreeks met een

naaste, met een moeder, mijn moeder!

– Fragment uit ‘Zo stroom ik van je over’

Een van de eerste dingen die ze zei, was: “En nu wil je

zeker weten wie je vader is?” Vond je dat niet hard?

Eke Mannink (50) geeft bij de

kennismaking een stevige hand

en leunt tijdens het gesprek

ontspannen achterover met een

kop thee. Ze komt zelfverzekerd

over. Uiterlijke schijn, zegt ze

glimlachend. “Ik denk dat zo’n

hiaat rond je eerste levensjaren

zorgt voor een wankele basis en

dat het een voedingsbodem is

voor onzekerheid. Ik vind andere

moeders altijd bronnen van

wijsheid. Mijn kinderen kennen

me vooral heel erg als een

zoeker.”

Over zoeken gesproken: je bent

op je 25ste de zoektocht naar je

moeder begonnen.

“Ik wilde eigenlijk al veel eerder

“Ik merkte dat ze een defensieve houding had. Zo van:

je wilt nu zeker van alles weten. Ik snapte dat ergens

wel en dacht: dat gaat vanzelf goed komen. Helaas

duurde het contact maar een jaar. Daarna zei ze bot­

weg dat ik niet in haar leven paste.”

DAAR BEN JE NOG BOOS OVER, LIJKT HET.“Boos is niet het juiste woord. Ik heb het geaccepteerd.

Maar het is heel naar. In feite ben ik opnieuw gedumpt.”

DE INFORMATIE OVER JE VADER KREEG JE UITEINDELIJK VAN HAAR MAN. “Ja, hij was bereid me de naam te vertellen. Mijn vader

bleek een Engelsman, waar ze twee jaar mee samen is

geweest en die nu weer in Engeland woont. Hij wist niet

eens dat hij een dochter had. Hij vond het prachtig

nieuws. Dat contact is er nog steeds, maar oppervlak­

kig, vooral telefonisch en via mail. Hij kan zich er niet

overheen zetten dat ik hem pas na 30 jaar heb opge­

zocht. Het feit dat ik niet eerder van zijn bestaan wist,

ziet hij daarbij voor het gemak over het hoofd. Het is

geen makkelijke man. In het boek heb ik hem een stuk

milder gemaakt en dat wil wel wat zeggen. Ik heb

sowieso namen veranderd en karakters gewijzigd. Ook

om mensen in bescherming te nemen. Dat is verder

niet belangrijk. Het boek draait niet om biografische

feiten. Ik wilde vooral tot de kern komen wat het met je

kan doen als je zo wortelloos opgroeit.”

JE ZOEKTOCHT IS NIET BEPAALD EEN SPROOKJE. HEB JE SPIJT DAT JE BENT GAAN ZOEKEN?“Nee. Aan de ene kant heeft het voor onrust gezorgd,

maar het geeft voor een deel ook rust. Het is goed om

een ingevuld mens te zijn, te weten wie er aan je bron

stond. Hoe diegene eruitziet, praat, doet, denkt… Eerst

was er een wolk van mogelijkheden. Nu zijn er feiten.

Het is misschien niet waar ik van droomde, maar het

geeft wel duidelijkheid.”

JE BOEK BESTAAT UIT DRIE DELEN: DE MOEDER, DE VADER EN HET KIND. WAT VOEGDE HET KRIJGEN VAN KINDEREN TOE?“Het krijgen van kinderen heeft een bodem gelegd in

mijn leven. Een directe link met een ander persoon. Die

had ik daarvoor nooit gehad. Ook niet toen ik mijn

natuurlijke ouders gevonden had. Het gevoel van

bodemloosheid werd met de komst van mijn kinderen

opgeheven. Daarnaast wilde ik de lezer meegeven dat

adoptie iets is wat in alle fases van het leven terugkomt.

Het verleden wordt nooit afgesloten. Ieder mens rea­

geert vanuit onzichtbare draden die het leven je heeft

meegegeven. Je kunt ze proberen te negeren, maar

doorknippen kan niet. Het is een soort onderstroom die

er altijd zal zijn. Het is mooi om dat bloot te leggen.”

De roman ‘Zo stroom ik van je over’ gaat over de geadopteerde Eve-lien, die op zoek gaat naar haar natuurlijke moeder, Nina. Ze vindt

haar, maar na de eerste ontmoeting verbreekt Nina het contact; Evelien

past opnieuw niet in haar leven. Eke Mannink schreef dit verhaal, dat veel over-

eenkomsten vertoont met haar eigen leven. ‘Ik heb bewust wat aanpassingen

gedaan. Als ik het letterlijk zo had opgeschreven als het gegaan is, had de lezer

het waarschijnlijk overtrokken gevonden. Fictie is vaak geloofwaardiger dan de

realiteit.’

Eke Mannink:

‘ HET VINDEN VAN MIJN OUDERS HEEFT ME RUST GEGEVEN’

2322

RUBRIEK ACTUEEL | BOEK TEKST MACHTELD STILTING

op zoek gaan, maar uit loyali­

teit naar mijn adoptieouders

toe deed ik het niet. Zij

hebben mijn broer en mij

geadopteerd omdat ze zelf

geen kinderen konden krij­

gen. Het moest een adoptie

uit Nederland zijn, zodat het

niet zou opvallen dat we

geadopteerd waren. Adoptie

was taboe in ons gezin. Je

sprak er niet over. Onze

adoptiepapieren mochten

we niet inzien. Die waren van

hen, zeiden ze. Mijn broer is

op zijn 19de weggelopen en

niet meer teruggekomen.

Toen was ik ineens enig kind

en voelde ik me nog verant­

woordelijker. Ik woonde een

Page 13: magazine online - adoptie.nl · magazine online THEMA en IN DIT NUMMER. 2 3 ... bijeenkomst, een film of een lezing? Laat het ons weten: redactie@adoptie.nl. TEKST Sandra Benschop

2524

TEKST ANGELA JANS SEPTEMBER 2018ADOPTIE MAGAZINE ONLINE #3

24

RUBRIEK VRAGENDERWIJS

‘Onze zoon heeft slaapproblemen.’ ‘Mijn puberdochter vliegt uit de bocht.’ Adoptieouders die vragen of twijfels hebben over de ontwikkeling of opvoeding van hun kinderen kunnen terecht bij de advieslijn van de Stichting Adoptie­voorzieningen. Ook geadopteerden, leerkrachten of andere betrokkenen kunnen daar terecht. In deze rubriek komen zaken voorbij die daar aan de orde komen. SAMENSTELLING: Ria Heek, Chris Thie en Yvonne Geelen.

Betrokken leerkracht

Een leerkracht belt met nazorg, het gaat om een meisje van vijf, geadopteerd op vierjarige leeftijd uit China. Ongeveer drie maanden na haar aankomst in Nederland is ze op school gekomen, met een langzaam wenprogramma. Het is een vrolijk en enthousiast kind, ze doet graag overal aan mee. Op cognitief en motorisch vlak maakt ze hele grote sprongen.Op sociaal-emotioneel niveau is het soms nog moeilijk voor haar, ze heeft moeite met uitgestelde aandacht, kan ineens fysiek fel zijn als iets haar niet zint, of ze begint heel hard te gillen. Ze vindt het ook moeilijk om ergens op aangesproken te worden, ontkent dan dat ze iets gedaan heeft, terwijl de feiten duidelijk zijn. Naderhand komt ze aan juf ‘hangen’.

Wat verder opvalt, is dat ze te vrij is naar anderen, ze geeft

het gevoel dat ze zo met iedereen mee zou gaan, maar dat

wordt al wel wat minder. Onlangs kwam ze expliciet de hulp

van de juf vragen, dat was ook nieuw.

Wat leerkrachten al doen:

– Veel dingen voordoen, uitleggen (vooral op sociaal­emo­

tioneel vlak). Ze zien haar als een jonger kind op dat vlak.

– Structuur bieden.

– Voorinstructie (extra uitleg, juffen hebben er oog voor

dat nog niet alles bij haar goed doordringt, of begrepen

wordt).

Al deze zaken worden door de nazorgmedewerker positief

bekrachtigd. Leerkrachten zijn een anker voor het meisje en

het is heel fijn dat ze extra hun best doen om haar te hel­

pen. Dat ze zich door hen gezien en begrepen voelt, is het

allerbelangrijkst. De nazorgmedewerker bevestigt dat struc­

tuur bieden extra belangrijk is bij adoptiekinderen, omdat ze

sterke behoefte hebben aan voorspelbaarheid. De juf her­

kent de hoge mate van alertheid, vooral overgangsmomen­

ten zijn lastig, dus daar kan ze extra hulp bij gebruiken. Met

vrij spelen gaat het al best aardig, volgens juf.

De nazorgmedewerker geeft verder nog wat uitleg over het

preventief begeleidingsaanbod en de werkwijze van Stich­

ting Adoptievoorzieningen. De leerkracht geeft aan het

lastig te vinden om dit met ouders te bespreken, zonder het

als kritiek te laten klinken. Er wordt besproken welke woor­

den ze daarbij zou kunnen gebruiken (neuzen dezelfde kant

op, samen kijken wat ze nodig heeft om zich optimaal te

kunnen ontwikkelen, etc.). Daarnaast mogen de ouders ons

natuurlijk ook altijd zelf bellen.

Kinderen rond deze leeftijd hebben veel op hun bordje. De puberteit staat

voor de deur en ze hebben het steeds drukker met sport en school. Hun

vrienden worden steeds belangrijker en daar willen ze graag bij horen en

vooral niet anders zijn. Maar ze begrijpen ook steeds beter dat geadop­

teerd zijn ook betekent dat bij hen dingen wél anders zijn. Dat kan tot

gevolg hebben dat ze het onderwerp liever gaan vermijden. Ook kan het

zijn dat zij zich meer gaan afvragen waarom ze zijn geadopteerd en hoe

het met hun biologische familie gaat. Maar ook of het wel eerlijk is tegen­

over hun adoptieouders als zij over hun geboortefamilie nadenken.

Nu Runako niet meer wil praten over zijn adoptie, wil dat niet zeggen dat

hij er niet meer over nadenkt. De nazorgmedewerker geeft Evelien het

advies om het gesprek over zijn adoptie gaande te houden en te zoeken

naar momenten waarop het wel bespreekbaar lijkt te zijn. Natuurlijk moet

ze hem niet dwingen om het erover te hebben, maar ze kan hem wel laten

weten dat ze open staat voor vragen als hij die wil stellen. Ze kan daarbij

ook zijn geboortefamilie aanhalen: “Ik vraag me af of jouw biologische

vader ook zo goed kan voetballen. Vraag jij je dat ook wel eens af?” Het is

goed om haar zoon te laten weten dat hij van twee paar ouders mag en

kan houden en dat alles voor haar en haar man altijd bespreekbaar is.

Sociale kaart

Als je op zoek bent naar een hulpverlener met expertise

op het gebied van adoptie ben je bij Stichting Adoptie­

voorzieningen ook aan het goede adres. We beschikken

over een actuele sociale kaart van hulpverleners

voor zowel geadopteerde kinderen, pubers als (jong)

volwassenen.

We denken graag mee welke hulp geschikt kan

zijn. Bel of mail ons gerust: 030­2330340, e­mail

[email protected].

Evelien belt omdat zij wil over-leggen over Runako. Hij is elf jaar

en nu ruim acht jaar in haar gezin. Tot een paar maanden geleden had

hij altijd zijn antwoord klaar als er over adoptie werd gesproken of over zijn geboortemoeder. Maar

dat is nu veranderd. Als Evelien het woord adoptie laat vallen zegt

Runako gelijk: ‘Daar wil ik het niet over hebben.’ Evelien vraagt zich af

wat zij nu het beste kan doen.

Runako wil ineens niet meer over zijn adoptie praten

Terug­ en vooruitkijken

We worden met regelmaat gebeld door volwassen geadopteerden die terugkijken op hun jeugd met het gevoel dat ze zich zo onbegre-pen en eenzaam voelden. Van adoptieouders op hun beurt horen we dat ze het soms zo moeilijk vinden om echt contact met hun adoptiekind te maken, echt te weten wat er vanbinnen speelt. Om hun kind geen verdriet aan te willen praten houden ouders het soms voor gezien als hun kind ontwijkende antwoorden geeft.

Dat adoptiekinderen het moeilijk

vinden om over hun diepste gevoe­

lens te praten is logisch, want

niemand wil verdrietig of boos zijn.

En als je ook niet geleerd hebt om

met die gevoelens om te gaan, en

er steun en troost bij te kunnen

krijgen, dan is het helemaal vreselijk

moeilijk. Kinderen en pubers zijn

zich vaak ook niet bewust van waar

die gevoelens vandaan komen,

daar heb je als kind nou juist je

ouders voor nodig…

Als het lukt om die zoektocht sa­

men te doen kan er hopelijk vaker

worden teruggekeken op een

kindertijd die fijn en warm was, met

ouders die het adoptiekind konden

helpen zich verbonden en ge­

steund te voelen, zichzelf te leren

begrijpen en puzzelstukjes op z’n

plek te laten vallen. Makkelijk zal het

nooit worden, maar hopelijk wel

wat minder eenzaam.

Page 14: magazine online - adoptie.nl · magazine online THEMA en IN DIT NUMMER. 2 3 ... bijeenkomst, een film of een lezing? Laat het ons weten: redactie@adoptie.nl. TEKST Sandra Benschop

SEPTEMBER 2018ADOPTIE MAGAZINE ONLINE #3

2726

RUBRIEK GELEZEN GEZIEN

# Dit ben ik 2.0

Auteur: Monique Weustink-Schmeitz

Uitgegeven in eigen beheerISBN 978-90-824999-1-9

Bestellen bij [email protected]

#Dit ben ik 2.0 is een lees­ en

werkboekje over identiteit, be­

doeld voor jonge tieners die

geadopteerd zijn. Er staan een

aantal interviews in met geadop­

teerde tieners tussen 12 en 18 jaar.

Sommige vragen die aan hen

gesteld zijn kun je op tussenlig­

gende pagina’s ook voor jezelf

beantwoorden. Bijvoorbeeld: Wat

zijn jouw wensen en dromen voor

de toekomst? Vind jij jezelf wel

eens anders dan andere kinderen

omdat je geadopteerd bent?

Net zoals in het voorgaande

boekje Dit ben ik (voor de iets

jongere geadopteerde kinderen

samen met hun ouders) lopen

‘gewone’ en adoptiespecifieke

onderwerpen lekker door elkaar

heen. Geadopteerd zijn is ten­

slotte maar een klein deeltje van

wie je bent. Maar de vragen

erover kunnen wel aanleiding zijn

tot verdieping en bewustwording,

of een aanzet geven voor verwer­

king van de lastigere onderlig­

gende thema’s die bij

adoptiekinderen in deze leeftijd

vaak (weer) actueel worden.

Het boekje kan door kinderen zelf

gelezen en ingevuld worden,

maar het is misschien wel leuk als

gevoel. Ik vraag me af hoe het zit

met gevoelens van loyaliteit en

de privacy van het adoptiekind

die dit later zelf terugleest. Maar

ook hier: het is voor iedereen

anders.

Wat vooral ook uit de laatste,

mooi beschreven verhalen van

de jongvolwassen meiden uit

Taiwan naar voren komt, is dat de

zoektocht niet klaar is als je je

familie ontmoet hebt, maar dat

elke stap, elke reis, elke ontmoe­

ting, elk mailtje of Facebookbe­

richtje een onderdeel is van een

individueel en uniek proces. Het

kan een begin of een eind zijn,

rust of juist onzekerheid brengen,

begrip of teleurstelling en woede

teweegbrengen. Na elkaar, of

dwars door elkaar heen.

Dus Thuis in twee landen is

toch een aardig boek, met

boeiende mensenverhalen,

waar adoptiegezinnen iets aan

kunnen hebben.

— Chris Thie

Dappere jongen

Auteur: Astrid LammersUitgeverij Irene

ISBN 9789492998002

Dappere jongen is het tweede

boek van adoptiemoeder Astrid

Lammers. Na Nieuwe bloem

schrijft ze over een volgende

zoektocht die ze onderneemt

met Noah, haar adoptiezoon uit

Ethiopië.

Noah, die op een eerdere roots­

reis zijn moeder heeft ontmoet,

vraagt op een dag of ze ook zijn

vader kunnen gaan zoeken. Als

die is gevonden, vertrekken

Astrid, Noah en zijn zussen op­

nieuw naar Ethiopië. Daar ont­

moet hij zijn vader, een

je als ouders een beetje mee

mag kijken, lezen en praten, want

de vragen en verhalen geven

wellicht een mooi opstapje naar

een bijzonder gesprek, waarin je

je tiener kunt steunen in de

zoektocht naar zijn eigen identi­

teit. In die weg zitten voor adop­

tiekinderen nou eenmaal meer

kuilen en hobbels…

Voor geadopteerde tieners die er

nog aardigheid in hebben om te

lezen, te schrijven en te knippen

en plakken is het een leuk boekje.

Voor de wat oudere pubers zou

een digitale en interactieve versie

wellicht meer aanspreken. De

onderwerpen zouden dan ook

wat diepgaander en meer op de

persoon afgestemd kunnen

worden. Wie weet wordt dat de

3.0 versie?

— Chris Thie

Thuis in twee landen Geadopteerden over het

contact met hun biologische familie

Auteur: Maureen Welscher2018

ISBN: 978-94-6247-090-3 NUR: 248-854

Na Adoptiepubers en Retourtje

Roots kwam adoptiemoeder en

journalist Maureen Welscher

begin dit jaar met een nieuw

boek over adoptie, Thuis in twee

landen. De ondertitel doet ver­

moeden dat het een serie inter­

views is met geadopteerde

kinderen, jongeren of volwasse­

nen die terugkijken op de ont­

moeting met hun biologische

familie. Daar verheug ik me op.

Het boek begint en eindigt ech­

ter met beschouwingen van

hulpverleners en andere auteurs,

waardoor ik als lezer op het

verkeerde been word gezet: ik

bijzondere ervaring voor beiden.

Noah hoopt ook op een volgen­

de ontmoeting met zijn moeder

en vooral ook met zijn halfzusje

Desta, het dochtertje van zijn

moeder en haar nieuwe vriend.

Hij is hevig teleurgesteld als deze

ontmoeting dreigt te mislukken,

maar gelukkig treffen ze elkaar

toch. Naast deze ontmoetingen

genieten hij en zijn familie ook

van de bijzondere bezienswaar­

digheden in Ethiopië.

Astrid beschrijft op heel per­

soonlijke, open en zeer gedetail­

leerde wijze hoe ze de reis

beleeft – de ontmoetingen,

het land en de prachtige natuur,

het samenzijn met haar gezin –

en ook hoe hun leven na de reis

naar Ethiopië weer verder gaat,

welke hulp ze inschakelen. Gaan­

deweg leert ze Noah steeds beter

begrijpen.

— Marijke Klaver

Weg van haarWat als moederliefde niet

vanzelf komt?Stella Damstra

Uitgeverij Orlando ISBN 978 94 92086 72 3

Er zijn veel ervaringsverhalen

geschreven over adoptie en het

zou toch de verhalen van ge­

adopteerden zelf gaan lezen? Dat

gebeurt pas op pagina 36.

De verhalen worden soms door

de geadopteerde zelf verteld (bij

de jongere adoptiekinderen

tevens door de adoptiemoeder),

maar ook een afstandsmoeder

doet ineens haar verhaal. Het is

vanzelfsprekend dat contact

zoeken, vinden en onderhouden

impact heeft op alle betrokkenen

en het is goed om je dat te reali­

seren, maar misschien hoort dat

dan thuis in een boekje met een

andere titel? Het ene verhaal

begint met een portretfoto (niet

duidelijk wie dat dan is), het

andere heeft geen foto erbij.

Waar de adoptiemoeder én het

kind iets vertellen, overlappen

hun verhalen te veel en dat

maakt die stukjes wat saai om te

lezen.

Hoewel het geheel dus wat

‘samengeraapt’ op me overkomt,

maken de verhalen wel duidelijk

hoe divers, persoonlijk en soms

grillig het proces van contact

zoeken, vinden en onderhouden

voor alle partijen kan zijn. Als het

over de biologische ouders of

familie gaat, geven de details en

woordkeus in sommige verhalen

me soms een ongemakkelijk

traject ernaartoe, maar Weg van

haar vond ik heel speciaal. Op

vlotte, rauwe wijze beschrijft

schrijfster Stella Damstra, die zich

in het boek Julia noemt, hoe het

gevoel van falen, schuld en

schaamte haar parten speelt

tijdens de teleurstellende peri­

ode waarin zij en haar partner

eerst kinderen proberen te krij­

gen via de natuurlijke en vervol­

gens kunstmatige weg. Het

doorlopen van de adoptieproce­

dure daarna, de keuzes die vooraf

gemaakt moeten worden, het

wachten, de onzekerheid… Als ze

eenmaal verantwoordelijk zijn

voor het aan hen toevertrouwde

meisje valt de realiteit haar te­

gen: geen roze wolk, geen tranen

van geluk, maar een wildvreemd

kindje dat je niet aankijkt, maar

waar je wel de rest van je leven

verantwoordelijk voor bent. Op

goudeerlijke wijze, maar zonder

dat het een klaagzang wordt,

beschrijft Julia het zeer moei­

zame proces van hechting tijdens

het lange verblijf in Kenia, waarbij

de gevoelens van falen, schuld en

schaamte haar opnieuw in de

weg zitten en isoleren.

Geen liefde voor je kind voelen is

nog steeds een groot taboe. Als

lezer pakt het schrijnende verhaal

over dit onderwerp je flink bij de

kladden. Je wilt weten of het

goed komt en je leest het boek in

een ruk uit.

Wat blijft hangen is het gevoel

van eenzaamheid. Hopelijk zullen

andere adoptieouders die het

boek lezen en zich hierin herken­

nen, gemotiveerd raken om niet

te wachten of zich flink te houden

en terug te trekken als ze merken

dat de liefde nog niet stroomt.

Erkenning is de eerste stap,

professionele begeleiding kan

hierbij heel helpend zijn en dat is

ouders en kinderen zo gegund!

— Chris Thie

Page 15: magazine online - adoptie.nl · magazine online THEMA en IN DIT NUMMER. 2 3 ... bijeenkomst, een film of een lezing? Laat het ons weten: redactie@adoptie.nl. TEKST Sandra Benschop

28

TEKST ANGELA JANS

COLOFON

ADOPTIE MAGAZINE ONLINEOnafhankelijk, informerend, signalerend en opiniërend.

Voor aspirant-adoptieouders, adoptieouders, geadopteerden,

professionals op het gebied van adoptie en alle anderen

die zich betrokken voelen bij afstand en adoptie.

Adoptiemagazine online is een uitgave van

Stichting Adoptievoorzieningen.

Het magazine verschijnt vier keer per jaar.

RedactieHoofdredacteur Angela Jans

Aan dit nummer werkten mee: Erik Draaijer (eindredactie),

Sandra Benschop, Yvonne Geelen, Ria Heek, Vera Kidjan,

Marijke Klaver, Meike Melenhorst, Machteld Stilting, Chris Thie,

Annemarie Vernooij, Dorise Zielhuis en Maarten van Zwieten.

Foto coverUnsplash.com

Foto backcoverThinkstock

Vormgeving

Studio Jorrit van Rijt

RedactieadresPostbus 290

3500 AG Utrecht

Telefoon: 030 2330344

e-mail: [email protected]

AbonnerenEen abonnement is gratis. Aanmelden kan via www.adoptie.nl of

kijk op www.adoptieoudersonline.nl

KopijBijdragen, ingezonden brieven of tips zijn van harte welkom.

Neem daarvoor contact op met bovenstaand telefoonnummer

of e-mailadres.

Overname van artikelen is alleen toegestaan na voorafgaande

toestemming van de redactie en desbetreffende auteur. Verzoeken

tot overname dienen gericht te worden aan de hoofdredacteur.