Magazine onderwijs vanuit het hart 2013juni interview Astrid

11
het kan anders! 2 OVER WISKUNDE EN IN BEWEGING KOMEN Astrid Ottenheym, onderwijsadviseur 6 OVER KINDEREN LEREN LEVEN Josine Hesselbach, cranio sacraal therapeut 4 OVER ROOSTERS EN KEUZES MAKEN Rainer Jacobs, roostermaker 10 OVER COMMUNICEREN DOE JE ZO VANUIT HET HART juni 2013 8 OVER DOCENT ZIJN EN DE OPLEIDING Bregje Groethem, docente 1 OVER IN BEWEGING KOMEN Angelique Brekelmans, True Colours Linked

Transcript of Magazine onderwijs vanuit het hart 2013juni interview Astrid

het kan anders!

2OVER WISKUNDE EN IN BEWEGING KOMENAstrid Ottenheym, onderwijsadviseur

6OVER KINDEREN LEREN LEVENJosine Hesselbach, cranio sacraal therapeut

4OVER

ROOSTERS EN KEUZES MAKENRainer Jacobs, roostermaker

10OVER COMMUNICEREN DOE JE ZO

VANUIT HET HARTjuni 2013

8OVER

DOCENT ZIJN EN DE OPLEIDINGBregje Groethem, docente

1OVER

IN BEWEGING KOMENAngelique Brekelmans, True Colours Linked

IN BEWEGING KOMEN

OVER... HOME >>

pagina 1

Angelique Brekelmans

True Colours Linked

Regelmatig spreek ik mensen die in het onderwijs werkzaam zijn of diensten leveren aan onderwijsinstellingen. Zoals u zich kunt voorstellen zijn velen van hen ook ouder met kinderen in het basis en of voor tgezet onderwijs. Wat me opvalt aan al die ontmoetingen is dat de traan en de lach zo dicht bij elkaar liggen. Iedereen spreekt vanuit het har t en met de levensdrift het goede te doen voor de leerlingen waarmee ze werken. Ze zijn zo betrokken maar verder pratend komt er bijna altijd een waslijst aan argumenten waarom het niet anders kan. Die argumenten gaan over de opgelegde regels van de overheid, de schoolinspectie. Het gevoel van onvrijheid en druk die ze daar-door ervaren. Het gaat over de prestatieresultaten, de bezuinigingen, de invoering van passend onderwijs, de vele administratieve taken, de vermoeidheid. Ook in de verhalen van de mensen in deze uitgave komen deze gevoelservaringen terug. Toch is dit niet ongewoon in een tijd dat de wereld op zijn kop staat. De wereld is in beweging.

Ondanks alle externe factoren die van invloed zijn op je gevoel van welbevinden, je zelfver trouwen, je zelfbeeld en je handelingsrep-er toire vergeten we soms te kijken naar interne factoren die van invloed zijn. Wat zeggen je gedachten, je oordelen, je aannames, je veronderstellingen over hoe jij in het leven staat. Als je die eens een dag onder de loep zou nemen, zijn er dan over tuigingen die je beperken, zijn er dan veronderstellingen die niet getoetst zijn, zijn er oordelen die jouw vrijheid saboteren? Welke leveren winst op? Winst in de zin van ruimte gevend, of is er een verborgen winst die je weghoudt van in beweging komen. Als je een dag eens jezelf zou observeren terwijl je doet wat je doet. Wat valt je dan op? Met welk gevoel stap jij je bed uit, kom je de school of een lokaal binnen? Onze buitenwereld is een projectie van onze binnenwereld. Waaraan erger je je in die buitenwereld en daarmee dus in jezelf? Wat mag er zijn in jezelf en dus in die ander? Het zijn vragen die horen bij zelfreflectie, zelfonderzoek. Jezelf waarnemen maakt dat je ook de ander waarneemt. Juist in het onderwijs, waar je dagelijks met veel mensen in aanraking komt, allemaal verschillend qua gedachten, emoties en achtergrond vraagt het je te reflecteren. In gesprek te zijn met jezelf. Die interne dialoog aangaan maakt je open voor de ander. En daar gaat het toch vooral om in het onderwijs; vanuit het contact met jezelf de dialoog aangaan met de ander.

Of het nu een kind is of een collega of een ouder. Dan wordt de beweging zichtbaar.

De omdenkvragen komen uit Omdenken, het kaar tspel van Ber thold Gunster, die ook het “Ja, maar” kaar tspel heeft ontwikkeld en vele boeken over opvoeding en onderwijs heeft geschreven. Ik maak graag gebruik van zijn Omdenk vragen omdat de lach en de traan op een speelse manier tot een ander perspectief leiden. Het probleem wordt een mogelijkheid.Ik heb de vrijheid genomen om bij ieder ar tikel willekeurig zo’n vraag te plaatsen. De uitnodiging aan u de lezer is om een vraag los te laten op een kwestie waarmee u stoeit.

www.omdenken.nl

Zal het probleem de komende tijd groter of kleiner worden?

www.omdenken.nl

www.truecolours-linked.nl

WISKUNDE EN IN BEWEGING KOMEN

OVER...<< HOME >>

pagina 2

Astrid Ottenheym

onderwijsadviseur en trainer bij Innofun, Edux groep

Met wat voor trajecten hou je je bezig?In hoofdzaak is mijn werk het begeleiden van veranderings-trajecten. Bij Innofun kijken we hoe ICT en sociale media kunnen bijdragen aan het leerproces. In een veranderingstraject is de visie op onderwijs belangrijk, waar je naar toe wilt en hoe je die innovatie vormgeeft. Opdrachtgevers komen uit het PO en het VO.De basisvraag is hoe kan ik met deze mensen die visie in gang zetten, wat is daarvoor nodig? Die processen begeleid ik. Maar ook, hoe gaat de lespraktijk er concreet uitzien? Die vraag constant stellen is heel belangrijk, omdat het maatwerk is. Als je bijvoorbeeld een strategisch beleidsplan wilt herzien, is het nodig dat je de diverse niveaus helder hebt en een stramien hanteer t. Het werk als onderwijsadviseur betekent constant schakelen. Je begeleidt groepsprocessen en kijkt vanuit welke perspectief iets wordt gezegd. Het is een creatief proces gericht op een bepaalde opbrengst. Eigenlijk werk ik zoals een docent werkt. De centrale vraag daarbij is, hoe krijg ik die ander in een lerende open mindset, wat hebben ze nodig om in beweging te komen? Daarbij kijk ik ook naar mijn eigen houding. Die reflectie is noodzakelijk.

Wat is je missie?Dat leerlingen en docenten leren met plezier. Nieuwsgierige mensen zien die er voor gaan. Met zo’n lerende houding kun je ondernemen, nieuwe dingen ontdekken, ontwikkelen. Ontdekken wat bij je past, dat is ook leren. Dat je ontdekt waar je har t een sprongetje van maakt. Als onderwijs oorspronkelijk ‘vrije ruimte’

betekent, betekent dat je buiten de dagelijkse humbug tijd maakt om te ’studeren’. Bestuderen, redeneren, de dialoog zoeken, dan ontdek je. Ik zou willen dat dàt ook zou gebeuren met leerling en leerkracht. In die vrije ruimte zijn ze gelijk.

Gaat het om empoweren ?Ja, het gaat om de stap maken van waaruit ze nu zijn. Stap voor stap bouwen aan. Innovatietrajecten gaan over echte verandering. Daar is vaak niet gelijk draagvlak voor. Maar er zijn altijd een paar mensen die ermee aan de gang willen en willen experimenteren. Dan kun je gesprekken organiseren, waarin leerlingen feedback kunnen geven. Als vervolgens de schoolleiding daar een podium voor geeft, zodat ze erover mogen ver tellen, dan merk je dat docenten, vooral in het VO, die evaluatie van de leerlingen heel belangrijk vinden. Als de leerlingen positief zijn over die docent, dan willen er meer docenten meewerken. Daar moet je gebruik van maken. Dan kun je gaan werken zodat het als een olievlek vanuit die kleine groep zich verspreidt in de hele school. Dat is een andere manier van werken aan draagvlak.

Ook al komt mijn opdracht vanuit het MT, dan kijk ik eerst naar die docenten of leerkrachten, die al in beweging zijn. Het werken aan de olievlek, dat is een kwestie van organiseren. Ik geloof in emergent, maar het vloeit weg als je er niks aan doet. Je moet het organiseren, zodat het op een natuurlijke manier gedeeld kan worden. Je moet werken met de cultuur die er is. Het is langzaam bouwen. Praten over cultuurverandering betekent niet dat je

daarmee de cultuur verander t. Een cultuur verander je door al te handelen in de richting die je uit wilt. Dus cultuurverandering moet je doen! Neem het zaadje van een plant als voorbeeld. Dat heeft goede aarde nodig, water en zon. Hoe kleiner het plantje is hoe secuurder je moet zijn, een grote plant kan wel wat hebben. Die is gewor teld. Dat kleine zaadje heeft aandacht nodig, je kunt niet over gaan tot de orde van de dag. Je moet blijven voeden anders is het weg in de waan van de dag. Dat behoeft voornemen, planning, organisatie. Net zolang totdat het routine is.Wat ik heel wezenlijk vind in zo’n proces is het grote geheel zien en nadenken of het klopt. Daarom ga ik altijd terug naar de essentie. Nicolas Taleb illustreer t in zijn boek ‘De ontdekking van de zwar te zwaan’ dat we te vaak uitgaan van een beperkte waarneming, van aannames. Hierdoor hebben we niet altijd in de gaten dat onze waarneming niet klopt en herkennen we de zwar te zwanen, afwijkingen, niet. Maar we hebben vaak 1000 zwar te zwanen nodig, recht voor onze neus, om te accepteren dat onze werkelijkheid niet klopt. Ook in het onderwijs zie je mensen die zeggen; ‘Ik weet hoe het moet’. Dat werkt niet. Het gaat om mensen bekrachtigen, zo van hier ben je al, en nu een stap zetten naar het grote geheel toe. En vooral mensen het gevoel geven dat ze vrij zijn.

Hoe ziet onderwijs er idealiter uit voor jou?Onderwijs als vrije ruimte ziet er voor mij uit als leren in een gemeenschap. Het hoeft geen gebouw te zijn. Geef mij een lege fabrieksruimte, daar kun je ook een mooie leerplek creëren. Voor kinderen moet het prettig zijn. Zij hebben zelf wel ideeën hoe dat in te richten. Een gebouw gaat leven door de mensen, door de dynamiek die ontstaat als mensen met elkaar aan het leren en ontdekken zijn. Leren in een open gemeenschap ook door mensen buiten de school. Je gaat als leerkracht met leerlingen naar buiten en je laat mensen van buiten binnen komen. Dat betekent ook lineair leren loslaten. Vakken in combinatie aanbieden en waar leerlingen vanuit “echte” contexten onderzoekend en ontdekkend kunnen leren en werken aan hun inzichten, kennis en vaar-digheden.

www.omdenken.nl

Iedereen geeft het probleem een filmtitel, eventueel met ondertitel

<< HOME >>

pagina 3

Docenten zijn in dat ideale beeld gelijk aan de leerling?Iedereen is gelijk. Je hoor t vaak van docenten: ‘Ik wil respect’. Dan denk ik, je moet eerst met respect naar die kinderen kijken, dan krijg je respect. Iedereen heeft wat van elkaar te leren. De leerling leer t van de docent de kennis te ontsluiten, door te puzzelen. Dat is boeiend. Maar de leerkracht leer t van de leerling door zichzelf te bevragen: ‘Hoe zit dat kind in elkaar, hoe denkt ie? Wat zegt dat over mijn houding? Wat spiegelt het kind mij?’Zo kun je ook in een gemeenschap leren. Je hoor t dat zoveel ouderen buiten worden gesloten, terwijl die ons zoveel kunnen leren. Hou ze erbij.

Wat is het profiel van zo’n docent?Het is iemand met een onderzoekende houding. Vragen stellend als: waar willen we naar toe, wat is de volgende stap, wat is er nodig om bezig te blijven? Die docent of leerkracht gaat de dialoog aan, heeft een coachende houding en richt samen met de leerling de leeromgeving in. Er is een mooi verhaal als het past, maar omdat kinderen in mijn visie cyclisch leren is er geen cursorisch lesgeven. De docent is in staat vakken te bundelen.Het leerproces zichtbaar maken, dat is de taak van de docent.De docent is faciliterend aan onderzoekend leren/experimenteren. Niet vrijblijvend, er is wel een leervraag. Cijfers zijn niet nodig. Een leerling kan zeggen dit heb ik geleerd, dit kan ik bewijzen. Laat leerlingen daarover met elkaar discussiëren.

Zelf heb ik jarenlang zweef gevlogen. Dit heeft mij zoveel inzicht gegeven in techniektoepassingen vanuit de wiskunde en natuurkunde. Het is een voorbeeld dat je kunt gebruiken om onderzoekend te leren. Het is een passie waar je als docent bevlogen over kunt ver tellen. Het geeft ruimte aan vragen als waarom is de romp zo, het verschil in vleugels wat doet dat. Ik heb ervaren hoe kinderen vanuit deze vragen zelf aan de slag gaan. Geweldig om te zien wat dit oplever t aan leerervaringen van de kinderen!

Een vriend van me doet aan stuntvliegen. Hij gebruikt zijn passie om wiskunde te ervaren, onderzoeken. Er zijn zoveel aspecten die dan aan de orde komen: ruimtelijk inzicht, geometrie, rekenen. Laat ze een kruk maken of een stoel. Door iets te maken, te onderzoeken, kun je heel goed leren.

Waarom lukt het ons niet als maatschappij zo’n gemeenschap te creëren?De wereld is complex en we willen die onder controle houden. Maar ik merk dat men langzamerhand tot het besef komt dat het niet werkt. Steeds meer mensen gebruiken de natuur als inspiratiebron om producten te ontwikkelen, of om een organisatie vorm te geven. Vroeger zagen we die natuur niet doordat we sterk gericht waren op economische groei, wat heel verklaarbaar is vanuit de tijd van de industrialisatie. Nu zijn er steeds meer mensen die zich afvragen: ‘Is er nog een andere manier van groei?’. Die behoefte aan controle zie je nog in het onderwijs in de gerichtheid op cognitieve kennis. Zo eenzijdig, daarin zijn we te ver doorgeschoten.

Hetzelfde met de schoolinspectie. Er wordt mijn inziens teveel uitgegaan van wat de inspectie zegt. Te instrumentalistisch. Je mag je dan als school afvragen wat je missie is, wat voor je als school belangrijk is en wat je vrijheidsgraden zijn. Onze beleving is niet per se de werkelijkheid, denk aan die zwar te zwaan. Want misschien geldt die meting niet voor jouw school. Jouw waarde kan ergens anders liggen. Als de schoolinspectie meet welke leerlingen een technisch vak hebben gekozen is dat misschien niet waarvoor jij het doet. Als school, docent weet je wat de wettelijke eisen zijn, wat de kaders zijn. Dan is de vraag wat ik wil bijdra-gen, welke waarde ik wil toevoegen in het onderwijs. Er zijn wel al scholen die 21ste century skills als uitgangspunt nemen. Het is best lastig, er zijn heel veel elementen waar je rekening mee te houden hebt. Zo wordt er vaak gezegd dat wiskunde zo moeilijk is.

Mijn stelling is, iedereen kan goed zijn in wiskunde! Iedereen kan goed zijn in wiskunde?Iedereen kan daar goed in zijn. Veel leerlingen gaan ervan uit dat wiskunde moeilijk is. Een voorbeeld van een leraar wiskunde die in Mavo drie lesgaf en meer tijd kwijt was aan klassenmanage-ment dan aan de lesstof. Na negen weken struggelen gaf hij een proefwerk. Het proefwerk bevatte echter ook twee vragen over het derde hoofdstuk wat hij niet behandeld had. Dat ver telde hij de leerlingen. Tot zijn verbazing zag hij dat de leerlingen heel stil en geconcentreerd in tweetallen bezig waren, aan het puzzelen om die laatste twee opdrachten toch op te lossen. Het bleek dat deze leerlingen heel goed in staat waren om deze vragen op te lossen. Dat vind ik een mooi inzicht dat kansen biedt. Die docent gebruikt nu zijn hobby modelvliegen veel in opdrachten en het werkt. Het is geweldig om leerkrachten, docenten dit soor t zaken te laten ervaren. Dat het effect heeft, dicht bij jezelf blijven en dat inzetten. En ik merk dat leerkrachten het fijn vinden dit soor t verhalen te horen. Ze herkennen het. Het bevestigt ze. Als ik dit soor t voorbeelden geef in groepen zie ik ze stralen. Dat is waarom ik mijn werk doe.

ROOSTERSMAKEN EN KEUZES MAKEN

OVER...<< HOME >>

pagina 4

Rainer Jacobs

roostermaker en docent biologie aan ’t Rijks te Bergen op Zoom

Hoe kom je erbij om roostermaker te worden?Ik was enkele jaren docent in Capelle aan den IJssel en daarna in Bergen op Zoom. Ik vind het geweldig om voor de klas te staan, maar ik wilde meer voor de organisatie betekenen. Ik wilde in zo’n grote organisatie als deze meedraaien. Die kans kreeg ik met de uitnodiging te solliciteren op deze functie. Het ging hier om ongeveer 0,7 FTE roosterkamer. Daarnaast geef ik nog biologie en bijles wiskunde.

Was er aandacht op de lerarenopleiding voor de schoolorganisatie?Nee, dat is een manco, dat merk je ook wel. Als ik met een rooster voor een evenement kom, krijg ik soms vragen van collega’s om het aan te passen. Het is moeilijk uit te leggen dat dit voor hem of haar prettiger is, maar voor de organisatie als geheel niet.

Roosters maken is te complex?Aan een leek uitleggen hoe je tot een rooster komt, wat je variabelen zijn, dat gaat het niet worden. Iemand met een beetje wiskundig inzicht zal een deel begrijpen en ziet de verbanden.Een rooster maken voor een school met 2700 leerlingen en een lokalentekor t is echt een uitdaging! En we blijven alleen maar groeien, terwijl een paar jaar geleden de boodschap was dat er krimp zou komen. Onze noodlokalen zijn ook al vaste lokalen geworden.

Als roostermaker ben je gewend analytisch te denken. Wat is jouw visie op onderwijs?Kinderen klaarstomen voor de echte wereld. Dat is niet alleen op je vakgebied, maar dat doe je ook op sociaal-emotioneel gebied. Als mentor, maar ook in je klas. Vandaag bijvoorbeeld heb ik een gesprek gehad met een groep over een schokkend actueel onderwerp, namelijk de dood van de jongens Ruben en Julian. Daar steken ze ook veel van op. Dat vind ik een belangrijk aspect van het docentschap. Soms kun je een onderwerp niet aan je vak koppelen, maar als er vragen komen van kinderen dan probeer ik daar ruimte voor te maken. Kinderen kijken tv en thuis maken ze ook veel mee.

Kun je kinderen ‘klaarstomen’ voor de wereld?Nee, er kan zoveel geks gebeuren. Daar kun je ze niet allemaal op voorbereiden. We hebben de taak als middelbare school zoveel mogelijk “gereedschappen” te geven om kinderen goed te laten functioneren in een complexe wereld. Dat begint al in de brugklas. Als regionale school hebben wij veel kinderen uit de omliggende dorpen. Voor hen is het een enorme stap, ’s ochtends op de fiets naar de grote stad en de grote school. De eerste taak die we als brugklasmentoren hebben, is te zorgen dat ze zich thuis voelen. Ondanks de grootte van de school, heerst er een sfeer van kleinschaligheid. Onze leraren kennen onze leerlingen. Naast studievaardigheden komen er ook belangrijke maatschappelijke

thema’s aan bod in o.a. de lessen maatschappijleer. Loverboy-problematiek en seksualiteit komen in mijn lessen biologie aan de orde.

Wat vind je van de kritiek dat onderwijs te eenzijdig op het cognitieve gericht is?In het technasium leg ik veel nadruk op vaardigheden. In de hogere leerjaren wordt de lesstof wel steeds belangrijker. Het ene sluit het andere niet uit. In het traditionele onderwijssysteem nemen we kinderen nog vaak aan de hand. In het technasium ben je in eerste plaats coach, want leerlingen moeten zelfstandig werken en ontdekken. Op onze mavo gaan we voor de structuur.

Hoe kijk je tegen het gebruik van ICT in de klas aan?Positief, bij ons op school kan dat nog niet voluit. We hebben nog niet voldoende computers. Volgend jaar star ten wij in de tweede klas met een pilot, alle leerlingen uit die pilotgroepen gaan werken met Ipads. Een nadeel is wel dat het lesmateriaal nog heel beperkt is. Dat betekent dat we voorlopig de boeken naast de tablets zullen blijven gebruiken. Voor de docent betekent dit meer voor-bereidingswerk en samenwerken.

www.omdenken.nl

Iedereen maak de zin af: volgens mij moet je stoppen met…

<< HOME >>

pagina 5

Wat zie jij als de gewenste verandering in het onder-wijs?We zouden veel meer mogen kijken naar het eindniveau van onze leerlingen. Dan denk ik aan het taal- en rekenniveau. Daar mogen we met z’n allen kritischer op zijn. Ik merk dat het taalniveau daalt. Als ze de regels in het Nederlands niet snappen, dan lukt het ook minder goed in een andere taal. Ik vraag me af of we wel het juiste niveau eisen. Voor mij zou dat betekenen, dat als ze bepaalde vaardigheden hebben, dat we die vaardigheden blijven herhalen om het niveau te behouden. Daarin mogen we wat mij betreft de lat hoger leggen. Je ziet het in de rekentoetsen (landelijk). Veel kinderen kunnen geen zes halen. Technisch gezien zou een kind uit groep acht die toets moeten kunnen halen, want het zijn vooral redactiesommen. Ze hebben het ooit gekund, maar raken het kwijt, omdat wij het niet herhalen.

Het lijkt me nodig om al vanaf de eerste klas studievaardigheden te geven. Dat doen we hier goed. In de brugklas krijgen ze 2 uur aan studievaardigheden van de mentor. Daarnaast krijgen ze nog 2 uur verrijking of ondersteuning aangeboden. Dat vind ik een sterk punt. Dat gaan we in de tweede klas ook doen. Waar meer aan moet gebeuren is de begeleiding van jonge docenten. Intervisie één keer per week, daar geloof ik niet in. Ik geloof er wel in dat er iemand in de klas meekijkt en dat je het bespreekt. Collegiale visitatie blijkt moeilijk van de grond te krijgen. Voor ervaren docenten is intervisie een goed middel.

Wat is een ideale school voor een roostermaker?Dat docenten hele dagen op school werken, net zoals als andere mensen in het bedrijfsleven, daar ben ik als roostermaker een voorstander van. Dan zijn andere roosters mogelijk. Tegenwoordig zijn er veel par ttime docenten. Door hun beperkte beschikbaar-heid, drukken zij behoorlijk op de organisatie. Elke docent heeft andere wensen, die diversiteit moet je respecteren. Sommige collega’s willen na 15:00 uur meteen naar huis. Zo sprak ik vorige week nog een collega. Hij wil na het werk even spor ten en ‘s avonds is hij dan weer fris om lessen voor te bereiden.

En als docent?Met het uitkleden van het speciaal onderwijs, zijn er veel leerlingen binnen gekomen met leer- en gedragsstoornissen. Dat maakt het voor een docent lastig. Voor mij had men het speciaal onderwijs moeten laten wat het was.

Er zijn nu veel leerlingen die het moeilijk hebben in het reguliere onderwijs. Die kun je nooit geven wat ze nodig hebben. Dit had de overheid kunnen voorkomen.

Scholen ervaren vaak weinig vrijheid om eigen keuzes te maken. Maken jullie keuzes?Ja, het Rijks heeft ervoor gekozen om talentontwikkeling centraal te stellen. We kennen dus veel verschillende klassen; spor tklas, cultuurklas, technasium, wetenschapsklas en tweetalig onderwijs. We zijn een LOOT-school en hebben een vooropleiding conserva-torium. Op deze manier proberen we de motivatie van leerlingen hoog te houden. We zijn nu heel erg bezig met nieuwe projecten, sommigen vakoverstijgend. Dit laatste vind ik belangrijk, omdat ik bij vervolgopleidingen een grote samenhang zie tussen bijvoor-beeld biologie, natuurkunde en scheikunde. Waar zie jij je bijdrage vanuit je functie?Als roostermaker probeer ik de organisatie zo soepel mogelijk te laten lopen. Docenten zijn daar natuurlijk ook bij gebaat. Een goed rooster scheelt veel werkdruk. Daarnaast zou ik graag willen helpen bij het opzetten van applicaties en het integreren van ICT in het onderwijs. Ik zie toekomst in het gebruik van tablets. Ik wil me daar in ontwikkelen en docenten begeleiden in het toepassen.

keuzes maken

Een nieuw programma voor jongeren van groep 7 en 8 en het eerste jaar van het voor tgezet onderwijs.

Pesten is een vorm van communicatie, gedrag dat vaak uit (on)bewustzijn en of groepsdynamiek voor tkomt. Pest-gedrag is voor alle betrokkenen ‘lastig’. De leerkracht of docent ervaar t vaak een gebrek aan tijd en ruimte om hier iets aan te doen. Juist op het moment dat kinderen in de fase komen dat de mening van een ander er toe doet, dat hun zelfbeeld verander t worden ze kwetsbaar. Anders zijn, zich anders voelen, als anders ervaren maakt de leerling kwetsbaar. Het zichtbaar maken van dat ‘anders zijn’ werkt inzichtelijk en geeft vaak een gevoel van opluchting. De weg naar acceptatie en respect ligt open.

ResultaatDe leerlingen van uw groep ervaren een positief groeps-gevoel. Ze kunnen de diversiteit binnen de groep accepteren. De jongeren staan achter ‘Iedereen mag er zijn’. Met de zelf te maken toolkit kunnen leerlingen die zich gepest (gekwetst) voelen aangeven wat zij nodig hebben. Jongeren hebben een protocol opgezet waar ze achter staan.

PESTEN IS (ON)GEWOONGet Up Stand Up!

» Meer informatiecontact: [email protected] 0650 899 475 www.onderwijs-hetkananders.nl

KINDEREN LEREN LEVEN

OVER...<< HOME >>

pagina 6

Josine Hesselbach

cranio sacraal therapeut, holistische massage therapeut en yoga docente

Jouw twee zoons zijn naar de Vrije School gegaan. Wat is jouw ervaring met dit type onderwijs?De Vrije School is voor mijn kinderen goed geweest. Het is ook breed qua aanbod en met veel aandacht voor creativiteit. Ze kijken daar naar wat je sterke en zwakke kanten zijn en plaatsen je niet in een hokje. De lagere school had als nadeel vind ik dat de kinderen 6 jaar dezelfde leraar hebben. Vanuit de filosofie begrijp ik dat, maar wat ik ervoer was dat de leerkracht het kind in het zesde jaar bekeek zoals het in klas 1 of 2 was, terwijl het kind veranderd is. Dat zou voor mij veranderd mogen worden. Laten ze een leerkracht hebben voor drie jaar, dan hebben de kinderen meer kans op een reële benadering en geeft het kinderen de kans om iemand anders te ‘ervaren’. Op de middelbare school zijn de jongens opgebloeid. De leraren op die school hebben een meerwaarde omdat er ook docenten zijn die deskundig zijn als coach of haptonoom of anderszins.

Een voorbeeld is het mentorgesprek, waar de leerlingen aan de hand van kaar ten mogen ver tellen. Van te voren is er een kringgesprek waar wij als ouders alleen mogen luisteren. Het is prachtig om de zelfreflectie van de kinderen naar elkaar toe te zien. Ik merkte dat mijn zoon erg in contact met zichzelf kan zijn. Hij is nu zestien jaar en verblijft in Amerika bij een gastgezin om te studeren. Hij is sterk genoeg in zichzelf om in het onbekende te stappen.

Is dat het doel van het onderwijs; het versterken van het zelfbewustzijn van het kind?Ja en dat doen ze in het Vrije School onderwijs; hoofd en har t en handen verbinden op een niet dogmatisch manier. Leerling en leraar zijn elkaars spiegel, de leraar moet meegroeien, de visie ook. Het is belangrijk dat er leerkrachten zijn, docenten die aan zichzelf willen werken. Als je als leerkracht beseft dat het kind je laat zien wie je bent, dan zijn de kinderen een middel om zelf te groeien. Het is mijn inziens nodig in het werk als docent, leerkracht dat je je ontwikkelt middels lichaamswerk, intervisie, supervisie, lichaamsbewustzijn, zelfreflectie. Dat je weet wat projectie doet. Op zich hoeft een leraar na zijn opleiding niet te weten wie hij zij is, maar als je je dat maar realiseer t. Je mag je leervorm kiezen. Je hebt de basis en dan ga je leren. Het is belangrijk dat je als mens iedere keer terugkoppelt, wat gebeur t er. Dat is zeker belangrijk als je leerkracht bent, met kinderen werkt.

Dat is bij de huidige leraar, docent niet aanwezig?Leraren hebben over het algemeen geen lerende instelling, ze willen iets overbrengen, de ander leren. Maar ze zijn niet getraind om het te koppelen aan het eigen leerproces als mens. Je kunt alleen iets overbrengen wat jezelf al kent. Dus als je stilstaat op het persoonlijke vlak, dan kom je er niet. Het manco is dat ze die vakken op de lerarenopleiding niet krijgen. Tenminste niet in mijn tijd op de Witte Lelie. Je ontdekt op de opleiding niet wie je bent. De persoonlijke ontwikkeling mag structureel meer aandacht

krijgen. Er zijn nu wel workshops mindfulness, maar het leren naast het leren dat krijgt onvoldoende aandacht. Je kunt geleerd hebben wat projectie of overdracht en tegen overdracht is, als definitie uit een boek, maar je moet het op jezelf hebben toegepast. Daar mag je wel een jaar voor uittrekken. Dan ervaar je, dan vraag je jezelf: wat gebeur t er nu van binnen, in mij. Dat proces maakt je klaar om voor de klas te staan. Er zijn mensen die dat van nature hebben, die docenten ken ik op de Vrije School.

Het reguliere onderwijs kan verbeterd worden?Ja, je ziet het nu mis gaan, er zijn zoveel mensen die het niet meer trekken. Ik ken zoveel docenten die kinderen naar de gang sturen en overstuur reageren. Dat gaat ten koste van beide par tijen. De schoolorganisatie vraagt vaak te veel van een leraar. Docenten hebben een grote verantwoordelijkheid en heel weinig middelen. Er zitten zorgkinderen in de klas die er niet horen te zitten, dat is een te grote belasting voor de leerkracht. In iedere groep zitten verschillende kinderen qua energie, daar moet je als leraar maar mee kunnen omgaan. En voelen hier moet ik anders mee omgaan. Er is geen ruimte in het schoolsysteem om te zien wat een kind nodig heeft. Je leer t jezelf kennen als je het kind kent. De uitdaging is: Kun je kijken naar wat het kind jou te leren heeft.

Jij werkt met kinderen in je praktijk?Ik heb hier kinderen die liggen doodrustig op de tafel. En dan krijg ik te horen dat het kind ADHD heeft. Oh ja, in welke situatie dan? Hier niet. Vaak is de moeder erbij, die dan zegt ‘je moet stilliggen’. Als ik dan zeg ‘nee dat hoeft niet’, dan geef je het kind de vrijheid. Als een kind zegt; ‘ik heb ADD’, dan vraag ik wat betekent dat. Het antwoord is dan: ‘Ik kan me niet concentreren. Maar wel als ik teken’. Doorvragend geeft dat kind aan dat hij in de klas moeite heeft omdat hij dingen hoor t die hem niet interesseren. Dan zeggen ze ‘dat is een lastig kind’. Waarom kan dat kind niet iets aangeboden krijgen dat hem interesseer t, of in een ander ritme?

www.omdenken.nl

Iedereen benoemt de voordelen van het probleem

<< HOME >>

pagina 7

Wat hebben kinderen nodig volgens jou?In algemene zin gaat het om een kader bieden. Daarbinnen zijn de kinderen vrij. Het kader is nodig, maar het kind mag zelf kiezen uit al die dingen wat het gaat doen. Je moet ze wel stimuleren door ze van alles aan te bieden en heel breed. Natuurlijk moet je ook dingen doen die minder leuk zijn, ook dat hoor t bij het leven. Maar je moet wel uitleggen waarom het nodig is, waarvoor. Het begrijpen is belangrijk. Mijn ouders zeiden ‘als je maar gelukkig wordt’. Maar ik wist niet wat ik wilde. Zo’n stellingname is te vrij als het kind niet weet wat het wil. Bij mijn kinderen vraag ik wat ze leuk vinden en we gaan daarna op onderzoek uit. ‘Zoek het maar uit’ is geen optie. Een kind heeft het nodig dat iemand ondersteunt in het zoeken en het uitproberen. Van wat je dan tegenkomt in jezelf zoals een rotgevoel, frustratie, weerstand etc. kun je iets leren.

Wat zou onderwijs moeten bieden? Wat zou de functie moeten zijn?Ik denk dat kinderen moeten leren leven, ontdekken wat Leven is. Ontdekken wie jezelf bent, wat jouw plek is in de wereld. Een onderdeel daarvan is; hoe handhaaf ik me in de maatschappij en wat is mijn bijdrage aan die maatschappij. Op dat laatste ligt nu teveel nadruk in het onderwijs. Er ligt teveel nadruk op productief zijn, hard werken, je best doen. Je bent dan niet bij jezelf maar weg bij jezelf. Je bent aan het voldoen aan de eisen van de ander, de maatschappij. Kwaliteiten als terugtrekken, niet mee doen, bespiegelen, beschouwen, stilte, worden in onze maatschappij niet gewaardeerd. Dat zorgt voor onbalans. De huidige norm is: er zijn twee lijnen, daarbinnen moet je bewegen. Binnen die lijnen ben je normaal, daarbuiten kom je in een hokje: ‘Lastig, onaange-past’. Maar die lijnen zijn niet vaststaand, die bandbreedte kan verschuiven en moet ook verschuiven. Als we met z’n allen meer autistisch worden verschuift die lijn, dan wordt dat de norm.Die norm zegt niks over jou als mens, het gaat alleen maar over kwaliteiten die je kunt ontwikkelen. Dat je eraan kunt werken, dáár moet het onderwijs op gericht zijn. Kijk naar wat jouw kwaliteiten zijn en daarna kun je kijken naar hoe je dienstbaar kunt zijn in de maatschappij. Het gaat niet alleen maar over geld verdienen, het hebben van dingen, een huis of auto. Als je kan doen waar je har t naar uitgaat, op je plek bent, dan ben je ook gelukkiger. Het gaat om wie je bent en welke bijdrage kun je leveren.

We denken te veel vanuit het verleden niet vanuit de mogelijkheden?We hechten teveel belang aan het halen van een diploma en dat betekent dat je aan allerlei eisen moet voldoen. Dus je moet voldoendes hebben voor allerlei vakken. Daar kun je een vraagteken bij plaatsen. Vroeger moest je alle plaatsnamen leren. De vraag is of dat werkt. Door in Nederland te reizen kom ik in plaatsen die ik niet meer vergeet. Ik ben er geweest, ik heb beelden. Zo stel ik ook bij het stampen van allerlei jaar tallen en namen een vraagteken. Wat is het nut hiervan? We gaan bij een kind met een talent teveel op het ontwikkelen en versterken van het talent zitten terwijl de breedte ook nodig is. Blokfluitles aan-bieden aan een spor ter in spé, dat vormt ook. Er zijn veel kinderen met dyslexie. Laat ze stoppen met boeken moeten lezen. Als ik kijk naar de kinderen die ik heb behandeld, dat een kind iets op tv heeft gezien en mij tot in detail kan ver tellen over dat onderwerp. Deze kinderen zijn sterk in beelden, maak daar meer gebruik van. Soms zijn boeken natuurlijk nodig, maar blijf creatief in het zoeken naar methodes om te leren lezen. Bijvoorbeeld het boek ‘De gave van dyslexie’.

Wat is voor jou opvoeden?Opvoeden gaat niet over wat ze moeten denken, maar over hoe ze moeten denken. Mijn ouders hebben nooit gezegd wat ik moest denken. Als ik een vraag had kreeg ik antwoord als ze het wisten en als ze het niet wisten gaven ze dat ook aan. Ik heb geleerd zelf na te denken, te discussiëren, een mening te vormen. Dat geef ik mijn kinderen mee.

Leerkrachten, docenten staan constant in contact met anderen. Er wordt dagelijks een groot beroep gedaan op je flexibiliteit en aanpassingsvermogen. Hoe je je daarin staande houdt, behoeft bewuste aandacht.

De training is ontwikkeld voor leraren in opleiding en star tende docenten. In de opleiding krijgen ze naast hun keuzevak, didactiek en onderwijskunde. Er is nog geen structurele ruimte in het curriculum voor zelfonderzoek, met vragen als: ‘Wat doet mijn omgeving met mij? Wat gebeur t er in interactie met een leerling? Wat doet de sfeer in de groep met mij en hoe kan ik een sfeer veranderen? Past de cultuur, de organisatie bij mij?’ Daarnaast hebben studenten vaak nog geen idee wat het betekent om leraar te zijn. Bewustwording op fysiek, energetisch, emotioneel en mentaal niveau zal studenten helpen in hun functioneren in klas, team en organisatie. Meer zelfbesef geeft meer handvatten om met groepen te werken.

In deze training geven wij deelnemers de mogelijkheid te ervaren en te oefenen, zodat zij met zelfver trouwen de stage in kunnen. Bewustwording; leren over jezelf en de ander is een continue proces. Dat gaat ook na de opleiding door. De lerende docent is in optima forma de lerende mens.

IK EN DE ANDER3-daagse training

» Meer informatievoor: Leraren in opleiding, star tende docenten, leerkrachten, begeleiders op school contact: [email protected] 0650 899 475

autonoom authentiek transparant

gelijkwaardig dialoog contact

DOCENT ZIJN EN DE OPLEIDING

OVER...<< HOME >>

pagina 8

Bregje van Groethem

docente vmbo school te Breda

Hoe kwam je bij de keuze voor het docentschap?Dat was min of meer toevallig. Mijn grote droom was culturele antropologie studeren. Maar met het diploma Havo moest ik iets anders kiezen. Dat werd de lerarenopleiding Fontys. Maatschap-pijleer sloot het meeste aan bij mijn droom. Na een jaar ben ik overgestapt naar de universiteit, maar dat beviel me niet goed, toen ben ik teruggegaan naar de lerarenopleiding. Nu werk ik alweer drie jaar met plezier als docent.

Wat houdt de opleiding tegenwoordig in?Vroeger kon je meerdere vakken tegelijk doen, dat kan niet meer, maar ik heb naast maatschappijleer, geschiedenis en economie gehad, dus in die vakken mag ik les geven. Naast het vak van je keuze krijg je vakdidactiek en pedagogiek. Dat is de basis, daar-naast volg je modules sociologie en psychologie. Je leer t daarin wel over leerlingen met ADHD en autisme bijvoorbeeld, maar dat is minimaal. Maatschappijleer is een vak dat uitsterft, het is vaak geen examenvak meer. Ik denk dat er daarom voor die clustering met geschiedenis en economie is gekozen.

Dus geen clustering van vakken omdat ze vanuit een bepaalde visie bij elkaar horen?Er is wel een bewuste keuze gemaakt in de mens en maatschap-pijvakken, dus wel omdat ze bij elkaar horen. De clustering zou ook de kansen op een baan vergroten. Bij maatschappijleer heb je het over de besluitvormende rol van de overheid. Het vak economie maakt dat je de besluitvorming van de overheid beter

begrijpt. Bijvoorbeeld als de overheid zaken aanschaft in tijden van crisis. Leerlingen vinden dat onbegrijpelijk totdat je aan-toont dat zo’n grote aanschaf banen creëer t. Die achterliggende gedachte is interessant te ver tellen. Dan heb je een leuk gesprek met leerlingen. Net zoals belasting betalen, leerlingen reageren dan met ‘daar gaat mijn geld’. Als je laat zien wat wij als burgers ervoor terugkrijgen, dan wordt het een ander verhaal.

Maatschappijleer is op de meeste scholen geen examen-vak meer. Hoe komt dat?Als de school het vak niet belangrijk vindt, dan vindt de leerling het ook niet belangrijk, zo werkt dat wel. Het is een keuze van de betreffende school maar ook van de overheid. In de loop der jaren is de noodzaak van het vak uit het oog verloren. Terwijl ik merk dat leerlingen het vak en onderwerpen als jeugdcultuur en massa-media interessant vinden. In mijn visie zou het vak juist meer uren moeten hebben. Het gaat toch om een stuk algemene vorming. Nu wordt er geroepen dat we meer aandacht moeten besteden aan normen en waarden, maar daar is juist dat vak goed voor. Als student merkte ik het ook bij het zoeken naar een stageplek. Het was moeilijk een school te vinden voor maatschappijleer. Ik vond uiteindelijk een stageplek in het MBO op het moment dat het vak burgerschap werd ingevoerd. Cultureel maatschappelijke vorming (CMV) werd er uit gegooid op de ROC’s en tegelijker tijd wilde de overheid het vak burgerschap invoeren. Onbegrijpelijk. Ik ben toen samen met een docent de discussie op die school aangegaan, maar ik weet de uitkomst van die discussie niet.

Scholen zijn te veel beleidsvolgers?Ja, ik denk dat dát klopt. Het schoolbestuur kijkt niet naar wat ze in huis hebben, naar wat werkt. Scholen hebben wellicht een eigen visie maar zijn te volgend. De houding is er een van we doen wat we krijgen opgelegd. Docenten zijn niet ingevoerd als het gaat om de mate van vrijheid van een school. Dan heb je algauw het gevoel dat je weinig mogelijkheden hebt om invloed uit te oefenen of eigen keuzes te maken. Het is ook veel extra werk als je wel invloed wilt uitoefenen.

Je hebt vakken gevolgd als sociologie, psychologie. Wat heeft je dat gebracht? Die vakken werken integrerend, evenals de vakken politicologie of filosofie. Ook aan de specialistische vakken als methodeonder-zoek en eindexamenvragen opstellen heb ik nu veel. Dat is een verschil met docenten die de Pabo als achtergrond hebben. Zij zijn heel breed opgeleid maar geen specialistische kennis van bijvoor-beeld methodeonderzoek en eindexamenvragen opstellen. Ik heb juist ook van die kennis veel profijt. Maar het zijn geen onder- werpen waar je het met leerlingen over hebt.

www.omdenken.nl

Iedereen benoemt de oorzaak van het probleem

<< HOME >>

pagina 9

Zijn vakken als psychologie en filosofie ook belangrijk om jezelf als mens te ontwikkelen?Op zich wel. Maar daar lag het accent niet op tijdens de opleiding. Op de lerarenopleiding ging het in mijn tijd vooral om reflectie op competenties. Vooral in stages, dat was vaak doodvermoeiend. Wat werkte en wat werkte niet, welke competenties heb je daar getoond. Heel belangrijk, maar ik vond het belangrijker om het contact met de leerlingen te krijgen en tijd te hebben om de les goed voor te bereiden. Daar ging het niet over.

Bij reflecteren gaat het om meer dan om competenties?Ja, dat klopt. Net als met autorijden. Pas als je het rijbewijs hebt ga je leren in de praktijk. Zo is het ook met lesgeven. Tijdens je stage ben je blij dat je het uur hebt overleefd. Het lesgeven, docent zijn is een leerproces wat pas na jaren ontstaat, als je de rust hebt. In het begin ben je bezig met overleven.

Wat ik mis zijn de vakken Onderwijskunde en school-ontwikkeling.Je wordt opgeleid als VMBO docent. Je leer t wel over de theoretische leerweg en de kaderopleiding, maar niet over onderwijssystemen. We hadden wel excursies naar scholen in het buitenland. We zijn bijvoorbeeld naar Praag geweest en dan heb je wel wat contact met leerlingen, maar het schoolsysteem e.d. komen dan niet echt aan de orde. Er is geen vak over hoe het onderwijs georganiseerd is en hoe een schoolorganisatie werkt.

Dan kom je binnen bij een school en je hebt geen kennis van je werkomgeving?Nee, niet echt. Voor mij was tot nu toe het lesgeven het belang-rijkst. Natuurlijk wil ik wel mee kunnen denken over het onderwijs, niet alleen uitvoerend bezig zijn. Je denkt wel na over wat voor type docent je wilt zijn, maar niet over hoe het onderwijs georganiseerd zou kunnen worden of wat de zin er van is.

Maatschappijleer is toch juist een vak dat gaat over betekenisgeving?Zeker en er waren in mijn studietijd ook kritische docenten binnen maatschappijleer. Maar er waren ook veel mensen die uit economisch oogpunt voor die studie kozen. Op dat moment waren er veel banen. Er waren dus minder mensen die vanuit idealisme of een kritische houding die studie deden. Dat economisch kiezen maakt wellicht dat je minder geïnteresseerd bent in visie- ontwikkeling. Waar ik zelf tegenaan liep was de gedachte dat het

weinig zin heeft, want zo dacht ik; dan komt er weer een nieuwe minister en die beslist weer iets anders.

Je bent realistisch?De taak van een docent wordt steeds zwaarder, daar kom je niet onder uit. De nieuwste opdracht is de doorstroming bevorderen van onze leerlingen naar het reguliere onderwijs. Dat geeft extra werk. Naast het lesgeven en de administratie zijn er zoveel kleine taakjes, dat gaat ook ten koste van het onderwijs zelf. In mijn visie is de beste docent een bevlogen docent. Ik vind het frustrerend dat ik niet alles uit mijn vak kan halen. Dat is volgens mij niet de bedoeling. Je komt als docent niet toe aan een visie, je bent aan het hollen en onderwijsontwikkeling blijft dan even liggen.

Hoe zou het anders kunnen?Ik ben zelf een Vrije School kind. Ik weet hoe het ook kan zijn. Maar die scholen worden ook aan banden gelegd. Die moeten ook meer toetsen en cijfers toekennen. Zelf twijfel ik aan de noodzaak van alles toetsen en cijfers geven. We zijn hierover in discussie op school. Er zijn kinderen (tweede jaar) die halen hoge cijfers en ouders denken dan dat hun kind de TL kan gaan doen. Ik wil ook op inzet belonen. Zo kan een basisleerling heel goed zijn best doen en niet goed uit zijn woorden komen, maar je moet wel een voldoende geven als het kind goed reproduceer t. Dat wil niet zeggen dat het kind naar een hoger niveau kan. Je bent dan pedagogisch aan het cijfers geven.

Als ik dat niet mag dan moet ik dus een kind afstraffen en rode strepen zetten, met als gevolg demotivatie. Daarom gaan we in de beoordeling inzichtelijk maken dat het kind op meerdere manieren kan antwoorden. Je kunt dan een cijfer geven voor een onderdeel. Zo kun je aan ouders beter uitleggen waar het cijfer op gebaseerd is en wat voor niveau erbij hoor t. Dat is ook voor de leerling fijn. Ze krijgen er hun zelfver trouwen mee terug. Het is zo naar dat die kinderen altijd maar te horen krijgen dat ze niet goed genoeg zijn. Hard gewerkt maar een onvoldoende. Het gevoel dat ze er niet bij horen als basisleerling, dat is een grote teleurstelling. Terwijl het misschien op een later moment er wel uit komt.

Hoe was je eigen schooltijd?Mijn overgang naar het gewone onderwijs is geen probleem geweest. De lagere school was geweldig, ik heb een prachtige tijd gehad. Ik hoop dan ook dat mijn kind ook naar de Vrije School gaat. Maar ik heb op de middelbare school ook een heerlijke tijd gehad. In het begin dacht ik wel; ‘oh nu zit ik tussen gewone kinderen’.

Je voelde het als ‘anders zijn’?We zoeken als mens zekerheid. We labelen. We zijn bang voor iets wat anders is. Je groeit anders op als kind op een Vrije School. Je thuismilieu is ook anders, zo mochten wij alleen op bepaalde momenten tv kijken en niet naar alles. Al merk ik dat er ook ouders zijn met een kind in het gewone onderwijs, die ook van mening zijn dat hun kind niet altijd voor de tv hoeft te zitten. Andersom wordt er vreemd aangekeken tegen kinderen die naar de Vrije School gaan. Onze buren vonden het ook maar stom.

De toekomst?Nu ben ik nog die jonge bevlogen docent, dus ik denk dat ik over een paar jaar wel breder wil kijken. Nu wil ik ze wat bijbrengen. Als mijn leerlingen aan het eind van het jaar het verhaal goed ver tellen, daar haal ik mijn energie uit.

<< HOME >>

pagina 10

Communicatie lijkt iets ‘vanzelfsprekends’ en gaat daarom misschien wel vaak mis. Zowel zender als ontvanger ‘spreken vaak vanzelf’ vanuit een geautomatiseerd patroon. Een docent, leraar communiceer t de hele dag met zijn leerlingen en weet dat je eerst een relatie moet hebben met de groep leerlingen voordat er les gegeven kan worden.

De druk van het lesprogramma zorgt er vaak voor dat de relatie ‘niet bewust’ wordt gebouwd maar al doende ontstaat. Dan kan het ‘hard werken’ worden. Het gevolg is bijvoorbeeld moeheid en weerstand bij een bepaalde groep. Al deze factoren kunnen ongewild invloed hebben op je manier van communiceren. Als docent ben je daardoor erg kwetsbaar te midden van een groep leerlingen. De leerlingen zijn zich van dit alles onbewust. Ook zij communiceren, zien de effecten, maar begrijpen niet waarom bijvoorbeeld de leraar ‘de pik op ze heeft’, of waarom ze buitengesloten worden door medeleerlingen. ‘Communiceren doe je zo!’ gaat over zenden en ontvangen en over bewustwording. Benoemen van wat je voelt, ziet, ervaar t en hoor t is een belangrijk onderdeel. De cursus is gericht op de groep jongeren die u als leraar, mentor heeft.

Zenden en ontvangen, fysieke ervaringen, grenzen, emoties en over tuigingen/gedachten komen aan bod.

‘Communiceren doe je zo!’ kan in het gewone lesprogramma worden opgenomen of in mentoruren. Het programma beslaat 6 tot 8 lesuren of 4 keer 2 lesuren als er sprake is van blokuren. Vooral voor eerstejaars een must, maar ook als u moeite heeft met een groep uit een ander leerjaar dan kan dit programma een toolkit zijn.

COMMUNICEREN DOE JE ZOcursus voor leerlingen

Tenslotte... Wilt u uw visie geven op de staat van het onderwijs, informatie of kennis delen, een bijdrage leveren, eigen initiatieven bekendheid geven? Dat kan! Stuur een mail naar [email protected]

Facebook: www.facebook.com/onderwijs.hetkananders

Twitter: www.twitter.com/onderwijshka

» Meer informatiecontact: [email protected] 0650 899 475 www.onderwijs-hetkananders.nl

» Meer informatiecontact: [email protected] 0650 899 475 www.truecolours-linked.nl www.onderwijs-hetkananders.nl Colofonuitgave: True Colours Linkedinterviews: Angelique Brekelmansvormgeving: Eveline Poot

Linkedin: www.linkedin.com/angeliquebrekelmans