Magazine Deutschland-Nederland | april 2013

8
Deutschland-Nederland Het magazine van het INTERREG programma Bij automobilisten wordt aardgas als brandstof steeds populairder. Met name voor hen, die dagelijks lange afstanden afleggen. Ook in de scheepsvaart wordt vloeibaar gemaakt gas als brandstof van de toekomst gezien. “Liquefied Natural Gas” – of korter: LNG – is in verge- lijking met traditionele brandstoffen voordelig en milieuvriendelijk. Zo neemt de uitstoot van CO₂ door schepen bij het gebruik van LNG met 20% af. Geen wonder dus, dat de voorbe- reidende conferentie voor het LNG- initiatief Nordwest begin maart in het maritieme competentiecentrum MARIKO in Leer veel belangstelling trok. Meer dan 180 personen namen aan de conferentie deel, die in het kader van het majeure INTERREG- project „MariTIM“ georganiseerd werd. Tijdens de conferentie werd het the- ma LNG vanuit diverse gezichtspun- ten bekeken. Het aardgas, dat na afkoeling tot -162 graden vloeibaar wordt, geldt als vernieuwende ener- giebron, lichtte Jan Tellkamp van het Det Norske Veritas toe. Afhankelijk van hoe de trends binnen de wereld- economie en het milieubewustzijn zich ontwikkelen, voorspelde hij, dat in 2020 wereldwijd vijf tot vijfent- wintig procent van de schepen op deze brandstof zal varen. In principe is LNG-scheepvaart niets nieuws, maar er zijn nog veel hindernissen. Zo zijn er nog maar weinig havens waar LNG getankt, respectievelijk zoals het in vaktaal heet, “gebunkerd” kan worden. In de regel leveren vrachtwagens het vloeibare aardgas aan bij de havens. Ombouw veerboot Momenteel is het ook nog moeilijk om nieuwe ontwikkelingen binnen de LNG-scheepsbouw te laten testen en goedkeuren, lichtte Leo van der Burg van het TechnologieCen- trum Noord-Nederland (TCNN) uit Groningen toe. In het kader van “LNG Passenger Vessel”, een deelproject van “MariTIM”, moeten twee schepen worden omgebouwd: een binnen- schip en een veerboot naar Borkum. Er wordt nog onderzocht hoe men uiteindelijk een vergunning voor [...] Vloeibaar gas als scheepsbrandstof www.deutschland-nederland.eu april 2013 | 14 I I Magazine kosteloos abonneren: www.deutschland-nederland.eu Naam: MariTIM Leadpartner: MARIKO Totale kosten: € 8.767.417 EU-bijdrage: € 2.959.989 Het project Een LNG-tanker ligt voor anker. Binnenkort transporteren deze schepen niet alleen gas, maar gebruiken ze het ook als brandstof. (Foto: © istockphoto.com / MsLightBox) In deze uitgave Pagina 2 Het INTERREG-programma na 2014 Pagina 3 Op uitbraak voorbereid - rampenoefening SafeGuard Pagina 4 Grensoverschrijdend RFID-project afgerond Geachte lezer, Dat de EU de grensoverschrijden- de samenwerking ook na 2013 wil blijven stimuleren, hebben wij hier al vaker gezegd. Nu nemen echter ook de voorbereidingen in het programmagebied steeds concretere vormen aan. Sinds enkele maanden komt de zoge- noemde voorbereidingsgroep voor het nieuwe INTERREG pro- gramma Deutschland-Nederland regelmatig bijeen. Om het pro- gramma aan te laten sluiten bij de wensen en behoeften van de betrokken regio´s, vinden in april twee stakeholderconferenties plaats. De toekomstige inhoude- lijke richting van het programma wordt in samenspraak met u bepaald. Welke ideeën en visies heeft u? Schrijf ons: [email protected] De redactie INTERREG in Vogelvlucht De INTERREG-wereld staat vol met vaktermen. In elke uitgave van het magazine wordt een van deze vaktermen nader verklaard. De zogenoemde majeure projecten zijn bij de start van het INTERREG IV A-program- ma Deutschland-Nederland in 2007 als nieuw instru- ment ingevoerd. Deze titel krijgen grensoverschrijdende projecten, die zich met hun activiteiten en resultaten niet tot één regio beperken, maar invloed hebben op het gehele programma- gebied. Majeure projecten strekken zich dan ook in tegenstelling tot regionale projecten over een groot deel van het programmagebied uit. De ruim- telijke uitgestrektheid en de hoge kwaliteit van majeure projecten worden doorgaans weerspiegeld in het volume van de totale kosten. Voor dit soort projecten is 35% van de EU-middelen gereserveerd - ca. 45,6 miljoen euro. Inmiddels zijn al deze middelen toegewezen. Binnen het programma zijn momenteel 11 majeure pro- jecten actief, onder andere op de gebieden mechatroni- ca, sensor- en nanotechno- logie, maritieme economie, functionele oppervlaktes, biogas, levensmiddelenveilig- heid en MRSA-bestrijding. Majeure projecten INTERREG in Vogelvlucht In de volgende uitgave: Comité van Toezicht Voortzetting op pagina II

description

In de nieuwste uitgave van het magazine vindt u informatie en achtergronden over lopende grensoverschrijdende projecten in het INTERREG IV A-programma Deutschland-Nederland. Bovendien informeert het magazine over technische en actuele ontwikkelingen van het subsidieprogramma.

Transcript of Magazine Deutschland-Nederland | april 2013

Page 1: Magazine Deutschland-Nederland | april 2013

Deutschland-NederlandHet magazine van het INTERREG programma

Bij automobilisten wordt aardgas als brandstof steeds populairder. Met name voor hen, die dagelijks lange afstanden afleggen. Ook in de scheepsvaart wordt vloeibaar gemaakt gas als brandstof van de toekomst gezien. “Liquefied Natural Gas” – of korter: LNG – is in verge-lijking met traditionele brandstoffen voordelig en milieuvriendelijk. Zo neemt de uitstoot van CO₂ door schepen bij het gebruik van LNG met 20% af.Geen wonder dus, dat de voorbe-reidende conferentie voor het LNG-initiatief Nordwest begin maart in het maritieme competentiecentrum MARIKO in Leer veel belangstelling trok. Meer dan 180 personen namen

aan de conferentie deel, die in het kader van het majeure INTERREG-project „MariTIM“ georganiseerd werd. Tijdens de conferentie werd het the-ma LNG vanuit diverse gezichtspun-ten bekeken. Het aardgas, dat na afkoeling tot -162 graden vloeibaar wordt, geldt als vernieuwende ener-giebron, lichtte Jan Tellkamp van het Det Norske Veritas toe. Afhankelijk van hoe de trends binnen de wereld-economie en het milieubewustzijn zich ontwikkelen, voorspelde hij, dat in 2020 wereldwijd vijf tot vijfent-wintig procent van de schepen op deze brandstof zal varen. In principe is LNG-scheepvaart niets nieuws, maar er zijn nog veel hindernissen.

Zo zijn er nog maar weinig havens waar LNG getankt, respectievelijk zoals het in vaktaal heet, “gebunkerd” kan worden. In de regel leveren vrachtwagens het vloeibare aardgas aan bij de havens.

Ombouw veerboot

Momenteel is het ook nog moeilijk om nieuwe ontwikkelingen binnen de LNG-scheepsbouw te laten testen en goedkeuren, lichtte Leo van der Burg van het TechnologieCen-trum Noord-Nederland (TCNN) uit Groningen toe. In het kader van “LNG Passenger Vessel”, een deelproject van “MariTIM”, moeten twee schepen worden omgebouwd: een binnen-schip en een veerboot naar Borkum. Er wordt nog onderzocht hoe men uiteindelijk een vergunning voor [...]

Vloeibaar gas als scheepsbrandstof

w w w. d e u t s c h l a n d - n e d e r l a n d. e u april 2013 | 14

II

Magazine kosteloos a

bonneren:

www.deutschland-nederla

nd.eu

Naam: MariTIM

Leadpartner: MARIKO

Totale kosten: € 8.767.417

EU-bijdrage:€ 2.959.989

H e t p r o j e c t

Een LNG-tanker ligt voor anker. Binnenkort transporteren deze schepen niet alleen gas, maar gebruiken ze het ook als brandstof. (Foto: © istockphoto.com / MsLightBox)

In deze uitgavePagina 2

Het INTERREG-programma na 2014

Pagina 3

Op uitbraak voorbereid - rampenoefening SafeGuard

Pagina 4

Grensoverschrijdend RFID-project afgerond

Geachte lezer,Dat de EU de grensoverschrijden-de samenwerking ook na 2013 wil blijven stimuleren, hebben wij hier al vaker gezegd. Nu nemen echter ook de voorbereidingen in het programmagebied steeds concretere vormen aan. Sinds enkele maanden komt de zoge-noemde voorbereidingsgroep voor het nieuwe INTERREG pro-gramma Deutschland-Nederland regelmatig bijeen. Om het pro-gramma aan te laten sluiten bij de wensen en behoeften van de betrokken regio´s, vinden in april twee stakeholderconferenties plaats. De toekomstige inhoude-lijke richting van het programma wordt in samenspraak met u bepaald. Welke ideeën en visies heeft u? Schrijf ons:[email protected] De redactie

INT

ERR

EG in

Vo

gel

vlu

cht

De INTERREG-wereld staat vol met vaktermen. In elke uitgave van het magazine wordt een van deze vaktermen nader verklaard. De zogenoemde majeure projecten zijn bij de start van het INTERREG IV A-program-ma Deutschland-Nederland in 2007 als nieuw instru-ment ingevoerd. Deze titel krijgen grensoverschrijdende projecten, die zich met hun activiteiten en resultaten niet

tot één regio beperken, maar invloed hebben op het gehele programma-gebied. Majeure projecten strekken zich dan ook in tegenstelling tot regionale projecten over een groot deel van het programmagebied uit. De ruim-telijke uitgestrektheid en de hoge kwaliteit van majeure projecten worden doorgaans weerspiegeld in het volume van de totale kosten. Voor dit soort projecten is 35% van de EU-middelen gereserveerd - ca. 45,6 miljoen euro. Inmiddels zijn al

deze middelen toegewezen. Binnen het programma zijn momenteel 11 majeure pro-jecten actief, onder andere op de gebieden mechatroni-ca, sensor- en nanotechno-logie, maritieme economie, functionele oppervlaktes, biogas, levensmiddelenveilig-heid en MRSA-bestrijding.

Majeure projecten

INT

ERR

EG in

Vo

gelv

luch

t

In de volgende uitgave:Comité van Toezicht

Voortzetting op pagina II

Page 2: Magazine Deutschland-Nederland | april 2013

IIII III

Vloeibaar gas als scheepsbrandstof (Voortzetting van pagina I) [...] deze schepen kan krijgen, omdat de huidige richtlijnen daarvoor nog geen afdoende basis vormen. De veerboot naar Borkum moet met 14,3 meter worden verlengd om ge-noeg ruimte te creëren voor de LNG-techniek, lichtte Claus Hirsch van de AG Ems toe. Deze rederij onderhoudt al sinds 1889 de veerdienst tussen Emden en Borkum en sinds 1975 ook tussen de Eemshaven en Borkum. Beide sprekers benadrukten dat de

infrastructuur ontbreekt, zodat het steeds weer de vraag is: Hoe komen wij aan LNG?Tijdens het verdere verloop van de conferentie werd het concept LNG Ecoliner gepresenteerd. Ook de Meyer Werft uit Papenburg gaf inzage in hun LNG-activiteiten: Ze heeft inmiddels al schepen gebouwd met LNG-aandrijfmechanismen. Eén daarvan werd in december jl. gedoopt door prinses Máxima. Tot

besluit werd het potentieel van een regionaal LNG-initiatief besproken. In Nederland bestaan er al initiatieven op regionaal en nationaal niveau.

Daarentegen staat het geplande “LNG-Initiative Nordwest” aan Duitse kant nog helemaal in de kinder- schoenen. Katja Baumann, project-

leider van “MariTIM”, lichtte het initia-tief toe. Het doel is om de maritieme bedrijvigheid te ondersteunen bij het op de markt brengen en houden van LNG. Dit moet gebeuren door competentieteams in te zetten op het gebied van “LNG-technologie”, “LNG-infrastructuur”, “LNG-rechts-zekerheid” en “LNG-financiering”. Na afloop van de conferentie hebben talrijke organisaties aangegeven daaraan mee te willen werken.

De inhoud van het nieuwe INTERREG-programma

De Nederlands-Duitse samenwerking wordt ook na 2013 door INTERREG ondersteund.

mabudget staat nog niet vast. Er zijn dus nog veel openstaande punten.

Prioriteiten nieuw programma

De nieuwe structuurfonds-programma‘s in de periode 2014-2020 moeten gebaseerd zijn op de „EU2020“-strategie. Voor het bepalen van de gewenste prioritaire thema’s in het INTERREG V-programma heeft de voorbereidingsgroep het opstel-len van een strategische analyse in opdracht gegeven. Uit deze strategi-sche analyse komen als belangrijkste behoeften en uitdagingen van het programmagebied naar voren:•Verhoging van het innovatie-

potentieel en de concurrentie-kracht van het bedrijfsleven, met name van het MKB, mede door uitbouw en verdichting van bestaande grensoverschrijdende netwerken tussen bedrijven en kennisinstellingen.

• Efficiënter gebruik van natuur-lijke hulpbronnen, vanuit het perspectief van zowel geringer milieubeslag, voorzieningszeker-heid en als motor voor innovatie.

•Voortzetting van grensover-schrijdende contacten en sa-

menwerking, gericht op verdere integratie van regionale arbeids-markten, ondernemersnetwer-ken, onderwijsmogelijkheden en verzorgingsstructuren.

Het is gebleken dat de focus op on-derzoek, technologische ontwikke-ling en innovatie zich in INTERREG IV heeft bewezen. Dit thema wordt ook voor het nieuwe INTERREG-program-ma als belangrijkste thema voorge-steld. Op basis van de strategische analyse heeft de voorbereidings-groep bovendien nog de thema’s “klimaatbescherming, natuur en milieu” en “arbeidsmarkt, onderwijs

Na overleg tussen de programma-partners zijn volgende regio‘s als subsidiegebied voor het toekomsti-ge INTERREG-programma Deutsch-land-Nederland aan de EU-Commis-sie voorgesteld:

Bestaande kerngebieden:•COROP Noord-Friesland•COROP Overig Groningen•COROP Delfzijl en omgeving• Landkreis Aurich• Stadt Emden•COROP Oost-Groningen• Landkreis Leer• Landkreis Emsland•COROP Zuidoost-Drenthe•COROP Noord-Overijssel• Landkreis Grafschaft Bentheim•COROP Twente• Kreis Steinfurt•COROP Achterhoek• Kreis Borken•COROP Arnhem/Nijmegen• Kreis Kleve• Kreis Wesel•COROP Noordoost-Noord-

Brabant•COROP Noord-Limburg• Stadt Krefeld•COROP Midden-Limburg• Kreis Viersen

De Europese Commissie heeft met de publicatie van de nieuwe con-ceptverordeningen anderhalf jaar geleden het startschot gegeven voor de voorbereiding van een INTERREG V A-programma Deutschland-Neder-land. Ten behoeve van de praktische voorbereiding van het nieuwe pro-gramma Deutschland-Nederland is een voorbereidingsgroep opgericht met vertegenwoordigers van de mi-nisteries, provincies en grensregio’s.In de voorbereidingsgroep heeft een eerste inventarisatie van de the-matische prioriteiten in het nieuwe programma plaatsgevonden, die zal dienen als basis voor de discussie tijdens de stakeholderconferenties op 17 april 2013 in Lingen en op 24 april 2013 in Cuijk. De regionale stakeholders worden tijdens de con-ferenties verzocht om in thematische workshops mee te denken over de prioriteiten en de concretisering daarvan.Omdat de lidstaten, de EU-Commis-sie en het EU-Parlement tot nu toe nog geen overeenstemming over de begroting hebben bereikt, zijn ook de onderhandelingen over de nieuwe verordeningen nog niet afge-rond. De hoogte van het program-

Link naar het project:www.maritim-de-nl.eu

Nieuw subsidiegebied • Stadt Mönchengladbach

Bestaande aangrenzende gebieden:• Landkreis Wittmund • Landkreis Friesland •COROP Zuidoost-Friesland •COROP Zuidwest-Friesland •COROP Noord-Drenthe • Landkreis Ammerland •COROP Zuidwest-Drenthe • Landkreis Cloppenburg •COROP Flevoland • Landkreis Osnabrück •COROP Veluwe •COROP Zuidwest Overijssel • Kreisfreie Stadt Osnabrück • Kreis Coesfeld • Kreisfreie Stadt Münster • Kreis Warendorf •COROP Zuidwest Gelderland • Stadt Duisburg • Rhein-Kreis Neuss

Nieuwe gebieden• Landkreis Oldenburg• Landkreis Vechta• Landkreis Wesermarsch• Stadt Delmenhorst• Stadt Oldenburg• Stadt Wilhelmshaven•COROP Zuidoost Noord-Brabant• Stadt Düsseldorf

en ontmoetingen” geïnventariseerd. Hoe elk thema bij de keuze van de thematische doelstellingen en inves-teringsprioriteiten uiteindelijk wordt ingedeeld, moet in het kader van de opstelling van het programma nog gedetailleerd worden onderzocht.

Er bestaat bovendien consensus over het feit dat de administratieve uitvoering van het programma vereenvoudigd moet worden. Zo wordt er bijvoorbeeld naar gestreefd om bepaalde flat rates in te voeren.

Page 3: Magazine Deutschland-Nederland | april 2013

IIIIII

Veiligheid van levensmiddelen, zoönozen en dierziektes – rond deze thema’s draait het majeure INTERREG-project SafeGuard. Toen het project vijf jaar geleden van start ging, kon nog niemand voorzien, dat de hier behandelde thema’s actueler waren dan ooit: paardenvlees werd rundvlees, eieren uit de intensieve kippenteelt waren ineens bio-eieren en multiresistente bacteriën vormen een nog steeds ernstige bedreiging. Op 7 maart jl. vond een strategische table-top-oefening in Kleve plaats. Thematisch werd de uitbraak van mond- en klauwzeer (MKZ) in het Duits-Nederlandse grensgebied nagebootst. In geval van een besmetting moet er veel informatie worden verzameld, geëvalueerd, doorgestuurd en moeten er snel beslissingen worden genomen. Ver-antwoordelijkheden en communica-tiewegen liggen in ieder land en op ieder bevoegdheidsterrein anders. Aan deze MKZ-crisisoefening hebben hooggeplaatste vertegenwoordigers van de voor het desbetreffende nationale crisismanagement verant-woordelijke bevoegde veterinaire autoriteiten en andere overheden deelgenomen, die uitleg gaven over hun handelwijze en grensoverschrij-dende opties bespraken.

Ontruimen of vaccineren?

De oefening was verdeeld over drie rondes, waarin de deelnemers steeds weer met nieuwe feiten werden ge-confronteerd. In de eerste ronde ging het er hoofdzakelijk om bij een bes-metting de handel en het transport

Oefenen helpt om op crisis voorbereid te zijnvan dieren zo snel mogelijk effectief stil te leggen en de communicatie over de genomen en nog te nemen maatregelen op gang te brengen. Het scenario in de tweede ronde confronteerde de deelnemers met een situatie die tot op heden nooit

eerder grensoverschrijdend was ge-oefend, waarbij in de omgeving van de epidemische uitbraak vaccinatie-maatregelen werden getroffen. In vroegere jaren was het gebruikelijk alle dieren binnen een gedefinieerde radius preventief te ruimen, waarbij het niet uitmaakte of ze besmet of gezond waren! Omdat de nadruk steeds vaker op de bescherming van dieren wordt gelegd, wordt er inmid-dels weer overgegaan tot vaccineren. Onopgelost blijft echter nog steeds het - zuiver markteconomische - probleem van het verhandelen van gezonde en gevaccineerde dieren. In

Na een uitbraak van een epidemie onder dieren moet zo snel mogelijk gereageerd worden. (Foto: Darkone / CC BY-SA 2.5, wikipedia.org)

de afsluitende derde ronde ging het nog om de regionalisering van de uitbraakvoorvallen en de vraag, hoe en of er grensoverschrijdende regio‘s zouden kunnen worden gecreëerd. Gepland is, de resultaten van de oefening en gevolgen in een work-shop met vertegenwoordigers van de Duitse Raiffeisenverbands en de Nederlandse Land- en Tuinbouw-organisatie (LTO) te discussiëren. Bovendien zullen de resultaten tijdens een publieke bijeenkomst in het najaar worden gepresenteerd.

Comité van Toezicht vergadert in de kerkBegin maart kwamen de leden van het Comité van Toezicht INTERREG Deutschland-Nederland op een on-gewone plek bijeen: in de voorma-lige katholieke kerk in Leeuwarden, die inmiddels is omgebouwd tot een onderzoekscentrum. Voor de eerste keer zat Josan Meijers, Gedeputeerde van de provincie Gelderland, de vergadering voor. Zij is in november tot nieuwe voor-zitster van het Comité gekozen. Tijdens de vergadering werd onder meer gesproken over de financiële stand van zaken van het program-ma. Inmiddels is bijna 96 % van de beschikbare middelen in projecten vastgelegd. Tot eind 2012 heeft de certificeringsautoriteit meer dan 60 miljoen euro aan de projectpartners uitbetaald. Bovendien nomineerden de leden het project “Mechatronica voor het MKB” als kandidaat voor de EU-award “RegioStars 2014”.

Met afvalwater energie besparen

Aansluitend bezocht het Comité de laboratoria van Wetsus BV, lead partner van het INTERREG-project “Watertechnologie”. Binnen dit pro-ject werken Nederlandse en Duitse wetenschappers samen om onder andere de omgang met afvalwater van ziekenhuizen te optimaliseren. Dit water bevat vaak bacteriën en schadelijke stoffen, die er in de zuiveringsinstallaties vaak slecht uitgefilterd kunnen worden. Heleen Sombekke van Wetsus legde de aanwezigen uit, dat een ander accent van het project ligt op de winning van energie uit (industrieel) afvalwater. Zo kan bijvoorbeeld de warmte van het afvalwater gebruikt worden voor verwarming en zo in de toekomst een belangrijke bijdrage leveren aan de besparing van ener-gie in bebouwde gebieden.

Deelnemers van de Table-Top-oefening in Kleve. (Foto: GIQS)

Naam: SafeGuard

Leadpartner: GIQS e.V.

Totale kosten: € 9.348.020

EU-bijdrage:€ 4.674.010

H e t p r o j e c t

Link naar het project:http://safeguard.giqs.org/home/

Josan Meijers, nieuwe voorzitter van het Comité van Toezicht. (Foto: N. Voskens)

Page 4: Magazine Deutschland-Nederland | april 2013

IIIV

C o l o f o nUitgeverGemeenschappelijk INTERREG Secretariaat c/o Euregio Rijn-WaalEmmericher Str. 24 | 47533 [email protected] +49 (0)2821 7930 37

RedactieChristoph Bönig, Karin Eden, Armin Möller, Mario Rauch, Martijn Spaargaren, Tim Terhorst, Sjoerd Zoete

ConceptGemeenschappelijk INTERREG Secretariaat, Kleve

Mede mogelijk gemaakt door:

Ordners, vis en planten: RFID-project afgerond

In Roermond zijn de resultaten gepre-senteerd van het INTERREG-project “RAAS-RFID”. Met behulp van dit project zijn kleine en middelgrote be-drijven in de grensregio ondersteund bij het implementeren van RFID-technologie. Er is een groot aantal toepassingen geïdentificeerd.

Zo is bijvoorbeeld in een ver-pleeghuis in Krefeld met behulp van de technologie een waarschuwings-systeem geïnstalleerd. Daarmee kan worden verhinderd dat demente bewoners ongezien uit het gebouw verdwijnen. In een advocatenkantoor zijn de documentenordners met een RFID-chip uitgerust. Daardoor kan

precies worden bijgehouden waar de documenten zich binnen het kantoor bevinden.Ook in de buitenlucht is de RFID-tech-nologie op een zinvolle manier toe te passen: in het kader van de herintro-ductie van zalmen in regionale beken en rivieren is het verplaatsingsgedrag van de vissen ten behoeve van een natuurlijke nabootsing onderzocht en gedocumenteerd. Binnen het project is hiervoor een systeem ontwikkeld dat vooraf gemarkeerde vissen onder water kan herkennen. Verder zijn jonge planten in een grote kweke-rij met RFID-tags uitgerust om ze later met uitleesapparatuur exact te identificeren.Aan het driejarige project hebben naast de Hochschule Niederrhein ook de Fontys hogeschool Venlo, het

onderzoeksinstituut voor telecom-municatie en samenwerking (FTK) uit Dortmund en diverse andere wetenschappelijke projectpartners deelgenomen. Sinds de start van het project in januari 2010 zijn in totaal 133 introductiegesprekken gevoerd, waaruit 34 business cases en 9 pilotprojecten zijn ontstaan. “De belangstelling voor het project heeft onze verwachtingen overtroffen” aldus prof. Dr. Wilhelm Mülder van het GEMIT-instituut.

Techniek wordt nog preciezer

Ook na de afronding van het project worden de onderzoeksactiviteiten op het gebied van RFID doorgezet. “Wij willen doorgaan met het thema RFID in de regio. Binnenkort wordt de tech-niek nog preciezer en kan een grotere reikwijdte worden bediend. Verder wordt de prijs lager en daardoor wordt de techniek ook voor kleine be-drijven aantrekkelijk.” Tot nu toe loont zich een investering meestal na drie tot vijf jaar. “Dat is echter moeilijk te beoordelen en kan in elk individueel

geval weer net even anders zijn” aldus Mülder.RFID (Radio Frequency Identification) staat voor het automatisch identifi-ceren van objecten met behulp van radiotechniek. Omdat RFID een snelle positiebepaling en identificatie van voorwerpen mogelijk maakt zonder dat deze daadwerkelijk te zien zijn, kunnen met RFID-techniek bedrijfs-processen worden geautomatiseerd en geoptimaliseerd.

Naam: RFID Aplication And Support (RAAS)

Leadpartner: NV Industriebank LIOF

Totale kosten: € 2.621.369

EU-bijdrage:€ 1.194.558

H e t p r o j e c t

Minuscuul en bijna onzichtbaar. Voor RFID-techniek bestaan ongekende toepassings-mogelijkheden. Hier bijvoorbeeld ingenaaid in een etiket. (Foto: deister electronic)

Het majeure INTERREG-project „EurSafety Health-net“ kreeg bezoek van een internationaal filmteam. Voor een bericht over de successen van dit Nederlands-Duitse project, dat zich o.a. bezighoudt met de strijd tegen ziektekiemen in ziekenhuizen, vonden in Groningen en Münster opnames plaats. Het Europese netwerk “INTERACT” heeft dit al meermaals bekroonde in-itiatief vanwege de grote voorbeeld-werking gekozen voor een promo-tiefilm voor de “Dag van de Europese samenwerking” . De dag van de Europese samenwer-king vindt dit jaar overigens plaats op 21 september. Meer informatie: www.ecday.eu

De toekomstige voeding maakt gebruik van steeds meer plantaardige eiwitten. Wetenschappelijke onder-zoeken laten zien, dat de consumptie in verglijking met dierlijke eiwitten niet alleen duurzamer maar vooral ook veel gezonder is. De Groningse start-up W-Foods Ventures onderzoekt samen met het DIL (Deutsches Institut für Lebens-mitteltechnik) in het kader van Food Futures de mogelijkheid om van Nederlandse bonen een exclusief en vooral smakelijk product te maken dat zo lekker is dat het vlees niet meer hoeft. Hiervoor worden regi-onaal geteelde bonen zoals lupine, veldbonen en andere vlinderbloemi-ge gewassen gebruikt in combinatie

FOOD Future - Nederlandse bonen als vleesalternatief met veel eiwit

Kort nieuwsFilmopnames bij EurSafety Health-net

met andere natuurlijke ingrediënten zoals tarwe, gerst en haver. Deze combinaties leveren samen alle aminozuren die nodig zijn voor een gezonde evenwichtige voeding. Bonen dragen door hun samenstel-ling bovendien bij aan een gezonde darm door prebiotische werking van de vele oplosbare voedingsvezels. Bonen passen ook binnen duurzame landbouw omdat vlinderbloemige planten hun eigen stikstof met behulp van bacteriën in de grond kunnen maken. Hierdoor is er minder kunstmest nodig waardoor de CO2-voetafdruk klein is. Kortom, lekkere vleesvervangende producten op basis van regionaal geteelde plantaardige eiwitten.

Link naar het project:www.raas-rfid-nu.nl

Page 5: Magazine Deutschland-Nederland | april 2013

INTERREG-Newsuit de Eems Dollard Regio

Is er een kruid gewassen tegen kanker?

Professor Rob van Haren van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) vertelde in de kas aan de belangstellenden wat de doestellingen van het project “PhytoSana” zijn.

In maart werd in de kas van de Sabek gGmbH in Papenburg het officiële startschot gegeven voor het INTERREG-project “PhytoSana”. In het afgelopen jaar zijn de deelnemende partners overeengekomen de ge-meenschappelijke kennis over kruiden voor de ontwikkeling van nieuwe medische en cosmetische producten en gezonde voedingsmiddelen in te zetten. De kennis van de fytotherapie in Nederland en de traditionele kruiden-wetenschap aan Duitse zijde grijpen in elkaar. Moderne extractie-techno-logie uit Duitsland en de grote kennis van de kruidenteelt in Nederland

vullen elkaar ook aan in samenspel met universiteiten, hogescholen en het midden- en kleinbedrijf.

“Garten der Schönheit“

Op het Sabek-terrein zal o.a. een “Garten der Schönheit und Gesund-heit” ontstaan. Daarvoor is een kleine muur gebouwd waarin een koperen koker, met daarin informatie over het project, is gelegd. Onder de gasten waren Hans-Michael Goldmann, afge-vaardigde van de Bondsdag, en Marc André Burgdorf, afdelingschef van de Landkreis Emsland. Aan-sluitend be-zichtigden de projectpartners Gärtne-

rei Schulz, waar de geneeskrachtige kruiden vakkundig verbouwd zullen worden.In het “PhytoSana”-project werken regionale hogescholen en bedrijven samen, om o.a. de mogelijkheden van het veelbesproken podofyllo-toxine uit het (on)kruid Fluitenkruid (Anthriscus sylvestris) om kanker te bestrijden, te onderzoeken. De pro-jectpartners bestuderen de teelt en het extractieproces van deze grond-stof voor de fabricage van medicijnen tegen kanker en reuma. De basis van het project is de reeds goed gedocumenteerde medicinale werking van kruiden als uitgangspunt

Naam: PhytoSana

Leadpartner: Rijksuniversiteit Groningen

Totale kosten: € 1.141.871

EU-bijdrage:€ 429.977

H e t p r o j e c t

V

te nemen voor nieuwe product- en marktontwikkeling. Het Phytotechni-kum Innovatiecentrum is gekoppeld aan de op te zetten krui-denkennis-centra in Groningen (farmaceutica) en Papenburg (cosmetica en nutraceuti-ca). De toepassing van geneeskrach-tige kruiden in cosmetica en voeding is een groeiende markt en biedt perspectieven voor ondernemingen uit de grensregio die hierin willen investeren.

Circa 30 deskundigen van ondernemingen en onderzoeksin-stellingen spraken onlangs in het Klimacenter in Werlte over actuele marktontwikkelingen van “groene” kunststoffen op basis van regenera-

tieve grondstoffen. De bijeenkomst maakte deel uit van het INTERREG-project “Agrobioploymeren”. Het 3N-Kompetenzzentrum “Nie-dersachsen Netzwerk Nachwach-sende Rohstoffe” en het kunststof-netwerk in de Ems-Achse hadden samen voor deze netwerkbijeen-komst uitgenodigd om toepas-singsgebieden van biopolymeren en nieuwe productontwikkelingen te presenteren. Bio based kunststoffen beschikken in heel Europa over een produc-tiecapaciteit van ongeveer 1,5 ton per jaar. Ook de Europese productie van houtvezelversterkte kunststoffen, “Wood Plastic Com-

posites”, is met ongeveer 220.000 ton gestegen. Dat komt overeen met ongeveer tien procent van de wereldwijde productie, aldus Lena Scholz van het Nova-Institut, dat sinds vele jaren een marktportaal begeleidt voor innovatief materiaal. “Wood Plastic Composites” wordt met name toegepast bij terras-vloeren, afscheidingselementen of meubelonderdelen.

Biomateriaal in voertuigen

Binnen de voertuigproductie heb-ben bio based materialen zowel voor het interieur als het exterieur zich een plaats weten te veroveren.

Veel kansen voor “groene” kunststoffenZo zijn er voor de carrosseriepro-ductie tegenwoordig materiaalsys-temen van natuurvezels en harsolie van planten, die in de gebruikelijke productie toepasbaar zijn, vertelde Nina Graupner van de Hochschule Bremen. Ook de verpakkingssector wordt in toenemende mate gezien als toepassingsgebied voor groene kunststoffen. In 2013 is in Neder-land de bouw van een nieuwe verpakkingsfabriek gepland waarin nieuwe verpakkingen van biokunststof voor vers vlees van polymelkzuur geproduceerd zullen worden, vertelde Patrick Gerritsen, directeur van Bio4Pack.

Naam: Agrobiopolymeren

Leadpartner: Eems Dollard Regio

Totale kosten: € 5.345.400

EU-bijdrage:€ 2.402.581

H e t p r o j e c t

Uw INTERREGprogramma- management

Eems Dollard RegioPostbus 439693 ZG Bad Nieuweschans

+31 (0)597 521 818

[email protected]

www.edr.eu

Page 6: Magazine Deutschland-Nederland | april 2013

INTERREG-Newsuit de EUREGIO

Het economische belang van het Duits-Nederlandse toerisme groeit sterk. Maar alleen wie de markt van het buurland kent zal in staat zijn met succes gasten te werven. Met dit gegeven als uitgangspunt werd in februari in Hengelo als onderdeel van het INTERREG-project “Toeris-memarketing Grensregio” een infor-matiebijeenkomst voor toeristische ondernemingen gehouden. 114 deelnemers gaven gevolg aan de uitnodiging van de EUREGIO. Tijdens de bijeenkomst gaf onder andere het grensoverschrijdende projectbureau informatie over de kansen die de groeimarkt Duitsland biedt. De bijeenkomst begon met een pre-sentatie van de resultaten van een

Toerisme: Groeimarkt Duitsland

Meer dan 100 deelnemers gaven gehoor aan de uitnodiging van het Grensoverschrijdende Bureau voor Toerisme om zich in Hengelo te laten informeren over de groeimarkt Duitsland. (Foto: Christian van der Meij)

Naam: Toerisme-Marketing Grensregio

Leadpartner: EUREGIO e.V.

Totale kosten: € 6.996.485

EU-bijdrage:€ 3.080.000

H e t p r o j e c t

VI

onlangs uitgevoerd onafhankelijk onderzoek over grensoverschrijdend toerisme. Daaruit bleek dat zowel het aantal arriverende Duitse gasten als hun aantal overnachtingen in Nederland in het EUREGIO-gebied van jaar tot jaar stijgt. Dit is een resul-taat waarin ook het Grensoverschrij-dende Toerismebureau zijn aandeel heeft gehad.

Grotere marketingslagkracht

Maar er is ook reden voor actie. Toeristische bedrijven moeten nog beter worden voorgelicht zodat zij in staat zijn taal- en cultuurbarrières te overwinnen. In verschillende workshops werd aan

Nieuwe innovaties voor de zorgsector door “MIAS“Vergrijzing en gebrek aan gekwalifi-ceerd personeel vormen eenuitdaging voor de gezondheidszorg. Nieuwe technologieen uit onder-zoek en het bedrijfsleven kunnen helpen het systeem te ontlasten. Het grens-overschrijdende INTERREG project “MIAS“ loopt nu ten einde. Een project waarin echte innovaties voor de branche ontwikkeld werden. In het kader van de slotmanifestatie begin april in Enschede werden de resultaten van het project gepresen-teerd.

de hand van concrete suggesties en marketingtips geillustreerd hoe bezoekers worden benaderd. Zo groeit het gebruik van social media in Nederland onder 50-plussers veel sterker dan in Duitsland. Dit heeft uiteraard consequenties voor de toe te passen marketingstrategieën.Volgens Heike Rieger, projectleidster “Toerismemarketing Grensregio”, kan door doelgerichte bundeling van kleine en middelgrote toeris-tische bedrijven van beide kanten van de grens een “grotere marke-tingslagkracht” worden bereikt. Het projectbureau zou daarom meer en meer de taak moeten oppakken om in opdracht van de partners advies en ondersteuning te verlenen aan

MKB-bedrijven. De workshop werd dan ook afgesloten met “matchma-king”, waarbij Nederlandse en Duitse bedrijven de mogelijkheid hadden waardevolle contacten te leggen.Een grote meerderheid van de deelnemers toonde zich enthousiast over de workshop. Sabine Leclercq-Schulte van het Tourismusbüro in Bad Rothenfelde zei hierover: “Al met al was dit een zeer geslaagde bijeen-komst met informatieve presentaties en interessante gesprekken in de wandelgangen.”

Er werden bijvoorbeeld nieuwe concepten m.b.t. neurorobotics ontwikkeld en geïntegreerd om het herstel van de functies van de bovenste ledematen na bijvoorbeeld een beroerte te optimaliseren.In de toekomst zullen deze nieuwe technologieën de gebruiker in staat stellen onafhankelijk van de thera-peut te trainen. Als gevolg daarvan kunnen pa-tiënten intensiever trainen (hogere belasting / snellere frequentie) en het effect van de trainingsacti-

viteiten maximaliseren, omdat zij zeer gemotiveerd blijven. Speciale

oefentoestellen maken een training ter plaatse (point of care) buitenshuis mogelijk. Bovendien werden in het kader van het project „active assistive devices“ ontwikkelt. Functieverlies wordt gecompenseerd c.q. hersteld daar waar bestaande producten vaak leiden tot passiviteit en daarmee tot verder functieverlies. Met deze doel-stelling ontstond bijvoorbeeld een rolstoel waarmee de schouderbelas-ting gereduceerd wordt en daardoor de typische slijtageverschijnselen bij de patiënt minder worden.

Naam: MIAS

Leadpartner: Fachhochschule Münster

Totale kosten: € 6.919.651

EU-bijdrage:€ 2.994.825

H e t p r o j e c t

Uw INTERREGprogramma- management

EUREGIOPostbus 60087503 GA Enschede

+31 (0)53 460 51 51

[email protected]

www.euregio.nl

Page 7: Magazine Deutschland-Nederland | april 2013

INTERREG-Newsuit de Euregio Rijn-Waal

Het schandaal in 2013 rondom het paardenvlees in de rundvleesla-sagne en de EHEC voedselcrisis in de zomer van 2011 laten zien, dat de consument voor een bewuste voedselkeuze erg afhankelijk is van de informatie van de voedselprodu-centen. Uit angst om zijn gezond-heid besluit de consument bepaalde producten, zoals diepvriesmaaltijden of komkommers niet meer te kopen. Dit betekent natuurlijk een flinke strop voor de producenten van deze voedingsmiddelen. De tuinbouwsector in de Euregio Rijn-Waal heeft een jaarlijkse omzet van ca. € 1,6 miljard. Tijdens de EHEC-uitbraak werd lange

EHEC-veilige groenten in grensgebied

Naam: e-H@c HUP Action

Leadpartner: Stichting Landbouwkundig Onderzoek

Totale kosten: € 711.060

EU-bijdrage:€ 319.977

H e t p r o j e c t

VII

tijd gedacht dat komkommers of paprika´s de boosdoeners waren. Hierdoor heeft de glastuinbouw in de Euregio Rijn-Waal veel schade geleden. Om een dergelijke situatie in de toekomst te voorkomen heb-ben kennisinstellingen, bedrijven, organisaties en overheden de handen ineengeslagen in het nieuwe INTERREG-project „EH@C-HUPAction“.

Betere consumentenvoorlichting

Het doel van dit project is om op de grensregio toegesneden plannen en strategieën te ontwikkelen voor een gemeenschappelijke, grens-overschrijdende crisisbeheersing

en –communicatie. Na afloop van deze regionale pilot kunnen de resultaten via nationale organisaties ook structureel worden ingezet op bovenregionaal niveau. Een goed grensoverschrijdend com-municatiesysteem, dat is afgestemd met de overheden en andere be-trokken instellingen zal in de Euregio Rijn-Waal uiteindelijk leiden tot een vermindering van het aantal zieken en doden door besmetting met EHEC in de groenteproductieketen. Door een betere consumentenvoor-lichting zullen de telers in de Euregio Rijn-Waal minder economische ver-liezen leiden en een beter imago aan beide zijden van de grens krijgen. Dit

Veel levensmiddelen werden tijdens de EHEC-uitbraak in 2011 onnodig vernietigd. (Foto: flickr.com | CC BY-NC-ND 2.0,

Sint-Katelijne-Waver)

Hoewel Duitsland van oudsher een sterk verenigingsleven kent en Nederland samen met Oostenrijk in Europa de meeste vrijwilligers heeft, krijgen steeds meer verenigingen moeite om alle functies te bezetten.De Kreissportbund Kleve heeft daarom samen met de Gelderse Sportfederatie Arnhem en de Euro-päische Akademie des Sports Velen het initiatief genomen voor een grensoverschrijdende aanpak. Zij starten daartoe het People-2-People project Dynamo. Een eerste voorbereidende bij-eenkomst vond in februari in het Euregio-Forum in Kleve plaats. Hier bespraken de projectpartners met

elkaar hoe met name jongeren voor het verenigingswerk gemotiveerd kunnen worden. De aanwezige ver-enigingen gaven aan, dat oproepen via de traditionele benadering via het clubblad of e-mails de jongeren niet bereiken. Enkele verenigingen blijken al met social-media als Facebook of Twitter te werken, maar ook deze aanpak is niet altijd succesvol omdat bij de vaak oudere bestuursleden de ervaring met deze media ontbreekt. Ook hier wil Dynamo in samenwer-king met vier Nederlandse en vier Duitse verenigingen een plan van aanpak ontwikkelen om vrijwilligers te werven en te behouden.

Samen op zoek naar vrijwilligers

betekent een betere concurrentiepo-sitie van de hier gevestigde land- en tuinbouwbedrijven. De bedrijven kunnen zich positioneren als be-trouwbare producenten van veilige verse groenten. De Euregio Rijn-Waal kan zich hiermee op het gebied van voedselveiligheid onderscheiden van andere Europese tuinbouwgebieden.

Doel van het gezondheidsproject „Proteus“ is, behandelingsmethoden voor heup- en knie- prothesiologie in Duitsland en Nederland volledig transparant te maken. Hierdoor kun-nen verbeteringen voor patiënten, zorgverzekeraars en ziekenhuizen bereikt worden. Bovendien kan de orthopedische zorg doelgerichter en efficiënter georganiseerd worden.

Behandelmethoden verbeteren

Het Rijnstate Ziekenhuis Arnhem heeft daartoe samen met het Wilhelm-Anton-Hospital Kleve en het St. Elisabeth Hospital Meerbusch het initiatief tot een grensoverschrijden-

de vergelijkstudie genomen. Hiertoe starten zij nu samen het project Proteus. Naar verwachting geeft de transparatie een meerwaarde voor diverse doelgroepen. Patienten uit beide landen zullen hun behandeling in het buurland meer vertrouwen; daarnaast kunnen zij profiteren van behandelingsverbeteringen die over-genomen worden uit het buurland. Zorgverzekeraars krijgen inzicht in de kosten van de verschillende behande-lingswijzen. De betrokken beroeps-groepen binnen de prothesiologie kunnen hun werkwijze kritisch spiegelen aan die in het buurland en mogelijk hun behandelmethoden aanpassen.

Beter inzicht zorg over de grens

Uw INTERREG programma-management

Euregio Rijn-Waal Postbus 2207040 AE ´s-Heerenberg

+49 (0)2821 7930-0

[email protected]

www.euregio.org

Page 8: Magazine Deutschland-Nederland | april 2013

INTERREG-Newsuit de euregio rijn-maas-noord

Energie zonder grenzen

Grensoverschrijdend project onderzoekt de mogelijkheden van hernieuwbare ernergiebronnen. (Foto: Windwärts Energie

GmbH / CC BY-NC-ND 2.0)

Het zoeken naar alternatieve energiebronnen is een van de belangrijkste vragen onze maat-schappij. Antwoorden hierop gaf het INTERREG-project “Energie zonder grenzen”, waarin de deelnemende partners de basis voor drie pilots in de grensregio tussen Geldern, Straelen en Venlo hebben gelegd. Hiermee leverde het project een bijdrage aan de duurzame energie-voorziening van deze regio. In de praktijk onderzochten Nederlandse en Duitse partners de verschillende mogelijkheden van hernieuwbare energiebronnen. Deze

analyse moet burgers, politiek en bedrijven aanzetten om samen te werken aan een grensoverschrijdend en duurzaam energiebeleid. Welke energie hierbij spreekwoordelijk vrijkomt, blijkt uit een potentiaalon-derzoek, dat naast de drie pilots in Geldern, Venray en in de gemeente Peel en Maas werd uitgevoerd.

Lokaal energiebeleid

In de Stadt Geldern werden bij-voorbeeld mogelijkheden voor het gebruik van hernieuwbare ener-giebronnen voor woonwijken onder

de loep genomen: In het Nierspark, een 44 hectare groot terrein tussen het treinstation en de rivier Niers, moet binnen de komende 15 jaar

VII

een nieuwe wijk ontstaan. Deze wijk moet bestaan uit woningen, open-bare gebouwen en een wijk met panden voor commerciële activitei-ten. Uiteraard zal er ook plaats zijn voor sociale woningbouw. Concrete doelstelling: toekomstige eigenaars krijgen ondersteuning als het gaat om het gebruik van hernieuwbare energiebronnen voor de verwarming van woningen, warmwatervoorzie-ning en opwekking van elektriciteit met als doel efficiënter te om te gaan met energie en als gevolg daarvan de uitstoot van CO2 te beperken.

Energie van afval uit de tuin

In Nederland neemt een tijdens de projectlooptijd ontwikkeld idee reeds concrete vormen aan: In de Ge-meente Peel en Maas zal een lokaal verwarmingsnet worden ontwikkeld om te laten zien dat een dergelijk systeem ecologisch en economisch interessant is. Dit is mogelijk door de installatie van een kwk-centrale (kracht-warmte-koppeling), waardoor de behoefte aan fossiele brandstoffen wordt verminderd en daarmee ook de uitstoot van CO2. Nog voordeliger is de centrale als deze met biologische afvalstoffen en groenafval wordt gestookt. Aangezien er in deze regio heel wat tuinbouwbedrijven zijn, is deze vorm van energieopwekking ter plaatse zeer goed mogelijk. De Duitse en Nederlandse partners zullen ook in de toekomst blijven samenwerken en gezamenlijk ruimte voor activiteiten creëren.

In februari werd in het gemeen-schapshuis „De Wieksjlaag“ in Beringe de aftrap gegeven voor het INTERREG-project „Kunst verbind(e)t“. Met behulp van dit project zullen mensen met een beperking beter kunnen deelnemen aan de maat-schappij. Volgens wethouder Raf Janssen van de gemeente Peel en Maas, een van de projectpartners, is het belangrijk dat mensen met een beperking de mogelijkheid wordt geboden om hun talenten te kunnen ontdekken: “Talenten komen pas tot uiting als mensen ernaar kijken en er respect

voor hebben.” De naam van dit pro-ject is dan ook letterlijk op te vatten, want binnen dit initiatief zullen

mensen met en zonder beperking grensoverschrijdend samen aan verschillende kunst- en theaterwork-shops deelnemen. Christian Dopheide, bestuurslid van de evangelische stichting Hephata vindt de “dubbele verbinding” van de twee onderwerpen eveneens belangrijk: “Voor ons is inclusie niet alleen maar een vakterm. Wij willen dat inclusie in de realiteit en niet alleen maar op papier gebeurt!” Ook Wilma Delissen-van Tongerlo, burgemeester van de gemeente Peel en Maas, was enthousiast: “Das ist ein tolles Project”, zei ze in vlot Duits.

Kunst verbindt mensen met elkaar

Naam: Energie zonder grenzen

Leadpartner: Stadt Geldern

Totale kosten: € 625.322

EU-bijdrage:€ 312.661

H e t p r o j e c t

Naam: Kunst verbind(e)t

Leadpartner: Stiftung Hephata

Totale kosten: € 290.696

EU-bijdrage:€ 145.348

H e t p r o j e c teuregio rijn-maas-noordKonrad-Zuse-Ring 641179 Mönchengladbach

+49 (0)2161-6985 505

[email protected]

www.euregio-rmn.eu

Uw INTERREG programma-management