maar - Christian Net · 2019-12-06 · IsraëI kon deze vijand niet overwonnen worden, zoodat...

32
76 maar ook, dat zij nooit ophoudt als een tegenstrijdig beginsel te handelen. Wij zijn gelijk een mensch, die een ruwen steilen berg beklimt. Niet alleen de losse steenen doen hem uitglijden en struikelen, maar de geheele weg is een voortdurend opklim- men, hetwelk zijne leden vermoeit, zijne kracht uitput en zijnen adem vermindert. Om nu te blijven in de paden der Godzalig- heid, en tot. den einde toe te volharden, zonder gindsch of her- waarts afgeleid te worden van den weg - di’t is de groote moeielijkheid ; een moeilijkheid door niemand overwonnen, be- halve dóor hen, die geholpen worden door bijzondere kracht Gods ; want hij, en hij alleen ia1 zalig worden, -,,die volhardt tot het einde.” Voort te gaan met wel te doen is eene gezegende gift en genade, Gelijk de Apostel zegt (Gal. 6 : 9): ,,Laat ons goed- doende, niet vertragen ; want te- Zijner tijd zullen wij maaien, zo0 wij niet verslappen.” Bijzonder in de genade des gebeds komt de gezegende Geest te hulp aan de zwakheid van weinig vordering en moedeloosheid, door mededeeling van sterkte ter bewaring. Deze genade van volharding heeft de Heere gezegend ontdekt en aangemoedigd in deze twee treffende gelijkenissen : - die van de lastige weduwe, die de onrechtvaardige rechter rust gaf nacht noch dag, totdat hij haar recht deed; en van den man, die ter middernacht naar zijnen vriend ging (welke reeds op zijn bed was) om drie brooden te leenen, en schoon hij hem eerst van de hand wees nochtans verkreeg hij ze ten laatste door volstandig aan te houden. Door deze twee gelijke- nissen wilde de Heere ons aanmoedigen, om in den gebede te volharden, en als lastig te zijn aan den troon der genade. Doch dit doen wij niet, tenzij de- Geest onze zwakheid van slappe handen en struikelende knieën te hulr> komt. Hii moet voor ons de nederhangende handen opheffen, gelijk Aäkon en Hur Mozes’ handen onderschraagden, Zonder aanhoudend gebed van IsraëI kon deze vijand niet overwonnen worden, zoodat wanneer Mozes’ handen nedervielen Amalek de sterkste was, maar wanneer Mozes’ handen opgeheven werden zoo overwon Israël. Doch Mozes’ handen waren zwaar en hadden derhalve onder- steuning noodig. Aäron en Hur hielpen zoo zijne zwakheid. Zoo hebben wij noodig dat de Heilige Geest onze biddende handen aan den troon der genade ondersteunt, opdat wij niet verflauwen noch bezwijken ; want het is met ons als met Israël: wanneer onze handen verslappen in gebed en smeeking dan wint de zonde, en wanneer de gezegende Geest ondersteunt, dan over- wint de genade. 5. Maar als een schier onafscheidelijk gevolg van deze zwak- heid van vertragen en weldoen, is er eene zwakheid van koudheid in de dingen Gids. Hoe vaak’gevoelen wij ons koud, levenloos, stomp, afgesneden als het ware met wintervorst ; en hoe hebben

Transcript of maar - Christian Net · 2019-12-06 · IsraëI kon deze vijand niet overwonnen worden, zoodat...

Page 1: maar - Christian Net · 2019-12-06 · IsraëI kon deze vijand niet overwonnen worden, zoodat wanneer Mozes’ handen nedervielen Amalek de sterkste was, maar wanneer Mozes’ handen

76

maar ook, dat zij nooit ophoudt als een tegenstrijdig beginselte handelen. Wij zijn gelijk een mensch, die een ruwen steilenberg beklimt. Niet alleen de losse steenen doen hem uitglijdenen struikelen, maar de geheele weg is een voortdurend opklim-men, hetwelk zijne leden vermoeit, zijne kracht uitput en zijnenadem vermindert. Om nu te blijven in de paden der Godzalig-heid, en tot. den einde toe te volharden, zonder gindsch of her-waarts afgeleid te worden van den weg - di’t is de grootemoeielijkheid ; een moeilijkheid door niemand overwonnen, be-halve dóor hen, die geholpen worden door bijzondere kracht Gods ;want hij, en hij alleen ia1 zalig worden, -,,die volhardt tot heteinde.” Voort te gaan met wel te doen is eene gezegende gift engenade, Gelijk de Apostel zegt (Gal. 6 : 9): ,,Laat ons goed-doende, niet vertragen ; want te- Zijner tijd zullen wij maaien,zo0 wij niet verslappen.” Bijzonder in de genade des gebedskomt de gezegende Geest te hulp aan de zwakheid van weinigvordering en moedeloosheid, door mededeeling van sterkte terbewaring. Deze genade van volharding heeft de Heere gezegendontdekt en aangemoedigd in deze twee treffende gelijkenissen :- die van de lastige weduwe, die de onrechtvaardige rechterrust gaf nacht noch dag, totdat hij haar recht deed; en vanden man, die ter middernacht naar zijnen vriend ging (welkereeds op zijn bed was) om drie brooden te leenen, en schoonhij hem eerst van de hand wees nochtans verkreeg hij ze tenlaatste door volstandig aan te houden. Door deze twee gelijke-nissen wilde de Heere ons aanmoedigen, om in den gebede tevolharden, en als lastig te zijn aan den troon der genade. Dochdit doen wij niet, tenzij de- Geest onze zwakheid van slappehanden en struikelende knieën te hulr> komt. Hii moet voorons de nederhangende handen opheffen, gelijk Aäkon en HurMozes’ handen onderschraagden, Zonder aanhoudend gebed vanIsraëI kon deze vijand niet overwonnen worden, zoodat wanneerMozes’ handen nedervielen Amalek de sterkste was, maarwanneer Mozes’ handen opgeheven werden zoo overwon Israël.Doch Mozes’ handen waren zwaar en hadden derhalve onder-steuning noodig. Aäron en Hur hielpen zoo zijne zwakheid. Zoohebben wij noodig dat de Heilige Geest onze biddende handenaan den troon der genade ondersteunt, opdat wij niet verflauwennoch bezwijken ; want het is met ons als met Israël: wanneeronze handen verslappen in gebed en smeeking dan wint dezonde, en wanneer de gezegende Geest ondersteunt, dan over-wint de genade.

5. Maar als een schier onafscheidelijk gevolg van deze zwak-heid van vertragen en weldoen, is er eene zwakheid van koudheidin de dingen Gids. Hoe vaak’gevoelen wij ons koud, levenloos,stomp, afgesneden als het ware met wintervorst ; en hoe hebben

Page 2: maar - Christian Net · 2019-12-06 · IsraëI kon deze vijand niet overwonnen worden, zoodat wanneer Mozes’ handen nedervielen Amalek de sterkste was, maar wanneer Mozes’ handen

77

Wij in zulke winterti,,den behoefte aan eenti verlevendigendew&mte, om onze koude bevrozene harten te verwarmen, en zete doen veramel ten in een vloed van geloof en liefde. Dezezwakheid dan van koudheid en @krank& helpt de Geest doorde stralen van de Zon der gerechtigheid en verwarming tedoen vallen op de ziel in haren wintertijd. Onder de verleven-digende werkingen en Goddelijke invloeden dezer Hemelschestralen, smelt di ziel in leven en gevoel, en stort uit een vloedvan warme begeerten, een heiligen stroom van hartelijkesmeekingen, welke voortgudst als eene vloeiende beek. Dit isden dorien ‘grond in watertochten te verkeeren (Ps. 107 : 35.)en de woest& in eene fontein van water (Ps. 104 : 8); riviereGopehende op- de hoogten en fonteinen in het midden-der dalen.(Jes. 41 : 18.) Het is door deze warme en ernstige smeekingen,dat de ziel toegang vindt tot de ooren Gods, want Hij wil,dat het hart zich aan Zijne dienst verpandt.

n Hij wil geen dienst in plichtental;&j eischt de reine hartsbegeerte

Het gansche hart, of niets met al.”

Hij, die een Geest is en geestelijke aanbidders zoekt en vordert,keert Zijn aangezicht af van vormelijke, koude gebeden; maarhet roepen van hongerigen en dorstigen naar de gerechtigheid,de warme, liefelijke, aanhoudende smeekingen van een geloovighart gaat door tot de ooren van den Heere Sebaoth. In dezenweg - en hoe nederbuigende goed is dat! - komt de Geestals een innerlijke Voorbidder onze zwakheden te hulp; en wèlons dat Hij zoo handelt, want indien Hij door Zijne genadeons niet te hulp kwam, onze zwakheden zouden ons zoo over-mogen, dat zelfs de adem des gebeds zou ophouden en stervenin onze ziel, Gelijk de slaap een mensch kan drukken, totdathij daaraan geen wederstand meer kan bieden, - gelijk ver-moeidheid onze zenuwen en krachten zoo kan overmannen, datons gansche lichaam zijne kracht tot beweging en oefeningverliest ; alzoo zouden onze zwakheden, zonder de helpendekracht des Geestes, zulk een overwicht over het inwendigeleven Gods in de ziel verkrijgen, dat de adem des gebeds zouuitgaan in de ziel, gelijk de vermoeide man op zijnen stoelin slaap valt, of de bezwijkende vrouw zonder ondersteuningop den grond nederzijgt. Maar uit kracht der voorziening vanhet eeuwige verbond, dat in alles welgeordineerd en bewaardis, komt de gezegende Geest onze zwakheden te hulp, onder-steunt onze vermoeide zielen, en door Zijnen inwendigen ademhoudt Hij het heilig vuur levend, dat Hij zelf eerst in het hartontstoken heeft.

Page 3: maar - Christian Net · 2019-12-06 · IsraëI kon deze vijand niet overwonnen worden, zoodat wanneer Mozes’ handen nedervielen Amalek de sterkste was, maar wanneer Mozes’ handen

78

11, Maar Hij doet nog iets meer. Hij bidt voor ons - endat is ons tweede punt - ,Hij bidt voor ons met onuitspreke-lgke xueh tingm.”

1. Zijne manier om ons bidden te leeren zou ik misschienkunnen vergelijken met de leerwijze van eenen schoolmeestermet een jongen in het schrijven, Hij zet voor zijn aangezichteen voorschrift en geeft hem de pen in zijne hand; maar dejongen is nauwelijks in staat de pen goed te houden, nochveel minder om eene rechte lijn te maken. Nu neemt de onder-wijzer de hand des jongens en maakt zoo twee of drie lijnenvoor hem ; maar steeds beeft des jongens hand en zijne vingerskunnen de pen niet besturen, ja de lijn poogt hij evenwel temaken, doch zij heeft geen rechte gedaante. Zij is krom waarzij recht, zwaar waar z;j licht moest wezen. Dan maakt demeester zelf eenige letteren in zijn schrijfboek voor hem, welkevoortdurend in zijn boek staan, en deze zijn zoo schoon uitge-voerd, dat de leerling wanhoopt het ooit zoo verre te kunnenof zullen brengen, Zoo is het met dezen genadigen Geest alsonze gezegende onderwijzer, de inwendige Voorschrijver vanalle geestelijke gebeden. Eerst stelt Hij ons voor wat het waregebed is - het inwendig zuchten des harten tot God. Wijbeproeven alzoo te bidden, maar vermogen niet. Al ons pogenschiet te kort bij het voorschrift ons gesteld, Dan neemt Hij,om zoo te zeggen, onze vingers in Zijne hand, en helpt zooonze zwakheden, en bestuurt ons om rechte lijnen te makenin het gebed, zoodat het eenigermate gelijk zij naar dat heiligvoorschrift, hetwelk door den Heere in Gethsémané’s hof isvoorgesteld. Nog blijven onze zwakheden ; en het is ons onmogelijkevenredig en rechtmatig te doen hetgeen ons betaamt en be-hoefte is. Doch de genadige Leermeester maakt eenige letterenvoor ons, bidt zelfs in ons, en als ik het zoo eens mag uit-drukken, Hij mengt Zijne met onze verzuchtingen. Hij verge-noegt zich niet met ons te helpen in het vormen van gedachten,in het vinden van denkbeelden en in het spreken van woorden- te gevoelen onze behoeften en ellenden, en het begeerenvan verlichting; maar Hij Zelf maakt, door Zijnen reinen, heiligenadem onze lichamen tot Zijnen tempel, en bidt voor ons tofden troon der genade met onuitsprekelijke verzuchtingen. Alsde beloofde Trooster, de Hemelsche Voorspreker, de inwendigeTusschentreder, één met den Vader en den Zoon in wezen enkracht, in liefde en barmhartigheid, in genade en heerlijkheid,is de Heilige Geest zeer gezind ten goede der ziel, - is zeerbegeerig, dat onze gebeden verhoord zouden worden, wetendedat alle zegeningen gegeven worden als antwoord op het gebed.Doch ziende hoe zwak en onbekwaam wij zijn in het zoeken -en .zuchten naar dezelve, en opdat wij niet ten eenenmale mis-

Page 4: maar - Christian Net · 2019-12-06 · IsraëI kon deze vijand niet overwonnen worden, zoodat wanneer Mozes’ handen nedervielen Amalek de sterkste was, maar wanneer Mozes’ handen

79 ’

slagen aan den genadetroon, zoo mengt Hij Zijn zuchten metde onze, en bidt voor ons en in ons, opdat onze gebeden zoudendoordringen tot de ooren van den Heere Sebaoth, en genadigeverhooren zouden erlangen. Maar gij zegt het niet altijd teweten, wanneer de Geest in u bidt; en dit doet u vaak twij-felen en vreezen, of Hij wel in waarheid uw Voorspreker is.Daar zijn, geloof ik, tijden en gelegenheden, wanneer de geestdes gebeds zoo krachtig is, en wij zoo verheven zijn boven onszelven, dat wij schier niet kunnen twijfelen aan Zijne genadigetusschenkomst. Doch gelijk ik alreede heb aangemerkt, Hijmengt gemeenlijk Zijn adem zoo met den onzen, dat wij som-tijds bijna niet kunnen zeggen, wie is het die bidt, Hij of wij.Hebben wij evenwel nooit ondervonden eene buitengewoneinkomst van Goddelijk leven en gevoel, alsof eene nieuwe enongewone kracht aan ons geschonken werd, om pleitende tezijn bij den troon der genade met den Heere? Ik meen datsomtijds ondervonden te hebben, bijzonder als ik bad in het .openbaar, of met twee of drie geloovigen vereenigd. Zulkenieuwe en toch genadige gedachten werden gegeven; zulkewarme en toch teedere en ootmoedige gevoelens ontdekten zich ;zulke ernstige begeerten werden ondervonden en zulke gepastewoorden medegedeeld om ze uit te drukken, dat ik (zij het metalle nederigheid gezegd) over mij zelven verbaasd stond, datzulk eene kracht gegeven was om de belijdende gemeente vanChristus te leiden, Wanneer wij zoo beweldadigd worden aanden troon der genade, dan mogen wij wel gelooven of hopen,dat de Geest zelve voor ons bidt. Het is Zijne zucht, niet de l

onze, welke wij dan uiten; Zijne gedachten, niet onze deak-beelden; Zijne woorden niet onze uitdrukkingen. Dus zegt deHeere tot Zijne discipelen ten aanzien van een ander werk desgezegenden Geestes :dat spreekt :

,,Zoo wat u in die ure gegeven zal worden,want gij zijt het niet, die spreekt, maar de

Heilige Geest ,” (Mark. 13 : 11,)2. Maar Eij wordt gezegd voor ons te bidden ,,tnet onuit-

sprekelijke xuch tingen.” Mijns inziens kunnen wij deze treffendewoorden in tweeërlei zin verklaren. Vooreerst zouden wij hetkunnen nemen in den zin, dat er gedachten en gevoelens inhet hart zijn, die niet in woorden wedergegeven kunnen worden.Elke taal is tot op zekere hoogte gebrekkig, en nimmer wordtdit meer gevoeld, dan wanneer diepe en sterke gewaarwordingenmoeten uitgedrukt worden. Welke woorden zouden de smartin juistheid uitdrukken, die eene weduwe ondervindt als zij inde nachtwake ligt te peinzen over haren afgestorven man?Zuchten slaken en een gansche vloed van hartetranen - jazelfs deze zi@ de zwakke uitdrukkingen der grieve, welke haarhartebanden schjjnen te breken, Zelfs dus in de natuur zijn*

Page 5: maar - Christian Net · 2019-12-06 · IsraëI kon deze vijand niet overwonnen worden, zoodat wanneer Mozes’ handen nedervielen Amalek de sterkste was, maar wanneer Mozes’ handen

80

woorden ongenoegzaam om uit te drukken de gevoelens, wanneerdie zeer sterk zijn ; hoeveel te meer in de genade, ,waar de gevoelenszooveel te dieper gezeteld zijn ; ja welke menschelijke taal, zookrachteloos om natuurlijke bevattingen uit te drukken, kan diejuist uitspreken? Wanneer de ontwaakte zondaar schier inwanhoop nedergedrukt wordt met een zwaren last van schuldop zijne consciëntie ; wanneer hij zeer diepe en treffende be-schouwingen heeft van de ontzaggelijke wezenlijkheden dereeuwigheid, en vreest dat zijn deei zal Zij n geworpen te wordenin den put VtMl vuur ; wanneer de toorn Gods en de vloek derwet in iijne beenderen branden gelijk een vuur en zijne krachtdoen opdrogen gelijk eene potscherf, welke uitwendige woordenzouden zijn gevoel of vreeze uitdrukken? Hij zucht bezwaardzijnde ; nochtans kunnen zijn zuchten en kermen maar flauwen onvolkomenlij k uitdrukken de gewaarwordingen zijner ziel,De Beilige Geest derhalve de zwakheden van uit te sprekenhelpende, en geene uitdrukking kunnende vinden, bidt in hethart met onuitsprekelijke zuchtingen, dewijl er geen andereweg is om de gewaarwordingen uit te drukken waaronderde -ziel arbeidt. -Hebt gij hier van geene bevinding gehad?wanneer gij laagt onder een zwaren zondenlast; beangstonder pijniging van schuld en beroering; benauwd door deverberging van Gods aangezicht; bevende te midden van eengeheel heirleger van twijfelingen en vreeze of gij u misschienniet ganschelijk bedrogen hebt ; staande als het ware aan den randder eeuwigheid schier zonder hope voor uwe ziel ; - hoe, zoudtgij dergelijk gevoel kunnen uitdrukken in woorden? Onderzulke en dergelijke oefeningen dan moet de ziel zich in zuchtenen kermen lucht geven; maar zelfs dezen kunnen niet metwoorden worden uitgesproken, gelijk niemand het gevoel derpijn kan wedergeven in woorden, die daarvoor gesproken wor-den. Dit nu is de eene zin der uitdrukking te ,bidden metonuitsprekelijke zuchtingen.”

Doch er is eene andere meening der woorden, welke is, datde zuchten of kermingen des Geestes niet zoo zeer onuitstxe-kelijke als wel onuitgkprokene zijn; want zoo kunnen w$ dewoorden lezen. Er zijn Zoowel zwijgende zuchten als stille ge-beden. Alzoo bad Hanna in het diepste harer ziel, en evenwelkwam niet een enkele zucht over hare lippen. Zóó diep warenhare gewaarwordingen, dat hare handen beefden, hare ledensidderden, en zelfs haar aangezicht er uitzag als vau iemanddie toen en gewoonlijk sterken drank dronk, naar luid derbestraffing van Elia ; maar gelijk- wij lezen, ,,zij sprak in haarharte, alleen bewogen zich hare lippen, maar hare stem werdniet gehoord,” (1 Sam. 1 : 13.) Zoo sprak Mozes vrijmoediglijktot de kinderen Israëls aan de Roode Zee: Jreest niet ; staat

Page 6: maar - Christian Net · 2019-12-06 · IsraëI kon deze vijand niet overwonnen worden, zoodat wanneer Mozes’ handen nedervielen Amalek de sterkste was, maar wanneer Mozes’ handen

81

en ziet het heil des ~eeren.0 Maar toch was zijn hart al dientijd vervuld met roepen ; want schoon wij geen woord hoorenuitspreken, evenwel zegt de Heere tot hem: R Wat roept gij totMij?” (Ezra 14 : 15.) Ook Nehemia, toen hij stond voor het ’aangezicht des Heeren, verhief in het verborgen zijn gebed totGod, schoon geen woord zijne lippen ontging noch een zuchtdes konings oor bereikte; inwendig bad hij tot den God desHemels. (Neb. 2 : 4.) In alle deze sprak de Heilige Geest, als hunneoverste Voorbidder, Zijne heilige verzuchtingen uit; want Hijbad voor hen met onuitsprekelijke zuchtingen. Hunne inner-lijke zucbtingen en kermingen- dr$kteu hunne behoeften uit;iaar niet höorbaar voor hei oor, want zi,i werden onderdrukt,neêrgehouden. Alzoo spreekt ook thans nog vaak dezelfde geze-gende Voorbidder in de harten van Gods volk; in waarheid, eris dikwijls meer diepte, kracht en aandrang in de innerlijkezuchten en het roepen van een verbroken hart en een versla-gen geest, dan in de hoorbare uitdrukking der lippen of zelfsin de geuite zuchtingen. Het is de diepe rivier, die het minstegedruisch maakt ; de borrelende beek loopt luidruchtig van desteenen. De stem des Heiligen Geestes wordt met het uitwen-dige oor niet gehoord, of indien zij te sterk zij om onderdruktte-worden, dai wordt het verborgen gezocht. Onder den drukder eeuwige wezenlijkheden zal het kind van God een verbor-gen hoek opzoeken, waar niemand zijne stem kan hooren; endaar roept hij den naam des Heeren aan. Toen het den Heerebehaagde, eerst mij den Geest der genade en der smeeking tegeven, woonde ik in een bergachtigen streek nabij de zee, enhad vaak de gewoonte mij te oefenen in het paarden rijden.Daar in die eenzame dalen en aan het atille zeestrand waargeen oog mij zag en geen oog mij hoorde, bad en riep iksomtijds tot den Heere. Pk was er niet voor de gevoelens mijnsharten aan menschen bekend te maken, Met God onderhan-delde ik, en voor Hem stortte ik in het verborgen de begeertemijner ziel uit. Zoo zocht ik immer te doen. Dat uw en mijnGodsdienst besta in de diepte van ons hart; en dat wij nietdoen gelijk de geveinsden van ouds, die eene luide belijdenishadden voor de- menschen, maar van den Heere veroordeeldwerden, schoon ze ook in -de Synagogen en op de hoeken derstraten stonden te bidden, om van de menschen gezien te wor-den. (Matth 6 : 5.) Veeleer zij het aan ons leve&, gedrag enwandel, aan onzen Christelijken zin en omgang zichtbaar, datwij navolgers van Christui zijn ; want dii aueen kunnen zijzien, Is ‘t het werk Gods, zoo- ligt het diep, te diep voor dewetenschap des menschen, want het oog der gier heeft het padniet gezien. Maar welk eene barmhartigheid is het voor deheilig& Gods, dat hoe hun Godsdienst$ok inwendig verze-

Philpot. Tiende Zestal. 6

Page 7: maar - Christian Net · 2019-12-06 · IsraëI kon deze vijand niet overwonnen worden, zoodat wanneer Mozes’ handen nedervielen Amalek de sterkste was, maar wanneer Mozes’ handen

.82

geld is voor het oog des menschen; hoe vaak ook in verwar-ring gehuld en alzoo ook verborgen voor hun zelven, nochtansgeheel naakt en geopend ligt voor de oogen Desgenen, metWien wij te doen hebben. Er zijn onder Gode volk, die geenbewijs hebben van hun genadewerk in het harte behalve eenigverborgen gevoel en droefheid, schuld en benauwdheid, die zijnauwelijks kunnen verklaren ; of de zuchten, het roepen, bid-den en kermen, dat zij bij tijden doen, dewijl zij in geen an-.deren weg eenige verlichting- vinden voor hünne- belaste cons-ciëntie%. -Doch- welk eene -onuitsprekelijke genade, dat daarboven een oog is, dat alles bemerkt ; dat Hij de muschjes gade-.slaat, de haren des hoofds telt, en zonder Wiens toedoen geengrasscheu .tje kan groeien of geen bloem zich opent, -dat Hij,de groote Onderzoeker des harten, elke gedachte weet en iederegewaarwording kent, die voor aller oog verborgen liggen in deinnerlijke diepten van het hart.

IK En dit leidt ons tot ons derde Dunt: de kennis welkeGod heeft aan deze inwendige zuchtmgen. ,nie de hartenonderzoekt, weet, welke de meening dis Geestes x$’ Bedrog engeveinsdheid mogen onder de tienschen toenemen, zij mogeneen tijd lang duren, schoon meestentijds het overtreksel zeerdun is, en de hoeken aldra het grondmetaal aanwijzen. Werelden zonde neemt al spoedig die bloote uitwendige gedaanteweg, want met al zijn glans is het toch niet het goud vanOfir of het zilver van Ufaz. 0, indien zij al een tijdlangglinsteren en blinken voor de menschen, toch kan huichelarijen misleiding het niet volhouden voor het hof des Hemels. W$mogen ons zelven en anderen bedriegen, maar er is één Wienwij niet misleiden kunnen, - dat is een hartdoorzoekende God.Deze waarheid nu schrijft de Heere zelf met eigen vinger opieder wedergeboren hart. Elke ziel door Zijne hand bewerktleert twee lessen : dat Hij niet bedrogen. kan dat Hij niet be-spot mag worden. Deze onderwijzing van boven maakt eenmensch oprecht voor Hem ; en wat is alle belijdenis van den Gods-dienst, wanneer daaraan oprechtheid ontbreekt? Niets. - Watzeg ik, niets? Nog erger dan dat: want onoprecht voor Godte zijn voegt huichelarij tot onze zonden; het is een hoonenvan de Hemelsche Majesteit; het is, indien het mogelijk ware,een dubbelen molensteen aan onze harten te binden om tezinken in de diepten der hel. ,,Die de harten doorzoekt, weet,welke de meening des Geestes zij.” Bedenkt dit in uwe toe-nadering tot den troon der genade. God, de Alziende, de Alom-tegenwoordige Jehova, doorzoekt de harten, en Hij doorzoektze zoowel in het goede als in het kwade, want beide ligt even-gelijk naakt voor Zijn alles doordringend oog. Er is geen enkelebooze gedachte, vermetele begeerte, hebzuchtige wensch of God-

Page 8: maar - Christian Net · 2019-12-06 · IsraëI kon deze vijand niet overwonnen worden, zoodat wanneer Mozes’ handen nedervielen Amalek de sterkste was, maar wanneer Mozes’ handen

83

delooze verbeelding in ons gemoed gewrocht, die niet openligt voor het hartdoorzoekend oog van God. Gelijk de struis.rn-oogt gij uw hoofd in het zand begraven, en wanen dat gijniet gezien wordt, maar uw geheele lichaam staat toch blootaan de pijlen van den onfeilbaren boogschutter. Hij ziet al het.kwaad dat in ons is; en wel mag dat ons bedekken met schaamteen schaamroodheid des aangezichto, Gij kunt het uwen nsuw-sten, dierbaarsten vriend 6iet zeggen- wat er dagelijks plaatsgrijpt in de diepten van uw vleeschelijk gemoed ; maar alles isopenbaar voor God. En dit moest ons waakzaam en biddende maken,als levende onder het oog van een alom tegenwoordig Wezen,Die elke gedachte leest, ieder woord hoort, en alle daden na-speurt. VVel moge het ons doen vreezen Hem te mishagen, enZijne Eemelsche Majesteit zoeken te verheerlijken.I

-Maar EIij, die het harte doorzoekt, doet dit niet alleen methet kwade, maar ook met het goede. Hij is vol medelijden,barmhartigheid, liefde en waarheid. Hij is Zijnen kinderen. .geen strenge Rechter of harde Meester, maaiende waar Hij nietgestrooid heeft. Maar Hij is een vriendelijk toegenegen Vaderen Vriend; en gelijk een ouder met teeder oog ziet op de on-vermijdelijke zwakheden zijner kinderen, en daar overeenkom-stig handelt, alzoo doet de groote Doorzoeker des harten metZijn geestelijk volk. A Want Hij weet wat maaksel wij zijn, ge-dachtig zijnde, dat wij stof zijn.” Wanneer gij een kreupel kindhsdt, zoudt gij dat dan zoo zeer ruw behandelen en achteruit-stellen, omdat het niet met vasten gang kan loopen 3 Of indienhij, gelijk veel malen het geval is, een lichamelijk gebrek ofzwakheid had, - zou dat gebrek niet des te meer uwe zorgen bekommering voor dat kind tot u trekken 3 Hoe zoudt gijhem met uw gansche vermogen beschermen voor de ruwheiden onvriendelijke bejegingen van anderen, en zoudt hem schierniet uit het gezicht kunnen hebben, opdat hem niet eenig leedgeschiede. Zoo ziet de Hemelsche Vader in medelijden en ont-ferming neder op de zwakheden Zijner kinderen. Hij slaathunne angsten met oogen van heilig medelijden gade. En Hijkan doen wat wij niet vermogen: Hij kan het goede van hetkwade scheiden. Wanneer wij bidden mengt zich met alle onzegebeden zooveel zondigs, dat wij schier niet kunnen gelooven,dat ze aannemelijk kunnen zijn bij Hem, die te rein van oogenis, dan dat Hij het kwade kan aanschouweh, of de ongerech-tigheid kan zien.Hij ontcijfert

Maar Hij kent Zijn eigen werk in het harte;Zijn eigen schrift, Wat donker is voor ons, is

licht voor Hem ;- want- Hij weet te onderscheiden de zucht des.vleesches en des Geestes. -Gij die moeder zijt, kunt, te middenvan vreemde stemmen, het roepen van uw eigen kind wel be-merken. Alzoo kent God ook het roepen van Zijnen eigen Geest,

Page 9: maar - Christian Net · 2019-12-06 · IsraëI kon deze vijand niet overwonnen worden, zoodat wanneer Mozes’ handen nedervielen Amalek de sterkste was, maar wanneer Mozes’ handen

84

te midden van al de stemmen, die vaak het gemoed bestormenen verwarren, wanneer wij bidden. Daarom lezen wq, dat b Hij,die de harten doorzoekt, weet, welke de meening des Geestes Sj.”,,De meening des Geestes”, _ dat is, wat de Geest denkt, be-geert, naar zucht en zoekt; eu daarop merkt de Heere in hetbiizonder. Waarom? Omdat die, en die alleen, vrij is van de.bezoedeling der zonde. Niets onheiligs kan ooit in Gods tegen-woordigheid komen, geen zondig gebed kan Zin oor bereiken.Het moet rein en heilig zijn, om ontvankelijk te zijn bij dereine en heilige Maiesteit des Hemels. Des Geestes zuchten enmeening is h&ig ; de Geest bidt naar de wille Gods; wantgelijk de Heilige Geest één is met den Vader en den Zoon inwezen, bestaan- en kracht, zoo is Hij het ook in zin, wil engenade. De meening des Geestes moet gelijk zijn aan den zinvan Christus, en als zoodanig zoekt Hij voorzeker de heerlijkheidGods en het goede voor de ziel, want in deze beide schijnt voor-Lnamelijk de zin Christus te bestaan, Deze heilige en gezegendeGeest zal ook nooit heiligen de inwilliging van wat vleeschelij k, zin-nelijk of zondig is. Geven wij ons in deze dingen toe, de zondeen de schaamte is onze. Schoon de Heilige Geest onze zwak-heden te hulp komt, -helpt Hij toch iooit onze zonde; enschoon Hij geduld heeft met zwakheden, zal Hij nooit onge-rechtigheid beschermen. ,,Die de harten doorzoekt, weet, welkede meëning des Geestea zij”, en bidt daarnaar ; maar Hij zal nooitden zin deË vleesches in acht nemen. Daarom kunnen velegebeden goed zijn op aarde; maar recht tegenstrijdig met demeening des Geestes. Dit zien wij zeer duidelijk in het geval metSalomo, De Heere gaf Hem de keuze wat van Hem te vragen.Salomo deed een rechte keuze; hij vroeg wijsheid. Hij ver-koos niet rijkdom, eer, lengte van dagen, noch het leven zijnervijanden ; maar hij begeerde geestelijke wijsheid, en een ver-standig hart om te richten tusschen goed en kwaad. Dat gebedwas den Heere welbehagelijk. De Heere gaf hem een wijs enverstandig hart, en voegde daaraan toe hetgeen Salomo nietbegeerd had - beide rijkdom en eere. (1 Kon. 3 : 11, 12.)Salomo volgde Gods voorbeeld, Want niet alleen gaf hij dekoningin van Scheba wat zij van hem vroeg, maar voegde daar-boven toe uit zijnen koninklijken overvloed. En zoo zal Godmet ons handelen. Hij zal ons geven alles wat ons goed ia;om zelfs onze harten te vervullen met overvloed van liefde enblijdschap. Maar het moet een bidden zijn naar de meeningdes Geestes. Gij kunt verdrukkingen hebben, en misschien biddenom opheffing van dezelve, dewijl ze u als een zware last tezwaar zijn om te dragen, Deze wegneming kan niet zijn, enwaarschijnlijk is het niet de meening des Geestes. Bidt lieverom onderwerping aan haar, opdat zij uwer ziel eenigszins ten

Page 10: maar - Christian Net · 2019-12-06 · IsraëI kon deze vijand niet overwonnen worden, zoodat wanneer Mozes’ handen nedervielen Amalek de sterkste was, maar wanneer Mozes’ handen

85

goede mogen werken, - opdat zij mogen werken tot eer enprijs van God. Dat kan de meening des Geestes zijn in plaatsvan Zijne voorbidding om hare wegneming. Of gij wordt diep .geoefend met een lichaam der zonde en des doods, pijnlijk ge-voelende de worstelingen der zonde in uw vleeschelijk gemoedom de overhand; gij bidt, gelijk sommigen baden, om volmaakteheiligheid, zoodat gij niet slechts nooit de schuld en krachtder zonde meer gevoeldet, maar zelfs om bevrijd te zijn vanhaar bestaan en aanwezen. Maar dit is een gebed niet naarde meening des Geestes. Het is Gods wil, dat zoolang wij in.het vleesch zijn, wij zullen strijd voeren tegen een lichaamder. .zonde en des -doods: Wij worden bevolen den goeden striid desgeloofs te strijden. Doch hadden wij geene vijanden meer te

wereld, dese zegepraal

beoorlogen,satans en

waren wij vrij van de strikkendes vleesches, waar zou de strijd

deren d

des geloofs wezen? In plaats van zulk eenë onmogelijk%&id tevragen, als bevrijding van benauwdheid en wegneming van kruisis, laat ons weleer onderwerping zoeken aan den wille Gods,en in plaats van strijden tegen de zonde in eigen kracht, ofhopeloos neder te zinken onder hare strikken, laat ons lievervan den Heere begeeren, dat Hij ons beware *van het kwade,datdat

het ons niet smarte, en Hem aan Zijne beloftede zonde niet over ons zal heerschen. Het zal

herinneren;ons genade

en wijsheid zijn, in al onze gebeden en toenaderingen zot dentroon- der genade, den zin en meening des Geestes te bezitten ;te begeeren den wille Gods te kennen en te doen; meer ge-loovig en volstandig te zien op den Heere Jezus, opdat Hij Zelfons zou leeren en onderwijzen ; dat Hij ons door Zijnen Geesten genade meer Zijn lijdend beeld in- en uitwendig gelijkvormigmake; dat Hij ons geve Hem meer te kennen en beter te dienen,dat onze gebeden dagelijks vuriger en ernstiger, geestelijkeren meer naar den wille Gods mogen gericht zijn ; opdat ze zoolangs zoo meer bewijzen de zuchtingen des Geestes te zijn inonze harten, en als zoodanig te duidelijker antwoord van Hemerlangen. Bidt om de ontdekking van Christus aan uwe ziel;om de openbaring van den Persoon, het bloed, de gerechtig-heid en de liefde van Jezus; zoekt uwe teekenen en bewijzenvan Goddehjk leven te duidelijker voor u te hebben, uw Eben-haëzers en bewijzen ten goede‘helderder te schijnen ; uwe twijfelen vreeze duidelijker ontdekt, en een voller en ‘meer liefelijkeverzekering om te dragen, dat gij persoonlijk deel hebt aanhet volbrachte werk van Christus. Begeert zoo de toepassingder beloften aan uw hart, het Woord van God met Goddebjkekracht aan uwe consciëntie toegepast, en een levend geloof inbeoefening te hebben, dat zich mengt met het gehoorde ofgelezen Woord. Bovenal, zoekt den wille Gods te kennen en

Page 11: maar - Christian Net · 2019-12-06 · IsraëI kon deze vijand niet overwonnen worden, zoodat wanneer Mozes’ handen nedervielen Amalek de sterkste was, maar wanneer Mozes’ handen

86

dien te doen. Begeer door genade van den Heere onderwerping,lijdzaamheid, ootmoed, verbrokenheid, boetvaardigheid, nederig-heid, Goddelijke droefheid over de zonde, Hemelache liefde endie ‘liefelijke geestelijke gezindheid, welke is leven en vrede.Zulke en dergelijke gebeden zijn meer naar de meening desGeestes, dewijl ze nauwer in overeenkomst zijn met de geopen-baarde waarheid Gods in de bevinding der heiligen dan eenigstout eischen van God aan den eeuen kant, alsof Hij onzeschuldenaar was in de genade, of eenig eigenaerechtig vragenaan den anderen kant, alsof hij dat doen moest in de natuur.Zoekt dan bevrijd te worden, zoowel van antiaomiaansche ver-metelheid als van Farizeeusche eigengerechtigheid, van forma-liteiten en bijgeloof; zoekt verlost te worden van enkel lippen-gebed, van eene geestledige en droge herhaling van spreek-woorden, waarin het hart niet is, waar leven, gevoel, krachtnoch ernst of aandrang is voor God. Bovenal, zoekt eene inner-. .lqke verzekering, dat uwe gebeden verhoord eu aangenomenzijn, en wacht Op het antwoord. Dit zal u de zekersteen bestealler bewijzen z<jn, dat de gezegende Geest zelf voor u bidt,met onuitsprekeliike zuchtingen.

IV. Eu* deze” overweging brengt mij tot het laatste punt,dat ,de Geest voor de heila’gen bidt naar den wil28 Gods.” Dewille Gods is tweevoudig, geopenbaard en verborgen. En naarwelken wil bidt de Geest? - Blijkbaar niet naar den ver-borgen wille Gods, want deze is noodzakelijk verborgen vooronze oogen, en derhalve kan deze niet het voorwerp of hetrichtsnoer onzer smeekingen zijn. Dus bidt de Geest naarden geopenbaarden wille Gods. Die geopenbaarde wil is be-kend gemaakt in de Schriften der Waarheid; en wij zullendaarmede in kennis komen door het onderzoeken der Schrift.En is dat genoeg 3 Velen onderzoeken de Schrift, die nimmerden wille Gods kennen, want wij lezen van hen, die altijdleeren en nooit tot de kennis der waarheid komen (2 Tim.3 . 7) ; en de Apostel zegt ons, dat wanneer in zijnedagen Mozes gelezen werd in de synagogen, het dekselop hun harte lag. (2 Cor. 3 : 15). Duizenden lezen de Schrift,wien het een verzegeld boek is. Wij hebben van den Heerete begeeren Zijn licht voor ons, opdat de Schrift ons verstaan-baar zij, dewijl de ,,ingang van Zijn Woord licht geeft”: enzoo zullen wij de Heilige Schrift verstaan. Dit is in waarheidZijn discipel te zijn en denzulken is de belofte; ,,Gij zult dewaarheid verstaan, en de waarheid zal u vrijmaken.” (Joh. 31 :32). ROntdek mijn oog, - riep David, - opdat ik aanschouwede wonderen Uwer Wet.” En -wederom : ,Doe ze mij verstaan,zoo zal ik leven.” (Ps. 119 : 18,144). Wanneer wij dan eeni-germate begunstigd worden met het licht van God in ons ver-

Page 12: maar - Christian Net · 2019-12-06 · IsraëI kon deze vijand niet overwonnen worden, zoodat wanneer Mozes’ handen nedervielen Amalek de sterkste was, maar wanneer Mozes’ handen

\87

\stand, en het le& Gods in onze ziel, dan wordt de Schriftdus een nieuw boek; wij lezen haar met nieuwe oogen, behande-

\ len haar als met nieuwe handen, hooren baar als met nieuwe ooren,sngevoelen haar met nieuwe harten. Dit is inderdaad niet altijdh te geval, Gij kunt de Heilige Schrift in handen nemen, engeen woord schijnt er voor u te zijn. Uw verstand schijnt ver-gaan; gij leest zonder geloof en zonder gevoel. De heiligebladen zijn bedekt met donkerheid ; duisternis ligt dik over.uw harte.- Gij legt hetm boek neder, uwe ellendige hardheid,du i s te rhe id & vieeschelijkheid veroórdeelende ; maar gij kuntu zelven licht noch leven geven. Doch gij neemt eene anderegelegenheid te baat: van boven komt kracht, en gij leest metgeloof en gevoel; gij gelooft wat uwer consciëntie aanbevolenwordt, als het ingegeven Woord; Gods vinger róert uw hartaan; eeuwige wezenlijkheden drukken met gewicht op uwengeest; de hoop klemt zich aan de geopenbaarde waarheid ende liefde gaat uit tot omhelzing derzelve. Schier elke plaatsschijnt met heilig licht omschenen; elk vers is vervuld metschoonheid en zegen, zijnen rijken inhoud in uw hart druppe-lende gelijk honig en honigzeem ; en gij verwondert u, hoe gij.bij herhaling dezelfde woorden gelezen hebt en niet zaagt der-zelver meening in hetzelfde licht, noch gevoeld& den invloedmet dezelfde kracht. Onder dien Geest geleid tot den troon dergenade, en des Heeren aangezicht zoekende met deze warmegewaarwordingen in uw harte, badt gij naar den wille Gods,want Zijn wil geopenbaard in de Schrift, was nu in uw hartuw wil geyorden. Hij maakte u gewillig op den dag Zijnerheirkracht, en Zijn wil was nu één geworden. In dezen wegis onderwerping aan Zijnen wil gekomen. Hard en ruw mogehet pad zijn, dat gij nu betreedt; smartelijke verdrukkingenmoge uw moeielijk lot zijn ; sterke verzoekingen mogen uwewankelende schreden verzellen ; en in medelijden met u zelvenbegint gij schier te denken, dat niemand zoo hard behandeldwordt dan gij. Maar kunt gij niet tot God bidden om onder-- -werping aai -deze kruisen, welke God niet schijnt weg te willennemen 3 Zoekt dan naar -onderwerping; zoekt de hand Godsin en onder de verdrukking; ziet of er te midden van de duis-ternis, die zich over den hemel heeft uitgespreid, niet eenigezilveren koorden zijn ; onderzoekt de ploeg, beschouwt het boofd-doel, en wacht op een lichtstraal van boven, totdat de zon dergerechtigheid doorbreke, onder Wiens vleugelen genezing zalzijn. Dit zal onderwerping geven; ei als u dit gegund word ten gij bevindt welke weldaad gij alreeds ontvangen hebt doorde beproevingen en verdrukkingen, welke gij geroepen z@ doorte gaan, een besef van dankbaarheid zal ontspringen, en gijzult lof en prijs den Heere brengen voor die beproeving. Gi j

Page 13: maar - Christian Net · 2019-12-06 · IsraëI kon deze vijand niet overwonnen worden, zoodat wanneer Mozes’ handen nedervielen Amalek de sterkste was, maar wanneer Mozes’ handen

88 i/

hebt nu een bewije, dat de Geest voor en in u bidt naar God; /en overeenkomstig Zijnen wil ontdekt in de Schriftuur. Bedenkt 1’dan, dat Gods wil eeuwig bestaan zal, en dat die wil zoo vast 111en onveranderlijk is als God zelf. Onze wil wankelt zoo spoedig ;,Gods wil wankelt nooit. En dewijl die wil altijd moef levenen regeeren, zoo zal het onze hoogste wijsheid en rijkste ge-nade zijn ons aan dien wil te onderwerpen, en denzelven ge-lijkvormig te zijn. Gij die Gods naam begeert te vreezen, Zijnwil is u niet ten verderve maar ter uwer zaligheid ; hier uwvoordeel, hierna uwe gelukzaligheid; hier uwe genade, hierna,nwe heerlijkheid. En de Geest bidt voor u naar den wille Gods ;want is het niet uwe ernstige begeerte en bede, dat uwe zielgezaligd en gezegend worde, dat gij God zoudt dienen, tot Zijneeer leven, en bij uwen dood eeuwig met Hem zijn? Ligt danaan Zijne voeten. Vergenoegt u het leem te zijn, en Iaat Hemuwen Hemelschen Pottenbakker wezen. Denkt er niet aan uzelven te zaligen of uwe eigen hand uit te steken aan Godsgenadewerk. Z$ voldaan met niets te zijn. Zinkt zelfs lager dandat: zijt gewillig minder te zijn dan niets, opdat Christus ualles in allen zij. Begeert boven alle dingen des Geestes zuch-tingen in u; want daarin zult gij zeker onderpand hebben, datHij u verder zal leiden door dit leven, en bij den dood onder-schragen en doen aanlanden in heerlijkheid. Met Z$ geleidekunnen wij nooit dwalen; met Zijne ondersteunende armenkunnen wij nooit vallen; door Hem onderwezen, zullen wij hetpad des levens duidelijk zien ; en versterkt door Zijne krachtzullen wij wandelen zonder vreeze, Zonder Zijn licht zijn wijduister; zonder Zijn leven zijn wij dood; zonder Zijne onder-wijzing zijn wij een massa onkunde en dwaasheid. wij kunnenden weg niet vinden tenzij Hij ons leidt; maar leidt Hij ons,dan vinden wij zeker den weg. Hoe meer wij in Zijne onder-wqzing en leiding ons vertröuwen stellen, hoe beter het onszal zijn; en hoe meer wij ’ onder Zijne onderwijzing aan desHeeren voeten kunnen liggen, opziende tot Hem, Öpdat Zijnwil aan ons bekend en volmaakt in ons worde, des te meerzal het hier tot onzen vrede en hierna tot Zijnen eeuwigen prijsuitloopen.

AMEN.

Page 14: maar - Christian Net · 2019-12-06 · IsraëI kon deze vijand niet overwonnen worden, zoodat wanneer Mozes’ handen nedervielen Amalek de sterkste was, maar wanneer Mozes’ handen

GERED VAN DEN DOOD EN GEBRACHT TOTHET LICHT DES LEVENS.

LEEBREDE OVER Ps. 56 : 14. W ANT GIJ HEBT MIJNE ZIEL GERED

VAN DEN DOOD; OOK NIET MIJNE VOETEN VAN AANSTOOT OM VOOR GODS

AANGEZICHT TE WANDELEN IN HET LICHT DER LEVENDEN?

De Psalmen zijn een gezegend handboek van Christelijke on-dervindingen, en terecht wordt het zoo genoemd: want ik kantoch met vrijmoedigheid zeggen, dat er geene geestelijke wer-king in het hart van een kind Gods omgaat, die niet metminder of meerder uitgebreidheid in dat Goddelijk boek vanhet verborgen leven van Gods oude volk is opgeteekend. T e nbewijze slechts eenige voorbeelden. Wanneer schuld zwaar enhard op uwe conscientie drukt, als de zonde u ternederbuigtals een zware last, waar vindt gij uwe gewaarwordingen zooklaar en schoon uitgedrukt als in Ps. 38, 40, 51 en 693 Indeze en dergelijke Psalmen - vaak boetpsalmen geheeten -hoort gij als het ware het zuchten, roepen, kermen en biddenvan eene ziel, bloedende onder een besef van den toorn Gods,en vergeving afsmeekende. Zulke smeekingen en belijdenissen,als de Heilige Geest daar in het hart en den mond van Davidgelegd heeft, kondet gij nimmer gevormd hebben; noch ookbevonden hebben, dat deze gevoelige uitdrukkingen van uwhart zijn. Neemt eene andere beschouwing van dit IIemelschhandboek van alle ware levende bevinding. Gesteld dat de Heere,naar Zijne ondoorgrondelijke barmhartigheid en den uitnemendenrijkdom Zijner overvloedige genade, uwe ijzeren boeien verbreekt,uwe gevangenis wendt, en u zegent met een besef Zijner ver-gevende liefde, - waar vindt gij de blijde gewaarwordingeneener bevrijde ziel zoo gezegend uitgedrukt als in Ps. 82, 103en 116 ? Waar de liefelijke Israëls in Psalmen, gelijk Naftalie,- een losge!aten h inde , God looft en prijst voor het slakenzijner banden, waar het redden zijns levens van het verderf,en hem kroonende met goedertierenheden en barmhartigheden.Of wanneer gij na genoten barmhartigheden geroepen wordthet vurige pad der verzoekingen te hetreden, waar vindt gijuwe verzoekingen tot wanhoop en opstand, tot murmureerenen twisten in uwe beproevingen, en het benijden der zaak enden voorspoed van anderen, ZOO duideli,jk uitgedrukt dan inPs. 37 en 733 Waar vindt gij de gewaarwordingen uwer ziel

Page 15: maar - Christian Net · 2019-12-06 · IsraëI kon deze vijand niet overwonnen worden, zoodat wanneer Mozes’ handen nedervielen Amalek de sterkste was, maar wanneer Mozes’ handen

90’

ZOO levendig en aandoenlijk beschreven als in de bevinding vanHeman, wanneer ook gij in duisternis wandelt en geen helderlicht rondom u schijnt, Ps. 883 wanneer gij met u omdraagteen diep en dagelijksch besef van Gods hartdoorzoekende tegen-woordigheid, gevoelende dat elke gedachte van uw binnenstenaakt en open ligt voor de oogen Desgenen, met Wien gij tedoen hebt, - waar kunt gij eene beschrijving vinden van Godsalomtegenwoordigheid en alwetendheid als in Ps. 139? Als gijhet Woord van God tot uwe dagelqksche onderzoeking begeert .te maken, opdat uw hart en leven daaraan gelijkvormi: wërde;of wanneer gij van tijd tot tijd uwe begeerten uit, dat hetzelveaan uw verstand ontdekt en aan uwe ziel toegepast mochtworden, - waar vindt gij uwe geestelijke gewaarwordingen zooschoon uitgedrukt als in Ps. 1193 En zoo zou ik de geheelebevinding eens Christens kunnen doorgaan, - wat ik de gees-telijke toonschaal zijner ziel mocht noemen, van af den laagstenbaä tot den hoogsten scherpen toon, en aanwijzen, dat er zelfsgeene enkele krúis- of moltoon van Goddelijke onderwijzing engenadige ontdekking is, welke niet gevonden wordt getokkeldte zijn op deze harp en menigerlei snaren. Ja, ik mag zeggenvan het kind in de genade tot dezen Vader in Christus; vanden eersten uitroep om genade in de ziel van den overtuigdenzondaar tot het laatste hallelujah eens stervenden heilige, heeftGod de gansche bevinding Zijher kinderen beschreven-a!s meteen licht&raal in dit gezegend handboek van lijden en verblijden,zuchten en zingen, biddei en loven, kermenals aan de poÖrtender hel en vreugdekreten aan de voorportalen des Hemels.

Ziet en bewondert dan met Zijne hulp, Gods wijsheid indezen. Gij kunt verscheidene gewaarwordingen in uwe zielhebben van droefheid of blijdschap, en evenwel de geestelijk-heid derzelve betwijfelende i of bij voorbeeld uwe ove&igingenslechts de werkingen zijn eener natuurlijke conscientie, en uweblijdschap de spranken van een vuur uwer eigene ontsteking,of dat zij het ingewrochte werk Gods waren. Maar wanneergij het stempel Gods ontwaart op zekere gevoelens of bevin-dingen, en dat Hij ze in dit boek gesteld heeft met goed-keuring van H e m zelven, zoo hebt gij een bewijs, dat uwgevoel van droefheid of blijdschap in u gewrocht werd doorde kracht Gods. Anderszins zoudt gij u verheffen in inbeeldingen dweperij door valsche vreugde, of nederzinken in wanhoopin valeihe -vreeze, in elk geval de werkingen der natuur voordie der genade nemende. Doch dit het handboek zijnde, degids, de toefs en proef voor ons, bewaart het een kind vanGod aan den eenen kant v a n d weepachtige

,e, en-aan dengevoelens der

natuur als kenmerken der genad -anderen kantvan te vallen in moedeloosheid, als vreezende, dat zijne be-

Page 16: maar - Christian Net · 2019-12-06 · IsraëI kon deze vijand niet overwonnen worden, zoodat wanneer Mozes’ handen nedervielen Amalek de sterkste was, maar wanneer Mozes’ handen

91

Doch er is in de Psalmen nog iets waarbij ik u moet bepalen,dewijl het zeer van belang is ook met onzin tekst. In anderegedeelten der Schrift spreekt voornamelijk God tot de menschen ;in de ‘Psalmen spreekt de mensch tot God; en zooals hij totBern spreekt als die nabij gebracht is door de kracht Zijnergenade, daar is eene heilige gemeenzaamheid, eene gezegendesamentrekking, een zoet uitstorten van hart en geest in denschoot des Heeren, hetwelk schier nergens in eenig gedeelte derSchrift wordt voorgesteld. Gelijk Henoch met God wandelde inheilige gemeenschap en Goddelijke verkeering, alzoo is er inde Psalmen eene gezegende gemeenzaamheid voor onze oogenontdekt, waardoor David en andere heilige Godsmannen wan-delden met Hem, in het licht Zijns aangezichta.

Maar om in eens tot onzen tekst te komen, in welken gij,mijns inziens, met Gods hulpe, deze drie groote hoofdzaken vindt :

J

1 .

11.

111 .

Dankzegging voor het verleden : - ,,Gij hebt mijne zielgered van den dood.”Eene begeerte voor de toekomst: - ,Ook niet mijne voetenvan aanstoot 3”De voorsmaak van eenen beloofden zegen, als het zaliggevolg der toegestane begeerte : - ,Om voor Gods aan-gezicht te wandelen in het licht der levenden?

vinding niet in zijne ziel gewrocht werd door Goddelijke genade.0 hoe goed zoude het voor ons zijn Psalmen tot onze boezem-gezellen te maken; niet slechts gelijk sommigen, die hunnenBijbel bij zich dragen, zooals een heer in lerland, dien ik gekendheb, de gewoonte had, wiens leven daardoor is bewaard ge-worden, toen een moordenaar op zijnen borst schoot en het loodin den Bijbel bleef steken ; maar dit handboek der Christelijkebevinding in het innerlijke des harten te dragen, en het dage-lijksch meer en meer geopend te vinden in zijne schoonheiden zegen aan onze bewonderende zielen.

1 lDeze arle zaKen hoop ik, met GOCIS zegen, te dezer ure uvoor te stellen en daarmede u de geestelijke bevinding daarinvervat te ontvouwen. En dat God mij geve de zalving Zijnergenade, opdat ik zoo Zijne waarheid ontvouwe en zoo hetEvangelie predike onder de nederzending des Heiligen Geestesvan den Hemel, dat het woord uwer consciëntie aangenaam enmet Goddelijke kracht uwer ziel toegepast worde.

1. Zien wij eerst op de uitdrukking van Davids dankzeggingvoor het verledene. y G$ì hebt mijne ziel gered vm den dood.” Alswij deze woorden eenigszins meer van nabij beschouwen, danvinden wij mijns inziens daarin drie voorname zaken : Vooreerst,hoe de dood heerscht en regeert in ieder mensch, die door Gods

Page 17: maar - Christian Net · 2019-12-06 · IsraëI kon deze vijand niet overwonnen worden, zoodat wanneer Mozes’ handen nedervielen Amalek de sterkste was, maar wanneer Mozes’ handen

92

kracht daaruit niet gered werd. Ten tweeden, dat er zijn, dieGod door Zijnen Geest en genade vrijmachtig verlost heeftbeide van de heerschappij en regeering des doods. En ten derden,dat de verlosten een dankbaar leven en bewonderende erkentenisdaarvan omdragen.

1. Dood is voor de meesten, zelfs bij naam, een zwaarmoedigwoord. En wel mag het zoo zijn. De Schrift zelve spreekt ervan ,818 een Koning der verschrikking;” en noemt zijne woning,,een land der duisternis en der schaduwe des doods ! een stikdonker land als de duisternis zelve, de schaduwe des doods,en zonder ordeningen, en het geeft schijnsel als de duisternis.”De duisternis moet wonen ,in de vallei van de schaduwe desdoods.” wanneer wij overwegen wat de dood eigenlijk is, nietslechts zooals hij een eindelijk besluit stelt, en dat wellicht metpijniging van eeuwige foltering, aan alles wat de natuur liefkoost,maar eene poort opent tot eindeloos wee, dan verwonderen wij

% ons, dat de menschen hem veel meer tegenmoeten gaan met zulkeredelooze ongevoeligheid, in plaats van beroerd en bevende tezijn bij zijne nadering. Maar wat is de dood? Is het slechts descheiding van ziel en lichaam? Is het alleen datgene, wat onslichamelijk oog ziet, wanneer wij het lijk op het leger zien uit-gestrekt; of hetgeen wij ons voorstellen in onze verbeelding,wanneer wij de - lijkbaar volgen naar het graf? Helaas ! denmeesten is dib alles- wat wij zien of weten fan den dood. Maarin Schriftuurlijken zin heeft de dood eene veel uitgebreiderbeteekenis, dan deze uitwendige bewijzen van droefheid en naar-heid ; en wel op drieërlei wijze, en allen even vreeselijk vooreen iegelijk, die leeft en sterft zonder deel te hebben in hetbloed én _ de gerechtigheid van den Zone Gods. Daar is eengeestelijke, een -natuur@ke en een eeuwige dood.

Toen God den mensch formeerde ,naar Zijn beeld en.naar Zijne gelijkenis,” en hem plaatste in den hof vanEden, gaf Hij hem een zekeren last. Adam mocht vrijelijketen van al de boomen des hofs, maar er was één boomdien hij niet mocht aanraken noch van denzelven eten. Omhem vÖor zulke overtreding te bewaren, bedreigde God hemmet de vreeselijke straffe op ongehoorzaamheid, zeggende: ,,Tendage als gij daarvan eet, zult gij den dood sterven.” A d a mevenwel verwaarloosde dat gebod. Verleid door zijne vrouw,die verzocht was geworden door den duivel, verbrak hijdit gebod; hij nam en at van den boom der kennis, des.goeds en des- kwaads . En wat was het gevolg? Viel Godswoord op de aarde? Had God niet gezegd : .Ten dage alsgij daarvan eet zult gij den dood sterv&?” Werd dat vonnis. .Ï%et volvoerd? Sprak - God het tevergeefs uit 3 Stierf Adamniet ten zelven dage? Maar gij zult zeggen; hij leefde na-

Page 18: maar - Christian Net · 2019-12-06 · IsraëI kon deze vijand niet overwonnen worden, zoodat wanneer Mozes’ handen nedervielen Amalek de sterkste was, maar wanneer Mozes’ handen

93

derhand nog meer dan negen honderd jaren; hoe werd dan datwoord bewaarheid 3 - Hij stierf in zijne ziel. Dat is de dood,welke hij ten dien dage onderging. Het lichaam leefde, maarde ziel stierf - dat is, zij stierf Gode. Dit was de geesieZ@edood, ,,God schiep den mensch naar Zijn beeld.” Door onge-hoorzaamheid verlöor hij dat beeld; en gelijk het lichaam doodis bij de afscheiding der ziel, zoo werd de mensch, door descheiding van het beeld Gods niet gedeeltelijk, maar geheel,,vervreemd van het leven Gods.” (Ef. 4 : 18.) Want bemerktdit: er kan geen halve dood zijn. Wij lezen van iemand, dieonder de roeiers viel, die hem ,,half dood lieten liggen”; maardeze halve dood was een zuchtend leven, want zijne wondenwerden verbonden en hij leefde ten zegen van zijnen vriende-lijken weldoener. De dood is geen dood totdat het leven geheeliS uitgedoofd. Zoolang de pols slaat, de borst ademt en hetlicha&m zich beweegt,--is er geen dood; daar is nog het leven.Dood te zijn, is het einde des levens en het begin des verderfs..Alzoo is het. betrekkelijk den geestelijken dood; de mensch isniet half dood, maar geheel en ten eenenmaal. En wanneer hijgeheel dood is, zoo kan hij evenmin zich zelven geestelijkíeven mededeelen, als het lichaam in het graf kan opstaan dooreenige innerlijke .kracht, om voort te komen en wederom onderde levenden te wandelen. Werd dit meer eenvoudig ingezien,het zou meer algemeen worden bekend. dat de mensch vannatuur wil noch kracht heeft om zich toi God te bekeeren, endat hij is, zooals de Schrift het nadrukkelijk verklaart :- -,,dood in de zonden en misdaden.”

Dan is er de natuurlijkc dood, die vroeger of later ons allenoverweldigen zal, als wanneer lichaam en ziel gescheiden wordt,en ons sterfelijk oog zich sluiten zal voor het aardsche, en wijen de wereld voor eeuwig van elkander gescheiden zullen zijn.Schoon ook dat tooneel verre gesteld wordt, toch is het zekeren gewis: de dag, het uur, het oogenblik komt, wanneer gijuwen laatsten levensadem zult uitblazen, - wanneer uwe oudenzullen worden weggevoerd gelijk eens herders hut, en gij nietmeer zult aanschouwen de menschen met de inwoners derwereld. (Jes. 38 : 11, 12.)

Eindelijk is er, voor allen die buiten Christus sterven, deeeuwige dood, welke in de Schrift genoemd wordt: ,,de tweededood” ; dat ia geworpen te worden in den poel des vuurs;eeuwig te zijn onder den vreeselijken toorn Gods; voor eeuwigverzwolgen te worden in de golven van sulfervlammen, enopgesloten in dien ontzaglijken put, waar geen enkele straalvan hoop doordringt. Het is dus niet zoo zeer de dood alsgevolg des doods (tenzij door een besef van vergevende genadede prikkel is weggenomen) dat het zulk een ontzaglijke

Page 19: maar - Christian Net · 2019-12-06 · IsraëI kon deze vijand niet overwonnen worden, zoodat wanneer Mozes’ handen nedervielen Amalek de sterkste was, maar wanneer Mozes’ handen

94

waarheid maakt; dat hem de koning der verschrikking doetzijn, en hem bekleedt met die vreeselijke uitzichten, die elkmenachenhart, waar Christus niet bij bevinding gekend wordt,met zwaarmoedigheid vervult of vervullen moe%. Maar wat zegtde psalmist in den tekst, als uitdrukking zijner dankbaarheid?En wèl mogt hij een blijden toon aanheffen en God loven enprijzen voor Zijne geopenbaarde genade: ,,Gij hebt m@e zielgered van den dood” Gevoelende de liefelijkheid daarvan, konhij met vrijmoedigheid des geloofia zeggen : 0 God! welk eenzegen -hebt Gij mij bereid: Gij hebt mijne ziel gered van dendood en al zijne vreeselijke gevolgen.

2, Doch laat ons deze zaak eenigszins van naderbij beschou-wen. Adam had in zijne schepping -alleen natuurlijk leven. God,blies in hem den

--adem des levens”, hem daardoor gevende

eene onsterfelijke ziel ; maar Adam had niet het geestelijkleven gelijk de heiligen Gods dat nu bezitten, Hij stond in zijneigen kracht, gerechtigheid en op eigen grondslag. Wanneer hijdus het beeld Gods verloor, hetwelk zijne gerechtigheid was ,Lverloor hij alles. Doch God heeft naar -Zijnd oneindige barm-hartighei& in plaats van den uitverkorenen het leven te doenbezitkn gelijk’ Adam dat had, hun leven bevestigd in eenverbonds-Hoofd. Hij wilde den mensch niet toebetrouwen hat-geen de mensch verloren had. Daarom lag Hij hun leven alseen schat op in Zijnen geliefden Zoon. En ziet nu daarin dendrievoudigen dood, dien ik u zooeven beschreven heb.

Hier is eene ziel door God bemind, van eeuwigheid doorHem uitverkoren, maar nu dood in zonden en misdaden, -onbekwaam zoowel als onwillig om zich van den dood te redden.Maar zij heeft leven in Christus, Schoon nog niet ontwikkeld,gelijk de knop in den wijnstok: schoon nogiiet voortgebracht,gelijk het kind in het lichaam, heeft zij bestaan in Christus,*lijk Levi had in de lendenen Abrahams. (Heb. 7 : 10.) Uit.kracht van zijn eeuwig verbond+leven schept de gezegendeGeest, te Zijner tijd, geestelijk leven in de ziel. Toen Ezechiëlbevolen werd te profeteeren tot de doodsbeenderen, profeteerdehij tot den Geest van de vier winden, en er werd leven inhen, en zij stonden op hunne voeten; alzoo is het, wanneerde Heilige Geest der ziele Goddelijk leven mededeelt. Dan, endan alleen, wordt zij gered van den geestelijken dood. En datgeschonken leven kan nooit sterven. Adams leven was e e nnatuurlijk leven ; maar in een kind van God is een leven, datnooit kan sterven. Gelijk de Heere zegt: ,Ik ben de opstan-sding en het leven ; die in mij geloof’6 zal leven, al wäre hijook gestorven ; en een iegelijk, die leeft, en in Mij gelooft,zal niet sterven in der eeuwigheid.” Zie daar de barmhartig-

, heid, dat zij, die God door Z?jnen Geest heeft levend gemaakt

Page 20: maar - Christian Net · 2019-12-06 · IsraëI kon deze vijand niet overwonnen worden, zoodat wanneer Mozes’ handen nedervielen Amalek de sterkste was, maar wanneer Mozes’ handen

95

en verlost van den geestelijken dood, zullen leven tot in alleeeuwigheid. Ook kan het leven, dat God gegeven heeft, nooitworden uitgebluscht. Het moge laag zinken; het moge uit hetoog verloren zijn ; het moge, gelijk een rivier, ebben zoodatschier niets dan modder en slijk zich laat zien. Maar het tijzal wederom vloeien, de rivier zal bij vernieuwing rijzen enhet leven wederom gevoeld worden. God zal zijn werk ver-levendigen, en daar mede een vernieuwd bewijs geven, dat hefgeestelijke leven eens gegeven nooit weder te loor gaat.

Doch ziet ook hoe hij redt van den natuurlijken dood. In hetNieuwe Testament wordt de dood van den geloovigen eenslaap genoemd. ,,God zal degenen, die in Jezus ontslapen zijn,weclerbrengen met Hem.” (1 Thess. 4 : 14). Ten aanzien vanhen, die in Christus sterven, is het sterven geen dood. Daaromwordt ook de naam veranderd, en de Heilige Geest noemt hetniet dood. Van Stefanus lezen wij : ,En als hij dit gezegd hadontsliep hij .” De Heilige Geest wilde niet toestaan, dat Stefa-nus gestorven zou heeten; hoewel zijn lichaam met steenenbedekt en elk been gekneusd was; evenwel was het niet dood.Gelijk een kind was het ten bedde gelegd, en de steenen, dieelk been uit zijne gestalte zette, waren de peluwen tusschenwelke de slapende martelaar nedergelegd was. Zoo kan de ster-vende heilige zeggen, wat niemand anders zeggen kan: ,Gijhebt mijne ziel gered van den dood”; en niet alleen mijneziel van den geestelijken dood door de mededeeling van God-delij ke genade, maar ook mijn lichaam van den natuurlijkendood, door het veranderen van den dood in een slaap. Hoemenig gelouvige heeft gehijgd naar den naderenden dood, engezegd: ,, Waarom blijven de gangen van zijnen wagen achter?Kom, Heere Jezus! ja kom haastelijk!” Hoe hebben zij ver-langd, dat hun lichaam in het graf daalde, om daar te rustentot den morgen der opstanding, opdat de bevrijde ziel zichmocht verheffen in den schoot van God! Was het voor hemeen dood? Wij zagen het bleeke lijk, maar door geloof volg-den wij den geest in de gewesten der gelukzaligheid; en wan-neer wij tranen van toegenegenheid bij hun overschot weenden,dan werden die verzoet door de gedachte, dat hunne ziel bij’God was.

Eindelijk is er dan ,,de tweede dood”, welke de vreeselijkstevan allen is, dewijl daaraan geen einde komt. Waarom tochis de dood een voorwerp van vreeze? - omdat na den doodhet oordeel komt. En dat oordeel is zoo vreeselijk, dewijl hetveroordeeling insluit, en die veroordeeling een eeuwig wee be-helst. Van dezen eeuwigen dood, wiens worm niet sterft enwelks vuur niet wordt uitgebluscht, maar genoemd wordt, eeneeeuwige scheiding en gedurige verwerping van Hem, die de

Page 21: maar - Christian Net · 2019-12-06 · IsraëI kon deze vijand niet overwonnen worden, zoodat wanneer Mozes’ handen nedervielen Amalek de sterkste was, maar wanneer Mozes’ handen

96

Fontein des levens is, zijn Gods heiligen verlost door de bloed-storting en den dood van Christus, en door de mededeelingvan geestelijk leven aan hunne ziel,

3. Doch daarvan de genieting, de zoete verzekering in zijnbinnenste om te dragen, dat moeten wij nu beschouwen. Gijkunt zoo wel als David van den dood verlost zijn, en tochdie volle verzekering daarvan derven, God kan uwe ziel God-delijk leven en uw hart Zijne genade geschonken hebben; enevenwel hebt gij veel twijfel en vreeze of een wezenlijk werkder genade aan uwe ziel verheerlijkt is geworden. En wanneergij de genade Gods hoort beschrijven als eene inwendige be-zitting, en hare bewijzen, werkingen en vruchten worden uit-geschetst, schoon gij eenige kenmerken ten uwen gunste vindt,nochtans uit gebrek aan voller en klaarder getuigenissen, ofdat de Heere niet in uwe z3el schijnt, of door den tegenstand vaneen ongeloovig hart en de inwendige influistering eener schul-dige consciëntie, zoo kunt gij zeer in vreeze zijn omtrent uwdeelgenootschap der zaligheid. Nu, om deze zaak op te helde-ren, zal ik u ten aanzien van deze inwendige verlossing aan-toonen, dat er onderscheidene trappen zijn in geloof, hoop en .verzekering.

Niet elk kind van God, die door wederbarende genade vanden dood gered werd, kan met vrijmoedigheid uitspreken: ,Gijhebt mijne ziel gered van den dood.” Maar ik zal u aanwijzenwanneer hij dat kan doen. Wanneer het Gode behaagt hem tezegenen met een besef Zijner vergevende liefde, wanneer Jezusontdekt wordt aan zijn hart, en kracht geopenbaard aan zijneziel ; wanneer het bloed der besprenging is toegepast totreiniging zijner conscientie van schuld, vuile en doode werken,om den levenden God te dienen; wanneer de Geest der aan-neming gegeven wordt, door Welken hij mag roepen: ,Abba,Vader !” - wanneer hij duidelijk zijnen naam leest in dewoningen der hemelen, door de getuigenis des Heiligen Geestesin zijne ziel, ’dat hij een kind van God is; - wanneer hij.gevoelt de tegenwoordigheid Gods en een zoeten uitgang vanhart en genegenheden naar zijnen Hemelschen Vader: - inIzulke gunstige-oogenblikken kan hij zeggen, in de zoete vrij-moedighe id des ge loofs : .,Gij hebt mqne ziel gered van dendood.” Doch al Gods volk kunnen dit niet zegg%n : en zelfs zij,die eertijds dat durfden belijden kunnen niG”ten allen tijdedeze getuigenis afleggen. Daar zijn tijden en gelegenheden wan-neer gij eenigermate geloof, verzekering en hope hebt, welkeniet gaat tot de volkomene verzekerdheid, schoon zij daarbij nietverre-achter is. Gij komt hier, bij voorbeeld, vol twijfel en vreeze.Schuld en slavernij ligt zwaar op uwe conscie&ie. Gij hoort Godsknecht het werk der genade aai het hart beschrijven - zekere

Page 22: maar - Christian Net · 2019-12-06 · IsraëI kon deze vijand niet overwonnen worden, zoodat wanneer Mozes’ handen nedervielen Amalek de sterkste was, maar wanneer Mozes’ handen

97

kenmerken, bewijzen en teekenen ten goede noemen, die G o ddoor Zijnen Geest in de ziel werkt. Gcgevoelt eene echo in uwbinnenste antwoorden. Gij durft niet ontkennen, of gij hebt zulkedingen bij bevinding kunnen leeren. Gij verzamelt daaruit eenezoete vrijmoedigheid of troostrijke hoop, die eenigermate God-delijke verzekering geeft, dat gij één zijt dergenen, wien God ge-nade gaf. Gij komt vol zwarigheden en gaat heen vol blijdschap;- Gij komt vol twijfel en vreeqe, of gij wel eenig bewijs hebtvan een christen te zijn, doch gaat uit in geloove, dat God heeftbegonnen en zal voleinden het werk der genade in uw harte. Zoo*ziet gij, dat er trappen zijn in het geloof, in de hoop en in deverzekerdheid ; en hoewel gij niet in volle vrijmoedigheid Davidbier ‘na durft spreken: ,,Gij hebt mijne ziel gered van den dood”,en ik ben bevrijd van denzelven; nochtans gevoelt gij eene geze-gende inkomst van Gods goedertierenheid en barmhartigheidin uwe ziel, die u een lager toonsleutel doet aanslaan, hoewelniet bekwaam zijnde den hoogen geestelijken toon te zingen

in lager toon, met doffer stem en beperkter adem evenweldezelfde dingen uitdrukkende, schoon met minder verzekering.Gij kunt trouwens eene getuigenis h.ebben dat God uwe ziëlvan den gees telfjken dood redde. Van waar toch die Geest desgebeds? &e begeerte naar God? dat zuchten en roepen onderden last der zonde? Uw verlangen naar de openbaring vanChristus aan uwe ziel? Uw belijden voor het hartdoorzoekendeoog van God? Ja van waar dat ernstig zuchten om ter eereGods te leven? - Is dit leven, of is dit dood? Zijn dit degewaarwordingen van eene ziel aan wien de Heilige Geest werkt,of die van hem, welke nog dood is aan de zonde? Gij hebtdaar binnen de echo, en het Woord der waarheid daar buiten;het antwoord eener goede consciëntie tot God, wanneer Zijndienstknecht in Zijnen naam spreekt, en vraagt: Is uw hart alshet mijne? En dit bezittende, schoon nog dervende den zegender volle ontdekking, en den uitroep met onbedriegelijke lippen:Abba, Vader! toch hebt gij zoover een troostrijke hope, hetgeende Schrift noemt: ,,eene goede hoop in genade;” eene zoetegetuigenis, die gij voor geen duizend werelden wildet opgeven,dat God uwe ziel door Zijne genade heeft gered van den dood.Houdt dit vast. Gelijk de Heere tot de gemeente van Filadelfiazeide : ,,Houd wat gij hebt, opdat niemand uwe kroon neme;”zoo mag ik in Zijnen naam hetzelfde tot u zeggen. Gelijk d ezeeman op lager wal, met een gezicht van het gevaar, zijn ankeruitwerpt, en hoe meer de wind zich verheft des te meer geefthij acht op zijne ankers, wetende dat zoolang deze hun dienstdoen zijn schip veilig is; alzoo moet ook gij doen met het ankerder ziel - eene goede hoop in genade, Ziet goed op het ankeren zijn kabel. Is die goed? is hij beproefd en heeft hg de toets

Philpot. Tiende Zestal. 7

Page 23: maar - Christian Net · 2019-12-06 · IsraëI kon deze vijand niet overwonnen worden, zoodat wanneer Mozes’ handen nedervielen Amalek de sterkste was, maar wanneer Mozes’ handen

98

kunnenen hetEtn datin den

doorstaan ? Ziet, het goede anker zal den grond houden ;goede schip - het scheepje .der ziel, zal veilig zijn.anker is zeker en vast, gaande achter het voorhangselEernel zelven, ja in het harte van Jezus, den Immanuel,

.

God met ons.11. Doch wij gaan over tot ons tweede punt, hetwelk is

Davids begeerte voor de toekomt : ,, Ook niet m@ae voeten vanaanstoot? Voor een kind van God is niets zoo vreeselijk dante vallen ; en hoe meer de genade Gods in levende oefening inzijne ziel is, des te meer heeft hij daar vreeze voor, Genadein oefening zijnde maakt het hart niet hard noch ongevoelig.De Geest Gods leidt een mensch niet tot, maar van de zonde,Het geloof dat hij geeft is een heilig geloof; de Geest, dierechtvaardigende gerechtigheid openbaart, is een Heilige Geest,en als zoodanig brengt %Iij eene inwendige heiligmaking desharten voort. Ziet dat ook hier. David twijfelde niet, dat Godzijne ziel had gered van den dood. Hij mocht met liefelijkeverzekering gelooven, dat hij niet zou omkomen, maar vooreeuwig met God zou zijn in de gewesten der zaligheid, wantmet vrijmoedigheid des geloofs kon hij zeggen: ,,De Heere zalgenade en eere geven.” Leidde hem dat tot losbandigheid? Zouhij nu zeggen: dat rnQ vergeven is, is vergeven en mijne zalig-heid gewis, en ik kan niet verloren gaan, al geef ik mij ookover aan alle booze lusten ; nu kan ik mij veilig aan elke mis-daad overgeven, dewijl ik niet verloren ga, wat ik ook doe?Zou er zulk eene gedachte in hem opkomen? Ja zulke gedachtenmogen er zijn, - want welke overleggingen kunnen en komenniet in het harte op? Maar het zijn de gedachten des duivels :het zijn satanische ingevingen, geene genadige onderwijzingen ;zij komen voort van beneden, niet van boven, - lasteringender hel, geene oogmerken des Hemels. Genade maakt de con-sciëntie des menschen teeder; plant en houdt de vreeze Godslevend in zgne ziel; maakt de zonde bg uitnemendheid zondete zijn; en Christus boven alles dierbaar; zij doet ons begeerennaar volkomene heiligmaking ; haar innerlijk en bevindelijkgevoeld, doet ons met alle zielskrachten van God begeeren, onzevoeten voor struikelen te bewaren. Wij zijn van strikken om-ringd, verzoekingen liggen elk oogenblik op onzen weg verspreid.Deze strikken en verzoekingen zijn zoo gepast aan de lustenonzes vleesches, dat wij onfeilbaar in hen vallen en overwonnenworden, tenzij God ons in Zijne genade bewaart en dat belet.De christen ziet en gevoelt dit. De naamchristen, hard vanhart, koelbloedig en waanwijs, ziet geene strikken ; hij is daarinverward, valt en derft eene goede, dat is eene teedere con-sciëntie, en geen berouw hebbende over de zonde of die ver-<zakende, lijdt hij scnipbreuk aan zijn geloof. Het kind van

Page 24: maar - Christian Net · 2019-12-06 · IsraëI kon deze vijand niet overwonnen worden, zoodat wanneer Mozes’ handen nedervielen Amalek de sterkste was, maar wanneer Mozes’ handen

99

God ziet den strik, gevoelt de verzoeking, kent het kwaadzijns harten, en is zich bewust, dat tenzij God hem onder-steune hij gewisselijk zal struikelen en vallen. Achter hem Iligt eene bittere ondervinding van het verledene. Hij weet hoehij voortijds in de strikken des doods verward was, omdat hijniet Wandelde in Goddelijke vrees en niet voorzichtiglijk opden wachttoren stond. Hij beklaagt zich de gevolgen, hij ge-voelt de ellende van struikelen en vallen; de boeien zijn inzijne ziel gegaan; hij is geweest in een ijzeren gevangenis, inslavernij, in duisternis en dood ; ten gevolge zijner overtredin-gen was hij die dwaas gelijk, van welke wij in Ps. 107 lezen,als verdrukt om zijne ongerechtigheden, en mag de treurigebeschri@ing van Hart, ten aanzien van zijne ellendige dwaas-heid, herhalen :

Ai mij ! die als een dwaze zeeman handel;Hij ziet de klip en nochtans treft hem ‘t kwaad.

Gelijk dus een gebrand kind het vuur vreest, zoo schrikt hijterug voor de gevolgen, van een oogenblik aan zich zelven ge-laten te zijn; en hoe meer hij verzekerd wordt en hoe helder-der zijne bewijzen worden vai de genade Gods, die zaligheidbrengt, en van zijn eigen deel aan-dezelve, des te meer vreesthij voor te vallen. Naarmate zijne oogen geopend zijn voor dereinheid Gods, voor de zaligheid van Christus, voor de krachtvan het bloed der verzoening en de schoonheid der heiligheid, deste meer ziet hij het kwaad der zonde, de vreeselijke gevolgenvan daarin verstrikt te zijn; en niet alleenlijk dit, maar Ookzijne eigene hulpeloosheid, -zwakheid en onbekwaamheid om ver-zoekingen in eigen kracht te wederstaan. En alle deze gewaar-wordingen doen hem te ernstiger uitroepen : 90ndersteun Gijmij, Heere! en ik zal veilig zijn.” Ik geloof, dat een kind vanGÖd in zijn oprecht gemoed liever wilde sterven, dan in eenigeopenbare -zonde vallen e n de zake Gods smaadheid aandoen.Ik gevoel het onder de zoete invloeden van Gods genade, datik veeleer vijf maanden krankheid zou kiezen, zoo als ik eronlangs ondervonden heb - en dat is geene geringe beproe-ving, - dan dat ik vijf minuten lang aan eene zonde werdovergegeven, die mijne consciëntie zou wonden, de kinderenGods bedroeven, en den vijanden der waarheid den mond ope-nen. Beter is het bittere medicijnen in te nemen tot herstel-ling van het lichaam, dan een enkel fieschje van den zoetendrank der zonde te gebruiken tot vergiftiging der ziel. Godmag uw lichaam verdrukken, uwe bezittingen u ontnemen ;j, gelijk Jacob moogt gij nederzit ten o p d e n m e s t h o o pen uwe zweren met een potscherf krabben; zonder huis,

Philpof. Tiende Zestal. 7”

Page 25: maar - Christian Net · 2019-12-06 · IsraëI kon deze vijand niet overwonnen worden, zoodat wanneer Mozes’ handen nedervielen Amalek de sterkste was, maar wanneer Mozes’ handen

l

100

zonder vriend en metgezel, en toch nog meer gelukkig, beteren veiliger zijn dan wanneer gij u kondet wentelen in wereld-sche rijkdommen, en levende waart in de dingen, die Godverafschuwt. Maar David gevoelde, gelijk elk kind van Godgevoelt, dat hij zelf zijnen voet niet kon bewaren; en daarombegeert hij van God, dat die Hem behoede, Hij wist geenesterkte te hebben, maar ook wist hij, dat Gods kracht kon enzou volbracht worden in zijne zwakheid. Daarom stortte hij zijnhart uit in den boezem Gods; beval Gode lichaam en ziel ;vertrouwde zich met alles wat hij had en was in Gods armen;en in krachtige redenen van iemand, die zoeten omgang engezegende gemeenschap met Hem had, zeide hij : ,,Zult Gij ookniet mijnen voet redden van aanstoot?” - Alsof hij zeide:hebt Gij mij niet de grootste aller gunstbewijzen geschonken?Toen ik dood was in de zonden, maaktet Gij mijne ziel levend;toen ik beefde bij de gedachte aan den tijdelijken dood, hebtGij mij verzekerd, dat ik niet zou sterven maar slapen; en hebtGij mij niet. de gezegende eerstelingen doen smaken daarvan,dat de tweede dood over mij geene macht zou hebben, maardat ik zal leven en heerschen met U daar boven 3 Hebt @jmij deze weldaden zoo groot, zoo verbazend groot geschonken,en zult Gij mij niet eene andere gunst geven gedurende mijnkort verblijf hier beneden? Zult Gij ook dat niet voor mijmaken, dat mijn voet niet struikele 3 Gij, die zooveel voor mijgedaan hebt door Uwen Geest en genade, o! doe mij deze eenegunst en gun mij deze eene goedertierenheid zoo lang ik hierleef, om mij te bewaren in uwe vreeze, opdat ik nimmer doehetgeen u mishaagt.

Doch ook zijn er nog andere wegen in welke een kind vanGod kan vallen, boven het vallen in het kwaad. Ook kan hijtot dtuating@ geraken. De belijdende kerk is er vol van. Hij heeftde waarheid lief; de waarheid heeft hem vrij gemaakt; en hijheeft zoowel hare heiligende als vrijmakende invloeden onder-vonden. Maar rondom Zich ziet hij- dwaliogen, en dat zij opeene schoonschijnende wijze voorkomen. Hij begeert daarom vanGod, dat Hij hem beware van dwaling, hem gevende een die-per, klaarder, eener krachtiger en bevindelijker kennis en genotder waarheid in zijn harte, en hem immer te bewaren van af.te zwerven van haar ter rechter- of ter linker zijde. Maar eenIbesef van zijne zwakheid en onderworpen zijn aan het ter zijdeafwijken van ,,de waarheid zooals die van Jezus is”, doet hemvan den Heere vragen, dat die hem beware, ,,Red mijnen voetvan aanstoot.” Hier is eene dwaling aan deze, daar eene andereaan gene zijde. 3ommigen loochenen het eeuwige Zoon-schap van onzen aanbiddelijken Verlosser ; anderen ver-zekeren dat God Zijn volk niet kastijdt om hunne zonden;

Page 26: maar - Christian Net · 2019-12-06 · IsraëI kon deze vijand niet overwonnen worden, zoodat wanneer Mozes’ handen nedervielen Amalek de sterkste was, maar wanneer Mozes’ handen

101

en zoo listig zijn hunne bewijsredenen en zoo vol tekstenen schoonschqnende besluiten van de kennis der waarheid,dat het arme -kind van God bij tijden schier niet weet wat tedenken of te zeggen. Maar hij heeft eene innerlijke, eene hei-lige vreeze voor verstrikt te worden in eene God-onteerendedwaling. Hij heeft de kracht van Gods waarheid in zijne ziel ge-voeld, en is over haar en over zich zelven heilig jaloersch, datniet de roovers en dieven hem zijne kleinooden zouden plun-deren, gelijk de Apostel eoo *wijs der Collossische gemeentevoorstelt : ,,Zie toe, dat niemand u als eenen roof vervoere doorde filosofie en ijdele verleiding, naar de overlevering der menschen,naar de eerste beginselen der wereld, en niet naar Christus.”(Col. 2 : 8.) Hij weet, dat vele valsche profeten en leugengeestenuitgegaan zijn in de wereld, en dat zij uitzien tot misleiding,en ,,verleiden door schoonspreken en prijzen de harten der een-voudigen.” Hij ziet die dwalingen aan alle zijden ; dat weinigende waarheid liefhebben ; dat weinige leeraars haar prediken ;dat weinige gemeenten haar belijden, en weinigen, zeer weinigenleven onder hare kracht en in hare beoefening. Alle deze dingen,gevoegd bij het diep en dagelijks besef dat hij omdraagt vanzijne onkennis en gevaar van dwaling, doen hem uitroepen:,,Leid mij in Uwe waarheid, en leer mij ; want U verwacht ikden ganschen dag.” Maak miiner ziel Uwe waarheid dierbaar.Bew&r mij haaFte verloochehen met hart of mond, of die teonteeren in miin leven. Bewaar mij bestendig bij haar tot aanhet einde d#er dagen, opdat ik in het zoete genot dier waarheidmoge leven en sterven. - Zoodanig zijn de gevoelens mijnerziel, Dat ik in alle oprechtheid, nochtans met toegenegenheidvraag : ,Zijn zij ook de uwe?”

Maar iemand die gered werd van den dood, mag ook in eenanderen zin die bede. ,Ook mijne voeten van aanstoot,” ge-bruiken, 12.1. om bewaring voor te vallen in duisterheid des gemok&doodigheid der ziel, vleëschelijkheid des geestes, omdoohng desharten, inwendige afwijking der genegenheden van den Heere,Schoon voor uitwendig kwaad en volslagene dwalingen bewaard,kunnen ze toch inwendig schuldig zijn aan die twee boosheden,waarvan de Heere Zijn oude volk beschuldigt : 9Mijn volk heefttwee boosheden gedaan : Mi& de Springader des levenden watershebben zii verlaten, en zich zelven bakken gehouwen. gebrokenebakken, d;e geen Gater kunnen houden.““(Jer. 2 : í3.) Ondereen besef van de zeer groote schuld in deze zaak, begeert hg,dat God zijnen voet beware van te vallen in dezen strik dessatans dat Hij hem niet in innerlijke af keeringen late vallen ;hem beware voor het toegeven aan eene geliefkoosde begeerte,of het oprichten van eenen boezemafgod in zijne verbeeldingen ;- voor het *komen in een kouden, zorgbloozen, duisteren, stompen

Page 27: maar - Christian Net · 2019-12-06 · IsraëI kon deze vijand niet overwonnen worden, zoodat wanneer Mozes’ handen nedervielen Amalek de sterkste was, maar wanneer Mozes’ handen

102

gemoedsstaat, in welken hij weinig anders zou betoonen overigte houden, dan eene belijdenis, van welke hij voor eenen tijdal derzelver kracht verloochent. 0, hoe velen zijn, vooral onderoude belijders der waarheid, hier besloten ! Hoe weinig geestelijkegezindheid in hun verkeer; hoe weinig Goddelijke vrees in hungedrag; hoe weinig geur van Christus in hunne huizen, hoeweinig afzondering van den geest der wereld; hoe weinig isde kracht, de tegenwoordigheid, de zin, het beeld en het voor-beeld van Christüs in henzichtbaar ! de sprinkhanen, de sprink-hanen hebben alle graan opgegeten; eenë menigte van toege-ruste lusten , ,,die geschaarde troepen van zonden hebben hunnenwijnstok gesteld tot een woestheid, en hunnen vijgeboom totschuim ; zij hebben hem ganschelijk ontbloot en nedergeworpen,zijne rank& zijn wit geworden, zoodat zij naakt zijngewordenen men hunne schaamte ziet.” (Joel 1 : 7; Openb. 16 : 15.)

I

Bevreesd als hij is, dat hij, na ‘het genot vanluitredding vahden dood door de liefelijke tegenwoordigheid des Heeren, wederkome tot zijnen af keerigen staat der ziel, en gelijk Efraïm ver-zegeld met de afgoden, zoo begeert het geoefend kind van Godbewaard te blijven in- eene zoete vereeniging des harten m e t.den Heere. Ei wetende, dat het toegeven ian eenige zonde,hetzij verborgen of openbaar, hem zal breaaen in deze ellendigeplaats, zoo begeert hij telkens bij een gezicht van zonde, da tGod hem beware, beware van alle zonde uit- en inwendig, inde kerk en in de wereld, buiten en in zijn huis, in eten endrinken, in koopen en verkoopeu, ja in alle dagelijksche bezig-heid. 0 hoezeer begeert hij, dat de Heere zijnen voet bewarevan te struikelen en verstrikt te worden in eenige zonde, dieden Geest zoude bedroeven, zijne consciëntie wonden, en deHeere als dwingen Zijne gevoelige tegenwoordigheid in te trekken.

111. En dit leidt mij tot ons derde en laatste punt, hetwelkwij in een nauw verband zullen bevinden met de beide voor-gaände : de gezegende vruchten en gevolgen van zulk een bewaring :,, Orra voor Gods aangezicht te wandelen in het land der levenden.”

Het is goed overeenkomstig onze roeping voor de menschente wandelen ; het is goed om ons zoo te gedragen, dat demenschen, geen oorzaak van lastering tegen ons hebben, enmocht het onze ernstige begeerte en gebed en dagelijkscheworsteling zijn zoo te leven en te handelen. Maar ook kan mendit doen,-en evenwel niet voor God wandelen. Wij lezen, dat.,toen Abraham negen en negentig jaren oud waË, de H e e r ehem verscheen en tÖt hem zei(ie : wandel voor Mijn aangezichten wees oprecht.” (Gen. 17 : 1.1 Eerst verscheen God aanAbraham, iat is, Hij‘openbaarde iicb aah hem, en toen bevalHQ hem te wandelei in het licht van deze openbaring. En opgelijke wijze roept Híj allen, aan wien Hij Zich openbaarde,

Page 28: maar - Christian Net · 2019-12-06 · IsraëI kon deze vijand niet overwonnen worden, zoodat wanneer Mozes’ handen nedervielen Amalek de sterkste was, maar wanneer Mozes’ handen

. 103

om voor Hem te wandelen. Maar wat is het voor God tewandelen? Het is, om in ons dagelijksch leven en gedragingenen blijvend besef van Zijne tegenwoordigheid te hebben, - televen als onder Zijn oog, - altijd bewust te zijn, dat Hij hethart onderzoekt en de nieren beproeft, dat Rij elke inwendigebeweging des gemoeds ziet, elk woord hoort, en op elkedaad van ons hart nauwkeurig let. Dit vormt een voornaamgedeelte van het wandelen voor God, dat is, alsof Godaltijd voor ons en wij voor Hem zijn. Doch in verband metde -voorgaande woorden geeft het ook te kennen, een dage-lijkech wandelen voor Hem in die oprechtheid, Goddelijkevrees en teederheid der consciëntie, welke dergenen betaamt,die *gezegend worden met de verlossing van den dood. Het isderhalve geen wettische bezigheid of zelf opgedrongene plicht,maar een Evangelische zegen. Wij lezen van Henoch, dat hijmet God wandelde. Er is onderscheid tusschen het wandelenooor God en met God. Voor God te wandelen is een blijvendbesef te hebben, dat Gods oog op ons is; te begeeren, die din-gen te doen, welke Hem welbehagelijk zijn; recht naar Zijnebevelen te wandelen ; in onzen omgang met !&$n volk onzekleederen rein te bewaren van de wereld-; in é& ‘<woord, alzoovoor Hem te wandelen in het verborgen en in het openbaar,alleen en in gezelschap, voor de kerk en de wereld, bij dag enbij nacht, gelijk wij wandelen zouden wanneer wij een per-soonlijk gezicht hadden van Zijne heerlijke Majesteit in denHemel voor onze oogen. Daar zijn zekere personen hetzij vanhoogen staat of van hooge aanbeveling tot wien gij niet durftte spreken als tot anderen,. dewijl er iets in en rondom henis dat eene zekere achting inboezemt, en gij wandelt voor henmet ontzag en eerbied. Nu, wanneer gij een diep en dagelijkschbesef omdraagt, dat God elke gedachte ziet, iedere bewegingopmerkt, elk-woord hoort en alle dingen gadeslaat, dit besefZijns tegenwoordigheid zou uwen lichten,- beuzelachtigen endwazen geest intoomen. Gij zoudt waakzaam zijn over uwe ge-dachten, woorden en daden, als levende onder een besef vanGods hartdoorzoekend oog. Dit is voor God te wandelen. 0,hoe weinig vinden wij dit bij de hedendaagsche belijders! Integen-deel, hoeveel ijdel spreken, boerten en beuzelen, gaat er da-gelijks als een stroom den mond uit, glsof er geen greintjegenade of sprankje Goddelijke vrees ín- hun harte was ! Hetheeft telkens mijne ziel gegriefd, en ik ben verplicht geweestdaarvan te vlieden en mij te onttrekken. Hoe kunnen zij m e tGod wandelen die niet geleerd hebben voor Hem te wandelen?D ti is een meer bevoorrechte weldaad des Goddelijken levens.Met God te wandelen is dus met God te verkeeien in zoetegemeenzaamheid, in heilige vrijmoedigheid, in een gezegd be-

Page 29: maar - Christian Net · 2019-12-06 · IsraëI kon deze vijand niet overwonnen worden, zoodat wanneer Mozes’ handen nedervielen Amalek de sterkste was, maar wanneer Mozes’ handen

104

aef van deel te hebben in Zijne liefde en genade, en zoo metHem te wandelen en te spreken, gelijk een man met zijnenvriend. Er zijn sommigen, die voor -God wandelen, maar zeerenkelen wandelen met God. Menigeen leeft onder een meer ofminder diep besef van Gods hartdoorzoekende tegenwoor-digheid, die evenwel tot deze zoete gemeenzaamheid niettoegelaten zijn, nooh den zegen van deze Hemelsche verkeering_ _genieten.

Doch in de onmiddellijke volgende woorden is iets dat buiten-‘gemeene nadruk heeft, -want -het wijst aan hoe wij, door dekracht Zijner genade voor Hem wandelen ; ,om voor Gods aan-gezicht te wandelen in het licht der levenden.”

Twee dingen eischen hier onze bijzondere aandacht: 1. HetZicht in welke hij begeert te wandelen; 2. dat dit licht dat derZevenden zou wezen. Laat ons het afzonderlijk beschouwen.

1. Er is in de levendgemaakte en vernieuwde ziel eenegroote begeerte naar Zicht. Ik bedoel een Goddelijk en Hemelschlicht. Mij dunkt, dat ik vrijelijk zeggen kan, nooit op mijneknieën te gaan, of ik vraag den Heere om licht. Licht EIeere !licht ! is nxij{: roepen; want ik zie en gevoel mijne duisternis,en dat niet&aan het licht des Heeren die kan wegnemen. Alsjongen bad ik met de woorden van ons gebedenboek : Heere !wij smeeken IJ, zend licht in onze duisternis; en ikdacht, datdit zag op den donkeren avondtijd met de kerk, maar hoeGod dat zou verlichten wist ik niet. Dat gebed evenwel, schoonin gewiizigden vorm vaak, is nog dagelijks mijn bede. Dat ge-bed is Schriftuurlijk, want het is gegrond op de belofte: ,DeHeere, mijn God, doet mijne duisternis opklaren” (Ps. 18 : 29);en wanneer ik de duisternis gevoel, en dat de Heere die alleenkan wegnemen, zoo hebben vS.j eene Goddelijke verzekering entoezegging, om Hem daar op te pleiten. In de natuur geefthet licht ons duizend weldadigheden, boven dat het de duis-tere schaduwen van den nacht verdrijft.

_ Eet geeft gezondheid aan elke bloem en loof. Ieder boom,van het ceder van Libanon af tot den hijzop, die aan den wandgroeit, ieder grasscheutje of koorn in vallei of weiden, gevoeltde weldadige, gezondheidgevende invloeden van het licht. Hoezien wij ze allen, als ’ door een zeker instinct gedreven, zichnaar het licht keer@; en gelijk bloem en plant in het lichtof in het donker st&@de zeer verschillende is, alzoo verschil-lende is het bleeke a&gezicht van den armen wever bii denblozende ploegjongen, en dat tengevolge van het licht. Gelijk .licht en lucht de moeder is der gezondheid, alzoo is de duis-ternis de baarmoeder van ongemakken. Alzoo in de genade is hetlicht gezondheid; en te wandelen in het licht van Gods aangezichtis Hem voor ons te hebben, als verlcssingen onzes aangezichts.

Page 30: maar - Christian Net · 2019-12-06 · IsraëI kon deze vijand niet overwonnen worden, zoodat wanneer Mozes’ handen nedervielen Amalek de sterkste was, maar wanneer Mozes’ handen

105

Ook is bZjdschap eene vrucht van licht, gelgk wij (Esther8 : 15) lezen : ,,De Joden hadden licht, en blijdschap, envreugde eneere.” Wederom : ,Het licht is voor den rechtvaardigen gezaaid,en vroolijkheid voor de oprechten van harte.” En wederom : ,,Gijvervroolijkt hem door vreugde met Uw aangezicht.” Duisternis endroefheid gaan zoowel te zamen als licht en blijdschap. Dusklaagde Job : ,,Ik ga zwart daar heen, niet van de zon” (Job. 30 :28); en Heman riep uit: ,,Gij hebt mij in den ondersten kuil ge-legd, in duisternissen en diepten” (Ps. 88 : 7) ; - ja ,, waarlijkhet licht is zoet, en vermakelijk voor de oogen de zon te aan-schouwen.”

Daarenboven, het licht maakt alles openbaar; 9want al watopenbaar maakt is licht.” (Ef. 5 : 13.) Licht in onze ziel ont-springende, geeft ons alles te zien wat ten onzen vrede is hieren hier namaals. Al de zegeningen des Evangelie’s ; al de barm-hartigheden des Nieuwen Verbonds; de Persoon en het werkvan den Heere Jezus, Zijne schoonheid en zaligheid; Zijne liefdeen bloed; Zijne genade en heerlijkheid; Zijne gepastheid endierbaarheid; de vastheid Zijner beloften ; de heiligheid Zijnerbevelen ; de kracht Zijner opstanding; de gemeenschap Zijnslijdens ; alles wat het leven gelukkig en heilig en de dood be-geerlijk kan maken, ontdekt en openbaart het licht, en dat alleen.

2. Doch let op de woorden : ,Het licht der Zevenden.” E ris een licht, dat niet het licht der levenden is. Er is in denatuur een luchtverschijnsel (ignes fatui of dwaallicht genoemd)dat op slijkachtige en moerassige plaatsen verschijnt, hetwelknagevolgd zijnde door den reiziger hem op het dwaalspoorbrengt, of in het slijk voert. Dit is een dood licht, want hetontstaat uit verdorvene zelfstandigheden, die in den nacht harezwavelachtige stoffen opgeven. Alzoo is er in den Godsdiensteen dood licht, een licht, dat niet voortkomt uit Hem, ,,Dieeen licht is, en in Wien _ geene duisternis is,” maar uit onzeeigene bedorvene natuur, L een licht, dat op het dwaalspoorleidt. In de Schrift wordt dit genoemd: een licht van eigenontsteking, en een vreeselijk wee wordt aangekondigd tegenallen, die daarin wandelen (Jes. 50 : 11) : #Ziet, gij allen, dieeen vuur aansteekt, die u met spranken omgordt, wandelt inde vlam van uw vuur, en in de spranken, die gij ontstokenhebt. Dat geschiedt u van Mijne hand, in smart zult gijliedennederliggen.” Maar het licht der levenden is het licht, datnederdaalt van een levenden God in eene levende ziel, wat degezegende Heere noemt : ,het licht des levens,” hetwelk vanHem komt als het levend Hoofd, want hij is zoowel het leven,als de weg en de waarheid. Davids begeerte dan was ,tewandelen voor Gods aangezicht in het licht der levenden ;” -dat het licht van Gods aangezicht altijd over zijne ziel mocht

Page 31: maar - Christian Net · 2019-12-06 · IsraëI kon deze vijand niet overwonnen worden, zoodat wanneer Mozes’ handen nedervielen Amalek de sterkste was, maar wanneer Mozes’ handen

schijnen, het licht van Zijne gunst altijd zijn gemoed mochtbestralen, en het licht’ Fqner liefde zijn hart mocht verwarmen,bemoedigen en verblijden. Hij had geene behoefte aan hetlicht eens ongeheiligden I,verstands, noch aan het licht van dorreletterkennis, van bloote Bijbelstudie, of eener ledige belijdenis.Hij moest zien en gevoelen voor zich zelven het Echt Gods inazijne ziel, verlichtende elken schuilhoek des harten; en dat licht_moest zijn het licht van leven en liefde, om hem steeds teederdervoor God te maken in heilige vrees, omdragende een diep endagelijks besef van Zijn hartdoorzoekend oog, zoekende Zijnenwil te kennen en dien te volbrengen, uit eene begeerte omHem te behagen en die dingen te-doen, welke Zijner oogenwelbehagelij k zijn,

Dit is het Jicht der levenden”; dat is, van levende zielen,van hen, die levend gemaakt zijn uit den dood door wederbarendegenade, en die als zoodanig leven een leven des geloofs vanden Zone Gods.

Hier nu, den tekst als een geheel nemende en zijne voor-naamste zaken herhalende, - hier hebben wii de zuchten en_begeerten eener ziel, door God levend gemaakt. Wel mag ikde Psalmen noemen een handboek van Christelijke bevinding;en het vers waarover ik heden tot u sprak is in waarheiddaarvan de hoofdsom en het wezen, de pit en de merg, hetmiddelpunt van dat handboek. Kunt gij onder het hooren dezerwoorden en den indruk dezer waarheden in uwe consciëntie dehand op uw hart leggen en opzien tot den Alwetenden God,met eene zekere hoop en vrijmoedigheid betuigende, dat gijdeze dingen voor u zelven kent, door het werk en de kracht

. des Heiligen Geestes inwendig? Beschouwt het afzonderlijk.Welk bewgs hebt gij dat God uwe ziel verloste van den dood?Welke kenmerken, getuigenissen of bewijzen hebt gij, dat uwerziel leven geschonken werd toen zij dood in de zonden was?Welke goeude hoop door genade, welke verwachting hebt gijom uw hart te bemoedigen en uwe ziel te vertroosten, wanneerde dood u naderen zal?-Welke gezegende voorsmaak van hetkoninkrijk der genade achter din diod? Zoo gij al niet metvolle vrijmoedigheid des geloofs den Psalmist na durft te zeggen :BGij hebt mijne ziel gered van den dood ;” kunt gij dan eenlager toon aanheffen, en zeggen : door genade heb ik hoop uithetgeen ik vroeger genoot en wat ik van tijd tot tijd gevoeldevan de zoete verlevendiging van geloof en liefde, dat mij deziel waarlijk en geestelijk Gode levende is? Kunt gij dan naareen ander punt gaan? Ziende en gevoelende het kwaad derzonde, vreezende uw eigen arglistig hart, de kracht der ver-zoekingen, de zwakheid des vleesches, de aanlokselen der wereld,en de strikken des satans, - is het de ernstige begeerte uwer

Page 32: maar - Christian Net · 2019-12-06 · IsraëI kon deze vijand niet overwonnen worden, zoodat wanneer Mozes’ handen nedervielen Amalek de sterkste was, maar wanneer Mozes’ handen

107

ziel, dat God uwen voetdagelijks uw roepen, zoo,,ondersteunt Gij mij enik mocht wandelen voor

moge bewaren van te vallen? Is hetniet in woorden dan toch in wezen:l

ìik zal veilig zijn !” Zegt gij: 0 I datGods aangezicht in het land der leven-

den, Zijn lichtend aangezicht over mij, Zijne tegenwoordigheidgenoten, Zijne liefde gevoeld, in Zijne vreeze wandelen, alleswat van zonde en dood is hatende, en verlangende naar deinkomst van het gezegend licht, leven, vrijheid en liefde, welkemijne voeten zullen leiden tot op de paden des vredes !?

Dit is Godsdienst. De menschen spreken van Godsdienst ; hetis de taal van den dag. Waar, waar vinden wij ze? - Optwee plaatsen : in het Woord der waarheid, den gezegendenBijbel, waar God ze ontdekt heeft door den Heiligen Geesten met Zijnen stempel bezegelde. De andere plaats is het hartdes geloovigen. Er is geen Godsdienst dan in Gods Woord,en in het geheiligd hart. En deze twee komen te zamen over-een. Gelijk het was aan het zegel en leem aan den vorm, alzoois Gods Godsdienst, in den Bijbel geschreven, overeenkomendemet Zijn Godsdienst door eene Goddelijke kracht in het hartgewrocht. Kunt gij uw hart tot Gods Schrift brengen gelijkhet was bij het zegel, en zeggen: dit is mijn Godsdienst, ikzie ze in Gods boek, en gevoel het in mijne ziel. God zegt mijhier, dat Hij de ziel redt van den dood. Daarbij mag ik mijneziel brengen en zeggen: ,Gij hebt m@te ziel gered van dendood.” Hier is eene zoete overeenkomst. Ik vind, zoo voegt gijer bij, Gods Heiligen bidden tot den Heere om zijnen voet tebewaren van te vallen, dit is ook mijne dagelijksche begeerte.Ik kan het was mijns harten hier brengen bij het zegel Gods.Ik vind verder Gods kind begeeren, dat hij mocht wandelenvoor Gods aangezicht in het land der levenden, en ook daarinvind ik overeenkomst, want het is de ernstige begeerte mijnerziel, om te gevoelen hetgeen David gevoelde, en die te onder-vinden met dezelfde kracht. Zoo hebt gij de ontwijfelbaarstegetuigen; de getuige van God in Zijn Woord en van God inde ziel. En in den mond van twee zoodanige getuigen zal diten alle woord bestaan en bevestigd worden.

AMEN.