Lui Lekker Zeilen

4

Click here to load reader

Transcript of Lui Lekker Zeilen

Page 1: Lui Lekker Zeilen

lui lekker zeilenop een polynesische catamaran door de Filipijnse archipel

Eind 2013 verhuisde Edo Ankum met zijn

gezin naar Manila op de Filipijnen. Deze

archipel bestaat uit 7107 tropische eilan-den. Een ongekende

weelde voor een zeiler. Edo huurt een op een Polynesisch ontwerp

gebaseerde catamaran en met zijn vieren zet-

ten ze hun eerste zoute schreden op Filipijns water, op zoek naar

avontuur en ontspan-ning.

Tekst en foto’s Edo Ankum

v e r w e g | f i l i p i j n e n

103www.zeilen.nl januari 2016102 januari 2016 www.zeilen.nl

Page 2: Lui Lekker Zeilen

MINDORO

PANAY

TABLAS

ROMBLON

Laiya

MARINDUQUE

GASPAR

BANTON

BANTONCILLO

COBRADORSIBALE

CONCEPCION

FILIPIJNEN

Suluzee

Sibuyanzee

De roestbruine genua werpt een comfortabele schaduw over het voordek van Naya, onze catamaran voor deze week. We varen 35 mijl op een zuidoostelijke koers, van Laiya naar een van de eilandjes ten westen van Marinduque.

Joanne en Esther zijn diep verzonken in hun boeken. Ze zitten in de schaduw van de bimini net voor het dekhuisje, elk ont-spannen onderuit op een eigen lazy bag. Borris ligt op het vlon-der rond de voorste mast. Hij is verdiept in Sailing Alone Around the World, Joshua Slocums prachtige verslag van zijn reis op Spray aan het eind van de negentiende eeuw. Schuin onderuit gezakt tegen mijn eigen lazy bag op het voordek kijk ik uit over de zee. Het grote eiland Marinduque ligt bijna recht voor de boeg, net aan bakboord. Daar tekent zich duidelijk de als onrustig bestempelde vulkaan Mount Malinding af. De bijna twaalfhonderd meter hoge top gaat schuil in een wolkendek dat op de wind wordt weggevoerd naar het zuidwesten. Het is net de rookwolk uit een actieve vulkaan. Vlak daarnaast, recht vooruit, ontwaar ik vaag drie lage eilandjes, de Tres Reyes, onze bestemming. De zee wordt door de noordoostelijke moesson-wind van krap vier Beaufort nauwelijks beroerd op dit beschut-te vaarwater. Het diepe blauw van de lucht wordt hier en daar doorbroken door een mooiweerwolk, waar geen dreiging vanuit gaat. We kabbelen lekker voort met een knoop of vijf, soms zes. Heel af en toe passeert een traditionele outrigger boot, een bangka. Soms is het een vissersscheepje, dan weer een passa-giersbootje. Opvarenden zwaaien enthousiast. Het oogt alle-maal heerlijk tropisch en ontspannen.

Als op een platbodemVanaf het voordek bestudeer ik de veertien meter lange Naya. Ze is ontworpen naar exotische, oeroude Polynesische lijnen. De twee even hoge masten hebben geen zalings en zijn dus gestaagd als op een platbodem. De spanning op de stagen kan met jufferblokken worden aangepast. Ook in andere opzichten lijkt het tuig op dat van een platbodem. Beide donkerbruine zeilen hebben een gaffel en hijsen gaat dus met een klauw- en een piekeval. Gereefd wordt aan de mast, waarbij het zeil wordt opgebonden met ouderwetse reefknuttels. Het zeildoek loopt gewoon om de mast heen. Geen mastrail en zeilkarren. En geen turbulentie achter de mast. Grote voordeel is dat het zeil onder alle windhoeken kan worden gehesen en gestreken. Reven is op deze manier een eitje. Zeker bij toenemende wind is dat op een

toerjacht een groot voordeel. Beide zeilen kunnen op eigen spierkracht worden gehesen, daar komt geen lier aan te pas. Van het tuig zakt mijn blik naar dekniveau. Naya heeft een bij-zondere constructie en een voor de tropen ideale indeling met heel veel bovendekse ruimte. Haar twee rompen worden bijeen gehouden door vijf grote dwarsbalken. Die worden met dynee-ma lijnen aan de rompen gesjord. Deze constructie vangt de krachten van de golven gemakkelijker op dan bijvoorbeeld een starre Lagoon van vergelijkbare lengte en kan dus lichter wor-den gebouwd. Tussen de rompen en de dwarsbalken is de boot opgebouwd met verschillende, daartussen opgehangen seg-menten. Van voren gezien zitten er tussen de rompen en de balken achtereenvolgens de trapeze met het dekje waarop de voorste mast staat en vanwaar een korte boegspriet naar voren steekt, dan het voordek met de lattenbodem en een eigen bimi-ni, vervolgens het dekhuisje, dan de kuip en als achterste het zwemplatform. Het grote en schaduwrijke voordek is niet alleen ideaal en lek-ker winderig bij het voor anker liggen, het is ook perfect op voordewindse koersen. Het kleine dekhuis neemt niet veel wind weg, zodat we op het voordek altijd lekker in de wind zit-ten. ’s Nachts kunnen we lekker luchtig op het voordek slapen. Ruimte genoeg.

Achter het dekhuis is een aparte, diepere kuip met een dichte bodem en een eigen bimini. Nu is die eigenlijk het exclusief domein van de tweekoppige bemanning, maar zeker bij iets slechter weer zal de beschutting daar een stuk beter zijn. In het kleine dekhuis is aan bakboord de navigatiehoek met een hon-denkooi. Aan stuurboord bevinden zich een kleine zit en een tweede hondenkooi, voor de dagen dat het echt slecht weer is. In de punten van beide rompen zitten drie hutten met dubbele kooien met daaronder bergruimte. Aan bakboord is een natte cel tussen beide hutten. Aan stuurboord zit op die plek de kom-buis met in de voorpunt een kleine tafel met een zitje erom-heen waar vier tot zes mensen zouden kunnen zitten. Helemaal voor in beide rompen zit aan bakboord een zeilberging en aan stuurboord een werkplaats. In de dekken van beide rompen zit-ten drie luiken. Tussen beide rompen achter hangt een neer-klapbaar zwemplatform waarop de dinghy wordt gehesen als we varen. Als ik ooit nog eens serieus een wereldomzeiling zou plannen binnen de passaatgordel, dan zou deze boot, of in ieder geval dit ontwerp, hoge ogen gooien.

FilipijnenDe 7107 Filipijnse eilanden liggen ver-

spreid over een gigantische oppervlak-

te. Mavulis eiland is het meest noordelij-

ke eiland en ligt bijna tegen Taiwan aan

op 21˚07'N, terwijl Sitangkai, het meest

zuidelijke eiland, vlak bij Borneo, net

boven de Evenaar ligt op 4˚24'N. Dat is

N-Z gezien bijna duizend mijl. Oost-wes-

telijk gezien zit er ruim zevenhonderd

mijl tussen het oostelijkste en meest

westelijke punt. Pusan point, helemaal

op het oostelijke punt van het grote

eiland Mindanao, ligt op 126˚34'E. In het

westen liggen de Spratly eilanden met

Thitu eiland als meest westelijke punt op

114˚17'E. Deze eilanden, vaak niet meer

dan een net boven het water uitstekend

rif, liggen in de Zuid-Chinese Zee en

worden de laatste jaren, ondanks luide

internationale protesten van de Filipij-

nen, door China met zand opge spoten

en voorzien van militaire bases met

vliegvelden. Een beetje te gevoelig voor

een familie-uitje.

Zeilbootverhuur Jachtverhuur staat in de Filipijnen nog in de kinder-

schoenen. Een uitgebreide zoektocht op internet

naar de mogelijkheden om een zeiljacht te huren

leverde maar een handvol opties op, zowel qua

monohulls als wat betreft catamarans. Het betreft

allemaal privéjachten die buiten eigen gebruik door

de eigenaar te huur worden aangeboden, met vaste

bemanning.

EEN kOrT OvErZICHT TOEgESPITST OP DE AANgEBODEN CATAMArANS: • www.pgyc.org/yacht-charter-philippines.php: een

38 ft Leopard vanuit Borocay

• www.charterphilippines.com: een 42 ft Leopard

vanuit Palawan en een een 44 ft Aero Dean Cata-

maran vanuit Borocay (de enige die ook bareboat

te huren is)

• www.theglobesailor.com/rent-boat/boat-16119,934.

html: een 50 ft Lagoon vanuit Palawan

• www.nayasailing.com: de website waarop naya

wordt aangeboden

• Ze wordt ook via sites aangeboden van agenten

• www.interyachtcharter.com/philippines: geeft een

mooi overzicht van eerder genoemde catamarans

(en ook van monohulls). Nog niet eerder gemeld:

een venezia 42 ft catamaran vanuit Borocay

• www.sailing-the-world.com: andere agent, zelfde

jachten.

Naya onder zeil.

een onvermoeibare esther. we trekken er zwemmend en snorkelend op uit.

’s Nachts kunnen we

lekker luchtig op

het voordek

slapen

104 januari 2016 www.zeilen.nl 105www.zeilen.nl januari 2016

v e r w e g | f i l i p i j n e n

Page 3: Lui Lekker Zeilen

Onder waterEen uur of wat later ankeren we op de noordoostelijke punt van een minuscuul eilandje, Gaspar. Daarnaast liggen Melchor en Baltasar, samen de Drie Koningen. We duiken het water in en zweven boven een koraaltuin met een onvoorstelbare hoeveel-heid kleuren. In het door zonnestralen doorkliefde heldere water vechten paarse orgelpijpen, donkerbruine waaiers, oker-gele parasols, olijfgroen slakoraal, donkerblauwe hertengewei-en en hel wit hersenkoraal om onze aandacht. We ontwaren dieppaarse of gifgroene monden van gigantische doopvont-schelpen, half overwoekerd door het koraal. Vissen wedijveren met het koraal om de mooiste kleuren. Minuscule neonblauwe guppies, bont beschilderde papegaaivissen, donkerrode baar-zen, een donkerbruine koffervis met fel paarse stippen, twee knaloranje anemoonvissen, en een geel-wit-zwart gestreepte diklipvis. Wat een weelde. Je zou er geen genoeg van krijgen, maar zelfs in dit zonovergoten tropische water krijgen we het na ruim een uur een beetje fris. We gaan terug aan boord. Bor-ris en Esther peddelen nog wat rond in de fel oranje kajak en springen daarna vol overgave van de achterplecht. Joanne en ik spoelen het zout van ons af met de dekdouche en kijken vanaf ons voordek in de ondergaande zon naar het strandje. Een paar outrigger kano’s zijn tot boven de vloedlijn het zand op getrok-ken. Bamboe hutten staan iets verder onder de beschermende schaduw van wat kokospalmen. Als de zon eenmaal onder is, daalt ook de rust neer. Men heeft duidelijk geen elektriciteit en gaat met de kippen op stok.

Op onderzoek uitDe volgende ochtend zetten we zeil voor de 25 mijl naar Sibale eiland, koers 202. De wind is oostelijk en weer zo’n vier Beau-fort. Borris en ik hijsen de zeilen, kinderspel inderdaad, en hel-pen met het trimmen ervan. Naya loopt een knoop of zes. We staan een uurtje aan het stuurwiel in de achterkuip, laten ons de route eens goed uitleggen door matroos Lydio en geven dan het roer over aan schipper Rico. Heerlijk, we mogen zeilen, stu-ren en vissen, maar we hoeven niets. Op het voordek voegen we ons bij Joanne en Esther en we zinken weg in onze boeken. Vliegende vissen waaieren uit voor de boeg. En voor we het weten zijn die 25 mijl afgelegd en draaien we om de zuidpunt van Sibale een baai in. Aan stuurboord staan de kleurrijke huis-jes van de piepkleine havenplaats Concepcion aaneengeregen langs het water. Ervoor hangt de was te drogen. Een blauwwitte kerk steekt erachter boven de bomen uit. Een in bijpassende kleuren geschilderde regenboogvormige brug overspant de ingang naar het havenbassin. Aan bakboord vormen de mangroves een hardgroen decor. Een vrouw in een fel lichtblauwe outrigger kano peddelt er geroutineerd langs. Wij gaan op onderzoek uit met de bijboot en snorkelgerei. Voor het eerst zien we de zeer giftige zwarte koraalduivel en een zwartwit geblokte morene. Hij kronkelt zich onverstoorbaar over de zeebodem en knabbelt er van het zeewier. Terug aan boord tikt Borris onze nieuwe vondsten af in het koraalvissenboek.

Less is more’s Avonds bestudeer ik de uit de boordbibliotheek opgediepte informatie over Naya, haar ontwerp en haar ontwerper James Wharram. Hij raakte in de jaren vijftig gefascineerd door deze catamarans waar de Polynesiërs in de loop der eeuwen verre

Ondanks de tropische temperatuur wordt het water na dik een uur toch fris. Onder water is alles even exotisch.

De vissersnederzetting op Gaspar. Vissers op het kleine eilandje voor Banton.

vissen wedijveren

met het koraal om

de mooiste kleuren

107www.zeilen.nl januari 2016

v e r w e g | f i l i p i j n e n

Page 4: Lui Lekker Zeilen

oceaanreizen mee maakten. Hij bestudeerde James Cooks aan-tekeningen over de dubbele kano's. Hij ging naar het British Science Museum en bekeek daar de outrigger kano's uit de Stil-le Zuidzee. Hij verslond Eric de Bisshops verslagen over het leven op Polynesië en bestudeerde diens ontwerptekeningen voor de lokale dubbele kano's. Hij bouwde daarop de eerste off-shore catamaran in Engeland en zeilde op deze minuscule zeven meter lange Tangaroa (de Polynesische God van de Zee) naar de Carieb. Gesterkt door zijn ervaringen bouwde Wharram zijn tweede catamaran, Rongo, in Trinidad. Hij zeilde er via New York mee terug naar Engeland. Op beide oversteken werd hij vergezeld door twee dames. Over zijn rondje Atlantic schreef Wharram het boek Two Girls, Two Catamarans. Sindsdien ontwerpt hij – steeds volgens dezelfde filosofie – zijn Polynesische multihuls: simpele en betaalbare catamarans die op het meest afgelegen strand met eenvoudige gereedschappen te bouwen zijn met een voortdurend oog voor less is more. Met simpele, scherp v-vormige rompen met een laag vrijboord, waarbij steekzwaar-den niet nodig zijn, maar goede aandewindse eigenschappen gegarandeerd. De rompen bevatten geen ballast. Mocht het vaartuig ooit omslaan, dan zinkt het dus niet als een baksteen. En droogvallen is een makkie. Nu, een dikke vijftig jaar later, zijn er meer dan tienduizend ontwerpen verkocht, waarvan er duizenden ook daadwerkelijk zijn gebouwd en over de wereld-zeeën hebben gezworven.

We gaan weer ankerop en zetten zeil voor een stuk van twintig mijl in oostelijke richting, naar het eiland Banton. Op de noord-oostelijke moesson is onze bestemming net niet bezeild. We varen zo scherp mogelijk, in oost-zuidoostelijke richting. Na twee uur krijgen we bezoek. Een schildpad steekt zijn kop boven water en kijkt ons met waterige oogjes nieuwsgierig aan. We constateren spijtig dat Naya’s twee rompen niet echt loef-bijters zijn. We gaan voor geen meter de goede kant uit. Maar dat zou met een enkelromper niet anders zijn geweest. Het ijze-ren zeil moet er maar bij. We rollen de genua in, zetten de zei-len strak in het midden en motorzeilen in drie uur naar een klein eilandje net voor Banton. De kust is er ruig, grote rots-blokken lijken recent in zee te zijn gerold. We verkennen ze snorkelend. Ze zijn nauwelijks begroeid met koraal maar bie-den een prachtig doolhof om tussendoor te zwemmen.

Weer terug aan boord springen Borris en Esther met niet afla-tende energie van de achterdekjes en klauteren dan weer via het neergelaten zwemplatform aan boord. Ze wisselen sierlijke zweefduiken af met potsierlijke bommetjes en kunnen er geen genoeg van krijgen. Hun capriolen werken uitnodigend op de lokale kinderen. Die komen verlegen poolshoogte nemen, han-gend aan bamboestokken of stukken piepschuim. Even later zwemmen we met zijn vieren naar de kleine nederzetting, langs een bootje waarin vier man aan een net staan te trekken. Vis-sersbootjes, de klassieke uitgeholde boomstam met een extra bamboe drijver voor de stabiliteit, liggen zij aan zij op het strand. Een aantal mannen boet de visnetten. Kinderen spelen in het water en laten ons hun mooiste sprongen zien. Vrouwen houden een oogje in het zeil, terwijl ze in hun piepkleine hut-ten rijst koken en andere onderdelen van een maaltijd berei-den. Er is geen elektriciteit en ook geen stromend water. We raken aan de praat en horen dat de vrouwen twee maal per

week naar Banton gaan om daar de was te doen. De mannen halen er regelmatig vers drinkwater. Iedereen is goedlachs, vriendelijk en niet opdringerig.

Echt tropischNog geen half uurtje later valt het anker alweer in de lei van Banton eiland. Dicht met kokospalmen en andere tropenbo-men begroeide berghellingen rijzen steil uit het water omhoog. Het eiland oogt in de namiddagzon onvoorstelbaar diepgroen. Onderaan, ertussen verscholen, ligt een kleine nederzetting. Een houten kerkje prikt door het groen. We gaan met de bijboot naar het strand. Daar vertelt een aantal vriendelijke mensen rond een rudimentair basketbalveldje ons over het leven op dit minuscule eiland. Auto’s komen hier niet. Alle vervoer gaat per brommer, al dan niet met zijspan, over een smal betonnen pad. Men wijst ons op een plaquette waarop we in de invallende duisternis nog net kunnen lezen dat er in dit dorp 406 mensen wonen in 107 gezinnen. Met zijn allen beschikken ze over één toilet, zo staat er trots op vermeld. Als we na een korte wande-ling weer in de bijboot stappen, wordt er ten afscheid geroepen: “Thank you for coming!”

De volgende ochtend varen we net onder de rook van Banton uit als we bezoek krijgen van een groepje hoog uit het water opspringende dolfijnen. We volgen hun capriolen ademloos vanaf ons comfortabele voordek. Jammer genoeg besluiten ze al vrij snel de show naar elders te verplaatsen. We zeilen verder op de altijd constante noordoostmoesson naar Cobrador eiland, op 160 graden en twintig mijl. Ideaal voor de gennaker. Die gaat moeiteloos omhoog en sleurt ons in een mum van tijd naar onze bestemming. Zodra in de lei van het nieuwe eiland het anker valt, duiken we in het verkoelende water en snorke-len we boven een fascinerende koraaltuin door een kleurrijke visvijver. Aan het eind van de middag varen we de laatste paar mijl naar de noordoostpunt van het eiland Romblon. Tegen de tijd dat het anker zich daar heeft ingegraven is het met tropi-sche snelheid aardedonker geworden. De Grote Beer hangt op zijn kop boven het eiland. De Poolster staat hier te laag en komt niet meer tevoorschijn. Terwijl we uitkijken over het vlakke water waarin duizenden sterren worden weerspiegeld, trekt heel hoog met indrukwekkende snelheid een satelliet voorbij. Vlak voor ons neus zwabbert opeens een heel klein en onzeker lichtje. Een dapper maar dom vuurvliegje zwalkt met de onvas-te gang van een dronkenman richting zee.

Ideale windDe volgende dag vertrekken we vroeg voor ons laatste en lang-ste stuk, van Romblon naar de zuidpunt van Tablas eiland, een stuk van bijna veertig mijl op 202 graden. De moesson is nog steeds noordoostelijk, kracht vier Beaufort, op deze koers ideaal voor de spinnaker. Die staat in een mum van tijd. Geen gedon-der met bomen, neerhouder en topping lifts. Gewoon de hals-hoek aan een verstelbare schoot die via een blok loopt voor op de bakboord romp. De 'echte' schoot loopt van de schoothoek via een blok voorop de stuurboord romp naar de kuip. Het is vast ook de koers en de sterkte van de wind, maar de combina-tie daarvan met het lichte voorzeil is ideaal. Naya snelt met een knoop of zeven de goede kant uit. Vanaf ons brede en solide voordek kijken we terug op een heerlijke week onbezorgd zei-len op een interessante en voor de tropen ideale catamaran. •

De kinderen blíjven springen.

Joanne op Romblon.

Joanne leest voor.

Het hijsen van de zeilen is een peuleschil. Goed zichtbaar is dat het zeil om de mast heen loopt.

vlak voor onze neus zwabbert een klein onzeker lichtje

109www.zeilen.nl januari 2016

v e r w e g | f i l i p i j n e n