Lr ict zorg december 2015 los

40
Column Rube van Poelgeest, Goed nieuws van het zorgfront, p.5 l eMental Health bij Dimence Groep: “Implementeren gaat in golfbewegingen”, p.6 l Gartner Healthcare 2015: Waar waren de zorginstellingen? p.8 l Pameijer koppelt rechten aan rooster, p.13 l Column Bart Stofberg, EPD: a long and winding road, p.15 Big data opent de weg naar precision medicine Serious games hebben enorme impact op kwaliteit van leven Ziekenzorg transformeert eindelijk naar gezondheidszorg Diabetesapp helpt patiënten in hun dagelijks leven Lucien Engelen over big data kennis delen kennis maken Vakblad voor managers en ict-professionals in de zorgsector Jaargang 3 Nr. 4 - 15 december 2015 12 2 10 7 Atul Butte MD PhD, directeur van het Institute for Computational Health Sciences Rafael Bidarra, onderzoeker aan TU Delft De zorgplicht van IT Zorg wekkende Informatievoorziening p.4

description

 

Transcript of Lr ict zorg december 2015 los

Page 1: Lr ict zorg december 2015 los

Column Rube van Poelgeest, Goed nieuws van het zorgfront, p.5 l eMental Health bij Dimence Groep: “Implementeren gaat in golfbewegingen”, p.6 l Gartner Healthcare 2015: Waar waren de zorginstellingen? p.8

l Pameijer koppelt rechten aan rooster, p.13 l Column Bart Stofberg, EPD: a long and winding road, p.15

Big data opent de weg naar precision medicine

Serious games hebben enorme impact op kwaliteit van leven

Ziekenzorg transformeert eindelijk naar gezondheidszorg

Diabetesapp helpt patiënten in hun dagelijks leven

Lucien Engelen over big data

kennis delen • kennis maken

KENNIS DELEN • KENNIS MAKEN

Vakblad voor managers en ict-professionals in de zorgsector Jaargang 3 Nr. 4 - 15 december 2015

12

2

10

7

Atul Butte MD PhD,directeur van het Institute forComputational Health Sciences

Rafael Bidarra,onderzoeker aan TU DelftDe zorgplicht van IT

Zorg wekkende Informatievoorziening

p.4

Page 2: Lr ict zorg december 2015 los

www.ict-zorg.eu

215 december 2015

TECHNOLOGIE & TRENDS

Joshua Newman heeft jarenlang als huisarts gewerkt en trad zes jaar geleden in dienst bij Salesforce vanwege zijn frustratie dat het zo lastig was om patiënten goed te volgen, zowel op de momenten dat ze gezond zijn als op de momenten waarop ze ziek worden en hij ze doorverwees naar het ziekenhuis. “Als huisarts is het je taak om patiënten gedurende hun hele leven zo gezond mogelijk te houden”, steekt hij van wal. “Maar omdat we nooit de middelen hadden om patiënten te volgen, is de functie in de praktijk erg reactief. Mijn wens wat aan dat probleem te doen was de redenen voor mijn overstap.”

Op dat moment had Salesforce alleen een sales- en marketingsuite. Het idee was: als de Salesforce-software in staat is om klantgedrag nauwgezet te volgen en er proactief op in te spelen, kunnen we op basis van dit platform dan geen software bouwen die in staat is patiënten te monitoren en te volgen gedurende hun ‘patient journey’? De eerste stappen werden gezet op het gebied van een EPD, tot ze zich realiseerden: dit is helemaal niet waar Salesforce goed in is. We moeten niet de financiële stromen van een ziekenhuis willen afhandelen, we moeten bovenop de ‘systems of record’ een ‘engagement layer’ bouwen, die weliswaar data uit het EPD kan ophalen, maar die in de kern vooral is gericht op de relatie en de interactie met de patiënt.

Vijf jaar is er aan het platform gewerkt. Op Dreamforce, het jaarlijkse klantenevenement in San Francisco, werd Health Cloud gepresenteerd. De software maakt gebruik van de principes van het Salesforce marketing- en salesplatform, maar kent een ander datamodel dat volledig is afgestemd op wensen van zorgverleners: huisartsen, medisch specialisten, verpleegkundigen, fysiotherapeuten, thuiszorg-medewerkers, et cetera. “In principe kan iedereen die zorg verleent aan een patiënt met Health Cloud werken”, zegt Newman.

Diabetes appEr is een integratie tussen Health Cloud en het HealthSuite digitale zorgplatform van Philips. Dit is een open, cloudbased platform waarin klinische en andere persoonlijke gezondheidsgegevens van diverse apparaten en bronnen worden verzameld, met elkaar in correlatie worden gebracht en geanalyseerd. Zorgverleners, ketenpartners en patiënten hebben toegang tot gegevens. Patiënten tot hun eigen gegevens, artsen tot de data van hun individuele patiënten, maar ook tot volledige populaties. Dit laatste is vooral van nut voor onderzoekers.Het Philips HealthSuite digitale zorgplatform ligt aan de basis van de diabetesapp die Radboudumc samen met Philips en Salesforce heeft ontwikkeld voor patiënten met diabetes type 1. Het platform is geïntegreerd met de Salesforce Health Cloud en maakt gebuik van Salesforce Communities-platform.De app helpt patiënten bij het nemen van beslis-singen die gerelateerd zijn aan hun ziekte: kool-hydraten tellen, beweging en stressniveau in de gaten houden, bloedsuiker meten. Het academische ziekenhuis betrok bij de ontwikkeling van de app niet alleen medisch specialisten en app-ontwikkelaars, maar ook patiënten. Een van hen is Kim Tas, de dochter van Jeroen Tas, CEO van Philips Healthcare Informatics Solutions and Services. Samen met Lucien Engelen van het Radboudumc gaven ze op Dreamforce een presentatie.

Kim Tas weet als patiënt wat het is om voortdurend in je achterhoofd bezig te zijn met deze ziekte: “Je bent de hele dag aan het tellen: hoeveel heb ik ge-geten? Hoeveel heb ik verbrand? Steeds maar weer je bloedsuiker meten en je insuline bepalen. Maar nog lastiger is dat je geen totaaloverzicht hebt van alle belangrijke informatie. Die van je eigen metingen en de medische informatie van je zorgverleners.” Dat komt doordat veel zaken invloed hebben op je bloedsuiker, van je temperatuur tot stresslevels en

van eten tot bewegen. “Als je de tools niet hebt om dat integraal te monitoren, dan weet je niet goed wat er gebeurt in je lijf en dan weet je dus ook niet wanneer het verstandig is om je suiker te meten”, weet ze uit ervaring.

Er zijn al veel apps gericht op diabetespatiënten, maar allemaal focussen die zich op een stukje van de puzzel: op het tellen van koolhydraten in je eten, het monitoren van je activiteitenniveau, et cetera. Bovendien zijn de meeste apps puur gericht op de medische kant, op de gemeten waarden. Ter-wijl die waarden niet altijd alles zeggen over hoe je je voelt. “Soms zijn mijn waarden prima tussen de marges, maar voel ik me toch niet lekker. Artsen kunnen daar meestal geen verklaring voor geven. Die blijven maar zeggen: als je tussen je boven- en

ondergrens blijft, is het goed. Dat voelt voor mij als patiënt heel frustrerend, want dan heb ik geen idee hoe ik het kan oplossen.” Die oplossing heeft de door Radboudumc en Phi-lips ontwikkelde app ook nog niet direct, maar doordat de app de medische kant van diabetes type 1 verbindt aan de menselijke kant, zou die op termijn wel meer kunnen leren over hoe het li-chaam van een specifieke patiënt reageert. “Want als alle informatie op één plek samenkomt – life-style data en medische data – dan is het natuurlijk veel makkelijker om verbanden te ontdekken dan wanneer die data in allemaal verschillende syste-men staan.”

Chronische ziekten onderbelichtJeroen Tas is duidelijk over het belang van techno-

Diabetesapp helpt patiënten in hun dagelijks leven

Patiënten ondersteunen in hun ‘patient journey’door: Mirjam Hulsebos

Anderhalf jaar geleden kondigden Philips en Salesforce aan te gaan samenwerken aan oplossingen om informatie in de gehele zorgketen beter te delen. Het resultaat is een integratie tussen het Philips HealthSuite digital platform en de Salesforce Health Cloud solution kit. Onderdeel hiervan is het Philips CareCatalyst persoonlijk gezondheidsdos-sier, dat volledig kan worden afgestemd op de informatiebehoeften van zorgverleners en patiënten. De eerste concrete toepassing op basis van dit platform is er ook al: de bètaversie van een diabetesapp ontwikkeld door Radboudumc in samenwerking met enkele diabetes type 1-patiënten.

“Technologie biedt mooie manieren om de zorg aan chronische patiënten

écht te verbeteren”

VerspreidingICT/Zorg is gericht op beslissers bij organisaties in de complete Nederlandse zorgsector (care en cure) en bereikt ruim 10.000 beslissers bij ziekenhuizen, revalidatiecentra, verpleeg- en verzorgings-tehuizen, thuiszorg, welzijn, GGZ, GGD en overheids instanties. De uitgave is gericht op managers ICT / CIO’s, CFO’s en bereikt de beslissers bij de toeleverende ict-bedrijven in Nederland.

©DNU 2015

ICT/zorgVakblad voor managersen ict-professionals in de zorg

Jaargang 3, nummer 415 december 2015

Online: www.ict-zorg.eu

Abonnementen en [email protected]

Uitgever:De Nederlandse Uitgeefgroep BV

Postbus 1517400 AD DeventerStaverenstraat 137418 CJ Deventer

T (0570) 61 11 00F (0570) 61 11 52E [email protected] www.dnu.nl

EindredactieMarijke Dekker

Redactie en medewerkersJeroen BerkhoutMarijke DekkerMario GibbelsAmely HartgringMirjam HulsebosHenk JansenGerrit-Jan LogtKim LoohuisLisa MooijmanRube van PoelgeestBart [email protected]

ProductmanagerGeerhard Ellens

Redactie uitgelichtIngezonden bijdragen vallen buiten verantwoordelijkheid van de redactie. Aanvragen inzenden aan [email protected].

FotografieRon HendriksRutger OosterhoffPeter van DierenSjansjee Fotografie

Commercieel adviesTotal Publishing Services bvJohn van PeltSjoerd SpringerThijs [email protected]

ProductiecoördinatieElise van [email protected]

Ontwerp en vormgevingRutger Oosterhoff LONCC BVwww.loncc.com

Druk en afwerkingSenefelder Missetwww.senefelder.nl

VerzendingSandd

Colofon

Page 3: Lr ict zorg december 2015 los

315 december 2015

TECHNOLOGIE & TRENDS

www.ict-zorg.eu

logie om chronische ziekten te monitoren: “Wereldwijd zijn er bijna 400 miljoen mensen met diabetes type 1 en type 2. Dat aantal neemt toe. Datzelfde geldt voor andere chronische ziekten. Chronische ziekten zijn verantwoordelijk voor 80 procent van alle zorgkosten, terwijl het systeem in de meeste landen is georganiseerd rond acute zorg. Door het verbeteren van processen in de chroni-sche zorg is veel winst te behalen. In tests hebben we de kosten voor zorg aan de patiënten (COPD, CVRM, hartfalen, diabetes) die bovendien een hoog risico hebben op verergering of complicaties met 27 procent weten terug te dringen, puur door betere monitoring en betere communicatie tussen artsen en patiënten en tussen patiënten onderling.”Daarin spelen apps en monitoringtechnologie bij mensen thuis een belangrijke rol. “Er is steeds

meer goed geijkte monitoringtechnologie die pati-enten thuis kunnen gebruiken, denk aan bloed-drukmeters, hartslagmeters en activity-trackers. En er komen steeds meer goede apps, zoals de di-abetesapp. Als patiënten zichzelf thuis kunnen meten en monitoren, komen er meer data be-schikbaar. Die kunnen we enerzijds gebruiken om artsen te helpen ziekten beter te leren begrijpen en anderzijds om sneller in te grijpen als de situatie bij een patiënt verandert”, stelt Tas. “Technologie biedt mooie manieren om de zorg aan chronische patiënten écht te verbeteren.”

Diabetesapp helpt patiënten in hun dagelijks leven

Patiënten ondersteunen in hun ‘patient journey’

Directeur Radboud REshape Center Lucien Engelen,

CEO Philips Healthcare Informatics Solutions and Services

Jeroen Tas, en zijn dochter en diabetes-patiënte Kim Tas

Hoe werkt de diabetesapp?Patiënte Kim Tas gaf op Dreamforce een demo van de door Radboudumc en Philips ont-wikkelde app. De app geeft een bericht dat ze is vergeten haar bloedsuiker te meten. Dat doet ze. Ze voert ook in wat ze heeft gegeten, hoeveel beweging ze heeft gehad en hoe hoog haar stressniveau is (op een schaal van 1 tot 5). De app telt automatisch de koolhydraten en geeft, tevens rekening houdend met de hoeveelheid beweging en het stressniveau, tevens een signaal wanneer ze haar bloedsuiker opnieuw moet meten. De app houdt ook bij hoeveel insuline wordt gebruikt. In de app zit verder een social deel. Dit bestaat uit twee componenten: een gedeelte waarin de patiënt contact kan zoeken met het zorgteam en een community die gebruikt kan worden om contact te zoeken met andere patiënten. “Stel dat ik een nieuwe sport wil gaan beoefenen en ik weet niet hoe mijn lichaam daarop zal reageren. Dan kan ik een vraag stellen aan de community en geven andere patiënten die diezelfde sport beoefenen, advies. En ik kan die vraag ook stellen aan mijn arts.”

De patiënt bepaalt zelf wie welke data mag inzien. Zo kan de patiënt zijn ouders of vrienden toevoegen. Doordat zij kunnen meekijken, kunnen ze zien of degene die zij liefhebben wel goed op zichzelf past. Jeroen had die mogelijkheid graag gehad toen de ziekte bij zijn dochter werd ontdekt, die op dat moment twaalf jaar was. “Die eerste tijd was een enorm stressvolle periode. Diabetes type 1 wordt meestal in de kindertijd ontdekt, bij Kim ook. Er komen veel vragen op ouders af. Wat mag je kind eten op een verjaardagspartijtje? Hoe regel je dat er op school iemand is die weet wat er moet gebeuren als ze te veel of te weinig insuline krijgt? Kan ze nog bij een vriendinnetje slapen en hoe regel je dat? In de community kunnen ouders elkaar tips geven, zodat niet iedereen zelf het wiel zit uit te vinden. En het is ook gewoon fijn om steun bij elkaar te zoeken als je je zorgen maakt. Andere ouders begrijpen je gevoelens nu eenmaal beter dan een arts die misschien wel alles van de ziekte weet, maar het niet zelf meemaakt.”

Een bètaversie van de app wordt momenteel door het Radboudumc onder een grotere groep patiënten getest. Naar verwachting komt de app medio 2016 op de markt.

www.red-kite.nl · [email protected] · 035-5231232

EFFICIËNTERE ONCOLOGISCHE ZORG Sectra Digitale Pathologie

Sectra’s digitale pathologie oplossing is gebouwd op hetzelfde platform als het Radiologie PACS. Het gemeenschappelijk technisch platform maakt een nauwe samenwerking mogelijk tussen de twee specialismen. Zie voor meer informatie sectra.com/pathology.

Sectra Benelux - [email protected] - 036 540 1970

Page 4: Lr ict zorg december 2015 los

www.ict-zorg.eu

415 december 2015

STRATEGIE

door: Amely Hartgring en Bart Stofberg

De zorg heeft zichzelf de afgelopen jaren indrukwekkend verbeterd, ondanks de soms idiote druk op de kosten. Niet alleen heeft de zorg, lijkt het, moeiteloos nieuwe werkwijzen en technieken geadapteerd en geadopteerd, maar ook procesmatig zijn ze veel beter geworden: er gaat steeds minder fout en we hoeven niet meer lang te wachten op de polikliniek. Het ziekenhuis heeft met zichzelf gedaan wat ze ook bij de patiënten bereikt: beter worden. Ongetwijfeld hebben IM en IT daaraan bijgedragen. Goed om te kijken wat IT allemaal kan leren van de zorg.

Zorg en ITdoen immers hetzelfde: samenwerken in een team. In de zorg werken ze samen in een medisch team en binnen IT werken we samen met een IV-team: mensen uit de zorg, uit stafdiensten, informatiemanagers en functioneel beheerders, allerlei it-specialisten, -generalisten en –managers, leveranciers en partners en - waarom niet - collega’s uit andere ziekenhuizen. Eén team, met een gezamenlijke ambitie en een gezamenlijk doel. Toch?

Wie is de vijand?Als je aan de leden van een medisch team vraagt wie de vijand is, dan noemen ze niet IT, of andere afde-lingen, of leveranciers of partners. Dan noemen ze zelfs niet eens andere ziekenhuizen, de concurrentie. Nee, het antwoord zal variëren, maar de strekking niet. De vijand, dat is de ziekte, dat zijn de aandoeningen, de virussen en de bacteriën. De vijand, dat is de ongezondheid van de patiënt. Natuurlijk vindt niet iedereen in zo’n team elkaar aardig, natuurlijk heb-ben ze commentaar op elkaar, maar uiteindelijk is het duidelijk wie de vijand is: de ziekte, de aandoening of de blessure. En de overwinning op de vijand heet: beter worden. Als je aan de leden van een it-team vraagt wie de vijand is, dan is het antwoord juist wel: die van de zorg of die van IT, afhankelijk van het kamp waarin je zit. Soms is het nog erger: dan zijn die andere it’ers, die er niks van snappen, de vijand. Of anders wel

de mensen bij de leverancier of bij de partner. Wij borgen de samenwerking in contracten of SLA’s, want die ander is in de kern niet te vertrouwen. Maar sluiten we contracten, omdat die anderen niet te vertrouwen zijn, of vertrouwen we die ander niet, omdat we contracten met ze sluiten? In een medisch team sluiten ze geen SLA’s of contracten, daar werken ze gewoon goed samen. Zullen wij van IT dat eens van ze overnemen? Zullen wij ook de ziekte, de aandoening en de blessure van de patiënten de vijand noemen? Is ons primaire doel niet dat patiënten beter worden, ons secundaire doel dat de zorg beter wordt en ons derde doel dat de IT beter wordt?

We zijn één teamWe zijn dus een team, met een heldere rolverdeling, met mensen die goed zijn in hun werk, die we dat werk kunnen toevertrouwen. Met processen en procedures om te voorkomen dat het fout gaat en met vakmensen die zorgen dat het goed gaat. Een multi-disciplinair team, een team van gedreven vakmensen, die samen de klus klaren, omdat ze goed zijn in hun vak én omdat ze elkaar durven te vertrouwen. Als ze dat kunnen in een medisch team, dan is het toch onze eer te na dat we dat binnen IT niet kunnen, of durven?Patiënten op een afdeling, maar ook controlebezoek op de polikliniek, dat is wat wij bij IT beheer noemen.

Betrouwbare verpleging met oog en oor voor de patiënt. Of, in onze taal: betrouwbare dienstverlening met oog en oor voor de gebruiker. De dingen die moeten gebeuren zijn verankerd in het proces, maar de echte kwaliteit zit ‘m in de mensen die op elkaar en op het proces kunnen vertrouwen. Het proces zorgt ervoor dat het niet fout kan gaan, alle routine is verankerd in het proces. Wanneer iemand zijn medi-cijnen moet krijgen, welke medicatie dat is en in welke dosering dat nodig is, het is allemaal verankerd in de procedures en de processen, net als de vast-legging van de daadwerkelijk toegediende medicijnen. Maar de kwaliteit van de verzorging, de aandacht voor de patiënt en de familie, die wordt bepaald door de houding en het vakmanschap van de verpleeg-kundigen en artsen. Steeds weer die tweedeling: het proces zorgt ervoor dat het niet fout gaat, de mensen zorgen ervoor dat het goed gaat. Zodra we dat principe uit het oog verliezen gaat het mis, in de zorg voor de patiënten en in de zorg voor de zorg.

Verandering Grote sprongsgewijze verandering vindt in de zorg plaats in de operatiekamer, helemaal afgesloten van het dagelijks beheer, zelfs als die mensen uit het team zelf regelmatig beheer doen. Een toegewijd team, allemaal specialisten, speciaal samengesteld voor deze verandering, met een eenduidige focus en een eenduidig doel: een specifieke verandering door-voeren. Op basis van een duidelijke veranderopdracht, maar ook op basis van een vaste werkwijze wordt de verandering aangepakt. Als het team onderweg andere misstanden tegenkomt, worden die wel geconstateerd, maar niet er-nog-even-bij opgelost. Alleen als het nodig is voor het behalen van de oorspronkelijke doelstelling wordt afgeweken van de geplande aanpak. Het resultaat is een ingrijpende verandering, in lijn met het doel, en stabilisatie van alle andere factoren. Met zo weinig mogelijk ver-rassingen.

De zorgplicht van ITDeel 3 (slot): Zorg wekkende Informatievoorziening

softwarefor healthcare

Bezoek ons op www.rvc.nl Baarnsche Dijk 21, 3741 LP Baarn, T 035 628 5320

RVC marktleider in enterprisePACSmét ECG, endoscopie,

oogheelkunde en

digitale pathologie

easy rent2

[email protected] Tel. 0318 495 300

“Al meer dan 50 jaar gespecialiseerd in de verhuur van Server-, Storage- en Netwerkapparatuur.”

Huur al vanaf één dag Tijdelijke projectenLevertijd overbrugging Migratie trajecten

Page 5: Lr ict zorg december 2015 los

515 december 2015

STRATEGIE

Amely Hartgring is

Cliënt Director

Gezondheidszorg

bij Quint Wellington

Redwood.

Twitter:

@AmelyHartgring

Bart Stofberg is

organisatieveranderaar

bij Quint Wellington

Redwood.

Twitter:

@BartStofberg

Daar kunnen wij van IT het een en ander van leren. Focus op het veranderdoel. De meest geschikte mensen vrijmaken voor de verandering en in ieder geval tijdelijk vrijmaken van beheertaken. Zodat iedereen geconcentreerd kan werken aan de verandering. Zodat de verandering ook daadwerkelijk succesvol wordt doorgevoerd.

ArchitectuurNatuurlijk doet de zorg ook aan architectuur, alleen noemen ze het niet zo. Er is een uitgebreid gezamen-lijk woordenboek, zodat alle gebruikte termen eenduidig zijn en door iedereen hetzelfde worden begrepen. Er is een atlas van de verschillende informatielagen (spieren, botten, zenuwen, bloed-banen, …) van het menselijk lichaam, zodat iedereen daarover ook steeds hetzelfde beeld heeft. Er is een generiek bestemmingsplan met ideale waarden op allerlei gebied, zodat we een gezamenlijk beeld hebben van de gewenste situatie, dat ertoe leidt dat er voor iedere patiënt een duidelijk behandelplan kan worden opgesteld. En er zijn duidelijke afspraken, die ervoor zorgen dat we precies weten wat we aan elkaar hebben. Dat zou IT ook eens moeten doen. Nooit meer het woord architectuur gebruiken, dat woord hebben we met elkaar genoeg vergiftigd, maar samen met zorg een woordenboek hanteren, zodat we dezelfde taal praten, of weten waar we dat niet doen, en een atlas, zodat we een gezamenlijk beeld hebben van de huidige situatie. Dat woordenboek en die atlas maken het mogelijk dat we met elkaar duidelijke en een-duidige afspraken maken, zodat we op elkaar kunnen bouwen en een gezamenlijk bestemmingsplan kunnen opstellen, opdat we een gezamenlijk beeld hebben van de gewenste toekomst.

Vertrouwen In de zorg wordt in het algemeen goed samengewerkt tussen alle verschillende disciplines. Logisch ook, want iedereen weet dat de samenleving er beter van wordt. Het is tenslotte fijn om een zinvol beroep uit te oefenen, dat bijdraagt aan het verhogen van de gezamenlijke welvaart. Daar word je vrolijk van. Allemaal goede en gedreven vakmensen, die op een heleboel manieren op elkaar vertrouwen. Zonder gekissebis doen ze in de zorg hun werk, en tegelijker-

tijd kunnen ze elkaar de waarheid zeggen, het leven en de gezondheid van de patiënt staan immers op het spel. Vertrouwen in elkaar en vertrouwen in de eigen bijdrage aan de samenwerking, het vormt de basis voor echte samenwerking. In de IT zou het niet anders moeten zijn. Vol vertrouwen werken de mensen uit de zorg met elkaar samen, de zorg verdient niet minder. Eén team, met een gezamenlijke ambitie en een gezamenlijk doel. Zodat die medische teams er daadwerkelijk iedere keer het beste van kunnen maken, bij iedere patiënt en bij iedere behandeling.

Zorg wekkendZiekenhuizen kunnen het zich niet veroorloven dat it-afdelingen zorgwekkend achterblijven bij de kwaliteit van de zorg. Ziekenhuizen mogen eisen van hun it-afdeling dat ze zorg wekkend voorop lopen op de samenwerking in medische teams. Omdat de kwaliteit van de zorg meer en meer afhankelijk wordt van de kwaliteit van IT. Zou het niet mooi zijn als ze op de afdeling en in de operatiekamer vinden dat ze nog een heleboel kunnen leren van de manier waarop IT met elkaar samenwerkt? Zoals een manager van Google onlangs zei: “Wij schamen ons elk jaar kapot voor het niveau dat we vorig jaar hadden.” Ik wens ziekenhuizen een it-afdeling die jaar in jaar uit hetzelfde kan zeggen.

De zorgplicht van ITDeel 3 (slot): Zorg wekkende Informatievoorziening

In de twee vorige afleveringen hebben we gezien dat IT een helder beeld moet hebben van succes, want dan kunnen it-medewerkers erop sturen om dat succes te behalen. Dat beeld is er: informatie en technologie dragen optimaal bij aan het succes van het ziekenhuis. Het is aan IT om het ziekenhuis te helpen om haar onderscheidend vermogen te verhogen en haar onderscheidend onvermogen te verlagen. Ja, de zorg is door informatie en technologie een stuk beter geworden. Zou het andersom ook kunnen?

www.ict-zorg.eu

Column

Goed nieuws van het zorgfrontRecent stond er een column met deze titel in de weekendaflevering van de New York Times. Maar aan elke voorkant zit een achterkant, zou Cruijff zeggen. En dat is hier ook weer het geval. Het is een merkwaardig artikel. Maar het is een gerenommeerde krant die je maar beter serieus kunt nemen. De zorguitgaven stijgen de afgelopen jaren in Nederland met zo’n 7 procent per jaar. Wij (Nederland) zijn met de USA absolute koplopers als het over zorgkosten per capita gaat.

In de USA zijn ze van mening dat het land failliet is als dat zo doorgaat. Of die stijgende kosten ook in de kwaliteit tot uitdrukking komen, is maar zeer de vraag. Daar zijn de geleerden het niet over eens. Nu terug naar dat artikel. In de USA blijkt dat de kosten van de gezondheids-zorg de afgelopen jaren vanaf 2010 (de invoering van Obama care) nog maar met 1,6 procent zijn gestegen. De afgelopen 12 maanden zelfs met slechts 1,1 procent. Als dat zo doorgaat, betekent dat in 2020 175 miljard dollar minder uitgaven dan voorheen geprognotiseerd. Tel uit je winst.

De vraag is hoe dat komt en of dit structureel is. Natuurlijk is de eerste verklaring dat het slechts tijdelijk is, omdat mensen tijdens de economische crisis minder vaak naar de dokter gaan om kosten te besparen. Straks dus een inhaalslag en meer verwaarloosde ziektes. Maar dat kan wel zo’n zes jaar duren, leert de praktijk. Een tweede verklaring is dat de inflatie nu eenmaal heel laag is, ook voor de zorgkosten. Dat is dus ook niet structureel. Tot zover plausibele ver-klaringen. Maar nu komt hij. Als derde ‘schuldige’ wordt innovatie met informatietechnologie uit de kast gehaald met de volgende redenering. Door de economische crisis wordt minder geïnvesteerd in dure technologie. Zodra de economie aantrekt, gaat deze innovatie ook weer door, met tot gevolg hogere kosten.

Nu zijn de lezers van dit magazine natuurlijk van mening dat informatietechnologie ertoe doet. Processen kunnen efficiënter worden ingericht met tot gevolg kortere verblijftijden in IC en het ziekenhuis. Robots moeten voorkomen dat er minder ‘fouten’ worden gemaakt, waardoor minder heropnames nodig zijn. En dure diagnostische technologie leidt tot betere diagnostiek, met tot gevolg minder fouten door verkeerde diagnostiek. Natuurlijk is de valkuil dat een dode patiënt niets meer kost, maar daar staat tegenover dat ‘voorkomen beter is dan genezen’. Zie ook het boek van Guus Schrijvers over het ‘Cappuccino Model’.

Gelukkig sluit het artikel af met de constatering dat de toepassing van ‘geavanceerde analytics’ (is ook informatietechnologie, zoals Watson van IBM) exponentieel groeit en ons beter zicht geeft op waar geld verdiend wordt bij betere kwaliteit. Waren vroeger, stelt hij, innovaties vooral gericht op betere kwaliteit tegen hogere kosten, nu komen er ondernemers die zich vooral richten op innovaties voor betere kwaliteit tegen lagere kosten. Gelukkig! ICT-management van zorginstellingen kan haar steentje dus weer bijdragen door zich ‘geen knollen voor citroenen’ te laten verkopen.

Rube van Poelgeest

n Rube van Poelgeest is Interim CIO

@rubevpoelgeest

Laat u geen knollen voor citroenen verkopen!

Page 6: Lr ict zorg december 2015 los

www.ict-zorg.eu

615 december 2015

PRAKTIJK

eMental Health bij Dimence Groep

“Implementeren gaat in golfbewegingen”

René Rust, Hoofd Informatisering bij Dimence Groep

door: Gerrit-Jan Logt

Dat eMental Health (EMH) in de GGZ in opkomst is, mag inmiddels een open deur heten. Door overheid, verzekeraars, management, aanbieders, maar ook steeds meer door zorgverleners en door patiënten zelf, wordt EMH gepropageerd. Maar hoe ver is die ont-wikkeling inmiddels gevorderd? Zijn er successen te melden, mijlpalen, nieuwe doelen? Of staan tussen droom en daad wetten in de weg, en praktische bezwaren? ICT/Zorg sprak met René Rust, Hoofd Informatisering bij Dimence Groep, en maakte de balans op.

Dimence, een instelling voor geestelijke gezondheids-zorg, welzijn en maatschappelijke dienstverlening, is een fusieorganisatie die zeven jaar geleden ontstond en nu zo’n 2800 werknemers telt. Sinds drie jaar is de instelling georganiseerd als Dimence Groep met zes stichtingen: stichting Dimence (specialistische/tweedelijns GGZ - verreweg de grootste unit), stichting Mindfit (basis-GGZ), Transfore (forensische psychiatrie), De Kern (maatschappelijke dienst-verlening), Jeugd GGZ, en WijZ (welzijn).René Rust is Hoofd Informatisering van de Dienst Informatisering & Automatisering, die de zes stichtingen ondersteunt. Zijn medewerkers verzorgen functioneel applicatiebeheer, webontwikkeling en interne informatievoorziening.

MinddistrictRust vertelt dat eMental Health eigenlijk al vanaf de start van Dimence op de agenda staat. “We hebben lang getwijfeld of we zelf moesten ontwikkelen of kopen. Uiteindelijk viel de keus op Minddistrict als leverancier van ons platform voor EMH, en tot op de dag van vandaag werken we met hen samen.”“Sinds het begin zijn we continu bezig geweest, en nog steeds, met implementeren. Dat gaat in golf-

bewegingen. Er zijn succesvolle jaren bij en ook minder succesvolle. Vaak hangt dat samen met de aansturing en aandacht vanuit het lijnmanagement naar de verschillende teams.”

In de beginjaren stond het ontwikkelen van content, dus van EMH-toepassingen, centraal. Dat gebeurde door mensen van Dimence in samenwerking met Minddistrict. Inmiddels heeft Minddistrict een samenwerkingsverband van zo’n tien grotere GGZ-instellingen gevormd, waaronder GGZ Eindhoven, GGZ Noord-Holland Noord, en dus ook Dimence Groep, die gezamenlijk content voor haar cliënten ontwikkelt. De grote concurrent van

Minddistrict is IPPZ, dat eveneens een aantal grotere GGZ-instellingen als klanten heeft.Volgens de eHealth-monitor 2015 van Nictiz vond in 2014 nog maar zo’n 6% van de GGZ-behandelingen online plaats. Een verrassend en toch ook wel wat teleurstellend laag cijfer. Hoe staat het met de ont-wikkeling van EMH binnen Dimence?Geconfronteerd met de Nictiz-cijfers toont Rust een recente factsheet van Dimence Groep, die hogere cijfers laat zien: de percentages voor online zorg bedragen respectievelijk 31,7% (voor basis-GGZ), 21,3% (specialistische GGZ), 17,9% (jeugd) en 15% (forensisch). Op die cijfers valt overigens nog wel af te dingen, omdat ook het gebruik van email tussen cliënt en behandelaar hieronder valt. Toch zit EMH bij Dimence Groep volgens Rust duidelijk in de lift. “Vooral bij Mindfit, in de basis-GGZ gaat het goed met de invoering van EMH”, zegt Rust. Dat heeft volgens hem met een aantal factoren te maken: bij Mindfit is het beleid dat nieuwe cliën-ten altijd via het online platform ‘binnenkomen’ in de zorg, en gezien de minder complexe behandel-

trajecten en ook de minder zware psychische pro-blematiek van de Mindfit-cliënten zijn de drempels voor invoering van EMH lager dan bij de andere doelgroepen van Dimence Groep.

GedragsveranderingMaar er spelen ook andere zaken bij de implementatie van EMH een rol. “EMH vereist een gedragsveran-dering, niet alleen van cliënten maar ook van behandelaars.” De behandelaars bij Dimence Groep zijn meestal psychologen en psychiaters, hoogopgeleide professionals die vaak al jaren volgens een bepaalde methodiek werken. Het van bovenaf opleggen van werkprocedures pakt juist bij deze professionals vaak averechts uit. Niet iedereen is ook even handig in het online werken met ver-schillende toepassingen en devices. Dat geldt niet alleen voor behandelaars, maar vaak ook voor cliënten, zeker voor patiënten met complexere problemen. “EMH is nog geen gemeengoed”, zegt René Rust concluderend. Inmiddels is Minddistrict bij Dimence Groep gevuld met een groot aantal verschillende toe-passingen voor internettherapie, bijvoorbeeld op het terrein van angst, depressie, dwang, en ook met voorlichtingsmodules voor bijvoorbeeld ouders van kinderen met ADHD of autisme. Deze toepassingen bestaan uit geschreven tekst, instructiefilmpjes, in te vullen vragenlijsten, oefeningen, een dagboek-functie en interactie (berichtenverkeer).

BeeldbellenBeeldbellen zou in deze portfolio een belangrijke nieuwe impuls voor directe communicatie en be-handeling op afstand kunnen vormen, ook in het kader van de ambulantisering van de zorg. Maar bij beeldbellen lopen Rust en zijn medewerkers tegen implementatieproblemen aan. Niet alleen gebruiken cliënten en behandelaars een veelheid aan ver-schillende devices, ook zijn er grote verschillen in kennisniveau en ervaring. Bovendien spelen er, zoals overal in de gezondheidszorg, veiligheids-issues. “Skype is niet veilig”, zegt Rust. Daarnaast geldt bij een technologie als beeldbellen dat deze ook echt in 100% van de gevallen moet werken. “Negen van de tien keer is echt niet goed genoeg, dan haken gebruikers af”, aldus Rust. Zie dan maar eens, met de beperkte middelen die nu eenmaal beschikbaar zijn, het beeldbellen organisatiebreed uit te rollen…

VREen andere nieuwe ontwikkeling die veel belooft

voor de GGZ is Virtual Reality (VR). Ook daarin experimenteert Dimence Groep momenteel. Dit organiseert men ‘bottom up’, via een roadshow langs verschillende behandelteams, die worden uitgenodigd om zelf na te denken over VR-toepas-singen voor hun eigen doelgroepen. Daarvoor bestaat veel enthousiasme en er zijn ook al de eerste ideeën ontstaan, bijvoorbeeld voor het behandelen van pleinvrees.

Sowieso denkt Rust, op grond van zijn ervaring met implementaties, dat het de voorkeur verdient om nieuwe methoden en technieken eerst te ontwikkelen in kleine teams van gedreven behandelaars en ont-wikkelaars, en deze pas daarna te tonen en uit te rollen voor de rest van de organisatie.EMH is, kortom, bij Dimence Groep weliswaar nog geen gemeengoed, maar het is in alle units wel sterk groeiend. Dat bevestigt ook Yvonne Roelofs, appli-catiebeheerder op de afdeling van Rust, die dagelijks nieuwe aanvragen van behandelaars en cliënten binnenkrijgt.Volgens Rust is de ontwikkeling naar EMH ook een onomkeerbaar proces. “De zorg wordt er flexibeler, efficiënter en daarmee effectiever door”, zegt hij. Maar het kost jaren van verandermanagement en communicatie voordat je een grote organisatie van professionals helemaal om hebt. “Het ligt niet altijd aan de ICT”, besluit hij met een glimlach.

“EMH zit duidelijk in de lift”

Page 7: Lr ict zorg december 2015 los

www.ict-zorg.eu

715 december 2015

INNOVATIE

Bidarra houdt zich al jaren bezig met serious gaming. Bij de TU Delft geeft hij leiding aan het Game Technology Research Lab. De gezondheidszorg heeft daarbij zijn bijzondere interesse. “Daarvoor is zowel een opportunistische als een idealistische reden”, vertelt Bidarra. “Allereerst vind ik het heel zinvol om games te ontwikkelen voor de gezondheidszorg, omdat je ziet dat het een enorme impact kan hebben op de kwaliteit van leven van mensen. Tegelijkertijd zitten er ook heel veel technologische uitdagingen aan. Alleen al de enorme hoeveelheid technologie die mensen tegenwoordig in de vorm van een smartphone in hun broekzak hebben, biedt zoveel mogelijkheden.”Op dit moment is het Game Technology Research Lab van Bidarra bijvoorbeeld bezig met de ontwikkeling van een game die blinde kinderen leert om zich met behulp van geluid en headtracking te oriënteren. Een eerste prototype is al uitgetest door blinde kinderen bij zorginstelling Bartiméus in Zeist. “De kinderen reageerden heel enthousiast en we hebben goede feedback gekregen. Op dit moment werken we aan een nieuwe versie in samenwerking met het expertisecentrum Visio.”

Wat is op dit moment de rol van serious gaming in de zorg?“Die is nog minimaal. In de praktijk wordt serious gaming in de zorg nog weinig ingezet. Er is een groot verschil met bijvoorbeeld farmacologische middelen. Daar zitten wereldwijd opererende bedrijven achter die enorm veel investeren in de ontwikkeling van nieuwe medicijnen. Er is ook veel meer controle:

een nieuw medicijn wordt eerst jaren uitgetest voordat het op de markt komt. Zoiets zie je nog niet bij health games. Zo worden er allerlei health apps op de markt gebracht, met mooie beloftes, zonder dat daarnaar goed wetenschappelijk onderzoek is gedaan.”

Bij de health games is het nog het Wilde Westen?“Een beetje wel, ja.”

In welke sectoren van de zorg worden serious games nu al ingezet?“Je ziet in bijna alle zorgsectoren pilots met health games. In de ouderenzorg is bijvoorbeeld onlangs de Tovertafel van Active Cues geïntroduceerd, waarbij Alzheimerpatiënten gestimuleerd worden door bewegende beelden die op een tafel worden geprojecteerd. Het is bovendien een van de weinige serious games waarbij daadwerkelijk onderzoek naar het effect is gedaan. En bij onderzoek moet je dan niet denken aan de game-ontwikkelaars, maar aan gezondheidswetenschappers die naar de effecten van het spel kijken. Zij hebben immers verstand van de zorg en weten wat er in de hoofden van

mensen met Alzheimer gebeurt. Wat dat betreft is het ontwikkelen van serious games voor de zorg een zeer mulitdisciplinair gebeuren.”

Worden serious games ook in de ziekenhuizen gebruikt?“Ja, maar voornamelijk voor het trainen van het personeel. Zo is er bijvoorbeeld Underground van Grendel Games, een game waarmee chirurgen in opleiding met behulp van een Wii kunnen oefenen

met laparoscopische chirurgie. Dat is bijzonder nuttig, omdat deze vorm van chirurgie heel precies is en extreem veel oefening vergt. Oefenen is echter saai en door middel van zo’n game kun je dat leuker maken. Op die manier oefenen chirurgen in opleiding meer.”

Waarvoor zijn serious games met name geschikt?“Ik zou bij voorbaat geen enkel gebied in de gezondheidszorg uitsluiten. Wat bijvoorbeeld wel erg lastig is, is het veranderen van gedrag, zoals stoppen met roken, gezonder eten of meer bewegen. Ook zijn veel games mislukt omdat ze bijvoorbeeld te directief waren. Een game waarbij sprake is van een bestraffend vingertje, zoals een moeder die haar kind toespreekt, daar hebben mensen een hekel aan. Dan haken ze af. Je moet mensen juist stimuleren en belonen. Bijvoorbeeld door met levels te werken.”

Verwacht u dat de inzet van serious games de komende jaren zal toenemen?“Ik heb wel het idee dat professionals in de zorg ervoor openstaan. Maar het kost gewoon tijd omdat je goed moet onderzoeken wat de effecten van een game zijn.”

Is het inzetten van serious games ook financieel aantrekkelijk?“Bij sommige serious games is zeker sprake van een goede business case, al is het soms lastig uit-zoeken omdat de sector best conservatief is. Wij hebben bijvoorbeeld samen met twee tandartsen een game ontwikkeld, die mensen met angst voor een tandarts afleidt tijdens de behandeling. Patiënten krijgen een 3D-computerbril op en met behulp van een controller spelen ze een game. Dat kan kostbare minuten per behandeling schelen. De game is helemaal toegesneden op deze toepassing. Het speelt zich onder water af, is heel rustig en er duiken niet onverwachts allerlei vijanden op. Want de bedoe-ling is juist dat mensen er rustig van worden. Probleem bij health games is dat je eerst moet investeren in de game en moet onderzoeken of de game werkt. Dat kost tijd en veel geld.”

Hoe ziet u de toekomst van serious games in de zorg?“Ik verwacht dat er steeds meer gebruik zal worden gemaakt van serious games. We moeten echter wel uitkijken dat we de games er niet te snel door-drukken. Want als games hun pretenties niet waar-maken, worden mensen sceptisch en zeggen ze bij een volgende game dat het toch niet werkt.”

Rafael Bidarra, onderzoeker aan TU Delft:

“Serious games hebben enorme

impact op kwaliteit van leven”

“Een game leert blinde kinderen om zich met behulp van geluid en

headtracking te oriënteren”

door: Mario Gibbels

Rafael Bidarra, onderzoeker aan de TU Delft, ziet in de zorg volop kansen voor serious gaming. Al benadrukt hij als wetenschapper wel het belang van goed onderzoek voordat een game daadwerkelijk wordt ingezet. Want er zijn al hypes genoeg, vindt hij.

Page 8: Lr ict zorg december 2015 los

www.ict-zorg.eu

815 december 2015

VISIE

Toegegeven: er waren nauwelijks presentaties over ICT en zorg. Totaal twee. Toch ben ik van mening dat deze conferentie, en Gartner in zijn algemeenheid, interessant is voor de verantwoordelijken voor in-formatietechnologie in gezondheidszorginstellingen. Uiteindelijk komen we toch terecht bij de patiënt en die is ook consument. Hij of zij gebruikt smartphones en wordt steeds mondiger. Bovendien is de infra-structuur van bijvoorbeeld een ziekenhuis inmiddels wel de achilleshiel van een ononderbroken levering van zorg. Tegenwoordig is dat zonder robot ondenk-baar en is het uitvallen van wifi rampzalig. Ook zullen zorginstellingen de cloud moeten gaan gebruiken, al was het maar om naadloze communicatie tussen de eerste, tweede en derde lijn te verzorgen. Een ict-manager van een groot topklinisch ziekenhuis meldde mij dat zijn ambitie is: het leveren van een stabiele, flexibele en betaalbare onderlaag van de informatie-voorziening. Een onderlaag die bestaat uit het implementeren van een ‘state of the art’-infrastruc-tuur, die vitaal blijft en een platform kan zijn voor digitale innovatie. Nu die infrastructuur er is, is hij het afgelopen jaar onder andere aan de slag gegaan met ‘analytics’ om het voor het ziekenhuis mogelijk te maken om met behulp van dashboards te sturen.

Dat zijn thema’s waarmee ook andere bedrijfstakken volop bezig zijn en waarover je op dit symposium veel kunt leren. De overige 350 presentaties waren vaak gelardeerd met voorbeelden uit specifieke bedrijfstakken, ook uit de gezondheidszorg. Dat kwam dit jaar toch ook door de focus die Gartner zette op het Internet of Things (IoT’s). Bovendien werd voortgeborduurd op de ‘Nexus of Forces’ dat in 2012 werd geïntroduceerd.

De healthcare- sector wordt sterk geraakt door digitalisering

Internet of ThingsInformatie wordt in toenemende mate gegenereerd door IoT’s: de integratie en samenvloeiing van krachten opgewekt door cloud, mobiel, sociale media en informatie. IoT’s bestaan uit miljarden nieuwe objecten en sensoren die allemaal realtime data genereren. Het internet van dingen omvat hardware, embedded software (software die de aangesloten functies mogelijk maken), connectiviteit, communi-catiediensten en informatiediensten. Prognose in 2020: meer dan 26 miljard IoT’s. in 2016 30 procent

meer dan in 2015, en in 2016 elke dag 5,5 miljoen meer. Volgend jaar wordt elke minuut 2,3 miljoen euro besteed aan ‘the internet of things’. Binnen vijf jaar komen elk uur 1 miljoen ‘dingen’ online. De toe-passing van de IoT’s zijn legio. Vooral consumenten gebruiken ze: nu 3 miljard, in 2020 13 miljard. Ze worden gebruikt voor bijvoorbeeld ‘smart homes’, keukenapparatuur en energie-management. Maar ook bedrijven gaan het steeds meer gebruiken. Om in te bouwen in bestaande apparaten zoals auto’s, fabrieken en beveiliging (2020: 4,4 miljard). Maar ook om nieuwe producten te bedenken. Er zijn tal van voorbeelden: nieuwe sensoren in de gezondheids-zorg of sensoren die het risico van een autobe-stuurder in kaart brengen voor een verzekerings-maatschappij (2020: totaal 2,9 miljard).

Duidelijk is ook dat daarmee een heel scala aan nieuwe problemen opduikt, zoals privacy- en security-issues. De eerste toepassingen waren vooral gericht op kostenbesparingen, de klassieke manier van automatiseren. Gartner verwacht nu dat er complete nieuwe businessmodellen gaan ontstaan en dat ‘cross industry’-toepassingen in 2020 de overhand hebben. Een markant voorbeeld hiervan is een lamp waar een ‘wifi-repeater’ is ingebouwd. Dit jaar zette Gartner sterk in op de toegevoegde waarde van ‘embedded software’ in de IoT’s. Die maken volgens

Gartner het verschil. Het thema van dit symposium was dan ook ‘Time to take algorithms seriously’.

Technology and Business in 2030De achtergrond van dit thema werd goed opgebouwd in de presentatie ‘Technology and Business in 2030’ van Steve Prentice. Hij beschrijft de vier grote bewegingen die de vraag naar diensten en produc-ten dramatisch zullen beïnvloeden. De eerste is de Urbanisatie. In 2030 woont 70 procent van de mensheid in grote steden. Dat heeft grote invloed

op hoe diensten geleverd gaan worden. Een andere grote beweging is dat we almaar ouder worden. Dat de armoede van deze mensen ook in de meest arme gebieden zal afnemen, is een derde belang-rijke beweging. Men heeft dus steeds meer te be-steden. Vooral de zogeheten middenklasse groeit sterk. De laatste grote beweging is de zuid/oost-drift. We zien vooral het verre oosten, zoals China, sterk groeien ten opzichte van Europa en Noord-Amerika. Deze vier krachten beïnvloeden de vraag naar moderne technologie, zoals smartphones en cloudtechnologie. Maar ook daar zijn de nodige ontwikkelingen gaande, die de vraag verder zullen gaan versterken. We krijgen de beschikking over onbeperkte com-putercapaciteit in de cloud, apparaten worden steeds intelligenter en genereren heel veel data die we ver-volgens met steeds krachtiger tools gaan analyseren en dat brengt tot slot ethische en veiligheidsvragen met zich mee. De vraag is vooral of we uit ethisch oogpunt al die gegevens wel kunnen gebruiken. Zijn stelling is dat de combinatie van de wereldwijde

ontwikkelingen en de ontwikkelingen van de tech-nologie een aantal fundamentele ontwikkelingen gaan veroorzaken. Zo wordt alles persoonlijker. Vroeger was ‘big is beautiful’ het thema. Dat is niet langer zo. Prentice vertelt dat eenmansbedrijven kunnen concurerren met multinationals en dat productie heel individueel kan worden ingezet door 3D-printing. Vroeger ging het om grote robots, maar ze worden steeds kleiner. Zwermen kleine robots kunnen veel beter oogsten dan grote ‘harvesters’. Dit zeer tot frustatie van de boeren die van grote

tractoren houden. Verder is er sprake van een ver-andering van de klassieke hierarchieën. ‘Peer to peer’ en de ‘crowd’ zijn de nieuwe manier van zaken doen. Controlemechanismen worden anders en zelfregulering wordt de nieuwe standaard. De derde verandering die hij beschrijft is de wijze waarop we omgaan met ‘assets’. We kopen geen eigen auto meer, maar delen hem. We gaan niet meer naar een restau-rant, maar bestellen met behulp van slimme apps bij diverse take-away restaurants onze gerechten.

Bij ‘algorithmic medicine’ staat de dokter vaak langs de kant

Zelfs reputatie is niet meer ‘fixed’. Het verandert door sociale aanbevelingen en het wordt een variabele score. Geld leen je niet meer bij een bank, maar leen je van de crowd. Kennis wordt vervangen door de ‘cloud based virtual assistant’. Ervaring komt uit de ‘community’. Vooral banken zullen moeten leren leven met een andere kijk op ‘fixed assets’. Een vierde verandering gaat over de positie van slimme devices zoals smartphones. Of eigenlijk over de connectiviteit die het biedt. Apparatuur wordt immers steeds slimmer en doet dingen zelfstandig. In plaats van het gebruik van smartphones zullen chips ge-implementeerd worden bij mensen die die functie overnemen. En de cloud weet van tevoren wat we willen. De ‘personal assistant’ van Microsoft Cortana is daarvan een eerste voorbeeld. Met alle gevolgen voor de aansprakelijkheid voor genomen beslissingen. Apparaten kunnen we niet vervolgen voor verkeerde beslissingen. Stel dat we in een slimme auto zitten en een aanrijding veroorzaken. Wat dan? Een vijfde verandering is volgens Prentice de explosie van gegevens en de conclusie dat computers eigenlijk beter beslissingen kunnen nemen op basis van deze enorme hoeveelheden informatie dan mensen. De positie van mensen in bedrijven is vaak gebaseerd op de kwaliteit van de genomen beslissingen en dat staat nu onder druk. De zesde verandering die op til is in 2030 betreft het maken van nieuwe materialen. Het mani-puleren van chromosomen is daarvan een voorbeeld.

Gartner Healthcare 2015

Waar waren de zorginstellingen?

door: Rube van Poelgeest

Met 5.500 bezoekers, ruim 140 exposanten en meer dan 390 presentaties was het tradi-tionele Gartner Symposium, dat afgelopen november in Barcelona plaatsvond, opnieuw een symposium van betekenis. Een Gartner-official verzuchtte dat het symposium dit jaar ruim 8000 mensen moest faciliteren. Deelnemers en staf van Gartner tezamen, wel te verstaan. De grenzen van de logistieke mogelijkheden zijn zo ongeveer bereikt, vindt hij. In de USA bestaat inmiddels een stop op het aantal deelnemers. Toch was het aantal aanwezige Nederlandse zorginstellingen op één hand te tellen.

Page 9: Lr ict zorg december 2015 los

915 december 2015

VISIE

En in 2030?Wat betekent dit nu voor 2030? Duidelijk is volgens Prentice dat de aanwezigheid van ‘dingen’ alles be-palend is. In 2030 zullen er 26 miljard zijn en volgens IBM 100 miljard in 2050. Tachtig procent wordt nu gebruikt voor het managen van spullen. Op afstand meten of iets kapot is, zonder dat je het hoeft te bezoeken. Of het intelligente tennisracket. Gekoppeld aan deze spullen ontstaat de ‘product cloud’: alle gegevens die door alle ingebouwde sensoren over het product ontstaan. Deze ‘product cloud’ is waar-schijnlijk meer waard dan het product zelf. Als je het product dan ook nog gratis krijgt, waarschuwt Prentice, dan ben je waarschijnlijk zelf het product. Tesla komt langs als een computer op wielen. Zijn stelling is dat elk product digitaal wordt. Hij voorspelt dat in 2020 meer dan 75 procent van de S&P 500 bedrijven nu nog niet bestaan. Vroeger bestonden bedrijven gemiddeld 70 jaar. Dat wordt slechts 15 jaar. En de nieuwe bedrijven bestaan nu wellicht al in kleine vorm, ‘under the radar screen’. Bedrijven besteden nu veel geld aan het bestuderen van de concurrentie. Dat is zinloos, want de gevaarlijke bedrijven zijn de slimme kleintjes. Het zijn bedrijven die zich niet aan de ‘regels’ houden. En als ze dan succesvol worden, is het te laat om te reageren. Hij stelt dat er bijvoorbeeld gekeken moet worden naar ‘aanpalende’ bedrijven, die met dezelfde problemen worstelen. Hij noemt de gezondheidszorg en de financiële industrie als voorbeeld. De kosten van de gezondheidszorg zijn zo hoog en stijgen zo hard dat een combinatie van healthcare en financiële industrie voor de hand ligt. Hij noemt de verzekeringsindustrie, die bestaat bij de gratie van het delen van risico’s. Maar als we alle risico’s kennen en kunnen voorspellen, dan heeft dat model geen zin meer. Volvo heeft aange-kondigd dat het bereid is het risico van aanrijdingen over te nemen als hun auto’s autonoom rijden. Airbnb en Uber zijn markante voorbeelden. Die bieden betere service. Maar spelen niet volgens de regels, zo luidt het verwijt. Is dat niet waarover concurrentie gaat? Het creëren van een concurrentievoordeel? Volgens Prentice gaat het over het ‘aggregated virtual asset model’. Het gaat niet over het bezit zelf, maar om de afgeleide informatie. Dat is geld waard. Uber heeft het bezit van auto’s van de hand gedaan en laat dat aan anderen over. Dit in tegenstelling tot het klassieke taxibedrijf dat taxi’s heeft en chauffeurs in dienst heeft. Uber weet waar de klant is en waar hij naartoe wil. Het bedrijf weet waar de taxi’s zijn

en combineert deze kennis in de virtuele wereld. Ze hoeven dus geen auto’s te beziten, en dat is goedkoop. Hij noemt ook de ‘sharing economy’, waarbij mensen bezit delen omdat ze het niet altijd nodig hebben. Nu al populair bij consumenten, maar bedrijven gaan dat ook doen. Ook Airbnb verschuift de regels. Consumenten vinden het perfect, maar de hotel-sector staat te trillen op zijn grondvesten. Ze besteden geen geld meer aan marketing maar gebruiken ‘mond tot mond’- reclame. Wat er feitelijk gebeurt is dat google-achtige bedrijven tussen klassieke bedrijven en hun klant inkruipen. En met google-achtige bedrijven bedoelt Prentice bedrijven die informatie belangrijker vinden dan geld. Hij stelt verder dat in toekomstige be-drijven in plaats van mensen ‘smart machines’ het werk zullen doen. Dat is een oud verschijnsel, maar het zal nu op een andere manier gebeuren. Niet door mensen simpelweg door machines te vervangen. Machines zijn erg goed in ‘performance’ en ‘consistency’. Maar zijn ook goed in het nemen van rationele be-slissingen. Beter dan mensen het kunnen. Het model dat mensen robots aansturen is dus een achterhaald model. Omgekeerd kan ook. Ook het oude produk-tieprincipe, waarbij bedrijven produceren en klan-ten dat dan vervolgens kopen, is achterhaald. Een 3D-printer haalt dat gehele model onderuit.

De stap naar ‘artificial intelligence’ is klein. Het im-pliceert dat machines het werk van de mens op hoog niveau kunnen overnemen, inclusief de gevoels-wereld. Toch stelt Prentice dat dit nooit zal gaan gebeuren. Ook niet in 2030. Aan de andere kant kunnen machines heel ingewikkeld werk beter doen dan mensen dat ooit zullen kunnen. Hij geeft het voorbeeld van het landen op een vliegdekschip, ’s nachts, met regen en hoge golven. Dat kunnen machines nu al veel beter dan mensen en de Ame-rikaanse marine overweegt om deze klus uitsluitend door robots te laten doen. Deze robots zijn niet intelligent, maar goed in één specifieke moeilijke taak, en foutloos. We zullen nooit intelligente general purpose machines zien, die alles kunnen zoals mensen. Dat zal altijd het werkgebied van mensen blijven, stelt hij. Hij snijdt ook het onder-werp ‘digital ethics’ aan. Hoe je omgaat met de haast onbeperkte hoeveelheid gegevens, is straks cruciaal voor het succes van ondernemingen. Een verkeerde stap op dit vlak is dodelijk. Temeer daar we altijd gezegd hebben dat security het domein van IT is. Dat is en was in zijn ogen een verkeerde beslissing.

Digital ethics is een bussiness issue! Na de ‘digital business’ krijgen we te maken met de ‘algorithmic business’, ofwel ‘dingen die beslissingen nemen’. Doordat dit sneller en beter gebeurt dan mensen het kunnen, ontstaan nieuwe businessmodellen . Met straks 100 miljard dingen die beslissingen nemen en slechts 8 miljard mensen, is het effect duidelijk. Uiteindelijk ontstaan complete systemen die zelf-standig werken, zonder dat ze ons vragen welke actie genomen moet worden. In de gezondheidszorg worden de voorbeelden legio. Waar nu nog een dokter de uiteindelijke beslissing neemt, is dat straks steeds minder het geval. De mens blijft wel uiteindelijk verantwoordelijk, want je kunt een machine niet voor het gerecht slepen. Alhoewel? Prentice sluit af met het voorbeeld dat een actiegroep in de USA het voor elkaar heeft gekregen dat Sandra, een Oerang Oetang in de dierentuin, volgens de rechter ‘human rights’ heeft. Gaan we dit soort processen straks ook over robots krijgen? Of is dit Hollywood?

En de gezondheidsector dan?De healthcare-sector wordt sterk geraakt door digi-talisering. Tijdens het Symposium verzorgde Tom Handler een belangwekkende presentatie met als titel ‘Key strategies for optimizing your EHR in care delivery’. Hij begon zijn verhaal met de bekende ontwikkelingen: vergrijzing, stijgende kosten, tekort aan artsen en verpleegkundigen, maar ook een steeds verdere digitalisering en robotisering. Een ver-schuiving van gegevens naar informatie. Persoonlijke informatie die heel precies is en het mogelijk maakt om ziektes nauwkeurig te voorspellen. Deze ont-wikkelingen zorgen voor een ander zorgsysteem. Om te beschrijven wat dat voor het EHR-platform gaat betekenen, grijpt Handler terug op het bekende Gartner volwassenheidsmodel. Zijn stelling is dat er nog geen generatie 5-systemen in de wereld zijn en dat we ook geen idee hebben wat dat precies is. Hij stelt dat toekomstige EPD-systemen niet alleen alle soorten zorg geïntegreerd moeten kunnen onder-steunen, maar dat daaraan nu ook ‘virtuele zorg’ moet worden toegevoegd, waarbij de patiënt op afstand behandeld wordt. Bij ‘algorithmic medicine’ staat de dokter vaak langs de kant. De EPD-systemen

moeten dit allemaal kunnen ondersteunen. Deze systemen zullen worden geleverd door ‘megasuite vendors’, zoals EPIC, Cerner en Intersystems. Deze megasuites hebben vier geïntegreerde basisfuncties: EHR, Revenu Cycle Management (RCM), Patient Access, en natuurlijk analytics. Handler denkt dat de ‘best of breed’-aanpak door gebrek aan openheid van de leveranciers van megasuites de komende vijf jaar niet zal gaan lukken. Daarmee zullen deze ‘megasuites’ voorlopig allesbepalend zijn en een ‘best of suite’-strategie voorschrijven, als je althans alle functionaliteit geïntegreerd wilt gebruiken. Deze systemen zullen niet alle functionaliteit gaan leveren en zorginstellingen zullen voorlopig behoefte houden aan een ERP-systeem. Hij verwacht dat de megasuite vendors dezelfde ontwikkelingen zullen doormaken als ERP-leveranciers zoals SAP en Oracle hebben doorgemaakt in het bedrijfsleven, waarbij alle functionaliteit in één groot systeem is gepropt. Uiteindelijk bleek dat concept niet haalbaar, omdat gespecialiseerde bedrijven betere functio-naliteit konden bieden. Uiteindelijk is het ‘postmodern ERP’-systeem ontstaan. Dat is een Gartner-concept, waarbij het allesomvattende ERP-systeem ontman-teld wordt en een ‘core ERP’-systeem ontstaat. Handler verwacht een soortgelijke ontwikkeling in de zorg. ERP-systemen blijven in gebruik bij zorginstellingen, naast de megasuite. Maar nieuwe functionaliteit wordt door andere spelers aangeboden. Megasuite vendors zullen hun systemen uiteindelijk dus moeten ontsluiten, zodat andere software kan worden aangesloten. Voorlopig verzetten de megasuite vendors zich tegen deze ontwikkeling, maar het is volgens Handler onontkoombaar.

Handler stelt dat het ‘personal health and welness platform’ onafhankelijk ontwikkeld zal worden en niet in beheer van zorginstellingen zal zijn. Denk hierbij aan de discussie die in Nederland gaande is rond het PGD. Ook het ‘Payer System’ zal apart blijven. En hij pleit er ten slotte voor om training verplicht te stellen voor zorgprofessionals. Het is volgens hem ‘te gek voor woorden’ dat medewerkers door gebrek aan training en opleiding soms onvol-doende kunnen omgaan met systemen.

Page 10: Lr ict zorg december 2015 los

www.ict-zorg.eu

1015 december 2015

TECHNOLOGIE & TRENDS

Atul Butte MD PhD is directeur van het Institute for Computational Health Sciences, onderdeel van de University of California. Hij is een van de sprekers op Dreamforce, het jaarlijkse klantenevenement van Salesforce.com. Dankzij de introductie van Health Cloud kwamen dit jaar veel mensen uit de zorg op het evenement af. Artsen, medisch onderzoekers, ziekenhuisdirecties, farmaceuten. Allemaal op zoek naar meer kennis over hoe ze de enorme hoeveel-heden medische data beter kunnen benutten. Butte loopt hierin voorop. “Onze studenten doen nauwe-lijks nog op de traditionele manier onderzoek. Ze verzamelen geen data meer via klinische studies, maar richten zich op de data die er al zijn. Het mooie is: er zijn al ontzettend veel open databronnen. Van databases met genetisch materiaal tot en met beeldbanken met MRI-images. Dit zorgt voor een enorme versnelling van onderzoek naar ontstaans-oorzaken van ziekten.”

Nieuwe behandel-methodes ontwikkelen zonder klinische studies

Genafwijking ontdekkenHij houdt een kleine chip omhoog. “Dit is een GeneChip. Je stopt er wat genetisch materiaal in en hij meet of er bij deze patiënt sprake is van een ons al bekende genafwijking die hoogstwaarschijnlijk een ziekte gaat veroorzaken, zoals bijvoorbeeld het beken-de borstkankergen”, zegt Butte. Die ene chip kan nog niet zulke heel ingewikkelde berekeningen maken, maar er zijn ook al apparaatjes die 16 en zelfs 64 GeneChips combineren om veel dieper te graven.

Artsen kunnen op deze manier veel sneller én beter vaststellen welke variant van een ziekte mensen hebben en daarop hun medicatie afstemmen. Een ander voordeel: mensen die hun genetisch materiaal op deze manier laten onderzoeken, geven daarmee toestemming dat hun materiaal geanonimiseerd terechtkomt in een wereldwijde database. “Er zijn nu al 1 miljoen genetische datasets beschikbaar die onderzoekers kunnen gebruiken. Die data zijn voor iedereen beschikbaar. In de database zitten 16000 samples van vrouwen met borstkanker. Dat zijn meer datasets dan welk ziekenhuis dan ook beschikbaar heeft. Het is een prachtige bron van onderzoeksmateriaal, voor onze universiteit zelfs verreweg de belangrijkste bron.” Om de medisch specialisten en medisch onderzoekers in de zaal daarna direct toe te spreken: “Als jullie nu nog bezig zijn met het vinden van patiënten die willen meedoen aan een onderzoek, dan loop je achter de feiten aan. Want de data zijn er al.”

Open dataIn de VS alleen al delen 2400 laboratoria hun data op deze manier. Dat is publieke big data, ofwel open data. Toegankelijk voor elke burger. Dat leidde al tot een opmerkelijke vinding van een 17-jarig high school meisje. Zij ontwikkelde een kunstmatig brein dat is gespecialiseerd in het juist diagnosticeren van een bepaald type agressieve borstkanker. De industrie heeft haar vinding opgepikt en op basis van haar inzichten een nieuwe diagnostische test ontwikkeld die heel snel en tegen lage kosten uitsluitsel geeft. “Te gek”, roept Butte uit. “Een middelbare scholier die een betere diagnostische methode bedenkt voor borstkanker. Dankzij die open data.”Nieuwe manieren van diagnostiek maken vrij snel een einde aan de ‘International Classification of Deseases and causes of death’, de ICD, voorspelt Butte. We zijn nu toe aan ICD9. En hoewel het systeem zich natuurlijk steeds doorontwikkelt, is de basis

200 jaar oud. “In ICD2 stond nog ‘Visitation of God’ als ziekte en doodsoorzaak genoemd. Het systeem waarmee we ziektes altijd hebben gediagnosticeerd, is achterhaald. Zeker nu we zulke goede mogelijk-heden hebben om genetisch materiaal en radio-logische beelden te vergelijken met honderddui-zenden andere patiënten en zo veel nauwkeuriger, sneller en tegen lagere kosten vast te stellen welke variant van een ziekte iemand heeft.”

De volgende Pfizer wordt gewoon in een garage gestart

Citizen scientistBehalve voor snellere en effectievere diagnostiek kunnen deze inzichten ook de farmaceutische in-dustrie helpen bij het ontwikkelen van medicijnen. Het kost nu tussen de 3 en 12 miljard dollar om een nieuw medicijn te ontwikkelen. Deze torenhoge kosten en steeds kortere terugverdientijd vormen een rem op innovatie. Maar wat als ‘citizen scientists’ de open data gaan gebruiken om ziekteprofielen nauwkeuriger te onderkennen en mensen met de-zelfde genafwijking gaan vergelijken, waarbij de ene groep een bepaald medicijn wel krijgt en de andere groep niet. “Iedere burger kan nu onder-zoeken hoe de genetische expressie verandert door medicijngebruik. De data zijn beschikbaar! We hoeven deze onderzoeken niet langer over te laten aan de farmaceutische industrie; we kunnen als citizen scientist zelf inzicht krijgen in de werking van medicijnen, als je maar genoeg genetisch materiaal hebt van mensen met dezelfde genafwijking voordat zij begonnen met hun medicijnen en nadat zij een poosje bezig zijn.”

Een andere toepassing is het gericht zoeken naar nieuwe toepassingen voor bestaande medicijnen. “Viagra is bij toeval ontdekt, doordat erotische spanning de bijwerking was van een medicijn. Maar wat als we dit soort ontdekkingen niet langer aan het toeval overlaten?”, zegt Butte. Het is een terrein waarop zijn universiteit zich nu nog niet begeeft, maar in de toekomst mogelijk wel zal doen.

Webwinkelen Waarmee hij wel veel persoonlijke ervaring heeft, zijn webwinkels waar je allerlei medische onder-zoeksexperimenten kunt kopen. Zoals AssayDepot.com. De site ziet eruit als een gewone webshop, met winkelwagentje en al. Alleen zijn de producten bijzonder. Zoals een colonscopie op enkele tientallen ratten naar de werking van een bepaald darmmedicijn voor een paar honderd dollar.Als onderzoeker blijf je natuurlijk achter met de vraag: wat is de kwaliteit van dit onderzoek? Daarop heeft de universiteit van Californië een eenvoudig antwoord. “Allereerst controleren we de certificaten van de bedrijven om te beoordelen of ze aan onze basiscriteria voldoen. Vervolgens kopen we het-zelfde experiment bij drie bedrijven in. Als het goed is, leveren ze vergelijkbare resultaten. Als twee met hetzelfde resultaat op de proppen komen en eentje wijkt af, doen we bij een ander bedrijf een derde test. Onze ervaring is dat de kwaliteit van de experi-menten over het algemeen hoog is. En de kosten zijn significant lager dan die wij als universiteit zouden moeten maken. Bovendien zijn de resultaten sneller beschikbaar omdat we vandaag kunnen starten.”Hij loodst ons naar de website ConverstantBio.com, een bedrijf dat bloedsamples levert van mensen met een bepaalde ziekte, zoals mensen met een bepaald type leukemie. “Ze leveren de samples binnen 48 uur overal in de Verenigde Staten, op ijs. In plaats van dat onze onderzoekers eerst maanden bezig zijn

Big data opent de weg naar precision medicine

door: Mirjam Hulsebos

Jarenlang bestond het verrichten van wetenschappelijk onderzoek uit het stellen van een hypothese, die daarna werd getest. Deze methode is achterhaald, nu er zoveel medische data beschikbaar zijn, dat het niet langer nodig is voor ieder onderzoek opnieuw data te vergaren. Atul Butte van de University of California vertelt hoe big data versneld kan zorgen voor een geper-sonaliseerde behandeling. “Je hebt geen klinische studies meer nodig om nieuwe behandelmethodes te ontwikkelen.”

Atul Butte MD PhD,

directeur van het Institute for

Computational Health Sciences

Page 11: Lr ict zorg december 2015 los

www.ict-zorg.eu

1115 december 2015

TECHNOLOGIE & TRENDS

om vijftig leukemiepatiënten te zoeken voor hun onderzoek, kunnen ze nu na 48 uur al van start. Dat levert een geweldige verkorting van de onder-zoektijd op.” Hij ziet kansen op vele gebieden, vooral op terreinen waar de faalkans van clinical trials groot is. “Clinical trials zijn het duurste stukje onderzoek, en bovendien tijdrovend. Als je dat goedkoper en sneller kunt maken door data eenvoudiger beschikbaar te stellen, is er veel te winnen.”

EthiekNatuurlijk, Butte realiseert zich dat er ethische kanten zitten aan deze nieuwe typen van onderzoek. Hij vindt daarom dat patiënten altijd toestemming moeten geven voor gebruik van hun data en hier-over goed moeten worden voorgelicht. Want als ze alleen een vakje op een formulier moeten aankruisen, realiseren ze zich vaak nauwelijks waartegen ze ja of nee zeggen. Dan is er de legale kant. De wetgeving verschilt per land, dus hij raadt alle betrokkenen aan om zelf na te gaan wat in hun land toegestaan is. “Maar

de belangrijkste vraag die je jezelf moet stellen, is: wil ik mijn patiënten op deze manier helpen? Dat moet iedere arts en iedere onderzoeker zelf bepalen.” Een ander ethisch aspect hangt samen met zorg-verzekeraars. “Het bedrijf Complete Genomics levert een apparaat waarmee iedereen een DNA-

profiel kan maken op basis van een sample. De kosten zijn 33 dollar per profiel. Een bedrag dat veel consumenten zullen willen uitgeven als ze dan weten welke kans ze lopen om een bepaalde ziekte te krijgen. Maar wat gebeurt er als dit DNA-profiel in handen komt van een zorgverzekeraar? Het mag natuurlijk niet zo zijn dat iemand die een sterk verhoogde kans loopt op een bepaalde kanker-

soort puur door zijn genetische afkomst geen ver-zekering kan afsluiten”, stelt Butte scherp.Hij ziet ook kansen voor zorgverzekeraars. “We zullen met wetgeving moeten regelen dat je mensen nooit mag uitsluiten of meer mag laten betalen omdat ze een bepaald DNA-profiel hebben. Dan

haal je de basis onder het verzekeringsstelsel weg. Maar verzekeraars kunnen wel modellen verzinnen waarbij ze bepaald gedrag belonen”, stelt Butte voor. “Als je iemands DNA-profiel kent en dus de risico’s kunt inschatten dat iemand een bepaalde ziekte ontwikkelt, weet je ook welk specifiek gedrag de meeste gezondheidswinst oplevert. Natuurlijk is het voor iedereen belangrijk om fit te zijn en geen

overgewicht of hoge bloeddruk te hebben, maar bij de één levert bewegen meer gezondheidswinst op, terwijl de ander meer wint bij een specifiek voedingspatroon. Als je als zorgverzekeraar daarop gericht stuurt, zie ik daar best positieve effecten in.”Kansen voor start-upsButte is heilig overtuigd van de toekomst van ‘data driven medicine’. “We zijn inmiddels gewend geraakt aan het idee dat een online startup binnen enkele jaren een wereldmarktleider kan zijn. Dat gaat ook gebeuren in de medische wereld, de farmacie voorop. De volgende Pfizer wordt gewoon in een garage gestart”, voorspelt hij. Hij heeft er al een naam voor bedacht: Garage biotechs. “Misschien een idee voor jongens en meisjes die snel geld willen verdienen. Maar vooral een idee voor artsen en onderzoekers die écht hoop willen bieden aan patiënten en hun families. Dit is de toekomst. Wacht niet af, maar ga na hoe deze ontwikkelingen jouw ziekenhuis of onderzoeksinstelling kunnen helpen bij het verkorten van de time-to-market van nieuwe therapieën.”

Big data opent de weg naar precision medicine

“Een 17-jarig meisje ontwikkelde een kunstmatig brein, gespecialiseerd in het diagnosticeren van agressieve borstkanker”

Page 12: Lr ict zorg december 2015 los

www.ict-zorg.eu

1215 december 2015

VISIE

“Het is de arts die aan de patiënt toegang vraagt tot zijn data”

Lucien Engelen, directeur REshape Center van het Radboudumc:

door: Mirjam Hulsebos

Iedereen heeft de mond vol van de cloud en big data, maar wat betekenen deze ontwik-kelingen voor de zorg? Hoe kan big data onze alledaagse gezondheid bevorderen? En is 2016 hét moment voor ziekenhuizen, huisartsen en andere zorgverleners om in te stappen?

Big data heeft zich in de medische wereld tot nu toe vooral beperkt tot onderzoek. Dat leidde in sommige gevallen al tot veel betere en snellere manieren van diagnostiek (zie ook de artikelen Integrale diag-nostiek is belangrijke stap op weg naar personalized medicine en Big data opent de weg naar precision medicine). Maar een arts heeft tot op heden in zijn spreekkamer weinig te maken gehad met big data. Dat gaat snel veranderen, voorspelt Lucien Engelen, directeur van het REshape Center van het Radboudumc. In 2016 zullen de eerste patiëntentoepassingen verschijnen.

Lifestyle dataAan de basis hiervan ligt de ontwikkeling dat steeds meer mensen hun eigen data gaan verzamelen via hartslagmeters, stappentellers, digitale weegschalen, bloeddrukmeters, et cetera. Er zijn al diverse apps en platforms die deze data eenvoudig op één plek samenbrengen. “Deze trend maakt dat het primaat bij de patiënt komt te liggen. Het is niet langer de patiënt die aan de arts inzage moet vragen in zijn medische dossier, het is de arts die aan de patiënt toegang vraagt tot zijn data”, stelt Engelen.Het mooie van deze ontwikkeling is dat de metingen niet langer eenmalig of enkele keren per jaar plaatsvinden, maar dagelijks of zelfs continu. En in de gewone leefomstandigheden; niet op het moment dat iemand naar de kliniek komt.

Veel van de toepassingen die er al zijn of worden ontwikkeld geven consumenten de mogelijkheid om naast medische data zoals hartslag, bloeddruk en gewicht, ook informatie vast te leggen over lifestyle, gemoedstoestand of gevoel. Apps horende bij hart-slagmeters vragen hoe je training ging. Stappen-tellers geven je de mogelijkheid om op een schaal van 1 tot 5 aan te geven hoe je je voelt. En de door Radboudumc ontwikkelde Diabetesapp, die naar verwachting medio 2016 beschikbaar komt, vraagt patiënten niet alleen naar bloedwaarde, kool hydraten

en activiteit, maar ook naar stressniveau en emotie. “Patiënten kunnen deze data 24 uur per dag ingeven, waardoor er veel beter inzicht ontstaat in de in-vloed van allerlei aspecten waarvan we niet of nauwelijks weten of ze invloed hebben.” Als voorbeeld noemt Engelen het weer. “Bij astma-

patiënten is het gebruikelijk om te kijken naar het weer, maar bij andere aandoeningen nemen artsen het weer niet of nauwelijks mee. Terwijl we wel weten dat de hoeveelheid lux invloed heeft op hoe we ons voelen. Als je open databronnen zoals het KNMI combineert met data die patiënten zelf genereren, ben ik ervan overtuigd dat je patronen vindt. We staan aan het begin van een ontdek-kingstocht.”Een ontdekkingstocht die mogelijk wordt gemaakt door de door mensen zelf gegenereerde data op een geanonimiseerde manier onderzoeken. “Voorheen had je al een grote clinical trial als je 500 patiënten in je onderzoek betrok. Nu kun je data vergelijken van tienduizenden of zelfs honderdduizenden mensen. 100.000 keer N=1 dus”, roept Engelen uit.

Plicht om te gravenHoeveel mogelijkheden nieuwe technologie ook biedt, artsen zijn vaak nog huiverig, merkt Engelen. “Weten-schappelijke publicaties zijn altijd de driver geweest van vernieuwing in de medische wereld. Het is nu voor het eerst dat er andere databronnen beschikbaar komen die ook door niet-artsen onderzocht kunnen worden en die voor nieuwe inzichten gaan zorgen. Artsen zijn opgeleid met het principe van ‘evidence based’. Dat moeten ze nu loslaten, ze moeten voor iedere individuele patiënt zelf op zoek naar

‘evidence’. Als een patiënt vertelt dat hij zich niet goed voelt terwijl alle medische waarden wel goed zijn, dan zal de arts op zoek moeten gaan naar de oorzaken. Vroeger werd zo iemand met al zijn klachten naar huis gestuurd, want medisch gezien is er niets aan de hand. Nu hebben we de middelen

om dieper te graven. Dat maakt dat medische professionals de plicht hebben dat ook te doen.”Niet alleen artsen hebben die plicht, ook farma-ceuten, vindt Engelen. “Nu worden medicijnen na drie onderzoeksfases op de markt gebracht. Twee, drie jaar later krijgen de farmaceuten een lijst van gerapporteerde bijwerkingen op basis waarvan ze soms nog marginale verbeteringen aanbrengen en that’s it. Als patiënten zelf gaan bijhouden hoe ze zich voelen bij het gebruik van bepaalde medicijnen, krijgen farmaceutische bedrijven veel eerder inzicht in de bijwerkingen. En inzicht in wat een medicijn met een individuele patiënt doet. Door gegevens van heel veel patiënten te combineren, kunnen farmaceuten en apothekers voorspellen welke patiënten last gaan krijgen van de bijwerkingen en dus op zoek gaan naar een alternatief.”

VoorspellenDoor de patiënt gegenereerde data bieden ook de mogelijkheid om ziekten te zien aankomen. Engelen: “Het gaat niet alleen om het voorspellen van een hartinfarct. Er zijn veel meer ziekten die zich lang-zaam ontwikkelen en die je kunt zien aankomen door bijvoorbeeld gewicht, hartslag en bloeddruk te monitoren. En van sommige ziekten weten we niet of je ze kunt zien aankomen, dat moeten we nog gaan ontdekken.”

Predictive analysis zou veel mensen die zich nog gezond voelen, kunnen helpen. En het kan mensen die al ziek zijn helpen bij het voorkomen van mindere dagen of complicaties. “Nu raadplegen hooikoorts-patiënten nog de pollenkalender en letten mensen met astma goed op de weersverwachting. Straks gebruiken deze patiënten een app die op basis van hun locatie een push notification stuurt met een gepersonaliseerd advies voor die dag, aangepast aan de lifestyle van die patiënt.”

Vliezen brekenEngelen denkt dat 2016 het jaar is waarin ‘de vliezen gaan breken’. “Er zijn steeds meer apps en apparaten die mensen gebruiken om hun eigen gezondheid te monitoren en ze winnen nu snel aan populariteit. Gezonde mensen zien die apps nog vooral als leuke gadget, maar mensen die gezondheidswinst kunnen halen door zichzelf beter te monitoren, zullen het snel als noodzaak gaan zien en hierover ook in gesprek willen gaan met hun arts. Artsen hebben geen keus en moeten zich hierin echt verdiepen, want de eerste patiënt die hierom vraagt, staat vandaag of morgen op de stoep.”

Aan ict-afdelingen adviseert hij om processen te scheiden. “Je hebt IT nodig op twee snelheden: de gebruikelijke snelheid voor de bestaande systemen, zoals het in de lucht houden van het EPD of ECD. En kleine slimme groepjes bestaande uit minimaal een ict’er, behandelaar, verpleegkundige en patiënt die aan de slag gaan met deze nieuwe ontwikkelingen. Probeer dingen op kleine schaal uit. En durf samen te werken met leveranciers. Want veel van deze technologie is al beschikbaar. Als je je niet wilt laten overrompelen door snelle verkopers, bedenk dan in een KSG-tje - een klein slim groepje - zelf waar de behoeften liggen van patiënten en neem het heft in eigen hand, daarbij slim gebruik makend van wat de markt al heeft ontwikkeld.”

“ Ziekenzorg transformeert eindelijk naar gezondheidszorg”

Page 13: Lr ict zorg december 2015 los

1315 december 2015

PRAKTIJK

www.ict-zorg.eu

Dankzij nieuw IAM-systeem hebben verzorgenden meer tijd voor cliënten

Pameijer koppelt rechten aan rooster

door: Kim Loohuis

Een nieuw Identity en Access Management-systeem zorgt er bij Stichting Pameijer, een Rotterdamse organisatie die mensen met psychische problematiek of een (lichte) verstandelijke beperking ondersteunt, voor dat medewerkers alleen nog toegang hebben tot de gegevens van cliënten voor wie zij op dat moment zorg dragen. “Het rechtensysteem is gekoppeld aan ons planningsysteem, waardoor iedere medewerker direct de juiste toegangsrechten heeft. Dat werkt een stuk efficiënter en veiliger”, stelt projectmanager Marien Geense van Pameijer.

In het verleden werden toegangsrechten handmatig gekoppeld aan personen. “Dat was tijdrovend, inefficiënt en foutgevoelig”, vertelt Geense die in het dagelijks leven bij Pameijer strategisch adviseur ICT is. “Zoals bij vrijwel iedere organisatie, waren de toegangsrechten van een nieuwe medewerker eigenlijk nooit op de eerste werkdag volledig geregeld. Bij ons betekent ieder uur dat een behandelaar of verzorgende moet besteden aan het verkrijgen van de juiste rechten, een uur minder zorg voor cliënten. Dat leidde tot frustratie bij onze medewerkers.” Bij Pameijer werken zo’n 2500 medewerkers die samen circa 5000 cliënten bedienen. Omdat de organisatie altijd de overtuiging heeft gehad dat het efficiënter moest kunnen, begon men met het ontwikkelen van een eigen tool. “Maar dat bleek een complexe klus. Daarbij werd, ook in het licht van de veranderende wet- en regelgeving, het privacy-aspect van onze cliëntgegevens steeds belangrijker. Ook om die reden wilden we het beheer bij ICT weghalen en op de juiste plaats neerleggen, namelijk bij de medewerker en zijn of haar manager.”

Zoveel mogelijk automatiserenDe stichting begon met het op orde brengen van de informatie in de organisatie. Van alle begrippen werden definities vastgesteld, zodat iedereen over hetzelfde sprak. Vervolgens nam men de processen onder de loep en werd bekeken welke stappen uit de processen geautomatiseerd konden worden. “Om de foutgevoeligheid te verlagen, wilden we zoveel mogelijk handmatige acties eruit halen.” Daarna ging Pameijer op zoek naar een leverancier die in staat was om een grafische tool te leveren die de medewerkers zelf konden beheren en bedienen. “We wilden dat onze mensen eenvoudig zelf de benodigde rechten bij elkaar kunnen klikken, zonder dat ze daarvoor uitgebreide databasekennis nodig hebben. Een andere

eis was dat we applicaties wilden koppelen op basis van Role Based Access Control (RBAC). En natuurlijk moest het een stabiele leverancier zijn, met expertise en kennis van de zorgmarkt.”

Levenscycli van accountsPameijer kwam uit bij een Nederlands IAM-soft-warebedrijf. “We hadden al veel voorwerk gedaan, gekeken naar de informatie in onze systemen, naar de bronsystemen en de benodigde informatie voor verrechting. We konden daardoor naar de leverancier heel duidelijk aangeven hoe we de architectuur en inrichting voor ogen hadden.” De implementatie van de IAM-oplossing is in fases verlopen, vertelt Geense. “Eerst hebben we de levenscyclus van accounts (create, read, update, delete) toegepast en live gebracht.

Een nieuwe medewerker wordt in het personeels-systeem aangemeld en krijgt bepaalde gegevens mee, zoals de voorziening of locatie waar hij of zij werkzaam is. Dat zorgt ervoor dat elke gebruiker met de juiste waarden in onze Active Directory wordt aangemaakt. Vervolgens moet de workflow worden geconfigureerd, zodat de manager een mail krijgt met de gegevens van de nieuwe medewerker. Op het moment dat de nieuwe werknemer start, heeft hij of zij direct een wachtwoord en weet het systeem ook welke rechten nodig zijn. Voorheen had een mede-werker toegang tot alle voorzieningen of locaties, nu alleen tot de locatie waar hij of zij werkzaam is. Wijzigingen daarin worden automatisch verwerkt, zodat, direct nadat de wijziging is doorgevoerd, de

nieuwe rechten beschikbaar zijn.” Ook bij uitdienst-treding wordt de gebruiker automatisch uit de Active Directory verplaatst en na een bepaalde tijd auto-matisch verwijderd, inclusief alle data van die ge-bruiker. Geense: “Dat scheelt onnodige kosten aan opslag en het bewaren van inactieve accounts.”

Koppeling met roostersysteemHet meest innovatieve deel van de oplossing is de koppeling met het rooster. Het systeem is gekoppeld aan het roosterpakket en ververst iedere 30 minuten, waardoor Pameijer in staat is om extreem snel de juiste rechten toe te kennen aan bijvoorbeeld flex-werkers. “In de zorg wordt er veel gebruik gemaakt van flexwerkers, bij ons werken ze door de hele organisatie. Dat zijn mensen die vaak op stel en

sprong rechten tot het elektronisch cliëntdossier nodig hebben. Voorheen werd dan nog tot ’s avonds laat de it-beheerder gebeld die rechten moest toekennen. Dat kostte heel veel tijd. Door de kop-peling met ons roostersysteem krijgt degene die staat ingeroosterd ook direct de juiste rechten. Waar bij veel andere instellingen de roosters statisch zijn en vaak achteraf nog handmatig moeten worden aan-gepast, hebben wij een dynamisch rooster dat altijd up-to-date is. Dat betekent dat mensen zelf heel secuur het rooster moeten bijhouden, want anders hebben ze niet de juiste rechten.”

Communicatie naar medewerkersDe communicatie naar medewerkers over het nieuwe

systeem was belangrijk voor stichting Pameijer. Doordat de meerwaarde heel zichtbaar is, kon het goed worden uitgelegd. “Mensen houden per definitie niet van verandering, dus er was logischerwijs een week of twee wat gemor onder medewerkers. Er zijn natuurlijk ook mensen die het niet leuk vinden dat ze ineens bepaalde, eerder verworven, rechten kwijt zijn. Maar doordat we heel goed konden uitleggen wat dit voor hen én voor onze cliënten betekent, waren vrijwel alle werknemers daarna enthousiast.” De regie over eigen gegevens bleek voor medewerkers erg aantrekkelijk. Doordat er minder tijd aan toe-gangsrechten hoeft te worden gespendeerd, is er meer tijd voor de cliënten. Deze cliënten weten dat hun gegevens bij Pameijer in veilige handen zijn. Alleen de mensen die op dat moment zorg voor hen dragen, kunnen bij hun gegevens. En niemand anders. Geense: “Daar ben ik best trots op.”

Effciënter, effectiever en veiligerDe grote uitdagingen van dit project lagen vooral in het op orde brengen van de brongegevens, zegt Geense. “Als de brongegevens niet kloppen, dan gaat het geheid fout. Daarnaast hebben we ook kritisch naar onze eigen organisatie gekeken en ons afgevraagd of we bijvoorbeeld zaken dichtge-spijkerd hebben waarbij dat eigenlijk niet noodzakelijk is. Daarmee is er meer transparantie in de organisatie gekomen.” Pameijer moest aan het begin van het project tijd investeren voor het op orde brengen van de bronsystemen, maar daardoor is het nu mogelijk om efficiënter, effectiever en veiliger te werken. “De cliënt staat bij ons centraal. Met dit nieuwe systeem wordt dat nog maar weer eens bevestigd”, sluit Geense af.

“Iedere medewerker heeft direct de juiste rechten op onze systemen”

Page 14: Lr ict zorg december 2015 los

www.ict-zorg.eu

1415 december 2015

UITGELICHT

Van uurtje-factuurtje naar resultaatgerichte dienst-verlening. Van het leveren van producten naar het afsluiten van zorgarrangementen. Dat is in het kort de ontwikkeling die Tzorg al een tijd geleden heeft ingezet. Die maakt dat personeelsplanning nog be-langrijker wordt voor zowel de kwaliteit van zorg als de financiële gezondheid van de organisatie, vertelt directeur Zorg en Innovatie Katja Smitskamp. “De tijd dat een vast aantal uren zorg het uitgangspunt was, is in veel gemeenten voorbij. De helft van onze gecontracteerde gemeenten bepaalt nog steeds de toegang tot voorzieningen, maar schrijft niet langer exact de werkzaamheden en uren voor. Alleen het eindresultaat wordt omschreven. De overheid wil dat aanbieders vooral kijken naar wat iemand nodig heeft om zelfstandig en veilig thuis te kunnen blijven wonen, zoals een schoon en leefbaar huis. Maatwerk dus. En flexibiliteit. De cliënt wordt ook gestimuleerd zelf zaken te organiseren. Maar uiteindelijk is zorg natuurlijk meer dan een schoon huis of het aan-trekken van steunkousen. Het gaat er juist om mensen te activeren, ze zelf zaken te laten regelen en ze onderdeel te laten zijn van de maatschappij. Het stuk begeleiding dat daarbij hoort, valt nu vaak tussen wal en schip. Wij zien dat als een heel logische aanvulling op onze dienstverlening.”

Sociale componentZe heeft het de dag voor dit interview weer aan den lijve ondervonden. Tzorg organiseert jaarlijks de MeezorgWeek, waarin alle kantoormedewerkers een dagdeel meelopen in de zorg. “Wij vinden dat be-langrijk, het is een goede manier om écht feeling te houden met wat wij doen.”Wat haar het meest opvalt tijdens deze meeloopda-gen is de intense band die cliënten hebben met hun thuiszorghulp. “De band is vrijwel altijd heel vriendschappelijk en open. Cliënten vertrouwen hun hulp. Vaak weet de hulp zelfs meer dan de eigen kinderen. De vraag waar wij dan tegenaan lopen is: waar leg je de grens? Help je iemand met zijn ver-trouwelijke post? Organiseer je voor iemand die zich eenzaam voelt dat er wekelijks een vrijwilliger

over de vloer komt om een potje Scrabble te spelen? Organiseren dat hiervoor vrijwilligers en mantel-zorgers worden ingezet, zou een heel vanzelfspreken-de uitbreiding van onze diensten zijn. Wij kennen immers het netwerk rondom de cliënt al vrij goed.” Dat komt vooral door de continuïteit die Tzorg cliënten biedt. Als mensen dagelijks zorg nodig hebben, krijgen ze meerdere verzorgenden en/of verpleegkundigen over de vloer die vaak binnen tien minuten weer weg zijn. Terwijl de medewerk(st)er van Tzorg een vast gezicht is: iedere week dezelfde persoon. Smitskamp: “Juist daardoor wordt de band zo intensief. En dat is mooi, want de sociale component van het werk is heel belangrijk om vroegtijdig te kunnen helpen, zoals iemand stimu-leren om naar de wekelijkse bingoavond in het buurthuis te gaan. Door hulp bij het huishouden en individuele begeleiding te combineren, kunnen kosten verder worden beperkt en blijft een cliënt dezelfde vertrouwde gezichten zien.”Tzorg wil een deskundige, betrouwbare en innovatieve partner in de thuiszorg zijn. Het bedrijf voelt daarom de verantwoordelijkheid om de dienstverlening uit te breiden met begeleiding. Daarbij past het om de dienstverlening ook op een andere manier aan te bieden: niet meer volgens uurtje-factuurtje maar als totaalpakket, als zorgarrangement dat past bij de ondersteuning die een cliënt nodig heeft om op een betaalbare wijze veilig en gezond thuis te blijven wonen.

Complexe planningDe medewerkers van Tzorg moeten zijn toegerust om de juiste begeleiding te bieden. Daarbij is het tegelijkertijd belangrijk dat ze niet overgekwalificeerd zijn voor het werk, want dan wordt de zorg te duur. Zie hier een van de grootste uitdagingen waarvoor de planners van Tzorg staan. Om de planningen overzichtelijk te houden, deelt de organisatie het land op in regio’s. In iedere regio werkt een ‘setje’ van een zorgcoördinator en een planner die meestal uit die regio komen. Waar de zorgcoördinator primair verantwoordelijk is voor

de contacten met de gemeenten, zorgt de planner ervoor dat de juiste medewerker op het juiste moment bij de juiste cliënt is.Daarvoor gebruikt de planner meerdere software-pakketten. In SP-Expert van PlanningIT staan het rooster, de kwalificaties en de beschikbaarheid van medewerkers. De cliëntadministratie wordt gevoerd in EMIS van Pantheon Software. Deze beide infor-matiebronnen komen samen in CareWare, een pakket dat wordt geleverd door HelpLine, een partner van PlanningIT. Deze software maakt de planning en zorgt voor de financiële afhandeling, want de gerealiseerde uren moeten in overeen-stemming zijn met de geplande uren, zodat Tzorg de geleverde zorg ook betaald krijgt.

“De processen lopen goed”, constateert Smitskamp. “Al willen we samen met onze ict-partners wel kijken of we het planproces nog verder kunnen digitaliseren. Hoe minder handwerk, hoe efficiënter. Bovendien is het bij een verregaande digitalisering makkelijker om te analyseren in welke gebieden we behoefte hebben aan welke competenties. Dan zien we bij-voorbeeld in één oogopslag in welke regio’s we training moeten gaan aanbieden omdat we daar cliënten met begeleiding hebben of waar mede-werkers misschien juist zijn overgekwalificeerd.”

InnovatieHet geheim van het succes van Tzorg zit in een goede planning gecombineerd met innovatie, stelt Smitskamp. “Ik durf wel te stellen dat een goede personeelsplanning voor onze financiële gezondheid de nummer één prioriteit is. Als je hierop niet heel

scherp stuurt, gaat het in een oogwenk mis.”Maar niet alleen voor het op orde houden van de financiën is dit cruciaal. Ook voor het leveren van kwaliteit van zorg. “Zoals ik al aangaf vinden wij het heel belangrijk dat dezelfde medewerker altijd bij dezelfde cliënt over de vloer komt en dat de medewerker de competenties heeft om de begeleiding te bieden die in dat geval nodig is. Tegelijkertijd willen we hoger opgeleide, en dus duurdere mede-werkers zo efficiënt en effectief mogelijk inzetten.”

Als je wilt dat hoger opgeleide medewerkers zo-veel mogelijk tijd besteden aan de juiste cliënten, dan moet je kijken naar slimme manieren om dat te organiseren. “Neem beeldschermzorg: kunnen we cliënten op afstand begeleiding bieden zonder dat het afstandelijk wordt? Videocontact is een heel andere ervaring dan bellen, het is veel persoonlijker. En tegelijkertijd veel efficiënter dan persoonlijk langsgaan, je snijdt alle tijd die iemand onderweg is, weg en besteedt die tijd aan de cliënt. Voor goede thuisondersteuning zullen we bovendien steeds meer met andere organisaties samen optrekken.”

Dat goed georganiseerde processen en een strakke personeelsplanning in zo’n nieuwe toekomst nog belangrijker worden, staat als een paal boven wa-ter. Dat maakt dat Tzorg een slim softwaresysteem als SP-Expert nodig heeft om dit te kunnen onder-steunen. Smitskamp besluit: “Als je je personeels-planning niet goed op orde hebt, doe je eigenlijk jezelf en je cliënten tekort.”

Strakke planning cruciaal voor succes Tzorg

Tzorg is met contracten in 310 gemeenten één van de grootste aanbieders van thuishulp, maatwerkondersteuning en begeleiding binnen de Wmo in Nederland. De organisatie is – ondanks krimpende budgetten van de overheid – snel gegroeid. Dat komt door het aanbieden van betaalbare en goede kwaliteit van zorg. Alleen mogelijk als je efficiënt plant en roostert met slimme planningssoftware.

“Als je je personeelsplanning niet op orde hebt, doe je jezelf en je

cliënten tekort”

Page 15: Lr ict zorg december 2015 los

1515 december 2015

UITGELICHT

Nick van Dongen, sinds begin 2011 it-manager van Bronovo, zegt daarover: “Wat op ons afkwam met de fusie was een stevige uitdaging. We wilden twee organisaties met meerdere locaties op een zo naadloos mogelijke manier met elkaar migreren, voorbereid op de toekomst. Dat betekent dus cloud waar het kan. En uiteraard kom je in dat traject van alles tegen. We waren overigens sowieso op zoek naar een nieuwe LSP (licensing solution partner) en zaten bovendien tegen het eind van onze Microsoft-licenties voor onze gehele omgeving, dus werk-plekken en servers. In dat proces kwam Agile Soft-ware/COMPAREX in beeld. Dat is heel goed bevallen. De persoonlijke relatie met de account-manager is uitstekend, en dat is toch wel van door-slaggevend belang. Wat bij ons als Bronovo hoog in het vaandel staat, is het hebben van een echte vertrouwensrelatie met je leverancier. En daaraan voldoen ze perfect. Zij hebben voor ons de aanschaf van de licenties verlengd en voor de hele organisatie tegen scherpe tarieven gelijkgetrokken. Onze Microsoft-portfolio is namelijk dusdanig groot en ingewikkeld dat je dat als manager of beheerder echt niet meer alleen kunt. Ook hebben we met

hen voor beide organisaties Hix EPD van Chipsoft geïmplementeerd.”

Happy in the cloud?Van Dongen vertelt dat ze voor de mailomgeving al enige tijd over waren op Office 365. “Cloudwerken is vooral gemak, met name voor de managementlaag en de kantooromgeving. Die hebben niets te maken met gevoelige, patiëntgerelateerde data, dus die kunnen daarin prima werken met SharePoint en OneDrive. Je kunt overal vanaf elk device bij je data, en in ieder geval bij je e-mail. Dus dat traject loopt. Er komt overigens nog voldoende op ons af, zoals het overzetten van de twee oude bestaande domeinen naar de nieuwe derde. Ik vermoed dat we medio 2016 een stabiele infrastructuur hebben die live kan. Dan zijn we over op één identity, zodat iedereen op de diverse locaties kan inloggen en toegang heeft tot alle gezamenlijke documenten en alle applicaties één zijn. Ook al houd je altijd wel wat legacy die belangrijk is, maar die komt daarna dan wel aan de beurt.”

De twee zullen één zijn

ICT-migratie medisch centrum Haaglanden en Bronovo-Nebo

op volle toeren

door: Jeroen Berkhout

Vorig jaar augustus gaf de NZa toestemming aan het Medisch Centrum Haaglanden en Bronovo-Nebo om bestuurlijk te fuseren. Een week later fuseerden de twee zorgaanbieders ook daadwerkelijk tot een holding, met één raad van toezicht, één raad van bestuur en 4.700 medewerkers. De juridische fusie was op 1 januari 2015 een feit. Het smeden van één organisatie is van essentieel belang om efficiënt te kunnen opereren in een dynamische zorgcontext. Tevens kunnen hierdoor de hoge zorgambities richting patiënten worden waargemaakt. Van vitaal belang hierin is uiteraard de ICT.

www.ict-zorg.eu

Column

EPD: a long and winding road…Quint Wellington Redwood heeft onderzoek gedaan naar de status van EPD in Nederlandse ziekenhuizen. Daartoe is genoeg aanleiding: een groot aantal ziekenhuizen is op dit moment bezig met de vervanging van het EPD en dat zijn ingrijpende veranderingen, omdat we dan het administratieve hart van het primaire proces vervangen. In veel gevallen betekent die verandering dat de papieren dossiers definitief worden vervangen door digitale dossiers en dat de veiligheid van de patiënt nog veel meer afhankelijk wordt van de betrouwbaarheid van de IT. Het systeem moet altijd beschikbaar zijn, de gegevens moeten betrouwbaar zijn gecon-verteerd en bij problemen moet de it-organisatie snel en effectief reageren.

In veel gevallen kiezen ziekenhuizen er ook nog eens voor om ‘big bang’ over te gaan op het nieuwe systeem: van de ene op de andere dag met alle patiënten, alle dossiers en alle behandelingen overstappen. Aan de ene kant heel begrijpelijk. Alles hangt immers met elkaar samen en het is bijna onmogelijk om met een geïsoleerde set gegevens in een pilot-omgeving te beginnen. Maar deze manier van werken stelt na conversie wel enorme eisen aan de invoering en aan de wendbaarheid van de beheerorganisatie.

Uit het onderzoek blijkt dat de nieuwe systemen hoge eisen stellen aan de samenwerking tussen de Zorg in het ziekenhuis, ‘het Huis’ en de it-organisatie. Ook blijkt dat het niet vanzelfsprekend is dat aan alle randvoorwaarden is voldaan alvorens overgegaan wordt tot de implementatie van het nieuwe systeem. Een systeem dat bovendien meestal veeleisender is. En ten slotte blijkt (verrassing!) dat de mate waarin zaken vooraf zijn georganiseerd een goede voorspeller is van het succes van de implementatie.

Alle kritieke succesfactoren op dit gebied gaan over governance én samenwerking. Dus niet over governance óf samenwerking, maar over de combinatie van die twee. Het begint met het vaststellen van het eigenaarschap van de nieuwe applicatie. De governance-vraagstukken zijn complex, maar hoe beter en vooral hoe eenvoudiger de governance is ingericht, hoe beter het gaat. Informatiemanagement en functioneel beheer zijn sleutelfuncties, de samenwerking tussen het Huis en IT is allesbepalend voor het succes van het EPD.

En precies daar zit nu de crux. Alles, maar dan ook alles moet allemaal in het systeem zitten en ook nog eens allemaal helemaal juist en allemaal onmiddellijk opvraagbaar: de gebruikte en te gebruiken medicijnen, het medisch verleden van patiënten, de afspraken met patiënten, de diagnoses, de röntgenfoto’s, de laboratoriumuitslagen en analyses. Dat maakt het systeem een kritieke succesfactor, niet alleen van de bedrijfsvoering van het Huis, maar ook van de kwaliteit van de behandeling van de patiënt.

Dat vraagt van alle betrokkenen, artsen, verpleegkundigen, lijnmanagers, informatiemanagers en it’ers dat ze de komende jaren met dezelfde intensiteit met elkaar samenwerken als de medisch teams. De kwaliteit van die samenwerking is letterlijk een zaak van leven of dood geworden en dat betekent dat de verschillende partijen hoge eisen mogen stellen aan elkaar. Ik hoop echt dat ze dat ook daadwerkelijk doen…

Bart Stofberg

n Bart Stofberg is organisatieveranderaar bij Quint Wellington Redwood.

@BartStofberg

Samenwerking is letterlijk een zaak van leven of dood geworden

Page 16: Lr ict zorg december 2015 los

www.ict-zorg.eu

1615 december 2015

UITGELICHT

Post Admission ControlQuarantainenet vindt dat organisaties informatie-beveiliging niet langer als luxe moeten zien, maar als absolute noodzaak. Uw klanten en gebruikers verwachten dat ook of eisen zelfs certificeringen als NEN 7510 of ISO 27001. Om aan die vraag te kunnen voldoen heeft u een stevig fundament nodig, dat rust op drie pijlers: Toegangscontrole, Detectie en Isolatie.De meeste NAC-oplossingen komen niet veel verder dan het reguleren van de toegang tot het netwerk. Eenmaal op het netwerk wordt een besmet apparaat geen strobreed in de weg gelegd. De veranderde wereld van vandaag vraagt echter meer: grip op wat er speelt, het combineren van de meldingen van alle sensoren in uw netwerk en de slagkracht om direct te kunnen ingrijpen. Quarantainenet noemt dat Post Admission Control. Niet alleen controle aan de poort, maar juist ook continue detectie in uw netwerk, gekoppeld aan directe, automatische isolatie van de probleemgevallen op basis van het door u ge-wenste risiconiveau. Zo’n volwaardige NAC-op-lossing op basis van Toegangscontrole, Detectie en Isolatie is de enige manier om de veiligheid en de continuïteit van uw netwerk te kunnen borgen.

OplossingVanuit onze visie en ervaring is Qmanage ontwikkeld. Qmanage voert, net zoals een klassieke NAC-op-lossing, ook toegangscontrole uit om te bepalen met welk deel van het netwerk een apparaat mag ver-binden. Qmanage gaat echter veel verder, door ook Post Admission Control toe te passen: als een toe-gelaten apparaat verdacht gedrag vertoont, wordt dit door de (Qmanage-)sensoren in uw netwerk gedetecteerd. Qmanage combineert deze meldin-gen tot een totaalbeeld, past het door u gekozen isolatiebeleid toe en informeert de eindgebruiker automatisch conform uw communicatiebeleid. Veel organisaties vertrouwen voor hun netwerk-beveiliging op handmatige procedures, waarbij de mens de zwakste schakel is, zeker als er meerdere sensoren in het netwerk actief zijn. Doordat Qmanage meldingen uit verschillende systemen slim combi-neert en zo uw beleid voor isolatie volautomatisch implementeert, elimineert u de menselijke schakel. Op die manier neemt de veiligheid van uw netwerk enorm toe en borgt u de continuïteit van uw primaire proces. Qmanage is bovendien eenvoudig en binnen korte tijd te implementeren en vergt vervolgens een minimale beheerslast.

QuarantainenetAls marktleider is Quarantainenet een autoriteit op het gebied van interne netwerkbeveiliging. We hebben ruim tien jaar ervaring in het beveiligen van grote, uitdagende, opengestelde netwerkom-gevingen in de zorg, het onderwijs en overheden. In die organisaties is een goede balans tussen openheid en veiligheid van het netwerk al jarenlang een vereiste.Quarantainenet is trots op de vele klanten die onze visie onderschrijven. Het RIVM, XS4ALL, de Technische Universiteit Delft en het Leids Univer-sitair Medisch Centrum zijn slechts enkele van de ruim 100 grote organisaties in Nederland die onze oplossing inzetten, met in totaal meer dan twee miljoen beschermde gebruikers.

Aanvullende informatieScan de QR-tag of ga naar www.quarantainenet.nl voor uitgebreide informatie over hoe Qmanage u kan helpen bij de implementatie van NEN 7510 of ISO 27001, wie onze klanten zijn en wat onze klanten van ons vinden.

Veilig netwerk door continue detectieNetwork Access Control (NAC) begint langzamerhand de standaard te worden in organi-saties die serieus nadenken over de beveiliging van hun informatie. Immers, toegang tot uw bedrijfsnetwerk is vaak al een aanzienlijke stap in de richting van uw vertrouwelijke gegevens. Quarantainenet vindt dit een buitengewoon positieve ontwikkeling, zolang uw NAC-oplossing maar geen schijnveiligheid brengt door de benodigde functionaliteit voor echte veiligheid slechts gedeeltelijk door te voeren. Bepalen of een apparaat toegang mag krijgen tot uw netwerk is weliswaar een aardig startpunt, maar de echte meerwaarde van een volwaardige NAC-oplossing zit in het direct kunnen detecteren en isoleren van besmettingen op uw netwerk. Zo voorkomt u pas daadwerkelijk beveiligingsincidenten.

DICOM-presetDe jarenlange ervaring die EIZO heeft opgedaan bij de ontwikkeling van monitoren voor digitale röntgendiagnostiek is ook toegepast in de EV2750. Af-fabriek wordt de monitor geleverd met een DICOM-preset-mode. Met behulp van de bediening aan de voorzijde kan deze modus eenvoudig worden ingeschakeld. Digitale röntgenbeelden voor klinische doeleinden worden daardoor optimaal getoond, wat maakt dat de monitor ziekenhuisbreed kan worden ingezet. Natuurlijk kunt u ook andere modi selecteren.Naast de EV2750 beschikken ook de volgende monitoren over de DICOM-preset: S2133 (21”), EV2450 en EV2455 (beide 24”) en de EV3237 (32”, 4K-Ultra-HD-resolutie).

KostenbesparingDe EcoView-sensor meet het licht in de omgeving en past de helderheid van het beeldscherm volledig automatisch aan. Bij veel licht wordt de beeld-helderheid verhoogd, bij weinig licht wordt deze verlaagd. De helderheid kan op elk moment met de hand worden ingesteld.

EIZO maakt gebruik van twee methodes om stroom te besparen: de Eco-Timer schakelt het scherm na een door de gebruiker ingestelde tijd automatisch in de Off-stand en beperkt het energie-verbruik. De voedingsschakelaar op de monitor schakelt het energieverbruik volledig uit en verlaagt dus zowel de uitstoot van CO2 als de kosten. Bij terugkeer van de gebruiker gaat het scherm weer automatisch aan, zonder gebruik van muis of toetsenbord.

AansluitingenEen DisplayPort-, een HDMI- en een DVI-D-poort bieden de mogelijkheid voor het aansluiten van digitale signalen. Er kunnen drie computers gelijktijdig worden aangesloten. Een Picture-by-Picture-modus biedt de mogelijkheid om verschillende signaal-bronnen op het beeldscherm te combineren, wanneer de widescreen-monitor bijvoorbeeld twee gangbare 19 inch beeldschermen dient te vervangen.Een geïntegreerde USB-hub V 3.0 maakt de aan-sluiting van randapparatuur mogelijk.Wanneer er verschillende beeldschermen met de-

zelfde instellingen moeten worden gebruikt, is de EIZO Monitor Configurator software een handige tool. Met deze tool kan de EV2750 worden gecon-figureerd en de instellingen naar andere monitoren worden overgedragen.

ErgonomieDe FlexStand van de EV2750 maakt draaien en kantelen, en een staande en liggende stand van de monitor mogelijk. De traploze hoogte-instelling begint helemaal onder op het bureaublad en heeft een bereik van ongeveer 15,5 centimeter. Dat staat garant voor een optimale ergonomie, ongeacht of men voor het beeldscherm zit of staat. Ondanks de

optimale instelmogelijkheden staat de FlexStand-voet altijd volledig stabiel.

www.eizo.nl/EV2750

Design, kwaliteit en kostenbesparing in één

Het nieuwe 27 inch beeldscherm van EIZO, de FlexScan EV2750, is bij uitstek geschikt voor gebruik in alle omgevingen waar compact en modern design belangrijk zijn. De monitor biedt 2560 x 1440 pixels en een hoogwaardig IPS-LCD. De behuizing heeft een ultrasmalle schermrand van circa 1 mm. De voorzijde is volledig vlak en zelfs de bedie-ningselementen zijn daarin geïntegreerd. Als er meerdere beeldschermen worden ingezet, profiteert u van een vrijwel randloos display. De monitor is verkrijgbaar in het zwart en voor het eerst ook in modern wit.

Page 17: Lr ict zorg december 2015 los

www.ict-zorg.eu

1715 december 2015

UITGELICHT

IHE XDS, meer dan alleen techniek De huidige implementaties van XDS zijn vooral gefocust op techniek en niet op het zorgproces. Het is voornamelijk een it-feestje en heeft weinig draagvlak bij de zorgverleners, bestuurders en de rest van de organisatie. Met als gevolg dat er weinig gebruikgemaakt wordt van deze infrastructuur, dat projecten stranden en er weinig informatie uitgewisseld wordt.

De afgelopen jaren zijn wij dit meerdere malen tegengekomen. Onze ervaringen zijn onderwerp geweest van vele sessies waaruit een visie rolde, met uitgangspunten zoals ‘laagdrempelig’, ‘gericht op zorgprocessen’, en ‘meerwaarde voor de zorg-verlener en patiënt’.

Het xdsConnect Platform vormt de basis om meerdere zorgprocessen te ondersteunen. Denk hierbij aan het uitwisselen van medische informatie tussen zorginstellingen, patiënt- en huisartsportalen, eHealth Apps en actueel medicatie-overzicht. Hiermee wordt het uitwisselen van medische gegevens weer simpel.

Specialisatie en samenwerkingOm betere en efficiëntere zorg te leveren, specialiseren de zorgorganisaties zich steeds vaker. Hierdoor werken zij samen met diverse collega-zorgorganisaties binnen en buiten de regio. Met een goede elektro-nische uitwisseling verloopt de samenwerking tussen zorgverleners soepeler.

Het kunnen beschikken over de juiste informatie op het juiste moment is van levensbelang. Een voorbeeld hiervan is het Multi Disciplinaire Overleg.

Multi Disciplinair OverlegTijdens een wekelijks Multi Disciplinair Overleg (MDO) worden door meerdere specialisten in korte tijd een of meer patiënten besproken. Het is dan van groot belang dat alle informatie direct voorhanden is. De juiste informatie op het juiste moment kan levens redden, zeker in een coloncarcinoomtraject, waarin een week vertraging tijdens het behandel-

traject cruciaal is. Door gebruik te maken van het platform is de juiste informatie direct aanwezig.

De MDO-applicatie is integreerbaar met het platform en biedt mogelijkheden om DICOM-beelden volledig op diagnostische kwaliteit te tonen, tezamen met alle andere benodigde documenten. Tijdens het MDO kunnen aantekeningen gedeeld worden en wordt het MDO-verslag gemaakt. Deze documenten kunnen verzonden worden naar de deelnemers en worden opgeslagen binnen het platform.

Patiënt-empowermentPatiënt-empowerment is een veelbesproken thema. Onderdeel hiervan is de juiste informatie beschikbaar stellen aan de patiënt, bijvoorbeeld via een patiënten-portaal. Door een patiëntenportaal te bieden, stellen de zorgorganisaties de patiënten in staat om zelf inzage te hebben in hun medische dossiers.

Verslagen, maar bijvoorbeeld ook een complexe botbreuk, kunnen in dit portaal worden getoond. De patiënt wordt meer betrokken bij zijn of haar behandeling en kan gericht vragen stellen aan de zorgverlener. Daarnaast krijgt de patiënt een transparant overzicht wie wanneer zijn of haar gegevens heeft geraadpleegd.

De bron van gegevens staat in het platform opgeslagen, de zorgorganisatie kan de eigen patiëntenportaal met dit platform koppelen.

Meer binding met verwijzersZiekenhuizen onderscheiden zich steeds vaker door een betere dienstverlening, zowel aan de pa-tiënt als aan de verwijzers. Een individueel zieken-huis kan zich profileren door de verwijzer beter van informatie te voorzien. De verwijzer krijgt in-zage in bijvoorbeeld de laboratoriumuitslagen die zijn aangevraagd door een specialist en heeft de mogelijkheid om functieonderzoeken te bekijken. Door deze informatie kan de verwijzer betere voorlichting geven aan de patiënt.

Ook voor laboratoria is de dienstverlening richting de aanvragers van cruciaal belang. Naast huisartsen kan het laboratorium ook zorgverleners in GGZ- en VVT-instellingen toegang geven tot de laboratorium-uitslagen. Deze worden in het portaal cumulatief per cliënt weergegeven, waarbij de grafische verloop-curves de analyse van de bevindingen vergemak-kelijken.

Door de verwijzer te voorzien van juiste informatie kan de instelling ook onnodige kosten voorkomen. Als informatie niet beschikbaar is voor de verwijzer of het kost de verwijzer teveel tijd om deze in te zien, worden onderzoeken onnodig dubbel uitgevoerd.

Naast een volledige informatievoorziening is de gebruikerservaring belangrijk. Door het portaal aan te roepen vanuit zijn eigen Informatie Sys-teem kan de verwijzer automatisch inloggen en wordt de juiste patiënt in het portaal getoond. Vanuit het portaal kan de verwijzer laboratori-umuitslagen zien, maar ook beeldvormende on-derzoeken en specialistenbrieven.

Totale ontzorging, turn key-opleveringStandaarden zijn niet vanzelfsprekend en bieden vaak ruimte voor interpretatie. Onze ervaring leert dat diverse deelsystemen niet geschikt zijn om direct aan te sluiten aan een XDS-infrastructuur. Het gaat niet enkel om het bieden van een adapter, maar ook de service om ervoor te zorgen dat het deelsysteem aangesloten wordt om uit te wisselen.

Om een succesvolle uitwisseling mogelijk te maken, zijn zowel de techniek als het functionele aspect belangrijk. Wij hebben ruime ervaring met het implementeren van XDS-trajecten in Nederland, en begeleiden deze trajecten van A tot Z.

De eerste ervaringenDe komende maanden gaan de eerste gebruikers live met het xdsConnect Platform met diverse functionele toepassingen binnen onze Cloud (XDS as a Service).

Gebruikmakend van dit platform is het mogelijk dat zorgorganisaties binnen twee maanden aan-gesloten zijn.

In het volgende artikel meer over de ervaringen van onze gebruikers.

xdsConnect, de techniek voorbij

Een gezonde basis voor het uitwisselen

Zorgorganisaties staan voor grote uitdagingen zoals bezuinigingen, fusies, mondige patiënten en de veranderingen met betrekking tot wet- en regelgeving. IT, enkel en alleen als technische tool, zal dit niet oplossen. Op de juiste manier ingezet binnen het zorg-proces en met de patiënt vormt IT wel degelijk de basis voor een duurzame oplossing.

Hét uitwisselplatform voor de zorgBij het ontwikkelen van XDS as a Service staat het platform, xdsConnect, centraal. Dit platform biedt de basis om meerdere zorgprocessen, zoals beschreven in dit artikel, te ondersteunen.

Diverse (Nederlandse) handreikingen en richtlijnen zijn, tezamen met internationale standaarden, als bouwstenen voor het platform gebruikt.

Medische informatie wordt automatisch aangemeld en gestandaardiseerd opgeslagen, denk hierbij aan HL7v3 CDA-documenten (generieke overdrachtsgegevens) en diverse DICOM-objecten. Door gebruik te maken van deze standaarden zijn de data herbruikbaar. Het platform is leverbaar als cloud-dienst én ook lokaal. Voor totale ontzorging kunnen wij het lokale platform volledig beheren.

VANAD Enovation, onderdeel van de VANAD Group, is een internationaal ict-bedrijf dat mensen, systemen en organisaties in de zorg effectief met elkaar verbindt. Wij zijn al meer dan 30 jaar de specialist voor elektronische communicatie en (systeem)integratie in de gezondheidszorg.

www.vanadenovation.nl.

Over de Auteur:

Pascal Looijé -

Product Manager XDS

Page 18: Lr ict zorg december 2015 los

www.ict-zorg.eu

1815 december 2015

UITGELICHT

Het nalaten van het informeren van de autoriteit enerzijds en de slachtoffers anderzijds geldt als twee incidenten en kan dus een dubbele boete op-leveren. Maar het melden van een lek is ook niet zonder gevaar. Om te beginnen levert het imago-schade op als bekend wordt dat een instelling persoonsgegevens heeft gelekt of heeft laten lekken.

Verder kan er een onderzoek worden ingesteld naar de beveiliging die de instelling heeft toegepast om zijn gegevens te beschermen. Hierbij wordt uiteraard gekeken in hoeverre de normen (ISO27001 en NEN7510) op het gebied van infor-matiebeveiliging zijn nageleefd. Maar er zal ook worden gekeken naar aanvullende beveiligings-maatregelen, zoals wachtwoordbeleid en beveiliging tegen malware. Mocht het onderzoek uitwijzen dat er zaken niet goed op orde waren ten tijde van het lek, kan het CPB ook weer een hoge boete opleggen.

In de afgelopen jaren zijn er verschillende inciden-ten van malwarebesmettingen en datalekken bij Nederlandse ziekenhuizen aan het licht gekomen. Het bekendste en omvangrijkste probleem vond in 2012 plaats bij het Groene Hart Ziekenhuis. De

medische dossiers van enkele tientallen patiënten en de adresgegevens van meer dan 493.000 patiënten waren gestolen. De gegevens waren slechts beveiligd door een kort en simpel wachtwoord.Maar hier bleef het niet bij. De hacker die het data-lek blootlegde, installeerde ook malware op het netwerk van het ziekenhuis2, dat door geen enkele beveiligingslaag werd tegengehouden of gedetecteerd. Eerder, in 2010, zorgde malware ook al voor grote problemen bij het Westfries Gasthuis, dat dagenlang zo goed als platgelegd was door een malware- infectie3. Het blijft een uitdaging om systemen veilig te houden, onder andere door medische apparaten die niet geüpdatet (kunnen) worden en daarmee een wezenlijk gevaar voor het netwerk vormen4. Maar, mede door de genoemde incidenten is er bij zieken-huizen in ieder geval een groot bewustzijn voor het gevaar van datalekken en malware5. Datzelfde kan (nog) niet in dezelfde mate worden gesteld voor andere zorgverlenende ondernemingen.

Denk bijvoorbeeld aan thuiszorginstellingen, ver-pleegtehuizen en huisartsenpraktijken. Vanwege de veel kleinere schaal van dergelijke instellingen, zijn er geen grote schandalen bekend van datalekken, maar het is ondenkbaar dat die niet zouden hebben plaatsgevonden. Alleen al als we kijken naar het gebruik van antimalware-software, zien we veel problemen. Veel instellingen gaan ervan uit dat hun zorgsysteem en zorgnetwerk hun eigen pc malware-vrij houden, terwijl dat niet het geval is. Als er al een antimalware-programma is geïnstalleerd, blijkt dat vaak een gratis product te zijn, dat bedoeld is voor consumenten. In de gebruiksvoorwaarden staat duidelijk vermeld dat deze oplossingen niet mogen worden ingezet voor professioneel gebruik. Wanneer dat toch gebeurt en een datalek vindt plaats, is dat een overtreding en reden voor een boete. Zorgin-stellingen moeten zich dan ook snel verdiepen in de beveiliging van hun eigen systemen, om dit gevaar te kunnen afwenden.

Meldplicht datalekken heeft forse impact op de zorg

door: Daniëlle van Leeuwen, G DATA Software

Op 1 januari gaat de meldplicht voor datalekken in. Partijen die beschikken over of toegang hebben tot persoonsgegevens van cliënten moeten deze persoonsgegevens actief behoeden voor diefstal of verlies. Mocht er een datalek optreden, dan is het bedrijf of de instelling waar het lek heeft plaatsgevonden verplicht om melding te maken van het incident, zowel bij de autoriteiten als bij de personen van wie informatie gelekt is. Het niet melden van een lek is riskant: het College Bescherming Persoonsgegevens (per 1 januari: Autoriteit Persoonsgegevens) is namelijk geautoriseerd om hoge boetes (tot e 810.000 of 10 procent van de jaaromzet1) op te leggen, als blijkt dat een partij zich niet aan deze meldplicht heeft gehouden terwijl een ernstig lek heeft plaatsgevonden.

1 www.justitia.nl/privacy/datalekken.html

2 www.security.nl/posting/39078/Hacker+Groene+Hart+Ziekenhuis+installeerde+malware

3 www.security.nl/posting/29989/Ziekenhuis+al+dagen+besmet+met+computervirus

4 www.computable.nl/artikel/nieuws/security/5253032/250449/deloitte-beveiliging-ziekenhuizen-niet-op-orde.html

5 www.gezondheidskrant.nl/65241/beveiligen-patientgegevens-prioriteit-ziekenhuizen/

Betaal nooit te veel voor de software die u gebruiktZorgorganisaties geven jaarlijks een groot deel van hun it-budget uit aan softwarelicenties of onderhoud. Het ontbreekt organisaties vaak aan een betrouwbaar en transparant beeld op hun software-investeringen. Remote werken, server-virtualisatie, mobiele toe-passingen en clouddiensten zorgen voor een toe-nemende complexiteit van hun it-omgevingen. En dan heeft iedere leverancier ook nog eens zijn eigen licentiemodellen met of zonder onderhoud of andere aanvullende gebruiksrechten. Ten slotte is er de trend dat softwareleveranciers in toenemende mate hun klanten ‘helpen’ bij compliance-vraag-

stukken. Het is voor veel organisaties dan ook niet langer de vraag óf er een audit komt, maar wanneer. Deze ontwikkelingen zorgen ervoor dat ook zorg-organisaties er niet meer aan ontkomen om zich bezig te houden met Software Asset Management. Het doel van Software Asset Management is het verlagen van de kosten rondom IT en het verlagen van de juridische risico’s die een organisatie loopt rondom eigendom en gebruik van software.

Snow Software helpt organisaties bij het realiseren van kostenbesparingen, het doorvoeren van efficiency binnen het Software Asset Management-proces en het minimaliseren van compliance-risico’s. Daar-

naast heeft u te allen tijde de juiste stuurinformatie voorhanden waarmee u een antwoord kunt for-muleren op de vragen die een veranderende it-omgeving met zich meebrengt.

De zorgsector is een unieke sector met ontwikke-lingen die elkaar snel opvolgen. Juist om die reden heeft Snow Software een dedicated healthcare-team. Zo heeft u een gesprekspartner die uw taal spreekt en die u kan vertellen wat de impact van de zorgspecifieke ontwikkelingen zijn voor uw Software Asset Management-strategie. Snow heeft inmiddels vele zorgorganisaties kunnen helpen met hun licentie-uitdagingen. Niek Jans-sen, Enterprise Architect en tevens verantwoorde-lijk voor het licentiebeheer bij het VieCuri Zieken-huis: “Compliancy is voor VieCuri erg belangrijk, omdat de kwaliteit van zorgverlening voorop staat en wij zo goed mogelijk aan alle bijbehorende regel-geving willen voldoen, ook op ict-gebied.”

Wilt u weten hoe wij u kunnen helpen meer inzicht te krijgen en direct kosten te besparen in uw it-omgeving? Neem dan contact op met onze SAM-experts.

Snow Software

Diakenhuisweg 29-35

2033 AP Haarlem

www.snowsoftware.com

023 – 531 5460

Meer doen met minder

U kent ze inmiddels wel, de it-trends in de zorg. Kosten van de gezondheidszorg rijzen de pan uit, ondanks de afvlakkende groei van de zorguitgaven. Krapte en besparingen over de gehele markt. Mobiele toepassingen en clouddiensten zorgen voor de nodige efficien-cyslagen. Maar staat u weleens stil bij de kosten van uw software? Uw effectieve ge-bruik van clouddiensten of uw compliancepositie bij gebruik van mobiele toepassingen?

Page 19: Lr ict zorg december 2015 los

www.ict-zorg.eu

1915 december 2015

UITGELICHT

Het spreekt voor zich dat ziekenhuizen de best mogelijke zorg willen bieden aan hun patiënten. Toch zijn een hogere productivi-teit en lagere kosten minstens zo belang-rijk geworden. Via verdere digitalisering kunnen ziekenhuizen zich sneller aanpas-sen aan veranderende omstandigheden en tegelijkertijd kosten besparen. Het le-veren van kwalitatief hoogwaardige zorg moet daarom hand in hand gaan met con-tinue kosten optimalisatie. Kostenbeheer-sing komt niet alleen vanuit de zorgpro-cessen, maar ook ondersteunende diensten als ICT, HR, Inkoop, Logistiek en de Financiële Administratie kunnen hier-aan bijdragen, iets wat in andere sectoren al gebruikelijk is. Zo zijn zorginstellingen steeds meer op zoek naar lagere kosten van hun applicatielandschap, een strikter en eenduidiger inkoopbeleid en efficiën-tere bedrijfsvoerings processen.

Om de zorgprocessen te verbeteren en te voldoen aan de verhoogde eisen met betrekking tot registratie en transparantie, stappen ziekenhuizen over op een geïntegreerd modern EPD/ZIS-systeem. Optimalisatie van zorgprocessen is echter ook afhankelijk van de bedrijfsvoering binnen ziekenhuizen en de daaraan gekoppelde ondersteunende processen.

De bedrijfsvoering van een zorginstelling wordt vaak gezien als een secundair proces. Tegelijkertijd liggen er grote kansen voor het besparen van kosten door automatisering en verbeterde procesbeheersing en -optimalisatie. Op dit gebied zijn zorginstellingen geheel vrij om de inrichting te bepalen. Dit maakt het mogelijk om keuzes te maken, onafhankelijk van zorgverzekeraars of autoriteiten.

Veel ziekenhuizen hebben momenteel een divers landschap aan applicaties die de bedrijfsvoerings-processen ondersteunen. Vaak zijn deze applicaties aan elkaar gekoppeld, maar de integratie is niet altijd naadloos of verloopt met vertraging. Een steeds groter aantal ziekenhuizen en zorginstellingen stapt daarom over op een geïntegreerde ERP-oplossing.

ERP als basis voor procesoptimalisatie Een modern op leading practices gebaseerde ERP-oplossing heeft tot doel de productiviteit van de organisatie te maximaliseren, de kosten te controleren en te beheersen, en ervoor te zorgen dat de (interne) klantbehoefte optimaal wordt ingevuld. Om dit te bereiken worden automatisering van de financiële, inkoop- en logistieke processen ondergebracht binnen één informatie- en managementsysteem. Dit biedt het ziekenhuis de mogelijkheid om procesverbeteringen door te voeren over het hele palet van ondersteunende diensten en deze optimaal te laten samenwerken. De huidige, vaak verouderde, software staat de mo-gelijkheden om technologische vernieuwingen door te voeren vaak in de weg. Zo is het digitaliseren van de facturenstroom en het decentraliseren van het bestelproces niet moge-lijk binnen het bestaande landschap. Een geïnte-greerde ERP-oplossing bevat daarom een hedendaags bestelportaal en digitale factuurscanning, maar ook de mogelijkheid om de aanwezige data optimaal te benutten voor leveranciersmanagement, tracking

en tracing van de goederenstroom en voorraad-optimalisatie.

Avanade AX4Health, de ERP- oplossing voor ziekenhuizenAvanade, leider op het gebied van innovatieve digitale diensten en zakelijke oplossingen op basis van het Microsoft ecosysteem, heeft bij het Westfriesgasthuis bewezen dat het haalbaar is om bedrijfsvoerings-processen onder te brengen in een op leading practices gebaseerd ERP-systeem. “We waren op zoek naar een geïntegreerde en betaalbare oplossing op basis van Microsoft Dynamics AX”, vertelt Pieter Vroon, CFO en manager zorgadministratie bij het Westfriesgasthuis. “Gebruiksvriendelijkheid, ver-minderde complexiteit, aanpasbaarheid en flexibiliteit na livegang en een solide oplossing waren hierbij belangrijke vereisten. Op basis hiervan kozen we voor AX4Health, een op Microsoft Dynamics AX gebaseerde template-oplossing, speciaal voor zieken-huizen.” AX4Health bevat onder meer inkoop-, logistieke en financiële modules, een projectadmi-nistratie en een toepassing voor OK-logistiek. Naast het Westfriesgasthuis zijn ook het Bravis ziekenhuis, Tergooi, Sint Maartenskliniek en het St. Antonius Ziekenhuis voor hun bedrijfsvoerings-

processen overgestapt op AX4Health. Door alle bedrijfsvoeringsprocessen onder te brengen in AX4Health, worden afdelingen aangespoord hun eigen processen beter af te stemmen, waardoor de efficiency binnen het ziekenhuis verbetert. Een hedendaags ERP wordt niet meer alleen ingezet voor de standaard logistieke processen, maar ook voor meer gespecialiseerde processen, zoals OK-logistiek en de ondersteuning van het Convenant Digitalisering Medische Technologie. De integratie van onder-steunende processen biedt naast het voorkomen van herhaalde invoer van data in verschillende systemen - met de kans op menselijke fouten - ook een snel en eenduidig overzicht binnen de financiële afhandeling en mogelijkheden om de processen verder te optimaliseren door de transactie-analyse.

Overall kosten besparen met een geïntegreerde ERP-oplossingIn de moderne zorgbedrijfsvoering is een geïnte-greerde ERP-oplossing een graag geziene gast. De kostenbesparing die door een geïntegreerd ERP wordt behaald, komt op alle afdelingen tot uiting. Zo leidt centralisatie van de inkoop tot een ver-mindering van inkoopwerkzaamheden op de zorg-afdelingen en daarmee tot een netto-besparing op

FTE’s. Daarnaast zorgt geautomatiseerde matching van facturen voor verminderde inspanning bij zo-wel de crediteurenadministratie als ook de budget-houders. Ook is een besparing mogelijk door het verminderen en optimaliseren van de voorraad-niveaus door het invoeren van automatische bevoorrading, een verbeterd inkoopproces en online scanning van afdelingsvoorraden. Ten slotte wordt een verhoogde efficiëntie bereikt door integratie met MS Office, waardoor data niet langer dubbel ingevoerd worden. Een moderne interface met een rollencentrum biedt de gebruikers snelle toegang tot de benodigde informatie. AX4Health biedt de zorginstelling van vandaag de mogelijkheid om de kosten te reduceren, de processen te optimaliseren en de gebruikers te faciliteren met een geïnte-greerde, toekomstbestendige ERP-oplossing.

Ziekenhuizen verlagen kosten en optimaliseren bedrijfsvoering met AX4Health

Over AvanadeAvanade levert innovatieve digitale diensten en zakelijke en op gebruikerservaring gebaseerde oplossingen voor zijn klanten, aangedreven door de kracht van mensen en het Microsoft ecosysteem. Onze professionals combineren hun kennis van de markt en hun technologische en zakelijke expertise om oplossingen te bouwen en te implementeren die onze klanten - en hun klanten - helpen resultaten te boeken. Avanade bestaat uit 27.000 met elkaar verbonden mensen in 23 landen, die samen de beste oplossingen voor onze klanten realiseren, vanuit een cultuur die gericht is op samenwerking, diversiteit en de gemeen-schappen waarin we werkzaam zijn. Avanade is in 2000 opgericht door Accenture LLP en Microsoft Corporation met Accenture LLP als grootste aandeelhouder. Meer informatie vindt u op www.avanade.nl.

Karin Pallast,

Director Avanade

Gezondheidszorg

Page 20: Lr ict zorg december 2015 los

www.ict-zorg.eu

15 december 2015

20SUCCES IN DE PRAKTIJK

15 december 2015

Succes in de Praktijk

Telelock 21 Nice Software

23VOSKO 22 Inforay 25

Tal van ontwikkelingen in de zorg klinken interessant en veelbelovend. Aanbieders presenteren hun it-oplossingen, helpen graag de zorg een stukje vooruit. Fascinerende innovatie, schitterende toepassingen. Klaar voor de toekomst.

Tegelijkertijd hebben it-managers te maken met budgetten die onder druk staan, programma’s van eisen waaraan voldaan moet worden, besparingen die gerealiseerd moeten worden, en het risico dat zorgverzekeraars de zorgaanbieder terugfluiten. De kwaliteit van het product en de verwachte return on investment zijn van groot belang. Maar hoe bepaal je die?

ICT/Zorg biedt met acht praktijkverhalen meer inzicht in verschillende it-oplossingen voor de zorg. Productanalyses en ervaringen uit de praktijk. Met als doel u een leidraad te geven om de resultaten en effectiviteit van deze producten te kunnen beoordelen.

www.ict-zorg.eu

15 december 2015

21SUCCES IN DE PRAKTIJK

15 december 2015

Mobiele telefoon als digitale sleutelTelelock vervangt de traditionele sleutel door een digitale sleutel voor de thuiszorg. Een cliënt behoudt toegang tot zijn woning met zijn eigen mechanische sleutels, en aan de buitenzijde van de woning is niets zichtbaar. Uniek is dat standaard de mogelijkheid aanwezig is dat de cliënt bepaalt aan wie deze digitale sleutel uitgegeven wordt. Dit kan een thuiszorg-organisatie zijn, maar ook mantelzorg, apotheek, huisarts, et cetera kunnen een digitale sleutel ontvangen waarmee zij toegang tot de woning van de cliënt kunnen krijgen.

Veiligheid en zelfregie gewaarborgdDe productlijn van Telelock is compleet en voldoet aan Nederlandse wettelijke bepalingen, waardoor de veiligheid en privacy voor cliënt en zorgverlener gewaarborgd worden en waarbij aanzienlijke bespa-ringen in kosten voor organisaties mogelijk zijn. De cliënt kan bepalen wie toegang hee� tot zijn woning en kan nog steeds zelf gebruik maken van zijn traditionele sleutel zonder deze te moeten afgeven aan derden.

Unieke eigenschappenDe eigenschappen van de Telelockproducten en -so� ware zijn uniek, en specifi ek afgestemd op de thuiszorg in Nederland. Bij deze Nederlandse ont-wikkeling is gebruik gemaakt van praktijksituaties met cliënten, zorgverleners, zorgorganisaties, zorgcoöpe-raties en woningbouwverenigingen. Juist door deze unieke eigenschappen garandeert Telelock voor cliënten en zorgverleners veiligheid en geborgenheid op een manier die hiervoor niet mogelijk was.

Geschikt voor alle Nederlandse deurenDe Telelock-oplossing past op alle Nederlandse deuren. Voor alle producten geldt dat aan de buiten-zijde van de deur niet zichtbaar is dat deze sloten toegepast worden. Alle Telelockproducten zijn in Nederland ontwikkeld en geproduceerd, en werken op standaard penlite (AA) batterijen - eventueel oplaadbaar - maar kunnen ook gevoed worden met een standaard (12V) adapter of beide.

De motorcilinderDe motorcilinder is het paradepaardje van het Telelock-concept. Simpel, altijd werkend op batterijen en passend op alle Nederlandse voordeuren die voorzien zijn van een enkel- of meerpuntslot in de deur. De motorcilinder is ook geschikt voor senioren- en comfortsloten. Alleen de cilinder hoe� vervangen te worden; er zijn verder geen extra bouwkundige aanpassingen nodig. Met een confi guratie app op een mobiele telefoon worden alle instellingen in de motorcilinder gezet. De Telelock is standaard uitgerust met een SKG® *** cilinder, drie mechani-sche sleutels met certifi caat en vijf digitale sleutels voor toegang met een mobiele telefoon. Maximaal 500 digitale sleutels per slot/woning.

Het oplegslotHet Telelock oplegslot vervangt het bestaande oplegslot zonder bouwkundige aanpassingen. Speciaal voor oplegsloten bij centrale toegangs-deuren die geopend worden met een ketting, hee� Telelock een kettingdeuropener ontwikkeld. Voor bestaande centrale toegangsdeuren van apparte-mentcomplexen is de deurcontroller ontwikkeld. Deze controller zorgt ervoor dat de zorgverlener ook door de centrale toegangsdeur naar binnen kan, zonder dat er iets verandert voor de overige bewoners van het complex. Het Telelock oplegslot is standaard met drie mechanische sleutels en vijf digitale sleutels voor toegang met een mobiele telefoon. Maximaal 500 digitale sleutels per slot/woning.

Gedeeld sleutelbeheerTelelock functioneert zonder dat er internet in de woning nodig is. Elk slot of module kan 500 verschillende unieke digitale sleutels onthouden (cliëntbeheer), en voor beheer van een zorgorga-nisatie zelfs 100 groepen met in elke groep 65000 unieke digitale sleutels zonder dat het slot of de module verbinding hee� met internet. Elk slot of module hee� bovendien een geheugen voor 2000 gebeurtenissen. Deze gebeurtenissen worden opgeslagen via de mobiel, zonder dat er inbreuk gemaakt wordt op de privacy.

Zelfregie gewaarborgd voor cliëntStandaard zitten er bij elk slot vijf gratis digitale sleutels en zijn extra digitale sleutels na te bestellen. Een cliënt kan zelf bepalen aan wie hij of zij de digitale sleutels uitgee� . Dit kan bijvoorbeeld familie, buren of mantelzorg zijn. Deze personen kunnen dan met hun mobiele telefoon naar binnen. Hee� een cliënt meer digitale sleutels nodig, dan kan hij of zij deze bijkopen tot maximaal 500 stuks per woning. Indien een cliënt iemand geen toegang meer wil verlenen, haalt de cliënt de uitgeleende digitale sleutel weer terug. Omdat alle digitale sleutels uniek zijn, is het mogelijk om de terug-gehaalde digitale sleutel aan iemand anders te geven. Nieuwe toekomstige ontwikkelde updates voor de sloten of modules worden per mobiel naar het slot overgebracht, zonder dat de gebruikers er iets van merken.

Digitale sleutels voor zorgorganisatiesAls een thuiszorgorganisatie of andere organisatie van een cliënt één digitale sleutel ontvangt, kan de organisatie met deze ene digitale sleutel zijn mede-werkers toegang verlenen tot de woning. Elke zorgmedewerker hee� zijn of haar eigen unieke digitale sleutel, waarmee toegang verleend kan worden tot meerdere woningen. Indien een cliënt zijn digitale sleutel terughaalt, hee� de medewerker geen toegang meer tot de woning van de cliënt, maar natuurlijk wel tot de andere woningen waarvan de organisatie en de medewerker toegangsrechten hebben. Binnen het concept is het mogelijk om persoonsalarmering, planningsso� ware et cetera van derden te koppelen aan toegang voor woningen. Informeer gerust naar de mogelijkheden.

Het sleutelbeheer binnen de thuiszorg is een veiligheidsrisico voor zowel cliënt als ver-zorgende en bovendien een grote kostenpost. Om zorg te kunnen leveren, moet een cliënt een sleutel van zijn woning afgeven aan een thuiszorgorganisatie. Die sleutel wordt vervolgens opgeborgen in een sleutelkluis aan of bij de voordeur van de woning. Het aantal deuropeningen in Nederland door thuiszorg, mantelzorg, et cetera, ligt ge-middeld op meer dan 100.000 keer per dag (Bron CBS). Logisch dat sleutels kwijtraken, gekopieerd worden en vergeten wordt om terug te plaatsen in de sleutelkluis bij de woning - met alle gevolgen van dien.

• cliënt beslist wie en wanneer er iemand toegang heeft

• niet zichtbaar aan buitenzijde van de woning

• één afstandsbediening voor cliënt passend op meerdere sloten

• eenvoudig en snel te monteren en herbruikbaar

• volledig instelbaar en programmeerbaar met app op mobiel of tablet

• 100% oplossing zonder bouwkundige aanpassingen

• geen internet in de woning nodig• het alternatief voor alle - ‘zelfs

elektronische’ - sleutelkluizen • aparte confi guratie app voor montage • gebruikers app voor digitale sleutels• ook geschikt voor ongeplande zorg• voor organisaties, wijkverpleging,

mantelzorg, apotheek et cetera• mogelijkheid voor koppeling alarmering

en andere software• direct toegang tot de woning

• veilige Cloud serversoftware met web- interface

• login en registratie op basis van privacywetgeving

• logboek en rapportages voor cliënt en zorgorganisatie

• direct digitale sleutels toegang verlenen of weigeren

• communicatie slot en telefoon via Bluetooth low energy

• communicatie telefoon en interface via GPRS

• ook toegang tot woning zonder GPRS• App voor Android en Apple

• SKG®*** waarborgen de veiligheid• hoog veiligheidsniveau op het gebied van

software en communicatie • draaiknop binnenzijde niet manipuleerbaar

door brievenbus• gelijksluitend en sluitsystemen mogelijk• ook geschikt voor achterdeur en

nieuwbouwwoningen• ook geschikt voor seniorensloten• steun van Politie Keurmerk Veilig Wonen,

TNO/CCV, thuiszorgorganisaties, zorgcoöperaties, zorgcirkels, gemeentes, woningcorporaties en verzekeraars

Telelock B.V. Linieweg 7, 4845 PM Wagenberg

www.telelock.nl

Telelock: deuren openen met een telefoonSpeciaal ontwikkeld voor de thuiszorg

DNU218 ICT Zorg nr.42 (M1512) 1.indd 21 08-12-15 14:25

www.ict-zorg.eu

15 december 2015

22SUCCES IN DE PRAKTIJK

15 december 2015

Klaar voor de nieuwe meldplicht datalekken

Zorginstellingen blijken onvoldoende ‘in control’ van hun informatiebeveiliging en dat terwijl zij grootverwerkers zijn van privacygevoelige informatie1. De afgelopen jaren is er een groot aantal incidenten geweest waarbij na data-lekken persoonlijke gegevens op straat kwamen te liggen. Reden genoeg om de huidige Wet bescherming persoons-gegevens (Wbp) verder aan te scherpen. Vanaf 1 januari 2016 zijn alle Nederlandse organisaties verplicht om direct een datalek te melden bij het College van bescherming persoonsgegevens (CBP)2. Deze meldplicht heeft grote conse-quenties voor zorgorganisaties. Het dwingt hen om weer ‘in control’ te komen en het vertrouwen van patiënten in de omgang met hun patiëntgegevens te behouden.

In het kort: meldplicht datalekkenEr is sprake van een datalek als privacygevoelige informatie in handen valt van een derde partij die geen toegang tot die informatie zou moeten hebben. Volgens de meldplicht datalekken moet privacy-gevoelige informatie direct gemeld worden aan het CBP. Dit conform de richtsnoeren van de meldplicht datalekken. Het kabinet hee� deze meldplicht recent verder aangescherpt door onder andere het CBP de bevoegdheid te geven aanzienlijk hogere boetes te kunnen opleggen. Deze boetes kunnen oplopen tot 810.000 euro of, als dat niet passend is, 10 procent van de jaaromzet. Wanneer zorginstellingen niet voldoen aan deze nieuwe strenge regels, dan kunnen zij in het ergste geval hun toelating verliezen. Dat betekent dat een zorginstelling dan geen zorg meer mag bieden die bijvoorbeeld voor een vergoeding op grond van de Zorgverzekeringswet of Wet Lang-durige Zorg in aanmerking komt3. Om als zorgor-ganisatie weer ‘in control’ te komen is het cruciaal dat informatiebeveiliging weer een kerntaak wordt van bestuurders of directie en er een helder informatie-beveiligingsbeleid wordt doorgevoerd.

Gebruikersgemak vs veiligheidMaar liefst 30 procent van alle (gemelde) hacks in Nederland vindt plaats bij een zorginstelling. Zorg-instellingen zijn dus geliefde doelwitten van cyber-criminelen, maar waarom eigenlijk? Omdat zij in het bezit zijn van enorm veel privacygevoelige patiëntinformatie en volledig a� ankelijk zijn van hun IT. Sterker nog, zonder IT ligt een ziekenhuis compleet stil4. Onderzoeksbureau Gartner voorspelt dat de datalekken, die nu vooral a� omstig zijn van

servers en vaste werkplekken, in 2017 voor 75 procent a� omstig zullen zijn van verkeerd of kwaadaardig geconfi gureerde apps. Voor security –en privacy offi cers betekent dit dat zij niet alleen patiëntgegevens moeten beveiligen tegen cybercriminelen, maar ook tegen onachtzaamheid van de eigen medewerkers.

Zorgprofessionals houden zich in tegenstelling tot IT-professionals niet dagelijks bezig met de gevaren en risico’s die apps en devices met zich meebrengen. En toch is het juist deze groep die patiëntgegevens via onveilige publieke diensten met elkaar delen. Zo werd onlangs bekend dat artsen via Whatsapp patiëntgegevens, waaronder foto’s, naar elkaar sturen om tot een goede diagnose te komen. Het gebruik van Whatsapp of Dropbox is vaak de makkelijkste manier om informatie met elkaar te delen, maar tegelijkertijd zijn dit publieke diensten met de nodige security- en privacy issues.

Voorkom shadow-itZorgprofessionals, medewerkers en afdelingen kunnen dus zonder tussenkomst van hun IT-afdeling gebruik maken van verschillende applicaties. Dit kan weliswaar tot een betere productiviteit leiden, maar kan de veiligheidsvoorschri� en van de IT compleet buiten werking stellen. Het is daarom belangrijk dat het gebruik van dit soort ongewenste apps wordt voorkomen door als IT-afdeling veilig en goed gekeurde apps be-schikbaar te stellen. Een goed voorbeeld van zo’n

app in de zorg en die Whatsapp overbodig maakt, is de IQ Secure Messenger app van IQ Messenger. Dit is de enige app die zorgalarmering combineert met veilige chat, beeldbellen en persoonlijke alar-mering. Deze krachtige app is specifi ek ontwik-keld voor gebruik binnen de zorg.

IQ Messenger en Vosko hebben met een aantal Nederlandse ziekenhuizen de handen ineen geslagen om de communicatie en alarmeringen beter, over-zichtelijker en effi ciënter te laten verlopen. Hiermee wordt de patiëntveiligheid op een hoger plan getild. Een bijkomend voordeel van deze oplossing is de verregaande integratie met de communicatie-oplossing van Cisco. Hierdoor wordt het mogelijk de IQ Secure Messaging toe te passen op de moderne Cisco telefoontoestellen en video conferencing apparatuur. Verder houdt de integratie in dat verpleeg-oproepsystemen, patient monitoring systemen en gebouwbeheersystemen gekoppeld kunnen worden met Cisco waardoor een compleet bewaakt platform voor intra- en extramurale zorg kan worden bewerkstelligd.

Kiezen voor Vosko en IQ MessengerDe door Vosko geïmplementeerde o plossing verzorgt aanvullend versleuteling van gegevens tijdens transport en detectie van verborgen communicatie-kanalen. Daarnaast adviseert Vosko haar klanten op welke wijze voldaan kan worden aan regelgeving, processen, bewaking en opslag van gegevens met betrekking tot de vereiste beveiligingseisen. Voor communicatie en alarmering biedt Vosko de op-lossingen van IQ Messenger. Een aantal zieken-huizen hebben al concreet gekozen voor deze oplossing met Vosko als integrator.

IQ Messenger hee� begin dit jaar al een CE MDD Medical Class certifi cering behaald welke vereist is

bij gebruik van medische alarmering. IQ Messenger is trots te kunnen melden dat ook de privacy en informatiebeveiliging certifi ceringen, de NEN7510 en ISO27001, onder audit van DNV GL zijn behaald. Het behalen van de ISO 27001 en NEN 7510 certi-fi ceringen bewijst dat IQ Messenger aan de hoogste standaarden voldoet en inhoud gee� aan de wet-telijke verplichtingen ten aanzien van privacy- en informatiebeveiliging.

ISO 27001 en NEN7510De ISO27001 norm is de internationale norm voor informatiebeveiliging en draagt zorg voor een beleid waarin betrouwbaarheid, beschikbaarheid en inte-griteit van informatie centraal staat. De NEN7510 norm is de nationale norm voor informatiebeveiliging en specifi ek gericht op de zorg. Het is uniek dat IQ Messenger, als niet zorginstelling, beide certifi ceringen hee� behaald. Conform ISO 27001 en NEN 7510 hee� IQ Messenger de IQ Secure Messenger ont-wikkeld. Instant messaging en kritische alarmering en notifi catie samen in één app. Deze app voldoet aan de geldende wet- en regelgeving en faciliteert zorgmedewerkers in het veilig en snel communiceren met collega’s en andere specialisten in de zorg.

Wilt u meer informatie over de integratie van de IQ Messenger oplossingen en/of wat IQ Messenger en Vosko voor uw organisatie kunnen betekenen? Neem dan contact op met Mustafa Oral van Vosko Networking BV. via 0182-622822.

Is uw organisatie ‘in control’?

1 http://www.bdo.nl/nl/nieuws/paginas/informatie beveiliging-in-de-zorg-de-tijd-dringt.aspx

2 https://www.cbpweb.nl/nl/melden/meldplicht-datalekken

3 https://cbpweb.nl/sites/default/fi les/atoms/fi les/richtsnoeren_meldplicht_datalekken.pdf

4 http://www.bnr.nl/nieuws/351499-1508/zorginstellingen-steeds-vaker-doelwit-hackers

DNU218 ICT Zorg nr.42 (M1512) 1.indd 22 08-12-15 14:25

www.ict-zorg.eu

15 december 2015

23SUCCES IN DE PRAKTIJK

15 december 2015

NICE So� ware is al 20 jaar partner van ziekenhuizen en zorginstellingen met haar applicatie paraNICE. Vijf jaar geleden ontwikkelde het bedrijf de paraNICE Web Extensie, de mobiele variant van paraNICE. De gekozen richting om de so� ware voor paramedici webbased en mobiel beschikbaar te maken, is de juiste gebleken.

Webbased applicatie: goed vooruit gezien“De tijdige ontwikkeling richting de webapplicatie was een juiste beslissing”, aldus Hanneke van den Heuvel, directeur van NICE So� ware BV. “In 22 van de 50 paraNICE-ziekenhuizen wordt de paraNICE Webapplicatie al gebruikt. Fysiotherapeuten, ergotherapeuten, logopedisten, diëtisten, psychologen, maatschappelijk werkers, etcetera, registreren via het intranet van het zieken-huis en met behulp van mobiele apparatuur. De paramedici kunnen ona� ankelijk van de plaats waar ze zich bevinden, intra- of extramuraal, hun registratie verrichten.”

“De webtechnieken bieden voor nu en de toekomst ongekende mogelijkheden”, zo schetst Van den Heuvel. “Webintegratie maakt het eenvoudig mogelijk om hoofd- en deelsystemen te laten samenwerken. Wat ons betre� blijven de verwijzend specialisten in hun vertrouwde centrale EPD werken, terwijl de paramedische behandelteams in hun registratie volledig ondersteund worden door paraNICE. Met webintegratie hebben de verwijzend specialisten volledige inzage in het paramedische deel van het zorgtraject. Zo blij� het centrale EPD leidend, maar is transparantie over en weer gewaarborgd.”

Verwijzers kunnen hierdoor in hun eigen EPD zogeheten dashboards raadplegen, waarin voor hen relevante gegevens van de paramedische groep verschijnen. Denk hierbij aan informatie met tijdsbesteding voor de patiënt per paramedische discipline, of het vooruit geplande multidisciplinair werk binnen een Oncologische Revalidatie DBC. De verwijzers kunnen deze informatie constant dynamisch en actueel inzien, ongeacht het centraal gebruikte EPD (zoals Hix, Epic, SAP of X-Care). Door de webtechnieken kan men besparen op de traditionele HL7-koppelingen.

Met het paraNICE-EPD wordt voldaan aan vak-inhoudelijke paramedische registratie, conform richtlijnen van de paramedische vakverenigingen. Een bibliotheek met procedures en meetinstru-menten wordt door NICE So� ware beschikbaar gesteld. Bij het samenstellen van het paramedisch EPD hoe� een afdeling dus niet van voor af aan te be-ginnen. In gezamenlijk overleg met de VGPN (Vereniging Gebruikers ParaNICE Nederland) ) is afgesproken dat niet ieder ziekenhuis het ‘bekende’ wiel opnieuw hoe� uit te vinden.

Streven naar één centraal systeem niet meer van deze tijdVan den Heuvel: “De tijd van streven naar één uniform systeem voor alle onderdelen van de registratie in de zorg, is voorbij. Waar het om gaat is dat systemen met elkaar praten; de uitwisselbaarheid van systemen voegt meer toe dan het gegeven dat alles in één systeem staat.”

Het management van een ziekenhuis zal zich bewust moeten zijn van het feit dat de paramedische groep de schakel is tussen de klassieke en de nieuwe zorg. De patiënt verblij� korter in het ziekenhuis, maar de zorg stopt niet binnen de muren. Een zieken-huis hee� vele kansen om in te spelen op de nieuwe ontwikkelingen van deze tijd. De inzet van de paramedische groep is bij het bepalen van een visie en strategie van het ziekenhuis een belangrijk onderdeel. Tweedelijns zorg en samenwerking met huisartsen moeten onderdeel zijn van deze visie en strategie.

De paramedische beroepsgroep, waarbij het multi-disciplinair samenwerken, plannen, registreren en overleggen al vele jaren een complex maar vaststaand proces is, wordt het kloppend hart binnen en buiten het ziekenhuis. De paramedicus is bij uitstek geschikt om een rol op zich te nemen van centraal aan-spreekpunt binnen het zorgtraject van de patiënt. De paramedicus communiceert met de verwijzend specialisten en met de patiënten zelf, maar ook met de tweedelijns zorg en huisartsen.

eHealth wordt medebepalendVroeger begon het zorgproces in het ziekenhuis, tegenwoordig begint het al daarvoor. Door de patiënt

zelf aangeleverde informatie, a� omstig van thuis-metingen, wordt een nieuwe ingang voor zieken-huisopname. Preventie en voorbereidingen rondom opnames en operaties worden steeds belangrijker. eHealth gaat hierin een belangrijke rol spelen. De veelheid aan mogelijkheden (apps, websites, video-instructies, thuisoefeningen, etcetera) moet echter ‘controleerbaar’ en ‘patiëntgericht’ ondersteuning bieden. Dit is nog niet het geval. Het initiatief voor informatie-inwinning ligt vaak nog bij de patiënt zelf. Bovendien wordt hij of zij vaak afgeleid door niet-relevante informatie en bepaalt de patiënt zelf of instructies al dan niet worden gelezen. NICE So� ware is van mening dat de patiënt direct, maar ook controleerbaar, moet worden geïnformeerd.

eCoachingEen nieuwe paraNICE eCoaching-tool maakt het mogelijk om alleen relevante, diagnose-specifi eke instructies direct bij de patiënt te bezorgen. Op een vooraf in te stellen moment ontvangt de patiënt de informatie op zijn of haar mobiele apparaat.

Instructievideo’s met geïntegreerde links naar foldermateriaal zorgen voor meer uitleg en voor rechtstreekse interactie met de patiënt, maar ook controlevragen als ‘Hee� u de instructie begrepen?’ of ‘Hee� u de oefening zonder pijn kunnen uitvoeren?’ kunnen worden gesteld. Hierdoor weet men zeker dat de patiënt écht is voorbereid, dat de instructie is ontvangen en dat het inhoudelijke deel is begrepen. De informatie wordt gedoseerd, gestructureerd en persoonsgebonden aangeboden. Deze nieuwe eHealth-ontwikkeling zal een grote effi ciencyslag brengen. Samen met een partner zal NICE So� ware in december hiervoor de eerste pilots in drie ziekenhuizen starten.

Waar het proces voor de arts eerder of tussentijds actief stopt, zal het proces bij de paramedische groep juist blijven doorgaan. Paramedici zijn het visitekaartje van de instelling, van het ziekenhuis. Zij vormen ook de brug naar buiten toe. De groep maakt onderdeel uit van alle behandelprocessen en zorgpaden.

Volop taken, juist voor de paramedische groep. Het proces stopt niet in het ziekenhuis, maar gaat door buiten de muren!

Hanneke van den Heuvel, directeur van NICE Software BV te Eindhoven. “ Creëer een totaalbeeld van de patiënt

door alle systemen te laten fungeren als één, niet door te streven naar registratie in één systeem.”

Over NICE SoftwareNICE Software biedt ICT-oplossingen voor de paramedische beroepsgroep binnen ziekenhuizen & zorginstellingen. De appli-catie paraNICE is in meer dan 50 instel-lingen een bewezen toegevoegde waarde voor registratie, stuurinformatie, multi-disciplinaire planning, facturatie, declaratie en paramedische dossiervoering. Integratie in het centrale (ziekenhuis)systeem is standaard onderdeel. Kijk voor meer informatie op www.paranice.nl.

De zorgsector is aan grote veranderingen onderhevig. Duidelijk is dat de rol van paramedische disciplines binnen - maar ook buiten - het ziekenhuis steeds belangrijker wordt. De paramedische beroepsgroep vormt de spil van de zorg in de komende jaren. Interdisciplinaire uitwisseling van gegevens is hierbij essentieel.

ParaNICE Web: transparant en toekomstgericht

DNU218 ICT Zorg nr.42 (M1512) 1.indd 23 08-12-15 14:26

www.ict-zorg.eu

15 december 2015

25SUCCES IN DE PRAKTIJK

15 december 2015

Goede stuurinformatie (Business Intelligence) voor zorgteams is nu, door de decentralisatie en de

toegenomen verantwoordelijkheden, belangrijker dan ooit. Hoe staat het met de cliënttevreden-

heid en de bezetting in relatie tot de toegenomen werkdruk en medewerkerstevredenheid?

Wat te doen om de gevraagde zorg ook te leveren en betaald te krijgen? Kunnen de organisatie-

processen worden verbeterd zodat er minder incidenten zijn en een h ogere kwaliteit wordt

gerealiseerd?

Inforay heeft speciaal voor zorgteams gemakkelijk en intuïtief te gebruiken dashboards ontwikkeld.

Alle teams krijgen hiermee direct inzicht in hun eigen prestaties, zodat ze beter kunnen

organiseren en proactief kunnen bijsturen. Het andere goede nieuws is dat u hiervoor niet

opnieuw het wiel hoeft uit te vinden door het unieke Inforay Share in Care platform. Met Share

in Care zijn de traditionele kostbare en risicovolle ict-projecten verleden tijd. U heeft direct de

beschikking over in de zorg bewezen stuurinformatie, die al wordt gebruikt door andere zorg-

aanbieders met vergelijkbare uitdagingen als die van u.

Als Business Intelligence marktleider in de VVT, GGZ en Gehandicapten- en Jeugdzorg biedt

Inforay u de grootste keuze aan in de zorg bewezen stuurinformatie. Niet alleen voor Financiën &

Control, maar nu juist ook voor de zorgteams.

Voor een workshop of livedemonstratie graag contact opnemen met Peter Groot:

[email protected] of 06-52488556.

Inforay

Storkstraat 17

3833 LB Leusden

033-4347474

DNU218 ICT Zorg nr.42 (M1512) 1.indd 25 08-12-15 14:26

Page 21: Lr ict zorg december 2015 los

www.ict-zorg.eu

15 december 2015

21SUCCES IN DE PRAKTIJK

15 december 2015

Mobiele telefoon als digitale sleutelTelelock vervangt de traditionele sleutel door een digitale sleutel voor de thuiszorg. Een cliënt behoudt toegang tot zijn woning met zijn eigen mechanische sleutels, en aan de buitenzijde van de woning is niets zichtbaar. Uniek is dat standaard de mogelijkheid aanwezig is dat de cliënt bepaalt aan wie deze digitale sleutel uitgegeven wordt. Dit kan een thuiszorg-organisatie zijn, maar ook mantelzorg, apotheek, huisarts, et cetera kunnen een digitale sleutel ontvangen waarmee zij toegang tot de woning van de cliënt kunnen krijgen.

Veiligheid en zelfregie gewaarborgdDe productlijn van Telelock is compleet en voldoet aan Nederlandse wettelijke bepalingen, waardoor de veiligheid en privacy voor cliënt en zorgverlener gewaarborgd worden en waarbij aanzienlijke bespa-ringen in kosten voor organisaties mogelijk zijn. De cliënt kan bepalen wie toegang heeft tot zijn woning en kan nog steeds zelf gebruik maken van zijn traditionele sleutel zonder deze te moeten afgeven aan derden.

Unieke eigenschappenDe eigenschappen van de Telelockproducten en -software zijn uniek, en specifiek afgestemd op de thuiszorg in Nederland. Bij deze Nederlandse ont-wikkeling is gebruik gemaakt van praktijksituaties met cliënten, zorgverleners, zorgorganisaties, zorgcoöpe-raties en woningbouwverenigingen. Juist door deze unieke eigenschappen garandeert Telelock voor cliënten en zorgverleners veiligheid en geborgenheid op een manier die hiervoor niet mogelijk was.

Geschikt voor alle Nederlandse deurenDe Telelock-oplossing past op alle Nederlandse deuren. Voor alle producten geldt dat aan de buiten-zijde van de deur niet zichtbaar is dat deze sloten toegepast worden. Alle Telelockproducten zijn in Nederland ontwikkeld en geproduceerd, en werken op standaard penlite (AA) batterijen - eventueel oplaadbaar - maar kunnen ook gevoed worden met een standaard (12V) adapter of beide.

De motorcilinderDe motorcilinder is het paradepaardje van het Telelock-concept. Simpel, altijd werkend op batterijen en passend op alle Nederlandse voordeuren die voorzien zijn van een enkel- of meerpuntslot in de deur. De motorcilinder is ook geschikt voor senioren- en comfortsloten. Alleen de cilinder hoeft vervangen te worden; er zijn verder geen extra bouwkundige aanpassingen nodig. Met een configuratie app op een mobiele telefoon worden alle instellingen in de motorcilinder gezet. De Telelock is standaard uitgerust met een SKG® *** cilinder, drie mechani-sche sleutels met certificaat en vijf digitale sleutels voor toegang met een mobiele telefoon. Maximaal 500 digitale sleutels per slot/woning.

Het oplegslotHet Telelock oplegslot vervangt het bestaande oplegslot zonder bouwkundige aanpassingen. Speciaal voor oplegsloten bij centrale toegangs-deuren die geopend worden met een ketting, heeft Telelock een kettingdeuropener ontwikkeld. Voor bestaande centrale toegangsdeuren van apparte-mentcomplexen is de deurcontroller ontwikkeld. Deze controller zorgt ervoor dat de zorgverlener ook door de centrale toegangsdeur naar binnen kan, zonder dat er iets verandert voor de overige bewoners van het complex. Het Telelock oplegslot is standaard met drie mechanische sleutels en vijf digitale sleutels voor toegang met een mobiele telefoon. Maximaal 500 digitale sleutels per slot/woning.

Gedeeld sleutelbeheerTelelock functioneert zonder dat er internet in de woning nodig is. Elk slot of module kan 500 verschillende unieke digitale sleutels onthouden (cliëntbeheer), en voor beheer van een zorgorga-nisatie zelfs 100 groepen met in elke groep 65000 unieke digitale sleutels zonder dat het slot of de module verbinding heeft met internet. Elk slot of module heeft bovendien een geheugen voor 2000 gebeurtenissen. Deze gebeurtenissen worden opgeslagen via de mobiel, zonder dat er inbreuk gemaakt wordt op de privacy.

Zelfregie gewaarborgd voor cliëntStandaard zitten er bij elk slot vijf gratis digitale sleutels en zijn extra digitale sleutels na te bestellen. Een cliënt kan zelf bepalen aan wie hij of zij de digitale sleutels uitgeeft. Dit kan bijvoorbeeld familie, buren of mantelzorg zijn. Deze personen kunnen dan met hun mobiele telefoon naar binnen. Heeft een cliënt meer digitale sleutels nodig, dan kan hij of zij deze bijkopen tot maximaal 500 stuks per woning. Indien een cliënt iemand geen toegang meer wil verlenen, haalt de cliënt de uitgeleende digitale sleutel weer terug. Omdat alle digitale sleutels uniek zijn, is het mogelijk om de terug-gehaalde digitale sleutel aan iemand anders te geven. Nieuwe toekomstige ontwikkelde updates voor de sloten of modules worden per mobiel naar het slot overgebracht, zonder dat de gebruikers er iets van merken.

Digitale sleutels voor zorgorganisatiesAls een thuiszorgorganisatie of andere organisatie van een cliënt één digitale sleutel ontvangt, kan de organisatie met deze ene digitale sleutel zijn mede-werkers toegang verlenen tot de woning. Elke zorgmedewerker heeft zijn of haar eigen unieke digitale sleutel, waarmee toegang verleend kan worden tot meerdere woningen. Indien een cliënt zijn digitale sleutel terughaalt, heeft de medewerker geen toegang meer tot de woning van de cliënt, maar natuurlijk wel tot de andere woningen waarvan de organisatie en de medewerker toegangsrechten hebben. Binnen het concept is het mogelijk om persoonsalarmering, planningssoftware et cetera van derden te koppelen aan toegang voor woningen. Informeer gerust naar de mogelijkheden.

Het sleutelbeheer binnen de thuiszorg is een veiligheidsrisico voor zowel cliënt als ver-zorgende en bovendien een grote kostenpost. Om zorg te kunnen leveren, moet een cliënt een sleutel van zijn woning afgeven aan een thuiszorgorganisatie. Die sleutel wordt vervolgens opgeborgen in een sleutelkluis aan of bij de voordeur van de woning. Het aantal deuropeningen in Nederland door thuiszorg, mantelzorg, et cetera, ligt ge-middeld op meer dan 100.000 keer per dag (Bron CBS). Logisch dat sleutels kwijtraken, gekopieerd worden en vergeten wordt om terug te plaatsen in de sleutelkluis bij de woning - met alle gevolgen van dien.

• cliënt beslist wie en wanneer er iemand toegang heeft

• niet zichtbaar aan buitenzijde van de woning

• één afstandsbediening voor cliënt passend op meerdere sloten

• eenvoudig en snel te monteren en herbruikbaar

• volledig instelbaar en programmeerbaar met app op mobiel of tablet

• 100% oplossing zonder bouwkundige aanpassingen

• geen internet in de woning nodig• het alternatief voor alle - ‘zelfs

elektronische’ - sleutelkluizen • aparte configuratie app voor montage • gebruikers app voor digitale sleutels• ook geschikt voor ongeplande zorg• voor organisaties, wijkverpleging,

mantelzorg, apotheek et cetera• mogelijkheid voor koppeling alarmering

en andere software• direct toegang tot de woning

• veilige Cloud serversoftware met web- interface

• login en registratie op basis van privacywetgeving

• logboek en rapportages voor cliënt en zorgorganisatie

• direct digitale sleutels toegang verlenen of weigeren

• communicatie slot en telefoon via Bluetooth low energy

• communicatie telefoon en interface via GPRS

• ook toegang tot woning zonder GPRS• App voor Android en Apple

• SKG®*** waarborgen de veiligheid• hoog veiligheidsniveau op het gebied van

software en communicatie • draaiknop binnenzijde niet manipuleerbaar

door brievenbus• gelijksluitend en sluitsystemen mogelijk• ook geschikt voor achterdeur en

nieuwbouwwoningen• ook geschikt voor seniorensloten• steun van Politie Keurmerk Veilig Wonen,

TNO/CCV, thuiszorgorganisaties, zorgcoöperaties, zorgcirkels, gemeentes, woningcorporaties en verzekeraars

Telelock B.V. Linieweg 7, 4845 PM Wagenberg

www.telelock.nl

Telelock: deuren openen met een telefoonSpeciaal ontwikkeld voor de thuiszorg

Page 22: Lr ict zorg december 2015 los

www.ict-zorg.eu

15 december 2015

22SUCCES IN DE PRAKTIJK

15 december 2015

Klaar voor de nieuwe meldplicht datalekken

Zorginstellingen blijken onvoldoende ‘in control’ van hun informatiebeveiliging en dat terwijl zij grootverwerkers zijn van privacygevoelige informatie1. De afgelopen jaren is er een groot aantal incidenten geweest waarbij na data-lekken persoonlijke gegevens op straat kwamen te liggen. Reden genoeg om de huidige Wet bescherming persoons-gegevens (Wbp) verder aan te scherpen. Vanaf 1 januari 2016 zijn alle Nederlandse organisaties verplicht om direct een datalek te melden bij het College van bescherming persoonsgegevens (CBP)2. Deze meldplicht heeft grote conse-quenties voor zorgorganisaties. Het dwingt hen om weer ‘in control’ te komen en het vertrouwen van patiënten in de omgang met hun patiëntgegevens te behouden.

In het kort: meldplicht datalekkenEr is sprake van een datalek als privacygevoelige informatie in handen valt van een derde partij die geen toegang tot die informatie zou moeten hebben. Volgens de meldplicht datalekken moet privacy-gevoelige informatie direct gemeld worden aan het CBP. Dit conform de richtsnoeren van de meldplicht datalekken. Het kabinet heeft deze meldplicht recent verder aangescherpt door onder andere het CBP de bevoegdheid te geven aanzienlijk hogere boetes te kunnen opleggen. Deze boetes kunnen oplopen tot 810.000 euro of, als dat niet passend is, 10 procent van de jaaromzet. Wanneer zorginstellingen niet voldoen aan deze nieuwe strenge regels, dan kunnen zij in het ergste geval hun toelating verliezen. Dat betekent dat een zorginstelling dan geen zorg meer mag bieden die bijvoorbeeld voor een vergoeding op grond van de Zorgverzekeringswet of Wet Lang-durige Zorg in aanmerking komt3. Om als zorgor-ganisatie weer ‘in control’ te komen is het cruciaal dat informatiebeveiliging weer een kerntaak wordt van bestuurders of directie en er een helder informatie-beveiligingsbeleid wordt doorgevoerd.

Gebruikersgemak vs veiligheidMaar liefst 30 procent van alle (gemelde) hacks in Nederland vindt plaats bij een zorginstelling. Zorg-instellingen zijn dus geliefde doelwitten van cyber-criminelen, maar waarom eigenlijk? Omdat zij in het bezit zijn van enorm veel privacygevoelige patiëntinformatie en volledig afhankelijk zijn van hun IT. Sterker nog, zonder IT ligt een ziekenhuis compleet stil4. Onderzoeksbureau Gartner voorspelt dat de datalekken, die nu vooral afkomstig zijn van

servers en vaste werkplekken, in 2017 voor 75 procent afkomstig zullen zijn van verkeerd of kwaadaardig geconfigureerde apps. Voor security –en privacy officers betekent dit dat zij niet alleen patiëntgegevens moeten beveiligen tegen cybercriminelen, maar ook tegen onachtzaamheid van de eigen medewerkers.

Zorgprofessionals houden zich in tegenstelling tot IT-professionals niet dagelijks bezig met de gevaren en risico’s die apps en devices met zich meebrengen. En toch is het juist deze groep die patiëntgegevens via onveilige publieke diensten met elkaar delen. Zo werd onlangs bekend dat artsen via Whatsapp patiëntgegevens, waaronder foto’s, naar elkaar sturen om tot een goede diagnose te komen. Het gebruik van Whatsapp of Dropbox is vaak de makkelijkste manier om informatie met elkaar te delen, maar tegelijkertijd zijn dit publieke diensten met de nodige security- en privacy issues.

Voorkom shadow-itZorgprofessionals, medewerkers en afdelingen kunnen dus zonder tussenkomst van hun IT-afdeling gebruik maken van verschillende applicaties. Dit kan weliswaar tot een betere productiviteit leiden, maar kan de veiligheidsvoorschriften van de IT compleet buiten werking stellen. Het is daarom belangrijk dat het gebruik van dit soort ongewenste apps wordt voorkomen door als IT-afdeling veilig en goed gekeurde apps be-schikbaar te stellen. Een goed voorbeeld van zo’n

app in de zorg en die Whatsapp overbodig maakt, is de IQ Secure Messenger app van IQ Messenger. Dit is de enige app die zorgalarmering combineert met veilige chat, beeldbellen en persoonlijke alar-mering. Deze krachtige app is specifiek ontwik-keld voor gebruik binnen de zorg.

IQ Messenger en Vosko hebben met een aantal Nederlandse ziekenhuizen de handen ineen geslagen om de communicatie en alarmeringen beter, over-zichtelijker en efficiënter te laten verlopen. Hiermee wordt de patiëntveiligheid op een hoger plan getild. Een bijkomend voordeel van deze oplossing is de verregaande integratie met de communicatie-oplossing van Cisco. Hierdoor wordt het mogelijk de IQ Secure Messaging toe te passen op de moderne Cisco telefoontoestellen en video conferencing apparatuur. Verder houdt de integratie in dat verpleeg-oproepsystemen, patient monitoring systemen en gebouwbeheersystemen gekoppeld kunnen worden met Cisco waardoor een compleet bewaakt platform voor intra- en extramurale zorg kan worden bewerkstelligd.

Kiezen voor Vosko en IQ MessengerDe door Vosko geïmplementeerde oplossing verzorgt aanvullend versleuteling van gegevens tijdens transport en detectie van verborgen communicatie-kanalen. Daarnaast adviseert Vosko haar klanten op welke wijze voldaan kan worden aan regelgeving, processen, bewaking en opslag van gegevens met betrekking tot de vereiste beveiligingseisen. Voor communicatie en alarmering biedt Vosko de op-lossingen van IQ Messenger. Een aantal zieken-huizen hebben al concreet gekozen voor deze oplossing met Vosko als integrator.

IQ Messenger heeft begin dit jaar al een CE MDD Medical Class certificering behaald welke vereist is

bij gebruik van medische alarmering. IQ Messenger is trots te kunnen melden dat ook de privacy en informatiebeveiliging certificeringen, de NEN7510 en ISO27001, onder audit van DNV GL zijn behaald. Het behalen van de ISO 27001 en NEN 7510 certi-ficeringen bewijst dat IQ Messenger aan de hoogste standaarden voldoet en inhoud geeft aan de wet-telijke verplichtingen ten aanzien van privacy- en informatiebeveiliging.

ISO 27001 en NEN7510De ISO27001 norm is de internationale norm voor informatiebeveiliging en draagt zorg voor een beleid waarin betrouwbaarheid, beschikbaarheid en inte-griteit van informatie centraal staat. De NEN7510 norm is de nationale norm voor informatiebeveiliging en specifiek gericht op de zorg. Het is uniek dat IQ Messenger, als niet zorginstelling, beide certificeringen heeft behaald. Conform ISO 27001 en NEN 7510 heeft IQ Messenger de IQ Secure Messenger ont-wikkeld. Instant messaging en kritische alarmering en notificatie samen in één app. Deze app voldoet aan de geldende wet- en regelgeving en faciliteert zorgmedewerkers in het veilig en snel communiceren met collega’s en andere specialisten in de zorg.

Wilt u meer informatie over de integratie van de IQ Messenger oplossingen en/of wat IQ Messenger en Vosko voor uw organisatie kunnen betekenen? Neem dan contact op met Mustafa Oral van Vosko Networking BV. via 0182-622822.

Is uw organisatie ‘in control’?

1 http://www.bdo.nl/nl/nieuws/paginas/informatie beveiliging-in-de-zorg-de-tijd-dringt.aspx

2 https://www.cbpweb.nl/nl/melden/meldplicht-datalekken

3 https://cbpweb.nl/sites/default/files/atoms/files/richtsnoeren_meldplicht_datalekken.pdf

4 http://www.bnr.nl/nieuws/351499-1508/zorginstellingen-steeds-vaker-doelwit-hackers

Page 23: Lr ict zorg december 2015 los

www.ict-zorg.eu

15 december 2015

23SUCCES IN DE PRAKTIJK

15 december 2015

NICE Software is al 20 jaar partner van ziekenhuizen en zorginstellingen met haar applicatie paraNICE. Vijf jaar geleden ontwikkelde het bedrijf de paraNICE Web Extensie, de mobiele variant van paraNICE. De gekozen richting om de software voor paramedici webbased en mobiel beschikbaar te maken, is de juiste gebleken.

Webbased applicatie: goed vooruit gezien“De tijdige ontwikkeling richting de webapplicatie was een juiste beslissing”, aldus Hanneke van den Heuvel, directeur van NICE Software BV. “In 22 van de 50 paraNICE-ziekenhuizen wordt de paraNICE Webapplicatie al gebruikt. Fysiotherapeuten, ergotherapeuten, logopedisten, diëtisten, psychologen, maatschappelijk werkers, etcetera, registreren via het intranet van het zieken-huis en met behulp van mobiele apparatuur. De paramedici kunnen onafhankelijk van de plaats waar ze zich bevinden, intra- of extramuraal, hun registratie verrichten.”

“De webtechnieken bieden voor nu en de toekomst ongekende mogelijkheden”, zo schetst Van den Heuvel. “Webintegratie maakt het eenvoudig mogelijk om hoofd- en deelsystemen te laten samenwerken. Wat ons betreft blijven de verwijzend specialisten in hun vertrouwde centrale EPD werken, terwijl de paramedische behandelteams in hun registratie volledig ondersteund worden door paraNICE. Met webintegratie hebben de verwijzend specialisten volledige inzage in het paramedische deel van het zorgtraject. Zo blijft het centrale EPD leidend, maar is transparantie over en weer gewaarborgd.”

Verwijzers kunnen hierdoor in hun eigen EPD zogeheten dashboards raadplegen, waarin voor hen relevante gegevens van de paramedische groep verschijnen. Denk hierbij aan informatie met tijdsbesteding voor de patiënt per paramedische discipline, of het vooruit geplande multidisciplinair werk binnen een Oncologische Revalidatie DBC. De verwijzers kunnen deze informatie constant dynamisch en actueel inzien, ongeacht het centraal gebruikte EPD (zoals Hix, Epic, SAP of X-Care). Door de webtechnieken kan men besparen op de traditionele HL7-koppelingen.

Met het paraNICE-EPD wordt voldaan aan vak-inhoudelijke paramedische registratie, conform richtlijnen van de paramedische vakverenigingen. Een bibliotheek met procedures en meetinstru-menten wordt door NICE Software beschikbaar gesteld. Bij het samenstellen van het paramedisch EPD hoeft een afdeling dus niet van voor af aan te be-ginnen. In gezamenlijk overleg met de VGPN (Vereniging Gebruikers ParaNICE Nederland) ) is afgesproken dat niet ieder ziekenhuis het ‘bekende’ wiel opnieuw hoeft uit te vinden.

Streven naar één centraal systeem niet meer van deze tijdVan den Heuvel: “De tijd van streven naar één uniform systeem voor alle onderdelen van de registratie in de zorg, is voorbij. Waar het om gaat is dat systemen met elkaar praten; de uitwisselbaarheid van systemen voegt meer toe dan het gegeven dat alles in één systeem staat.”

Het management van een ziekenhuis zal zich bewust moeten zijn van het feit dat de paramedische groep de schakel is tussen de klassieke en de nieuwe zorg. De patiënt verblijft korter in het ziekenhuis, maar de zorg stopt niet binnen de muren. Een zieken-huis heeft vele kansen om in te spelen op de nieuwe ontwikkelingen van deze tijd. De inzet van de paramedische groep is bij het bepalen van een visie en strategie van het ziekenhuis een belangrijk onderdeel. Tweedelijns zorg en samenwerking met huisartsen moeten onderdeel zijn van deze visie en strategie.

De paramedische beroepsgroep, waarbij het multi-disciplinair samenwerken, plannen, registreren en overleggen al vele jaren een complex maar vaststaand proces is, wordt het kloppend hart binnen en buiten het ziekenhuis. De paramedicus is bij uitstek geschikt om een rol op zich te nemen van centraal aan-spreekpunt binnen het zorgtraject van de patiënt. De paramedicus communiceert met de verwijzend specialisten en met de patiënten zelf, maar ook met de tweedelijns zorg en huisartsen. eHealth wordt medebepalendVroeger begon het zorgproces in het ziekenhuis, tegenwoordig begint het al daarvoor. Door de patiënt

zelf aangeleverde informatie, afkomstig van thuis-metingen, wordt een nieuwe ingang voor zieken-huisopname. Preventie en voorbereidingen rondom opnames en operaties worden steeds belangrijker. eHealth gaat hierin een belangrijke rol spelen. De veelheid aan mogelijkheden (apps, websites, video-instructies, thuisoefeningen, etcetera) moet echter ‘controleerbaar’ en ‘patiëntgericht’ ondersteuning bieden. Dit is nog niet het geval. Het initiatief voor informatie-inwinning ligt vaak nog bij de patiënt zelf. Bovendien wordt hij of zij vaak afgeleid door niet-relevante informatie en bepaalt de patiënt zelf of instructies al dan niet worden gelezen. NICE Software is van mening dat de patiënt direct, maar ook controleerbaar, moet worden geïnformeerd.

eCoachingEen nieuwe paraNICE eCoaching-tool maakt het mogelijk om alleen relevante, diagnose-specifieke instructies direct bij de patiënt te bezorgen. Op een vooraf in te stellen moment ontvangt de patiënt de informatie op zijn of haar mobiele apparaat.

Instructievideo’s met geïntegreerde links naar foldermateriaal zorgen voor meer uitleg en voor rechtstreekse interactie met de patiënt, maar ook controlevragen als ‘Heeft u de instructie begrepen?’ of ‘Heeft u de oefening zonder pijn kunnen uitvoeren?’ kunnen worden gesteld. Hierdoor weet men zeker dat de patiënt écht is voorbereid, dat de instructie is ontvangen en dat het inhoudelijke deel is begrepen. De informatie wordt gedoseerd, gestructureerd en persoonsgebonden aangeboden. Deze nieuwe eHealth-ontwikkeling zal een grote efficiencyslag brengen. Samen met een partner zal NICE Software in december hiervoor de eerste pilots in drie ziekenhuizen starten.

Waar het proces voor de arts eerder of tussentijds actief stopt, zal het proces bij de paramedische groep juist blijven doorgaan. Paramedici zijn het visitekaartje van de instelling, van het ziekenhuis. Zij vormen ook de brug naar buiten toe. De groep maakt onderdeel uit van alle behandelprocessen en zorgpaden.

Volop taken, juist voor de paramedische groep. Het proces stopt niet in het ziekenhuis, maar gaat door buiten de muren!

Hanneke van den Heuvel, directeur van NICE Software BV te Eindhoven. “ Creëer een totaalbeeld van de patiënt door alle systemen te laten fungeren als één, niet door te streven naar registratie in één systeem.”

Over NICE SoftwareNICE Software biedt ICT-oplossingen voor de paramedische beroepsgroep binnen ziekenhuizen & zorginstellingen. De appli-catie paraNICE is in meer dan 50 instel-lingen een bewezen toegevoegde waarde voor registratie, stuurinformatie, multi-disciplinaire planning, facturatie, declaratie en paramedische dossiervoering. Integratie in het centrale (ziekenhuis)systeem is standaard onderdeel. Kijk voor meer informatie op www.paranice.nl.

De zorgsector is aan grote veranderingen onderhevig. Duidelijk is dat de rol van paramedische disciplines binnen - maar ook buiten - het ziekenhuis steeds belangrijker wordt. De paramedische beroepsgroep vormt de spil van de zorg in de komende jaren. Interdisciplinaire uitwisseling van gegevens is hierbij essentieel.

ParaNICE Web: transparant en toekomstgericht

Page 24: Lr ict zorg december 2015 los

facebook.com/ICTmagzineNL

twitter.com/ICTmagazine_NL

Linkedin.com/ICT/Magazine

plus.google.com/ICT/Magazine

KENNIS DELEN • KENNIS MAKEN

SUCCES DOOR

KENNISKENNIS DELEN KENNIS MAKEN

WWW.ICTMAGAZINE.NL

Page 25: Lr ict zorg december 2015 los

www.ict-zorg.eu

15 december 2015

25SUCCES IN DE PRAKTIJK

15 december 2015

Goede stuurinformatie (Business Intelligence) voor zorgteams is nu, door de decentralisatie en de

toegenomen verantwoordelijkheden, belangrijker dan ooit. Hoe staat het met de cliënttevreden-

heid en de bezetting in relatie tot de toegenomen werkdruk en medewerkerstevredenheid?

Wat te doen om de gevraagde zorg ook te leveren en betaald te krijgen? Kunnen de organisatie-

processen worden verbeterd zodat er minder incidenten zijn en een hogere kwaliteit wordt

gerealiseerd?

Inforay heeft speciaal voor zorgteams gemakkelijk en intuïtief te gebruiken dashboards ontwikkeld.

Alle teams krijgen hiermee direct inzicht in hun eigen prestaties, zodat ze beter kunnen

organiseren en proactief kunnen bijsturen. Het andere goede nieuws is dat u hiervoor niet

opnieuw het wiel hoeft uit te vinden door het unieke Inforay Share in Care platform. Met Share

in Care zijn de traditionele kostbare en risicovolle ict-projecten verleden tijd. U heeft direct de

beschikking over in de zorg bewezen stuurinformatie, die al wordt gebruikt door andere zorg-

aanbieders met vergelijkbare uitdagingen als die van u.

Als Business Intelligence marktleider in de VVT, GGZ en Gehandicapten- en Jeugdzorg biedt

Inforay u de grootste keuze aan in de zorg bewezen stuurinformatie. Niet alleen voor Financiën &

Control, maar nu juist ook voor de zorgteams.

Voor een workshop of livedemonstratie graag contact opnemen met Peter Groot:

[email protected] of 06-52488556.

Inforay

Storkstraat 17

3833 LB Leusden

033-4347474

Page 26: Lr ict zorg december 2015 los

www.ict-zorg.eu

2615 december 201515 december 2015

VISIE 2016

Sectra 28

NetSourcing 34

Wortell 29

Performation 35www.ict-zorg.eu

3415 december 201515 december 2015

VISIE 2016

De ontwikkelingen in de ICT gaan razendsnel, dat zien we in alle aspecten van ons leven. Hoeke: “De zorg verandert zelf ook en wij hebben dan ook alle capaciteit nodig om te begrijpen hoe de zorg écht werkt, om werkelijk het verschil te kunnen maken. Om die ontwikkelingen te kunnen toepassen, focussen wij ons volledig op zorg, welzijn en veilig-heid.” NetSourcing bestaat uit specialisten, dedicated to zorg. Hoeke vertelt enthousiast verder, het is duidelijk dat de zorgsector hem na aan het hart ligt. “Binnen de zorg focussen we ons op thuiszorg, verzorgings- en verpleeghuizen, jeugdzorg, jeugd-gezondheidszorg, gehandicaptenzorg, kraamzorg, onderdelen van de GGZ, onderdelen van de eerste-lijnszorg voor huisartsen, en zaken die te maken hebben met de revalidatiecentra en de algemene ziekenhuizen. Aan al deze facetten binnen de zorg verlenen wij onze diensten, en die concentreren zich rondom twee thema’s: de gebruiker van ICT, wie dat ook is, en de locatie waar de gebruiker werkt. Zo simpel is het in feite, maar tegelijk dus ook zo complex, want makkelijke vragen hebben in de praktijk nogal wat voeten in de aarde. Wij realiseren ons terdege hoe belangrijk de informatie-

voorziening voor onze klanten is. De impact is enorm als bijvoorbeeld een applicatie voor de jeugdgezondheidszorg, waarop consultatiebureaus draaien, niet werkt. Als je beseft hoeveel mensen op allerlei locaties in het land dan niet hun werk kunnen doen, en hoeveel artsen, verpleegkundigen, moeders en vaders met kinderen dan zitten te wachten. Dat hebben wij goed tussen onze oren.”

Toegevoegde-waarde-perspectiefIn 2016 wordt de zorgsector opnieuw geconfronteerd met aanzienlijke bezuinigingen die de hele zorg-markt dwingen om nog nadrukkelijker na te denken hoe met ICT om te gaan. Hoeke: “Vaak zien wij dat er wordt geredeneerd vanuit een kostenperspectief. Als je sec op die manier kijkt, dan geeft de doorsnee zorginstelling een beperkt stuk van het totale budget uit aan ICT. Door slechts het beperkte ict-budget verder te optimaliseren, wordt het verschil voor de organisatie als totaal niet gemaakt. Dat is vrijwel verwaarloosbaar. Door niet vanuit een strikt ict-kostenperspectief te kijken hoe je alleen je ICT efficiënter kunt regelen, maar je te focussen op de toegevoegde waarde die ICT kan bieden voor de totale organisatie, kunnen veel grotere voordelen voor de organisatie worden behaald. Denk hierbij aan het koppelen van systemen, het ondersteunen van de workflow van bedrijfsprocessen, en het naadloos uitwisselen van informatie met andere organisaties: dat zijn belangrijke onderwerpen om écht te profiteren van de voordelen die ICT kan bieden. Dan voorkom je dubbel werk en lopen processen veel beter. Als je op basis van het HR-

systeem weet wanneer iemand in dienst komt, in welke functie en welk team of welke afdeling, dan kun je toch direct zorgen dat alle noodzakelijke ict-middelen zijn geregeld? Waarom dan nog weer zaken dubbel doorgeven of handmatig regelen? Hetzelfde geldt voor cliënten die in zorg komen. Als je weet welke zorg iemand nodig heeft en je weet waar iemand woont, kun je veel zaken auto-

matisch regelen en kun je ook direct zorgen dat er een communicatieportaal is voor zowel professionals als mantelzorgers. Dit zijn pas écht besparingen waarmee de zorg iets opschiet. Dus terugkomend op de focus op ict-kosten, is het veel waardevoller om te kijken naar wat je écht kunt optimaliseren dóór de inzet van ICT. Dat is veel en veel belang-rijker. Daar zit de werkelijke winst.”

“ICT wordt steeds meer georganiseerd rondom mensen

van vlees en bloed”

Alles draait om de mensWat betekent een en ander voor de toekomst? Hoeke: “Vaste werkplekken veranderen en worden mobiele devices, applicaties worden anders gebruikt, en samenwerking is de sleutel geworden in de infor-

matievoorziening. Of dit nu is binnen de organisatie, de samenwerking met ketenpartners of participatie van cliënten, we zien dat verkokering wordt aan-gepakt en communicatie steeds meer via portalen verloopt.” Hoeke vertelt vervolgens dat de razend-snelle ontwikkeling van het internet of things en de juiste interpretatie van de grote hoeveelheden informatie van grote invloed zullen zijn op de zorg. “Juist op deze punten zal ICT een grote meerwaarde kunnen hebben om de zorg écht te verbeteren. Het kan ervoor zorgen dat alle betrokkenen veilig en altijd op het juiste moment op het door hun gekozen device kunnen beschikken over de juiste informatie om hun werk te doen.” Dit is de rol die Hoeke ook ziet voor NetSourcing in de komende jaren. “De integratie van alle applicaties, informatie op de verschillende devices en de juiste ondersteuning van de gebruikers is een steeds complexer spelletje. Zeker als dit ook moet voldoen aan alle wet- en regelgeving omtrent beveiliging van privacy-gevoelige gegevens, zal het in toenemende mate het werk zijn voor specialisten. Helemaal nu de partici-patie van cliënten c.q. patiënten en eventuele mantel-zorgers steeds groter wordt, wordt ICT steeds meer georganiseerd rondom een mens van vlees en bloed, en niet zoals vroeger vanuit en rond een organisatie. Dit verandert steeds sneller en vraagt ook om andere ICT en andere ondersteuning. Al zijn dit vanuit technisch perspectief grotendeels dezelfde ict-diensten, de wijze waarop het onder-steund wordt is wezenlijk anders.”

ICT voor de zorg draait om mensenHoe technologie de zorg helpt om zich te kunnen focussen op zorg

“Focus op de toegevoegde waarde die ICT kan bieden”

door: Jeroen Berkhout

We zijn te gast bij Yvo Hoeke, grondlegger en directeur van ICT full-serviceprovider NetSourcing, opgericht in 2001 en inmiddels 75 mannen en vrouwen sterk. Gevraagd naar zijn visie voor 2016 op het gebied van ICT binnen de zorg toont hij zich voor alles bescheiden. “Wij zijn geen visionairs in de zin van toekomstvoorspellers. We denken natuurlijk wel vanuit een telkens veranderend heden constant met onze klanten mee richting de toekomst. Maar in een zorgmarkt die zo sterk in beweging is, steken we vooral hier en nu onze handen uit de mouwen. Dag in dag uit verzetten we een bulk werk zodat die duizenden zorgprofessionals gewoon hun werk kunnen blijven doen en kunnen vertrouwen op de ICT.”

DNU218 ICT Zorg nr.42 (M1512) 1.indd 34 08-12-15 11:29

www.ict-zorg.eu

3515 december 201515 december 2015

VISIE 2016

Het zijn vragen die voor veel ziekenhuizen letterlijk van levensbelang zijn. De sector staat onder zware druk en verdergaan op de bekende weg is niet langer een optie die toekomst biedt. Daarvoor zijn de spelregels binnen de zorg te zeer veranderd. “Als je niet in staat bent om succesvol in te spelen op de verzake-lijking van de zorg, loop je als ziekenhuis grote financiële risico’s”, stelt Cok de Groot, CIO van Performation te Bilthoven. “Denk daarbij aan kortingen op tarieven, boetes op registraties, verlies van zorgpakketten, et cetera.”

PerformationOm dit soort risico’s het hoofd te kunnen bieden, is het allereerst noodzakelijk om inzicht te krijgen in je bedrijfsprocessen. Terdege inzicht, gebaseerd op feiten en dus op de grote hoeveelheid data die dagelijks in elk ziekenhuis wordt gegenereerd. En daarmee betreden we het werkterrein van Perfor-mation. Dat richt zich namelijk primair op het ontsluiten én interpreteren van ziekenhuisdata. Een groot deel van de Nederlandse ziekenhuizen maakt gebruik van de diensten van Performation, wat als voordeel heeft dat het bedrijf kan beschikken over zeer waardevolle en complete benchmark-informatie.

Sectorbrede benchmarkinformatie“Dankzij die sectorbrede benchmarkinformatie kunnen we onze klanten inzichten bieden die niet binnen de muren van het eigen ziekenhuis te vinden zijn”, vertelt De Groot. “Je kunt immers pas werkelijk je waarde en positie in de markt bepalen wanneer je over het juiste referentiemateriaal beschikt. Zie-kenhuizen kunnen met onze tools hun eigen data vergelijken met gemiddelden uit de gehele markt en zodoende achterhalen op welke gebieden ze goed scoren of juist niet. Vervolgens kunnen ze op basis daarvan gerichte efficiencyslagen gaan maken.”

De vinger op de zere plekDe inzichten die Performation biedt, zijn erg gedetailleerd. Klanten kunnen tot op onderdelen van een behandeling zien hoe het eigen ziekenhuis scoort ten opzichte van de sectorbrede benchmark. De Groot: “Zodoende kunnen ziekenhuizen heel nauwkeurig de vinger op de zere plek leggen. Tot op het niveau van operatiekamer, kliniek, of materialen aan toe. Door vervolgens op de juiste onderdelen bij te sturen, kan het zelfs gebeuren dat een ogen-schijnlijk verliesgevend zorgproduct tóch winstgevend wordt gemaakt en gehandhaafd kan worden binnen de productmix.”

Onderhandelen met zorgverzekeraarsKortom, Performation biedt ziekenhuizen de mo-gelijkheid om zowel in de breedte als in de diepte hun bedrijfsvoering door te lichten en waar nodig bij te sturen. Dat is niet alleen heilzaam voor de eigen organisatie, maar komt ook van pas tijdens de onderhandelingen met zorgverzekeraars. “Een goed voorbeeld daarvan is de behandelmix”, licht De Groot toe. “Verzekeraars kunnen de efficiencyslag die is doorgevoerd vaak niet goed beoordelen, maar de behandelmix wel. Die vergelijken ze met andere ziekenhuizen en wanneer jouw mix van het ge-middelde afwijkt, zal dat zeker ter sprake komen. Dankzij onze oplossingen hebben ziekenhuizen echter dezelfde informatie als de zorgverzekeraars, waardoor ze beter voorbereid de onderhandelingen in kunnen gaan.”

Geïntegreerde aanpakSamen met de ziekenhuizen zet Performation steeds meer in op ‘de geïntegreerde aanpak’. Dat wil zeggen dat werkelijk alle beschikbare data - van de fte-verdeling binnen afdelingen tot het totaalplaatje aan geldstromen - door het bedrijf worden verzameld, gebundeld en geanalyseerd, om uiteindelijk laag-

drempelig interpreteerbaar weer bij het ziekenhuis terug te komen. Het product dat Performation hiervoor inzet, draagt de naam Dimenzion. “Zo’n geïntegreerde aanpak is noodzakelijk”, meent De Groot. “Zo weet je immers zeker dat je ziekenhuis-breed dezelfde definities en parameters hanteert en voorkom je in de uiteindelijke analyse een ver-gelijking van appels met peren. Bovendien is het de enige manier om tot een werkelijk betrouwbaar totaaloverzicht te komen waarop een ziekenhuis zijn beleid kan baseren.”

Geen zwarte doosDimenzion is overigens geen zwarte doos waarin van alles gebeurt zonder dat ziekenhuizen daarop ook maar enig zicht hebben. Integendeel. De Groot: “De insteek van Performation is te allen tijde transparant. We communiceren duidelijk naar de klant wat we precies doen met hun data, waardoor ze zelf greep houden op het proces. Daarnaast organiseren we regelmatig gebruikersbijeenkomsten, waarin de functionaliteit van onze tools aan bod komt en we klanten actief om feedback vragen. Tot slot leiden we ziekenhuismedewerkers op om zelf met Dimenzion aan de slag te kunnen gaan. We maken bestaande BI-afdelingen dus niet overbodig, maar bieden juist aanvullende inzichten en werken intensief met hen samen.”

SamenwerkingSamenwerking is volgens De Groot sowieso dé manier om het hoofd te bieden aan de verzakelijk van de zorg. Samenwerking tussen ziekenhuizen onderling, maar zeker ook intern, binnen het eigen ziekenhuis. “Pas wanneer het medisch personeel en de directie dezelfde doelen nastreven, komt de kracht van onze tools volledig tot zijn recht”, stelt De Groot. “Gelukkig is dat steeds vaker het geval. In grofweg de helft van de ziekenhuizen werken artsen en directie

goed samen, waardoor er een gezonde cultuur ontstaat waarin kwalitatief prima zorg wordt geleverd tegen een redelijke prijs. Binnen deze ziekenhuizen hoeft de toenemende marktwerking in de zorg zeker geen breekpunt te worden.”

ToekomstTot slot: welke uitdagingen ziet Performation in de markt en hoe denkt het bedrijf daarop te gaan in-spelen? De Groot: “Doelmatigheid in de zorg wordt op dit moment meestal nog projectmatig aangepakt, met een frequentie van eens per twee à drie jaar. Maar in de huidige, veranderlijke zorgsector is dat eigenlijk onwerkbaar. Met Dimenzion kunnen we die frequentie verhogen naar eens per kwartaal, en op termijn zelfs naar eens per maand, waardoor de effecten van beleidswijzigingen veel beter te managen zijn.” Daarnaast valt er volgens De Groot veel winst te boeken in de tijd die een gemiddeld ziekenhuis besteedt aan het verzamelen van data (wat de be-trokkenen nu zo’n tachtig procent van hun tijd kost) en het benutten van data (zo’n twintig procent van de tijd): “Onze ambitie is om die verhouding om-gedraaid te krijgen. Dat is een hele uitdaging, maar ik zie eigenlijk geen reden waarom we die ambitie in de komende jaren niet zouden kunnen verwezen-lijken.”

Meer weten? Kom op 14 januari 2016 naar het Performation event – Samen verder www.performation.nl/event2016

door: Henk Jansen

Dalende uitgavenplafonds, zorgverzekeraars die tegen steeds scherpere prijzen zorg willen inkopen, een krimpende instroom van patiënten. Dat is de realiteit waarmee ziekenhuizen anno 2015 te maken hebben. Maar hoe ga je daarmee om? Hoe maak je als ziekenhuis de broodnodige efficiencyslag? Hoe zorg je ervoor dat je goed voor-bereid de onderhandelingen met zorgverzekeraars ingaat?

Hoe overleef je als ziekenhuis

de marktwerking in de zorg?

DNU218 ICT Zorg nr.42 (M1512) 1.indd 35 08-12-15 11:29

www.ict-zorg.eu

2915 december 201515 december 2015

VISIE 2016

ICT gaat de manier van werken in de zorg drastisch veranderen. Vrijwel alle organisaties die werkzaam zijn in de langdurige zorg hebben de eerste stappen al gezet. De groeps-pc’s zijn in de meeste organisaties aangevuld door devices die beter aansluiten bij het werk: een smartphone voor de thuiszorgmedewerker, een tablet voor verzorgenden op groepswoningen, et cetera. Het doen van verplichte registraties is daardoor steeds minder vaak een losstaande taak, maar wordt onderdeel van het werk. Kortom, de meeste organisaties in de langdurige zorg hebben de eerste stap gezet om ICT beter te laten aansluiten bij het werk dat medewerkers doen.Maar daarmee zijn ze er nog lang niet, weet Burlage. “Vaak zitten aan de achterkant de applicaties nog op een houtje-touwtje manier aan elkaar of ze zijn helemaal niet geïntegreerd. Daardoor moeten mede-werkers vaak in meerdere applicaties inloggen om één taak te doen. En ze moeten regelmatig informatie uit het ene systeem handmatig in het andere over-nemen. Daar is nog veel winst te behalen.” Hij ziet dat uitbesteden naar de cloud organisaties op dit terrein kan ontzorgen. “Dan kunnen ict-medewerkers zich focussen op de meerwaarde die ICT kan bieden aan zorgmedewerkers en hoeven zij zich niet meer druk te maken om de techniek zelf.”Is die techniek op orde, dan moeten organisaties vervolgens ICT ook laten meebewegen met de voortdurende veranderingen in de zorg, zegt Burlage. “ICT moet flexibel worden, makkelijk aanpasbaar aan nieuwe wet- en regelgeving, maar ook aan eventuele nieuwe businessmodellen die zorgorganisaties willen gaan exploiteren, denk bijvoorbeeld aan het bieden van beeldschermzorg.”

Van last naar lustOm te voorkomen dat er op losse onderdelen wordt geïnnoveerd zonder dat die innovaties bij elkaar aansluiten, adviseert Wortell zijn klanten om een strategisch plan te maken, een roadmap waarin staat in welk tempo welke stappen worden gezet en hoe medewerkers daarin worden meegenomen. “Voor iedere zorgorganisatie zal die roadmap er anders uitzien, maar de hoofdlijn is hetzelfde”, weet Burlage. Die hoofdlijn luidt dat zorgorganisaties steeds vaker zullen kiezen voor de cloud, en daarmee het technisch beheer van de ict-omgeving buiten de deur plaatsen. Op die manier houdt de ict-afdeling tijd over om

na te denken over hoe ICT beter kan aansluiten bij de behoeften van medewerkers, kan meebewegen met de veranderingen in de zorg en wellicht zelfs nieuwe businessmodellen mogelijk maakt. “Waar het op neerkomt is dat ICT niet langer moet worden gezien als een last die nodig is om het werk goed te kunnen doen, maar als een strategisch middel dat medewerkers optimaal ondersteunt in het leveren van goede kwaliteit van zorg.”

Alles uit de cloudIntermetzo, een jeugdzorginstelling die onder-steuning biedt aan gezinnen en kinderen die zelf-standig geen oplossing kunnen vinden voor de problemen die zij ervaren, laat goed zien hoe je betere kwaliteit van zorg bereikt door ICT te laten aansluiten bij de behoeften van medewerkers. Door alle ICT onder te brengen in een private cloud hebben medewerkers nu altijd en overal toegang tot alle benodigde applicaties en data via het device van hun keuze. En dat op een veilige én vertrouwde manier. Burlage: “Doordat medewerkers vanaf iedere plek – op kantoor, bij een gezin waar ze op huisbezoek zijn, vanuit huis, onderweg – toegang hebben tot data en applicaties, besparen ze veel tijd. Bovendien hebben ze altijd alle benodigde informatie bij de hand, waardoor ze meer inzicht hebben en betere beslissingen kunnen nemen. Ook kan de informatie over een gezin makkelijker met andere collega’s worden gedeeld, zodat alle betrokken medewerkers op de hoogte zijn van de situatie. Medewerkers kunnen bovendien werken met een device naar keuze: smartphone, tablet, laptop, pc.” Beveiliging is bij het realiseren van een dergelijke flexibele omgeving een speerpunt, benadrukt Burlage. Daarom moedigt hij zorgorganisaties aan om de stap naar de cloud te maken. “Er komt veel bij kijken om je eigen ict-omgeving NEN7510-gecertificeerd te krijgen. Een cloudprovider die voor meerdere zorginstellingen werkt, kan de kosten die met security gemoeid zijn, over meerdere klanten ver-delen. Bovendien is informatiebeveiliging voor een cloudprovider een kernactiviteit, wat bijna altijd resulteert in een betere security tegen lagere kosten. Uiteraard is het dan wel verstandig om met een cloudprovider in zee te gaan die NEN7510-gecer-tificeerd is.”

VerappifyingICT kan worden ingezet om medewerkers te ondersteunen, maar ook om cliënten zelfredzamer te maken. Een mooi voorbeeld van een organisatie die hierin vooroploopt, is Pameijer, een organisatie die hulp en ondersteuning biedt aan mensen met een verstandelijke beperking of met chronische psychiatrische aandoeningen. Pameijer wil hen zo zelfstandig mogelijk laten functioneren, zodat ze zo min mogelijk afhankelijk zijn van professionals. Om de zelfredzaamheid van cliënten te ondersteunen, heeft Pameijer samen met Wortell diverse apps ontwikkeld om cliënten te helpen met zaken die ze in het dagelijks leven tegenkomen. Zoals de ver-voersapp, die cliënten begeleidt tijdens hun reis met het openbaar vervoer. “Het mooie is”, zegt Burlage, “dat zelfredzaamheid hier hand in hand gaat met verlaging van kosten. Want cliënten hebben nu genoeg zelfvertrouwen om de trein of bus te pakken, waardoor de taxikosten dalen.”

Die apps voor cliënten staan nu nog los van de ict-omgeving voor medewerkers, maar uiteindelijk zullen die twee werelden naar elkaar toegroeien. En alle ICT die in de toekomst gebruikt gaat worden, krijgt het karakter van een app, denkt Burlage. “Daarmee bedoel ik dat het taakgerichte applicaties worden die medewerkers écht onder-steunen in de taken die ze doen en die het gebruiks-gemak bieden dat we nu kennen van consument-

gerichte apps. Vaak gaat daar een hele complexe wereld achter schuil, maar die zie je als gebruiker niet.”

Zorgondersteunende ICT krijgt eenzelfde karakter: een app om cliëntinformatie in op te zoeken en bij te houden. Daaraan gekoppeld een app met je taken voor die dag, bijvoorbeeld voor thuiszorgmede-werkers met de route die ze moeten rijden en de tijden waarop ze bij de diverse cliënten moeten zijn. Daarnaast een app met je rooster. De zorgapp CareConnections is hiervan een goed voorbeeld. Burlage: “De koppelingen tussen de onderliggende systemen worden onder water geregeld. Daar zie je als gebruiker niets van. Als je een dienst wisselt met een collega, dan veranderen automatisch je taken mee, zonder dat je daarvoor iets hoeft te doen. En in het systeem dat je uren bijhoudt wordt automatisch geregistreerd dat die dienst is gewisseld, zodat aan het eind van de maand het salarisstrookje ook klopt.”Het zal nog een tijd duren voordat alle zorgorganisa-ties zover zijn, maar Burlage ziet dat organisaties die hun ICT buiten de deur plaatsen, grote stappen zetten. “Want dan komt de ict-afdeling eindelijk toe aan het maken van een goed strategisch plan. Een plan waarin wordt gekeken naar hoe ICT een bijdrage kan leveren aan een hogere kwaliteit van zorg, leuker werk, zelfredzamer cliënten, nieuwe businessmodellen. Het mooie van deze ontwikkeling is: vrijwel altijd dalen dan ook de kosten van zorg.”

De wereld is aan het ‘verappifyen’, de zorg verandert mee

Als consument merken we het al: er is voor alles een app. Ook in de zorg doen apps hun intrede. De meerwaarde wordt sterk bepaald door de mate waarin deze aansluiten bij het businessmodel van een zorginstelling en de rest van de ict-omgeving. “Pak vernieuwing van de ict-omgeving gestructureerd en gefaseerd aan, zodat je maximaal profiteert van efficiency- en effectiviteitswinst”, adviseert Danny Burlage, CTO van Wortell.

DNU218 ICT Zorg nr.42 (M1512) 1.indd 29 08-12-15 11:28

www.ict-zorg.eu

2815 december 201515 december 2015

VISIE 2016

We moeten af van de huidige reactieve manier van diagnosticeren en toegroeien naar een meer pro-actief en uiteindelijk preventief model. Alleen op die manier kun je de kosten van de gezondheidszorg verlagen en de kwaliteit verbeteren, stelt Peter Osinga, managing director van Sectra Imaging IT Solutions. Dat betekent dat we op een heel andere manier moeten omgaan met medische beeldvorming. Nederland loopt op dat gebied achter, er is snel een inhaalslag nodig, vindt Osinga.

InhaalslagDie inhaalslag moet op twee gebieden worden ge-maakt. Allereerst binnen de muren van het zieken-huis. “Er zijn nu nog teveel eilanden. Radiologie, pathologie, nucleaire geneeskunde, laboratorium-diagnostiek, DNA-onderzoek; het moet veel dichter naar elkaar toe worden getrokken.” We noemen dit ook wel integrale diagnostiek. Hiervoor is het nodig dat de beeldvormende oplossingen die de ver-schillende vakgebieden gebruiken, bij elkaar worden

gebracht in een digitaal Enterprise Image Manage-ment-systeem (EIM), dat natuurlijk gebaseerd moet zijn op een Vendor Neutral Archive (VNA). Hij noemt als voorbeeld UMCU, dat als eerste academisch ziekenhuis start met digitale pathologie. In de oplossing heeft Sectra de ervaringen die het bedrijf heeft met PACS-standaarden en het digita-liseren van workflow toegepast. “Zo zit bijvoorbeeld een second opinion standaard in de workflow, wat een enorme verbetering oplevert in de diagnose en stagering van kanker”, weet Osinga. “En door de resultaten meteen digitaal beschikbaar te stellen aan de andere betrokken medisch specialisten verbeter je de onderlinge communicatie en versnel je de besluitvorming.”

Data-uitwisseling moet niet alleen binnen de muren van het ziekenhuis worden verbeterd maar ook tussen ziekenhuizen, vindt Osinga. “Het is toch eigenlijk te gek voor woorden dat we anno 2015 nog altijd DVD’s heen en weer sturen! De minister moet snel het advies van Nictiz overnemen hoe we nationaal omgaan met digitale patiëntdata: wat zijn volgens de overheid de veilige manieren van versturen en opslag? Neem een voorbeeld aan de UK, waar Sectra samen met NHS een Image Ex-change Portal heeft ontwikkeld waarop alle 364 ziekenhuizen al vier jaar zijn aangesloten. Zo kunnen we veilig, snel en zonder inspanning medische beelden uitwisselen. Dit bespaart kosten en verhoogt de snelheid in het belang van de patiënt. Een win-win.”

Ziekten voorspellenIn de UK zijn ook afspraken gemaakt over geano-nimiseerde opslag van medisch beeldmateriaal. Een belangrijke basisvoorwaarde voor personalized medicine, stelt Osinga. “Als je alle medische beelden van verschillende patiëntpopulaties geanonimiseerd bij elkaar in een database brengt en gaat onderzoeken, doe je ongetwijfeld nieuwe inzichten op. Met die kennis kun je veel sneller en preciezer diagnosticeren. Wij hebben een eigen onderzoekscentrum, het Center for Medical Image Science and Visualization (CMIV). Daar doen we onderzoek naar de uitda-gingen van morgen. Het is fascinerend om te zien welke sprongen we kunnen maken in precisiegenees-kunde door medische beelden van grote groepen patiënten te onderzoeken. Daarmee helpen we

mensen die al ziek zijn, maar ook gezonde mensen bij wie je op basis van de medische content kunt voorspellen dat zij een ziekte gaan ontwikkelen. Je kunt deze data dus ook op een voorspellende manier gebruiken. Op dezelfde manier als dat je bij vrouwen die belast zijn met het borstkankergen kunt voor-spellen dat de kans meer dan 80 procent is dat ze borstkanker ontwikkelen, kun je bij sommige ziekten ook op basis van radiologiebeelden voor-spellen dat ze zich gaan ontwikkelen.”We zijn nog lang niet zo ver dat deze techniek al breed kan worden ingezet, maar er zijn wel laag-drempelige mogelijkheden. Osinga geeft een voor-beeld. “Vrouwen ontwikkelen na de menopauze vaak osteoporose. Dat is de reden dat 70 procent van de botbreuken voorkomt bij mensen die ouder zijn dan 50 jaar. Je kunt osteoporose vaststellen met een botdensiteitsmeting, een onderzoek dat nog geen minuut duurt en weinig kost. Met een dagelijks pilletje dat op jaarbasis 50 euro per patiënt kost, kun je osteoporose tegengaan. Waarom doen we niet gelijk met de mammografiescreening ook zo’n botdensiteitsmeting? Daarmee kun je de kosten die gemoeid zijn met botbreuken in belangrijke mate terugdringen. De kosten voor het bevolkings-onderzoek en de medicatie verdien je dubbel en dwars terug. Het is alleen een kwestie van anders denken en anders organiseren.”

Denk in zorgpadenHij roept ziekenhuizen en de politiek dan ook op om nu al anders medische gegevens te concentreren en uit te wisselen in het belang van de patiënt. Daarbij hoort in het zorgpad ook integrale, en liefst ook proactieve en voorspellende diagnostiek. Daar vaart de patiënt wel bij, maar het brengt in vrijwel alle gevallen ook een kostenverlaging met

zich mee. “Nu is diagnostiek vaak nog zoeken naar een speld in een hooiberg. Hoe sneller en eenvou-diger we een diagnose kunnen stellen, hoe lager de kosten van het genezingstraject en hoe meer gebaat de patiënt erbij is”, vindt Osinga.

Neem een mammografie: er wordt wat afwijkends gevonden. De patiënt gaat naar het ziekenhuis en krijgt aanvullend onderzoek: een MRI, een PET- of CT-scan, een biopsie onder echogeleiding. Al die tijd is er onzekerheid. Heb ik inderdaad borstkanker? Is mijn dochter misschien erfelijk belast? Osinga: “De periode van onzekerheid kan drastisch worden verkort door de verschillende vormen van diag-nostiek bij elkaar te brengen en te digitaliseren, op de UMCU-sneldiagnostiek manier. Digitalisering betekent dat je ook het stellen van de diagnose kunt ondersteunen met IT, want op basis van uniforme statistische informatie kan een computer veel sneller en vaak ook nauwkeuriger een diagnose bepalen. Een arts moet natuurlijk die diagnose wel controleren, maar hij wordt door de computer al gewezen op afwijkingen die duiden op een bepaald ziektebeeld en een bepaalde stagering. Dit verhoogt de kans op een juiste diagnose en versnelt de besluitvorming.”

Ofwel: we moeten snel toe naar een structuur waarin alle medische data worden gedigitaliseerd, geïntegreerd en direct gedeeld met alle betrokken specialismen. Als ziekenhuizen zo’n Enterprise Image Management-systeem inclusief pathologie op orde hebben en in staat zijn om regionaal of wellicht zelfs landelijk de beelden te delen en be-schikbaar te stellen voor verder onderzoek, kunnen we ook de volgende stap zetten, die naar werkelijke personalized medicine.

Integrale diagnostiek belangrijke stap richting personalized medicine

door: Mirjam Hulsebos

Dat personalized medicine de toekomst is, daar zijn vriend en vijand het wel over eens. Op weg naar die toekomst wordt fors geïnvesteerd in DNA-onderzoek. Een terrein dat minder in de schijnwerpers staat is diagnostische beeldvorming. Terwijl advanced imaging een minstens zo belangrijk aandachtspunt is. Een blik in de toekomst met Sectra.

Peter Osinga, managing director

van Sectra Imaging IT Solutions

Over SectraSectra is in Nederland en veel andere landen marktleider in medische beeldvorming en veilige communicatie. Het bedrijf heeft meer dan 20 jaar ervaring in het leveren van complete Imaging IT-oplossingen. Kijk voor meer informatie op sectra.com/medical

DNU218 ICT Zorg nr.42 (M1512) 1.indd 28 08-12-15 11:28

Page 27: Lr ict zorg december 2015 los

2715 december 201515 december 2015

VISIE 2016

www.ict-zorg.eu

Advantech 30

InTouch 36

Infomedics 32

Asterisque

38

Unit4 31

Salesforce 37

Cormel IT Services 33

www.ict-zorg.eu

3615 december 201515 december 2015

VISIE 2016

JongensboekHet verhaal van InTouch is een bijzonder verhaal en loopt parallel met de professionele ontwikkeling van Rager Ossel, de visionaire en charismatische oprichter. Het leest als een spannend jongensboek, met hoogst interessante avonturen en ontwikkelingen, gedenkwaardige mijlpalen, grote successen, en ook: een ijzersterke rode draad. Die rode draad loopt van de jaren 70 en 80, waarin Ossel nauw samen-werkte met Steve Wozniak en Steve Jobs van Apple, de jaren 80 waarin hij winnende software-oplos-singen bedacht voor de ruimtevaart (ESTEC), de Walrus-onderzeeër en de offshore, via de jaren 90 met de opkomst van internet tot aan de dag van vandaag, met hybride cloud-oplossingen voor zijn klanten. Steeds liep Rager Ossel met zijn cutting-edge oplossingen voorop, zoals InTouch ook vandaag vooroploopt.

Een andere manier van kijkenDie rode draad is een radicaal andere manier van kijken naar de wereld, de maatschappij en dus ook naar klanten en hun problemen. Die manier is integratief en gaat niet uit van ict-problemen en

ict-systemen, maar van de mensen die in een orga-nisatie hun werk moeten doen en hun cliënten (het primaire proces), in een sterk veranderende en onvoorspelbare omgeving. Lateraal, intuïtief, creatief, adaptief. Het werkt via een andere manier van programmeren, een andere projectaanpak. En het resulteert in slimme oplossingen, een effectiever en efficiënter primair proces, grotere cliënt- en mede-werkerstevredenheid, tegen spectaculair lagere kosten.

Mens en omgevingRager Ossel: “Voor mij is altijd de samenhang tussen geest en materie, tussen mens en omgeving, leidend

geweest. Ik wil mensen helpen om beter te functio-neren en beter hun werk te doen. Dat begon al toen een leraar mij op school uitlegde dat elektronen de hersenen sturen en daarmee de brug vormen tussen lichaam en geest. Fascinerend vond ik dat.” Ossel begon met het bouwen van elektronica. Niet star, maar kijkend naar de behoeften van mensen: con-figureerbaar en flexibel, beslissingen werden niet vooraf gemaakt, maar pas op het moment van de fijnafstemming met de klant.

Duikboot, ruimtevaart, offshoreDe tijd schreed voort, elektronica werd opgevolgd door software en steeds bleef Rager Ossel op deze integratieve, adaptieve basis werken en program meren. Het leidde ertoe dat hij voor de Walrus-onderzeeër en het ESTEC-ruimtestation software-oplossingen ontwikkelde waartoe grote, toonaangevende ingenieursbureaus niet in staat waren, juist doordat zij niet integratief en adaptief dachten, maar vanuit Defined Systems opereerden. En de werkelijkheid is nu eenmaal geen defined system, maar een dynamisch en onvoorspelbaar samenspel van krachten.

‘In touch’ met mensen en processen“De techniek, de subsystemen, zijn het probleem niet”, zegt Rager Ossel. “Waar het om gaat, is de afstemming van de techniek op oplossingen, op het primaire proces, op de toepassingen, de inter-actie met de mensen en de snelle en onverwachte veranderingen in de omgeving, de maatschappij.

De technologie moet afgestemd zijn op, en altijd in direct contact staan met, de mensen en de proces-sen. Vandaar onze naam: InTouch. En als je goed kijkt, dan kun je voorspellen waar zich de veran-deringen zullen voordoen.”

Gouden DriehoekInTouch is een relatief kleine organisatie. Volgens Ossel ligt de kracht van InTouch in de samenwerking met haar partners, variërend van een vakbekwaam engineer tot een van haar vendors. InTouch is business partner van onder meer Cisco, Meraki, VMWare, Nutanix, Simplivity en KPN. De kennis van de markt en het primaire proces komen altijd van de klant, de opdrachtgever. Werkend vanuit deze Gouden Driehoek – klant, subcontractor, InTouch - is InTouch in staat om altijd de beste integrale oplossing voor de klant te ontwerpen en vooral te onderhouden. In het hele spectrum van ICT - dat begint bij het aansluiten van de datalijnen, en het met elkaar verbinden van de ict-compo-nenten - speelt de sociale beweeglijkheid steeds meer een rol tussen mensen en de dingen in hun omgeving.

Persoonlijk contact Volgens Ossel is het contact met de klanten intensief, vakkundig en eigenlijk altijd vriendelijk van beide kanten: “Onze klanten zullen, ook in het geval van storingen waarbij we on-site moeten gaan totdat de

klus geklaard is, niet verrast worden door plotse-linge facturen, voorrijkosten of uren op basis van nacalculatie. Conceptueel en technisch gezien doen wij bij InTouch hetzelfde als grote corporate ict-dienstverleners, maar doordat we klein zijn kunnen we veel beter schakelen, werken we snel en direct, en altijd op persoonlijke basis. InTouch berekent een vaste maandelijkse fee, berekent nooit op basis van gewerkte uren, en houdt de service-fee gelijk in wijzigende omstandigheden.”

Trends in de Zorg“De wereld van de zorg is niet alleen complex, maar momenteel ook zeer dynamisch. De rol van de cliënt wordt steeds centraler, betrokkenheid van familie en mantelzorgers neemt toe, medische zorg wordt gedecentraliseerd en mobiel gemaakt, de grenzen tussen intra- en extramuraal vervagen, de technologische mogelijkheden nemen toe. Daarbij oefenen overheid, zorgverzekeraars, maar ook consumenten, druk uit op zorginstellingen en zorgverleners om te veranderen.Waar andere sectoren al enkele jaren vooruitlopen, heeft de zorg door de jaren heen veel ingeleverd aan flexibiliteit van applicaties en systemen, mede door bezuinigingen en wet- en regelgeving, waarbij veel samenwerkingsverbanden van toeleveranciers het in de ICT onnodig ingewikkeld hebben gemaakt”, stelt Rager Ossel.In dit dynamische krachtenveld – dat mobiel, interactief, fluïde en onvoorspelbaar is – voelt InTouch zich als een vis in het water. Via onder meer slimme cloud-oplossingen kan het primaire proces veel beter georganiseerd worden en kunnen de vaste ict-kosten sterk omlaag. De illustratie bij dit verhaal is geen ideaalplaatje, maar de reële winst die InTouch voor diverse klanten al heeft gerealiseerd. Bent u de volgende?

In touch met mensen en processen

“De nieuwe wereld is mobiel, interactief, direct en fluïde”

De revolutionaire aanpak van InTouchdoor: Gerrit-Jan Logt

De toenmalige it-manager bij zorgor-ganisatie Vilente kampte enkele jaren geleden met een extreme vertraging in het bedrijfsnetwerk. Op aanraden van een netwerk leverancier wendde zij zich tot InTouch in Amsterdam. Effect: de vertraging was binnen no time verholpen. Dat bleek slechts het begin van een traject, waarin de zorgkennis en doel-stellingen van Vilente werden gecom-bineerd met de revolutionaire aanpak van InTouch, resulterend in een sterk verbeterde ict-performance en -beheers-baarheid, minder reizen tussen locaties, consolidatie van meerdere leveranciers, de mogelijkheid van aansluiting van applicaties van derden in een door In-Touch ingericht platform, en – last but not least – enorme kostenbesparingen.

Het verhaal van InTouch leest als een spannend jongensboek

DNU218 ICT Zorg nr.42 (M1512) 1.indd 36 08-12-15 11:29

www.ict-zorg.eu

3715 december 201515 december 2015

VISIE 2016

In de gezondheidszorg is een grote hoeveelheid data beschikbaar. Er is veel tijd en geld geïnvesteerd in het ontwikkelen van het elektronisch patiëntendossier, dat de zogeheten gestructureerde data samenbrengt. De volgende ontwikkeling staat echter al voor de deur: het verzamelen en slim inzetten van onge-structureerde data. Denk hierbij aan afbeeldingen, maar ook aan sociaal-economische gegevens en data uit wearables en het Internet of Things (IoT). Dat al deze informatie beschikbaar is, wil niet zeggen dat het ook gebruikt wordt. Er zijn bijvoorbeeld nog maar weinig artsen die vragen naar gegevens uit een FitBit of een iWatch.

Daarnaast blijkt het combineren van bestaande en nieuwe databronnen voor veel zorginstellingen een technologische uitdaging. Uit onderzoek van Premier, een verbond van zorgverleners in de Verenigde Staten, blijkt dat 95 procent van de ondervraagde instellingen interoperabiliteit, oftewel het commu-niceren van databronnen, als een probleem ervaart. Het Salesforce-platform biedt volgens Taal uitkomst.

“Het Salesforce-platform is ontworpen om ver-schillende databronnen samen te brengen, dat doen we in allerlei sectoren. Of het nu een ERP-oplossing is in de maakindustrie of een software-oplossing in de zorg, overal hebben we te maken met legacy-systemen. Via een API maken we connectie met deze data en zorgen we dat het wordt geïntegreerd in ons platform. Het resultaat is een 360-graden beeld van de klant, en in het geval van de Salesforce Health Cloud de patiënt.”

Continue datastroomHet verzamelen, combineren en analyseren van data met de Salesforce Health Cloud zorgt volgens Taal voor een grote verandering in de gezond-

heidszorg. “Nu gaat een arts uit van een serie data-punten. Neem het controleren van de hartslag of het meten van de bloeddruk op een bepaald mo-ment. Door verschillende databronnen te verbin-den, kan een arts een continue stroom aan infor-matie over een langere periode analyseren. Zo kan hij zien of de hartslag pas een paar dagen aan de hoge kant is, of dat het probleem al langere tijd speelt. Dit levert een completer beeld op van de patiënt en zijn gezondheid. Bovendien wordt de monitoring van een ziekte gemakkelijker en kan de zorgverlener proactief hulp bieden. Nu het aantal chronische aandoeningen toeneemt en de budgetten in de zorg onder druk staan, is het belangrijk om naar inno-vatieve oplossingen te zoeken.”

Patiënt is cliëntNaast de veranderingen voor de arts, is het volgens Taal vooral belangrijk om naar de wensen van de ‘digitale patiënt’ te kijken. “We zijn tegenwoordig zo gewend om alles via onze digitale apparatuur te regelen, dat het haast gek is om een zo belangrijk

thema als ‘gezondheid’ op een ouderwetse manier te benaderen. Bovendien zijn patiënten kritisch, niet alleen op de service die zij bij een aankoop ontvangen, maar ook op de dienstverlening van een zorginstelling. Als het ze niet zint, kiezen ze snel voor een andere aanbieder. De komende jaren zullen we dan ook een omslag zien in de relaties die de verschillende partijen in de zorg onderhou-den met de belangrijkste stakeholder. De patiënt verandert van een lijdend voorwerp in een actieve deelnemer aan het proces. Hij wordt een cliënt. Het klant-denken zal meer en meer postvatten. Om aantrekkelijk te blijven, zetten zorginstellingen in op oplossingen om de relatie met de klant optimaal te houden. Een eerste stap hierbij is de klant inzicht

te geven in zijn eigen informatie en een tweede om de juiste content en communicatie aan te bieden. En dat is waar de Salesforce Health Cloud het perfecte instrument voor is. De nadruk ligt daarbij ook op ‘health’, gezondheid en het managen daarvan, meer dan het genezen van iemand die al ziek is. Voorkomen is beter dan genezen. Doordat er al zoveel contact is en informatie uitgewisseld wordt voordat iemand ziek wordt, is het ook beter te spreken van cliënten in plaats van patiënten.”

HuiskamerSalesforce Health Cloud is ontwikkeld in samen-werking met partners als het Centura Health in Colorado, University of California in San Francisco en het Radboud UMC in Nijmegen. En Philips heeft op basis van de Salesforce-technologie het HealthSuite digital platform ontwikkeld. Taal: “Zorgverlening zal zich in de toekomst steeds minder binnen de muren van een zorginstelling afspelen en veel meer in de huiskamer of het kantoor van de individuele patiënt. Salesforce helpt met het verzamelen en

analyseren van patiëntdata, ook als die niet in het ziekenhuis wordt verzameld. Daarna zorgen we dat zowel de zorgverleners als de patiënt toegang hebben tot deze data. Dat zorgt enerzijds voor continuïteit en verbetering van de zorg en anderzijds voor meer zelfbeheer voor de patiënt.”

Diabetes-app Een mooi praktijkvoorbeeld van een oplossing op het HealthSuite digital platform is dienstverlening voor diabetici. Deze online community en patiënten-applicatie werden afgelopen september officieel gelanceerd op Dreamforce, de jaarlijkse conferentie van Salesforce in San Francisco. Taal is trots op deze Nederlandse voorloper op het gebied van ‘connected care’. “Met de diabetes-app kunnen patiënten belangrijke medische informatie invoeren en bewaken, zoals bloedsuikerniveau, insulinegebruik en voedingsgegevens. De patiënt voert deze gegevens zelf in. Voor coaching en ondersteuning is er direct contact met een van de zorgprofessionals via een online community mogelijk. Ga je bijvoorbeeld op vakantie en duurt de vlucht een uur of zes, dan kun je vragen hoe je dit het beste kunt aanpakken.”

Betere beslissingen De diabetes-app is volgens Taal veel meer dan een gegevensbestand. “Met de applicatie geef je diabetici de kans om beter met hun ziekte om te gaan. Ze moeten dagelijks een veelvoud aan beslissingen nemen, die van invloed zijn op hun gezondheid. Met de app kunnen ze deze beslissingen nemen op basis van gecombineerde data en advies van hun zorgverleners. Ook is de kans dat er in de toekomst sprake zal zijn van een andere, aanverwante chronische aandoening kleiner. Als je bedenkt dat er wereldwijd zo’n 400 miljoen mensen zijn met een vorm van diabetes, dan kun je je wel voorstellen dat er bij-zonder veel aan zorguitgaven wordt besteed. Door de patiënt centraal te stellen en slim om te gaan met de data, maak je het de patiënt en arts gemakkelijker en zorg je bovendien voor een besparing. Het lijkt mij een mooie uitdaging om dit ook in andere sectoren van de zorg verder uit te bouwen.”

Digitale Transformatie Zorg: patiënt wordt cliënt

Vrijwel alle grote technologiebedrijven experimenteren met een platform dat allerlei patiëntdata kan verzamelen en interpreteren. En ook veel zorginstel-lingen zijn bezig met een digitale transformatie van hun informatievoor-ziening en communicatie. Volgens Renzo Taal, VP Northern Europe bij Salesforce, zijn er twee dingen cruciaal bij het welslagen van al deze initiatieven: “Ga verder dan een gegevensbestand en zorg dat de patiënt centraal staat”.

“Het resultaat is een 360-graden beeld van de patiënt”

DNU218 ICT Zorg nr.42 (M1512) 1.indd 37 08-12-15 11:29

www.ict-zorg.eu

3815 december 201515 december 2015

VISIE 2016

Innovatieve software, ontwikkeld door zorgprofessional

“Sinds 2002 ben ik actief als zorgondernemer”, vertelt Marcel Collombon. “Opgeleid als fysiotherapeut was ik erg somatisch getraind, maar al snel werd mij duidelijk dat je moet kijken naar de hele mens. Niet alleen het fysieke, en niet alleen het psychologische, maar ook de sociaal-maatschappelijke component, zoals werk, gezinsleven, vrienden en familie, is van wezenlijk belang in het zorgproces.” Deze ‘holistische’ visie vertaalde zich voor Collombon in het ontwikkelen en aanbieden van multidiscipli-naire zorg, variërend van eerstelijns fysiotherapie, psychologie, ergonomie, maatschappelijk werk en orthopedie tot tweedelijns GGZ-zorg, verslavings-zorg en ook revalidatiegeneeskunde.

Eigen softwarepakket“Op dat moment liep ik er tegenaan dat er geen softwarepakket voorhanden was dat al deze vormen van zorg integraal en eenvoudig voor zowel zorg-verlener als patiënt kon ondersteunen. Ik werkte in de eerste en tweede lijn in verschillende disci-plines en er was geen enkel geschikt softwarepakket voor mij beschikbaar. Dus heb ik besloten om het maar zelf te ontwikkelen.”“Het probleem met softwareontwikkelaars is dat ze erg rigide denken, vanuit een kokervisie. Dan maken ze een EPD dat bijvoorbeeld uitsluitend werkt voor GGZ-instellingen. Maar zodra je multidisci-plinair gaat werken, blijkt er geen aansluiting te zijn, is er sprake van dubbele systemen, moeten er data opnieuw ingeklopt worden, et cetera. Dat was in 2010 zo, maar eigenlijk is dat nog altijd de situatie.”

Collombon ontwikkelde Asterisque in eerste in-stantie voor zijn eigen zorginstelling, zonder het vooropgezette doel om het commercieel op de markt te brengen. Pas toen andere zorgondernemers en instellingen zich enthousiast toonden over de compleetheid, de eenvoud en het integrale karakter van zijn pakket, besloot hij het als product op de markt te brengen.

Volwassen bedrijfInmiddels is Asterisque een volwassen software-bedrijf, waar zo’n tien developers fulltime bezig zijn het pakket te vervolmaken en aan te sluiten op de zorgprocessen van de snel groeiende groep klanten. De klanten komen uit het hele land en omvatten allerlei kleinere en middelgrote instellingen en klinieken, en ZBC’s. Asterique is momenteel ook in gesprek met grote GGZ-instellingen.Eigenlijk biedt Asterisque zorginstellingen een compleet en integraal ERP-pakket voor hun hele zorgproces, van intake en registratie, via planning en logistiek tot en met declareren, inclusief BI. Alleen de boekhouding blijft erbuiten, maar deze kan via een eenvoudige en veilige verbinding gekoppeld worden. “Het unieke aan ons EPD is dat het door het bundelen van kennis uit verschillende medische en paramedische disciplines meerwaarde creëert”, zegt Marcel Collombon. “Het faciliteert de hele zorgketen. Daarbij staat de patiënt centraal, en ge-ven we de patiënt ook de tools om zijn informatie te kunnen sturen en daarheen te brengen waar dat nodig is. Qua prijs zitten we in het laag- tot mid-densegment, en qua functionaliteit behoren we tot de top, dat durf ik echt wel te stellen.”

PGD, het cliëntportaalEen unieke extensie van het EPD van Asterisque is het zogeheten PGD, het Persoonlijk Gezondheids Dossier. Eigenlijk is het een cliëntportaal, waarin de cliënt (patiënt) inzicht krijgt in zijn eigen vorde-ringen en het verloop van zijn behandeling. Met het Asterisque PGD beschikt de patiënt over zijn eigen gezondheidsdossier, van waaruit hij zijn persoonlijke en medische informatie beschikbaar kan stellen voor de behandelaar. Met een PC of mobiel apparaat kan hij via een beveiligde inlogprocedure op ieder moment zijn eigen gegevens oproepen en waar nodig bijwerken. Ook kan hij zelf afspraken maken met de behan-delaar en vooraf vragenlijsten invullen. Tijdens de behandeling ziet de patiënt wat de voortgang is van zijn genezingsproces. Eventuele huiswerk-oefeningen krijgt hij automatisch toegewezen en

hij kan zijn bevindingen bijhouden in zijn dossier. Als er dan nog vragen zijn, kan hij via de chatfunctie of een videoconference live communiceren met zijn behandelaar. “Ik vermoed dat wij binnen tien jaar niets anders meer zullen doen dan langs digitale weg met zorgverleners communiceren”, stelt Collombon. “De zorg zoals wij die nu kennen, gaat totaal veranderen en wordt digitaal, honderd procent zeker.” Nu al zijn er tal van apps die bloedbeeld, bloeddruk, maar ook geestes-gesteldheid meten. “Dit gaat een grote invloed hebben op zowel therapie als diagnostiek. Keiharde meetresultaten, gecombineerd met Big Data, gaan de gezondheidszorg ingrijpend veranderen. In bij-voorbeeld de verslavingszorg zal het, denk ik, op die manier mogelijk worden om bij patiënten te voor-spellen wanneer ze gaan terugvallen.”Terug naar de realiteit van vandaag en morgen. Wat zijn Collombon’s strategische speerpunten voor 2016? “Twee dingen. Ten eerste het verder faciliteren van de ketenzorg vanuit ons PGD, voor zowel

patiënten als zorgverleners, en het verder vereen-voudigen daarvan. En daarnaast het via ons pakket geven van meer inzicht in de effectiviteit van het zorgproces. Ook daarbij weer: aan zowel zorg-instellingen als patiënten. Onze software geeft zorgmanagers informatie over waar zij in hun zorgproces nog efficiencywinst kunnen behalen. En patiënten krijgen inzicht in hun eigen vorde-ringen, vergeleken met het gemiddelde.”

Het gesprek gaat verder, over ‘evidence-based’ werken. “Alles moet tegenwoordig ‘evidence-based’ zijn. Maar Liefde, is dat evidence-based? En Geluk, kun je dat meten en in waardes uitdrukken? Het belang-rijkste in het leven is niet evidence-based. Je goed voelen, de feeling van een mens, daar draait het om. Iemand komt binnen met een bepaalde klacht, wordt geholpen, is tevreden, vertrekt en doet ver-volgens minder tot geen zorgconsumptie meer. Operatie geslaagd, zeg ik dan. Ook al is zijn voet er af, operatie geslaagd!”

door: Gerrit-Jan Logt

Marcel Collombon (41), van huis uit fysiotherapeut, is een gedreven, zelfs idealistische zorgondernemer. “Mijn drive is om meerwaarde te bieden aan mensen in de maatschappij, en dan vooral aan de zieken, de minderheden, de mensen die zichzelf niet kunnen vertegen-woordigen. Om die mensen in beweging te krijgen, hen vooruit te helpen en te zien groeien, daarvoor kom ik ’s ochtend mijn bed uit.” Via zijn zorg instelling MiCare biedt Collombon multidisciplinaire revalidatiezorg aan. Zijn innovatieve softwarepakket Asterisque ontwikkelde hij in 2010 zelf, voor zijn eigen zorginstelling, omdat bestaande pakketten niet de multidisciplinaire zorg konden ondersteunen die hij zijn patiënten levert. Inmiddels is Asterique omarmd door tal van zorginstellingen en is het pakket een groot succes. In gesprek met een bevlogen zorgprofessional.

Marcel Collombon, algemeen directeur van Asterisque

DNU218 ICT Zorg nr.42 (M1512) 1.indd 38 08-12-15 11:29

www.ict-zorg.eu

3915 december 201515 december 2015

VISIE 2016

Dalosy levert mobiele oplossingen voor de zorg

Zorg wordt efficiënter door mobiel werkendoor: Marijke Dekker

Nu het aantal mobiele devices in de zorg in hoog tempo toeneemt, wordt het beheer ervan vaak complexer en veeleisender. Zeker als het gaat om tablets en smartphones met verschillende operating systems en apps. Dalosy levert oplossingen waarmee mobiel werken in de zorg en het beheer daarvan aanmerkelijk eenvoudiger, efficiënter en veiliger worden.

John van der Wulp, accountmanager bij Dalosy, verwacht dat de gezondheidszorg in 2016 in het teken zal staan van het beheer van mobiele devices binnen draadloze netwerken. Dalosy is van oudsher vooral bekend van haar barcodescanners, label-printers en polsbandprinters. Het bedrijf – met name actief in het optimaliseren van processen in retail en logistiek – heeft ook complete oplossingen voor de gezondheidszorg in huis. Efficiëntie, con-tinuïteit en foutloos werken zijn immers ook voor zorginstellingen van belang. Van der Wulp: “Zorg-instellingen doen er goed aan hun processen en devices in kaart te brengen en het beheer van de mobiele devices zodanig in te richten dat het logisch, werkbaar, veilig en toekomstbestendig is.”

Tal van applicaties digitaliseren processen in de zorg en kunnen ervoor zorgen dat (patiënt)gegevens mobiel beschikbaar zijn. Struikelblok kan daarbij zijn dat binnen een organisatie een grote verscheidenheid aan smartphones en tablets gebruikt wordt en

daarmee een moeilijk beheersbaar systeem gecreëerd wordt. “Mogelijk gebruiken medewerkers verschil-lende operating systems”, licht Van der Wulp toe, “en verschillende applicaties. Als gebruikers ook nog eens op eigen houtje updates kunnen uitvoeren, wordt het beheer, zeker bij grote aantallen, er niet eenvoudiger op.”

Enterprise devicesVan der Wulp pleit daarom voor ‘enterprise mobile devices’ in plaats van ‘personal mobile devices’. Niet alleen het beheer is eenvoudiger, de uniforme tablets en PDA’s voldoen ook aan de specifieke eisen voor het gebruik in een zorginstelling. “Patiënten, medicijnen, operatie-instrumenten en andere goederen zijn dankzij barcodes eenvoudig, snel en foutloos te identificeren en registreren”, zegt Van der Wulp. “De enterprise devices zijn voorzien van een barcodescanner, zodat de medewerker pols-bandjes van patiënten en barcodes op artikelen kan uitlezen. Deze data worden via wifi realtime

verwerkt. Op deze manier hebben medewerkers in de zorginstelling altijd en overal toegang tot up-to-date gegevens over patiënten, medicijnen en goederen. Dat komt uiteindelijk ten goede aan de patiënten die de juiste zorg en medicatie krijgen.”

Om te waarborgen dat de enterprise devices, in tegenstelling tot smartphones en tablets, altijd be-schikbaar zijn, hebben ze verwisselbare batterijen aan boord. Bovendien zijn ze robuuster uitgevoerd, waardoor ze tegen een stootje en zelfs een val kunnen. De specifieke Healthcare-behuizing is geschikt voor het reguliere schoonmaakproces, wat de kans op verspreiding van bacteriën vermindert.

Het beheer van de devices kan naar keuze in eigen beheer plaatsvinden, of worden uitbesteed bij Dalosy.

Van der Wulp benadrukt het belang van continuïteit: “De zorg moet altijd doorgaan. Door non-stop monitoring van de mobiele devices kunnen storingen worden voorkomen of direct verholpen. Ook in geval van verlies of diefstal kan automatisch een vooraf gedefinieerd proces in gang worden gezet. Kortom: onze mobiele oplossingen maken processen in de zorg mobiel, efficiënter en veiliger.”

Kijk voor meer informatie op www.dalosy.com.

Menno Schrakamp, directeur Van de Geijn Partners, over ‘lean ICT’

“Beter presteren met een kleiner it-budget”

Aan het woord is Menno Schrakamp, directeur van ‘verbeterbedrijf ’ Van de Geijn Partners. Schrakamp weet waarover hij spreekt, zo blijkt in de loop van ons gesprek. En zijn onderneming heeft in de zorg een indrukwekkend track record opgebouwd.

Menno Schrakamp, sinds 2002 algemeen directeur van Van de Geijn Partners, heeft in zijn loopbaan vele jaren als it-manager bij diverse zorginstellingen gewerkt. “Daar leerde ik het klappen van de zweep, en de kunst om de ICT te moderniseren terwijl de lopende business gewoon door moest gaan.” Vandaag de dag doet Schrakamp dit nog steeds, maar nu in de professionele setting van Van de Geijn Partners, samen met drie andere partners en een netwerk van zo’n dertig associates. Alle partners hebben werkervaring in de zorg en bij de associates is heel specifieke expertise aanwezig. “Zo kunnen we voor onze opdrachtgevers precies het team optuigen dat alle kennis, ervaring en expertise bezit om echt fundamentele stappen voorwaarts te zetten”, zegt Schrakamp, “en met ‘voorwaarts’ bedoel ik: efficiënter, sneller, meer klantgericht.”

Architect“Wij bedenken creatieve oplossingen voor de problemen en uitdagingen die leven bij onze

opdrachtgevers”, vertelt Schrakamp. “Vervolgens helpen wij om die oplossingen ook daadwerkelijk te realiseren. Dus: analyseren, herontwerpen, implementeren. Je kunt onze rol vergelijken met die van de architect in de bouw. We nemen niets aan als vanzelfsprekend, gaan naast de opdrachtgever zitten en bekijken kritisch zijn markt en zijn processen. Zo hebben wij bijvoorbeeld voor de langdurige zorg, en dan vooral de ouderenzorg, een compleet nieuwe oplossing voor de toediening van medicatie bedacht, ontworpen en gerealiseerd.”

VoorbeeldenEr zijn legio voorbeelden waarin Van de Geijn Partners zorginstellingen op fundamenteel niveau vooruit heeft geholpen, variërend van GPS-tracking van mobiele patiënten nog voordat er betaalbare smartphones waren, via het centraliseren en moder-niseren van de informatievoorziening van een instelling die gespreid werkte over verschillende provincies en locaties, tot aan het analyseren van de werkprocessen

in de jeugdzorg vanaf de landelijke en gemeente-lijke overheden tot en met de zorgverleners op de werkvloer en de gezinnen. Procesarchitectuur, inkoop en het begeleiden van Europese aanbeste-dingen behoren eveneens tot de specialismen. Stel, ik ben directielid bij een instelling in de lang-durige zorg, en ik heb grote problemen met mijn declaratiestromen, als ik niet oppas dan heeft mijn instelling een liquiditeitsprobleem...

Schrakamp: “Dan moet je ons zeker bellen! Van de Geijn Partners is in staat om vanuit de financiële invalshoek, vanuit kennis van de lokale overheid, vanuit zorginhoudelijke expertise èn vanuit ict-expertise jouw instelling te hulp te schieten en te zorgen dat deze binnen afzienbare tijd weer helemaal up-to-standard functioneert. Wij kunnen snel bepalen waar precies de problemen zitten, nieuwe processen ontwerpen, de juiste leveranciers selecteren en een team bemannen dat de noodzakelijke ver-anderingen realiseert.”

door: Gerrit-Jan Logt

Mijn aandacht op dit moment is gericht op ‘lean ICT’. Ik denk dat, gezien de nieuwe techno-logische mogelijkheden, veel zorginstellingen hun werk met de helft van de huidige ict-budgetten zouden moeten kunnen uitvoeren. En het geld dat ze zo besparen, zou besteed moeten worden aan de zorg zelf en het beter kunnen managen van de verschillende finan-cieringsstromen. Als manager in de zorg moet je steeds sneller en preciezer weten wat de gevolgen zijn van nieuwe wetgeving, afspraken met gemeenten, etcetera. Vooral door de Wet Langdurige Zorg en de WMO wordt de bedrijfsvoering crescendo steeds complexer…”

Het verbetermodel van Van de Geijn Partners

DNU218 ICT Zorg nr.42 (M1512) 1.indd 39 08-12-15 11:29

www.ict-zorg.eu

3015 december 201515 december 2015

VISIE 2016

“Bij Advantech zijn we voortdurend bezig met oplossingen voor de toekomst”, stelt Michael Bhagwandien, directeur Verkoop Europa van Advantech. “Maar ook met de producten die we nu al in ons portfolio hebben, kunnen ziekenhuizen een flinke efficiencyslag maken. Onder andere op het gebied van klinische mobiliteit. Bovendien bieden onze oplossingen allerlei kansen om ook de nauwkeurigheid, productiviteit en kwaliteit van de zorg te verbeteren. “

Internet of ThingsOm dit te kunnen bewerkstelligen, maakt Advantech in toenemende mate gebruik van het Internet of Things. “Want ook binnen een ziekenhuisomgeving worden langzaam maar zeker alle apparaten en objecten met het internet verbonden”, licht Bhagwandien toe. “Daarnaast zullen ziekenhuizen steeds vaker cloud computing gaan benutten, om een flexibele gegevensuitwisseling tussen mobiele apparaten mogelijk te maken.”

Medische pcEen goed voorbeeld van een product dat recht-streeks bijdraagt aan een hogere kwaliteit van zorg, is de medische pc van Advantech. Die bevat in tegenstelling tot een gewone pc geen bewegende delen, dus geen harde schijf, geen ventilatoren èn is geheel gesloten. Bhagwandien: “Dat is pure winst voor de hygiëne binnen een ziekenhuis. Zo voorkom je immers luchtcirculatie door het inwendige van de pc, waarin zich al snel stof en bacteriën ophopen. En dat is iets wat je niet wilt, zeker niet in kritische ruimtes als operatiekamers of intensive cares.”

Patient infotainment terminalOok een ander product van Advantech, de ‘patient infotainment terminal’, is tot in de puntjes afgestemd op gebruik binnen de zorgsector. Met dit apparaat kunnen patiënten een film of tv-programma bekijken, maar ook rechtstreeks communiceren met het verplegend personeel. Bhagwandien: “Zo’n gecom-

bineerde functie biedt allerlei voordelen. De patiënt hoeft bijvoorbeeld niet meer op de rode knop naast het bed te drukken voor een simpel glas water, want dat bestelt hij gewoon via zijn terminal. En de verpleegster maakt een efficiencyslag, want zij hoeft minder te lopen en neemt het gewenste glas mee op haar volgende ronde. Daarnaast is de terminal door het verplegend personeel te gebruiken om het elektronisch patiëntendossier te raadplegen. Een efficiënte oplossing.”

Trolley met slimme medicijnladeVerder ontwikkelde Advantech samen met distri-buteur Alphatron Medical een nieuwe trolley. Een handzaam en wendbaar model, dat in tegenstelling tot de gangbare ziekenhuistrolley wél gewoon de kamer van patiënt binnengereden kan worden. “Hierdoor kan de verpleegster met haar trolley direct naast het bed van de patiënt komen en hoeft ze niet langer met losse pilletjes op en neer naar de gang te lopen”, vertelt Bhagwandien. “Dat voorkomt fouten en werkt efficiënter.”

Volgend jaar komen Advantech en Alphatron Me-dical bovendien met een trolley die de medicijn-uitgifte verder auto matiseert. Bhagwandien: “De verpleegster scant daarbij de patiënt, waarna auto-matisch en dankzij een directe verbinding met het elektronisch voorschrijfsysteem (EVS) de juiste medicijnlade wordt geopend. Wanneer vervolgens ook de barcode op het medicijn wordt gescand, kan exact worden vastgelegd op welk tijdstip het medicijn werd toegediend.”

Medische tabletTot slot mag de medische tablet van Advantech niet ongenoemd blijven, verkrijgbaar in drie formaten: 5, 7 of 10 inch. “Die eerste twee formaten passen probleemloos in de jaszak van een arts of verpleeg-ster”, vertelt Bhagwandien. “Daar hebben we ze speciaal op ontwikkeld. Daarnaast lag de focus op

gebruiksvriendelijkheid, ergonomie en stevigheid. Verder is de tablet uitgerust met een barcode-scanner, waarmee je snel en secuur bijvoorbeeld medicijnen of een bloedzak kunt scannen. En als laatste is hij dankzij de installatie van applicaties als Skype ook als communicatietool te gebruiken.”

Outpatient automatiseringMaar dan nu het oog op de toekomst. Welke pro-ducten kunnen we de komende jaren verwachten van Advantech? Hoe ziet het ziekenhuis van de toekomst eruit? “In elk geval groter en massaler dan nu”, voorspelt Bhagwandien. “Schaalvergroting is een trend die je wereldwijd ziet optreden, ook in Nederland.” De nieuwste oplossingen van Advantech borduren rechtstreeks voort op deze trend. Met name door flink in te zetten op ‘outpatient automatisering’. Bhagwandien: “Daarbij moet je denken aan het managen van de route die dagpatiënten door een ziekenhuis afleggen, dus door ziekenhuishal, gangen en wachtkamers.”

WayfindingWelke insteek kiest Advantech hierbij? Hoe voorkom je dat patiëntenstromen in een groot en druk ziekenhuis hopeloos vastlopen? Bhagwandien: “Door selfservice in te voeren en systemen aan elkaar te koppelen. We doen dat bijvoorbeeld op het gebied van ‘wayfinding’, ofwel bewegwijzering. Daarbij plaatsen we op strategische plekken in het ziekenhuis terminals, waarop patiënten hun mobiele nummer kunnen invoeren. Vervolgens ontvangen ze via sms een linkje naar de plattegrond van het ziekenhuis, met daarop ingetekend hun persoonlijke looproute.

Althans, zo doen we dat in Noorwegen. In Duitsland werken we via een QR-code die bezoekers kunnen inscannen, waarna de rest van de procedure hetzelfde is. Het resultaat? Een soepele doorstroming en veel minder vragen aan het personeel.”

QueueingDe mobiele telefoon speelt ook een doorslaggevende rol in Advantechs volgende oplossing, die ‘queueing’ heet. “Wachtrij-management”, vertaalt Bhagwandien. “Uitgangspunt bij dit proces is dat je patiënten het liefst zo lang mogelijk buiten de afdelingswachtruimte wilt houden. Zo voorkom je dat die bij vertragingen verstopt raakt. Bovendien zie je een patiënt liever in het restaurant wachten dan in een kleine wacht-ruimte zonder al te veel voorzieningen.” Daar valt wat voor te zeggen, maar hoe voorkom je dat een patiënt voor de zekerheid tóch ruim van tevoren klaarzit in de wachtruimte? “Eigenlijk heel simpel”, vervolgt Bhagwandien. “Door hem bij aankomst in het zieken-huis wederom zijn mobiele nummer te vragen en hem een minuut of tien voor hij aan de beurt is te sms’en. Daarmee maak je voor jezelf de doorstroming efficiënter en voor de patiënt de ziekenhuiservaring aangenamer.”

Overige ontwikkelingenVoorziet Bhagwandien nog andere ontwikkelingen die we binnenkort kunnen aantreffen in het zieken-huis? “Jazeker”, stelt Bhagwandien. “Klanttevreden-heidsonderzoeken ter plaatse bijvoorbeeld, op een terminal in de hal of op de afdeling. Daarmee genereer je veel meer respons dan achteraf via e-mail. Of gerichte informatievoorziening op terminals in de wachtruimte, over een bepaalde ziekte of welk ander relevant onderwerp dan ook. En wat verder in de toekomst zie ik onbemande trolleys op eigen kracht goederen transporteren door het ziekenhuis.

Kortom, met innovatieve snufjes kun je veel winst boeken op het gebied van efficiency, service en kwaliteit. Natuurlijk is daarmee een investering gemoeid, maar uiteindelijk betaalt die zich altijd terug. Daarvan ben ik overtuigd.”

Innovatie als efficiencyslag, wat zijn de laatste snufjes?

door: Henk Jansen

Hoe kan automatisering bijdragen aan meer efficiency in de zorg? Welke technieken zijn er op dit moment al voorhanden en welke oplossingen kunnen we op termijn ver-wachten? Hoe ziet het ziekenhuis van de toekomst er eigenlijk uit? We staken ons licht op bij Advantech, wereldwijd leverancier van innovatieve producten voor tal van sectoren, waaronder de zorg.

Michael Bhagwandien, directeur Verkoop Europa bij Advantech

Dankzij innovatie meer efficiency, service en kwaliteit in de zorg

DNU218 ICT Zorg nr.42 (M1512) 1.indd 30 08-12-15 11:28

www.ict-zorg.eu

3115 december 201515 december 2015

VISIE 2016

We spreken Ter Brake over zijn visie op de care. Maar voordat hij van wal steekt, wil hij eerst wat laten zien. “Kijk, een artikel dat Meriant schreef over hoe zij hun processen hebben vereenvoudigd, zodat zorg-verleners meer tijd kunnen besteden aan de cliënt en minder tijd kwijt zijn met registraties. En hier een YouTube-filmpje van Estinea over hoe zij mede-werkers, cliënten, mantelzorgers en vrijwilligers toegang geven tot het ondersteuningsplan, zodat er meer onderling overleg en afstemming is. En ook Dichterbij maakte een video over hoe zij de cliënt meer betrekken bij het organiseren van zorg. Dat vind ik mooi. Dit zijn klanten van ons die de tools die wij hen aanreiken, gebruiken om de zorg écht anders in te richten.”Anders is vooral eenvoudiger. Die eenvoud erin krijgen is bijzonder moeilijk, weet Ter Brake. “Dat vraagt veel denkwerk. En ook doorzettingskracht, visie en lef, want de financiële stromen zijn helaas nog niet altijd zo ingericht dat dit ook wordt onder-steund. Degenen die de zorg betalen, kijken vaak te veel naar besparingen op korte termijn in plaats van het wezenlijk efficiënter inrichten van processen zodat je op lange termijn besparingen boekt.”

Mantelzorgers betrekkenHij geeft het voorbeeld van zijn eigen schoonmoeder in het verzorgingshuis, bij wie zes keer per dag de bloedsuiker wordt gemeten. “Ze komen altijd op vrijdagavond als we net samen Flikken Maastricht zitten te kijken. Mijn schoonmoeder moet dan van de bank af, aan de keukentafel gaan zitten en is dan vijf minuten uit het programma, waardoor ze het vervolg niet meer snapt. Waarom kan ik niet gewoon om half negen, vlak voordat het begint of zelfs automatisch met een sensor, de bloedsuiker bij haar meten, zodat zij het programma gewoon kan kijken en we samen wat hebben om over te praten?”Iedereen in de zorg heeft het over meer taken neer-leggen bij mantelzorgers, die dat vaak ook willen en kunnen, maar die niet in de gelegenheid worden gesteld. “Want”, zo stelt Ter Brake duidelijk, “als je als mantelzorger meer betrokken wordt, dan moet je ook inzicht hebben in het ECD. In onze ogen is het ECD primair het dossier van de cliënt en diens mantelzorgers. Het wordt ingevuld samen met een professionele zorgverlener, maar het is niet het dossier van de zorgorganisatie. Het moet toeganke-lijk zijn voor iedereen die betrokken is bij de zorg-verlening aan een cliënt, dus ook voor bijvoorbeeld een vrijwilliger. Met rollen en rechten kun je af-schermen wie wat mag zien en wat mag wijzigen.”

GezondheidsappsUnit4 loopt al jaren voorop in de uitwerking van deze visie, die wel op veel plekken met de mond wordt beleden, maar vrijwel nergens tot uitvoer wordt gebracht. “We hebben het wel over regie bij de cliënt, maar in de praktijk is zijn autonomie beperkt.” Bij die autonomie kan slimme technologie helpen. Denk aan een medicijnkastje dat een signaal geeft als het tijd is om je medicijnen in te nemen en dat bij een druk op de knop automatisch de juiste medicijnen uitspuugt. Denk aan domotica die het mogelijk maakt dat ouderen langer veilig thuis kunnen wonen. Denk aan nieuwe technologie die automatische

registraties mogelijk maakt, zoals wearables. Op dat punt maakt Ter Brake zich overigens zorgen. “Ik zie veel wearables en gezondheidsapps die zich richten op de doorsnee consument die nog niet ziek is. Wat ik zo graag zou willen is dat de Apples en Googles van deze wereld ook toepassingen gaan maken voor kwetsbare ouderen en chronisch zieken. Dit zijn mensen die – zo lang er niets geks gebeurt – nog een hele tijd door kunnen hobbelen, maar die bij wat kleins zo op de IC kunnen belanden als niet direct adequaat wordt gehandeld. Met alle onzekerheid voor de cliënt en familie en alle kosten voor de maatschappij van dien. Ik zie nog geen ap-paraten die 80 procent van de metingen kunnen doen die relevant zijn voor ouderen en chronisch zieken. Terwijl daar de grote winst te behalen valt.”

Alleen uitzonderingen registerenWinst valt er ook te behalen met slimmer werken. “Verzorgenden en verpleegkundigen moeten vaak zoveel registreren terwijl de situatie van gehandi-capten, chronisch zieken en ouderen vaak per dag nauwelijks wisselt. Als je processen zo automatiseert dat zorgverleners alleen iets moeten registreren als ze met een uitzondering te maken hebben, scheelt dat ontzettend veel tijd”, zegt Ter Brake. Het optimaal gebruikmaken van alle slimmigheden die software kan bieden is niet voor niets een specialisme van Unit4. “Onze missie is dat zorgmedewerkers Cura zien als een collega, als iemand die hen helpt. Want software moet ondersteunen en niet belemmerend werken. Daarvoor is het nodig om niet langer de financiële processen als uitgangspunt te nemen bij het inrichten van het ECD, maar de dienstverlening aan de cliënt, zijn wensen en doelen staan centraal.”Dit vraagt dat klanten hun processen ook echt anders gaan inrichten. Vaak is dat een stap-voor-stap traject, weet Ter Brake. “Het huidige proces van een orga-nisatie is altijd ons vertrekpunt. Dat leggen we naast onze best practises om te kijken hoe we snel een eerste efficiencywinst kunnen behalen zonder meteen alles

op zijn kop te zetten. Vervolgens kan een organisatie stapsgewijs toegroeien naar zo’n best practise.”Voor Ter Brake is het zo klaar als een klontje. Kwaliteit van zorg behaal je door medewerkers niet af te leiden met allerlei overbodige registraties, maar door ze te laten focussen op hun eigenlijke werk. Kwaliteit van zorg is ook de cliënt en zijn of haar sociale omgeving meer autonomie geven en echt in de gelegenheid stellen om minder afhankelijk te zijn van formele zorg. Als we dit realiseren met slimme ict-toepas-singen, dalen als vanzelf ook de kosten en neemt de tevredenheid van medewerker en cliënt toe. “ICT kan heus niet alle problemen oplossen, maar het zorgt wel voor meer focus, minder fouten en dus minder verspilling, en meer autonomie voor de cliënt. De mogelijkheden zijn er, grijp ze aan.”

Unit4 geeft met Cura de cliënt meer autonomie

“We kunnen de care zoveel slimmer realiseren”

door: Mirjam Hulsebos

Het verhogen van de productiviteit van zorgmedewerkers en de cliënt in een positie brengen dat hij meer grip krijgt op zijn eigen zorg. Dat is wat Unit4 beoogt met het ECD Cura. “De kwaliteit van zorg kan zoveel hoger en de kosten per cliënt zoveel lager als we dingen slim organiseren en écht gebruik gaan maken van de kansen die digitalisering biedt.” Een gesprek bij Unit4 met Hans ter Brake over innovatie in de care.

Geschiedenis Unit4 in de zorgUnit4 is een Nederlands bedrijf dat wereld-wijd ERP-software levert aan dienst-verlenende bedrijven. De kracht van de organisatie is het ontwikkelen van applica-ties waarin de medewerker centraal staat. Vanuit deze generieke software zijn in de loop der jaren verschillende versies ontstaan voor verschillende markten. Al sinds 1982 is Unit4 actief in de VVT en gehandicapten-zorg met het pakket Cura. De lessen die zij leert op het gebied van efficiënt werken in andere sectoren past zij ook toe in Cura.

Meer informatie: www.unit4.nl/gezondheidszorg

Hans ter Brake,

Unit4

DNU218 ICT Zorg nr.42 (M1512) 1.indd 31 08-12-15 11:28

www.ict-zorg.eu

3215 december 201515 december 2015

VISIE 2016

InfomedicsInfomedics, de onderneming van Emmens, heeft al jaren een goede naam en sterke positie in de eerstelijns gezondheidszorg. Met haar factoring- en clearing-diensten richt Infomedics zich onder meer op de mondzorg, de paramedische zorg en de medisch-specialistische zorg. Voor meer dan 4.000 klanten (zorgverleners) worden jaarlijks meer dan 10 miljoen facturen verstuurd en wordt voor meer dan 1.1 miljard euro aan debiteuren geïncasseerd. In een strak professioneel proces, ondersteund door een zelf ontwikkeld ICT-platform, verzorgen zo’n 120 mede-werkers op drie locaties het debiteurenbeheer voor zorgverleners en zorginstellingen. “Inmiddels hebben we een enorme ervaring opge-bouwd in het goed declareren, het ontvangen van het geld, het afletteren, het geautomatiseerd verwerken van retourberichten van zorgverzekeraars en het kloppend maken van de debiteurenadministratie”, zegt Emmens. “Onze klanten hebben minder ad-ministratieve lasten door het uitbesteden van hun

debiteurenbeheer, lagere afschrijvingen op debiteuren en een (sterk) verbeterde kasstroom.”

Uitbreiden richting de CareDeze kerncompetenties wil Emmens nu gaan uit-breiden in de care-sector. Door de decentralisatie van

de langdurige zorg en ook de WMO is de complexi-teit van het debiteurenbeheer voor instellingen in de Care enorm toegenomen. “Wij hebben bijvoorbeeld een grote klant, die actief is in ruim 300 gemeenten en daar allerlei soorten van zorg levert, onder meer in de forensische GGZ, met subsidiestromen, et cetera. Zij gaan nu ineens van een situatie met 15 tot 17 debiteuren (de Zorgkantoren) naar een nieuwe situatie met meer dan 300 debiteuren, die allemaal hun eigen wensen, randvoorwaarden en declaratieformats hebben. Zie dan maar eens op tijd je geld binnen te krijgen…”

ColumbusTwee jaar geleden nam Infomedics het bedrijf The Beagle Armada over, een onderneming die sinds jaren actief is met haar Columbus-platform, en die decla-ratiesoftware levert aan zo’n 75 instellingen in de langdurige zorg (voorheen AWBZ) en de WMO. Het jaar 2014 werd door Infomedics gebruikt om de verschillen tussen haar eigen platform en Columbus – beide gebaseerd op Microsoft-technologie - te

analyseren. Tegelijkertijd werd Columbus geschikt gemaakt voor facturering aan gemeenten en aangepast aan de veranderingen in de WMO, Jeugdwet en de GGZ. Op basis van deze analyses en het toepassen van ‘best practices’ werd het platform verder geopti-maliseerd. Zodoende is Infomedics nu klaar om met het Columbus-platform voor geautomatiseerd debiteurenbeheer haar dienstverlening uit te breiden in de Care, daarbij gebruikmakend van de kennis en ervaring en ook de schaalvoordelen van Infomedics zelf. “Eén plus één is drie”, zegt Emmens.“De eerste zorg van instellingen en bestuurders in de afgelopen maanden was: hoe krijg ik contracten met gemeenten, hoe stel ik mijn omzet en de zorg-

inkoop veilig? Heel begrijpelijk, maar nu breekt de volgende fase aan: die van het declareren, zorgen dat het geld ook echt binnenkomt. En dat is een vak apart, zeker door alle wijzigingen, eisen en ver-schillende formats die de gemeenten gebruiken. Daar kunnen wij zorginstellingen goed bij helpen.”Kan Infomedics alle zorginstellingen van dienst zijn, en ze misschien wel redden van de ondergang? Emmens: “We moeten realistisch zijn. Wij zijn geen reddingsboei die in zijn eentje een organisatie kan redden. We kunnen wel zorgen dat het debiteuren-beheer en het incasseren op orde komt. Maar alles staat of valt met een goede registratie. En dat is de verantwoordelijkheid van de zorginstelling zelf. Wij zoeken dus klanten die het registratieproces redelijk op orde hebben, en daarin zie je momenteel binnen de care-sector grote verschillen. ”

‘Best of Breed’Als positief voorbeeld noemt Emmens GGZ-in-stelling Noord-Holland Noord, een klant van Info-

medics. “Zij hebben een duidelijke visie op hun eigen kerncompetenties, op hoe ze de processen willen inrichten, en op wat ze willen uitbesteden. En bij dat uitbesteden hanteren zij een ‘best of breed’-strategie, door niet te kiezen voor slechts één partij die alles verzorgt (‘One Box does it all’) maar voor verschil-lende partijen die ieder op hun eigen terrein – ECD, datawarehousing, declareren – de beste oplossing bieden, waarbij zij zelf de regie houden.”

Er zijn ook zorginstellingen die juist wel voor één aanbieder hebben gekozen als het gaat om ECD, ERP en declareren maar dat brengt volgens Emmens grote risico’s met zich mee. “Je maakt je enorm af-hankelijk van één partij, en als er iets fout gaat, dan weet je nooit waar het precies fout gaat. Door ‘best of breed’ krijg je juist een ‘zelfreinigend’ systeem, waarbij de output van de ene partij gecheckt wordt door de andere.”

Factoring als vorm van financieringInfomedics biedt ook factoring aan. Daarbij koopt zij de vorderingen van de zorginstelling en zorgt dat deze het geld binnen één of twee weken op zijn bankrekening heeft staan, waarna Infomedics voor eigen rekening en risico de incassering van de vorderingen op zich neemt. Op die manier kunnen zorginstellingen hun kasstroom optimaliseren en hun werkkapitaal vergroten. Uiteraard doet Info-medics dit niet zomaar.

“Meestal werken we eerst zes maanden of een jaar samen met de klant aan diens debiteurenbeheer, zodat we een goede indruk krijgen van de kwaliteit. Kiezen we dan samen met de klant voor factoring, dan is vaak ook overleg met de bank nodig, want de debiteuren zijn meestal aan de bank verpand. De bank wil daarom extra zekerheid, bijvoorbeeld door het rekening-courant krediet van de klant wat te verlagen. Maar per saldo wordt de zorginstelling er beter van. En banken werken graag met Info-medics samen.”

‘Schoenmaker blijf bij je leest. Declareren is een vak apart’

Over het belang van cash management in de Care

door: Gerrit-Jan Logt

“Er is veel te weinig aandacht voor cash management bij instellingen in de care-sector”, zegt Dirk Jan Emmens, algemeen directeur van Infomedics in Almere. “Wel begrijpelijk, gezien de ingrijpende veranderingen die zij sinds 1 januari over zich heen hebben gekregen. Maar het is nu echt de hoogste tijd om die kasstromen veilig te stellen. Cash is King. Als je je cash management niet op orde hebt, is je voortbestaan als zorginstelling in gevaar, zo simpel is het. Daarbij is goed declareren echt een vak apart en is het door alle transities ook nog eens veel ingewikkelder geworden…”

“Zorg dat het geld ook echt binnenkomt. Cash is King”

DNU218 ICT Zorg nr.42 (M1512) 1.indd 32 08-12-15 11:28

www.ict-zorg.eu

3315 december 201515 december 2015

VISIE 2016

Cormel IT Services lanceert compleet

nieuw ERP-platform

Gesprek met John Schrijnemaekers, directeur Cormel IT Services

door: Gerrit-Jan Logt

Drie jaar geleden nam John Schrijnemaekers, oprichter en directeur/grootaandeel-houder van Cormel IT Services in Sittard, een ingrijpende beslissing: hij besloot tot een complete redesign van zijn succesvolle ERP-platform QIC (‘Quality in Care’). Dit betekende dat een team van zo’n twintig developers hiermee gedurende enkele jaren bezig zou zijn. En dat de groei van zijn onderneming even stokte. Maar het was noodzakelijk, oordeelde Schrijnemaekers. In het belang van zijn klanten – zorginstel-lingen in de verzorging, verpleging, thuiszorg, GGZ en GZ. Nu, drie jaar later, is de redesign zo goed als klaar. Begin 2016 gaat Cormel de markt op met een compleet vernieuwd platform. ICT/Zorg sprak met Schrijnemaekers, een bevlogen ondernemer, charismatisch leider en bovenal: een vriendelijk mens.

QIC staat in de markt bekend als een prima ERP-platform voor zorginstellingen. Was het redesign echt nodig?“Ik vond van wel. Onze klanten zijn voornamelijk tweedelijns zorginstellingen in de thuiszorg, verpleeg- en verzorgingstehuizen, GGZ en GZ. Zij hebben de afgelopen jaren zoveel over zich heen gekregen – denk aan het nieuwe financieringsstelsel, de AZR, de transitie richting gemeentes (WMO), de steeds hogere eisen van zorgverzekeraars, en vooral: de enorme bezuinigingen in hun budgetten – dat alleen een uiterst flexibel, state-of-the-art ERP-systeem hen daarin volledig kan ondersteunen. Een systeem dat modulair van opzet is, volledig aan de wensen van de instelling kan worden aangepast, waarbij verschillende functionarissen hun eigen informatie en hun eigen schermen krijgen gepresenteerd en ze nooit vaker dan twee keer hoeven te klikken om te komen waar ze moeten zijn. Een systeem ook waarin de cliënt, dus de patiënt, centraal staat en de regie heeft, waarin alle informatie van die cliënt, inclusief het zorgleefplan, op elk moment beschikbaar is en uniform is gecodeerd, en waaruit zorgmede-werkers, afdelingshoofden én Raad van Bestuur op elk moment de informatie kunnen halen die zij nodig hebben om hun werk goed te kunnen doen en binnen hun mandaat te blijven. Wel, dat systeem hebben wij nu gebouwd!”

Complete oplossing Cormel IT Services biedt zijn klanten een complete ERP-oplossing voor hun eigen zorgproces en admini-stratie, zowel intramuraal als extramuraal. Een op-lossing die de gehele zorgketen ondersteunt, van intake en registratie via zorgleefplan tot en met de logistiek (planning en roosteren van medewerkers). Een oplossing ook waarin de cliënt - bij de klanten van Cormel zijn dat vaak ouderen - centraal staat

en de regie heeft, onder meer via zijn of haar eigen cliëntportaal, waartoe ook familieleden en mantel-zorgers toegang kunnen krijgen.

Uniek planningssysteemAls enige aanbieder in de zorg biedt het systeem van Cormel een volledig geautomatiseerd systeem voor planning en roostering van medewerkers. In de ontwikkeling van de logistieke modules heeft Mateum, sinds 2011 een dochterbedrijf van Cormel, waarin ook de Universiteit Maastricht een minderheids-aandeel heeft, een grote rol gespeeld. “Bij Mateum werken briljante wiskundigen en econometristen”, vertelt Schrijnemaekers. “Zij hebben heel slimme toevoegingen aan ons systeem bedacht. En ze hebben de verdere ontwikkeling van onze software naar een hoger plan getild.”

Wat waren de uitgangspunten voor het redesign?“Allereerst moest het gebruiksvriendelijk zijn, met een aantrekkelijke en direct begrijpelijke interface. Iedere gebruiker, of het nu de cliënt, de zorgmede-werker, het afdelingshoofd, de financieel manager of de voorzitter van de Raad van Bestuur is, moet binnen twee klikken op de plaats komen waar hij of zij moet zijn. De schermen van het systeem passen zich volledig aan de gebruiker aan. De informatie wordt aangeboden, je hoeft er niet meer naar te zoeken. En alles hoeft maar één keer te worden vastgelegd.”

Voorbeeld“Een manager die bijvoorbeeld iedere maandag-ochtend de productiviteit van zijn of haar afdeling van de week daarvoor wil zien, of die de ontwikkeling van decubitus-patiënten op zijn afdeling wil weten, krijgt die informatie wekelijks gepresenteerd.”

Thesaurus“Uniek aan ons systeem is dat wij de volledige thesaurus met SFMPC-codes in onze software hebben geïntegreerd. Dat maakt het werk van de zorgmedewerkers een stuk makkelijker, het voor-komt misverstanden en werkt razendsnel. Is een probleem eenmaal geïdentificeerd, dan komt het systeem uit zichzelf met voorgestelde doelen en acties voor die specifieke aandoening. Dat betekent efficiency en kwaliteit. Bovendien ontstaat zo ook automatisch eenheid van taal en dat is wezenlijk voor de com-municatie over de cliënt.”

Workflow“In ons nieuwe platform kan een zorginstelling zijn werkprocessen volledig borgen in het systeem, zodat er eigenlijk niets meer kan misgaan. Een voorbeeld: als een cliënt een folder aanvraagt, krijgt de afdeling die de folder moet versturen automatisch een taak, en tegelijk wordt er een taak aangemaakt dat de cliënt een week later teruggebeld moet worden. Geeft de cliënt vervolgens aan dat hij zorg wil af-nemen, dan plant het systeem de intake en wordt ook een indicatie aangevraagd.

Iedere stap die de cliënt zet, is op die manier in het systeem geborgd. Ook de verantwoording aan gemeenten en verzekeraars kan geborgd en volle-dig geautomatiseerd worden. En het systeem waarschuwt zodra het mandaat van de verzekeraar of de gemeente overschreden dreigt te worden.”

QIC-Mobile“Zorgmedewerkers krijgen de beschikking over een app op hun smartphone, waarin alle informatie van de cliënt is vastgelegd. Er gaat zodoende nooit meer een zorgmedewerker blanco op pad. Alle medewerkers die met de cliënt werken zijn geïnformeerd, ze

hebben het zorgleefplan bij zich, en medewerkers zien direct wat hun collega heeft gerapporteerd.”

Intensief overleg met de klantDe klanten van Cormel IT Services, tweedelijns zorginstellingen in de ‘care’, bevinden zich in heel Nederland. Het contact met de klanten is intensief. “Wij bouwen niets zonder overleg met onze klanten”, zegt Schrijnemaekers. “En we bouwen ook niets zonder dat er een positieve business case onder ligt. Voordat wij gaan bouwen moet absoluut zeker zijn dat onze klanten er financieel beter van gaan worden. Ook tijdens de bouw is er continu contact, onder meer via zogeheten ‘klantendagen’, waarin klanten onder meer de nieuwste schermontwerpen krijgen voorgelegd - bijvoorbeeld het scherm van het zorgleefplan - en zij daarop hun feedback kunnen geven. Onze bedrijfscultuur is door en door klant-gericht. ‘Respect’ is voor ons een absolute kern-waarde.”

Wat maakt het nieuwe ERP-platform van Cormel uniek?• Flexibiliteit:

maatwerk, alles samen met de klant• State-of-the-art software,

het nieuwste van het nieuwste• Thesaurus

volledig geïntegreerd (SFMPC-codes)• OMAHA-integratie• Workflow-systeem

(management informatie)• Geautomatiseerde planning en roostering• Mobiele app voor zorgmedewerkers• Norea-gecertificeerd

DNU218 ICT Zorg nr.42 (M1512) 1.indd 33 08-12-15 11:29

Allemaal vragen waarop de antwoorden niet voor het oprapen liggen. De belangrijkste onderliggende vraag luidt toch: welke rol speelt ICT binnen de grote aanstaande veranderingen op het gebied van processen, netwerken, efficiencybehoefte en de groeiende it-bewustwording van het publiek?

Deze en andere vragen legden wij voor aan de crème de la crème van ict-leveranciers in de zorg. Wij vroegen hen om voor één keer de rol van waarzegger te spelen en te voorspellen wat er binnen hun specifieke ict-domein staat te gebeuren. Op deze vraag krijgt u een breed palet aan antwoorden

voorgeschoteld van de financiële administratie en business intelligence tot aan geavanceerde domotica-toepassingen en mobiel werken. Deze diversiteit in visies op 2015 levert ons een prachtige dwarsdoorsnede op van wat de zorg kan verwachten van ICT. Diverse leveranciers besloten tot een beknopte versie van hun boodschap, terwijl anderen juist meer ruimte namen om verder de diepte in te gaan op hun expertise. De visie op 2016 is een dossier rijk aan informatie waar eenieder zijn en haar voordeel mee kan doen.

Wat staat ons in het nieuwe jaar allemaal te wachten in de zorg? De verschuiving van veel zorg en ondersteuning van de AWBZ naar de Wmo is nu een jaar oud. Hoe hebben de diverse organisaties zich staande gehouden in deze storm aan veranderingen? En hoe zullen ze zich in 2016 verhouden tot deze vernieuwingen? Begint de robotisering ook in de zorg voet aan de grond te krijgen?

Visie 2016

39- Dalosy- Van de Geijn Partners

Page 28: Lr ict zorg december 2015 los

www.ict-zorg.eu

2815 december 201515 december 2015

VISIE 2016

We moeten af van de huidige reactieve manier van diagnosticeren en toegroeien naar een meer pro-actief en uiteindelijk preventief model. Alleen op die manier kun je de kosten van de gezondheidszorg verlagen en de kwaliteit verbeteren, stelt Peter Osinga, managing director van Sectra Imaging IT Solutions. Dat betekent dat we op een heel andere manier moeten omgaan met medische beeldvorming. Nederland loopt op dat gebied achter, er is snel een inhaalslag nodig, vindt Osinga.

InhaalslagDie inhaalslag moet op twee gebieden worden ge-maakt. Allereerst binnen de muren van het zieken-huis. “Er zijn nu nog teveel eilanden. Radiologie, pathologie, nucleaire geneeskunde, laboratorium-diagnostiek, DNA-onderzoek; het moet veel dichter naar elkaar toe worden getrokken.” We noemen dit ook wel integrale diagnostiek. Hiervoor is het nodig dat de beeldvormende oplossingen die de ver-schillende vakgebieden gebruiken, bij elkaar worden

gebracht in een digitaal Enterprise Image Manage-ment-systeem (EIM), dat natuurlijk gebaseerd moet zijn op een Vendor Neutral Archive (VNA). Hij noemt als voorbeeld UMCU, dat als eerste academisch ziekenhuis start met digitale pathologie. In de oplossing heeft Sectra de ervaringen die het bedrijf heeft met PACS-standaarden en het digita-liseren van workflow toegepast. “Zo zit bijvoorbeeld een second opinion standaard in de workflow, wat een enorme verbetering oplevert in de diagnose en stagering van kanker”, weet Osinga. “En door de resultaten meteen digitaal beschikbaar te stellen aan de andere betrokken medisch specialisten verbeter je de onderlinge communicatie en versnel je de besluitvorming.”

Data-uitwisseling moet niet alleen binnen de muren van het ziekenhuis worden verbeterd maar ook tussen ziekenhuizen, vindt Osinga. “Het is toch eigenlijk te gek voor woorden dat we anno 2015 nog altijd DVD’s heen en weer sturen! De minister moet snel het advies van Nictiz overnemen hoe we nationaal omgaan met digitale patiëntdata: wat zijn volgens de overheid de veilige manieren van versturen en opslag? Neem een voorbeeld aan de UK, waar Sectra samen met NHS een Image Ex-change Portal heeft ontwikkeld waarop alle 364 ziekenhuizen al vier jaar zijn aangesloten. Zo kunnen we veilig, snel en zonder inspanning medische beelden uitwisselen. Dit bespaart kosten en verhoogt de snelheid in het belang van de patiënt. Een win-win.”

Ziekten voorspellenIn de UK zijn ook afspraken gemaakt over geano-nimiseerde opslag van medisch beeldmateriaal. Een belangrijke basisvoorwaarde voor personalized medicine, stelt Osinga. “Als je alle medische beelden van verschillende patiëntpopulaties geanonimiseerd bij elkaar in een database brengt en gaat onderzoeken, doe je ongetwijfeld nieuwe inzichten op. Met die kennis kun je veel sneller en preciezer diagnosticeren. Wij hebben een eigen onderzoekscentrum, het Center for Medical Image Science and Visualization (CMIV). Daar doen we onderzoek naar de uitda-gingen van morgen. Het is fascinerend om te zien welke sprongen we kunnen maken in precisiegenees-kunde door medische beelden van grote groepen patiënten te onderzoeken. Daarmee helpen we

mensen die al ziek zijn, maar ook gezonde mensen bij wie je op basis van de medische content kunt voorspellen dat zij een ziekte gaan ontwikkelen. Je kunt deze data dus ook op een voorspellende manier gebruiken. Op dezelfde manier als dat je bij vrouwen die belast zijn met het borstkankergen kunt voor-spellen dat de kans meer dan 80 procent is dat ze borstkanker ontwikkelen, kun je bij sommige ziekten ook op basis van radiologiebeelden voor-spellen dat ze zich gaan ontwikkelen.”We zijn nog lang niet zo ver dat deze techniek al breed kan worden ingezet, maar er zijn wel laag-drempelige mogelijkheden. Osinga geeft een voor-beeld. “Vrouwen ontwikkelen na de menopauze vaak osteoporose. Dat is de reden dat 70 procent van de botbreuken voorkomt bij mensen die ouder zijn dan 50 jaar. Je kunt osteoporose vaststellen met een botdensiteitsmeting, een onderzoek dat nog geen minuut duurt en weinig kost. Met een dagelijks pilletje dat op jaarbasis 50 euro per patiënt kost, kun je osteoporose tegengaan. Waarom doen we niet gelijk met de mammografiescreening ook zo’n botdensiteitsmeting? Daarmee kun je de kosten die gemoeid zijn met botbreuken in belangrijke mate terugdringen. De kosten voor het bevolkings-onderzoek en de medicatie verdien je dubbel en dwars terug. Het is alleen een kwestie van anders denken en anders organiseren.”

Denk in zorgpadenHij roept ziekenhuizen en de politiek dan ook op om nu al anders medische gegevens te concentreren en uit te wisselen in het belang van de patiënt. Daarbij hoort in het zorgpad ook integrale, en liefst ook proactieve en voorspellende diagnostiek. Daar vaart de patiënt wel bij, maar het brengt in vrijwel alle gevallen ook een kostenverlaging met

zich mee. “Nu is diagnostiek vaak nog zoeken naar een speld in een hooiberg. Hoe sneller en eenvou-diger we een diagnose kunnen stellen, hoe lager de kosten van het genezingstraject en hoe meer gebaat de patiënt erbij is”, vindt Osinga.

Neem een mammografie: er wordt wat afwijkends gevonden. De patiënt gaat naar het ziekenhuis en krijgt aanvullend onderzoek: een MRI, een PET- of CT-scan, een biopsie onder echogeleiding. Al die tijd is er onzekerheid. Heb ik inderdaad borstkanker? Is mijn dochter misschien erfelijk belast? Osinga: “De periode van onzekerheid kan drastisch worden verkort door de verschillende vormen van diag-nostiek bij elkaar te brengen en te digitaliseren, op de UMCU-sneldiagnostiek manier. Digitalisering betekent dat je ook het stellen van de diagnose kunt ondersteunen met IT, want op basis van uniforme statistische informatie kan een computer veel sneller en vaak ook nauwkeuriger een diagnose bepalen. Een arts moet natuurlijk die diagnose wel controleren, maar hij wordt door de computer al gewezen op afwijkingen die duiden op een bepaald ziektebeeld en een bepaalde stagering. Dit verhoogt de kans op een juiste diagnose en versnelt de besluitvorming.”

Ofwel: we moeten snel toe naar een structuur waarin alle medische data worden gedigitaliseerd, geïntegreerd en direct gedeeld met alle betrokken specialismen. Als ziekenhuizen zo’n Enterprise Image Management-systeem inclusief pathologie op orde hebben en in staat zijn om regionaal of wellicht zelfs landelijk de beelden te delen en be-schikbaar te stellen voor verder onderzoek, kunnen we ook de volgende stap zetten, die naar werkelijke personalized medicine.

Integrale diagnostiek belangrijke stap richting personalized medicine

door: Mirjam Hulsebos

Dat personalized medicine de toekomst is, daar zijn vriend en vijand het wel over eens. Op weg naar die toekomst wordt fors geïnvesteerd in DNA-onderzoek. Een terrein dat minder in de schijnwerpers staat is diagnostische beeldvorming. Terwijl advanced imaging een minstens zo belangrijk aandachtspunt is. Een blik in de toekomst met Sectra.

Peter Osinga, managing director

van Sectra Imaging IT Solutions

Over SectraSectra is in Nederland en veel andere landen marktleider in medische beeldvorming en veilige communicatie. Het bedrijf heeft meer dan 20 jaar ervaring in het leveren van complete Imaging IT-oplossingen. Kijk voor meer informatie op sectra.com/medical

Page 29: Lr ict zorg december 2015 los

www.ict-zorg.eu

2915 december 201515 december 2015

VISIE 2016

ICT gaat de manier van werken in de zorg drastisch veranderen. Vrijwel alle organisaties die werkzaam zijn in de langdurige zorg hebben de eerste stappen al gezet. De groeps-pc’s zijn in de meeste organisaties aangevuld door devices die beter aansluiten bij het werk: een smartphone voor de thuiszorgmedewerker, een tablet voor verzorgenden op groepswoningen, et cetera. Het doen van verplichte registraties is daardoor steeds minder vaak een losstaande taak, maar wordt onderdeel van het werk. Kortom, de meeste organisaties in de langdurige zorg hebben de eerste stap gezet om ICT beter te laten aansluiten bij het werk dat medewerkers doen.Maar daarmee zijn ze er nog lang niet, weet Burlage. “Vaak zitten aan de achterkant de applicaties nog op een houtje-touwtje manier aan elkaar of ze zijn helemaal niet geïntegreerd. Daardoor moeten mede-werkers vaak in meerdere applicaties inloggen om één taak te doen. En ze moeten regelmatig informatie uit het ene systeem handmatig in het andere over-nemen. Daar is nog veel winst te behalen.” Hij ziet dat uitbesteden naar de cloud organisaties op dit terrein kan ontzorgen. “Dan kunnen ict-medewerkers zich focussen op de meerwaarde die ICT kan bieden aan zorgmedewerkers en hoeven zij zich niet meer druk te maken om de techniek zelf.”Is die techniek op orde, dan moeten organisaties vervolgens ICT ook laten meebewegen met de voortdurende veranderingen in de zorg, zegt Burlage. “ICT moet flexibel worden, makkelijk aanpasbaar aan nieuwe wet- en regelgeving, maar ook aan eventuele nieuwe businessmodellen die zorgorganisaties willen gaan exploiteren, denk bijvoorbeeld aan het bieden van beeldschermzorg.”

Van last naar lustOm te voorkomen dat er op losse onderdelen wordt geïnnoveerd zonder dat die innovaties bij elkaar aansluiten, adviseert Wortell zijn klanten om een strategisch plan te maken, een roadmap waarin staat in welk tempo welke stappen worden gezet en hoe medewerkers daarin worden meegenomen. “Voor iedere zorgorganisatie zal die roadmap er anders uitzien, maar de hoofdlijn is hetzelfde”, weet Burlage. Die hoofdlijn luidt dat zorgorganisaties steeds vaker zullen kiezen voor de cloud, en daarmee het technisch beheer van de ict-omgeving buiten de deur plaatsen. Op die manier houdt de ict-afdeling tijd over om

na te denken over hoe ICT beter kan aansluiten bij de behoeften van medewerkers, kan meebewegen met de veranderingen in de zorg en wellicht zelfs nieuwe businessmodellen mogelijk maakt. “Waar het op neerkomt is dat ICT niet langer moet worden gezien als een last die nodig is om het werk goed te kunnen doen, maar als een strategisch middel dat medewerkers optimaal ondersteunt in het leveren van goede kwaliteit van zorg.”

Alles uit de cloudIntermetzo, een jeugdzorginstelling die onder-steuning biedt aan gezinnen en kinderen die zelf-standig geen oplossing kunnen vinden voor de problemen die zij ervaren, laat goed zien hoe je betere kwaliteit van zorg bereikt door ICT te laten aansluiten bij de behoeften van medewerkers. Door alle ICT onder te brengen in een private cloud hebben medewerkers nu altijd en overal toegang tot alle benodigde applicaties en data via het device van hun keuze. En dat op een veilige én vertrouwde manier. Burlage: “Doordat medewerkers vanaf iedere plek – op kantoor, bij een gezin waar ze op huisbezoek zijn, vanuit huis, onderweg – toegang hebben tot data en applicaties, besparen ze veel tijd. Bovendien hebben ze altijd alle benodigde informatie bij de hand, waardoor ze meer inzicht hebben en betere beslissingen kunnen nemen. Ook kan de informatie over een gezin makkelijker met andere collega’s worden gedeeld, zodat alle betrokken medewerkers op de hoogte zijn van de situatie. Medewerkers kunnen bovendien werken met een device naar keuze: smartphone, tablet, laptop, pc.” Beveiliging is bij het realiseren van een dergelijke flexibele omgeving een speerpunt, benadrukt Burlage. Daarom moedigt hij zorgorganisaties aan om de stap naar de cloud te maken. “Er komt veel bij kijken om je eigen ict-omgeving NEN7510-gecertificeerd te krijgen. Een cloudprovider die voor meerdere zorginstellingen werkt, kan de kosten die met security gemoeid zijn, over meerdere klanten ver-delen. Bovendien is informatiebeveiliging voor een cloudprovider een kernactiviteit, wat bijna altijd resulteert in een betere security tegen lagere kosten. Uiteraard is het dan wel verstandig om met een cloudprovider in zee te gaan die NEN7510-gecer-tificeerd is.”

VerappifyingICT kan worden ingezet om medewerkers te ondersteunen, maar ook om cliënten zelfredzamer te maken. Een mooi voorbeeld van een organisatie die hierin vooroploopt, is Pameijer, een organisatie die hulp en ondersteuning biedt aan mensen met een verstandelijke beperking of met chronische psychiatrische aandoeningen. Pameijer wil hen zo zelfstandig mogelijk laten functioneren, zodat ze zo min mogelijk afhankelijk zijn van professionals. Om de zelfredzaamheid van cliënten te ondersteunen, heeft Pameijer samen met Wortell diverse apps ontwikkeld om cliënten te helpen met zaken die ze in het dagelijks leven tegenkomen. Zoals de ver-voersapp, die cliënten begeleidt tijdens hun reis met het openbaar vervoer. “Het mooie is”, zegt Burlage, “dat zelfredzaamheid hier hand in hand gaat met verlaging van kosten. Want cliënten hebben nu genoeg zelfvertrouwen om de trein of bus te pakken, waardoor de taxikosten dalen.”

Die apps voor cliënten staan nu nog los van de ict-omgeving voor medewerkers, maar uiteindelijk zullen die twee werelden naar elkaar toegroeien. En alle ICT die in de toekomst gebruikt gaat worden, krijgt het karakter van een app, denkt Burlage. “Daarmee bedoel ik dat het taakgerichte applicaties worden die medewerkers écht onder-steunen in de taken die ze doen en die het gebruiks-gemak bieden dat we nu kennen van consument-

gerichte apps. Vaak gaat daar een hele complexe wereld achter schuil, maar die zie je als gebruiker niet.”

Zorgondersteunende ICT krijgt eenzelfde karakter: een app om cliëntinformatie in op te zoeken en bij te houden. Daaraan gekoppeld een app met je taken voor die dag, bijvoorbeeld voor thuiszorgmede-werkers met de route die ze moeten rijden en de tijden waarop ze bij de diverse cliënten moeten zijn. Daarnaast een app met je rooster. De zorgapp CareConnections is hiervan een goed voorbeeld. Burlage: “De koppelingen tussen de onderliggende systemen worden onder water geregeld. Daar zie je als gebruiker niets van. Als je een dienst wisselt met een collega, dan veranderen automatisch je taken mee, zonder dat je daarvoor iets hoeft te doen. En in het systeem dat je uren bijhoudt wordt automatisch geregistreerd dat die dienst is gewisseld, zodat aan het eind van de maand het salarisstrookje ook klopt.”Het zal nog een tijd duren voordat alle zorgorganisa-ties zover zijn, maar Burlage ziet dat organisaties die hun ICT buiten de deur plaatsen, grote stappen zetten. “Want dan komt de ict-afdeling eindelijk toe aan het maken van een goed strategisch plan. Een plan waarin wordt gekeken naar hoe ICT een bijdrage kan leveren aan een hogere kwaliteit van zorg, leuker werk, zelfredzamer cliënten, nieuwe businessmodellen. Het mooie van deze ontwikkeling is: vrijwel altijd dalen dan ook de kosten van zorg.”

De wereld is aan het ‘verappifyen’, de zorg verandert mee

Als consument merken we het al: er is voor alles een app. Ook in de zorg doen apps hun intrede. De meerwaarde wordt sterk bepaald door de mate waarin deze aansluiten bij het businessmodel van een zorginstelling en de rest van de ict-omgeving. “Pak vernieuwing van de ict-omgeving gestructureerd en gefaseerd aan, zodat je maximaal profiteert van efficiency- en effectiviteitswinst”, adviseert Danny Burlage, CTO van Wortell.

Page 30: Lr ict zorg december 2015 los

www.ict-zorg.eu

3015 december 201515 december 2015

VISIE 2016

“Bij Advantech zijn we voortdurend bezig met oplossingen voor de toekomst”, stelt Michael Bhagwandien, directeur Verkoop Europa van Advantech. “Maar ook met de producten die we nu al in ons portfolio hebben, kunnen ziekenhuizen een flinke efficiencyslag maken. Onder andere op het gebied van klinische mobiliteit. Bovendien bieden onze oplossingen allerlei kansen om ook de nauwkeurigheid, productiviteit en kwaliteit van de zorg te verbeteren. “

Internet of ThingsOm dit te kunnen bewerkstelligen, maakt Advantech in toenemende mate gebruik van het Internet of Things. “Want ook binnen een ziekenhuisomgeving worden langzaam maar zeker alle apparaten en objecten met het internet verbonden”, licht Bhagwandien toe. “Daarnaast zullen ziekenhuizen steeds vaker cloud computing gaan benutten, om een flexibele gegevensuitwisseling tussen mobiele apparaten mogelijk te maken.”

Medische pcEen goed voorbeeld van een product dat recht-streeks bijdraagt aan een hogere kwaliteit van zorg, is de medische pc van Advantech. Die bevat in tegenstelling tot een gewone pc geen bewegende delen, dus geen harde schijf, geen ventilatoren èn is geheel gesloten. Bhagwandien: “Dat is pure winst voor de hygiëne binnen een ziekenhuis. Zo voorkom je immers luchtcirculatie door het inwendige van de pc, waarin zich al snel stof en bacteriën ophopen. En dat is iets wat je niet wilt, zeker niet in kritische ruimtes als operatiekamers of intensive cares.”

Patient infotainment terminalOok een ander product van Advantech, de ‘patient infotainment terminal’, is tot in de puntjes afgestemd op gebruik binnen de zorgsector. Met dit apparaat kunnen patiënten een film of tv-programma bekijken, maar ook rechtstreeks communiceren met het verplegend personeel. Bhagwandien: “Zo’n gecom-

bineerde functie biedt allerlei voordelen. De patiënt hoeft bijvoorbeeld niet meer op de rode knop naast het bed te drukken voor een simpel glas water, want dat bestelt hij gewoon via zijn terminal. En de verpleegster maakt een efficiencyslag, want zij hoeft minder te lopen en neemt het gewenste glas mee op haar volgende ronde. Daarnaast is de terminal door het verplegend personeel te gebruiken om het elektronisch patiëntendossier te raadplegen. Een efficiënte oplossing.”

Trolley met slimme medicijnladeVerder ontwikkelde Advantech samen met distri-buteur Alphatron Medical een nieuwe trolley. Een handzaam en wendbaar model, dat in tegenstelling tot de gangbare ziekenhuistrolley wél gewoon de kamer van patiënt binnengereden kan worden. “Hierdoor kan de verpleegster met haar trolley direct naast het bed van de patiënt komen en hoeft ze niet langer met losse pilletjes op en neer naar de gang te lopen”, vertelt Bhagwandien. “Dat voorkomt fouten en werkt efficiënter.”

Volgend jaar komen Advantech en Alphatron Me-dical bovendien met een trolley die de medicijn-uitgifte verder auto matiseert. Bhagwandien: “De verpleegster scant daarbij de patiënt, waarna auto-matisch en dankzij een directe verbinding met het elektronisch voorschrijfsysteem (EVS) de juiste medicijnlade wordt geopend. Wanneer vervolgens ook de barcode op het medicijn wordt gescand, kan exact worden vastgelegd op welk tijdstip het medicijn werd toegediend.”

Medische tabletTot slot mag de medische tablet van Advantech niet ongenoemd blijven, verkrijgbaar in drie formaten: 5, 7 of 10 inch. “Die eerste twee formaten passen probleemloos in de jaszak van een arts of verpleeg-ster”, vertelt Bhagwandien. “Daar hebben we ze speciaal op ontwikkeld. Daarnaast lag de focus op

gebruiksvriendelijkheid, ergonomie en stevigheid. Verder is de tablet uitgerust met een barcode-scanner, waarmee je snel en secuur bijvoorbeeld medicijnen of een bloedzak kunt scannen. En als laatste is hij dankzij de installatie van applicaties als Skype ook als communicatietool te gebruiken.”

Outpatient automatiseringMaar dan nu het oog op de toekomst. Welke pro-ducten kunnen we de komende jaren verwachten van Advantech? Hoe ziet het ziekenhuis van de toekomst eruit? “In elk geval groter en massaler dan nu”, voorspelt Bhagwandien. “Schaalvergroting is een trend die je wereldwijd ziet optreden, ook in Nederland.” De nieuwste oplossingen van Advantech borduren rechtstreeks voort op deze trend. Met name door flink in te zetten op ‘outpatient automatisering’. Bhagwandien: “Daarbij moet je denken aan het managen van de route die dagpatiënten door een ziekenhuis afleggen, dus door ziekenhuishal, gangen en wachtkamers.”

WayfindingWelke insteek kiest Advantech hierbij? Hoe voorkom je dat patiëntenstromen in een groot en druk ziekenhuis hopeloos vastlopen? Bhagwandien: “Door selfservice in te voeren en systemen aan elkaar te koppelen. We doen dat bijvoorbeeld op het gebied van ‘wayfinding’, ofwel bewegwijzering. Daarbij plaatsen we op strategische plekken in het ziekenhuis terminals, waarop patiënten hun mobiele nummer kunnen invoeren. Vervolgens ontvangen ze via sms een linkje naar de plattegrond van het ziekenhuis, met daarop ingetekend hun persoonlijke looproute.

Althans, zo doen we dat in Noorwegen. In Duitsland werken we via een QR-code die bezoekers kunnen inscannen, waarna de rest van de procedure hetzelfde is. Het resultaat? Een soepele doorstroming en veel minder vragen aan het personeel.”

QueueingDe mobiele telefoon speelt ook een doorslaggevende rol in Advantechs volgende oplossing, die ‘queueing’ heet. “Wachtrij-management”, vertaalt Bhagwandien. “Uitgangspunt bij dit proces is dat je patiënten het liefst zo lang mogelijk buiten de afdelingswachtruimte wilt houden. Zo voorkom je dat die bij vertragingen verstopt raakt. Bovendien zie je een patiënt liever in het restaurant wachten dan in een kleine wacht-ruimte zonder al te veel voorzieningen.” Daar valt wat voor te zeggen, maar hoe voorkom je dat een patiënt voor de zekerheid tóch ruim van tevoren klaarzit in de wachtruimte? “Eigenlijk heel simpel”, vervolgt Bhagwandien. “Door hem bij aankomst in het zieken-huis wederom zijn mobiele nummer te vragen en hem een minuut of tien voor hij aan de beurt is te sms’en. Daarmee maak je voor jezelf de doorstroming efficiënter en voor de patiënt de ziekenhuiservaring aangenamer.”

Overige ontwikkelingenVoorziet Bhagwandien nog andere ontwikkelingen die we binnenkort kunnen aantreffen in het zieken-huis? “Jazeker”, stelt Bhagwandien. “Klanttevreden-heidsonderzoeken ter plaatse bijvoorbeeld, op een terminal in de hal of op de afdeling. Daarmee genereer je veel meer respons dan achteraf via e-mail. Of gerichte informatievoorziening op terminals in de wachtruimte, over een bepaalde ziekte of welk ander relevant onderwerp dan ook. En wat verder in de toekomst zie ik onbemande trolleys op eigen kracht goederen transporteren door het ziekenhuis.

Kortom, met innovatieve snufjes kun je veel winst boeken op het gebied van efficiency, service en kwaliteit. Natuurlijk is daarmee een investering gemoeid, maar uiteindelijk betaalt die zich altijd terug. Daarvan ben ik overtuigd.”

Innovatie als efficiencyslag, wat zijn de laatste snufjes?

door: Henk Jansen

Hoe kan automatisering bijdragen aan meer efficiency in de zorg? Welke technieken zijn er op dit moment al voorhanden en welke oplossingen kunnen we op termijn ver-wachten? Hoe ziet het ziekenhuis van de toekomst er eigenlijk uit? We staken ons licht op bij Advantech, wereldwijd leverancier van innovatieve producten voor tal van sectoren, waaronder de zorg.

Michael Bhagwandien, directeur Verkoop Europa bij Advantech

Dankzij innovatie meer efficiency, service en kwaliteit in de zorg

Page 31: Lr ict zorg december 2015 los

www.ict-zorg.eu

3115 december 201515 december 2015

VISIE 2016

We spreken Ter Brake over zijn visie op de care. Maar voordat hij van wal steekt, wil hij eerst wat laten zien. “Kijk, een artikel dat Meriant schreef over hoe zij hun processen hebben vereenvoudigd, zodat zorg-verleners meer tijd kunnen besteden aan de cliënt en minder tijd kwijt zijn met registraties. En hier een YouTube-filmpje van Estinea over hoe zij mede-werkers, cliënten, mantelzorgers en vrijwilligers toegang geven tot het ondersteuningsplan, zodat er meer onderling overleg en afstemming is. En ook Dichterbij maakte een video over hoe zij de cliënt meer betrekken bij het organiseren van zorg. Dat vind ik mooi. Dit zijn klanten van ons die de tools die wij hen aanreiken, gebruiken om de zorg écht anders in te richten.”Anders is vooral eenvoudiger. Die eenvoud erin krijgen is bijzonder moeilijk, weet Ter Brake. “Dat vraagt veel denkwerk. En ook doorzettingskracht, visie en lef, want de financiële stromen zijn helaas nog niet altijd zo ingericht dat dit ook wordt onder-steund. Degenen die de zorg betalen, kijken vaak te veel naar besparingen op korte termijn in plaats van het wezenlijk efficiënter inrichten van processen zodat je op lange termijn besparingen boekt.”

Mantelzorgers betrekkenHij geeft het voorbeeld van zijn eigen schoonmoeder in het verzorgingshuis, bij wie zes keer per dag de bloedsuiker wordt gemeten. “Ze komen altijd op vrijdagavond als we net samen Flikken Maastricht zitten te kijken. Mijn schoonmoeder moet dan van de bank af, aan de keukentafel gaan zitten en is dan vijf minuten uit het programma, waardoor ze het vervolg niet meer snapt. Waarom kan ik niet gewoon om half negen, vlak voordat het begint of zelfs automatisch met een sensor, de bloedsuiker bij haar meten, zodat zij het programma gewoon kan kijken en we samen wat hebben om over te praten?”Iedereen in de zorg heeft het over meer taken neer-leggen bij mantelzorgers, die dat vaak ook willen en kunnen, maar die niet in de gelegenheid worden gesteld. “Want”, zo stelt Ter Brake duidelijk, “als je als mantelzorger meer betrokken wordt, dan moet je ook inzicht hebben in het ECD. In onze ogen is het ECD primair het dossier van de cliënt en diens mantelzorgers. Het wordt ingevuld samen met een professionele zorgverlener, maar het is niet het dossier van de zorgorganisatie. Het moet toeganke-lijk zijn voor iedereen die betrokken is bij de zorg-verlening aan een cliënt, dus ook voor bijvoorbeeld een vrijwilliger. Met rollen en rechten kun je af-schermen wie wat mag zien en wat mag wijzigen.”

GezondheidsappsUnit4 loopt al jaren voorop in de uitwerking van deze visie, die wel op veel plekken met de mond wordt beleden, maar vrijwel nergens tot uitvoer wordt gebracht. “We hebben het wel over regie bij de cliënt, maar in de praktijk is zijn autonomie beperkt.” Bij die autonomie kan slimme technologie helpen. Denk aan een medicijnkastje dat een signaal geeft als het tijd is om je medicijnen in te nemen en dat bij een druk op de knop automatisch de juiste medicijnen uitspuugt. Denk aan domotica die het mogelijk maakt dat ouderen langer veilig thuis kunnen wonen. Denk aan nieuwe technologie die automatische

registraties mogelijk maakt, zoals wearables. Op dat punt maakt Ter Brake zich overigens zorgen. “Ik zie veel wearables en gezondheidsapps die zich richten op de doorsnee consument die nog niet ziek is. Wat ik zo graag zou willen is dat de Apples en Googles van deze wereld ook toepassingen gaan maken voor kwetsbare ouderen en chronisch zieken. Dit zijn mensen die – zo lang er niets geks gebeurt – nog een hele tijd door kunnen hobbelen, maar die bij wat kleins zo op de IC kunnen belanden als niet direct adequaat wordt gehandeld. Met alle onzekerheid voor de cliënt en familie en alle kosten voor de maatschappij van dien. Ik zie nog geen ap-paraten die 80 procent van de metingen kunnen doen die relevant zijn voor ouderen en chronisch zieken. Terwijl daar de grote winst te behalen valt.”

Alleen uitzonderingen registerenWinst valt er ook te behalen met slimmer werken. “Verzorgenden en verpleegkundigen moeten vaak zoveel registreren terwijl de situatie van gehandi-capten, chronisch zieken en ouderen vaak per dag nauwelijks wisselt. Als je processen zo automatiseert dat zorgverleners alleen iets moeten registreren als ze met een uitzondering te maken hebben, scheelt dat ontzettend veel tijd”, zegt Ter Brake. Het optimaal gebruikmaken van alle slimmigheden die software kan bieden is niet voor niets een specialisme van Unit4. “Onze missie is dat zorgmedewerkers Cura zien als een collega, als iemand die hen helpt. Want software moet ondersteunen en niet belemmerend werken. Daarvoor is het nodig om niet langer de financiële processen als uitgangspunt te nemen bij het inrichten van het ECD, maar de dienstverlening aan de cliënt, zijn wensen en doelen staan centraal.”Dit vraagt dat klanten hun processen ook echt anders gaan inrichten. Vaak is dat een stap-voor-stap traject, weet Ter Brake. “Het huidige proces van een orga-nisatie is altijd ons vertrekpunt. Dat leggen we naast onze best practises om te kijken hoe we snel een eerste efficiencywinst kunnen behalen zonder meteen alles

op zijn kop te zetten. Vervolgens kan een organisatie stapsgewijs toegroeien naar zo’n best practise.”Voor Ter Brake is het zo klaar als een klontje. Kwaliteit van zorg behaal je door medewerkers niet af te leiden met allerlei overbodige registraties, maar door ze te laten focussen op hun eigenlijke werk. Kwaliteit van zorg is ook de cliënt en zijn of haar sociale omgeving meer autonomie geven en echt in de gelegenheid stellen om minder afhankelijk te zijn van formele zorg. Als we dit realiseren met slimme ict-toepas-singen, dalen als vanzelf ook de kosten en neemt de tevredenheid van medewerker en cliënt toe. “ICT kan heus niet alle problemen oplossen, maar het zorgt wel voor meer focus, minder fouten en dus minder verspilling, en meer autonomie voor de cliënt. De mogelijkheden zijn er, grijp ze aan.”

Unit4 geeft met Cura de cliënt meer autonomie

“We kunnen de care zoveel slimmer realiseren”

door: Mirjam Hulsebos

Het verhogen van de productiviteit van zorgmedewerkers en de cliënt in een positie brengen dat hij meer grip krijgt op zijn eigen zorg. Dat is wat Unit4 beoogt met het ECD Cura. “De kwaliteit van zorg kan zoveel hoger en de kosten per cliënt zoveel lager als we dingen slim organiseren en écht gebruik gaan maken van de kansen die digitalisering biedt.” Een gesprek bij Unit4 met Hans ter Brake over innovatie in de care.

Geschiedenis Unit4 in de zorgUnit4 is een Nederlands bedrijf dat wereld-wijd ERP-software levert aan dienst-verlenende bedrijven. De kracht van de organisatie is het ontwikkelen van applica-ties waarin de medewerker centraal staat. Vanuit deze generieke software zijn in de loop der jaren verschillende versies ontstaan voor verschillende markten. Al sinds 1982 is Unit4 actief in de VVT en gehandicapten-zorg met het pakket Cura. De lessen die zij leert op het gebied van efficiënt werken in andere sectoren past zij ook toe in Cura.

Meer informatie: www.unit4.nl/gezondheidszorg

Hans ter Brake,

Unit4

Page 32: Lr ict zorg december 2015 los

www.ict-zorg.eu

3215 december 201515 december 2015

VISIE 2016

InfomedicsInfomedics, de onderneming van Emmens, heeft al jaren een goede naam en sterke positie in de eerstelijns gezondheidszorg. Met haar factoring- en clearing-diensten richt Infomedics zich onder meer op de mondzorg, de paramedische zorg en de medisch-specialistische zorg. Voor meer dan 4.000 klanten (zorgverleners) worden jaarlijks meer dan 10 miljoen facturen verstuurd en wordt voor meer dan 1.1 miljard euro aan debiteuren geïncasseerd. In een strak professioneel proces, ondersteund door een zelf ontwikkeld ICT-platform, verzorgen zo’n 120 mede-werkers op drie locaties het debiteurenbeheer voor zorgverleners en zorginstellingen. “Inmiddels hebben we een enorme ervaring opge-bouwd in het goed declareren, het ontvangen van het geld, het afletteren, het geautomatiseerd verwerken van retourberichten van zorgverzekeraars en het kloppend maken van de debiteurenadministratie”, zegt Emmens. “Onze klanten hebben minder ad-ministratieve lasten door het uitbesteden van hun

debiteurenbeheer, lagere afschrijvingen op debiteuren en een (sterk) verbeterde kasstroom.”

Uitbreiden richting de CareDeze kerncompetenties wil Emmens nu gaan uit-breiden in de care-sector. Door de decentralisatie van

de langdurige zorg en ook de WMO is de complexi-teit van het debiteurenbeheer voor instellingen in de Care enorm toegenomen. “Wij hebben bijvoorbeeld een grote klant, die actief is in ruim 300 gemeenten en daar allerlei soorten van zorg levert, onder meer in de forensische GGZ, met subsidiestromen, et cetera. Zij gaan nu ineens van een situatie met 15 tot 17 debiteuren (de Zorgkantoren) naar een nieuwe situatie met meer dan 300 debiteuren, die allemaal hun eigen wensen, randvoorwaarden en declaratieformats hebben. Zie dan maar eens op tijd je geld binnen te krijgen…”

ColumbusTwee jaar geleden nam Infomedics het bedrijf The Beagle Armada over, een onderneming die sinds jaren actief is met haar Columbus-platform, en die decla-ratiesoftware levert aan zo’n 75 instellingen in de langdurige zorg (voorheen AWBZ) en de WMO. Het jaar 2014 werd door Infomedics gebruikt om de verschillen tussen haar eigen platform en Columbus – beide gebaseerd op Microsoft-technologie - te

analyseren. Tegelijkertijd werd Columbus geschikt gemaakt voor facturering aan gemeenten en aangepast aan de veranderingen in de WMO, Jeugdwet en de GGZ. Op basis van deze analyses en het toepassen van ‘best practices’ werd het platform verder geopti-maliseerd. Zodoende is Infomedics nu klaar om met het Columbus-platform voor geautomatiseerd debiteurenbeheer haar dienstverlening uit te breiden in de Care, daarbij gebruikmakend van de kennis en ervaring en ook de schaalvoordelen van Infomedics zelf. “Eén plus één is drie”, zegt Emmens.“De eerste zorg van instellingen en bestuurders in de afgelopen maanden was: hoe krijg ik contracten met gemeenten, hoe stel ik mijn omzet en de zorg-

inkoop veilig? Heel begrijpelijk, maar nu breekt de volgende fase aan: die van het declareren, zorgen dat het geld ook echt binnenkomt. En dat is een vak apart, zeker door alle wijzigingen, eisen en ver-schillende formats die de gemeenten gebruiken. Daar kunnen wij zorginstellingen goed bij helpen.”Kan Infomedics alle zorginstellingen van dienst zijn, en ze misschien wel redden van de ondergang? Emmens: “We moeten realistisch zijn. Wij zijn geen reddingsboei die in zijn eentje een organisatie kan redden. We kunnen wel zorgen dat het debiteuren-beheer en het incasseren op orde komt. Maar alles staat of valt met een goede registratie. En dat is de verantwoordelijkheid van de zorginstelling zelf. Wij zoeken dus klanten die het registratieproces redelijk op orde hebben, en daarin zie je momenteel binnen de care-sector grote verschillen. ”

‘Best of Breed’Als positief voorbeeld noemt Emmens GGZ-in-stelling Noord-Holland Noord, een klant van Info-

medics. “Zij hebben een duidelijke visie op hun eigen kerncompetenties, op hoe ze de processen willen inrichten, en op wat ze willen uitbesteden. En bij dat uitbesteden hanteren zij een ‘best of breed’-strategie, door niet te kiezen voor slechts één partij die alles verzorgt (‘One Box does it all’) maar voor verschil-lende partijen die ieder op hun eigen terrein – ECD, datawarehousing, declareren – de beste oplossing bieden, waarbij zij zelf de regie houden.”

Er zijn ook zorginstellingen die juist wel voor één aanbieder hebben gekozen als het gaat om ECD, ERP en declareren maar dat brengt volgens Emmens grote risico’s met zich mee. “Je maakt je enorm af-hankelijk van één partij, en als er iets fout gaat, dan weet je nooit waar het precies fout gaat. Door ‘best of breed’ krijg je juist een ‘zelfreinigend’ systeem, waarbij de output van de ene partij gecheckt wordt door de andere.”

Factoring als vorm van financieringInfomedics biedt ook factoring aan. Daarbij koopt zij de vorderingen van de zorginstelling en zorgt dat deze het geld binnen één of twee weken op zijn bankrekening heeft staan, waarna Infomedics voor eigen rekening en risico de incassering van de vorderingen op zich neemt. Op die manier kunnen zorginstellingen hun kasstroom optimaliseren en hun werkkapitaal vergroten. Uiteraard doet Info-medics dit niet zomaar.

“Meestal werken we eerst zes maanden of een jaar samen met de klant aan diens debiteurenbeheer, zodat we een goede indruk krijgen van de kwaliteit. Kiezen we dan samen met de klant voor factoring, dan is vaak ook overleg met de bank nodig, want de debiteuren zijn meestal aan de bank verpand. De bank wil daarom extra zekerheid, bijvoorbeeld door het rekening-courant krediet van de klant wat te verlagen. Maar per saldo wordt de zorginstelling er beter van. En banken werken graag met Info-medics samen.”

‘Schoenmaker blijf bij je leest. Declareren is een vak apart’

Over het belang van cash management in de Care

door: Gerrit-Jan Logt

“Er is veel te weinig aandacht voor cash management bij instellingen in de care-sector”, zegt Dirk Jan Emmens, algemeen directeur van Infomedics in Almere. “Wel begrijpelijk, gezien de ingrijpende veranderingen die zij sinds 1 januari over zich heen hebben gekregen. Maar het is nu echt de hoogste tijd om die kasstromen veilig te stellen. Cash is King. Als je je cash management niet op orde hebt, is je voortbestaan als zorginstelling in gevaar, zo simpel is het. Daarbij is goed declareren echt een vak apart en is het door alle transities ook nog eens veel ingewikkelder geworden…”

“Zorg dat het geld ook echt binnenkomt. Cash is King”

Page 33: Lr ict zorg december 2015 los

www.ict-zorg.eu

3315 december 201515 december 2015

VISIE 2016

Cormel IT Services lanceert compleet

nieuw ERP-platform

Gesprek met John Schrijnemaekers, directeur Cormel IT Services

door: Gerrit-Jan Logt

Drie jaar geleden nam John Schrijnemaekers, oprichter en directeur/grootaandeel-houder van Cormel IT Services in Sittard, een ingrijpende beslissing: hij besloot tot een complete redesign van zijn succesvolle ERP-platform QIC (‘Quality in Care’). Dit betekende dat een team van zo’n twintig developers hiermee gedurende enkele jaren bezig zou zijn. En dat de groei van zijn onderneming even stokte. Maar het was noodzakelijk, oordeelde Schrijnemaekers. In het belang van zijn klanten – zorginstel-lingen in de verzorging, verpleging, thuiszorg, GGZ en GZ. Nu, drie jaar later, is de redesign zo goed als klaar. Begin 2016 gaat Cormel de markt op met een compleet vernieuwd platform. ICT/Zorg sprak met Schrijnemaekers, een bevlogen ondernemer, charismatisch leider en bovenal: een vriendelijk mens.

QIC staat in de markt bekend als een prima ERP-platform voor zorginstellingen. Was het redesign echt nodig?“Ik vond van wel. Onze klanten zijn voornamelijk tweedelijns zorginstellingen in de thuiszorg, verpleeg- en verzorgingstehuizen, GGZ en GZ. Zij hebben de afgelopen jaren zoveel over zich heen gekregen – denk aan het nieuwe financieringsstelsel, de AZR, de transitie richting gemeentes (WMO), de steeds hogere eisen van zorgverzekeraars, en vooral: de enorme bezuinigingen in hun budgetten – dat alleen een uiterst flexibel, state-of-the-art ERP-systeem hen daarin volledig kan ondersteunen. Een systeem dat modulair van opzet is, volledig aan de wensen van de instelling kan worden aangepast, waarbij verschillende functionarissen hun eigen informatie en hun eigen schermen krijgen gepresenteerd en ze nooit vaker dan twee keer hoeven te klikken om te komen waar ze moeten zijn. Een systeem ook waarin de cliënt, dus de patiënt, centraal staat en de regie heeft, waarin alle informatie van die cliënt, inclusief het zorgleefplan, op elk moment beschikbaar is en uniform is gecodeerd, en waaruit zorgmede-werkers, afdelingshoofden én Raad van Bestuur op elk moment de informatie kunnen halen die zij nodig hebben om hun werk goed te kunnen doen en binnen hun mandaat te blijven. Wel, dat systeem hebben wij nu gebouwd!”

Complete oplossing Cormel IT Services biedt zijn klanten een complete ERP-oplossing voor hun eigen zorgproces en admini-stratie, zowel intramuraal als extramuraal. Een op-lossing die de gehele zorgketen ondersteunt, van intake en registratie via zorgleefplan tot en met de logistiek (planning en roosteren van medewerkers). Een oplossing ook waarin de cliënt - bij de klanten van Cormel zijn dat vaak ouderen - centraal staat

en de regie heeft, onder meer via zijn of haar eigen cliëntportaal, waartoe ook familieleden en mantel-zorgers toegang kunnen krijgen.

Uniek planningssysteemAls enige aanbieder in de zorg biedt het systeem van Cormel een volledig geautomatiseerd systeem voor planning en roostering van medewerkers. In de ontwikkeling van de logistieke modules heeft Mateum, sinds 2011 een dochterbedrijf van Cormel, waarin ook de Universiteit Maastricht een minderheids-aandeel heeft, een grote rol gespeeld. “Bij Mateum werken briljante wiskundigen en econometristen”, vertelt Schrijnemaekers. “Zij hebben heel slimme toevoegingen aan ons systeem bedacht. En ze hebben de verdere ontwikkeling van onze software naar een hoger plan getild.”

Wat waren de uitgangspunten voor het redesign?“Allereerst moest het gebruiksvriendelijk zijn, met een aantrekkelijke en direct begrijpelijke interface. Iedere gebruiker, of het nu de cliënt, de zorgmede-werker, het afdelingshoofd, de financieel manager of de voorzitter van de Raad van Bestuur is, moet binnen twee klikken op de plaats komen waar hij of zij moet zijn. De schermen van het systeem passen zich volledig aan de gebruiker aan. De informatie wordt aangeboden, je hoeft er niet meer naar te zoeken. En alles hoeft maar één keer te worden vastgelegd.”

Voorbeeld“Een manager die bijvoorbeeld iedere maandag-ochtend de productiviteit van zijn of haar afdeling van de week daarvoor wil zien, of die de ontwikkeling van decubitus-patiënten op zijn afdeling wil weten, krijgt die informatie wekelijks gepresenteerd.”

Thesaurus“Uniek aan ons systeem is dat wij de volledige thesaurus met SFMPC-codes in onze software hebben geïntegreerd. Dat maakt het werk van de zorgmedewerkers een stuk makkelijker, het voor-komt misverstanden en werkt razendsnel. Is een probleem eenmaal geïdentificeerd, dan komt het systeem uit zichzelf met voorgestelde doelen en acties voor die specifieke aandoening. Dat betekent efficiency en kwaliteit. Bovendien ontstaat zo ook automatisch eenheid van taal en dat is wezenlijk voor de com-municatie over de cliënt.”

Workflow“In ons nieuwe platform kan een zorginstelling zijn werkprocessen volledig borgen in het systeem, zodat er eigenlijk niets meer kan misgaan. Een voorbeeld: als een cliënt een folder aanvraagt, krijgt de afdeling die de folder moet versturen automatisch een taak, en tegelijk wordt er een taak aangemaakt dat de cliënt een week later teruggebeld moet worden. Geeft de cliënt vervolgens aan dat hij zorg wil af-nemen, dan plant het systeem de intake en wordt ook een indicatie aangevraagd.

Iedere stap die de cliënt zet, is op die manier in het systeem geborgd. Ook de verantwoording aan gemeenten en verzekeraars kan geborgd en volle-dig geautomatiseerd worden. En het systeem waarschuwt zodra het mandaat van de verzekeraar of de gemeente overschreden dreigt te worden.”

QIC-Mobile“Zorgmedewerkers krijgen de beschikking over een app op hun smartphone, waarin alle informatie van de cliënt is vastgelegd. Er gaat zodoende nooit meer een zorgmedewerker blanco op pad. Alle medewerkers die met de cliënt werken zijn geïnformeerd, ze

hebben het zorgleefplan bij zich, en medewerkers zien direct wat hun collega heeft gerapporteerd.”

Intensief overleg met de klantDe klanten van Cormel IT Services, tweedelijns zorginstellingen in de ‘care’, bevinden zich in heel Nederland. Het contact met de klanten is intensief. “Wij bouwen niets zonder overleg met onze klanten”, zegt Schrijnemaekers. “En we bouwen ook niets zonder dat er een positieve business case onder ligt. Voordat wij gaan bouwen moet absoluut zeker zijn dat onze klanten er financieel beter van gaan worden. Ook tijdens de bouw is er continu contact, onder meer via zogeheten ‘klantendagen’, waarin klanten onder meer de nieuwste schermontwerpen krijgen voorgelegd - bijvoorbeeld het scherm van het zorgleefplan - en zij daarop hun feedback kunnen geven. Onze bedrijfscultuur is door en door klant-gericht. ‘Respect’ is voor ons een absolute kern-waarde.”

Wat maakt het nieuwe ERP-platform van Cormel uniek?• Flexibiliteit:

maatwerk, alles samen met de klant• State-of-the-art software,

het nieuwste van het nieuwste• Thesaurus

volledig geïntegreerd (SFMPC-codes)• OMAHA-integratie• Workflow-systeem

(management informatie)• Geautomatiseerde planning en roostering• Mobiele app voor zorgmedewerkers• Norea-gecertificeerd

Page 34: Lr ict zorg december 2015 los

www.ict-zorg.eu

3415 december 201515 december 2015

VISIE 2016

De ontwikkelingen in de ICT gaan razendsnel, dat zien we in alle aspecten van ons leven. Hoeke: “De zorg verandert zelf ook en wij hebben dan ook alle capaciteit nodig om te begrijpen hoe de zorg écht werkt, om werkelijk het verschil te kunnen maken. Om die ontwikkelingen te kunnen toepassen, focussen wij ons volledig op zorg, welzijn en veilig-heid.” NetSourcing bestaat uit specialisten, dedicated to zorg. Hoeke vertelt enthousiast verder, het is duidelijk dat de zorgsector hem na aan het hart ligt. “Binnen de zorg focussen we ons op thuiszorg, verzorgings- en verpleeghuizen, jeugdzorg, jeugd-gezondheidszorg, gehandicaptenzorg, kraamzorg, onderdelen van de GGZ, onderdelen van de eerste-lijnszorg voor huisartsen, en zaken die te maken hebben met de revalidatiecentra en de algemene ziekenhuizen. Aan al deze facetten binnen de zorg verlenen wij onze diensten, en die concentreren zich rondom twee thema’s: de gebruiker van ICT, wie dat ook is, en de locatie waar de gebruiker werkt. Zo simpel is het in feite, maar tegelijk dus ook zo complex, want makkelijke vragen hebben in de praktijk nogal wat voeten in de aarde. Wij realiseren ons terdege hoe belangrijk de informatie-

voorziening voor onze klanten is. De impact is enorm als bijvoorbeeld een applicatie voor de jeugdgezondheidszorg, waarop consultatiebureaus draaien, niet werkt. Als je beseft hoeveel mensen op allerlei locaties in het land dan niet hun werk kunnen doen, en hoeveel artsen, verpleegkundigen, moeders en vaders met kinderen dan zitten te wachten. Dat hebben wij goed tussen onze oren.”

Toegevoegde-waarde-perspectiefIn 2016 wordt de zorgsector opnieuw geconfronteerd met aanzienlijke bezuinigingen die de hele zorg-markt dwingen om nog nadrukkelijker na te denken hoe met ICT om te gaan. Hoeke: “Vaak zien wij dat er wordt geredeneerd vanuit een kostenperspectief. Als je sec op die manier kijkt, dan geeft de doorsnee zorginstelling een beperkt stuk van het totale budget uit aan ICT. Door slechts het beperkte ict-budget verder te optimaliseren, wordt het verschil voor de organisatie als totaal niet gemaakt. Dat is vrijwel verwaarloosbaar. Door niet vanuit een strikt ict-kostenperspectief te kijken hoe je alleen je ICT efficiënter kunt regelen, maar je te focussen op de toegevoegde waarde die ICT kan bieden voor de totale organisatie, kunnen veel grotere voordelen voor de organisatie worden behaald. Denk hierbij aan het koppelen van systemen, het ondersteunen van de workflow van bedrijfsprocessen, en het naadloos uitwisselen van informatie met andere organisaties: dat zijn belangrijke onderwerpen om écht te profiteren van de voordelen die ICT kan bieden. Dan voorkom je dubbel werk en lopen processen veel beter. Als je op basis van het HR-

systeem weet wanneer iemand in dienst komt, in welke functie en welk team of welke afdeling, dan kun je toch direct zorgen dat alle noodzakelijke ict-middelen zijn geregeld? Waarom dan nog weer zaken dubbel doorgeven of handmatig regelen? Hetzelfde geldt voor cliënten die in zorg komen. Als je weet welke zorg iemand nodig heeft en je weet waar iemand woont, kun je veel zaken auto-

matisch regelen en kun je ook direct zorgen dat er een communicatieportaal is voor zowel professionals als mantelzorgers. Dit zijn pas écht besparingen waarmee de zorg iets opschiet. Dus terugkomend op de focus op ict-kosten, is het veel waardevoller om te kijken naar wat je écht kunt optimaliseren dóór de inzet van ICT. Dat is veel en veel belang-rijker. Daar zit de werkelijke winst.”

“ICT wordt steeds meer georganiseerd rondom mensen

van vlees en bloed”

Alles draait om de mensWat betekent een en ander voor de toekomst? Hoeke: “Vaste werkplekken veranderen en worden mobiele devices, applicaties worden anders gebruikt, en samenwerking is de sleutel geworden in de infor-

matievoorziening. Of dit nu is binnen de organisatie, de samenwerking met ketenpartners of participatie van cliënten, we zien dat verkokering wordt aan-gepakt en communicatie steeds meer via portalen verloopt.” Hoeke vertelt vervolgens dat de razend-snelle ontwikkeling van het internet of things en de juiste interpretatie van de grote hoeveelheden informatie van grote invloed zullen zijn op de zorg. “Juist op deze punten zal ICT een grote meerwaarde kunnen hebben om de zorg écht te verbeteren. Het kan ervoor zorgen dat alle betrokkenen veilig en altijd op het juiste moment op het door hun gekozen device kunnen beschikken over de juiste informatie om hun werk te doen.” Dit is de rol die Hoeke ook ziet voor NetSourcing in de komende jaren. “De integratie van alle applicaties, informatie op de verschillende devices en de juiste ondersteuning van de gebruikers is een steeds complexer spelletje. Zeker als dit ook moet voldoen aan alle wet- en regelgeving omtrent beveiliging van privacy-gevoelige gegevens, zal het in toenemende mate het werk zijn voor specialisten. Helemaal nu de partici-patie van cliënten c.q. patiënten en eventuele mantel-zorgers steeds groter wordt, wordt ICT steeds meer georganiseerd rondom een mens van vlees en bloed, en niet zoals vroeger vanuit en rond een organisatie. Dit verandert steeds sneller en vraagt ook om andere ICT en andere ondersteuning. Al zijn dit vanuit technisch perspectief grotendeels dezelfde ict-diensten, de wijze waarop het onder-steund wordt is wezenlijk anders.”

ICT voor de zorg draait om mensenHoe technologie de zorg helpt om zich te kunnen focussen op zorg

“Focus op de toegevoegde waarde die ICT kan bieden”

door: Jeroen Berkhout

We zijn te gast bij Yvo Hoeke, grondlegger en directeur van ICT full-serviceprovider NetSourcing, opgericht in 2001 en inmiddels 75 mannen en vrouwen sterk. Gevraagd naar zijn visie voor 2016 op het gebied van ICT binnen de zorg toont hij zich voor alles bescheiden. “Wij zijn geen visionairs in de zin van toekomstvoorspellers. We denken natuurlijk wel vanuit een telkens veranderend heden constant met onze klanten mee richting de toekomst. Maar in een zorgmarkt die zo sterk in beweging is, steken we vooral hier en nu onze handen uit de mouwen. Dag in dag uit verzetten we een bulk werk zodat die duizenden zorgprofessionals gewoon hun werk kunnen blijven doen en kunnen vertrouwen op de ICT.”

Page 35: Lr ict zorg december 2015 los

www.ict-zorg.eu

3515 december 201515 december 2015

VISIE 2016

Het zijn vragen die voor veel ziekenhuizen letterlijk van levensbelang zijn. De sector staat onder zware druk en verdergaan op de bekende weg is niet langer een optie die toekomst biedt. Daarvoor zijn de spelregels binnen de zorg te zeer veranderd. “Als je niet in staat bent om succesvol in te spelen op de verzake-lijking van de zorg, loop je als ziekenhuis grote financiële risico’s”, stelt Cok de Groot, CIO van Performation te Bilthoven. “Denk daarbij aan kortingen op tarieven, boetes op registraties, verlies van zorgpakketten, et cetera.”

PerformationOm dit soort risico’s het hoofd te kunnen bieden, is het allereerst noodzakelijk om inzicht te krijgen in je bedrijfsprocessen. Terdege inzicht, gebaseerd op feiten en dus op de grote hoeveelheid data die dagelijks in elk ziekenhuis wordt gegenereerd. En daarmee betreden we het werkterrein van Perfor-mation. Dat richt zich namelijk primair op het ontsluiten én interpreteren van ziekenhuisdata. Een groot deel van de Nederlandse ziekenhuizen maakt gebruik van de diensten van Performation, wat als voordeel heeft dat het bedrijf kan beschikken over zeer waardevolle en complete benchmark-informatie.

Sectorbrede benchmarkinformatie“Dankzij die sectorbrede benchmarkinformatie kunnen we onze klanten inzichten bieden die niet binnen de muren van het eigen ziekenhuis te vinden zijn”, vertelt De Groot. “Je kunt immers pas werkelijk je waarde en positie in de markt bepalen wanneer je over het juiste referentiemateriaal beschikt. Zie-kenhuizen kunnen met onze tools hun eigen data vergelijken met gemiddelden uit de gehele markt en zodoende achterhalen op welke gebieden ze goed scoren of juist niet. Vervolgens kunnen ze op basis daarvan gerichte efficiencyslagen gaan maken.”

De vinger op de zere plekDe inzichten die Performation biedt, zijn erg gedetailleerd. Klanten kunnen tot op onderdelen van een behandeling zien hoe het eigen ziekenhuis scoort ten opzichte van de sectorbrede benchmark. De Groot: “Zodoende kunnen ziekenhuizen heel nauwkeurig de vinger op de zere plek leggen. Tot op het niveau van operatiekamer, kliniek, of materialen aan toe. Door vervolgens op de juiste onderdelen bij te sturen, kan het zelfs gebeuren dat een ogen-schijnlijk verliesgevend zorgproduct tóch winstgevend wordt gemaakt en gehandhaafd kan worden binnen de productmix.”

Onderhandelen met zorgverzekeraarsKortom, Performation biedt ziekenhuizen de mo-gelijkheid om zowel in de breedte als in de diepte hun bedrijfsvoering door te lichten en waar nodig bij te sturen. Dat is niet alleen heilzaam voor de eigen organisatie, maar komt ook van pas tijdens de onderhandelingen met zorgverzekeraars. “Een goed voorbeeld daarvan is de behandelmix”, licht De Groot toe. “Verzekeraars kunnen de efficiencyslag die is doorgevoerd vaak niet goed beoordelen, maar de behandelmix wel. Die vergelijken ze met andere ziekenhuizen en wanneer jouw mix van het ge-middelde afwijkt, zal dat zeker ter sprake komen. Dankzij onze oplossingen hebben ziekenhuizen echter dezelfde informatie als de zorgverzekeraars, waardoor ze beter voorbereid de onderhandelingen in kunnen gaan.”

Geïntegreerde aanpakSamen met de ziekenhuizen zet Performation steeds meer in op ‘de geïntegreerde aanpak’. Dat wil zeggen dat werkelijk alle beschikbare data - van de fte-verdeling binnen afdelingen tot het totaalplaatje aan geldstromen - door het bedrijf worden verzameld, gebundeld en geanalyseerd, om uiteindelijk laag-

drempelig interpreteerbaar weer bij het ziekenhuis terug te komen. Het product dat Performation hiervoor inzet, draagt de naam Dimenzion. “Zo’n geïntegreerde aanpak is noodzakelijk”, meent De Groot. “Zo weet je immers zeker dat je ziekenhuis-breed dezelfde definities en parameters hanteert en voorkom je in de uiteindelijke analyse een ver-gelijking van appels met peren. Bovendien is het de enige manier om tot een werkelijk betrouwbaar totaaloverzicht te komen waarop een ziekenhuis zijn beleid kan baseren.”

Geen zwarte doosDimenzion is overigens geen zwarte doos waarin van alles gebeurt zonder dat ziekenhuizen daarop ook maar enig zicht hebben. Integendeel. De Groot: “De insteek van Performation is te allen tijde transparant. We communiceren duidelijk naar de klant wat we precies doen met hun data, waardoor ze zelf greep houden op het proces. Daarnaast organiseren we regelmatig gebruikersbijeenkomsten, waarin de functionaliteit van onze tools aan bod komt en we klanten actief om feedback vragen. Tot slot leiden we ziekenhuismedewerkers op om zelf met Dimenzion aan de slag te kunnen gaan. We maken bestaande BI-afdelingen dus niet overbodig, maar bieden juist aanvullende inzichten en werken intensief met hen samen.”

SamenwerkingSamenwerking is volgens De Groot sowieso dé manier om het hoofd te bieden aan de verzakelijk van de zorg. Samenwerking tussen ziekenhuizen onderling, maar zeker ook intern, binnen het eigen ziekenhuis. “Pas wanneer het medisch personeel en de directie dezelfde doelen nastreven, komt de kracht van onze tools volledig tot zijn recht”, stelt De Groot. “Gelukkig is dat steeds vaker het geval. In grofweg de helft van de ziekenhuizen werken artsen en directie

goed samen, waardoor er een gezonde cultuur ontstaat waarin kwalitatief prima zorg wordt geleverd tegen een redelijke prijs. Binnen deze ziekenhuizen hoeft de toenemende marktwerking in de zorg zeker geen breekpunt te worden.”

ToekomstTot slot: welke uitdagingen ziet Performation in de markt en hoe denkt het bedrijf daarop te gaan in-spelen? De Groot: “Doelmatigheid in de zorg wordt op dit moment meestal nog projectmatig aangepakt, met een frequentie van eens per twee à drie jaar. Maar in de huidige, veranderlijke zorgsector is dat eigenlijk onwerkbaar. Met Dimenzion kunnen we die frequentie verhogen naar eens per kwartaal, en op termijn zelfs naar eens per maand, waardoor de effecten van beleidswijzigingen veel beter te managen zijn.” Daarnaast valt er volgens De Groot veel winst te boeken in de tijd die een gemiddeld ziekenhuis besteedt aan het verzamelen van data (wat de be-trokkenen nu zo’n tachtig procent van hun tijd kost) en het benutten van data (zo’n twintig procent van de tijd): “Onze ambitie is om die verhouding om-gedraaid te krijgen. Dat is een hele uitdaging, maar ik zie eigenlijk geen reden waarom we die ambitie in de komende jaren niet zouden kunnen verwezen-lijken.”

Meer weten? Kom op 14 januari 2016 naar het Performation event – Samen verder www.performation.nl/event2016

door: Henk Jansen

Dalende uitgavenplafonds, zorgverzekeraars die tegen steeds scherpere prijzen zorg willen inkopen, een krimpende instroom van patiënten. Dat is de realiteit waarmee ziekenhuizen anno 2015 te maken hebben. Maar hoe ga je daarmee om? Hoe maak je als ziekenhuis de broodnodige efficiencyslag? Hoe zorg je ervoor dat je goed voor-bereid de onderhandelingen met zorgverzekeraars ingaat?

Hoe overleef je als ziekenhuis

de marktwerking in de zorg?

Page 36: Lr ict zorg december 2015 los

www.ict-zorg.eu

3615 december 201515 december 2015

VISIE 2016

JongensboekHet verhaal van InTouch is een bijzonder verhaal en loopt parallel met de professionele ontwikkeling van Rager Ossel, de visionaire en charismatische oprichter. Het leest als een spannend jongensboek, met hoogst interessante avonturen en ontwikkelingen, gedenkwaardige mijlpalen, grote successen, en ook: een ijzersterke rode draad. Die rode draad loopt van de jaren 70 en 80, waarin Ossel nauw samen-werkte met Steve Wozniak en Steve Jobs van Apple, de jaren 80 waarin hij winnende software-oplos-singen bedacht voor de ruimtevaart (ESTEC), de Walrus-onderzeeër en de offshore, via de jaren 90 met de opkomst van internet tot aan de dag van vandaag, met hybride cloud-oplossingen voor zijn klanten. Steeds liep Rager Ossel met zijn cutting-edge oplossingen voorop, zoals InTouch ook vandaag vooroploopt.

Een andere manier van kijkenDie rode draad is een radicaal andere manier van kijken naar de wereld, de maatschappij en dus ook naar klanten en hun problemen. Die manier is integratief en gaat niet uit van ict-problemen en

ict-systemen, maar van de mensen die in een orga-nisatie hun werk moeten doen en hun cliënten (het primaire proces), in een sterk veranderende en onvoorspelbare omgeving. Lateraal, intuïtief, creatief, adaptief. Het werkt via een andere manier van programmeren, een andere projectaanpak. En het resulteert in slimme oplossingen, een effectiever en efficiënter primair proces, grotere cliënt- en mede-werkerstevredenheid, tegen spectaculair lagere kosten.

Mens en omgevingRager Ossel: “Voor mij is altijd de samenhang tussen geest en materie, tussen mens en omgeving, leidend

geweest. Ik wil mensen helpen om beter te functio-neren en beter hun werk te doen. Dat begon al toen een leraar mij op school uitlegde dat elektronen de hersenen sturen en daarmee de brug vormen tussen lichaam en geest. Fascinerend vond ik dat.” Ossel begon met het bouwen van elektronica. Niet star, maar kijkend naar de behoeften van mensen: con-figureerbaar en flexibel, beslissingen werden niet vooraf gemaakt, maar pas op het moment van de fijnafstemming met de klant.

Duikboot, ruimtevaart, offshoreDe tijd schreed voort, elektronica werd opgevolgd door software en steeds bleef Rager Ossel op deze integratieve, adaptieve basis werken en program meren. Het leidde ertoe dat hij voor de Walrus-onderzeeër en het ESTEC-ruimtestation software-oplossingen ontwikkelde waartoe grote, toonaangevende ingenieursbureaus niet in staat waren, juist doordat zij niet integratief en adaptief dachten, maar vanuit Defined Systems opereerden. En de werkelijkheid is nu eenmaal geen defined system, maar een dynamisch en onvoorspelbaar samenspel van krachten.

‘In touch’ met mensen en processen“De techniek, de subsystemen, zijn het probleem niet”, zegt Rager Ossel. “Waar het om gaat, is de afstemming van de techniek op oplossingen, op het primaire proces, op de toepassingen, de inter-actie met de mensen en de snelle en onverwachte veranderingen in de omgeving, de maatschappij.

De technologie moet afgestemd zijn op, en altijd in direct contact staan met, de mensen en de proces-sen. Vandaar onze naam: InTouch. En als je goed kijkt, dan kun je voorspellen waar zich de veran-deringen zullen voordoen.”

Gouden DriehoekInTouch is een relatief kleine organisatie. Volgens Ossel ligt de kracht van InTouch in de samenwerking met haar partners, variërend van een vakbekwaam engineer tot een van haar vendors. InTouch is business partner van onder meer Cisco, Meraki, VMWare, Nutanix, Simplivity en KPN. De kennis van de markt en het primaire proces komen altijd van de klant, de opdrachtgever. Werkend vanuit deze Gouden Driehoek – klant, subcontractor, InTouch - is InTouch in staat om altijd de beste integrale oplossing voor de klant te ontwerpen en vooral te onderhouden. In het hele spectrum van ICT - dat begint bij het aansluiten van de datalijnen, en het met elkaar verbinden van de ict-compo-nenten - speelt de sociale beweeglijkheid steeds meer een rol tussen mensen en de dingen in hun omgeving.

Persoonlijk contact Volgens Ossel is het contact met de klanten intensief, vakkundig en eigenlijk altijd vriendelijk van beide kanten: “Onze klanten zullen, ook in het geval van storingen waarbij we on-site moeten gaan totdat de

klus geklaard is, niet verrast worden door plotse-linge facturen, voorrijkosten of uren op basis van nacalculatie. Conceptueel en technisch gezien doen wij bij InTouch hetzelfde als grote corporate ict-dienstverleners, maar doordat we klein zijn kunnen we veel beter schakelen, werken we snel en direct, en altijd op persoonlijke basis. InTouch berekent een vaste maandelijkse fee, berekent nooit op basis van gewerkte uren, en houdt de service-fee gelijk in wijzigende omstandigheden.”

Trends in de Zorg“De wereld van de zorg is niet alleen complex, maar momenteel ook zeer dynamisch. De rol van de cliënt wordt steeds centraler, betrokkenheid van familie en mantelzorgers neemt toe, medische zorg wordt gedecentraliseerd en mobiel gemaakt, de grenzen tussen intra- en extramuraal vervagen, de technologische mogelijkheden nemen toe. Daarbij oefenen overheid, zorgverzekeraars, maar ook consumenten, druk uit op zorginstellingen en zorgverleners om te veranderen.Waar andere sectoren al enkele jaren vooruitlopen, heeft de zorg door de jaren heen veel ingeleverd aan flexibiliteit van applicaties en systemen, mede door bezuinigingen en wet- en regelgeving, waarbij veel samenwerkingsverbanden van toeleveranciers het in de ICT onnodig ingewikkeld hebben gemaakt”, stelt Rager Ossel.In dit dynamische krachtenveld – dat mobiel, interactief, fluïde en onvoorspelbaar is – voelt InTouch zich als een vis in het water. Via onder meer slimme cloud-oplossingen kan het primaire proces veel beter georganiseerd worden en kunnen de vaste ict-kosten sterk omlaag. De illustratie bij dit verhaal is geen ideaalplaatje, maar de reële winst die InTouch voor diverse klanten al heeft gerealiseerd. Bent u de volgende?

In touch met mensen en processen

“De nieuwe wereld is mobiel, interactief, direct en fluïde”

De revolutionaire aanpak van InTouchdoor: Gerrit-Jan Logt

De toenmalige it-manager bij zorgor-ganisatie Vilente kampte enkele jaren geleden met een extreme vertraging in het bedrijfsnetwerk. Op aanraden van een netwerk leverancier wendde zij zich tot InTouch in Amsterdam. Effect: de vertraging was binnen no time verholpen. Dat bleek slechts het begin van een traject, waarin de zorgkennis en doel-stellingen van Vilente werden gecom-bineerd met de revolutionaire aanpak van InTouch, resulterend in een sterk verbeterde ict-performance en -beheers-baarheid, minder reizen tussen locaties, consolidatie van meerdere leveranciers, de mogelijkheid van aansluiting van applicaties van derden in een door In-Touch ingericht platform, en – last but not least – enorme kostenbesparingen.

Het verhaal van InTouch leest als een spannend jongensboek

Page 37: Lr ict zorg december 2015 los

www.ict-zorg.eu

3715 december 201515 december 2015

VISIE 2016

In de gezondheidszorg is een grote hoeveelheid data beschikbaar. Er is veel tijd en geld geïnvesteerd in het ontwikkelen van het elektronisch patiëntendossier, dat de zogeheten gestructureerde data samenbrengt. De volgende ontwikkeling staat echter al voor de deur: het verzamelen en slim inzetten van onge-structureerde data. Denk hierbij aan afbeeldingen, maar ook aan sociaal-economische gegevens en data uit wearables en het Internet of Things (IoT). Dat al deze informatie beschikbaar is, wil niet zeggen dat het ook gebruikt wordt. Er zijn bijvoorbeeld nog maar weinig artsen die vragen naar gegevens uit een FitBit of een iWatch.

Daarnaast blijkt het combineren van bestaande en nieuwe databronnen voor veel zorginstellingen een technologische uitdaging. Uit onderzoek van Premier, een verbond van zorgverleners in de Verenigde Staten, blijkt dat 95 procent van de ondervraagde instellingen interoperabiliteit, oftewel het commu-niceren van databronnen, als een probleem ervaart. Het Salesforce-platform biedt volgens Taal uitkomst.

“Het Salesforce-platform is ontworpen om ver-schillende databronnen samen te brengen, dat doen we in allerlei sectoren. Of het nu een ERP-oplossing is in de maakindustrie of een software-oplossing in de zorg, overal hebben we te maken met legacy-systemen. Via een API maken we connectie met deze data en zorgen we dat het wordt geïntegreerd in ons platform. Het resultaat is een 360-graden beeld van de klant, en in het geval van de Salesforce Health Cloud de patiënt.”

Continue datastroomHet verzamelen, combineren en analyseren van data met de Salesforce Health Cloud zorgt volgens Taal voor een grote verandering in de gezond-

heidszorg. “Nu gaat een arts uit van een serie data-punten. Neem het controleren van de hartslag of het meten van de bloeddruk op een bepaald mo-ment. Door verschillende databronnen te verbin-den, kan een arts een continue stroom aan infor-matie over een langere periode analyseren. Zo kan hij zien of de hartslag pas een paar dagen aan de hoge kant is, of dat het probleem al langere tijd speelt. Dit levert een completer beeld op van de patiënt en zijn gezondheid. Bovendien wordt de monitoring van een ziekte gemakkelijker en kan de zorgverlener proactief hulp bieden. Nu het aantal chronische aandoeningen toeneemt en de budgetten in de zorg onder druk staan, is het belangrijk om naar inno-vatieve oplossingen te zoeken.”

Patiënt is cliëntNaast de veranderingen voor de arts, is het volgens Taal vooral belangrijk om naar de wensen van de ‘digitale patiënt’ te kijken. “We zijn tegenwoordig zo gewend om alles via onze digitale apparatuur te regelen, dat het haast gek is om een zo belangrijk

thema als ‘gezondheid’ op een ouderwetse manier te benaderen. Bovendien zijn patiënten kritisch, niet alleen op de service die zij bij een aankoop ontvangen, maar ook op de dienstverlening van een zorginstelling. Als het ze niet zint, kiezen ze snel voor een andere aanbieder. De komende jaren zullen we dan ook een omslag zien in de relaties die de verschillende partijen in de zorg onderhou-den met de belangrijkste stakeholder. De patiënt verandert van een lijdend voorwerp in een actieve deelnemer aan het proces. Hij wordt een cliënt. Het klant-denken zal meer en meer postvatten. Om aantrekkelijk te blijven, zetten zorginstellingen in op oplossingen om de relatie met de klant optimaal te houden. Een eerste stap hierbij is de klant inzicht

te geven in zijn eigen informatie en een tweede om de juiste content en communicatie aan te bieden. En dat is waar de Salesforce Health Cloud het perfecte instrument voor is. De nadruk ligt daarbij ook op ‘health’, gezondheid en het managen daarvan, meer dan het genezen van iemand die al ziek is. Voorkomen is beter dan genezen. Doordat er al zoveel contact is en informatie uitgewisseld wordt voordat iemand ziek wordt, is het ook beter te spreken van cliënten in plaats van patiënten.”

HuiskamerSalesforce Health Cloud is ontwikkeld in samen-werking met partners als het Centura Health in Colorado, University of California in San Francisco en het Radboud UMC in Nijmegen. En Philips heeft op basis van de Salesforce-technologie het HealthSuite digital platform ontwikkeld. Taal: “Zorgverlening zal zich in de toekomst steeds minder binnen de muren van een zorginstelling afspelen en veel meer in de huiskamer of het kantoor van de individuele patiënt. Salesforce helpt met het verzamelen en

analyseren van patiëntdata, ook als die niet in het ziekenhuis wordt verzameld. Daarna zorgen we dat zowel de zorgverleners als de patiënt toegang hebben tot deze data. Dat zorgt enerzijds voor continuïteit en verbetering van de zorg en anderzijds voor meer zelfbeheer voor de patiënt.”

Diabetes-app Een mooi praktijkvoorbeeld van een oplossing op het HealthSuite digital platform is dienstverlening voor diabetici. Deze online community en patiënten-applicatie werden afgelopen september officieel gelanceerd op Dreamforce, de jaarlijkse conferentie van Salesforce in San Francisco. Taal is trots op deze Nederlandse voorloper op het gebied van ‘connected care’. “Met de diabetes-app kunnen patiënten belangrijke medische informatie invoeren en bewaken, zoals bloedsuikerniveau, insulinegebruik en voedingsgegevens. De patiënt voert deze gegevens zelf in. Voor coaching en ondersteuning is er direct contact met een van de zorgprofessionals via een online community mogelijk. Ga je bijvoorbeeld op vakantie en duurt de vlucht een uur of zes, dan kun je vragen hoe je dit het beste kunt aanpakken.”

Betere beslissingen De diabetes-app is volgens Taal veel meer dan een gegevensbestand. “Met de applicatie geef je diabetici de kans om beter met hun ziekte om te gaan. Ze moeten dagelijks een veelvoud aan beslissingen nemen, die van invloed zijn op hun gezondheid. Met de app kunnen ze deze beslissingen nemen op basis van gecombineerde data en advies van hun zorgverleners. Ook is de kans dat er in de toekomst sprake zal zijn van een andere, aanverwante chronische aandoening kleiner. Als je bedenkt dat er wereldwijd zo’n 400 miljoen mensen zijn met een vorm van diabetes, dan kun je je wel voorstellen dat er bij-zonder veel aan zorguitgaven wordt besteed. Door de patiënt centraal te stellen en slim om te gaan met de data, maak je het de patiënt en arts gemakkelijker en zorg je bovendien voor een besparing. Het lijkt mij een mooie uitdaging om dit ook in andere sectoren van de zorg verder uit te bouwen.”

Digitale Transformatie Zorg: patiënt wordt cliënt

Vrijwel alle grote technologiebedrijven experimenteren met een platform dat allerlei patiëntdata kan verzamelen en interpreteren. En ook veel zorginstel-lingen zijn bezig met een digitale transformatie van hun informatievoor-ziening en communicatie. Volgens Renzo Taal, VP Northern Europe bij Salesforce, zijn er twee dingen cruciaal bij het welslagen van al deze initiatieven: “Ga verder dan een gegevensbestand en zorg dat de patiënt centraal staat”.

“Het resultaat is een 360-graden beeld van de patiënt”

Page 38: Lr ict zorg december 2015 los

www.ict-zorg.eu

3815 december 201515 december 2015

VISIE 2016

Innovatieve software, ontwikkeld door zorgprofessional

“Sinds 2002 ben ik actief als zorgondernemer”, vertelt Marcel Collombon. “Opgeleid als fysiotherapeut was ik erg somatisch getraind, maar al snel werd mij duidelijk dat je moet kijken naar de hele mens. Niet alleen het fysieke, en niet alleen het psychologische, maar ook de sociaal-maatschappelijke component, zoals werk, gezinsleven, vrienden en familie, is van wezenlijk belang in het zorgproces.” Deze ‘holistische’ visie vertaalde zich voor Collombon in het ontwikkelen en aanbieden van multidiscipli-naire zorg, variërend van eerstelijns fysiotherapie, psychologie, ergonomie, maatschappelijk werk en orthopedie tot tweedelijns GGZ-zorg, verslavings-zorg en ook revalidatiegeneeskunde.

Eigen softwarepakket“Op dat moment liep ik er tegenaan dat er geen softwarepakket voorhanden was dat al deze vormen van zorg integraal en eenvoudig voor zowel zorg-verlener als patiënt kon ondersteunen. Ik werkte in de eerste en tweede lijn in verschillende disci-plines en er was geen enkel geschikt softwarepakket voor mij beschikbaar. Dus heb ik besloten om het maar zelf te ontwikkelen.”“Het probleem met softwareontwikkelaars is dat ze erg rigide denken, vanuit een kokervisie. Dan maken ze een EPD dat bijvoorbeeld uitsluitend werkt voor GGZ-instellingen. Maar zodra je multidisci-plinair gaat werken, blijkt er geen aansluiting te zijn, is er sprake van dubbele systemen, moeten er data opnieuw ingeklopt worden, et cetera. Dat was in 2010 zo, maar eigenlijk is dat nog altijd de situatie.”

Collombon ontwikkelde Asterisque in eerste in-stantie voor zijn eigen zorginstelling, zonder het vooropgezette doel om het commercieel op de markt te brengen. Pas toen andere zorgondernemers en instellingen zich enthousiast toonden over de compleetheid, de eenvoud en het integrale karakter van zijn pakket, besloot hij het als product op de markt te brengen.

Volwassen bedrijfInmiddels is Asterisque een volwassen software-bedrijf, waar zo’n tien developers fulltime bezig zijn het pakket te vervolmaken en aan te sluiten op de zorgprocessen van de snel groeiende groep klanten. De klanten komen uit het hele land en omvatten allerlei kleinere en middelgrote instellingen en klinieken, en ZBC’s. Asterisque is momenteel ook in gesprek met grote GGZ-instellingen.Eigenlijk biedt Asterisque zorginstellingen een compleet en integraal ERP-pakket voor hun hele zorgproces, van intake en registratie, via planning en logistiek tot en met declareren, inclusief BI. Alleen de boekhouding blijft erbuiten, maar deze kan via een eenvoudige en veilige verbinding gekoppeld worden. “Het unieke aan ons EPD is dat het door het bundelen van kennis uit verschillende medische en paramedische disciplines meerwaarde creëert”, zegt Marcel Collombon. “Het faciliteert de hele zorgketen. Daarbij staat de patiënt centraal, en ge-ven we de patiënt ook de tools om zijn informatie te kunnen sturen en daarheen te brengen waar dat nodig is. Qua prijs zitten we in het laag- tot mid-densegment, en qua functionaliteit behoren we tot de top, dat durf ik echt wel te stellen.”

PGD, het cliëntportaalEen unieke extensie van het EPD van Asterisque is het zogeheten PGD, het Persoonlijk Gezondheids Dossier. Eigenlijk is het een cliëntportaal, waarin de cliënt (patiënt) inzicht krijgt in zijn eigen vorde-ringen en het verloop van zijn behandeling. Met het Asterisque PGD beschikt de patiënt over zijn eigen gezondheidsdossier, van waaruit hij zijn persoonlijke en medische informatie beschikbaar kan stellen voor de behandelaar. Met een PC of mobiel apparaat kan hij via een beveiligde inlogprocedure op ieder moment zijn eigen gegevens oproepen en waar nodig bijwerken. Ook kan hij zelf afspraken maken met de behan-delaar en vooraf vragenlijsten invullen. Tijdens de behandeling ziet de patiënt wat de voortgang is van zijn genezingsproces. Eventuele huiswerk-oefeningen krijgt hij automatisch toegewezen en

hij kan zijn bevindingen bijhouden in zijn dossier. Als er dan nog vragen zijn, kan hij via de chatfunctie of een videoconference live communiceren met zijn behandelaar. “Ik vermoed dat wij binnen tien jaar niets anders meer zullen doen dan langs digitale weg met zorgverleners communiceren”, stelt Collombon. “De zorg zoals wij die nu kennen, gaat totaal veranderen en wordt digitaal, honderd procent zeker.” Nu al zijn er tal van apps die bloedbeeld, bloeddruk, maar ook geestes-gesteldheid meten. “Dit gaat een grote invloed hebben op zowel therapie als diagnostiek. Keiharde meetresultaten, gecombineerd met Big Data, gaan de gezondheidszorg ingrijpend veranderen. In bij-voorbeeld de verslavingszorg zal het, denk ik, op die manier mogelijk worden om bij patiënten te voor-spellen wanneer ze gaan terugvallen.”Terug naar de realiteit van vandaag en morgen. Wat zijn Collombon’s strategische speerpunten voor 2016? “Twee dingen. Ten eerste het verder faciliteren van de ketenzorg vanuit ons PGD, voor zowel

patiënten als zorgverleners, en het verder vereen-voudigen daarvan. En daarnaast het via ons pakket geven van meer inzicht in de effectiviteit van het zorgproces. Ook daarbij weer: aan zowel zorg-instellingen als patiënten. Onze software geeft zorgmanagers informatie over waar zij in hun zorgproces nog efficiencywinst kunnen behalen. En patiënten krijgen inzicht in hun eigen vorde-ringen, vergeleken met het gemiddelde.”

Het gesprek gaat verder, over ‘evidence-based’ werken. “Alles moet tegenwoordig ‘evidence-based’ zijn. Maar Liefde, is dat evidence-based? En Geluk, kun je dat meten en in waardes uitdrukken? Het belang-rijkste in het leven is niet evidence-based. Je goed voelen, de feeling van een mens, daar draait het om. Iemand komt binnen met een bepaalde klacht, wordt geholpen, is tevreden, vertrekt en doet ver-volgens minder tot geen zorgconsumptie meer. Operatie geslaagd, zeg ik dan. Ook al is zijn voet er af, operatie geslaagd!”

door: Gerrit-Jan Logt

Marcel Collombon (41), van huis uit fysiotherapeut, is een gedreven, zelfs idealistische zorgondernemer. “Mijn drive is om meerwaarde te bieden aan mensen in de maatschappij, en dan vooral aan de zieken, de minderheden, de mensen die zichzelf niet kunnen vertegen-woordigen. Om die mensen in beweging te krijgen, hen vooruit te helpen en te zien groeien, daarvoor kom ik ’s ochtend mijn bed uit.” Via zijn zorg instelling MiCare biedt Collombon multidisciplinaire revalidatiezorg aan. Zijn innovatieve softwarepakket Asterisque ontwikkelde hij in 2010 zelf, voor zijn eigen zorginstelling, omdat bestaande pakketten niet de multidisciplinaire zorg konden ondersteunen die hij zijn patiënten levert. Inmiddels is Asterique omarmd door tal van zorginstellingen en is het pakket een groot succes. In gesprek met een bevlogen zorgprofessional.

Marcel Collombon, algemeen directeur van Asterisque

Page 39: Lr ict zorg december 2015 los

www.ict-zorg.eu

3915 december 201515 december 2015

VISIE 2016

Dalosy levert mobiele oplossingen voor de zorg

Zorg wordt efficiënter door mobiel werkendoor: Marijke Dekker

Nu het aantal mobiele devices in de zorg in hoog tempo toeneemt, wordt het beheer ervan vaak complexer en veeleisender. Zeker als het gaat om tablets en smartphones met verschillende operating systems en apps. Dalosy levert oplossingen waarmee mobiel werken in de zorg en het beheer daarvan aanmerkelijk eenvoudiger, efficiënter en veiliger worden.

John van der Wulp, accountmanager bij Dalosy, verwacht dat de gezondheidszorg in 2016 in het teken zal staan van het beheer van mobiele devices binnen draadloze netwerken. Dalosy is van oudsher vooral bekend van haar barcodescanners, label-printers en polsbandprinters. Het bedrijf – met name actief in het optimaliseren van processen in retail en logistiek – heeft ook complete oplossingen voor de gezondheidszorg in huis. Efficiëntie, con-tinuïteit en foutloos werken zijn immers ook voor zorginstellingen van belang. Van der Wulp: “Zorg-instellingen doen er goed aan hun processen en devices in kaart te brengen en het beheer van de mobiele devices zodanig in te richten dat het logisch, werkbaar, veilig en toekomstbestendig is.”

Tal van applicaties digitaliseren processen in de zorg en kunnen ervoor zorgen dat (patiënt)gegevens mobiel beschikbaar zijn. Struikelblok kan daarbij zijn dat binnen een organisatie een grote verscheidenheid aan smartphones en tablets gebruikt wordt en

daarmee een moeilijk beheersbaar systeem gecreëerd wordt. “Mogelijk gebruiken medewerkers verschil-lende operating systems”, licht Van der Wulp toe, “en verschillende applicaties. Als gebruikers ook nog eens op eigen houtje updates kunnen uitvoeren, wordt het beheer, zeker bij grote aantallen, er niet eenvoudiger op.”

Enterprise devicesVan der Wulp pleit daarom voor ‘enterprise mobile devices’ in plaats van ‘personal mobile devices’. Niet alleen het beheer is eenvoudiger, de uniforme tablets en PDA’s voldoen ook aan de specifieke eisen voor het gebruik in een zorginstelling. “Patiënten, medicijnen, operatie-instrumenten en andere goederen zijn dankzij barcodes eenvoudig, snel en foutloos te identificeren en registreren”, zegt Van der Wulp. “De enterprise devices zijn voorzien van een barcodescanner, zodat de medewerker pols-bandjes van patiënten en barcodes op artikelen kan uitlezen. Deze data worden via wifi realtime

verwerkt. Op deze manier hebben medewerkers in de zorginstelling altijd en overal toegang tot up-to-date gegevens over patiënten, medicijnen en goederen. Dat komt uiteindelijk ten goede aan de patiënten die de juiste zorg en medicatie krijgen.”

Om te waarborgen dat de enterprise devices, in tegenstelling tot smartphones en tablets, altijd be-schikbaar zijn, hebben ze verwisselbare batterijen aan boord. Bovendien zijn ze robuuster uitgevoerd, waardoor ze tegen een stootje en zelfs een val kunnen. De specifieke Healthcare-behuizing is geschikt voor het reguliere schoonmaakproces, wat de kans op verspreiding van bacteriën vermindert.

Het beheer van de devices kan naar keuze in eigen beheer plaatsvinden, of worden uitbesteed bij Dalosy.

Van der Wulp benadrukt het belang van continuïteit: “De zorg moet altijd doorgaan. Door non-stop monitoring van de mobiele devices kunnen storingen worden voorkomen of direct verholpen. Ook in geval van verlies of diefstal kan automatisch een vooraf gedefinieerd proces in gang worden gezet. Kortom: onze mobiele oplossingen maken processen in de zorg mobiel, efficiënter en veiliger.”

Kijk voor meer informatie op www.dalosy.com.

Menno Schrakamp, directeur Van de Geijn Partners, over ‘lean ICT’

“Beter presteren met een kleiner it-budget”

Aan het woord is Menno Schrakamp, directeur van ‘verbeterbedrijf ’ Van de Geijn Partners. Schrakamp weet waarover hij spreekt, zo blijkt in de loop van ons gesprek. En zijn onderneming heeft in de zorg een indrukwekkend track record opgebouwd.

Menno Schrakamp, sinds 2002 algemeen directeur van Van de Geijn Partners, heeft in zijn loopbaan vele jaren als it-manager bij diverse zorginstellingen gewerkt. “Daar leerde ik het klappen van de zweep, en de kunst om de ICT te moderniseren terwijl de lopende business gewoon door moest gaan.” Vandaag de dag doet Schrakamp dit nog steeds, maar nu in de professionele setting van Van de Geijn Partners, samen met drie andere partners en een netwerk van zo’n dertig associates. Alle partners hebben werkervaring in de zorg en bij de associates is heel specifieke expertise aanwezig. “Zo kunnen we voor onze opdrachtgevers precies het team optuigen dat alle kennis, ervaring en expertise bezit om echt fundamentele stappen voorwaarts te zetten”, zegt Schrakamp, “en met ‘voorwaarts’ bedoel ik: efficiënter, sneller, meer klantgericht.”

Architect“Wij bedenken creatieve oplossingen voor de problemen en uitdagingen die leven bij onze

opdrachtgevers”, vertelt Schrakamp. “Vervolgens helpen wij om die oplossingen ook daadwerkelijk te realiseren. Dus: analyseren, herontwerpen, implementeren. Je kunt onze rol vergelijken met die van de architect in de bouw. We nemen niets aan als vanzelfsprekend, gaan naast de opdrachtgever zitten en bekijken kritisch zijn markt en zijn processen. Zo hebben wij bijvoorbeeld voor de langdurige zorg, en dan vooral de ouderenzorg, een compleet nieuwe oplossing voor de toediening van medicatie bedacht, ontworpen en gerealiseerd.”

VoorbeeldenEr zijn legio voorbeelden waarin Van de Geijn Partners zorginstellingen op fundamenteel niveau vooruit heeft geholpen, variërend van GPS-tracking van mobiele patiënten nog voordat er betaalbare smartphones waren, via het centraliseren en moder-niseren van de informatievoorziening van een instelling die gespreid werkte over verschillende provincies en locaties, tot aan het analyseren van de werkprocessen

in de jeugdzorg vanaf de landelijke en gemeente-lijke overheden tot en met de zorgverleners op de werkvloer en de gezinnen. Procesarchitectuur, inkoop en het begeleiden van Europese aanbeste-dingen behoren eveneens tot de specialismen. Stel, ik ben directielid bij een instelling in de lang-durige zorg, en ik heb grote problemen met mijn declaratiestromen, als ik niet oppas dan heeft mijn instelling een liquiditeitsprobleem...

Schrakamp: “Dan moet je ons zeker bellen! Van de Geijn Partners is in staat om vanuit de financiële invalshoek, vanuit kennis van de lokale overheid, vanuit zorginhoudelijke expertise èn vanuit ict-expertise jouw instelling te hulp te schieten en te zorgen dat deze binnen afzienbare tijd weer helemaal up-to-standard functioneert. Wij kunnen snel bepalen waar precies de problemen zitten, nieuwe processen ontwerpen, de juiste leveranciers selecteren en een team bemannen dat de noodzakelijke ver-anderingen realiseert.”

door: Gerrit-Jan Logt

Mijn aandacht op dit moment is gericht op ‘lean ICT’. Ik denk dat, gezien de nieuwe techno-logische mogelijkheden, veel zorginstellingen hun werk met de helft van de huidige ict-budgetten zouden moeten kunnen uitvoeren. En het geld dat ze zo besparen, zou besteed moeten worden aan de zorg zelf en het beter kunnen managen van de verschillende finan-cieringsstromen. Als manager in de zorg moet je steeds sneller en preciezer weten wat de gevolgen zijn van nieuwe wetgeving, afspraken met gemeenten, etcetera. Vooral door de Wet Langdurige Zorg en de WMO wordt de bedrijfsvoering crescendo steeds complexer…”

Het verbetermodel van Van de Geijn Partners

Page 40: Lr ict zorg december 2015 los

ICT/Magazine - maart 2016

Speciale Beurseditie

Alle informatie over de grootste IT beurs voor de Zorgsector en de deelnemende leveranciers

Column Rube van Poelgeest, Goed nieuws van het zorgfront, p.5 l eMental Health bij Dimence Groep:

“Implementeren gaat in golfbewegingen”, p.6 l Gartner Healthcare 2015: Waar waren de zorginstellingen? p.8

l Pameijer koppelt rechten aan rooster, p.13 l Column Bart Stofberg, EPD: a long and winding road, p.15

Big data opent de weg naar precision medicine

Serious games hebben enorme impact op kwaliteit van leven

Ziekenzorg transformeert eindelijk naar gezondheidszorg

Diabetesapp helpt patiënten in hun dagelijks leven

Lucien Engelen over big data

kennis delen • kennis makenKENNIS DELEN • KENNIS MAKEN

Vakblad voor managers en ict-professionals in de zorgsector Jaargang 3 Nr. 4 - 15 december 2015

12

2

10

7

Atul Butte MD PhD,directeur van het Institute forComputational Health Sciences

Rafael Bidarra,onderzoeker aan TU Delft

De zorgplicht van IT Zorg wekkende Informatievoorziening p.4

DNU218 ICT Zorg nr.42 (M1512) 1.indd 1

08-12-15 12:22Voor meer informatie over deze editie, bel DNU 0570 61 11 00