Hardlopen

Een integrale benadering

Waar is de oefening hakken-bil goed voor?

Waarom doen we die, en hoe zou die uitgevoerd moeten worden?

Pelle Rietveld

• Zoetermeer• Atletiek• Tienkamper• Bedrijfshardlopen• Jeugdatletiek (10-15 jaar)• Fysieke training jeugdvoetballer• Clinics in onderwijs

100 meter sprint 10,75 sec.

Speerwerpen 67,23 meter

Polsstokspringen 5,00 meter

Homo currens

Trainingsschema

• Wild dier achtervolgen

• Zaden en noten rapen

• Ontsnappen aan wild dier door boomklimmen

• Hout sprokkelen

• Vissen in snelstromende rivier

Specialist vs.

Generalist?

Atleetvs.

Sporter?

Looptechniek

• Probleemanalyse: Techniek niet goed.

• Oplossing:– Techniektraining?– Fysieke training (C / L / U / S / K)– Integrale aanpak: trainingsprogramma is

opgebouwd als een huis (techniek) op een stevige fundering (conditie).

Voetplaatsing

Bepalend, want voegt energie toe.

Alle andere aandachtspunten betreffen beperken energieverlies.

Techniek: Spitse voet = spanning.

Fysiek: Stijfheid voet/kuitspieren.

Voetpendel

Waar gaat de voet

heen na de afzet?

Omweg is:

tijd/energieverlies.

Techniek: Hakken-bil met knie-inzet en werken aan houding.

Fysiek: Kracht / lengte heupbuigers.

Goed of fout?

Goed of fout?

Knie-inzet

Optimale knie-inzet, optimaal zweefmoment, optimale paslengte. (Mits aan voorgaande voorwaarden is voldaan.)

Techniek: Kniehef is basis loopscholing.

Fysiek: Rompkracht! Voetspanning!

Acceleratie

Volle snelheid

Houding en armactie.

Houding: rechtop, licht voorwaartse neiging. Niet proberen voorover te lopen (behalve bij versnellen).

Houding heeft fysieke en technische component.

Armactie: indien juist uitgevoerd ondersteunt het voorwaartse beweging. Constante hoek van ongeveer 90°.

Voornamelijk technisch bij normale fysiek.

Houding en armactie

90 graden!

90 graden?

Rechtop?Licht voorwaartse neiging?

Acceleratie / wendbaarheid

vs. Maximale snelheid?

Lichaamszwaartepunt

In spelsituatie:

Rennen naar de bal: maximale snelheid: lzp hoog want efficiënt.

Bal aannemen: wenden: lzp omlaag brengen: stabiel en wendbaar.

Wegrennen, evt. met bal: lzp naar voren brengen en langzaam omhoog om snelheid te optimaliseren.

In volle sprint naar het doel, mits geen opponent in de buurt: maximale snelheid: lzp hoog.

Bal schieten richting kruising: om te trappen moet lzp omlaag en dus snelheid omlaag.