LOKALE EDUCATIEVE AGENDA EN LOKAAL JEUGDBELEID · netwerken van gemeenten, schoolbesturen en...

36
LOKALE EDUCATIEVE AGENDA EN LOKAAL JEUGDBELEID Voortgezet onderwijs en gemeenten

Transcript of LOKALE EDUCATIEVE AGENDA EN LOKAAL JEUGDBELEID · netwerken van gemeenten, schoolbesturen en...

Page 1: LOKALE EDUCATIEVE AGENDA EN LOKAAL JEUGDBELEID · netwerken van gemeenten, schoolbesturen en overige partners. ... slot geven we aan hoe gemeenten onderwijsbe- ... zorg in en om de

LOKALE EDUCATIEVEAGENDA EN LOKAAL

JEUGDBELEID

Voortgezet onderwijs en gemeenten

Oberon-LEA-Jeugdbeleid1109-omslag 24-11-09 12:56 Pagina 1

Page 2: LOKALE EDUCATIEVE AGENDA EN LOKAAL JEUGDBELEID · netwerken van gemeenten, schoolbesturen en overige partners. ... slot geven we aan hoe gemeenten onderwijsbe- ... zorg in en om de

Co

Dezdoo

© seNiezon

Oberon-LEA-Jeugdbeleid1109-omslag 24-11-09 12:56 Pagina 2

Page 3: LOKALE EDUCATIEVE AGENDA EN LOKAAL JEUGDBELEID · netwerken van gemeenten, schoolbesturen en overige partners. ... slot geven we aan hoe gemeenten onderwijsbe- ... zorg in en om de

LOKALE EDUCATIEVEAGENDA EN LOKAAL

JEUGDBELEID

Oberon-LEA-Jeugbeleid1109-binnen 24-11-09 12:55 Pagina 1

Page 4: LOKALE EDUCATIEVE AGENDA EN LOKAAL JEUGDBELEID · netwerken van gemeenten, schoolbesturen en overige partners. ... slot geven we aan hoe gemeenten onderwijsbe- ... zorg in en om de

INHOUDSOPGAVE

2

Synopsis 3

1 Inleiding 5

2 De ontwikkeling van het onderwijsbeleid en het jeugdbeleid 6

2.1 Inleiding 62.2 Projectgroep OLPJ 62.3 Het BANS-akkoord 72.4 Operatie Jong 72.5 Ministerie van Jeugd en Gezin 8

3 De verbinding tussen onderwijsbeleid en jeugdbeleid in de praktijk 10

3.1 Inleiding 103.2 Onderwijsbeleid en jeugdbeleid in de gemeentelijk praktijk 103.3 Het opstellen van de agenda 12

4 Aandachtspunten rond de verbinding tussen lokaal onderwijs- en

jeugdbeleid 18

4.1 Inleiding 184.2 Kenmerken van integraal jeugdbeleid 184.3 Typering van het jeugdbeleid in Nederland 194.4 Integraal jeugdbeleid in Nederland 21

5 Verdere stappen naar een Integraal Jeugdbeleid 22

5.1 Inleiding 225.2 Een kwestie van verbinden 225.3 Over sterke en zwakke ketens 235.4 Betekenisvolle verbindingen 245.5 De opdracht voor de gemeente 255.6 Jeugd op de agenda 275.7 Balans in het lokale jeugdbeleid 27

Bijlage 1: Literatuurlijst 31

Oberon-LEA-Jeugbeleid1109-binnen 24-11-09 12:55 Pagina 2

Page 5: LOKALE EDUCATIEVE AGENDA EN LOKAAL JEUGDBELEID · netwerken van gemeenten, schoolbesturen en overige partners. ... slot geven we aan hoe gemeenten onderwijsbe- ... zorg in en om de

3

SYNOPSIS

Zowel de lokale educatieve agendering als het lokale jeugdbeleid hebben inhet afgelopen jaar een dynamische ontwikkeling doorgemaakt. Het lokalejeugdbeleid heeft duidelijk aan kracht gewonnen en is, mede met behulp vaneen aantal opeenvolgende impulsen vanuit de landelijke overheid, steviggeworteld in de gemeentelijke praktijk. De lokale educatieve agendering is naeen ernstige crisis in 2004 en 2005 weer geleidelijk in een constructieve enmeer stabiele ontwikkelingslijn beland. Onderwijsagenda’s en jeugdagenda’shebben veel raakvlakken en kunnen niet los van elkaar worden gezien. Diverseontwikkelingen in de samenleving versterken de tendens van toenemendesamenwerking tussen scholen en overige maatschappelijke ondernemers. Inveel gemeenten wordt dan ook gestreefd naar het leggen van een verbindingtussen beide sectoren. Dit komt tot uiting in de portefeuille van de wethouders, in de ambtelijke organisatie van de gemeente en in uitvoerendenetwerken van gemeenten, schoolbesturen en overige partners. Er zijn echter een aantal aandachtspunten te onderkennen die de verbindingtussen beide vormen van beleid belemmeren. Deze komen vooral als complicaties en obstakels naar voren als de ontkokering daadwerkelijk terhand wordt genomen. Er moeten diverse bruggen worden geslagen om totintegraal jeugdbeleid te kunnen komen. Allereerst moet er worden gewerktaan het leggen van verbindingen tussen overheden en jeugd. De uitvoeringvan het beleid geschiedt meestal via een ketenaanpak. Deze aanpak werktechter alleen als de keten bestaat uit sterke schakels. Zwakke schakels dieneneerst versterkt te worden voordat ze in de keten kunnen worden opgenomen.Wat betreft de aard van de verbindingen moet het bovendien gaan om betekenisvolle verbindingen die doelmatig en duurzaam zijn. Met slechtonderbouwd, oppervlakkig of slechts tijdelijk effectief beleid is noch de jeugdnoch de samenleving in brede zin gediend. Gemeenten verkeren in een goede positie om de ontwikkeling van integraaljeugdbeleid op lokaal niveau verder te brengen. Soms vereist dat een rolopvatting waarin regie voorop staat, soms past een dienstverlenendeopstelling beter. Maar in beide gevallen staan gemeenten voor de taak om verbindingen buitenshuis, op uitvoerend niveau, tot stand te brengen en teversterken en tegelijkertijd binnenshuis, op bestuurlijk en ambtelijk niveau,hetzelfde te doen.

Oberon-LEA-Jeugbeleid1109-binnen 24-11-09 12:55 Pagina 3

Page 6: LOKALE EDUCATIEVE AGENDA EN LOKAAL JEUGDBELEID · netwerken van gemeenten, schoolbesturen en overige partners. ... slot geven we aan hoe gemeenten onderwijsbe- ... zorg in en om de

4

[Lokale educatieve agenda en lokaal jeugdbeleid]

Oberon-LEA-Jeugbeleid1109-binnen 24-11-09 12:55 Pagina 4

Page 7: LOKALE EDUCATIEVE AGENDA EN LOKAAL JEUGDBELEID · netwerken van gemeenten, schoolbesturen en overige partners. ... slot geven we aan hoe gemeenten onderwijsbe- ... zorg in en om de

Zowel de lokale educatieve agendering als hetlokale jeugdbeleid hebben in het afgelopen jaareen dynamische ontwikkeling doorgemaakt. Hetlokale jeugdbeleid heeft duidelijk aan krachtgewonnen en is, mede met behulp van een aan-tal opeenvolgende impulsen vanuit de landelijkeoverheid, stevig geworteld in de gemeentelijkepraktijk. De lokale educatieve agendering is naeen ernstige crisis in 2004 en 2005 weer geleide-lijk in een constructieve en meer stabiele ont-wikkelingslijn beland. Onderwijsagenda’s enjeugdagenda’s hebben veel raakvlakken en kun-nen niet los van elkaar worden gezien. Diverseontwikkelingen in de samenleving versterken detendens van toenemende samenwerking tussenscholen en overige maatschappelijke onderne-mers. In veel gemeenten wordt dan ookgestreefd naar het leggen van een verbindingtussen beide sectoren. Dit komt tot uiting in deportefeuille van de wethouders, in de ambtelijkeorganisatie van de gemeente en in uitvoerendenetwerken van gemeenten, schoolbesturen enoverige partners.

In deze brochure gaan we in op de verbindingvan het onderwijsbeleid en het jeugdbeleid. Weblikken terug op de afgelopen periode waarinzowel het onderwijsbeleid als het jeugdbeleidvorm heeft gekregen. Vervolgens schetsen wehoe integraal jeugdbeleid in de praktijk momen-teel tot stand komt. We onderscheiden eensobere variant, waarin aan het onderwijsbeleidenkele onderwerpen gerelateerd aan jeugdbe-leid worden toegevoegd, en een brede variantwaarin onderwijsbeleid beschouwd wordt alséén van de vele beleidsterreinen binnen het bre-de jeugdbeleid. Daarna gaan we in op de dilem-ma’s en aandachtspunten die het streven naarintegraal jeugdbeleid met zich meebrengt. Totslot geven we aan hoe gemeenten onderwijsbe-leid en jeugdbeleid het beste met elkaar kunnenverbinden en doen we enkele suggesties voor deverdere ontwikkeling van integraal jeugdbeleid.

5

INLEIDING1

Oberon-LEA-Jeugbeleid1109-binnen 24-11-09 12:55 Pagina 5

Page 8: LOKALE EDUCATIEVE AGENDA EN LOKAAL JEUGDBELEID · netwerken van gemeenten, schoolbesturen en overige partners. ... slot geven we aan hoe gemeenten onderwijsbe- ... zorg in en om de

2.1 Inleiding

De koppeling van het onderwijsbeleid en hetjeugdbeleid dateert uit de tweede helft van dejaren negentig van de vorige eeuw. Voorheenwas deze koppeling op lokaal niveau nauwelijksaan de orde, vooral door het ontbreken van eensubstantieel gemeentelijk takenpakket op hetgebied van onderwijsbeleid en het nog rudimen-tair karakter van het jeugdbeleid. In dit hoofd-stuk gaan we na hoe onderwijsbeleid en jeugd-beleid zich de laatste tien jaar hebben ontwik-keld en kijken we naar de relatie tussen de beidebeleidsterreinen zoals die werd gezien door deprojectgroep OLPJ, in het BANS-akkoord, vanuithet perspectief van de Operatie Jong en meerrecent vanuit het beleid van het Ministerie vanJeugd en Gezin. Welke verbindingen zijn tot opheden door de rijksoverheid gelegd in achtereen-volgende kabinetten en welke argumenten voer-den deze kabinetten aan voor een samenhan-gend onderwijs- en jeugdbeleid? Welke onder-werpen stonden in het rijksbeleid centraal bij dekoppeling van het onderwijsbeleid en het jeugd-beleid en is hierbij sprake van continuïteit enconsistentie?

2.2 Projectgroep OLPJ

In het midden van de jaren negentig krijgt degemeente een belangrijke rol in het onderwijs-beleid1. Er wordt een aantal beleidstaken van derijksoverheid naar de gemeenten gecentrali-seerd, waaronder:• de verantwoordelijkheid voor de onderwijs-

huisvesting;• het bestrijden van de onderwijsachterstanden;

• het onderwijs in allochtone levende talen;• de wet regeling schoolbegeleidingsdiensten

met als doel de schoolbegeleidingsdiensten instand te houden;

• de adviserende rol bij de aanvragen voor voor-zieningen voor praktijkonderwijs;

• de keuze ten aanzien van de bestuursvorm vanhet openbaar onderwijs (en de bestuurlijkevormgeving van de samenwerkingsschool);

• de financiële gelijkstellingregeling die hetmogelijk maakt dat gemeenten extra financiënbeschikbaar kunnen stellen aan scholen, zon-der dat volgens het automatisme van de over-schrijdingsregeling een gelijk bedrag moetworden uitgekeerd aan de bijzondere scholenin die gemeente.

In dezelfde periode wordt de taakverdeling tus-sen de verschillende bestuursniveaus in hetjeugdbeleid vastgelegd2. De provincies gaan zichbezig houden met de jeugdzorg en de gemeen-ten met het preventief jeugdbeleid. Vanaf 1996krijgt de Projectgroep Ontwikkeling PreventiefJeugdbeleid (OLPJ) de opdracht om het gemeen-telijk jeugdbeleid te stimuleren. Het project kentdrie prioriteiten: jeugd op de agenda, de regierolvan de gemeente en jeugd betrekken. OLPJdraagt uit dat jeugdbeleid er is voor alle jonge-ren en dat daarnaast beleid nodig is voor jonge-ren die problemen hebben of problemen veroor-zaken. Er wordt een indeling gemaakt in viertypen jeugdbeleid: algemeen jeugdbeleid, alge-meen preventief jeugdbeleid, gericht preventiefjeugdbeleid en curatief jeugdbeleid. De regierolvan de gemeente heeft tot doel om sectoraalbeleid vanuit de verschillende ministeries oplokaal niveau met elkaar te verbinden. Jeugd

6

2DE ONTWIKKELING VAN HET ONDERWIJSBELEIDEN HET JEUGDBELEID

1 Bron: Kloprogge, J.(2008). Decentralisa-tie in het onderwijs-beleid. Een histori-sche analyse en eenvooruitblik in hetkader van het LEA-ondersteuningstra-ject. Utrecht.

2 Bron: Ministerie vanVWS (1994). Regie inde Jeugdzorg. Rijs-wijk: VWS.

Oberon-LEA-Jeugbeleid1109-binnen 24-11-09 12:55 Pagina 6

Page 9: LOKALE EDUCATIEVE AGENDA EN LOKAAL JEUGDBELEID · netwerken van gemeenten, schoolbesturen en overige partners. ... slot geven we aan hoe gemeenten onderwijsbe- ... zorg in en om de

betrekken betekent dat geen beleid over en zon-der jongeren moet worden gevoerd, maar datjongeren bij het beleid moeten worden betrok-ken.

2.3 Het BANS-akkoord

In 1999 sluiten de rijksoverheid, het Interprovin-ciaal Overleg (IPO) en de Vereniging van Neder-landse Gemeenten (VNG) het Bestuursakkoordnieuwe stijl (BANS) voor de periode 1999-2003.In het BANS wordt afgesproken dat de VNG, viahet project Lokaal Jeugdbeleid, de gemeentenzal ondersteunen bij de regie in het jeugdbeleid.Het streven is dat zoveel mogelijk gemeentenactief jeugdbeleid voeren. Er worden vier inhou-delijke thema’s vastgesteld, namelijk:• Jeugd en veiligheid;• De afstemming tussen jeugdzorg en lokaal

jeugdbeleid;• De afstemming tussen jeugdbeleid en lokaal

onderwijsbeleid;• De sluitende aanpak van het beleid gericht op

0 tot 6 jarigen.

De relatie tussen lokaal jeugdbeleid en lokaalonderwijsbeleid staat voor het eerst op de poli-tieke agenda. In het BANS wordt aangegeven opwelke thema’s de versterking van de relatie tus-sen onderwijsbeleid en jeugdbeleid van belangis. De rijksoverheid zegt toe op deze thema’s eenstimulerend beleid te gaan voeren en middelenbeschikbaar te stellen. Bij de gemeente berustde taak om op lokaal niveau de samenhang inhet beleid te bevorderen. Het gaat om de the-ma’s voor- en vroegschoolse educatie, zorg in enom de school, het behalen van een startkwalifi-catie en dagarrangementen en brede scholen.

2.4 Operatie Jong

De kabinetten onder leiding van Balkenendedraaien de gemeentelijke rol in het onderwijsbe-leid vervolgens fors terug. De gemeente blijftverantwoordelijk voor de onderwijshuisvesting,maar de verplichting tot het maken van eenonderwijsachterstandenplan vervalt. De budget-

ten voor schoolbegeleiding worden door de rijks-overheid niet langer via de gemeenten uitge-keerd, maar rechtstreeks aan de scholen alsonderdeel van de lumpsum. De vergroting vande autonomie van schoolbesturen is een belang-rijk beleidsdoel. Ook een deel van de middelenvoor het bestrijden van achterstanden wordenrechtstreeks aan de schoolbesturen toegekend.Wat betreft de voor- en vroegschoolse educatie(VVE) blijft de gemeente alleen nog verantwoor-delijk voor het voorschoolse deel. De gemeentenstaan voor de vraag of ze zich in het onderwijs-beleid zullen beperken tot de wettelijke taken ofdat ze andere onderwerpen zullen aanpakkenwaarbij de gemeente en de schoolbesturengezamenlijk belang hebben. Er is in deze periodesprake van ‘een complete crash voor hetgemeentelijk aandeel in het onderwijsachter -standenbeleid’ en in veel gemeenten daalt deanimo om zich bezig te houden met het onder-wijs tot dicht bij het nulpunt. Uit zorg over dezeontwikkeling wordt in 2005 een nieuwe wijzevan lokaal overleg ontwikkeld voor het lokaalonderwijsbeleid, de Lokale Educatieve Agenda.Deze werd gebaseerd op het uitgangspunt vangelijkwaardigheid en wederkerigheid in de rela-tie tussen schoolbesturen en gemeenten enleverde een belangrijke bijdrage aan het herstelvan de verhoudingen. In de afgelopen jaren zijnde meeste gemeenten met een LEA aan hetwerk gegaan. Daarbij komt de verbinding methet jeugdbeleid opnieuw aan de orde. Bij vrijwelalle onderwerpen op de LEA is de verbinding metbreder jeugdbeleid op één of andere manier aande orde.

Ook het jeugdbeleid werd niet bepaald vergetenin het beleid van de landelijke overheid. Het eer-ste kabinet Balkenende benoemt een rijkscom-missaris voor het Jeugdbeleid die belast wordtmet de Operatie Jong. De belangrijke doelstel-ling van de Operatie Jong is niet, zoals onderOLPJ en BANS, het stimuleren van het gemeente-lijk jeugdbeleid, maar het coördineren van hetrijksbeleid. Er komt een nationale jeugdagendamet twaalf thema’s:1. Zorg in en om de school;

7

De ontwikkeling van het onderwijs- en jeugdbeleid

Oberon-LEA-Jeugbeleid1109-binnen 24-11-09 12:55 Pagina 7

Page 10: LOKALE EDUCATIEVE AGENDA EN LOKAAL JEUGDBELEID · netwerken van gemeenten, schoolbesturen en overige partners. ... slot geven we aan hoe gemeenten onderwijsbe- ... zorg in en om de

8

[Lokale educatieve agenda en lokaal jeugdbeleid]

2. Maximaliseren rendement onderwijs;3. Samenhang voorzieningen 0-12;4. Vroegsignalering;5. Harmonisatie indicatiestelling;6. Jeugd en fysieke ruimte;7. Registratie en informatie-uitwisseling;8. Gemeentelijke taken en bevoegdheden;9. Kwaliteit en effectieve programma’s;10.Landelijke jeugdmonitor;11. Integraal toezicht jeugdzaken;12. Jeugdcriminaliteit.

Voor een groot deel gaat het hier om programma’saangestuurd door afzonderlijke departementenen blijft de afstemming grotendeels onzichtbaarvoor de buitenwereld. Er zijn uitzonderingen zoalsde bundeling van activiteiten van verschillendeinspecties op het gebied van jeugd in het IntegraalToezicht Jeugdzaken. Het proces van interdepar-tementale samenwerking blijft echter moeizaamverlopen. In het vierde kabinet Balkenende wordtde oplossing gezocht in het benoemen van eenMinister voor Jeugd en Gezin, die vanuit een eigenprogrammaministerie het jeugdbeleid gaat coör-dineren.

2.5 Ministerie van Jeugd en Gezin

De Minister voor Jeugd en Gezin formuleert drielijnen voor het programma voor Jeugd en Gezin3.Ten eerste krijgt het gezin opnieuw de belangrij-ke positie die het in de opvoeding behoort tehebben. Ten tweede wordt er meer preventiefgewerkt en ten derde is het gedaan met de vrij-blijvendheid: ongewenste situaties mogen nietvoortduren. Het werkprogramma voor Jeugd enGezin bevat een groot aantal maatregelen. Enke-le voorbeelden zijn:• In 2009 ontvangen ouders een kindgebonden

budget, een budget dat ervoor moet zorgendat de sociaal-economische basis van gezinnenvoldoende is om kinderen een goede verzor-ging en een veilig klimaat te bieden;

• In 2011 zijn in alle gemeenten Centra voorJeugd en Gezin (CJG) actief. CJG’s moetenervoor zorgen dat kinderen, jongeren en hunouders snel en goed ondersteund worden;

• In 2011 is er een 100% dekking van Zorg- enAdviesteams (ZAT) voor alle leeftijdsgroepen.Daar worden niet-vrijblijvende afsprakengemaakt voor adequate hulp voor elk kind ofjongere. ‘Eén kind, één plan’ wordt het beleids-uitgangspunt;

• Vanaf 2008 is het Elektronisch Kind Dossierbeschikbaar en vanaf 2009 de Verwijsindex.Beide systemen helpen om een goede onder-steuning van jeugdigen en gezinnen mogelijkte maken. Met het gebruik van deze systemenzal een stevige basis worden gelegd voor deinformatievoorziening van het CJG en een goe-de informatie-uitwisseling over (risico) kinde-ren, jongeren en gezinnen;

• In 2011 is het aantal jongeren met een gezondeleefstijl toegenomen. Het gaat hierbij om eencombinatie van onder meer voldoen aanbeweegnormen, niet roken en minder alcohol-gebruik;

• In 2011 doen alle jongeren in het voortgezetonderwijs een maatschappelijke stage door bij-voorbeeld een vorm van vrijwilligerswerk;

• In 2009 zijn de indicatiestellingen voor speci-aal onderwijs, jeugdzorg en AWBZ-zorg gehar-moniseerd; de betreffende indicatieorganenwerken conform het Kader Integraal Indiceren;

• Sluitende zorg door alle zorginstellingen voorde kinderen die op zorg zijn aangewezen;

• 10% minder jeugdcriminaliteit;• In 2011 is de bureaucratie afgenomen. Profes-

sionals besteden minder tijd aan papier enmeer tijd aan de jeugdige en het gezin en heb-ben meer plezier in hun werk.

In 2009 verschijnt de nota ‘Onze jeugd vantegenwoordig’4. Het gaat in deze nota over allejongeren, dus niet in de eerste plaats over jonge-ren die problemen hebben of problemen geven.Het doel van de Jeugdnota is tweeledig. Aller-eerst gaat het er om een evenwichtig en feitelijkbeeld schetsen van de leefwereld en de leefstijlvan jongeren om tegenwicht te bieden aan een-zijdige stereotypen over ‘de jeugd van tegen-woordig’ die gemakkelijk post kunnen vatten.Daarnaast is het de bedoeling ouders en opvoe-ders aan te sporen zich te verdiepen in de leef-

3 Bron: Programma-ministerie Jeugd enGezin (2007). Allekansen voor alle kin-deren. Programma2007-2011. DenHaag.

4 Ministerie voorJeugd en Gezin,2009. Jeugdnota,onze jeugd vante-genwoordig, over deleefwereld en de leef-stijl van jongeren,Den Haag; SDU

Oberon-LEA-Jeugbeleid1109-binnen 24-11-09 12:55 Pagina 8

Page 11: LOKALE EDUCATIEVE AGENDA EN LOKAAL JEUGDBELEID · netwerken van gemeenten, schoolbesturen en overige partners. ... slot geven we aan hoe gemeenten onderwijsbe- ... zorg in en om de

De ontwikkeling van het onderwijs- en jeugdbeleid

wereld en leefstijl van jongeren. Opvoeding enbegeleiding naar volwassenheid vraagt geenafstandelijke houding, maar aandacht enbetrokkenheid. Jongeren hebben baat bijbelangstelling voor wat hen bezighoudt.In juni 2009 is verder een voortgangsrapportagenaar de 2e kamer gestuurd over het ‘zorg voorjeugd’ beleid. Deze rapportage laat de actuelestand van zaken zien van de diverse maatregelenin het werkprogramma van het ministerie. De 2e kamer ging verder in juli 2009 akkoord methet Wetsvoorstel verwijsindex risico’s jeugdigen.Na instemming door de Eerste Kamer kan dewet per januari 2010 ingaan.

De al eerder in oktober 2008 verschenen gezins-nota5, ‘De kracht van het gezin’ 2008, beschrijftde maatregelen die het kabinet neemt omNederland gezinsvriendelijker te maken en dekracht van gezinnen te versterken. Deze nota isindirect van betekenis voor het jeugdbeleid. Enkele nieuwe initiatieven die in deze nota wor-den aangekondigd zijn:• Gezinnen kunnen vanaf 1 januari 2009, los van

de levensloopregeling, gebruikmaken van deouderschapsverlofkorting (50% van het mini-mumloon);

• Ouderschapsverlof wordt verruimd naar 26weken voor beide ouders. Het kabinet kijktdaarnaast ook naar flexibilisering van de rege-ling;

• In overleg met werkgevers en werknemersspant het kabinet zich voor gezinsvriendelijkebedrijven. Bijvoorbeeld met flexibele werktij-den, telewerken en schooltijdbanen;

• Er komen lokale opvoeddebatten met ouders,(brede) scholen, sport- en buurtverenigingen;

• Ter voorkoming van schadelijke gevolgen vanscheiding komt er aanbod van programma’svoor ouders om conflicthantering te bevorde-ren;

• Met gemeenten worden wijken gezinsvriende-lijker en kindvriendelijker gemaakt.

9

5 Ministerie voorJeugd en Gezin,2008. De kracht vanhet gezin, gezinsnota2008, Den Haag;SDU

Oberon-LEA-Jeugbeleid1109-binnen 24-11-09 12:55 Pagina 9

Page 12: LOKALE EDUCATIEVE AGENDA EN LOKAAL JEUGDBELEID · netwerken van gemeenten, schoolbesturen en overige partners. ... slot geven we aan hoe gemeenten onderwijsbe- ... zorg in en om de

3.1 Inleiding

Hoe krijgt de verbinding tussen onderwijsbeleiden jeugdbeleid op lokaal niveau momenteelvorm in het praktisch handelen binnen degemeente? Op welke doelgroep richt men zich?Welke onderwerpen staan centraal? Welke par-tijen worden erbij betrokken? Wat is de rol vande gemeente? Hoe houd je de agenda beheers-baar? Hoe ziet de overlegstructuur er uit? Wat isde rol van de politiek? In dit hoofdstuk geven weaan hoe de huidige stand van zaken is bij hetleggen van verbinding tussen jeugdbeleid enonderwijsbeleid en geven we praktijkvoorbeel-den van gemeenten van diverse grootte.

3.2 Onderwijsbeleid en

jeugdbeleid in de gemeentelijk

praktijk

Vanuit het perspectief van veel gemeentenomvat het beleid rondom jeugd en jongeren inbeginsel al het (overheids)handelen dat, bedoeldof onbedoeld, invloed heeft op de ontwikkelings-mogelijkheden of maatschappelijke positie opalle leefgebieden. Met een integrale aanpakhoopt men te voorkomen dat onderwerpen, diezich op de snijvlakken van jeugdbeleid, onder-wijsbeleid en overig sociaal beleid bevinden,onbelicht blijven. Tevens worden betere kansengecreëerd om maatregelen en activiteiten van-uit verschillende sectoren zodanig af te stem-men dat ze elkaar versterken en aanvullen.

Veel gemeenten proberen op de een of anderemanier tot een verbinding van onderwijsbeleid

en jeugdbeleid te komen. Een meerderheid vande gemeenten (65%) geeft aan dat het onder-wijsbeleid reeds verbreed is naar (preventief)jeugdbeleid6. Daarnaast is 26% van de gemeen-ten van plan om het onderwijsbeleid te verbre-den naar jeugdbeleid.

De verbinding van onderwijsbeleid en jeugdbe-leid vraagt binnen de gemeentelijke organisatieom afstemming tussen de afdelingen onderwijs,welzijn, kinderopvang, sport, cultuur en zorg. Hetdoel van die afstemming is om meer integraalbeleid te kunnen voeren. Dit wordt in de meestegemeenten (84%) ondersteund door een wet-houder jeugdbeleid. In bijna driekwart van degemeenten (72%) heeft de wethouder jeugdbe-leid inmiddels ook onderwijs in de portefeuille7.Ook worden verbindingen op uitvoerend niveaugelegd, bijvoorbeeld de verbinding van onder-wijs- en jeugdbeleid in overlegvormen of in pro-jectuitvoering (zoals bij de Brede school), waarbijmeerdere afzonderlijke gemeentelijke afdelin-gen betrokken zijn. Dit kan financieel wordenversterkt door ontschotting van budgetten, bij-voorbeeld als scholen subsidie kunnen krijgenvoor een bijdrage aan het jeugdbeleid of als devoormalige schoolbegeleidingsmiddelen wor-den ingezet voor breder jeugdbeleid en nietalleen voor onderwijs.

10

6 Bron: Oberon (2008).Lokaal educatievejaaragenda 2008.Utrecht.

7 Bron: Oberon (2008),Lokaal educatievejaaragenda 2008.Utrecht.

3DE VERBINDING TUSSEN ONDERWIJSBELEID EN JEUGDBELEID IN DE PRAKTIJK

Quote gemeente Tubbergen: het samenvoegenvan de afdelingen onderwijs- en jeugdbeleid isnauwelijks een keuze, je groeit vanzelf naar eengezamenlijke afdeling.

Oberon-LEA-Jeugbeleid1109-binnen 24-11-09 12:55 Pagina 10

Page 13: LOKALE EDUCATIEVE AGENDA EN LOKAAL JEUGDBELEID · netwerken van gemeenten, schoolbesturen en overige partners. ... slot geven we aan hoe gemeenten onderwijsbe- ... zorg in en om de

Hoe krijgt de verbinding onderwijsbeleid enjeugdbeleid vorm?

De verbinding van het jeugdbeleid met hetonderwijsbeleid kan plaats vinden in een soberevariant. Het jeugdbeleid is dan verbreed onder-wijsbeleid. Onderwijs staat centraal. De onder-wijsagenda wordt echter verbreed met enkeleaan onderwijs gerelateerde onderwerpen op hetterrein van jeugdbeleid.

De gemeente kan ook meer fundamenteel kie-zen voor een breed jeugdbeleid, waar onderwijsmaar één van de beleidsterreinen is. Naastonderwijs zijn er nog vele andere beleidsterrei-nen die ook op jeugdigen betrekking hebben envan waaruit invloed uitgeoefend kan worden ophun ontwikkeling. We kunnen hierbij denkenaan armoedebeleid om kinderen meer mogelijk-heden te bieden dan ze van huis uit hebben, aanruimtelijke ontwikkeling als het gaat om vol-doende en veilige buitenruimte, aan werkgele-genheidsbeleid voor betere doorstroming naarde arbeidsmarkt, aan gezondheidsbeleid of aanhuisvestingsbeleid om voor een voldoende aan-bod aan starterswoningen voor jongeren te zor-gen. Beide varianten komen in de praktijk voor.

Met het leggen van verbindingen tussen hetjeugdbeleid en het onderwijsbeleid in de praktijkvan alledag worstelen veel gemeenten nog. Devraag hoe je thematieken die spelen in hetonderwijs en in de school op een goede manierkunt relateren aan thematieken in anderelevenssferen (bijvoorbeeld vrije tijd, cultuur,sport, wonen) vereist dat er een ver ontwikkeldevisie op jeugd en onderwijs is en dat er instru-menten zijn die een brug leggen tussen beide.Momenteel komen de brede school en de bui-tenschoolse opvang het meest in aanmerkingom een overbrugging tussen jeugdbeleid enonderwijsbeleid te realiseren. Veel gemeenten,die een breder jeugdbeleid ontwikkelen waarinhet onderwijsbeleid is ingebed, stellen de bredeschool hierin centraal.

Lokale Educatieve Agenda (LEA) of Lokale JeugdAgenda (LJA)?

Hoe de verbinding van onderwijsbeleid enjeugdbeleid ook tot stand komt, er wordt nietvaak met twee gescheiden agenda’s gewerkt,dus met een Lokale Educatieve Agenda (LEA) endaarnaast ook nog een Lokale Jeugd Agenda(LJA). Gemeenten kiezen dan ervoor om eenLokale Jeugd Agenda op te stellen. Het ligt danvoor de hand de onderwerpen van de LokaleEducatieve Agenda op te nemen in de JeugdAgenda en om enkele LEA instrumenten8 ook bijde LJA te gebruiken. Zo kan de driekolommentabel, die veel gemeenten als handvat gebrui-ken, voor de LEA in aangepaste vorm ook bij deLJA gebruikt worden. De thema’s in het schemahebben dan echter niet meer alleen betrekkingop onderwijs, maar op het bredere terrein jeugd.Een ander LEA instrument, het LEA stappenplan,kan ook bij het opstellen van de LJA goed wordentoegepast. Dit plan bevat de volgende stappen:

Stap 1 : Eerst zelf ambitie en visie formuleren;Stap 2 : In beeld brengen hoe de gemeente er

voor staat;Stap 3 : In overleg met partners de beleidsagen-

da bepalen;Stap 4 : Afspraken maken over de uitvoering;Stap 5 : Wederzijdse verantwoording afleggen

over inspanningen en opbrengsten daar-van.

We zullen hier verder ingaan op de derde stap,namelijk het opstellen van de beleidsagenda insamenwerking met de verschillende partners.

11

[De verbinding tussen onderwijsbeleid enz.]

8 Bron: Oberon (2006).De lokale educatieveagenda. Een handrei-king lokaal onder-wijsbeleid voorgemeenten. Utrecht.

Oberon-LEA-Jeugbeleid1109-binnen 24-11-09 12:55 Pagina 11

Page 14: LOKALE EDUCATIEVE AGENDA EN LOKAAL JEUGDBELEID · netwerken van gemeenten, schoolbesturen en overige partners. ... slot geven we aan hoe gemeenten onderwijsbe- ... zorg in en om de

3.3 Het opstellen van de agenda

Voor welke doelgroep maak je een Lokale JeugdAgenda?

Het jeugdbeleid heeft in de meeste gemeentenbetrekking op jongeren van 0 tot en met 23 jaar.Dit is een brede doelgroep. Het kan dan ook han-dig zijn om bij het maken van de Lokale JeugdAgenda een onderverdeling te hanteren en eenonderscheid te maken tussen beleid gericht opkinderen van 0 tot 12 jaar, beleid voor jongerenvan 12 tot 18 jaar en beleid voor jongeren van 18tot 23 jaar. Voor iedere groep kunnen dan speci-fieke onderwerpen worden geformuleerd enoverlegpartners worden gezocht. Zo kan er bij dedoelgroep van 0 tot 12 jarigen aandacht zijn voorde doorgaande lijn tussen de voor- en vroeg-schoolse educatie en het vervolg in het primaironderwijs, voor de aansluiting van de Jeugdge-zondheidszorg (JGZ) voor 0 tot 4 jarigen en deJGZ voor 4 tot 12 jarigen, voor vroegsignaleringen voor onderwerpen op de kwaliteitsagendaprimair onderwijs. Ook talentontwikkeling bijjonge kinderen is een interessant thema dat de

komende jaren aandacht zal vragen9 en zowelvoor het onderwijsbeleid als voor het brederejeugdbeleid relevant is. Voor de doelgroep 12 tot18 jarigen kunnen onderwerpen als de overgangvan het primair onderwijs naar het voortgezetonderwijs en de bevordering van participatie envrijetijdsbesteding centraal staan. En voor dedoelgroep 18 tot 23 jarigen kan ingezoomd wor-den op de aansluiting van het onderwijs op dearbeidsmarkt.

Welke onderwerpen staan centraal?

Een Lokale Jeugd Agenda kent in het algemeeneen overkoepelende doelstelling, welke aansluitbij onderwerpen die ook door de rijksoverheidworden opgevoerd. Deze algemene doelstellingwordt vaak ambitieus omschreven, bijvoorbeeldoptimale ontwikkelingskansen bieden zodatjeugdigen (0-23 jaar) zich kunnen ontwikkelentot gezonde zelfstandige burgers die volwaardigdeelnemen aan de samenleving10.

Met andere woorden jeugdigen (0-23 jaar) moe-ten zich optimaal kunnen ontwikkelen, zowel in

12

[Lokale educatieve agenda en lokaal jeugdbeleid]

Speerpunten Platform 0 tot 12 jarigen

• spreekuur en/of regelmatige periodieke consul-tatiemogelijkheid voor het schoolgericht maat-schappelijk werk en de schoolverpleegkundige(GGD) op elke school;

• structurele mogelijkheden voor contact met deouder- en kindzorgverpleegkundige (Thuiszorg),op de peuterspeelzaal.

• vrije tijdsbesteding, waarbij aandacht wordtgevraagd voor het kinderwerk vanuit wijk welzijn,omdat de inzet is afgenomen door het sterkeaccent op voor- en vroegschoolse educatie (VVE);

• opvoedingsondersteuning en het toerusten/ondersteunen van eerstelijnswerkers door detweede lijn zijn belangrijke thema’s, met namebinnen het kind-in-de-buurt-overleg.

Speerpunten Platform 12+

• vrije tijd moet worden gezien als een basisvoor-ziening;

• een sluitende aanpak in de richting van dearbeidsmarkt voor jongeren die daar niet zelf-standig een plek kunnen vinden;

• invoering van een ‘jeugdeffectrapportage’ die deeffecten van fysieke aanpassingen in de stad ophet gebied van jeugdbeleid en jeugdzorg zicht-baar maakt;

• aansprekende jeugdparticipatie op die gebiedenwaar de jeugd daadwerkelijk iets te zeggen kanhebben;

• voldoende capaciteit voor de zeer moeilijke doel-groep (meervoudige problematiek)

Voorbeeld uit: gemeente Enschede, Enschedese Jeugdagenda 2004 - 2009

9 Manifest Ruimtevoor Talent voorWetenschap en Tech-niek. 2008. ziehttp://www.mani-festwt.nl/

10 Bron: GemeenteNoordenveld (2008).Jeugdagenda Noor-denveld 2008-2010.Noordenveld.

Oberon-LEA-Jeugbeleid1109-binnen 24-11-09 12:55 Pagina 12

Page 15: LOKALE EDUCATIEVE AGENDA EN LOKAAL JEUGDBELEID · netwerken van gemeenten, schoolbesturen en overige partners. ... slot geven we aan hoe gemeenten onderwijsbe- ... zorg in en om de

cognitief, sociaal, emotioneel als fysiek opzicht11

en ze moeten maatschappelijk kunnen partici-peren om zo op te groeien tot verantwoordelijkeen zelfstandig functionerende volwassenen12.

Onderwerpen die door de rijksoverheid wordenaangedragen zijn niet de enige onderwerpen diein aanmerking komen voor de Lokale JeugdAgenda. Ze hoeven ook niet per definitie overge-nomen te worden, tenzij het gaat om wettelijkverplichtingen, maar ze kunnen voor gemeenteneen inspiratiebron zijn. Met name de eigen visievan de gemeente op de jeugd zal in de JeugdAgenda verwerkt moeten worden. Het is danook goed om als gemeente vanaf het begin zorg-vuldig te formuleren welke onderwerpen degemeente van belang acht en welke onderwer-pen daarbinnen in de eerstvolgende jaren demeeste aandacht moeten krijgen. De gemeentezou bijvoorbeeld kunnen inzetten op speerpun-ten als:• jeugdvoorzieningen en participatie;• vroegtijdig signaleren;• versterking van de zorg in en om de school

of :• een brede ontwikkeling op en naast de school,

met extra taalactiviteiten;• een goede start op de arbeidsmarkt.• stimulering vrijwilligerswerk voor jongeren

Vervolgens moeten er voor de gekozen onder-werpen een beleidsmatige aanpak worden ont-wikkeld. Dit gebeurt veelal met behulp van hetSMART model (Specifiek, Meetbaar, Acceptabel,Realistisch en Tijdgebonden), dat in veelgemeenten nog steeds als beleidsinstrumentwordt ingezet.

Welke partijen worden bij het jeugdbeleidbetrokken en hoe worden de verantwoordelijk-heden verdeeld?

Omdat het integrale jeugdbeleid op veel ver-schillende terreinen betrekking heeft, zijn er ooknogal wat partijen bij betrokken. De gemeente isdoorgaans de partij die het op zich neemt de

verschillende partners bij elkaar te brengen,omdat zij als eerste verantwoordelijkheid voeltvoor het integraal jeugdbeleid en ook de meestemogelijkheden heeft om een variëteit van part-ners bij het beleid te betrekken.

In recente regelgeving op allerlei beleidsterrei-nen14 wordt het samenbrengen van diverse part-ners nadrukkelijk als taak aan de gemeente toe-bedeeld. Een belangrijke lokale partner isnatuurlijk het onderwijs; niet alleen het basison-derwijs, maar ook het voortgezet onderwijs envervolgonderwijs. Andere belangrijke partijenzijn het peuterspeelzaalwerk, de kinderopvang,het welzijnswerk, culturele instellingen, de poli-tie, de GGD, de jeugdzorg, bibliotheken, deouders en de jongeren zelf. Vaak zijn deze partij-en al betrokken in een overleg rond onderwijsen/of een jeugdoverleg.

De gemeente probeert doorgaans alle betrokke-nen samen te brengen om te zorgen dat er eengezamenlijk gedragen Lokale Jeugd Agendageformuleerd wordt. Dit is vaak een moeizameoperatie die veel tijd kan vragen en vaak de nodi-ge hobbels moet passeren.

13

[De verbinding tussen onderwijsbeleid enz.]

11 Bron: Gemeente ’s-Hertogenbosch(2004). Onderwijsbe-leidsplan (meer kan-sen voor kinderen2005-2010).’s-Hertogenbosch.

12 Bron: Gemeente Rijs-wijk (2008). Kader-nota jeugd- enonderwijsbeleid2008-2010. Rijswijk.

13 Bron: GemeenteMiddelburg (2007).Opgroeien in Balans.Middelburg.

14 Oberon, 2009. Nieu-we ontwikkelingenop de lokale educa-tieve agenda,Utrecht; Oberon

Quote gemeente Middelburg: Opgroeien gaatmet vallen en opstaan en dat geldt niet alleenvoor jongeren, maar ook voor het beleid.Opgroeien en opvoeden is niet alleen een ver-antwoordelijkheid van de jeugd en de ouders,maar ook een maatschappelijke verantwoorde-lijkheid. De overheid heeft daarin een nadruk-kelijke taak. Het gaat dan om het zorgen voorbasisvoorzieningen zoals kinderopvang, onder-wijs, gezondheidszorg en een veilige leefomge-ving13.

Quote gemeente Enschede: Het is belangrijk omniet te onderschatten hoe belangrijk bijvoor-beeld scholen zijn binnen het integrale jeugd-beleid en je moet ook vooral het samenwer-kingsproces niet onderschatten.

Oberon-LEA-Jeugbeleid1109-binnen 24-11-09 12:55 Pagina 13

Page 16: LOKALE EDUCATIEVE AGENDA EN LOKAAL JEUGDBELEID · netwerken van gemeenten, schoolbesturen en overige partners. ... slot geven we aan hoe gemeenten onderwijsbe- ... zorg in en om de

Als er een goed samenwerkingsproces ontstaaten men het eens wordt over de belangrijksteonderwerpen voor de Lokale Jeugd Agenda, iseen belangrijke stap gezet. De volgende stap isom de samenwerking om te zetten in concreetbeleid op de overeengekomen onderwerpen.

Sommige gemeenten vragen een externeinstantie om te helpen bij het inventariseren vanbelangrijke onderwerpen. Deze kan de regie toe-

bedeeld krijgen en zorgen dat alle betrokkenpartijen, inclusief de gemeente, een inbrenghebben in wat er op de LJA komt. Een reden hier-voor kan zijn dat de gemeente constateert dat erveel partners bij het jeugdbeleid betrokken zijnmet veel verschillende ideeën en belangen,waardoor het organisatorisch een complexesituatie is. De gemeente wil meestal echter welde partij blijven die uiteindelijk de agendaopstelt aan de hand van de door het onafhanke-lijke bureau vastgestelde verschillende thema’s.

Hoe houd je de agenda beheersbaar?

Binnen het jeugdbeleid is alles met alles te ver-binden, omdat alles met alles samenhangt.Maar dat maakt het geheel zeer ingewikkeld,misschien wel te ingewikkeld. De vraag is danook hoe je het beleid beheersbaar houdt.

Om het beleid beheersbaar te houden, wordt inveel gemeenten een beperkt aantal onderwer-pen gekozen die echt op de agenda komen enwaar dus ook heel concreet aan gewerkt gaatworden. De ‘Brede School’ is een onderwerp datvaak centraal wordt gesteld omdat er veel speci-fieke thema’s in kunnen worden ondergebrachten omdat het van nature een overbrugging

14

[Lokale educatieve agenda en lokaal jeugdbeleid]

Quote gemeente Delft: Om de doelstellingenvan het Delftse jeugdbeleid te kunnen realise-ren, zullen wij systematisch op alle beleidster-reinen nagaan welke aspecten van het beleidbetrekking hebben op kinderen en jongeren enof het beleid past binnen de visie die in dezejeugdnota wordt verwoord. Jeugdbeleid werktalleen vanuit een gezamenlijke verantwoorde-lijkheid van kinderen en jongeren, ouders, bur-gers, gemeente en partnerorganisaties15.

Quote gemeente Leeuwarden: Voordeel van hetinhuren van een onafhankelijk bureau om debelangrijkste punten te inventariseren is dat degemeente gedurende dit proces op hetzelfdeniveau staat als alle andere betrokken partijenen hen niet verweten kan worden dat ze teveelregie voeren.

Quote gemeente Noordenveld: Het inventarise-ren van de speerpunten levert vaak veel op. Ineen kleine gemeente zoals Noordenveld kangenoeg ambitie zijn voor de gemeente Amster-dam.

Quote gemeente Rijswijk: Aanbeveling is om tekomen tot integrale onderwerpen (vanuit hetkind opereren en niet vanuit de benoemdebeleidsterreinen), maar wel in het zicht te hou-den dat er verschillende krachten (middelen -stromen, machtsdiscussies) onder liggen. Datbetekent dat er praktisch ook stappen gezetmoeten kunnen worden als er niet direct over-eenstemming met bijvoorbeeld schoolbesturenworden bereikt. In Rijswijk is dat vorm gegevendoor het benoemen van 3 centrale onderwerpenmet daaronder actiepunten. Sommige actie-punten kunnen direct tot uitwerking leiden,aangezien het een regierol van de gemeentebetreft waarvoor ook de middelen beschikbaarzijn. Andere zullen in overeenstemming metschoolbesturen kunnen worden uitgewerkt, infeite in het kader van de LEA. Zo combineer jebeide terreinen, met inachtneming van de‘opdracht’ van de LEA, maar behoud je de prak-tische uitvoeringsmogelijkheden.

15 Bron: GemeenteDelft (2008). DeDelftse jeugd aanzet. Delft.

Oberon-LEA-Jeugbeleid1109-binnen 24-11-09 12:55 Pagina 14

Page 17: LOKALE EDUCATIEVE AGENDA EN LOKAAL JEUGDBELEID · netwerken van gemeenten, schoolbesturen en overige partners. ... slot geven we aan hoe gemeenten onderwijsbe- ... zorg in en om de

biedt voor onderwijs en jeugdbeleid. Onderwer-pen die al in uitvoering zijn, komen dan bijvoor-beeld niet op de agenda, omdat het niet nodig ishier opnieuw over te overleggen. Zo kan het zijndat er in een gemeente reeds beleid is ten aan-zien van het multifunctioneel gebruik vanonderwijsvoorzieningen, waardoor hier nietopnieuw beleid voor gemaakt hoeft te worden,maar het huidige gewoon voort kan wordengezet. Andere onderwerpen worden wel ‘geno-teerd’, maar zijn niet zo urgent dat er op kortetermijn actie op moeten worden genomen. Zowordt er aan de Jeugd Agenda, met een groteverscheidenheid van onderwerpen, een beperktactieprogramma gekoppeld waaraan echt gaatworden gewerkt.

Is er verschil tussen kleine en grote gemeenten?

De verbinding van het onderwijsbeleid en hetjeugdbeleid vertoont doorgaans verschillen tus-sen kleine en grote gemeenten. Dit heeft ondermeer te maken met aard en omvang van de pro-blemen en thema’s en met organisatorische enfinanciële aspecten. Door beperkingen in budgeten ambtelijke slagkracht hebben kleine gemeen-ten minder mogelijkheden voor eigen beleids-ontwikkeling. Een voordeel is soms wel weer datdeze beperkingen het makkelijker maken voorde gemeente om een stapje terug te doen enandere partijen een grotere rol te geven. Zowordt de agenda in een kleinere gemeente eer-der een gezamenlijk gedragen product. Het aan-tal partijen is in kleine gemeenten ook kleiner,wat het gemakkelijker maakt om deze bij elkaarte krijgen en afspraken mee te maken. Het inte-graal werken komt soms ook makkelijker van degrond, omdat er één of enkele ambtenaren zijnbelast met de beleidsontwikkeling. Zij kunnenhet gehele beleidsterrein op gemeentelijkniveau overzien en de onderdelen aan elkaarrelateren, mits het niet al te omvangrijk engecompliceerd wordt. Kleinere gemeentenbeperken zich doorgaans – ook wel noodge-dwongen – tot een beperkt aantal onderwerpenom de agenda meer beheersbaar te houden.

Hoe geef je gemeenschappelijke verantwoorde-lijkheid vorm? Hoe ziet de overlegstructuur eruit? En welke rol neemt de gemeente zelf in deoverlegstructuur op?

Zodra de onderwerpen van het beleid zijn vast-gesteld, worden in de meeste gemeenten een ofmeer stuurgroepen ingesteld met daaronderenkele werkgroepen om de onderwerpen verderuit te werken. Vaak werken deze stuurgroepenaan het jeugdbeleid voor een bepaald leeftijds-bereik, bijv. van 0-12 jaar en van 12 jaar en ouder.Een stuurgroep kent doorgaans een vastesamenstelling, bestaande uit bestuurders vanbetrokken partijen, inclusief de gemeente eneventueel een onafhankelijk bureau om degelijkwaardigheid van de partijen te waarbor-gen. De gemeente is niet per definitie de trekkervan een stuurgroep, hoewel dat de meest voor-komende werkpraktijk is. Ook de werkgroepenbestaan uit verschillende betrokken partijen,maar de gemeente maakt hier niet altijd deelvan uit en ze kennen veelal een wisselendesamenstelling. Afhankelijk van het onderwerpdat uitgewerkt moet worden, zullen de belang-rijkste uitvoerende betrokkenen van de verschil-lende partijen er deel van uit maken. Er zijn ook enkele gemeenten die alleen metstuurgroepen werken en daaronder geen apartewerkgroepen aanstellen. In deze gemeentenheeft de stuurgroep dan geen vaste samenstel-ling, maar wordt gekeken naar het onderwerpdat centraal staat en worden de belangrijkstebetrokkenen uitgenodigd om deel te nemen aande stuurgroep.

Wat is de rol van de politiek?

Er is geld nodig om jeugdbeleid uit te kunnenvoeren, dus de politiek speelt hierbij altijd eenrol. De gemeenteraad kan betrokken worden bijhet jeugdbeleid door deze goed geïnformeerd tehouden. Dit gebeurt veelal door een werkbezoekte organiseren of de raadsleden uit te nodigenvoor een tussentijdse opbrengstendag, waarinmet de uitvoeringspartners de voortgang wordtgeëvalueerd. Het werkt vaak ook goed om een

15

[De verbinding tussen onderwijsbeleid enz.]

Oberon-LEA-Jeugbeleid1109-binnen 24-11-09 12:55 Pagina 15

Page 18: LOKALE EDUCATIEVE AGENDA EN LOKAAL JEUGDBELEID · netwerken van gemeenten, schoolbesturen en overige partners. ... slot geven we aan hoe gemeenten onderwijsbe- ... zorg in en om de

notitie op te stellen waarin het beleid wordtbeschreven en uitgelegd en een aantal optiesvoor de toekomst wordt voorgelegd zonder dathier meteen over moet worden beslist en zonderdat er financiële gevolgen aan zijn gekoppeld.Dit stimuleert dat er over jeugdbeleid in degemeenteraad wordt gesproken en nagedacht,even los van politieke pressies en budgettaireoverwegingen. Gesteld moet worden dat jeugd-beleid en onderwijsbeleid nog niet altijd de poli-tieke prioriteit krijgen die ze eigenlijk zoudenverdienen. Er treedt hier wel een geleidelijke ver-betering op maar de politieke belangstellingvoor jeugdzaken is vaak nog afhankelijk van debetrokkenheid van individuele raadsleden enwethouders en is ook vaak wisselvallig.

16

[Lokale educatieve agenda en lokaal jeugdbeleid]

Voorbeeld uit: gemeente Noordenveld, Jeugdagenda Noordenveld 2008-2010

De algemene doelstelling is vertaald in een aan-tal hoofddoelen. Door binnen deze hoofddoeleneen prioritering aan te brengen is een viertal pro-grammalijnen geformuleerd.

Algemene doelstellingOptimale ontwikkelingskansen bieden zodat jeug-digen (0-23 jaar) in Noordenveld zich kunnen ont-wikkelen tot gezonde zelfstandige burgers die vol-waardig deelnemen aan de samenleving.

ProgrammalijnenProgramma 1: Sluitende aanpak op lokaal niveau0-23 jarigen • info en advies• verbeteren signaleren en toeleiding• verbeteren licht pedagogische hulpverlening• verbeteren zorgcoördinatie• doorontwikkelen van het Jeugdpunt Noorden-

veld en Centrum Jeugd en Gezin

Programma 2: Goede start: realiseren van bre-de taalontwikkeling en doorgaande ontwikke-lingslijn 0-6 jarigen• aanbieden van voor- en vroegschoolse voorzie-

ningen• verbeteren doorlopende leerlijnen• sluitende aanpak van hulpverlening op lokaal

niveau

Programma 3: Goede schoolloopbaan vooriedereen: doorlopende schoolloopbaan(nadruk op 12-18 jarigen)• verbeteren en stroomlijnen van een sluitende

registratie primair-/voortgezet onderwijs• verbeteren koppeling zorgstructuur onderwijs-

jeugdpunt Noordenveld (CJG)• verbeteren doorlopende leerlijnen tussen pri-

mair envoortgezet onderwijs• sluitende aanpak van hulpverlening op lokaal

niveau

Programma 4: Iedereen aan de slag: het bege-leiden naar startkwalificatie en naar werk• het bestrijden van schoolverzuim en voortijdig

schoolverlaten• sluitende aanpak: werkleerplicht• verbeteren aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt• sluitende aanpak van hulpverlening op lokaal

niveau

Oberon-LEA-Jeugbeleid1109-binnen 24-11-09 12:55 Pagina 16

Page 19: LOKALE EDUCATIEVE AGENDA EN LOKAAL JEUGDBELEID · netwerken van gemeenten, schoolbesturen en overige partners. ... slot geven we aan hoe gemeenten onderwijsbe- ... zorg in en om de

17

Oberon-LEA-Jeugbeleid1109-binnen 24-11-09 12:55 Pagina 17

Page 20: LOKALE EDUCATIEVE AGENDA EN LOKAAL JEUGDBELEID · netwerken van gemeenten, schoolbesturen en overige partners. ... slot geven we aan hoe gemeenten onderwijsbe- ... zorg in en om de

4.1 Inleiding

In de voorgaande paragrafen hebben we vooralgekeken naar de huidige gemeentelijke praktijkbij de ontwikkeling van lokaal onderwijsbeleiden lokaal jeugdbeleid en het leggen van eenrelatie tussen beide. Veel gemeenten werkenaan de ontwikkeling van een integraal jeugdbe-leid. Dat krijgt vooral vorm in organisatorischezin, doordat er een wethouder is met een porte-feuille jeugdbeleid, en door de inrichting van eenambtelijke eenheid die zich bezighoudt metjeugdbeleid of met maatschappelijke ontwikke-ling in bredere zin. Ook is er een tendens datgemeenten een beleidsnota schrijven voor hetjeugdbeleid, waar onderwijsthema’s wel eenbelangrijk deel van uitmaken, maar waar ooknaar de jeugd in al haar levenssferen wordtgekeken. De eerste ervaringen met de ontwikke-ling van een meer integraal gemeentelijk jeugd-beleid wijzen erop dat het inslaan van de weghier naar toe mooie vergezichten biedt, maartoch ook wel een aantal lastige passages kent ensoms dicht bij een ravijn komt. We willen hierenkele aandachtspunten rond de ontwikkelingvan meer integraal jeugdbeleid benoemen ennader uitwerken.

4.2 Kenmerken van integraal

jeugdbeleid

Wat er wordt verstaan onder jeugdbeleid kanheel verschillend zijn. Veel Westerse landen zijnbezig met de ontwikkeling van een jeugdbeleid,maar definities en nadere invullingen lopensterk uiteen. Onderstaande tabel geeft een tien-

tal criteria voor integraal jeugdbeleid weer. Omte kunnen spreken van een integraal jeugdbeleid

18

4AANDACHTSPUNTEN ROND DE VERBINDING TUSSEN LOKAAL ONDERWIJS- EN JEUGDBELEID

16 Kloprogge, J. Policyframeworks forYouth. 2008. Anexploration of (inte-grated) youth poli-cies with specialattention to theNetherlands, Canadaand Greece, Paris;OECD

Gering Me dium Hoog

Een breed leeftijds -bereik van 0-23 jaar

Bestrijkt alle levens -sferen van jongeren

Beleid op nationaal,regionaal en lokaalniveau met hogemate van afstem-ming

Participatie en jongeren

Sluit zowel pro -bleem oplossendeals positieve actiesin

Is consistent envraaggericht

Hoge mate van preventie

Is continu en structureel van aard

Is gebaseerd opbreed gedragen visieen doelstel lingen

Omvat monitoringen evaluatie

Criteria voor integraal jeugdbeleid16

Oberon-LEA-Jeugbeleid1109-binnen 24-11-09 12:55 Pagina 18

Page 21: LOKALE EDUCATIEVE AGENDA EN LOKAAL JEUGDBELEID · netwerken van gemeenten, schoolbesturen en overige partners. ... slot geven we aan hoe gemeenten onderwijsbe- ... zorg in en om de

moet op een aantal van deze criteria een hogescore worden bereikt. Het schema is vooral ont-wikkeld met het oog op (inter)nationaal jeugd-beleid, maar is ook bruikbaar op gemeentelijkniveau.

Er zijn momenteel nog nauwelijks situaties teonderkennen, ook in internationaal perspectief,waar er sprake is van echt geïntegreerd jeugdbe-leid. In veel landen wordt jeugdbeleid bijvoor-beeld beperkt tot het leeftijdsbereik vanaf 12jaar. Participatie van jongeren bij het beleid isvaak een moeizame affaire. Monitoring en evalu-atie van het beleid is een stuctureel zwak onder-deel van jeugdbeleid. Bovenstaand schema kan dienstig zijn om tebepalen in hoeverre er al vorderingen zijngemaakt met de integralisering van jeugdbeleiden waar punten liggen om verder aan te werken.Daarmee is niet gezegd dat een hogere matevan integratie altijd beter is dan een lagere matevan integratie. Dat is afhankelijk van factoren alspolitieke haalbaarheid, de kwaliteit van de lokalesociale infrastructuur en van de beschikbaarheid

van financiële middelen. De positiebepaling vanNederland op landelijk niveau op dit schemavereist een zorgvuldige internationale vergelij-king. Aan de meeste criteria wordt wel aandachtbesteed en er wordt geprobeerd voortgang teboeken, Ten opzichte van enkele jaren geleden iser duidelijk veel progressie, zoals ook uit de eer-ste delen van deze notitie blijkt.

4.3 Typering van het jeugdbeleid

in Nederland

Het jeugdbeleid in Nederland heeft in vergelij-king met dat in andere landen een aantal speci-fieke kenmerken. Het betreft hier zowel sterkepunten als mogelijke zwakke punten, in iedergeval opvallende punten die laten zien dat nietalles zoals het in Nederland wordt gedaan, hele-maal vanzelfsprekend is. We besteden hier in hetkort aandacht aan deze kenmerken.

Veel geld en expertise

In vergelijking met het jeugdbeleid in veel ande-

19

[Aandachtspunten rond de verbinding enz.]

Voorbeeld uit: Provincie Overijssel, Overijssel begint bij de jeugd. De jeugdagenda 2009-2012 vangemeenten en provincie Overijssel in een notendop.

Uitgangspunten jeugdagenda:

1. Ouders krijgen hulp bij het opvoeden.Iedere gemeente bouwt een Centrum voorJeugd en Gezin, een plek waar iedereen metvragen over opvoeden terecht kan.

2. Geen wachtlijsten en minimale wachttijden.De klant wordt zo snel mogelijk geholpen enwe zorgen voor voldoende zorgaanbod voorjeugd en gezin.

3. Niet meer van het kastje naar de muur.De klant ondervindt geen hinder van de inzetvan verschillende organisaties en geldstromen.

4. Eigen kracht van groot belang.Kinderen horen zoveel mogelijk in de eigensociale omgeving op te groeien.

5. Hulpverleners verstaan elkaar.Er wordt zoveel mogelijk met dezelfde metho-den en instrumenten gewerkt.

6. Meten is weten.Wij gaan informatie verzamelen en uitwisse-len om de effectiviteit van ons beleid in kaartte brengen. Aan de hand van deze informatiewordt, zo nodig, het jeugd(zorg)beleid bijge-steld.

Oberon-LEA-Jeugbeleid1109-binnen 24-11-09 12:55 Pagina 19

Page 22: LOKALE EDUCATIEVE AGENDA EN LOKAAL JEUGDBELEID · netwerken van gemeenten, schoolbesturen en overige partners. ... slot geven we aan hoe gemeenten onderwijsbe- ... zorg in en om de

re landen is er voor jeugdbeleid in Nederlandrelatief veel geld beschikbaar. Er is in de loop derjaren ook veel expertise ontwikkeld en beschik-baar, zowel in kringen van landelijk en lokaalbeleid als in onderzoek en ondersteuning. Datmaakt het mogelijk het jeugdbeleid breed in tezetten en aan veel van de bovengenoemde crite-ria aandacht te besteden. Zo richten het lande-lijk en het lokaal jeugdbeleid zich op een breedleeftijdsbereik, is er veel ruimte voor participatievan jongeren bij de beleidsontwikkeling enbeleidsuitvoering en worden er op een aantalonderdelen structureel cijfers verzameld. In ditverband worden er in het beleid van het ministe-rie van Jeugd en Gezin ook ambities geformu-leerd om de participatie van jongeren te verster-ken en bij nieuwbouwwijken bijv. een kindvrien-delijke omgeving te scheppen ( 3 per cent van degrond bij nieuwbouwwijken voor speelgelegen-heid). In vergelijking tot het buitenland is er ookredelijk veel aandacht voor monitoring17, hoewelmeer diepgaande onderzoek naar kwesties rondjongeren ook in Nederland schaars is. Gemeen-ten en landelijke overheid lijken eerder bereid inde buidel te tasten en in jeugd te investeren danin ons omringende landen het geval is.

Accent op problemen en zorg

Jeugdbeleid is in Nederland een zorgelijke aan-gelegenheid. Het beleid concentreert zich inhoge mate – zij het niet exclusief – op proble-men en heeft daarbij een voorkeur voor de ern-stige en multipele problemen. In nota’s over hetjeugdbeleid overheerst dan ook vooral een som-bere en zorgelijke toon aan. Kloprogge karakteri-seert in een column in Didaktief (2008) hetjeugdbeleid als volgt;

‘Ons jeugdbeleid loopt over van zorgvragen enzorgketens, indicatieorganen, multi problemgezinnen, en wrap around care. Als jongere benje in Nederland ofwel een acuut probleem, ofweleen aankomend probleem ofwel een potentieelprobleem.’

Ook in internationale beschouwingen wordt het

vaderlands jeugdbeleid gerubriceerd onder decategorie ‘protective model’18. Jongeren wordenin dit model gezien als kwetsbaar. Jongeren metachterstanden en problemen krijgen bijzondereaandacht. Dit is een geheel andere lijn dan bij-voorbeeld het universalistisch model dat inScandinavië overheersend is. In dat model staanautonomie, ontwikkeling en politiek engage-ment van jongeren veel meer voorop. Het jeugd-beleid richt zich daar echter ook vooral op hetleeftijdsbereik vanaf 12 jaar. De accentuering vande meer problematisch kanten van het jeugdbe-leid heeft tot gevolg dat sommige topics, die inandere landen wel worden opgenomen in hetjeugdbeleid, in Nederland relatief weinig aan-dacht krijgen. Te noemen zijn hier de voorberei-ding van jongeren op het ondernemerschap, cul-turele activiteiten voor jongeren of vormen vanvrijwilligerswerk.

Terughoudende overheden

Zowel de landelijke als lokale overheden laten inNederland veel beleidsruimte over aan hetmaatschappelijk middenveld. Schoolbesturen,maar ook kinderdagverblijven en peuterspeelza-len, instellingen uit de gezondheidszorg en cul-turele instellingen zoals bibliotheken spelen eenbelangrijke rol bij de ontwikkeling en uitvoeringvan onderwijs- en jeugdbeleid. Overheden grij-pen pas in als ze de indruk hebben dat zakenstructureel niet goed lopen. We zien bij de lokaleeducatieve agenda dat het Rijk hier in eersteinstantie gemeenten en schoolbesturen de vrijehand liet bij het bepalen van de inhoud van deagenda. Al vrij snel voelde de landelijke overheidzich echter genoodzaakt om onderwerpen tenoemen waarover verplicht moest wordengesproken en participanten aan te wijzen dieaan het overleg moeten deelnemen. De verhou-ding tussen overheden en het maatschappelijkmiddenveld blijft onvermijdelijk enige spannin-gen opleveren. Zo zijn wethouders van groteregemeenten van oordeel dat ze meer greep zou-den moeten hebben op de kwaliteit van hetonderwijs en vragen ze om instrumenten omzwakke scholen te kunnen aanpakken. In het in

20

[Lokale educatieve agenda en lokaal jeugdbeleid]

17 De Zeeuwse jeugd-monitor ( zie websi-tehttp://www.scoopzld.nl/index_adv.php?pid=&sid=74&nid=0/ )is ook internationaalgezien een van demeest geavanceer-de. Een vergelijkbaremonitor wordt nu inDrenthe voorbereid.

18 Bendit, R. en B. Rink(2008). Youth policyin EU countries; whatdoes politics do foryoung people inEurope, DJI bulletin,special English edi-tion.

Oberon-LEA-Jeugbeleid1109-binnen 24-11-09 12:55 Pagina 20

Page 23: LOKALE EDUCATIEVE AGENDA EN LOKAAL JEUGDBELEID · netwerken van gemeenten, schoolbesturen en overige partners. ... slot geven we aan hoe gemeenten onderwijsbe- ... zorg in en om de

juni 2009 ingediende wetsontwerp ‘Ontwikke-lingskansen door Kwaliteit en Educatie’, wordtgezocht naar ruimte om hier tot een goedebalans te komen

4.4 Integraal jeugdbeleid in

Nederland

De ontwikkeling van integraal jeugdbeleid inNederland in de komende jaren zal voortbouwenop de huidige stand van zaken, zoals we die heb-ben geschetst in hoofdstuk 3, en mede wordengekleurd door de aandachtspunten die we hier-boven hebben beschreven. Een integraal beleidvereist dat er evenwichtig aandacht wordt gege-ven aan de verschillende leeftijdsgroepen bin-nen de jeugd en dat het beleid zowel preventie,curatie als stimulerende elementen bevat.

Dat is een complexe opgave. De Raad voor Maat-schappelijke ontwikkelingen19 constateerde in2008 dat de vele integrale afstemmingsverplich-tingen zorgen voor een eenzijdige nadruk opsturings- en organisatievraagstukken, eenopeenstapeling van coördinatielagen en minderhandelingsvrijheid op uitvoeringsniveau. DeRaad adviseert om het streven naar een integra-le eindoplossing van ontkokering te vervangendoor een meer pragmatische omgang met orga-nisatieproblemen als gevolg van verkokering.In het volgende hoofdstuk geven we enkele sug-gesties hoe gemeenten en hun partners dezeuitdaging kunnen aangaan en verdere stappenkunnen zetten op de weg naar een geïntegreerdjeugd- en onderwijsbeleid.

21

[Aandachtspunten rond de verbinding enz.]

19 Raad voor Maat-schappelijke Ontwikke-ling, 2008. Slim organi-seren voor meer regel-ruimte, Dan Haag; RMO

Oberon-LEA-Jeugbeleid1109-binnen 24-11-09 12:55 Pagina 21

Page 24: LOKALE EDUCATIEVE AGENDA EN LOKAAL JEUGDBELEID · netwerken van gemeenten, schoolbesturen en overige partners. ... slot geven we aan hoe gemeenten onderwijsbe- ... zorg in en om de

5.1 Inleiding

De verdere ontwikkeling van integraal jeugdbe-leid vereist sterke en betekenisvolle verbindin-gen tussen sterke schakels en een consistenteen werkbare uitwerking van de gemeentelijkeregierol. We werken de belangrijkste elementendaarvan nader uit.

5.2 Een kwestie van verbinden

Zowel in Nederland als in andere Europese lan-den wordt geleidelijk aan de noodzaak en hetbelang van een integraal jeugdbeleid steedsmeer gevoeld. Vanuit de Europese Unie is al heelveel werk gedaan om de beleidsmatige aan-dacht voor de jeugd te versterken. In de 2e helftvan 2009 zal aandacht voor het jeugdbeleid ver-der worden gestimuleerd. Zweden is in de twee-de helft van 2009 voorzitter van de EuropeseUnie en gaat dan veel aandacht besteden aanhet onderwijs- en jeugdzaken20. Dat blijkt uithet werkplan dat het land onlangs presenteerde.Zo wil Zweden aandacht besteden aan beterecondities voor goed onderwijs voor migranten.Ook het bevorderen van toegang tot cultuur enmedia voor kinderen en jongeren staat op deagenda.Tijdens de Europese Top van onderwijs- enjeugdministers in november 2009 zullen afspra-ken worden gemaakt over de te volgen richtingvan het gezamenlijke jeugdbeleid in Europa.

De kern van jeugdbeleid is dat de overheid eenverbinding maakt met de leefsfeer van kinderenen jongeren. Zeker als we dat jeugdbeleid inte-

graal vorm willen geven, moet het gericht zijnop alle jongeren en aandacht geven aan zowelde preventieve en curatieve aspecten (gericht ophet voorkomen en oplossen van problemen vanjongeren) als aan het stimuleren van jongeren.Bij dat stimuleren kan het gaan om talent -ontwikkeling, een verrijkend aanbod van educa-tie, sport en cultuur, om een aansprekend aan-bod van voorzieningen, om leefstijl en welbevin-den. De beleidsnota ‘Onze jeugd van tegenwoor-dig’ gaat al een eind in deze richting, richt zichop alle jongeren en besteedt ook aandacht aanbijvoorbeeld leefstijl, gedrag en welbevinden vanjongeren. Een interessante en brede jeugdagen-da is ook ontwikkeld in Duitsland, waar men oplandelijke niveau wil werken aan;• betere samenhang tussen gezin en werk (dag-

arrangementen);• betere samenwerking tussen jeugdwelzijns-

voorzieningen en scholen;• betere sociale en beroepsmatige integratie van

jongeren uit migrantengroepen of achters-tandssituaties;

• een beter aanbod van mogelijkheden tot com-binaties van informeel en formeel leren;

• ombouw van scholen tot volledige dagscholen;• modernisering van het beroepsonderwijs;• modernisering van het hoger onderwijs.

De meeste punten van deze agenda zijn vanuitNederlands perspectief wel herkenbaar, maareen aantal thema’s die belangrijk zijn op deagenda van het ministerie van Jeugd en Gezinkomen we anderzijds niet tegen. Dit bevestigteens te meer dat het ontwikkelen van een inte-graal jeugdbeleid altijd contextgebonden is,

22

5VERDERE STAPPEN NAAR EEN INTEGRAAL JEUGDBELEID

20 Bron; websitehttp://www.eco3.nl

Oberon-LEA-Jeugbeleid1109-binnen 24-11-09 12:55 Pagina 22

Page 25: LOKALE EDUCATIEVE AGENDA EN LOKAAL JEUGDBELEID · netwerken van gemeenten, schoolbesturen en overige partners. ... slot geven we aan hoe gemeenten onderwijsbe- ... zorg in en om de

waarbij een selectie moet worden gemaakt uitde vele mogelijke betekenisvolle doelen. Ditgeldt op landelijk niveau, maar in nog veel ster-kere mate op gemeentelijk niveau. Welke verbin-dingen de overheid probeert te leggen richtingjongeren hangt in sterke mate af van wat alsurgente problemen wordt gevoeld en welkemogelijkheden men ziet om jongeren te stimu-leren tot bijv. een gezonde leefstijl, deelnameaan sport en cultuur, vrijwilligerswerk of onder-nemerschap. Een vergelijking van jeugdbeleid21

in enkele landen laat zien dat er tal van uiteenlo-pende interessante invullingen van jeugdbeleidzijn en dat men hier nog wel inspiratie kanopdoen door buitenlandse voorbeelden tebezien. Het stimuleren van ondernemerschap,uitdagende culturele evenementen en spannen-de vormen van mentoring kunnen hier wordengenoemd.

5.3 Over sterke en zwakke ketens

Waar gesproken wordt over integraal jeugdbe-leid, wordt ook gesproken over ketenbenadering.Deze twee begrippen zijn haast onlosmakelijkaan elkaar gekoppeld. Het kernpunt is hier datactoren in de verschillende leefwerelden vanjongeren, in het gezin, op school, in buurt ofwijk/vrije tijd gezamenlijk verantwoordelijkheidnemen voor de begeleiding van jongeren. Elkedeelnemende organisatie heeft zijn eigen aan-deel en draagt dus ketenverantwoordelijkheid.

Gemeenten maken deze ketenverantwoordelijk-heid meestal operationeel door een structureelnetwerk voor overleg op te zetten. Partners diedan worden genoemd zijn (voorbeeld gemeenteKessel); • alle verenigingen die jeugdigen in hun leden-

bestand hebben;• jongerenraad;• onderwijs, basisonderwijs en voortgezet

onderwijs;

23

[Verdere stappen naar een Integraal Jeugdbeleid]

21 Kloprogge, J. Policyframeworks forYouth. 2008. Anexploration of (inte-grated) youth poli-cies with specialattention to theNetherlands, Canadaand Greece, Paris;OECD

De jeugdagenda en onderwijsbeleid

In de jeugdagenda staan veel speerpunten dieraakvlakken hebben met het onderwijs. Het wasde bedoeling de integrale thema’s binnen hetonderwijsbeleid zoveel mogelijk in te bedden inde jeugdagenda. Gedurende de inspraakperiodebleek dat het onderwijsveld zich kan vinden in despeerpunten en algemene beleidsintenties van dejeugdagenda, maar dat meer tijd nodig is omonderling tot concrete afspraken te komen overSMART-doelstellingen, uitvoering en verantwoor-ding. Daarom is met hen afgesproken deze onder-werpen in 2008 verder uit te werken in een Loka-le Educatieve Agenda. Op de agenda staan diverse onderwerpen die inhet kader van (preventief) jeugdbeleid van belangzijn, zoals brede school, VVE, vroegsignalering,

schoolmaatschappelijk werk en de zorg in en omde school.

De jeugdagenda: 9 speerpunten

1. Jeugdigen moeten gezond en veilig kunnenopgroeien;

2. Geen kind tussen wal en schip: problemen sig-naleren en adequaat opvolgen;

3. Jongeren zijn aan het werk of volgen een oplei-ding;

4. Dagarrangementen ‘levensecht leren voor enna schooltijd’;

5. Bevorderen van ouderbetrokkenheid;6. Bevorderen van jeugdparticipatie;7. Jeugdvriendelijke wijken en stad;8. Bevorderen van de relatie tussen jong en oud;9. Realiseren van voldoende jongerenhuisvesting.

Voorbeeld uit: Gemeente Capelle aan den IJssel, Jeugdagenda 2008-2011.

Oberon-LEA-Jeugbeleid1109-binnen 24-11-09 12:55 Pagina 23

Page 26: LOKALE EDUCATIEVE AGENDA EN LOKAAL JEUGDBELEID · netwerken van gemeenten, schoolbesturen en overige partners. ... slot geven we aan hoe gemeenten onderwijsbe- ... zorg in en om de

• kinderopvang;• peuterspeelzaalwerk;• gezondheidszorg;• jeugdzorg / jeugdhulpverlening;• politie en justitie;• welzijn;• cultuur;• wonen en leefomgeving;• sociale zaken;• werkgelegenheid.

We zien in de praktijk dat het ontwikkelen vanintegraal jeugdbeleid op lokaal niveau nogaleens blijft steken in pogingen om een dergelijkeketen in te richten. En als het lukt een keten tevormen, kunnen er in de uitvoering problemenontstaan omdat er zwakke schakels in de ketenszijn. Een deel van de kritische opmerkingen vande Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling isook te herleiden tot te hoge ambities die leidentot een overdaad aan afstemmingsvraagstuk-ken. De Raad pleit er dan ook voor om niet pri-mair aandacht te geven aan afstemming encoördinatie, maar om uit een gevarieerd aanbodde op het moment meest gepast keuzen temaken.Veel pleit ervoor om kritisch te kijken naarmogelijke ketenpartners en om het beleid vooralin te zetten met sterke partners. Het is verstan-dig zwakke schakels eerst te versterken en pasdan in het beleid een plaats te geven als ze weersterk zijn. Schakels kunnen om allerlei redenenzwak zijn. Instellingen kunnen bestuurlijk weinigkrachtig zijn, er kan sprake zijn van conflicten,van reorganisaties of van financiële problemen.Het kan ook zijn dat een instelling wel sterk is,maar geen affiniteit voelt met het te voerenjeugdbeleid. In dat geval kan het wel een krachti-ge organisatie zijn, maar binnen het te voerenbeleid toch een zwakke schakel. Vanuit de erken-ning dat een keten zelden sterker kan zijn dan dezwakste schakel, is de ontwikkeling van integraaljeugdbeleid er bij gebaat als het wordt gebouwdmet behulp van sterke schakels. Het zal wellichtvan de gemeente enige krachtdadigheid vragenom, op zich voor het beleid relevante, instellin-gen tijdelijk geen plaats in het jeugdbeleid te

geven, maar de voortgang en doelmatigheid zalhier doorgaans wel erg mee zijn gediend. Er moet wel rekening mee worden gehoudendat de strategie om alleen met sterke schakels tewerken, kan betekenen dat sommige onderdelenvan het jeugdbeleid tijdelijk niet tot uitvoeringkomen. Als de bibliotheek bijvoorbeeld een tijde-lijk zwakke schakel vormt, kan dat betekenen datactiviteiten waar de bibliotheek bij nodig is voor-lopig in de ijskast worden gezet.

5.4 Betekenisvolle verbindingen

De gemeente neemt dus haar verantwoordelijk-heid in het leggen van verbindingen met jonge-ren en zij zorgt dat ze daarvoor gebruik maaktvan een netwerk of samenwerkingsverband vansterke schakels. Instellingen die een zwakkeschakel vormen en daarmee een risicofactorvoor het integraal jeugdbeleid zijn, wordenvoorshands buiten de keten gehouden. Het is nuzaak om te gaan werken aan betekenisvolle ver-bindingen. Betekenisvolle verbindingen zijn ver-bindingen die doelmatig en duurzaam bijdragenaan het oplossen van problemen waar jeugdi-gen en gezinnen mee te maken hebben of aanhet vergroten van de maatschappelijke kansenvan jongeren. Waar dergelijke verbindingen kun-nen worden gelegd, is vaak wel duidelijk. Te den-ken is aan de ontwikkeling van brede scholen,die een kader bieden voor verbindingen metvoor – en vroegschoolse educatie, kinderopvangen buitenschoolse opvang, die het mogelijkmaken nieuwe dagarrangementen en schooltij-den te ontwikkelen en die fysieke ruimte en tijdscheppen om een verrijkt aanbod aan jongerente bieden met sport, cultuur of andere al danniet educatief gekleurde activiteiten. Te denkenvalt ook aan verbindingen tussen onderwijs enjeugdzorg of aan het stimuleren van talentont-wikkeling of ondernemerschap. Bij al dezedomeinen valt op dat er al geen strikte scheidingmeer kan worden gemaakt tussen onderwijsbe-leid en jeugdbeleid. Het gaat steeds om domei-nen die wel gekoppeld zijn aan onderwijsvoor-zieningen, maar ook aan andere voorzieningenbinnen een breder jeugdbeleid. Er ontstaan in

24

[Lokale educatieve agenda en lokaal jeugdbeleid]

Oberon-LEA-Jeugbeleid1109-binnen 24-11-09 12:55 Pagina 24

Page 27: LOKALE EDUCATIEVE AGENDA EN LOKAAL JEUGDBELEID · netwerken van gemeenten, schoolbesturen en overige partners. ... slot geven we aan hoe gemeenten onderwijsbe- ... zorg in en om de

het echte leven steeds meer voorzieningen dieniet in een beleidsdossier zoals onderwijsbeleid,cultuurbeleid of opvangbeleid kunnen wordengestopt, maar die verschillende dossiers door-snijden. Deze voorzieningen vragen dus ook ommeer integraal beleid.

Om betekenisvol te kunnen zijn moeten de ver-bindingen duurzaam tot verbeteringen leiden.Het verjagen van hangjongeren uit winkelcentramet een mosquito is een anti-voorbeeld van hetleggen van een betekenisvolle verbinding, zoalsook de minister voor Jeugd en Gezin heeft opge-merkt22. Maar ook een aantal in gemeentengeïntroduceerde vormen van jeugdparticipatie isweinig betekenisvol. Een minimale voorwaardeom tot betekenisvolle verbindingen te komen, isdat er goed gekeken wordt naar de stand vankennis in het onderzoek op het betreffendedomein. Dan kan vanuit het beginsel ‘evidencebased’ worden gewerkt, waarbij wordt bezienwelke verbindingen meer of minder zijn onder-bouwd door onderzoek. Hoewel aan evidencebased werken verschillende invullingen wordengegeven23, is dit doorgaans een bijzonder nuttigwerkprincipe om de kwaliteit van integraaljeugdbeleid te versterken.Met behulp en inzet van een keten van sterkeschakels, aandacht voor eigentijdse ontwikkelin-gen in de leefwereld van jongeren en gezinnenen met een oog op wat evidence based is, kanIntegraal Jeugdbeleid effectief en duurzaamworden opgezet.

Het leggen van effectieve en duurzame verbin-dingen vereist steeds meer dat er een relatiewordt gelegd tussen het sociale beleid en hethuisvestingsbeleid. Nieuwe dag- en leefarrange-menten vereisen ook nieuwe concepten over deinrichting en het beheer van gebouwen.Woningcorporaties zijn vanuit deze optiek eennieuwe en zeer interessante partner in hetjeugd- en onderwijsbeleid. Dat brengt met zichmee dat ook in de beleidsontwikkeling vanjeugdbeleid rekening wordt gehouden met enaangesloten op de beleidstrajecten voor de vast-goedsector. Deze kennen een veel langere aan-

loop en andere procedures dan in jeugdbeleidgebruikelijk is. Vooruitdenken over een langereperiode zal door de verbinding met het vast-goedbeleid ook voor het jeugdbeleid en hetonderwijsbeleid een noodzaak worden.

5.5 De opdracht voor de gemeente

De rol van de gemeente in het lokaal onderwijsen jeugdbeleid is de laatste jaren herhaaldelijkaan veranderingen onderhevig geweest. Aan-vankelijk was deze overwegend faciliterend,daarna werd ze in toenemende mate regisse-rend. Momenteel is de rol van veel gemeenten inde praktijk vaak licht regisserend op basis vanbereikte consensus. De verhoudingen met deschoolbesturen worden vanuit het landelijkbeleid benoemd als gelijkwaardig en wederke-rig. In het wetsvoorstel ‘Ontwikkelingskansendoor Kwaliteit en Educatie’ wordt de doorzet-tingsmacht van de gemeente enigszins ver-sterkt, maar consensus blijft toch de belangrijk-ste basis voor het te voeren beleid. Deze gelijk-waardigheid in posities geldt voor schoolbestu-ren, maar niet per definitie voor alle partners inhet lokaal jeugd- en onderwijsbeleid. Degemeente heeft te maken met zeer uiteenlopen-de relaties met partnerorganisaties en met jon-geren zelf. Soms kan de gemeente een sterk stu-rende rol spelen, in andere situaties biedt eendienstverlenende opstelling meer perspectief.Vanuit een analyse van de ontwikkelingen op delokale educatieve agenda, kunnen de volgendestrategische richtpunten worden opgesteld voorde verdere ontwikkeling van lokaal integraaljeugdbeleid.

1. Het gemeentelijk jeugdbeleid dient jeugdge-richt te zijn. Dat lijkt een open deur maarhiermee wordt aangegeven dat het jeugdbe-leid zich blijvend dient te richten op de belan-gen, behoeften en vragen van de jeugd. Dit isnodig om doelmatig te kunnen werken envertrouwen bij de jongeren te krijgen. Een-maal ingezet beleid dient derhalve zichtbaartot een goed te einde te worden gebracht.Een aandachtspunt is dat het beleid zich richt

25

[Verdere stappen naar een Integraal Jeugdbeleid]

22 Toespraak ministerRouvoet, 15 juni2009 in Nieuws-poort, Den Haag

23 Sardes speciale edi-tie 2009. Ideeën overhet Bewijs voorOnderwijs. Een debatover de (on)mogei-lijkheden van eviden-ce based onderwijs inde praktijk, Utrecht;Sardes

Oberon-LEA-Jeugbeleid1109-binnen 24-11-09 12:55 Pagina 25

Page 28: LOKALE EDUCATIEVE AGENDA EN LOKAAL JEUGDBELEID · netwerken van gemeenten, schoolbesturen en overige partners. ... slot geven we aan hoe gemeenten onderwijsbe- ... zorg in en om de

op een zo groot mogelijk bereik onder jonge-ren, niet alleen op de meest zichtbare ofmeest actieve doelgroepen. De doelen vanhet jeugdbeleid zijn niet louter afgeleidenvan ander gemeentelijk (bijv. sociaal-econo-misch of huisvestings)beleid. Jeugdgericht isechter niet hetzelfde als vraaggericht. Jeugd-beleid moet natuurlijk rekening houden metbehoeften en uitgesproken wensen van jon-geren, maar betrekt, evenals andere vormenvan overheidsbeleid, ook andere overwegin-gen en belangen in de besluitvorming.

2. De gemeente is terughoudend in het op zichnemen van een sterk sturende rol in het kadervan haar regiefunctie. Zij neemt bij de ont-wikkeling van het beleid de tijd om te luiste-ren en te overleggen. Als er activiteiten wor-den ondernomen om jeugdbeleid te ontwik-kelen of tot uitvoering te brengen, hoeven dieniet per definitie vanuit de gemeente te wor-den geïnitieerd. Jongeren zelf of partnerorga-nisaties zijn vaak even goed of beter in staatom dit te doen dan het ambtelijk apparaat.Als de gemeenten in een te vroeg stadiumeen sturende rol op zich neemt of deze al tekrachtig inzet, kan dit een negatieve invloedhebben op de procesvorming. Het is vanbelang goed af te wegen of het wel nodig isveel te sturen (ook andere partijen kunnendeze rol vaak spelen) en of de omstandighe-den een sturende rol toelaten. Factoren diehierop van invloed zijn, zijn bijvoorbeeld deonderlinge verhoudingen tussen de gemeen-ten en andere spelers, de efficiency en een-duidigheid van de gemeentelijke organisatie,en de bereidheid van lokale partijen om zichactief in te zetten voor een gezamenlijkgedragen jeugdbeleid. De gemeente zou bijhet regisseren de volgende uitgangspuntenkunnen hanteren;a. de regie zoveel mogelijk richten op de

relatie tussen werkvelden, zoals tussenonderwijs en welzijn, onderwijs engezondheidszorg, welzijn en woningbouw

b. sturing door de gemeente zelf beperkentot situaties waar die echt nodig is en

meerwaarde oplevertc. sturing binnen de regiefunctie op te vat-

ten als een tijdelijke ingreep, tot anderepartijen hun eigen verantwoordelijkheidkunnen nemen. Dit kan betekenen dat degemeente in het jeugdbeleid haar regierol meer dienstverlenend invult en alleenzelf gaat sturen als de omstandighedendit mogelijk en nodig maken. Regisserenbetekent niet per definitie sturen, maarafwegen of ingrepen gewenst of vereistzijn om de beleidsontwikkeling of beleids-uitvoering goed te doen verlopen.

3. De gemeente kan in veel gevallen een positie-ve bijdrage leveren aan het jeugdbeleid doorde ontwikkelingen die zich in de praktijkafspelen te ondersteunen en hindernissen enproblemen op te lossen. Betekenisvolle ver-bindingen komen vaak in de uitvoering totstand, bijvoorbeeld daar waar gewerkt wordtaan brede scholen, dagarrangementen ennieuwe schooltijden. Gemeenten hoeven dieverbindingen niet zelf uit te vinden of aan tebrengen. Maar zij moeten die wel bestuurlijken ambtelijk ondersteunen. Anders gezegd:verbindingen buitenshuis vragen om verbin-dingen binnenshuis.

Gemeenten kunnen verbindingen tussen onder-wijs en jeugd aanzienlijk versterken en versnel-len door de interne en externe communicatie teverbeteren en interne cultuurverschillen tussenportefeuilles, diensten en afdelingen op te los-sen; binnen de sociale pijler en tussen de socialeen de fysieke pijler. Bijvoorbeeld door onderwijs,welzijn, kinderopvang, zorg, sport en cultuur opéén lijn te brengen of door multifunctioneelbouwen mogelijk te maken en de huisvestings-verordening daarop aan te passen. Integraaljeugdbeleid kan pas echt tot bloei komen alsbeleid en investeringen gericht op onderwijs,kinderopvang, welzijn, maatschappelijk werk,huisvesting en stedenbouw consistent in een-zelfde richting sturen.

5.6 Jeugd op de agenda

26

[Lokale educatieve agenda en lokaal jeugdbeleid]

Oberon-LEA-Jeugbeleid1109-binnen 24-11-09 12:55 Pagina 26

Page 29: LOKALE EDUCATIEVE AGENDA EN LOKAAL JEUGDBELEID · netwerken van gemeenten, schoolbesturen en overige partners. ... slot geven we aan hoe gemeenten onderwijsbe- ... zorg in en om de

In deze brochure hebben we geschetst hoeonderwijsbeleid kan worden verbreed naarjeugdbeleid. Dat impliceert dat de principes dieten grondslag liggen aan de Lokale EducatieveAgenda ook van toepassing zijn op de totstand-koming van een lokale jeugdagenda. Er zijn ech-ter ook verschillen. Een lokale jeugdagenda iszowel qua onderwerpen als qua betrokkenenomvangrijker en gecompliceerder dan een lokaleeducatieve agenda. Jeugdbeleid omvat in begin-sel de hele leefwereld van de jeugd, met inbegripvan wonen en vrijetijdsbesteding, lichamelijkeen geestelijke gezondheid en talentontwikke-ling. Het aantal instellingen en organisaties datzich hiermee bezighoudt en dus een partner vande gemeente kan zijn, is groot en gevarieerd.Met sommige heeft de gemeente een directesubsidierelatie. Andere opereren zelfstandig ofwerken in grotere regionale verbanden. Vanwe-ge deze complexiteit van het jeugdbeleid doetde gemeente er goed aan zorgvuldig af tewegen hoe ze haar beleid inricht, de verbindin-gen met de jeugd tot stand brengt en met

behulp van een sterk keten zonder zwakke scha-kels effectieve en duurzame verbindingen totstand brengt. Het op zich nemen van eennadrukkelijke regierol is hier niet altijd de besteoptie. Soms verdient een dienstverlenende enprobleemoplossende benadering de voorkeur.

5.7 Balans in het lokale

jeugdbeleid

Het schema in paragraaf 4.2 met de criteria voorintegraliteit van het jeugdbeleid is in eersteinstantie ontwikkeld voor internationale toepas-singen. Het is echter ook in licht aangepastevorm geschikt als instrument voor gemeentenom te zien hoe hun eigen jeugdbeleid is gestruc-tureerd, of het voldoende in balans is en of erongewenste lacunes in voorkomen. We nemenhier de tien criteria daarom door vanuit hetgemeentelijk perspectief.

27

[Verdere stappen naar een Integraal Jeugdbeleid]

Visie

In Delft willen we de komende tijd vanuit eenander perspectief naar de Jeugd kijken. Wij willenkinderen en jongeren positief benaderen, waarbijwe ervan uitgaan dat kinderen en jongeren naar-mate ze opgroeien zelf steeds meer keuzes kun-nen maken en daarmee ook zullen bijdragen aaneen vrolijker en sterker Delft. Jongeren moetenaanspreekbaar zijn op hun keuzes en van henmag verwacht worden dat ze meedoen en mee-helpen. Het stellen van grenzen hoort daarbij ener moet aandacht zijn voor tekorten in ontwikke-lingsmogelijkheden. Ieder kind is uniek en moetde kans hebben ergens haar of zijn hart in te leg-gen. Waarin precies is niet zo belangrijk, het gaater om dat ieder kind of iedere jongere meedoet enzich erkend weet.

Thema’s

Vanuit de visie leggen wij het accent op 11 thema’swaar de speerpunten van het beleid op wordengericht.• Jeugdparticipatie• Verantwoordelijkheid en opvoeden• Inclusieve samenleving en diversiteit• Opvang-educatie-werk• Cultuur als verbinding• Internationalisering• Ontmoeting op straat• Positie meisjes en meiden• Veiligheid in brede zin• Lifestyle en gezondheid/bewegen• Uitgaan

Voorbeeld uit: gemeente Delft, De Delftse jeugd aan zet. Nota jeugdbeleid Delft 2008 - 2011.

Oberon-LEA-Jeugbeleid1109-binnen 24-11-09 12:55 Pagina 27

Page 30: LOKALE EDUCATIEVE AGENDA EN LOKAAL JEUGDBELEID · netwerken van gemeenten, schoolbesturen en overige partners. ... slot geven we aan hoe gemeenten onderwijsbe- ... zorg in en om de

28

[Lokale educatieve agenda en lokaal jeugdbeleid]

10 criteria voor lokaal jeugbeleid

LeeftijdsbereikHoeveel aandacht gaat er uit naar jongeren van verschillende leeftijdscatego-rieën? In Nederland strekt lokaal jeugdbeleid zich meestal uit van 0-23 jaar. Devraag is hier of er gelijkmatig aandacht is voor jongere kinderen en ouderejeugd of dat er een impliciete of expliciete keuze is gemaakt om de aandachthet sterkst te richten op een bepaalde leeftijdscategorie. Bij actualisering vanhet beleid is het wenselijk deze keuze opnieuw te toetsen.

Bereik van levenssferenHier is de vraag of er een balans is in de aandacht voor de diverse levenssferen,zoals onderwijs, gezondheidszorg, wonen, werken en vrijetijdsbesteding. Hetgaat er niet om dat jeugdbeleid zich tot al die sferen moet uitstrekken, maarwel dat wordt bezien in welke sferen beleid nodig of wenselijk is.

Samenhang met landelijk beleid en regionale samenwerkingLokaal jeugdbeleid hoeft niet geïsoleerd binnen de gemeente te worden opge-zet. Inbedding in landelijk beleid en samenwerking en afstemming binnen deregio kan het lokale beleid meer kracht en mogelijkheden geven. Een check opsamenhang en samenwerking kan hier dienstig zijn.

Participatie van jongerenOp welke wijze worden jongeren betrokken bij de beleidsontwikkeling en –uitvoering en hoe werkt dit? Lukt het om jongeren in de breedte bij het jeugd-beleid te betrekken of blijft de participatie beperkt tot een selecte groep?

Probleemoplossend én positiefIs het lokaal beleid vooral gericht op probleemsituaties, zoals overlast, vanda-lisme, werkloosheid, achterstandenproblematiek of bevat het ook positieverichtpunten in de sfeer van sport, cultuur en stimulering ondernemerschap?

Consistent en vraaggerichtIs het jeugdbeleid, ook over meerdere raadsperioden heen, redelijk consistenten is het voldoende gericht op de behoeften en wensen van jongeren? Consis-tent betekent niet dat er geen veranderingen mogelijk zijn maar wel dat ereen herkenbare lijn in het beleid zit.

Hoge mate van preventieJeugdbeleid heeft doorgaans een preventieve en een curatieve kant. Een goedepreventieve aanpak kan de behoefte aan curatie verminderen. Vanuit de optiekdat voorkomen beter is dan genezen, moet preventief beleid voldoende aan-dacht krijgen.

1

2

3

4

5

6

7

Oberon-LEA-Jeugbeleid1109-binnen 24-11-09 12:55 Pagina 28

Page 31: LOKALE EDUCATIEVE AGENDA EN LOKAAL JEUGDBELEID · netwerken van gemeenten, schoolbesturen en overige partners. ... slot geven we aan hoe gemeenten onderwijsbe- ... zorg in en om de

29

[Verdere stappen naar een Integraal Jeugdbeleid]

Continu en structureelJeugdbeleid mag niet te ad hoc zijn. Er moet continu en structureel aan wor-den gewerkt vanuit het bredere gemeentelijk beleid. Als de continuïteit onvol-doende gewaarborgd is, wordt het vertrouwen bij de jeugd in het gemeente-lijk beleid ondergraven en valt het draagvlak voor het beleid weg.

Gebaseerd op een breed gedragen visie en doelstellingenDe visie op de jeugd en de doelstellingen van het beleid moeten veel steunhebben binnen de gemeente, bij de instellingen en bij de bevolking. Die steunkan moeilijk te verkrijgen zijn gegeven de verschillende visies op jeugd en deemoties die daarmee samenhangen. Een breed draagvlak voor het beleid iseen groot goed.

Omvat monitoring en evaluatieHet ontbreekt bij jeugdbeleid meer dan in andere beleidsdomeinen aan gege-vens om het beleid te onderbouwen, te verfijnen of te beoordelen. Voor eengoed en uitgebalanceerd lokaal jeugdbeleid is adequate informatievoorzie-ning onontbeerlijk. Monitoring en evaluatie verdienen daarom aandacht.

8

9

10

Oberon-LEA-Jeugbeleid1109-binnen 24-11-09 12:55 Pagina 29

Page 32: LOKALE EDUCATIEVE AGENDA EN LOKAAL JEUGDBELEID · netwerken van gemeenten, schoolbesturen en overige partners. ... slot geven we aan hoe gemeenten onderwijsbe- ... zorg in en om de

30

Oberon-LEA-Jeugbeleid1109-binnen 24-11-09 12:55 Pagina 30

Page 33: LOKALE EDUCATIEVE AGENDA EN LOKAAL JEUGDBELEID · netwerken van gemeenten, schoolbesturen en overige partners. ... slot geven we aan hoe gemeenten onderwijsbe- ... zorg in en om de

31

Bendit, R. en B. Rink (2008). Youth policy in EUcountries; what does politics do for Young peo-ple in Europe, in: DJI bulletin, special English edi-tion

Gemeente ’s-Hertogenbosch (2004). Onderwijs-beleidsplan (meer kansen voor kinderen 2005-2010). ’s-Hertogenbosch.

Gemeente Delft (2008). De Delftse jeugd aan zet.Delft.

Gemeente Middelburg (2007). Opgroeien inBalans. Middelburg.

Gemeente Noordenveld (2008). JeugdagendaNoordenveld 2008-2010. Noordenveld.

Gemeente Rijswijk (2008). Kadernota jeugd- enonderwijsbeleid 2008-2010. Rijswijk.

Kloprogge, J. (2008). Decentralisatie in het onder-wijsbeleid. Een historische analyse en een vooruit-blik in het kader van het LEA-ondersteuningstra-ject. Utrecht.

Ministerie van VWS (1994). Regie in de Jeugdzorg.Rijswijk.

Oberon (2006). De lokale educatieve agenda. Eenhandreiking lokaal onderwijsbeleid voor gemeen-ten. Utrecht.

Oberon (2008). Lokaal educatieve jaaragenda2008. Utrecht.

Programmaministerie Jeugd en Gezin (2007).Alle kansen voor alle kinderen. Programma 2007-2011. Den Haag.

Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling(2008). De ontkokering voorbij, slim organiserenvan meer regelruimte, Den Haag

Sardes (2008). Expertmeeting onderwijs enjeugdbeleid, dd 24 april 2008. Utrecht.

BIJLAGE 1: LITERATUURLIJST

Oberon-LEA-Jeugbeleid1109-binnen 24-11-09 12:55 Pagina 31

Page 34: LOKALE EDUCATIEVE AGENDA EN LOKAAL JEUGDBELEID · netwerken van gemeenten, schoolbesturen en overige partners. ... slot geven we aan hoe gemeenten onderwijsbe- ... zorg in en om de

32

Oberon-LEA-Jeugbeleid1109-binnen 24-11-09 12:55 Pagina 32

Page 35: LOKALE EDUCATIEVE AGENDA EN LOKAAL JEUGDBELEID · netwerken van gemeenten, schoolbesturen en overige partners. ... slot geven we aan hoe gemeenten onderwijsbe- ... zorg in en om de

Colofon

Tekst en samenstellingJo KloproggeMichiel van der GrintenWendy de Geus

VormgevingCas de Vries, Dvada, Utrecht

FotografieSijmen Hendriks, Utrecht

DrukUSP bv, Utrecht

ISBN/EAN978-90-77737-99-6

Deze uitgave maakt deel uit van het landelijke LEA-ondersteuningstraject en is financieel mogelijk gemaakt door het Ministerie van OCW.

© september 2009 Oberon, UtrechtNiets uit deze uitgave mag verveelvoudigd worden, op wat voor wijze dan ook, of opgeslagen worden in een gegevensbestandzonder voorafgaande schriftelijke toestemming.

Oberon-LEA-Jeugdbeleid1109-omslag 24-11-09 12:56 Pagina 3

Page 36: LOKALE EDUCATIEVE AGENDA EN LOKAAL JEUGDBELEID · netwerken van gemeenten, schoolbesturen en overige partners. ... slot geven we aan hoe gemeenten onderwijsbe- ... zorg in en om de

postbus 1423

3500 bk utrecht

tel. : 030 - 230 60 90

fax : 030 - 230 60 80

e-mail : [email protected]

internet : www.oberon.eu

onderzoek & advies

Oberon-LEA-Jeugdbeleid1109-omslag 24-11-09 12:56 Pagina 4