Logo van de regio Zuidoost Brabant - Helmond...de transitie jeugdzorg. Deze regionale samenwerking...

37
April, 2015 Samenwerkende Gemeenten Zuidoost- Brabant: Asten, Bergeijk, Best, Bladel, Cranendonck, Deurne, Eersel, Eindhoven, Geldrop-Mierlo, Gemert- Bakel, Heeze-Leende, Helmond, Reusel-De Mierden, Someren, Son en Breugel, Laarbeek, Nuenen, Oirschot, Valkenswaard, Veldhoven, Waalre.

Transcript of Logo van de regio Zuidoost Brabant - Helmond...de transitie jeugdzorg. Deze regionale samenwerking...

Page 1: Logo van de regio Zuidoost Brabant - Helmond...de transitie jeugdzorg. Deze regionale samenwerking is reeds in 2010 gestart. De regio is onderverdeeld in 6 subregio’s, namelijk De

April, 2015

Samenwerkende Gemeenten Zuidoost- Brabant:

Asten, Bergeijk, Best, Bladel, Cranendonck, Deurne, Eersel, Eindhoven, Geldrop-Mierlo, Gemert-

Bakel, Heeze-Leende, Helmond, Reusel-De Mierden, Someren, Son en Breugel, Laarbeek, Nuenen,

Oirschot, Valkenswaard, Veldhoven, Waalre.

Page 2: Logo van de regio Zuidoost Brabant - Helmond...de transitie jeugdzorg. Deze regionale samenwerking is reeds in 2010 gestart. De regio is onderverdeeld in 6 subregio’s, namelijk De

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave 2 1 Inleiding en regionale opgaven 2015 3 2 Opgave 1: Regionaal inkopen van jeugdzorg 5 3 Opgave 2: Komen tot een integrale regionale crisisdienst 9 4 Samenwerken op veiligheid 12 4.1 Inleiding Regiovisie “Aanpak Geweld in Huiselijke Kring en Kindermishandeling” 12 4.2 Opgave 3a: Veilig Thuis 12 4.3 Opgave 3b: Raad voor de Kinderbescherming 16 4.4 Opgave 3c: Jeugdbescherming en Jeugdreclassering 19 5 Samenwerken in de regio 21 6 Regionale begroting werkplan 21 voor de Jeugd - 2015 31 7 Jaarplanning Regionaal werkplan 2015 21 voor de Jeugd 33

Page 3: Logo van de regio Zuidoost Brabant - Helmond...de transitie jeugdzorg. Deze regionale samenwerking is reeds in 2010 gestart. De regio is onderverdeeld in 6 subregio’s, namelijk De

3

1 Inleiding en regionale opgaven 2015

Met de komst van de Jeugdwet zijn gemeenten per 1 januari 2015 bestuurlijk en financieel

verantwoordelijk voor preventie, ondersteuning, hulp en zorg aan kinderen, jongeren en hun

ouders bij opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen.

De gemeente is verantwoordelijk voor:

alle vormen van jeugdhulp, inclusief specialistische hulp aan kinderen en jongeren met

een verstandelijke beperking en/of psychiatrische aandoening;

de uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen;

de uitvoering van de jeugdreclassering.

Deze verantwoordelijkheden zijn vastgelegd in de nieuwe Jeugdwet. Gemeenten hebben een

zorgplicht.

Wat vooraf ging In de regio Zuidoost-Brabant werken de 21 gemeenten op een aantal terreinen samen rondom

de transitie jeugdzorg. Deze regionale samenwerking is reeds in 2010 gestart. De regio is

onderverdeeld in 6 subregio’s, namelijk De Kempen, A2 gemeenten, de Dommelvallei+, de

Peelregio, gemeente Eindhoven en de regio Best, Oirschot en Veldhoven.

De 21 gemeenten werken samen om diverse redenen. Er geldt een wettelijke verplichting tot

regionale samenwerking bij de organisatie van de Jeugdbescherming, Jeugdreclassering en Veilig

Thuis. Uit oogpunt van efficiency en effectiviteit werken de gemeenten samen bij de inkoop van

gespecialiseerde jeugdhulp. Uitgangspunt is om lokaal en/of subregionaal thema’s op te pakken

waar kan en regionaal waar nodig.

In 2011 zijn in de regio Zuidoost Brabant uitgangspunten voor de transformatie van het

jeugdzorgstelsel geformuleerd. Op basis van deze uitgangspunten is in 2012 een functioneel

model ter inspiratie aan de gemeenten meegegeven voor de inrichting van de lokale en/of

subregionale generalistenteams.

Vervolgens is de eerste regionale strategische agenda opgesteld met als thema’s: vormen van

specialistische jeugdhulp, het niveau van samenwerking per zorgvorm en toegang tot jeugdhulp.

De uitwerking van deze thema’s is vastgelegd in “21 voor de jeugd 1.0” (juni 2013) met als gevolg

een nieuwe regionale strategische agenda. De belangrijkste thema’s zijn: het Regionaal

Transitiearrangement Jeugd, crisisdienst, AMHK en JB en JR, risicospreiding en juridische

constructie van intergemeentelijke samenwerkingsvarianten en de wijze van bekostiging van

jeugdhulp.

In 2014 is de uitwerking van deze thema’s vastgelegd in “21 voor de jeugd 2.0”. In de tussentijd is

eveneens besloten om een deel van de jeugdhulp gezamenlijk in te kopen en hiervoor een

samenwerkings- en dienstverleningsovereenkomst (DVO) aan te gaan met de gemeente

Eindhoven. Resultaat zijn de gezamenlijke overeenkomsten met Bureau Jeugdzorg met

betrekking tot een aantal taken en de aanbestedingsprocedures specialistische ondersteuning en

jeugdhulp met verblijf.

Regionaal werkplan 2015 Vanaf 1 januari 2015 is de decentralisatie en transitie Jeugdzorg een definitief feit geworden. De

gemeenten in de regio Zuidoost Brabant zijn hiermee verantwoordelijk geworden voor de

uitvoering van de jeugdwet en jeugdzorg in de regio. De decentralisatie is niet puur een

technische overgang van verantwoordelijkheden. De gemeenten zullen de komende jaren samen

met instellingen en cliënten lokaal maar ook regionaal met elkaar een transformatie in gang

moeten zetten. Voor u ligt de regionaal werkplan 2015 “ samenwerking op jeugdzorg in Zuidoost

Brabant”.

Page 4: Logo van de regio Zuidoost Brabant - Helmond...de transitie jeugdzorg. Deze regionale samenwerking is reeds in 2010 gestart. De regio is onderverdeeld in 6 subregio’s, namelijk De

4

Doelstelling werkplan 2015

Het doel van dit werkplan is het vaststellen van de regionale opdracht transformatie jeugdhulp,

met heldere regionale resultaten, opdrachtgever- en nemer schap en de benodigde budgeten.

We presenteren 3 opgaven voor 2015:

Opgave 1: regionaal inkopen van jeugdzorg

Opgave 2: komen tot een integrale regionale crisisdienst

Opgave 3: samenwerken op veiligheid

a) Veilig Thuis

b) Raad voor de Kinderbescherming

c) JB/JR

Leeswijzer Per regionale opgave schetsen we kort de stand van zaken, de werkagenda, op te leveren

resultaten, organisatievorm en opdrachtgever schap, tijdsplanning en benodigde financiële

middelen.

Vervolgens volgt het hoofdstuk ‘ Samenwerken in de regio’. Ook hierin zijn de activiteiten 2015

en de benodigde financiële middelen benoemd. De benodigde samenwerkingsstructuur,

randvoorwaarden en organisatie en benodigde financiële middelen worden hiermee vastgesteld

voor de samenwerking tussen de 21 gemeenten, cliënten/vertegenwoordiging en aanbieders van

zorg.

In de hoofdstukken regionale begroting en werkplanning komen de planning, op te leveren

resultaten en de benodigde financiële middelen samen. Hieruit blijkt welke financiële middelen

nodig zijn om de regionale werkagenda te realiseren.

Tenslotte vindt u in de bijlagen de Notitie Spoed voor jeugd, het Organisatie en Inrichtingsplan

Veilig Thuis, samenwerkingsprotocol met Raad voor de Kinderbescherming.

Page 5: Logo van de regio Zuidoost Brabant - Helmond...de transitie jeugdzorg. Deze regionale samenwerking is reeds in 2010 gestart. De regio is onderverdeeld in 6 subregio’s, namelijk De

5

2 Opgave 1: Regionaal inkopen van jeugdzorg

Aanleiding De 21 gemeenten in Zuidoost-Brabant hebben een dienstverleningsovereenkomst (DVO)

gesloten met de gemeente Eindhoven. Dit houdt in dat de gemeente Eindhoven daarmee voor

alle 21 gemeenten regionaal de jeugdhulpondersteuning inkoopt die gewenst is. In de

dienstverleningsovereenkomst hebben de gemeenten kunnen aangeven wat zij regionaal via

Eindhoven willen inkopen en wat zij lokaal zelf wilden inkopen (middels een cafetaria model). Bij

de inkoop in de regio Zuidoost-Brabant is hier rekening mee gehouden in de aanbesteding.

Voor de tweedelijns specialistische jeugdzorg hebben de gemeenten verschillende

aanbestedingsprocedures gevolgd:

1) Openbare aanbesteding specialistische jeugdzorg (Ambulant en dagbehandeling)

2) Meervoudig onderhandse aanbesteding verblijf jeugdzorg

3) Onderhands inkooptraject Spoedeisende zorg

4) Onderhands inkooptraject Advies en Meldpunt Kindermishandeling (als onderdeel van Veilig

Thuis)

5) Onderhands inkooptraject Jeugdbescherming en Jeugdreclassering

6) Onderhands inkooptraject JeugdzorgPlus

De beleidsspeerpunten uit 21 voor de jeugd 2.0 zijn meegenomen in de aanbestedingen en in de

inkooptrajecten.

De subregio’s Dommelvallei+ en Peel 6.1 kopen zelf de ambulante vormen van jeugdhulp in.

Stand van zaken Bij onderstaande twee aanbestedingen zijn alle partijen gecontracteerd voor het jaar 2015 die

voldeden aan het minimale kwaliteitscriteria en maximale prijs en zijn raamovereenkomsten

afgesloten, waarbij op trajectbasis ondersteuning wordt ingezet en per gemeente wordt

afgerekend.

Ad 1) Bij de aanbesteding specialistische jeugdzorg zijn contracten afgesloten met ruim 100

jeugdzorgaanbieders. Voorbeelden van gecontracteerde ondersteuningsvormen zijn ambulante

thuishulp bij gezinnen, therapieën bij psychiatrische problemen of vormen van dagbegeleiding.

Typerend voor onze regio is dat de aanbesteding niet gepaard ging met volume afspraken en er

dus alleen prijsafspraken zijn gemaakt. Dit geldt voor 1 en 2.

Ad 2) De functie jeugdzorg met verblijf is gegund aan 20 jeugdinstellingen. Het gaat om verblijf

voor jeugdigen met opvoedproblemen, psychische problemen of een (verstandelijke) beperking.

Bij de overige inkooptrajecten (3, 4, 5 en 6) zijn overeenkomsten gesloten met de huidige

partners en wordt niet op trajectbasis gefinancierd, maar zijn volumeafspraken gemaakt.

Page 6: Logo van de regio Zuidoost Brabant - Helmond...de transitie jeugdzorg. Deze regionale samenwerking is reeds in 2010 gestart. De regio is onderverdeeld in 6 subregio’s, namelijk De

6

Werkagenda regionale inkoop 2015 De gemeente Eindhoven zal in opdracht van de regiogemeenten op basis van het afgesloten DVO

in 2015 in ieder geval de volgende resultaten opleveren:

de afwikkeling van de lopende zaken ten aanzien van inkoop 2015, zoals begeleiding van

de uitgezette onderzoeken, vragen instellingen en regiogemeenten op terrein inkoop

beantwoorden en vertalen naar beleid, aangepaste overeenkomsten WSG en BJZ en

evaluatie inkoop

Inkoop 2e ronde 2015 afronden, te weten opstellen raamovereenkomsten, doen van

gunningen en actualiseren dekkingsoverzichten voor alle gemeenten

Prestatiemanagement verzorgen bij gecontracteerde partners.

Voorbereiden en uitvoeren inkoop 2016.

Op te leveren resultaten Een vastgesteld overzicht met de exacte taken en dienstverlening behorende bij het DVO is

opgenomen in de bijlage 1. Een aantal onderdelen hiervan komt hieronder nog aan bod.

Prestatiemanagement

Binnen de gemeente Eindhoven zijn prestatiemanagers benoemd, die eerste aanspreekpunt zijn

voor alle gecontracteerde aanbieders uit de 6 inkooptrajecten/ aanbestedingen. Het

prestatiemanagement heeft de taak om te sturen op betaalbaarheid, toegankelijkheid en

kwaliteit van jeugdzorg binnen de budgettaire kaders. Daarbij hebben zij een duidelijk rol om de

regiovisie omtrent transformatie in de jeugdzorg te vertalen naar concrete afspraken met de

instellingen om veranderingen te bewerkstelligen. Door de prestatiemanagers wordt per

instelling een prestatiemanagement plan opgesteld, waarin de concrete prestaties zijn

opgenomen, die gemonitord worden bij de instelling, de risico’s benoemd en specifieke eisen of

afspraken bijvoorbeeld over innovaties voor deze instelling.

In maart 2015 zal duidelijk worden wat precies onder het mandaat van het prestatiemanagement

valt. In april 2015 zal een gesprek plaatsvinden tussen het A- team en het prestatiemanagement,

waarin de werkwijze van het prestatiemanagement zal worden toegelicht en concrete afspraken

gemaakt worden over de samenwerking en afstemming werkzaamheden en informatie-

uitwisseling. In mei 2015 zijn de prestatieplannen met de grootste aanbieders geformaliseerd en

is de werkwijze van prestatiemanagement geborgd.

Evaluatie inkoop 2015 en inkoop 2016

In maart 2015 wordt het inkooptraject geëvalueerd onder zowel de regiogemeenten, onder de

instellingen als onder cliënten. Een van de onderdelen is een enquête, die begin maart is uitgezet

onder de 21 gemeenten. In deze enquête worden vragen gesteld die betrekking hebben op de

verschillende processtappen van de inkoop. Mede-afhankelijk van de uitkomsten van deze

evaluatie wordt in april een knoop doorgehakt of een nieuw inkooptraject zal worden opgestart

voor de inkoop 2016 of dat gekozen wordt voor verlenging van de huidige overeenkomsten met 1

of 2 jaar. Voor 1 mei 2015 dienen regiogemeenten hun keuze in het kader van het cafetariamodel

voor de inkoop 2016 door te geven aan de gemeente Eindhoven. Ook de wijze van aanbesteding

staat ter discussie.

Page 7: Logo van de regio Zuidoost Brabant - Helmond...de transitie jeugdzorg. Deze regionale samenwerking is reeds in 2010 gestart. De regio is onderverdeeld in 6 subregio’s, namelijk De

7

Aanpassing ondersteuningsvormen

Ten behoeve van meer maatwerk voor de cliënt en ondersteunend aan de transformatie is het

nodig dat voor 2016 meer flexibiliteit mogelijk is in de inzet van ondersteuningsvormen. Het

productenboek jeugd zal in het tweede kwartaal onder de loep genomen worden om naar een

hoger aggregatieniveau te tillen. Dit gebeurt in samenwerking met generalistenteams en met

instellingen. Denk hierbij aan vereenvoudiging van productenoverzicht, transformatie van

ondersteuningsvormen etc. Denk hierbij ook aan het clusteren en vereenvoudigen van

productcodes. Een specifiek onderdeel hiervan is herbezinning op DBC bekostiging, DSM-

classificatie en NzA producten. Deels vindt dit op een landelijke tafel plaats, deels zullen hier

regionaal knopen over moeten worden doorgehakt. De uitkomsten zullen worden gedeeld met

generalistenteams en waar nodig verwerkt worden in een aanvullend addendum bij de

overeenkomsten met de instellingen. Regionaal en subregionaal/lokaal is afstemming hierover

nodig voor eenduidigheid in de regio.

Overeenkomsten Gecertificeerde Instellingen

Voor 1 juli 2014 zijn 3 overeenkomsten afgesloten met Bureau Jeugdzorg. Onder druk van het

ministerie van Justitie zijn deze overeenkomsten tot stand gekomen. Daarbij had BJZ de

verplichting om als gecertificeerde instelling te zijn toegelaten om de maatregelen

Jeugdbescherming en jeugdreclassering uit te voeren. Net voor kerst 2014 bleek dat het BJZ deze

certificering niet kreeg om diverse redenen. Een noodgreep is gepleegd met medewerking van de

William Schrikker Groep, onder wiens auspiciën de JB en JR maatregelen van nieuwe cliënten en

verlengingen in lopende zaken gedurende het eerste kwartaal worden uitgevoerd. Hiertoe wordt

na besluitvorming in 21 gemeenten in maart 2015 een nieuwe overeenkomst met WSG

afgesloten en zal na toekenning certificering BJZ op 1 april 2015 een aangepaste overeenkomst

met BJZ worden afgesloten. Mocht blijken dat ook 1 april niet haalbaar is voor certificering BJZ,

dan zal het contract met WSG voorlopig gecontinueerd worden.

Onderzoek 5 instellingen

Het college van Eindhoven is in december 2014 akkoord gegaan met additionele afspraken voor 5

grote instellingen jeugdhulp. Hieraan is een onderzoek gekoppeld dat gezamenlijk met de regio

Noordoost-Brabant wordt opgepakt. Kern van het onderzoek is te onderzoeken of de regio

Zuidoost-Brabant reële tarieven hanteert voor de jeugdhulp. De uitkomsten van dit onderzoek

worden eind maart opgeleverd. Indien instellingen en gemeenten niet een gezamenlijk besluit

ten aanzien van deze uitkomsten kunnen nemen, zal TAJ hierin een bindend advies geven.

Consequenties van dit onderzoek zullen begin april 2016 worden doorberekend en als nodig zal

hierover aan gemeenten besluitvorming worden gevraagd.

Onderzoek JeugdzorgPlus

Op de tafel van Zuid-Nederland zijn overeenkomsten getekend met 5 partners op het terrein van

JeugdzorgPlus. Hieraan is ook een onderzoek gekoppeld naar reële tarieven van deze zorgvorm.

Dit onderzoek wordt voor 1 juli 2015 afgerond. De bevindingen hierover worden in juli

doorberekend en als nodig zal aan gemeenten hierover besluitvorming worden gevraagd. Een

begeleidingscommissie is ingesteld voor het volgen van de stand van zaken van het onderzoek.

De wethouder van Den Bosch zal namens Noord-Brabant deelnemen aan deze

begeleidingscommissie. Als besluitvorming nodig is, zal dit eerst regionaal worden afgestemd.

[email protected]

Voor de 21 gemeenten is in Eindhoven een vast aanspreekpunt beschikbaar voor vragen over het

DVO en de regionaal ingekochte zorgvormen. Ook zijn er prestatiemanagers gekoppeld aan

zorgleveranciers. Voor alle vragen en signalen van gecontracteerde partners en regiogemeenten,

die betrekking hebben op inkoop jeugdhulp kunnen ook gesteld via het bovenstaande mailadres.

Dit mailadres wordt dagelijks bekeken en vragen beantwoord.

Page 8: Logo van de regio Zuidoost Brabant - Helmond...de transitie jeugdzorg. Deze regionale samenwerking is reeds in 2010 gestart. De regio is onderverdeeld in 6 subregio’s, namelijk De

8

Organisatie en verantwoordelijkheden De 21 gemeenten in Zuidoost-Brabant hebben een dienstverleningsovereenkomst (DVO)

gesloten met de gemeente Eindhoven. Dit houdt in dat de gemeente Eindhoven daarmee voor

alle 21 gemeenten regionaal de jeugdhulpondersteuning inkoopt die gewenst is. De 20

gemeenten treden hierdoor op als opdrachtgever richting inkooporganisatie Eindhoven.

Planning 1

e kwartaal 2015: Afronden tweede aanbestedingsronde

Overeenkomsten Gecertificeerde instellingen

Onderzoek 5 instellingen afgerond

Evaluatie inkoop 2015 afgerond

Aanleveren nieuwe cafetariakeuze door regiogemeenten (voor 1 mei).

2e kwartaal 2015 Onderzoek Jeugdzorg Plus afgerond

Visievorming en strategiebepaling inkoop 2016 bestuurlijk vastgesteld

3e kwartaal 2015 Start aanbesteding (of verlenging) kalenderjaar 2016

4e kwartaal 2015 Aanbesteding kalenderjaar 2016 afgerond

Doorlopend 2015: - Prestatiemanagement

- Aanpassing ondersteuningsvormen en herbezinning op DBC

bekostiging, DSM- classificatie en NzA producten.

Benodigde financiële middelen Ten behoeve van de uitvoering van de inkooptaken kan Eindhoven haar

dienstverlening in rekening brengen bij de regiogemeenten tot een maximum van 2%

van het beschikbare macrobudget voor de inkoop. De basis hiervoor wordt gevormd

door de Dienstverleningsovereenkomst (DVO) en is hiermee geen onderdeel van dit regionaal

werkplan.

Page 9: Logo van de regio Zuidoost Brabant - Helmond...de transitie jeugdzorg. Deze regionale samenwerking is reeds in 2010 gestart. De regio is onderverdeeld in 6 subregio’s, namelijk De

9

3 Opgave 2: Komen tot een integrale regionale crisisdienst

Aanleiding Met de Jeugdwet hebben de gemeenten de taak gekregen om de noodzakelijk jeugdhulp in te

zetten voor hun jeugdigen. In acute situaties, waar onmiddellijk actie nodig is, is de gemeente

ervoor verantwoordelijk dat de jeugdhulp altijd direct bereikbaar en beschikbaar is. Deze

verantwoordelijkheid is geborgd in artikel 2.6, eerste lid, onderdeel b van de Jeugdwet. In de

regio Zuidoost Brabant is eerder geconstateerd dat aan deze verplichting – op effectieve en

efficiënte wijze - alleen kan worden voldaan indien er in regionaal verband wordt samengewerkt.

Vanuit deze gedachte is het een onderdeel geworden van de regionale strategische agenda,

waarbij - met de besluitvorming rond ’21 voor de jeugd 2.0 - nadrukkelijk de opdracht is

meegegeven om toe te werken naar een integrale crisisdienst voor alle leeftijden . Volwassenen

zijn immers vaak ook ouder van één of meerdere kinderen en het is derhalve in ieders belang de

crisis integraal op te pakken voor het gezin. Door de koppeling tussen de crisisdienst jeugd en

volwassenen, kan er breed gekeken worden wat er nodig is om de veiligheid binnen het

huishouden terug te brengen.

Stand van zaken Aan de wettelijke verplichting van een crisisdienst voor jeugdigen is inmiddels voldaan. Er zijn

contractafspraken met Bureau Jeugdzorg over de 24-uurs bereikbaarheid en eerste

crisisinterventie door de voortzetting van de functie Spoedeisende Zorg (SEZ). Daarnaast zijn

ambulante crisiszorg en crisisplaatsingen ingekocht bij verschillende jeugdhulpaanbieders.

Samenwerking met de verschillende generalistenteams in de regio maakt onderdeel uit van de

afspraken.

Hiermee is het traject echter nog niet afgerond, maar is slechts een start gemaakt. De komende

twee jaar worden gebruikt om de crisisdienst voor jeugdigen effectiever en efficiënter in te

richten (transformatie) om vervolgens toe te werken naar een crisisdienst voor alle leeftijden.

Werkagenda Crisisdienst Ter realisatie van de integrale crisisdienst voor alle leeftijden hebben de gemeenten ervoor

gekozen om het project Spoed4Jeugd als inhoudelijk startpunt te nemen. Spoed4Jeugd is een

initiatief van verschillende regionaal samenwerkende (zorg)partijen op het terrein van jeugdigen

en volwassenen, die gezamenlijk de intentie hebben uitgesproken crisishulp te verbeteren.

Binnen dit project is een werkwijze ontwikkeld, een gezamenlijk proces, in geval van

crisissituaties waarmee de schotten tussen de verschillende sectoren binnen jeugd (GGZ,

provinciale jeugdzorg en verstandelijke beperking) worden beslecht en transformatie mogelijk is.

Deze werkwijze is beschreven in de notitie “Spoed4Jeugd Zuidoost-Brabant, Een kans voor

transitie en transformatie van de jeugdzorg” (zie bijlage 2). Onderdeel van de werkwijze is het

samenstellen van één Ambulant Crisisteam waaraan de verschillende organisaties personeel

leveren en die worden aangestuurd door één teamcoördinator. Dit levert direct

efficiencyvoordelen op. Qua positionering wordt daarbij gekozen voor een netwerkorganisatie

waarbinnen de operationele aansturing wordt belegd.

Page 10: Logo van de regio Zuidoost Brabant - Helmond...de transitie jeugdzorg. Deze regionale samenwerking is reeds in 2010 gestart. De regio is onderverdeeld in 6 subregio’s, namelijk De

10

De werkwijze zoals ontwikkeld binnen Spoed4Jeugd wordt in het tweede kwartaal van 2015

geoperationaliseerd in opdracht van de 21 gemeenten. Als tussenstap op weg naar één

crisisdienst voor alle leeftijden, vindt er een uitbreiding plaats naar de doelgroep 18 tot 23

jarigen. Dit is een kwetsbare groep die in de huidige situatie vaak tussen wal en schip valt. Door

deze doelgroep als een ‘oefenlaboratorium’ in 2015 toe te voegen, kunnen er ervaringen worden

opgedaan met een deel van de doelgroep volwassenen. Dit is noodzakelijk omdat op dit moment

onvoldoende duidelijk is wat we tegen gaan komen bij het opzetten van één integrale

crisisdienst. In de praktijk kan op deze wijze op kleine schaal vast geoefend worden. Tijdens deze

oefening worden inzichten verkregen in de kansen en de te overwinnen uitdagingen om te

komen tot een integrale crisisdienst voor alle inwoners. Hierbij valt te denken aan het

overwinnen van de verschillende financieringsstromen (zorgverzekeraar, justitie en gemeente) en

wettelijke kaders (Jeugdwet, BOPZ en landelijke richtlijnen spoedzorg volwassenen van het CVZ).

Eind 2015 moet duidelijk zijn of een integrale crisisdienst voor alle leeftijden haalbaar is.

Bevindingen vanuit het oefenlaboratorium 18 tot 23 jarigen, maar ook het onderzoek naar de

mogelijkheden van positionering van de integrale crisisdienst moeten hierover uitsluitsel geven.

Beide worden eind 2015 of begin 2016 voorgelegd aan de stuurgroep jeugd en de 21 gemeenten.

Organisatie Voor de uitvoering van het traject is een kwartiermaker aangesteld.

Deze opdracht omvat de volgende resultaten:

Spoed4Jeugd geoperationaliseerd in het tweede kwartaal van 2015;

Concrete samenwerkingsafspraken met de netwerkorganisatie van aanbieders,

samenwerking met Veilig Thuis en de Gecertificeerde Instelling.

Toetsings- en evaluatiecriteria op basis waarvan Spoed4Jeugd en het oefenlaboratorium

18-23 jarigen kunnen worden gemonitord, zodat bevindingen input kunnen leveren voor

de doorontwikkeling naar een crisisdienst voor alle inwoners in samenspraak met de

zorgverzekeraars;

Concretiseer (qua positionering en inrichting) de toekomstige stip aan de horizon ‘één

regionale integrale crisisdienst voor alle inwoners’;

Draagvlak bij zowel alle uitvoerende partijen betrokken bij de integrale crisisdienst voor

alle inwoners als bij de financiers (gemeenten en zorgverzekeraars);

Een implementatieplan om de integrale crisisdienst te realiseren voor 1 januari 2017;

Implementatie voor 1 januari 2017.

Voor alle onderdelen van de opdracht geldt dat daar waar het nodig is de samenhang en

afstemming met Noordoost Brabant wordt gezocht.

Planning 2e kwartaal 2015: Operationalisering Spoed4Jeugd;

3e kwartaal 2015: Start ‘oefenlaboratorium’ 18-23 jarigen;

4e kwartaal 2015: Onderzoek naar positionering en inrichting ‘één regionale crisisdienst’;

4e kwartaal 2015: Evaluatie oefenlaboratorium;

4e kwartaal 2015: Voorstel met betrekking tot positionering en inrichting ‘één regionale

crisisdienst’ gebaseerd op onderzoek en bevindingen uit het

‘oefenlaboratorium’;

1e en 2

e kwartaal 2016: Opstellen implementatieplan integrale crisisdienst;

3e en 4

e kwartaal 2016: Implementatie integrale crisisdienst.

Organisatie en verantwoordelijkheden

Page 11: Logo van de regio Zuidoost Brabant - Helmond...de transitie jeugdzorg. Deze regionale samenwerking is reeds in 2010 gestart. De regio is onderverdeeld in 6 subregio’s, namelijk De

11

De 21 gemeenten van Zuidoost Brabant zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de opdracht

en opdrachtgever van de kwartiermaker. Zij worden in deze vertegenwoordigd door de stuurgroep

Jeugd.

Bestuurlijk portefeuillehouder voor deze regionale opgave is Wethouder Van Drunen, gemeente

Best namens de 21 gemeenten. Voor de operationalisering van Spoed4Jeugd (1e fase van de

opdracht) is een stuurgroep ingesteld bestaande uit een vertegenwoordiging van (zorg)aanbieders

en de gemeenten. Wethouder Van Drunen is voorzitter van deze stuurgroep. Ambtelijk

opdrachtgever schap is belegd bij de gemeente Best.

De 2e fase van de opdracht is de doorontwikkeling naar een crisisdienst voor alle inwoners (0 tot

100 jaar). Met zorgverzekeraars zal overleg worden gevoerd over de mogelijkheden van

gezamenlijk opdrachtgeverschap. Zij zijn namelijk een belangrijke financier van crisishulp vanaf 18

jaar.

Benodigde financiële middelen

2015 Kosten

Kwartiermaker tot operationaliseringsfase (4

mnd.)

19.000

Kwartiermaker doorontwikkeling (8 mnd.) 24.000

Projectondersteuning 12.000

Web-bases applicatie t.b.v.

werkproces en apparatuur

36.000

Communicatie 10.000

101.000

Voor de kwartiermaker is in totaal een bedrag van 43.000,- begroot opgesplitst in 2 gedeelten; de

operationaliseringsfase van Spoed4Jeugd en een doorontwikkeling naar een integrale crisisdienst.

Voor de doorontwikkeling zijn minder uren geraamd voor de kwartiermaker, omdat de basis voor

jeugd dan staat en vanuit de jeugdhulpaanbieders meer inzet kan worden gevraagd. Combinatie

jeugdzorg levert de eerste 4 maanden een kwartiermaker met mogelijkheid tot verlenging.

De web-based applicatie en apparatuur zijn randvoorwaardelijk om het werkproces zoals binnen

de integrale crisisdienst is voorzien te ondersteunen. Het gaat o.a. om ondersteunende ICT,

hosting, telefonie en PR materialen. Een deel van deze kosten kunnen mogelijk nog worden

verhaald op de provincie. Communicatie is gericht op de bekendheid met de nieuwe werkwijze en

werkprocessen intern en extern.

Page 12: Logo van de regio Zuidoost Brabant - Helmond...de transitie jeugdzorg. Deze regionale samenwerking is reeds in 2010 gestart. De regio is onderverdeeld in 6 subregio’s, namelijk De

12

4 Samenwerken op veiligheid 4.1 Inleiding Regiovisie “Aanpak Geweld in Huiselijke Kring en Kindermishandeling”

Vanaf 1 januari 2015 zijn, met de invoering van de Jeugdwet en de Wet maatschappelijke

ondersteuning (Wmo) 2015, alle gemeenten verantwoordelijk voor de ketenaanpak van geweld

in huiselijke kring en kindermishandeling.

Het ministerie van VWS heeft de opdracht gegeven om, met ingang van 2015, op regionaal

niveau elke vier jaar een breed gedragen regiovisie “geweld in huiselijke kring en

kindermishandeling” op te stellen.

De regiovisie “geweld in huiselijke kring en kindermishandeling” is voor de regio Zuidoost-

Brabant opgesteld. De regiovisie wordt voorgelegd aan de colleges van de 21 gemeenten ter

besluitvorming, afzonderlijk van dit werkplan.

Naast de regiovisie werken de gemeenten in Zuidoost-Brabant ook samen op de

veiligheidsonderdelen Veilig Thuis (opgave 3a), een gezamenlijk samenwerkingsconvenant met

de Raad van de Kinderbescherming (opgave 3b) en samenwerking op het gebied van

Jeugdbescherming en Jeugdreclassering (opgave 3c).

4.2 Opgave 3a: Veilig Thuis

Aanleiding Vanuit de nieuwe Wmo zijn de gemeenten per 1 januari 2015 verantwoordelijk voor het instellen

en in stand houden van één bovenlokaal meldpunt voor huiselijk geweld en kindermishandeling.

Dit meldpunt heeft de naam Veilig Thuis.

Veilig Thuis werkt binnen het kader van de Regiovisie aanpak van geweld in huiselijke kring en

kindermishandeling Zuidoost-Brabant.

Kern van de visie is: alle burgers, volwassenen, kinderen, jongeren en ouderen hebben het recht

om in veiligheid te kunnen leven en opgroeien.

De vorming van Veilig Thuis vanuit het Algemeen meldpunt Kindermishandeling (AMK) en de

twee Steunpunten Huiselijk Geweld (SHG) heeft als doel synergie en afstemming te bereiken in

de aanpak van geweld in huiselijke kring en kindermishandeling, zowel in de samenwerking

tussen de partners die samen Veilig Thuis realiseren, als in de samenwerking met de

ketenpartners. Uitgangspunt hierbij is dat signalen van geweld in huiselijke kring en

kindermishandeling in de regio zoveel mogelijk door de professionals in de lokale teams worden

opgepakt. Afgesproken is dat de verantwoordelijkheid voor casusregie bij casuïstiek huiselijk

geweld en kindermishandeling en het verzorgen van de toegangsfunctie, waar mogelijk, bij het

lokale veld ligt.

Ook de verantwoordelijkheid voor het aannemen en afhandelen van zorgmeldingen vanuit de

politie ligt bij de lokale teams. Hierbij is, conform landelijke richtlijn, afgesproken voor de regio

Zuidoost-Brabant dat alle zorgmeldingen met betrekking tot een kind en de zorgmeldingen met

betrekking tot een volwassene waar een kind bij betrokken is rechtstreeks bij Veilig Thuis worden

gemeld. Deze meldingen worden vanuit Veilig Thuis direct doorgeleid naar het lokale veld, tenzij:

Het gezin al bij Veilig Thuis of bij een hulpverlener bekend is;

Er sprake is van ernstige risicofactoren en/of van (een vermoeden van) huiselijk

geweld of kindermishandeling waarbij de inzet van Veilig Thuis noodzakelijk is.

Page 13: Logo van de regio Zuidoost Brabant - Helmond...de transitie jeugdzorg. Deze regionale samenwerking is reeds in 2010 gestart. De regio is onderverdeeld in 6 subregio’s, namelijk De

13

Stand van zaken Veilig Thuis voert de volgende wettelijke taken uit:

Veilig Thuis adviseert over stappen die kunnen worden genomen bij vermoedens van

geweld in huiselijke kring of kindermishandeling. Wanneer nodig biedt Veilig Thuis

ondersteuning bij de te ondernemen stappen.

Veilig Thuis is het meldpunt voor vermoedens van geweld in huiselijke kring of

kindermishandeling. De melder van vermoedens wordt op de hoogte gesteld van de

stappen die zijn ondernomen.

Veilig Thuis onderzoekt naar aanleiding van een melding of daadwerkelijk sprake is van

huiselijk geweld of kindermishandeling. Veilig Thuis beoordeelt de vraag of de melding

aanleiding geeft tot stappen en zo ja, welke stappen noodzakelijk zijn. De wet biedt Veilig

Thuis de bevoegdheid om, zonder daarbij afhankelijk te zijn van de toestemming van de

betrokkene(n), een melding aan te nemen en informatie bij anderen op te vragen. Deze

bevoegdheid is niet overdraagbaar naar anderen.

Per 1 januari 2015 zijn voor de regio Zuidoost-Brabant het Advies- en Meldpunt

Kindermishandeling (AMK), onderdeel van Bureau Jeugdzorg, en de Steunpunten Huiselijk

Geweld (SHG), onderdeel van Lumensgroep en LEV-groep, ondergebracht in het nieuwe Advies-

en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling (AMHK): het Veilig Thuis voor deze regio.

De integrale frontoffice van Veilig Thuis Zuidoost-Brabant is gevestigd op de locatie van Bureau

Jeugdzorg. Deze wordt bemand door experts op het gebied van kindermishandeling en huiselijk

geweld uit de drie samenwerkende organisaties. Veilig thuis is het hele jaar 24 uur per dag

telefonisch bereikbaar. Voor de 24 uurs bereikbaarheid wordt aansluiting gezocht bij de

ontwikkelingen van de integrale crisisdienst. Dit betekent dat in het tweede kwartaal een

verkenning op deze samenwerking plaats zal vinden om van daaruit tot concrete afspraken te

komen.

Werkagenda Veilig Thuis Organisatie- en inrichting 2015

Het jaar 2015 is voor Veilig Thuis een ontwikkeljaar waarin verder vorm wordt gegeven aan de

nieuwe, geïntegreerde werkwijze. De professionals gaan daadwerkelijk samenwerken en

kennisdelen en de samenwerkingsrelatie met ketenpartners wordt verder ingevuld. Daarnaast

ligt in 2015 de nadruk op het beschrijven en implementeren van werkprocessen en

handelingsprotocol; verbinding en samenwerking met generalistenteams en de

samenwerkingspartners crisisdienst, politie, veiligheidshuis, welzijnsorganisaties, Raad van de

kinderbescherming. Ook moet gezorgd worden dat Veilig Thuis voldoet aan de landelijke

kwaliteitseisen, waaronder op gebied van ICT.

Organisatie Veilig Thuis per 1-1-2016

Voor 2015 is gekozen voor tijdelijke aanhaking van de front-office van Veilig Thuis bij Bureau

Jeugdzorg. De 21 gemeenten hebben de keuze gemaakt Veilig Thuis per 1 januari 2016 bij Bureau

Jeugdzorg te positioneren. Hiertoe is een opdracht geformuleerd richting Bureau Jeugdzorg

waarin vermeld staat aan welke voorwaarden zij dienen te voldoen. Bureau Jeugdzorg levert voor

juli 2015 een plan van aanpak aan waaruit blijkt dat zij in staat zijn om Veilig Thuis stevig te

positioneren vanaf 1 januari 2016 waarbij zij tevens voldoen aan de gestelde eisen.

Op te leveren Resultaten Organisatie- en inrichting 2015

Organisatie- en inrichtingsplan 2015 (ter informatie als bijlage 3 toegevoegd)

Beschrijven werkprocessen en implementeren handelingsprotocol

Vormgeving en beschrijven verbinding met generalistenteams, crisisdienst, politie,

Page 14: Logo van de regio Zuidoost Brabant - Helmond...de transitie jeugdzorg. Deze regionale samenwerking is reeds in 2010 gestart. De regio is onderverdeeld in 6 subregio’s, namelijk De

14

veiligheidshuis, welzijnsorganisatie, Raad van de Kinderbescherming

Organisatiestructuur Veilig Thuis (werkoverleg, intervisie, casuïstiekbespreking,

management)

Integratie teams ‘midoffice’ Veilig Thuis

Functiebeschrijvingen

Scholingsplan

Kwaliteitsbeleid

Keuze ICT-programma

Organisatie Veilig Thuis per 1-1-2016

Advies positionering Veilig Thuis per 1-1-2016 met financiële onderbouwing en

opdrachtformulering

Plan voorbereiding overdracht naar de organisatie waar Veilig Thuis gepositioneerd wordt.

Organisatie en verantwoordelijkheden Voor 2015 zijn twee kwartiermakers van BMC ingehuurd. De nadruk ligt op inzet in het eerste

half jaar. Bij de organisatie- en inrichtingsonderdelen geldt dat de verantwoordelijkheid voor de

ontwikkeling en uitvoering in 2015 gaandeweg steeds meer worden overgedragen naar de

managers, ondersteunende afdelingen en het team Veilig Thuis. Dit sluit ook aan bij de

uitgangspunten opgenomen in de samenwerkingsovereenkomst tussen de drie betrokken

partijen.

Bestuurlijk portefeuillehouder is Wethouder De Leeuw, gemeente Helmond namens de 21

gemeenten. De gemeente Helmond is namens de 21 gemeenten opdrachtgever voor de

kwartiermakers.

Ambtelijk opdrachtgever schap is belegd bij gemeente Deurne die de werkgroep Veiligheid

aanstuurt.

Planning 1e kwartaal 2015: Organisatie- en inrichtingsplan

1e en 2e kwartaal 2015: Samenwerkingsafspraken lokale teams en ketenpartners

2e kwartaal 2015: Advies positionering met financiële onderbouwing en plan

voorbereiding overdracht (2e kwartaal 2015:

Voorstel aansluiting integrale crisisdienst (besluit Stuurgroep

Jeugd?)

1 kwartaal 2016: Definitieve positionering Veilig Thuis

Benodigde financiële middelen

2015 Kosten

Inrichting en werkplekken frontoffice 26.000

ICT-inrichting 67.500

Communicatie 11.500

Werkconferenties Veilig Thuis 2.500

Juridische ondersteuning PM

Kwartiermaker 95.000

Ondersteuning HRM, kwaliteit, ICT 19.500

Certificering 3.000

Page 15: Logo van de regio Zuidoost Brabant - Helmond...de transitie jeugdzorg. Deze regionale samenwerking is reeds in 2010 gestart. De regio is onderverdeeld in 6 subregio’s, namelijk De

15

Totaal raming incidentele kosten inrichting Veilig

Thuis*

225.000

Reguliere bekostiging en bemensing Veilig Thuis komt voort uit samenvoeging SHG LEV en

Lumensgroep en het AMK BJZ. Bovenstaande projectbegroting heeft betrekking op de incidentele

opstartkosten die niet zijn opgenomen binnen de reguliere begroting van de drie betrokken

organisaties.

Inrichting en werkplekken frontoffice

Dit betreft de kosten die gemaakt zijn om de front-office in 2015 bij BJz te huisvesten

ICT-inrichting

De huidige systemen voldoen niet aan de landelijke ICT-eisen en het handelingsprotocol. Hierdoor

moet een nieuwe Veilig Thuis ICT-module aangeschaft worden en geïmplementeerd.

Communicatie

Het gaat hier om het inrichten van de website Veilig Thuis; zorgdragen voor

briefpapier, visitekaartjes etc met nieuw logo naam Veilig Thuis zuidoost-Brabant en

communicatiematerialen om in te zetten naar zowel professionals, vrijwilligers als burgers.

Werkconferenties

Om een aantal onderwerpen nader uit te werken in samenwerking met gemeenten en partners

worden werkconferenties georganiseerd.

Juridische ondersteuning

Deze is nodig voor advies om overgang te realiseren naar nieuw model (aanhaken bij organisatie

en overgang personeel regelen) en om bij incidenten en vraagstukken over

verantwoordelijkheidsverdeling / klachten / inspectie te adviseren. Daar waar mogelijk wordt

gebruik gemaakt van de juristen van de gemeenten Eindhoven en Helmond en Bureau Jeugdzorg.

Kwartiermaker

De inzet van de kwartiermakers betreft werkzaamheden ten behoeve van Veilig Thuis en het

opstellen van de regiovisie.

Certificering

In 2015 vindt voorbereiding plaats op het kwaliteitsmodel Veilig Thuis in 2016 en de benodigde

kwaliteitscertificering.

Page 16: Logo van de regio Zuidoost Brabant - Helmond...de transitie jeugdzorg. Deze regionale samenwerking is reeds in 2010 gestart. De regio is onderverdeeld in 6 subregio’s, namelijk De

16

4.3 Opgave 3b: Raad voor de Kinderbescherming

Aanleiding De Raad voor de Kinderbescherming (Raad), onderdeel van het ministerie van Veiligheid en

Justitie, is een belangrijke samenwerkingspartner voor de gemeente. De Raad wordt

ingeschakeld zodra de omstandigheden van het kind en het gezin zorgelijk zijn, hulpverlening in

het vrijwillig kader niet (meer) voldoende aansluit en/of het gezin geen hulp wil/accepteert. Inzet

van jeugdhulp via de Raad wordt het gedwongen kader genoemd.

Zodra de Raad wordt ingeschakeld vindt er een raadsonderzoek plaats. Dit onderzoek wijst uit of

en wat voor soort maatregel opgelegd dient te worden. Hiermee verzoekt de Raad de rechter om

een maatregel op te leggen.

Deze wettelijke taken van de Raad en diens onafhankelijke positie veranderen niet in de gehele

decentralisatie, echter de manier van werken vormt zich per 1 januari 2015 naar de nieuwe

gemeentelijke verantwoordelijkheden. Hierbij gaat het dan voornamelijk om de samenwerking

rondom jeugdbescherming en jeugdreclassering, omdat specifiek deze jeugdhulptaken in het

nieuwe jaar onder de verantwoordelijkheid van de gemeente vallen. De regio dient zorg te dragen

voor een sluitende jeugdveiligheidsketen. Onderdeel daarvan is de samenwerking met de Raad

voor de Kinderbescherming, maar het uiteindelijke doel is een afgestemde samenwerking tussen

alle partijen binnen deze keten. Gelet op de complexiteit van de veiligheidsketen op zichzelf,

voornamelijk vanwege de verschillende wettelijke taken, maar ook vanwege de omslag van oude,

gevestigde structuren naar de beoogde nieuwe samenwerking, en de vaak urgente en precaire

aard van de casuistiek, is het voor gemeenten belangrijk dit goed geregeld te hebben. Gemeenten

dienen er pro-actief zorg voor te dragen dat tijdig afspraken gemaakt worden tussen alle

betrokken partijen om het risico op calamiteiten zo klein mogelijk te maken.

Stand van zaken In navolging van de opdracht zoals deze is verwoord in het regionale document ’21 voor de

jeugd, 2.0’ (H4, blz. 29) is de samenwerking tussen de gemeente en de Raad voor de

Kinderbescherming middels regionale afspraken vastgelegd. Concreet betekent dit dat de 21

gemeenten uit de regio Zuidoost-Brabant en de Raad voor de Kinderbescherming een

samenwerkingsprotocol hebben opgesteld (zie bijlage 4).

Als basis voor het samenwerkingsprotocol Raad voor de Kinderbescherming dient het

werkdocument ‘Handreiking voor samenwerking’, opgesteld door de Vereniging Nederlandse

Gemeenten en de Raad voor de Kinderbescherming. Uitgangspunt hierbij is dat in het

samenwerkingsprotocol de noodzakelijke afspraken tussen de gemeente en de Raad voor de

Kinderbescherming behandeld worden, in samenhang met de afspraken tussen andere partners.

Aan hand van dit samenwerkingsprotocol zijn op lokaal en regionaal niveau verdere proces- en

uitvoeringsafspraken gemaakt.

Werkagenda Raad voor de Kinderbescherming Het samenwerkingsprotocol is een leidraad voor gemeenten, medewerkers van de Raad voor de

Kinderbescherming, maar ook voor medewerkers uit het lokale veld, Veilig Thuis en de

gecertificeerde instellingen. Zoals ook in het protocol wordt aangegeven dient in 2015 geregeld

overleg plaats te vinden tussen deze verschillende partijen ten behoeve van een goede

samenwerking.

In het laatste kwartaal van dit jaar zal de inhoud van het protocol geëvalueerd worden en daar

waar nodig aangepast.

Page 17: Logo van de regio Zuidoost Brabant - Helmond...de transitie jeugdzorg. Deze regionale samenwerking is reeds in 2010 gestart. De regio is onderverdeeld in 6 subregio’s, namelijk De

17

Op te leveren resultaten Het protocol is regionaal opgesteld maar wordt lokaal/subregionaal geïmplementeerd en

uitgevoerd. De belangrijkste onderdelen uit het protocol waar aankomend jaar

lokaal/subregionaal uitvoering aan dient te worden gegeven zijn:

Procesafspraken rond de toeleiding naar de jeugdbescherming

Consultatie en advies vanuit Raad aan het lokale veld in een vroeg stadium

Continuering van het Casusoverleg Bescherming (COB)

regierol van de generalist

Procesafspraken rond de toeleiding naar jeugdreclassering

Raad haalt informatie bij het generalistenteam en informeert over de inzet

jeugdreclassering

Schoolverzuim

Schriftelijke communicatie met Raad loopt via CORV (Collectieve Opdracht Routeer

Voorziening)

Op regionaal niveau zal het protocol in 2015 wel geëvalueerd moeten worden om te bezien of

het bijgesteld of aangescherpt moet worden.

Casusoverleg Bescherming(COB) Het casusoverleg bescherming is tot stand gekomen vanuit het programma Beter Beschermd

opgezet door het ministerie van Justitie. Dit overleg werd reeds georganiseerd in de regio

Zuioost-Brabant en vanwege het goed functioneren ervan is besloten dit ook in ieder geval voor

2015 te continueren. Het overleg is bedoeld om casuïstiek, waarbij de verzoeker van mening is

dat de problematiek dusdanig is dat een raadsonderzoek dient te worden opgestart, met de

belangrijkste expertise rondom jeugdbeschermingzaken te beoordelen. Hierbij is de insteek dat

daar waar hulp in het vrijwillig kader nog als een mogelijkheid wordt gezien er geen

raadsonderzoek wordt gestart. Het is een efficiënt, daadkrachtig overleg waarbij het bundelen

van expertise en het consequent samenwerken ervoor zorgt dat alleen die zaken waarbij alleen

een jeugdbeschermingsmaatregel nog als oplossing wordt gezien in het gedwongen kader terecht

komen.

De volgende partijen sluiten aan bij dit overleg: de verzoeker van het raadsonderzoek (meestal

het lokale veld), MEE expertise, GGzE expertise, gedragswetenschapper, jeugdbeschermer en de

Raad voor de Kinderbescherming.

Tot 1 januari 2015 werd het COB bij Bureau Jeugdzorg georganiseerd en gefinancierd vanuit de

provincie. Omdat deze financiering per 1 januari is gestopt en Bureau Jeugdzorg een andere

positie heeft gekregen is het voorstel om het COB bij het Veiligheidshuis onder te brengen, dit

ten behoeve van een onafhankelijke, centrale en herkenbare positie voor de gehele regio.

Belangrijker daarbij nog is dat hiermee de integraliteit tussen beschermingszaken en de

strafketen sterk verbeterd wordt vanwege de informatievoorzieningen die bij het Veiligheidshuis

zijn ondergebracht. Dit brengt tevens met zich mee dat de administratieve ondersteuning voor

het COB zonder extra financiële middelen vanuit het Veiligheidshuis geleverd wordt. Vanuit het

Veiligheidshuis is hier bestuurlijk akkoord op gegeven. Voor de 21 gemeenten dient definitieve

besluitvorming betreffende deze positionering nog plaats te vinden. Op basis van een geplande

evaluatie in het 2e kwartaal zal in het vierde kwartaal een definitief aanpassingsvoorstel worden

besproken en worden vastgesteld. Eerder is echter reeds vanuit de regio de intentie

uitgesproken dat positionering bij het Veiligheidshuis akkoord is.

Naast een besluit met betrekking tot de positionering dient besluitvorming plaats te vinden met

betrekking tot de tijdelijke inzet en financiering van de administratieve ondersteuning van het

Page 18: Logo van de regio Zuidoost Brabant - Helmond...de transitie jeugdzorg. Deze regionale samenwerking is reeds in 2010 gestart. De regio is onderverdeeld in 6 subregio’s, namelijk De

18

COB over de periode van 1 januari 2015 tot en met 31 maart 2015 vanuit Bureau Jeugdzorg.

Daarnaast is de inzet van een gedragswetenschapper gewenst. Deze wordt nu vanuit de Raad

voor de Kinderbescherming geleverd. Ondanks dat in de voorfase reeds een

gedragswetenschapper geraadpleegd wordt door de verzoekende partij is het van constructieve

waarde wanneer tijdens het COB een gedragswetenschapper aanwezig is, met voorkeur iemand

met specifieke expertise op dit gebied, zodat per casus de juiste discussie gevoerd kan worden

met betrokkenheid van verschillende disciplines. Gelet op de veranderende rol van de

gemeenten en de daardoor afgestemde samenwerking met onder meer de Raad waarbij deze

laatste in de voorfase van het proces richting het gedwongen kader een consultatie- en

adviesfunctie zullen vervullen, zal gedurende 2015 het functioneren van het COB geëvalueerd

worden om zo een vervolgvoorstel te formuleren ten aanzien van de samenwerking tussen

gemeenten en de Raad voor de Kinderbescherming en specifiek het indienen van een verzoek tot

onderzoek (VTO).

Organisatie en verantwoordelijkheden Bestuurlijk portefeuillehouder voor het samenwerkingsprotocol RvdKB is Wethouder de Leeuw,

gemeente Helmond namens de 21 gemeenten. Ambtelijk opdrachtgever schap is belegd bij

gemeente Deurne die de werkgroep Veiligheid aanstuurt.

Bestuurlijk portefeuillehouder voor het Casusoverleg Bescherming (COB) is Wethouder Visscher,

gemeente Eindhoven namens de 21 gemeenten. Ambtelijk opdrachtgever schap is belegd bij de

gemeente Eindhoven.

Planning 2e kwartaal 2015: Vaststellen samenwerkingsprotocol;

2e kwartaal 2015: Aansluiting integrale crisisdienst en Veilig Thuis;

2e kwartaal 2015: Onderbrengen Casusoverleg Bescherming bij

Veiligheidshuis;

2e en 4e kwartaal 2015: Evaluatie en aanpassingsvoorstel COB;

4e kwartaal 2015: Evaluatie een aanpassing samenwerkingsprotocol;

Benodigde financiële middelen

kosten

Casusoverleg Bescherming COB secretariële ondersteuning van 1/1/2015 tot

1 maart 2015

3.033,00

Casusoverleg Bescherming gedragswetenschapper van 1/1/2015 tot

31/12/2015

39.000,00

Totaal 42.033,00

Secretariële ondersteuning (10 uur per week) van 1 januari tot 1 maart 2015: € 3033,33

Gedragswetenschapper (10 uur per week) van 1 januari t/m 31 december 2015: € 39.000, 00

Page 19: Logo van de regio Zuidoost Brabant - Helmond...de transitie jeugdzorg. Deze regionale samenwerking is reeds in 2010 gestart. De regio is onderverdeeld in 6 subregio’s, namelijk De

19

4.4 Opgave 3c: Jeugdbescherming en Jeugdreclassering

Aanleiding In het nieuwe stelsel voor de jeugd voert de gemeente de regie over alle vormen van

ondersteuning en hulp voor de jeugd. Inclusief het gedwongen kader: jeugdbescherming en

jeugdreclassering.

Jeugdbescherming omvat de uitvoering van een door de rechter opgelegde

kinderbeschermingsmaatregel, zoals een ondertoezichtstelling (al dan niet met uithuisplaatsing)

of een voogdijmaatregel (bij beëindiging van het ouderlijk gezag).

Jeugdreclassering omvat toezicht en begeleiding, als onderdeel van de door de rechter opgelegde

voorwaarden bij schorsing van een voorlopige hechtenis (als een jongere of jongvolwassene nog

niet veroordeeld is) of bij een voorwaardelijke veroordeling.

De jeugdreclassering kan jongeren tevens vrijwillige begeleiding bieden in opdracht van de Raad

voor de Kinderbescherming.

Jeugdbescherming en jeugdreclassering worden in het nieuwe stelsel uitgevoerd door

gecertificeerde instellingen. De certificering wordt uitgevoerd door het Keurmerkinstituut, dat

hiertoe is aangewezen door de minister van Veiligheid en Justitie. Het Keurmerkinstituut werkt

op basis van een wettelijk vastgesteld Normenkader.

Stand van zaken In de regio Zuidoost-Brabant is vorig jaar Bureau Jeugdzorg (BJZ) als gecertificeerde instelling

gecontracteerd. Later is echter gebleken dat Bureau Jeugdzorg niet voldeed aan de gestelde

criteria en derhalve geen certificering kreeg. Dit had als gevolg dat, tot het moment dat de

certificering bij BJZ rond was, de nieuwe maatregelen jeugdbescherming en jeugdreclassering

onder verantwoordelijkheid van de William Schrikkergroep (WSG), zijnde een gecertificeerde

instelling, zijn uitgevoerd. Hiervoor is een nieuwe inkoop overeenkomst afgesloten. Ook nadat

BJZ diens certificering heeft behaald heeft de WSG een eigenstandige overeenkomst met de

gemeenten behouden, waardoor er in de regio twee gecertificeerde instellingen zijn.

Werkagenda JB / JR Voor de samenwerking tussen gemeente en gecertificeerde instellingen gelden twee algemene

uitgangspunten:

Het gaat bij jeugdbescherming en jeugdreclassering om hulp in een gedwongen kader. Mensen

hebben er niet om gevraagd. Toch is het eerste uitgangspunt dat het gezin de bemoeienis waar

mogelijk zal moeten ervaren als helpend en steunend. Versterking van de eigen kracht van

kinderen, jongeren, gezinnen en hun sociale netwerk staat voorop.

Het tweede uitgangspunt is dat de gecertificeerde instelling bij de uitvoering van de maatregelen

zoveel mogelijk aansluit bij het gemeentelijk beleid. Dit moet overigens wel in balans zijn met de

wettelijke taken en bevoegdheden van de instellingen en hun ketenpartners.

Op te leveren resultaten Voor aankomende periode staat de samenwerking tussen de gemeenten en de GI’s op de agenda

om tot verdere optimalisering te komen. Aandachtspunten hierbij zijn:

Uitwerking samenwerkingsprotocol;

Creëren van integraliteit in samenwerking met Veilig Thuis, Raad voor de

Kinderbescherming en regionale crisisdienst en gemeenten ten behoeve van een sluitende

veiligheidsketen;

Nu de William Schrikkergroep tevens een gecertificeerde instelling in de regio Zuidoost-

Brabant is dient tot een zelfde samenwerking en afstemming te worden gekomen.

Page 20: Logo van de regio Zuidoost Brabant - Helmond...de transitie jeugdzorg. Deze regionale samenwerking is reeds in 2010 gestart. De regio is onderverdeeld in 6 subregio’s, namelijk De

20

Organisatie en verantwoordelijkheden Om invulling te geven aan de samenwerking tussen de gemeenten en de GI was het aanvankelijk

de bedoeling dat iedere gemeente een pilot zou starten waarin de afstemming tussen de rol van

de gemeente en de rol van de GI centraal staat. Uiteindelijk is alleen Eindhoven hiermee samen

met Bureau Jeugdzorg vorig jaar gestart om van daaruit de uitkomsten van deze pilot te kunnen

gebruiken voor de totstandkoming van regionale samenwerkingsafspraken. Het afsprakenkader

dient verder uitgewerkt te worden zodat, conform de Jeugdwet, een samenwerkingsprotocol als

basis kan dienen voor de werkwijze voor 2015. Dit protocol geldt voor de gehele regio Zuidoost-

Brabant en is een leidraad voor gemeenten om vervolgens samen met de GI tot verdere

samenwerkingsafspraken te komen passend binnen het gemeentelijke en/of subregionale beleid.

Bestuurlijk portefeuillehouder voor JB / JR is Wethouder De Leeuw, gemeente Helmond , namens

de 21 gemeenten.

Ambtelijk opdrachtgever schap voor het samenwerkingsprotocol is de gemeente Deurne als

trekker van de regionale werkgroep Veiligheid.

De inkoopafspraken met de GI zijn belegd bij de gemeente Eindhoven.

Planning 2e kwartaal 2015: uitwerking en vaststellen samenwerkingsprotocol

2e kwartaal 2015: certificering BJZ (naar verwachting)

4e kwartaal 2015: evaluatie samenwerkingsprotocol

Benodigde financiële middelen De 21 gemeenten uit de regio Zuidoost-Brabant zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van

jeugdbescherming en jeugdreclassering. Ten behoeve hiervan heeft de gemeente Eindhoven als

inkooporganisatie voor de gehele regio een contract afgesloten met William Schrikker Groep en

Bureau Jeugdzorg. Sturing op resultaten zal door middel van prestatiemanagement gebeuren

zoals beschreven in het eerste hoofdstuk over inkoop.

Page 21: Logo van de regio Zuidoost Brabant - Helmond...de transitie jeugdzorg. Deze regionale samenwerking is reeds in 2010 gestart. De regio is onderverdeeld in 6 subregio’s, namelijk De

21

5 Samenwerken in de regio

Bij het onderwerp ‘Samenwerken in de regio’ onderscheiden we in dit hoofdstuk drie elementen,

die in opeenvolgende paragrafen worden toegelicht:

1. Samenwerking tussen de gemeenten onderling

2. Samenwerking met de cliëntenorganisaties

3. Samenwerking met de zorgaanbieders

Vervolgens wordt ingegaan op twee aanpalende onderwerpen:

4. regionaal monitoren: leren en verbeteren

5. samenwerken op transformatie

6. regionale informatievoorziening

Samenwerking tussen gemeenten onderling Structuur voor samenwerking Sinds lange tijd werken de 21 gemeenten in Zuidoost-Brabant samen op het gebied van

jeugdbeleid, vanaf 2010 zijn zij gezamenlijk aan de slag met de transitie en transformatie

jeugdzorg. Zeker voor de meer specialistische taken is het efficiënter en logisch dat gemeenten op

regionaal niveau expertise bundelen en inkoopkracht versterken. Op sommige onderdelen is

regionale samenwerking wettelijk verplicht. De regio Zuidoost-Brabant is aangewezen als

jeugdzorgregio.

Vanaf 1 januari 2015 is de WGR+ regeling afgeschaft, de geformaliseerde samenwerkingsregeling

(SRE) is hiermee beëindigd. De gemeenten in regio Zuidoost-Brabant hebben in 2014 aangegeven

dat de transformatie met name lokaal plaats moet vinden. Hier moeten we de komende jaren de

kanteling bereiken. Echter, regionale samenwerking en afstemming blijft op bepaalde thema’s van

belang .

Wij willen als gemeenten onze eigen verantwoordelijkheid nemen om deze transformatie op de

eerste plaats lokaal, dan wel via subregionale samenwerking, vorm te geven. Daarbij zijn er een

aantal thema's, waarbij we als 21 gemeenten elkaar nodig hebben om de gewenste veranderingen

te kunnen realiseren. Die thema's komen voort de visie en ambities van '21 voor de jeugd' en

vormen de agendapunten voor het komend jaar. De thema's zijn in de voorgaande hoofdstukken

genoemd, de wijze van samenwerking wordt in paragraaf 5.5 verder uitgewerkt. Samenwerking op

inkoop gaat, behalve het inkoopproces, uiteindelijk om het realiseren van geïntegreerde en

flexibele zorg die aansluit op de lokale behoefte en op de lokale zorg.

De thema’s Veiligheid en de garantie dat er bij crisissituaties altijd onmiddellijk deskundige hulp

beschikbaar is, vergen een regionale aanpak. . Veranderingen in de zorg voor jeugd staan niet op

zichzelf maar lopen parallel met gelijksoortige processen op aanpalende terreinen. Over een aantal

zaken is behalve lokale samenwerking, ook op regionaal niveau afstemming De noodzaak voor

regionale uitvoering bestaat voor cruciale taken zoals Veilig Thuis en Spoedeisende Zorg alsmede

de regionale samenwerking op het gebied van jeugdbescherming. Tenslotte is regionale

afstemming nodig met regionale partners in het sociaal domein.

Om de regionale samenwerking op het gebied van jeugdzorg vorm te geven heeft de regio gekozen

voor voortzetting van de structuur waarbij het Portefeuillehouders Overleg Jeugd (POHO) en de

Stuurgroep Jeugd als vertegenwoordigend orgaan de regionale samenwerking een bestuurlijke

invulling geven. Het POHO en de Stuurgroep als dagelijks bestuur monitort en houdt bestuurlijk

toezicht op de uitvoering van de bovenlokale jeugdhulptaken. Het opdrachtgever schap voor de

uitvoering van de bovenlokale jeugdhulptaken is hiermee voor 2015 belegd. Hier ligt geen formele

juridische structuur onder.

Page 22: Logo van de regio Zuidoost Brabant - Helmond...de transitie jeugdzorg. Deze regionale samenwerking is reeds in 2010 gestart. De regio is onderverdeeld in 6 subregio’s, namelijk De

22

Voor de uitvoering van de inkoop van (bovenlokale) jeugdhulp is in de regio middels een Dienst

Verlenings- en samenwerkingsovereenkomst (DVO) belegd bij de gemeente Eindhoven voor de

jaren 2015 en 2016.

Regionaal is er ambtelijk overleg in het Ambtelijk Overleg Zuidoost (AO) en het A-Team (als

vertegenwoordigend orgaan). Hier worden de regionale taken en opgaven ambtelijk afgestemd en

aangestuurd. Een onafhankelijk regionaal projectleider is aangesteld om in de positie van ambtelijk

secretaris van het POHO en de Stuurgroep Jeugd en voorzitter van het Ambtelijk Overleg en A-

Team er voor te zorgen, dat de gestelde projectdoelen zoals vastgesteld in onderliggend werkplan

gehaald worden.

Doelstellingen en benodigde randvoorwaarden

De samenwerking tussen 21 gemeenten, met daarin 6 subregio’s, twee centrumgemeenten,

waarvan één tevens optreedt als uitvoerder van de inkoop, is een complexe aangelegenheid.

In de afgelopen periode is gebleken hoe belangrijk een professionele uitrusting van de deze

samenwerking is. In de aanloopfase naar de regionale inkoop is duidelijk geworden dat hapering in

de communicatie en onduidelijkheden in taakverdeling en verantwoordelijkheid snel kan leiden tot

verwarring, vertraging en veel extra inspanningen (beleidscapaciteit). De financiële en inhoudelijke

risico’s die een niet professioneel ingerichte regionale samenwerking met zich mee kan brengen,

komen voort uit onvoldoende sturing op prijs, kwaliteit, volume en innovatie van specialistische

zorg en het onvoldoende benutten van de kansen die zich hier voordoen. Een soepele schakeling

tussen gemeentelijk beleid, sub regionale samenwerking, regionale samenwerking, inkoop en

transformatie vergt stevige project aansturing die over voldoende slagkracht en bevoegdheden

beschikt om de gestelde doelen gerealiseerd te krijgen.

Om deze structuur in de praktijk goed te kunnen laten functioneren is in 2015 in ieder geval nodig

een sterk regionaal ambtelijk team onder leiding van een onafhankelijke regionale projectleider

met adequate secretariële ondersteuning.

Bovendien zal het jaar 2015 zal als overgangsjaar benut worden om te onderzoeken op welke wijze

de structuur van samenwerking en het overleg over jeugdhulp in de regio kan worden voortgezet

en juridisch/organisatorisch duurzaam kan worden geborgd na 2015.

Page 23: Logo van de regio Zuidoost Brabant - Helmond...de transitie jeugdzorg. Deze regionale samenwerking is reeds in 2010 gestart. De regio is onderverdeeld in 6 subregio’s, namelijk De

23

Opdrachtgeverschap

Namens de regio is wethouder Visscher, gemeente Eindhoven, voorzitter van het POHO overleg en

de Stuurgroep Jeugd. Namens deze treedt de voorzitter op als aanspreekpunt/woordvoerder van

de regionale samenwerking tussen de 21 gemeenten in ZO Brabant.

Namens de regio is wethouder Tindemans, gemeente Valkenswaard, gevraagd om als bestuurlijk

trekker de regionale werkagenda 21 voor de jeugd en de structuur van het regionaal overleg aan te

sturen en tot goede duurzame samenwerkingsafspraken komen voor de intergemeentelijke

samenwerking in Zuidoost Brabant. Wethouder Tindemans is hiermee het bestuurlijk

aanspreekpunt en opdrachtgever voor de regionaal projectleider 21 voor de jeugd. Ambtelijk

opdrachtgever van de regionale projectleider is belegd bij de gemeente Valkenswaard. In

onderstaand schema is het opdrachtgeverschap en de positionering van de regionaal projectleider

weergegeven.

De projectleider 21 voor de jeugd is verantwoordelijk voor:

Het ambtelijk secretariaat van het POHO en Stuurgroep overleg Zuidoost Brabant, oa. de

organisatie, het voorbereiden, het bijwonen en acties nemen naar aanleiding van

regionale bestuurlijke overleggen.

Het ambtelijk secretariaat en het voorzitten van de ambtelijke regionale overlegstructuur

(A-Team en Regionaal Ambtelijk Overleg).

Het bewaken van de op te leveren producten door de deelprojectleiders m.b.t. de

uitvoering van regionale werkagenda 2015, en zo nodig tijdig knelpunten signaleren naar

het A-Team en Stuurgroep Jeugd.

Als projectleider het tijdig aanleveren van voortgangsrapportages m.b.t. de uitvoering en

implementatie van regionale projecten zoals gedefinieerd in dit werkplan aan A-Team en

Stuurgroep Jeugd.

Het bewaken van het tijdspad, het proces en bijbehorende afstemming met interne en

externe partners.

Het aansturen en van een adequate informatievoorziening voor de regio middels

Page 24: Logo van de regio Zuidoost Brabant - Helmond...de transitie jeugdzorg. Deze regionale samenwerking is reeds in 2010 gestart. De regio is onderverdeeld in 6 subregio’s, namelijk De

24

nieuwsbrieven of een eventuele regionale website 21voordejeugd.nl

Het uitvoeren van een onderzoek naar de verankering en eventueel ( juridische) inbedding

van de samenwerking tussen de 21 gemeenten na 1 januari 2016.

Het opleveren van een regionaal werkplan 21 voor de jeugd – 2016 in het vierde kwartaal

van 2015.

Samenwerken met cliënten en -vertegenwoordiging Afstemming regionale onderwerpen

De stelselwijziging en transformatie opgave jeugdzorg steunt op een aantal belangrijke gedachten

over de gemeente en de rol van de burger. De eerste gedachte is dat gemeenten dichter bij de

jeugdigen en ouders staan dan regio’s. Zij kunnen beter achterhalen wat de lokale gemeenschap

nodig heeft en daarop aansluiten. Zo kan jeugdzorg op maat geleverd worden. Deze nabijheid tot

de lokale gemeenschap opent bovendien de deur tot een krachtige maatschappelijke bron die

jeugdzorg niet onbenut kan laten: sociaal kapitaal, ofwel de (eigen) kracht, mogelijkheden en

netwerken van de lokale gemeenschap. De tweede gedachte is dat kwaliteitsverbetering niet

mogelijk is zonder betrokkenheid van jeugd, ouders en in het bijzonder jeugdzorgcliënten.

Betrokkenheid bij het aanpakken of voorkomen van problemen die voor de jeugdzorg in

aanmerking komen, maar ook bij de ontwikkeling van de jeugdzorg en de stelselwijziging. Door

burgers in een vroegtijdig stadium bij ontwikkelingen te betrekken, moet de jeugdzorg beter

aansluiten bij hun behoeften.

Ook in de samenwerking tussen de gemeenten in Zuidoost Brabant geldt het uitgangspunt: lokaal

wat kan. De gemeenten zelf zijn verantwoordelijk voor samenwerking met cliënten op lokaal

niveau en voor een effectieve aanpak van cliëntparticipatie of burgerparticipatie in beleid en

uitvoering. Elke gemeente in de regio organiseert dit zelf.

Voor de onderwerpen waarvoor een regionale aanpak of regionale afstemming wenselijk of vereist

is zal wel afstemming nodig zijn met een vertegenwoordiging van cliënten op het niveau van 21

gemeenten. Denk hierbij bijvoorbeeld aan hulp voor een hele specifieke (kleine) doelgroep, een

regionaal gecontracteerde instelling en de regionaal op te pakken taken zoals de Crisisdienst en

Veilig Thuis.

De afgelopen jaren heeft de regio Zuidoost Brabant ook al regelmatig afgestemd met

(vertegenwoordigers) van cliënten, zoals cliëntenraden van instellingen, Zorgbelang Brabant,

Stichting de Noodkreet, ervaringsdeskundigen.

Om dit overleg een meer structurele vorm te geven zal de Stuurgroep jeugd in 2015 vier maal bij

elkaar komen met deze regionale partners om regionale onderwerpen te bespreken. Lokale of

subregionale onderwerpen worden op lokaal/subregionaal besproken waarbij ook de lokale

cliëntenorganisaties betrokken kunnen worden. Op het eerste bestuurlijke overleg worden de

thema’s benoemd die in dit overleg besproken worden. (zie mijn bovenstaande opmerking)

Het cliëntenperspectief is ook betrokken in de Coördinatiegroep Transformatie Jeugd (zie

paragraaf 5.5).

De Noodkreet

Sinds 1 januari 2015 zijn de 21 gemeenten in Zuid Oost Brabant niet alleen verantwoordelijk voor

de jeugdzorg maar ook verantwoordelijk voor de cliëntondersteuning.

Dit wordt lokaal geregeld. In dit werkplan wordt echter een regionaal voorstel voorgelegd met

betrekking tot de Stichting de Noodkreet, omdat dit vraagt om samenwerking op een groter

schaalniveau.

Stichting De Noodkreet leverde met de inzet van goed opgeleide vrijwilligers specifieke

ondersteuning aan cliënten uit het gedwongen kader die vastliepen in de Jeugdzorg. Zij leverden

Page 25: Logo van de regio Zuidoost Brabant - Helmond...de transitie jeugdzorg. Deze regionale samenwerking is reeds in 2010 gestart. De regio is onderverdeeld in 6 subregio’s, namelijk De

25

deze dienstverlening tot 1 januari 2014 als onderaannemer van Zorgbelang (provinciaal

gefinancierd voor cliëntparticipatie in de provinciaal gefinancierde jeugdzorg). Er is Brabant breed

veel waardering voor de wijze waarop de Noodkreet haar doelgroep ondersteuning biedt. Voorstel

is om de Noodkreet te financieren voor het gehele jaar 2015. Voorwaarde daarbij is dat de

Noodkreet onderzoekt op welke wijze hun dienstverlening ook in het jaar 2016 geborgd zou

kunnen worden. Een samenwerking met bestaande organisaties op het gebied van Welzijn,

Jeugdzorg en/of cliëntondersteuning hebben wij daarbij voor ogen. Ook vanuit Midden Brabant en

Noord Oost Brabant vindt een vergelijkbare financiering plaats. De Noodkreet kan in haar

rapportage aangeven hoeveel cliënten uit welke gemeenten ondersteund zijn. In de tweede helft

van 2015 kan bekeken worden - op basis van hun onderzoek - hoe de positionering in 2016 er uit

zou kunnen zien.

Opdrachtgeverschap

Bestuurlijk portefeuillehouder is Wethouder De Leeuw, gemeente Helmond namens de 21

gemeenten. Ambtelijk opdrachtgever schap trekker is belegd bij de gemeente Helmond.

Benodigde middelen/begroting

Voor de afstemming op regionaal niveau zijn geen extra middelen nodig.

Voor de Noodkreet geldt dat de Stuurgroep Jeugd in december 2014 heeft

voorgesteld de stichting financieel te blijven ondersteunen voor 2015. Gemeente Helmond heeft

in opdracht van de stuurgroep reeds een voorschot betaald van € 10.000 met een vooruitzicht op

een totale bekostiging van € 50.000 voor het gehele jaar 2015.

Samenwerken en inkopen: de jeugdhulpaanbieders Verschillende jeugdzorginstellingen werken voor de gehele regio of zelfs bovenregionaal. Alle

gecontracteerde instellingen hebben te maken met de regionale afspraken die de gemeenten met

elkaar gemaakt hebben en waarvoor gemeente Eindhoven als inkooporganisatie fungeert.

Daardoor hebben al deze instellingen in meer of mindere mate te maken met de regio.

Samenwerking tussen instellingen en gemeente is daarmee niet beperkt tot individuele

gemeenten, maar zal op onderdelen ook op regionaal niveau plaatsvinden. Als gevolg van de

tijdsdruk is het afgelopen jaar de samenwerking vooral gestoeld op een organisatorische en

financiële opgave (inkoop). Hoe belangrijk deze eerste stap ook is, er is meer nodig om de doelen

van de transformatie te bereiken. Daarnaast brengt de financiële focus bij de inkoop het risico op

kwaliteitsverlies en gebrek aan innovatie mee. Vanuit de inkooprelatie tussen lokale gemeenten /

regionale inkoop ontmoeten gemeenten en instellingen elkaar als opdrachtgever en

opdrachtnemer. De transformatie vraagt om een specifieke vorm van vernieuwing in zowel denken

en handelen van alle partners. Om dit te bereiken is samenwerking en afstemming nodig, breder

dan inkoop.

Veel van de samenwerking tussen instellingen en gemeenten zal op lokaal niveau of subregionaal

niveau worden ingevuld of te maken hebben met de inkooprelatie die er tussen de gemeenten en

de gecontracteerde instellingen bestaat (zie hiervoor hoofdstuk 2). Regionaal inkopen van

jeugdhulp). Instellingen hebben benadrukt dat zij ook op regionaal bestuurlijk niveau met de

gemeenten in gesprek willen, vooral op het onderwerp transformatie.

Het voorstel is daarom dat deze bestuurders in 2015 viermaal per jaar een overleg hebben samen

met de Stuurgroep Jeugd . De bestuurders van de instellingen vertegenwoordigen de sector

(voormalig AWBZ, voormalig provinciale jeugdzorg en J-GGZ). Voorgesteld is om hier dezelfde

werkwijze te hanteren als bij het bestuurlijk overleg met de cliëntenvertegenwoordiging (zie

paragraaf 5.2)

Regionaal monitoren, leren en verbeteren Om te weten hoe de transitie is verlopen en de transformatie in gang is gezet en resultaten

Page 26: Logo van de regio Zuidoost Brabant - Helmond...de transitie jeugdzorg. Deze regionale samenwerking is reeds in 2010 gestart. De regio is onderverdeeld in 6 subregio’s, namelijk De

26

oplevert, is het noodzakelijk te monitoren. Sommige jeugdzorgregio’s kiezen ervoor om een aantal

onderdelen regionaal te monitoren. In deze jeugdzorgregio stellen we op dit moment voor om niet

regionaal te monitoren, maar het monitoren door elke gemeente/subregio zelf te laten uitvoeren.

Dat neemt niet weg dat op onderdelen de regio wel geïnformeerd wordt over de voortgang van de

transitie en de transformatie. Dit gebeurt op verschillende manieren:

Er vindt een regionale evaluatie plaats van het DVO en de inkoopprocessen over het inkoopproces

2015 en er wordt afstemming met stuurgroep en A-team gezocht over het inkoopproces 2016. De

inkooporganisatie Eindhoven is verantwoordelijk voor deze evaluatie (zie hoofdstuk 2).De

stuurgroep ontvangt elk kwartaal een voortgangsrapportage m.b.t. de acties en afspraken die in dit

werkplan benoemd en voorgesteld zijn, te beginnen met het 2e kwartaal 2015. Dit betreft ook de

regionaal afspraken met betrekking tot Bureau Jeugdzorg (GI), jeugdzorgplus en de tarieven en

huisvestingslasten van enkele instellingen. De stand van zaken in het eerste kwartaal 2015 is in dit

werkplan reeds omschreven.

De stuurgroep heeft aangegeven werkbezoeken te willen afleggen aan instellingen om zo in 2015

meer gevoel te krijgen bij de nieuwe jeugdhulptaken, de uitvoering en de transformatie-opgaven.

Om na te gaan hoe het transitieproces is verlopen, waar nog knelpunten of vraagstukken zijn, waar

verbetermogelijkheden zijn en waar kansen liggen voor transformatie is het idee ontstaan om

samen met de instellingen en cliëntenvertegenwoordigers op twee momenten in 2015 een

Balansdag te houden. In deze Balansdag wordt het transitieproces tot nu toe geëvalueerd en wordt

de balans opgemaakt. Ook wordt gekeken naar de toekomst, waar willen we met elkaar naar toe.

Deze Balansdagen worden op twee momenten gehouden, halverwege 2015 en eind 2015.

De Balansdagen

De balans wordt opgemaakt over

1. de ontwikkelambities die vervat zijn in het werkprogramma 2015 (deze notitie). Hoe

staat het ervoor met het uitwerken van de integrale crisisdienst, Veilig thuis etc. etc.

Liggen we op koers met onze plannen of zijn er punten waarop nog bijgestuurd moet

worden. Waar is extra of juist minder energie nodig en hoe stellen we de knoppen bij

voor de tweede helft van 2015.

2. de praktijk van de transitie. Met het vaststellen van de beleidsplannen in 2014 is de

richting bepaald van de transitie jeugdzorg. Met ingang van 1 januari 2015 moest de

winkel gaan draaien en na een half jaar kunnen we zicht krijgen of de praktijk ook zo

draait zoals we hem op papier bedacht hadden. Hoe loopt het in de diverse gemeenten,

en hoe wordt dat beleefd door organisaties, cliënten en gemeenten zelf. Aan de hand

van een gestructureerde dialoog willen kijken of we al richtingen zien voor een

werkplan 2016: met welke items moeten welke actoren aan de slag, en voor welke

items is het handig om ze te agenderen in een volgend regionaal werkplan 2016.

K2 Brabants Kenniscentrum Jeugd kan en wil met de organisatie van de Balansdag aan de slag en

het A-team wordt nadrukkelijk betrokken bij de inhoudelijke voorbereiding en bemensing.

Benodigde middelen/begroting

De hier benoemde voorstellen behoeven geen extra financiële middelen, deze activiteiten passen

binnen de opdrachten die aan de regionale structuur (zie paragraaf 5.1.) zijn gegeven.

Page 27: Logo van de regio Zuidoost Brabant - Helmond...de transitie jeugdzorg. Deze regionale samenwerking is reeds in 2010 gestart. De regio is onderverdeeld in 6 subregio’s, namelijk De

27

Samenwerken op de transformatie Anno 2015 is de transitie van de jeugdzorg een feit. Met de komst van de Jeugdwet zijn de

gemeenten vanaf 1 januari verantwoordelijk voor de uitvoering van de gehele jeugdzorg voor

kinderen, jongeren en hun ouders/verzorgers. De gemeenten in Zuidoost-Brabant zijn volop bezig

op lokaal, subregionaal en regionaal niveau met de transitie en transformatie van de jeugdzorg.

Ook hierbij is het motto: lokaal/subregionaal waar kan, regionaal waar moet.

Transformatie op diverse niveaus

Transformatie vindt, in de afstemming tussen de drie betrokken partijen: gemeenten, aanbieders

en cliënten, op verschillende manieren en verschillende niveaus plaats:

- Lokaal/subregionaal; door bijvoorbeeld nieuwe werkwijzen te introduceren waardoor het

uitgangspunt één kind één gezin één plan één regisseur vorm krijgt; het versterken van de

basisstructuur (inclusief toegang tot jeugdhulp); vormgeven van lokale participatie bij

beleidsvorming;

- Via inkoop; in de afspraken tussen gecontracteerde aanbieders en gemeenten (zowel

subregionaal als regionaal, afhankelijk van het gehanteerde cafetariamodel) is

transformatie en innovatie een belangrijk onderdeel, dat in 2015 nog verder uitgewerkt

zal worden;

- Op regionaal niveau; op een aantal onderwerpen is dit al opgepakt (zie onder meer

hoofdstukken 3 en 4 inzake de Integrale crisisdienst en Veilig Thuis). Daarnaast zijn er

echter nog andere onderwerpen waarvan nader uitgezocht moet of kan worden of dat

regionaal op te pakken transformatieonderwerpen zijn.

Regionale Coördinatiegroep Transformatie

Na een aantal bijeenkomsten in 2014 waarin gemeenten, jeugdhulpaanbieders en

cliëntenorganisaties hebben nagedacht over samenwerking en afstemming is er door genoemde

partijen een regionale coördinatiegroep transformatie jeugd in het leven geroepen. Deze bestaat

uit:

vertegenwoordigers van gemeenten (ambtelijk vertegenwoordigers uit het A-team en de

regionale projectleider),

aanbieders (vanuit drie grote instellingen voor jeugdhulp die de drie voormalige sectoren

vertegenwoordigen: AWBZ, GGZ en jeugdzorg en namens de kleine

instellingen/zelfstandigen)

en cliëntenorganisaties (Zorgbelang Brabant en een afvaardiging van het platform

cliëntenraden ZO Brabant)

De coördinatiegroep verbindt steeds de verschillende perspectieven (klant,

aanbieder/opdrachtnemer en financier/opdrachtgever) en expertise op regionaal niveau aan de

gemeenschappelijke opgave. Elke vertegenwoordigende partij heeft de verantwoordelijkheid

zorgvuldig af te stemmen met de eigen organisaties/sector. Inhoudelijk en procesmatig wordt

deze coördinatiegroep ondersteund vanuit K2 Brabants Kenniscentrum Jeugd en het Nederlands

Jeugd Instituut.

De transformatie vraagt om een specifieke vorm van vernieuwing in zowel denken en handelen van

alle partners. Om dit te bereiken is samenwerking en afstemming nodig. Gemeenten zijn niet

alleen opdrachtgever en financier, maar partner in de innovatie opgave. In 2014 is het inhoudelijk

spreken over transformatie - vanwege de keuze om Europees aan te besteden - binnen het

inkoopproces dat door Eindhoven is uitgevoerd, niet aan de orde gekomen. In de subregio’s Peel

6.1 en Dommelvallei+, waar gekozen is voor bestuurlijk aanbesteden, was dit wel (meer) het geval.

De hiervoor omschreven coördinatiegroep is ontstaan mede vanuit de wens van de instellingen om

met gemeenten over transformatie na te denken. Echter ook andere motieven speelden een rol,

bijvoorbeeld de wens om de gevolgen van de transitie bestuurlijk te bespreken met gemeenten.

Page 28: Logo van de regio Zuidoost Brabant - Helmond...de transitie jeugdzorg. Deze regionale samenwerking is reeds in 2010 gestart. De regio is onderverdeeld in 6 subregio’s, namelijk De

28

De Transformatie coördinatiegroep is vanaf november 2014 een proces gestart, dat (achteraf

gezien) niet op alle punten heeft gepast in de structuur die de 21 gemeenten rond samenwerking

en inkoop (willen) hanteren.

In eerste instantie heeft de coördinatiegroep 10 thema’s benoemd die onder aansturing van deze

groep inhoudelijk verder uitgewerkt zouden moeten worden.

Twee thema’s (crisisdienst en Veilig Thuis) worden al opgepakt binnen ’21 voor de jeugd’. Twee

andere thema’s (terugdringen bureaucratisering en monitoring) betreffen bestuurlijk te bespreken

thema’s en geen transformatiethema’s.

Eén thema (betrekken van cliënten en ouders) is een rode draad die door alle

transformatiethema’s loopt. De overige 5 thema’s zouden inhoudelijk door instellingen en

gemeenten nadere verkend kunnen worden op de transformatie –mogelijkheden. Dit zijn:

1. Afstemming en samenwerking hulpverleners/aanbieders met de toegangsteams in de

gemeenten

2. Optimaliseren van zorgketens tussen specialistische instellingen, gericht op 24-uurszorg en

behandeling

3. Optimaliseren van zorgketens tussen specialistische instellingen, gericht op de

dagbehandeling

4. Realisatie van transformatie met behulp van de mogelijkheden van E-health

5. Realisatie van een doorlopende lijn tussen 18- en 18+

In de coördinatiegroep is geconstateerd dat het wenselijk is om vanuit instellingen en cliënten

werkgroepen in te stellen om te kunnen komen tot een verdieping van deze thema’s. Deze

werkgroepen moeten dicht(er)bij de werkvloer staan (dus niet op bestuursniveau bemenst). Op 21

april 2015 wordt een werkbijeenkomst georganiseerd om deze thema’s inhoudelijk verder te

bespreken. Het is de bedoeling van de coördinatiegroep dat er vervolgens 5 werkgroepen rond de

thema’s ontstaan.

Het heeft de gemeenten (ambtelijk en bestuurlijk) de nodige tijd gekost om na te gaan wat de

positionering van en opdrachtverlening aan deze coördinatiegroep zou moeten zijn. Daarnaast

wordt het voor gemeenten steeds duidelijker op welke manier men binnen het inkoopproces de

afstemming met instellingen vorm wil geven.

Met betrekking tot de doorontwikkeling tot deze coördinatiegroep, de werkgroepen en het reeds

verlopen proces stellen we het volgende vast:

Het is van belang de input vanuit de werkgroepen en de werkwijze goed in te bedden in de

regionale structuur die gemeenten met elkaar hebben afgesproken. Met name (bestaande en nog

op te richten) dialoogtafels en werkgroepen in het kader van de regionale én subregionale inkoop

kunnen de passende plek worden om met elkaar vorm en inhoud te geven aan de transformatie.

De huidige coördinatiegroep transformatie kan zich dan doorontwikkelen tot een regionale

dialoogtafel waar gemeenten en partners met elkaar in gesprek gaan over, en voorstellen

uitwerken voor, de transformatie jeugdhulp.

Gemeenten zijn bij de werkgroepen die na 21 april ontstaan, voorlopig ambtelijk betrokken bij het

proces om de aansluiting met de gemeentelijke processen te verzorgen tot de coördinatiegroep en

de werkgroepen in de regionale structuur ingebed zijn.

Zoals in paragraaf 5.3 al is gemeld, vindt bestuurlijke ontmoeting tussen de instellingen en

gemeenten plaats binnen de stuurgroep Jeugd en niet langer aan deze coördinatiegroeptafel. In de

coördinatiegroep zitten daarom geen bestuurlijk vertegenwoordigers van de drie voormalige

sectoren (AWBZ,J-GGZ en provinciale jeugdzorg) meer.

Organisatie en Verantwoordelijkheden

Bestuurlijk portefeuillehouder is wethouder Visscher, gemeente Eindhoven namens de 21

Page 29: Logo van de regio Zuidoost Brabant - Helmond...de transitie jeugdzorg. Deze regionale samenwerking is reeds in 2010 gestart. De regio is onderverdeeld in 6 subregio’s, namelijk De

29

gemeenten. Vanuit de gemeenten nemen ambtenaren vanuit het A-Team deel aan de

transformatie coördinatiegroep, gemeente Veldhoven is hierin ambtelijk trekker.

Benodigde middelen/begroting

Dit voorstel heeft nu nog geen specifieke financiële consequenties. Mogelijk volgen er uit de

transformatieagenda wel voorstellen met financiële consequenties, waar dan nog over besloten

moet worden.

Regionale informatievoorziening Regionaal is er behoefte om informatie efficiënt en goed uit te kunnen wisselen. Hierbij gaat het

over uitwisseling van relevante informatie tussen gemeenten onderling, informatie tussen de

samenwerkende gemeenten als regio en jeugdzorgaanbieders en haar professionals. Informatie

voor cliënten is beschikbaar bij de lokale informatievoorzieningen per gemeente, hierbij is het wel

van belang om middels de regionale informatievoorziening direct te kunnen doorgeleiden naar de

lokale voorzieningen.

De afgelopen jaren in deze behoefte voorzien middels webpagina’s op de SRE site. Vanwege het

wegvallen van WGR+ regeling en het SRE zal de regio opnieuw deze informatievoorziening moeten

inrichten om tot optimale regionale informatie-uitwisseling te komen. Een concreet plan hiervoor

wordt in het eerste kwartaal van 2015 voorgelegd aan het regionaal ambtelijk team en de

stuurgroep Jeugd. Op de regionale begroting is binnen de organisatiekosten rekening gehouden

met eventuele kosten. Een definitief go/no go moment zal worden gegeven door de Stuurgroep

Jeugd als het informatieplan wordt opgeleverd.

Samenvatting werkagenda: Samenwerken in de regio 2015 In dit hoofdstuk zijn diverse voorstellen en actiepunten benoemd per paragraaf. Voor het

overzicht volgt hier een samenvatting van de actiepunten. In het hoofdstuk 7 komt de planning

van deze punten aan bod.

In 2015 zal er een regionaal voorstel worden uitgewerkt om de samenwerking op jeugd

(eventueel op het brede niveau van het sociaal domein) tussen de 21 gemeenten

opnieuw met elkaar vast stellen en te verankeren.

De Stuurgroep jeugd zal in 2015 vier maal bij elkaar komen met cliënten organisaties

Stichting de Noodkreet zal in 2015 gevraagd worden om als onafhankelijke stichting te

adviseren, bemiddelen en ouders en kinderen te ondersteunen in vastgelopen casussen

binnen de jeugdhulpverlening.

Regionaal monitoren, leren en verbeteren is van meerwaarde voor verbetering

jeugdstelsel en beleid in de regio. Halverwege en eind 2015 zullen er een regionale

balansdagen worden georganiseerd. Cliënten, instellingen en gemeenten ontmoeten

elkaar om met elkaar hierin om de balans op te maken.

In 2015 werkbezoeken ingepland worden om op locatie te monitoren hoe de

transformatie zijn beslag krijgt in de zorg voor jeugd regio zuidoost Brabant.

De Coördinatie groep Transformatie is de denktank waar in gezamenlijkheid (en met

behulp van werkgroepen) voorstellen rond regionale transformatiethema’s worden

voorbereid en uitgewerkt. Doordat de stuurgroep jeugd regelmatig bestuurlijk met

instellingen en cliëntenorganisaties om tafel zit, kunnen afspraken gemaakt worden over

het opdrachtgeverschap voor deze coördinatiegroep.

Planning 1

e kwartaal 2015: Akkoord met regionaal werkplan 21voordejeugd 2015 en

begroting.

2e kwartaal 2015: Organisatie ‘Balansdag 1 Jeugdstelsel’ monitoren, leren en

verbeteren.

Page 30: Logo van de regio Zuidoost Brabant - Helmond...de transitie jeugdzorg. Deze regionale samenwerking is reeds in 2010 gestart. De regio is onderverdeeld in 6 subregio’s, namelijk De

30

2e kwartaal 2015: Regionale informatievoorziening op orde -->Website -

21voordejeugd.nl.

3e kwartaal 2015: Voorstel regionale samenwerking vanaf 2016 is gereed

3e kwartaal 2015: Werkbezoeken bestuurders regionaal

4e kwartaal 2015: Organisatie ‘Balansdag 2 Jeugdstelsel’ monitoren, leren en

verbeteren.

Uitwerking Projectbegroting Samenwerking in de regio

2015 Kosten

Projectleiding 21 voor de Jeugd Deels inzet middels K2

gesubsidieerde uren

800 uren

Aanvullende kosten 85.000

Secretariële ondersteuning

regionaal

Inzet door MRE uit

frictiekosten SRE

300 uren

Organisatiekosten Regionale bijeenkomsten

activiteiten,

informatievoorziening

20.000

Totale raming 105.000

Clientondersteuning Subsidie Stichting de

Noodkreet

50.000

Het POHO en Stuurgroep jeugd heeft eind 2014 voor 2015 de overlegstructuur Jeugd

vastgesteld, er behoefte aan een onafhankelijke projectleider om de regionale

overlegtafel als ambtelijk secretaris en samenwerking en regionale projecten als

projectleider aan te sturen. Op basis van het takenpakket een benodigde inzet nodig voor

de regionaal projectleider van gemiddeld 3,5 dag per week in 2015. Het K2 Brabant

Kenniscentrum Jeugd heeft vanuit haar provinciale subsidie 800 werkbare uren hiervoor

beschikbaar gesteld. Voor de overige benodigde uren is in dit werkplan een maximaal

budget geraamd dat op basis van werkelijke inzet beschikbaar is voor het regionaal

aansturen van de samenwerking en inhoudelijke regionale projecten 21 voor de Jeugd

zoals vastgesteld in dit werkplan.

Het MRE (voormalig SRE) stelt voor de regio in het kader van overgang en frictiekosten

secretariële ondersteuning ter beschikking aan de regionaal projectleider.

In de regionale samenwerking is een bescheiden budget nodig voor de organisatie,

facilitering en uitvoering van regionale activiteiten/bijeenkomsten, het inrichten van een

regionale informatievoorziening (bijvoorbeeld: website 21voor de jeugd).

Page 31: Logo van de regio Zuidoost Brabant - Helmond...de transitie jeugdzorg. Deze regionale samenwerking is reeds in 2010 gestart. De regio is onderverdeeld in 6 subregio’s, namelijk De

31

6. Regionale begroting werkplan 21 voor de Jeugd - 2015

De totale kosten voor de regio Zuidoost Brabant voor de uitvoering van de opgaven zijn

€ 523.033,-. Deze kosten hebben vooral betrekking op de inrichting van een integrale crisisdienst

en samenwerken op veiligheid. Hiervoor zijn conform eerder vastgestelde opdrachten twee

kwartiermakers aangesteld. Daarnaast zijn er kosten verbonden aan de regionale

samenwerkingsstructuur waarvoor een projectleider wordt ingehuurd. Er zijn geen kosten voor

de opgave regionaal inkopen van jeugdzorg, omdat deze door middel van de DVO al zijn

vastgesteld.

De verdeling van de kosten over de 21 gemeenten vindt plaats op basis van het aantal inwoners

(peildatum 1 januari 2014) per gemeente ten opzichte van het aantal inwoners in de regio.

Hiervoor is gekozen omdat de opgaven veelal niet alleen jeugdigen betreffen, maar alle inwoners

van de gemeenten in de regio.

In onderstaand overzicht zijn de projectbegrotingen zoals beschreven en onderbouwd in dit

werkplan per hoofdstuk bij elkaar gebracht. Vervolgens zijn deze kosten op basis van aantal

inwoners uitgesplitst per gemeente.

Bij de regionale opgaves is steeds aangegeven waar het opdrachtgever schap voor de

betreffende opgave is belegd. Zij treden ook op als budgethouder namens de 21 gemeenten

zorgen ervoor dat het budget wordt beheerd en op basis van werkelijke bestedingen wordt

doorbelast aan de 21 gemeenten.

Tabel 1: Kosten regionale projecten

Opgave Deelproject Begroting Budgethouder

namens de

regio

1. Regionaal inkopen

van Jeugdzorg

Middels

DVO geregeld

Gemeente

Eindhoven

2. Komen tot

regionale

Crisisdienst

€ 101.000,- Gemeente

Best

3. Samenwerken op

Veiligheid

Projectbegroting

Veilig Thuis

€ 225.000,- Gemeente

Helmond

Casusoverleg

Bescherming

€ 42.033,- Gemeente

Eindhoven

4. Samenwerken in

de regio

(Intergemeentelijke)

samenwerking en

informatievoorziening

€ 105.000,- Gemeente

Valkenswaard

Subsidie Stichting de

Noodkreet

€ 50.000,- Gemeente

Helmond

TOTAAL

€ 523.033,-

Page 32: Logo van de regio Zuidoost Brabant - Helmond...de transitie jeugdzorg. Deze regionale samenwerking is reeds in 2010 gestart. De regio is onderverdeeld in 6 subregio’s, namelijk De

32

Tabel 2: Verdeling kosten over regiogemeenten naar regionale projecten (BH= Budgethouder namens de regio)

Gemeenten ZO

Brabant

# inwoners

(CBS

1/1/2014)

% van

totaal

Regionale Crisisdienst

BH = Gem. Best

Veilig Thuis

BH = Gem.

Eindhoven

COB

BH = Gem. Eindhoven Samenwerking

21 voor de Jeugd

BH = Valkenswaard

Stichting De

Noodkreet

BH = Gem. Helmond

Totaal

Asten 16440 2,2 2.222,00 4.950,00 924,73 2.310,00 1.100,00 11.506,73

Bergeijk 18256 2,4 2.424,00 5.400,00 1.008,79 2.520,00 1.200,00 12.552,79

Best 28617 3,8 3.838,00 8.550,00 1.597,25 3.990,00 1900 19.875,25

Bladel 19834 2,7 2.727,00 6.075,00 1.134,89 2.835,00 1350 14.121,89

Cranendonck 20344 2,7 2.727,00 6.075,00 1.134,89 2.835,00 1350 14.121,89

Deurne 31659 4,2 4.242,00 9.450,00 1.765,39 4.410,00 2100 21.967,39

Eersel 18183 2,4 2.424,00 5.400,00 1.008,79 2.520,00 1.200,00 12.552,79

Eindhoven 220920 29,6 29.896,00 66.600,00 12.441,77 31.080,00 14.800,00 154.817,77

Geldrop-Mierlo 38854 5,2 5.252,00 11.700,00 2.185,72 5.460,00 2.600,00 27.197,72

Gemert-Bakel 29315 3,9 3.939,00 8.775,00 1.639,29 4.095,00 1.950,00 20.398,29

Heeze-Leende 15353 2,1 2.121,00 4.725,00 882,69 2.205,00 1.050,00 10.983,69

Helmond 89256 11,9 12.019,00 26.775,00 5.001,93 12.495,00 5.950,00 62.240,93

Laarbeek 21802 2,9 2.929,00 6.525,00 1218,95 3.045,00 1.450,00 15.167,95

Nuenen 22620 3 3.030,00 6.750,00 1.260,99 3.150,00 1.500,00 15.690,99

Oirschot 17980 2,4 2.424,00 5.400,00 1.008,79 2.520,00 1.200,00 12.552,79

Reusel de Mierden 12713 1,7 1.717,00 3.825,00 714,56 1.785,00 850 8.891,56

Someren 18690 2,5 2.525,00 5.625,00 1050,8 2.625,00 1.250,00 13.075,80

Son en Breugel 16235 2,2 2.222,00 4.950,00 924,33 2.310,00 1.100,00 11.506,33

Valkenswaard 30335 4,1 4.141,00 9.225,00 1723,35 4.305,00 2.050,00 21.444,35

Veldhoven 44155 5,9 5.959,00 13.275,00 2.479,94 6.195,00 2.950,00 30.858,94

Waalre 16765 2,2 2.222,00 4.950,00 924,73 2.310,00 1.100,00 11.506,73

748326 100 101.000 225.000 42.033 105.000 50.000 523.033

Page 33: Logo van de regio Zuidoost Brabant - Helmond...de transitie jeugdzorg. Deze regionale samenwerking is reeds in 2010 gestart. De regio is onderverdeeld in 6 subregio’s, namelijk De

33

7 Jaarplanning Regionaal werkplan 2015 21 voor de Jeugd

Jaarplanning 2015

OPGAVEN Resultaten 1ste kwartaal 2015 2de kwartaal 2015 3de kwartaal 2015 4de kwartaal 2015 2016

Naar Colleges

B&W

1. Inkoop Tweede aanbestedingstraject

is afgerond

De visie en strategie zijn

bestuurlijk vastgesteld door

de Stuurgroep Jeugd

Aanbestedingstraject voor

2016 is afgerond

Ja

1. Regionale crisisdienst

Operationalisering

Spoed4Jeugd

Uitbreiding naar doelgroep

18-23 jarigen

(“oefenlaboratorium”)

Evaluatie

oefenlaboratorium

Onderzoek naar de

haalbaarheid van een

regionale crisisdienst voor

alle leeftijden voorgelegd aan

Stuurgroep Jeugd en 21

gemeenten

Ja

Implementatieplan voor een

integrale crisisdienst is

vastgesteld en wordt

uitgevoerd

2. Veiligheid a) Regiovisie “Aanpak geweld

Page 34: Logo van de regio Zuidoost Brabant - Helmond...de transitie jeugdzorg. Deze regionale samenwerking is reeds in 2010 gestart. De regio is onderverdeeld in 6 subregio’s, namelijk De

34

Jaarplanning 2015

OPGAVEN Resultaten 1ste kwartaal 2015 2de kwartaal 2015 3de kwartaal 2015 4de kwartaal 2015 2016

Naar Colleges

B&W

a) Aanpak huiselijk

geweld en

kindermishandeli

ng

b) Veilig thuis

c) Raad voor de

kinderbeschermin

g

in huiselijke kring en

kindermishandeling” in

concept gereed

Regiovisie “Aanpak geweld in

huiselijke kring en

kindermishandeling” is

bestuurlijk vastgesteld

Ja

Uitvoering regiovisie

Evaluatie regiovisie

b) Advies over positionering

Veilig thuis en plan

voorbereiding overdracht

Aansluiting integrale

crisisdienst

Verbinding en

samenwerkingsafspraken met

lokale teams en

ketenpartners

Besluit over definitieve

positionering van Veilig Thuis

en organisatorisch model per

2016

Ja (voor 1 juli

2015)

c) Samenwerkingsprotocol

tussen de 21 gemeenten en

de Raad voor de

Kinderbescherming is

vastgesteld

Ja

Uitwerking

Page 35: Logo van de regio Zuidoost Brabant - Helmond...de transitie jeugdzorg. Deze regionale samenwerking is reeds in 2010 gestart. De regio is onderverdeeld in 6 subregio’s, namelijk De

35

Jaarplanning 2015

OPGAVEN Resultaten 1ste kwartaal 2015 2de kwartaal 2015 3de kwartaal 2015 4de kwartaal 2015 2016

Naar Colleges

B&W

samenwerkingsprotocol

Certificering BJZ (naar

verwachting)

Evaluatie

samenwerkingsprotocol

3. Samenwerken in de

regio

De 21 Colleges B&W zijn

akkoord met de voorstellen

uit het regionale werkplan 21

voor de jeugd 2015 en

bijbehorende begroting

Ja

Voorstel voor de regionale

samenwerking op jeugd vanaf

2016

Ja

In het kader van monitoren,

leren en verbeteren zijn twee

balansdagen georganiseerd

Wethouders zijn op

werkbezoek geweest bij

instellingen en

cliëntenorganisaties in het

kader van monitoren en

ontmoeten

De regionale website 21 voor

de jeugd.nl is vernieuwd

Regionale Coördinatiegroep

transformatie Jeugd is

samengesteld

Voorstel voor regionale

Page 36: Logo van de regio Zuidoost Brabant - Helmond...de transitie jeugdzorg. Deze regionale samenwerking is reeds in 2010 gestart. De regio is onderverdeeld in 6 subregio’s, namelijk De

36

Jaarplanning 2015

OPGAVEN Resultaten 1ste kwartaal 2015 2de kwartaal 2015 3de kwartaal 2015 4de kwartaal 2015 2016

Naar Colleges

B&W

ontwikkelagenda

Uitwerking in werkgroepen

Page 37: Logo van de regio Zuidoost Brabant - Helmond...de transitie jeugdzorg. Deze regionale samenwerking is reeds in 2010 gestart. De regio is onderverdeeld in 6 subregio’s, namelijk De

37