1

BSO Rhode

Locatie specifiek beleid

April 2016

Inhoud

Locatiespecifiek beleid BSO Eerschot te Sint-Oedenrode 4

Inleiding 4

Algemeen 5

pedagogische visie 5

uitgangspunten 5

Gordon methode 5

Risico inventarisatie gezondheid en veiligheid 5

Groepsoverleg 6

Klachtenregeling voor ouders 6

Signaleren, ondersteunen, doorverwijzen 6

Pedagogische doelstellingen 8

Emotionele veiligheid 8

Stimuleren van persoonlijke competentie 9

Stimuleren van sociale competentie 11

Overbrengen van waarden en normen 12

Gezondheid en veiligheid 13

Diversiteit 13

Beroepskrachten 14

Medewerkers 14

Stagiares 14

Pauzes 14

Achterwacht 14

Dagplanning 15

Uitleg dagprogramma 15

overdracht 15

2

vrij spel 15

buiten spelen 16

Thema's 16

Kring 16

De ruimte 17

de groepsruimte 17

keuken 17

hal 17

buitenspeelruimte 17

Voedselbereiding: 18

Eten 18

Overige punten: 19

Intake 19

Stamgroepen 19

Zieke Kinderen 19

Verjaardagen 20

Vakanties 20

Zelfstandig fietsen/lopen naar de VSO en BSO 20

Service van Boerderij naar Rhode 20

Service van wegbrengen hockey/zwemles 20

Schoonmaken 21

Huisregels: 22

Entree 22Binnen/leefruimte/algemeen 22Buiten algemeen 23Onderweg 23Voor de leiding 23Ventileren 23Schoonmaken 24Algemeen 24Huisregels gezondheid (overdracht ziektekiemen voorkomen) 24Huisregels gezondheid (risico’s gevolg van binnenmilieu voorkomen) 25

3

Locatie specifiek beleid bso Rhode

Inleiding:

U heeft nu het Locatie specifiek beleid van BSO Rhode in Sint - Oedenrode, voor u. Hierin staat het specifiek beleid beschreven wat de leidsters en de stagiaires op deze locatie hanteren. Het beleid van de Verbinding is hierin verwerkt. Het uitgebreide plan is te lezen via de website; www.deverbinding-sintoedenrode.nl

4

Algemeen:

BSO Rhode is gevestigd binnen de muren van voetbalvereniging Rhode. Sinds oktober 2010 hebben we de kantine van voetbalvereniging Rhode toegevoegd aan onze locaties. Hier bieden we buitenschoolse opvang aan kinderen van 6 tot 12 jaar. De kantine is in juli 2014 volledig gerenoveerd. Het ziet er weer modern en kindvriendelijk uit. Rhode ligt op sportpark De Neul en is daarom geschikt voor kinderen die de Odaschool en (de oudere) kinderen van de Dommelrodeschool bezoeken. Er is de mogelijkheid dat de oudste kinderen van andere locaties/scholen kunnen aansluiten op Rhode, zodat zij de nodige uitdaging krijgen aangeboden.

Er zijn volop mogelijkheden voor de jeugd om zich buiten uit te leven in sport en spel. Daarnaast biedt de warm en gezellig ingerichte binnenruimte alle mogelijkheden voor activiteiten binnen of gewoon gezellig bij elkaar zitten kletsen in de comfortabele speel/loungehoek. Het is mogelijk om zelf meegebrachte maaltijd aan het einde van de middag op te warmen en op te eten. Sommige kinderen gaan daarna door naar de voetbaltraining bij Rhode en worden na afloop door ouders/verzorgers opgehaald.

De openingstijden van VSO Rhode is van 07.30 uur tot 08.30 uur en de BSO is geopend van 15.30 uur tot 18.30 uur. Op woensdag en vrijdag is locatie Rhode gesloten.

Pedagogische visie:

Wij werken op de groep volgens de pedagogische visie van de verbinding, wij werken ontwikkelingsgericht, deskundig en betrouwbaar.

Ontwikkelingsgericht werken wij door steeds te zoeken naar een balans tussen kinderen te stimuleren in hun ontwikkeling en ze de rust te geven om deze eigen te kunnen maken. Wij kijken naar alle kinderen individueel, dus naar wat zij nodig hebben op dat moment om hun ontwikkeling te stimuleren. Wij proberen kinderen op een goede manier uit te dagen, zonder ze te overvragen. Ieder kind is uniek, en daar passen wij ons op aan.

Deskundig zijn wij door de opleiding die wij gevolgd hebben. Daarnaast blijven wij ons ontwikkelen in ons vakgebied, dit door bijvoorbeeld het volgen van cursussen.

Betrouwbaarheid laten wij in ons werk zien. Integriteit, respect en een open houding naar zowel ouders en kinderen vinden wij hierbij erg belangrijk. Voor kinderen proberen wij een sfeer te creëren waarbij zij zich vertrouwd en geborgen voelen. Wij streven er naar om samen met de ouders partner te zijn in de opvoeding van hun kind. Dit door goed en open contact te houden met ouders hierover. Vanuit onze visie werken wij met verschillende doelstellingen, deze komen in het volgende hoofdstuk uitgebreid aan bod.

Gordonmethode:

Bij de Verbinding werken wij met de Gordonmethode, een uitgebreide handleiding van deze methode is te vinden in de GGD-map. Nieuwe leidsters en stagiaires worden hier altijd op gewezen. De belangrijkste punten uit de methode zijn de ik-boodschappen. Wij gebruiken deze dan ook om te communiceren met zowel kinderen, collega's als ouders. Belangrijk hierbij is om mensen met respect te behandelen en in hun waarde te laten, dit wordt met deze methode gedaan.

Specifiek naar de kinderen wil dit zeggen dat wij ze positief benaderen, ik-boodschappen geven en een actieve luisterhouding hebben ten opzichte van de kinderen.

Risico-inventarisatie gezondheid en veiligheid:

5

Ieder jaar wordt de locatie gecontroleerd op veiligheid en gezondheid. Dit gebeurt aan de hand van een inventarisatie op basis van de wet kinderopvang. Hier worden verslagen van gemaakt. Aan de hand van deze verslagen wordt het gezondheidsbeleid en veiligheidsbeleid indien nodig aangepast. Dit kan gebeuren door dingen op de groep aan te passen of de huisregels aan te scherpen of een nieuw protocol op te nemen. Deze veranderingen worden besproken binnen het team van de locatie en door middel van een handtekening onder de gelezen stukken is het bekend wie er op de hoogte zijn van de veranderingen.De GGD onderzoekt en controleert op verzoek van de gemeente jaarlijks steekproefsgewijs de risico inventarisatie. Een verslag van deze controle is ter inzage aanwezig op de locatie.

Groepsoverleg:

Eén keer per maand vindt er met één pedagogisch medewerkster en een directielid (Ingrid van den Biggelaar) overleg plaats op kantoor. In dit overleg worden verschillende zaken besproken, zoals het beleid, de protocollen, risico inventarisatie en algemene vragen of opmerkingen met betrekking tot het werk op de groep. Wanneer dit overleg plaatsvindt, wordt er afgeweken van het leidster-kind ratio. Volgens de Wet Kinderopvang is dit toegestaan bij openingstijden van minimaal 10 uur of langer.

Klachtenregeling voor ouders:

Op 01 januari 2016 zijn er een aantal wettelijke regels veranderd zo is er een landelijke geschillencommissie kinderopvang en peuteropvang gekomen. Wij als kinderopvangorganisatie zijn verplicht om ons daarbij aan te sluiten. De verbinding is dan ook per 01 januari 2016 aangesloten. Ouders kunnen een geschil indienen bij de geschillen commissie kinderopvang en peuterspeelzalen als:

- De kinderopvangorganisatie niet binnen zes weken heeft gereageerd op een schriftelijke klacht.

- De ouders en de kinderopvang organisatie het niet binnen zes weken eens zijn geworden over de afhandeling van de klacht.

- De kinderopvangorganisatie geen adequate klachtenregeling heeft.

In uitzondering op het bovenstaande mogen ouders meteen een geschil indienen bij de geschillencommissie kinderopvang en peuterspeelzalen als in redelijkheid niet van ouders kan worden verlangd dat zij onder de gegeven omstandigheden een klacht indienen bij de kinderopvangorganisatie. Dit kan bijvoorbeeld zijn klachten over intimidatie of wanneer ouders bang zijn dat het voorleggen van hun klacht vervelende repercussies kan hebben. De geschillencommissie beoordeelt in individuele gevallen of aan de voorwaarden hiervoor wordt voldaan.

Oudercommissies kunnen vanaf 01 januari 2016 een geschil over de toepassing van het advies recht direct voorleggen aan de geschillencommissie kinderopvang en peuterspeelzalen. De geschillencommissie toetst in deze gevallen alleen of de kinderopvangorganisatie redelijkheid heeft gehandeld.

De geschillencommissie moet volgens de wet binnen 6 maanden uitspraak doen. In de meeste gevallen zal de commissie sneller een uitspraak doen. Indien nodig zal de commissie een versnelde procedure volgen. De uitspraken van de geschillencommissie zijn bindend voor zowel de ouders en oudercommissies als de aangesloten kinderopvangorganisatie. De geschillencommissie kinderopvang en peuterspeelzalen publiceert geanonimiseerde uitspraken op haar website.

Formulieren voor het invullen van een klacht zijn te vinden op onze website.

Signaleren, ondersteunen, doorverwijzen

Wanneer er kinderen zijn met speciale hulpvragen, gaan we samen met ouders in gesprek om de ontwikkeling

6

van het kind te bespreken. Dit doen we wanneer het kind wordt opgehaald door de ouder. De verbinding heeft middelen om een kind te begeleiden. Dit kan door samen in overleg te gaan bijvoorbeeld; samen met de school waar het kind vandaan komt, zodat we vanuit school en BSO het kind op dezelfde manier kunnen begeleiden. Dit gebeurt altijd eerst in overleg met de ouder. Wij luisteren naar wat zij prettig vinden. Wanneer kinderen uitvallen is er voor ouders de mogelijkheid om een Orthopedagoge in te schakelen. De kosten van deze orthopedagoge wordt in twee delen gesplitst. De helft voor De Verbinding de andere helft voor de ouders zelf. Daarnaast verwijzen we ouders door naar het consultatie bureau en of anders de huisarts.

Daarnaast is onze energie is erop gericht om minder door te verwijzen. Het decentralisatie beleid van de overheid is erop gericht om kinderen te begeleiden in de lokale gemeenschap wanneer dat enigszins kan. De gedachte die daar achter zit is dat nu te lichtvaardig wordt doorverwezen. Wij scholen en begeleiden onze medewerkers om in samenspraak met de basisscholen meer te kunnen beteken en voor kinderen met zorg en begeleidingsvragen. We gaan ook samenwerkingsverbanden aan met lokale professionals om minder te hoeven doorverwijzen. Ons beleid is succesvol. Er wordt steeds minder doorverwezen. Het welzijn van kinderen is beter gediend met het krijgen van kansen en mogelijkheden in hun eigen omgeving, dan met het verwijderd worden uit het eigen netwerk.

De wijze waarop wij de in opvang worden toegerust voor de taak van het signaleren en doorverwijzen en op welke wijze wij daarbij ondersteund worden.

In samenspraak met Edukien heeft de Verbinding een opleidingsplan samengesteld, zodat de kwaliteit van de kinderopvang erg hoog is en blijft. Ook zijn er verschillende medewerksters met een HBO pedagogiek opleiding in dienst die goed in staat zijn om kinderen met specifieke hulpvragen en kinderen met problematieke te herkennen en te zien. Patty van den Biggelaar heeft de opleiding SPH gevolgd. Zij is werkzaam geweest op een Medisch Kinderdagverblijf gedurende vijf jaar. Wanneer medewerksters ergens tegenaan lopen zoals moeilijk verstaanbaar gedrag of bij ontwikkelingsvragen, vragen zij eerst of Patty op de groep komt kijken. Wanneer Patty ook twijfels heeft, wordt er een gesprek met de ouders gepland om te bekijken of ouders dezelfde hulpvraag hebben als het kind. En of ouders tegen dezelfde problematieke aanlopen. De eerste gesprekken doen de pedagogisch medewerkers altijd zelf. Deze gesprekken worden geëvalueerd met Patty om een actieplan op te stellen. Wanneer de pedagogisch medewerkster het gevoel heeft er niet goed door te komen, wordt er een tweede gesprek gepland met de leidinggevende van de groep. Hierin worden mogelijkheden voor ouders geschetst en wordt de hulpvraag scherp gesteld. Wanneer de hulpvraag scherp is gesteld vragen we aan ouders of ze behoefte hebben aan een MDO (multi disciplinaire team overleg). Dit overleg wordt ingepland om kinderen warm over te dragen, daarna komt de Verbinding op afstand.

7

Pedagogische doelstellingen

In ons pedagogisch handelen sluiten wij ons aan bij de vier pedagogische doelen van Marianne Riksen-Walraven (hoogleraar op de leerstoel “theorievorming en empirisch onderzoek op het gebied van de kinderopvang). Hierbij voegen wij nog twee belangrijke doelstellingen toe.

Op onze groep willen wij kinderen het volgende bieden:

Emotionele veiligheid

Stimuleren van persoonlijke competentie

Stimuleren van sociale competentie

Overbrengen van waarden en normen

Gezondheid en veiligheid

Respect voor diversiteit

Emotionele veiligheidHet bieden van emotionele veiligheid staat als eerste doel, omdat een onveilig klimaat het realiseren van andere doelstellingen in de weg staat. Het is belangrijk om kinderen emotionele veiligheid te bieden. Wij bieden de kinderen een sfeer van geborgenheid en een veilige, vertrouwde en stimulerende omgeving. Hoe wij zorgen voor een veilig klimaat wordt hieronder uitgelegd aan de hand van een aantal factoren.

Het contact tussen de pedagogisch medewerker en de kinderenEen gevoel van veiligheid creëren wij door vaste medewerkers op de groep. Dit zorgt ervoor dat de kinderen de leidsters goed kennen en andersom. Een kind weet dan wie het kan vertrouwen en de leidster weet hoe zij het kind kan begeleiden en stimuleren. Soms komt het voor dat er een vaste leidster niet aanwezig is. Er wordt dan gezorgd voor een invalskracht. Zij wordt voorgesteld aan het kind en de vaste leidster geeft het kind het vertrouwen dat ook de invalskracht fijn met ze komt spelen en goed voor ze zal zorgen. Het voorstellen doen wij bijvoorbeeld doormiddel van een kennismakingsspelletje in de kring tijdens het koekje en drinken.

Iedere leidster werkt aan een band met elk kind individueel door persoonlijk contact te maken met het kind. We gaan in gesprek met een kind op ooghoogte zitten en we kijken de kinderen aan als ze met ze praten. Ieder kind krijgt de mogelijkheid om na school een praatje te houden met de leidster. Daarnaast geven we het kind positieve aandacht door het kind positief te benaderen en te complimenteren. We laten het kind merken dat we trots zijn door te reageren op wat zij bijvoorbeeld op school hebben gedaan. Door op de hoogte te zijn van de leefwereld van het kind kunnen wij een band opbouwen. Tijdens de overdracht met ouders bespreken we dingen die er in de leefwereld van het kind spelen, bijvoorbeeld wat het op school heeft meegemaakt. Of bijvoorbeeld iets leuks van het weekend. Zo kunnen wij daar gedurende de dag eens op terug komen en deze herkenbare dingen aandragen. Dat geeft het kind een vertrouwd gevoel en een gevoel van herkenbaarheid.

Proberen in te spelen op de behoeften van het kind is ook belangrijk voor een veilig klimaat. Door te kijken en luisteren naar het kind, zowel naar de verbale als de non-verbale signalen, erachter komen wat het kind op dat

8

moment nodig heeft of waarom het kind op dat moment iets niet wil doen. Wat zijn op dat moment de behoeften van het kind en hoe en in hoeverre kunnen wij inspelen op de behoeften van het kind? Bijvoorbeeld het kind loopt alleen rond in de ruimte, terwijl hij dat normaal altijd met andere kinderen speelt. Samen met het kind proberen we er dan achter te komen waarom hij geen behoefte heeft. Als er dan bijvoorbeeld uitkomt dat er onderling iets is voorgevallen, spelen we daar direct op in. Echter betekent inspelen op de behoeften van het kind niet dat we de wensen van het kind zoals zij die zelf kenbaar maken altijd (direct) inwilligen.

Wij vinden het belangrijk dat een kind zich in zijn of haar eigen tempo kan ontwikkelen. Dus we kijken naar het kind zelf, wat heeft het kind nodig, waar is het kind heel goed in of waar moeten we het kind nog meer stimuleren. Voor ons is het belangrijk dat een kind kind kan zijn. De kinderen krijgen ruimte voor eigen initiatief. Ze mogen vrij spelen en eigen materiaal uitkiezen. Bij BSO Rhode mogen kinderen spullen pakken uit de daarvoor bestemde kasten. Ook staat er altijd een (thema) activiteit klaar op tafel. Wanneer het weer goed is staat ook het buitenspeelgoed zoals skelters, sportmateriaal klaar. Als het kind lijkt vast te lopen begeleiden wij het kind hierbij.

Het contact tussen pedagogisch medewerkers en de oudersWij vinden het belangrijk om goed contact met de ouders te onderhouden. Ook streven wij ernaar om elke ouder te spreken tijdens de haalmomenten. (zie hoofdstuk 6).

Het contact tussen de pedagogisch medewerkers onderlingAls leidsters hebben wij een voorbeeldfunctie voor de kinderen. Wij kunnen kinderen laten zien hoe je op een goede manier met elkaar omgaat. Bijvoorbeeld door een collega gezondheid te wensen als ze niest of als je iets vraagt of krijgt alsjeblieft of dankjewel te zeggen.

Structuur in de dag en de aangeboden activiteitenDoor een vast ritme na school aan te houden creëren wij een gevoel van veiligheid voor de kinderen. De kinderen kunnen aan de slag met thema activiteiten die aansluiten bij de belevingswereld van het kind. En zeker niet onbelangrijk voor het kind is het vieren van zijn of haar verjaardag. Ook dit gebeurt volgens een vaste structuur. (zie hoofdstuk 5 voor onder andere het dagritme, uitleg over het werken met thema’s en verjaardagen.)

Wij handelen consequent en voorspelbaar voor de kinderen. Door zo veel mogelijk uit te uitleggen wat er gaat gebeuren of waarom iets wel of niet mag, weet het kind wat het kan verwachten en wat er van hem of haar verwacht wordt. Hierdoor worden situaties voorspelbaar en overzichtelijk voor het kind. De belangrijkste afspraken vertellen wij de kinderen tijdens het kring moment. Dat moment vindt plaats nadat zij uit school aangekomen zijn op de BSO.

Een kindvriendelijke omgevingVoor het gevoel van veiligheid is het belangrijk dat de kinderen kunnen spelen in een overzichtelijk, duidelijk ingedeelde ruimte. Daarom hebben wij onze ruimte onderverdeeld in hoeken, zoals onze leeshoek/themahoek, speelhoek, lego hoek en de knutselhoek. Door een vaste indeling is de groepsruimte voor het kind veilig en vertrouwd. We zorgen daarnaast ook voor nieuwe uitdagingen door materiaal aan te passen of te vervangen en een themahoek in te richten.

Persoonlijke competentieMet persoonlijke competentie bedoelen wij emotionele vrijheid, veerkracht, zelfstandigheid, nieuwsgierigheid, zelfvertrouwen, flexibiliteit en creativiteit. Deze kenmerken zijn belangrijk en onderling nauw verbonden. Jonge kinderen gaan op zoek naar ervaringen en de grenzen van hun kunnen. Hieronder wordt beschreven hoe wij het kind helpen bij de persoonlijke ontwikkeling.

9

Stimuleren en motiveren bij persoonlijke ontwikkelingDit doen wij bijvoorbeeld door kinderen zelf te laten ontdekken en zelf te laten ervaren wat ze wel of niet kunnen. Bijvoorbeeld een kind dat meestal alleen speelt; mee laten doen in een groepje en daardoor ziet dat je hiervoor niet bang hoeft te zijn. Dat het ook leert hoe zijn of haar rol is in een groep. We geven het kind de ruimte om fouten te maken en zelf te ontdekken hoe het misschien anders kan of waarom het fout gaat. Door middel van vragen stellen laten we ze hier zelf over nadenken en zo kunnen ze ontdekken of het een juiste aanpak of beslissing was. Bij jongere kinderen leggen we uit en geven we het goede voorbeeld. Spelenderwijs leren kinderen hun persoonlijke competentie te vergroten. Wij bieden verschillende materialen aan en dagen het kind uit om nieuwe activiteiten te doen. Zoals bijvoorbeeld tijdens het uitvoeren van een sport (wedstrijd)activiteit motiveren wij het kind en we laten het kind trots zijn op het eindresultaat. Dit doen we door met de kinderen bezig te zijn, verbaal en non-verbaal te ondersteunen zoals een complimentje geven of een aai over het hoofd of een “dikke duim”. Dit helpt het kind om zelfvertrouwen op te bouwen.

Het kind is bij ons onderdeel van een groep. En in relatie met andere kinderen kan het kind ook werken aan zijn of haar persoonlijke ontwikkeling. Onderdeel zijn van een groep vraagt verschillende vaardigheden van het kind, zoals delen, samen spelen, op je beurt wachten. Dat soort vaardigheden leert het kind spelenderwijs door in een groep te zijn.

Alle ervaringen en waarnemingen van het kind en hoe wij daar als leidster op reageren zijn gekoppeld aan het sociaal zijn. Door onder andere dingen te benoemen of door met het kind een gesprek aan te gaan of vragen te stellen stimuleren wij het sociaal zijn.

Variatie in het ruimteaanbod (activiteitenplekken)We hebben onze ruimte zo ingedeeld dat er verschillende hoeken zijn ontstaan. Er bijvoorbeeld 2 hoeken ingericht zoals een leeshoek en een speelhoek. Ook is er een aparte knutselruimte waar we de mogelijkheid hebben om creatief bezig te zijn. In de ruimte staan verschillende tafels waar kinderen iets kunnen ondernemen. Bijvoorbeeld een spelletje spelen of kleien. Tot slot zijn er twee lego tafels waar de kinderen aan kunnen bouwen.

Mogelijkheden tot eigen spelIn de groepsruimte kunnen de kinderen vrij spelen. Kinderen mogen zelf materiaal pakken uit de grote witte kasten die in de ruimte staan. In deze kasten staan bijvoorbeeld spelletjes, knutselmateriaal, leesboeken etc. Kinderen worden vrij gelaten in hun spel, maar indien de leidster merkt dat een kind ditnog niet alleen kan en hulp nodig heeft wordt het kind daarbij geholpen. De pedagogisch medewerker gaat samen met het kind kijken wat hij of zij graag wil.

Variatie in rust en actieDe ruimtes zijn zo ingericht dat er rust en ‘actie’ mogelijk is. Buiten is er genoeg ruimte waar kinderen hun energie kwijt kunnen. Een voorbeeld van rust is bijvoorbeeld de leeshoek. Hier zitten kinderen op een rustige manier bijvoorbeeld met een zacht en warm dekentje om zich heen te lezen. Op het moment dat kinderen de behoefte hebben om hun energie kwijt te kunnen proberen we dit buiten aan te bieden, omdat daar meer ruimte en mogelijkheden zijn.

Variatie in spelmaterialenEr zijn veel spelletjes aanwezig. Veel verschillende en voor ieder wat wils. De lego tafels zijn er om lekker rustig alleen of met elkaar samen te werken aan iets moois. De wii alleen met slecht weer gebruikt, zodat kinderen variatie hebben. Knutselen wordt gevarieerd met de verschillende thema’s (carnaval, Sinterklaas enz).

Aansluitend aanbod bij de ontwikkeling van de kinderenKinderen in de leeftijd van 4 – 12 jaar willen bewegen, de wereld ontdekken, vaardigheden ontwikkelen, nieuwe ervaringen opdoen en talenten ontplooien. Zij krijgen hier op de buitenschoolse opvang de gelegenheid om actief bezig te zijn met sport, techniek, natuur en kunst/creativiteit. Vaak zijn zij in de

10

buitenlucht. Als leidsters spelen we in op wat kinderen bezighoudt en geven een gedifferentieerd en gevarieerd aanbod. We zorgen voor voldoende uitdaging in de activiteiten, inrichting en materialen. Het aanbod moet aansluiten op jonge , maar ook oudere kinderen, zowel jongens als meisjes. Ook proberen we in te spelen op de belevenissen van kinderen en gaan in op hun vragen. Zo leren de kinderen hun wereld kennen en ermee omgaan.

Het kennen van de eigenaardigheden van de kinderenSommige kinderen hebben een andere aanpak nodig dan andere, bijvoorbeeld ;Duidelijkheid ; zeggen waarom iets niet mag /kan of een voorbeeld geven/of het laten zienEr zijn kinderen die de behoefte hebben om de middag rustig te beginnen, lekker op de bank/speelhoek of in een klein groepje met een spelletje.Waarbij andere meteen actie moeten hebben om hun energie kwijt te kunnen die moet je niet laten starten met 15 minuten op een kruk een spelletje, maar flink op het voetbalveld laten rennenJe kan je daar op aanpassen, om ieder kind zijn karakter herkennen en daarop proberen in te spelen.

Het aansluiten op de emotie en leermomentenWij werken vanuit de gedachte dat elk kind competent en leergierig is. We proberen te zorgen dat kinderen niet overprikkeld raken en dat de kinderen nieuwsgierig blijven door middel van het aanbod van het spelmateriaal. Hierbij stimuleren wij de ontdekking van eigen persoonlijkheidskenmerken zoals het zelfvertrouwen, interesses en initiatief. Het spelmateriaal stimuleert ook momenten van overleg en communicatie, vaak moeten ze met elkaar in gesprek door overleg of de spelregels uitzoeken.Om een bijdrage te kunnen leveren aan een leermomenten observeren wij de kinderen. Door te kijken, luisteren, ontdekken waar het mee bezig is kunnen wij ze hierbij ondersteunen.

Proberen grenzen te verleggenWe proberen kinderen zo veel mogelijk zelf te laten nadenken. Zelf ideeën te bedenken en te laten uitspreken. Bij vragen van de kinderen proberen we zoveel mogelijk samen op ‘onderzoek’ uit te gaan en te ontdekken om tot een goed antwoord of oplossing te komen. We stimuleren kinderen tot samenwerking, omdat je hebt elkaar nodig om samen te spelen of iets te maken. Ook al heeft ieder kind zijn voorkeur voor één of meerdere kinderen van de groep, toch willen we ze leren ook samen dingen aan te pakken.

Het uitbouwen van de talenten van een kindHet is belangrijk om naar de kwaliteiten te kijken van het kind. Als het kind het bijvoorbeeld goed voetbalt zorgen wij er bijvoorbeeld om uitdagende teams te maken.

De ‘eigenheid’ van een kindDoor actief bezig te zijn ontdekt een kind de wereld om zich heen en wat zijn eigen mogelijkheden in die wereld zijn. Hoe ouder een kind wordt, hoe meer het zelf zal willen en kunnen doen. Daarom is het goed om kinderen de mogelijkheid en de ruimte daarvoor te geven. We moeten er als pedagogisch medewerker naar streven dat ieder kind de kans krijgt om nieuwe dingen uit te proberen en zelf oplossingen te bedenken voor de problemen waar hij of zij tegenaan loopt.

Wanneer het ze zelf lukt om een probleem op te lossen, zal het kind trots zijn op zichzelf en zo meer zelfvertrouwen en een positief gevoel over zichzelf opbouwen. Dit zal leiden tot een positief zelfbeeld, en zal hierdoor gemotiveerd raken om de volgende keer weer iets nieuws uit te proberen. Door toe te passen wat een kind eerder geleerd heeft, zal het zich ontwikkelen tot een zelfstandig persoon die actief is en graag nieuwe ervaringen opdoen; een persoon met een eigen ‘ik’.

Het leren deel van een groep te zijn (wachten/delen)Als de kinderen uit school komen krijgen ze allemaal een koekje en een beker met iets te drinken. De kinderen wachten allemaal tot iedereen aanwezig is voordat we gezamenlijk aan tafel gaan. Als zij willen mogen ze om de beurt helpen om de koekjes uit te delen. We streven erna om ieder kind zich deel van de groep te laten voelen. Een voorbeeld hiervan is dat zij uit school iets mogen vertellen over de dag of als zij iets hebben meegemaakt. Andere kinderen leren dan wachten op hun beurt.

Sociale competentie

11

Met de sociale competentie bedoelen wij de kennis en vaardigheden op het gebied van samen spelen, andere kinderen helpen, op je beurt wachten, voor jezelf opkomen, om kunnen gaan met conflictsituaties, rekening houden met elkaar, etc. Hieronder wordt beschreven hoe wij het kind helpen bij de sociale ontwikkeling.

Stimuleren en motiveren van de sociale ontwikkelingBovengenoemde sociale vaardigheden leert het kind in interactie met andere kinderen en met de leidsters. Ons doel als leidsters hierbij is om deze interactie tussen de kinderen te versterken en te verbeteren. We laten het kind zelf contact zoeken met andere kinderen en wanneer het kind hierin vast loopt helpen en stimuleren wij het kind hierbij.

Door groepsactiviteiten aan te bieden in grote en kleine groepen stimuleren wij en moedigen wij de kinderen aan om contact te maken met elkaar en samen iets te ondernemen. Tijdens zo’n groepsactiviteit blijft er ook altijd aandacht voor elk individueel kind. We stellen ons zelf steeds vragen, zoals hoe gaat het kind om met de groep, waar gaat het goed en waar heeft het kind moeite mee. Hier spelen wij op in door bijvoorbeeld een kind wat niet tot nauwelijks in contact komt met andere kinderen te begeleiden en stimuleren. Hoe wij het kind stimuleren is afhankelijk van de situatie en de behoefte van het kind. Soms is het goed om een groepsactiviteit te doen of te zorgen dat een kind mee kan spelen met een groepje kinderen. Soms heeft een kind juist behoefte aan individueel spel en daar houden we dan ook rekening mee door het kind alleen te laten spelen of een activiteit aan te bieden aan tafel, zodat het kind een moment voor zichzelf heeft.

Wij stimuleren groepsactiviteiten en moedigen kinderen aan om contact met elkaar te maken en samen wat te ondernemen. Als wij merken dat een kind nauwelijks contact met andere kinderen zoekt, begeleiden wij dit kind. Wij bieden het kind groepsactiviteiten aan, of zorgen dat het opgenomen word in het spel van andere kinderen. Bijvoorbeeld door buiten op het veld een gezamenlijk activiteit te doen waar iedereen die zin heeft aan mee kan doen. Denk hierbij aan voetbal, softbal etc. Ook kunnen de kinderen eerst kijken hoe het spel te werk gaat en kunnen hierbij aansluiten. Mochten ze geen zin meer hebben en liever iets anders gaan doen, kan dit ook.

Sommige kinderen hebben soms echter behoefte aan individueel spel. Dit laten ze dan vaak in hun gedrag zien. Wij bieden kinderen dan meestal een activiteit aan tafel aan zodat ze even een momentje voor zichzelf hebben. Wij leggen dan bijvoorbeeld altijd de stiften en witte vellen papier op tafel, zodat dat ze altijd kunnen tekenen. Ook zorgen we ervoor dat we een knutselactiviteit voorbereid hebben, zodat de kinderen dit ook eventueel kunnen doen.

Tijdens conflicten laten wij kinderen zoveel mogelijk zelf proberen het op te lossen. Kinderen komen vaak direct naar ons toe als zij een onenigheid hebben. Wij gaan met kind naar het andere kind en helpen hem in de communicatie om aan het geven wat hij of zij niet fijn vind en wat hij of zij graag zou willen. Een kind leert hierdoor aan te geven wat hij of zij niet fijn vind, op te komen voor zichzelf en dingen zelf op te lossen. Indien nodig helpen en ondersteunen wij in deze situatie. Door bijvoorbeeld mee te denken en de vraag te stellen of het kind een idee heeft hoe het conflict kan worden opgelost.

Waarden en normenHet overdragen van normen en waarden vormt de basis voor socialisatie. In onze samenleving zijn er bepaalde verwachtingen, gewoonten en gebruiken waarin kinderen opgroeien. Op de BSO ervaren de kinderen een meer diverse en bredere samenleving dan ze binnen hun gezin meemaken. Een waarde is een ideaal of overtuiging die we belangrijk vinden (bijv. respect). Een norm is een gedragsregel om die waarde na te leven (bijv. elkaar uit laten praten). Op de BSO staan de waarden gelijkwaardigheid en respect (voor diversiteit van anderen en fysieke omgeving) centraal.

Overdragen van waarden en normen

12

Wij als pedagogisch medewerkers hebben een voorbeeldfunctie. We verlangen van de kinderen de gedragsregels die we zelf ook laten zien (bijv. geen ongepast taalgebruik, kinderen laten uitpraten en praten met respect). Hiervan zijn wij ons bewust, zowel naar kinderen als naar collega’s en ouders toe. In dagelijkse situaties begeleiden we kinderen bij de normen- en waarden overdracht. Bijvoorbeeld als er tijdens een situatie bij het buitenspelen wordt geduwd. We grijpen in: halen de kinderen uit de situatie, vragen wat er is gebeurd en waarom. We leggen uit dat we elkaar niet slaan en dat we ook kunnen praten in plaats van duwen (norm). We maken een afspraak, bijvoorbeeld dat we om de beurt op de skelter gaan. Vervolgens letten we er dan op dat de afspraak wordt nageleefd. Zo laten we de kinderen ervaren dat er altijd in overleg een oplossing te vinden is, met respect voor elkaar (waarde).

Het maken van afspraken, regels en omgangsvormenOp de BSO hanteren we huisregels (bijv. ), waarin met name omgangsvormen staan. Kinderen hebben ook een stem. We stimuleren ze om mee te denken en te beslissen. Bijvoorbeeld als een kind klaagt over een knutselwerkje wat ze niet leuk vinden, dan kunnen we daar iets mee. We gaan overleggen wat ze wél leuk zouden vinden om te doen, bijvoorbeeld door ze verschillende ideeën te laten opperen en deze in een spin op te schrijven. Dan kunnen we bijvoorbeeld stemmen, welke ideeën de kinderen die graag knutselen het leukste vinden. Om deze ideeën te realiseren betrekken we dan ook de kinderen door ze mede verantwoordelijk te maken voor het verzamelen van de materialen, bijvoorbeeld herfstattributen uit het bos. Zo participeert elk kind, denkt het mee en kan het oefenen met verantwoordelijkheid.

Het straffen en belonenAls pedagogisch medewerkers zijn we gelijkwaardig aan de kinderen. We keuren alleen het negatieve gedrag af van een kind, maar nooit het kind als persoon zijnde. We maken daarom ook gebruik van de Gordon-methode. Voorbeelden van hoe we deze methode toepassen op de BSO: Actief luisteren: Ik zie dat je nu heel boos bent. Wil je dat ik over vijf minuten terugkom om erover te

praten? Ik-boodschap: Ik vind het fijn als je binnen gaat spelen, want ik zie dat het zo gaat regenen. Geen-verlies-methode: Ik wil graag dat je niet rent binnen op de groep, maar jij wil graag rennen. Hoe

kunnen we dit oplossen denk je? Weet je nog een plek waar je wel kunt rennen? Zelf laten oplossen: Ik zie dat jullie allebei aan de jurk aan het trekken zijn. Nu hebben jullie allebei geen

jurk aan. Hoe kunnen jullie dit oplossen? We geven complimenten wanneer kinderen gewenst gedrag vertonen. Bijvoorbeeld wanneer een kind vraagt of het mee mag doen met een spelletje en het andere kind betrekt het ene kind erbij. Dan zeggen we bijvoorbeeld: super dat ze van jou mee mag doen. Ook laten we onze non-verbale houding een rol spelen, door bijvoorbeeld een duim of een knipoog te laten zien.

De rituelen en feestenWe tonen respect voor verschillende culturen, kledingcodes, rituelen, tradities en feesten. We besteden bijvoorbeeld aandacht aan Sinterklaas, Pasen, Carnaval en Kerst. Dit komt onder andere terug in het knutselen, vieringen en aankleding van de ruimte.

Gezondheid en veiligheidEen gezonde en veilige omgeving zorgt ervoor dat kinderen zich op een goede manier kunnen ontwikkelen. Daarom vinden wij dat erg belangrijk op onze groep. Bij gezondheid valt te denken aan wassen van de handen, hygiënisch omgaan met materialen, tegengaan van verbranden van de huid, omgaan met ziekte, etc.Bij veiligheid hoort onder andere het aanwezig zijn van giftige stoffen, de veiligheid van materiaal etc.

Diversiteit

13

Wij staan open voor alle kinderen, ongeacht hun achtergrond. Voor ons is het belangrijk dat elk kind zich thuis voelt bij ons en daar besteden we dan ook veel aandacht aan. Wij leren kinderen respect te hebben voor zichzelf door het kind zijn eigen behoeftes en emoties te laten herkennen en verwoorden, eigen keuzes te laten maken, zelfvertrouwen te laten ontwikkelen en voor zichzelf op te leren komen. Dit doen wij op de manier zoals bij de bovenstaande doelstellingen naar voren is gekomen.Daarnaast leren we het kind ook respect te hebben voor elkaar en andere mensen in hun omgeving door verschillen te benoemen en te laten zien dat iedereen anders en uniek is, maar daarom net zo leuk en lief. Beroepskrachten

Medewerkers

Op BSO Rhode werken we met vaste leidsters. De kinderen hebben dus gedurende de week (maandag, dinsdag en donderdag) vaste gezichten die zij telkens zien. Nikki Pennings, Janny Steenbakkers en Jet van de Bresselaar hebben allemaal een afgeronde MBO opleiding Onderwijs assistent of Pedagogisch medewerker niveau vier. Mariëlle Strijbosch heeft HBO Pedagogiek gestudeerd en afgerond. Alle medewerksters werken volgens de in de organisatie geldende regels en protocollen welke staan opgenomen in de GGD en protocollen map. De beroepskrachten zijn in het bezit van een geldig diploma en VOG. Op de VOG staan nummer 84 en 86 vermeld. Nikki Pennings is in bezit van een geldig BHV diploma.

Maandag Dinsdag Donderdag Nikki Pennings VSO 07.30 uur – 08.30 uur BSO 13.30 uur – 18.30 uur

Nikki Pennings VSO 07.30 uur – 08.30 uur BSO 13.30 uur – 18.30 uur

Nikki Pennings VSO 07.30 uur – 08.30 uur BSO 13.30 uur – 18.30 uur

Janny Steenbakkers BSO 14.00 uur – 18.30 uur

Janny Steenbakkers BSO 14.00 uur – 18.30 uur

Janny SteenbakkersBSO 14.00 uur – 18.30 uur

Sarina BrugmansBSO 15.30uur – 18.30 uur(Oproepbaar bij kindaantal boven 20 kinderen)

Sarina Brugmans BSO 15.30uur – 18.30 uur

Stagiaires

Op de groep kunnen er stagiaires aanwezig zijn. Vaak is dit één stagiaire per dag. Deze stagiaires komen op vaste dagen voor een langere periode. Dit zorgt ervoor dat zij de kinderen leren kennen en deze vertrouwd kunnen worden met hen. Voor de stagiaires gelden dezelfde regels en protocollen als voor de leidsters. Bij het begin van de stage worden stagiaires hierop gewezen en krijgen zij het stageboekje mee met informatie over de organisatie. Daarnaast wordt hen gewezen op het VOG en op de GGD map. Ingrid heeft de eerste contacten met de stagiaires. Zij voert de kennismakingsgesprekken en geeft daarin informatie over De Verbinding en wijst hen op de regels. De stagiaires worden verdeeld over de locaties en per locatie wordt er één medewerkster aangewezen als stagebegeleidster. Die medewerkster voert de gesprekken met de stagiaire over het leerproces en heeft contact met school.

Pauzes

Zowel leidsters en stagiaires hebben in de middag recht op tien minuten koffie pauze. Koffie/thee wordt gedronken op de groep. Warme dranken mogen niet los op de tafel taan.

AchterwachtWanneer er een calamiteit is, denk aan een (ernstig) ongeval met een kind of brand, wordt er door de BHV bekeken welke acties nodig zijn. Indien nodig kan er direct contact opgenomen worden met Patty of Ingrid. Zij

14

kan in vijf minuten aanwezig zijn op locatie. Daarnaast kan er onmiddellijk bij acute gevallen contact opgenomen worden met huis-en tandarts Odendeal. Deze bevinden zich circa 2 minuten loopafstand van Rhode. Bij andere gevallen streven wij ernaar om de eigen huis-en tandarts te bellen van het kind.

Dagplanning

uitleg dagprogramma

VSO07.30 uur: Kinderen worden gebracht door de ouders. 07.45 uur- 08.15 uur: Kinderen mogen vrij spelen. 08.15 uur: Kinderen worden naar school gebracht.

BSO15.30 uur: Kinderen worden opgehaald op school door leidsters. Eventueel met

toestemming van ouders mogen kinderen zelfstandig naar de BSO komen.15. 50- 16.00 uur: Kinderen krijgen een koekje en drinken. Er wordt even gepraat over wat de

kinderen bezig houdt of hebben meegemaakt. Als er iemand jarig is geweest dan wordt er een verjaardag gevierd.

16.00uur- 18.30uur: Kinderen mogen mee doen aan een activiteit, vrij spelen binnen of buiten. 17.15uur- 17.30 uur: Kinderen die eten van thuis bij hebben krijgen hun warme maaltijd.17.30 uur- 18.30 uur: Kinderen worden opgehaald door hun ouders. Er is een mondelinge

overdracht.

Het belangrijkste is dat de pedagogisch medewerksters zo goed mogelijk proberen aan te sluiten bij de mogelijkheden en wensen van het individuele kind met daarbij structuur en duidelijkheid.

Overdracht

Overdracht met ouders

Overdracht met ouders vinden wij erg belangrijk. De belangrijkste overdracht is mondeling met de ouders tijdens de breng- en haalmomenten. Op deze momenten worden dagelijkse dingen over de kinderen besproken zoals hoe het kind uit school is gekomen en hoe de middag op de BSO is verlopen. Daarnaast worden er op deze momenten ook bijzonderheden uitgewisseld. Op het moment dat kinderen zelfstandig naar huis mogen vindt de overdracht telefonisch plaats. De ouder/verzorger belt wanneer het kind naar huis mag en de pedagogisch medewerker vertelt kort bijzonderheden indien nodig. Wanneer dit voorkomt worden er samen afspraken voor gemaakt en tekenen ouders hiervoor.

Overdracht van BSO Boerderij, Kienehoef naar de BSO Rhode Vaak stromen er kinderen van locatie BSO de Boerderij, Kienehoef door naar BSO Rhode. Dit omdat BSO Rhode ook geschikt is voor kinderen die graag sporten zoals voetballen. De pedagogisch medewerkster overlegt met de ouders wanneer er doorgestroomd kan worden naar locatie Rhode. Dit gebeurt altijd in overleg en hierbij kijken we naar het kind (wat zijn de behoeftes, wat wil het graag en wat zijn de mogelijkheden).

Vrij spelen

In de groepsruimte mogen de kinderen vrij spelen. Er is speelgoed wat zij zelf kunnen pakken. Daarnaast is er speelgoed dat in afgesloten kasten staat. Dit wordt door de leidsters aangeboden aan de kinderen. Het speelgoed is er voor de kinderen om te spelen maar daarnaast heeft het ook een stimulerende functie. Zo hebben wij voor ieder ontwikkelingsgebied speelgoed om de ontwikkeling van het kind te stimuleren. Kinderen

15

worden vrij gelaten in hun spel, maar indien de leidster merkt dat een kind dit nodig heeft worden de kinderen hierin begeleid. Hierbij wordt naar ieder kind specifiek gekeken wat de behoefte zijn en welk speelgoed daarbij past.

Buitenspelen

BSO Rhode beschikt over een grote buitenspeelruimte. We hechten veel waarde aan het buitenspelen en zullen dit te allen tijde stimuleren bij de BSO Kinderen.Buitenspelen vinden we erg belangrijk en we stimuleren kinderen dan ook altijd om naar buiten te gaan. We maken gebruik van de buitenspeelruimte (mini voetbalveld, eventueel veld 2 en de parkeerplaats) van Rhode. Kinderen mogen onder begeleiding van deze ruimte gebruik maken. Zij mogen niet zelfstandig van het terrein af. Dit mogen de kinderen alleen onder begeleiding. Bij teveel bezoekers van Rhode sluiten wij het terrein af met de poort gelegen aan het voetbalveld, zodat de kinderen veilig onder toezicht kunnen spelen. Dit beperkt de ruimte dus het wordt alleen gebruikt indien er vervroegde Rhode activiteiten zijn.

Mits het weer het toelaat worden kinderen gestimuleerd om buiten te spelen. Buiten mogen de kinderen vrij spelen. Kinderen moeten op het terrein van de voetbal vereniging blijven. Veel kinderen gaan graag voetballen op het voetbal veld. Nikki Pennings neemt de oudere groep op zich die graag willen voetballen. De afspraken zijn dat de kinderen in het zicht blijven op het veld. Voorafgaand wordt er een veld afgesproken waar zij op mogen voetballen.

We hebben afspraken met de kinderen gemaakt over hoever ze mogen komen op het voetbal terrein. Ook wordt er uit school besproken op welk veld de kinderen mogen voetballen. Vaak is dit het trainingsveld. Kinderen mogen op het parkeer terrein skelteren, steppen en of fietsen, mits er geen voetbal wedstrijden of trainingen zijn. Wanneer er wel getraind wordt dan vragen wij aan de kinderen om vanaf 17.00 uur niet meer te skelteren op de parkeerplaats i.v.m. de veiligheid van het in en uit rijden van de auto´s.

Onder begeleiding van een gekwalificeerde medewerkster mogen kinderen een wandeling maken buiten de voetbalvereniging. Stagiaires mogen niet alleen met de kinderen van de locatie af.Voor meer regels over het buitenspelen kunt u de huisregels lezen.

Thema's Kring

Wij werken themagericht. Dit wil zeggen dat wij gedurende een aantal weken met hetzelfde onderwerp bezig zijn. Wij kiezen voor thema's die op dat moment actueel zijn met betrekking tot bijvoorbeeld feestdagen of seizoenen. Op de informatieborden in onze hal passen wij het betreffende thema toe, zodat ouders ook geïnformeerd zijn. Voor de kinderen is het ook een punt van herkenning. Zij lopen naar hun werkjes toe en vertellen wat ze gemaakt hebben of kijken naar de dingen die er staan.

Kring

Er zijn verschillende redenen waarom we uit school, op het moment dat iedereen er is gezamenlijk in de kring gaan. Allereerst leren de kinderen veel vaardigheden in de kring. Tijdens dit moment krijgen kinderen de mogelijkheid om iets te vertellen aan de pedagogisch medewerkers en kinderen. Ook andersom vertellen de pedagogisch medewerkers belangrijke mededelingen aan de kinderen. Hierbij valt te denken aan het leren wachten op hun beurt, luisteren naar elkaar. Bijvoorbeeld vragen hoe school is geweest of uitleg wat er die middag op de planning staat. Ook verjaardagen worden gevierd op dit moment. Daarnaast krijgen de kinderen een koekje en een beker drinken.

16

De ruimte

Groepsruimte

Dit is de ruimte voor de kinderen. Hier mogen zij vrij spelen maar is er ook ruimte voor activiteiten. Voor deze ruimte zijn regels opgesteld voor de veiligheid van de kinderen, deze regels zijn te vinden bij de huisregels in de GGD- map. De kinderen zijn op de hoogte van de geldende groepsregels.

In de ruimte is een bar aanwezig. De afspraak is dat kinderen daar niet achter komen. Zie huisregels voor meer informatie hierover. Het voorraad hok van Rhode is ten alle tijden op slot.

Hal

In de hal worden de jassen van de kinderen opgehangen. Daarnaast is er ruimte voor de tassen van de kinderen. Naast de hal is een jongens en meisjes toilet. Kinderen mogen hier zelfstandig gebruik van maken, indien zij de algemene deur/doorgang open laten staan.

Keuken

De keuken is een plek voor de leidsters. In principe dienen de kinderen hier niet zelfstandig te komen. In de keuken gelden voor het bereiden van voedsel en voor de hygiëne de regels die gesteld staan in de GGD-map en de protocollenmap. In de keuken is er extra aandacht voor veiligheid. Zo worden bijvoorbeeld schoonmaakmiddelen achter slot opgeborgen. De keuken wordt afgeschermd van de groep door middel van overlopen van tegels naar vloerbedekking.

Buitenspeelruimte

BSO Rhode beschikt over een eigen afgesloten buitenspeelruimte met grasveld. Er zijn skelters, ligfiets en steppen aanwezig. Daarnaast is er een hok met buiten speelspullen en ballen. De kinderen mogen alleen onder begeleiding van minimaal één leidster in het hok komen.

De buitenspeelruimte voor de kinderen van de bso is aan de achterzijde van de school. Wij maken met het buitenspelen gebruik van beiden kanten van het schoolplein en van het grasveld, hierbij letten wij er op dat er in allen tijden op allen plekken leiding aanwezig is. Het speelmateriaal voor de kinderen is geborgen in het hok te vinden buiten op het schoolplein. Wij zijn er erg alert op dat er geen kinderen zonder toestemming het schoolplein of het grasveld verlaten.

17

Voedselbereiding

Al het voedsel wordt (voor)bereid in de keuken. Bij de bso is dit alleen het fruit en het avondeten. Voor de voedselbereiding gelden de regels die in de protocollenmap beschreven staan.

Eten

Op de BSO is er één eet moment per dag. Dat is namelijk het avond eten. Voor het avond eten zorgen ouders zelf. Eten doen wij altijd gezamenlijk aan tafel. Vooraf en na het eten wassen de kinderen zelf hun handen. Na het eten wordt er gekeken of de monden schoon zijn en indien nodig gepoetst. Wij streven ernaar om de kinderen zoveel mogelijk te stimuleren om het avond eten op te eten. Hierbij kijken wij echter wel naar het kind. Is het kind misschien niet helemaal fit, vindt het kind wat het te eten krijgt niet lekker of is het kind de leidster aan het uitproberen zijn vragen die wij ons hierbij stellen.Aan tafel gelden enkele regels. Zo dienen de kinderen aan tafel te blijven zitten totdat zij hun eten op hebben. Kinderen mogen niet van elkaars bord eten. Voor het avond eten dienen de ouders een overeenkomst te tekenen.

18

Overige punten

Intake

De eerste intake wordt gehouden met het managementteam. Voor BSO Rhode is Ingrid het aanspreekpunt en in de meeste gevallen zal zij het intakegesprek voeren. Als de ouders enthousiast zijn over de opvang en er is een locatie gekozen, dan nemen de ouders contact op met de leidsters van de groep. Er wordt een afspraak gemaakt om kennis te komen maken met de leidsters. Deze kennismaking vindt bewust overdag plaats, zodat de ouders meteen de sfeer op de groep kunnen voelen en kunnen zien hoe de leidsters werken. In het gesprek komen praktische dingen aan bod, krijgen de ouders de ruimte te zien en is er de mogelijkheid om vragen te stellen. Aan het einde van het gesprek krijgen ouders formulieren mee naar huis. Hierop staat praktische informatie over wat het kind nodig heeft op de groep en een invullijst voor belangrijke informatie (telefoonnummers).

WenmomentBij nieuwe aanmeldingen op de groep wordt er een wenmoment ingepland met ouders. Voorafgaand aan dit moment is er al een intakegesprek geweest en, in de meeste gevallen, hebben de ouders al kennis gemaakt met de leidsters. Het wenmoment vindt bij voorkeur plaats in de middag op de dag dat het kind ook in opvang zal komen. Het wenmoment vinden wij belangrijk voor zowel het kind, de ouders en de leidsters. In samenspraak met ouders wordt er gekeken wat het beste moment is. Er wordt de tijd genomen voor de overdracht waarbij zowel oog is voor het kind als voor de ouder(s). Op de groep wordt het kind voorgesteld aan de andere kinderen.

Stamgroepen

Op locatie BSO Rhode verblijven de kinderen altijd in dezelfde stamgroep. De groepsgrote laat op maandag en dinsdag toe dat alle kinderen in één stamgroep kunnen verblijven. Nikki Pennings en Janny Steenbakkers en indien nodig Sarina Brugmans zorgen dan samen voor de groep. Op donderdag zorgt Nikki Pennings voor de kinderen die graag actief bezig zoals buiten voetballen. Sarina Brugmans en een invaller begeleiden de kinderen met de leeftijd 6 tot en met 9/10 jaar. Kinderen weten deze dag bij welke leidster zij terecht kunnen voor vragen etc. De leidsters vangen de kinderen op aan dezelfde rode banken.

Voor de vakantie periode geldt een belangrijke afspraak. Wanneer kinderen naar een andere groep gaan dienen ouders daarvoor een overeenkomst te ondertekenen. Deze overeenkomsten hebben de pedagogisch medewerksters op de groep. Wanneer er gewisseld word van groep wordt dit altijd besproken met de ouders. Dit kan alleen voorkomen in vakantie periode.

Zieke kinderen

Bij twijfel of kinderen ziek zijn wordt altijd de temperatuur gecontroleerd met een oorthermometer. Bij een temperatuur hoger dan 38 graden nemen wij altijd contact op met de ouders. Wij informeren hen over de gemoedstoestand van het kind en samen word gekeken naar het volgend handelen. Wij zijn van mening dat

19

ieder kind anders is en dat ouders zelf in staat zijn om in te schatten wat het beste voor hun kind is, daarom is er geen vaste temperatuur dat kinderen perse naar huis moeten.Kinderen mogen blijven indien zij een paracetamol krijgen. Wanneer kinderen paracetamol krijgen dienen ouders hiervoor een document te hebben ondertekend en mits zij niet zodanig de aandacht van de leidsters opeisen dat het ten koste gaat van andere kinderen.Bij constateren van verhoging of koorts houden wij kinderen altijd extra in de gaten en bieden wij ze extra drinken aan om hun vocht op peil te houden.

Verjaardagen

Verjaardagen van de kinderen worden gevierd om 16.00 uur. Vanaf dat moment zijn alle kinderen op de BSO en is de groep compleet. De Verbinding zorgt dan voor een plakje cake met slagroom en versieringen. Ouders hoeven zelf niet te zorgen voor een traktatie.

Vakanties

BSO Rhode is in principe 52 weken per jaar geopend. Voorafgaand aan de schoolvakanties wordt er geïnventariseerd welke kinderen in de vakantie aanwezig zijn. Het kan voorkomen dat er minder kinderen aanwezig zijn, waardoor er voor gekozen wordt om de groep samen te voegen met BSO de Boerderij, omdat op deze locatie vaak broertjes of zusjes aanwezig zijn van de kinderen. Wanneer hiervoor wordt gekozen, wordt dit altijd in goed overleg met ouders gedaan.

Zelfstandig fietsen/lopen naar de VSO en TSO

Nikki Pennings is het vaste gezicht voor de VSO. Zij brengt op maandag-, dinsdag- en donderdagochtend de kinderen naar school. In de middag is Nikki om 15.30 uur altijd aanwezig op de locatie, zodat zij de kinderen kan opvangen die zelfstandig fietsen van school naar BSO Rhode. Wanneer ouders ervoor getekend hebben mogen kinderen zelfstandig op de fiets naar BSO Rhode. De regel die we daarbij gesteld hebben is dat kinderen ten alle tijde meteen naar Rhode gaan. Dus niet op het schoolplein blijven hangen. De kinderen van de Odaschool worden op maandag, dinsdag en donderdag om 15.30 uur opgehaald door Greetje de Wit en Naomi Kantelberg. Zij lopen met de kinderen mee tot locatie Rhode, zodat Nikki Pennings de kinderen kan opvangen wanneer zij er zijn. Alle kinderen die mee lopen naar de BSO Rhode krijgen een fel gekleurd hesje aan en lopen twee aan twee naar BSO Rhode toe. De kinderen vanaf groep 4 hoeven geen hesje meer aan tijdens het lopen. Het begeleiden gebeurd door iemand vooraan de groep te laten lopen en iemand achteraan te laten lopen. Wanneer er te grote gaten vallen in de groep, moet de voorste pedagogisch medewerkster even wachten.

Janny Steenbakkers haalt op maandag, dinsdag om 15.30 uur de kinderen van de Dommelrode school. Sarina Brugmans doet dit op donderdag. Zij hebben op deze dagen vier tot zeven kinderen en mag samen met hun naar de BSO lopen. Op het moment dat BSO Rhode voorzien is van een stagiaire dan ondersteunt zij de lopers van de Dommelrode school. Kinderen van de Kienehoef school hebben toestemming van ouders om zelfstandig naar BSO Rhode te komen.Alle pedagogisch leidsters hebben in geval van nood een mobiele telefoon bij zich.

Service van boerderij naar Rhode

BSO Rhode biedt de mogelijkheid wanneer ouders het prettig vinden om jongere broertjes en/of zusjes op te halen van locatie de Boerderij naar BSO Rhode. Het ophaal moment is om 17.35uur op de Boerderij, zodat de kinderen om 17.45uur terug zijn op BSO Rhode. Zij gaan dan met een pedagogisch medewerkster of stagiaire vanaf de Boerderij wandelend of op de fiets mee naar BSO Rhode. Op deze manier geven wij ouders de mogelijkheid om hun kinderen op 1 locatie op te halen. Deze mogelijkheid is beschikbaar i.v.m. de splitsing en verhuizing van 1 BSO groep naar locatie Rhode. Ophaal schema:

maandag: stagiaire Lieke locatie Boerderij

20

dinsdag: stagiaire Lieke locatie Boerderij donderdag: Naomi Kantelberg

Service van wegbrengen zwemles/hockeyBSO Rhode biedt, indien het kind aantal toelaat de service om kinderen naar de zwemles en hockey te brengen. Dit gebeurt onder leiding van een pedagogisch medewerker. Met ouders wordt besproken hoe laat het kind naar het zwembad of hockeyclub moet. Deze afspraak gaat mondeling. Op de BSO groep blijven altijd genoeg pedagogisch medewerksters aanwezig.

Het zwembad is circa 1 minuut fietsen vanaf BSO Rhode. De hockeyclub is nog geen 10 minuten fietsen vanaf BSO Rhode.

SchoonmakenWij houden samen met de beheerders van Rhode onze groepsruimte bij. De beheerders zorgen dat maandagochtend vanaf 12.00 uur de ruimte schoon is, zodat de BSO er in de middag gebruik van kan maken. Om overzichtelijk te werk te gaan is er een takenlijst opgesteld die BSO Rhode uitvoert. Op deze lijst staan dagelijkse, wekelijkse en maandelijkse taken. Deze lijst is te vinden in het mapje in de kast boven de magnetron.

21

Huisregels BSO Rhode

Hieronder zijn de regels te vinden die zijn opgesteld om de veiligheid en de gezondheid van zowel kinderen, ouders als de groepsleiding te vergroten. Door aan deze regels te houden zorgen we voor een veilige en hygienische omgeving.

De regels zijn mede aan de hand van de veiligheid en gezondheids risico-inventarisatie opgesteld.

Huisregels Rhode:

Entree:

- Geen losse voorwerpen op de grond laten slingeren- Niet rennen in de gang- Geen geintjes en pesterijen bij ramen en of ruiten - Tijdig kapotte lampen vervangen- Binnen niet gooien met voorwerpen- Jassen aan de kapstok hangen- Tassen mogen niet rondslingeren

Binnen/ leefruimte/ algemeen.

- Binnen niet rennen; rustig lopen- Binnen niet schreeuwen; rustig praten en naar kinderen toe lopen- Op de stoelen, tafels en banken gaan we niet staan of springen- We zitten op de stoelen, niet op de tafels - De klapsdeuren doen we open met de handen, niet met de voeten- Na w.c. bezoek handen wassen- Geen speelgoed mee naar het toilet- Voor het eten handen wassen- Eten van jezelf is voor jezelf, we delen geen hapjes uit, ook als je niet meer hoeft- Als kinderen bij ons eten (avondeten) laten we ouders daarvoor tekenen- Jas en tas zelf aan de kapstok hangen- Niet alleen naar buiten gaan- Samen mee opruimen- Niet met speelgoed gooien- Na het eten bord en beker op de aanrecht zetten- Tijdens het eten aan tafel blijven zitten- Niet met schoenen op de tafel of bank- Speelgoed opruimen voordat er met iets anders wordt gespeeld- Geen geintjes en pesterijen bij ramen en ruiten- Tijdig lampen vervangen- Binnen niet gooien met voorwerpen- Tassen van leidsters en of ouders mogen niet rondslingeren maar moeten in de daarvoor bestemde kast- Schoonmaakmiddelen dienen ten alle tijden hoog weg gezet te worden(achter slot)- Thee rustig aan tafel drinken

22

- Thee kop niet onbewaakt op tafel laten staan- Voor het warme eten handen wassen- Na het niezen handen wassen- Zieke kinderen krijgen eigen speelgoed- Speelgoed waarmee zieke kinderen hebben gespeeld worden gereinigd- Zieke kinderen krijgen hun eigen bestek. De medewerker ziet erop toe dat de andere kinderen dat niet

gebruiken- Kinderen met een koortslip mogen andere kinderen niet zoenen- Kinderen die aan wondjes of blaasjes krabben wordt extra aandacht besteed aan de hand hygiëne- Voor ieder kind wordt een papieren zakdoek gebruikt.

Buiten algemeen

- Kinderen mogen niet in de schuur komen zonder toestemming- Kinderen mogen niet op de tribune en niet verder dan de tribune- We spelen op de parkeerplaats of op veld 2 (tot de kleedlokalen) - We spelen op de parkeerplaats tot 17.00, ivm het verkeer ouders en voetbaltraining- Kinderen mogen in de bossen maar niet over de sloot- Kinderen mogen alleen de losliggende takken pakken en gebruiken - Binnen de poort blijven tenzij anders afgesproken- Bij hoge zonkracht kinderen insmeren- Niet met spullen gooien- Na het spelen mee opruimen- Niet op de voertuigen gaan staan- Niet botsen met de voertuigen- Regelmatig buitenspeelgoed controleren op gebreken- Regelmatig speeltoestellen controleren op scherpe randen

Onderweg

- Is de school uit en moet je naar Rhode of is het tijd om terug te gaan naar school ga je altijd rechtstreeks- De kinderen die zelfstandig komen en gaan, ouders moeten er voor getekend hebben- Fiets of loop altijd aan de kant van de weg

Voor de leiding

- Op locatie van de Verbinding mag niet gerookt worden.- Loopruimte creëren om meubels heen; obstakels verwijderen- Iedere ochtend/ avond handdoeken bij de toiletten en verschoondoek vervangen- Washandjes eenmalig gebruiken.- 1 raam altijd open overdag, deur.- Geen speelgoed voor de nood uitgangen zetten. - Restjes eten worden niet hergebruikt.- Kinderen hebben gebruiken alleen eigen servies- Afval bakken iedere dag legen en in de daarvoor bestemde container deponeren.- Een maal per half dagdeel een schone vaatdoek.- Speelgoed wat in de mond genomen wordt dagelijks reinigen.- Andere speelgoed maandelijks reinigen.- Speelgoed wordt na vervuiling met bloed diarree of braaksel gedesinfecteerd.- Beschadigd speelgoed vervangen.- Speelgoed voor binnen en buiten gescheiden houden.- Verkleedkleren worden op veertig graden gewassen.- Verkleedkleren maandelijks wassen- Wanneer zieke kinderen met verkleedkleren spelen extra wassen.- Resten van eten wordt meteen opgeruimd en de kruimels ook.

23

- Afval opbergen in gesloten containers.- Uitwerpselen van ongedierte worden meteen opgeruimd.

Ventileren:

- Groepsruimte moeten voldoende ruimte hebben om te ventileren.- Co 2 gehalte moet laag genoeg blijven.- Na bewegingsspelletjes stofzuigen etc. extra ventileren.- Bij warmte ook in de nacht ventileren, “afzuiger” aanzetten- Temp in de groep mag niet lager zijn dan 17 graden- Ventilatie gedrag aan passen bij hoge temp.- Ventilatie roosters moeten vrij gehouden worden.- Filters en eventuele mechanische luchttoevoer moet worden gereinigd en vervangen conform instructies

van de leverancier.

Schoonmaken:

- Er wordt met een poetsschema gewerkt - De vloer en het meubilair dat dagelijks gebruikt wordt word dagelijks gereinigd.- Hoger gelegen oppervlakte wekelijks reinigen.

Algemeen:

- Geen schoolborden op de locatie- Er mogen geen spuitbussen gebruikt worden.- Er mag alleen plak op water basis gebruikt worden- Na verven moet er goed gelucht worden.- Er mogen geen sterk geurende producten gebuikt worden.

HUISREGELS GEZONDHEID (overdracht van ziektekiemen voorkomen)

1. Draag altijd zorg voor een goede handhygiëne.2. Draag zelf zorg voor een goede hoesthygiëne.3. Leer kinderen een goede hoesthygiëne aan.4. Laat kinderen met snot regelmatig hun neus snuiten.5. Gebruik telkens voor ieder kind een nieuw papiertje.6. Gooi de papiertjes in een gesloten vuilnisbak.7. Leer de kinderen dat ze na toilet bezoek hun handen goed moeten wassen.8. Gebruik hoofdzakelijk wegwerphanddoekjes. 9. Pak minimaal elk dagdeel een schone handdoek (keukentje).10. Maak gebruik van een dichte vuilnisemmer.11. Elke vuilnisemmer wordt iedere dag geleegd.12. Pak regelmatig op een dag een nieuwe vaatdoek.13. Werk volgens de hygiënecode (HACCP).14. Haal producten zo kort mogelijk voor gebruik uit de koelkast.15. Gekoelde producten niet te lang buiten de koelkast bewaren.16. Geef ieder kind zijn eigen servies en bestek.17. Speelgoed, verkleedkleren en knuffels worden regelmatig schoongemaakt en gewassen.18. Bij gebruik van de zwembadjes aan het einde van de dag het water weg laten lopen en het zwembad

op zijn kop leggen en laten drogen.19. Kies speelgoed voor het zwemmen dat niet aanzet tot drinken van het zwemwater.20. Laat kinderen niet eten of drinken in de buurt van het zwembad.21. Informeer wanneer er ongedierte in het gebouw worden aangetroffen en ruim eventuele

uitwerpselen direct op.

24

25

HUISREGELS GEZONDHEID (risico’s als gevolg van het binnenmilieu voorkomen)

1. Zet ventilatieroosters en ramen zo veel mogelijk open om de ruimtes zo fris mogelijk te houden en bedompte lucht te voorkomen.

2. Ventileer extra tijdens bewegingsspelletjes.3. Controleer bij twijfel de temperatuur in de ruimtes. De groepsruimte mag niet lager zijn dan 17 C.4. Er mag binnen nooit gerookt worden.5. Reinig dagelijks de vloer bijv. na maaltijden.6. Gebruik geen spuitbussen in ruimtes met kinderen.7. Gebruik geen wasbenzine, terpentine of andere chemicaliën met oplosmiddelen waar kinderen bij zijn.

Staan achter slot in de schoonmaakkast.8. Plan luidruchtige activiteiten goed in zodat geluidsoverlast voorkomen kan worden.9. Laat kinderen na contact met dieren hun handen wassen bijv. na bezoek aan de kinderboerderij.10. Kies bij planten/bloemen voor die soorten die allergeen arm zijn.11. Werk volgens het schoonmaakschema.12. Stofzuig bij voorkeur op momenten dat er geen kinderen zijn of zet de ramen wijd open.

26