Livinglabs methode voor de creatieve industrie - rapport

13
Livings labs & IIP Create Daan Velthausz & Martijn Kriens December 2009

description

Rapport over de toepassing van Living Labs in de creatieve industrie, een onderzoek uitgevoerd in opdracht van IIP/Create

Transcript of Livinglabs methode voor de creatieve industrie - rapport

Page 1: Livinglabs methode voor de creatieve industrie - rapport

Livings labs & IIP Create Daan Velthausz & Martijn Kriens

December 2009

Page 2: Livinglabs methode voor de creatieve industrie - rapport

Livings labs & IIPCreate, december 2009 Daan Velthausz & Martijn Kriens Living Labs

De Living Lab aanpak verplaatst de research en ontwikkeling uit de laboratoria naar de werkelijke praktijk. Door het waarnemen, prototyperen, valideren en verfijnen van complexe oplossingen in verschillende werkelijke contexten wordt het mogelijk om een beter inzicht te verkrijgen in wat innovatie succesvol maakt in verschillende omgevingen.

Het oorspronkelijke concept van Living Labs werd door William J. Mitchell van MIT geïntroduceerd om innovatie onderzoek van “in vitro” te verplaatsen naar “ in vivio”. Momenteel wordt de term Living Labs gebruikt voor vele verschillende (gerelateerde) aspecten. Naast het in de werkelijke omgeving “unobtrusive” observeren en monitoren van een “levend” sociaal systeem, veelal voor het experimenteren van technologie, wordt Living Lab ook gezien als een aanpak voor het betrekken van gebruikers in het product/dienst ontwikkelproces (co-creatie). Daarnaast wordt een Living Lab vaak ook gebruikt voor een (regionaal) innovatie systeem (t.b.v. van interactie en samenwerking), als de organisatie die een netwerk van belanghebbende partijen faciliteert. Zelfs wordt Living Lab gezien als een beweging.

Een Living Lab bouwt een ecosysteem van kleine innovatieve bedrijven, research instellingen en toepassingspartijen met als doel te komen tot betere interactie met de eindgebruiker. Dit moet resulteren in enerzijds betere diensten en producten en anderzijds in nieuwe, interessante werkgelegenheid in de regio. Om dit te faciliteren worden methodieken en tools ontwikkeld, gericht op open innovatie, validatie in de praktijk en co-creatie. Door deelname van alle belanghebbenden (inclusief de gebruikers) in het ontwikkelproces draagt de Living Lab aanpak bij aan een snellere en effectieve ontwikkeling van nieuwe diensten en producten die beter aansluiten bij behoeften en mogelijkheden van de gebruikers. De figuur hieronder (gebaseerd op “Customers as innovators: a new way to create value, Eric von Hippel & Stefan Thomke”) geeft de verschuiving in aanpak aan die Living Labs voor ogen heeft.

Een van de bottlenecks bij het creëren van innovatie is vaak dat de hiervoor noodzakelijke spelers (kleine innovatieve organisaties, research instellingen en toepassingspartijen) elkaar onvoldoende goed kunnen vinden om tot samenwerking te komen. Dit wordt ook onderkend in de Strategische Research Agenda van IIPCreate. Via een Living Lab aanpak kunnen deze contacten en samenwerking tot stand gebracht worden door het creëren van een community door: het doen van projecten waar alle drie de soorten spelers in

Page 3: Livinglabs methode voor de creatieve industrie - rapport

vertegenwoordigt zijn alsmede door het ontwikkelen van methodieken en tools om ontwerpen, ontwikkelen, testen en productie van nieuwe producten en diensten op een zodanige manier vorm te geven dat de samenwerking tussen de verschillende soorten organisaties tot zijn recht komt. Hierbij moet worden dat deze processen in samenhang met de gebruiker plaats vinden. Juist deze gebruiker geeft het kristallisatiepunt voor de samenwerking.

Living Labs en de creatieve sector

De creatieve sector vormt in veel gevallen geen afgesloten sector op zich maar draagt bij aan oplossingen voor allerlei andere toepassingsgebieden. Dit kan zijn in en rondom duurzaamheid, oplossingen voor de publieke ruimte, zorg, en sociale cohesie. Grote uitdaging daarbij is het combineren van kennis uit research/wetenschap, kennis van de specifieke toepassingen en de creativiteit van de creatieve en culturele (kunst) sector. Het daadwerkelijk creëren en implementeren van innovatie vereist het bij elkaar brengen en samenwerking van deze drie domeinen. Het samenbrengen van deze drie domeinen staat ook aan de basis van de Strategische Research Agenda van IIPCreate.

Binnen de context van IIPCreate willen een Living Lab beschouwen als een experimenteeromgeving waarin nieuwe technologie en diensten worden gevormd in de echte context door werkelijke (eind)gebruikers te beschouwen als co-producenten/co-creators. Hierbij gaat het om samenwerkingsverbanden tussen bedrijven (zowel groot als klein), kennisinstellingen, overheden, designers en gebruikers die nieuwe producten, diensten en businessmodellen ontwikkelen in een realistische context. Een Living Lab moet concrete faciliteiten en diensten bieden aan alle geïnteresseerde partijen. Het biedt een methode om kennis, werkwijzen en best practices te delen alsmede concrete samenwerkingsverbanden aan te gaan. Living Lab kan ook als podium gezien worden naar andere sectoren, beleidsmakers.

Voor IIPCreate zijn de volgende twee elementen van een Living Lab belangrijk.

1) het in vivo experimenteren (de zogenaamde ‘field/test’ labs met meerdere gebruikers, typisch n> 100). De experimenteer omgeving kan zowel fysiek als virtueel zijn, waarbij de gebruikers op verschillende manieren betrokken kunnen zijn, door te experimenteren: • in een gemeenschappelijke ruimte (vliegveld, winkelcentrum, sportpark,

restaurant) • in een besloten omgeving (privé thuis, kantoor, fabriek) • in een specifieke ruimte (voorzien van de benodigde apparatuur) waar mensen

naar toe gebracht moeten worden (Fablab, zorgappartement, experience lab) • onderweg (men draagt het “laboratorium” met zich mee, bv mobiele telefoon). In geval van een gemeenschappelijke ruimte, kunnen de gebruikers slechts gedurende een korte periode geobserveerd worden en gaat het vooral om een eerste impressie of algemene gedragingen en keuzes die mensen maken (bv. looproutes). Bij de andere varianten gaat het veelal om herhaaldelijke observaties

Page 4: Livinglabs methode voor de creatieve industrie - rapport

gedurende een langere periode, waardoor “rijke” primaire data verkregen kunnen worden zonder tussenkomst van onderzoekers (of interpretaties van onderzoekers).

2) het gezamenlijk ontwerpen (co-creatie met een beperkt aantal gebruikers, typisch n<5, zoals b.v. Fablab). Van belang voor IIPCreate is hoe je nu zorgt voor het ontwerpen van producten, diensten, creaties, concepten die uiteindelijk impact hebben op mensen en/of hun omgeving. De huidige focus van veel Living Labs is veelal ICT gedreven. Er wordt nog relatief weinig aandacht gegeven aan de creatieve en design aspecten in de huidige Living Labs, terwijl deze de basis van toekomstige ICT toepassingen vormen.

Een andere belangrijk element bij een Living Lab is de aard ervan: is het business of onderzoeksgedreven. Hoewel elk van de partijen hun eigen belangen hebben in deelname in een Living Lab, maakt het voor de opzet en operationalisatie van het Living Lab uit of het vooral onderzoeksgedreven is (en mede afhankelijk is van financiële steun van derden (overheid) om te kunnen blijven opereren) of dat het vooral business gedreven is, waarbij het Living Lab een aantal (commerciële) diensten aan de deelnemende partijen aanbiedt.

IIPCreate stakeholders

Binnen IIPCreate is de samenwerking tussen Innovatieve MKBers, de (ICT) Industrie en Kennisinstellingen van groot belang om tot nieuwe innovaties te komen. De ervaring leert dat samenwerking tussen kennisinstellingen, grote bedrijven en MKBers niet altijd even gemakkelijk is. Zo hebben grote bedrijven meer resources om langdurig te investeren, MKBers daarentegen moeten zeer zorgvuldig afwegen en het is niet vanzelfsprekend om het MKB er risicodragend bij te betrekken. In het bijzonder bij onderzoeksgedreven projecten is de steun van grotere partijen onmisbaar, aangezien deze partijen middelen ter beschikking krijgen voor high risk high return projecten die in lijn liggen met hun eigen strategie en daarmee ook de hele community versterken. Kleine partners haken af als er onvoldoende business te behalen is op korte termijn. De samenwerking tussen de verschillende partners is echter cruciaal, grote partijen zorgen voor stabiliteit, kleinere zorgen voor dynamiek, snelheid en betrokkenheid. Toch zijn er nog mogelijke spanningen die aandacht vergen bij samenwerken tussen grote multinationals en MKB, die ook relevant zijn binnen te IIPCreate context, te weten:

• Het MKB is versnellend in de startfase maar vertragend in de opschaling, bang om positie te verliezen. Dit geldt minder voor het grotere MKB of voor start-ups.

• Er is angst bij het MKB om innovatieve ideeën te ontwikkelen en te delen met grotere partijen.

• Het vastleggen van een innovatieproject is voor MKB vaak een kostbare aangelegenheid.

• MKB concentreren zich op niches en de grote spelers op de massa markten.

Samenwerking tussen kennisinstellingen en MKBers vergt ook de nodige zorg aangezien bij kennisinstellingen de (AIO) trajecten veelal langdurig van aard en vaak inflexibel zijn vanwege de vereiste wetenschappelijke diepgang, terwijl de MKBers niet negatief tegenover “quick en dirty” staan.

Om de samenwerking binnen IIPCreate tussen de verschillende typen partijen te stimuleren is het raadzaam om voldoende zorg voor faciliteren van MKBers om drempels te overwinnen, zoals bijvoorbeeld een “patentpool” om de kosten van het vastleggen van

Page 5: Livinglabs methode voor de creatieve industrie - rapport

het IP draagbaar te maken en het ontwikkelen van een IP strategie ten gunste van de MKBer.

Aangezien crosssectorale samenwerking vaak niet spontaan ontstaat, ook niet bij Living Labs, is de crux het realiseren van “traditionele keten” overschrijdende samenwerkingsverbanden die een toegevoegde waarden bieden. Hier kan een “onafhankelijke” aanjager helpen, in het bijzonder bij de verkenning van de kansen en het bij elkaar brengen van partijen.

Living Labs kan binnen IIPCreate helpen door voldoende aandacht te hebben voor:

1. het betrekken in verschillende rollen van creatieve MKBers. Voordeel voor MKBers van deelname van de gebruikers is “ideation” het vast leggen van gebruikers ideeën of samen nieuwe ideeën genereren, en “evaluatie” minimaliseren van businessrisico (het brengt de “market pull” in het ontwikkelproces om zodoende een vroeg inzicht in het business potentieel te krijgen).

2. naast het in vivio experimenteren (en handvaten te bieden bij een tal van vragen, zoals wat is de rol van de toekomstige ontwerper, hoe en wanneer gebruikers te betrekken bij de experimenten1) voldoende aandacht voor het design & ontwerpproces: co-creatie & design voor impact (middels objectieve feiten en subjectieve voorkeuren). Een uitdaging is hoe de eigendomsrechten van de co-creators, in het bijzonder de gebruikers, goed vast te leggen.

3. de gebruiker niet in het middelpunt te plaatsten, maar als een van de stakeholders te zien naast de designers, technologie specialisten, onderzoekers, ondernemers en marketeers. Daarmee krijgt de gebruiker ook een stem in de innovatie agenda. In de EU worden de voordelen van de gebruikers in Living Labs als volgt gezien: “To be empowered to influence the development of services and products which serve real needs, and to jointly contribute to savings and improved processes through active participation in the R&D and innovation cycle”. In het Fablab is de samenwerking tussen ontwerper, maker en gebruiker extreem nl. allemaal in een en dezelfde persoon.

4. gebruik van ICT in Living Labs ten behoeve van observatie, data capturing, monitoren, loggen, analyse etc. ICT speelt een belangrijke rol in de Living Lab aanpak, zowel bij het ontwikkelen en valideren van nieuwe ICT diensten en producten, alsook bij ontwikkeling en gebruik van methoden en tools. Het (grootschalig en langdurig) ongestoord observeren, vastleggen en analyseren van gedrag en ervaringen van mensen met nieuwe technologie en diensten in de werkelijke omgeving vereist nieuwe vormen van ICT ondersteuning en ontwikkeling.

Bestaande Living Labs

Living Labs is momenteel populair aan het worden (zo werken in de European Network of Living Labs (ENoLL, zie ook www.openlivinglabs.eu) al meer dan 130 Living Labs samen) en kent inmiddels vele aanhangers uit een brede achterban van kennisinstellingen, 1 In een recent paper “Unpacking European Living Labs: Analysing Innovation’s Social Dimensions” geven onderzoekers (Dutilluel, Birrer, Mensink) uit Leiden (Universiteit, Cetim) een heldere uiteenzetting over Living Labs en een aantal (wetenschappelijke) uitdagingen, waaronder de ethische aspecten van het betrekken van gebruikers, hoe zorg je ervoor dat gebruikers geen proefkonijnen worden, maar dat er toegang verkregen wordt tot hun ideeën en kennis.

Page 6: Livinglabs methode voor de creatieve industrie - rapport

bedrijfsleven en (regionale en nationale) overheden en strekt zich inmiddels uit tot ver buiten Europa tot in Afrika, China en Brazilië. In het nog te starten Appolon (Europees) project is specifiek aandacht voor de creatieve sector, waar een aantal Europese Living Labs (Brussel, Parijs, Helsinki) gezamenlijke Living Lab pilots uitvoeren op het terrein van nieuwe media.

Hieronder is een overzicht gegeven van een aantal Living Lab initiatieven in Nederland (naast het initiatief van IIPCREATE). De meeste Living Labs in Nederland focussen niet specifiek op de creatieve sector, maar een aantal hebben dit wel als aandachtsgebied. De initiatieven die duidelijke raakvlakken hebben met IIPCREATE zijn:

• Amsterdam Living Lab Amsterdam Living Lab is een initiatief dat in september 2008 gestart is vanuit de Amsterdamse Innovatie Motor en gefinancierd wordt vanuit Pieken in de Delta, Amsterdam Topstad en de provincie Noord Holland. Focus ligt op het ontwerpen van methodieken en tools voor het ontwerpen van producten en diensten met gebruikers (“Users as Designers”) en voor participatie van gebruikers in de praktijk (Co-Creatie) en op het creëren van een ecosysteem van betrokken partijen uit zowel research, innovatieve kleine bedrijven en grote bedrijven. De uitvoerende partners zijn AIM, Waag Society, Novay en de Universiteit van Amsterdam. Focus ligt op de gebieden Energie/Duurzaamheid en Zorg/Welzijn. Een voorbeeld project is het Amsterdam Smart City project met betrokkenheid van partijen als Alliander, Accenture, IBM, TNO, Plugwise en anderen. Amsterdam Living Lab speelt ook een trekkende rol in het Europese netwerk.

• EXSER

EXSER is een initiatief gericht op diensteninnovatie, gestart in september 2008. EXSER brengt deelnemers uit zowel wetenschap als bedrijfsleven bij elkaar rondom vragen bij de innovatie van diensten. Focus ligt daarbij primair op de niet-technologische kant van diensteninnovatie, zoals bijvoorbeeld innovatie van businessmodellen en samenwerkingsvormen. EXSER wordt gefinancierd vanuit Pieken in de Delta, Gemeente Almere en Provincie Flevoland. Betrokken bedrijven zijn Agis, DHV, OCE, Rabobank en Hay group.

• Leiden Living Lab Leiden Living Lab is een initiatief gestart door Bernhard Katzy van CETIM/Universiteit Leiden en richt zich op de ontwikkeling van mobiele applicaties en open innovatie tussen MKB bedrijven. Zo is door Leiden Living Lab in het kader van de IPC regeling een community opgezet van 56 MKB bedrijven die in samenwerking met elkaar tot nieuwe producten en diensten komen. Belangrijke focus ligt op zorg, duurzaamheid en innovatie in diensten

• Oost NV Oost NV is bezig met de opzet van een Living Lab in Nijmegen. Focus ligt daarbij op zorg op afstand. Centraal staat daarbij de implementatie van een open source platform waarmee diensten op afstand (video, sensoring, e.d.) mogelijk worden gemaakt.

• Rotterdam Climate Campus Rotterdam Climate Campus is een initiatief van de Gemeente Rotterdam met grote

Page 7: Livinglabs methode voor de creatieve industrie - rapport

betrokkenheid van de Universiteit Delft. Doel is te komen tot een cluster van bedrijven gericht op duurzaam waterbeheer en energie. Focus ligt daarbij op onderzoek en ontwikkeling van in de praktijk gevalideerde oplossingen.

• Caféin initiatief Caféin probeert in de regio Eindhoven oplossingen te vinden voor actuele maatschappelijke problemen. Hiervoor worden door kunstenaars (in de brede zin van creatieve professionals: designers, architecten, beeldend kunstenaars, ingenieurs) intensieve verbindingen gelegd tussen de probleemhouders (o.a. overheid), technische kennis (o.a. producenten) en de creatieve sector (e-cultuur en design). Initiatiefnemers zijn MAD emergent art center DHV VERS Cheops Gemeente Eindhoven Arteconomy. De kunstenaar acteert als katalysator van vernieuwing en verandering.

In deze Living Labs werken verschillende typen partijen met elkaar samen (kennisinstellingen, internationale partijen, MKBers en publiek privaat gefinancierde organisaties). De financiering is veelal nog project gedreven en grotendeels ondersteund door subsidies vanuit regionale, nationale en/of internationale overheidsorganisatie. Kijkend naar de Europese living labs (ENoLL) en Internationale Living Labs (Brazilië, Zuid Afrika, China, Taiwan) dan zie je wel dat rond bepaalde thema’s, zoals energie efficiëntie en (preventieve) gezondheidszorg een aantal Living Labs initiatieven opgezet worden die volledig bedrijfsgedreven d.w.z. opgezet zonder overheidssubsidiering. Echter op gebied van nieuwe media zijn de Living Lab initiatieven vooral project gedreven met een aanzienlijke hoeveelheid overheidsfinanciering. Aangezien de meeste Living Labs nog slechts een relatief korte periode bestaan, alsook project initiatief gestart zijn, zijn er nog weinig Living Labs die echt zelfredzaam zijn. Er is nog geen eenduidig business model dat zijn bestaan heeft bewezen (in de huidige Living Labs). Er zijn verschillende modellen in gebruik en het is nog te vroeg om daar algemene conclusies uit te trekken. Bovendien zijn er nog geen standaarden binnen deze Living Labs hoe om te gaan met IPR en de (nieuwe) vormen van co-creatie met gebruikers. Afspraken inzake IPR tussen de partijen onderling zijn vergelijkbaar met die gebruikt wordt in projectsamenwerkingsverbanden. Hierbij zijn er wel vooruitstrevende Living Labs die meer de open innovatie aanhangen en ook gebruikers laten meeprofiteren mochten de geteste producten/diensten succesvol in de markt blijken te zijn. Idealiter zou een Living Lab diensten moeten kunnen aanbieden aan bedrijven die snel eenvoudig een nieuwe dienst of produkt willen ontwerpen met de (toekomstige) gebruikers, dan wel snel een beta dienst /produkt gevalideerd willen hebben. De bedrijven betalen hier dan voor. Van belang is dan wel dat er naast een grote (en goed bekende) gebruikerspopulatie (die bereid is mee te werken aan) ook de nodige infrastructurele voorziening aanwezig zijn om eenvoudig te kunnen co-creëren danwel de gebruikers en de interactie met de dienst/product te kunnen monitoren en observeren en de gegevens op juiste wijze te kunnen analyseren en te interpreteren. In een zelfredzaam, Living Lab zullen deze rollen door verschillende partijen goed ingevuld kunnen worden, bijvoorbeeld MKBers/bedrijven die betaald worden voor het opzetten van de meetinfrastrutuur, sensoren, en verzamelen van de data, universiteiten en kennisinstelling die helpen bij de juiste interpretatie en analyse van de gegevens. In vooruitstrevende en reeds lang bestaande Living Labs, zoals die in Lulea (noord Zweden) en Helsinki, zijn er specifieke organisaties (die publiek privaat gefinancierd zijn) opgericht (zoals b.v. Forum Virium) om de living labs zelfredzaam te maken. Een andere

Page 8: Livinglabs methode voor de creatieve industrie - rapport

mogelijkheid is dat grote internationale bedrijven het voortouw nemen, zoals Philips met zijn Innohubs (Singapore, Helsinki) en Nokia, die een Living Lab organisatie op sleeptouw nemen, waarbij andere partijen, universiteiten en MKBers, relatief goedkoop kunnen meeliften. Tussen de Living Lab initiatieven is samenwerking zeer wenselijk, met name op het vlak van: 1. Methodieken en tools, Living Lab is een jong en zich snel ontwikkelend gebied

waardoor er veel kans is om van elkaar te leren. In de praktijk is dat het uitwisselen van kennis en ervaring opgedaan in projecten. Om de samenwerking vorm te geven is er reeds een website opgezet waar kennis over methodieken en tools gedeeld kan worden. Deze omgeving is ter beschikking gesteld door Leiden Living Lab. Ieder van de living labs deelt daar documentatie over aanpak. Regelmatig zullen bijeenkomsten worden georganiseerd om aanpakken met elkaar te bespreken en van elkaar te leren. Centrale rol daarin speelt Novay die ook in het kader van Amsterdam Living Lab werkt aan de ontwikkeling en het beschikbaar stellen van methodieken en tools. Een voorbeeld van methods & tools ondersteuning is hieronder weergegeven (afkomstig uit het EU Corelabs project).

2. Op inhoudelijke gebieden. Dit gaat dan primair over de gebieden Duurzaamheid en

Zorg als belangrijke focus van meerdere initiatieven. Uitwisseling over concrete projecten die worden uitgevoerd op specifieke domeinen is wenselijk om hierin met elkaar tot samenwerking zien te komen

3. Internationale positionering. Een duidelijke profilering als bijvoorbeeld “Dutch Orange Living Labs” biedt het voordeel van een eenduidiger beeld en een betere positionering van Nederland als internationaal testbed. Amsterdam Living Lab en Living Lab Leiden hebben beiden een rol in het bestuur van het European Network of Living Labs (ENoLL). Afgesproken is om vanuit deze rol de andere initiatieven daarbij te betrekken en richting ENoLL ons ook gezamenlijk te positioneren als “Dutch Orange Living Labs.

De betrokkenheid van EZ als co-financier van een aantal van de initiatieven is gewenst vanuit een begeleidende en bevorderende rol. Vooral van belang is om hier te komen tot een eenduidig aanspreekpunt aan beide kanten (EZ en de Living Labs).

Page 9: Livinglabs methode voor de creatieve industrie - rapport

Om de verschillende Living labs beter van elkaar te laten leren, samen te laten werken en onderling te vergelijken zijn er in Europees verband reeds verschillende raamwerken ontwikkeld, zoals de harmonisatie kubus (Corelabs EU project) en een kwantitatieve uitbreiding hierop (Collabs EU project). Binnen het Amsterdamse Living Lab wordt momenteel ook gewerkt aan een methodiek om Living Labs met elkaar te vergelijken en te rangschikken op een aantal criteria. In onderstaande figuur is een overzicht gegeven van (de gemiddelde score van) een aantal dimensies van een aantal Europees onderzochte Living Labs.

Uit de figuur blijkt dat er is nog voldoende ruimte is voor verbetering, zeker ook wat betreft de participatie van innovatieve MKBers. Uit deze Europese studie blijkt ook dat steeds meer Living Labs diensten2 aanbieden aan MKBers en dat deze daar meer en meer gebruik van maken voor het vinden van kennis en economische waarde door demonstreren van markt aantrekkelijkheid. Hieronder zijn een aantal van de voordelen en cases benoemd die de MKBers hebben aangegeven door hun deelname in Living Labs.

Benefits:

Vision of the available technologies; Evolution of the product-development process; Faster time-to-market by user-involvement; Testing already existing products with real users; Better access to the market; Branch-specific knowledge; Information about potential customers; Ideas for new products and services; Tools for communication among SMEs; Close collaboration with end-users; Relations with partners and customers; Finding partners.

Example cases:

In the scope of LL, new technologies for visualization of geospatial data "HSLayers" have been developed. HSLayers is used by SMEs in their applications, for example tourist portal.

The Living Lab was supporting the final phase of the development of a safety service by recruiting users for a pre-trial and handling the practical work of the user-involvement.

The Living Lab was acting as an open environment for establishing a neutral meeting-space for a SME and their potential customer. The support for the SME was to be a door-opener and a resource for orchestrating the user-involvement in the pre-trial of the service.

2 Voorbeelden hiervan zijn methoden & tools, data management, transfer van know-how product/service evaluatie, infrastructuur ondersteuning, IPR management.

Page 10: Livinglabs methode voor de creatieve industrie - rapport

Consulatie van de IIP Create achterban, vervolg stappen door IIPCreate?

Uit de verschillende workshops is duidelijk gebleken dat er breed uiteenlopende gedachtes en wensen zijn mbt tot Living Labs, variërend van concrete meer kleinschalige projecten met duidelijke focus tot en met brede initiatieven die voldoende ruimte en vrijheid bieden aan creatievelingen (inclusief artiesten designers). Dit is zowel van toepassing op het gezamenlijk co-creeren van nieuwe diensten/producten als ook het in de praktijk testen van (beta)producten en diensten. Men heeft wel een dringende behoefte aan verdere uitwerking van concrete samenwerkingsprojecten die gericht zijn op het gebruiken van het Living Lab concept.

Men vraagt nadrukkelijk aandacht voor diversiteit: geen centrale top-down coördinatie maar veelzijdige kleinschaligheid die opgeschaald kunnen worden, korte en langdurende projecten, fysiek en virtueel, domeinen die zowel maatschappelijk en business relevant zijn.

Om de potentie van Living Labs voor de achterban van IIPCreate te maximaliseren (en de diversiteit die uit de workshop naar voren komt te ondersteunen) is het derhalve raadzaam om in iedere geval (minstens twee) verschillende projecten uit te voeren die de verschillende typen vertegenwoordigen. In ieder geval een project dat zich richt op het ontwerpproces (co-creatie) en een die zich richt op observeren in de praktijk (in-vivo).

Uit consultatie van de achterban van IIPCreate (middels verschillende workshops) blijkt dat men concrete projecten wenst die op korte termijn resultaten opleveren waarbij er bovendien voldoende ruimte is voor deelname van MKBers.

Een manier om dit te faciliteren is door voor de projecten minimaal 30% van het budget te reserveren voor MKBers, ook al zijn deze bij de definitie (of zelfs bij aanvang) van het project nog niet bekend zodat ze later nog kunnen instappen in het project. Een andere mogelijkheid hierbij zou de “Living Lab vouchers” kunnen zijn (naar analogie van de innovatie vouchers) om een actieve betrokkenheid van gebruikers & MKBers (als co-creators) gedurende het hele innovatie traject te waarborgen.

De mogelijke nieuwe markt en samenwerking met toekomstige spelers in die nieuwe markt is voor MKBers een aantrekkelijke motivatie om mee te gaan doen. MKBers zijn nog niet op de hoogte van de mogelijkheden, zo werken ze bijvoorbeeld nu met enquêtes om te interacteren met gebruikers van hun dienst, maar het blijkt vaak moeilijk te zijn om goede feedback te krijgen zeker als men niet alleen inzicht in het huidige gedrag maar ook in het nieuwe gedrag wil.

Daarnaast is het opzetten en uitvoeren voor MKBers van meer geavanceerdere experimenten vaak te duur, te tijdrovend en te moeilijk. Samenwerking met andere geïnteresseerden is dan aantrekkelijk. Van belang om de MKBers erbij te betrekken is duidelijke voorbeelden en succesverhalen kunnen geven alsmede concreet aangeven wat van hun verwacht wordt en welke concrete resultaten het oplevert en tegen welke investering/kosten. Dit hangt mede af van de verschillende rollen die MKBers kunnen vervullen in de projecten:

Page 11: Livinglabs methode voor de creatieve industrie - rapport

1. helpen bij de vraagarticulatie (input geven vanuit kennis van eigen creatieve ‘deelbranche’ (architectuur, mode, media, design, reclame), richting geven aan de ontwikkeling van Living Lab methodiek zodat die (beter) is afgestemd op de behoeften van het MKB.

2. als (deel)opdrachtgever en (mede)ontwikkelaar (van technologie, applicaties, hardware, concepten) die samen met gebruikers ontwikkeld en/of getest kunnen worden. Hierbij meeliftend op de behoeften (en bijdragen) van de andere betalende (evt. grotere) partijen.

3. als leverancier van testen, testers, technologie, applicaties en hardware die het test- en ontwikkelproces faciliteren.

4. als gebruiker: van in de Living Labs ontwikkelde, kennis, (deel)producten, methoden en processen.

Een andere wens is om te komen tot geografische spreiding van meerdere projecten. De basis voor het zwaartepunt kan een bestaand Living Lab zijn.

Keuze voor concrete projecten is mede afhankelijk van eisen/voorkeuren van de co-financierings regeling(en). Thema’s dienen zowel maatschappelijk als ook business relevant te zijn. Aansluiten bij maatschappelijk relevante thema’s (zoals energie, gezondheidszorg, veiligheid) betekent ook dat daar vandaan ook cofinanciering dient te komen voor de projecten.

Als er meerdere Living Lab projecten gaan lopen, is het aan te bevelen dat de projecten een gemeenschappelijke activiteit hebben ten aanzien van kennisuitwisseling (best practices, lessons learned, cases, methodieken, etc.) om te komen tot de zogenaamde “Living Practices”. Hier kan IIPCreate een “gecoördineerde actie”/werkgroep voor inrichten. Het gebruik van een “virtuele experimenteer omgeving waar de verschillende projecten gebruik van kunnen maken is een andere mogelijkheid.

Wat in ieder geval zeer wenselijk is een plek waar alle beschikbare Internationale en Nationale informatie m.b.t. Living Lab op een eenvoudige en voor elke partij toegankelijke wijze beschikbaar is. IIPCreate kan hier aan bijdragen door dit actief te ondersteunen middels diverse mechanismen (website, blogs, evenementen, etc.)

Gezien de diversiteit van de IIPCreate achterban, hun wensen en verschillende interpretaties van het Living Lab concept, is het aan te bevelen dat IIPCreate een vervolg stap zet doormiddel van het definiëren van de living Lab architectuur. Deze architectuur moet antwoord kunnen geven op de volgende vragen:

• Wat zijn de componenten van een Living Lab voor IIPCreate?

• Hoe ontwerp ik voor impact?

Daarnaast is er dringende behoefte aan concrete succesverhalen en voorbeelden die inhoudelijk aansluiten bij de belevingswereld bij de IIPCreate achterban, die dan op een actieve manier naar de hele achterban en alle andere belanghebbende uitgedragen dienen te worden.

Om momentum te behouden dienen een of meerdere grotere partijen het voortouw te nemen om een of meerdere projecten op te zetten door daar ook zelf flink in te investeren.

Page 12: Livinglabs methode voor de creatieve industrie - rapport

Samenwerking met Point-One zou een interessante optie zijn om de brug te slaan tussen IIPCreate achterban en de technologie bedrijven.

Mogelijke projecten

Kenmerk van Living Lab projecten is dat ze in principe niet op zichzelf staan. Kern van de aanpak is de aanwezige omgeving waarbinnen, samen met gebruikers producten kunnen worden ontwikkeld en getoetst. Deze omgevingen maken het efficiënt meerdere projecten te ontwikkelen op basis van dezelfde fysieke en organisatorische infrastructuur. Deze proeftuinen kunnen worden gezien in drie verschillende vormen (zie ook de figuur van von Hippel op pagina 1):

- Op het gebied van onderzoek is het gericht op een omgeving waar gewerkt kan worden met echte gebruikers en reële situaties zonder daarbij in kritische situaties terecht te komen. Een voorbeeld hiervan is bijvoorbeeld de projecten op de Westergasfabriek met projecten als de fluisterbank en de twitterboom of het project Mocatour van de UvA waar met Layar nieuwe expressievormen worden uitgeprobeerd;

- De tweede vorm is gericht op co-creatie met een beperkt aantal gebruikers. Een omgeving die hierop is ingericht is bijvoorbeeld het Fablab waarbij ontwerpers en gebruikers gefaciliteerd worden in een gezamenlijk proces om te komen tot nieuwe producten en/of concepten;

- De derde vorm is gericht op grootschaliger toetsen en feedback genereren. Een voorbeeld hiervan is bijvoorbeeld de klimaatstraat in het kader van Amsterdam Smart City. Hier wordt samen met de ondernemers en de bezoekers van de winkelstraat gezocht naar manieren waarop energie bespaard kan worden zonder de “shopping experience” te verliezen. Ook de “shopping mall” in Eindhoven is hier een voorbeeld van.

Bovenstaande omgevingen bieden voor zowel kleine als grote bedrijven de mogelijkheid om onderzoek en co-creatie vorm te geven door gezamenlijk gebruik te maken van de benodigde infrastructuur.

Het stimuleren en toegankelijk maken van deze infrastructuur kan een belangrijke rol zijn voor IIPCreate. Juist de achterban van kleinere bedrijven heeft geen mogelijkheid om zelfstandig een Living Lab op te zetten. Het is daarom van groot belang dat er omgevingen bestaan als Fablab om deze resources te delen. Mede door bijvoorbeeld in te zetten op FES gelden voor de ontwikkeling en operationalisatie van dergelijke omgevingen kan IIPCreate een belangrijke rol spelen.

Daarnaast is het noodzakelijk om de achterban te bereiken en te organiseren. Bekendheid van de mogelijkheden van bestaande Living Labs, afspraken maken over projecten en het bundelen van projecten en activiteiten. Zo kan bijvoorbeeld via IIPCreate gebruik gemaakt worden van een consortium kleine bedrijven binnen de IPC regeling van Senternovem die gezamenlijk activiteiten binnen een Living Lab gaan uitvoeren. Ook kan worden georganiseerd dat innovatie vouchers gebundeld worden met meerdere MKB partijen samen die interesse hebben in dezelfde kennis en Living Lab contexts.

Page 13: Livinglabs methode voor de creatieve industrie - rapport

Daarnaast is het organiseren van het netwerk van belang, zoals het beschikbaar stellen van informatie over bestaande Living Labs, organiseren bijeenkomsten om partijen met elkaar in contact te brengen en dergelijke.

In de workshops zijn verschillende mogelijke project ideeën naar voren gekomen. Deze zijn verschillend van aard en zullen nader bekeken moeten worden op hun waarde voor zowel de verschillende type organisaties binnen IIP Create (MKBers, grotere ICT bedrijven, kennisinstellingen) alsook de geografische spreiding (westen, midden, zuiden van Nederland). Van belang is om per projectidee een inventarisatie te maken waarbij duidelijk wordt welke partijen hierin geïnteresseerd zijn en of men bereid is om er in te investeren, m.a.w. wat is het commitment van de geïnteresseerde partijen. Daarnaast zal per project bekeken moeten worden hoe deze mede te financieren zijn.

De ideeën betreffen:

• Sociale locatiegebaseerde mobiele diensten: ontwikkeltraject (co-creatie) met “bestaande” gebruikers van elk van de deelnemende project partners, inclusief de aanbieder van mobiele locatie gebaseerde sociale applicaties, om te komen tot nieuwe applicaties.

• “In vivo” testen van nieuwe applicaties door gebruik te maken van bestaande sociale netwerkomgevingen van Applicatie ontwikkelaars als virtueel Living Lab experimenteer & test omgeving, met N> 1000. Raadzaam is om ook het potentieel bij universiteiten/hogescholen, in het bijzonder studenten te gebruiken.

• Gezamenlijke game ontwikkeling door game developers om te komen tot een “Open Source Expression engine” voor en door game developers.

• Picnic 2010: een fysiek Living Lab in te richten waar producten van verschillende partijen getest kunnen worden.