liedjesteksten

3
Kortjakje Altijd is Kortjakje ziek Midden in de week maar 's-zondags niet 's-Zondags gaat zij naar de kerk Met een boek vol zilverwerk Altijd is Kortjakje ziek Midden in de week maar 's-zondags niet Altijd is Kortjakje ziek Midden in de week maar 's-zondags niet Midden in de week wil zij niet wassen 's-Zondags strikt ze herendassen Altijd is Kortjakje ziek Midden in de week maar 's-zondags niet Altijd is Kortjakje ziek Midden in de week maar 's zondags niet 's-Zondags als haar liefste komt Is Kortjakje goed gezond Altijd is Kortjakje ziek Midden in de week maar 's-zondags niet

description

dit zijn 3 verschillende liedjes

Transcript of liedjesteksten

Page 1: liedjesteksten

Kortjakje

Altijd is Kortjakje ziek Midden in de week maar 's-zondags niet

's-Zondags gaat zij naar de kerk

Met een boek vol zilverwerk Altijd is Kortjakje ziek

Midden in de week maar 's-zondags niet

Altijd is Kortjakje ziek Midden in de week maar 's-zondags niet

Midden in de week wil zij niet wassen

's-Zondags strikt ze herendassen Altijd is Kortjakje ziek

Midden in de week maar 's-zondags niet

Altijd is Kortjakje ziek Midden in de week maar 's zondags niet

's-Zondags als haar liefste komt

Is Kortjakje goed gezond Altijd is Kortjakje ziek

Midden in de week maar 's-zondags niet

Page 2: liedjesteksten

Alles van paarden

Wat kan er misgaan,

niks kan toch misgaan

Ik weet toch alles van paarden

Meer nog dan paarden weten van paarden

Zoveel weet ik ervan

Wat maak ik mij dan zorgen,

om mijn spreekbeurt voor morgen

Waar lig ik wakker van dan

Page 3: liedjesteksten

Woutertje

Oh die, Woutertje, Woutertje, wiedewiedewiedewoep,

piepklein kaboutertje, kom als ik roep.

Woutertje, Woutertje, piepklein kaboutertje,

wiedewiedewiedewoep, kom als ik roep.

Ik ken hem al jaren en nooit geeft-ie last.

Hij woont in een trommeltje onder de kast.

En 's morgens om zeven uur hoor je geluid.

Dan roept-ie om eten, dan wil-ie eruit.

Ik zag hem voor 't eerst op de mat in de gang.

Ik zei : "Goeiemorgen, ben jij hier al lang?"

Hij zei : "Nou, ik denk een minuutje of vijf,

maar ik vind je wel aardig; ik denk dat ik blijf."

Hij is reuze aardig, we maken veel pret.

Maar 's avonds om zeven uur moet-ie naar bed.

Dan trekt hij zijn pyjama aan van katoen.

Dan rolt-ie zijn baard op en krijgt nog een zoen.