liedjesteksten
description
Transcript of liedjesteksten
Kortjakje
Altijd is Kortjakje ziek Midden in de week maar 's-zondags niet
's-Zondags gaat zij naar de kerk
Met een boek vol zilverwerk Altijd is Kortjakje ziek
Midden in de week maar 's-zondags niet
Altijd is Kortjakje ziek Midden in de week maar 's-zondags niet
Midden in de week wil zij niet wassen
's-Zondags strikt ze herendassen Altijd is Kortjakje ziek
Midden in de week maar 's-zondags niet
Altijd is Kortjakje ziek Midden in de week maar 's zondags niet
's-Zondags als haar liefste komt
Is Kortjakje goed gezond Altijd is Kortjakje ziek
Midden in de week maar 's-zondags niet
Alles van paarden
Wat kan er misgaan,
niks kan toch misgaan
Ik weet toch alles van paarden
Meer nog dan paarden weten van paarden
Zoveel weet ik ervan
Wat maak ik mij dan zorgen,
om mijn spreekbeurt voor morgen
Waar lig ik wakker van dan
Woutertje
Oh die, Woutertje, Woutertje, wiedewiedewiedewoep,
piepklein kaboutertje, kom als ik roep.
Woutertje, Woutertje, piepklein kaboutertje,
wiedewiedewiedewoep, kom als ik roep.
Ik ken hem al jaren en nooit geeft-ie last.
Hij woont in een trommeltje onder de kast.
En 's morgens om zeven uur hoor je geluid.
Dan roept-ie om eten, dan wil-ie eruit.
Ik zag hem voor 't eerst op de mat in de gang.
Ik zei : "Goeiemorgen, ben jij hier al lang?"
Hij zei : "Nou, ik denk een minuutje of vijf,
maar ik vind je wel aardig; ik denk dat ik blijf."
Hij is reuze aardig, we maken veel pret.
Maar 's avonds om zeven uur moet-ie naar bed.
Dan trekt hij zijn pyjama aan van katoen.
Dan rolt-ie zijn baard op en krijgt nog een zoen.