LessuggestiesBW2006 gedichten

36
BOEM PAUKESLAG Schrijvers en muziek Lessuggesties bij de Boekenweek 2006

Transcript of LessuggestiesBW2006 gedichten

Page 1: LessuggestiesBW2006 gedichten

BOEM PAUKESLAGSchrijvers en muziek

Lessuggesties bij de Boekenweek 2006

Page 2: LessuggestiesBW2006 gedichten

Geachte docent,

Dit boekje wordt u aangeboden door Stichting Lezen ende Stichting CPNB en is bestemd voor gebruik in de litera-tuurlessen in de Tweede Fase bij Nederlands en/of CKV1.Rondom het thema van de Boekenweek 2006, muziek,hebben de makers lesmateriaal ontwikkeld dat een ofmeerdere van uw lessen op een zinvolle manier kan vul-len. Literatuur laat de lezer andermans leven ‘mee-leven’,laat hem/haar ervaren hoe de wereld eruitziet vanuit eenander perspectief, in een andere tijd, op een andereplaats, in andere sociale verhoudingen. Literatuur kanaanzetten tot nadenken over alles wat wezenlijk is in onsleven. Door de Boekenweek 2006 op school te behande-len met dit materiaal kunt u dat nog eens benadrukken.

De Boekenweek

• De Boekenweek wordt georganiseerd door de StichtingCollectieve Propaganda van het Nederlandse Boek(CPNB). In 2006 gebeurt dat voor de 71ste keer. De Boekenweek wordt geopend met het traditionele Boe-kenbal en duurt van woensdag 15 tot en met zaterdag 25 maart 2006.

• Iedere Boekenweek heeft een thema, om communicatiemet de belangstellenden meer gericht te kunnen latenverlopen. Eerdere thema’s zijn Frankrijk, de liefde, maarook familie en Nederlandse geschiedenis. In 2006 ishet thema muziek onder het motto: BOEM PAUKESLAG – Schrijvers en muziek

• Vanaf begin februari is in boekhandel en bibliotheek hetBoekenweekmagazine Schrijvers en muziek te verkrij-gen, boordevol boeken en muziek. Een handig naslag-werk.

• Tijdens de Boekenweek krijgt iedereen die voor tenminste € 11,50 aan Nederlandstalige boeken koopt hetBoekenweekgeschenk cadeau. Dat is geschreven doorArthur Japin.

• Op www.boekenweek.nl zijn allerlei nieuwsfeiten enhandige informatie over de Boekenweek te vinden. Opwww.cpnb.nl zal in maart ook een evaluatieformulier tevinden zijn, waarop u online uw mening over dit mate-riaal kunt geven.

• Tijdens de Boekenweek zijn er allerlei activiteiten.Houdt daarom de websites in de gaten.

In deze lessuggesties is gekozen voor een inleiding en zeven lesonderwerpen waarvan we denken dat ze leerlin-gen van verschillende leeftijden op havo en vwo een beeldkunnen geven van de wijze waarop in onze Nederlandseliteratuur aspecten van muziek naar voren komen. Res-pectievelijk zijn dat:

• Het is weer Boekenweek! (een inleiding op het verschijn-sel Boekenweek en het thema).

• Met muziek de omgeving uitbeelden (een les op de grensvan jeugdliteratuur en literatuur voor volwassenen: metverhaalfragmenten van Chaja Polak en Kirstin Vanlierde).

• Op muziekles: het begin van een carrière!? (een les op ba-sis van een verhaal van Tessa de Loo).

• Oude rock en hiphop (een les rondom teksten van Christine Otten).

• Zang en piano (een les met teksten van Anna Enquist).• Hoe word ik een succesvolle dj? (een les rondom het

nieuwste boek van Russell Artus).• Wat hoor je in klassieke muziek? (een les met fragmenten

uit een roman van Margriet de Moor).• De dichter en de muziek (een les met poëzie waarin mu-

ziek centraal staat).

Gebruik van het materiaal

In de lessen hebben we geprobeerd te variëren in niveauen in soorten opdrachten. De lessen rondom Chaja Polak/Kirstin Vanlierde en Tessa de Loo lijken ons metname geschikt voor 4havo, misschien ook voor 3h/v; delessen op basis van teksten van Christine Otten en AnnaEnquist zijn iets moeilijker (4/5havo, 4vwo); de tekstenvan Russell Artus en met name Margriet de Moor zijn dui-delijk geschreven voor 5vwo (5havo/6vwo). De poëzielesis op alle niveaus te geven. Natuurlijk kunt u het aangebo-den materiaal inzetten waar en hoe ú dat het verstandigstvindt. Alle materiaal is vrijelijk te kopiëren.

U kunt bij wijze van inleiding het verschijnsel Boeken-week en het thema van dit jaar introduceren aan de handvan de teksten en vragen bij ‘Het is weer Boekenweek!’.Hierbij heeft u kopieën van de voorkant van dit boekje no-dig. Daarna kunt u een of meerdere van de zeven lessenaanbieden. De leerlingen gaan met de teksten van zo’nles individueel of in groepjes aan het werk. Hierna wisse-len de leerlingen aan de hand van de gemaakte notitieshun leeservaringen, reacties en antwoorden op de vragenen opdrachten in een klassengesprek uit. Afsluitend vindtdan een evaluatie plaats waarbij bijvoorbeeld ingegaanwordt op verschillen en overeenkomsten tussen muzieken literatuur, op de manieren waarop muziek beschrevenwordt en op de manieren waarop schrijvers muziek inhun teksten verwerken.

2 D O C E N T E N I N L E I D I N G

Docenteninleiding

Page 3: LessuggestiesBW2006 gedichten

In de verschillende verhalen en romanfragmenten komenverwijzingen naar muziek voor. Het zou natuurlijk mooizijn als u bij deze teksten de muziek kunt laten horenwaarnaar verwezen wordt. Die muziek staat op de volgen-de cd’s:

• J. S. Bach: 6 suites for violoncello solo, bijvoorbeeld uit-voeringen van Anner Bijlsma (1992), Mstislav Rostro-povich (1995) of Pieter Wispelwey (1998) – bij Met mu-ziek de omgeving uitbeelden.

• Chuck Berry: The best of…(1996) – bij Op muziekles: hetbegin van een carrière!?

• John Cale: Paris 1919 (1990) – bij Oude rock en hiphop.• Nico: Desertshore (1989) – bij Oude rock en hiphop.• The Velvet Underground: Peel Slowly and See (speciale

uitgave, 1995) – bij Oude rock en hiphop.• The Last Poets: Real rap (1999), This is madness (2002)

of When the revolution comes (2005) – bij Oude rock enhiphop.

• W. A. Mozart: Don Giovanni , bijvoorbeeld DeutscheGrammophon (2004) of Opera d’Oro (2005) – bij Zangen piano.

• Leos Janácek: String Quartets (Emi Classics, 1997) – bijWat hoor je in klassieke muziek?.

Samen met pianist Ivo Janssen heeft Anna Enquist driecd’s uitgebracht waarop literatuur en muziek elkaar afwis-selen. Op de cd Tussen boven- en onderstem (2001) leestEnquist haar gedichten voor die gevolgd worden doorpréludes van Chopin. Op de dubbel-cd De erfenis vanmeneer De Leon (2001) staan alle pianowerken die voor-komen in de roman Het geheim. Op de eerste cd staan delangere stukken, op de tweede de kortere, met passagesuit Het geheim die voorgelezen worden door Anna En-quist. Op de cd Kom dichterbij (2002) staan gedichtenover ouders en kinderen, afkomstig uit de bloemlezingHier was vuur, in combinatie met Schumann’s Kindersze-nen en Debussy’s Children’s Corner.

Op www.zeeuwsebibliotheek.nl onder ‘Poëzie op Kennis-net’ staan de volgende gedichten op muziek: Achterberg,‘Droomschuim’; Andreus, ‘Waarschijnlijk heb ik nietsmet je te maken’; Bloem, ‘November’; Buddingh, ‘Deblauwbilgorgel’; Gilliams, ‘Stenen te Antwerpen’; Komrij,‘De binnenring van Holland’; Lieshout, ‘Thuis’; Rawie,‘Ursa Minor’; Vries, ‘De kleine zigeunerprinces’.Gedichten op muziek zijn tevens te vinden op de cd’sDenkend aan de Dapperstraat (CPNB, 1994) en Van rijmtot rap (CPNB, 1998).

Samenwerking met de Openbare Bibliotheek en deboekhandel

Wil de Boekenweek voor uw leerlingen echt gaan levendan is het belangrijk om in een vroeg stadium samenwer-king te zoeken met de plaatselijke bibliotheek en de boek-handel. Sommige boekhandels en de meeste biblio-theken hebben contactpersonen voor het voortgezet onderwijs in dienst die graag bereid zijn om samen met uén uw leerlingen activiteiten te organiseren. Zij beschik-ken doorgaans over een schat aan aanvullende informatieen hebben een goed beeld van activiteiten die in samen-werking kunnen worden georganiseerd.

Vaak heeft de schoolmediathecaris al contacten met deplaatselijke bibliotheek en boekhandel en kan hij of zij uit-stekend als intermediair optreden. De schoolmediatheca-ris kan u samen met de bibliotheek veel praktisch werk uithanden nemen. Bijkomend voordeel is dat de activiteitendoor de betrokkenheid van de schoolmediathecaris vaakbreder gedragen worden in de school. Het samenstellenvan een werkgroep, is aan te bevelen. De werkgroep zoukunnen bestaan uit één docent (bijvoorbeeld de docentNederlands, die in de school verder contacten legt metdocenten Muziek en/of Beeldende vakken) plus deschoolmediathecaris en de contactpersonen voortgezetonderwijs van bibliotheek en boekhandel. De docent Ne-derlands kan er ook voor kiezen om alle uitvoerende werk-zaamheden en het leggen van de contacten met anderedocenten, over te laten aan de schoolmediathecaris. Dezevertegenwoordigt dan de school in de werkgroep. Metéén of twee bijeenkomsten kan al een aanzet worden ge-geven tot een aardig programma. Behalve dat bibliotheeken boekhandel zelf financiële middelen hebben om activi-teiten te organiseren, beschikken zij bovendien over eenuitgebreid netwerk van samenwerkingspartners en heb-ben zij inzicht in lokale en regionale subsidiemogelijkhe-den. Het tijdig starten van de voorbereidingen is daarbijvan groot belang.

Laat u zich inspireren bij de voorbereiding op de activitei-ten door het brede scala aan informatie waarover de bi-bliotheken beschikken. Naast al het extra materiaal datrondom de Boekenweek verschijnt, ontwikkelen zij somseigen materialen: een Boekenweekquiz, een uitgebreideliteratuurlijst, aanvullende lessuggesties, boekencollec-ties voorzien van achtergrondinformatie etc. Ook be-schikt men vaak over voorbeelden van succesvolle activi-teiten die door anderen kunnen worden georganiseerd.Daarnaast is er de uitgebreide informatieve en romancol-lectie waaruit geput kan worden. Maar ook beschikken debibliotheken over een uitgebreide collectie cd’s, cd-rom’s,dvd’s en video’s waarin veel achtergrondinformatie is tevinden. Behalve popmuziek vindt u daarin o.a. uitvoerin-gen van liederen van bekende en minder bekende compo-nisten, schrijversportretten en verfilmde literatuur. In de

3D O C E N T E N I N L E I D I N G

Page 4: LessuggestiesBW2006 gedichten

collectie digitale bestanden vindt u veel achtergrondinfor-matie over boeken, schrijvers en thema’s in de literatuur.Het gaat hier om de Actuele Documentatie Bank,(Jeugd)Literom, Fictierom, de Uittrekselbank (Jeugd) ende Krantenbank. Deze bestanden zijn niet altijd in deschoolmediatheken beschikbaar. De schoolmediatheca-ris kan het gewenste materiaal voor een bepaalde periodevan de bibliotheek lenen en aan docenten en leerlingenter beschikking stellen.

Organiseer eens een werkbijeenkomst in de bibliotheekwaarbij leerlingen actief op zoek gaan naar aanvullendeinformatie bij het Boekenweekthema. Ontwikkel hiervoorin samenwerking met de bibliotheek een informatieboek-je met vragen en opdrachten of stel het bezoek samenrond een Boekenweekquiz, waarbij leerlingen met elkaarde competitie aangaan. Een activiteit waarbij ook het bibliotheekpubliek (en de lokale pers) zou kunnen wor-den betrokken. Met alle gevonden informatie kan in deschool, maar ook in de bibliotheek een tentoonstellingworden ingericht, aangevuld met creatieve uitwerkingenin de vorm van beelden en geluidsopnamen.

Verder zou in samenwerking met bibliotheek en boekhan-del het volgende kunnen worden georganiseerd:

• Literair café Organiseer een ‘literair café’, met optre-dens van of een talkshow met (plaatselijke) auteurs, ofleuke sprekers met korte inleidingen over het Boeken-weekthema. Laat de activiteit in de bibliotheek of boek-handel plaatsvinden en nodig ouders, leerlingen en publiek uit. Voorbeelden laten zien dat leerlingen uitste-kend in staat zijn om onder begeleiding van docenten,bibliothecaris, boekhandelaar of schoolmediathecaris,zelf invulling te geven aan een dergelijke activiteit. Biedthen de mogelijkheid om dit in het kader van bijvoor-beeld het profielwerkstuk te doen. Het wordt hun lite-rair café als ze zelf in belangrijke mate verantwoordelijkzijn voor de voorbereidende organisatie en de uitvoe-ring: aankleding zaal, interview auteur(s), verzorgenvan de muziek (als achtergrond bij en in relatie tot hetwerk van de auteur, maar ook optredens van de school-band of de lerarenband). Laat u inspireren door de tek-sten in deze brochure. Voorzover nu bekend zal o.a.schrijfster Christine Otten tijdens de Boekenweek doorhet land trekken om diverse optredens te verzorgen.Los daarvan treedt zij regelmatig op met muzikale per-formances waarbij ze begeleid door een percussioniste,haar teksten voordraagt. Anna Enquist is regelmatig tebeluisteren met pianist Ivo Janssen en combineert zoprozafragmenten met liederen van Chopin, Schumann,Brahms en Debussy. Ook schrijvende popartiesten alsRick de Leeuw (Tröckener Kecks) en Huub van der Lubbe (De Dijk) treden regelmatig op. De StichtingSchrijvers School Samenleving (SSS) heeft een uitge-breide lijst samengesteld van auteurs die in dit kader

kunnen worden uitgenodigd. Echter niet alle auteurszijn geschikt voor het voortgezet onderwijs of zijn be-schikbaar in de Boekenweek, daarom is het aan te beve-len zelf contact op te nemen met SSS, tel. 020-6234923. Of kijk op www.sss.nl.

• Voorleesactiviteiten Voor het reguliere publiek organi-seren bibliotheken tijdens de Boekenweek soms voor-leessessies. Vaak worden daar lokaal bekende personenvoor uitgenodigd. Het is echter ook mogelijk daar leer-lingen te laten optreden of muzikale intermezzo’s te laten verzorgen. Voor het basisonderwijs organiserende Openbare Bibliotheken de ‘Nationale Voorlees-wedstrijd’ met plaatselijke en regionale voorrondes eneen landelijke finale. Iets dergelijks zou ook kunnen insamenwerking met het voortgezet onderwijs. Organi-seer bijvoorbeeld een Idols-achtige bijeenkomst inaula, boekhandel of bibliotheek, waarop een aantalvoorlezers (leerlingen en/of docenten) strijden om detitel ‘de beste voorlezer van…’. Een jury van deskundigenbepaalt samen met een stemming onder het publiekwie de winnaar is. Of laat tijdens de Boekenweek doorde intercom korte fragmenten voorlezen uit boekenrond het thema.

• Leeskringactiviteit De belangstelling voor lezen en hetgezamenlijk bespreken van boeken neemt toe. Het ple-zier in lezen is pas compleet als je de leeservaring metanderen kunt delen. De ervaringen die bibliothekenhebben opgedaan in het begeleiden en ondersteunenvan leeskringactiviteiten kunnen worden ingezet omook voor jongeren een leeskring te organiseren.

• Schrijfworkshop Enkele Vlaamse auteurs verzorgenvoor de Koning Boudewijnstichting een cursus verha-len schrijven voor jongeren. Het voert te ver om tijdensde Boekenweek een uitgebreide cursus te organiseren,maar het is zeker wel mogelijk om leerlingen het cre-atieve proces van het schrijven van een tekst rondomhet thema van de Boekenweek te laten ervaren. In over-leg met de bibliotheek kan gezocht worden naar de mogelijkheden.

• Poëzieactiviteiten In overleg met de bibliotheek kun-nen diverse poëzieactiviteiten worden georganiseerd inrelatie tot het thema. Bibliothecarissen kunnen u vandienst zijn bij de inventarisatie van bruikbaar lesmateri-aal en organisaties die hierbij kunnen worden ingescha-keld. Naast plaatselijke deskundigen zijn op dit terreinook diverse landelijke organisaties actief. Voorbeeldenvan succesvolle activiteiten zijn o.a. PoëzieRevue(www.schoolderpoezie.nl), Loesje Workshop,Dicht/Vorm (animatie en poëzie, www.dichtvorm.nl)en Poetry Slam (www.wintertuin.nl). Geïnspireerd doorde voorbeelden is het heel goed mogelijk om op lokaalniveau het een en ander te organiseren.

• Boekenweek voor jongeren, een lezersfeest Organi-seer één dag of gedurende de gehele Boekenweek wisselende activiteiten rond literatuur en muziek. Eenliterair café of ontmoetingen met diverse auteurs kun-

4 D O C E N T E N I N L E I D I N G

Page 5: LessuggestiesBW2006 gedichten

nen onderdeel zijn van deze Boekenweek. Daarnaastkunnen de activiteiten worden aangevuld met filmver-toningen, theateroptredens en workshops. Zo kan debibliotheek voor u op zoek gaan naar deskundigen dieworkshops kunnen verzorgen rond o.a. het maken vangedichten, film en poëzie op muziek. Van veel van de inde literatuurlijst opgenomen auteurs zijn boekver-filmingen beschikbaar. Voor een actueel overzicht kuntu de catalogus van de bibliotheken en de websitehttp://let.kub.nl/cgi-bin/filmlit/filmlit raadplegen.

Meer literaire projecten voor de Tweede Fase

• De Inktaap: literaire jongerenprijs. Midden in de Boe-kenweek wordt deze prijs uitgereikt aan een van de genomineerden: Arnon Grunberg, Willem Jan Otten of Frank Westerman. Hieraan voorafgaand hebben leer-lingen op veertig scholen de drie genomineerden gele-zen en erover gediscussieerd en uiteindelijk bepaaldwie de Inktaap mag krijgen: literaire ontwikkeling in depraktijk! Volgend schooljaar meedoen? Zie: www.inktaap.nl.

• Doe Maar Dicht Maar: dichtwedstrijd voor jongeren.Laat de leerlingen hun dichttalent ontdekken!www.doemaardichtmaar.nl.

• Poetry International maakt naar aanleiding van de Ge-dichtendag, elk jaar eind januari, lesmateriaal bij poëzie.Direct te downloaden en te gebruiken, al zes jaar lang!www.gedichtendag.nl.

• Boek en Film: lesmateriaal bij boekverfilmingen. O.a.Phileine zegt sorry, De tweeling, De aanslag/De donkerekamer van Damocles. www.filmeducatie.nl

• ‘Gaan waar de woorden gaan’: in het Letterkundig Mu-seum in Den Haag staat een unieke tentoonstellingover de Nederlandse literatuurgeschiedenis, met spe-ciale museumles. www.letmus.nl.

• Op www.literatuureducatie.nl vindt u beschrijvingenvan literaire projecten en instellingen en een jaaragen-da op het gebied van literatuureducatie.

5D O C E N T E N I N L E I D I N G

Page 6: LessuggestiesBW2006 gedichten

In 2006 vindt van woensdag 15 tot en met zaterdag 25maart voor de 71ste keer de Boekenweek plaats. In dezeperiode willen boekhandels, uitgeverijen en bibliothekenhet publiek laten zien hoe groot de variëteit aan boeken isen het lezen van boeken onder de aandacht brengen. Alsje in deze periode Nederlandstalige boeken koopt voorten minste € 11,50 krijg je een speciaal voor de Boeken-week geschreven boek cadeau, het zogenaamde Boeken-weekgeschenk. Vorig jaar was dat Zomerhitte van Jan Wolkers. Voor 2006 schrijft Arthur Japin het geschenk.

De Boekenweek wordt geopend met het Boekenbal, eenluidruchtig feest in alle zalen van de Amsterdamse Stads-schouwburg voor schrijvers en uitgevers, én geluksvogelsdie via slinkse wegen een kaartje hebben kunnen bemach-tigen. Overal in het land vinden tijdens de Boekenweekactiviteiten plaats: bibliotheken, boekhandels en theatersorganiseren optredens van schrijvers die uit eigen werkvoorlezen, talkshows met een bekende auteur en een aan-tal lezers of theatervoorstellingen waarin het boek op deeen of andere manier een rol speelt. Ook kranten, tijd-schriften, radio en tv besteden ruim aandacht aan de Boekenweek. De Boekenweek wordt georganiseerd doorde Stichting Collectieve Propaganda van het NederlandseBoek.

Vragen en opdrachten

1 a. Ga na op welke manier er in jouw woonplaats aan-dacht besteed wordt aan de Boekenweek (boekhandels,bibliotheken, school, theater etc.). b. Wat doen de media (krant, tijdschrift, tv en radio) er-aan?

2 Welke Boekenweekgeschenken uit het verleden zijn be-roemd geworden en worden nu nog veel gelezen? Ziewww.cpnb.nl (=> Boekenweek => Uitgaven en thema’ssinds 1930) voor een overzicht van de verschenen Boe-kenweekgeschenken.

Het motto van de Boekenweek 2006 is: BOEM PAUKESLAG – Schrijvers en muziek

Iedere Boekenweek heeft een eigen thema. Vorig jaar wasdat Nederlandse geschiedenis, dit jaar is dat ‘Schrijversen muziek’: boeken over muziek en boeken waarin deband tussen schrijvers en muziek tot uiting komt. Je moetdaarbij niet alleen denken aan romans en levensbeschrij-vingen, maar ook aan gebundelde songteksten en foto-boeken, zoals Help the Beatles van Erik Bindervoet en Ro-

bert-Jan Henkes (in het Nederlands vertaalde Beatles-teksten) en het fotoboek U2 van Anton Corbijn. Naast hetgratis Boekenweekgeschenk van Arthur Japin kun je voor€ 2,50 het Boekenweekessay kopen, geschreven door debekende tv-presentator Paul Witteman (o.a. Het Lagerhuisen Nova). Hierin beschrijft hij zijn grote passie voor klas-sieke muziek.

Het motto BOEM PAUKESLAG is ontleend aan een ge-dicht van de Vlaming Paul van Ostaijen (1896-1928),waarin met een mix van losse woorden en zinnen die inverschillende lettertypes over de bladzijde verdeeld zijn,klanken en geluid verbeeld worden. Paul van Ostaijen experimenteerde met poëzie: hij gebruikte vetgedruktewoorden in allerlei groottes en zette woorden ook schuinen verticaal neer, zodat het bijna tekeningen werden. Kijk ook op www.poetry.nl/dichtweb/ostaijen.html.

Vragen en opdrachten

1 Je docent deelt een kopie uit van het fragment uit hetgedicht ‘Music Hall 2’ van Paul van Ostaijen waaraanhet motto van de Boekenweek is ontleend. Wat vind jevan deze manier van uitbeelden van klanken? Neemeen favoriet nummer in gedachten en maak er een ver-gelijkbaar gedicht van.

2 ‘Muziek zegt iets zonder woorden. Een muziekstuk kangevoelens uitdrukken die te vaag of te pijnlijk zijn om inwoorden te vangen. Of te erg’ (uit: Anna Enquist: Desprong). Ben je het hiermee eens? Waarom?

3 Schrijfster Margriet de Moor heeft gezegd: ‘Literatuuren muziek stammen allebei af van de stem. Literatuurvan de vertellende, muziek van de zingende stem’.Noem nog twee overeenkomsten tussen muziek en lite-ratuur.

4 De schrijfster Christine Otten zegt in een interview:‘Muziek brengt sterke emoties en associaties teweeg.Dat effect wil ik met mijn werk bereiken op een literairemanier’. Hoe zou je dat als schrijver kunnen doen?

De schrijver van het Boekenweekgeschenk: Arthur Japin

Arthur Japin (1956) studeerde in 1981 af aan de Amster-damse Theaterschool, speelde enige tijd toneel, en is nual vele jaren full-time schrijver. Hij schreef toneelstukken,scenario’s voor speelfilms, hoorspelen, songteksten eneen aantal romans. Zijn grootste bekendheid kreeg hijmet de roman De zwarte met het witte hart, het waarge-beurde verhaal over twee Afrikaanse prinsjes die in 1837cadeau werden gegeven aan koning Willem I. Ze wordenin Delft als echte Hollandse jongens opgevoed en verle-ren langzamerhand hun taal en gebruiken. De een pastzich aan, maar de ander vecht om zijn Afrikaanse identi-

6 H E T I S W E E R B O E K E N W E E K !

Het is weer Boekenweek!

Page 7: LessuggestiesBW2006 gedichten

7H E T I S W E E R B O E K E N W E E K !

teit te behouden. Over dit verhaal schreef Japin ook detekst (libretto) voor een opera die in 2007 in première zalgaan. Verschillende van zijn romans werden bekroond.Zo won hij in 2004 de Libris Literatuurprijs voor Een schit-terend gebrek, dat over de beroemde minnaar Casanovagaat. In 2005 kreeg hij voor dit boek ook de Inktaap, de literaire publieksprijs van Nederlandse en Vlaamsejongeren.

Het volgende fragment komt uit het verhaal ‘Laatste ver-trek’ uit de verhalenbundel De vierde wand (De Arbeiders-pers, Amsterdam, 1998, p. 191/192.)

Laatste vertrek

Ik heb een jongen gekend die een orkest was. Hij di-rigeerde zichzelf. Voor hij begon, tikte hij met zijnwijsvinger een paar maal op tafel om zijn eigen aan-dacht te vangen. Vervolgens sloot hij zijn ogen vooreen ogenblik van concentratie en al brommend, zin-gend, zoemend stemde hij zichzelf. Daarna hief hijzijn armen en liet zijn handen door de lucht zweven.Dat waren spannende momenten omdat je nooit wistof hij werkelijk zou beginnen. Soms zag hij ineensalsnog van het hele concert af, zodat je voor niks hadstaan wachten, maar als je geluk had, gaf hij met zijnhoofd een opmaat en zette daarna in.

Meestal begon hij met een eenvoudig stuk voor eenof twee instrumenten. De lucht die hij door zijn lin-kermondhoek naar buiten perste werd dan bijvoor-beeld een hobo, terwijl zijn kopstem als viool mee-neuriede. Op deze manier ving hij eerst de aandachtom dan, wanneer zijn toehoorders over de eerste ver-wondering heen waren, telkens een nieuwe partij toete voegen. Een fagot uit de andere mondhoek begoneen tegenmelodie, waarna een tuba, die diep uit zijnlongen leek te komen, de harmonie voltooide. Hetklikken van zijn tong, het tappen van zijn voeten, hetroffelen van zijn vingers ondersteunde het muziek-stuk, dat langzaam aanzwol tot het orkest op vollesterkte scheen te zijn; maar telkens als je dacht dathet onmogelijk was om uit een menselijk lichaamnog meer geluid te halen, hoorde je toch weer eenpauk of een cimbaal.

Als geen ander wist hij zijn publiek te bespelen, enhij voerde het behendig van de ene verbazing naar deandere. Hij was nauwelijks twintig en virtuoos. Ineen ander leven had deze jongeman een internatio-nale carrière kunnen hebben. Zoals het was, had hijmaar één fan. Ik was twaalf en elke zondagmiddagliep ik op de maat van de muziek achter hem aan dooralle gangen van het gekkenhuis.

Vragen en opdrachten

1 Waar zit de verrassende wending in dit verhaal?2 Met welke twee zinnen uit dit fragment zou je de in-

houd kunnen samenvatten?

Page 8: LessuggestiesBW2006 gedichten

Zomersonate van Chaja Polak (1941) is een novelle over de11-jarige Erwin voor wie de kennismaking met de seksuali-teit van de volwassenen nogal verwarrend verloopt. Hijbetrapt zijn moeder en stiefvader tijdens een vrijpartij enleert ‘vieze spelletjes’ van zijn stiefbroer. Erwin houdt vanmuziek en vindt houvast bij zijn cello. De veiligheid vande celloles wordt echter verstoord door de aanwezigheidvan de nicht van meneer Bär.

Meneer Bär biedt aan om de Derde Suite van Bach te spe-len, speciaal voor Erwin.

De schuifdeuren bleven open, net als op de muziek-avond. Meneer Bär ging op de kruk zitten en plaatstede cellopunt in een gaatje dat hij speciaal daarvoor inde plankenvloer had geboord. Hij haakte de strijkstoklos.Op het puntje van zijn stoel, voorovergebogen en metgrote ogen om niets te hoeven missen, zat Erwin tewachten. Meneer Bär streek de bovenste twee snaren tegelij-kertijd aan. Eerst leken ze ruzie te maken: ze beten ensnerpten naar elkaar – net twee vechtende katten –maar toen zijn leraar aan de knoppen draaide gledende klanken naar elkaar toe en van het ene moment inhet andere smolten ze samen en tilden elkaar op toteen enkele stralende, verlokkende zang. Hetzelfdewonder gebeurde toen meneer Bär de twee middelstesnaren aanstreek. Daarna gleed zijn stok over de lageC, de mooiste van de vier, de geheimzinnigste, desnaar die in Erwin’s buik meetrilde. Wanneer er nie-mand thuis was liet hij de C met zijn strijkstok zin-gen tot heel de cello meedeed en de stok in zijn handin vervoering heen en weer danste.Meneer Bär speelde.In de kom van zijn lichaam leek de cello zo nietig,zijn armen lang en slungelig, en zijn handen veel tegroot voor de ranke hals waarlangs zijn vlezige vin-gers op en neer fladderden. Uit de strijkstok waaidenlosse paardenharen mee. Meneer Bär kneep zijnogen samen, zijn lichaam vouwde zich om de cello,en samen met zijn instrument boog hij zich al spe-lend naar de muziek op de standaard voor hem.

Het kloppen in zijn vinger voelde Erwin al lang nietmeer. Prachtig was het, prachtig…

Ineens stond de nicht in de kamer.

Erwin wist dat meneer Bär componeerde: zijn leraarhad hem zijn muziek, na celloles, wel eens voorge-speeld. Op de piano. Niet alles, alleen de stukken dieaf waren.‘Nou, wat zeg je ervan?’ had hij naderhand gevraagd,nog over de toetsen gebogen, zijn gezicht naar Erwintoegewend. Dan hervatte hij zijn spel zonder op ant-woord te wachten. Donderend rolden de pianotonenover Erwin heen om daarop licht en vluchtig als pasgedopte erwtjes op de bodem van de pan te stuiterenen dan weer te veranderen in klaaglijke stemmen.Hij was naar de grote handen van meneer Bär blijvenkijken, naar de vingers die in de toetsen klauwden enze dan weer vol eerbied aaiden, haast zonder ze in tedrukken, en hij had aan de wind moeten denken zo-als die de avond tevoren aan zijn raam had gefluisterdom binnen te mogen.

‘Misschien beter zó’, zei zijn leraar. Hij hield opmet spelen. Er viel een stilte. Met een vlugge haalkrabbelde hij iets op het muziekblad dat scheef voorhem op de standaard hing.

Hij speelde de verandering voor.‘Wat vind je? Nou, zeg eens, jongen!’Erwin zei dat hij het mooi vond.Hij hield van meneer Bär.

Hoe had hij in de muziekkamer die rij cellisten kun-nen vermoeden die nu hier, vlak voor hem, hun hoof-den boven de instrumenten wiegden? Hoe had hijkunnen weten hoe de strijkstokken hartstochtelijkover de snaren joegen om een grondtoon te laten klin-ken, een lage zoemende toon waarop alle andere to-nen konden rusten, of waar ze tegenaan konden leu-nen tot het hún beurt was op te stijgen en zich te men-gen met andere tonen, of er juist doorheen te brekenom elkaar uitdagend achterna te zitten?Erwin kon zijn ogen niet van de cellisten afhouden.De kracht van die vibrerende vingers langs de konink-lijke halzen, de waardige roodbruine, of juist heeldonkere, en soms goudkleurige klankkasten, wie-gend op de punten die onzichtbaar voor het publiekin de vloer staken. Hij gloeide van bewondering.

Plotseling werden de cello’s groter; ze begonnen tegroeien. Ze dijden uit, hun klankkasten rekten zich,strekten zich naar het glinsterende plafond. Demeest linkse cello‘s schoven op om hun broers aan derechterzijde ruimte te geven. Samen dreven ze de an-dere instrumenten naar achteren – nog even en zijzouden met elkaar een ondoordringbare glanzendhouten klankwand vormen waarachter het hele or-kest zou verdwijnen. Maar net voor het zover was, zagErwin door een kier in de cellomuur, midden op hetpodium, en nog voor de rij blikkerende hoorns, denicht.

8 M E T M U Z I E K D E O M G E V I N G U I T B E E L D E N

Met muziek de omgeving uitbeelden

Page 9: LessuggestiesBW2006 gedichten

In de zomer logeren Erwin en zijn moeder en stiefvaderaan zee met collega’s van het werk. Erwin blijft op een af-stand van de andere jongens en zoekt zijn veilige muziek-wereld weer op.

Hij deed nu geen enkele poging meer om met de an-dere jongens te spelen. Ze leken zijn bestaan verge-ten. Eerst hadden ze nog gevraagd of hij weer mee-deed, maar nu keken ze niet meer naar hem om. Opzijn eigen plekje strekte hij zich uit in het prinsessen-zand en sloot zijn ogen. Hij luisterde naar de zee, hetslaan van de golven tegen de kust, het terugkrabbelenvan het water en een meeuw die krassend de ruimtein vloog boven het helmgras dat lispelde in de wind. Hij verlangde naar zijn cello.

Hoe zou het klinken wanneer hij het fluisteren vande zee speelde? Hij nam zijn strijkstok op die daarplotseling was en klemde zijn cello tussen zijnknieën. Hij wist dat hij niet zou moeten drukkenmaar de snaar juist zo licht mogelijk aanraken, dankon er geen klank ontstaan en kon de snaar niet gaanzingen. En hij zou heel langzaam moeten strijken.Maar nog beter was het de stok over de snaren te trék-ken. Zo kreeg je de droge, rasperige, ruisende klankdie meteen werd gedoofd in de haren van de strijk-stok.

Maar om de scherpe kreet van de meeuw te latenklinken moest hij kort en krachtig over de snarenstrijken – hij gebruikte daarbij alleen het stukje bij deslof, daar waar de stok het breedst was – en hij drukteheel diep door, zo lelijk als maar kon. Of was dat nietlelijk? De kreet van die meeuw was toch niet lelijk?

Weer speelde hij het ruisen van de zee, en dan weerde meeuw op zijn vlucht. Daarna probeerde hij hetdroge geritsel van het helmgras na te bootsen. Hij lietde punt van de stok – en niet de harige kant zoals hethoorde, maar het hout – neerveren op de snaren. Hetprobleem was dat de punt niet mocht gaan stuiteren,want dan ging alle klank verloren. Het was de kunstde stok zo losjes mogelijk vast te houden en toch te la-ten doen wat je wilde.

En de zon, dacht Erwin, hoe klinkt de zon? Hij wisthet al. Wanneer ik de zon speel dan moet dat op de C-snaar, de diepste en warmste van alle snaren. Mijnlievelings, dacht hij en kneep zijn handen tot vuistenom de plotselinge vloed van tranen te onderdrukken.Meneer Bär moet altijd blijven. Meneer en mevrouwBär moeten altijd blijven. Alsjeblieft, dacht hij, alsje-blieft… (Uit: Chaja Polak, Zomersonate. Vassallucci, Amsterdam, 1997, p. 20-21, 39-40, 68-69.)

Als een spiegel

De cello staat ook centraal in het debuut van de VlaamseKirstin Vanlierde (1977): Als een spiegel.In het onderstaande fragment ontmoet Ningal, een zeerbegaafde celliste, de beroemde pianist Szchumarovdin.Hij nodigt haar uit om samen te musiceren.

‘Ben je goed in improviseren?’‘Valt best mee’, zei ik een beetje terughoudend. Ik

had door de jaren heen veel geleerd van David, tot ikhet punt bereikt had dat ik mijn vingers zonder al teveel angst hun gang kon laten gaan.

‘Zou je nu iets willen spelen?’‘Hier?’‘Ja, hier.’

Ik opende de kist en bevrijdde mijn instrument uitzijn banden. De snaren hielden het, gezien de tempe-ratuur, redelijk. Ik harste mijn strijkstok en ging zocomfortabel mogelijk zitten.Szchumarovdin zei: ‘We gaan een experimentjedoen. Ik zal je vragen je te concentreren op de dingenom je heen, planten en zo. Ik wil dat je probeert wat jeziet of voelt in je spel te verwerken. Oké?’

‘Goed.’Zo’n opdracht was nieuw voor mij, en de oefening

begon me te interesseren. Hij liet me eerst een beetje inspelen en vestigde

toen achtereenvolgens mijn aandacht op het gras, devogels, de grote beuk, het zonlicht, de hemel.

Iedere keer probeerde ik me af te stemmen op watik gewaarwerd en ik had heel snel door dat dat meerwas dan wat ik alleen met mijn ogen zag. De muzika-le patronen varieerden ook sterk. Bij elk onderwerpontstond een andere melodie en een ander ritme. Ikkreeg er plezier in.

Na zijn laatste aanwijzing liet de pianist me begaantot ik vanzelf ophield.

Voorzichtig keek ik in Szchumarovdins richting.Zijn grijze ogen staarden in het niets en om zijnmond lag een stille trek. Ik vroeg me af wat hem zogeraakt had.

Uiteindelijk vroeg hij: ‘Wat vond je er zelf van?’Deze keer had ik geen moeite met antwoorden:

‘Magisch.’‘Ik wist dat dit iets voor jou zou zijn.’Ondanks de positieve ervaring begon ik weer te

schuifelen in mijn stoel.Wat wil hij van mij?De pianist stond op.‘Denk je dat je dit binnen zou kunnen herhalen?’

‘Ja’, aarzelde ik, en ik volgde hem over het krimpendegras naar de beschutting van het huis. Hij kende deweg en bracht me zonder veel moeite naar de salon

9M E T M U Z I E K D E O M G E V I N G U I T B E E L D E N

Page 10: LessuggestiesBW2006 gedichten

waar een oude buffetpiano stond. Ik snapte waar hijheen wilde.

Hij ging aan het instrument zitten. ‘Pak een stoel.We gaan een duetje proberen.’

Toen ik me geïnstalleerd had, vroeg hij: ‘Denk jedat je je die beuk van daarstraks weer voor de geestzou kunnen halen?’

‘Ook muzikaal?’‘Als je kunt.’Ik probeerde, zette een paar vingers. ‘Het zal niet

hetzelfde zijn.’‘Het is een improvisatieoefening, geen geheugen-

training. Begin maar, ik val wel in.’Het duurde niet lang of ik kon de melodie haar ganglaten gaan. Ik sloot mijn ogen en zag het bloedzwartebladerdak voor me, met oplichtende vegen vuilgroenen teer rood. De gladde grijze stam, de uitgestrektetakken die de zomerwind het hof maakten en pro-beerden de lucht te vangen tussen hun vingers. Ikwas me niet bewust van het moment waarop Szchu-marovdin inviel, maar opeens was hij er, een tegen-melodie verweven in die van mij. (Uit: Kirstin Van-lierde, Als een spiegel. Afijn, Hasselt, 2004, p 30-31.)

Vragen en opdrachten

1 Vond je het verhaal van Chaja Polak lastig om te lezen?Wat valt je op aan haar taalgebruik? Geef enkele voor-beelden van zinnen die jij mooi of apart vindt.

2 Erwin is doodsbang voor de nicht van meneer Bär.Waaruit blijkt die angst van Erwin?

3 Hoe zou je de titel van het verhaal, ‘Zomersonate’, ver-klaren?

4 Zoek in het verhaal naar beschrijvingen van muziek.Wat vind je van de beschrijvingen van het piano- en cel-lospel van Erwin en zijn leraar?

5 Is muziek in woorden te beschrijven? Vind je dat ChajaPolak hierin geslaagd is?

6 Vergelijk de manier waarop Chaja Polak de muziekweergeeft in woorden met de beschrijvingen van mu-ziek in het verhaal van Kirstin Vanlierde. Wat valt je op?

7 Zowel Erwin als Ningal proberen met hun muziek deomgeving (de natuur) uit te beelden. Je kunt het ookomdraaien: zoek eens een muziekstuk dat jou raakt(hoeft niet klassiek te zijn) en probeer te omschrijvenwat je je daarbij voorstelt. Doet het je denken aan de na-tuur? Of aan een heel andere omgeving? Hoe komt dat?

8 Je hebt inmiddels al wat ervaring met het lezen van lite-ratuur voor volwassenen, evenals met jeugdliteratuur.In welke van beide categorieën zou je het verhaal vanChaja Polak onderbrengen? En het verhaal van KirstinVanlierde? Kun je ook uitleggen waarom?

Tessa de Loo werd in 1946 geboren als Tineke Duyvené deWit. Ze studeerde enige jaren Nederlands maar brak destudie af toen ze in verwachting raakte van haar eerstekind. In 1993 debuteerde ze met de verhalenbundel Demeisjes van de suikerwerkfabriek. In 1993 verscheen Detweeling, dat een erg groot succes werd en ook verfilmdwerd door Ben Sombogaart. De film werd genomineerdvoor een Oscar.In 2004 verscheen haar meest recente roman De zoon uitSpanje, waarin een gezin rondom het sterfbed van de va-der oude conflicten probeert op te lossen. Het hier vol-gende verhaal, ‘Muziekles’, komt uit de bundel Alle verha-len.

Tom is de zoon van Johan, die zijn hele leven al gitaarspeelt, namelijk rock ‘n’ roll. Tom heeft ook aanleg voor,en interesse in muziek. Hij begint met blokfluitles, maarzijn voetbalvrienden laten zijn blokfluit sneuvelen. Drum-men maakt teveel lawaai. Dan hoort hij een man in debuurt piano spelen.

Elke namiddag omstreeks vijf uur klonk er vanuit hethuizenblok aan de overkant van de straat opzwepen-de pianomuziek. Zelfs op sombere grijze dagen als ereen kille noordenwind waaide en het leek alsof ergeen hoop meer was dan spoelde met de pianoklan-ken een golf van lichtzinnigheid door de straat. Hetwas Helmert Koning die dat bewerkstelligde. De god-ganse dag had hij les in handenarbeid gegeven, tien-tallen poppen van papier-maché en geboetseerdebloempotten en asbakken waren onder zijn auspi-ciën vervaardigd en de herinnering daaraan speeldehij nu weg op zijn spierwitte glanzende piano in zijnpikzwarte kamer met futuristische stalen, glazen enplastic meubels. Dansend zat hij op de kruk, doldriesgaloppeerden zijn vingers over de toetsen, de tonenwervelden weg onder zijn vingers vandaan. Helmertbestond dan al niet meer, hij was muziek geworden.

De straat had twee gezichten. Voordat Tom gingvoetballen was hij nog grauw en eentonig met zijn ge-lijkvormige huizen: links twee blokken van zes,rechts zes maal twee onder een kap. Vierentwintigvoortuinen, die sprekend op elkaar leken. De spriete-rige boompjes in de stoep werden overeind gehou-den door palen die vijf keer zo dik waren.

Toen Tom terugkwam van het voetbalveld, bezweeten tintelend, was er beweging gekomen in de straat.

10 M E T M U Z I E K D E O M G E V I N G U I T B E E L D E N

Op muziekles: het begin van een carrière!?

Page 11: LessuggestiesBW2006 gedichten

Als een geweldige, op drift geraakte glijbaan gleed hijweg uit de buurt, omhoog, omlaag, over bergen, doordalen. De boompjes, niet langer door de palen in hunbewegingsvrijheid gehinderd, zwiepten heen enweer, hun takken omstrengelden elkaar.

Heupwiegend keek Tom naar de pianist die geengordijnen had maar alleen een ongegeneerd woeke-rende oerwoudplant. Wat hij eigenlijk al een hele tijdwist drong nu tot hem door. Dit was het wat hij wilde:zoals Helmert Koning wilde hij spelen, zoals Hel-mert Koning wilde hij zijn. Dat hij daar niet eerderaan gedacht had, het was zo natuurlijk en vanzelf-sprekend. Met forse stappen liep hij naar huis. Hetwas een bevrijdend idee, dat hij piano ging spelen.

Als Tom dat aan zijn vader vertelt, reageert die teleurgesteld.

Even was Johan sprakeloos. Waarom zei Tom nooitiets over zijn gitaarmuziek, die toch oneindig veelsubtieler en gevarieerder was dan de altijd op hetzelf-de neerkomende boogie woogie en honkey tonkeyvan Helmert Koning, die sinds zijn scheiding de joli-ge vrijgezel uithing en steeds nieuwe vrouwen mee-sleepte naar huis om ze als een rattenvanger van Ha-melen te hypnotiseren met zijn niets-aan-de-hand-muziek.

Johan wil het liefst dat zijn zoon gitarist wordt. Op eendag als hij thuiskomt van zijn werk, treft hij zijn zoon voorde spiegel aan.

Van het ene grote raam aan de straatzijde tot het an-dere, dat recht er tegenover gelegen uitkeek op deachtertuin, was de kamer gevuld met rock-and-roll:‘Go go go, Johnny, go,’en: ‘Johnny be good.’

In de richting van een omvangrijke spiegel metmahoniehouten lijst, die de spiegelbeelden van gene-raties van Lisa’s familieleden opgeslorpt had bewoogzich een bijna onherkenbaar vermomd wezen. In hetglas werd een grote zwarte zonnebril weerkaatst, eendonkerblonde rechtopstaande kuif, een Hawaiiaansoverhemd met palmbomen en zonsondergangenerop, een strakke zwarte broek en witte gymschoenenen een gitaar die Johan bekend voorkwam en die voorbuik en borst gehouden werd, waardoor enkele pal-men aan het oog onttrokken werden.

De gitarist liep op zijn hurken naar de spiegel toe.Daar aangekomen draaide hij honderdtachtig gradenen begaf zich ritmisch in de richting van de deur. ‘Hewas playing guitar like he was ringing a bell.’ Aan zijn

vooruitgeschoven onderkaak was te zien dat hij voorniemand bang was en heel wat in de onderwereld hadvertoefd. Verdachte dingen had hij zien gebeuren,die het daglicht niet konden velen en waarvan deweerschijn in zijn ogen te zien zou zijn als hij ze nietwijselijk verborgen hield achter de donkere glazenvan zijn zonnebril. Met ‘Go…Johnny be good….’ ein-digde het nummer abrupt. Voor de zoveelste keer opweg naar de spiegel stopte de gedaante even plotse-ling als de muziek en ging rechtop staan.

‘Hallo,’ zei Johan grijnzend, ‘ouwe rocker.’

Tom voelt zich betrapt, maar zijn vader vraagt of hij doorwil gaan.

Opnieuw staarde Johan naar het wonder dat zich aanTom voltrok. Als een kleine duivel danste hij uitda-gend zijn spiegelbeeld tegemoet. Hij begon als eenonbeduidende figurant op de achtergrond, maar namsnel in omvang toe tot hij een professionele rockzan-ger was, die zijn evenbeeld onaangedaan bekeek alvo-rens het via een uitgebalanceerde zwaai met de gitaarde rug toe te keren.

‘Go go go, Tommie go,’ zong Johan zachtjes. Hijklikte met zijn middelvinger tegen zijn duim. Wateen soul! Bloed van mijn bloed, dacht hij. Wij hebbentalent, Tom en ik, wij zijn geschapen voor de muziek.Tom zou het wel eens ver kunnen brengen; hij heeftlef met z’n smalle billetjes in z’n nauwe broek. Be-roemdheden zijn ook eens kind geweest met een va-der die overdag op kantoor of in een fabriek werkte en’s avonds na de zuurkool met losgegespte broekriemde tuin inslenterde om te zien hoe de duiven hetmaakten. Over die vaders hoorde je nooit iets. Ik zouToms manager kunnen worden.

Beroemd te zijn, vrijheid, macht. Het talent en deeerbied die men daarvoor heeft bieden nooitgekendevoorrechten en genietingen. ‘Ssst,’ fluisteren ze in degangen, ‘hij slaapt nog, gisterenavond heeft hij zichweer helemaal gegeven.’ Op hun tenen sluipen zerond, deuren worden behoedzaam geopend en geslo-ten. (…) Heb je een nieuw instrument nodig of ultra-moderne Japanse opnameapparatuur of een extravleugel aan je studio, ze kopen het voor je, ze bouwenhet voor je, ze vinden het voor je uit. Wil je zwartebloemen in een kristallen vaas, je krijgt ze. Verlang jenaar een slanke vrouw met borsten als peren en ko-perkleurige haren, ze ligt diezelfde avond smachtendtussen je lakens.

De kamer vibreerde. Als een komeet schoot de klei-ne Tom op de spiegel af, die een extra dimensie in dekamer bracht, een poort naar de toekomst.

11O P M U Z I E K L E S : H E T B E G I N V A N E E N C A R R È R E ! ?

Page 12: LessuggestiesBW2006 gedichten

God, wat ben ik dol op die jongen, dacht Johan. Ikzou hem kunnen begeleiden. We kopen een bus voorals we op toernee gaan en schilderen er in zwart metgoud ‘Father and son’ op. Is dat gek? En ‘The mama’sand the papa’s’ dan? Het nummer was weer afgelo-pen. Als bevroren bleef Tom in de houding staan.

Johan tilde de naald op en nam het plaatje van dedraaitafel. […]

‘Tom jongen, wij gaan morgen een gitaar kopen’.Zwijgend staarde Tom in de spiegel.Johan ging achter hem staan.‘Wat vind je ervan?’Een imaginaire Tom nam zijn zonnebril van zijn

neus en keek hem uitdrukkingloos aan.‘Wil je soms geen gitaar?’‘Jawel.’‘Nou dan,’ zei Johan. Father and son, hij zag het

voor zich.

Om een hecht onderbouwde muzikale basis te krij-gen werd Tom op aanraden van Felix’ouders op gi-taarles gedaan bij Vittorio Knop, wiens vader nog alseerste violist in het Concertgebouworkest had ge-speeld. Elke woensdagmiddag fietste hij naar het an-dere eind van de stad met de gitaar in een imitatiele-ren hoes op zijn rug. Al spoedig werd het hem duide-lijk, dat de kunst grote inspanningen en opofferingenvergt. In het begin hoefde hij alleen tegen de novem-berstormen in te tornen, maar later voegden zichdaar striemende regen- en sneeuwbuien bij. Wat wasde stad breed als je van oost naar west moest.

Na drie maanden speelde hij ‘In einem Bächleinhelle’ van Franz Josef Küffner, ‘Chant populair’ vanGiuliani en ‘Pasan los soldados’ van Emilio Pujol, ofliever: hij ploegde erdoor. Steeds bleef hij in eenmoeilijke passage steken. Dan begon hij opnieuw.Zijn onderlip had hij stukgebeten, op zijn vingertop-pen zat een flinke laag eelt.

Aanvankelijk eerbiedig hoorde Johan het aan, wantdit soort keiharde oefeningen was hem vreemd. Tien,twintig, dertig keer hetzelfde, noot voor noot, hor-tend, stotend, haperend. Met zijn voet tikte Tom demaat, hardop tellend: ene tweeje, ene tweeje. Alsklauwtjes stonden zijn vingers op de snaren. Tenslotte vormde zich dan uit die chaos van klanken ietsdat in de verte op muziek leek.

Naarmate de winter vorderde groeide Johans onge-duld. Er zat geen schot in het gitaarspel van Tom. Hetwas zoiets als een tuin aanleggen en beginnen methet verzamelen van zandkorrels. En wat een iel ge-luid. De gitaar, verrukkelijk orgiastisch verlengstukvan je lichaam, gereduceerd tot een laf en krachteloosinstrument voor mensen als de ouders van Felix, diegeen dieren aten en geen bloemetjes vertrapten in het

veld, die zich zonder verzet zouden laten doodschie-ten als er maar geen ruwe taal bij gebezigd werd.

Johan begreep dat het hoog tijd werd dat hij Tom zelfde fijne kneepjes van het gitaarspelen bijbracht. (...)‘Wat zou je ervan zeggen als ik je eens de beginselenvan de rock en de blues leerde?’ vroeg Johan.

Verstrooid veegde Tom met zijn vingers over desnaren.

‘Ik bedoel,’ verduidelijkte Johan, ‘wat simpele ak-koorden en ritmes. Je wilt toch ook wel eens eennummertje pure onvervalste rock spelen?’ (…)‘Wat doen we, zal ik je wat akkoorden leren?’Tom knikte.

Ze hadden zeker al drie zaterdagochtenden geoe-fend, als het er geen vier waren. Van buiten drongenallerlei geluiden door: het maaien van gras, het star-ten van auto’s, gelach en gepraat, pianomuziek.

Toms haar hing in plukken voor z’n ogen. Zijngulp stond half open. Onder op de gitaar zat een rozestuk kauwgum geplakt. Voortdurend manoeuvreerdehij zijn linkerhand in een andere stand, van hol gebo-gen tot plat tegen de achterkant van de gitaarhals aan.Af en toe rukte Johan aan zijn elleboog of riep: ‘Gawat rechterop zitten, je ligt met je neus op de snaren.’Hij wist niet meer hoe hij zijn vingers moest bewe-gen, zijn arm, zijn elleboog, zijn hele lichaam. Allesprikte. Van achter een muur klonk zijn vaders stem:het C-akkoord, D-mineur, A-zeven, barré, je duim, jewijsvinger, je pink. De gitaar was loodzwaar gewor-den, een onhandelbare klankkast met een steel eraan.Er was geen vat op te krijgen. Af en toe keek Tom ter-sluiks omhoog. Vanonder zijn haar zag hij zijn va-ders wenkbrauwen in een diepe frons. (…)

Ik wil dat het ophoudt, dacht Tom.‘Maar dat is het C-akkoord toch niet,’ riep zijn va-

der, ‘verdomme, ik heb het je wel twintig keer voorge-daan, het C-akkoord is het makkelijkste dat er be-staat. Geef de gitaar maar weer hier, dan zal ik het jenog één keer voordoen.’

Willoos liet Tom zich de gitaar afnemen. Zijn va-ders vingers bewogen zich over de snaren als sprink-hanen, die zich van de ene grasspriet naar de anderehaasten. Tom zag alleen de beweging. […] Zijn vaderspeelde maar door. Hij was nu in de stemming geko-men en speelde zijn eigen muziek met half geslotenogen, vage teksten murmelend.

Achter zijn vader zag Tom de tuin glinsteren in hetzonlicht. Tussen de bladeren van de planten op devensterbank door gluurden drie paar ogen de kamerbinnen, zag hij nu. Er werden grimassen getrokken.Iemand stak zijn tong uit. Een ander hield een voet-bal omhoog, zodat hij boven de planten uitstak, wees

12 O P M U Z I E K L E S : H E T B E G I N V A N E E N C A R R È R E ! ?

Page 13: LessuggestiesBW2006 gedichten

erop en maakte een vragende beweging met zijnhoofd.

Tom knikte.Hij keek naar zijn vader, stond zo onopvallend mo-

gelijk op en liep op zijn tenen naar de deur.‘Hé, waar gaat dat heen?’ Bruusk draaide Johan

zich om.Tom wees naar het raam. ‘Ze vragen of ik kom voet-

ballen.’Verbaasd keek zijn vader naar buiten.‘Wie zijn dat?’‘Zijn dat die rotjongens die je blokfluit vernield

hebben?’Tom haalde zijn schouders op.‘Nou?’‘Ik weet niet.’‘Ik weet niet? Ik weet niet? Je weet toch wie dat wa-

ren?’Tom staarde naar de parketvloer.‘En ga je nou gewoon met ze voetballen alof er niets

gebeurd is?’Achter zijn rug drukte Toms hand de deurklink

zachtjes naar beneden. De deur opende zich op eenkier. Met zijn ene schouder duwde Tom hem verderopen, zodat hij achterwaarts de keuken in kon.

‘Leuk is dat,’ riep Johan, ‘en wij maar instrumentenvoor je kopen, blokfluiten, gitaren, noem maar op.’

Tom opende de buitendeur en sprong naar buitenals iemand die zeeziek een schip verlaat en haastig opde vaste wal springt.

Op een rij verlieten ze de tuin. De voorste sprong inplaats van het te openen sierlijk over het tuinhekheen, de anderen volgden zijn voorbeeld. Tom haaldediep adem. De geur van pas gemaaid gras prikkeldezijn neusvleugels. (Uit: Tessa de Loo, Alle verhalen.Singel Pockets, Amsterdam, 2005, p. 16-17; 21-29.)

Vragen en opdrachten

1 Wat voor functie heeft muziek voor Helmert Koning? 2 Waarom is Johan teleurgesteld in Toms bewondering

voor Helmerts spel? 3 Bij muzieksoorten horen volgens Johan bepaalde typen

mensen. Beschrijf hoe hij de rock-’n-rollmusicus ziet.4 Wat betekent het (zogenaamd) gitaar spelen voor de

spiegel voor Tom?5 Om welke redenen stimuleert Johan het gitaarspelen

van zijn zoon?6 Wat zijn de factoren die leiden tot de mislukking van

Toms ‘gitaristenloopbaan’?7 Beschrijf de relatie tussen vader en zoon zoals die zich

in de loop van het verhaal ontwikkelt.

Als er één auteur in de Boekenweek 2006 thuishoort, ishet Christine Otten (1961), want muziek speelt in haarwerk een belangrijke rol. Bovendien treedt ze regelmatigop in het land met muzikale performances, waarin ze, be-geleid door een percussioniste, haar teksten voordraagt.Ze begon als journaliste bij verschillende weekbladen enschreef in NRC Handelsblad over muziek. Haar grote lief-de was de blanke alternatieve rock uit de jaren zeventig,zoals die van John Cale en The Velvet Underground, demuziek waarmee ze was opgegroeid. Die liefde vind jeook terug in haar eerste romans en verhalen, waarin depersonages vaak via popmuziek hun identiteit ontdekkenof met elkaar communiceren.

Terug naar de altvioolOver herinneringen, muziek, taal en John Cale

Ik had mezelf opgesloten in de slaapkamer van mijnoudere broer. De plaat lag nog op de draaitafel en ikhoefde alleen maar op ‘start’ te drukken. Ik wachtteeen paar seconden, hoorde de vertrouwde klikgeluid-jes van het apparaat en toen begon het. Losse, rondepianoklanken dwarrelden uit de geluidsboxen, eenelegante, eenvoudige melodie. Ik deed het licht uit enkroop in bed. Ik rook mijn broer. Mijn broer was eraltijd. Nu hoorde ik de stem. Een koele, donkere vrou-wenstem zong:‘Cease to know or to tell or to be... your own’. Ik sloeg dewoorden een voor een op zonder dat ik wist wat ze be-tekenden. Ik luisterde nooit naar de betekenis, alleennaar de klank. ‘Have someone else’s will as your own’.Daar was de viool, de tweede stem. De viool klonkdun en doorzichtig en zo mooi dat ik er nauwelijksnaar kon luisteren. Ik balde mijn vuisten en kneepmijn ogen dicht, alsof ik me probeerde te verzettentegen die vreemde melancholieke muziek die lang-zaam in me kroop, toon voor toon, woord voor woord.De muziek was zuurstof die zich vermengde met demuffe slaapgeur van mijn broer en ik ademde delucht in, de tonen en klanken, de melodie. Ik ademdenet zolang totdat er alleen nog muziek was. Ik was demuziek. De muziek was mijn broer.

Ik was een jaar of vijftien en het liedje waarnaar ikluisterde, ‘Afraid’ van het album Desertshore, werd ge-zongen door Nico, de mooie Duitse chanteuse dieeerder bij The Velvet Underground zong. John Calebegeleidde haar op piano en altviool.

13O P M U Z I E K L E S : H E T B E G I N V A N E E N C A R R È R E ! ?

Oude rock en hiphop

Page 14: LessuggestiesBW2006 gedichten

Juist het geluid van de altviool, de transparante, hogetonen die de treurige stem van Nico begeleiden, raak-te me en wanneer ik jaren later dat nummer weereens opzette, was het alsof ik de sleutel tot mijn eigenmysterie in handen had, ik hoefde alleen maar goedte luisteren en ik zou de waarheid over mezelf ont-dekken, zo klonk het, maar natuurlijk ontdekte iknooit iets en bleef ik telkens wanneer de laatste tonenvan het liedje waren vervlogen achter met een vuriggevoel van gemis en verlangen.

Het jaar erop gingen mijn broer, een paar vriendenen ik op vakantie naar Engeland. Voor het eerst zon-der ouders. Het was de hete zomer van 1977. In drieweken reisden we van het zuiden van Engeland naarInverness in Noord-Schotland en weer terug. De laat-ste paar dagen zouden we doorbrengen in Wales.Geen wonder dat ik me van die vakantie vooral detreinen herinner en de stank van gefrituurde ham-burgers en patat in de smoezelige stationbars. Hetmetalen gesuis in mijn oren verdoofde me en hetprachtige Engelse en Schotse landschap zag ik vanachter glas aan me voorbij flitsen.

Achteraf besef ik dat ik me vooral zo voelde: alsof ikvan achter glas naar het leven keek en er niet bij konkomen. Dat had natuurlijk te maken met ons gezel-schap. Alle vier waren we nogal in de war, denk ik nu.Mijn broer en ik omdat onze vader aan zware depres-sies leed en was opgenomen in een inrichting. En bijonze vrienden thuis was de sfeer al niet veel vrolijker:de moeder van T. durfde het huis niet uit vanwegeeen kampsyndroom en J.’s moeder was ervandoorgegaan toen hij zes jaar was. Als troost hadden weonszelf tot buitenstaanders verklaard. We rooktenhasjiesj, slikten LSD, gingen met niemand andersdan elkaar om en we luisterden naar muziek van TheVelvet Underground, naar muziek die snerpend ennoisy was en ontoegankelijk en ijl en duister, net alswij. Voor het gemak namen we aan dat we alle vierhetzelfde hoorden en herkenden. Wie van The VelvetUnderground hield stond ergens voor, vonden we.Voor wat? Dat was minder duidelijk. De teksten gin-gen over paranoia (‘Sunday Morning’), dood, (‘BlackAngel’s Death Song’), liefde (‘I’ll be Your Mirror’) ensadomasochisme (‘Venus in Furs’), onderwerpenwaar we van onze levensdagen niet over durfden tepraten.

Praten deden we sowieso weinig. Onbewust wistenwe dat de taal de grootste vijand was van ons verbond.Zolang er niet werd gesproken, waren we alle vierhetzelfde en bestonden er geen onderlinge seksueleverlangens en gedachten.

En toen waren we opeens in Llangamargh Wells,een dorpje ergens midden in Wales. We kampeerden

op een veldje bij de rivier. ’s Nachts en ’s ochtendsvroeg hingen er mistflarden over de velden en heu-vels en hoorde je alleen het tintelende geluid van hetsnelstromende water en het verre geroep van uilen.Overdag kon je de gladde, ronde keien op de bodemvan de rivier zien liggen en de vissen zien zwemmen.

Het was alsof ik wakker werd in Llangamargh WelIs. Misschien kwam het omdat het einde van dereis in zicht was. Of door het ijskoude, kolkende wa-ter in de rivier, waar ik tot aan mijn knieën doorheenwaadde, net zolang totdat mijn tenen bevroren leken.Of door de geur van dauwen gras die ik rook wanneerik vlak voor zonsopgang naar het gammele houtentoilethokje liep. Ik weet het niet.

Van mijn broer wist ik dat John Cale, die bas en alt-viool had gespeeld in The Velvet Underground voor-dat Lou Reed hem uit de band gooide in ’68, was op-gegroeid in Wales. Met een studiebeurs was hij eenjaar eerder naar Amerika vertrokken om er met com-ponisten als La Monte Young en John Cage te wer-ken, maar hij kwam Reed tegen en zo was The VelvetUnderground ontstaan.

Toen wij in Llangamargh Wells waren, had Cale inmiddels al een paar soloalbums gemaakt, waar-onder Paris 1919, waarop het poëtische ‘A Child’sChristmas in Wales’ staat, naar een verhaal van Dylan Thomas.

Llangamargh Wells zag eruit zoals dat liedje inmijn oren klonk. Lieflijk en mooi en vol belofte, zonder een spoor van de destructieve sound van TheVelvet Underground en Lou Reed. Ik zei er niets overtegen de anderen. Ik had het heimelijke gevoel dat ikeen ontdekking deed, die me apart zette van hen, vanmijn broer. Alsof ik ontrouw was door van zulke ro-mantische muziek te houden. Ik was ervan overtuigddat ik de enige was die de muziek van John Cale inhet landschap herkende. Alles wat ik rook en zag enhoorde in Llangamargh Wells was voor later, wist ik,niet voor nu, maar dat kon me niet schelen. Ik hoordevoortdurend de warme, nasale klank van Cales stem(die ik mooier vond dan het harde, streetwise keelge-luid van Reed) in mijn hoofd rondzingen. En af entoe bleef er een woord of een zin hangen. (Halloween.Ten murdered oranges. You’re a ghost. People always bored me anyway. Antarctica. The empty voice that speaks. That speaks.) De stem was zo dichtbij dat ikhem soms verwarde met mijn eigen gedachten. Ikzou nooit alleen zijn, ook al drong het voor het eerstvan mijn leven tot me door dat mijn broer en ik tweemensen waren in plaats van één. (Uit: Christine Ot-ten, Engel en andere muziekverhalen. Atlas, Amster-dam/Antwerpen, p. 9-13.)

14 O U D E R O C K E N H I P H O P

Page 15: LessuggestiesBW2006 gedichten

Vragen en opdrachten

1 a. Welke reacties roept het nummer ‘Afraid’ bij de ikfiguur op? b. Herken je dergelijke gevoelens als je zelf naar muziekluistert?c. Bij welke muziek heb jij dat en is dat in de loop van delaatste jaren veranderd? Beschrijf die verandering.

2 Wat voor relatie heeft de ikfiguur met haar broer? Waar-uit maak je dat op?

3 ‘Wie van Velvet Underground hield stond ergens voor’. a. Wat betekent deze zin? b. In hoeverre herken je iets dergelijks in je eigen omge-ving. Noem voorbeelden.

4 Wat gebeurt er met de ikfiguur in Wales en welke gevol-gen heeft dat voor haar?

5 Wat vind je de mooiste zin uit dit fragment en waarom?6 Zoek op internet of in een popencyclopedie wie John

Cale en The Velvet Underground waren. a. Wat voor muziek maakten zij? b. Welke nummers waren het bekendst? Beluister enkele nummers en geef je commentaar.

De Laatste Dichters

Een tv-documentaire over de favoriete muziek van haar15-jarige zoon zette Christine Otten op het spoor van dehiphop. Ze raakte geïnteresseerd in de roots van de hip-hop die te vinden zijn in de zwarte bevrijdingsbeweging inde Verenigde Staten in de jaren ’60 en ’70. Daarom gingze naar Detroit en Harlem en sprak met leden van TheLast Poets, een groep muzikale performers, die be-schouwd worden als de godfathers van de rap. Op de fun-ky ritmes van de conga’s werden hun teksten vanzelfraps, raps die twintig jaar later weer door jonge hiphop-bands gesampled werden. Ze vroeg deze ‘Last Poets’naar hun achtergronden, waar ze vandaan kwamen enwat hen tot tekstdichters en performers maakte. Uit dezegesprekken ontstond het boek De Laatste Dichters (2004),waarin verschillende personages hun verhaal vertellen.Het is geen muziekhistorisch relaas, maar een weergavevan hun belevenissen, die door de schrijfster verder wor-den ingekleurd. ‘Zo moest het boek worden: een wisse-ling van stemmingen, melodieën, ritmes en scènes’, zegtze zelf.

In het volgende fragment bezoekt de jonge Omar, die la-ter zelf een van de ‘Poets’ zal worden, voor de eerste keereen optreden van de groep. Voor de aanvang stond hij bijde ingang als veiligheidsman.

Omar herkende de man die hij daarnet had gefouil-leerd. In zijn felgekleurde dashiki trok hij meteen deaandacht. Hij greep de microfoon. ‘Wie is die praat-jesmaker van de beveiliging?’ riep hij de zaal in. Ge-gniffel in het publiek. Omar rechtte zijn rug. Het konhem geen moer schelen wat die nigger uit Harlemvan hem vond.

‘Dit gedicht is voor hem en voor alle anderemotherfuckahs die denken dat ze klaar zijn voor derevolutie... horen jullie me? Die denken dat ze erklaar voor zijn. When the revolution comes…’, zonghij en de twee andere mannen zongen hem op dezelf-de toonhoogte na. ‘When the revolution comes.When the revolution comes...’De drummer stopte. Alsof het publiek de adem in-hield. Hij deed een paar voorzichtige slagen op deconga, voerde het tempo langzaam op, soepele lagetonen die rond leken te zingen, steeds sneller ginghij, een langgerekte aardse toon die zich door de zaalslingerde.De dichter bewoog zijn hoofd op het ritme. Hij leekde jongste van de drie. Hij had een diepe, zangerigestem, een dwingende, agressieve toon.

When the revolution comessome of us will catch it on tvwith chicken hanging from our mouthsyou’ll know it’s revolutionbecause there won’t be no commercials when the revolution comespreacher pimps are gonna split the scene with the common wine...

Omars aandacht verslapte. Hij kon zijn ogen niet af-houden van de mooie latino die schuin achter dedichter stond en steeds dezelfde woorden herhaalde,‘When the revolution comes’ als een refrein op deachtergrond. Zijn overhemd was tot zijn navel losge-knoopt. Zijn mokkakleurige huid glansde. Hij droegstrakke jeans. Hij danste. De andere dichter was ou-der. Zijn huid zo zwart, paars bijna in het felle blau-we theaterlicht. ‘When the revolution comes...’ Hijdacht aan The Temptations. Hij kon ze zo zien staanop het podium, in hun chique pakken, dansend ophet ritme van dit bezwerende monotone gedicht. Deoudere dichter kwam naar voren. ‘Tell me brother’,zei hij. Zijn stem was hees en zacht. ‘Tell me brotherwhen you first saw yo child dead son born of a pussylong dead long black yo son stumblin’ in blind rageout past the box... swollen lips...’

Steeds sneller en harder kwamen de woorden uitde mond van de zwarte dichter die wild met zijn han-den gebaarde, steeds sneller en harder, kwader. ‘Tellme brother...’ Het zweet gutste van zijn voorhoofd.

15O U D E R O C K E N H I P H O P

Page 16: LessuggestiesBW2006 gedichten

De latino zong een lieflijk liedje op de achtergrond.Hij had een mooie hoge stem. De oudere dichter leekeen priester in de kerk. Het gedicht klonk als eenpreek. Hij zweepte zijn gehoor op met zijn gedragen,plechtige stem. ‘Tell me brother... how did you feelwhen you came out of the wilderness... screamin’baby... baby!’

De woorden versmolten met de hese, hoekigeklank van de stem van de dichter. Met het eenvoudigedoffe ritme van de drums. Omar had nooit eerderzulke muziek gehoord. Hij voelde de bastonen trillenin zijn lichaam. Hij dacht aan zijn laatste schooldagop South High, het gedicht dat hij voordroeg aan deleraren, het gelach en geklap waarmee de leerlingenhem hadden onderbroken, weer aanspoorden door tegaan, sneller en duidelijker, hoe zijn kop gloeide vanopwinding en triomf. De verkrampte glimlach opGiovanni’s gezicht. Hij dacht aan zijn vader, die be-neden in de kelder van hun huis repeteerde voor hetgeval iemand hem zou vragen mee te spelen. Niemand had hem ooit nog gevraagd. De big bandswaren uit de mode. Sonny Huling was oud. SonnyHuling was gek. Door het melodieuze geweld van dewoorden en de ritmes die van het podium af spattenheen hoorde hij de dromerige zachte tonen van zijnvaders trompet. ‘Waarom speel jij niets? Waaromspeel jij niets?’ Vlak voor hem stond een meisje op uithaar stoel. Ze klapte en wiegde met haar heupen.Haar kleine ronde borsten bewogen zacht mee.‘Baby... Baby!!’ schreeuwde de dichter. Hij keek naarhet meisje in de witte blouse met smokwerk. Haarblote chocoladekleurige schouders. Ze zag niet dathij naar haar keek. Hij hoorde de muziek en de woor-den via haar lichaam, zag de klanken in de vloeiendebewegingen van haar heupen en handen, haar stra-lende jonge gezicht. Hij voelde zichzelf niet meer.Hij was niet langer de baas over zijn gedachten. Alsofer spelden in zijn hersens werden geprikt. Hij zagoom Jean, mama’s broer, oom Jean, slapend op destoel voor zijn huis. De lege fles bourbon naast hemop de grond. Hij zag de gele Pontiac van oom Jean.Hij was elf jaar. Hij stal de autosleutels uit de zak vanoom Jeans verschoten spijkerbroek en opende hetportier van de gele Pontiac. Zijn hoofd kwam amperboven het stuur uit. Hij startte de motor. Het geraasvan de motor overstemde het zware gesnurk van oomJean. Hij drukte de gaspedaal in en reed de straat uit,de heuvel af. Het helle zonlicht verblindde hem. OomJean woedend en tierend. ‘Je hebt mijn auto gemold!Je had wel dood kunnen zijn! Je had hem van dehandrem moeten halen!’ Het pak slaag, eerst van zijntante, daarna van zijn moeder. Het brandende gevoelop zijn rug en zijn gat. Maar hij kon autorijden.

De muziek stopte. Het was alsof hij wakker werd.

De zaal applaudisseerde en joelde naar de drie dich-ters en de drummer uit New York. Omar liep de zaaluit, de gang op. Een paar studenten stonden in eenhoek met elkaar te praten en rookten sigaretten. Hijnegeerde hun wantrouwende blikken en liep naarbuiten. Kneep zijn ogen dicht tegen het mistige witteoktoberlicht. Hij voelde het gewicht van de wapensniet meer. Vanuit het auditorium hoorde hij flardenvan de conga’s en de zangerige stem van de latino.Onverstaanbare Spaanse woorden. Hij hoorde hetgekwetter van vogels. Stilte. Het zingen van de kre-kels in de vochtige warme lucht. Hij zag dunne wol-ken die als getekende veren afstaken tegen het blauw.Het zag er mooi uit. Alsof hij voor het eerst in zijn leven naar de hemel keek. Hij lachte. Hij wist dat zijntekort aan slaap zijn blik vertroebelde, dat zijn opge-foktheid over Evans’ opdracht hem overgevoelig voorwat dan ook maakte, maar het kon hem niet schelenwant hij zou na het concert de dichters opzoeken enaan die arrogante motherfuckah in zijn lelijke dashi-ki hun adres in Harlem vragen. En vanavond thuiszou hij een nieuw gedicht schrijven. In een van de la-des van de klerenkast in zijn slaapkamer had hij nogwel een oud schrift. (Uit: Christine Otten, De LaatsteDichters. Atlas, Amsterdam/Antwerpen, 2004, p. 104-106.)

))

Vragen en opdrachten

1 Wat brengt de performance achtereenvolgens bij Omarteweeg? Noem minstens drie reacties die de muziek bijOmar oproept. In hoeverre verschillen ze van elkaar?

2 Welke boodschap brengen The Last Poets?3 a. Welke rappers van nu vind jij goed en waarom?

b. Vind je dat rappers altijd een boodschap moetenhebben?

4 Dit fragment gaat ook over een generatiekloof. Welke?

Slotvragen en opdrachten

1 Beide verhalen gaan over wat muziek met mensen kandoen. a. Welke overeenkomsten zie je? b. Wat zijn de verschillen?

2 Welk verhaal vond je het best en waarom?3 Welk verhaal geeft het beste aan wat muziek voor de

luisteraar kan betekenen. Geef argumenten.4 Schrijf een impressie over wat muziek op dit moment

voor jou betekent. 5 Schrijf een betoog of houdt een discussie over de stel-

ling: ‘Muziek zegt meer dan woorden’.

16 O U D E R O C K E N H I P H O P

Page 17: LessuggestiesBW2006 gedichten

De gedichten en romans van Anna Enquist (1945, pseudo-niem voor Christa Widlund-Boer) staan vol verwijzingennaar klassieke muziek. Dat is niet zo vreemd als je bedenktdat het haar grootste wens was om naar het conserva-torium te gaan. Anna Enquist studeerde psychologie enpiano en werkte als psychoanalytica. Ze debuteerde in1991 met de dichtbundel Soldatenliederen, die bekroond ismet de Buddingh’-prijs voor Nieuwe Nederlandse poëzie. Naast poëzie publiceerde Enquist ook enkele romans.

Don Giovanni

In 1994 verscheen Het meesterstuk, dat geïnspireerd is ophet verhaal van Mozarts opera Don Giovanni. Dit verhaalis gebaseerd op de mythe van Don Juan, de legendarischevrouwenverleider. Don Giovanni is het huis van de Commendatore binnengeslopen om zijn dochter DonnaAnna te verleiden, maar die roept om hulp. De Commen-datore daagt Don Giovanni uit tot een duel en wordt gedood. Don Giovanni weet te ontsnappen. Donna Annazweert wraak op de moordenaar van haar vader.Don Giovanni heeft ook een oogje op de boerenmeid Zerlina, die getrouwd is met Masetto. Don Giovanni geefteen feest waarop hij het kersverse bruidspaar uitnodigt.In het feestgezelschap zijn ook enkele niet uitgenodigdegasten aanwezig, waaronder Donna Anna en haar ver-loofde Ottavio. Zij zijn allen gemaskerd, waardoor Don Giovanni niet weet wie ze zijn. Tijdens het dansen wilGiovanni Zerlina verleiden, maar op dat moment doenDonna Anna en de anderen hun maskers af. Don Giovannivlucht naar het kerkhof. Op het kerkhof ontmoet Don Giovanni zijn knecht Leporello. Ze staan bij het graf van de Commendatore.Het standbeeld op het graf van de Commendatore maanthen tot stilte, waarop Don Giovanni het beeld uitnodigtvoor het diner. Als het stenen beeld daadwerkelijk aan hetdiner verschijnt, is Don Giovanni nog niet bang. Hetbeeld eist van Don Giovanni dat die zijn leven betert,maar die blijft weigeren. Als straf wordt Don Giovannidoor de aarde verzwolgen.

In de dichtbundel Jachtscènes (De Arbeiderspers, 1992)staat een vijftal gedichten onder de noemer ‘Tussenspel:rondom Giovanni’. Daaruit komt het volgende gedicht:

feest

Zerlina mist ten enenmale aanleg voor de wanhoop;zij schat de schade aan haar huwelijk af, zwichtvoor zijn hoofse motoriek, niet voor de glimlach ophet strak, verwoest gezicht. Hoe zij Masetto’s toornpareren moet, en wie de schragen ruimt, de schalenwist: zo kleeft haar denken aan de dingen die men doet.

Intussen roffelt bij de dansvloer de tamboer alseen vermomd soldaat panisch en opgezweept demaat. Men danst om niet te schoppen, haaktde armen in elkaar om niet te slaan. Hierwordt een ingeperkte oorlog uitgevoerd voor wiehet ritme van de laarzen, het gesmoord gekrijs verstaat.

Op de toppen van vervreemding beent Giovannidoor de hel en schenkt de glazen vol. Hij stooktde vuren op alsof de hitte hem, verbetengastheer, redden kan. Zerlina’s warme handbezegelt niet zijn overwinning maar voorspeltde kille handdruk van een stenen man.

Vragen en opdrachten

1 Is het een gezellig feest? Waaruit leid je dat af? 2 Laat Zerlina zich verleiden door Don Giovanni of blijft

zij trouw aan haar man, Masetto?3 Hoe reageert Giovanni op de gespannen sfeer? Laat hij

zich daardoor beïnvloeden?4 Wie is de stenen man en wat wordt bedoeld met zijn

‘kille handdruk’?5 Hoe zou je de sfeer van het gedicht typeren? Vind je dat

de titel overeenkomt met de inhoud van het gedicht?Waarom?

De sprong

Anna Enquist schreef ook vijf monologen, die gebundeldzijn in De sprong: vijf monologen (De Arbeiderspers,2003). Het volgende fragment komt uit de monoloog ‘… en ik ben Sara’. Sara is een twijfelende twintiger. Zezou zangeres willen zijn, maar haar stembanden zijn nietgoed. Ze vindt een baan op kantoor, waar ze het niet echtnaar haar zin heeft. En ze wordt verliefd op Kevin. Dat ge-beurt na de dood van Kevins zus.

17Z A N G E N P I A N O

Zang en piano

Page 18: LessuggestiesBW2006 gedichten

De verwarring begon in de weken na de begrafenis.Steeds weer moest ik denken aan die grote, wijdelucht boven de stille rivier, aan het geluid van onzeschuifelende voeten over het grind, aan het schrij-nende samenspel van tuba en klarinet. En aan de kistdie langzaam, o zo langzaam naar het graf bewoog. Kevin zag ik dag en nacht. We keken naar gehuurdevideo’s en aten pizza’s alsof er niets gebeurd was.

Als je niet kunt praten moet je naar muziek luiste-ren. Muziek zegt iets zonder woorden. Een muziek-stuk kan gevoelens uitdrukken die te vaag of te pijnlijk zijn om in woorden te vangen. Of te erg.

Ik draaide muziek voor hem. Oude soulnummers,Marvin Gaye, Otis Redding. De aria uit de Goldberg-variaties, Mozarts Requiem. Hij begon te praten. Tehuilen. Hij brak. Ik was zo gericht op hem, op wat hijvoelde en zei dat ik mezelf niet in de gaten had. Na-tuurlijk troostte ik hem toen hij eindelijk verdriethad. Ik hield hem stevig vast toen hij schokte van hetsnikken. Ik kuste hem. Zoende hem. Aaien werd in-eens strelen. Voor ik het wist was het snikken gieche-len geworden en lagen we te vrijen. Ik deed het, ikwas erbij, maar wat voelde ik, wat vond ik ervan?

Daar was ik niet mee bezig. ‘Je bent verliefd’, zeiMaria. Toen was het pas waar. Natuurlijk. Ik dacht al-leen aan hem. Ik at nauwelijks meer. Ik zweefde.Zelfs dat kutkantoor kon me niets meer schelen.

We fietsten naar de begraafplaats en zwierven rondtussen de stenen. Een steenhouwer lag op zijnknieën in een zerk te beitelen. Gedempt getik achter-volgde ons. Daarna gingen we in het gras langs de rivier liggen. Hoe kan dat nou, dat je zo verliefd wordtop iemand die je al jaren kent? Ik vertelde het aanKim. Ze schrok. Ze was bezorgd over ons vrienden-groepje. ‘Als het uitgaat wil je hem niet meer zien enhoe moet dat dan met ons?’

Ik zei het tegen mama. Die was bezorgd over mij.‘Die jongen is in de rouw. Dan weet je niet goed watje voelt. Jij bent zijn reddingsboei. Pas op dat je erniet te veel in meegesleurd wordt.’

Dat kon ze makkelijk zeggen. Ik had er geen machtover. Het maakte me boos dat ze allemaal aan zich-zelf dachten of aan hoe het voor mij was, en niet aanhem, aan zijn verdriet, aan zijn verlies.

(…)

Zoveel vrienden, en ik moet ze allemaal zien. Afspra-ken. Tradities. Nooit weigeren, want het hoort bijmij, het is mijn bedding, dat weefsel van vriend-schap. ‘Eén toon op de piano is niets’, zei mama eenkeer, ‘dat is gewoon een kwestie van gewicht op eentoets; het maakt niet uit of het een loden knikker is ofde vinger van Richter. Maar twee tonen, of meer! Pas

in de verbinding met andere tonen krijgt die ene zijnkarakter.’Kevin en ik maakten er wel een erg vreemde samen-klank van. Zo’n akkoord dat alle kanten op kan wan-kelen. Dat uiteindelijk niet oplost, nergens heen gaat.

Ik ga m’n nagels doen.

Later in het verhaal heeft Sara haar draai gevonden. Zewordt lerares. Heel wat anders dan ze ooit had kunnenbedenken, maar ze is er erg blij mee. Ze is vooral blij datze eindelijk haar eigen weg heeft gekozen.

Ik heb een leven. Een toon. Van mij. Ik hoef me nietsnel-snel in te voegen in de akkoorden van de ande-ren, oppassen dat ik hun harmonie niet verstoor, optijd weg wezen om de melodie aan een ander te laten.Ik kan zelf m’n tempo bepalen, een constante baslijnzingen waar de anderen zich wel of niet bij kunnenaansluiten. Kalm. Niet schrikken van een dissonanthier of daar. Ik bepaal het zelf. Het hoeft niet altijdeen briljante solostem te zijn. Je hoort het toch wel,want het is míjn stem. Die van mij. En ik ben Sara.(Uit: Anna Enquist, De sprong. Vijf monologen. De Ar-beiderspers, Amsterdam, 2003, p. 97-100, p.103.)

Vragen en opdrachten

1 Vind je dat de hoofdpersoon het goed heeft aangepaktom haar vriend op deze manier te troosten? Waarom ?

2 Stel je voor dat jij je beste vriend(in) wilt troosten nadater iets ergs gebeurd is. Hoe zou je dat doen? Met mu-ziek of op een andere manier?

3 Welke muziek kan jou troost bieden als je je rot voelt?4 Sara’s moeder zegt: ‘Pas in de verbinding met andere

tonen krijgt die ene zijn karakter’. Wat bedoelt ze daar-mee?

5 Wat vind je van de manier waarop Sara in de laatste alinea zichzelf een identiteit geeft met behulp van demuziek? Leg uit!

6 Probeer net zoals in het fragment te beschrijven wie jijbent, hoe jij bent. Doe dat door gebruik te maken van(begrippen uit) muziek, dans, beeldende kunst of filmen fotografie.

Het geheim

Het geheim (De Arbeiderspers, 1996) gaat over WandaWiericke, een beroemd pianiste die later reuma in haarhanden krijgt, waardoor ze niet meer kan spelen zoalsvroeger. Wanda groeit op tijdens de Tweede Wereldoor-

18 Z A N G E N P I A N O

Page 19: LessuggestiesBW2006 gedichten

log. Ze krijgt pianoles van meneer De Leon, die later op-gepakt wordt omdat hij joods is. Wanda oefent thuis methaar zingende moeder.

In de eetkamer staan de rechte stoelen met de zachtestof erop. Papa’s stoel heeft leuningen waar hij zijnarmen op legt. Wanda is in bad geweest en gaat opmama’s schoot zitten. Er staat een schaal frambozenop tafel. Papa kijkt in de krant. ‘Je zou het niet moe-ten doen, Emma, in deze tijd. Het wordt verkeerd be-grepen.’‘Het gaat toch om de muziek? Het is mijn vak. De dirigent is een Nederlander!’

‘Maar je zingt in het Duits. Je zou elke schijn moe-ten vermijden.’

Emma zwijgt. Ze neuriet een walsmelodie in Wan-da’s haar.

‘Ik begrijp wel wat je bedoelt, Egbert, maar dit is nueenmaal zo afgesproken en geregeld. We doen de Fledermaus en zullen voor het volgend seizoen eenFranse operette kiezen, ik verzeker het je!’

Egbert zucht. Hij gaat met de krant onder de lees-lamp zitten.

Emma zet de vuile bordjes en glazen op het dien-blad, terwijl Wanda door de openstaande schuifdeu-ren de tuinkamer in loopt. Daar staat de grote zwartevleugel.

De drie dikke poten lopen naar beneden smal toe enmonden uit in kleine wieltjes die elk op een ebben-houten schoteltje staan. Als je onder de vleugel zit zieje de buik die niet zwart is, maar houtkleurig: dikkeribben, waar de glimmend zwarte bodem op is ge-plakt. Twee stalen kabels lopen naar de gouden peda-len, gevat in een zwarte zuil die iets boven de grondeindigt.Voor de vleugel staat een brede kruk, waar Wanda opklimt zodat zij bij de toetsen kan. Over het toetsen-bord ligt een soort dekentje, dat ze wegtrekt. Dankomt het geheimzinnige rijk van wit en zwart bloot:eilandjes van steeds twee en drie verhoogde zwarte ineen zee van mat-ivoren witte toetsen. Wanda zit ophaar knieën en zoekt het liedje dat ze vanmiddaghoorde, de wiegende gang van een zwarte en tweelichte tonen waarboven de melodie ging dansen, zevindt wat ze zoekt, speelt links de zware en rechts delichte tonen en denkt het liedje erbij.

Ineens staat mama achter haar en neuriet mee. Nu iser een echt lied boven Wanda’s spel; het is niet hele-maal hetzelfde als wat Koos zong maar het lijkt erop.Mama gaat achter de piano zitten met Wanda opschoot. Met haar voet geeft ze steeds een vleug pedaalop de zware toon. De klank bloeit op, blijft even door-

trillen als de toets alweer opgekomen is en mengtzich met de lichte tonen erboven. Nu zingt ze voluit:‘Glücklig ist… wer vergisst… was doch nicht zu ändernist.’Mama’s handen spelen nu ook en maken de samen-klank voller. Wanda heeft warme wangen gekregenen zingt met mama mee.

‘Nu gaat Wanda naar bed.’Papa staat naast de vleugel. Hij ziet eruit of hij de klepwil dichtslaan en mama weg wil trekken. Maar hijzegt niets meer.

In bed slaat ze met haar linkerhand tegen het zwarehoofdeinde; dan twee tikjes tegen de zijkant metrechts. Zo maakt ze de bodem voor het lied, zo kan zedoorzingen zonder dat iemand het hoort, zonder datpapa haar stoort. Zo kan ze steeds nieuwe vormen be-denken zodat het altijd, altijd maar doorgaat.

Vragen en opdrachten

1 Egbert vindt dat Emma geen Duitse stukken moet zin-gen omdat Nederland bezet wordt door de Duitsers.Volgens Emma is er in de wereld van de muziek geenonderscheid naar afkomst en maakt het niet uit of zeDuitse of Franse liederen zingt. Welk standpunt zou jijinnemen, dat van Egbert of dat van Emma? Motiveer jeantwoord.

2 Probeer te bedenken waarom Egbert plotseling het sa-menspel van moeder en dochter verstoort. Waarom ishij geïrriteerd?

3 De regels die Emma (Wanda’s moeder) zingt, komennog twee keer terug in het boek. Zeg in eigen woordenwat de regels betekenen. (Voor wie het hele boek gele-zen heeft: Waarom zouden deze regels zo belangrijkzijn voor Emma?)

Als Wanda volwassen is, heeft ze een relatie met Bouw.Aan het begin van die relatie wint Wanda een beurs om inLonden verder te studeren op piano. Bouw maakt zichzorgen om hun relatie, maar Wanda denkt alleen aan haarplannen in Londen.

Twee koffers pakt ze in, een met kleren en een metmuziek. Over een week is het zover. Bouw is moe ensnel geërgerd. Hij begrijpt niet dat Wanda geen af-scheid nemen wil van haar moeder. Hij wil een eten-tje organiseren, maar Wanda heeft geen tijd. ‘Ze gaat jou missen, net zoals jij haar mist’, legt hijuit.

19Z A N G E N P I A N O

Page 20: LessuggestiesBW2006 gedichten

‘Maar ik mis haar helemaal niet’, zegt Wanda. ‘Alsik daar ben, mis ik niemand. Dan speel ik.’

Bouw loopt met een strak gezicht naar de open-staande koffer.

‘Dat is het precies! Jij mist niemand! De meestemensen doen daar moeite voor, ze nemen foto’s meeen dierbare dingen. In jouw koffer zit alleen werk.Niet de boeken die je van mij hebt gekregen. Nietsvan ons om daar bij je te hebben. Je kan het gewoonniet.’

Wanda schrikt van zijn uitval. ’s Nachts probeert zehem te troosten. Ze begrijpt hem niet. Hij zucht inhaar haar.

‘Ik weet niet wat het is. Ik kan me niet voorstellendat het misgaat met ons, en toch ben ik ongerust.Misschien ben ik jaloers op je. Dat je nog een tijd kanstuderen zonder je vast te leggen. Nee, dat is het niet.Ik zou je piano willen zijn.’

‘Maar ik speel op alle piano’s’, zegt Wanda. ‘Bech-stein, Bösendorfer, Steinway, de erbarmelijkste vleu-gels of de mooiste. Ik ga erachter zitten en ik speel.’

Vragen en opdrachten

4 Bouw zegt: ‘Ik zou je piano willen zijn’. Probeer te om-schrijven hoe dat zou zijn. Schrijf een of twee alinea’svanuit de piano, die bespeeld wordt door Wanda.

5 Wat zou Wanda bedoelen met haar antwoord dat ze opalle piano’s speelt?

Het laatste fragment laat zien dat elke muzikant nerveusis voor hij/zij het podium op moet. Maar tijdens het spe-len is daar niets meer van te merken.

Op de dag van het concert is Wanda nerveus. Datvoelt niet onaangenaam. De zenuwen geven span-ning en doelgerichtheid aan de dag. Het vooruitden-ken gaat niet verder dan het slotakkoord. Daarna is erzware stilte.Zij bereidt zich op het optreden voor als was het eenafspraak met een minnaar die ze lang niet gezienheeft. Langdurig onder de douche. Nagels knippen.Ondergoed uitzoeken dat perfect zit en goed bij elkaar past. Lichte make-up, alleen wat mascara enoogschaduw, want ze zal zweten en over haar gezichtvegen. Een prettig besef van haar lichaam, de heledag. Niet te veel eten. Flink poepen. ’s Morgens an-derhalf uur stevig studeren, daarna zeer spaarzaamvan tijd tot tijd wat techniek. Rustig op een stoel dehele partituur doorlezen. De muziek is van meneerDe Leon, zijn naam staat op het afbrokkelende papier

van het omslag. Hoewel ze het concert van begin toteind uit haar hoofd kent neemt ze het boek mee als zeaan het eind van de middag naar het conservatoriumgaat, bij de appel en de jurk en de zakdoek in de tas.

(…)

De moeilijkste episode is de tijd voor de pauze. Wanda moet zich concentreren op haar soloconcertterwijl op het podium de symfonie gespeeld wordt.Het rommelhok achter het toneel is de kleedkamer.Er staan enorme contrabassen, een harp, kapottepauken en dozen met orkestmateriaal. Ze heeft driekeer een plas gedaan, ze heeft haar zwarte jurk aange-trokken en haar handen gewassen. Nu loopt ze rond-jes door het hok terwijl ze met een theedoek vingervoor vinger haar handen droogt. Applaus. Lawaai vanwegstommelend publiek. Lucas komt binnen mettwee flesjes mineraalwater. Hij grijnst. Hij ziet er gelukkig uit.De zaal begint weer vol te lopen. Door een spleet in debespanning aan de achterkant van het podium kijkenWanda en Lucas de ruimte in. Hij heeft zijn armenom haar heen geslagen en drukt zijn kin in haar haar.Ze wiegen even heen en weer in het tempo van heteerste deel, met de syncopen, met de onheilspellendaanrollende akkoorden.

(…)

Lucas slaat een hartstochtelijke, woeste Mozart metgrote dynamiekverschillen en sterke accenten. Hijgeeft het concert een desperate tragiek mee die nietbelachelijk wordt omdat hij zowel spelers als luiste-raars geen afstand tot de muziek laat. Er woedt eenstorm in de zaal die iedereen raakt en meesleurt. Alseen goddelijke schipper heerst Lucas over bark enelementen; hij weet de uitbarstingen steeds net optijd te beheersen en damt de orkestklank in tot eenfluistering vóór elke piano-inzet. Wanda voert methem het gesprek dat in woorden nooit mogelijk is. Zijdenkt niet meer aan haar leraar, niet aan de damp vanafgunst die boven haar medestudenten hangt, nietaan haar ouders op de achterste rij. Zij voegt zichnaar het lied van Lucas, zij neemt het woord endwingt het orkest te luisteren. Zij stormt en zingt enbeitelt terwijl zij geen moment vergeet waar ze hettempo terug wil nemen, waar de belangrijke modula-tie komt, op welke plek de armspieren even moetenontspannen. Haar brein staat zo wijd open dat al dezezaken er moeiteloos in passen. Na het slotakkoordblijft ze even als verdoofd zitten. (Uit: Anna Enquist,Het geheim. De Arbeiderspers, 1996, p. 17-19, p. 58-19, p. 141-142, p. 103-105.)

20 Z A N G E N P I A N O

Page 21: LessuggestiesBW2006 gedichten

Vragen en opdrachten

6 Wanda bereidt zich voor op het optreden alsof ze eenafspraakje heeft met een minnaar. a. Wat vind je van haar voorbereidingen? b. Welke rituelen heb je zelf als je ergens zenuwachtigvoor bent?

7 De verhouding van Lucas en Wanda is los-vast. Ze voe-len zich tot elkaar aangetrokken maar willen niet gebon-den zijn. Ze praten weinig met elkaar: hun taal is de muziek. Dat blijkt ook uit de zin ‘Wanda voert met hemhet gesprek dat in woorden nooit mogelijk is.’ Verzinhet ‘gesprek’ dat Wanda en Lucas hier voeren. Beschrijfhet in woorden.

Russell Artus (1969) debuteerde met Zonder wijzers, datbekroond werd met de Debutantenprijs voor het beste de-buut van 1995. In 1999 publiceerde hij de omvangrijke enschokkende roman Onpersoonlijkheid, over jongeren dieelkaar aanzetten tot het plegen van zelfmoord. In 2004verscheen zijn roman Een zweem van onvolmaaktheid.

De hoofdpersoon van dit boek, Pascal Sjonger, wordt op-gevoed door zijn alleenstaande moeder, Pauline, en heeftdaar veel problemen mee. Hij vindt een toevlucht voorzijn problemen in de muziek.

Maar muziek speelde de belangrijkste rol in de we-reld van Pascal Sjonger, een wereld waarin nu duis-ternis heerste, waardoor alle tonen scherper werdenen helderder. David Sylvian zong over de andere kantvan het leven. Zijn nummers gingen over wanhoopen liefde, zaken die Pascal niet bijster interesseerden;hem ging het om de klanken en de emotie die ze los-maakten. Dat was vaak dezelfde: een onvoorstelbaredrang om in de muziek te kruipen, de muziek te wór-den, niet de veroorzaker ervan, zoals zovelen wilden,maar het stemgeluid, de bassen, de koele tonen vande keyboards en de slagen van de drums zelf, zodathij kon trillen door de lucht, onzichtbaar, ongrijp-baar, om altijd tussen de luisteraar en de muzikant inte blijven. Het was de muziek die de mensen ontroer-de, nooit de bijbehorende clip waarin steeds vakeruitdagende, halfgeklede vrouwen verschenen, ennooit degene met de gitaar om zijn nek, al scheenniemand dat te begrijpen als je de aantallen zag die inde stadions samendromden om een glimp op te van-gen van een in leer gestoken dwerg op een immenspodium vol licht, explosies en videoschermen (mensprak tegenwoordig eerder van een show dan van eenconcert) en die vervolgens bezweken, te zeer onderde indruk van de danscapaciteiten van hun ster, ofdie juist klaagden als de happening achteraf te weinigeen performance bleek te zijn geweest. Ja, in de mu-ziek willen kruipen, dat was beter. Beter kon hij hetniet uitleggen. Zou zijn grootmoeder dat ook zo ge-voeld hebben? Was iemand die zong trouwens dich-ter bij de muziek dan iemand die luisterde? Zij hadgezongen in de kerk. Samen met een stel anderenwas zij wekelijks te horen geweest tussen de prekenvan de pastoor. Preken over Christus, God de Vader,de Heilige Geest; met woorden over zonde, vergevingen schuld. Had zíj in de muziek willen opgaan? Of

21Z A N G E N P I A N O

Hoe word ik een succesvolle dj?

Page 22: LessuggestiesBW2006 gedichten

was het haar enkel om het geloof te doen? Wás demuziek voor haar misschien het geloof?

(…)

In de jaren die volgden ontwikkelde Pascal de ge-woonte die liedjes aan elkaar te koppelen, gewoon, inzijn hoofd, en als hij neuriede bijvoorbeeld, of floot ofzong onder de douche of op het toilet. Voor hij hetwist zong, floot of neuriede hij een nieuw liedje,soms van een heel ander genre, vaak ook uit een an-dere tijd, zonder de overgang gemerkt te hebben, enzo kon hij wel een half uur doorgaan, steeds weer ietsanders ten gehore brengen. Hij deed het niet moed-willig, het gebeurde vanzelf. Pas toen hij wat ouderwerd kreeg hij inzicht in het fenomeen, viel het hemop dat na een couplet van het ene nummer een solovan het andere paste, dat melodieën soms naadloosop elkaar aansloten, dat instrumentale uitbarstingenvaak identiek waren qua tempo en stijl en dat ietsZuid-Amerikaans goed voortborduurde op iets Engels… Hij begon singles te sparen teneinde meercombinaties te kunnen maken, en voor zijn vijftiendeverjaardag kreeg hij van Pauline een mengpaneel,waarmee hij pas echt aan de slag kon toen hij een hal-ve maand later een tweede platenspeler op de grondaantrof, overwoekerd met pepernoten en marsepein.Doemde er plotseling zo’n aaneenschakeling vantwee muziekstukken op, dan stoof Pascal zijn kamerin om wat hij in zijn hoofd had gehoord door zijnspeakers te laten weerklinken. Hij werd er heel be-dreven in. Op het laatst besefte hij dat het een soortsymbiose was van iets wat heel diep in hem zat – enwat hij voor zichzelf zijn ‘bron’ noemde – en zijn verstand, dat niet alleen de muziek moest onthoudenmaar ook nog moest zwoegen om het gehoorde zoexact mogelijk te reproduceren. Het sprak vanzelf datin deze manier van muziek maken zijn toekomst ge-legen was. Hij zou hiermee verder gaan – maar disk-jockey worden, zoals bepaalde figuren op de radio,die tussen jingles en omroepboodschappen doormeer wauwelden en geinden dan platen draaiden,daar voelde hij weinig voor, en ook het fabriceren vanremixen zoals de later fameuze Ben Liebrandt deedvond hij niets. Dat was voornamelijk knippen enplakken, kunstmatige overgangen creëren, het gingPascal net om de natuurlijke, die het gehoor niet te-gen de borst stuiten, de spontane modulaties, en datwaren vaak totaal andere dan welke je op de radiohoorde of op speciale cassettebandjes die op school inomloop waren en werden verkocht in discotheken.

Hij begint toch als diskjockey, maar stelt zich vanaf hetbegin onafhankelijk op: hij, en hij alleen bepaalt wat er ge-draaid wordt. Hij groeit langzaam in zijn rol, wordt steedszelfverzekerder.

Het eigenzinnige aan hem werd zijn visitekaartje, enop een nacht in Oisterwijk gebeurde er iets wat datnog onderstreepte, iets wat hij een paar uur later inbed heel voorzichtig zou omschrijven als eenwordingmet de muziek en wat hem als diskjockey nog popu-lairder zou maken. Het gebeurde tegen het einde vaneen trouwfeest, rond half twee. Zoals altijd stond hijachter zijn mengtafel, bezig met het opzoeken van devolgende plaat, toen hem iets merkwaardigs over-kwam: een neiging om naar de bak te grijpen metklassieke muziek. […] Thuis zou hij zich meteen aande neiging hebben overgegeven, hij vond het altijdleuk te experimenteren; maar een symfonie op eendoor alcohol gedragen feestje? Er waren grenzen,zelfs voor hem. Toch liet het hem niet los. [..]Twee platen verder, aan het begin van Donna Summers I feel Love was het inmiddels zo pijnlijk,een drang zo onweerstaanbaar, dat voordat Pascal besefte wat hij deed het zwarte vinyl van RichardStrauss al op de draaitafel lag: Salome, de laatste aria,Ah, Ich habe deinen Mund geküsst. De elpee wenteldein de rondte, de naald zweefde erboven als een mes,wachtend op het juiste tijdstip om toe te slaan. Toenving het aan. De naald viel, de schuif in het meng-paneel ging open. Pascal luisterde niet door zijn kop-telefoon waar hij precies de aria door de discohit vande negroïde zangeres moest laten horen, hij wíst het;hij controleerde de pitch niet, hij wíst dat de toeren inorde waren; hij speelde niet met bass en treble, hij wístdat het hoorde zoals alles nu klonk, zoals hij wistwanneer de schuif weer dicht moest om Donna hetalleenrecht te geven, en weer open – als zij zweeg.Daar stond hij achter de apparatuur, een paard onderzijn pikeur, een schip onder zijn kapitein, neerkij-kend op zestig, zeventig man, dan weer zoekend tus-sen zijn bandjes, cd’s, singles….dan weer schakelaarsomzettend, schuiven bedienend, bezig met draaita-fels, instellingen, knoppen, panelen, toegevend aaneen instinctieve drang die hem verloste van zijn kwel-ling. Muziek van The good, the bad and the ugly volgde.Een gregoriaans mannenkoor. Extra galm bij de pa-ters. Hardrock: live. Uitzinnig gejoel van duizendenfans. Jazz, funk, symfonische rock, disco… het eenliep over in het ander of klonk er dwars doorheen,Pascal had geen idee of het niet een afschuwelijkekakofonie was die hij over de mensen uitstrooide, eenpandemonium van wanklanken, maar dit was zijn es-sentie, zijn ware zelf en hij bouwde eraan zonder teluisteren. Valerie Dore door La colegiala door P. Lion

22 H O E W O R D I K E E N S U C C E S V O L L E D J ?

Page 23: LessuggestiesBW2006 gedichten

door Kalimba de luna door Valerie Dore. Twintig mi-nuten, een half uur... Hoe lang sprak hij de mensenin deze vorm toe? Aan het begin had hij nog even alseen schuldige een blik op de vloer geworpen, waarmen na de eerste Duitse uitroepen van Strauss’ ariawas gestopt met dansen, de gesprekken had gestaakt,en vervolgens – verwonderd, daas – de ogen had ge-richt op de krankzinnige diskjockey die, naar de mu-ziek te oordelen, met zijn platen een strijd op levenen dood uitvocht, ofschoon hijzelf kalm, welhaastachteloos zijn handelingen ermee uitvoerde – maarhij had er niets aan kunnen veranderen. Hij wilde hetook niet, men had de stroom uit moeten schakelen ofhem met geweld achter zijn draaitafels vandaan moe-ten trekken om hem te kunnen doen ophouden. Mendeed evenwel niets. Men stond verstard op de vloer ofzat als versteend aan een tafeltje, handen om de gla-zen gevouwen, sigaretten in mondhoeken. Een oberrustte met het dienblad nog boven zijn schouder te-gen de muur. De barman moest het ijsblokje hebbenvoelen smelten in zijn hand. Iedereen wachtte – ge-spannen, angstig? – op wat komen ging en het zouniemand verbazen als het een explosie was die aandeze oorverdovende klanken voorgoed en einde zoumaken.

Een explosie was het niet, het was iets anders. Meeren meer raakte Pascal in de ban van het rond-wentelende vinyl op beide spelers; ertussen zijnschuivenpaneel. Zijn ogen werden na iedere af-dwaling opnieuw getrokken naar de bewegende cir-kels. In een soort trance staarde hij ernaar. Daar lagde bron van het geluid, wist hij, en hoe simpel dezeconstatering ook was, hij had haar nog niet eerder gedaan. Het draaide rond, rond... de cassettes, decd’s, de platen, de aarde, het heelal, alles rond, allesterugkerend – een patroon.

Jubelend alsof hij de waarheid had ontdekt, terwijlvoor de tweede keer het Berliner Philharmoniker involle glorie door de luidsprekers denderde, graaidehij een plaat van IQ uit een doos en nam nu eindelijkzijn koptelefoon om het moment te zoeken waar demagische rotonde in het vinyl geperst was, daarmeehet einde van zijn performance aangevend. De vast-stelling had hem uit zijn trance gehaald, nu kwam debezegeling. Gebogen luisterde hij en werd het zweetgewaar dat over zijn rug liep, dat over zijn wenkbrau-wen in zijn ogen droop, dat stond in zijn schoenen.Even verbijsterd als de mensen aan zijn voeten hoor-de hij de apotheose aan die qua lawaai een explosiewel degelijk benaderde, drukte toen op twee knoppenwaarna van onder zijn podium een dubbele baanrook zes, zeven meter de zaal in werd gespoten, tus-sen tot standbeelden verworden feestgangers door,waar hij bleef hangen als mist. De platenspeler ro-

teerde, het kanaal ging voorzichtig open. Hij hoordeklokjes door het Ah dat hij nog een paar keer terug-haalde (zachtjes: Ah, Ich habe…, Ah, deinen Mund…),hij was zich bewust van wat er in aantocht was enwachtte geduldig totdat de gitaar de rotonde opkwam,aanzwellend in de mist die ongemerkt door de roos-ters het plafond in werd gezogen, blies toen nog eenseen fikse bundel rook langs de benen, stoel- en tafel-poten en bemerkte hoe na een tijdje alle geluid werdweggewenteld, het zaaltje uit naar buiten, waar heteeuwig zou doorklinken, in de rondte, in de rondte…

De stilte die volgde op het toneel waar alle nevel nuwas opgeklaard deed haast pijnlijk aan; bijna had Pascal zijn microfoon in de hand genomen en zichstamelend verontschuldigd, ook niet wetend wathem overkomen was, toen de man voor wie het feestwas georganiseerd zich oprichtte en begon te applau-disseren, zijn gezicht een opengesprongen bloed.Zijn bruid naast hem klapte mee, en spoedig klonkgefluit en bravo-geroep van alle kanten, overal han-den die tegen elkaar patsten. De ceremoniemeesterloste een tweede stilte op door uit te roepen: ‘Dat waseen toegift voor het bruidspaar, beste mensen. Eentoegift voor het bruidspaar; van onze muziekman’,zodat nog éénmaal het lang-zullen-zij-leven door hetzaaltje kon schallen en Pascal een diepe zucht vanverlichting slaakte en uitgeput met tintelende vingersin elkaar zakte, glunderend maar toch ontgoocheld,omdat zijn essentie, zijn ware zelf, hem weer alleenmet zijn platen en cd’s had achtergelaten. (Uit: Rus-sell Artus, Een zweem van onvolmaaktheid. Augustus,Amsterdam, 2004, p. 70-71, 127-128, 132-135.)

Vragen en opdrachten

1 ‘Het gaat om de muziek zelf, níet om de videoclip, deshow eromheen, de musicus.’ a. Mee eens? Waarom? b. Wat zou de functie kunnen zijn van een clip?c. Wat is de ‘meerwaarde’ van de show rondom een op-treden (de ‘performance’)?

2 In bijna elke religieuze bijeenkomst (kerkdiensten bijv.)speelt muziek een rol. a. Wat zijn de verbanden tussen religie en muziek ma-ken/zingen? b. Wat vind je van de uitspraak die de hoofdpersoonhierover doet?

3 Er komen enkele ‘stijlen’ van dj’s aan bod. a. Bespreek ze en geef aan waar je voorkeur naar uit-gaat. Waarom? b. Hoe zou je ‘de bron’ willen omschrijven, waar Pascalhet een aantal keren over heeft?

23H O E W O R D I K E E N S U C C E S V O L L E D J ?

Page 24: LessuggestiesBW2006 gedichten

4 a. Wat voor effecten mag je verwachten van het mixenvan muziekstijlen? Hoe staat de hoofdpersoon ertegen-over?b. Koppel je verschillende emoties aan verschillendemuzieksoorten?

5 Er zijn mensen die het een ontheiliging van klassiekemuziek vinden, als klassieke muziek wordt ‘verwerkt’tot een houseversie. Geef beargumenteerd aan waaromje het (on)eens bent met die mensen.

6 Pascal beleeft hevige emoties tijdens zijn opvallendeoptreden in Oisterwijk. a. Welke achtereenvolgens? b. Wat zijn de effecten op de mensen in de zaal?c. Welk effect heeft jouw favoriete muziek op jou?

Margriet de Moor (1941) was zangeres, studeerde kunst-geschiedenis en archeologie, gaf pianoles en maakte vi-deofilms voor ze debuteerde als schrijfster met Op de ruggezien (1988). Voor Eerst grijs dan wit dan blauw kreeg zede AKO-Literatuurprijs in 1992. In 2001 verscheen Kreut-zersonate waaruit hier fragmenten zijn genomen.

De klassieke componist Ludwig van Beethoven (1770-1827) componeerde in 1803 voor de Franse violist Rudolph Kreutzer een sonate. De Russische auteur LeoTolstoj (1828-1910) schreef in 1889 een novelle onder detitel Kreutzersonate, over een vrouw en een man die sa-men die sonate spelen en verliefd worden op elkaar. Deechtgenoot van de vrouw wordt zo jaloers dat hij haardoodt. In 1923 componeert de Tsjechische componistLeos Janácek (1854-1928) een strijkkwartet, Kreutzersona-te, waarin hij Tolstojs verhaal tot een muziekstuk ver-werkt. In 2001 schreef Margriet de Moor de roman Kreut-zersonate, waarin dit muziekstuk en Tolstojs verhaal ver-werkt zijn.

De muziekcriticus Van Vlooten, blind geworden door eenmislukte zelfmoordpoging, ontmoet op een vliegveld eenjonge musicoloog (de ‘ik’ in dit stuk). In het vliegtuig pra-ten ze over de interpretatie van klassieke muziek.

We hadden er op onze vlucht van Brussel naar Bordeaux nog ruzie over gemaakt.

‘Ach, houdt u toch op!’‘Jawel,’ was ik blijven volhouden. ‘Het telt wel

degelijk mee.’‘Welnee!’Hij haalde diep adem. Schudde zijn hoofd. Ik

begrijp zelf ook niet waarom ik iets zat te bewerenwaarin ik, in ieder geval toen, nauwelijks geloofde.

‘Het telt mee,’ herhaalde ik koppig.Me in de krappe vliegtuigstoel naar hem toe-

wendend, vatte ik opnieuw in een paar woordensamen waar dat strijkkwartet over ging. Verliefdheidvan een vrouw. Jaloezie van haar man. Medelijdenvan de componist. Ik stak er drie vingers bij op.

Hij begon zachtjes, sarcastisch te lachen.‘Zo. En dat hebt u allemaal in de partituur zien

staan?’‘Het is, eh…’, begon ik, en zocht naar een woord dat

het oneindig raadselachtige compositieproces nueens kernachtig recht zou doen. ‘Het is in de notenhineingeheimnist.’

24 H O E W O R D I K E E N S U C C E S V O L L E D J ?

Wat hoor je in klassieke muziek?

Page 25: LessuggestiesBW2006 gedichten

Nu brulde hij het uit. Hij strekte zijn benen in hetgangpad en bewoog zijn gespreide handen uit elkaar.

‘Hineingeheimnist!’ genoot hij.‘Goed,’ zei ik na een paar seconden van gepikeerd

zwijgen. ‘Leest u dan alleen even de brief waarinJanácek aan zijn aanbeden Kamila zegt dat hij bij ditwerk heeft gedacht aan de arme gekwelde geslagenvrouw over wie Tolstoj in zijn novelle schreef.’

Van Vlooten: ‘Ja ja. En zij, de muziek, brengt mijdan plotseling in de geestesgesteldheid waarin decomponist zich heeft bevonden…’

In mijn ijver merkte ik het begin van zijn woedeniet op. Zijn gedragen toon overnemend, vulde ikaan: ‘Inderdaad. Mijn geest smelt samen met die vanhem en wordt met die van hem verplaatst van de enestemming naar de andere…’ Want ook ik kende mijnRussen.

‘Zeg,’zei Van Vlooten. ‘Ik hou van iets zoets na heteten.’

‘Ja. Ik ook.’ En ik had de purser al in het vizier enwenkte hem.

Er werd ons een profiterole gebracht.‘Daar hebben we heel goed aan gedaan,’ zei de hap-

pende Van Vlooten. En toen: ‘Het medelijden van decomponist! Met alle respect, meneer, maar dat isniets dan persoonlijke warming-up. U die zo goo-chem bent, zou dat moeten weten.’

‘Dat zou u ja!’Zijn stem klonk scherp. Het was die scherpte die

mij minzaam deed vragen: ‘En als vervolg op die war-ming-up? Als vervolg op die laten we maar éventjesaannemen ongeveinsde persoonlijke opwinding?’

‘Het werk, meneer. Het terrein waar muziek is.’Ik likte mijn vingers af. Van Vlooten was bezig een

zakdoek te voorschijn te trekken. Terwijl ik een pa-pieren servetje uitvouwde, begon ik over de enormeuitwerking van de muziek op ons gemoedsleven endat de oude Grieken dat al wisten.

‘De Frygische toonsoort werd als staatsgevaarlijkbeschouwd,’ zei ik.

Hij verbeterde mij korzelig.‘U bedoelt de mixolydische. Maar ik begrijp waar u

heen wilt.’‘Muziek manipuleert,’ zei ik.‘Goed. Inderdaad.’‘Maar zij kan natuurlijk alleen iets prikkelen wat,

hoe sluimerend misschien ook, al in je aanwezig is.’Hij borg zijn zakdoek weg en stootte me vrij hard

met zijn elleboog aan.Ik vervolgde: ‘En of het u nu bevalt of niet, in dit

kwartet schuilt ontegenzeglijk iets wat van natureveel en veel krachtiger is dan dat medelijden.’

Hij zei niets en wendde zijn hoofd af alsof hij wildevoorkomen dat het gesprek verder ging.

Zacht, maar net boven het vliegtuiggeronk uit, zeiik tegen hem: ‘De jaloezie.’

Al afstand nemend van onze dialoog begon ik aanhet gekras van de altviool te denken. Dat stuk is snel,in acht dagen geschreven, dacht ik. Maar hij, Janácek,liep al jaren rond met dat verhaal in zijn kop. Er komteen moment waarop zo’n thema zich toch weer pre-senteert, blijkbaar.

Hun gesprek eindigt in een woedeaanval van Van Vlooten. Later, tijdens een masterclass in Bordeaux ont-moeten Van Vlooten, de musicoloog en Suzanne Flier,een celliste, elkaar. Suzanne Flier krijgt van de Hongaarsemaestro Lehner te horen: ‘Don’t play the notes, just humanize them’. De musicoloog stelt Van Vlooten vooraan Suzanne. Suzanne en Van Vlooten krijgen een relatieen trouwen. Van Vlooten wordt echter steeds jaloerser alszijn vrouw avond aan avond optreedt, zich samen met decollega-musici van haar strijkkwartet helemaal geeft inhun uitvoeringen voor wildvreemde toehoorders, terwijlhij blind thuiszit en op hun kind past. Hij doet een misluk-te poging om haar te vermoorden. Ze scheiden.Dan ziet de musicoloog (hier weer de ‘ik’) Van Vlootenweer terug.

Ja, en toen was het voor mijn gedachten nog maareen kleine sprong naar de leskamer met het rode tapijt in Bordeaux, vele jaren geleden aan het eindvan de ochtend, waar de beminnelijke Eugène Lehner zich over een partituur had gebogen en pas na een lange stilte een bepaalde opmerking maakte.Waar heeft de musicus, tijdens die stilte, maar geke-ken?

Ik ga het hem niet vragen, dacht ik. Ik ga die gebro-ken, gebogen figuur achter mijn rug niet vragen ofhij zijn vrouw nog weleens heeft horen spelen in datstuk, dat meesterwerk van de gevoelige scepticus, deeigenzinnige modernist Janácek die in zijn composi-tie net als veel van zijn vakgenoten nogal wat dingenverborg die niet alleen het muzikale oor zoeken,maar ook het oor dat direct samenwerkt met het oog,dan van de verhalen. Zo valt in het eerste deel voorwie dat wenst een mooie vrouw concreet visueel waarte nemen, van maat 1-45, ze is getrouwd. En in deeltwee, in het con moto met zijn al zeer onheilspellen-de tremoli, kunnen wij haar een fijn heerschap zienontmoeten, van maat 1-47, die nog eens voortreffelijkviool speelt. Geflirt: 48-67; dubbelzinnige opmerkin-gen: 68-75; het wordt ons duidelijk dat deze kennis-making allesbehalve onschuldig zal gaan verlopen,185-224. Dan volgt het derde deel, dat in zijn geheeleen calamiteit is, en zien we dat de macht van de mu-

25W A T H O O R J E I N K L A S S I E K E M U Z I E K ?

Page 26: LessuggestiesBW2006 gedichten

ziek echt niet altijd onschuldig is, zeker niet als men,8-10, Beethoven speelt.

Een ander stuk? Toen we de lopende band afstap-ten en Van Vlooten zijn hand op mijn schouder leg-de, volgde ik nog steeds bij mijzelf het derde deel, enwel de jakkerende tweeëndertigsten van de scasovka,een motief dat je bij Janácek vaak tegenkomt. Nougoed, maar hier, van maat 1-34, dient het lieve dingetje om ons de kwaaie demon voor de spelen, deellendeling die het op grootse wijze lukt om van deechtgenoot een waanzinnige te maken. De heer deshuizes, als overgeërfd personage trouwens wel ergnaar uitgevallen, valt in de klauwen van de jaloezie.

Jazeker, dacht ik, voortsjokkend met de blinde opeen halve pas achter mij aan, hij moet dat stuk inder-daad toen al meermaals hebben gehoord, het was fa-voriet op de programma’s. Maar daar, in Bordeaux,heeft het kunstwerk hem bij de schouders gegrepenen meer dan twintig minuten om en om gedraaid,totdat hij niet meer wist waar hij was. Zijn wat jedenkt dat je bent en dan toch voor een vreemde deurkomen te staan…

Toenemende waanzin, het derde deel raast verder.Getwist: 35. Geklaag: 39-59. Het andante is een beetjeeen adempauze, maar wat geschreven staat, staat ge-schreven en met een zwaar hart, 60-70, geeft devrouw zichzelf toe dat ze een zekere fantasie, 73-88,ook in het echt zou willen beleven. In het vierde deelgaat een en ander verschrikkelijk mis.

Naar de letter dit alles, ja. Maar kunstwerken bewe-gen zich naar elkaar toe en van elkaar af. Brno, herfst1923. Janácek zit aan een tafel waarvan hij onder eenvan de poten een opgevouwen stukje papier heeft ge-schoven. Hij werkt aan een stuk naar aanleiding vanTolstojs Kreuzersonate, de novelle die hem provo-ceert, ergert en zonder twijfel ook hevig bekoort. Bij-na twintig jaar heeft hij met de door liefde en jaloeziebevangen personages geleefd en ook als componist aleens aan hen gedacht. Nu noteert hij in een dag ofacht wat hij te zeggen heeft. Alles lukt meteen. Decomponist, bijna zeventig is hij, geeft de spiraal vanpassie en noodlot die zich van sonate naar novellenaar strijkkwartet beweegt een nieuwe draai.(Uit: Margriet de Moor, Kreuzersonate. Contact,Amsterdam, 2001, p.53-56, 107-109.)

Vragen en opdrachten

1 Waarvan geniet je het meest in een boek, een lied of eenander kunstwerk: van de vorm of van de inhoud? Is datvoor alle soorten kunst hetzelfde?

2 a. De musicoloog, de ikfiguur in bovenstaand frag-ment, ontdekt in de muziek van de Kreutzersonate hetverhaal van een vrouw die vreemd gaat. Van Vlootenvindt dat belachelijk. Wat vind jij?b. Probeer jij in een muziekstuk of instrumentaal num-mer (denk aan instrumentale house) een verhaal te ont-dekken, of is het ‘gewoon’ een verzameling klanken?Leg uit.

3 Probeer eens te omschrijven wat de maestro zou kun-nen bedoelen met zijn zinnetje: ‘Don’t play the notes,humanize them.’

4 Een citaat uit dit boek is: ‘Muziek zien spelen is natuur-lijk iets heel anders dan haar alleen met je oren horen.’Mee eens? Waarom?

5 Is (bijvoorbeeld) de ‘Matthäuspassion’ ‘gewoon’ eenmuziekstuk of alleen te beleven als ‘kerkmuziek’? Kort-om, bestaat muziek los van zijn context, bedoeling,functie?

6 Van Vlooten, blind, wordt verliefd als hij Suzanne deKreutzersonate hoort spelen. Is dat verliefdheid op depersoon zelf of op de vertolkster van muziek (of is datniet te scheiden)? Leg uit.

7 Zoek nu een instrumentaal nummer of muziekstuk uit,luister er goed naar en verzin een verhaal bij de muziek(wat hoor je in de muziek?). Schrijf dit verhaal op enlees het voor bij het afspelen van de muziek.

26 W A T H O O R J E I N K L A S S I E K E M U Z I E K ?

Page 27: LessuggestiesBW2006 gedichten

27D E D I C H T E R E N D E M U Z I E K

1 Lees de volgende vijf gedichten aandachtig en beant-woord bij elke tekst de volgende vragen. Het gaat omeen eerste indruk. a. Onderstreep de regel die jij het mooist of belangrijkstvindt en geef aan waarom je dat vindt.b. Beschrijf van ieder gedicht in maximaal twee zinnenwaar het volgens jou over gaatc. Wat vind je na eerste lezing het mooiste of beste ge-dicht? Zet de gedichten in een rangorde en geef steedskort aan waarom je deze keuze maakt.d. Noteer de scores van de rest van de klas en bepaalwelk gedicht favoriet is.

2 Bekijk nu elk gedicht nauwkeuriger. a. Omcirkel de regels die je niet helemaal begrijpt. Ver-gelijk in tweetallen je regels en probeer er samen uit tekomen.b. Geef nu per strofe een parafrase op het gedicht. Beantwoord daarbij de volgende vragen:• bij Vasalis: Waarom voelt de dichter zich zo, volgensjou?• bij het gedicht van Bernlef: Wat is de tragiek van depianostemmer?• bij het gedicht van Büch: Buddy Holly was een legen-darische popmuzikant die in 1959 bij een vliegtuig-ongeluk om het leven kwam. Is dat belangrijk voor hetbegrijpen van dit gedicht? Welke functie heeft die ver-melding?• bij het gedicht van Tranströmer: Is ‘Haydn’ ook ver-vangbaar door een nummer uit de popmuziek? Krijgthet gedicht daardoor een andere betekenis? Beargu-menteer.c. Wat is nu voor jou de belangrijkste regel uit elk ge-dicht?

3.Welke functie heeft de muziek in deze vijf gedichten? Wat zijn de overeenkomsten, wat de verschillen? Inwelk van de gedichten wordt de rol van de muziek vol-gens jou het best verwoord? Verklaar je antwoord.

4 Maak nu opnieuw een rangorde in waardering voor degedichten. Beargumenteer je keuze en betrek daarbij: jepersoonlijke betrokkenheid, de herkenbaarheid, de in-druk die het op je maakt, originaliteit in woordgebruiken/of zinsbouw en het gebruik van beeldspraak.

fanfarecorps

De lucht scheen blinkend door de blaren,bleek en volmaakt als glas geslepen. Met vaste manlijke gebarenwerden de horens aangegrepen.en luidkeels. zonder enig schromen spoot de muziek tussen de bomen;heldhaftig, trots. Een onverbloemde voor elk verstaanbare muziek,die aan het ademloos publiekieder gevoel met name noemde.

En even plots werd dit geklater gedempt, twee koperen kelen weenden...

– over het donkergroene watergleden twee smalle witte eenden geluidloos als een droombeeld voort-De horens, smekend en gesmoord schenen hen dringend iets te vragen,hen volgend met haast menslijk klagen

Een warm en onverwacht verdriet, eerbied voor de gewoonste dingen. neiging om hardop mee te zingen,en dan te huilen om dit lied ontstond in mijn verwend gemoed. Ik voelde me bedroefd en goed.

M. Vasalis Uit: Parken en Woestijnen, Stols, Den Haag, 1956, p. 21.

pianostemmer

net zo moeilijk als spelenzo niet moeilijker

‘het stemmen van snarente vergelijken met het splijten van haren door het oor’

er is niets tussen hem – de stemmeren zijn piano – dan ruimtegeen wonder dat hij zijn kopje koffie liet staan

de schuifdeuren gingen dichtik luisterde, hij had een droeviggezicht (trok hij zich valsheid zo aan?)

De dichter en de muziek

Page 28: LessuggestiesBW2006 gedichten

maar waar ik op wachttewas zijn slotmelodiealle noten benuttend

rijk was die en tegelijk leegteken dat hij klaar maarverder niets majeur nochmineur slechts pianostemmer was.

J. BernlefUit: Achter de rug. Gedichten 1960-1990,Querido, Amsterdam, 1997, p. 287.

i was the one (elvis aaron presley)

dat waren nog eens dagen:radio Luxemburg, dreunende zolderkamers,moeder om een boterham te vragenop een dinsdag stort Buddy Holly neermet Elvis word ik van jongen tot meneertotdat ik dinsdagochtend lees, het halfwit voorgesne-den The King is overledenik doe de voordeur goed op sloten draai de hele dag zijn zwarte overschot

mijn vriendin & the blue suede shoeszijn afgelopen

ik mis haar & een paar elpeesdie zal ik gauw gaan kopen

liefdesverdriet & Elvis doodvoortaan wordt het zingen zonder petticoat

Boudewijn BüchUit: In Gedichten, De Arbeiderspers, Amsterdam,2004, p. 85.

mr tambourine man

Zing me een liedje zanger, zing over wat voorbij gaaten zet er een muziekje onder,dan duurt het langer.

Zing me een liedje, zangeren zeg dat het over mij gaat.Zing over tien zandkorrels en de passaaten zeg dat het over mij gaat.

Ik ben al je onderwerpen, zangerkies er maar één.Ik ga mee tot je laatste strofeen dan blijf ik wel weer alleen.

Herman de ConinckUit: De gedichten. Deel i, De Arbeiderspers, Amster-dam, 1998, p. 452.

allegro

Ik speel Haydn na een zwarte dagen voel een simpele warmte in mijn handen.

De toetsen zijn willig. Milde hamers slaan. De klank is groen, levendig en kalm.

De klank zegt dat de vrijheid bestaaten dat iemand de keizer geen belasting betaalt.

Ik steek mijn handen diep in mijn haydnzakkenen doe als iemand die de wereld in alle rust aan-schouwt.

Ik hijs de haydnvlag – dat betekent:‘Wij geven ons niet over. Maar willen vrede.’

De muziek is een glazen huis op de helling waar stenen rondvliegen, stenen rollen.

En de stenen rollen er dwars doorheen maar iedere ruit blijft heel.

Tomas TranströmerUit: Het wilde plein. Gedichten 1948-1990. De BezigeBij, Amsterdam 1992, p. 53.Vertaling: J. Bernlef

28 D E D I C H T E R E N D E M U Z I E K

Page 29: LessuggestiesBW2006 gedichten

Het is weer Boekenweek!

1 De verrassende wending zit in de laatste regel.2 De kern van het fragment zit in de eerste en laatste re-

gel.

Met muziek de omgeving uitbeelden

1 Voor de hele novelle: Polak is een meester in het ellip-tisch schrijven. Ze schrijft meestal korte zinnen en gebruikt veel witregels om alinea’s aan te geven. De abrupte overgangen tussen hoofdstukken prikkelen defantasie van de lezer, die zelf moet invullen wat er ge-beurt. Opvallend is de beeldende schrijfstijl. Bijvoor-beeld het gebruik van woorden als ‘prinsessenzand’ en ‘helmgras dat lispelde in de wind’

2 Dat Erwin zich opeens niet meer kan concentreren opde muziek, terwijl hij er eerst volledig in opging. Zodrahij de nicht ziet, is de betovering van de muziek verbro-ken en lijkt hij in haar ban te komen.

3 De titel verwijst naar Erwins liefde voor muziek en naarhet jaargetijde waarin het verhaal eindigt: in de zomerlijkt hij zich langzaamaan te verzoenen met de wereldom hem heen.

4 Bijvoorbeeld: • ‘Meneer Bär streek de bovenste twee snaren tegelij-kertijd aan. Eerst leken ze ruzie te maken: ze beten ensnerpten naar elkaar – net twee vechtende katten –maar toen zijn leraar aan de knoppen draaide gleden deklanken naar elkaar toe en van het ene moment in hetandere smolten ze samen en tilden elkaar op tot een en-kele stralende, verlokkende zang’.• ‘Donderend rolden de pianotonen over Erwin heenom daarop licht en vluchtig als pas gedopte erwtjes opde bodem van de pan te stuiteren en dan weer te veran-deren in klaaglijke stemmen.’• ‘…hoe de strijkstokken hartstochtelijk over de snarenjoegen om een grondtoon te laten klinken, een lage zoe-mende toon waarop alle andere tonen konden rusten,of waar ze tegenaan konden leunen tot het hún beurtwas op te stijgen en zich te mengen met andere tonen,of er juist doorheen te breken om elkaar uitdagend ach-terna te zitten?’

6 Dat Polak alles heel beeldend weergeeft, veel figuurlijktaalgebruik, terwijl Vanlierde veel abstracter blijft, nietde muziek zelf beschrijft maar alleen wat de muziekdoét.

8 De novelle van Chaja Polak is uitgegeven als een boekvoor volwassenen, het boek van Kirstin Vanlierde is uit-

gegeven als een boek voor de jeugd van 14+. Het taalge-bruik in jeugdliteratuur is vaak wat toegankelijker voorminder ervaren lezers. Het hoofdpersonage is meestaliemand van ongeveer dezelfde leeftijd als de beoogdelezer. De laatste jaren wordt in de jeugdliteratuur meergebruik gemaakt van literaire technieken die in de litera-tuur voor volwassenen voorkomen. De grens tussenjeugd- en volwassenenliteratuur is dan ook niet scherpte trekken. Je zou deze boeken ook kunnen aanduidenals ‘cross-over’ literatuur, voor een dubbel publiek(jeugd en volwassenen).

Op muziekles: het begin van een carrière!?

1 Helmert speelt de herinnering weg aan zijn werkdag,aan zijn werk als leraar handenarbeid.

2 Johan is jaloers op de bewondering voor Helmert, om-dat zijn zoon geen woord over heeft voor zijn gitaarspeldat hijzelf veel hoger acht; en wellicht ook wel omdat hijjaloers is op het leven dat Helmert leidt.

3 Een rock-’n-rollmusicus is een zelfverzekerd man dieniet bang is van dubieuze zaken; die optimaal gebruikmaakt van het respect, de bewondering die ‘men’ heeftvoor zo’n musicus. Dus hij accepteert genadig de cadeaus die men hem geeft en de vrouwen die in zijnbed stappen.

4 Tom ‘groeit’ door zijn optreden, ‘voelt’ zich dan ineensiemand, fantaseert zich een wereld om hem heen vansucces.

5 Johan ziet zichzelf al als de succesvolle vader van eenrocktalent: als manager van zijn zoon kan hij het boei-ende leven gaan leiden dat hij nu duidelijk niet heeft;zijn zoon kan de carrière die hijzelf niet gehad heeft, als-nog gaan krijgen.

6 Tom wil dromen van succes met zijn gitaar en zijn roc-kersvermomming, maar heeft geen talent voor, en geenzin in, het eindeloos oefenen van het gitaarspelen. Hijwil kunnen spelen, maar wil het niet hoeven leren.

7 Johan is uit op bewondering van zijn zoon, en ziet danineens in zijn zoon een nieuw talent. Dat vervult hemmet geluk en trots en hij maakt grote plannen voor hensamen. Eerst is er nog eerbied om Toms inzet, dankomt er ongeduld, ergernis en woede. Het einde is te-leurstelling en verbittering.

Oude rock en hiphop

1 Ze wordt melancholisch, ze wordt één met de muziek,het lijkt of ze de sleutel tot haar eigen mysterie in han-den krijgt, maar blijft achter met een gevoel van gemisen verlangen.

2 Ze zijn zeer close: ‘mijn broer was er altijd’, maar zewordt zich bewust van de verschillen: ‘het drong tot mijdoor dat mijn broer en ik twee mensen waren in plaatsvan één’.

29A N T W O O R D E N

Antwoorden

Page 30: LessuggestiesBW2006 gedichten

3 Je had iets gemeenschappelijks, omdat je in de muziekiets van jezelf herkende en ‘dus’ over bijna alles hetzelf-de dacht. Ook nu veroorzaakt de voorkeur voor een be-paalde muzieksoort een groepsgevoel.

4 Ze herkent in het landschap iets van het liedje van Caleen raakt daardoor in de ban van zijn muziek. Dat ver-oorzaakt een gevoel van verwijdering van de anderen.

6 John Cale (1942) voegde zich in 1965 bij Lou Reed en debekende rockband The Velvet Underground, maar ginglater zijn eigen weg. Cale bespeelt verschillende instru-menten, maar vooral het gebruik van de elektrische viool geeft zijn nummers een aparte sfeer. Hij schreefook filmmuziek en zette gedichten van Dylan Thomasop muziek. Zijn solo LP Paris 1919 wordt als klassiek be-schouwd.

De Laatste Dichters1 (a) Herinneringen aan laatste schooldag, (b) herinne-

ring aan zijn vader die trompet speelt, (c) hij hoort demuziek via het lichaam van het meisje, (d) hij is nietlanger de baas over zijn gedachten, (e) herinnering aanoom Jean wiens auto hij op 12-jarige leeftijd leende, (f)hij neemt zich voor een nieuw gedicht te schrijven encontact te zoeken met de ‘Poets’.a, b en e zijn een combinatie van herinneringen en emo-ties, c en d zijn lichamelijke reacties, f zet aan tot actie.

2 Ze maken de zwarte toehoorders bewust van hun on-dergeschikte positie en roepen hen op tot actie.

4 Het verschil tussen een vader – in zijn tijd een gevierdetrompettist – die nu tevergeefs repeteert omdat zijnsoort muziek ouderwets geworden is, en een zoon dieop zoek gaat naar de muziek die bij de nieuwe generatiepast.

Slotvragen en opdrachten1 In beide verhalen roept de muziek sterke emoties op en

veroorzaakt een verandering in het leven van de perso-nages. In het tweede verhaal speelt daarbij de tekst vande muziek een veel belangrijkere rol (het meisje in heteerste verhaal zegt: ik luisterde nooit naar de betekenis,alleen naar de klank). Bovendien roept de muziek bijOmar ook een reeks herinneringen op.

Zang en piano

1 Nee. ‘Men danst om niet te schoppen’, ‘Hier wordt eeningeperkte oorlog uitgevoerd’, ‘beent Giovanni door de hel’.

2 Ze laat zich verleiden. Ze calculeert het risico in (‘schatde schade aan haar huwelijk af’) en zwicht voor de‘hoofse motoriek’ van Giovanni.

3 Nee, hij blijft zijn rol koppig volhouden, hij ‘schenkt deglazen vol’, doet alsof er niets aan de hand is, ook al ishet einde nabij.

4 Il Commendatore, de vader van Donna Anna, die ver-

moord is door Don Giovanni, komt wraak nemen in degestalte van een stenen beeld. Dit beeld is de grafsteendie door Don Giovanni is uitgenodigd.

5 Het gedicht ademt een sfeer van ingehouden agressie.De titel contrasteert met de inhoud van het gedicht. Dater gedanst wordt maskeert de strijd die er onderhuidsgevoerd wordt.

De sprong4 Zij bedoelt hiermee dat een mens pas echt karakter

krijgt in combinatie met andere mensen; als hij vrien-den krijgt dus (net als twee tonen pas duidelijk makenhoe die ene toon werkelijk is).

Het geheim2 Wanneer moeder en dochter samen musiceren, voelt

Egbert zich buitengesloten. Voor wie het hele boek gelezen heeft: Egbert weet waarWanda’s muzikale talent vandaan komt, namelijk vande minnaar van zijn vrouw, Max de Leon. Waarschijnlijkis hij jaloers omdat Wanda niet zijn eigen kind is. Mu-ziek beschouwt hij als nutteloos tijdverdrijf; hij hamerter dan ook steeds op dat Wanda eerst een echte oplei-ding voltooit.

3 Het gaat om acceptatie van de minder leuke dingen inhet leven waaraan je niets meer kunt veranderen.Emma maakt nogal wat minder leuke dingen mee: zetrouwt met de man die niet haar geliefde is, krijgt eengeestelijk gehandicapte zoon en moet haar zang (tijde-lijk) opgeven. Haar werkelijke geliefde is tijdens detweede wereldoorlog weggevoerd naar een concentra-tiekamp.

5 Dat Bouw veel specialer is, hij is uniek, terwijl ze bijpiano’s geen onderscheid maakt. Anderzijds is de ver-gelijking niet helemaal eerlijk, want op het moment datWanda piano speelt, is ze veel hechter met haar instru-ment verbonden dan ze ooit met Bouw zal zijn.

Hoe word ik een succesvolle dj?

1 c. Wellicht dat doordat meer zintuigen ‘bediend’ wor-den, het effect van de muziek indringender zou kunnenzijn.

3 a. ‘Sommige diskjockeys wauwelen en geinen meer dandat ze platen draaien.’ Anderen ‘fabriceren remixen’ … ‘maken kunstmatigeovergangen’.b. Pascals ‘bron’ is een gevoel diep van binnen, een nei-ging om ‘in de muziek te kruipen’, er compleet deel vanuit te gaan maken.

4 Hij heeft gemerkt dat ‘na het couplet van het ene num-mer een solo van het andere paste, dat melodieën somsnaadloos op elkaar aansloten, dat instrumentale uit-barstingen vaak identiek waren qua tempo en stijl endat iets Zuid-Amerikaans goed voortborduurde op iets

30 A N T W O O R D E N

Page 31: LessuggestiesBW2006 gedichten

Engels’; het gaat hem om ‘natuurlijke, spontane modu-laties’.

6 a. Het begint met een drang om klassieke muziek op tezetten. Eerst bedwingt hij die neiging maar als hij eraantoegeeft, voelt hij zich helemaal in zijn element. Evenvoelt hij zich schuldig tegenover zijn publiek, maar hijgeeft er zich helemaal aan over, in trance, tot een bijnakosmische ervaring ‘alles rond, alles terugkerend – eenpatroon’. Zijn geluksgevoel gaat over in een verbijste-ring om de apotheose. Uitgeput maar ook zeer voldaanis zijn slotstemming.b. De mensen reageren eerst verwonderd, verstard, hoegaat dit eindigen, maar men is uiteindelijk erg enthou-siast.

Wat hoor je in klassieke muziek?

3 Wellicht: ‘spelen’ is een technische handeling, ‘humani-ze’ is ‘opgaan in de muziek’, het instrument laten wer-ken als een verlengstuk van je eigen lichaam.

De dichter en de muziek

Opmerking vooraf: Het gaat in deze les niet om poëzie-analyse, maar om een korte kennismaking met enkeleeenvoudige gedichten, waarbij de lezer gevraagd wordtzijn eerste reacties weer te geven. Bij tweede lezing gaande leerlingen in tweetallen of in groepjes de teksten nauw-keuriger bekijken, zonder de diepte in te gaan. Het uitwis-selen van de verschillende leeservaringen zal moeten lei-den tot een beter verstaan.

2 b. Fanfarecorps:Een muziekcorps speelt in een park laagdrempeligemuziek, die niets te raden overlaat.Twee eenden zwemmen langs, begeleid door muziekvan hoorns.De dichter raakt ontroerd door de combinatie van eeneenvoudig beeld en eenvoudige muziek.Pianostemmer:De droevig kijkende (wordt hij verdrietig van de valseklanken?) stemmer wordt in zijn moeilijke taak als hetware. één met zijn piano. Als hij klaar is, speelt hij eenstuk muziek waarbij hij alle toetsen gebruikt. Slechtsdat ene moment tilt hem boven zijn bestaan als pianos-temmer uit, voelt hij zich even concertpianist.I was the one:De ikfiguur denkt terug aan zijn jeugd. Hij groeide opmet Elvis. Leest nu bij het ontbijt dat hij dood is endraait de hele dag zijn platen. Verlaten door Elvis èn zijnvriendin blijft hij eenzaam achter. De dood van BuddyHolly was een voorteken dat het geluk eindig is.Allegro:Als de ikfiguur piano speelt, geeft de klank hem een

machtig gevoel. Muziek is bestand tegen alle bedrei-ging. Dat geldt voor alle muziek.

3 In alle gedichten gaat het over de macht van de muziekover de mens. Muziek kan de mens gelukkig maken. BijTranströmer lijkt die invloed onaantastbaar. Bij de an-deren is de eindigheid van dat geluksgevoel sterker.

31A N T W O O R D E N

Page 32: LessuggestiesBW2006 gedichten

In deze literatuurlijst zijn zowel jeugd- als volwassenen-romans opgenomen. Er is bewust gekozen voor recentetitels omdat deze in de bibliotheek en boekhandel be-schikbaar zijn. Bij de annotaties van de jeugdromans is de leeftijdsaanduiding vermeld.

De moeilijkheidsgraad bij de afzonderlijke titels wordt alsvolgt aangegeven:* Jeugdliteratuur bestemd voor de onderbouw havo/vwo ** Volwassenenliteratuur bestemd voor de klassen 4 havo en 4 vwo*** Volwassenenliteratuur bestemd voor de klassen havo5 en vwo 5 en 6

Literatuurlijst

Artus, Russell, Een zweem van onvolmaaktheid.Augustus, Amsterdam, 2004. (316 blz.)Roman over de 21-jarige Pascal Sjonger die opgevoedwordt door zijn alleenstaande moeder. Zijn grootmoederis vermoord door een onbekende en zijn grootvader, dieeen onverklaarbare afkeer voor hem heeft, koestert eengrote liefde voor zijn moeder, op het bezitterige af. DezePascal groeit uit tot een dromerige adolescent die wanho-pig zoekt gaat naar ‘bestendigheid’. Muziek speelt daarbijeen belangrijke rol. ***

Berk, Marjan, De zelfvergrootster. De Arbeiderspers,Amsterdam, 1986. (160 blz.) De geschiedenis van mezzosopraan Mewalda van Die-ten, die zich staande moet houden temidden van Wagner,neo-fascisten, reli-pop en foute mannen. ***

Bernlef, J., Achter de rug. Querido, Amsterdam, 1997.(707 blz.)De in deze bundel verzamelde gedichten zijn door Bernlefgeschreven tussen 1960 en 1990. De gedichten gaan overalledaagse onderwerpen en hebben betrekking op lectuur,muziek of beeldende kunst.***

Bond, Klaas, Gevoelige snaren. Van Holkema & Waren-dorf, Houten, 2001. (144 blz.)Peter wil zo graag gitaarspeler worden, dat hij zich nietlaat ontmoedigen door de problemen rondom zijn aan al-cohol verslaafde vader. Vanaf 13 jaar*

Brouwers, Jeroen, Zomervlucht. Atlas, Amsterdam, 2003.(315 blz.)De niet meer zo jeugdige musicus Reinier Saltsman ont-

vangt een uitnodiging om in New York een lezing te hou-den over de abstracte werken van Johann Sebastian Bach.Gaandeweg realiseert Saltsman zich dat hij niet meer instaat is om aan zijn verstarde en nogal saai geworden le-ven nieuwe bloei te geven. **

Büch, Boudewijn, In Gedichten. De Arbeiderspers,Amsterdam, 2004. (193 blz.)Uiteenlopende gedichten over de bekende thema’s in hetwerk van Boudewijn Büch: het jongetje, de geliefde “put-to” , de beminde, gevreesde vader en Elvis Presley.**

Büch, Boudewijn, Voorgoed verliefd. De Arbeiderspers,Amsterdam, 1997. (159 blz.)Na 23 jaar onbeantwoorde fanmail lukt het Büch in 1987eindelijk contact te krijgen met Mick Jagger en hem te in-terviewen. Dit autobiografische boekje beschrijft de ob-sessie van een fan door een popidool en de invloed daar-van op zijn leven. Eerder verschenen onder de titel: Brie-ven aan Mick Jagger - 1988.**

Deelder, J.A., Jazz. De Bezige Bij, Amsterdam, 1992. (157blz.)Een tiental verhalen en ongeveer twintig korte en langegedichten, allen gegroepeerd rondom het onderwerpjazz. De teksten zijn autobiografisch en behandelen hetleven van de auteur in en met de Jazz.**

Deelder, J.A., Modern passé. De Bezige Bij, Amsterdam,1985. (133 blz.)Bundel met verhalen over Jazz, Drugs en Den Haag methet North Sea Jazz Festival als uitgangspunt. In het ver-haal ‘Moderne tijden herleven’ wordt op een zeer anekdo-tische manier verslag gedaan van het North Sea Jazz Fes-tival in 1982. Met af en toe een verwijzing naar de Jazz inde jaren vijftig.**

Duyns, Cherry, Dante’s trompet. Rap, Amsterdam, 2005.(190 blz.) Als een man, verlaten door zijn vrouw en verkerend in eenmidlifecrisis een trompetsolo hoort wil hij dit instrumentleren bespelen. **

Eijk, Inez van, Muzikaal verhaal. Agathon, Houten, 1988.(167 blz.)Bloemlezing met 63 gedichten en prozastukken, met alsthema muziek, van auteurs als Hans Warren, Maarten ’tHart, A. F. Th. Van der Heijden en anderen. **

Enquist, Anna, Het geheim. De Arbeiderspers, Amster-dam, 2002. (203 blz.)Een man komt zijn vroegere geliefde, de pianiste WandaWiericke op het spoor, die zich heeft teruggetrokken ineen bergdorp in de Pyreneeën. Haar leven wordt getekenddoor een geheim.**

32 M U Z I E K I N D E L I T E R A T U U R

Muziek in de literatuur

Page 33: LessuggestiesBW2006 gedichten

Enquist, Anna, Het meesterstuk. De Arbeiderspers,Amsterdam, 1996. (307 blz.)Een roman over de huwelijkscrisis van Ellen en JohanSteenkamer. Een crisis waarin zij verzeild zijn geraakt nade dood van hun tienjarige dochter Saar. Het geheel is ge-schreven op het stramien van Mozarts opera Don Gio-vanni. **

Enquist, Anna,De tussentijd. De Arbeiderspers, Amster-dam, 2004. (63 blz.)Gedichten geschreven naar aanleiding van het dodelijkongeluk van de dochter van de auteur. In het gedicht ‘Inmemoriam’ staat de muziek centraal**

Ferron, Louis, Toonkunst. De Bezige Bij, Amsterdam,1987. (108 blz.) In haar antwoorden op interviewvragen geeft een bejaar-de operazangeres een problematisch beeld van haar le-ven. Ze heeft alles opgeofferd voor de kunst maar de na-sleep van de oorlog breekt haar carrière.***

Geeraerts, Jef, Sanpaku. Manteau, Antwerpen/Amster-dam, 1989. (163 blz.) Een zeldzame en waardevolle cello die kort voor de Twee-de Wereldoorlog van de eigenaar gestolen wordt, is deaanzet tot een speurtocht waarin de lezer van een Japanshuis in Parijs meegevoerd wordt over Bayreuth en Ant-werpen om tenslotte terug in Frankrijk te belanden***

Hanrath, Michiel, De vleugeladjudant. De Arbeiderspers,Amsterdam, 1991. (227 blz.)De aanschaf van een cassette met platen van Chopin isvoor de hoofdpersoon de aanleiding om af te reizen naarWarschau om een zangeres te bevrijden.***

Hart, Maarten ‘t, De droomkoningin. De Arbeiderspers,Amsterdam, 1992. (212 blz.) Tijdens een nachtelijke dwaaltocht door een volkstuinen-complex herinnert een jongeman zich de vrouwen enmeisjes die een rol hebben gespeeld in zijn leven. Eéndaarvan is Renske de violiste.**

Hart, Maarten ‘t, Onder de korenmaat. De Arbeiderspers,Amsterdam, 1991. (240blz.)Een verhaal over de liefde van een componist van middel-bare leeftijd voor een jongere vrouwelijke dierenarts, blijftniet zonder problemen. Het boek staat bol van volksewijsheden en bespiegelingen over muziek.**

Hart, Maarten ‘t, Het woeden der gehele wereld. Wolters-Noordhoff, Groningen, 1998. (284 blz.)Autobiografisch verhaal dat zich afspeelt in Maassluis,waar in 1956 tijdens een evangelisatiecampagne een poli-tieagent wordt doodgeschoten. Hoofdpersoon is Alexan-der Goudveyl die na zijn studie scheikunde gekozen heeftvoor de muziek.**

Hartevelt, Hans van, In passie verdronken. In de Knip-scheer, Haarlem, 2002. (223 blz.)In elf hoofdstukken beschrijft de auteur het lijden van dehoofdpersoon Johan Keyzer: hij is zo bezeten van de mu-ziek van Johann Sebastian Bach dat dit levensbedreigendwordt.**

Hermans, Willem Frederik, Filip’s sonatine. De Bezige Bij,Amsterdam, 1980. (56 blz.)Novelle over Filip die op 9- jarige leeftijd een heel aardigesonatine componeert. Hij lijkt erin te slagen een wonder-kind te worden zowel op de piano als ook een beetje op deviool. Maar uiteindelijk neemt het verhaal een dramati-sche wending.**

Heyink, Joost, Obsessie. Van Holkema & Warendorf, Hou-ten, 2002. (160 blz.) Manipulatie, zowel in de liefde als in de platenwereld, ishet centrale thema in dit boek waarin de zanger van eenband het heeft uitgemaakt met zijn minnares. Vanaf 14jaar.*

Istendael, Geert van, Altrapsodie. : Pandora, Amster-dam,200. (140 blz.)Roman die zich afspeelt op het Vlaamse platteland en inBrussel ( periode 1920 tot 1970). De ikfiguur vertelt overzijn tante Adèle, een jonge en mooie muzikale vrouw diestuit op verzet in haar streng katholieke omgeving als zezangeres wil worden.**

Jaeggi, Adriaan, De tol van de roem. Prometheus, Amster-dam, 1995. (247 blz.) Roman waarin de opkomst en val van een muziekbandcentraal staat. Een portret van een jonge en talentvolletrompettist wiens obsessieve liefde voor zijn instrumentboven alles gaat.**

Japin, Arthur, Heijermans. International Theatre & FilmBooks, Amsterdam, 1991. (89 blz.) Muzikaal volkstoneelstuk over de Nederlandse toneel-schrijver Herman Heijermans ( 1864 – 1924). De uitgaveis totstandgekomen als tekstboek - met een aanzienlijkaantal door de tekst heen verspreide liederen - bij de op-voeringen van Het Nederlands Volkstoneel, waarover ookeen aantal bijzonderheden is opgenomen. ***

Keesing, Elisabeth, Conform afspraak. Querido, Amster-dam, 1999. (153 blz.)Detective die zich afspeelt in de wereld van het Amster-damse conservatorium waar een Russische violist onderduistere omstandigheden wordt gedood.**

Leeuw, Aart van der, Ik en mijn speelman: een luchthartigegeschiedenis. Nijgh & Van Ditmar, ’s-Gravenhage, 1981.(176 blz.)Verhaal van een jonge Franse edelman die een gedwon-

33M U Z I E K I N D E L I T E R A T U U R

Page 34: LessuggestiesBW2006 gedichten

gen huwelijk ontvlucht en met een speelman door hetland gaat zwerven. ***

Leuwsha, Tessa:, De Parbo-blues. Augustus, Amsterdam,2005.(175 blz.)Een jonge Surinaamse vrouw kijkt terug op haar jeugd inde Jordaan als kind van een Hollandse moeder en een Su-rinaamse vader. Met verwijzingen naar jazz en blues.**

Meijsing, Geerten, Veranderlijk en wisselvallig. De Arbei-derspers, Amsterdam, 1992. (312 blz.) Vijf verhalen over een onverbeterlijk en oppervlakkigevrouwenjager. In het verhaal ‘In vieren’ wordt de ikfiguurverliefd op een populaire jazzmuzikante. In ‘Quick step’staat de kortstondige relatie met een vrouw en haar huwe-lijk met een mislukte componist centraal. Meijsing kreegvoor het boek de AKO-literatuurprijs.**

Moor, Margriet de, Kreutzersonate. Contact, Amsterdam,2001. (141 blz.)Bij twee toevallige ontmoetingen vertelt een blinde mu-ziekcriticus aan een jonge musicoloog over zijn leven.Centraal staan de tot zijn blindheid leidende zelfmoord-poging na het bedrog van zijn jeugdliefde en zijn door ja-loezie vergiftigde huwelijk met de violiste Suzanna. ***

Moor, Margriet de, De Virtuoos. BulkBoek, Amsterdam,1995. (156 blz.) Historische roman over de liefde van een vrouw in Napelsvoor de mannelijke sopraan Gasparo. Ook samen met Kreutzersonate in één bundel versche-nen. (2005)***

Nobel, Elizabeth, Het talent. De Geus, Breda, 2000. (221 blz.) Roman over een viooldocent aan een Amsterdams con-servatorium die een nieuwe leerling krijgt , afkomstig uiteen Hongaarse zigeunerfamilie. Een uitzonderlijk en ei-genzinnig viooltalent dat voor de nodige problemenzorgt.**

Otten, Christine, Blauw metaal. Atlas, Amsterdam, 1995.(174 blz.)Roman over een vijftienjarig meisje dat samen met haardrie jaar oudere broer en een vriend een vakantiereis naarSchotland onderneemt. Met haar broer deelt ze een pas-sie voorgitaarmuziek. De hoofdstuktitels verwijzen naarnummers van the Velvet Underground. **

Otten, Christine, Engel en andere muziekverhalen. Atlas,Amsterdam, 2000. (199 blz.)Verhalen en essays over de rol die popmuziek kan spelenin iemands leven. Middels verschillende invalshoeken,impressies en beschrijvingen wordt uiting gegeven vande fascinatie van de auteur voor o.a. Nick Cave en JohnCale.**

Otten, Christine, De laatste dichters. Atlas, Amsterdam,2004. (446 blz.)Roman gebaseerd op de levensverhalen en het werk vande Afro-Amerikaanse dichtersgroep The Last Poets, die inde jaren zestig en zeventig van de 20e eeuw stem gavenaan de emancipatiedrang van de zwarte bevolking.**

Otten, Christine, Lente van glas. Atlas, Amsterdam, 1998.(188 blz.)Centraal staat een jonge alleenstaande moeder met eenpassie voor muziek die terugverlangt naar het geluk vanhaar jeugd. Met behulp van de muziek probeert zij weergreep te krijgen op haar eigen leven. **

Polak, Chaja Zomersonate. Vassallucci, Amsterdam,1997. (71 blz.)Verwarrende ervaringen van een elfjarige jongen aan devooravond van zijn puberteit. Alleen bij de muziekleraaren zijn vrouw vindt de jongen de houvast waaraan hij zo’nbehoefte heeft.**

Putten, Bas van, De evangelist. Contact, Amsterdam,2003. (509 blz.) Roman over een verre nazaat van Johan Sebastiaan Bachdie door zijn manische agressie voor veel problemenzorgt. De hoofdpersoon is een begenadigde pianist dievoortdurend vlucht voor zijn eigen ambities, werk en al-lerlei mensen die hem omringen. **

Romijn Meijer, Henk, Het kwartet. Meulenhoff, Amster-dam, 1985. (256 blz.)Tussen de leden van een studentenstrijkkwartet in de ja-ren vijftig blijken gecompliceerde verhoudingen te be-staan.**

Roodnat, Joyce, ’t Is zo weer nacht. Amsterdam, Contact,2001. (237 blz.)De jonge fluitist die speelt in een bioscooporkest in Rot-terdam, in de jaren dertig, is bij de dames zeer geliefd alsdanspartner. Zijn leven, waarin de muziek een belangrijkerol speelt, kent echter maar weinig vreugdevolle momen-ten na het stuklopen van zijn relatie met de Portugesedanseres Jenny. **

Rosenboom, Thomas, De mensen thuis. Singel Pockets,Amsterdam, 2001. (190 blz.) Drie verhalen over een opgroeiende jongen. Het verhaal‘De jongen met de viool’ gaat over een twaalfjarig vroeg-wijs jongetje waarvan de viooluitvoering dramatisch uitde hand loopt.***

Schippers, K., Vluchtig eigendom. Querido, Amsterdam,1993. (327 blz.)De geur die een wereldberoemde pianiste twintig jaar ge-leden opving wordt door haar beschouwt als ‘het eerste’,het begin van alles. In deze roman gaat zij op zoek naardie geur, een reis naar de verleden tijd. **

34 M U Z I E K I N D E L I T E R A T U U R

Page 35: LessuggestiesBW2006 gedichten

Sicking, Anja, Het Keuriskwartet. Contact, Amsterdam,2000. (141 ) Vier klarinettisten, drie mannen en een vrouw, vormen alsconservatoriumstudenten een kwartet. De spanningentussen de vier leiden ten slotte tot een misdaad met dode-lijke afloop.**

Storms, Ger, De bezielde viool en andere literaire verhalenover muziek. Pantha Rhei, Katwijk, 1995. (136 blz.) Een bundel met muziekverhalen van o.a. Herman Pieterde Boer, K. Schippers en Hubert Lampo.**

Terlouw, Sanne, Het strijkkwartet. De Kern, Baarn, 2000.(190 blz.)Een jonge muzikante wordt gevraagd om als violiste meete spelen in een strijkkwartet waarvan ook haar moederdeel uit maakt. Als Cécile een relatie aanknoopt met deoudste medespeler dreigt het kwartet uit elkaar te vallen.**

Vanlierde, Kirstin, Als een spiegel. Afijn, Hasselt, 2004.(249 blz.)Een beroemde blinde pianist nodigt een jonge celliste tothaar verbazing uit om samen te spelen; langzamerhandkomt zij erachter wat haar zo bijzonder maakt. Vanaf 13jaar*

Verstegen, Danny, Koppain. Davidsfonds/Infodok, Leu-ven, 2001. (181 blz.)Dagboek van een 15- jarige jongen over vier belangrijkemaanden in zijn leven waarin de zelfmoord van zijn vaderen de muziek een belangrijke rol spelen. Vanaf 14 jaar.*

Vries, Theun de, De première. Querido, Amsterdam,1990. (295 blz.) Het verhaal over Puccini bij de première van zijn opera ‘LaFanciulla del West’, New York, december 1910.***

Waaijer, Petra, Maestro muziek! : Novella, Bussum, 1994.(122 blz.) Verhalen van hedendaagse Nederlandse auteurs overmuziek **

Winter, Leon de, Serenade. CPNB, Amsterdam, 1995. (96 blz.) Een geslaagd componist krijgt te horen dat zijn moederna een operatie nog maar een jaar te leven heeft. Als zijplotseling verdwenen is reist hij haar achterna en ontdekthij de sleutel tot haar gedrag. De liefde voor zijn moederleidt tot een gewetensonderzoek dat onontkoombaarnaar een keuze voert.**

Woestijne, Wim van de, La diva. Meulenhoff, Amsterdam,1997. (126 blz.)Een man beschrijft de illusies en neergang van zijn moe-der, een operazangeres. **

35M U Z I E K I N D E L I T E R A T U U R

Page 36: LessuggestiesBW2006 gedichten

ColofonEen uitgave van Stichting Lezen, Oxford House,Nieuwezijdsvoorburgwal 328-G, 1012 RW Amsterdam,www.lezen.nl.

Coördinatie en productieStichting Lezen in samenwerking met Stichting CPNB

TekstHannie Bruijnooge, Joop Dirksen, Cor Geljon, MarianneHermans

EindredactieMartijn Nicolaas, Stichting Lezen

OntwerpAdriaan de Jonge, Amsterdam

OmslagFragment uit het gedicht ‘Music Hall 2’ uit De bezettestad van Paul van Ostaijen

Met dank aan drukkerij Koninklijke Wöhrmann B.V.,Zutphen

Stichting Lezen heeft al het mogelijke gedaan om de ver-melde gegevens op juistheid te controleren, en is niet ver-antwoordelijk voor eventuele onjuistheden hierin.

Deze lessuggesties zijn een initiatief van Stichting Lezenen zijn tot stand gekomen i.s.m. de Stichting CPNB.

Editie 2006, september 2005