Lesprogramma hygiëne

96
Lesprogramma hygiëne Onderbouw basisonderwijs Gebaseerd op materiaal van GGD Hart voor Brabant/West Brabant

Transcript of Lesprogramma hygiëne

Page 1: Lesprogramma hygiëne

Lesprogramma hygiëne

Onderbouw basisonderwijs

Gebaseerd op materiaal van GGD Hart voor Brabant/West Brabant

Page 2: Lesprogramma hygiëne

Inhoudsopgave

Docentenhandleiding Algemeen Brief docent(e) Inleiding Lessen LES 1 Lichaam wassen LES 2 Handen wassen LES 3 De WC LES 4 Haren wassen LES 5 Hoofdluis LES 6 Sport & Spel LES 7 De Leefomgeving Praatplaten Plaat 1 ‘Lekker in bad’ Plaat 2 ‘Handen wassen’ Plaat 3 ‘Haren wassen’ Plaat 4 ‘De WC’ Ouder info Introductiebrief ‘Hygiëne in de klas’ Informatieblad 1 ‘Lichamelijke verzorging’ Informatieblad 2 ‘Handen wassen’ Informatieblad 3 ‘Op luizen jacht’ Informatieblad 4 ‘Sport & Spel’

Page 3: Lesprogramma hygiëne

Werkbladen Werkblad 1 ‘Waar word je vies van?’ Werkblad 2 ‘Jongen in bad, zoek de 6 verschillen’ Werkblad 3 ‘Wat hoort waar bij?’ Werkblad 4 ‘Schoon en vies’ Werkblad 5 ‘Handen en nagels’ Werkblad 6 ‘Wat gebruik je bij het schoonmaken van je lichaam?’ Werkblad 7 ‘Stip tot stip strand’ Werkblad 8 ‘Doolhof, meisje zoekt bal’ Werkblad 9 ‘Wat hoort er NIET bij?’ Werkblad 10 ‘Jongen op hond, zoek de 6 verschillen’ Werkblad 11 ‘Jongens op strand, zoek de 6 verschillen’ Werkblad 12 ‘Man jaagt op kat, zoek de 6 verschillen’ Werkblad 13 ‘Doolhof, hond zoekt kat’ Werkblad 14 ‘Doolhof, hond zoekt bot’ Werkblad 15 ‘Rebus’ Kleurplaten Kleurplaat 1 ‘Olifant in bad’ Kleurplaat 2 ‘Jongen in bad’ Kleurplaat 3 ‘Boris en Katinka’ Kleurplaat 4 ‘Paddington in bad’ Kleurplaat 5 ‘Een vrolijk gebit’ Kleurplaat 6 ‘Pulken in je neus’ Kleurplaat 7 ‘Bij de kapper’ Kleurplaat 8 ‘Kapper PUNK’ Kleurplaat 9 ‘Paddington speelt voetbal’ Kleurplaat 10 ‘De korfbal’ Kleurplaat 11 ‘Jongen speelt voetbal’ Kleurplaat 12 ‘Honkballen’ Kleurplaat 13 ‘Touwtje springen’ Kleurplaat 14 ‘Jongen op de glijbaan’ Kleurplaat 15 ‘Met z’n allen op de glijbaan’ Kleurplaat 16 ‘Meisje op de schommel’ Kleurplaat 17 ‘Op de schommel’ Kleurplaat 18 ‘Jongen op de schommel’ Kleurplaat 19 ‘Jongen op de wipkip’ Kleurplaat 20 ‘Op de wipkip’ Kleurplaat 21 ‘Spelen in de speeltuin’ Kleurplaat 22 ‘Spelen met z’n allen’ Overig • Kleurplaat wassen en plassen • Luizen citaten • Memorie kaarten Aanbevolen boeken (ook te leen bij het Publieks Informatiepunt GGD Regio Nijmegen): - Ik wil lekker vies (Tomas Ross) - Dikkie Dik gaat in bad (Jet Boeke) - Flodderje (met liedjes-cd) (Annie M.G. Schmidt)

Page 4: Lesprogramma hygiëne

Beste leerkracht, Op school kan op een speelse manier aandacht worden besteed aan hygiëne door met de kinderen de diverse handelingen en situaties te bespreken. Het gaat daarbij hoofdzakelijk om persoonlijke hygiëne met aan het eind in les 7 een kleine uitwijking naar de leefomgeving zoals de zandbak. Ook op school moeten de kinderen zich bewust zijn van hun persoonlijke hygiëne. Door uw leerlingen o.a. aan te leren hun handen te wassen nadat ze naar de wc zijn geweest. En dat daarbij zeep een belangrijk middel is, zou kunnen leiden tot gewenst gedrag en een betere persoonlijke hygiëne voor de toekomst! Wilt u meer weten of zijn er vragen, dan kunt u terecht bij het publieksinformatiepunt (PIP). Het PIP is bereikbaar van maandag t/m vrijdag van 13.00-16.30 uur (tijdens schoolvakanties gesloten). Telefoon: 024-329 72 25.

Page 5: Lesprogramma hygiëne

Inleiding

Kinderen en wassen

Deze handleiding is bedoeld om kinderen van groep 1, 2, 3 en 4 in aanraking te laten komen met hygiëne en al wat er voor nodig is om een goede hygiëne te handhaven.

Door af en toe aandacht te besteden aan onderwerpen als handen wassen, nagels boenen en het gebruiken van zeep, kunnen leerkrachten de kinderen bekend maken met het hoe en waarom van hygiëne.

Deze handleiding bestaat uit zeven lessen namelijk:

LES 1: Lichaam wassen

LES 2: Handen wassen

LES 3: De WC

LES 4: Haren wassen

LES 5: Hoofdluis

LES 6: Sport & Spel

LES 7: De leefomgeving

Hoe kunt u de handleiding gebruiken

De opbouw van deze handleiding is als volgt. Elke les wordt aan de hand van de onderdelen ‘Doel’, ‘Materialen’ en ‘Werkwijze’ uitgewerkt. Er worden verschillende werkvormen aangeboden. De bedoeling is dat u zelf een keuze maakt uit de aangereikte ideeën. Bij enkele onderwerpen is achtergrond informatie voor de docent beschikbaar. De bij de lessen behorende werkbladen zijn achterin deze handleiding te vinden. Deze kunnen desgewenst gekopieerd worden.

Page 6: Lesprogramma hygiëne

Lichaam wassen!

Page 7: Lesprogramma hygiëne

LES 1. Lichaam wassen

Doel

• De leerlingen weten waarom ze hun lichaam moeten wassen /gewassen wordt. • De leerlingen weten hoe ze hun lichaam moeten wassen /hoe hun lichaam gewassen wordt. • De leerlingen weten dat er zeep gebruikt kan worden om je lichaam schoon te maken en lekker

te doen ruiken. Bij deze les kunt u gebruik maken van de volgende materialen: Materiaal voor de leerkracht • Praatplaat 1 ‘Lekker in bad’ • Gipspoeder • Deksel van een doos (o.i.d.) • Aarde • Vingerverf • Kleurpotloden

Materiaal voor de leerlingen • Leesboek ‘Floddertje’ • Leesboek Dikkie Dik gaat in bad • Leesboek Ik wil lekker vies! • Puzzel ‘Gezicht wassen’ • Puzzel ‘Tanden poetsen’ • Hygiëne Memoriespel • Werkblad 1 ‘Waar wordt je vies van?’ • Werkblad 2 ‘Jongen in bad’ • Werkblad 3 ‘Wat hoort waar bij?’ • Werkblad 4 ‘Schoon en vies’ • Kleurplaat 1 ‘Olifant in bad’ • Kleurplaat 2 ‘Jongen in bad’ • Kleurplaat 3 ‘Boris en Katinka’ • Kleurplaat 4 ‘Paddington in bad’ • Kleurplaat 5 ‘Een vrolijk gebit’ • Kleurplaat ‘Wassen & Plassen’

Materiaal voor de ouders

• Informatieblad 1 ‘Lichamelijke verzorging’

Werkwijze

• Voorlezen uit: ‘Floddertje’

• Kringgesprek Vertel waarom ze hun lichaam wassen - Schone huid - Voorkomt ziek worden - Niet stinken! (lekker ruiken) en waarop ze dan moeten letten. - Met ‘milde’ zeep wassen - Goed afdrogen, ook tussen de tenen Vragen die gesteld kunnen worden: - Ga je vaak in bad / onder de douche? - Vertel daar eens iets over? - Gebruik je ook zeep? Gebruikt je moeder zeep? - Vind je jezelf lekker ruiken als je gedoucht hebt? • Praatplaat 1 ‘Lekker in bad’ Wat zien de kinderen op deze plaat? Wat gebeurt er? Wat zijn ze aan het boenen? Waarmee? Waarom? Komt het hun bekend voor? Welke handelingen worden er verricht?

Page 8: Lesprogramma hygiëne

Welke handelingen kunnen er nog meer verricht worden? • Liedjes/versjes ‘Pippeloentje in bad’ Kijk wie zit daar in het bad Pippeloentje Pippeloentje En hij spettert en hij spat Hij maakt heel de kamer nat Daar zit beertje in de tobbe Mama beer gaat aan het schrobben En aan ’t wassen met een spons Foei zegt ze, dat kind van ons Zit vol modder en vol grind Wat een smerig berenkind Dat komt van ’t slootje springen Altijd doe je stoute dingen Kijk wie zit daar in het bad Pippeloentje Pippeloentje En hij spettert en hij spat Hij maakt heel de kamer nat Andere beertjes zijn veel netter Hou toch op met dat gespetter Komt de zeep weer in je ogen Zo nu zullen we je afdrogen Dan wordt Pippeloentje even Met een handdoek afgewreven Denk er om zegt moeder Beer Slootje springen mag niet meer ‘De Poedelman’ Daar is dan de poedelman Ring pingeling daar komt ie an Zijn er hier nog kindertjes met vieze vuile oren Eén twee drie daar gaat ie dan Vuile kinderen hou ik niet van Ik was alle kindertjes van achter en van voren Vader moeder geef maar op Ik doe zusje wel in ’t sop Hopla zegt de Poedelman jouw stop ik in de tobbe Kijk die groezelige Jan Hopla zegt de Poedelman Nou eerst wat groene zeep en dan maar lekker schrobbe Wat een handjes, wat een toet Wat een teentjes zwart als roet Dan komt kleine Bobby met zijn ongepoetste tanden Geen gezeur en geen gehuil Goeie help wat ben ik vuil Alle kinderen uit de buurt neem ik onderhanden Ringpingeling daar gaat ie dan Hij gaat weg de Poedelman Zijn nu alle kindertjes weer netjes en weer helder Weet je ik geloof van niet Ik geloof dat kleine Piet Stiekem weg gekropen is misschien wel in de kelder

Page 9: Lesprogramma hygiëne

‘Was je buik’ (4x) Was je buik en was je benen Was je voeten en je tenen Was je hoofd en was je handen Kam je haren, poets je tanden Wassen en plassen dat is heel gewoon Elke dag weer lekker schoon Wassen en plassen dat is heel gewoon Elke dag weer lekker schoon ‘Kabouter Plop in bad’ Kabouter Plop zit in bad Hij is nat helemaal nat Hij wast zijn lip en ook zijn benen En daarna wast hij zijn tenen Kabouter Plop zit in bad Hij is net helemaal nat Plons plets plats blub blub spetter spetter (2x) Kabouter Smul zit in bad Hij is nat helemaal nat In bad zit hij taart te eten Hij krijgt buikpijn zeker weten Kabouter Smul zit in bad Hij is nat helemaal nat Plons plets plats blub blub spetter spetter (2x) Kabouter Lui zit in bad Hij is nat helemaal nat Hij zucht en begint te gapen En daarna ligt hij te slapen Kabouter Lui zit in bad Bij is nat helemaal nat Plons plets plats blub blub spetter spetter (2x) Kabouter Klus wil niet in bad Hoor je dat, hoor je dat Hij zegt ‘Ik was me wel eens later’ Want hij is zo bang voor water Kabouter Klus wil niet in bad Niet in bad, wil niet in bad Plons plets plats blub blub spetter spetter (6x) ‘In bad’ (2x) Nu ben ik het zat alle kinderen gaan in bad. Dus allemaal in badibadi bad dan wordt je lekker nat. En schoon, heel gewoon! ‘In bad’ Ik ga in bad wie gaat er mee Het is nog fijner dan de zee

Page 10: Lesprogramma hygiëne

Je kunt er met z’n tienen in Het water komt tot aan je kin En soms nog wel eens hoger Als je groot bent zit je droger Zo ongeveer tot aan je rug Maar eerst je kleren uit en vlug (2x) Het water is een beetje nat Wat hindert dat Ik ga in bad wie durft het aan Er is alleen een koude kraan We moeten zingen allemaal Het klinkt dan net als in een zaal We dansen en we springen Het wordt wel een beetje dringen Je krijgt de kriebels langs je rug Maar eerst je kleren uit en vlug (2x) Precies dus in je blote gat Dat is me wat Ik ga in bad, gaan jullie mee Zijn jullie soms bang voor water? Nee toch? ‘Piet de smeerpoets’ Piet de smeerpoets Ga je toch eens wassen Piet de smeerpoets Domme domme Piet Waarom was jij je handen niet Piet, piet, wat een verdriet Piet de smeerpoets Ga je toch kammen Piet de smeerpoets Domme domme Piet Waarom kam jij je haten niet Piet, Piet, wat een verdriet • Boek lezen

Lees uit: Floddertje • • • Maak een voet of hand afdruk In een deksel van een doos of iets anders met een opstaande rand leg je vochtige aarde. De leerling kan zijn voet of hand er in plaatsen en goed aandrukken, zodat er een duidelijke vorm ontstaat in de aarde. Meng het gipspoeder met water en maak er een halfdikke pap van. Giet deze vervolgens in de voet c.q. hand afdruk. Laat het gips hard worden. Haal de afdruk eruit. Nu kan de leerling zijn eigen voet c.q. hand gaan schilderen met vingerverf (of iets anders) Er kan ook een opdracht aangekoppeld worden, bijvoorbeeld als hun voet toch smerig is benadrukken dat ze hem goed wassen en goed afdrogen. Of dat ze op de afdruk van hun hand nagels moeten aanbrengen etc.

Page 11: Lesprogramma hygiëne

• Puzzel ‘Gezicht wassen’ en ‘Tanden poetsen’ te bestellen bij www.rolf.nl

• Memoriespel Voor voorbeelden van de kaartjes zie deze handleiding.

• • Deel Werkblad 1 ‘Waar word je vies van?’ uit en lees de instructies voor de leerlingen

hard op voor. De bedoeling is dat de leerlingen om de diverse tekeningen cirkels zetten, waarvan zij denken dat je smerig wordt. Vragen die klassikaal of individueel behandeld kunnen worden: 1. Weet je nog andere dingen waar je vies van wordt? 2. a) Welke WC kiest Sofie?

b) Waarom? c) Wat doet Sofie als ze klaar is met plassen?

• Deel Werkblad 2 ‘Jongen in bad’ uit en laat de zes verschillen op zoeken. Daarna kan

de plaat ingekleurd worden. • Deel Werkblad 3 ‘Wat hoort waar bij?’ uit.

Het is de bedoeling dat de leerlingen bij iedere regel tekst opzoeken welk tekeningetje daarbij hoort. De regel van eventueel voorgelezen worden, waarna iedere leerling voor zichzelf een lijntje van die regel naar de tekening maakt. Ook kunnen de woorden van de tekening opgeschreven worden.

• Deel Werkblad 4 ‘Schoon en vies’ uit en geef aan dat bij het bovenste plaatje alles

blauw ingekleurd mag worden wat die ochtend gewassen is. In het onderste plaatje is Sofie die dag weer smerig geworden en nu mogen ze alles in kleuren met verschillende kleuren wat smerig is geworden. Stel aan het eind klassikaal de vraag: ‘Hoe wordt Sofie weer schoon?’

• Deel een kleurplaat uit. Kies daarbij uit:

1 ‘Olifant in bad’ 2 ‘Jongen in bad’ 3 ‘Boris en Katinka’ 4 ‘Paddington in bad’ 5 ‘Een vrolijk gebit’ of de kleurplaat ‘Wassen & Plassen’

• Geef Informatieblad 1 ‘Lichamelijke verzorging’ voor ouders /verzorgers mee aan

leerlingen.

Gipspoeder is verkrijgbaar bij iedere hobbywinkel!!!

Page 12: Lesprogramma hygiëne

Handen wassen!

Page 13: Lesprogramma hygiëne

LES 2 . Handen wassen

Doel

• De leerlingen weten wanneer ze hun handen moeten wassen. • De leerlingen weten hoe ze hun handen moeten wassen. • De leerlingen weten waarom ze hun handen wassen. • De leerlingen leren hun nagels schoon te maken. Bij deze les kunt u gebruik maken van de volgende materialen:

Materiaal voor de leerkracht

• Praatplaat 2 ‘Handen wassen’ • Nagelborstel • Nagelschaartje • Nagelvijltje • IJzerdraad • Afwasmiddel • Bakjes of afwasteiltje • Zeep • Kleurpotloden

Materiaal voor de leerlingen

• Leesboek ‘Floddertje’ • Leesboek "Ik wil lekker vies" • Werkblad 5 ‘Handen wassen’ • Kleurplaat 6 ‘Pulken in je neus’ Materialen voor de ouders • Informatieblad 2 ‘De kinderhanden’

Werkwijze • Praatplaat 2 ‘Handen wassen’ Wat zie je op deze plaat gebeuren? Handen wassen met zeep en een nagelborstel. Doe jij dit ook? Waarom gebruiken we een nagelborstel? (demonstratie geven) • Kringgesprek Vertel wanneer de handen gewassen moeten worden en waarom. - Na de wc - Voor het eten - Na het spelen - Voor het slapen gaan etc. Omdat je heel veel en ook vaak smerige dingen met je handen aanraakt tijdens het spelen en door die smerigheid kun je ziek worden als je handen niet gewassen hebt en ze in je mond stopt. Vragen die gesteld kunnen worden: - Wie wast vaak zijn handen? - Wanneer was jij je handen? - Doe je dat met zeep? - Vertel er eens iets over? • Voorlezen Gebruik het boek: ‘Floddertje’ Dit verhaaltje kan worden gelezen door de docent, de leerling of worden beluisterd. • Verhaaltjes ‘Zeep eten’ (uit: Dikkie Dik) Dikkie Dik is aan het spelen in de keuken bij het aanrecht. En op het aanrecht ligt een stukje zeep.

Page 14: Lesprogramma hygiëne

Mmm..lekker. Dikkie Dik ruikt. Hé, dat ruikt naar bloemetjes. Zou je ’t kunnen eten? Dikkie Dik begint te likken aan de zeep. Hé, bah, wat vies! Gauw een slokje water. Oooo Dikkie Dik begint helemaal te schuimen. Zeep moet je ook niet eten Dikkie Dik. Zeep is om je te wassen. Lange Nagels (uit: Dikkie Dik) Een muis. Dikkie Dik ziet een muis in huis. Nou muizen, daar is Dikkie Dik dol op. Hij rent achter de muis aan. Hij neemt een sprong…boem op zijn neus. Wat een pech. Hij is gestruikeld over ’t tapijt. Hé, Dikkie Dik zijn nagels zijn een beetje te lang. Hij blijft een beetje in ’t tapijt haken. Ze moeten even korter worden gemaakt, denkt Dikkie Dik. Dan kan ik beter op jacht gaan. Weet jij hoe poesen dat doen? Dan gaan ze ergens aan krabbelen. Aan een grote stoel bijvoorbeeld. Wat..oh oh oh…ben je gek geworden Dikkie Dik! Je maakt die hele stoel kapot. Ga maar naar buiten hoor als je lange nagels hebt. Een boom is veel beter dan een stoel om je nagels kort te krabben. ‘Nagels bijten’ (uit: Barend Bluf) Barend Bluf beet op zijn nagels alle dagen Barend Bluf had steeds zijn vingers in zijn mond. Moeder zei: "Je moet niet op je vingers knagen, Hou toch op mijn jongen, het is ongezond." Barend Bluf die bleef maar op zijn vingers knagen Barend Bluf die nam het alles nogal licht. En hij liet zijn moeder elke dag maar vragen. Vingers zonder nagels zijn een naar gezicht. Toen is er voor Barend Bluf een dag gekomen Dat hij heel zijn armen afgekloven had. Maar gelukkig voor hem had hij liggen dromen. Maar daarmee was hij dat nagels bijten zat.

‘Bellen blazen’ (uit: Jip en Janneke 2) Kijk, zegt Janneke. Zo moet je doen. Ik zal je leren hoe je moet bellen blazen. En Janneke neemt de pijp. En ze steekt de pijp in het zeepsop. En dan blaast ze. Er komt een hele mooie bel. Janneke houdt op met blazen. Mooi hè? Zegt ze. Heel mooi zegt Jip. Daar gaat de bel. Hij vliegt de lucht in. Hij gaat heel zachtjes naar boven. En de zon schijnt er in. En de bel is mooi paars, en roze. Nu gaat Jip het proberen. Het is niet moeilijk. Hij blaast ook een grote zeepbel. Maar Jip wil de bel nog groter, en nog groter. En dan fffft daar spat hij uit elkaar. Hèèè, zegt Jip. Wat jammer. Je maakt hem te groot, zegt Janneke. Dan gaat hij kapot. Jip is nu heel voorzichtig. Kijk, hij blaast de ene bel na de andere. En Janneke ook. Nu zit er een op Jips haar. O, wat leuk. Fffft, daar spat hij weer. Nu komt Takkie erbij. Niet aankomen, Tak, zegt Janneke. Maar Takkie vindt het heel gek. Hij wordt boos op de bellen. Hij hapt ernaar. En hij blaft heel hard. En hij hapt alle bellen stuk. Niet doen, Tak, roept Jip. Maar Takkie vindt het een leuk spel. Zodra er een bel geblazen is, zegt Takkie: Hap. Stoute hond, zegt Jip. En hij gooit Takkie nat. Met het zeepsop. Jeng jeng jeng, jankt Takkie. Zie je nou, zegt Jip. Dat gebeurt er met stoute hondjes. En Takkie loopt weg, met zijn staart tussen zijn pootjes. En dan kunnen Jip en Janneke weer verder gaan. • Liedjes/versjes ‘Handen wassen voor het eten’

Page 15: Lesprogramma hygiëne

Handen wassen voor het eten Voeten vegen op de mat Tanden poetsen niet vergeten Zo nu gaan we fijn in bad Wassen wassen telkens weer Wacht maar tot ik groot ben Dan was ik me niet meer Wassen wassen telkens weer Wacht maar tot ik groot ben Dan was ik me nooit meer ‘Wordt wakker en was je handen’ Wordt wakker en was je handen Wordt wakker en poets je tanden Wordt wakker en kleed je aan Om naar school toe te gaan Wordt wakker en was je handen Wordt wakker en poets je tanden Wordt wakker en kleed je aan Om naar buiten te gaan ‘Nageltjes knippen’ Nageltjes knippen, nageltjes knippen Ook al zijn ze klein Nageltjes knippen, nageltjes knippen Dat doet echt geen pijn Eerst mijn handjes dan mijn tenen Refrein: Knip knip knip ze zijn verdwenen Nageltjes knippen, nageltjes knippen Knippen met en schaar Knip knip knip ’t is klaar Eerst mijn handjes dan mijn tenen Refrein Nageltjes knippen, nageltjes knippen Ook al zijn ze klein Nageltjes knippen, nageltjes knippen Dat doet echt geen pijn Eerst mijn handjes dan mijn tenen Refrein

Page 16: Lesprogramma hygiëne

‘Het handen waslied’

• Schoner met zeep! Een oefening om de werking van zeep te demonstreren. Laat de kinderen eerst hun handen zichtbaar smerig maken, waarna ze onder de kraan proberen hun handen schoon te krijgen. Herhaal het smerig maken en gebruik nu zeep om de handen te reinigen. Eventueel kan de demonstratie nagels schoonmaken in de praktijk getoond en uitgevoerd worden. Conclusie: Zeep haalt zichtbaar makkelijker het vuil weg dan alleen water. Vuil onder de nagels kan verwijderd worden met een nagelborsteltje. • Bellen blazen In een afwasteiltje of een ander bakje afwaswater maken en dat gebruiken om bellen te blazen. Met ijzerdraad kunnen vormpjes gemaakt worden om deze vervolgens door het afwaswater te halen en proberen een bel te blazen. Begin met kleine vormpjes en doe het één keer voor.

Page 17: Lesprogramma hygiëne

• Deel Werkblad 5 ‘Handen wassen’ uit en laat de leerlingen hun eigen handen

bestuderen en intekenen welke nagels vies en welke schoon zijn. Bespreek hoe nagels schoon gemaakt kunnen worden. (nagelborsteltje, vijltje en nagelschaartje)

• Deel kleurplaat 6 ‘Neus pulleken’ uit. • Geef Informatieblad 2 ‘De Kinderhanden’ voor ouders /verzorgers mee aan de leerlingen

Page 18: Lesprogramma hygiëne

De W.C.!

Page 19: Lesprogramma hygiëne

LES 3 De WC

Doel

• De leerlingen weten dat ze hun handen het beste met zeep kunnen wassen, nadat ze naar de WC zijn geweest.

• De leerlingen weten dat ze het beste op de wc kunnen gaat zitten voor hun behoefte, ook de jongens.

• De leerlingen weten dat ze wc papier moeten gebruiken. Bij deze les kunt u gebruik maken van de volgende materialen:

Materialen voor de leerkracht

• Praatplaat 3 ‘De WC!’ • Ontbijtkoek • Kommetjes • Plastic zakjes • Kleurpotloden

Materialen voor de leerlingen • Playmobil ‘De badkamer’ • Kleurplaat ‘Wassen & Plassen’ • WC rollen

Werkwijze

• Kringgesprek Vertel iets over het naar de WC gaan en welke handelingen het nodig maken je handen te wassen. − handen van de bril − billen afvegen Vragen die gesteld kunnen worden: − Wie weet wat een WC is? − Wat doe je op een WC? − Wie van de jongens zit op de bril als hij gaat plassen? − Gebruiken jullie WC papier? • Praatplaat 3 ‘De WC’ Wat gebeurt er op deze plaat? Waarom zou het jongetje zijn handen wassen? Welke dingen zie je nog meer? (bijv. handdoek om je handen goed af te drogen, wc papier, zeeppompje voor goed schone handen etc.) Verhaaltje ‘De rol WC papier’ (uit: Dikkie Dik) Dikkie Dik die probeert een vlieg te vangen. Dzzzzzz….. de vlieg zoemt de WC in. Dikkie Dik neemt een sprong en dan glijdt die uit. Valt op zijn rug en hij krijgt een rol WC papier boven op zijn kop. De rol WC papier rolt weg de WC uit, de gang door de kamer in. Ha een nieuw spelletje denkt Dikkie Dik. Wat een boel papier. En hij speelt tot de WC rol helemaal is afgerold. Dan blijft een lege WC rol over. Wat kun je daarmee doen? Je kunt ‘m op je hoofd zetten Dikkie Dik. Of er trompet op spelen. Of je kunt ‘m gebruiken als verrekijker.

Page 20: Lesprogramma hygiëne

• WC bezoek Ga met de leerlingen naar de WC’s en ligt daar de gang van zaken toe, zoals - Jongetjes op school moeten gaan zitten plassen omdat hier veel kinderen naar de WC gaan

en het anders een smeerboel wordt /is. - Als ze niet gaan zitten dan tenminste de bril omhoog zetten. - Gebruik WC papier demonstreren en het leren afscheuren van de rol.

• Poep maken Geef iedere leerling een plak ontbijtkoek en een kommetje water. Laat ze de ontbijtkoek met een beetje water kneden. Hiermee kunnen ze een drol maken. Om diverse vormen te krijgen kan er gebruik gemaakt worden van een plasticzakje waar een puntje uit is geknipt.

• WC rollen lol Met lege WC rollen kan geknutseld worden (verzamelen). Bedenk leuke items met veel handvaardigheids elementen als verven, knopen, plakken etc. • Playmobil ‘De badkamer’ Deel kleurplaat ‘Wassen & Plassen’ uit.

Deze instructie regelmatig herhalen voor de groepen 1 en 2 door de instroom van nieuwe leerlingen!

Page 21: Lesprogramma hygiëne

Haren wassen!

Page 22: Lesprogramma hygiëne

LES 4. Haren wassen

Doel

• De leerlingen weten dat hun haren eens per week gewassen moeten worden met shampoo. • De leerlingen weten waarom ze hun haren wassen /gewassen worden. • De leerlingen weten dat hun haren regelmatig geborsteld of gekamd moeten worden. • De leerlingen weten waarom ze hun haren regelmatig kammen of borstelen. Bij deze les kunt u gebruik maken van de volgende materialen: Materiaal voor de leerkracht • Praatplaat 4 ‘Haren wassen’ • Kleurpotloden • Schaar

Materialen voor de leerlingen

• Leesboek ‘Floddertje’ • Playmobil ‘De badkamer’ • Puzzel ‘Haren kammen’ te bestellen bij www.rolf.nl • Werkblad 6 ‘Zoek de verzorgingsspulletjes?’ • Kleurplaat 7 ‘Jongetje bij de kapper’ • Kleurplaat 8 ‘Kapper PUNK’

Werkwijze

• Praatplaat 4 ‘Haren wassen’ Wat is er te zien op de plaat? Haren in soppen, shampoo, uitspoelen en de haren kammen. Herken jij alle handelingen? Vind je het leuk dat je haren gewassen worden? • Kringgesprek Vertel waarom de haren gewassen moeten worden. - vette haren - stof en ander vuil - oogt onverzorgd en kan gaan stinken Vragen die gesteld kunnen worden: - Wie wast zijn haar iedere week of nog vaker? - Vertel daar eens iets over? - Wat kun je allemaal doen met je haar? • Voorlezen uit: ‘Floddertje’ • • • Verhaaltje ‘Kappertje spelen’ (uit: Jip en Janneke 2) Jip moet naar de kapper. Maar hij wil niet. Hij gaat in de tuin zitten. En hij schopt tegen een steen. Ik wil niet, zegt hij. Ik ga toch lekker niet. Zal ik je haar knippen, zegt Janneke. Met een schaar? Ja, zegt Jip, dat is goed. Janneke haalt de schaar. Uit moeders naaidoos. En zij komt ermee in de tuin. Nou moet je heel stil zitten, zegt ze. Jip zit heel stil. Knip knap doet de schaar. Au, roept Jip. Stil zitten, schreeuwt Janneke. Ze knipt en knipt en ze knipt. Jips haar valt op de grond. Is het nog niet klaar? vraagt Jip. Nee, zegt Janneke. Het wordt zo raar, net een trap. Ik wil het in de spiegel zien, zegt Jip. Hij gaat naar binnen. Hij kijkt in de spiegel. Zijn haar is zo gek. Overal zijn plukken uit.

Page 23: Lesprogramma hygiëne

Moeder komt binnen en roept: Jakkes. Wie heeft dat gedaan? Ik, zegt Janneke. Maar het is nog niet klaar. Er moet nog meer af, Jip. Nee, zegt moeder, Jip moet heel gauw naar de kapper. Dat kan niet zo. Dan moet Jip toch naar de kapper. En de kapper knipt hem helemaal kaal. Zo kaal als een knikker. En Jip is zo boos op Janneke. Zo boos! Hij zegt: Nou ga ik Jannekes vlechtjes afknippen. Hij pakt de schaar. Maar waar is Janneke? Zij is nergens te vinden. Nergens, nergens. Janneke is weggekropen. Zij is bang voor Jip. • Liedjes/versjes ‘De Kapper’ (2x) Dag meneer de kapper Mijn haren zijn te lang Wilt u ze even knippen Want ik ben echt niet bang Knip knip knippen maar Beste kapper pak je schaar Knip knip knippen maar Ik ben klaar! Knip knip knip knip Knip knip knip knip ‘Haren wassen’ Haren wassen, haren wassen Ja dat moet gebeuren Haren wassen, haren wassen Honderdduizend keer Haren wassen, haren wassen En ik mag niet zeuren Haren wassen, haren wassen Steeds maar weer Stamp stamp Wat een ramp Al die shampoo op je kop Stamp stamp Wat een ramp Al die shampoo hou toch op! Haren wassen, haren wassen Ja dat moet gebeuren Haren wassen, haren wassen Wat een pesterij Haren wassen, haren wassen En ik mag niet zeuren Haren wassen, haren wassen Niks voor mij (2x) Stamp stamp Wat een ramp Al die shampoo op je kop Stamp stamp Wat een ramp Al die shampoo hou toch op! ‘Een kam door mijn haar’ Een kam door mijn haar Ik moet uit dus ik haal

Page 24: Lesprogramma hygiëne

Een kam door mijn haar Als ze mij zien Nou dan staan ze versteld Ik ben de held Mijn lach of mijn toet En mijn haar zit zo goed En daarom kam ik mijn haar Ja een kam door mijn haar Kam kam kam mijn haar (3x) Ja ik kan mijn haar Een kam door mijn haar De wereld wacht tot ik mijn haar heb gedaan Ze zullen fluiten als ik mij zo vertoon Buitengewoon Ze roepen luidt He, je ziet er goed uit! En daarom kam ik mijn haar Ben haast klaar nog een kam door mijn haar Als ik klaar ben met een kam door mijn haar Zien ze mij van mijn beste kant Kam door mijn haar (5x) ‘Wie weet waar mijn borstel is?’ Elke ochtend is het weer mis Wie vertelt me waar mijn borstel is. Ligt ie op mijn hoofd? Nee daar ligt ie niet op. Ligt ie onder een bord? Nee daar is ie niet verstopt. Als je weten wil waar je borstel is kijk dan eens in, kijk in de la. Ligt ie op de grond? Nee niet op de grond Ligt ie onder de deur? Zeg stop met dat gezeur. Als je weten wil waar je borstel ligt, kijk dan een in, kijk in de la. Onder en in en op zijn plaatsen waar een ding kan zijn. Zijn onder en op het niet dan moet het in wel zijn. Ligt ie onder de stoel? Nee daar ligt ie niet onder Hij is kwijt hoor en dat is geen wonder. Als je weten wil waar je borstel ligt, kijk dan eens in, kijk in de la. Hij ligt d’r in Ja in de la. Daar ligt ie in! • Puzzel ‘Haren kammen’ • Playmobil ‘De badkamer’ • Deel Werkblad 6 ‘Zoek de verzorgingsspulletjes!’ uit.

In dit blad staan twee items die iets te maken hebben met haar en haarverzorging. Laat ze opzoeken en omcirkelen of inkleuren.

Page 25: Lesprogramma hygiëne

Er staan ook nog drie items in die met persoonlijke hygiëne te maken hebben. Laat ook deze opzoeken en vertel er iets bij. Daarna kunnen de plaatjes gekleurd worden.

• Deel een kleurplaat uit. Kies daarbij uit: 7 ‘Jongetje bij de kapper’ 8 ‘Bij kapper PUNK’

Page 26: Lesprogramma hygiëne

Hoofdluis!

Page 27: Lesprogramma hygiëne

LES 5. Hoofdluis

Doel • De leerlingen weten wat hoofdluis is. • De leerlingen weten hoe overdracht tot stand kan komen. • De leerlingen weten dat er jeuk mee gepaard kan gaat. Bij deze les kunt u gebruik maken van de volgende materialen: Materiaal voor de leerkracht • Luizenkam • Knutselmateriaal als pijpenragers, wol, stof etc. • Lijm

Materiaal voor de ouders

• Informatieblad 3 ‘Op luizen jacht!’

Werkwijze • Kringgesprek

Vertel wat hoofdluizen zijn en hoe ze overgedragen kunnen worden. - jassen op de gang - haren tegen elkaar - petjes delen Vertel dat luizen juist schone haren lekker vinden en dat je dus géén viespeuk bent als je luis hebt!

Vragen die gesteld kunnen worden: - Wie heeft er wel eens hoofdluis gehad? - Had je toen jeuk? - Vertel er eens over? - Wie weet hoe een hoofdluis eruit ziet? (laat tekening zien)

• Liedjes/versjes ‘Lijf te lijf’ We gaan de luis te lijf (4x) Ik stond vanmorgen op met erge kriebels op mijn kop Mijn moeder zei ,Hup was je haren’ Was ik snel mee klaar Maar later op de dag kwam het net zo snel weer terug Ik dacht eerst aan een vlo en later dacht ik aan een mug We gaan de luis te lijf (4x) Ik werd gecontroleerd en er bleek dat ik luizen had Ik schaamde me en ging drie keer uitgebreid in bad En nu heb ik alle middeltjes uitgebreid getest Het hielp allemaal niets En in de klas wordt ik gepest We gaan de luis te lijf (4x) Professor Tom die is zo dom Die kan d’r niks aan doen Hij zit zelf met handen in het haar die grote oen

Page 28: Lesprogramma hygiëne

en nou is het de vraag aan alle kinderen uit ’t land zoek mee naar de oplossing want het loopt uit de hand We gaan de luis te lijf (8x)

‘Luizendokter Tom’ Mijn naam is luizendokter Tom De mensen vinden mij maar dom. Professor wat bent u een oen U kunt niets aan de luizen doen?! Hoewel ik veel van luizen weet En bijna alles van de neet. Doet dit probleem mij veel verdriet. De luis uitroeien lukt mij niet. Kriebel krabbel krab Er lopen luizen in mijn lab Oei oei oei oei Wat een gezeur wat een geknoei ‘Duizenden luizen’ Duizenden luizen die dolen door de school. Had ik maar geluisterd maar ik lap het aan mijn zool. Dat die duizenden luizen naar huizen kunnen gaan. Het ene na het andere hoofd en nou daar zit je dan met… Refrein: Luizen op mijn kop, luizen op mijn kop, kribbel krabbel wanneer houdt het nou eens op. Luizen in mijn haar, luizen in mijn jas loopt het door de hele klas. Wij zijn duizenden luizen. Wij reizen door de klas. Luizen in de jassen en jassen rij aan rij. Jullie zijn een heerlijk paradijs voor luizen zoals wij. We vieren feest op hoofdjes van kinderen zoals jij Ha Ha Refrein Duizenden luizen die sluipen door de klas. Druilende kinderen die krijgen allen last Want de luizenploeg die langzaam aan gaat heersen in de stad De meester zit met zijn hand in ’t haar en denkt: ‘He, wat was dat!?’ Kriebel op mijn kop, kriebel op mijn kop. Wanneer houdt het nou toch eindelijk eens op. Kriebel op mijn hoofd, kriebel in mijn haar O wat is dat vreselijk naar. Refrein ‘Lekker kriebelen’ Lekker kriebelen, kriebelen, kriebelen Lekker kriebelen, kriebelen, kriebelen

Page 29: Lesprogramma hygiëne

We zijn van die kriebelbeestjes En we vieren onze feestjes Op de kinderkopjes in de klas We kruipen over mensen jas Lekker kriebelen, lekker kriebelen ‘Het luizenlied’ O wat een kriebel op mijn kop er lopen duizend luizen op. Wat een gejeuk is dat zeg ga nou toch eindelijk eens weg. ‘K heb alles al geprobeerd maar het ging allemaal verkeerd. Is het geen schande dat ik luizen heb. Ik heb een lui lui lui lui luizenhoofd. Ze maken me nog dol. Straks sla ik nog op hol. Ik heb een lui lui lui lui luizenhoofd. Hoe lang hou ik dit nog vol. Ik vind ’t heerlijk op school al is de klas lokaal te vol. Met al die koppies in de klas voel ik me reuze in mijn sas. Ik lift zo mee met een jas, puntmuts of sjaal langs alle kinderen in ’t klas lokaal. Ik ben een lui lui lui lui luizenbeest. En heb je me ontdekt nou dan begint het feest. Ik ben een lui lui lui lui luizenbeest. Ik ben weer terug van weggeweest. Je hoeft je niet te schamen hoor ’t komt op de beste hoofden voor. Kom op want samen staan we sterk koop antiluis een heel goed merk. We gaan nu allen tegelijk ertegenaan de luis krijgt geen kansen, ’t is met hem gedaan. Dit is het lui lui lui lui luizenlied. We gaan ze nu te lijf al zie je ze niet. Dit is het lui lui lui lui luizenlied. Ja het luizenlied. Ik ben een lui lui lui lui luizenbeest. En heb je me ontdekt nou dan begint het feest. Ik ben een lui lui lui lui luizenbeest. Ik ben weer terug van weggeweest. • Maak je eigen luis! Een luis is een beestje met zes poten (zie figuur 1). Laat van beschikbaar materiaal (karton, wol, stof, etc) een luis maken. Beschrijf eventueel in een kort spel nadien met die gemaakte luizen hoe een luizenleven eruit ziet.

Figuur 1 De Hoofdluis • Luisje tik

Page 30: Lesprogramma hygiëne

Hoe snel krijgen alle leerlingen een luis te pakken? In dit tik spelletje gaat het er om dat de verspreiding van luis in een klas wordt gesymboliseerd. Gebruik hierbij de gemaakte luizen. Wijs een leerling aan als kind MET luis. Samen met zijn of haar luis gaat zij /hij proberen zoveel mogelijk kinderen te tikken. Indien een kind getikt wordt pakt het haar /zijn eigen luis en probeert nu ook de andere kinderen te tikken etc. Er kan een tijd op in gezet worden of gewoon wachten tot alle kinderen getikt zijn. • Geef Informatieblad 3 ‘Op luizen jacht’ voor ouders /verzorgers mee aan leerlingen.

Page 31: Lesprogramma hygiëne

Sport en Spel!

Page 32: Lesprogramma hygiëne

LES 6 . Sport & Spel

Doel

• De leerlingen weten dat ze van sporten kunnen gaan zweten en daarom na afloop hun lichaam moeten wassen /douchen.

• De leerlingen weten dat ze het beste in sportkleding kunnen gaan sporten. • De leerlingen weten dat ze na het sporten en douchen het beste een schone onderbroek en een

paar schone sokken aan kunnen trekken.

Bij deze les kunt u gebruik maken van de volgende materialen:

Materiaal voor de leerkracht

• Kleurpotloden

Materialen voor de leerlingen

• Leesboek ‘Floddertje’ • Werkblad 7 ‘Van stip tot stip, stand’ • Werkblad 8 ‘Doolhof, meisje zoekt bal’ • Werkblad 9 ‘Wat hoort er NIET bij?’ • Kleurplaat 9 ‘Paddington voetbalt’ • Kleurplaat 10 ‘De Korfbal’ • Kleurplaat 11 ‘Jongen speelt voetbal’ • Kleurplaat 12 ‘Honkballen’ • Kleurplaat 13 ‘Touwtjespringen’

Werkwijze • Lees voor uit het boek ‘Floddertje’ • Kringgesprek Vertel iets over het hygiëne aspect bij het sporten en buitenspelen. Denk daarbij aan: − vies worden (& eventueel het zweten) van o.a. het aanraken van speeltoestellen, spelen in de

zandbak − douchen met zeep of doucheschuim of gezicht en handen wassen − goed afdrogen − frisse sokken en onderbroek aan Vragen die gesteld kunnen worden: Wie zit er op een sport? Vertel er eens wat over? Douche /was je je na afloop? Gebruik je daarbij doucheschuim of zeep? • Deel werkblad 7 ‘Stip tot stip strand’ uit en laat de leerlingen de punten met elkaar

verbinden. Daarbij de volgorde van de oplopende cijfers volgen. Daarna kan de plaat van kleur worden voorzien.

• Deel werkblad 8 ‘Doolhof, meisje zoekt bal’ uit.

Laat de leerlingen de juiste route zoeken en inkleuren, zodat het meisje met de bal kan gaan spelen.

• Deel werkblad 9 ‘Wat hoort er NIET bij?’ uit.

Wat heeft NIETS met sport te maken? Laat de leerlingen raden welke sportitems bij elkaar horen (twee setjes n.l. honkbal en hockey).

• Deel een kleurplaat uit. Kies daarbij uit:

9...................‘Paddington voetbalt’

Page 33: Lesprogramma hygiëne

10 ............................. ‘De Korfbal’ 11 .............. ‘Jongen speelt voetbal’ 12 .............................‘Honkballen’ 13 ..................... ‘Touwtjespringen’

Page 34: Lesprogramma hygiëne

De leefomgeving!

Page 35: Lesprogramma hygiëne

LES 7 . De leefomgeving

Doel

• De leerlingen leren dat ze hun handen wassen na het spelen (in de zandbak). • De leerlingen weten dat ze hun handen niét in de mond moeten stoppen tijdens het spelen. • De leerlingen weten dat hun huisdier goede verzorging nodig heeft. • De leerlingen weten dat honden /katten vlooien met zich mee kunnen dragen. Bij deze les kunt u gebruik maken van de volgende materialen:

Materiaal voor de leerkracht

• Kleurpotloden

Materiaal voor de leerlingen • Leesboek ‘Floddertje’ • Hygiëne Memoriespel • Werkblad 10 ‘Zoek de verschillen, jongen op hond’ • Werkblad 11 ‘Zoek de verschillen, jongens op het strand’ • Werkblad 12 ‘Zoek de verschillen, man jaagt op kat’ • Werkblad 13 ‘Doolhof, hond zoekt kat’ • Werkblad 14 ‘Doolhof, hond zoekt bot’ • Werkblad 15 ‘Rebus’ • Kleurplaat 14 ‘Jongen op glijbaan’ • Kleurplaat 15 ‘Met z’n allen op de glijbaan’ • Kleurplaat 16 ‘Meisje op de schommel’ • Kleurplaat 17 ‘Op de schommel’ • Kleurplaat 18 ‘Jongen op de schommel’ • Kleurplaat 19 ‘Jongen op de wipkip’ • Kleurplaat 20 ‘Op de wipkip’ • Kleurplaat 21 ‘Spelen in de speeltuin’ • Kleurplaat 22 ‘Spelen met z’n allen’ Materiaal voor de ouders • Informatieblad 4 ‘Sport & Spel hygiëne’

Werkwijze

• Voorlezen uit:

‘Floddertje’

Kringgesprek Vertel iets over de leefomgeving en welke handelingen kunnen leiden tot onhygiënisch gedrag. - huisdieren - speelterreinen - zand in de zandbak (wormpjes) - vuil onder de nagels etc. Vragen die gesteld kunnen worden: - Wie heeft een hond, kat of een ander huisdier? - Welke beestjes kunnen in de vacht rond springen? - Wordt je huisdier ook gewassen? - Vertel er eens iets over • Verhaaltjes ‘Vlooien’ (uit: Dikkie Dik) Dikkie Dik die slaapt.

Page 36: Lesprogramma hygiëne

Hij droomt dat d’r een vlo over hem heen loopt. Hij gaat zijn achterpoot bewegen, want hij krabt zich in zijn slaap. Plotseling wordt Dikkie Dik wakker. Hé wat een gekriebel! ’t Is helemaal geen droom’ d’r zitten echt vlooien in zijn haren. Waar rent ie nou naar toe? Oohh…hij gaat zijn vlooienbandje halen. Dan gaan die kriebel vlooien vanzelf weg. Zo en nou maar weer gauw lekker slapen. Waar zal Dikkie Dik nu over gaan dromen? ‘Op de schommel’ (uit: Jip en Janneke 2) Kom eens, zegt Janneke. We hebben een schommel. Jip moet eerst zijn boterham opeten. Dan gaat hij met Janneke mee. Naar de tuin. En ja hoor, Janneke heeft een schommel. Aan een boom. Kijk, zegt Janneke. Ik ga heel hoog. En je kan erop staan. En je kan er ook op zitten. Nou ik, zegt Jip. Hij schommelt ook heel hoog. Mag Takkie er ook op? Vraagt hij. Takkie wil wel. Hij mag op Jips schoot. En hij mag mee de lucht in. Maar o, Takkie wordt bang. Hij krabt en hij jankt om los te komen. Toe dan, Takkie, zegt Janneke. Vind je het niet fijn zo hoog schommelen? Nee, Takkie vindt het niets fijn. Moeder komt de tuin in en zegt: Wat doen jullie nou weer met die hond? Niet doen, Janneke. Die arme Takkie. Kijk, hij is zo bang. Laat hem gauw los. Jammer, hé, zegt Jip. Het ging juist zo leuk. Daar staat Takkie. Naast de schommel. En hij is helemaal draaierig. En duizelig. Ziezo, zegt moeder. Hondjes moeten niet schommelen. Kindertjes wel. ‘Bor moet in bad’ Daar gaan Bas en Bor. Bor loopt voor Bas. Bor ziet een eend en nog een eend en nog één. Dat is leuk. Oo, wat doet Bor nou? Nor rent naar de kant. Maar hij kijkt niet uit. Dat gaat mis. ‘Bor, pas op!’ schreeuwt Bas. Bas bromt op Bor. Bor is nat en vies. Het kroos zit in zijn haar. Het kroos gaat er niet uit. ‘Bah, wat ben je vies’, zegt Bas Bas en Bor gaan naar huis. Bor loopt de tuin in en Bas ook. Bor kijkt sip. ‘Mam! Kijk eens naar Bor!’ roept Bas ‘Jij ziet er leuk uit’, zegt mamma. Ze kijkt naar Bor. ‘Haal de Teil maar, Loes. Bor moet in bad.’ Dat hoort Bor en hij wil weg. ‘Hier jij! In bad!’ zegt moeder tegen Bor. Daar zit Bor. Bas wast hem. Bor kijkt zuur. Hij vindt het niet leuk. Bor mag uit de teil. Het kroos is er af. Bas droogt Bor af. Loes kamt het haar van Bor. Bas moet naar bed. Bor wil met hem mee. ‘Nee Bor, in je mand!’ zegt mamma. ‘Je bent nog niet droog. Je mag niet in het bed van Bas.’ Wat doet Bas nou?

Page 37: Lesprogramma hygiëne

Hij roept Bor. ‘Pssst, Bor. Kom maar.’ Dat wil Bor wel. Hij loopt heel stil naar Bas. Bas slaapt. Zijn arm ligt om Bor. Bor kijkt naar mamma. Wat zal ze doen? Moet hij uit bed? • Liedjes/versjes ‘Doe ze in de was’ Ja je eet graag spaghetti Maar je morst de saus op je hemd Je speelt graag in de modder Maar kom je thuis je moeder die zeurt. Je zit vol met smurrie, net een zwijn En je moeder vindt dat niet fijn. Je ziet er uit als een tor, Die in vuilnishopen wroet. Wat ga je nu doen met je vuile goed? Stop ’t in de was Wees nu even heel kien Stop ‘t in de was Stop alles in de wasmachine In zeepsop kapt ’t wasgoed op Kop op jongens We doen de was! Als je ijsje smelt op je rokje druipt al die troep. Of bij ’t voetbalspelen val je in de hondenpoep. Of je kliedert je vol pudding vol met jus en vol met soep. Dan zeg ik jouw: Als je zwijgt hoe je vieze vuile kleding helder krijgt. Doe ze in de was. Wees nu eens even niet heel kien. Doe ze in de was. Ja stop ze in de wasmachine. Ik hoor zo vaak dat watergeplas Vooruit jongens, we doen de was! Wij gaan aan de was. Wees nu eens even heel kien. We doen de was. Stop alles in de wasmachine. Ik hoor zo graag dat watergeplas. Kom op jongens we doen de was. Doe de was. Doe de was. ‘We wassen de hond’ Zet ‘m klaar Maak ‘m nat Dit wordt ’t schoonste hondje van de stad We wassen de hond Wij wassen de hond We wassen de hond Wij wassen de hond Van dat wassen krijg je grote plassen. Dat gebeurt als je hondjes wast.

Page 38: Lesprogramma hygiëne

Giet ‘m nat In ’t bad Zo’n schoon beest heb je nog nooit gehad. We wassen de hond Wij wassen de hond We wassen de hond Wij wassen de hond Wat een gespat Hij maakt je nat Dat gebeurt als je hondjes wast. Pak een doek en droog ‘m af. Glanzend schoon en zonder waf en blaf. Hij de mooiste van het land Als je tenminste eerst zijn haren kamt. We wassen de hond Wij wassen de hond We wassen de hond Wij wassen de hond En tot besluit Schudt je maar uit. Ik hoop dat jij dit lied aardig vond. ‘De speeltuin’ Af en toe gaan pa en moe met ons naar de speeltuin toe. Dat is voor ons kinderen Het fijnst wat bestaat. Het is een eind bij ons vandaan, daarom gaat de karavaan ’s-morgens al vroeg weg, dan zijn wij er niet zo laat. (Refrein) En heeft mama een goed bui en is papa niet te lui. Nou dan gaan we naar de speeltuin. Ma maakt broodjes en een mand. Pa de trommel met verband En dan gaan we naar de speeltuin. En we wippen en we draaien en we schommelen er fijn. Tot we misselijk van ’t draaien en de limonade zijn. Heel de dag is ’t dan feest tot we er uit zien als een beest. Nu we heerlijk in de speeltuin zijn geweest. Kleine Piet vliegt van de wip Valt zijn tanden door zijn lip. Hij brult al een wilde als papa verbinden wil. Lien draait in de molen rond jankend als een jonge hond. Want ze wil eruit, en dat ding dat staat niet stil. Refrein Komen we dan ’s avonds thuis vuil van zand en stof en gruis. Dan zegt papa boos ‘dat is beslist de laatste keer!’ Maar we zeuren al weer gauw mama wanneer gaan we nou nog eens naar de speeltuin? En spoedig gaan we weer.

Page 39: Lesprogramma hygiëne

Refrein ‘Het kamer opruimlied’

• • • Memoriespel

(Voor voorbeelden van de kaartjes zie deze handleiding.)

• Deel werkblad 10, 11 of 12 ‘Zoek de verschillen’ uit en laat de leerlingen de 6

verschillen zoeken en inkleuren. • Deel werkblad 13 of 14 ‘Doolhof’ uit.

Laat de leerlingen de juiste route zoeken en inkleuren.

Page 40: Lesprogramma hygiëne

• Deel werkblad 15 ‘Rebus’ uit en laat de leerlingen deze rebus oplossen.

De oplossing is: Een schoon huis is gezond! • Deel een kleurplaat uit. Kies daarbij uit:

14 ‘Jongen op de glijbaan’ 15 ‘Met z’n allen op de glijbaan’ 16 ‘Meisje op de schommel’ 17 ‘Op de schommel’ 18 ‘Jongen op de schommel’ 19 ‘Jongen op de wipkip’ 20 ‘Op de wipkip’ 21 ‘Spelen in de speeltuin’ 22 ‘Spelen met z’n allen’

• Geef Informatieblad 4 ‘Sport & Spel hygiëne’ voor ouders /verzorgers mee aan

leerlingen.

Page 41: Lesprogramma hygiëne

Praatplaat 1 ‘Lekker in bad’

Page 42: Lesprogramma hygiëne

Praatplaat 2 ‘Handen wassen’

Page 43: Lesprogramma hygiëne

Praatplaat 3 ‘De WC’

Page 44: Lesprogramma hygiëne

Praatplaat 4 ‘Haren wassen’

Page 45: Lesprogramma hygiëne

‘Hygiëne op school’ Geachte ouder /verzorger, Met deze brief willen wij u op de hoogte brengen van het volgende: ‘Goede hygiënische omstandigheden zijn belangrijk voor de gezondheid van u en uw kind’. Daarom krijgt uw kind de komende tijd op school verschillende lessen over hygiëne. Hierbij zal de persoonlijke hygiëne centraal staan. Onderwerpen als lichaam wassen, handen wassen (na het plassen) en haren wassen komen aan de orde. Daarnaast zal ook aandacht worden besteed aan hoofdluis, sport & spel en de omgevingshygiëne. Bij het laatste onderwerp spelen zandbakken, speeltuinen en huisdieren (vlooien) een rol. Het is belangrijk dat leerlingen al in een vroeg stadium weten wat ze onder bepaalde omstandigheden moeten doen, om de goede gezondheid te bevorderen. De handelingen die daarvoor nodig zijn, wordt hen spelenderwijs aangeleerd. Daarnaast zullen bij bepaalde onderwerpen ook informatiebladen voor ouders worden meegegeven, zodat u weet waar uw kind op school mee bezig is geweest en om u wat meer inhoudelijk informatie te geven. Hygiëne is op school belangrijk maar zeker ook thuis. Het wassen van je handen voor het eten, na het plassen en voor het slapen gaan, zouden standaard rituelen moeten zijn, zodat het een gewoonte wordt en dat daardoor de kans op infecties daalt. Wij hopen u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben. Met vriendelijk groet,

Page 46: Lesprogramma hygiëne

Informatieblad 1 ‘Lichamelijke verzorging’ Vies, wat is dat eigenlijk? Er zijn twee soorten vies: de eerste heeft de betekenis onsmakelijk. Dit kan vervelend zijn maar is niet ongezond. Bijvoorbeeld bij het spelen moddervlekken in de kleding krijgen. De andere betekenis van vies is wel ongezond, namelijk: onhygiënisch. Hier kan uw kind ziek van worden. Als hij bijvoorbeeld zijn handen niet wast na het buitenspelen. Dit heeft alles te maken met bacteriën. De huid zorgt ervoor dat bacteriën niet zomaar het lichaam kunnen binnendringen, dus het is heel belangrijk de huid te verzorgen en te beschermen. Vuil kan op de huid terechtkomen door bijvoorbeeld transpiratie, cosmetica of luchtvervuiling. Nu heeft de huid van nature een groot vermogen om zichzelf te beschermen. De zuurgraad van de huid zorgt voor een hoge bacterie- en schimmeldodende werking, waardoor de huid flink wat weerstand heeft tegen ziekteverwekkers. Het is belangrijk deze natuurlijke eigenschap van de huid in stand te houden. Ook uitdrogen is niet goed voor de huid. Dat is het nadeel van sommige zepen. Die drogen de huid uit en verstoppen de poriën. Die zepen zijn dus niet goed voorde gezondheid van de huid. Maar ja, als de huid alleen met water gewassen wordt, ben je er ook niet. Je kunt dus het beste een milde zeep gebruiken die wel door het vetlaagje op de huid heen komen maar de zuurgraad niet aan tasten. Was de huid van uw kind dus goed en vaak, vooral voor het naar bed gaan, maar was het zo min mogelijk met gewone zeep. Oppervlakten waar u aan moet denken die extra aandacht nodig hebben, zijn handen en voeten, haar en de voorhuid bij jongetjes. Ook de tanden verdienen aandacht als het om lichamelijke verzorging /persoonlijke hygiëne gaat gaat. Ook is het belangrijk dat uw kind schoon en fris ruikt. Zowel voor u en uw kind, al zijn omgeving. Ook daarvoor is het geregeld wassen, in bad gaan, haren wassen en eventueel deodorant gebruiken van groot belang. Kleine kinderen hebben nog niet zo’n sterke lichaamsgeur als volwassenen en hebben daarom wellicht geen deodorant nodig. Maar uw kind zal zich zeker veel prettiger voelen indien hij /zij geen vervelende lichaamsgeurtjes met zich mee draagt naar school. Gebruik wel een milde deodorant, zodat wederom de poriën niet verstopt raken maar wel alle onprettige geurtjes tegen worden gehouden. Bron: ‘Zorgen voor jezelf’ Onderwijsvoorlichting Kenmerk

Page 47: Lesprogramma hygiëne

Informatieblad 2 ‘De kinderhanden’ Handen, wat doe je daar allemaal mee? Heel veel. Ga eens na wat uw kind allemaal aanraakt op een dag. Kennismaking met de nieuwe buren en daarbij schudt je elkaar de hand. Vasthouden aan de roltrap, spelen in de zandbak en op de speeltoestellen, zelfstandig naar de WC gaan waarbij de bril wordt vastgepakt etc. Allemaal handelingen waarbij de kinderhanden in aanraking komen met verschillende bacteriën. Wanneer uw kind zijn handen niet zou wassen, stopt het zonder blikken of blozen met de handen zijn brood in de mond of stopt het zelfs zijn vingers in de mond. U kunt zich voorstellen dat dit niet erg verstandig is. Laat daarom uw kind zijn handen regelmatig wassen. Leer het zijn handen standaard te wassen na bepaalde handelingen, zoals een bezoek aan de toilet en na het buitenspelen. Tevens is het ook verstandig om de handen te wassen voor het eten. Wanneer u uw kind aanleert zijn handen te wassen bij de hierboven beschreven situaties zal het hopelijk dat ook doen wanneer u niet in de buurt bent, zoals op school, bij vriendjes etc. Ook het gebruik van zeep bij het handen wassen hoort tot een gezonde gewoonte. Daarmee wordt viezigheid gemakkelijker verwijderd en worden eventuele bacteriën gedood. Door al dat wassen kunnen de handen natuurlijk wel droog gaan aanvoelen. Als dat zo is, kan gebruik gemaakt worden van een goede handcrème. Je kunt die het beste op de handen van uw kind aanbrengen wanneer deze op dat moment niet meer buiten gaat spelen, bijvoorbeeld televisie gaat kijken of gaat slapen. Omdat de kinderhanden zoveel in aanraking komen met bacteriën, moeten wondjes aan de handen altijd serieus genomen worden. Behandel ze bijvoorbeeld met een beetje jodiumzalf en bescherm ze met pleisters (wel regelmatig vervangen!). Ook op kinderhanden zitten nagels, waaronder veel vuil kan komen te zitten. Houdt ze dus kort, dat is het meest hygiënisch. Bij het wassen kan gebruik worden gemaakt van een nagelborsteltje, zodat de zwarte randen verwijderd worden. Vingernagels kunnen zowel met een knippertje als met een nagelschaartje geknipt worden. Bij scherpe haaltjes aan de nagels kan het beste een nagelvijltje gebruikt worden om ze weg te vijlen. Handen wassen is nog een hele kunst. Hoe dienen handen gewassen te worden? In zeven stappen naar de ideale schone handen: 1. Open kraan zodanig dat de temperatuur van het water behaaglijk is voor

de handen en het water flink stroomt. 2. Maak de handen nat en voorzie ze vervolgens van een laag vloeibare zeep

uit een zeeppompje. 3. Wrijf de handen nu gedurende 10 seconde over elkaar, vingertoppen,

duimen en gebieden tussen de vingers en de polsen moeten worden ingewreven.

4. Spoel af onder flink stromend water, waarbij het water van bovenaf naar de vingertoppen toe moet vloeien.

5. Droog de handen af met een papieren handdoek. 6. Sluit de kraan met een papieren handdoek. 7. Werp de gebruikte handdoek in de prullenbak. (Gebruikt u thuis een gewone handdoek, moet u deze regelmatig op 60 °C wassen) Bron: ‘Zorgen voor jezelf’ Onderwijsvoorlichting Kenmerk

Page 48: Lesprogramma hygiëne

Informatieblad 3 ‘Op luizen jacht’ U hoort regelmatig dat hoofdluis de kop weer op steekt. Op school worden regelmatig kinderen met hoofdluis gesignaleerd. Dit is beslist geen drama en u hoeft uzelf zeker geen verwijten te maken als uw kind hoofdluis heeft opgelopen. Het krijgen van hoofdluis heeft helemaal niets te maken met lichaams hygiëne: hoofdluis komt niet alleen voor op vuile, ongewassen hoofden, maar juist ook op schone haren. Hoofdluis is betrekkelijk onschadelijk. Het geeft alleen veel jeuk en door krabben kunnen er infecties ontstaan. Hoe komen kinderen aan hoofdluis? Heel eenvoudig: zodra ze ‘haarcontact’ hebben. Door even met de haren tegen elkaar te komen bijvoorbeeld. De luis loopt dan van het ene hoofd naar het andere over. Ook is de luis in staat om zich via jassen, sjaals, mutsen, borstels en dergelijke te verspreiden, Wat zijn luizen en neten? Hoofdluis komt alleen voor bij mensen. Hoofdluizen leven van bloed en zijn dol op warme plekjes achter oren, in de nek of onder de pony. De eitjes van een luis worden neten genoemd. Neten hebben een witgele kleur en lijken op roos. Neten zitten vastgekleefd aan de haren en zijn moeilijk los te krijgen. Roos daarentegen zit helemaal los. De hoofdluis heeft een grauwgrijze kleur en is ongeveer 3 mm groot. Het voortplantingsvermogen van luizen is enorm groot. Een jonge luis is na ± 8 dagen volwassen en klaar om zelf ook weer eitjes te leggen. Snel ingrijpen bij hoofdluis is daarom noodzakelijk. Hoe kunt u hoofdluis ontdekken bij uw kind? • Door in de haren van uw kind te kijken. Als uw kind hoofdluis heeft, ziet u witte ‘puntjes’ in het

haar. Deze ‘puntjes’ zitten vastgeplakt aan de haren. • Door na te gaan of uw kind vaak krabt op de hoofd. • Door een stofkam (plastic luizenkam) te gebruiken. Kam het haar uit boven een stuk wit papier

of boven de wasbak. Hiermee spoort u de luizen op. De neten kunnen niet verwijderd worden met een stofkam.

Hoe zijn luizen en neten te behandelen? U kunt weinig doen om hoofdluis te voorkomen. Wel kunt u er met de juiste maatregelen in korte tijd van af komen. Er zijn twee mogelijkheden: 1. De netenkam De netenkam is gemaakt van metaal. Hiermee verwijdert u luizen en neten uit de haren. Maak het haar met warm water en azijn nat (2/3 water 1/3 azijn) en kam het haar plukje voor plukje vanaf de hoofdhuid goed door. De neten kam is te koop bij drogist of apotheek. De netenkam moet twee weken lang iedere dag worden gebruikt. Na ieder gebruik moet het gaasje dat ingeschoven is in de kam vervangen worden. Ook moet de kam goed huishoudelijk gereinigd worden door hem af te spoelen met heet water of met spiritus. Het kammen is niet pijnloos. Daarom is de netenkam niet geschikt voor kinderen met lange haren.

2. Bestrijdingsmiddelen Er zijn diverse middelen als: Noury, Prioderm, Loxazol (alle lotions), Insect-Ex en Para Speciaal (beide sprays). Deze producten zijn te koop bij drogist of apotheek. Informeer bij hen naar eventuele bijwerkingen en gebruiksbeperkingen. Voor de behandeling moet u de haren wassen met een gewone milde dagshampoo. Behandel de haren niet met een crèmespoeling of een 2 in1 shampoo. Deze middelen laten een laagje achter op de hoofdhuid. Daardoor werken de bestrijdingsmiddelen niet. Bij het gebruik van één van deze middelen gelden de volgende regels: • Houd de flesjes uit de buurt van kinderen • Wees voorzichtig met vuur • Bescherm de ogen

Page 49: Lesprogramma hygiëne

Hoofdluis voorkomen kan niet. U kunt er wel alert op zijn door de volgende aandachtspunten in de praktijk uit te voeren als er hoofdluis gesignaleerd is: Controleer iedere week met een stofkam of iemand in het gezin hoofdluis heeft. Wanneer er hoofdluis is geconstateerd, is het van belang dat u de directe omgeving hiervan inlicht. Hiermee kunt u denken aan de school, (sport)clubjes en ouders van vriendjes. Zorg ervoor dat ieder zijn eigen muts opzet. Zorg er bovendien voor dat kinderen na de gym- of zwemles hun borstels niet van elkaar lenen. Gebruik geen bestrijdingsmiddelen uit voorzorg; gebruik deze middelen alleen als er luizen en /of neten te zien zijn.

Page 50: Lesprogramma hygiëne

Informatieblad 4 ‘Sport & Spel hygiëne’ Spelen in de breedste zin van het woord doet ieder kind. Ook uw kind! Spelen op straat, bij de buren, op school, met de hond en op het sportveld. Er zijn vele situaties te bedenken, waarbij kinderen in aanraking komen met viezigheid. Samen met transpiratievocht en eventuele luchtverontreiniging veroorzaakt dit een vuile huid. Om de huid zijn werk te laten doen (beschermende werking tegen bacteriën) moet deze goed verzorgd worden en dus wassen we de huid met water en zeep. Hiermee wordt het vuil samen met de dode huidcellen verwijderd. Om de huid niet te laten uitdrogen, wat toch vaak een nadelig effect is van het gebruik van zeep, kan het beste gebruik gemaakt worden van de zogenoemde milde zepen en schuimgels. Water en (milde)zeep zijn een goed combinatie om uw kind na het spelen van al dat zichtbare en onzichtbare vuil te ontdoen. Het is daarom ook belangrijk dat u uw kind aanleert om na het buiten spelen zijn handen te wassen en na het sporten onder de douche duikt. Hij wordt er niet alleen schoner van maar gaat ook lekker ruiken. Naast het wassen van de huid na het sporten en /of spelen zijn ook schone kleren van groot hygiënisch belang. Een paar schone sokken na het sporten in plaats van de oude is frisser en iedere dag een schone onderbroek aantrekken. Al deze dingen dragen bij aan een gezonder leefomgeving.

Wellicht heeft u ook een huisdier. Een hond of kat vergt een goede verzorging. Borstelen en zo af en toe moeten ook deze familieleden in bad. Maar niet met gewone zeep wassen. Daarmee wordt hun natuurlijke afweerlaag beschadigd. Er is een speciale shampoo voor uw huisdier beschikbaar. Uw kind speelt vaak met veel plezier met zijn huisdier. Ballen gooien en weer terug krijgen om weer en nog verder te gooien. Al dit soort handelingen dragen bij aan het vies worden. Zowel voor hond als kind. Naast vuil kan een hond ook last krijgen van vlooien. Deze zitten vaak lekker in de vacht, drinken wat bloed en veroorzaken daarbij een enorme jeuk voor uw huisdier. Daar zijn ook middeltjes voor op de markt. Vergeet dan

echter niet om de gehele leefomgeving van de hond schoon te maken (zoals stofzuigen in huis, mand met dodend middel inspuiten etc.) want anders zijn ze in een mum van tijd weer terug. Bron: ‘Zorgen voor jezelf’ Onderwijsvoorlichting Kenmerk & ‘Verzorgingsvideo huisje boompje beestje’

Page 51: Lesprogramma hygiëne

Werkblad 1 ‘Waar word je vies van?’

Waar word je vies van?

Page 52: Lesprogramma hygiëne

Werkblad 2 ‘Jongen in bad’

Page 53: Lesprogramma hygiëne

Werkblad 3 ‘Wat hoort waar bij?’

Wat hoort waar bij?

Page 54: Lesprogramma hygiëne

Werkblad 4 ‘Schoon en vies’

Page 55: Lesprogramma hygiëne
Page 56: Lesprogramma hygiëne

Werkblad 5 ‘Handen en nagels’

Page 57: Lesprogramma hygiëne

Werkblad 6 ‘Wat gebruik je bij het schoonmaken van je lichaam?’

Page 58: Lesprogramma hygiëne

Werkblad 7 ‘Stip tot stip strand’

Page 59: Lesprogramma hygiëne

Werkblad 8 ‘Doolhof meisje zoekt bal’

Page 60: Lesprogramma hygiëne

Werkblad 9 ‘Wat hoort er NIET bij?’

Wat heeft niets met sport te maken?

Page 61: Lesprogramma hygiëne

Werkblad 10 ‘Jongen op hond’ (Zoek de 6 verschillen)

Page 62: Lesprogramma hygiëne

Werkblad 11 ‘Jongens op het strand’ (zoek de 6 verschillen)

Page 63: Lesprogramma hygiëne

Werkblad 12 ‘Man jacht op kat’ (zoek de 6 verschillen)

Page 64: Lesprogramma hygiëne

Werkblad 13 ‘Doolhof hond zoekt kat’

Page 65: Lesprogramma hygiëne
Page 66: Lesprogramma hygiëne

Werkblad 14 ‘Doolhof hond zoekt bot’

Page 67: Lesprogramma hygiëne

Werkblad 15 Rebus

Page 68: Lesprogramma hygiëne

Kleurplaat 1 ‘Olifant in bad’

Page 69: Lesprogramma hygiëne

Kleurplaat 2 ‘Jongen in bad’

Page 70: Lesprogramma hygiëne

Kleurplaat 3 ‘Boris en Katinka’

Page 71: Lesprogramma hygiëne

Kleurplaat 4 ‘Paddington in bad’

Page 72: Lesprogramma hygiëne

Kleurplaat 5 ‘Een vrolijk gebit’

Page 73: Lesprogramma hygiëne

Kleurplaat 6 ‘Pulken in je neus’

Page 74: Lesprogramma hygiëne

Kleurplaat 7 ‘Bij de kapper’

Page 75: Lesprogramma hygiëne

Kleurplaat 8 ‘Kapper PUNK’

Page 76: Lesprogramma hygiëne

Kleurplaat 9 ‘Paddington voetbalt’

Page 77: Lesprogramma hygiëne

Kleurplaat 10 ‘De Korfbal’

Page 78: Lesprogramma hygiëne

kleurplaat 11 ‘Jongen speelt voetbal’

Page 79: Lesprogramma hygiëne

Kleurplaat 12 ‘Honkballen’

Page 80: Lesprogramma hygiëne

Kleurplaat 13 ‘Touwtje springen’

Page 81: Lesprogramma hygiëne

Kleurplaat 14 ‘Jongen op de glijbaan’

Page 82: Lesprogramma hygiëne

Kleurplaat 15 ‘Met z’n allen op de glijbaan’

Page 83: Lesprogramma hygiëne

Kleurplaat 16 ‘Meisje op de schommel’

Page 84: Lesprogramma hygiëne

Kleurplaat 17 ‘Op de schommel’

Page 85: Lesprogramma hygiëne

Kleurplaat 18 ‘Jongen op de schommel’

Page 86: Lesprogramma hygiëne

Kleurplaat 19 ‘Jongen op de wipkip’

Page 87: Lesprogramma hygiëne

Kleurplaat 20 ‘Op de wipkip’

Page 88: Lesprogramma hygiëne

Kleurplaat 21 ‘Spelen in de speeltuin’

Page 89: Lesprogramma hygiëne

Kleurplaat 22 ‘Spelen met z’n allen’

Page 90: Lesprogramma hygiëne
Page 91: Lesprogramma hygiëne
Page 92: Lesprogramma hygiëne

Luis citaten, spreekwoorden, etc.

• Na de donkere zes weken, lengen de dagen eerst met een

tuimelet van een luis en daarna met een sprong van een vlo. (Westvlaams spreekwoord)

• Iemand een luis in de pels poten. (Limburgs gezegde) • Iemand een schaamluis in de pels poten. (R. de Jong) • Hij zit in de luizen. Hij heeft grote zorgen.

(Nederlandse zegswijze) • Zo arm als een luis. (Nederlandse zegswijze) • Zo kaal als een luis. Geen geld of goederen hebben. • Hij heeft een leven als een luis op een zeer hoofd. Hij heeft een prima leventje. • Hoe komt een schaap aan luizen! Antwoord op de vraag:

hoekandatnou? • Hij heeft een luizenbaan. Hij heeft een heel gemakkelijke

en goed betaalde baan. • Wat van apen komt, wil luizen. De appel valt niet ver van de

stam. • Beter een luis in de pot dan helemaal geen vlees. Wees met weinig tevreden als je

toch niet meer bereikt. Beter een vogel in de hand dan tien in de lucht.

• Men kan een luis niet meer benemen dan het leven. of Men kan van een luis niet meer nemen dan zijn leven.

Wanneer iemand niets heeft, valt er niets te halen.

• Hongerige luizen bijten scherp. Wie arm is probeert op eigen wijze aan de kost te komen.

• Magere luizen bijten het hardst. Wie arm is probeert op eigen wijze aan de kost te komen.

• Hij heeft nog geen luis om dood te drukken. Zeer arm zijn. • Zo veeg zijn als een luis op een kam. In groot gevaar zijn. • Een luizenleven leiden. Een gemakkelijk leven hebben. • Vertrek met je luizen. Pak je biezen. • Een luizenbos hebben. Een onverzorgd kapsel hebben. • Hem loopt een luis over de lever. Hij wordt boos. • Hij wordt van de luizen opgevreten. Hij zit vol ongedierte. • De luizenkam erdoor halen. Ongewenste zaken verwijderen. • Hij heeft een luizenpaadje in zijn haar. Een scheiding. • Zijn eigen luizen bijten hem. Hij zit zichzelf in de weg. • Er kan geen luis over zijn lever lopen of hij reageert. Hij is lichtgeraakt. • Zoek geen luis in een schoon hemd. (Betuwse zegswijze) • Zuinigheid met vlijt geeft luizen als kamelen (variant op ...huizen als

kastelen) • Dat is een hongerige luis. Dat is een gierigaard.

Page 93: Lesprogramma hygiëne
Page 94: Lesprogramma hygiëne
Page 95: Lesprogramma hygiëne
Page 96: Lesprogramma hygiëne