Lesmap ‘Wij ook’ HETGEVOLG ‘WIJ OOK’ · Ik hou van Marco Borsato. Ik hou van lezen. Ik moet...

8
Lesmap ‘Wij ook’ HETGEVOLG 1 ‘WIJ OOK’ Spel: Jason Van Laere en Marjan De Schutter Tekst & Regie: Stijn Van de Wiel Scenografie: Jan Strobbe Camera, Montage: Dries Segers Dramaturgie: Bram Verschueren

Transcript of Lesmap ‘Wij ook’ HETGEVOLG ‘WIJ OOK’ · Ik hou van Marco Borsato. Ik hou van lezen. Ik moet...

  • Lesmap ‘Wij ook’ HETGEVOLG  

      1  

    ‘WIJ OOK’

       

    Spel: Jason Van Laere en Marjan De Schutter Tekst & Regie: Stijn Van de Wiel

    Scenografie: Jan Strobbe Camera, Montage: Dries Segers

    Dramaturgie: Bram Verschueren

  • Lesmap ‘Wij ook’ HETGEVOLG  

      2  

    7+ Ik ben ik. Jason. Dat is mijn naam. Ik woon bij mijn mama en mijn stiefpapa. Ik heb een zus. Ik heb een broer. Ik hou van Marco Borsato. Ik hou van lezen. Ik moet lachen met fc de kampioenen Ik moet wenen als ik met een hamer op mijn duim sla Ik eet niet graag mosselen Mijn lievelingskleur is groen Ik haat ruzie Ik zit graag op mijn kamer Mijn mama is lief Mijn papa ben ik kwijt Dat maakt mij verdrietig Als ik verdrietig ben, moet ik wenen Als ik ween, komen er tranen Die proeven naar de zee Ik hou van de zee Als ik aan de zee denk Word ik gelukkig. Op exact hetzelfde moment kiezen twee mensen, zonder het van elkaar te weten, in hetzelfde dorp ervoor een andere kant op te gaan dan alle andere mensen. Tegen de stroom in. Met z’n twee alleen. Met z’n twee anders dan de rest. Met z’n twee afgewezen door hun papa’s. Met z’n twee ontwricht. Met z’n twee op zoek naar vriendschap en harmonie. En naar de kracht voor een welgemeende Fuck You! naar de rest. In de naam van de vader, de zoon en de heilige geest, samen. WIJ OOK is een voorstelling over het gemis van je vader, over vriendschap en wat dat dan is, over vastpakken en omhelzen, met uw twee armen tot dat ge de hartslag van de ander voelt. Over de zoektocht naar liefde en harmonie en handvaten om de wereld te kunnen vatten. Over vergeven en vergeten. Over leven. ‘WIJ OOK’ is een co-productie met theater Stap. Theater Stap is een professioneel theatergezelschap dat voorstellingen maakt waarin mensen met een mentale handicap centraal staan.  

  • Lesmap ‘Wij ook’ HETGEVOLG  

      3  

    1. Anders is ook gewoon Dit verhaal wordt gespeeld door twee acteurs: een man, Jason, en een vrouw, Marjan. Jason heeft het syndroom van Down, Marjan niet. Marjan heeft krullen, Jason niet. We zijn allemaal anders. OPDRACHT: Wat is normaal?

    - Zet de tafels en de stoelen aan de kant. - Ga in een grote kring staan. - De leerkracht vraagt nu:

    ‘Wie kan eens voordoen hoe je normaal doet? Hoe stap je bijvoorbeeld normaal?’

    - Als er een leerling dapper genoeg is om het te proberen, vraag hem of haar dan om zo normaal mogelijk naar de overkant van de cirkel te stappen. Geef hem of haar dan daarna een groot applaus. (Als geen enkele leerling durft, kunt u als leerkracht natuurlijk de spits afbijten. Ook u verdient dan een applaus).

    - Vraag aan een klasgenoot om zijn of haar ‘normale’ stap eens na te doen. (je kunt de leerling helpen door te vragen naar hoe hij/zij zijn hoofd hield, wat hij/zij met zijn armen deed, hoe hij/zij zijn voeten neer zet, of hij/zij snel of traag liep. De andere leerlingen mogen hierbij helpen door te vertellen wat hen opviel aan zijn/haar stap).

    - Vraag nog een paar leerlingen om ‘normaal’ naar de overkant van de cirkel te stappen, telkens gevolgd door een applaus en een leerling die de stap zo precies mogelijk na doet.

    - Stel daarna de vraag: ‘Wat is dan nu eigenlijk een normale stap?’ (Ideaal gezien zal door op moeten volgen dat er geen ‘normale’ stap is, omdat iedereen stapt zoals hij of zij dat doet. Niemand is hetzelfde, dus de stap ook niet.)

    Probeer dezelfde opdracht nu nog eens met deze vraag:

    - ‘Denk eens aan iemand die je heel graag ziet. Je mama, of je papa, je lievelingstante of oom, een oma of opa, een ander lief iemand (maar niemand uit deze klas!). Loop nu eens naar de overkant zoals hij of zij dat zou doen.’

    - De leerlingen (ze moeten niet allemaal aan de beurt te komen, maar dat is natuurlijk wel leuk) lopen als hun lief-iemand naar de overkant.

    - Als de leerling aan de overkant is, vertelt hij of zij kort wie hij/zij na deed en wat zo leuk aan hem of haar is. Deze loop hoef je niet na te doen.

    - Als iedereen geweest is, vraag dan nog eens: ‘Wat is normaal? En is normaal wel belangrijk? Wat normaal is voor jou, is niet perse normaal voor mij. Maar wat wel heel normaal is, is dat iedereen op zijn eigen manier niet normaal is. En misschien is dat wel heel leuk?’

  • Lesmap ‘Wij ook’ HETGEVOLG  

      4  

    2. Even voorstellen

    Het stuk begint met Jason. Hij stelt zichzelf voor. Hij vertelt: ‘Ik ben ik.

    Jason.

    Dat is mijn naam.

    Ik woon bij mijn mama en mijn stiefpapa.

    Ik heb een zus.

    Ik heb een broer.

    Ik hou van Marco Borsato.

    Ik hou van lezen.

    Ik moet lachen met fc de kampioenen

    Ik moet wenen als ik met een hamer op mijn duim sla

    Ik eet niet graag mosselen

    Ik eet heel graag spaghetti en frieten

    Mijn lievelingskleur is groen

    Ik haat ruzie

    Ik zit graag op mijn kamer

    Mijn mama is lief

    Mijn papa ben ik kwijt

    Dat maakt mij verdrietig

    Als ik verdrietig ben, moet ik wenen

    Als ik ween, komen er tranen

    Die proeven naar de zee

    Ik hou van de zee

    Als ik aan de zee denk

    Word ik gelukkig.’

    OPDRACHT: Nu jij. Kun je jezelf eens voorstellen op dezelfde manier zoals Jason? Probeer maar. (Deze oefening kunt u mondeling of schriftelijk met de leerlingen doen. Als de kinderen het opschrijven, kunt u het volgende blad uitprinten en uitdelen. De vragen van het blad kunt u ook gebruiken om het mondeling te bespreken.)

  • Lesmap ‘Wij ook’ HETGEVOLG  

      5  

    ik ben ik

    mijn naam is:………………………………………………….

    ik woon bij:…………………………………………………….

    ik heb een broer: ja? nee? ik heb … broers.

    ik heb een zus: ja? nee? ik heb … zussen.

    Ik hou van:

    1…………………………………………………………………………………

    2…………………………………………………………………………………

    3…………………………………………………………………………………

    ik moet lachen met:…………………………………………………………..

    ik moet wenen als:…………………………………………………………….

    ik eet niet graag:………………………………………………………………

    ik eet heel graag: ……………………………………………………………..

    mijn lievelingskleur is: ……………………………………………………….

    ik haat:…………………………………………………………………………..

    ik ben graag bij:……………………………………………………………….

    mijn mama is:…………………………………………………………………..

    mijn papa is:……………………………………………………………………

    als ik verdrietig ben dan doe ik:……………………………………………

    ……………………………………………………………………………………

    als ik blij ben dan doe ik:…………………………………………………….

    ……………………………………………………………………………………

    ik word gelukkig als ik denk aan: …………………………………………

    …………………………………………………………………………………….

  • Lesmap ‘Wij ook’ HETGEVOLG  

      6  

    3. jouw huis, jouw muren

    Op het podium staat een klein huisje. Dat huisje is bedacht door de

    scenograaf Jan Strobbe. Een scenograaf is iemand die een decor voor een

    voorstelling verzint.

    Tijdens de voorstelling zie je beelden op de muren van het huis verschijnen.

    Deze beelden zijn (bijna allemaal) gemaakt en gekozen door de fotograaf

    Dries Segers.

    Beelden van de straat, beelden van ieder zijn omgeving, beelden van Jasons

    omgeving. Zo zie je de wereld zoals Jason het beleeft ook in de binnenkant

    van zijn huis.

    OPDRACHT: Hoe ziet jouw wereld eruit? Als je op staat, als je naar school gaat, als je in de klas zit, als je weg gaat, als je met vrienden speelt, als je zit te dromen; wat zie je dan? Kies 3 dingen uit en teken ze zoals jij ze ziet. Probeer daarin te laten zien wat je er zo gewoon of bijzonder of gek aan vindt. Gebruik je fantasie; een beetje overdrijven mag. (Denk hierbij aan: dingen die je elke dag ziet, dingen die niet elke dag ziet en opvallen (een rare straat, een verlaten huis, een gekke buur).

  • Lesmap ‘Wij ook’ HETGEVOLG  

      7  

    4. foto’s maken Er zijn video’s en foto’s in de voorstelling. Heel veel foto’s. Zelfs zoveel foto’s

    achter elkaar dat het bijna een filmpje wordt.

    Jason, de acteur, werd gevraagd foto’s te maken van alles wat hij tegen komt

    op een dag.

    Bijvoorbeeld; maak eens foto’s van alles waar je blij van wordt. Of verdrietig

    van wordt. Of waarbij je denkt aan je papa? Of waar je boos van wordt?

    4a Blije, verdrietige, papa foto’s

    Vraag aan de juf of meester een fototoestel. Vertrek met z’n tweeën en loop

    eens rond. Maak nu om beurten één foto van iets waar je:

    1. blij van wordt

    2. verdrietig van wordt

    3. waarbij je aan je papa denkt.

    Bekijk de foto’s daarna met z’n allen per thema (blij, verdrietig, papa). Vraag

    of de leerlingen iets over hun foto willen vertellen: waarom wordt je er blij of

    verdrietig van? Waarom doet dat je aan je papa denken?

    4b Foto’s als een filmpje

    - Verdeel de klas in groepjes van 5.

    - Één leerling van de vijf maakt foto’s.

    - De anderen 4 gaan een eindje verder weg staan van degene met het

    fototoestel.

    - Op een teken van de leerling die de foto’s maakt, lopen de 4 anderen

    traag, maar misschien wel gek, naar degene met het fototoestel toe. De

    ‘fotograaf’ neemt zoveel mogelijk foto’s achter elkaar van de

    medeleerlingen die naar hem/haar toe lopen.

    - Zet de foto’s daarna achter elkaar in een diavoorstelling en speel het

    snel af; gebruik alle foto’s en in chronologische volgorde.

    (als u geen sofware heeft om een diashow te maken, kunt u handmatig

    de foto’s snel door klikken; dat geeft ook het filmeffect. Online kunt u

    websites vinden om gratis een slideshow te maken. ‘photosnack.com’

    of ‘picturetrail.com zijn daar voorbeelden van.)

  • Lesmap ‘Wij ook’ HETGEVOLG  

      8  

    5. missen Marjan mist haar papa. Marjan weet niet zo goed wat ze van het gemis van haar papa moet denken. Ze weet ook niet zo goed wat ze er mee moet doen. Zij zoekt een manier om met het missen van haar papa om te gaan. Jason mist zijn papa ook. Jason heeft daar iets op gevonden. Zijn papa woont in zijn hart. Zo is hij altijd bij hem. OPDRACHT: Wie mis jij? Wat mis je dan aan degene? Wat doe je dan met dat missen? Ga je bijvoorbeeld rondjes rennen of eerder op je kamer zitten? En hoe voelt missen? Bouw je eigen hart en geef degene die je mist daar een mooie plek in. Wat heb je nodig?

    1. een schoenendoos (met deksel) 2. schaar 3. lijm 4. versierspullen (verf, papier, potloden, plakband, karton) 5. een foto van degene die je mist (die je mag uitknippen) 6. eventueel een foto van jezelf (die je mag uitknippen)

    - neem de schoenendoos - maak een klein gaatje in de kort zijde van de schoenendoos - Geef de foto van degene de je mist een plek in ‘je hart’. Zet de foto zo

    dat je het goed ziet als je door het gaatje kijkt - Versier de binnenkant van je hart zoals jij denkt dat het eruit ziet - De buitenkant mag je ook versieren

    Heeft u vragen of opmerkingen naar aanleiding van de lesmap of de voorstelling?

    Of hebben de leerlingen zulke mooie dingen gemaakt of gezegd dat u dat met ons wilt delen?

    We horen het graag! Meer info via [email protected]