Les 1 Het evangelie van Patmos · Les 1 Het evangelie van Patmos 29 december-4 januari Kerntekst:...

51
Les 1 Het evangelie van Patmos 29 december-4 januari Kerntekst: Openbaring 1:1 Deel I: Samenvatting Focus van de studie: In deze les zal onze focus de proloog (Openbaring 1:1-8) en het boek Openbaring als geheel zijn. Inleiding: De proloog op Openbaring (Openbaring 1:1-8) introduceert de hoofdthema's van het boek in relatief duidelijke taal. Deze verzen bevatten geen angstaanjagende beesten, geen hemelse reizen en geen zevenvoudige opeenvolgingen. In plaats hiervan beschrijven zij hoe het boek hier is gekomen (Openbaring 1:1-3), wie het aan de gemeenten heeft gezonden (Openbaring 1:4-6) en hoe de gebeurtenissen die het boek beschrijft, zich op het laatst zullen ontwikkelen (Openbaring 1:7, 8). De proloog laat de centrale plaats van Jezus Christus in het hele boek zien en bereidt de lezer in duidelijke taal voor op wat gaat komen. Thema's van de les: De proloog op het boek Openbaring introduceert de volgende thema's: I. Jezus is de centrale figuur in Openbaring. Zijn centrale plaats wordt duidelijk gemaakt door de titel van het boek (Openbaring 1:1), zijn eigenschappen en daden (Openbaring 1:5, 6) en zijn centrale rol bij de Wederkomst (Openbaring 1:7). II. Het boek betreft toekomstige gebeurtenissen. Deze gebeurtenissen zijn niet alleen eindtijdgebeurtenissen. In feite waren de meeste gebeurtenissen die hierin worden beschreven, ten opzichte van Johannes' tijd, gebeurtenissen gedurende de toekomstige geschiedenis (Openbaring 1:1). III. De gezichten in het boek worden in symbolische taal gegeven. Dit feit wordt duidelijk uit een van de sleutelwoorden in Openbaring 1:1 en de zinspeling ervan op Daniël 2. IV. De drie-enigheid van God Er is een drievoudige beschrijving van de Drie-eenheid van Gods personen, eigenschappen en daden in Openbaring 1:4-6. V.De terugkeer van Jezus Openbaring 1:7, 8 legt zich toe op dit ultieme hoogtepunt van alle gebeurtenissen in het boek. Toepassing voor het leven: De afsluitende vragen die volgen op het commentaargedeelte nodigen studenten uit om de krachtige inzichten van het Zevende-dags Adventistische begrip van Openbaring af te wegen tegen de centrale plaats die Jezus Christus in heel het boek inneemt. Deel II: Commentaar De 'Inleiding' op Dialoog vertelt ons dat de hele reeks lessen is gebaseerd op het Zevende-dags Adventistische idee van inspiratie, de historische methode van profetische interpretatie, de unieke organisatiestructuur van Openbaring en een benadering van interpretatie met Christus als middelpunt. De historische methode wordt ondersteund door de heldere structuur van Openbaring zélf. Het boek begint met de zeven gemeenten (Openbaring 1:9–3:22), die de situatie in Johannes' tijd betreffen en die in profetische zin de situatie van de kerk schilderen gedurende de geschiedenis tot het einde van de tijden. De zegels en de bazuinen bestrijken óók de periode vanaf de tijd van

Transcript of Les 1 Het evangelie van Patmos · Les 1 Het evangelie van Patmos 29 december-4 januari Kerntekst:...

Page 1: Les 1 Het evangelie van Patmos · Les 1 Het evangelie van Patmos 29 december-4 januari Kerntekst: Openbaring 1:1 Deel I: Samenvatting Focus van de studie: In deze les zal onze focus

Les 1 Het evangelie van Patmos 29 december-4 januari

Kerntekst: Openbaring 1:1

Deel I: Samenvatting

Focus van de studie: In deze les zal onze focus de proloog (Openbaring 1:1-8) enhet boek Openbaring als geheel zijn.

Inleiding: De proloog op Openbaring (Openbaring 1:1-8) introduceert de hoofdthema's van hetboek in relatief duidelijke taal. Deze verzen bevatten geen angstaanjagende beesten, geenhemelse reizen en geen zevenvoudige opeenvolgingen. In plaats hiervan beschrijven zij hoe hetboek hier is gekomen (Openbaring 1:1-3), wie het aan de gemeenten heeft gezonden(Openbaring 1:4-6) en hoe de gebeurtenissen die het boek beschrijft, zich op het laatst zullenontwikkelen (Openbaring 1:7, 8). De proloog laat de centrale plaats van Jezus Christus inhet hele boek zien en bereidt de lezer in duidelijke taal voor op wat gaat komen.

Thema's van de les: De proloog op het boek Openbaring introduceert de volgende thema's:

I. Jezus is de centrale figuur in Openbaring. Zijn centrale plaats wordt duidelijk gemaakt door de titel van het boek (Openbaring 1:1), zijneigenschappen en daden (Openbaring 1:5, 6) en zijn centrale rol bij de Wederkomst(Openbaring 1:7).

II. Het boek betreft toekomstige gebeurtenissen. Deze gebeurtenissen zijn niet alleen eindtijdgebeurtenissen. In feite waren de meestegebeurtenissen die hierin worden beschreven, ten opzichte van Johannes' tijd, gebeurtenissengedurende de toekomstige geschiedenis (Openbaring 1:1).

III. De gezichten in het boek worden in symbolische taal gegeven.Dit feit wordt duidelijk uit een van de sleutelwoorden in Openbaring 1:1 en de zinspeling ervanop Daniël 2.

IV. De drie-enigheid van God Er is een drievoudige beschrijving van de Drie-eenheid van Gods personen, eigenschappen endaden in Openbaring 1:4-6.

V. De terugkeer van JezusOpenbaring 1:7, 8 legt zich toe op dit ultieme hoogtepunt van alle gebeurtenissen in het boek.

Toepassing voor het leven: De afsluitende vragen die volgen op het commentaargedeeltenodigen studenten uit om de krachtige inzichten van het Zevende-dags Adventistischebegrip van Openbaring af te wegen tegen de centrale plaats die Jezus Christus in heel het boekinneemt.

Deel II: Commentaar

De 'Inleiding' op Dialoog vertelt ons dat de hele reeks lessen is gebaseerd op het Zevende-dags Adventistische idee van inspiratie, de historische methode van profetische interpretatie, de unieke organisatiestructuur van Openbaring en een benadering van interpretatie met Christus als middelpunt.

De historische methode wordt ondersteund door de heldere structuur van Openbaring zélf. Het boek begint met de zeven gemeenten (Openbaring 1:9–3:22), die de situatie in Johannes' tijd betreffen en die in profetische zin de situatie van de kerk schilderen gedurende de geschiedenis tot het einde van de tijden. De zegels en de bazuinen bestrijken óók de periode vanaf de tijd van

Page 2: Les 1 Het evangelie van Patmos · Les 1 Het evangelie van Patmos 29 december-4 januari Kerntekst: Openbaring 1:1 Deel I: Samenvatting Focus van de studie: In deze les zal onze focus

Johannes tot het einde van de tijden (Openbaring 4:1–11:19). Tenslotte focust de tweede helft van het boek (Openbaring 12:1–22:21) zich voornamelijk op de laatste dagen van de geschiedenis van de aarde en verder. Deze methode wordt ook ondersteund door de zinspeling op Daniël 2 in het eerste vers van het boek (zie de uitwerking van deze kwestie in thema 3 hieronder).

Hoofdthema's van les 1 uitgewerkt:

I. Jezus is de centrale figuur in Openbaring (Openbaring 1:1, 5-7). Het boek begint met een reeks openbaring die Jezus als middelpunt heeft. Hij is de eerste Persoon die in het boek wordt genoemd en de Ene die de Openbaring aan Johannes doorgeeft (Openbaring 1:1). Wat God aan Jezus heeft gegeven, wordt 'de openbaring van Jezus Christus' genoemd (Openbaring 1:1). Wat Jezus aan Johannes heeft doorgegeven, wordt 'waarvan Jezus Christus heeft getuigd' (NBG: 'het getuigenis van Jezus Christus') genoemd (Openbaring 1:2). Wat Johannes aan zijn lezers heeft doorgegeven, was 'de woorden dezer profetie' (Openbaring 1:3, SV).

Deze reeks openbaring is belangrijk voor Zevende-dags Adventisten. Zij geeft duidelijk aan dat het getuigenis van Jezus hier niet alleen het boek Openbaring zélf omvat, maar ook de visionaire gave die Johannes ontving (Openbaring 1:2). De overigen in Openbaring 12:17 zullen later óók het getuigenis van Jezus hebben, een visionaire gave, vergelijkbaar met die Johannes had, die ook geïnspireerde geschriften heeft voortgebracht.

De proloog wijst dus op Jezus als de centrale figuur in Openbaring. Het boek is een openbaring van Jezus en over Jezus (Openbaring 1:1). Jezus wordt gekwalifceerd voor zijn speciale rol door zijn dood, opstanding, en hemelse regering (Openbaring 1:5). Op het laatst zal hij ook met de wolken komen (Openbaring 1:7).

II. Het boek betreft toekomstige gebeurtenissen.Openbaring 1:1 vertelt ons dat een belangrijk doel van het boek is om 'aan de dienaren van God te laten zien wat er binnenkort gebeuren moet'. Deze gebeurtenissen zijn in de toekomst, vanuit Johannes' perspectief . Wat bedoelt de tekst echter met 'binnenkort'? De tweeduizend jaar die zijn voorbijgegaan sinds Openbaring is geschreven, lijken niet binnenkort (HSV: 'spoedig') te zijn! Het woord 'binnenkort' moet dus duidelijk vanuit Gods perspectief zijn, waarin duizend jaar als één dag is (2 Petrus 3:8).

Vanuit ons perspectief is de terugkeer van Jezus echter óók altijd spoedig geweest. We weten nietwanneer Jezus werkelijk zal komen, maar we weten wel dat, gezien onze eigen persoonlijke bewuste ervaring (Prediker 9:5), hij een ogenblik nadat we sterven zal lijken te komen. Voor elk vanons persoonlijk is de Wederkomst niet meer dan een paar momenten na de dood. De gelegenheid voor ons om ons op zijn komst voor te bereiden, is nu in plaats van ergens in de toekomst. Als Jezus' komst niet als spoedig werd geschilderd, zouden veel mensen het uitstellen om zich op zijn terugkeer voor te bereiden.

III. Het gezicht wordt in symbolische taal gegeven.Over het algemeen is de beste manier om de Schrift te benaderen om alles letterlijk op te vatten, tenzij duidelijk is dat een symbool wordt bedoeld. In Openbaring duidt het eerste vers op de tegengestelde benadering. Daar vertelt het ons dat het gehele gezicht dat aan Johannes is gegeven, is'meegedeeld' (vgl. Openbaring 1:1; Grieks: esêmanen) door ofwel God of Jezus (andere vertalingen:'te kennen gegeven'). De voornaamste definitie van het woord 'te kennen gegeven' betekent iets bekend maken door tekenen, spraak of daden (cursivering toegevoegd). In Openbaring is de beste manier om de tekst te benaderen dus om alles als een symbool te behandelen, tenzij duidelijk is dat een letterlijke betekenis wordt bedoeld (bijvoorbeeld: 'Jezus Christus' in Openbaring 1:1 zou letterlijk moeten worden opgevat).

Dit inzicht neemt zelfs een duidelijker vorm aan, wanneer de lezer een zinspeling ontdekt op Daniël 2:45 in het eerste vers van het boek. De enige andere plaats in de Bijbel die het woord 'te kennen gegeven' verbindt met de ongebruikelijke uitdrukking 'wat er binnenkort gebeuren moet'

Page 3: Les 1 Het evangelie van Patmos · Les 1 Het evangelie van Patmos 29 december-4 januari Kerntekst: Openbaring 1:1 Deel I: Samenvatting Focus van de studie: In deze les zal onze focus

(Openbaring 1:1; uit het Grieks: a dei genesthai) is Daniël 2:45. Nebukadnessars droom van een groot beeld drukt het voorval uit, waarbij God hem 'te kennen gaf' (vgl.Daniël 2:45, Openbaring 1:1) wat in de laatste dagen moest plaatsvinden. Wat in Daniël 'in de laatste dagen' moest gebeuren, is nu 'binnenkort' in Openbaring.

Uitgerekend aan het begin van het boek Openbaring vindt men daarom een krachtige zinspeling op Daniël 2. Deze zinspeling bindt de twee boeken samen als bij elkaar horende delen. Hoewel Openbaring op veel van de profeten zinspeelt, is er een speciale verbondenheid tussen Openbaring en het boek Daniël. We zouden dus iets van de symboliek van Openbaring moeten verwachten, om te wijzen op opeenvolgingen in de geschiedenis die lopen vanaf de tijd van de profeet tot het einde van de tijden.

IV. De drie-enigheid van God Openbaring 1:4-6 begint het boek met een drievoudige beschrijving van de Drie-eenheid. Om te beginnen is er een beschrijving van Personen: de Vader (de Ene die is, was en komt), de heilige Geest (voorgesteld door de zeven geesten) en Jezus Christus. Jezus Christus wordt als laatste genoemd, omdat hij het onderwerp van de volgende twee beschrijvingen is.

Daaropvolgend komt er een beschrijving van kenmerken die de rol funderen, die Jezus in Openbaring speelt. Hij is degene die is gestorven (Hij is de betrouwbare/getrouwe getuige/martelaar—uit het Grieks: martys), is opgestaan (de 'eerstgeborene van de doden'), en zich bij de Vader op zijn troon heeft gevoegd ('heerser over de vorsten van de aarde'). De dood en opstanding van Jezus verschaffen het fundament van zijn hemelse regering.

De laatste beschrijving gaat over daden. Jezus heeft ons lief (Grieks: tegenwoordige tijd), heeft ons bevrijd, oftewel 'gewassen' (twee verschillende Griekse woorden die hetzelfde klinken, maar één letter verschillen) van onze zonden door zijn bloed, en ons tot koningen en priesters voor God gemaakt. Het ultieme resultaat van Jezus' liefde, zoals uitgedrukt in zijn dood en opstanding, is om zijn volk tot de hoogst mogelijke status te verheffen: koningen en priesters.

V. De terugkeer van Jezus Het beeld van Jezus' terugkeer in Openbaring 1:7 is gebaseerd op zinspelingen op Daniël 7 en Zacharia 12. De 'Hij' in Openbaring 1:7 verwijst duidelijk naar Jezus, aangezien hij het voorwerp van de voorgaande twee verzen is geweest. 'Komen met de wolken' herinnert aan de Mensenzoon die met wolken tot de Oude van Dagen komt en heerschappij over de koninkrijken van de aarde ontvangt (Daniël 7:13, 14). In Openbaring wordt Jezus' recht om over de aarde te heersen, in de hemel erkend bij zijn hemelvaart (Openbaring 5) en op aarde bij de Wederkomst (Openbaring 1:7).

De zinspeling op Zacharia is in het bijzonder interessant. Merk de parallellen op tussen Zacharia 12 en het boek Openbaring. In Zacharia 12:7, 8 is het Yahweh die komt. In Openbaring is het Jezus die komt. In Zacharia 12:10 is het Yahweh die wordt doorstoken; in Openbaring is het Jezus die wordt doorstoken. In Zacharia zijn het de inwoners van Jeruzalem die God zien komen (Zacharia 12:8-10); in Openbaring is het de hele aarde die Jezus ziet komen. In Zacharia 12:11, 12 zijn het de clans van Jeruzalem die rouwen; in Openbaring zijn het de stammen van de hele aarde die rouwen.

In het gebruik dat Openbaring van het Oude Testament maakt, is er daarom een verschuiving in nadruk van Yahweh naar Jezus. Er is een soortgelijke verschuiving van de letterlijke en plaatselijke dingen van Israël naar de geestelijke, wereldwijde invloed van het evangelie en de kerk.

Deel III: Toepassing voor het leven

De les focust zich op het begin van het boek Openbaring, oftewel de proloog (Openbaring 1:1-8). Een manier om de les te beginnen, zou kunnen zijn om te vragen: Wat is het begin van uw favoriete Bijbelverhaal? Studenten geven misschien zulke antwoorden als 'baby Mozes in het biezen kistje', 'de dieettest voor Daniël en zijn drie vrienden in Daniël 1', 'de zalving van David, de herdersjongen' of 'engelen die de schaapherders bij Jezus' geboorte bezoeken' als voorbeelden. Hoe beïnvloedt het begin van een Bijbelverhaal of -boek de manier waarop u de rest van het verhaal begrijpt?

Page 4: Les 1 Het evangelie van Patmos · Les 1 Het evangelie van Patmos 29 december-4 januari Kerntekst: Openbaring 1:1 Deel I: Samenvatting Focus van de studie: In deze les zal onze focus

De les brengt twee dingen naar voren, die in het hele boek Openbaring heen zeer belangrijk zijn: (a)de centrale plaats van Jezus Christus en (b) de historische lezing van Openbaring. De leraar kan zijnof haar studenten uitnodigen om over zulke kwesties te praten als: Wat voor waarde biedt de historische benadering in de wereld van vandaag? Hoe verhogen de historische details van de historische interpretatie van Openbaring Jezus Christus als het middelpunt van alle hoop? Enige antwoorden op de eerste van deze vragen: De historische benadering (a) geeft antwoord op de drie grote filosofische vragen: Wie ben ik? Waar kom ik vandaan? Waar ga ik naartoe? (b) helpt ons de hand van God in de geschiedenis te zien; (c) geeft ons vertrouwen te midden van chaos dat God nogsteeds de geschiedenis onder controle heeft; en (d) geeft ons vertrouwen dat de hoop die we voor het einde hebben, ook zeker is, omdat God door de hele geschiedenis heen actief is geweest.

Page 5: Les 1 Het evangelie van Patmos · Les 1 Het evangelie van Patmos 29 december-4 januari Kerntekst: Openbaring 1:1 Deel I: Samenvatting Focus van de studie: In deze les zal onze focus

Les 2 Tussen de lampenstandaards5-11 januari

Kerntekst: Openbaring 2:7

Deel I: Samenvatting

Focus van de studie: Onze focus zal deze les zijn op de inleiding tot de boodschappen aan dezeven gemeenten (Openbaring 1:9–2:7).

Inleiding: Openbaring 1:9-20 verschaft de achtergrond voor de boodschappen aan de zevengemeenten in de hoofdstukken 2 en 3. Aspecten van het glorieuze gezicht van Christusverschaffen het unieke decor voor elk van de zeven boodschappen. Jezus kent elk van de zevengemeenten en ontmoet hen waar zij zijn. De les eindigt met een meer gedetailleerde blik op deboodschap aan de gemeente in Efeze (Openbaring 2:1-7).

Thema's van de les: De focuspassage (Openbaring 1:9–2:7) introduceert de volgende thema's:

I. De identiteit van de dag van de Heer in Openbaring 1:10 De sabbat is de meest waarschijnlijke optie voor Johannes' begrip van de dag van de Heer.

II. Jezus ontmoet de gemeenten waar zij zijn. Jezus benadert elk van de zeven gemeenten met verschillende kenmerken die uit het inleidendegezicht zijn gehaald (Openbaring 1:9-20).

III. Johannes' basissamenvatting van Openbaring (gebaseerd op Openbaring 1:19) In Openbaring 1:19 vat Johannes het gehele gezicht samen als de dingen betreffend, die zijn ende dingen die in de toekomst zullen gebeuren. Openbaring 4:1 laat zien dat veel vanOpenbaring zich op de toekomst focust. Deze toekomst begint in Johannes' tijd en breidt zichuit tot het einde van de tijden.

IV. De zeven boodschappen aan de zeven gemeenten interpreterenDe boodschappen aan de zeven gemeenten bevatten informatie voor de werkelijke gemeentenin Klein-Azië, maar zij lopen ook parallel met de geestelijke omstandigheden van hetchristendom in verschillende historische perioden.

Toepassing voor het leven: Studenten worden uitgenodigd om na te denken over de implicaties vanhet verrassende beeld van Jezus in Openbaring 1:12-16, Johannes' reactie op dit beeld(Openbaring 1:17), en Jezus' genadige en troostende reactie op Johannes (Openbaring 1:17, 18).

Deel II: Commentaar

Het inleidende gezicht in Openbaring (Openbaring 1:12-18) concentreert zich op een glorieus beeld van Jezus. Hij is 'den zoon des Mensen gelijk' (Openbaring 1:13, SV), de Ene die is gestorven en totin eeuwigheid leeft (Openbaring 1:18). Gebaseerd op Daniël 10:5, 6 en een aantal andere teksten uithet Oude Testament, schildert dit gezicht de glorie van Jezus die anders alleen is gezien bij de transfiguratie (verheerlijking op de berg) tijdens zijn dienstwerk op aarde. De kenmerken van Jezus in het gezicht worden steeds herhaald in de zeven boodschappen van hoofdstukken 2 en 3. Het gezicht is als het achterdoek voor het toneel bij de eerste act van een toneelstuk.

Naast het gezicht van Jezus (Openbaring 1:12-18) legt de les zich toe op de plaats en tijd toen Johannes het gezicht ontving (Openbaring 1:9-11), een basisinterpretatie van het gezicht (Openbaring 1:19, 20) en een analyse van de boodschap aan de gemeente in Efeze(Openbaring 2:1-7).

Page 6: Les 1 Het evangelie van Patmos · Les 1 Het evangelie van Patmos 29 december-4 januari Kerntekst: Openbaring 1:1 Deel I: Samenvatting Focus van de studie: In deze les zal onze focus

Hoofdthema's van les 2 uitgewerkt:

I. De identiteit van de dag van de Heer in Openbaring 1:10De meest geliefde zienswijze onder uitleggers is dat de ' dag van de Heer' in Openbaring 1:10 zondag is, de eerste dag van de week. De kracht van deze zienswijze is dat latere kerkvaders de uitdrukking in verband met zondag gebruikten, en het Latijnse equivalent, dominus dies, werd een van de namen voor zondag in de Latijnse kerk. Alle duidelijke verwijzingen naar zondag als 'de dagvan de Heer' zijn echter veel later dan Openbaring en kunnen aldus niet als bewijs voor de betekenisdienen toen Johannes schreef.

De beste uitleg voor de dag van de Heer in Openbaring 1:10 is dat Johannes naar de sabbat van de zevende dag verwees. Hoewel de exacte uitdrukking 'de dag van de Heer' (kuriakê hemêra) nooitelders wordt gebruikt in het Nieuwe Testament of in de Griekse vertaling van het Oude Testament, verwijzen veel sterke equivalenten naar de sabbat van de zevende dag. De zevende dag is 'de sabbat van de Here [kuriô], uw God' (Exodus 20:10, Deuteronomium 5:14; NBG). 'De Heer' (kurios) verwijst vaak naar de zevende dag als 'mijn sabbat' (ta sabbata mou—Exodus 31:12, 13;Leviticus 19:3, 30; Leviticus 26:2; Jesaja 56:4-6; Ezechiël 20:12, 13, 16, 20-21, 24; 22:3-8;23:36-38; 44:12-24). In het Hebreeuws van Jesaja 58:13 noemt Yahweh de sabbat 'mijn heilige dag'.En ten slotte halen alle drie Synoptische evangeliën (Matteüs 12:8; Marcus 2:27, 28; Lucas 6:5) Jezus aan, die zegt: 'de Mensenzoon is heer en meester over de sabbat [kurios tou sabbatou].' Het zou daarom vreemd zijn als Johannes de uitdrukking 'de dag van de Heer' gebruikte voor welke andere dag van de week ook dan degene die we zaterdag noemen.

II. Jezus ontmoet de gemeenten waar zij zijn. Jezus verschijnt in Openbaring op het toneel op een spectaculaire manier (Openbaring 1:12-20). Dezelfde Jezus staat in nauwe relatie met de zeven gemeenten (Openbaring 1:20). Hij kent elk van hen persoonlijk (Openbaring 2:2, 9, 13, 19; 3:1, 8, 15). En hij introduceert zichzelf aan elke gemeente met één, twee, of drie kenmerken uit het eerdere gezicht.

De boodschap aan Efeze (Openbaring 2:1–7), bijvoorbeeld, beschrijft Jezus als de Ene die de zeven sterren in zijn hand houdt (Openbaring 1:20) en tussen de zeven gouden lampenstandaards wandelt (Openbaring 1:12, 13). In de boodschap aan Smyrna (Openbaring 2:8) is Jezus de eerste en de laatste, de Ene die is gestorven en terug tot leven is gekomen (Openbaring 1:17, 18). In de brief aan Pergamum nadert hij met een scherp, tweesnijdend zwaard (Openbaring 2:12,Openbaring 1:16). Zo gaat het steeds in de zeven brieven aan de gemeenten.

Hier is het interessante. Jezus toont zichzelf op een verschillende manier aan elk van de zeven gemeenten. Hij is in staat om zich aan de bijzondere noden en omstandigheden van elke gemeente aan te passen. Met andere woorden: hij ontmoet elke gemeente zoals zij is. En al heeft geen gemeente en geen christen het volledige beeld van Jezus, dan hebben we alle reden om bescheiden te zijn. We zijn allen beginnelingen, zelfs met alles wat ons is gegeven.

III. Johannes' basissamenvatting van Openbaring (gebaseerd op Openbaring 1:19) De auteur van Openbaring sluit in de overgangsteksten vaak aanwijzingen in over de organisatie en sleutelideeën van het boek. Een van die overgangsteksten is Openbaring 1:19. In deze tekst etaleert Johannes de opzet van het hele boek. De tekst begint: 'Schrijf daarom wat je gezien hebt' (vertaling van de auteur). Deze zin is vergelijkbaar met vers 11: 'Schrijf wat je ziet' (vertaling van de auteur). Vers 11 is tegenwoordige tijd en vers 19 is verleden tijd (Griekse aoristus (vertaling: onbepaald, vaag) indicatief (aantonende wijs) ). Dit betekent dat het gehele gezicht in Openbaring is gegeven tussen het gebod in vers 11 en het gebod in vers 19. Nu wordt hem gezegd om het op te schrijven.

Wat heeft Johannes gezien? Twee dingen: 'wat er nu is' en 'wat hierna zal gebeuren' (Openbaring 1:19). Het boek Openbaring omvat dus zowel huidige dingen in de tijd van de zeven gemeenten als dingen die nog moesten komen, vanuit hun perspectief. In Openbaring 4:1 zegt Jezus tegen Johannes: 'Kom hierboven, dan laat ik je zien wat er hierna gebeuren moet.' Deze verklaring is vergelijkbaar met Openbaring 1:19. Beginnend met Openbaring 4:1 focust de rest van Openbaring

Page 7: Les 1 Het evangelie van Patmos · Les 1 Het evangelie van Patmos 29 december-4 januari Kerntekst: Openbaring 1:1 Deel I: Samenvatting Focus van de studie: In deze les zal onze focus

zich in de eerste plaats op de toekomst na Johannes' tijd. Hoewel er flashbacks zijn naar het kruis (Openbaring 5:6, 12:11) en zelfs naar gebeurtenissen vóór de Schepping (Openbaring 12:4, 7, 9), is de voornaamste focus, voor het grootste gedeelte van het boek, gebeurtenissen die in Johannes' tijd toekomst zijn.

Wat is dan 'wat er nu is en wat hierna zal gebeuren' in Openbaring 1:19? Het antwoord: alles tussen Openbaring 1:19 en 4:1, namelijk de boodschappen aan de zeven gemeenten. Zoals de les naar voren brengt hebben de zeven boodschappen óók profetische betekenis voor het hele christelijke tijdperk, behalve dat zij zich toeleggen op de situatie van die zeven gemeenten, en de boodschappen die Jezus hen brengt. Zorgvuldige aandacht aan Openbaring 1:19 laat zien hoe sleutelteksten in Openbaring lezers kunnen helpen de structuur te zien in Johannes' gedachten en in de gedachten van de Ene die hem het gezicht heeft gegeven.

IV. De zeven boodschappen aan de zeven gemeenten interpreterenDe boodschappen aan de zeven gemeenten zijn 'profetische brieven'. Zij zijn meer als Matteüs 24 dan dat zij als Daniël 7 of Openbaring 13 zijn. Hun boodschap betreft dus zeven werkelijke gemeenten in Klein-Azië, degene die ze oorspronkelijk ontvingen (Openbaring 1:4, 11) en, in het verlengde daarvan, voor al degenen die deze boodschappen lezen (Openbaring 1:3; 2:7, 11, 17, 29, enzovoort).

Er waren echter meer dan zeven gemeenten in Klein-Azië, en de geestelijke omstandigheden in die gemeenten lopen parallel met de geestelijke omstandigheden van het christendom in verschillende historische perioden vanaf de tijd van Johannes tot vandaag. Ingesloten in deze boodschappen aan zeven historische gemeenten was dus een indrukwekkend overzicht van de belangrijke ontwikkelingen in de christelijke geschiedenis. Deze perioden worden in het kort behandeld in het specifieke commentaar over elke gemeente in de lessen 2 en 3.

V. De boodschap aan de Gemeente in EfezeDe gemeente in Efeze is de eerste congregatie die Jezus toespreekt, die zichzelf beschrijft als de Ene die te midden van de zeven gouden lampenstandaards verblijft (andere vertalingen: 'wandelt') en de zeven sterren in zijn rechterhand houdt (Openbaring 2:1). De werkwoorden 'wandelt' en 'houdt' schilderen Jezus’ persoonlijke zorg en diepgaande aandacht. Ondanks Jezus' zorg voor hen verliest de gemeente haar oorspronkelijke liefde voor hem, omdat zij wordt afgeleid door andere dingen en moet zij zich bekeren. Deze eerste boodschap geldt niet alleen voor de gemeente van de eerste eeuw in Efeze, maar weerspiegelt meer over het algemeen Jezus' beoordeling van de christelijke gemeente in de eerste eeuw. Beetje bij beetje bedaarde de eerste liefdeservaring van de eerste christenen en werd de noodzaak voor een terugkeer naar hun eerdere vuur duidelijk (zie 1 Johannes 4:7–11).

Deel III: Toepassing voor het leven

Waarom wordt de genadige, vergevende Jezus, die de voeten van zijn discipelen waste, in Openbaring 1:12-16 op zo´n spectaculaire en verrassende manier geschilderd? Hoewel de verschijning van Jezus Johannes tot in zijn wezen angst aanjoeg, was vrees niet de reactie die Jezus wenste (Openbaring 1:17, 18). Als een onderwijzer op de basisschool in de klas moet God soms onsrespect verdienen, voordat we zijn barmhartigheid serieus zullen nemen. God werkelijk kennen betekent dat we hem liefhebben. De Vader is net als Jezus (Johannes 14:9).

Wat zegt de beschrijving van Jezus in Openbaring 1 ons over Jezus’ smeekbede aan de hele mensheid? In Johannes' gezicht van Jezus in Openbaring 1 wordt Jezus zorgvuldig beschreven als 'den zoon des Mensen gelijk' (SV), die wit haar en ogen als een vlammend vuur heeft. Zijn gezicht schitterde als de felle zon en hij houdt sterren in zijn rechterhand. Hij is de 'eerste en de laatste' en bezit de sleutels tot Hades en dood. Deze beschrijving herinnert zeker aan de 'Iemand als een Mensenzoon' in Daniël 7:13, en Godvrezende Joden die naar hun Messias verlangden, zouden acht

Page 8: Les 1 Het evangelie van Patmos · Les 1 Het evangelie van Patmos 29 december-4 januari Kerntekst: Openbaring 1:1 Deel I: Samenvatting Focus van de studie: In deze les zal onze focus

op slaan. Uitleggers hebben echter ook gezegd dat de beschrijving van Jezus heidenen evenzeer zouaanspreken, met enige van hun ideeën over de godheid. Het is zeker dat Jezus wordt getoond als de Ene die de werkelijke verlangens van de hele mensheid kan vervullen. Hij ontmoet ons waar we zijn en tilt ons op. Hij is als ons en bezit tóch de sleutels tot Hades en dood. Hij is almachtig en tóchwijs en vol zorg. Hij is het werkelijke verlangen van de mensheid.

Page 9: Les 1 Het evangelie van Patmos · Les 1 Het evangelie van Patmos 29 december-4 januari Kerntekst: Openbaring 1:1 Deel I: Samenvatting Focus van de studie: In deze les zal onze focus

Les 3 Jezus' boodschap aan de zeven gemeenten12-18 januari

Focus van de les: Openbaring 3:21

Deel I: Samenvatting

Focus van de studie: De afgelopen week hebben we gekeken naar de eerste van de boodschappenaan de zeven gemeenten. In deze les zullen we de boodschappen twee tot en met zevenbestuderen (Openbaring 2:8–3:22).

Inleiding: De boodschappen aan de zeven gemeenten hebben Gods volk door de eeuwen heen bemoediging gebracht. Zij verzekeren ons ervan dat God intens in het werk van zijn gemeente geïnteresseerd is. Hij kent al haar uitdagingen en verlangt ernaar raad en kostbarebeloften te verschaffen aan allen die willen luisteren.

Thema's van de les: De les en de focuspassage introduceren de volgende thema's:

I. Het chiasma van de zeven gemeenten De boodschappen aan de zeven gemeenten zijn gestructureerd in een typisch Hebreeuwse stijl (zie Commentaar hieronder voor details).

II. Bemoediging in moeilijkhedenDe boodschappen aan de zeven gemeenten geven blijk van zowel geestelijk verval als van een corresponderende toename in het getal en gewicht van beloften gedaan aan elke gemeente.

III. De grootste vooruitgang van het christendom en de hedendaagse gevolgen ervanDe boodschap aan Filadelfia kondigde een tijd van grote missionaire vooruitgang aan. Die vooruitgang bevatte echter aspecten die het christendom vandaag in de verdediging hebben gedrongen.

IV. De boodschap aan Tyatira is anders. De gemeenten als geheel geven blijk van geestelijk verval. Dat is ook zichtbaar in de boodschappen aan Efeze, Pergamum en Sardis. De boodschap aan Tyatira wijkt echter op een paar sleutelmanieren van dat patroon af.

V. Laodicea en het laatste tijdperk van de geschiedenis van de aarde Bewijs vanuit de tekst ondersteunt het idee dat Laodicea de gemeente aan het einde van de christelijke geschiedenis voorstelt.

Toepassing voor het leven: De opname van Izebel in de boodschap aan Tyatira nodigt studenten uitna te denken over de rol van de vier vrouwen in Openbaring. Zevende-dags Adventisten wordenóók uitgenodigd om de boodschap aan Laodicea op zichzelf toe te passen.

Deel II: Commentaar

De boodschappen aan de zeven gemeenten hebben een gemeenschappelijke structuur, in vorm vergelijkbaar met brieven uit de oudheid. (1) Jezus spreekt elke gemeente met hun naam aan. (2) Hij introduceert zichzelf dan aan elke gemeente, en gebruikt uit hoofdstuk 1 gehaalde kenmerken. (3) Hij biedt een analyse van de sterke punten en/of zwakheden van elke gemeente. (4) Jezus geeft raad die gepast is voor zijn analyse van elke gemeente. (5) Er wordt een smeekbede aan de gemeente gedaan om naar de Geest gedaan. (6) Elke boodschap sluit af met een belofte of beloften aan degenen in elke gemeente, die overwinnen. In de boodschappen vier tot en met zeven (beginnend met Tyatira) zijn het vijfde en zesde onderdeel in omgekeerde volgorde.

Page 10: Les 1 Het evangelie van Patmos · Les 1 Het evangelie van Patmos 29 december-4 januari Kerntekst: Openbaring 1:1 Deel I: Samenvatting Focus van de studie: In deze les zal onze focus

Hoofdthema's van les 3 uitgewerkt:

I. Het chiasma van de zeven gemeenten De structuur van de boodschappen aan de zeven gemeenten geeft blijk van een literaire vorm die in de Hebreeuwse logica is gegrond. In het westerse denken: een + B = C. In de Hebreeuwse logica echter: een + B = een verhoogd. Deze literaire vorm wordt chiasma genoemd (van de Griekse letter X [uitgesproken als 'key']). 'Schrijvers produceren chiasmata, wanneer zij de circel rond redeneren, waarbij zij terugkomen op het beginpunt van een argument. Het eerste punt loopt parallel met het laatste punt. Het tweede punt loopt parallel met het volgende-tot-laatste punt, enzovoort, met de climax in het midden in plaats van aan het einde. Het is misschien geen toeval dat de vorm van de zevernarmige lampenstandaard in de tabernakel analoog is aan een literaire chiasma.

De brief aan Smyrna (tweede brief) deelt veel punten van overeenkomst met de brief aan de Filadelfiërs (zesde brief); beide zijn voornamelijk positieve boodschappen. De brieven aan Pergamum (derde brief) en Sardis (vijfde brief) zijn aan gemeenten die sterk achteruitgaan. De boodschap aan Tyatira (de vierde en middelste gemeente) is twee keer zo lang als de andere en verschilt van alle andere (zie thema 4 hieronder). Deze ordening betekent dat de eerste en laatste brief (aan Efeze en Laodicea) óók parallel met elkaar lopen. Deze structuur geeft in dat Laodicea, zoals Efeze, aan een tekort aan liefde lijdt.

II. Bemoediging in moeilijkhedenWanneer we naar de zeven gemeenten als geheel kijken, lijken zij in een staat van verval te zijn, en de berispingen van Jezus worden steeds ernstiger. De gemeenten in Efeze en Smyrna zijn trouwe gemeenten, met als enige fout van Efeze dat er een tekort aan liefde is. Als we echter door de boodschappen aan de gemeenten gaan, lijken dingen achteruit te gaan vanaf Pergamum via Sardis tot we naar Laodicea gaan, waar Jezus aan niets goeds kan denken om over de gemeente te zeggen. Hoewel de boodschap aan Filadelfia positief is, is de gemeente veel zwakker dan Smyrna. In de boodschap aan Efeze verlangt Jezus naar hun bekering. Laodicea maakt dat Jezus zin heeft om over te geven. Deze levendige beschrijving is een hevig woordbeeld.

Dit woordbeeld resulteert echter in het meest bemoedigende onderdeel van de boodschappen aande zeven gemeenten. De eerste gemeente krijgt een belofte: de levensboom. De tweede gemeente krijgt er twee: de 'kroon des levens' (NBG) en verlossing van de tweede dood. De derde gemeente krijgt er drie: verborgen manna, witte steen (NBG), nieuwe naam. De vierde gemeente krijgt vier beloften; de vijfde gemeente krijgt er vijf; de zesde gemeente krijgt er zes. Elke gemeente krijgt meer beloften dan de gemeente daarvóór en de zevende gemeente, Laodicea, krijgt de meest verheven belofte van alle: om met Jezus op zijn troon te zitten.

Naarmate de toestand van de gemeenten in verval raakt, naarmate de berispingen van Jezus strenger worden, zijn de beloften van Jezus steeds overvloediger aanwezig. Hoe erger dingen worden, hoe groter de genade en macht die God uitoefent. Hoe dieper de problemen die u in het leven misschien heeft, hoe machtiger de genade van Jezus Christus is. Deze boodschap spreekt vandaag net zo machtig voor ons als in oude tijden.

III. De grootste vooruitgang van het christendom en de hedendaagse gevolgen ervanDe les brengt de kwestie naar voren, dat de boodschap aan Filadelfia voor de grote opleving van hetprotestantisme tijdens de achttiende en negentiende eeuw geldt. Deze opleving heeft de gemeente gemotiveerd om het evangelie aan de hele wereld te brengen. Zij had de grootste expansie van het christendom sinds de tijd van Pinksteren tot gevolg.

Er was echter een donkere kant aan deze expansie. Missionaire inspanningen reden te vaak op derug van de koloniale expansie van de westerse beschaving op economisch en politiek gebied. Als gevolg hiervan zien veel niet-christelijke volkeren vandaag het christendom als een instrument van westers imperialisme dat uit eigenbelang werkt, in plaats van een nederige, bescheiden beweging die het leven van anderen probeert te verbeteren. Deze houding wordt in toenemende mate zelfs in de meer 'christelijke' delen van de wereld gevonden. Het christendom, als geheel, is vandaag in de

Page 11: Les 1 Het evangelie van Patmos · Les 1 Het evangelie van Patmos 29 december-4 januari Kerntekst: Openbaring 1:1 Deel I: Samenvatting Focus van de studie: In deze les zal onze focus

verdediging. In deze context speelt manipulatie van politieke betrokkenheid van elke soort van de kant van de gemeente into de negatieve stereotypes die zijn gerezen. De evangelie boodschap moet voor haar succes niet rekenen op politieke en economische steun. Deze grijpt terug naar Jezus' oorspronkelijke plan van 'kracht . . . in zwakheid volbracht' (2 Korintiërs 12:9, SV).

IV. De boodschap aan Tyatira is anders. Zoals eerder vermeld geven de gemeenten in Openbaring, als geheel, blijk van geestelijk verval. Dat verval wordt ook duidelijk zichtbaar gemaakt in de boodschappen aan Efeze, Pergamum en Sardis. De boodschap aan Tyatira gaat echter op verschillende manieren tegen het gevestigde structurele patroon van de voorafgaande boodschappen in. Om te beginnen is de boodschap aan Tyatira twee keer zo lang als de andere zes boodschappen. Deze lengte is gepast voor haar rol in hetmidden van het chiasma en de lange periode van vervolging die zij tijdens de christelijke geschiedenis vertegenwoordigt. Ten tweede: Tyatira is de enige gemeente van wie de trouwe leden 'overigen' (HSV) worden genoemd (de 'rest' [Grieks: loipois] in Tyatira—Openbaring 2:24), wat laatzien dat God zelfs tijdens deze donkere periode trouwe volgelingen had.

Ten derde: Tyatira is de enige gemeente waarover Jezus zegt dat hun 'laatste werken meer zijn dan de eerste' (vgl. Openbaring 2:19). Terwijl alle voorafgaande gemeenten ofwel in verval waren ofwel stagneerden, ging Tyatira al vooruit. Geplaatst in het middelpunt van de geschiedenis van de zeven gemeenten, betekent deze positieve boodschap dat God mensen uit afval leidt en, via de latere boodschappen, hij de gemeente op de Wederkomst van Jezus voorbereidt. Terwijl Satan Gods volgelingen aanklaagt om te ontmoedigen en af te leiden, berispen Jezus en de heilige Geest om te bemoedigen en te genezen.

V. Laodicea en het laatste tijdperk van de geschiedenis van de aarde Als Zevende-dags Adventisten hebben we vaak gezien dat de boodschap aan Laodicea vooral voor ons aan het einde van de tijden geldt. Een van de beste bewijzen hiervoor is het verband tussen Openbaring 3:18 en Openbaring 16:15. Geen andere tekst in de Bijbel bevat de vier belangrijke woorden die in deze beide passages worden gevonden. Beide verzen bevatten de Griekse woorden voor 'zien' (Grieks: blepô), 'kleren' (Grieks: himation), 'schande/schaamte' (Grieks: aischunê, aschêmosunê) en 'naaktheid' (Grieks: gumnotês, gumnos). De opname hiervan is een opvallende parallel. Te midden van de verzen die over Harmagedon spreken (Openbaring 16:14-16) is er in de taal van Laodicea een oproep tot waakzaamheid in de eindtijd (Openbaring 16:15, vergelijk met Openbaring 3:18). Deze oproep is opvallend bewijs dat Laodicea de laatste gemeente in de geschiedenis van de aarde voorstelt.

Deel III: Toepassing voor het leven

1. Hoeveel vrouwen worden geschilderd in het boek Openbaring, en wat is hun rol in de boodschap van het boek? Er worden vier vrouwen in Openbaring geschilderd. Twee zijnpositieve figuren en twee zijn negatief. De eerste is Izebel, de leider van de tegenstand tegende getrouwen in Tyatira (Openbaring 2:20-23). De tweede is de godvruchtige vrouw in Openbaring 12 (Openbaring 12:1, 2, 5, 6, 14-17). De derde is hoer Babylon(Openbaring 17:1-7, 16). De vierde is de bruid van het Lam (Openbaring 19:7, 8). Alle vier worden uiteindelijk geassocieerd met de gemeente, ofwel positief ofwel negatief. Izebel, deopponent van Tyatira, loopt vooruit op hoer Babylon, die als de hogepriester gekleed is(Openbaring 17:4). Als het eerste deel van Tyatira de middeleeuwse kerk voorstelt, dan staan de twee beelden nauw met elkaar in verband. Tegenstand tegen Christus draagt vaak een christelijk gezicht.

Op een vergelijkbare manier stelt de vrouw in Openbaring 12 het trouwe volk van God inheel de geschiedenis voor. De bruid van het Lam in Openbaring 19:7, 8 stelt de getrouwen vanGod aan het einde van de geschiedenis voor, gesymboliseerd door het Nieuwe Jeruzalem. Het spreekt dus vanzelf dat de vrouw In Openbaring 17 allen voorstelt, die zich tegen God

Page 12: Les 1 Het evangelie van Patmos · Les 1 Het evangelie van Patmos 29 december-4 januari Kerntekst: Openbaring 1:1 Deel I: Samenvatting Focus van de studie: In deze les zal onze focus

verzetten, vooral religieuze machten die zich verenigen met seculiere wereldse machten om eenBabylon van de eindtijd te vormen. 'Vrouw' in Openbaring stelt degenen voor, diebelijden volgelingen van Christus te zijn, maar, afhankelijk van welke vrouw, is de belijdenismisschien niet oprecht.

2. Hoe zouden Zevende-dags Adventisten de boodschap van Openbaring 3:18-21 op zichzelf moeten toepassen? Wat is er in de tekst voor ons allemaal te leren? Goud kan zowel de waardeuitdrukken, die we in Gods ogen hebben als geloof dat een verfijnend en zuiverend proces heeftondergaan. Witte kleren stellen de gerechtigheid van Christus voor, die aan ons is gegeven.Ogenzalf stelt het geestelijk onderscheidingsvermogen voor, dat ons duidelijk helpt te zien dat we Christus nodig hebben.

Hoewel Jezus tuchtigt als dit nodig is (Openbaring 3:19), dwingt hij nooit iemand om hem tevolgen. Hij nodigt vriendelijk uit en laat de beslissing aan ons over (Openbaring 3:20). En hijreikt de belofte uit om alle beloften aan ons tot een einde te brengen. Als we Jezus uitnodigen om over ons hart te regeren en overwinnen (Openbaring 3:21), zullen we aan zijn troon deelnemen. Zoals het goud uitdrukt, dat in het vuur gelouterd is, ziet God oneindige waarde in ons.

Wat voor bemoediging kunnen we krijgen als we er ons bewust van zijn dat veel christenen uit de oudheid God trouw bleven te midden van goddeloze steden?

Page 13: Les 1 Het evangelie van Patmos · Les 1 Het evangelie van Patmos 29 december-4 januari Kerntekst: Openbaring 1:1 Deel I: Samenvatting Focus van de studie: In deze les zal onze focus

Les 4 Waardig is het Lam19-25 januari

Kerntekst: Openbaring 5:5, 6

Deel I: Samenvatting

Focus van de studie: We zullen onze aandacht in deze les concentreren op het hemelse gezicht inOpenbaring 4 en 5 (Openbaring 4:1–5:14).

Inleiding: De passage waarover deze les verslag uitbrengt, is in twee delen verdeeld. Ten eerste: eris een algemene beschrijving van hemelse aanbidding die gericht is op de Ene die op de troon zit,God de Vader (Openbaring 4:1-11). Ten tweede: er is een moment van crisis in de hemelsetroonzaal, maar deze wordt opgelost door de verschijning van het Lam, Jezus Christus(Openbaring 5:1-14).

Thema's van de les: De les en de focuspassage introduceren de volgende thema's:

I. Is Openbaring 4 een algemene beschrijving van een éénmalige gebeurtenis? Zoals we zullen zien beantwoorden de details van de tekst deze vraag.

II. Het bijbelse idee van aanbidding Aanbidding gaat niet om ons. Het gaat om wat God heeft gedaan en onze gepaste, oprechte reactie hierop.

III. De identiteit van de 24 oudsten De oudsten zijn geen engelachtige groep; zij vertegenwoordigen Gods volk.

IV. De betekenis van de verzegelde boekrol De verzegelde boekrol vertegenwoordigt Gods verlossingsplan.

V. De waardigheid van het Lam Enkel het Lam is waardig de boekrol te openen, vanwege zijn combinatie van menselijkheiden goddelijkheid.

VI. De voortgang van de vijf lofzangen (Openbaring 4:8, 11; 5:9, 10, 12, 13) De voortgang onderstreept de goddelijkheid van het Lam.

VII. Het kosmische conflictHet conflict is de achtergrond voor deze hemelse scène.

Toepassing voor het leven: Deelnemers worden uitgenodigd om na te denken over de implicatiesvan dit hemelse gezicht voor aardse aanbidding en voor ons begrip van de sabbat.

Deel II: Commentaar

Aan het begin van hoofdstuk 4 wordt Johannes voor de eerste keer omhoog naar de hemel uitgenodigd (Openbaring 4:1). Hoofdstuk 4 is een algemene beschrijving van de voortdurende aanbidding in de hemel (zie het tekstuele bewijs in thema 1 hieronder), waarbij God de Vader wegens de Schepping wordt aanbeden (Openbaring 4:11). Hoofdstuk 5 is echter een éénmalige crisisgebeurtenis in de hemel. Er wordt een probleem voorgesteld, dat zó groot lijkt dat het lijkt alsof zelfs God het zélf niet kan oplossen (Openbaring 5:1-4). De kwestie wordt echter opgelost door de verschijning van het Lam, de God-mens Jezus Christus (zie thema V hieronder). Hij wordt aanbeden, omdat hij is geslacht en onze Verlosser is, en vanwege dit feit wordt de crisis in het universum opgelost (Openbaring 5:5-14).

Page 14: Les 1 Het evangelie van Patmos · Les 1 Het evangelie van Patmos 29 december-4 januari Kerntekst: Openbaring 1:1 Deel I: Samenvatting Focus van de studie: In deze les zal onze focus

Hoofdthema's van les 4 uitgewerkt:

I. Is Openbaring 4 een algemene beschrijving van een éénmalige gebeurtenis? Drie bewijsstukken duiden erop dat hoofdstuk 4 geen éénmalige gebeurtenis is, maar een algemene beschrijving van hemelse aanbidding. (1) De troon in vers 2 wordt niet opgezet; in plaats hiervan 'stond' deze in de hemel (Grieks: keitai, onvoltooide tijd). (2) Het zingen in vers 8 is geen afzonderlijke gebeurtenis; het gaat 'dag en nacht' door. (3) Het zingen van de vier levende schepselen herhaalt zich voortdurend ('Telkens als …' [Openbaring 4:9]).

II. Het bijbelse idee van aanbidding In Openbaring 4:11 is de reden voor aanbidding: 'want' God heeft alle dingen geschapen. In Openbaring 5:9 vindt aanbidding plaats, 'want' het Lam is geslacht en het verlost. In Openbaring 11:17 vindt aanbidding plaats, 'want' God is begonnen te regeren. Hoewel vaak vertaald met 'want' in het Nederlands, gebruiken alle drie verzen het Griekse woord hoti, wat betekent de reden waaromof de basis waarop een handeling wordt gedaan. God wordt aanbeden 'vanwege' wat hij heeft gedaan. In heel de Bijbel gaat aanbidding om praten over, zingen over de daden die God heeft gedaan en deze herhalen (Deuteronomium 26:1-11, Psalmen 66:3-6, 78:5-15, 111:4). Het omvat zelfs het uitbeelden van de dood en opstanding van Jezus door de doop (Romeinen 6:3, 4) en de maaltijd van de Heer (1 Korintiërs 11:26). Aanbidding in de Bijbel gaat niet om ons. Aanbidding gaat om wat God heeft gedaan.

III. De identiteit van de 24 oudsten De les verklaart terecht dat het getal twaalf in de Bijbel vaak wordt gebruikt als een symbool van Gods volk en dat de 24 oudsten (SV: ‘ouderlingen’) daarom Gods volk uit zowel de tijd van het Oude als het Nieuwe Testament zouden kunnen vertegenwoordigen. De ruimte liet echter niet toe om het belangrijkste bijbelse bewijs voor deze verklaringen te vermelden. In Matteüs 19:28 vertelt Jezus zijn discipelen dat zij zullen plaatsnemen op Sde twaalf tronen en rechtspreken over de twaalfstammen van Israël. Dit vers combineert het getal twaalf: tronen, de apostelen, en de twaalf stammen. In Openbaring 21:12 zijn de namen van de twaalf stammen op de poorten van het NieuweJeruzalem geschreven, terwijl op de twaalf grondstenen (andere vertalingen: 'fundamenten') de namen van de twaalf apostelen geschreven zijn (Openbaring 21:14). Het getal 24 telt twaalf bij twaalf op, zoals in Openbaring 21 gebeurt. In Openbaring 7:4-8 bovendien wordt het volk van God beschreven in termen van twaalf keer twaalf keer duizend (144.000). Het veelvoud van twaalf wordtook gezien in de hoogte van de muren van het Nieuwe Jeruzalem, 144 el (Openbaring 21:17). De beste uitleg van de 24 oudsten is dus dat zij het volk van God in zowel het Oude als het Nieuwe Testament vertegenwoordigen.

IV. De betekenis van de verzegelde boekrol Vraag de groep aan hoeveel opties zij kunnen denken voor de betekenis van de verzegelde boekrol in Openbaring 5. Sommige bijbelse opties bevatten een laatste wil en testament , de grondwet van Israël (Deuteronomium), een verslag van de menselijke geschiedenis, een embleem van het recht van het Lam om te regeren, een verslag van menselijke daden, het levensboek en een lijst van beloningen en straffen voor menselijk gedrag (oordeel). Gebaseerd op een commentaar in een brief van Ellen G. White suggereert de les dat de boekrol de geschiedenis van Gods voorzienigheden bevat en de profetische geschiedenis van de volken en de kerk. De les geeft als samenvatting de conclusie dat de verzegelde boekrol het verlossingsplan voorstelt. Johannes huilt (Openbaring 5:4), omdat het verlossingsplan niet ten uitvoer zal worden gebracht, tenzij iemand waardig is bevonden om de boekrol te openen.

Hoe weten we dat het boek (Openbaring 5:2 [Grieks: biblion]) een boekrol is en niet meer typerend voor boeken vandaag? We weten dit, omdat hetzelfde woord wordt gebruikt in Openbaring6:14, dat zegt dat de 'hemel terugweek als een boekrol [Grieks: biblion] die wordt opgerold' (vgl. HSV).

Page 15: Les 1 Het evangelie van Patmos · Les 1 Het evangelie van Patmos 29 december-4 januari Kerntekst: Openbaring 1:1 Deel I: Samenvatting Focus van de studie: In deze les zal onze focus

V. De waardigheid van het Lam

Enkel het Lam is waardig de boekrol te openen (Openbaring 5:5, 6). De sleuteleigenschappen van het Lam zijn in het hoofdstuk tweevoudig. Het Lam is geslacht, wat op zijn menselijke wezen wijst. Aan de andere kant wordt het Lam aanbeden, samen met de Ene die op de troon zit (Openbaring 5:13). Dit wijst op zijn goddelijkheid. De God-mens is uniek in heel de geschiedenis. Van alle intelligente wezens (zie Johannes 1:3, 14) zou alleen de goddelijk-menselijke Jezus volledig het karakter van God kunnen onthullen en de menselijke zonde verzoenen, omdat hij volledig God en volledig menselijk was. Ingesloten in dit symbolische gezicht is dus een diepgaande christologie, een leerstelling van wie Jezus Christus is.

VI. De vijf Lofzangen (Openbaring 4:8, 11; 5:9, 10, 12, 13) onderstrepen de goddelijkheid van het Lam.De goddelijkheid van Christus wordt onderstreept in de voortgang van vijf lofzangen in dit gezicht. De eerste twee lofzangen loven de Ene die op de troon zit (Openbaring 4:8, 11). De derde en vierde lofzang loven het Lam (Openbaring 5:9-12). Het vijfde lofzang geeft aanbidding aan zowel de Ene die op de troon zit als het Lam (Openbaring 5:13). Het vijfde lofzang is de duidelijke climax van de reeks, in dat dank, eer, heerlijkheid en power (macht, SV: kracht) worden toegejuigd als toekomend aan hem die op de troon zit en aan het Lam.

Een tweede kenmerk van deze lofzangen doet óók het vijfde lofzang uitkomen. Het is de climax of een groot crescendo van zang. Het eerste lofzang wordt gezongen door de vier levende wezens (andere vertalingen: ‘dieren') (Openbaring 4:8). Het tweede lofzang wordt gezongen door de 24 oudsten (Openbaring 4:11). Het derde wordt gezongen door zowel de vier levende wezens als de 24 oudsten (Openbaring 5:9, 10). Het vierde lofzang wordt gezongen door meer dan honderd miljoen engelen (Openbaring 5:11, 12). Het vijfde lofzang wordt gezongen door elk schepsel in het universum (Openbaring 5:13). Het vijfde lofzang is dus de climax van een groot crescendo als alle aandacht zich focust op de troon, wat de goddelijkheid van het Lam bevestigt.

VII. Het kosmische conflict is de achtergrond voor deze hemelse scène.

Een opvallend aspect van Openbaring 4 en 5 is de totale afwezigheid van Satan, ondanks het feit datde hemelse crisis iets te maken moet hebben met het kosmische conflict (zie Openbaring 2:9, 24). De rol van Satan in Openbaring 4 en 5 wordt echter duidelijk gemaakt in Openbaring 12:10. Openbaring 12:10 vat de scène in hoofdstuk 5 samen in termen van Christus die aan de macht komt.Zijn komst aan de macht gaat echter gepaard met het ten val brengen (andere vertalingen: 'nederwerpen') van Satan, de 'aanklager van onze broeders' (NBG). Het vers maakt duidelijk dat Satan de broeders 'dag en nacht' aanklaagt. Deze daad herinnert op opvallende wijze aan Openbaring 4:8, waar de vier levende schepselen 'dag en nacht' het drievoudig heilige lied zingen. Hun voortdurende lof overstemt de voortdurende beschuldigingen van Satan, die niet langer wordengehoord of gezien. Satan is afwezig in de scène in de hoofdstukken 4 en 5, omdat hij al is uitgeworpen wegens het kruis.

Deel III: Toepassing voor het leven

Nadenkend over het bijbelse bewijs betreffende aanbidding in thema II hierboven, praat over de typische aanbiddingsdienst in uw plaatselijke gemeente. Is deze op God gericht of is deze gericht opde aanbidders? Benadrukt deze wat God heeft gedaan (Schepping, het kruis, dagelijkse aansporingen van de Geest) en onze reactie op zijn werk, of wat we zélf moeten doen? Het begrijpen en in praktijk brengen van deze waarheid is het geheim van het ontketenen van Gods macht in een plaatselijke gemeente. Als aanbidding zwak lijkt te zijn, is het omdat zij God niet als middelpunt heeft. In bijbelse tijden, wanneer mensen God loofden voor wat hij in het verleden voor hen had gedaan, werd de macht van Gods oorspronkelijke handelen in aanwezigheid van de aanbidder ontketend (2 Kronieken 20:5-22, Daniël 9:15, Daniël 10:19-21). Aanbidding gaat niet om

Page 16: Les 1 Het evangelie van Patmos · Les 1 Het evangelie van Patmos 29 december-4 januari Kerntekst: Openbaring 1:1 Deel I: Samenvatting Focus van de studie: In deze les zal onze focus

ons; het gaat om God. Aanbidding is niet dat we elkaar vertellen wat we zouden moeten doen, het isonszelf en elkaar eraan herinneren aan wat God voor ons heeft gedaan.

Wat is de relatie tussen Openbaring 4 en 5 en de sabbat? Aanbidding wordt aan God en het Lam gegeven wegens de Schepping (Openbaring 4:11) en verlossing (Openbaring 5:9, 10). In het Oude Testament is de sabbat het gedenkteken van zowel de Schepping (Exodus 20:11) als de Exodus, de grote daad van Israëls redding (Deuteronomium 5:15). De sabbat wijst ons dus op de machtige daden van God in de Schepping, tijdens de Exodus en bij het kruis. Het gaat er bij het houden van de sabbat niet om dat je iets bij God verdient. Wanneer we de sabbat gedenken, gedenken we ook degrote dingen die God voor ons heeft gedaan, en dit gedenken is het fundament van ware aanbidding.

Page 17: Les 1 Het evangelie van Patmos · Les 1 Het evangelie van Patmos 29 december-4 januari Kerntekst: Openbaring 1:1 Deel I: Samenvatting Focus van de studie: In deze les zal onze focus

Les 5 De zeven zegels26 januari-1 februari

Kerntekst: Openbaring 5:5, 6

Deel I: Samenvatting

Focus van de studie: Openbaring 6 beschrijft de gebeurtenissen die plaatsvinden als het Lamde eerste zes van de zeven zegels verbreekt.

Inleiding: Hoofdstuk 6 schildert de eerste zes van de zeven zegels. Deze scène volgt direct op het

gezicht van de hemelse troonzaal in hoofdstuk 5.

Thema's van de les: De les en de focuspassage introduceren de volgende thema's:

I. De vier ruiters (Openbaring 6:1-8) schilderen de voortgang van het evangelie en de gevolgen als dit wordt verworpen.Deze interpretatie hangt af van de identiteit van het witte paard en zijn berijder (Openbaring 6:1, 2 [zie thema 1 hieronder]).

II. De oudtestamentische achtergrond van de vier paarden gaat voornamelijk om de vloeken van het verbond. Het oudtestamentische verbond, met zijn zegeningen en vloeken, wordt in hoofdstuk 6 als een metafoor van het evangelie toegepast.

III. De oordelen geschilderd in Openbaring 6 beïnvloeden het volk van God. Dit bouwt op de verbondsbeloften en -bedreigingen die in Leviticus 26 enDeuteronomium 32 aan Israël worden gedaan.

IV. De passage van de 'zielen onder het altaar' legt zich niet toe op de toestand van de doden. Het vijfde zegel (Openbaring 6:9-11) is vaak verkeerd gebruikt om bewustzijn na de dood tebepleiten.

V. De adventistische manier om het zesde zegel te lezen wordt door de tekst ondersteund. Een grondige lezing van Openbaring 6:12-14 duidt zowel op een beweging in tijd als een letterlijke betekenis van zon, maan en sterren.

Toepassing voor het leven: Groepsleden worden uitgenodigd om de toepasbaarheid te onderzoekenvan de historische interpretatie van Openbaring 6:12-14 en het antwoord op de vraag in Openbaring 6:17.

Deel II: Commentaar

Openbaring 6 is duidelijk op hoofdstuk 5 gebaseerd. Het hoofdstuk begint met 'En' (NBV: 'Toen')(Grieks: kai), wat duidt op een verband met wat voorafgaat. Aan het slot van hoofdstuk 5 houdt het Lam de boekrol (Openbaring 5:7, 8) en ontvangt de aanbidding van het hemelse heer (Openbaring 5:12-14). Als Johannes blijft kijken (beide hoofdstukken beginnen ermee dat Johannes zegt 'Toen zag ik dit:' [Openbaring 5:1; 6:1]), ziet hij het Lam zegel na zegel openen (Openbaring 6:1, 3, 5, 7, 9, 12).

De gebeurtenissen die plaatsvinden als elk zegel wordt geopend, zijn niet de inhoud van de boekrol. Alle zeven zegels moeten worden verbroken, voordat de boekrol kan worden opgerold en haar inhoud kan worden gezien (zie Openbaring 6:14).

Page 18: Les 1 Het evangelie van Patmos · Les 1 Het evangelie van Patmos 29 december-4 januari Kerntekst: Openbaring 1:1 Deel I: Samenvatting Focus van de studie: In deze les zal onze focus

Hoofdthema's van les 5 uitgewerkt:

I. De vier ruiters (Openbaring 6:1-8) schilderen de voortgang van het evangelie en de gevolgenals dit wordt verworpen.Deze interpretatie hangt af van de identiteit van het witte paard en zijn berijder (Openbaring 6:1, 2). Alle paarden behalve deze brengen onheil voort. Wit vertegenwoordigt in Openbaring altijd Christus of zijn volk. De kroon (Grieks: stephanos) die door de berijder wordt gedragen, is de overwinningskroon. Met slechts één uitzondering (Openbaring 9:7) wordt deze soort kroon in het Nieuwe Testament altijd met Christus en/of zijn volk in verband gebracht. In de eerste vijf hoofdstukken van Openbaring verwijst het woord voor overwinnen (Grieks: nikôn, nikêsêi) óók consequent naar Christus en zijn volk (zie bijvoorbeeld: Openbaring 3:21). De berijder op het witte paard in Openbaring 19 is duidelijk Christus als 'Het Woord van God', en die berijder loopt parallel met deze in hoofdstuk 6.

Het idee van vervalsingen is duidelijk een belangrijk thema in Openbaring, maar wanneer vervalsingen plaatsvinden, worden zij altijd duidelijk als zodanig aan de lezer onthuld. In Openbaring 6:1, 2, aan de andere kant, is er geen aanwijzing van het kwaad. Hoewel de berijder op het witte paard in Openbaring 19 de koninklijke kroon draagt (Grieks: diadêma), in plaats van de overwinningskroon, is het verschil te verklaren in termen van verschillende stadia van het conflict. Openbaring 6 stelt de militante gemeente voor, terwijl Openbaring 19 de triomferende gemeente voorstelt. De focus van de vier ruiters lijkt de overwinning van Christus te zijn en de voortgang van zowel het evangelie als de weerstand tegen het evangelie.

II. De oudtestamentische achtergrond van de vier paarden gaat voornamelijk om de vloeken van het verbond. Het hoofdthema van Openbaring 4 en 5 is aanbidding van God als Schepper en de waardigheid van het Lam om zijn hemelse bemiddeling toe te passen, om de bedreigingen op aarde voor Gods koninkrijk teniet te doen. Het thema van Openbaring 6 is de vloeken van het verbond. Het woord 'curse' is hier geen godslastering; in plaats hiervan drukt het de gevolgen van ongehoorzaamheid uit (Leviticus 26:21-26, Deuteronomium 32:23-25, 41-43 en Ezechiël 14:12-21). In het Oude Testament waren deze vloeken het zwaard, hongersnood, epidemie en wilde dieren. De vloeken waren vaak zevenvoudig (Leviticus 26:21, 24) en werden in Zacharia's gezicht uitgevoerd door vier paarden met verschillende kleuren (Zacharia 1:8-17, 6:1-8).

In het Oude Testament was het verbond tussen God en Israël. De zegeningen en vloeken van het verbond vonden daar op een letterlijke manier over het volk Israël plaats. In het Nieuwe Testament wordt trouw aan Israëls verbond in relatie tot Christus bepaald. Degenen die trouw zijn aan Christus, worden gezegend (Johannes 12:32; Handelingen 13:32, 33; 2 Korintiërs 1:20) en degenen die hem verwerpen, zullen de vloek van de dood en eeuwige vernietiging ondergaan (Matteüs 25:41).

III. De oordelen geschilderd in Openbaring 6 beïnvloeden het volk van God. Openbaring 6 bouwt op de verbondsbeloften en -bedreigingen gedaan aan Israël in Leviticus 26 en Deuteronomium 32. Terwijl de oordelen van de zeven bazuinen op alle goddelozen vallen (Openbaring 9:4, 20, 21), vallen de oordelen van de zeven zegels meer specifiek op het ontrouwe volk van God. Satans koninkrijk heeft in Openbaring drie delen (Openbaring 16:13, 19), en de oordelen van de bazuinen vallen op verschillende derde delen van de aarde (Openbaring 8:7-12).

IV. De passage van de 'zielen onder het altaar' legt zich niet toe op de toestand van de doden. Sommige lezers veronderstellen dat de 'zielen onder het altaar' lichaamsloos bewustzijn na de dood voorstellen. Als dit letterlijk werd genomen, zou de betekenis van dit vers strijdig zijn met lichamelijke opstanding (1 Korintiërs 15:42-44, 53) en met het onderwijs van zowel Genesis 2:7, waar de ziel als de gehele persoon wordt gezien, als Prediker 9:5, waar op geen bewustzijn na de dood wordt geduid. De tekst in Openbaring is echter duidelijk symbolisch en echoot het verhaal van

Page 19: Les 1 Het evangelie van Patmos · Les 1 Het evangelie van Patmos 29 december-4 januari Kerntekst: Openbaring 1:1 Deel I: Samenvatting Focus van de studie: In deze les zal onze focus

Kaïn en Abel (Genesis 4:10, 11) en het brandofferaltaar in het Hebreeuwse heiligdom, dat het enige voorwerp in het heiligdom is, waar alles aan het voetstuk gebeurt (Leviticus 5:9).

De 'zielen' onder het altaar zijn in de hemel niet in een lichaaamsloze toestand. Het brandofferaltaar vertegenwoordigt het kruis van Christus en de vervolging van gelovigen, dingen die op aarde gebeuren. En de martelaren komen pas opnieuw tot leven aan het begin van het millennium (Openbaring 20:4). Zoals het geval was met het bloed van Abel, worden de martelaren beschreven als op aarde zijnde, niet in de hemel. Het uitroepen van het bloed is een metaforische manier om te zeggen dat de dingen die aan hen zijn gedaan, door God in herinnering worden gehouden tot hun opstanding bij de Wederkomst van Jezus (1 Tessalonicenzen 4:16).

V. De historische interpretatie van het zesde zegel wordt door de tekst ondersteund. In het boek De Grote Strijd en andere Zevende-dags Adventistische werken van de pioniers wordt Openbaring 6:12-14 toegepast op gebeurtenissen in het relatief recente verleden. De tekst beschrijft twee aardbevingen, gescheiden door een reeks hemelse tekenen. De eerste aardbeving ging in vervulling door de aardbeving van Lissabon in 1755. Op deze gebeurtenis volgden de verduistering van de zon en roodheid van de maan in 1780, en het vallen of de sterren in 1833. De complete ontwrichting van zowel de hemel als de oppervlakte van de planeet werd gezien als nog steeds in detoekomst zijnde.

Er zijn twee redelijke vragen gerezen over deze manier om Openbaring 6:12-14 te lezen. (1) De gehele passage is beheerst door de openingszin: 'Toen hij het zesde zegel opende.' De meest vanzelfsprekende grammaticale manier van lezen is dus dat alle gebeurtenissen in de passage op hetzelfde moment plaatsvinden, niet gescheiden door decennia. (2) Moeten de aardbevingen, zon, maan en sterren letterlijk worden opgevat of zijn zij symbolen van een of andere soort geestelijke ziekte? Aan deze beide bezwaren kan worden tegemoet gekomen door grondige observatie van de Griekse tekst.

Ten eerste: de aardbeving in vers 12 vindt niet op hetzelfde moment plaats als die in vers 14. De aardbeving in vers 12 ('zware/grote aardbeving', Grieks: seismos megas) loopt parallel met de aardbeving in Openbaring 11:13 ('zware/grote aardbeving', Grieks: seismos megas). Die aardbeving vindt voorafgaande aan het einde van de genadetijd plaats (dat aan het begin van de zevende bazuin plaatsvindt, zie Openbaring 10:7). Aan de andere kant loopt het bewegen van elke berg en eiland (Openbaring 6:14) parallel met Openbaring 16:20, ruim na het einde van de genadetijd. Als de twee aardbevingen dus worden gescheiden door een onbepaalde tijdsperiode, is het redelijk dat de anderegebeurtenissen in Openbaring 6:12-14 óók op verschillende tijden in vervulling zouden kunnen gaan.

Ten tweede: er is een drievoudig 'zoals/gelijk' of 'als' (Grieks: hōs) in de verzen 12 en 13. In het Grieks introduceert deze combinatie regelmatig symboliek, die het best werkt wanneer wat vóór de hōs komt letterlijk is. De werkelijke zon werd dus zwart 'als' een rouwkleed (andere vertalingen: 'haren zak') en de maan werd 'als' bloed (NBV: 'bloedrood'). De beschrijvingen zijn symbolisch, maar de hemellichamen zijn echt.

Deel III: Toepassing voor het leven

Zevende-dags Adventisten hebben de betekenis van Openbaring 6:12-14 opgevat als de aardbeving van Lissabon in 1755, de donkere dag van 1780 en het vallen van de sterren in 1833—bijna honderdjaar van de geschiedenis. Op wat voor manier helpt of benadeelt een vergelijking met Matteüs 24 die interpretatie? Wat is de geestelijke winst van een historische interpretatie van het zesde zegel?

Een paar Engelse vertalingen beginnen Matteüs 24:30 ('Dan') met het in verband brengen van alle hemelse tekenen met de Wederkomst van Jezus, die nog steeds in de toekomst ligt. Het Grieks bevat echter eenvoudig 'en' (kai), dus de oorspronkelijke tekst heeft net zo'n open einde als Openbaring 6:12-14 heeft gebleken te hebben. Matteüs 24 ondersteunt de historische interpretatie van Openbaring 6.

De historische zienswijze van profetie verzekert ons ervan dat (1) God de leiding over de

Page 20: Les 1 Het evangelie van Patmos · Les 1 Het evangelie van Patmos 29 december-4 januari Kerntekst: Openbaring 1:1 Deel I: Samenvatting Focus van de studie: In deze les zal onze focus

geschiedenis heeft, (2) zijn opdracht voor de eindtijd en voor zijn volk in de eindtijd duidelijk is, en (3) hij intens om zijn volk geeft, waarbij hij de martelaren van verdenking zuivert(Openbaring 6:11) en hen zoveel mogelijk beschermt in de satanische chaos vlak voor Jezus' terugkeer (Openbaring 7:1-3).

Aan het slot van hoofdstuk 6 wordt de vraag gesteld: 'wie kan bestaan?' (Openbaring 6:17, SV). Wat is het bijbelse antwoord op die vraag, en wat voor relevantie heeft dat antwoord voor vandaag? God heeft een volk dat in staat zal zijn om uitgerekend in de laatste dagen te bestaan, wanneer de opschudding op aarde op haar grootst zal zijn. Net zoals Jezus zijn laatste dagen vóór Golgotha onder ogen zag, zullen de volgelingen van Christus evenzeer aan hun roeping zijn toegewijd. Vandaag zouden we ons allen op die ernstige tijd moeten voorbereiden. Volgende week zullen we meer over deze kwestie praten.

Page 21: Les 1 Het evangelie van Patmos · Les 1 Het evangelie van Patmos 29 december-4 januari Kerntekst: Openbaring 1:1 Deel I: Samenvatting Focus van de studie: In deze les zal onze focus

Les 6 Het verzegelde volk van God2-8 februari

Kerntekst: Openbaring 6:17

Deel I: Samenvatting

Focus van de studie: Openbaring 7 beantwoordt de vraag in Openbaring 6:17: Wie kunnen bij deWederkomst van Jezus 'staande blijven' (HSV)?

Inleiding: Openbaring 7 onthult het belang van verzegeld zijn om de rampen te overleven, die deWederkomst vergezellen.

Thema's van de les: De les en de focuspassage introduceren de volgende thema's:

I. De betekenis van zegels en verzegeling Documenten worden verzegeld om hun inhoud te verbergen of te bekrachtigen. Mensen worden verzegeld als een teken van eigenaarschap of voor bescherming.

II. Efeziërs 4:30 en het kosmische conflictIn context is het bedroeven van de Geest een versie van het kosmische conflict, die tot een bepaalde plaats wordt beperkt.

III. Is het getal 144.000 letterlijk of symbolisch? De les interpreteert het getal symbolisch, wat in thema III in Deel II wordt ondersteund

IV. Zijn de 144.000 en de grote menigte/schare twee verschillende groepen of twee manieren om hetzelfde volk van God in de eindtijd te beschrijven? De les is onduidelijk over het antwoord op deze vraag. Zie verdere bespreking van deze kwestie in het 'Commentaar' gedeelte in Deel II.

V. Romeinen 3:19–24 en de betekenis van 'onberispelijk' (Openbaring 14:5, SV). De les verwijst naar Romeinen 3 om te pleiten tegen een perfectionistische interpretatie van 'onberispelijk'. Dit argument wordt verder uitgewerkt in Deel II.

Toepassing voor het leven: Groepsleden worden uitgenodigd om na te denken over Godsbeteugeling van het kwaad in de wereld van vandaag en de betekenis van zowel de militairebeeldspraak in Openbaring 7:1-8 als het nieuwe lied dat alleen de 144.000 kunnen zingen(Openbaring 14:3).

Deel II: Commentaar

Hoofdstuk 7 is terloops tussen het zesde (Openbaring 6:12-17) en zevende (Openbaring 8:1) zegel ingevoegd. Hoofdstuk 6 eindigt met de opponenten van God, die de rotsen en bergen toeroepen om hen te verbergen voor het aangezicht van God en de toorn van het Lam (Openbaring 6:15, 16). Zij eindigen dan met de schrijnende bewoordingen: 'Want de grote dag van Zijn toorn is aangebroken en wie kan dan staande blijven?' (Openbaring 6:17, HSV). Die vraag wordt in hoofdstuk 7 beantwoord met de verschijning van twee groepen, de 144.000 (Openbaring 7:4-8) en de grote menigte (Openbaring 7:9-14). Om de rampen te overleven, die de Wederkomst vergezellen, is het nodig om te worden verzegeld (Openbaring 7:1-3). Het eindresultaat is een volk dat onberispelijk voor de troon van God staat (Openbaring 14:5) en hem in zijn tempel vereert/dient (Openbaring 7:15). Het doel van Openbaring 7 en 14 is, binnen hun bredere context, om vast te stellen hoe Gods volk vlak voor de Wederkomst zal zijn.

Page 22: Les 1 Het evangelie van Patmos · Les 1 Het evangelie van Patmos 29 december-4 januari Kerntekst: Openbaring 1:1 Deel I: Samenvatting Focus van de studie: In deze les zal onze focus

Hoofdthema's van les 6 uitgewerkt:

I. De betekenis van zegels en verzegeling In de oude wereld had de verzegeling van een boek twee hoofddoelen. Iemand verzegelde een boek om de inhoud ervan uit het zicht te verbergen (Jesaja 29:11, Openbaring 10:4) of om de inhoud als authentiek of officieel zijnde te bekrachtigen (1 Koningen 21:8, Ester 8:8, Jeremia 32:44). Geheimhouding lijkt het basisdoel te zijn van de verzegeling van het boek in Openbaring 5. Het boek was al bekrachtigd doordat het in Gods bezit was. Het verbreken van de zegels en het openen van het boek zouden de inhoud ervan in het zicht brengen

Een meer symbolisch gebruik van het woord verzegeling had met mensen te maken. Het verzegelen van een persoon zou een teken van eigenaarschap kunnen zijn (Efeziërs 1:13; 4:30;2 Timoteüs 2:19; Openbaring 14:1) of een teken van bescherming (Ezechiël 9:4-6). In het vroege Jodendom werd verzegeling met besnijdenis in verband gebracht. In het christendom van de tweedeeeuw werd verzegeling in verband gebracht met de doop. Het verzegelen van mensen door God zoudus een teken zijn dat zij God toebehoren (2 Timoteüs 2:19, Openbaring 9:4) en dat God degenen die hem toebehoren kent. In een geestelijke betekenis bekrachtigt de verzegeling waar een persoon met God staat.

Het verzegelen in Openbaring 7 is echter anders. Hier worden de 'dienaren van God' (Openbaring7:3—al verzegeld in de eerste betekenis) verzegeld als een bescherming tegen de rampen die de eindtijd vergezellen (Openbaring 6:15–7:3). Zie het eerste punt onder het 'Toepassing voor het leven' gedeelte hieronder.

II. Efeziërs 4:30 en het kosmische conflictIn het licht van de bespreking hierboven zal het sommigen misschien verrassen dat de les naar Efeziërs 4:30 verwijst in de context van deze eindtijdverzegeling voor bescherming. De context vanEfeziërs 4:30 is een lijst van morele gedragingen die de Geest bedroeven (Efeziërs 4:25–5:2). Er is echter een apocalyptisch element aan deze lijst van gedragingen. Gelovigen moeten 'de duivel geen kans geven' (vgl. Efeziërs 4:27). In plaats hiervan moeten zij God navolgen (Efeziërs 5:1). Het bedroeven van de Geest is dus in de context van het kosmische conflict tussen God en Satan. De gelovige moet een voorbeeld nemen aan het karakter van God (waarheid, eerlijkheid, aangename enbemoedigende taal, vriendelijkheid, teerhartigheid, vergeving, liefde, zelfopoffering), in plaats van het karakter van Satan (liegen, boosheid, stelen, beledigende taal, bitterheid, hardvochtigheid, laster(praat), haat). Zoals het geval is in het boek Openbaring, worden de kleine overwinningen/strijd van dagelijks karakterwerk verbonden met het veel grotere conflict in het universum.

III. Is het getal 144.000 letterlijk of symbolisch? Er moet de voorkeur worden gegeven aan een symbolische manier van lezen van het getal.1. De lijst van 12 stammen wordt nergens anders in deze vorm gevonden; het is geen letterlijke lijst.Om de bedoeling te bewijzen wordt Juda het eerst opgenoemd, in plaats van Ruben. Jozef (vader van Efraïm en Manasse) neemt de plaats in van Efraïm. De stam van Dan ontbreekt in de lijst, en Levi is erin opgenomen (vergelijk met Numeri 1:5-15, 13:4-15). Zij worden óók niet in volgorde van geboorte opgenoemd (Genesis 49:3-28). 2. Openbaring 1:1 vertelt ons dat het gehele boek Openbaring 'in tekens is uitgedrukt' [Grieks: esêmanen, vaak vertaald met 'te kennen gegeven']) in symbolische taal die naar de toekomst verwijst. In Openbaring is de beste manier om de tekst te benaderen dus om alles als een symbool tebehandelen, tenzij het voor de hand ligt dat er een letterlijke betekenis wordt bedoeld.3. De stammen als letterlijke nakomelingen van Jacob uitleggen, gaat in tegen het feit dat ten minstetien van die stammen in wezen in de geschiedenis verloren zijn gegaan. Sommige Joden kunnen nog altijd hun afkomst nagaan tot Juda, Benjamin of Levi, maar niet tot de rest.

Page 23: Les 1 Het evangelie van Patmos · Les 1 Het evangelie van Patmos 29 december-4 januari Kerntekst: Openbaring 1:1 Deel I: Samenvatting Focus van de studie: In deze les zal onze focus

IV. Zijn de 144.000 en de grote menigte/schare twee verschillende groepen of twee manieren om hetzelfde volk van God in de eindtijd te beschrijven? Sommigen geloven dat de twee groepen van elkaar verschillen; sommigen geloven dat zij dezelfde zijn. In deze les zullen we eerst kijken naar twee argumenten vóór hetzelfde zijn van de twee groepen.

De termen die voor Gods volk in de eindtijd worden gebruikt, zijn in Openbaring vaak onderling verwisselbaar. Johannes ziet de 144.000 in hoofdstuk zeven nooit. Hij hoort het aantal/getal (Openbaring 7:4), maar 'Hierna', wanneer hij kijkt, ziet hij een groep die niemand tellen kan, een onafzienbare menigte (Openbaring 7:9). Hiervan wordt gezegd dat het een literair patroon in Openbaring is. Johannes hoort één ding (Leeuw), ziet dan het tegengestelde ervan (Lam); maar beide zijn twee verschillende manieren om één realiteit te beschrijven (Openbaring 3:5, 6; zie ook Openbaring 1:10–12; 17:1, 3).

Aan de andere kant zijn er veel die geloven dat de 144.000 en de grote schare twee verschillende groepen zijn—waarbij de eerste Gods volk in de eindtijd voorstelt en de laatste Gods volk door alle eeuwen voorstelt. Degenen die deze zienswijze ondersteunen, brengen gewoonlijk de verschillen tussen de groepen onder de aandacht. De 144.000 zijn een getal uit de twaalf stammen van Israël, die op de aarde worden gezien en verschijnen voordat de vier winden worden vrijgelaten. Daarentegen kan de grote schare niet worden geteld, is uit elk volk, wordt vóór de troon gezien, en verschijnt na de grote verschrikkingen (andere vertalingen: 'verdrukking'). Ook Openbaring 14:1–5 onderscheidt verder de 144.000 uit die groep.

V. Romeinen 3:19–24 en de betekenis van 'onberispelijk' (Openbaring 14:5, SV).

Romeinen 3 maakt duidelijk dat niets wat een mens kan doen, rechtvaardiging voor God verdient (Romeinen 3:20). Allen hebben gezondigd en schieten daarom tekort aan de heerlijkheid van God (Romeinen 3:23). De tegenwoordige tijd van 'tekortschieten' (NKJV [Grieks: husterountai]) betekent dat we altijd een Heiland nodig zullen hebben en de vergeving waarvoor zijn offer voor ons heeft gezorgd. Pas wanneer de zonden zijn uitgewist en de laatste hand van onsterfelijkheid aan ons is gelegd, zal dat veranderen. 'Onberispelijk' betekent dus niet zonder de noodzaak van vergeving. Het betekent het soort loyaliteit waarbij iemand liever zou sterven dan zondigen. De 144.000 vertrouwen erop dat Jezus hun kleren schoon houdt (Openbaring 7:14) en zijn vastberaden in hun gehoorzaamheid aan de Ene die hen heeft vrijgekocht (Openbaring 14:4, 5). Het is per slot van rekening zijn gerechtigheid.

Deel III: Toepassing voor het leven

1. Nadenkend over Openbaring 7:1-3, denkt u dat we in een tijd leven, waarin God boze machten beteugelt of een tijd waarin zij worden losgelaten? Als God de Ene is die beteugelt, wie is dan degene die alle schade toebrengt? Wanneer God wél in het oordeel handelt, waarom doet hij dit dan? Enige mogelijke antwoorden:

Op veel manieren lijkt het er in de turbulente tijden van vandaag op alsof alles uit elkaarvalt. Aan de andere kant zijn, vergeleken met de verschrikkingen van de Holocaust en Wereldoorlog II, zijn de dodelijke slachtoffers van het terrorisme redelijk kleiner in aantal, en de meeste buurten lijken tamelijk veilig. Iemand zou dus kunnen aanvoeren dat we nog altijd in een tijd van beteugeling leven.

De schuldige vinger voor het kwaad in de wereld wijst in het boek Openbaring duidelijknaar Satan (Openbaring 9:11, 12:12). Hij, niet God, is de verwoester.

Wanneer God in het oordeel handelt, is het doel gewoonlijk niet om te vernietigen, maar om zijn volk te tuchtigen (zoals in Openbaring 3:19, Hebreeën 12:5–7) of om hen te bevrijden van schade door boze machten (Openbaring 20:7-10). Satan is meedogenloos in zijn streven naar vernietiging. Als het niet vanwege de beteugelende invloed van Gods Geest was, zouden de dingen veel erger zijn dan zij nu zijn. Wanneer God wél zijn laatste oordeel uitvoert om de

Page 24: Les 1 Het evangelie van Patmos · Les 1 Het evangelie van Patmos 29 december-4 januari Kerntekst: Openbaring 1:1 Deel I: Samenvatting Focus van de studie: In deze les zal onze focus

zonde en zondaars te vernietigen, wordt het 'iets bijzonders' genoemd (Jesaja 28:21).

2. Waarom is er zoveel militaire beeldspraak in de Bijbel? Mensen zijn óók vandaag met militaire beeldspraak vertrouwd, gegeven dat het nieuws, actiefilms, en spionagethrillers ervoor zorgen dat oorlogshandelingen in het bewustzijn van de mensen blijven. God ontmoet mensen waar zij zijn en maakt gebruik van vertrouwde taal om geestelijke waarheden te illustreren. In Openbaring vertelt zorgvuldige observatie ons dat de belangrijkste overwinningen/strijd vaak een oorlog van woorden en ideeën zijn. De oorlog in de hemel is tussen Christus en de 'aanklager van onze broeders en zusters' (Openbaring 12:10, 11). Degenen die de strijd om Harmagedon overleven, zijn degenen die geestelijke waakzaamheid in praktijk brengen (Openbaring 16:14-16).

Wat is de betekenis van het 'nieuwe lied' in Openbaring 14:3? Waarom kan niemand dat lied zingen,behalve de 144.000? De 144.000 hebben een unieke ervaring en maken de karaktervormende gebeurtenissen in de eindtijd door (Openbaring 7:1-3, 14:1-5). De verschrikkingen in de eindtijd zullen in hen een unieke waardering voor Christus ontwikkelen, die anders niet zou hebben plaatsgevonden. God wil de narigheden in de eindtijd niet, maar hij gebruikt deze om het christen zijn van zijn volgelingen te versterken. De gelovigen in de eindtijd zullen dan in staat zijn om een unieke rol in de eeuwigheid te spelen (Openbaring 7:14, 15 [zie thema IV in het 'Commentaar' in Deel II]).

Page 25: Les 1 Het evangelie van Patmos · Les 1 Het evangelie van Patmos 29 december-4 januari Kerntekst: Openbaring 1:1 Deel I: Samenvatting Focus van de studie: In deze les zal onze focus

Les 7 De zeven bazuinen9-15 februari

Kerntekst: Openbaring 10:7

Deel I: Samenvatting

Focus van de studie: De zeven bazuinen (Openbaring 8:2–11:18) bouwen op een gezicht van hethemelse dienstwerk en het reukofferaltaar (Openbaring 8:3, 4) en bevatten een 'tussenspel'(Openbaring 10:1–11:14) dat een zicht op Gods volk biedt te midden van de afschuwelijkezesde bazuin (Openbaring 9:13–21).

Inleiding: Het doel van de bazuinen wordt duidelijk gemaakt in verband met het vijfde zegel

(Openbaring 6:9-11). Verwijzing naar zowel het gouden reukofferaltaar en het brandofferaltaar,als naar de gebeden van de heiligen in Openbaring 8:3, 4, verbindt de bazuinen met de scène inOpenbaring 6:9, 10. De zeven bazuinen beantwoorden de gebeden van de heiligen om oordeelvoor degenen die hen hebben vervolgd. Daarom is het aannemelijk dat de gebeurtenissen, geschilderd in de bazuinen, op de opponenten van Gods volk in heel de christelijke geschiedenisvallen.

Thema's van de les: De les en de focuspassage introduceren de volgende thema's:

I. De betekenis van bazuinen in de Bijbel II. De tijd waarin de bazuinen beginnen

III. De betekenis van de beeldspraak in de eerste zes bazuinen IV. De relatie van het 'tussenspel' met de zeven bazuinenV. De zinspeling op Daniël 12 in Openbaring 10

Toepassing voor het leven: Denk, na het lezen over de bazuinen, erover na hoe de bazuinen en hetvijfde zegel bemoediging bieden aan degenen die lijden ter wille van het evangelie en het lotonthullen van degenen die zich tegen het evangelie verzetten.

Deel II: Commentaar

De zeven bazuinen in Openbaring (vooral Openbaring 8:2–9:21) is een van de moeilijkste passages in de Bijbel om uit te leggen. Adventistische studenten van de Bijbel zijn door de jaren heen niet tot overeenstemming gekomen over de betekenis ervan. Er zijn aspecten van de passage die tamelijk duidelijk zijn en enige hiervan worden hieronder uitgewerkt.

Hoofdthema's van les 7 uitgewerkt:

I. De betekenis van bazuinen in de Bijbel De Griekse woorden voor bazuinen en trompetteren komen 144 keer in de Griekse vertaling van hetOude Testament voor. De grote meerderheid van die verwijzingen (105 van de 144) betreffen ofwel een teken geven in de strijd, aanbidding en gebed, of een combinatie daarvan. De enigste duidelijkste passage over de betekenis van bazuinen is Numeri 10:8-10. In het oude Israël moesten de bazuinen altijd door de priesters worden gehanteerd (Numeri 10:8), zelfs in de strijd. Er is dus een geestelijke betekenis die Israël moest waarnemen in het blazen op bazuinen. Een teken geven op bazuinen stelde een gebed voor tot God om tussenkomst in de strijd (Numeri 10:9). Evenzo nodigde het blazen op bazuinen, in de tempel en op de feestdagen, Gods geestelijke tussenkomst uit in het leven van zijn volk (Numeri 10:10). De wezenlijke betekenis van bazuinen in het Oude Testament is dus op het verbond gebaseerd gebed, die God aanroepen om zijn volk te gedenken.

Page 26: Les 1 Het evangelie van Patmos · Les 1 Het evangelie van Patmos 29 december-4 januari Kerntekst: Openbaring 1:1 Deel I: Samenvatting Focus van de studie: In deze les zal onze focus

De meeste keren dat bazuinen en trompetteren in het Nieuwe Testament voorkomen, zijn in Openbaring 8 en 9. Op het eerste gezicht lijkt het er misschien op dat een teken geven in de strijd devoornaamste betekenis is in de zeven bazuinen in Openbaring. Het verband tussen de bazuinen en het vijfde zegel (zie 'Inleiding' hierboven) onderstreept echter óók hier het gebed als het voornaamste thema. De bazuinen zijn een reactie op de gebeden van de lijdende heiligen van God (Openbaring 6:9, 10; Openbaring 8:2-6). Het verzekert hen ervan dat God hun lijden heeft opgemerkt en, zelfs al lijkt hij in hun ervaring te zwijgen, hij al handelt in de geschiedenis tegen degenen die hen hebben vervolgd (vergelijk met Openbaring 6:10 en Openbaring 8:13 [zie 'Toepassing voor het leven' nummer 1]).

II. De tijd waarin de bazuinen beginnen

Het neerwerpen van de wierookschaal/wierookvat (van vuur) in Openbaring 8:5 suggereert voor sommige adventistische uitleggers een glimp van het einde van de genadetijd. De zeven bazuinen lijken gebeurtenissen in de loop van de christelijke geschiedenis te voorspellen, die (uiteindelijk) in die gebeurtenis zullen resulteren. Een aantal aanwijzingen in de tekst voorzien deze interpretatie van gronden.

Ten eerste: het patroon in de eerste helft van het boek is dat de gezichten met het nieuwtestamentische tijdperk beginnen en gebeurtenissen in heel de christelijke geschiedenis beslaan. Ten tweede: wat het neerwerpen van de wierookschaal/wierookvat (van vuur) in Openbaring 8:5 ook betekent, de genadetijd is duidelijk nog niet afgesloten op het moment van de zesde bazuin. De voorspraak bij het altaar vindt nog altijd plaats (Openbaring 9:13). Het evangelie gaat nog altijd voort (Openbaring 10:11; 11:3-6). Dat het 'tussenspel' in Openbaring 10:1–11:13 zou moeten worden opgenomen in ons begrip van de zesde bazuin, wordt hieronder in thema IV getoond. Ten slotte: pas bij het klinken van de zevende bazuin eindigt de verkondiging van het evangelie en loopt de genadetijd volledig af (Openbaring 10:7). De zeven bazuinen in Openbaring lijken dus de gehele loop van de geschiedenis te beslaan vanaf Johannes’ tijd tot het einde van de genadetijd en de laatste gebeurtenissen.

III. De betekenis van de beeldspraak in de eerste zes bazuinen1. De eerste bazuin maakt gebruik van de oudtestamentische taal van Gods oordelen (hagel, vuur enbloed—(Exodus 9:23-26, Jesaja 10:16-20, Ezechiël 38:22), gericht tegen symbolen van Gods volk in het Oude Testament (vegetatie en bomen [Psalmen 1:1–3; Jesaja 61:3; Jeremia 11:16, 17]). Vandaar de aanwijzing in de les dat de eerste bazuin Gods oordeel voorstelt over het Jeruzalem dat Christus had verworpen (Matteüs 23:37, 38; Lucas 23:28-31).2. De tweede bazuin herinnert, in het algemeen, aan Gods oordelen over degenen die zich tegen hem hebben verzet (Exodus 7:19-21) en in het bijzonder aan de val van het oude Babel(Jeremia 51:24, 25, 41, 42). De les heeft daarom deze bazuin met de val van het Romeinse Rijk in verband gebracht (vergelijk met Petrus' kennelijke aanduiding van Rome als 'Babylon' in 1 Petrus 5:13).3. De symboliek van de derde bazuin loopt parallel met bijbelse beeldspraak voor het werk van Satan (Jesaja 14:12-19, Lucas 10:18, Openbaring 12:9). De symboliek van lamp, bronnen, beken/stromen en water suggereert echter geestelijk leven en groei (Psalmen 1:3; 84:7, 8; 119:105; Jeremia 2:13). Het vallen van de sterren en het bitter maken van de wateren verbinden de twee ideeën, wat duidt op een verdraaiing van waarheid en een opkomst van afval. De les heeft daarom deze bazuin in verband gebracht met de toestand van de gemeente in de middeleeuwen.4. In de vierde bazuin worden de bronnen van licht (zon, maan en sterren) verduisterd, de symbolen van waarheid worden gedeeltelijk overschaduwd. Deze verduistering zou de toename van afval in de kerk kunnen voorstellen (Exodus 10:21-23, Job 38:2, Jesaja 8:22, Johannes 1:4-11, 3:18-21).5. Met de vijfde bazuin wordt de gedeeltelijke duisternis van de vierde totaal en wereldwijd (Openbaring 9:1, 2). Dit vertegenwoordigt de triomf van religieuze afval en secularisme in het moderne tijdperk. Met God en waarheid volledig overschaduwd wordt de zondige mensheid overgelaten aan de demonische kwelling van destructieve verlangens (Openbaring 9:3-11,

Page 27: Les 1 Het evangelie van Patmos · Les 1 Het evangelie van Patmos 29 december-4 januari Kerntekst: Openbaring 1:1 Deel I: Samenvatting Focus van de studie: In deze les zal onze focus

Lucas 10:17-20). De enige veiligheid ligt in een onvervalste relatie met God (Openbaring 9:4; Efeziërs 1:13, 14).6. Terwijl de eerste vijf bazuinen veel zinspelingen op het oude Egypte hebben, echoot de zesde bazuin voornamelijk de bijbelse verslagen over het oude Babel. Er zijn verwijzingen naar de rivier van Babel (Openbaring 9:14), de afgoderij van Babel (Openbaring 9:20; Daniël 5:4, 23) en de val van Babel (Openbaring 9:21, Jesaja 47:9-12). Er zijn ook veel parallellen met de zesde (offer)schaal(Eufraat, oorlogstaal, demonische beeldspraak—Openbaring 16:12-16). De zesde bazuin beschrijft dus een tegenstand naar God vergelijkbaar met die van het Babylon in de eindtijd(Openbaring 17:4, 5).

IV. De relatie van het 'tussenspel' met de zeven bazuinenDe bazuinen focussen zich op de goddelozen (Openbaring 9:4, 20, 21), maar het 'tussenspel' (Openbaring 10:1–11:13) focust zich op Gods volk. Het 'tussenspel' is echter niet afgescheiden van de bazuinen; het is onderdeel van de zesde bazuin. Openbaring 8:13 beschrijft drie weeën die komen over degenen die op de aarde leven. Het eerste is de vijfde bazuin (Openbaring 9:12). Het tweede wee is de zesde bazuin, maar het eindigt pas in Openbaring 11:14. Het grootste deel van de hoofdstukken 10 en 11 zijn dus onderdeel van de zesde bazuin. Terwijl de machten van het kwaad zich verzamelen voor de laatste crisis tijdens de zesde bazuin (Openbaring 9:16), verzamelen de machten van de rechtvaardigen zich om hen teniet te doen (Openbaring 7:4,Openbaring 10:1–11:13).

V. De zinspeling op Daniël 12 in Openbaring 10Een van de duidelijkste zinspelingen op het Oude Testament in heel Openbaring wordt gevonden in Openbaring 10:5, 6. Openbaring 10:5, 6 en Daniël 12:7 hebben acht belangrijke woorden gemeenschappelijk. Beide passages bevatten hemelse figuren die op of boven waterlichamen staan. In beide gevallen heft het hemelse figuur zijn hand op naar de hemel en zweert bij de Ene die tot in eeuwigheid leeft. Het verband tussen de 'tijd, tijden en een halve tijd' (NBG) in Daniël 12:7 met de 'geen tijd meer' (SV) in Openbaring 10:6 duidt erop dat de engel in Openbaring 10 het slot van Daniëls tijdsprofetieën aankondigt in de context van de zesde bazuin (voorbereiding op de laatste gebeurtenissen, zie thema IV hierboven).

Deel III: Toepassing voor het leven

Het materiaal in de zeven bazuinen leent zichzelf niet voor een grote hoeveelheid Toepassing voor het leven. De leraar zou echter de volgende vragen kunnen stellen, met mogelijke antwoorden die worden voorgesteld.

1. Hoe biedt het verband tussen de inleiding tot de bazuinen (Openbaring 8:3-5) en het vijfde zegel (Openbaring 6:9-11) bemoediging aan degenen die vandaag lijden ter wille van het evangelie? De roep van de martelaren om oordeel in het vijfde zegel wordt beantwoord doorde zeven bazuinen. De boodschap van de bazuinen is dat God het lijden van zijn volk ziet enop de onrechtvaardigheid reageert, niet alleen aan het einde van de tijden, maar door de hele loop van de geschiedenis. Zoals Job begrijpen we misschien niet altijd wat God aan het doenis, maar we hebben reden om hem zelfs in de donkerste tijden te vertrouwen.

2. De oordelen van de eerste twee bazuinen vallen op die machten die samenwerkten om Jezus te kruisigen (de godsdienstige autoriteiten van Jeruzalem onder Kajafas en Romeins civiel gezag onder Pilates). Wat vertelt dit feit ons over tegenstand tegen het evangelie? Tegenstand tegen het evangelie is geneigd om in twee verschillende vormen te komen—tegenstand van binnen de gemeente en van buiten de gemeente. Jezus werd gekruisigd toen de leiders van Israël (binnen) samenwerkten met machten van buiten (Rome). De grootste tegenstand komt vaak van degenen die hetzelfde geloof belijden, maar eigenlijk wolven in schaapskleren zijn.

Page 28: Les 1 Het evangelie van Patmos · Les 1 Het evangelie van Patmos 29 december-4 januari Kerntekst: Openbaring 1:1 Deel I: Samenvatting Focus van de studie: In deze les zal onze focus

Een vergelijkbare dynamiek wordt gezien in de gelijkenis van de verloren zoon(Lucas 15:11-32). De vader wordt uiteindelijk verworpen door de zoon die is gebleven. Hoewel hij loyaal lijkt te zijn, wordt hij uiteindelijk gemotiveerd door zelfzuchtig gewin.

Page 29: Les 1 Het evangelie van Patmos · Les 1 Het evangelie van Patmos 29 december-4 januari Kerntekst: Openbaring 1:1 Deel I: Samenvatting Focus van de studie: In deze les zal onze focus

Les 8 Een verslagen vijand16-22 februari

Deel I: Samenvatting

Kerntekst: Openbaring 12:11

Focus van de studie: Openbaring 12 beslaat de gehele sleep van de christelijke geschiedenis, metglimpen van de universele oorlog die achter de conflicten op de aarde ligt.

Inleiding: Openbaring 12 schildert de geschiedenis van zowel het oud- als nieuwtestamentischeIsraël in vier stadia: (1) de periode vóór de geboorte van Christus, met een glimp van Israëlvoorgesteld door een vrouw (Openbaring 12:1, 2) en de oorspronkelijke verbanning van Satan uitde hemel (Openbaring 12:3, 4); (2) de geboorte, hemelvaart en kroning/op de troon zetten vanChristus, met een flashback naar de oorlog in de hemel, zoals gezien in het licht van het kruis(Openbaring 12:5, 7-11); (3) de geschiedenis van de christelijke kerk tussen de tweeadvents van Jezus, met een bijzondere focus op de vervolging van de gemeente tijdens demiddeleeuwen (Openbaring 12:6, 13-16); (4) de ervaring van de overigen in de eindtijd in delaatste dagen van de geschiedenis van de aarde (Openbaring 12:17).

Thema's van de les: De les en de focuspassage introduceren de volgende thema's:

I. Wat gebeurt er wanneer er in Openbaring nieuwe karakters verschijnen?II. Het wezen van het kosmische conflictIII.Toepassing van het jaar-dag principe IV. Het bijbelse idee van de overigenV. Het getuigenis van Jezus

Toepassing voor het leven: 1. Hoe beïnvloedt het bewust zijn van het kosmische conflict de manier waarop we naar de wereld kijken en de manier waarop we hierin betekenis en doel vinden? 2. Wat is de betekenis van het kosmische conflict voor ons begrip van het karakter van God?

Deel II: Commentaar

Openbaring 12 schildert de geschiedenis en ervaring van de gemeente vanaf de geboorte van Christus (Openbaring 12:5) tot de laatste crisis in de geschiedenis van de aarde (Openbaring 12:17). Als zodanig bereidt het de weg voor Openbarings voornaamste focus op eindtijdgebeurtenissen vanaf hoofdstuk 13 (zie de les van volgende week voor details over Openbaring 13).

Hoofdthema's van les 8 uitgewerkt:

I. Wat gebeurt er wanneer er in Openbaring nieuwe karakters verschijnen? Er is een belangrijk literair patroon in het boek Openbaring. Telkens wanneer een nieuw karakter in het verhaal verschijnt, pauzeert de auteur het verhaal en biedt een visuele beschrijving van dat karakter en een beetje van zijn of haar voorafgaande geschiedenis. Deze 'stilstaand beeld' truc helpt de lezer vaak om het karakter vast te stellen. Na deze inleiding speelt het karakter een rol in het grotere verhaal. In hoofdstuk 1 verschijnt Jezus voor de eerste keer als een karakter in het gezicht (Openbaring 1:12-18 [Hij wordt eerder genoemd: Openbaring 1:5, 9]). Er is een visuele beschrijving (Openbaring 1:12-16) en een beetje van zijn voorafgaande geschiedenis (Openbaring 1:17, 18), gevolgd door zijndaden in het gezicht dat hierop volgt (Openbaring 2 en 3). In hoofdstuk 11 worden de twee getuigen

Page 30: Les 1 Het evangelie van Patmos · Les 1 Het evangelie van Patmos 29 december-4 januari Kerntekst: Openbaring 1:1 Deel I: Samenvatting Focus van de studie: In deze les zal onze focus

op een vergelijkbare manier geïntroduceerd (Openbaring 11:3-6), gevolgd door hun daden in de context van het gezicht (Openbaring 11:7-13).

Er verschijnen twee nieuwe karakters aan het begin van Openbaring 12 (Openbaring 12:1-4). Teneerste: er is een visuele beschrijving van een vrouw (Openbaring 12:1) en een beetje van haar voorafgaande geschiedenis (Openbaring 12:2). Dan verschijnt er een draak en wordt deze op een vergelijkbare manier geïntroduceerd (Openbaring 12:3, 4). Dan pas beginnen beide karakters te handelen in de context van het gezicht zélf (Openbaring 12:5-9). Het mannelijke kind in vers 5, aan de andere kant, wordt niet met een visuele beschrijving geïntroduceerd, waarschijnlijk omdat hij al eerder in een andere vorm is geïntroduceerd (Openbaring 1:12-18).

II. Het wezen van het kosmische conflictDe oorlog in de hemel wordt beschreven in militaire taal. Er is de taal van 'oorlog' (Openbaring 12:7[Grieks: polemos]) en 'de strijd aanbinden' (Grieks: polemêsai, epolemêsen). Deze Griekse woordenbeschrijven normaal gesproken gewapend conflict. Zij kunnen echter óók op figuratieve manieren worden gebruikt, om het drama van onenigheden en ruzies met woorden (Jacobus 4:1) te verhevigen. Bij nader onderzoek is de oorlog in de hemel meer een oorlog van woorden dan een militaire gebeurtenis. Er zijn vier hoofdbewijzen hiervoor in hoofdstuk 12. Ten eerste: de draak sleept een derde van de sterren van de hemel neer met zijn staart (Grieks: oura). De staart is een oudtestamentisch symbool voor een profeet die leugens onderwijst (Jesaja 9:15). Ten tweede: de draak wordt in Openbaring 12:9 gedefinieerd als '(namelijk) de oude slang', een duidelijke verwijzing naar de leugens die tot Adam en Eva in de tuin (hof) over God zijn gesproken (Genesis 3:1-6). Ten derde: de draak/Satan wordt in Openbaring 12:10 uit de hemel geworpen als de 'aanklager van onze broeders' (NBG). Het zijn zijn beschuldigende woorden, in plaats van fysieke wapens, die tot gevolg hebben dat hij (op de aarde) werd geworpen. En ten slotte:de draak/Satan wordt overwonnen dankzij 'het bloed van het Lam' en dankzij 'het woord van hun getuigenis' (Openbaring 12:11, NBG). De oorlog in Openbaring 12 is dus geen militaire strijd; het iseen oorlog van woorden en ideeën.

III. Toepassing van het jaar-dag principe Het jaar-dag principe is cruciaal voor de correcte interpretatie van apocalyptische profetie. Het gaat ongeveer als dit: 'In apocalyptische profetie zijn tijdsperioden symbolisch, zodat vervulling ervan injaren zou moeten worden geteld.' Dit principe wordt in de Schrift niet als zodanig aangegeven. De Bijbel geeft ons echter het patroon door dag-voor-een-jaar equivalenten naar voren te halen. In Numeri 14:34 corresponderen Israëls veertig dagen die tot rebellie leidden, met een voorspelde veertig jaar van rondzwerven in de woestijn. In Ezechiël 4:5, 6 moet de profeet één dag voor elk jaar van Israëls en Juda's ongehoorzaamheid gaan liggen. In Leviticus 25 wordt het idee van een week met haar sabbat uitgebreid van dagen naar jaren. Mensen zouden het land gedurende zes jaar bewerken en het land laten 'rusten' tijdens het zevende of sabbatsjaar. Daniël 9 bevat zeventig 'weken', oftewel 490 jaren. Het sabbatsidee haalt dus het jaar-dag denken in bijbelse tijden naar voren.

Wanneer zou men echter profetische dagen als jaren moeten toepassen? Er zijn verschillende leidende principes om over na te denken. (1) Omdat apocalyptische profetieën, zoals die in Daniël en Openbaring worden gevonden, vol symbolen zijn, zou moeten worden nagedacht over een symbolische betekenis voor alle getallen in de profetie. (2) Jaar-dag getallen hebben de neiging het soort te zijn dat iemand in normale taal niet zou gebruiken. Geen ouder zou bijvoorbeeld zeggen datzijn of haar kind 1.260 dagen oud is, 42 maanden oud of, nog minder, zeggen dat het kind zo oud is als 2.300 avonden en morgens! (3) In een opeenvolging van profetische gebeurtenissen, als de profetie meer klopt wanneer de dagen als jaren worden geteld, zou men dit moeten doen. Bijvoorbeeld: in Daniël 7 regeert elk van de vier beesten gedurende diverse decennia, zelfs honderden jaren. Wanneer echter de belangrijkste opponent van God verschijnt, regeert deze slechtsgedurende drie en een halve 'tijd' of jaren (Daniël 7:25). Vanuit het perspectief van het einde van de geschiedenis wordt duidelijk dat deze ongebruikelijke profetische tijdperiode in Daniël 7 zou

Page 31: Les 1 Het evangelie van Patmos · Les 1 Het evangelie van Patmos 29 december-4 januari Kerntekst: Openbaring 1:1 Deel I: Samenvatting Focus van de studie: In deze les zal onze focus

moeten worden uitgelegd door van het dag-jaar principe gebruik te maken.

IV. Het bijbelse idee van de overigen Het volk van God in het laatste conflict wordt in Openbaring 12:17 de 'overigen' (NBV: 'rest') genoemd (Grieks: loipôn). De oorspronkelijke betekenis van 'overigen' is 'overlevenden van een ramp'. Vanwege overstroming, aardbeving of verovering zou een stam of volk volledig kunnen worden vernietigd. Het overleven van een rest bracht hoop dat de stam of het volk in de toekomst inaanzien zou kunnen worden hersteld (zie Jesaja 1:9). Binnen het Oude Testament raakte met 'overigen' ook een morele of geestelijke betekenis verbonden . De overigen waren een 'gelovige minderheid',— door wie God het menselijk ras uiteindelijk van de ondergang zou kunnen redden, ondanks de aanwezigheid van de zonde en het kwaad in de wereld (Genesis 7:23).

Als gevolg hiervan werd 'overigen' op drie verschillende manieren in het Oude Testament gebruikt. (1) Historische overigen. Dit is de groep die een groot oordeel van God in het verleden heeft overleefd, zoals de Joden die in ballingschap naar Babel gingen of in het land bleven. Een dergelijke groep is zichtbaar, benoembaar en telbaar. (2) Getrouwe overigen. Deze term verwijst naar diegenen onder een gegeven historische rest, die trouw blijven aan Gods boodschap en opdracht voor die tijd in de geschiedenis. Deze zijn degenen waarvan God weet dat ze hem trouw zijn (2 Timoteüs 2:19). Zij zijn niet altijd zo zichtbaar als de historische overigen (1 Koningen 19:14-18). (3) Eschatologische overigen. De eschatologische overigen bestaan uit allen die tijdens de eindtijd trouw zijn (Joël 2:31, 32). Deze eschatologische overigen bestaan uit degenen die 'staande kunnen blijven' (Openbaring 6:17) en die 'standhouden/volharden tot het einde'(vgl. Matteüs 24:13).

Het boek Openbaring verwijst duidelijk naar ten minste twee soorten overigen. De trouwe overigen in Tyatira zijn degenen die de afval in die periode overleven (Openbaring 2:24). Een eschatologische rest (oftewel overigen in de eindtijd) verschijnt vlak voor het einde van de genadetijd (Openbaring 11:13, 12:17). Het is Gods doel dat deze laatste overigen trouw de weg bereiden voor de Wederkomst van Jezus, zoals Johannes de Doper de weg voor Christus' eerste advent bereidde.

V. Het getuigenis van Jezus Een van de tekenen van de overigen in Openbaring 12:17 is dat zij degenen zijn die het 'getuigenis van Jezus' (Grieks: tên marturion Iêsou) 'hebben' (Grieks: echontôn). Dit betekent dat Johannes een opleving in de eindtijd voorzag van de soort visionaire, profetische gave die hemzelf was gegeven (Openbaring 1:2). Deze betekenis voor 'getuigenis van Jezus' wordt bevestigd door een zorgvuldige vergelijking van Openbaring 19:10 met Openbaring 22:8, 9. Degenen die zich houden aan het getuigenis van Jezus in Openbaring 19:10, worden in Openbaring 22:9 'de profeten' (NBG) genoemd. Zevende-dags Adventisten zien dat deze gave in het dienstwerk van Ellen G. White in vervulling is gegaan.

Deel III: Toepassing voor het leven

1. Hoe kijkt u anders naar de wereld vanwege het kosmische conflict?Hoe zou het zijn om zonder die kennis te leven? Het kosmische conflict beantwoordt op een krachtige manier de drie grote vragen uit de filosofie: (1) Waar kom ik vandaan? (2) Waar ga ik naartoe? en (3) Waarom ben ik hier? Kennis van het kosmische conflict verschaft betekenis en doel aan alles wat we doen, verbindt ons met iets groters dan onszelf, en stelt ons in staat ontspannen te zijn over de toekomst, omdat we weten dat deze in Gods handen veilig is.

2. Wat is de betekenis van de hemelse oorlog voor ons beeld van hoe God is? Gods kant in het kosmische conflict legt de prioriteit op liefde en zelfopoffering, respecteert de vrijheid van Gods schepselen en dwingt niet, maar is in plaats hiervan geduldig en probeert overtuigend bewijs te verschaffen. Aan de andere kant probeert Satan te winnen door vervolging (dwang)

Page 32: Les 1 Het evangelie van Patmos · Les 1 Het evangelie van Patmos 29 december-4 januari Kerntekst: Openbaring 1:1 Deel I: Samenvatting Focus van de studie: In deze les zal onze focus

en misleiding (het vertellen van leugens). Het (op de aarde werpen) van Satan inOpenbaring 12:9, 10 betekent dat het heer van de hemel zijn leugens niet langer serieus neemt; zijn argumenten hebben geloofwaardigheid verloren en hij is daar niet meer gewenst.

Ons beeld van God bepaalt, in ruime mate, hoe we leven en ons gedragen. Als we aan God denken als streng en oordelend, worden we meer zó. Als we aan God denken als genadig en zelfopofferend,worden we meer zó. We worden als de God die we aanbidden.

Page 33: Les 1 Het evangelie van Patmos · Les 1 Het evangelie van Patmos 29 december-4 januari Kerntekst: Openbaring 1:1 Deel I: Samenvatting Focus van de studie: In deze les zal onze focus

Les 9 De draak en zijn bondgenoten23 februari-1 maart

Kerntekst: Openbaring 12:17

Deel I: Samenvatting

Focus van de studie: Openbaring 13 wijdt uit over de oorlog van de draak tegen God die inOpenbaring 12 is beschreven.

Inleiding: In Openbaring 13 verkrijgt de draak twee bondgenoten: een beest dat opkomt uit de zee(Openbaring 13:1-10) en een beest dat opkomt uit de aarde (Openbaring 13:11-18). Deze drievormen een vervalsing van de ware Godheid: de Vader, Zoon en Heilige Geest. Beide beestenworden door de geschiedenis heen beschreven (Openbaring 13:1-7, 11), voordat hun daden in deeindtijd worden geschilderd (Openbaring 13:8-10, 12-18).

Thema's van de les: De les en de focuspassage introduceren de volgende thema's:

I. Gronden voor een historische interpretatie van Openbaring 13Dit gedeelte onderzoekt de relatie van de twee beesten in dit hoofdstuk met de historische tijdslijn in Openbaring 12.

II. Het beest uit de zee als een vervalsing van Christus Een aantal kenmerken van het beest uit de zee herinneren aan eigenschappen en daden vanJezus.

III. De symbolische betekenis van 'aarde''Aarde' is een dubbelzinnig symbool in Openbaring, soms positief en soms negatief.

IV. De identiteit van het beest uit de aarde Er wordt bewijs getoond dat het beest uit de aarde de Verenigde Staten van Amerika in hetlaatste conflict voorstelt.

V. Openbaring 13:14-18 en Daniël 3 Vatten bewijs samen voor een duidelijke zinspeling.

Toepassing voor het leven: Het 'Toepassing voor het leven' gedeelte onderzoekt (1) de wezenlijke kwestie achter alle vormen van vertekende godsdienst en (2) hoe gelovigen zich zouden moeten verhouden tot christenen in andere kerken.

Deel II: Commentaar

Openbaring 13 introduceert twee nieuwe karakters in het verhaal van Openbaring 12: een beest uit de zee (Openbaring 13:1-7) en een beest uit de aarde (Openbaring 13:11). Na hun introductie spelenbeide beesten spelen een belangrijke rol in de oorlog die in Openbaring 12:17 wordt geïntroduceerd.

Hoofdthema's van les 9 uitgewerkt:

I. Gronden voor een historische interpretatie van Openbaring 13 Bij de historische adventistische interpretatie van Openbaring ligt de focus van Openbaring 13 op de middeleeuwen (pausdom) en daarna (opkomst van de Verenigde Staten van Amerika). Openbaring 13 is ook een uitbreiding van de oorlog in de eindtijd in Openbaring 12:17. Het is waar dat de climax van Openbaring 13 over de laatste strijd in de geschiedenis van de aarde gaat, met haar vurige misleidingen, beeld van het beest, doodsdecreet en merkteken van het beest (Openbaring 13:13-17). Weinig lezers hebben echter de werkwoordstijden in heel het hoofdstuk opgemerkt. De belangrijkste zinnen in Openbaring 13:1-7 en vers 11 zijn alle in de

Page 34: Les 1 Het evangelie van Patmos · Les 1 Het evangelie van Patmos 29 december-4 januari Kerntekst: Openbaring 1:1 Deel I: Samenvatting Focus van de studie: In deze les zal onze focus

verleden tijd. De belangrijkste zinnen in Openbaring 13:8-10 en 12-18 zijn alle in de tegenwoordigeof toekomende tijd. Het hoofdstuk zélf bevat dus bewijs voor opeenvolgingen in de geschiedenis. Elk van de twee nieuwe beesten heeft een inleiding, een visuele beschrijving inbegrepen, gevolgd door een samenvatting van zijn voorafgaande geschiedenis in de verleden tijd (beest uit de zee: Openbaring 13:1-7; beest uit de aarde: Openbaring 13:11). Zie les 8, thema 1, voor het literaire principe achter dit formele patroon. De beschrijving van Satans aanvallen (Openbaring 13:12-18) wordt dus voorafgegaan door de geschiedenis ervóór van de twee hoofdkarakters in die strijd.

Openbaring 13 beslaat daarna de laatste twee van de historische perioden die in Openbaring 12 worden opgenoemd. De verleden-tijd onderdelen in Openbaring 13 (Openbaring 13:1-7, 11) lopen parallel met de middelste periode in Openbaring 12 (Openbaring 12:13-16). De tegenwoordige- en toekomende-tijd onderdelen in Openbaring 13 (Openbaring 13:8-10, 12-18) lopen parallel met de laatste periode in Openbaring 12:17. (Deze grammaticale analyse is passend.)

II. Het beest uit de zee als een vervalsing van Christus De studie van zondag geeft in dat het beest uit de zee een vervalsing van Jezus Christus is. Deze identificatie wordt bevestigd door de tekst in Openbaring 13. (1) Het beest uit de zee ziet eruit als de draak (zeven koppen en tien horens). Jezus heeft gezegd: 'Wij mij gezien heeft, heeft de Vader gezien' (Johannes 14:9). (2) Het beest uit de zee ontvangt zijn gezag van de draak. Jezus heeft gezegd: 'Mij is alle macht [gezag] gegeven in de hemel en op de aarde' (Matteüs 28:18). (3) Het beest uit de zee ervaart een dood en opstanding zoals die van Christus (Openbaring 13:3, vergelijk met Openbaring 13:8). (4) De roep: 'Wie is gelijk aan het beest?' (Openbaring 13:4), herinnert in de Hebreeuwse gedachten aan de naam van Christus in het voorafgaande hoofdstuk, Michaël (Openbaring 12:7 [betekent 'wie is gelijk aan God?' in het Hebreeuws]). (5) De 42 profetische maanden (Openbaring 13:5) echoën de drie en een half jaren van Jezus' dienstwerk op aarde. Het beest uit het zee is een vervalsing van Jezus Christus. Deze rol was ging op diverse manieren in vervulling door de katholieke kerk in de middeleeuwen.

III. De symbolische betekenis van 'aarde'In Openbaring 12:16 is het de 'aarde' die de vrouw helpt door de rivier/stroom van water op te drinken/te verzwelgen, die de slang/draak uit zijn bek achter haar aan spuwt. In het boek Openbaring is 'aarde' een enigszins dubbelzinnig idee (Openbaring 1:5; 5:6; 6:4; 11:6, 18; 13:12; 14:15-19; 18:1-3; 19:2). Wanneer ze met de hemel wordt vergeleken, is het idee van aarde negatief (Openbaring 9:1; 14:3, [behalve 21:1 natuurlijk]). '… hen die in de hemel wonen' zijn in Openbaring altijd positief (Openbaring 13:6; zie ook Openbaring 19:1, 14), terwijl degenen 'die op aarde leven/op de aarde wonen' naar opponenten van God en zijn volk verwijzen(zie Openbaring 6:10, 8:13, 13:8, 17:8).

Aan de andere kant, wanneer aarde wordt vergeleken met zee of wateren die overstromen, is de aarde een positief in plaats van negatief symbool (Openbaring 13:11, 21:1), en dat is hier het geval. De aarde helpt de vrouw, die het trouwe volk van God vertegenwoordigt. De relatief positieve geschiedenis van het beest uit de aarde (Openbaring 13:11) ligt misschien in het verschil met het beest uit de zee (Openbaring 13:1-7). Openbaring 12:16 en misschien Openbaring 11:4 verschaffen dus een positief decor voor de verwijzing naar aarde in Openbaring 13:11.

IV. De identiteit van het beest uit de aarde Adventisten hebben consequent het beest uit de aarde als de Verenigde Staten van Amerika geïdentificeerd. Het kwam op als een welwillende macht die de nadruk op godsdienstvrijheid legde,maar zou in de eindtijd als een draak spreken. Laten wij daarom het tekstuele bewijs betreffende hetbeest uit de aarde herhalen.(1) De geschiedenis van het beest uit de aarde in de tekst (Openbaring 13:11) is veel korter dan de geschiedenis van het beest uit de zee (Openbaring 13:1-7), wat duidt op een relatief nieuwe komst op het toneel van de geschiedenis. (2) Komen uit de aarde (Openbaring 13:11) herinnert aan de positieve daden van de 'aarde' in Openbaring 12:16. (3) Het beest uit de aarde verschijnt in de

Page 35: Les 1 Het evangelie van Patmos · Les 1 Het evangelie van Patmos 29 december-4 januari Kerntekst: Openbaring 1:1 Deel I: Samenvatting Focus van de studie: In deze les zal onze focus

context van de gevangenschap van het beest uit de zee (Openbaring 13:10), waarvan Adventisten begrijpen dat dit in A.D. 1798 heeft plaatsgevonden. (4) Anders dan het beest uit de zee, waarvan destamboom aan de (wereld)rijken van Daniël 7 herinnert, heeft de stamboom van het beest uit de aarde geen oude wortels. (5) Het beest uit de aarde komt uit een ander deel van de wereld op dan het beest uit de zee. (6) In oude niet-bijbelse mythologie leeft het beest uit de aarde (behemoth) in een dor, verlaten gebied, ver van mensen. (7) Het beest uit de aarde draagt geen kronen, wat erop duidt dat het geen koning en geen paus heeft; in plaats hiervan biedt het politieke en godsdienstvrijheid. (8) Het spreekt aanvankelijk als een lam en oefent een vriendelijker, meer christelijk gezag uit. Die vriendelijkheid blijft echter niet. (9) Het beest uit de aarde wordt uiteindelijk als de draak, zoals de macht die Baby Jezus probeerde te doden (Openbaring 12:3-5). (10) Het beest uit de aarde wordt beschreven in zeer godsdienstige termen, niet alleen politieke (Openbaring 13:13-15). Het is de godsdienstige kant van de Verenigde Staten van Amerika die vooral in focus is, omdat geloof—wat we geloven en in praktijk brengen—er buitengewoon toe doet. Er is geen andere macht in de geschiedenis zó in staat om de gedetailleerde beschrijvingen van dezeprofetie volledig in vervulling te doen gaan dan de Verenigde Staten.

V. Openbaring 13:14-18 en Daniël 3 Dit deel van Openbaring 13 bevat een van de duidelijkste zinspelingen op het Oude Testament in Openbaring. Er zijn diverse parallellen met het verhaal van de drie Hebreeuwse bestuurders en Nebukadnessars aanbiddingstest op de vlakte van Dura. (1) Mensen uit de hele wereld worden gedwongen om zich bezig te houden met een daad van aanbidding. (2) Aan het bevel om te aanbidden is een doodsdecreet verbonden. (3) Beide gebeurtenissen worden in verband gebracht met het getal zes (afmetingen van het beeld in Daniël 3 en het getal 666 in Openbaring 13). Openbaring 13 indicates dat in de laatste crisis van de geschiedenis van de aarde het scenario van devlakte van Dura zal worden herhaald. De ervaring van Daniël 3 zal de laatste generatie van de aardetreffen.

Deel III: Toepassing voor het levenIn de studie van maandag wordt gevraagd: hoe kunnen we trouw blijven aan profetie over de geschiedenis van de gemeente en tóch, op hetzelfde moment, vriendelijk en voorzichtig zijn als we deze waarheden aan anderen aanbieden? De ultieme uitdaging met religieuze verdraaiingen is in het beeld van God dat zij schilderen. Wat voor soort God martelt mensen en doet ze branden gedurende de eeuwigheid? Wat voor soort God neemt het niet zo nauw met uitgerekend de regels die hij heeft gemaakt? Wat voor soort God wordt geschilderd door een gemeente die mensen op de brandstapel verbrandt vanwege leerstellige verschillen?

Als we met vertekende godsdienst te maken krijgen, is het zeer belangrijk dat we niet in de valtrappen van het schilderen van een God die boos, veroordelend en streng is. Ons wordt verteld dat, toen Jezus de farizeeër confronteerde, 'er tranen in Zijn stem waren.'—vgl. Ellen G. White, De Enige Weg, blz. 12. Met andere woorden: godsdienstige kritiek is alleen gepast, wanneer deze uit een hart van liefde komt, dat de waarde kan zien die God in andere mensen ziet. Met de hulp van deheilige Geest kunnen we mensen vriendelijk uitnodigen om na te denken over het beeld van God dathun godsdienst schildert, waarbij we duidelijk maken dat wij zelf óók in staat zijn om God verkeerdvoor te stellen. Zij moeten weten dat God hen al gunstig gezind is—en dat hij niet door rituele handelingen gekocht of overtuigd hoeft te worden.

Evenzo wordt in de studie van vrijdag gevraagd: Wat zou onze houding moeten zijn tegenover christenen in andere kerken terwijl we wachten op het einde? Deze helpt om te erkennen dat veel katholieken, moslims en diegenen van andere godsdienstige overtuigingen God intens liefhebben enom hem op elke mogelijke manier tevreden proberen te stellen. We moeten zulke mensen benaderenmet het begrip dat de lijn tussen goed en kwaad niet tussen 'ons' en 'hen' is; in plaats hiervan loopt deze precies midden door onze ervaring (1 Timoteüs 1:15). Als we een houding van morele

Page 36: Les 1 Het evangelie van Patmos · Les 1 Het evangelie van Patmos 29 december-4 januari Kerntekst: Openbaring 1:1 Deel I: Samenvatting Focus van de studie: In deze les zal onze focus

superioriteit aannemen, overtuigen we hen er misschien ongewild van dat God niet met ons is. Aan de andere kant worden mensen aangetrokken tot degenen die zich op een onvervalste manier van hun eigen zwakheid bewust zijn en, zoals Jezus, liefde en nederigheid laten zien. Met deze houding kan confrontatie het vaakst slagen om elkaar te winnen.

Page 37: Les 1 Het evangelie van Patmos · Les 1 Het evangelie van Patmos 29 december-4 januari Kerntekst: Openbaring 1:1 Deel I: Samenvatting Focus van de studie: In deze les zal onze focus

Les 10 Gods eeuwig evangelie2-8 maart

Focus van de les: Openbaring 14:7

Deel I: Samenvatting

Focus van de studie: Openbaring 14 wijdt uit over de kant van de overigen in de oorlog met dedraak, zoals aangekondigd in Openbaring 12:17.

Inleiding: In Openbaring 14 verschijnen de overigen als de 144.000, die het Lam volgen waarheen het maar gaat (Openbaring 14:1-5). Op dit optreden volgt de voor Zevende-dags Adventisten beroemdste van alle Bijbelpassages, de boodschappen van de drie engelen (Openbaring 14:6-13). Het hoofdstuk sluit af met een symbolische voorstelling van de Wederkomst van Jezus en de respectievelijke oogst van de heiligen en de goddelozen die ermee gepaard gaat (Openbaring 14:14-20). De les voor deze week focust zich in de eerste plaats op de boodschappen van de drie engelen.

Thema's van de les: De les en de focuspassage introduceren de volgende thema's:

I. De overigen en de 144.000 Deze blijken twee verschillende namen voor dezelfde groep in de eindtijd te zijn.

II. De 'vrees' voor God (NBV: 'ontzag')Verre van de betekenis van hoe het klinkt, is de vrees voor God een oproep tot ware aanbidding, (diepe) eerbied en ontzag voor de Schepper.

III. De centrale kwestie van Openbaring 13 en 14: aanbiddingHet woord 'aanbidding' verschijnt acht keer op keerpunten in het verhaal.

IV. Hoe staat oordeel in verband met het evangelie (Openbaring 14:6, 7)?De oordeelstaal wordt op drie verschillende manieren in het Nieuwe Testament gebruikt.

V. Openbaring 13 en 14 en de eerste tafel van de tien geboden Er zijn diverse verwijzingen naar de eerste vier van de tien geboden in Openbaring 13 en 14.

VI. De eerste engel en het vierde gebod Toepassing voor het leven: Het 'Toepassing voor het leven' gedeelte onderzoekt (1) de relevantie van oordeel en (2) de relevantie van de sabbat van de zevende dag in de wereld van vandaag.

Deel II: Commentaar

Openbaring 14 wijdt uit over de kant van de overigen in de laatste strijd, die in Openbaring 12:17 wordt geïntroduceerd. De overigen worden beschreven (Openbaring 14:1-5), hun boodschap wordt getoond (Openbaring 14:6-13) en de uitslag van de strijd wordt in symbolische taal samengevat (Openbaring 14:14-20).

Hoofdthema's van les 10 uitgewerkt:

I. De overigen en de 144.000 Gods getrouwen worden in Openbaring 12:17 'overigen' genoemd en '144.000' in Openbaring 14:1. Zijn deze twee verschillende groepen of twee verschillende manieren om dezelfde groep te beschrijven? Openbaring 14:1 bevat een zinspeling op Joël 2:32, wat duidt op een eindtijdvervulling, naast een toepassing van 'vroege regen' (zie Handelingen 2:21). In Joël zijn Godsgetrouwen degenen die de naam van de Heer aanroepen, op de berg Sion wonen en 'overigen' worden genoemd. Openbaring 14:1 vermeldt de naam van het Lam, de berg Sion en noemt deze getrouwen de 144.000. De zinspeling op Joël is Johannes' verklaring dat hij in hoofdstuk 14 de kant

Page 38: Les 1 Het evangelie van Patmos · Les 1 Het evangelie van Patmos 29 december-4 januari Kerntekst: Openbaring 1:1 Deel I: Samenvatting Focus van de studie: In deze les zal onze focus

van de overigen in het laatste conflict met de draak beschrijft.

II. De 'vrees' voor God (NBV: 'ontzag')Het woord 'vrees' in het Nederlands English is over het algemeen het woord dat we gebruiken wanneer we doodsbang zijn. Als gevolg hiervan denken veel lezers van de Bijbel dat het gepast is om God te dienen, omdat we bang voor hem zijn. Wanneer het woord 'vrees' in de Bijbel echter metGod in verband wordt gebracht, heeft het een veel zachtere betekenis. In het Oude Testament bijvoorbeeld: de vrees voor God betekent (diepe) eerbied of ontzag voor hem hebben: het omvat zulke dingen als God persoonlijk kennen (Spreuken 9:10), zijn geboden doen (Psalmen 111:10, Prediker 12:13) en het kwaad vermijden (Spreuken 3:7, Spreuken 16:6). In het Nieuwe Testament kan het ontzag en respectvolle opwinding betekenen (Lucas 7:16, Handelingen 2:43). Het motiveerttot godvruchtig gedrag (2 Korintiërs 7:1). Het is vergelijkbaar met de eer die men aan een koning zou geven (1 Petrus 2:17) en het ontzag dat men ten opzichte van een meerdere zou tonen(1 Petrus 2:18).

In moderne termen betekent de vrees voor God dat je God serieus genoeg neemt om een relatie met hem aan te gaan, dat je zijn waarschuwingen opvolgt om het kwaad te vermijden en dat je zijn geboden doet, zelfs degene die misschien ongelegen komen—of erger. Het is een oproep om te leven en te handelen als degenen die weten dat zij op een dag rekenschap aan God zullen afleggen. Volgens dit vers zal een dergelijke ernstige oproep een onderdeel zijn van de ervaring van Gods volk in de eindtijd.

III. De centrale kwestie in Openbaring 13 en 14: aanbidding De kwestie die in Openbaring 13 en 14 telkens opnieuw opduikt, gaat over aanbidding. Er is in dezetwee hoofdstukken zeven keer een verwijzing naar aanbidding van de draak, het beest of het beeld voor het beest (Openbaring 13:4, 8, 12, 15; 14:9, 11). Het algemene verhaal gaat over een vervalste drie-eenheid, die de gehele wereld tot aanbidding uitnodigt, in de plaats van God. De focus ligt op een universele strijd betreffende het karakter van God en of hij werkelijk aanbidding waardig is . Het is het centrale thema van dit deel van het boek.

Ironisch genoeg, terwijl er in Openbaring 13 en 14 zeven verwijzingen zijn naar aanbidding van de draak en zijn bondgenoten, is er slechts één keer in hetzelfde verhaal een verwijzing naar aanbidding van God, en dat is de oproep in Openbaring 14:7 om de Schepper te aanbidden. Dat maakt dit vers de centrale focus van het gedeelte. En omdat Openbaring 13 en 14 zich in het middenvan het boek bevinden, wordt met de oproep om de Schepper te aanbidden de centrale kwestie van het gehele boek aangegeven. Gegeven dat deze oproep tot aanbidding in de context van het sabbatsgebod van de Decaloog is (Openbaring 14:7, vergelijk met Exodus 20:11), is de sabbat een cruciale kwestie in de laatste crisis van de geschiedenis van de aarde.

IV. Hoe staat oordeel in verband met het evangelie (Openbaring 14:6, 7)?In het Nieuwe Testament staat oordeel in nauw verband met het evangelie. Om te beginnen vond

oordeel plaats aan het kruis toen Satan werd verslagen (Johannes 12:31, Openbaring 5:5-10). Ten tweede: oordeelstaal wordt nauw in verband gebracht met de verkondiging van het evangelie in Johannes 3:18-21 en 5:22-25. Telkens wanneer het evangelie wordt verkondigd, worden mensen tot het oordeel geroepen, dat gebaseerd is op hun reactie op wat Christus aan het kruis heeft gedaan. Deze oproep tot het oordeel is de achtergrond voor de vier ruiters (Openbaring 6:1-8), zoals we in les 5 hebben gezien. Ten derde: in het oordeel aan het einde van de tijden wordt onze reactie op het horen van het evangelie onder de loep genomen (Johannes 12:48). Het boek Openbaring reserveert de oordeelstaal voor het tijdperk van de eindtijd (Openbaring 11:18, 14:7, 17:1, 20:4).

V. Openbaring 13, 14 en de eerste tafel van de tien gebodenVerwijzingen naar aanbidding van het beest (Openbaring 13:4, 8, 12, 15) komen in de context van een vervalsing van de eerste tafel van de wet. Het eerste gebod verbiedt aanbidding van elke andere God. Het tweede gebod verbiedt afgoderij. Het beest uit de aarde beveelt bewoners van de aarde om

Page 39: Les 1 Het evangelie van Patmos · Les 1 Het evangelie van Patmos 29 december-4 januari Kerntekst: Openbaring 1:1 Deel I: Samenvatting Focus van de studie: In deze les zal onze focus

een beeld op te richten, om te worden aanbeden (Openbaring 13:15). Het derde gebod verbiedt om de naam van de Heer ijdel te gebruiken. Het beest blinkt uit in godslastering (Openbaring 13:6). Hetvierde gebod is het zegel van het verbond en bevat de naam, het grondgebied en de basis voor Gods heerschappij (Exodus 20:8-11). Daarentegen wordt aan de wereld het teken van het beest gegeven (Openbaring 13:16, 17).

Dit gedeelte van Openbaring is gericht op de geboden van God (Openbaring 12:17, 14:12). In hoofdstuk 13 is er een bijzondere focus op de eerste tafel van de tien, de vier geboden die specifiek over onze relatie tot God gaan. Het beest en zijn bondgenoten vervalsen elk van de eerste vier geboden. Deze vervalsing bereidt de weg voor de gedecideerde zinspeling op het vierde gebod in deboodschap van de eerste engel (Openbaring 14:7, vergelijk met Exodus 20:11).

VI. De eerste engel en het vierde gebod De boodschap van de eerste engel bevat een directe zinspeling op het vierde gebod van de Decaloog. Dit is duidelijk om drie belangrijke redenen. (1) Er is een sterke werkwoordelijke paralleltussen Openbaring 14:7 en Exodus 20:11. Beide passages bevatten de woorden 'gemaakt', 'de hemel', 'aarde' en 'zee'. Zij bevatten óók een verwijzing naar de Ene die heeft geschapen. (2) Openbaring 14:6, 7 bevat verwijzingen naar verlossing (Openbaring 14:6), oordeel en de Schepping(Openbaring 14:7). Alle drie thema's echoën de eerste tafel van de tien geboden (Exodus 20:2, 5, 6, 11). (3) Er zijn diverse verwijzingen naar de tien geboden in heel dit gedeelte van Openbaring (Openbaring 12:17, 14:12, de vervalsingen van de eerste vier geboden in Openbaring 13, de werkwoordelijke parallellen in Openbaring 14:7). Deze verwijzingen vormen een sterke structurele parallel. De laatste oproep van God aan de wereld is in de context van het vierde gebod.

Deel III: Toepassing voor het leven

1. Waarom denkt u dat het idee van het oordeel vandaag onder veel christenen niet geliefd is? Oordeel wordt vandaag vaak gezien als koud en wreed volgens de wet. Rechtszalen zijn plaatsen die u zo mogelijk wilt vermijden. In de bijbelse betekenis is oordeel voor Gods volk echter iets om naar uit te kijken. Het is een moment waarop al het onrecht op de aarde goed zal worden gemaakt. Als er aan het einde geen oordeel is, zal er nooit rechtvaardigheid in deze wereld zijn.

Bijbelse rechtvaardigheid is even positief als negatief. Zij is zowel de basis van beloning als van negatieve gevolgen. Jezus heeft gezegd dat zelfs aan iets kleins zoals het geven van een beker koel water aan een kind in het oordeel zal worden gedacht (Matteüs 10:42). Het betekent indit leven veel om te weten dat elke goede daad, elke getoonde vriendelijkheid in het uiteindelijkeplan ertoe doen.

2. Waarom speelt de sabbat zo'n centrale rol in de laatste gebeurtenissen in de geschiedenis van

de aarde? Wat voor verschil zou een dag van de week mogelijk in het uiteindelijke plan kunnen maken? God heeft de sabbat in het middelpunt van al zijn machtige daden geplaatst als een herinnering aan hem. Wanneer we de sabbat van de zevende dag houden, worden we aan de Schepping herinnerd (Exodus 20:8-11). God heeft ons vrij geschapen, met alle kosten van dien voor zichzelf (we waren vrij om in opstand te komen), dus we zouden hem werkelijk op onze beurt kunnen liefhebben en óók elkaar. Niet alleen de sabbat, maar de hele Decaloog was bedoeld om vrijheid te bevorderen (Jacobus 1:25, 2:12). De Scheppingskant van de sabbat herinnert ons dus aan het liefdevolle, vrijheid-gevende karakter van God.

De sabbat herinnert ons ook aan de Exodus (Deuteronomium 5:15), Gods grote daad van redding voor zijn volk. Hij is een genadige God die machtig handelt ten behoeve van zijn volk. De sabbat herinnert ons ook aan het kruis. Jezus rustte tussen zijn dood en zijn opstanding op de sabbat in het graf. Het kruis is de grootste openbaring van Gods karakter, en de sabbat herinnert hieraan.De sabbat kijkt ook vooruit naar de toekomstige verlossing aan het einde van de tijden (Hebreeën 4:9-11). Degenen die God werkelijk vertrouwen, vinden in de sabbat een aanbetaling

Page 40: Les 1 Het evangelie van Patmos · Les 1 Het evangelie van Patmos 29 december-4 januari Kerntekst: Openbaring 1:1 Deel I: Samenvatting Focus van de studie: In deze les zal onze focus

voor de rust van de zonde die het hele universum in de eeuwigheid zal ervaren.

Page 41: Les 1 Het evangelie van Patmos · Les 1 Het evangelie van Patmos 29 december-4 januari Kerntekst: Openbaring 1:1 Deel I: Samenvatting Focus van de studie: In deze les zal onze focus

Les 11 De zeven laatste plagen9-15 maart

Kerntekst: Openbaring 15:4

Deel I: Samenvatting

Focus van de studie: Openbaring 16 beschrijft de zeven laatste plagen (Openbaring 15:1) in degeschiedenis van de aarde. Deze plagen bevatten de enige vermelding van de exacte benaming'Harmagedon' in de Bijbel.

Inleiding: Dit gedeelte begint met het volk van God in de eindtijd, dat bij de zee van glas staat en het lied van Mozes en het Lam zingt, een zinspeling op de Exodus (Openbaring 15:1-4). Danworden de zeven plagen geïntroduceerd met een gezicht van de hemelse tempel die wordtleeggemaakt vanwege de heerlijkheid van God, wat betekent dat het hemelse dienstwerk vanChristus is beëindigd, de omkering van de oorspronkelijke inauguratie ervan(Openbaring 15:5-8; vergelijk met Exodus 40:34, 35). Deze scène is de einde-van-de-genadetijd beeldspraak. Zeven engelen werd toen één voor één gezegd om de (offer)schalen van toorn/woede over de aarde leeg te gieten (Openbaring 16).

Thema's van de les: De les en de focuspassage introduceren de volgende thema's:

I. Gods volk met veel namen genoemd. Bewijs uit de tekst is dat zulke namen als overigen, 144.000, en heiligen alle naar dezelfde groep in de eindtijd verwijzen.

II. Waarom zendt God plagen wanneer er geen bekering zal volgen? III. De symbolische betekenis van de rivier de Eufraat in Openbaring 16:12IV. Twee evangeliën in Openbaring

De drie engelen (Openbaring 14:6-12) en de drie kikkers (Openbaring 16:13, 14) zijn contrasterende symbolen van het evangelie.

V. Cyrus de Perziër en de tweede helft van Openbaring Een heidense koning voorspelt de Messias.

VI. De betekenis van Harmagedon

Toepassing voor het leven: Het 'Toepassing voor het leven' gedeelte onderzoekt hoe de beschrijving van de strijd om Harmagedon in Openbaring geestelijke voorbereiding voor de eindtijdbevordert.

Deel II: Commentaar

Zie Inleiding in Deel I voor samenvatting van Openbaring 15 en 16.

Hoofdthema's van les 11 uitgewerkt:

I. Gods volk met veel namen genoemdWe hebben in de vorige les van deze Werkwijzer gezien dat Gods getrouwen in de eindtijd in Openbaring 12:17 overigen worden genoemd en 144.000 in Openbaring 14:1. De zinspeling opJoël 2:32 in Openbaring 14:1 maakt duidelijk dat Johannes de twee groepen als dezelfde ziet. Er is in Openbaring verder bewijs dat de diverse namen voor Gods volk alle verwijzen naar dezelfde groep in de eindtijd in plaats van diverse groepen in de eindtijd.

De 144.000 en de grote menigte lijken tegengestelden te zijn. Zoals we in de Werkwijzer voorles 6 hebben gezien (zie thema IV), zijn er twee zienswijzen over dit onderwerp. Gods volk in de

Page 42: Les 1 Het evangelie van Patmos · Les 1 Het evangelie van Patmos 29 december-4 januari Kerntekst: Openbaring 1:1 Deel I: Samenvatting Focus van de studie: In deze les zal onze focus

eindtijd wordt in Openbaring 14:1 de 144.000 genoemd en 'heiligen' in Openbaring 14:12, maar de 'heiligen' uit alle eeuwen, vooral die tijdens de periode van 1.260 dagen/jaren, worden in Openbaring 17:6 beschreven. Gods volk in de eindtijd wordt in Openbaring dus met veel namen genoemd: 144.000, overigen en heiligen (Openbaring 14:12). Zij staan bij de zee van glas (Openbaring 15:2); zij zijn degenen die hun kleren aanhouden ('bewaren') (vgl. Openbaring 16:15); en zij zijn degenen die de uitverkoren en trouwe volgelingen van het Lam worden genoemd (Openbaring 17:14).

II. Waarom plagen wanneer er geen bekering zal volgen? De misleidingen en plagen van de laatste crisis onthullen de waarheid over Satan en degenen die hem volgen (2 Tessalonicenzen 2:10-12). Het is niet Gods schuld dat de goddelozen niet zijn verlost. Noch de genade van God (Romeinen 2:4) noch de plagen van de eindtijd (Openbaring 16:9,11, 21) zorgen voor bekering. De niet-verlosten worden verhard in de richting die zij hebben gekozen. Zo wordt zelfs met de vernietiging van de goddelozen het karakter van God uiteindelijk verheerlijkt (Openbaring 15:3, 4). Zij hebben ervoor gezorgd dat ze onbeschermd zijn om te wordengered, en zo laat God hen helaas gaan (Hosea 11:7, 8). Zelfs na het millennium en een duidelijke kijk op Gods karakter is niets in hun karakter veranderd (Openbaring 20:7-10). De plagen onthullen hun onveranderlijke ongeschiktheid voor de eeuwigheid en rechtvaardigen Gods oordeel bij elke zaak.

III. De symbolische betekenis van de rivier de Eufraat in Openbaring 16:12 Wat is de betekenis van de rivier de Eufraat in Openbaring 16:12? We hoeven niet in twijfel te blijven, wanneer de tekst zélf een symbool definieert. Openbaring 17:1 introduceert een uitleg van één van de plagen met de (offer)schalen, een die iets met water te maken heeft. Deze moet verwijzen naar de zesde plaag, omdat de vrouw die aan het water zit Babylon wordt genoemd (Openbaring 17:5), en de 'talrijke waterstromen' (andere vertalingen: 'vele wateren') van Babylon derivier de Eufraat beschrijven (Jeremia 51:13).

De betekenis van de rivier wordt gedefinieerd in Openbaring 17:15. De waterstromen in vers 1 vertegenwoordigen 'volken, en scharen, en natiën, en tongen' (SV), met andere woorden: de civiele en seculiere machten van de gehele wereld. Deze machten geven gedurende een korte tijd hun trouw aan Babylon (Openbaring 17:3, 12, 13), waarbij ze een wereldwijde, eindtijdconfederatie creëren in tegenstand aan God en zijn volk in de eindtijd.

IV. Twee evangeliën in Openbaring De drie engelen van Openbaring 14:6-12 verkondigen samen de laatste evangelieboodschap aan de wereld. Wat veel lezers van Openbaring hebben gemist is dat in Openbaring 16:13, 14 het vervalste evangelie óók aan de wereld wordt verkondigd.

De draak, het beest en de valse profeet (de vervalste triade van Openbaring 13) brengen elk een onreine geest als een kikker uit hun bek voort (Openbaring 16:13). Volgens vers 14 zijn deze kikkers de 'geesten van de demonen' (HSV) die uitgaan naar de koningen van de hele bewoonde wereld om hen bijeen te brengen voor de strijd om Harmagedon (zie ook Openbaring 16:16). Demonen zijn boze engelen; aldus heeft u in hoofdstuk 14 drie heilige engelen die door Gods gemeente van de overigen werken en het ware evangelie aanbieden, en drie boze engelen die in de hoofdstukken 13 en 16 een vervalst evangelie aanbieden. Beide 'evangeliën' gaan uit naar de gehele wereld (Openbaring 14:6, 16:14). Dit vervalste evangelie wordt ook beschreven in 2 Tessalonicenzen 2:9-12 en Matteüs 24:24-27. Degenen die niet vertrouwen op de woorden van de Schrift, zullen in de laatste crisis worden misleid.

V. Cyrus de Perziër en de tweede helft van Openbaring In Openbaring 16:12 wordt met het opdrogen van de Eufraat, Babylons politieke en militaire ondersteunende systeem (Jeremia 50:37, 38; Jeremia 51:35, 36), de weg bereid voor de koningen uithet oosten. Deze korte beschrijving herinnert eraan hoe de legers van Cyrus uit het noorden en

Page 43: Les 1 Het evangelie van Patmos · Les 1 Het evangelie van Patmos 29 december-4 januari Kerntekst: Openbaring 1:1 Deel I: Samenvatting Focus van de studie: In deze les zal onze focus

oosten van Babel kwamen. Zijn ingenieurs groeven een holte uit in het nabijgelegen landschap en verlegde de stroom van de rivier de Eufraat die holte in, wat Cyrus' soldaten in staat stelde om onder de riviersluizen de stad in te marcheren. Terwijl ze het juiste moment voor de omleiding hadden gekozen om misbruik te maken van het feit dat er een feestdag binnen de stad was, ontdekten Cyrus' soldaten dat dronken bewakers de poorten langs de rivieroever open hadden gelaten. De soldaten stroomden de stad binnen, waarbij ze haar veroverden en haar heerser, Belsassar, doodden (zoals beschreven in Daniël 5). In de maanden en jaren die volgden stelde Cyruseen proces in werking, waarin de verstrooide overigen van Israël werden aangemoedigd om naar huis terug te gaan en de tempel en de stad Jeruzalem te herbouwen.

Merk de totale opeenvolging nog eens op: In oudtestamentische tijden liet Cyrus, koning van Perzië, de letterlijke rivier de Eufraat opdrogen om Babel te veroveren en om Israël vrij te laten gaan. Dit verhaal legt duidelijk het fundament voor het laatste gedeelte van het boek Openbaring. Inhet boek Openbaring vallen de wateren van de eindtijdrivier de Eufraat droog om de weg te banen voor een Cyrus in de eindtijd (de 'koningen uit het oosten') die het Babylon van de eindtijd verovert om het Israël van de eindtijd te verlossen! De fundamentele substructuur van het verhaal over de strijd om Harmagedon is gegrond in het oudtestamentische verhaal van Cyrus en de val van Babel.

VI. De betekenis van Harmagedon Het woord 'Harmagedon' is eigenlijk Har-Magedon in het Grieks. Openbaring 16:16 verklaart dat het woord op het Hebreeuws is gebaseerd. In het Hebreeuws betekent har berg. De meest natuurlijke betekenis van Harmagedon is dus 'Berg van Megiddo'. Het probleem is dat er in de hele wereld geen berg met de naam Megiddo is. Er zijn 'wateren van Megiddo' (Rechters 5:19, NBG), een 'dal Megiddo' (2 Kronieken 35:22, SV) en een stad Megiddo (1 Koningen 9:15). Anderen opperen óók 'berg van slachting' (gebaseerd op Zacharia 12:11) of 'berg der samenkomst' (wat Jesaja 14:13 echoot).De Anchor Bible Dictionary stelt vast dat de beste uitleg van Har-Magedon is om deze te associërenmet de berg die opdoemt over de wateren, het dal en de stad Megiddo, de Karmel. De Karmel is de plaats waar Elia vuur uit de hemel naar de aarde neer riep om te tonen wie de ware God is (Openbaring 13:13, 14). In de laatste dagen van de geschiedenis van de aarde zal er een directe confrontatie zijn tussen de ware God (Openbaring 4, 5) en het vervalste trio(Openbaring 16:13, 14); tussen de drie engelen (Openbaring 14:6-12) en de drie kikkers. In die laatste strijd zal het vuur op het verkeerde altaar vallen (Openbaring 13:13, 14), maar de ware God zal op het laatst worden gerechtvaardigd (Openbaring 15:3, 4).

Deel III: Toepassing voor het leven

1. Te midden van het verslag over de strijd om Harmagedon (Openbaring 16:13-16) bevindt zich een zegen voor degene die waakt en zijn klederen bewaart' (vgl. Openbaring 16:15, SV). In les 3, thema V, hebben we gezien dat deze verwijzing een duidelijke zinspeling op Openbaring 3:18 is, de waarschuwing van Christus aan Laodicea. Er is daarom een duidelijkverband tussen de gemeente in Laodicea en Gods laatste oproep aan de wereld in de context van Harmagedon. De gemeente die de laatste crisis van de geschiedenis van de aarde zal doormaken, heeft ernstige gebreken—maar is zeer het voorwerp van Jezus' zorg en zal ten slotte overwinnen (Openbaring 3:21). Deze paradox zou vandaag voor Gods volk zowel een bron van waarschuwing als bemoediging moeten zijn.

In één enkel vers (Openbaring 16:15) brengt verschillende soorten nieuwtestamentische smeekbeden samen in het licht van het einde. Zowel 'Ik kom onverwacht als een dief!' en 'Zalig is hij, die waakt' (SV) echoën verklaringen van Jezus die verder door Paulus worden geëchood (Matteüs 24:42-44, Lucas 12:37-39, 1 Tessalonicenzen 5:1-6). Al deze drie teksten gaan over gereedheid voor de komst van Jezus. Door deze ideeën te echoën in het heetst van de strijd om Harmagedon, maakt het boek Openbaring duidelijk dat het nu de tijd is om zó'n aandacht te

Page 44: Les 1 Het evangelie van Patmos · Les 1 Het evangelie van Patmos 29 december-4 januari Kerntekst: Openbaring 1:1 Deel I: Samenvatting Focus van de studie: In deze les zal onze focus

schenken aan de waarschuwing om zich dan niet aan de verkeerde kant te bevinden. Het is onze geestelijke taak om te waken over ons hart, gedachten en gedrag en om trouw te blijven, ongeacht de misleiding of de dwang waarmee we misschien worden geconfronteerd. Er is een noodzaak aan zowel trouw uithoudingsvermogen als onderscheidingsvermogen, versterkt met de woorden van Jezus, van Paulus en van Jezus aan Laodicea. Wanneer we ervoor kiezen om vandaag trouw te zijn te midden van verschillende verzoekingen, worden we voorbereid op nog grotere overwinningen/strijd aan het einde van de tijden.

Page 45: Les 1 Het evangelie van Patmos · Les 1 Het evangelie van Patmos 29 december-4 januari Kerntekst: Openbaring 1:1 Deel I: Samenvatting Focus van de studie: In deze les zal onze focus

Les 12 Het oordeel over Babylon16-22 maart

Kerntekst: Openbaring 17:14

Deel I: Samenvatting

Focus van de studie: Openbaring 17 en 18 focussen zich op de val van het Babylon in de eindtijd in de afsluitende dagen van de geschiedenis van de aarde.

Inleiding: Openbaring 17 beschrijft de opkomst en val van het Babylon in de eindtijd als gesymboliseerd door een vrouw, de grote hoer (Openbaring 17:18). Openbaring 18 beschrijft óók de val van Babylon, maar deze keer wordt de beschrijving verwoord in het beeld van de grote stad (Openbaring 18:10, 16, 18, 19).

Thema's van de les: De les en de focuspassage introduceren de volgende thema's:

I. Drie wereldwijde eindtijdallianties De diverse symbolen van de eindtijd in Openbaring versmelten in drie grote wereldwijde allianties die in de volgende arena's plaatsvinden: (1) religie, (2) regering oftewel seculiere/politieke macht en (3) het collectieve lichaam van de 'heiligen'.

II. Het verschil tussen gezichten en de verklaringen ervan In een gezicht kan de profeet wanneer en waar dan ook worden genomen, maar verklaringen van het gezicht worden aan de profeet gegeven vanuit het perspectief van de tijd en plaats van de profeet. III. De identiteit van de zeven koningen in Openbaring 17:10

Om de identiteit van de zeven koningen in Openbaring 17:10 te begrijpen, moet men de tijd van de zesde koning vaststellen.

IV. Het verhaal van Openbaring 17 Samenvatting van eindtijdgebeurtenissen in het licht van thema 1

Toepassing voor het leven: Het 'Toepassing voor het leven' gedeelte onderzoekt hoe we christenen van andere geloofsovertuigingen zouden moeten behandelen, aangezien we weten dat God veel trouwe volgelingen heeft, die nog niet de boodschap hebben gehoord om uit Babylon te komen. Hetonderzoekt óók de punten van overeenkomst en substantiële verschillen tussen de vrouwen in Openbaring 12 en 17, en gereedheid van Gods volk voor de Wederkomst.

Deel II: Commentaar

In Openbaring 17 en 18 verkrijgt Babylon de steun van de seculiere/politieke machten van de wereld voor haar oorlog tegen de heiligen (Openbaring 17:6), maar uiteindelijk keren zij zich tegen Babylon en vernietigen haar (Openbaring 17:16). Openbaring 18 drukt de drievoudige spijt van de seculiere machten uit, dat ze dit hebben gedaan (Openbaring 18:9-19). Terwijl de val van Babylon door de wereld wordt betreurd, brengt het vreugde aan de heiligen (Openbaring 18:20).

Hoofdthema's van les 12 uitgewerkt:

I. Drie wereldwijde eindtijdallianties Openbaring 16-18 bevat een verbijsterende reeks beelden die eindtijdmachten en -groepen beschrijven. Bij zorgvuldige analyse wordt het echter duidelijk dat veel van deze beelden verschillende manieren zijn om hetzelfde ding te beschrijven. Bijvoorbeeld: de zeven koppen van het beest worden ook beschreven als zeven bergen en zeven koningen (Openbaring 17:9, 10).

Page 46: Les 1 Het evangelie van Patmos · Les 1 Het evangelie van Patmos 29 december-4 januari Kerntekst: Openbaring 1:1 Deel I: Samenvatting Focus van de studie: In deze les zal onze focus

Evenzo is de grote hoer (Openbaring 17:1) duidelijk dezelfde als de vrouw die op het beest rijdt (Openbaring 17:3), evenals het grote Babylon (Openbaring 17:5). We hebben eerder opgemerkt, in les 11 (thema 1), dat óók Gods volk in het boek Openbaring met veel namen wordt genoemd. De verschillende soorten beelden in deze hoofdstukken kunnen alle worden verbonden aan drie grote wereldwijde allianties die zich ontwikkelen in de laatste periode van de geschiedenis van de aarde. 1. Er is een grote wereldwijde alliantie van religieuze instellingen die zich verenigen in tegenstand tegen God en zijn trouwe volk. Deze alliantie wordt met veel namen genoemd: Babylon, de grote hoer, de grote stad en de vrouw die op het beest rijdt. 2. Er is een grote wereldwijde alliantie van seculiere, politieke en militaire macht. Deze alliantie wordt in Openbaring óók met veel namen genoemd: de koningen van de hele bewoonde wereld (Openbaring 16:14), de steden of de volken (Openbaring 16:19), de koningen op aarde, de bewoners van de aarde (Openbaring 17:2), het beest (Openbaring 17:3), de zeven koppen, de zevenbergen, de zeven koningen (Openbaring 17:9, 10) en de tien horens (Openbaring 17:12, 13). Deze seculiere machten worden ook voorgesteld door de koningen (Openbaring 18:9), handelaars/kooplieden (Openbaring 18:11) en zeevarenden (Openbaring 18:17) in hoofdstuk 18.3. Er is ook een wereldwijde eindtijdalliantie van de heiligen die de volgende namen heeft: de verzegelden (Openbaring 7:1-3); de 144.000 (Openbaring 7:4-8); de overigen (Openbaring 12:17); de heiligen (Openbaring 14:12); degenen die hun kleren bewaren (Openbaring 16:15); en de geroepenen, uitgekozen en trouwe volgelingen van het Lam (Openbaring 17:14). In thema IV zullenwe in het kort het verhaal onderzoeken van deze drie allianties in de laatste dagen van de geschiedenis van de aarde.

II. Het verschil tussen gezichten en de verklaringen ervanIn apocalyptische profetie is er een belangrijk onderscheid tussen gezichten en verklaringen. In een gezicht kan de profeet overal in het universum reizen en tot elk punt in de tijd. De gebeurtenissen inhet gezicht worden niet per definitie in de tijd en plaats van de profeet geplaatst. Wanneer het gezicht echter later wordt verklaard, komt de uitleg altijd in de tijd, plaats en omstandigheden van de profeet.

Bijvoorbeeld: In Daniël 2 wordt Nebukadnessar weggenomen naar het einde van de tijden in zijngezicht van het grote beeld en de steen die een grote berg werd, die de hele aarde vult(Daniël 2:31-36). De uitleg van het gezicht door Daniël is echter stevig gegrond in de tijd en plaats van Nebukadnessar. Deze begint met een duidelijke, ondubbelzinnige verklaring: 'u bent dat hoofd van goud!' (Daniël 2:38). Nebukadnessar wordt dan verteld dat de reeks koninkrijken die volgen 'nau' zijn (Daniël 2:39) in de zin van tijd.

Zoals het geval was met Daniël 2, is óók de apocalyptische profetie van Daniël 7 in twee delen verdeeld: het gezicht (Daniël 7:2-14, 21, 22), en verklaringen van het gezicht (Daniël 7:15-20,23-27). Zelfs al ervaarde Daniël alle elementen van het gezicht, de laatste gebeurtenissen inbegrepen, de uitleg maakt duidelijk dat het gezicht hoofdzakelijk over de toekomstige ervaring van Daniëls volk gaat (Daniël 7:17, 18, 23-27). Hetzelfde patroon kan worden gezien in Daniël 8 enZacharia 4.

Profeten lijken een openbaring gewoonlijk vanuit gezichten alleen te begrijpen. Er is een uitleg voor de openbaring nodig om te worden begrepen. Omdat die uitleg ten behoeve van de profeet wordt gegeven, is zij gebaseerd op de tijd, plaats en omstandigheden waarin de ziener leeft. Dit principe heeft diepgaande implicaties voor de interpretatie van moeilijke apocalyptische teksten, zoals Openbaring 17:7-11, zoals we in thema III zullen zien

III. De identiteit van de zeven koningen in Openbaring 17:10Thema II helpt ons één van de meest verwarrende vraagstukken in het hele boek Openbaring op te lossen. Wie zijn de zeven koningen in Openbaring 17:10? Zij zijn duidelijk sequentieel (opeenvolgend), maar waar beginnen ze en wanneer is 'de een is' in de beschrijving van de engel? Is het een macht in Johannes' tijd, één precies aan het einde van de tijd, of is het ergens anders in

Page 47: Les 1 Het evangelie van Patmos · Les 1 Het evangelie van Patmos 29 december-4 januari Kerntekst: Openbaring 1:1 Deel I: Samenvatting Focus van de studie: In deze les zal onze focus

de loop van de geschiedenis geplaatst?Een geliefde optie is om de zeven koningen als zeven opeenvolgende pausen te zien. De

opeenvolging begint gewoonlijk met het jaar 1929, toen Mussolini Vaticaanstad tot de soevereiniteitvan de kerk herstelde, en eindigt precies met de laatste paus in de geschiedenis van de aarde. Deze zienswijze heeft veelvuldig ingegeven dat een huidige paus ofwel de laatste is ofwel de volgende die blijft. Deze zienswijze heeft er dus toe geleid dat mensen data/tijdperken gingen bepalen.

Een tweede zienswijze is nogal geliefd onder Zevende-dags Adventistische geleerden. Deze suggereert dat de tijd van de zesde koning ('de een is' in Openbaring 17:10) de tijd van 1798 tot 1929 is, toen het pausdom geen tijdelijke macht had. De vijf gevallen koningen zouden dan Babylon, Perzië, Griekenland, Rome en het middeleeuwse pausdom zijn. De 'ene die is' zou de tijd zijn dat de gemeente geen tijdelijke macht heeft. De zevende koning zou vandaag zijn, de herstelde macht van het Vaticaan.

Thema II hierboven zou echter beide opties uitsluiten, als deze hier werden toegepast. De passage over de zeven koningen is niet in het gezicht (Openbaring 17:3-6); deze is in de uitleg van het gezicht (Openbaring 17:7-18). De 'een is' koning of koninkrijk zou dus aanwezig moeten zijn ophet moment dat Johannes zélf het gezicht ontving om hieruit wijs te kunnen worden. Als het 'een is' koninkrijk het heidense Romeinse Rijk in Johannes' tijd is (dat wil zeggen: het zesde koninkrijk), dan zijn de vijf die zijn 'gevallen' de supermachten in de oudtestamentische wereld: Egypte, Assyrië, Babel, Perzië en Griekenland. Het zevende koninkrijk is het Romeinse pausdom in de middeleeuwen, en het 'achtste' koninkrijk (Openbaring 17:11), dat wil zeggen één van de zeven, zouhet weer tot leven gebrachte Romeinse pausdom zijn—het Babylon van Openbaring 17, dat de andere twee leden van de satanische triade omvat (de 'draak' van het heidendom/spiritualisme en de 'valse profeet' van het afvallige protestantisme). Deze geglobaliseerde vorm van Babylon die op het scharlakenrode beest van seculiere politieke macht rijdt, is nog altijd in de toekomst.

IV. Het verhaal van Openbaring 17 Zoals we in thema 1 hebben gezien, zijn er drie wereldwijde allianties die zich in de eindtijd ontwikkelen: een alliantie van de heiligen, samengesteld uit een groter geworden gemeente van overigen die degenen omvat, die uit Babylon zijn gekomen om zich bij hen te voegen, een alliantie van religieuze instellingen en een alliantie van seculiere politieke machten. De laatste twee allianties worden bespoedigd door de laatste, wereldwijde verkondiging van het evangelie door de overigen (Openbaring 14:6, 7; Openbaring 18:1–4). Door middel van het vervalste evangelie, 'geïnspireerd' door de demonische engelen (Openbaring 16:13, 14) verzamelt Babylon (de satanische triade [Openbaring 16:19]) de seculiere/politieke machten van de wereld aan haar kant (Openbaring 16:14, 16). Zij 'rijdt op' het beest (Openbaring 17:2-7). Gedurende een korte tijd domineren verenigde instellingen van religie de regeringen van de wereld, waarbij ze hun woede tegen de heiligen keren (Openbaring 17:6; 13:15-17). Het opdrogen van de Eufraat (Openbaring 16:12) schildert echter op symbolische wijze de tijd waarin de seculiere/politieke machten die de hoer Babylon ondersteunden, zich tegen haar keren en haar vernietigen (Openbaring 17:16). God redt zijn overigen in de eindtijdvan vernietiging (Openbaring 17:14). Na de val van Babylon vinden de seculiere machten van de wereld hun einde bij de Wederkomst (Openbaring 19:17-21).

Deel III: Toepassing voor het leven

In een passage die volledig is gefocust is op de gebeurtenissen in de eindtijd, kunnen toepassingen voor het leven moeilijk te vinden zijn. De volgende suggesties kunnen misschien helpen.

1. Wat zijn de implicaties voor ons vandaag, aangezien we weten dat we als Gods trouwe overigen zijn andere trouwe kinderen uit Babylon moeten roepen (Openbaring 18:4)? Het besef dat het Babylon van de eindtijd een oppervlakkig christelijk gezicht heeft, zou er niet toe moeten leiden dat we worden misleid over haar ware wezen als Gods voornaamste vijand in de eindtijd. Niettemin, hoewel de religieuze leiders en Zeloten zich allebei tegen de

Page 48: Les 1 Het evangelie van Patmos · Les 1 Het evangelie van Patmos 29 december-4 januari Kerntekst: Openbaring 1:1 Deel I: Samenvatting Focus van de studie: In deze les zal onze focus

opdracht van Jezus verzetten, ging hij altijd genadig om met individuele vertegenwoordigersvan die groepen (Lucas 6:15, Marcus 12:28-34).

Wat kunnen we leren van de beschrijvingen van de vrouwen in Openbaring 12 en 17? Er zijn enige punten van overeenkomst tussen de vrouwen in Openbaring 12 en 17. Beiden zijn religieus in wezen (hoer Babylon symboliseert een valse vorm van het christendom). De vrouw in hoofdstuk 12 is echter Gods trouwe gemeente in heel de geschiedenis, de periode van de christelijke geschiedenistijdens de 1.260 dag/jaren inbegrepen en daarna als de overigen van het zaad van de vrouw. Wat Johannes' verwondering (Openbaring 17:6) veroorzaakt is dat de eindtijdopponent van God en zijn volk óók een vrouw is en daardoor een christelijk gezicht draagt! Dit feit zou ieder die Jezus volgt, persoonlijk nuchter moeten maken. Trots en koppigheid kunnen elk van ons tot vernietiging leiden, zelfs als we denken dat we God navolgen (Johannes 16:2).

Page 49: Les 1 Het evangelie van Patmos · Les 1 Het evangelie van Patmos 29 december-4 januari Kerntekst: Openbaring 1:1 Deel I: Samenvatting Focus van de studie: In deze les zal onze focus

Les 13 Ik maak alle dingen nieuw23-29 maart

Kerntekst: Openbaring 21:5

Deel I: Samenvatting

Focus van de studie: Openbaring 19–22 begint met laatste gebeurtenissen vlak vóór en tijdens de Wederkomst van Jezus (Openbaring 19) en geeft lezers dan een glimp van de toekomst voorbijdie gebeurtenis: door het millennium heen (Openbaring 20) en de eeuwigheid in (Openbaring 21 en 22).

Inleiding: De laatste vier hoofdstukken van het boek Openbaring bieden het duidelijkste en meest gedetailleerde verslag in de Bijbel van gebeurtenissen vlak vóór, tijdens en na de Wederkomst. Hoewel er elders in de Bijbel aanwijzingen van een millennium zijn (1 Korintiërs 15:20-22, Jesaja 26:19-21), zijn deze laatste hoofdstukken in Openbaring de enige plaats waar een dergelijke tijdsperiode duidelijk wordt geëtaleerd. Het verslag van de duizend jaren komt tussen de Wederkomst van Jezus en zijn derde en permanente terugkeer naar deze aarde.

Thema's van de les: De les en de focuspassage introduceren de volgende thema's:

I. Zal God de oude aarde veranderen of een nieuwe maken? II. Relatie van Babylons val tot het vijfde zegel

III. Drie zienswijzen over het millenniumIV. Zal de eeuwigheid saai eindigen? Wat zal Gods volk met al die tijd doen?V. De achtergronden die het Nieuwe Jeruzalem verklaren

VI. De vorm van het Nieuwe Jeruzalem

Toepassing voor het leven: Het 'Toepassing voor het leven' gedeelte onderzoekt Gods doel voor zowel de duizend jaren in Openbaring 20 als voor bijbelse profetie. De laatste 'Toepassing voor het leven' onderzoekt hoe gehoor te geven aan het onderwijs van Openbaring.

Deel II: Commentaar

Zie 'Inleiding' van Deel I voor korte samenvattingen van Openbaring 19-22.

Hoofdthema's van les 13 uitgewerkt:

I. Zal God de oude aarde veranderen of een nieuwe maken?Openbaring 20:11 geeft aan dat de oude aarde en hemel 'wegvluchtten' van de aanwezigheid van de Ene die op de grote witte troon zat. Goede synoniemen voor 'wegvluchtten' (Grieks: ephugen) zijn 'plotseling verdwijnen' en 'verdwijnen'. Omdat 'geen plaats voor hen werd gevonden' (NBG) nadat zij plotseling verdwenen, zou deze woordkeus erop kunnen duiden dat, wanneer God 'alle dingen nieuw' maakt (vgl.Openbaring 21:5, SV), hij een gloednieuwe aarde zal maken, in plaats van de materialen van de oude aarde in de nieuwe te 'recyclen'. Aan de andere kant brengt de studie van woensdag naar voren dat 'nieuw' in het Grieks (kainos) iets betekent dat de kwaliteit heeft van nieuw in plaats van oorsprong of tijd (zie 2 Korintiërs 5:17). Merk echter ook Marcus 2:21 op, waarin óók nieuw in tijd wordt gesuggereerd.

II. Relatie van Babylons val tot het vijfde zegel De studie van sabbatmiddag geeft aan: 'Met de ondergang van Babylon wordt het gebed van Gods volk eindelijk beantwoord. Dat gebed staat in het vijfde zegel.'Hoezo? Openbaring 19:1, 2 maakt

Page 50: Les 1 Het evangelie van Patmos · Les 1 Het evangelie van Patmos 29 december-4 januari Kerntekst: Openbaring 1:1 Deel I: Samenvatting Focus van de studie: In deze les zal onze focus

een sterke zinspeling op Openbaring 6:10. In dat vers roepen de zielen onder het altaar uit naar God:'Tot hoelang . . . oordeelt en wreekt u ons bloed niet . . . ?' (Openbaring 6:10, NBG). Wat het Grieks letterlijk zegt is: 'Hoelang . . . oordeelt niet [Grieks: krineis] en wreekt niet [Grieks: ekdikeis]?' Het werkwoord 'is' of 'zal zijn' wordt in het origineel begrepen en kan op gepaste wijze in een vertaling worden gevoegd. Vanuit het perspectief van de metaforische zielen onder het altaar is er geen bewijs dat God hun zaak oordeelt of wreekt.Het is daarom opvallend dat Openbaring 19 dezelfde twee oordeelswoorden in de verleden tijd gebruikt ('oordelen' en 'wreken') om de val van Babylon te beschrijven. De grote menigte in de hemel viert het feit dat God 'de grote hoer heeft veroordeeld [Grieks: ekrinen]. . . en het bloed van zijn dienaren op haar gewroken [Grieks: exedikêsan]' (vgl. Openbaring 19:2). Er is een duidelijke relatie tussen het gebed van het vijfde zegel en de val van Babylon.

III. Drie zienswijzen over het millennium1. Premillenialisme: de Wederkomst van Jezus is vóór de duizend jaren. 2. Postmillennialisme: de Wederkomst van Jezus is na de duizend jaren. 3. Amillennialisme: De duizend jaren zijn eenvoudig een metafoor voor het gehele christelijke tijdperk; er zijn geen letterlijke duizend jaren. Laatstgenoemde zienswijze vereist dat de eerste opstanding (Openbaring 20:4, 5) aan het begin van het millennium een geestelijke is, dat deze veeleer de nieuwe schepping is, die met het evangelie komt (Johannes 5:22-25, 2 Korintiërs 5:17).

Wat is het bijbelse bewijs voor pre-millennialisme, het Zevende-dags Adventistische standpunt over de duizend jaren van Openbaring 20? De Bijbel wijst op het volgende: (1) De structuur van Openbaring. De draak (Openbaring 12), beest (Openbaring 13), valse profeet (Openbaring 13) en Babylon gaan in die volgorde het eindtijdbeeld binnen. Zij vertrekken dan in omgekeerde volgorde: Babylon (Openbaring 18), valse profeet (Openbaring 19), beest (Openbaring 19) en draak (Openbaring 20). Als het beest, de valse profeet en Babylon via Openbaring 20:3 de scène hebben verlaten, dan moet het millennium logischerwijs na de Wederkomst zijn. (2) De normale betekenis van 'kwamen tot leven' (vgl. Openbaring 20:4 [Grieks: ezêsan]) en 'opstanding (Openbaring 20:5 [Grieks: anastasis]) is een lichamelijke opstanding, geen geestelijke (Johannes 11:25, Romeinen 14:9, Openbaring 2:8). (3) De opstanding van mensen die zijn 'onthoofd' (Openbaring 20:4), moet meer dan alleen een geestelijke zijn. (4) De 'onthoofde zielen' ondergingen de onthoofding, omdat zij het evangelie hadden aangenomen. Hun opstanding is niet toen zij het evangelie ontvingen; deze is na hun onthoofding. Er is geen geestelijke betekenis voor het woord 'onthoofding' (Grieks: pepelekismenōn).

IV. Zal de eeuwigheid saai eindigen? Wat zal Gods volk met al die tijd doen?De Bijbel geeft drie belangrijke rollen aan, die verloste zondaars in heel de eeuwigheid zullen spelen. Zij zullen koningen, priesters en studenten zijn.

1. Openbaring indicates dat verloste zondaars samen met God over het universum zullen heersen(Openbaring 3:21, 7:15-17). Met Jezus op zijn troon zitten betekent dat zij deel zullen zijn van de regering van het universum.

2. Zij dienen niet alleen als koningen, maar als priesters. In de oude wereld waren er twee soorten mensen met hoge status. De hoogste status op politiek gebied was de koning en de hoogste status op godsdienstig gebied was de priester. Macht maakt corrupt, maar aan degenen die door het lijden zijn vernederd, kan macht worden toevertrouwd. Een priester in de eeuwigheid zijn omvat actief leiding nemen in aanbidding (Openbaring 5:9-13) en een uniek getuigenis overbrengen, gebaseerd op aardse ervaring met de zonde en haar gevolgen (Openbaring 14:3). Hij die getrouw is in kleine dingen, zal voor grote dingen verantwoordelijk worden gesteld (Matteüs 25:21).

3. Hoewel school soms een karwei kan zijn, is echt leren nooit een karwei. God heeft nieuwsgierigheid in het wezen van ons zijn ingebakken, en er zijn weinig vreugden zo zinvol als dingen ontdekken. Wanneer we op ons eigen tempo leren, wanneer we leren op onze interessegebieden, wanneer onze nieuwsgierigheid onze aandacht wekt, is leren de meest vreugdevolle ervaring die mogelijk is. En er zijn zoveel dingen in het universum te leren. We zullen

Page 51: Les 1 Het evangelie van Patmos · Les 1 Het evangelie van Patmos 29 december-4 januari Kerntekst: Openbaring 1:1 Deel I: Samenvatting Focus van de studie: In deze les zal onze focus

een eeuwigheid doorbrengen met leren en groeien en het zal werkelijk een genot zijn.

V. De achtergronden die het Nieuwe Jeruzalem verklarenHet gezicht van het Nieuwe Jeruzalem is gegrond in de rest van de Bijbel. De wateren die uit de troon vloeien (Openbaring 22:1) en de levensboom (Openbaring 22:2) herinneren aan de tuin van Eden. De schittering/pracht van de stad en haar kubusvorm (Openbaring 21:11, 16) herinneren aan de tabernakel en de tempel (Exodus 40:34, 35; 1 Koningen 6:20; 1 Koningen 8:11). Er zijn slechts twee kubussen in de Bijbel: het heilige der heiligen in het heiligdom en het Nieuwe Jeruzalem. Precies de naam 'Nieuw Jeruzalem' brengt de hoofdstad van Davids koninkrijk in gedachten. Veel delen van het ontwerp van de stad herinneren ook aan Ezechiëls visionaire tempel (Ezechiël 40-48).En veel details van het Nieuwe Jeruzalem herinneren aan beloften aan de overwinnaars in het gedeelte van de zeven gemeenten in Openbaring (bijvoorbeeld: de levensboom [Openbaring 2:7, 22:2]). Het gezicht van het Nieuwe Jeruzalem heeft dus voorlopers in de geschiedenis van Gods leiding in heel de Bijbel.

VI. De vorm van het Nieuwe Jeruzalem De lengte, breedte en hoogte van het Nieuwe Jeruzalem zijn alle dezelfde, wat duidt op een volmaakte kubus (Openbaring 21:16). De meeste mensen stellen het zich voor als een kubus en deze vorm is waarschijnlijk correct. De beschrijving van het Nieuwe Jeruzalem maakt overvloedig gebruik van het getal twaalf: twaalf poorten, twaalf fundamenten, 144 el hoge muren, afmetingen van 12.000 stadie (Openbaring 21:12-21). Een kubus heeft 12 snijkanten. Hoewel de tekst de vorm niet precies vermeldt, zou een kubus consistent zijn met de symboliek en aan het heilige der heiligen herinneren.

Deel III: Toepassing voor het leven

1. Waarom is het millennium nodig, wanneer de Wederkomst alle dingen tot een einde lijkt te hebben gebracht?

(1) Tijd voor herstel voor de rechtvaardigen. Er zal een noodzaak zijn om zich te verzoenen met het feit dat sommigen er zijn en sommigen niet. Openbaring 22:2 spreekt van de bladeren van de levensboom die voor de genezing van de volken zijn. Er zijn misschien mensen die u niet mocht of niet had verwacht in de hemel te zien. Anderen die u had verwacht te zien ontbreken. De duizend jaren zullen tijd verschaffen om te leren en te groeien, terwijl de eeuwigheid begint. (2) Tijd voor de rechtvaardigen om te onderzoeken. De verlosten zullen zijn vrij om de 'boeken van de hemel' te verkennen en antwoorden krijgen op vragen over God, over degenen die we liefhadden en die er niet zijn, over kwesties in de grote strijd. Er zullen veel vragen zijn om te beantwoorden. (3) Tijd voor Satan en zijn volgelingen om zich te manifesteren. Aan het einde van het millennium zullen Satan en zijn volgelingen een laatste keer het destructieve wezen van hun karakter tonen. Deze laatste manifestatie zal de verlosten in veiligheid brengen in loyaliteit aan God in heel de eeuwigheid.

2. Wat is uiteindelijk het doel van het boek Openbaring? Het doel van profetie is niet om onze nieuwsgierigheid over de toekomst te bevredigen; het is om ons te leren hoe we vandaag moeten leven. Openbaring was bedoeld om mensen voor te bereiden op de uitdagingen van het einde en heeft, en passant, hoop, betekenis en doel aan miljoenen in heel het christelijke tijdperk gebracht (Openbaring 1:3).***