Leiderschap 2 college situationeel leiderschap

31
2 E HOORCOLLEGE LEIDERSCHAP 2 Situationeel Leiderschap

Transcript of Leiderschap 2 college situationeel leiderschap

Page 1: Leiderschap 2 college situationeel leiderschap

2 E HOORCOLLEGE LEIDERSCHAP 2

Situationeel Leiderschap

Page 2: Leiderschap 2 college situationeel leiderschap

Voorbereidende opdracht2

Wat is situationeel leiderschap?- Wat is je beeld van deze

leiderschaptheorie?- Wat levert het op om in de praktijk toe te

passen?

Stap 1: Schrijf je gedachten op.Stap 2: Bespreek dit met je buurman/vrouw.

Page 3: Leiderschap 2 college situationeel leiderschap

Wat is leidinggeven?3

Leidinggeven is het beïnvloeden van anderen op een zodanige wijze dat het door de leidinggevende beoogde doel wordt bereikt

Beïnvloeding door beloning/bestraffing, positie/functie, deskundigheid, identificatie

Page 4: Leiderschap 2 college situationeel leiderschap

In de praktijk veel voorkomende stijlen4

Autoritair Participatief Laissez-faire

Page 5: Leiderschap 2 college situationeel leiderschap

Stijlen van leidinggeven5

Taakgericht/mensgericht Mensbeeld grondslag (X/Y van McGregor) Situatie belangrijk Persoonlijkheid, ervaring leidinggevende

belangrijk Opstelling personen waaraan leiding

wordt gegeven mag niet worden onderschat

Page 6: Leiderschap 2 college situationeel leiderschap

6

Page 7: Leiderschap 2 college situationeel leiderschap

7

Page 8: Leiderschap 2 college situationeel leiderschap

8

Beelden over en weer verschillen nogal eens

51%

34% dat hun leidinggevende begrip heeft voor hun problemen;

maar van de leidinggevenden zeggen:

95% dat ze begrip hebben voor de problemen van de medewerkers.

Desondanks zegt:van deze leidinggevende dat hun bazen een goed begrip hebben voor hun problemen.

Van de bazen zegt:

90% dat ze begrip hebben voor de problemen van de leidinggevenden;

maar van de bazen zegt:

60% dat hun meerdere begrip heeft voor hun problemen.

Van de medewerkers zegt:

Page 9: Leiderschap 2 college situationeel leiderschap
Page 10: Leiderschap 2 college situationeel leiderschap

10

Een managementteam heeft complementaire functies nodig

Innovator: alles kan morgen andersVeranderen van doelen

Integrator: samen gaat het beterSamenbrengen van doelen en mensen

Page 11: Leiderschap 2 college situationeel leiderschap

11

Een managementteam heeft complementaire functies nodig

Uitvoerder: eerst denken dan doenRealiseren van geplande activiteiten

Beheerder: meten is wetenSturen en coördineren met behulp van systemen, procedures en regelingen

Page 12: Leiderschap 2 college situationeel leiderschap

Interpersoonlijke rollen:­ boegbeeld­ leider­ tussenpersoon

Informatierollen:­ monitor­ zegsman­ verspreider

Besluitvormingsrollen:­ initiator­ probleemoplosser­ middelentoewijzer­ onderhandelaar

12

Een manager heeft verschillende rollen(Mintzberg)

Formeel gezag en status

Page 13: Leiderschap 2 college situationeel leiderschap

1313

Er zijn positieve stereotypen van leidinggevenden

Meewerkend voorman (m/v)

­ Toont het goede voorbeeld­ Is mede-vakspecialist

Coach ­ Bouwt voort op bestaande sterktes­ Helpt de echte motivatie te vinden

Strateeg ­ Toont visie op trends­ Is politiek handig

Inspirator ­ Maakt de toekomst aantrekkelijk­ Stelt uitdagende doelen

Motivator ­ Spoort aan tot ontwikkeling­ Laat zien wat mogelijk is

Ondernemer ­ Sleept mensen achter kansen aan­ Richt mensen op de toekomst

Teambouwer ­ Bindt mensen samen­ Bevordert wij-gevoel

Manager ­ Zorgt voor planning en voortgang­ Stemt regelmatig af

Page 14: Leiderschap 2 college situationeel leiderschap

14

Elke leidinggevende is qua stijl afhankelijk van de omgeving

Managers verschillen

Het land

De levensfase van de organisatie

De omvang van de organisatie

Het functioneringsniveau

De omgevingsdynamiek

Het soort medewerkers

Het type organisatie

Page 15: Leiderschap 2 college situationeel leiderschap

15

De stijl van een leidinggevende wordt bepaald door:

Stijl van de leidinggevende

Eigen persoon(lijkheid),mensbeeld

Gedrag en verwachtingen van superieuren

Taakeisen en werkwijzen

Gedrag en verwachtingen van collega’s

Gedrag en verwachtingen van

medewerkers

Kenmerken van de organisatie

Page 16: Leiderschap 2 college situationeel leiderschap

16

De leidinggevende wordt beïnvloed door de organisatie

Doelen stellen­ Missie formuleren­ Doelen bepalen

Realiseren­ Doen van research t/m leveren

van service ­ Beheersen van kwaliteit t/m

planning

Cultuur

Structuur

Strategie

Management-stijl

Systemen

Personeel

Sleutel-vaardigheden

Page 17: Leiderschap 2 college situationeel leiderschap

17

Het mensbeeld van de leidinggevende bepaalt mede de leiderschapsstijl

(McGregor)

Bevelen, opdragen

Bekend maken Verkopen

Laten beoor-delen

Laten goed-keuren

Laten maken

X­ Lui­ Dom­ Ongeïnteresseerd­ Ongemotiveerd­ Onbetrouwbaar­ Onbekwaam­ Onwelwillend

Y­ Actief­ Verstandig­ Geïnteresseerd­ Gemotiveerd­ Betrouwbaar­ Bekwaam­ Goedwillend

Page 18: Leiderschap 2 college situationeel leiderschap

18

Wat doen succesvolle leiders?

Effectief leiderschap is een functie van eigenschappen en resultaten

Individueel commitment organiseren

(Anderen betrekken, macht delen)

Organisatorische bekwaamheden ontwikkelen

(Teams bouwen, veranderingen managen)

Persoonlijk karakter tonen(Demonstreren van bijv. gewoontes, integriteit,

vertrouwen, analytisch denken)

Richting geven

(Visie geven op bijv, klanten, toekomst)

Page 19: Leiderschap 2 college situationeel leiderschap

19

Uitgangspunten bij situationeel leidinggeven (Hersey en Blanchard)

De primaire taak van leidinggevenden is het medewerkers mogelijk te maken hun werk te doen

Medewerkers hebben behoefte aan: een snelle terugkoppeling ontwikkelings- en ontplooiingsmogelijkheden

Leidinggevenden moeten: nagaan welke stijl gewenst is (per taak, per

medewerker) een taak kunnen / durven opdragen taakgericht en relatiegericht medewerkers beinvloeden

Er is niet één beste stijl van leidinggeven: deze stijl hangt af van de ‘taak-volwassenheid’ van de

medewerker maar ook van de voorkeursstijl van leidinggevers en het verwachtingspatroon bij medewerkers; dus flexibel

Page 20: Leiderschap 2 college situationeel leiderschap

20

Medewerker en taak staan centraal bij situationeel leidinggeven

Taakvolwassenheid is (per taak) een functie van:­ bekwaamheid / ’kunnen’ (kennis, vaardigheid)­ bereidheid / ’willen’ (motivatie, inzet) en...­ zelfvertrouwen / ’durven’

De stijl van leidinggeven moet afgestemd zijn op de taakvolwassenheid van de medewerker

Een medewerker heeft per taak een andere taakvolwassenheid

(Hersey & Blanchard)

Page 21: Leiderschap 2 college situationeel leiderschap

21

Leidinggeven tussen sturen en begeleiden

Sturend / directief Relatiegericht / begeleidend

­ Taakgericht­ Eenrichtingsverkeer­ Van bovenaf bepaald

­ Mensgericht­ Tweerichtingsverkeer­ Samen bepaald

Page 22: Leiderschap 2 college situationeel leiderschap

22

Een leidinggever hanteert verschillende stijlen

Stijl 1

Stijl 2Stijl 3

Stijl 4

Taakgericht, directief

Veel

Weinig Veel

Rel

atie

geric

ht, b

egel

eide

nd

Page 23: Leiderschap 2 college situationeel leiderschap

23

Een leidinggevende is flexibel

Stijl 1Opdragen:­ zeggen wat en hoe­ controle op

uitvoering­ m.b.v.

positiemacht

Stijl 2Overleggen:­ samen bespreken

wat en hoe­ controle op

uitvoering

Stijl 3Ondersteunen:­ samen bepalen

wat en hoe­ hulp bij uitvoering

Stijl 4Overlaten:­ wat en hoe

overlaten­ hulp bij uitvoering­ m.b.v.

persoonsmacht

Taakgericht, directief

Veel

Weinig Veel

Rel

atie

geric

ht, b

egel

eide

nd

­ Er is niet één beste stijl van leidinggeven

­ Leidinggeven speelt in op de mogelijkheden van de medewerker, gegeven de uit te voeren taak

Page 24: Leiderschap 2 college situationeel leiderschap

Hersey-Blanchard Situational Leadership Model

ImmatureEmployees

Low High

High

Low

MatureEmployees

Willing/Able Unwilling/able Willing/unable Unwilling/unable

4 3 2 1

Leader’s concern with task

Leader’s concern

with relationship

24

Page 25: Leiderschap 2 college situationeel leiderschap

2525

Een leidinggevende is (in-)effectief...Ondersteunen Overleggen

++­ Erkenning

geven­ Helpen­ Bemiddelen

--­ Bemoederen­ Afhankelijk

maken­ Verzorgen,

sussen, betuttelen

++­ Commitment

krijgen­ Toelichting

geven­ Verduidelijken

--­ ‘Verkopen’­ ‘Manipuleren’­ Justificeren­ Erkenning

zoeken

Overlaten Opdragen

++­ Verantwoordelij

k-heid geven­ Monitoren­ Belangstelling

tonen­ Voorwaarden

scheppen

--­ (O)verlaten­ Terugtrekken­ Deserteren­ Verveling tonen

++­ Initiëren­ Structureren­ Richting geven

--­ Bevelen­ Domineren­ Agressief,

persoonsgerichte kritiek geven

Page 26: Leiderschap 2 college situationeel leiderschap

2626

Leiders beschikken over (een combinatie van) vermogens (Goleman, 2002)

Persoonlijke en sociale vermogens zijn geen aangeboren talenten,maar aangeleerde vaardigheden

Persoonlijke vermogens(Hoe we met onszelf omgaan)

Zelfinzicht: ­ emotioneel zelfinzicht­ accurate zelfevaluatie­ zelfvertrouwen

Zelfmanagement:­ emotionele zelfbeheersing­ transparantie­ souplesse­ prestatiegericht;­ initiatiefrijk­ optimistisch

Sociale vermogens(Hoe we met anderen omgaan)

Sociaal bewustzijn:­ inlevingsvermogen­ gevoel voor de

organisatie­ dienstbaar

Relatiemanagement:­ inspirerend­ invloedrijk­ gericht op ontwikkeling

van anderen­ katalysator van

veranderingen­ conflicten kunnen

hanteren­ samenwerkingsgericht

Page 27: Leiderschap 2 college situationeel leiderschap

27

Er zijn resonerende en dissonerende leiderschapsstijlen (Goleman, 2002)

Succesvolle leiders: ­ gebruiken meer dan een stijl­ gaan naadloos over van de ene op de andere stijl

Resoneren: de juiste snaar raken en daardoor anderen inspireren

Dissoneren: weerklank zoeken voor eigen (vaak destructieve) emoties

Visionair Brengt mensen tot een gezamenlijke droom

Begeleider Verbindt individuele doelen met organisatiedoelen

Gelijkwaardig Verbindt mensen onderling

Democratisch Zorgt voor betrokkenheid door aandacht te geven

Tempoaanjager Zorgt voor (te) grote (betere, snellere) uitdagingen

Autoritair Geeft bevelen zonder een waarom

Page 28: Leiderschap 2 college situationeel leiderschap

28

Page 29: Leiderschap 2 college situationeel leiderschap

29

Page 30: Leiderschap 2 college situationeel leiderschap

30

Casussen situationeel leiderschap

Welke stijl word hier toegepast?

Page 31: Leiderschap 2 college situationeel leiderschap

31

Casussen situationeel leiderschap

Maak een analyse van deze casussenLet op: geen verbeteradvies, wel een degelijke onderbouwing.

Huiswerkopdracht

Welke stijl is hier een effectieve stijl?