Leesvoer nr.3 - 2012

28
Jaargang 15 | nummer 3 | juni 2012 2012 3 LEES VOER TopLac gezonde droogstand

description

Leesvoer is het huisorgaan van De Heus Voeders. Dit informatieve en kleurrijke blad verschijnt 4 à 5 keer per jaar. Leesvoer gaat in op actualiteiten uit de sector.

Transcript of Leesvoer nr.3 - 2012

Page 1: Leesvoer nr.3 - 2012

Jaargang 15 | nummer 3 | jun i 2012

2012

3

Leesvoer TopLac

gezonde droogstand

Page 2: Leesvoer nr.3 - 2012

U vindt alles over Leesvoer ook op internet. Ga naar

www.de-heus.nl

Op de cover

Het resultaat van het TopLac

DroogstandsPlan: een fitte moeder

en gezond kalf

2 De Heus · Leesvoer 3 | jun i 2012

7

12

25

In dit nummer

r u n d v e e

Reportage familie Kooiker 4

Gezonde dieren in de herfst 12

TopLac DroogstandsPlan: superpraktisch 14

NRM, het mooiste evenement! 17

TopLac spaaractie 2012 17

Goede prijzen rosékalverhouderij 24

v a r k e n s

Tips tegen de zomerdip 8

Klimaatproblemen opsporen 9

Te weinig biest? 18

Hogere prijs door groepshuisvesting? 20

Het beste voeradvies voor beren 25

p l u i m v e e

Neem tijdig maatregelen bij hittestress 6

Beter functioneren met goede verlichting 7

a g r a - m a t i c

Succesvol bouwen is specialistenwerk 16

Nieuwe stal past mooi in het landschap 22

a l g e m e e n

De Heus en social media 10

Neem oorzaken van brand weg 26

Welkom 3

Ontmoet De Heus 11

14

'De eiwitbehoefte van beren blijft lange tijd hoog.

Stem het voerhierop af'

Page 3: Leesvoer nr.3 - 2012

coLofonLeesvoer is het huisorgaan van De Heus

Uitgever: De Heus Voeders B.V.

Redactieraad: Patrick van Vugt, Franko van

Lankvelt, Nico Woudenberg,

Augustine van Ree en Joost Belt

Redactieadres: Postbus 396 6710 BJ Ede,

telefoon 0318 – 675 497

e-mail [email protected]

Productie: Iris communicatie & reclame,

Lichtenvoorde

Druk: BDU Barneveld

Leesvoer 3 | juni 2012

Welkom!

Leesvoer wordt gedrukt op FSC

gecertificeerd houtvrij silk mc papier.

Keep (it) coolWanneer wij het ‘s zomers warm krijgen, zoeken we graag de aangename verkoeling van een flinke boom en een glas drinken. Konden we onze dieren ook maar zo gemakkelijk koel houden… Het klimaat in de warme stal bezorgt veehouders elk jaar weer stress. Ze zien de dieren problemen hebben met de hoge temperaturen en zien de resultaten kelderen. Onnodig! Neem tijdig preventieve maatregelen, schakel eventueel over naar een andere voersoort en houd constant de vinger aan de pols. Zo vermindert u de warmtestress bij de dieren en de zorgen bij uzelf. In deze Leesvoer vertellen onze specialisten uitgebreid hoe u de stallen voorziet van een aangenaam leefklimaat voor uw dieren. Doe er uw voordeel mee.

Van de redactie

Augustine van Ree, Marketing & Communicatie

} [email protected]

BRIJTEAMBrijteam maakt bijproducten rendabelHet Brijteam is een gespecialiseerde afdeling van De Heus die varkenshouders ondersteunt bij het voeren van bijproducten. Het doel van het team is om het voeren van bijproducten zo rendabel mogelijk te maken.

Om het maximale voordeel uit bijproducten te halen is informatie nodig over de bijproductenmarkt evenals goede rantsoenen en goede adviezen. De juiste partij is hiervoor het onafhankelijk opererende Brijteam van De Heus. Deze specialis-ten beschikken over veel praktische kennis. Het Brijteam is onafhankelijk omdat ze volledig los staat van leveranciers van bijproducten. Het brijteam denkt met u mee over de totale bedrijfsvoering.

Bijproducten? Neem contact op met het Brijteam. Bel met 0413 - 241 221 of mail naar [email protected]

Page 4: Leesvoer nr.3 - 2012

4 De Heus · Leesvoer 3 | jun i 2012

r u n d v e e

In 2008 is in de provincie Groningen het project Duurzaam Melkvee gestart op initiatief

van Valacon Dairy. Medio april 2012 is dit project afgerond. Roland Kooiker was één van

de deelnemers. Hij boekte succesvolle resultaten.

et bedrijf van de familie Kooiker staat aan

de Waardweg te Grijpskerk. Roland en

Janette Kooiker en hun drie dochters

Vivian, Marlon en Isa wonen er sinds 2003. Het is

een familiebedrijf. Kooiker besteedt het middag-

melken uit en veel van het landwerk doet de loon-

werker. Een goede balans tussen bedrijf en gezin is

een belangrijke voorwaarde voor de familie Kooiker.

In de begroting wordt hiervoor jaarlijks € 0,70 per

100 kg melk voor vreemde arbeid meegenomen.

nulmetingHet project Duurzaam Melkvee is gestart met een

nulmeting. Hierbij kwam voor het melkveebedrijf

Kooiker naar voren dat het vervangingspercentage

van de veestapel bovengemiddeld was. De verbe-

terpunten waren de jongvee-opfok, de droogstand

en de boxbedekking. Roland zegt over het project:

‘Je moet openstaan voor verandering. Niet te

veel verbeterpunten in één keer benoemen en

het vooral concreet maken en aanpakken.’

AanpakIn de keuken hangt een slogan van Loesje:

‘Waarom moeilijk doen als het samen kan’. Deze

slogan staat symbool voor de aanpak van de ver-

beterpunten. Roland legt uit: ‘Een eenmansbedrijf

bestaat niet. Daarom kies ik voor de kracht van de

H

De kracht van de juiste samenwerking

Familie KooiKer

Succesfactoren ‘De grote vooruitgang in de jongvee-opfok is te danken aan de samenwerking tussen mijn vader Jan Kooiker en rundveespecialist Harold van Raaij’, maakt Roland duidelijk. ‘Beiden hebben enorm bijgedragen aan het op een hoger plan brengen van de jongvee-opfok. Het jongvee is gehuisvest in Ter Aard. Hier verhuizen de kalveren na de melkperiode naar-toe. We hebben verder vier punten aangepast.’

Ten eerste stelden we de rantsoenen samen volgens het Kaliber Jongvee Plan om vervetting te voorkomen en maximale daggroei te realiseren.

Verder verbeterden we de ventilatie en het klimaat in de stal.

Ten derde hebben we ervoor gezorgd dat

het jongvee niet een rantsoenverandering en andere huisvesting tegelijkertijd moet ondergaan

Tot slot zijn we de groei en de opfok continu gaan meten, monitoren, analyseren en aanpassen.

Harold van Raaij

Specialist Rundvee

} [email protected]

Page 5: Leesvoer nr.3 - 2012

De Heus · Leesvoer 3 | jun i 2012 5

24 maanden. Het vervangingspercentage is van

42 procent in 2008 naar 17 procent in 2011

gegaan. De leeftijd van de veestapel is nu 5 jaar

met 4,6 lactaties en de levensproductie bij afvoer

steeg met bijna 10.000 kg naar 35.718 kg. De uitval

van vaarzen is in de periode tussen 2008 en 2011

teruggebracht van 9 naar 4 procent.

‘We zijn uitermate tevreden over de samenwerking

en de resultaten die we met elkaar realiseerden.

Daarnaast bestaat de winst vooral uit meer werk-

plezier en -gemak en meer rust op het bedrijf’,

is de slotsom van Roland.

samenwerking en voor eenvoud, omdat dit sneller

en blijvend tot resultaten zal leiden.’

Roland vormde met rundveespecialist Harold van

Raaij van De Heus en zijn vader Jan Kooiker een

team om concreet met het verbeterpunt te hoog

vervangingspercentage aan de slag te gaan. De

eerste stap was de nulmeting. Vervolgens hebben

ze samen een doelstelling geformuleerd: waar wil-

len we staan over één à twee jaar?

RouteDe route naar de doelstellingen moet consequent

worden afgelegd. Roland zegt hierover: ‘Doelmatig

werken en discipline zijn essentieel. Doe vooral

geen dingen die niet nodig zijn, want dan schiet

je je doel voorbij en kun je het een ander ook niet

meer uitleggen. Het vergt dan alleen maar extra tijd

en kom je niet tot resultaten.’

De resultaten van het project zijn uitstekend.

Concreet daalde de afkalfleeftijd van vaarzen van

26 maanden in 2008 naar net iets minder dan

in het kort Wie? Roland en Janette Kooiker Wat? 200 melkkoeien, 9.689 kg,

4,16% vet en 3,39% eiwit Waar? Grijpskerk (Groningen) Hoeveel? 87 ha; 62 ha grasland, waarvan

7 ha rietzwenk, 14 ha snijmaïs en 12 ha tarwe

Waarom? Resultaten project Duurzaam Melkvee Groningen

Het gemiddelde van het jongvee van Kooiker (zwarte lijn) ligt precies op de streefgewichtlijn (groen) van het Kaliber Jongvee Plan

Een goede balans tussen werk en gezin is belangrijk voor de familie Kooiker

600

500

400

300

200

100

0 0 3 6 9 12 15 18 21 24 27 30

leeftijd (maanden)

gew

icht

(kg)

gemiddeld

Groei van het jongvee gewicht

streefgewicht

Page 6: Leesvoer nr.3 - 2012

6 De Heus · Leesvoer 3 | jun i 2012

WaterWater is een belangrijke voedingsstof voor uw

dieren. Daarnaast voert water warmte af via

de ademhaling. Bij hogere temperaturen is de

waterbehoefte groter. Verstrek daarom in de

zomer voldoende vers en koud water van goede

kwaliteit. Controleer regelmatig tijdens de ronde

de kwaliteit van het drinkwater op verschillende

plaatsen in de stal. Hogere temperaturen in de

stal vergroten namelijk de kans op vervuiling in

de leidingen.

VoersamenstellingBij een langdurige hitteperiode gaan vleeskuikens

minder eten. Hierdoor krijgen de vleeskuikens

onvoldoende eiwit en energie binnen en neemt

de groei af. Het is belangrijk dat u in een periode

van verminderde opname kiest voor de juiste

samenstelling. De Opti-lijn kenmerkt zich door een

hogere concentratie aan nutriënten en is hiermee

uitermate geschikt om in de behoefte te voorzien

bij een verminderde opname. Om de voeropname

te stimuleren kunt u eerder overschakelen naar

korrel. Toevoegingen in de vorm van stressmix

aan het voer bieden extra ondersteuning aan het

kuiken.

TarweHet is niet raadzaam om bij warm weer extra tarwe

te voeren. Tarwe geeft extra interne warmtebelasting

van het dier, terwijl het kuiken de warmte minder

goed kan afstaan aan de omgeving. Daarnaast

verdunt extra tarwe de nutriënten. Deze verdunning

in combinatie met verminderde opname door warm

weer leidt tot het niet goed afdekken van de behoefte.

Extra aandacht voor de tarwekwaliteit is nodig aan

het einde van de zomer. In deze periode komt tarwe

van de nieuwe oogst beschikbaar. Het overschakelen

in deze periode vraagt aandacht. Om de tarwe van de

nieuwe oogst goed in het rantsoen in te passen, moet

u weten wat de kwaliteit is. Tijdens de eerste weken

van de nieuwe oogst voegt De Heus standaard in

alle vleeskuikenvoeders (compleet en concentraten)

extra enzymen toe om de negatieve effecten van de

nieuwe-oogsttarwe tegen te gaan en de overgang

voor de vleeskuikens soepel te laten verlopen.

ManagementZorg naast aanpassing in voer en water voor een

aangepast management dat past bij hoge tempera-

turen. Onze pluimveespecialisten kunnen u advise-

ren bij de keuze van het juiste voerassortiment en

het management tijdens de zomerperiode.

Plotselinge of langdurige warmte veroorzaakt hittestress bij vleeskuikens. Met als gevolg

minder voeropname, lagere groei en slechtere resultaten. Gerichte maatregelen beperken

deze gevolgen.

Patrick van Vugt

Productmanager

Vleespluimvee

} [email protected]

z o m e r w e e r

Neem tijdig maatregelen bij hittestress

WARM WEER LASTIG VOOR VLEESKUIKENS

Tips bij hittestress

} controleer de instellingen in de klimaatcomputer

} Zorg voor een luchtstroom

tussen de dieren (lengte ventilatie)

} Vermijd op warme momenten van de

dag hoge activiteit

} Pas de bezettings-dichtheid aan

} ondersteun dieren met extra vitaminen

en mineralen

} Zorg voor voldoende vers en koel water

Page 7: Leesvoer nr.3 - 2012

De Heus · Leesvoer 3 | jun i 2012 7

De pluimveehouder heeft legpluimveespecialist

Mark Rouwenhorst gebeld omdat hij vragen heeft

over de verlichting. De hennen zijn momenteel rond

de 20 weken oud en de eerste eieren beginnen te

komen. Deze pluimveehouder wil geen enkel risico

lopen met zijn nieuwe koppel. Zijn grootste zorg

is grondeieren. Grondeieren rapen is vervelend,

arbeidsintensief werk en is daarnaast een grote

kostenpost voor het bedrijf. Grondeieren voorko-

men is dan ook van groot belang. Als de verlichting

niet in orde is kunnen er bovendien problemen ont-

staan met pikkerij, broeds worden van hennen, etc.

LichtmeterMark beschikt, net als zijn collega’s bij de legsector

van De Heus, over een lichtmeter. Gecombineerd

met een dosis ervaring en een nuchtere kijk in

de stal levert dit goede adviezen op. Eén van de

eerste dingen die hem in de stallen opvalt, is het

tijdstip dat de verlichting gaat branden. Mark

adviseert in de ochtend er extra uren bij te geven,

zodat de hennen op tijd het legnest kunnen vinden.

AnalyserenAls de pluimveehouder vraagt of hij nog meer licht

moet bijgeven, pakt Mark een stuk papier. ‘Hier kun

je niet zomaar antwoord op geven’, zegt hij, terwijl

hij enkele punten op een rij zet. ‘Eerst eens wat

gegevens analyseren en dan zullen we een schema

opstellen’. Vervolgens spreken Mark en de pluim-

veehouder over het legpercentage, de voeropname

en de gewichten van de kippen. Om het rui-stadium

van de hennen te be-

palen lopen ze nog

even terug naar de

stal. Omdat de hennen

goed ontwikkeld zijn en veruit het merendeel één

oude vleugelpen heeft, adviseert Mark er een uur

licht bij te geven in de morgen.

Lichtsterkte Met de lichtsterkte is niets mis, ziet Mark op de

lichtmeter als hij door de stal loopt en op meerdere

plekken ter hoogte van de leghennen metingen

uitvoert. Ook de verdeling van het licht is goed.

‘Schaduwplekken zijn een groot risico voor het

leggen van grondeieren’ legt Mark uit. ‘Ook is de

lichtsterkte niet te intensief, dus angst voor pikkerij

is niet nodig. Dat laat het verenkleed van de hen-

nen ook wel zien, de glans straalt ervan af!’

De pluimveehouder is tevreden met het geadviseerde

schema. ‘Ik probeer altijd kritisch te zijn in mijn

stallen en wil voorkomen dat ik dingen over het

hoofd zie. Dit geeft me een rustig gevoel. Van-

daag hebben we weer een goede stap gezet.’

Specialist Mark Rouwenhorst bepaalt de lichtintensiteit in de stal met een lichtmeter

z o m e r w e e r

legpluimveehouderij

Hennen functioneren beter met goede verlichting Het is nog vroeg in de morgen als Mark Rouwenhorst zijn auto

parkeert bij het legpluimveebedrijf. ’s Morgens laat, is de hele

dag laat’, glimlacht hij. Mark bezoekt vandaag een nieuwe stal.

Het onderwerp: verlichting.

WetgevingLegkippenbesluit Kippen moeten elkaar kunnen zien, de

omgeving kunnen verkennen en gebrui- kelijke activiteiten kunnen ontplooien.

Daglicht: egale verdeling over stal. Per 24 uur: acht uur ononderbroken duisternis. Kunstlicht: periode halflicht inbouwen.

John Achterstraat

Sectorhoofd Legpluimvee

} [email protected]

Page 8: Leesvoer nr.3 - 2012

8 De Heus · Leesvoer 3 | jun i 2012

p l u i m v e e

Management Controleer de ventilatieregeling en het nood-

stroomaggregaat.

Zorg voor een goede conditie van de zeugen:

• Voorkom te vette zeugen zodat de voerop-

name in de kraamstal niet beperkt wordt.

• Voorkom te magere zeugen, die niets bij

te zetten hebben als hoge temperaturen

zorgen voor een lage voeropname.

Begin tijdig met vliegenbestrijding.

Zorg voor rust in de stal gedurende de

heetste periode van de dag.

Verruim de voertijden: ’s morgens

vroeger en ’s avonds later.

Neem sperma en pipetten mee

de stal in, in een koelbox.

Zorg na de langste dag voor minstens

zestien uur licht en maximaal acht uur

donker. Dit voorkomt najaarsverwerpen.

Water Controleer de wateropbrengst van

de drinknippels (dracht 0,8 l/min,

kraamstal 2,0 l/min, biggen 0,6 l/min).

Verruim de tijdsduur van waterverstrekking voor

drachtige zeugen en opfokzeugen.

Geef extra water bij rondom het werpen (drie

dagen vóór en drie dagen na).

Verlaag het drogestofgehalte van brijvoer.

Voer Controleer of de wintercorrectie van het voer-

schema is afgehaald.

Voorkom voerresten in voerbakken om bederf

tegen te gaan.

Verlaag de voergift tijdens dagen met tropische

temperaturen om de varkens gretig te houden.

Laat zeugen voldoende voer opnemen door lac-

tovoer ‘hittestressmix’ door het voer te mengen of

verstrek per dag 200 g topdressing Quick Fit Mix.

Voeg aan drinkwater voor vleesvarkens

vitamine C toe.

Hygiëne Neem extra maatregelen tegen gisting van voer.

Laat silo’s leegkomen; controleer en reinig ze.

Klimaat Reinig ventilatoren en kokers, filters, openingen

voor onderafzuiging en het ventilatieplafond.

Verruim de P-band.

Verhoog de minimum temperatuur met 2° C.

Houd de luchtinlaat uit de zon (erfbeplanting).

Als zeer warm weer wordt voorspeld, laat dan

de temperatuur in de kraamstal al langzaam

oplopen om de zeugen te laten wennen.

Gevolgen bij zeugenDe voeropname in de kraamstal gaat met 2,8 kg

per dag omlaag als de temperatuur stijgt van

20 naar 29 graden C. De zeugen produceren

minder melk en daardoor daalt het speengewicht.

Bovendien verliezen de zeugen conditie. Ze worden

slechter berig en er zijn meer terugkomers.

VleesvarkensBij zeer hoge temperaturen nemen vleesvarkens minder

voer op waardoor ze langzamer groeien. Onbeperkt ge-

voerde varkens kunnen later gaan compenseren waar-

door ze meer spek aanzetten. De groei en vleespercen-

tage komen lager uit. Het tijdig nemen van maatregelen

in de zomer is zeker de moeite waard. Nadelige effec-

ten van de warmte kunnen hierdoor beperkt blijven.

Met de hoge temperaturen in aantocht is het verstandig om aandacht te

besteden aan het voorkomen van de zomerdip. onderneem op tijd actie.

Tips tegen de zomerdip

ZEUGEN EN VLEESVARKENS

'Toch een mooie zomer

toegewenst…'

Grafiek 1 Effect afdelingstemperatuur op de melkproductie

melkproductie (w. 1, 2 en 3)

7,35

10,4312,0

10,0

8,0

6,0

4,0

2,0

0

l/zeu

g

29 graden20 graden

franco van Lankvelt

Verkoopleider Varkens

} [email protected]

Page 9: Leesvoer nr.3 - 2012

9

Veel stallen hebben uitgebreide klimaatcomputers

en prima uitgedachte klimaatsystemen. De grote

vraag hierbij is: klopt wat de klimaatcomputer

aangeeft ook met de beleving van de varkens?

Om de temperatuur en de luchtvochtigheid bij de

dieren te meten, gebruikt De Heus dataloggers.

Als we bijvoorbeeld in een vleesvarkensstal met

problemen een week lang de temperatuur willen

meten, kunnen we ervoor kiezen de logger elke

tien minuten een meting te laten uitvoeren. Als na

afloop de metingen in een grafiek worden gezet,

zien we het temperatuurverloop in de stal.

De voeler van de klimaatcomputer hangt vaak boven

de hokken. Het is van groot belang dat we de data-

logger in het hok plaatsen. De datalogger moet op

dierniveau hangen. Hierdoor meet je wat de dieren

ervaren. Welke veranderingen zijn er op dierniveau

en gaat dit geleidelijk of zijn het grote, snelle schom-

melingen die negatief werken op de gezondheid?

SchommelingenDe grafiek laat zien dat er grote schommelingen in de

temperatuur zitten. Dit betekent dat er dieren in het

hok zijn, die deze schommelingen ervaren en zich ver-

plaatsen om een betere plek te zoeken. Hierdoor ont-

staat onrust of hokbevuiling. Kijk daarom ook naar het

liggedrag en mestgedrag in de hokken. Of kijk naar de

hokken die meer problemen geven dan andere.

Een blik op de historie van de klimaatcomputer geeft

ons veel informatie, maar op sommige plaatsen in de

afdelingen is het op dierniveau heel anders. Dit zien

we in het schema waar we de tijdstippen van de me-

tingen vergeleken met meetmomenten uit de klimaat-

computer (de minimum- en maximumtemperatuur van

een bepaalde dag). Zichtbaar is dat de metingen voor

in de afdeling vrij goed overeenkomen. Temperatuur

dierniveau (datalogger) en voeler (klimaatcomputer)

geven maximaal 1,1 graden verschil. Anders is het

als we de datalogger achter in de afdeling ophan-

gen. Hier zien we dat het op dierniveau op som-

mige momenten wel 5 graden kouder is dan bij de

voeler. Mogelijk is er een te hoge luchtsnelheid bij

de voergangventilatie, waardoor veel koude lucht

in het achterste hok komt. We zien ook dat er bij de

klimaatcomputer maar kleine verschillen zijn. Op

dierniveau zijn de verschillen vele malen hoger. Bij

grote afwijkingen kan met een plan van aanpak het

klimaat op dierniveau worden verbeterd. Dit leidt tot

gezondere varkens en een lager medicijngebruik.

z o m e r w e e r

Klimaatproblemen opsporen met de datalogger

Klimaatcomputers in varkensstallen geven varkenshouders veel informatie

over het klimaat. De vraag is of deze informatie overeenkomt met wat de varkens en biggen in

de hokken ervaren. Met de datalogger krijgt u inzicht in de omgevingstemperatuur van uw dieren.

ConclusieMet de datalogger kunnen we extra informatie over de temperatuur en luchtvochtigheid op dierniveau krijgen. Op bedrijven met problemen kan de datalogger een handig hulpmiddel zijn.

Dick Pannekoek

Specialist Varkens

} [email protected]

De datalogger laat zien hoe de temperatuur in een hok schommelt

Vergelijking datalogger en klimaatkast op ver-schillende tijdstippen

30

29

28

27

26

25

24

23 0:00 6:00 12:00 18:00 24:00

tem

pera

tuur

in °

C

Temperatuur in hok met vlees-varkens gedurende een etmaal

Datalogger Klimaatkast Verschil

6-25-2011 17:32:10 26,4 26,7 0,3 6-26-2011 11:12:10 26,8 27 0,2 7-1-2011 17:12:10 26,8 26 -0,8

7-3-2011 8:02:10 20,7 25,9 5,2 7-5-2011 5:12:10 21 25,7 4,7 7-5-2011 18:22:10 27,8 27,2 -0,6

achter in de afdeling voor in de afdeling

Page 10: Leesvoer nr.3 - 2012

10 De Heus · Leesvoer 3 | jun i 2012

a l g e m e e n

Het is één van de nieuwe woorden van de laatste

jaren; social media. Maar wat wordt er nu eigenlijk

verstaan onder social media? Social media is een

verzamelnaam voor alle internet-toepassingen waar-

mee het mogelijk is om informatie met elkaar te delen

op een gebruiksvriendelijke en vaak leuke wijze. Dit

kan informatie in de vorm van tekst zijn, maar ook ge-

luid of beeld. Bekende voorbeelden van social media

websites zijn Facebook, YouTube, LinkedIn en Twitter.

ProfessioneelSocial media wordt voor allerlei dingen gebruikt.

Zin en onzin worden gedeeld en er is ook sprake

van professioneel gebruik. Er is verschil tussen het

delen van persoonlijke informatie of meer zakelijk

getinte informatie. Wat dat laatste betreft heeft De

Heus de eerste schreden gezet. Zowel via Twitter,

Facebook, als LinkedIn streven wij ernaar wekelijks

inhoudelijk interessante berichten te plaatsen.

Meer volgersHet aantal mensen dat ons via deze media volgt

neemt steeds meer toe. Ook de interactie door de

berichten is positief. En dat maakt het juist zo leuk!

Er komen onverwachte reacties op informatieve

berichten. Daarnaast zien we ook veel berichten

die spontaan over De Heus worden geplaatst; het

is een interessant medium!

U ziet de weergave van een aantal berichten en re-

acties. Wilt u ons ook volgen? Kijk dan op Twitter bij

@de_heus_voeders, Facebook bij De Heus Animal

Nutrition en op LinkedIn bij De Heus Voeders BV.

Steeds vaker staan mensen in contact met elkaar via internet. Dit gebeurt

via de pc of smart phones. nieuwe vormen van communicatie zijn op gang

gekomen en De Heus doet mee.

De Heus en social media

Augustine van Ree

Medewerker Marketing

} [email protected]

Page 11: Leesvoer nr.3 - 2012

Wij kunnen het niet alleenVeehouders zitten vandaag de dag niet altijd in een gemakkelijke positie. Van alle kanten krijgt u standjes, verwijten of zelfs beschuldigen. U schaadt de natuur, verziekt de leefomgeving of misbruikt de dieren. Plofkippen, kiloknallers en resistente bacteriën vliegen u om de oren. Als u wordt gevraagd, wat doet u eraan? Dan is er maar één antwoord mogelijk: wijkunnenhetnietalleen.Het moet anders, wordt er geschreven en gezegd. Mooie verhalen over vroeger, over afzetkansen en maatschappelijk verantwoord ondernemen. Een bankdirecteur roept over vernieuwing maar heeft niets in handen om ook maar iets te veranderen. Ookeenbankkanhetnietalleen.Ik heb het al eens eerder aan de orde gesteld, wil er in de veehouderij iets wezenlijks veranderen, dan zal er een regisseur moeten zijn die de lijnen uitzet. Dan denk ik niet aan een bank, niet aan een overheid, maar aan sectoren die aan het eind van de ketens zitten, de verwerkende industrie en vooral de retail. Zij kunnen de lijnen uitzetten en de spelregels invoeren en bewaken. Aan de hand daarvan kunnen veehouders hun bedrijfsvoering vernieuwen. Natuurlijk zijn er nu al veehouders die op kleine schaal maatschappelijk gewenste producten ontwikkelen. Een goede zaak. Dan gaat het echter om kleine nichemarkten en niet om de grote stroom waarvoor het gros van de veehouders produceert.Voor de reguliere producenten geldt dat het kan, een beter milieu, een hoger welzijnsniveau en meer voedselveiligheid. Daarvoor is het nodig dat we samenwerken in de keten, met de eindschakels als regisseurs. Terwijl er veel geroep is om vernieuwing in de veehouderij moeten wij zeggen: dat gaat niet, wij kunnen het niet alleen. Maaralszijmeedoenwel.

Ad Loos, Algemeen directeur De Heus} [email protected] 2

3 4

Ontmoet De Heus

De Heus · Leesvoer 3 | jun i 2012 11

Kuikens puzzelen

Succes!

Welk plaatje komt overeen met de foto in het midden? Weet jij het?

Mail je oplossing vóór 28 augustus naar [email protected]

en maak kans op het De Heus Promopakket. Vergeet niet om

in je mail even je naam en adres te vermelden.

Prijswinnaars Leesvoer nr. 2

Er zijn weer veel goede antwoorden binnen gekomen op de prijsvraagin Leesvoer nr. 2. Het goede antwoord was een haan. De winnaars van het De Heus Promopakket zijn:

• Marinda Bunt Herveld

• Marylin Dirven Langeweg

• Rianne Mosselaar Leek

Page 12: Leesvoer nr.3 - 2012

12 De Heus · Leesvoer 3 | jun i 2012

Eiwit, energie, vitaminen en

mineralen vult u aan met krachtvoer

r u n d v e e

p veel bedrijven is de zomerperiode

bij uitstek geschikt om de voerkosten

te beperken. Vers gras is immers een

prima en goedkoop voedermiddel. Hiermee kunt

u met een beperkte brokgift toch een uitstekende

productie realiseren.

De uitdaging is om de variatie in de kwaliteit van het

weidegras op de juiste manier te benutten, zodat u

het hoogste rendement haalt. Via het project ‘Kijk op

Gras’ (www.kijkopgras.nl) krijgt u inzicht in de wis-

selende kwaliteit van vers gras, en vindt u tips hoe

u daarmee in het rantsoen rekening kunt houden.

Teruglopende graskwaliteitHet komt maar al te vaak voor dat gedurende

de zomermaanden te weinig rekening wordt

gehouden met de teruglopende kwaliteit van

het gras. De kwaliteit en de smakelijkheid

verslechteren al vanaf half juni. De grassen

verouderen in deze periode sneller, wat te zien

is aan de grotere celwandenfractie. Hierdoor

neemt de verteerbaarheid af. Dit komt tot uiting

in een lagere VEM. De slechtere kwaliteit kan

zo in een tien procent lagere VEM-opname

resulteren. Dat is dus al gauw drie tot vier kilo-

gram melk per koe. Daarnaast kan door regenval,

droogte en de slechtere smakelijkheid de opname

teruglopen.

In het najaar starten koeien vaak slechter op dan verwacht. De oorzaak is terug te

voeren op het rantsoen in de zomer. Wat is er aan de hand?

Gezonde dieren in de herfst door een uitgebalanceerd zomerrantsoen

Jacob Goelema

Productmanager Rundvee

} [email protected] o

onderzoek naar mineralen Van de graskuilen wordt 60 procent onder-zocht op mineralen en slechts 35 procent op sporenelementen. Van snijmaïs wordt maar 10 procent onderzocht! Zonder onderzoek weet u niet of uw vee voldoende binnenkrijgt. Laat daarom de gehalten aan mineralen en sporenelementen in uw ruwvoer bepalen, zodat u met de juiste bijvoeding uw vee gezond houdt. Neem contact op met uw monsternemer en rundveespecialist.

Page 13: Leesvoer nr.3 - 2012

De Heus · Leesvoer 3 | jun i 2012 13

Smakelijk ruwvoerZorg er daarom voor dat u voldoende smakelijk

ruwvoer of krachtvoer op stal kunt aanbieden als

de graskwaliteit daalt. Vooral wanneer koeien vol-

ledig geweid worden, is de opname aan gras on-

voldoende om een optimale productie te realiseren.

Met een juiste aanvulling met eiwit (meer geleidelijk

fermenteerbaar eiwit) en energie (pensenergie en

bestendig zetmeel) kunnen de koeien hun produc-

tie én hun conditie op peil houden. Begin daarom

op het juiste moment met bijvoeren: juli!

MineralenvoorzieningEen andere valkuil in zomerrantsoenen is terug

te voeren op onvoldoende mineralen en sporen-

elementen. Dit uit zich in verminderd welzijn, een

slechtere gezondheid, sterfte, productieverlies

en een lagere voerefficiëntie. De GD in Deventer

schat dat we circa 50 procent van de gezond-

heidsklachten bij rundvee kunnen toeschrijven aan

een gebrekkige mineralenvoorziening. Ook zijn er

bedrijven bekend waar zwakke en doodgeboren

kalveren van vaarzen terug te voeren waren op een

tekort aan met name sporenelementen.

Droge koeien en vaarzenHet is bekend dat een goede voorziening van mine-

ralen enorm belangrijk is voor een vlot afkalfproces.

Hoge gehalten aan eiwit en kalium in het nazomer-

gras beïnvloeden de benutting van magnesium ne-

gatief. Dit is een extra reden om na te gaan of het

magnesiumaanbod nog voldoende is. Een goede

rantsoenberekening maakt dat direct inzichtelijk.

Uit onderzoek van De Heus op vierhonderd melk-

veebedrijven bleek dat ruim 75 procent van de

veehouders de droogstaande koeien geen minera-

lenmengsel verstrekt. Als u wel mineralen, sporen-

elementen en vitaminen verstrekt in een hoeveel-

heid die is afgestemd op de behoefte, voorkomt u

problemen rondom het afkalven en opstarten.

Koeien krijgen minder voedingsstoffen binnen bij slechtere kwaliteit gras

herstel kost tijdWanneer de voorziening van mineralen en sporenelementen onvoldoende is, ontstaan tekorten. Zodra de tekorten aan het licht komen, is er meestal al geruime tijd gezond-heidsschade en productieverlies geweest. Het herstel kost tijd. Zo duurt het bijvoor-beeld ongeveer drie maanden, nadat een dier zijn rode bloedcellen weer op peil heeft na een tekort aan selenium. Verbetering van de klauwgezondheid door het verstrekken van biotine is eerder een kwestie van maanden dan van weken. De klauw groeit immers onge-veer één tot anderhalve centimeter per maand. We zijn zes maanden verder voordat de koe op een nieuwe zool loopt. Al die tijd blijft ze last houden van kreupelheid. ‘Investeer daarom via het voer in de gezondheid, in plaats van via de dierenarts’, luidt het devies van Leo Verhoef, melkveehouder te Lopik. Met de inzet van het Bestermine Complex loste hij jarenlange klauwproblemen bij zijn veestapel op.

>> 'Vul het zomerrantsoen goed aan en

pluk in de herfst de vruchten'

Gezonde dieren in de herfst door een uitgebalanceerd zomerrantsoen

'Het hoogste rendement behalen met wisselende graskwaliteit'

mei juli sept

gras

kwal

iteit

hoog

laag

Page 14: Leesvoer nr.3 - 2012

14 De Heus · Leesvoer 3 | jun i 2012

r u n d v e e

In de praktijk wordt de drogestofopname bij droogstaande koeien nogal eens onderschat.

Verkoopleider nico Woudenberg vertelt hoe u met het TopLac DroogstandsPlan problemen voor-

komt en op een zeer praktische manier zorgt voor een goede start van de volgende lactatie.

e droogstand is een belangrijke periode

voor de melkkoeien. Ze bereiden zich voor

op een nieuwe lactatie. Door een slechte

droogstand begint een koe niet goed – bijvoorbeeld

te vet – aan de nieuwe lactatie. Dit kan resulteren in

gezondheidsproblemen zoals melkziekte.

Zes of acht weken droogstand?De droogstand bestaat normaliter uit zes weken

herstelfase van de vorige lactatie en twee weken

voorbereiding op de nieuwe lactatieperiode. Tijdens

de herstelfase komt het uier tot rust en worden

ziekteverwekkers gedood. Sommige bedrijven zetten

de dieren twee weken korter droog. Een herstelfase

van vier weken heeft in mijn ogen plus- en minpun-

ten. De jaarproductie komt weliswaar hoger te liggen,

maar de herstelperiode van vier weken is – vooral

op hoogproductieve bedrijven – écht te kort. Als

uiergezondheid een aandachtspunt is op uw bedrijf,

adviseren wij u dan ook voldoende hersteltijd aan te

houden, om het de uier goed tot rust te laten komen.

Bij de eerste weken van de droogstand zijn voldoen-

de structuur en smaak van groot belang. Ze zorgen

ervoor dat de penswerking op peil blijft. Het is

dan ook belangrijk dat de koe voldoende

droge stof opneemt. Het dier mag

echter niet vervetten. 8000 VEM

per koe per dag is in deze

fase voldoende. Een

geschikt

ruwvoer wat ik veehouders regelmatig adviseer, is

gras van weinig bemest grasland, zoals natuurland:

11 tot 12 kg drogestofopname per dag is noodza-

kelijk. De koeien nemen dit makkelijker op als ze

beschikken over voldoende bewegingsruimte en vers

drinkwater. Behoud van drogestofopname voor het

afkalven geeft ook snel een hogere drogestofopname

na afkalven (zie figuur). Dit voorkomt een te grote

Negatieve Energie Balans.

Melkziekte voorkomenWanneer u problemen heeft met melkziekte, vraagt de

verhouding tussen kationen (kalium en natrium) en an-

ionen (chloor en zwavel) in de laatste twee weken van

de droogstand aandacht. Deze verhouding moet dan

met 200 milli-equivalent (meq) omlaag, bijvoorbeeld

van 400 meq in de eerste zes weken naar 200

meq in de laatste twee weken. Het

berekenen van een droog-

standsrantsoen is

in dat geval

vereist.

D

Optimaal rantsoen voor droogstaande koeienToplaC droogSTandSplan: SuperpraKTiSCh

nico Woudenberg

Verkoopleider Rundvee

} [email protected]

Met het TopLac DroogstandsPlan voert

u gericht waardoor de gezondheid bij het

afkalven beter is

'Vers voer en drinkwater

met voldoende bewegingsruimte zijn noodzakelijk'

Page 15: Leesvoer nr.3 - 2012

De Heus · Leesvoer 3 | jun i 2012 15

zwavel bevat, is het dankzij een zorgvuldig geko-

zen samenstelling toch smakelijk. Met 2 tot 2,5 kg

RVM TopLac Droogstand brengt u de balans op het

gewenste niveau.

PraktischBijna alle voerfabrikanten kennen droogstandspro-

gramma’s. Het TopLac DroogstandsPlan van De Heus

onderscheidt zich door zijn praktische uitvoerbaar-

heid. Ook maakt dit plan het belang van voldoende

drogestofopname heel duidelijk. Bovendien is het

TopLac DroogstandsPlan het enige plan met duidelijke

rantsoennormen per fase. Zo kunt u bijvoorbeeld de

droogstaande koeien in de herstelfase prima hetzelfde

basisrantsoen voeren als het oudere jongvee. Wij

vinden het wel belangrijk dat de droogstaande koeien

aparte droogstandsmineralen of -brok/meel krijgen.

Deze kunt u eenvoudig aan het voerhek verstrekken.

Het TopLac DroogstandsPlan speelt in op alles wat

belangrijk is om de koe gezond en fit te laten begin-

nen aan de nieuwe lactatie. Het is prettig dat u dit

plan heel eenvoudig kunt toepassen,

zodat u met eenvoudige middelen

veel arbeidsplezier ontwikkelt

en een goed resultaat boekt.

Voor een goed droogstands-

advies verwijs ik u graag

naar uw rundveespecialist

of handelaar van De Heus.

Hoeveelheid biestEen goed droogstandsmanagement leest u af aan de

biestproductie. Ik zie in de praktijk dat een koe met

een goede droogstand de eerste melkbeurt vijf tot

zes liter biest geeft. Bij een te lage kation-anionbalans

geeft de koe te weinig biest en begint ze verzwakt

aan de lactatie. Bij een te hoge biestproductie is de

kation-anionbalans daarentegen te hoog. De biest-

kwaliteit voor het kalf is slechter (lagere concentratie

afweerstoffen of immuunglobulinen) en er is een gro-

tere kans op gezondheidsproblemen zoals melkziekte.

Wanneer u de kation-anionbalans wilt verlagen, kunt

u tegen het probleem aanlopen dat de anionische

zouten niet smakelijk zijn. Dit kan de opname van het

rantsoen onder druk zetten, wat we te allen tijde wil-

len voorkomen. Om dit probleem op te lossen heeft

De Heus naast TopLac Droogstandsbrok een meel

ontwikkeld, met de

naam RVM TopLac

Droogstand. Hoe-

wel dit product dus

chloor en

Optimaal rantsoen voor droogstaande koeien

CalciumhuishoudingVerlaging van de verhouding tussen kationen en anionen is nodig om de calciumhuishouding van de koe voor te bereiden op de productie. De koe moet leren efficiënt om te gaan met dit mineraal. Als ze te veel natrium, kalium en calcium in het droogstandrantsoen krijgt, wordt de koe inefficiënt. Bij de start van de lactatie ontstaat dan een calciumtekort. Door in de laatste twee weken van de droogstand plots de kation-anionbalans te veranderen, ontstaat een schrikeffect. Hierdoor maakt de koe calcium beschikbaar uit de voorraad in de botten (calciummobilisatie). Het dier is door deze mobilisatie beter in staat om in de behoefte van calcium rondom het afkalven te voorzien. Bijkomend voordeel is dat zucht hiermee ook wegtrekt.

Wanneer tijdens de droogstand de drogestofopname op peil is en blijft, werkt dit positief door in de eerste weken van de lactatie

20,0

15,0

10,0

5,0 -15 -10 -5 0 5 10 15 20 25

dagen voor of na afkalven

drog

esto

fopn

ame

kg p

er k

oe/d

ag

niet optimaal

optimaal TopLac Droogstands-

Plan rantsoen

Drogestofopname

lactatiedroogstand

Kationen Anionen

Kalium Natrium

ZwavelChloor

- 200 meq

Page 16: Leesvoer nr.3 - 2012

16 De Heus · Leesvoer 3 | jun i 2012

Wim Janssen

Adviseur Bouw

} [email protected]

Wilt u als ondernemer de regie voeren over de

bouw van een nieuwe stal? Bezint voor u begint.

Doordat de aandacht voor het bedrijf verslapt,

komen bedrijfsresultaten onder druk te staan.

Daarnaast is het de vraag of u de kosten in de

hand kunt houden. Budgetbewaking wordt door

de bank steeds vaker als eis gesteld. Om geen

zorgen over de bouw te hebben, schakelen

steeds meer ondernemers een bouwbegeleider

in. Deze brengt kennis en kunde in en zorgt voor

een gestructureerde en succesvolle voorbereiding

en uitvoering.

Voorbereiding: ontwerp toetsenEen ervaren bouwbegeleider zal het ontwerp op

verschillende punten toetsen:

aan de vigerende omgevingsvergunning met de

daarin opgenomen voorwaarden

aan de toe te passen houderij- en ventilatiesys-

temen in combinatie met het hygiëneplan

aan bouwkundige en constructieve aspecten,

zoals toe te passen bouwmaterialen, daglicht-

toegangen, brandveiligheid en voorzieningen

aan energievoorziening en maatlat duurzame

veehouderij, zoals het toepassen van biogas,

zonnepanelen of houtkachel en ledverlichting

AanbestedingstrajectSamen met de financiële adviseur wordt een bouw-

en inrichtingsbudget samengesteld. Met de afspra-

ken – vastgelegd in de voorbereidingsfase – worden

de uitvoeringstekeningen gemaakt. Hierin worden

alle benodigde details van fundering, puttenplan

met wapeningdetails, luchtinlaat, luchtuitlaat en/of

luchtwasser uitgewerkt en in overeenstemming ge-

bracht met een sluitend bestek. In het bestek wordt

de bouw in drie fases beschreven: de onderbouw,

de bovenbouw en de binnenbouw. In de algemene

beschrijving worden de leveranciersgaranties, voor-

waarden en de boeteclausule vastgelegd. Nadat de

aannemer met de beste aanbieding is geselecteerd,

volgen de aanbiedingen voor de technische installa-

tie, de ventilatie, de luchtwasser en de stalinrichting.

Uitvoering: controleEen deskundige bouwbegeleider organiseert bouw-

vergaderingen vóór de aanvang van de bouwacti-

viteiten en tijdens de uitvoering van onderbouw en

bovenbouw. Tijdens deze vergaderingen worden de

stelposten en de meer- en minderwerken vastgelegd.

Tijdens de uitvoering wordt gecontroleerd op wape-

ning, het leggen van de roostervloeren, de staalcon-

structie, het dak en de binnenbouw. Essentieel bij de

bouwbegeleiding is de budget- en de kwaliteitsbe-

waking. Een ervaren bouwbegeleider zal ten aanzien

van kosten en kwaliteit voortdurend de vinger aan de

pols houden en tijdig actie ondernemen.

De bouw van een nieuwe stal tot een suc-

ces maken? Dat lukt met een gestructu-

reerd voorbereidingstraject en vakkundige

begeleiding tijdens de uitvoering. Succesvol

bouwen is steeds vaker specialistenwerk.

Succesvol bouwen is specialistenwerk

Een bouwbegeleider zorgt er voor dat de bouw volgens plan

wordt uitgevoerd

Er wordt nauwkeurig naar de uitvoering van constructies gekeken

A D V I E S M I L I E U B O U W

Adviesbureau voor de veehouderij

Meer informatie opwww.agra-matic.nl

Page 17: Leesvoer nr.3 - 2012

De Heus · Leesvoer 3 | jun i 2012 17

r u n d v e e

nRM, het mooiste evenement voor de melkveehouderij!

TopLac spaaractie 2012

Op vrijdag 29 juni en zaterdag 30 juni 2012 staat de dertiende Nationale Rundvee Manifestatie op de agenda. Dit mooie koeienfeest wordt sinds 1988 om de twee jaar georganiseerd. Dit jaar is de manifestatie voor het eerst in de IJsselhallen in Zwolle. Op deze prachtige locatie komt de top van de Nederlandse melkkoeien bij elkaar. De NRM 2012 biedt u een unieke mogelijkheid om met eigen ogen de kwaliteit van de Nederlandse koeien te bekijken. De resultaten van de zwartbont- en roodbontfokkerij worden getoond en beoordeeld in de keuringsring.Naast de keuring is er een mooie vakbeurs met de blik op melkvee. Ook De Heus Voeders is aanwezig met haar stand. Binnen het beursconcept staat ontmoeting centraal. Onze rundveespecialisten gaan graag met u in gesprek. Ze voorzien u onder meer van informatie en advies over onze prachtige producten. Uiteraard hebben we een mooie verrassing voor u in petto. We kijken uit naar uw komst naar de NRM, we heten u van harte welkom!

Met het TopLac DroogstandsPlan bereidt u melkkoeien uitstekend voor op de nieuwe lactatie. De bijbehorende spaaractie bezorgt u bovendien een fijne bodywarmer.

Het TopLac DroogstandsPlan is een uniek concept, omdat het zo praktisch is. U kunt het toepassen op ieder bedrijf en in elke situatie. TopLac heeft per fase duidelijke normen. Het resultaat is aan de hand van de eerste biestproductie goed meetbaar.

Probleemloos afkalvenU kunt probleemloos afkalven en een topstart van de lactatie bereiken: Werk met twee groepen droge koeien Laat kuilen op mineralen onderzoeken Bereken het droogstandsrantsoen per fase Verstrek vers en smakelijk ruwvoer en drinkwater Meet de drogestofopname Zorg voor mineralenvoorziening naar behoefte Stuur bij met krachtvoer (meet de eerste biestproductie)

Neem bovendien deel aan een leuke spaaractie! Bepaal met onze specialisten uw TopLac Droogstandsdoel voor dit jaar. Bereikt u dit doel? Dan ontvangt u een mooie De Heus-bodywarmer.

Theo van der Weiden

Standmanager

} [email protected]

TopLac DroogstandsPlan

Samen voor resultaatDe Heus Voeders B.V. Postbus 396 6710 BJ Ede Tel. 0318 - 675 430 KvK 14626985 [email protected] www.de-heus.nl

05/2

012

Inschrijfformulier TopLac Spaaractie

Aantal af te kalven koeien t/m 31 dec. 2012 1 groep Aantal

wekenGift BE Vitaal / koe Totaal afname BE Vitaal 6 8

Gift Droogstand Mg / koe Totaal afname Droogstand Mg 6 8Aantal af te kalven

koeien t/m 31 dec. 2012 2 groepen Aantal wekenGift BE Vitaal / koe Totaal afname BE Vitaal 4 6

Gift Droogstand Mg / koe Totaal afname Droogstand Mg 4 6

Gift TopLacDr. brok / koe

Totaal afnameTopLac Dr. brok

2Dr. meel / koe TopLac Dr. meel

Gift Droogstand EB / koe Totaal afname Droogstand EB 2

Naam:

Adres:

Postcode: Plaats:

Telefoonnummer: E-mailadres:Klantnr. De Heus: Naam specialist/handelaar:

Aantal koeien Aantal af te kalven koeien (t/m 31 dec. 2012)

Droogstand:

1 groep

2 groepen

Bepaal samen met de specialist uw TopLac Droogstandsdoel voor dit jaar. Bereikt u dit doel? Dan ontvangt u een mooie De Heus bodywarmer!

Bent u geïnteresseerd in deze actie? Neem contact op met de specialist van De Heus of met de verkoop binnendienst, 0318 – 675 430.

Page 18: Leesvoer nr.3 - 2012

18 De Heus · Leesvoer 3 | jun i 2012

v a r k e n s

op een zeker bedrijf vielen veel biggen uit na het spenen. We stelden een onderzoek in om

vast te stellen of de biestopname een rol speelt. Dat bleek toch niet het geval te zijn.

e betreffende varkenshouder houdt circa

700 zeugen. Het uitvalspercentage na

spenen op jaarbasis is (met zo’n 4 tot

5 procent) te hoog. De speenleeftijd bedraagt

gemiddeld 25 dagen. Bij het spenen worden de

biggen geplaatst in groepshokken voor veertig tot

vijftig dieren. De biggen uit één toom blijven niet bij

elkaar, maar worden op gewicht gesorteerd.

Uit een eerder uitgevoerde biestscan bleek dat de

biestvoorziening op het bedrijf zeer goed is. Bij de

melkscan hebben we de melkproductie in de eer-

ste levensweek gemeten. Daaruit bleek dat ook de

melkgift van de zeugen hoog is. Er worden op het

bedrijf doorgaans zware biggen gespeend.

De uitval na het spenen treedt pieksgewijs op.

Perioden met veel en met weinig uitval wisselen

elkaar af. De uitval bestaat uit biggen van vijf tot

zeven weken oud, die plots doodliggen. Bij sectie

ziet men voornamelijk het beeld van hersenvlies-

ontsteking door Streptococcus suis en enkele

malen het beeld van oedeemziekte (door E. coli).

Het onderzoekOndanks dat de biestvoorziening van de biggen

erg goed is, rijst de vraag of de uitgevallen biggen

misschien toch te weinig biest hebben gehad.

Om dit uit te zoeken, namen we in april 2011

van 256 biggen bloed af. Het ging om biggen van

21 zeugen. De biggen waren bij de bloedafname

tussen twee en zeven dagen oud. We noteerden

welke big bij welke zeug hoorde en we vroren de

monsters in.

Een tijd later lieten we van de biggen die na het

spenen uitgevallen waren, de ingevroren bloed-

monsters onderzoeken, evenals een stel controle-

monsters. Het uitvalspercentage was in die periode

7 procent. We lieten geen sectie uitvoeren op de

uitgevallen biggen.

In een laboratorium werd het gehalte aan antistof-

fen gemeten. De hoeveelheid antistoffen is een

maat voor de hoeveelheid biest die de biggen

dronken. De antistoffenwaarde rekenden we terug

naar de waarde op dag vier. Hiermee konden we

D

Te weinig biest?onderzoeK op praKTijKbedrijF naar uiTval van biggen na heT Spenen

Om een goede biestopname te realiseren bij alle biggen uit een koppel worden biggen die goed gedronken hebben tijdelijk afgescheiden. Hierdoor krijgen ook de andere biggen gelegenheid biest op te nemen

Tabel 1

Biestopname is belangrijk

In Leesvoer 4, jaargang 2011, stelden

we de biestscan voor als methode om de biestopname te be-

palen. Deze methode gebruiken we af en

toe bij onderzoek van problemen

>> Biest is van levensbelang

Aantal onderzochte dieren Aantal / %

Biggen getapt 256 Tomen 21 Uitgevallen biggen na spenen 18 Uitgevallen biggen met bekend antistoffenniveau 15 Controlebiggen met bekend antistoffenniveau 14 Uitval bij 256 biggen 7,0%

Page 19: Leesvoer nr.3 - 2012

De Heus · Leesvoer 3 | jun i 2012 19

de resultaten van de biggen, die op verschillende

leeftijden werden bemonsterd, toch met elkaar

vergelijken. De gegevens over de biggen staan in

tabel 1.

De resultatenIn de praktijk leeft het idee dat een slechte biestop-

name nog doorwerkt tot na het spenen. Klopt dit?

In ons onderzoek was het gemiddelde antistoffen-

gehalte in het bloed van alle biggen op dag vier na

de geboorte 29,3 g/l. Dit is vrij hoog. Het antistof-

fengehalte van veertien andere bedrijven bedroeg

21,9 g/l en is dus duidelijk lager.

Op dit bedrijf bestaat de uitval na spenen uit veel

plotseling dode biggen. Dit kunnen we niet verkla-

ren door te een lage biestopname na de geboorte.

De uitgevallen biggen hebben zeker geen lagere

afweerstoffengehaltes (zie figuur 1).

Gezien de ziekteverschijnselen is het aannemelijk

dat de oorzaak hersenvliesontsteking is. Opval-

lend is dat acht van de achttien uitgevallen biggen

afkomstig zijn van twee tweedeworpszeugen. De

uitgevallen biggen van deze zeugen hadden echter

geen lager antistoffengehalte in het bloed dan de

controlebiggen. Mogelijk dat deze zeugen drager

zijn van een ziekteverwekkende Streptococcus

suis-stam. Of het zijn zeugen waar veel biggen

bijgelegd zijn.

Biestopname is belangrijk om diverse problemen,

zoals diarree en hoest, voor en na het spenen

te voorkomen. Op dit bedrijf hadden de (plots)

uitgevallen biggen na spenen echter genoeg biest

opgenomen. Daarom zijn we verder gaan zoeken

naar de voeropname voor en na het spenen. Deze

bleek zeer hoog te zijn. Met speciaalvoeding lijken

we de uitval thans behoorlijk te kunnen beheersen.

Bij de samenstelling van dergelijke biggenvoeders

is namelijk rekening gehouden met de nieuwste

inzichten. Toch blijft het een feit dat uitval door

hersenvliesontsteking niet alleen vanuit voermaat-

regelen opgelost kan worden.

infecties voorkomenVaccinatie van zeugen aan het einde van de dracht, in samenhang met een goede biestopname, kan diverse infecties tot wel enkele weken na het spenen voorkomen.

Na het spenen biedt biest weliswaar nog bescherming tegen vele, maar niet tegen alle infecties

Figuur 1 De biestopname van de uitgevallen biggen was niet lager dan die van de andere biggen

Godfried Groenland

Dierenarts sector Varkens

} [email protected]

30,0

28,0

26,0

24,0

22,0

uitgevallen biggen controlebiggen uit controlebiggen uit koppels zonder uitval koppels met uitval

niveau van antistoffen (biestopname)

IgG

dag

4 ge

corr

igee

rd (b

iest

opna

me)

Page 20: Leesvoer nr.3 - 2012

20 De Heus · Leesvoer 3 | jun i 2012

v a r k e n s

et ingang van 2013 moeten drachtige

zeugen in groepen worden gehuisvest,

zo heeft de EU afgekondigd. Er zijn

landen die dit al grotendeels voor elkaar hebben.

Andere landen zijn in meerdere of mindere mate

op weg. De maatregel kan tot gevolg hebben

dat zeugenhouders ermee ophouden. Een belang-

rijke vraag is: in hoeverre houden de landen zich

aan de wettelijke verplichting? Hoe strakker

de naleving per land, hoe groter de daling van

de productie. Het aanbod van biggen neemt

dan sterk af en de prijzen zullen daardoor naar

verwachting stijgen.

Gevolgen groepshuisvestingVolgens cijfers van Eurostat is de zeugenstapel in

2011 met 3 procent gedaald. In 2013 kan de big-

genproductie nog verder omlaaggaan. Bepalend

voor de (daling van de) productie is in hoeverre

de individuele landen de EU-wetgeving inzake de

verplichte groepshuisvesting van drachtige zeugen

zullen handhaven.

De Britse sectororganisatie BPEX heeft onderzocht

wat de gevolgen zijn van die verplichte groepshuis-

vesting op de Europese markt. Ze inventariseerde

de stand van zaken in de verschillende landen en

heeft hierover een uitvoerig rapport geschreven.

De inventarisatie van BPEX levert het volgende op:

1 In drie lidstaten hebben alle bedrijven groeps-

huisvesting voor drachtige zeugen. Dit zijn

Luxemburg, Zweden en Groot-Brittannië.

2 Zeven lidstaten geven aan dat eind dit jaar

90 procent van de bedrijven groepshuisves-

ting heeft.

3 Vijf lidstaten zeggen dat op 70 tot 90 procent

van de bedrijven groepshuisvesting is

gerealiseerd.

4 Drie lidstaten kunnen geen betrouwbare

indicatie afgeven. Percentages die genoemd

worden, liggen tussen de 30 tot 60 procent.

Scenario’sBPEX heeft vervolgens een aantal scenario’s

uitgewerkt.

Scenario 1 ligt het meest voor de hand en ziet er

als volgt uit:

De varkensvleesproductie in de totale EU valt

met 5 procent terug.

De biggenprijs stijgt significant.

Er ontstaat een prijsverschil tussen biggen

die wel en die niet afkomstig zijn van groeps-

huisvesting. Dit gebeurt als de verwerkende

industrie en retailers groepshuisvesting in

hun leveringsvoorwaarden opnemen. Zo

is het ook gegaan met de scharrel- en

kooi-eieren.

Er is een overcapaciteit in de vleesverwerkende

sector. De onderlinge concurrentie in een krap-

pere markt zal leiden tot een verdere rationali-

satie van de vleesverwerkers.

In 2013 verplicht de EU het huisvesten van drachtige zeugen in groepen. Dit is een kans

voor de sector. De prijzen van eieren stegen immers na een verbod op batterijeieren.

Zal met de biggenprijs hetzelfde gebeuren?

Hogere biggenprijs door verplichte groepshuisvesting?

Henk van Kuyk

Sectorhoofd Varkens

} [email protected]

M

Het BPEX-rapport

Market Impact of EU Regulations on Group Housing of

Sows kunt u vinden op de website van De Heus:

www.de-heus.nl

'De zeugenstapel is in 2011 met

drie procent gedaald en zal

verder dalen door de verplichte groepshuis-

vesting'

Page 21: Leesvoer nr.3 - 2012

De Heus · Leesvoer 3 | jun i 2012 21

Scenario 2 gaat uit van het rigoureus naleven van

de wetgeving vanaf 2013:

De productie van varkensvlees daalt met meer

dan 10 procent.

Er ontstaat een tekort aan varkensvlees.

Het kunnen leveren wordt belangrijker dan de

prijs.

Op langere termijn zijn er grote structuurveran-

deringen in de Europese varkenshouderij.

PrijsstijgingDe verplichte groepshuisvesting kan dus leiden

tot een productiedaling. Welk mogelijk effect een

huisvestingsmaatregel heeft op de prijs, kunnen

we zien bij de prijsontwikkeling van eieren na het

verbod op legbatterijen in 2012 (zie de grafiek in

figuur 1).

De BPEX verwacht dat de productie na twee

tot drie jaar terug is op het niveau van 2011 door

continue productiviteitsverbetering en nieuwbouw.

Ze voorziet dat in de periode 2013 tot 2014 de

marktprijzen goed zullen zijn. Het uitgangspunt

daarbij is dat de varkenscyclus altijd al zijn werk

heeft gedaan. De prijzen stijgen bij afname van

de productie en zullen dalen als de productie

toeneemt. Natuurlijk vermeldt BPEX erbij dat er

meer factoren zijn die invloed hebben op de

varkensprijzen. Niettemin leidt de invoering

van de verplichte groepshuisvesting tot goede

vooruitzichten voor de varkenshouders, die de

afgelopen jaren al te maken hebben gehad met

te lage rendementen.

Situatie in nederlandHet LEI heeft de huisvesting van zeugen in Nederland geïnventariseerd. Het komt tot de volgende conclusies: 53 procent van de bedrijven heeft alle

dragende zeugen in de groep. De grotere bedrijven zijn gemiddeld verder met groepshuisvesting dan de kleinere. Zo is 68 procent van de bedrijven met minstens 750 zeugen al volledig om. 90 procent van de zeugenbedrijven die per 2013 nog in productie zijn, zal dan volledig zijn omge-schakeld op groepshuisvesting. Zeugen-houders die niet zijn omgeschakeld, geven als belangrijkste reden het gebrek aan financiële mogelijkheden aan.

Van de bedrijven die in 2012 nog moeten omschakelen, zegt twee derde dit in de tweede helft van 2012 te doen.

De momenteel meest voorkomende huisvestingssystemen zijn voerligboxen met uitloop en voerstations op beton.

210

190

170

150

130

110

90 jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec

Stijging eierprijzen in de EU na invoering van het verbod op batterijen

2011

€ pe

r 100

kg

eier

en

maand

2012 gemiddelde 2006 - 2010

De prijzen van eieren stegen in 2012 omdat pluimveehouders stopten toen ze moesten omschakelen op scharrelkippen

Page 22: Leesvoer nr.3 - 2012

22 De Heus · Leesvoer 3 | jun i 2012

Rodey Hartkamp

Adviseur Agra-Matic

} [email protected]

Richard Bos

Specialist Legpluimvee

} [email protected]

In het Drentse Hooghalen bouwden frank en Amanda de Ronde een nieuwe stal voor

leghennen op hun Happychickenfarm. Het is een serrestal met twee lagen die fraai in

het landschap past, met een volière-inrichting voor 60.000 leghennen.

rank en Amanda de Ronde hebben in het

Drentse Spier een legpluimveebedrijf met

31.000 leghennen. Zij kunnen hier veel

bezoekers ontvangen die naar hun kippen mogen

kijken. Dit vinden zij belangrijk, omdat ze op die

manier hun bedrijf en de sector kunnen promoten

in het kader van maatschappelijk verantwoord

ondernemen. Onder het genot van een kopje koffie

met gebak leren bezoekers op verrassende wijze

alle ‘geheimen’ kennen van het pluimveebedrijf. Na

afloop bezoeken ze de skybox, de wintergarten en

de vrije uitloopruimte van de leghennen. Ook kun-

nen zij met eigen ogen zien hoe de eieren worden

verzameld.

Tweede locatieIn 2008 kochten Frank en Amanda een tweede

locatie in Hooghalen. Ze vroegen in een vroeg

stadium Agra-Matic en De Heus om advies. Nadat

bleek dat de locatie de gewenste mogelijkheden

bevatte, kochten zij het bedrijf aan. In 2008 telde

het bedrijf vier stallen. Een stal voor 30.000 vrije-

uitloophennen is in 2008 gerenoveerd en voorzien

van een volière-inrichting en een wintergarten. Eén

stal is gesloopt en de andere twee werden in 2011

vervangen door de nieuwe serrestal.

Verdiepte stalEen twee-etagestal kwam het beste uit, vanwege

de vergunningen. Deze is economisch ook het

meest interessant. Het bestemmingsplan schrijft

een maximale goothoogte van vijf meter voor.

Daarom moest de stal een meter verdiept worden

uitgevoerd om voldoende hoogte in de stal te krij-

gen. De stal is 100 meter lang en 24 meter breed.

F

Nieuwe stal past mooi in het landschap

happyChiCKenFarm

a g r a - m a t i c

open dagOp 16 maart 2012 vond de open dag plaats van de nieuwe serrestal van HappyChickenfarm. Dochter Mathilde de Ronde knipte bij wijze van opening een lint door. Er was veel bezoek van omwonenden en geïnteresseerden uit de sector. De Heus en Agra-Matic wensen Frank en Amanda veel succes met de nieuwe stal!

Page 23: Leesvoer nr.3 - 2012

De Heus · Leesvoer 3 | jun i 2012 23

Agra-Matic verzorgde de vergunningenaanvraag.

De bouw startte in het najaar van 2011. Frank en

Amanda voerden de bouw in eigen beheer uit, in

goede samenwerking met ID-Agro in Lemelerveld

en onderaannemers. Twee zelfstandige onderne-

mers ondersteunden hen hierbij voor wat betreft de

bouwbegeleiding, de montage en de (elektrische)

installatie.

BetonDe vloer van de stal bestaat uit gestort beton,

evenals de wanden tot 1,25 meter hoogte. Het is

dus een soort betonnen kelder die voorkomt dat

grondwater de stal binnendringt. Als je de stal bin-

nengaat, moet je een trapje af.

Op de wanden, die 25 centimeter boven het maai-

veld uitsteken, is de stalen constructie geplaatst.

De gevels zijn vanaf de betonwand uitgevoerd in

sandwichpanelen, waarin twee lichtstraten zijn ver-

werkt. De inlaatventielen bevinden zich hieronder.

Bijzonder dakHet dak van de stal is misschien wel het meest

bijzondere aan deze pluimveestal. Het bestaat

uit een stalen boogspant waarop een geïsoleerd

dak is geplaatst. Dit dak bestaat uit twee doeken

met daartussen 10 centimeter glaswolisolatie. De

verwachte levensduur van het dak is twintig jaar,

waarna het zo nodig vervangen kan worden. Dit

dak is een goedkope oplossing, aldus Frank en

Amanda.

De stal is een boogstal, waarbij de bogen ook

nog eens dwars op de stal geplaatst zijn. De

pluimveehouders kozen hiervoor vanwege de

inpassing in de omgeving (minder hoogte), de

ventilatie van met name de bovenverdieping en

de sterke reductie van de bouwkosten. Voor de

gemeente gaf de speelse opzet naast de andere

argumenten de doorslag om de vergunning te

verlenen.

Eierlokaal met robotAan de voorzijde van de stal bevindt zich het

eierlokaal waar ook de eieren van de andere stal

worden verzameld. Hier staan een inpakker en een

palletiseerrobot.

De stal is ingericht met het Natura Step volière-

systeem van Big Dutchman. Een groot voordeel

is dat het onderste deel van het systeem breder is

dan het niveau voor de legnesten en het bovenste

deel. Hierdoor bewegen de leghennen zich gemak-

kelijk door de volières. Ook is er hierdoor extra

ruimte tussen de vijf rijen om de dagelijkse

controle eenvoudiger uit te voeren.

Het volièresysteem is ‘doorgebouwd’, wat wil

zeggen dat het systeem de tussenvloer draagt.

Hierdoor is bespaard op een dure constructieve

tussenvloer. Aan de voor- en achterzijde van de

stal is een trap om de tweede etage te kunnen

bereiken.

Achter in de stal is ruimte gereserveerd voor de

nadroging en opslag van de mest. Om deze te

kunnen drogen, is gekozen voor lengteventilatie.

Hierdoor passeert de stallucht de droogtunnel

en kan de mest worden gedroogd tot ongeveer

80 procent droge stof. Deze droogtunnel biedt

extra mogelijkheden voor de mestafzet en redu-

ceert de emissie van fijn stof met 55 procent.

Dankzij verspringende niveaus bewegen de hennen zich gemakkelijker

De stal oogt lager door de bogen

Zie voor meer informatie

over een bezoek aan het bedrijf van Frank en Amanda www.kippenkijken.nl

A D V I E S M I L I E U B O U W

Adviesbureau voor de veehouderij

Meer informatie opwww.agra-matic.nl

Page 24: Leesvoer nr.3 - 2012

24 De Heus · Leesvoer 3 | jun i 2012

Andries Slingerland

Specialist Vleesvee

} [email protected]

De Heus analyseert jaarlijks de technische en

economische resultaten van haar rosékalverhou-

ders. Opvallend in 2011 waren de hoge voerprij-

zen als gevolg van de dure grondstoffen. Ook de

kosten van bijproducten lagen op een hoog niveau.

Gemiddeld lag de totale voerprijs zo’n € 60 hoger

dan in 2010. Kostprijsverhogend waren verder ook

de prijzen van nuka’s en starters. Nuka’s kostten in

2011 gemiddeld € 181 en starters € 316.

De hogere voer-, nuka- en startersprijzen wer-

den goedgemaakt door prima opbrengstprijzen.

Rosékalveren jonger dan acht maanden brachten

vorig jaar per kilogram geslacht gewicht gemiddeld

€ 3,82 op. Oudere rosékalveren leverden € 3,53 op.

De hogere opbrengstprijzen zorgden voor een fraai

saldo in 2011. Met name bedrijven die met starters

werken, haalden met rosé jonger dan acht maan-

den een beter saldo dan met rosé ouder dan acht

maanden (€ 30 tot € 35 saldoverschil per plaats).

2012: onzekerheidIn 2012 blijven de voerkosten naar verwachting hoog.

Zeker is dat slachtrijpe dieren aan het eind van het

jaar met een hoge nukaprijs opgezet zijn. Bijna twee

derde van de nuka’s wordt geïmporteerd uit verschil-

lende EU-landen. Door de grote vraag naar de zwaar-

dere en hoogste klasse nuka’s is het aanbod beperkt.

Het verplicht terugdringen van het medicijngebruik via

overheidsmaatregelen zal waarschijnlijk ook zijn tol ei-

sen. Het is de vraag of met de beschikbare middelen

zieke dieren efficiënt kunnen worden behandeld. Lukt

dit niet, dan zal dit ten koste gaan van de resultaten.

Technisch scorenVeel rosékalverhouders hebben mogelijkheden

om hun technische resultaten verder te verbeteren.

Waar veel rosékalverhouders sowieso winst kunnen

boeken, is de uitval. Deze bedraagt gemiddeld

3,5 procent. De variatie tussen de beste en minder

goede koppels is echter groot. Uitval heeft uiter-

aard invloed op het financiële resultaat.

De Heus Voeders adviseert u graag over de moge-

lijkheden om op uw bedrijf de resultaten te verbete-

ren en zo een hoger saldo te behalen.

2011 was een goed jaar voor de rosékalverhouderij. Prima opbrengstprijzen compenseer-

den de hoge voer-, nuka- en starterprijzen. 2012 wordt een veel spannender jaar.

Prijzen nuka's en starters

Opbrengstprijs per kg geslacht gewicht

Goede prijzen rosékalverhouderij

r u n d v e e

Jaar > 8 mnd < 8 mnd

2010 € 3,07 € 3,37 2011 € 3,53 € 3,82

Jaar nuka's starters

2010 € 163 * € 296 2011 € 181 * € 316

*) 53/54 kg

De technische resultaten kunnen omhoog door de uitval te verlagen

'Hoge opbrengstprijzen

zorgden voor een fraai saldo

in 2011'

Page 25: Leesvoer nr.3 - 2012

De Heus · Leesvoer 3 | jun i 2012 25

Het beste voeradvies voor beren

Gertjan Ruis

Productmanager Varkens

} [email protected]

Steeds meer varkenshouders stappen over op het mesten van beren. Daarmee neemt de inzet van voeders met

een hogere EW en meer aminozuren toe. Met een compleet assortiment en de GPS-vlees-

varkensmodule komen we samen met de vleesvarkenshouder tot het beste voeradvies.

In 2010 hebben we u al op de hoogte gebracht

dat voor optimale resultaten voor de verschillende

berenlijnen, verschillende voersoorten nodig zijn.

Voer maken voor beren is dus meer dan extra eiwit

in het voer stoppen.

Praktijkproeven maken duidelijk dat er veel sprei-

ding zit in de voeropname van de beren; tot wel

0,5 kg per dag! Gemiddeld nemen deze dieren

1,8 kg tot 2,3 kg voer per dag op. De voeropname

is het vertrekpunt om tot optimale resultaten te

komen. Daarnaast is de genetica van invloed op de

keuze van een voersoort. Dat heeft te maken met de

verschillen in erfelijke aanleg om eiwit aan te zetten.

Omdat beren later geslachtsrijp zijn dan gelten, is

hun groeipatroon anders. Gelten en borgen vervet-

ten vanaf zo’n 55 kg lichaamsgewicht en behalen

bij zo’n 70 kg lichaamsgewicht hun maximale

groeisnelheid. Beren vervetten pas vanaf 80 kg en

groeien op een gewicht van 95 kg het snelst (zie

grafiek). Veel meer dan gelten en borgen kunnen be-

ren groei ‘inhalen’ op het einde van het mesttraject.

Met de GPS-module kunnen we per bedrijf de voer-

behoefte nauwkeurig in beeld brengen. Op basis

hiervan berekenen we rantsoenen die hierop aan-

sluiten en leiden tot een optimale groei. U krijgt dan

het advies om bepaalde voersoorten toe te passen.

PraktijkVarkenshouders die beren mesten, passen hoofd-

zakelijk de Delux- en Porco-reeks toe. Als zij

driefasen- voedering kunnen toepassen, kiezen

ze voor Start-Run-Duet-voeders. Bij tweefasen-

voedering wordt het Start- en Duet-voer.

Bij een gemiddelde voeropname van 2,1 kg per dag

kan met de Porco-reeks een groei van 850 g per

dag gerealiseerd worden. Wil men een nog hogere

groei, dan kan de Delux-reeks ingezet worden. De

bedrijven die gemiddeld rond de 1,8 – 1,9 kg voer-

opname zitten, voeren met name de Delux-reeks.

Doordat beren hun maximale groei flink later

halen dan gelten, is hun aminozuurbehoefte

verderop in het groeitraject groter. Dat geeft ook

meteen het gevolg aan voor de voerkeuze. Kunnen

de gelten op een gegeven moment over naar een

Finale-voer, dan moeten de beren zeker nog op

Duet-voer blijven staan. Om het maximale rende-

ment te halen, zul je dan voor de voeders moeten

kiezen die de beren ‘vragen’. Om precies te zijn

kunt u hier de GPS-module gebruiken. Vraag uw

specialist hiernaar.

>> 'De eiwitbehoefte van beren blijft lange tijd hoog. Stem het

voer hierop af'

Beren groeien langza-mer maar langer door

Voldoende aanbod van lysine houdt de groei op peil

850

800

750

700

650

600

550 30 40 50 60 70 80 90 100 110

lichaamsgewicht (kg)g/

d

groeipatroon gelten

Prestaties (dynamische weergave)

groeipatroon beren

20

15

10

1 3 5 7 9 11 13 15 17 19

Vergelijk aanbod en behoefte lysine

gram

lysi

ne p

er d

ag

behoefteaanbod

dagen

Page 26: Leesvoer nr.3 - 2012

26 De Heus · Leesvoer 3 | jun i 2012

a l g e m e e n

Het gebeurt gelukkig niet

zo vaak, maar als er brand uitbreekt

kunnen de gevolgen voor mens en dier

desastreus zijn. Alle reden om kritisch te

kijken waar het veiliger kan.

an tijd tot tijd worden we opgeschrikt

door brand in een stal. In eerste instantie

wordt er vaak snel en adequaat gerea-

geerd. De brandweer is er direct en er komt van alle

kanten hulp. Niet lang daarna is de brandweer van het erf

vertrokken en het nieuws van de voorpagina’s van de plaatselijke

kranten verdwenen. Dan volgt er nog een lang proces. Er komt

veel op de getroffen ondernemers af: emoties, financiële zaken,

praktische vragen, soms onbegrip en vervelende discussies. Het duurt

lang voordat de schade is hersteld en alles op het bedrijf weer op orde is.

DierenleedBij brand op een veebedrijf kan ook dierenleed ontstaan. Dat is wel het

laatste wat we willen. We proberen allemaal onze dieren op een perfecte

manier te verzorgen. Veel consumenten trekken zich het leed van de

dieren aan. Uit onbegrip over het ontstaan van de brand kunnen ze fel op

de situatie reageren. Sowieso willen we brand op ons bedrijf voorkomen,

maar de negatieve reacties van anderen zijn evenmin gewenst.

Tijd om rond te kijkenKortom: tijd om eens goed op ons bedrijf rond te kijken. Wat zijn veelvoorkomen-

de oorzaken van stalbranden en wat kunnen wij eraan doen om die te voorkomen?

Het is belangrijk dat we in de hectiek van alledag

ook regelmatig tijd maken om over deze dingen na te

denken. Voorkomen is immers beter dan genezen!

Wat is nodig om vuur te maken?Het is goed om je eerst af te vragen wat er no-

dig is om vuur te laten ontstaan en vervolgens

VOp brandgevaarlijke plaatsen hoort goede

blusapparatuur

'Controleer plaatsen met

warmteproductie regelmatig'

Neem oorzaken

van brand weg

Page 27: Leesvoer nr.3 - 2012

De Heus · Leesvoer 3 | jun i 2012 27

3 Bij risicovolle werkzaamheden moet

blusmateriaal binnen handbereik zijn.

overmatige warmteproductieZoals al is gezegd, is het goed mogelijk uw bedrijf

te checken op overmatige warmteproductie.

1 Meterkasten of andere plaatsen waar relais

en weerstanden zijn, moeten stofvrij zijn en

regelmatig worden gecontroleerd. Dit kan

handmatig. Het gebruik van een warmtemeter

is echter aan te bevelen.

2 Een mestopslag is altijd een broeiplaats. Con-

troleer regelmatig de conditie van de hoop.

3 In de buurt van plaatsen waar overmatige

warmteproductie kan optreden, kunt u

blusmateriaal ophangen. Maak hierbij de

keuze tussen sprinklerinstallaties, draagbare

brandblussers en brandslanghaspels. Kies bij

toepassing van een draagbare brandblusser

bij voorkeur voor een schuimsproeiblusser,

omdat deze minder nevenschade aan elektri-

sche apparaten geeft dan een poederblusser.

KortsluitingKortsluiting is door het onvoorspelbare karakter moei-

lijk te bestrijden. Dit betekent niet dat u geen maat-

regelen kunt nemen. Zorg er bij nieuwbouw voor dat

er zo weinig mogelijk contactpunten ontstaan in het

stroomcircuit. Monteer contactplaatsen op droge

plaatsen. Voorkom loshangende kabels. Laat uw

elektrische installaties regelmatig controleren, repa-

reer direct beschadigde snoeren, kabels enzovoort.

overige aandachtspuntenOm de continuïteit van uw bedrijf te waarborgen, is

het goed om een goede brandverzekering te hebben.

Wat valt er onder de dekking? De schade bij brand

strekt verder dan de waarde van gebouwen. Denk

hierbij bijvoorbeeld aan opruimingskosten en inkom-

stenderving door langere leegstand dan verwacht.

Ten slotteUiteraard vertellen we hier allemaal zaken die

grotendeels bekend zijn. Het belangrijkste is echter

dat u de tijd neemt om op uw bedrijf hieraan aan-

dacht te geven. Met een nuchtere blik zijn

veel problemen te voorkomen.

John Achterstraat

Sectorhoofd Legpluimvee

} [email protected]

zuigen in plaats van blazen

Als u elektrische installaties reinigt van stof, gebruik dan geen perslucht maar zuiglucht! Zo voor-komt u dat stof juist op bepaalde plaatsen komt, waar het proble-men kan veroorzaken

rond te kijken op uw bedrijf. In de eerste plaats

is het gebruik van direct vuur uiteraard altijd

een risico voor brand. We denken hierbij

aan gasbranders, heteluchtkanonnen,

geisers, kachels enzovoort.

Een tweede manier om vuur te maken is door over-

matige warmteproductie. Die overmatige warmte

kan bijvoorbeeld ontstaan bij elektrische weerstan-

den, wrijving en broei. Deze hitte ontstaat wanneer

de geproduceerde warmte niet kan ontsnappen.

Een derde (en lastiger te managen) oorzaak van

brand is kortsluiting. Kortsluiting kan immers op

iedere plaats op uw bedrijf ontstaan, vaak op on-

verwachte plaatsen.

Direct vuurAls uw bedrijf gebruikmaakt van direct vuur, kijk

dan kritisch naar de volgende zaken:

1 Onderhoud kachels, rook- en luchtkanalen.

Met name vervuilde luchtafvoerkanalen zijn

gevaarlijk. Denk echter ook aan slijtage (dun

plaatstaal), vervuiling van de kachels enzovoort.

Een onderhoudsabonnement is aan te bevelen.

2 Zorg ervoor dat de omgeving in de buurt van

het vuur en met name erboven, goed

schoon en solide is.

Page 28: Leesvoer nr.3 - 2012

In drie

stappen naar beter

resultaatDe Heus biedt een verrassend effectief

voerconcept: Fit! Voer op maat. Elk

bedrijf zijn eigen voer. In drie stappen

behaalt u betere resultaten.

Inventarisatie

Fit!-analyse

Toepassing van voeders op maat

De kwaliteit van het voer is doorslaggevend

voor maximale resultaten op uw bedrijf.

Daarom Fit! Voer op maat.

www.de-heus.nl

De Heus Voeders B.V.Postbus 396 6710 BJ Ede Tel. 0318 - 675 430 KvK 14626985 [email protected] www.de-heus.nl een onderneming van Koninklijke De Heus

Samen voor resultaat