leesfragment Met Napoleon naar Moskou

13
MET NAPOLEON NAAR MOSKOU De ongelooflijke overlevingstocht van Joseph Abbeel Joost Welten Johan De Wilde OMNIBOEK

description

leesfragment Met Napoleon naar Moskou

Transcript of leesfragment Met Napoleon naar Moskou

Page 1: leesfragment Met Napoleon naar Moskou

met napoleon naar moskouDe ongelooflijke overlevingstocht van Joseph Abbeel

Joost WeltenJohan De Wilde

OMNIBOEK

Page 2: leesfragment Met Napoleon naar Moskou

Welten, Joost en Johan De WildeMet Napoleon naar MoskouDe ongelooflijke overlevingstocht van Joseph Abbeel

© 2011, Joost Welten, Johan De Wilde en Davidsfonds Uitgeverij nvBlijde Inkomststraat 79-81, 3000 Leuvenwww.davidsfondsuitgeverij.bewww.twitter.com/davidsfondswww.facebook.com/davidsfondsuitgeverijExploitatierecht voor Nederland: Uitgeverij Omniboek, Kampenwww.kok.nl

Vormgeving binnenwerk: StaticdesignOmslagontwerp: alter egoOmslagillustratie: Bartel van der Steen, een welgestelde conscrit uit Meijel (depar­tement Nedermaas, thans Nederlands­Limburg), diende in het 1e regiment carabiniers. Hij liet in 1808 dit portret van zichzelf vervaardigen. (Heemkundevereniging Medelo, Meijel; foto van Henk Willems)

D/2011/0240/77ISBN 978-90-5826-836-5NUR 680, 685, 689

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvou-digd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Page 3: leesfragment Met Napoleon naar Moskou

I n h o u d

Inleiding 6

Gedenkschriften van Joseph Abbeel 7

Voorwoord 7

1. Het begin van de ellende 7

2. Campagne van Rusland 32

3. De terugtocht uit Moskou of beter gezegd, de ondergang van de Fransen 89

4. Over armoede en onheil 131

5. De terugkeer uit Azië 144

Nabeschouwing 159

Bijlage: biografische schets van Gustave-Adolphe Raepsaet 207

Literatuur 210

Register van plaats- en persoonsnamen 220

Noten 229

Page 4: leesfragment Met Napoleon naar Moskou

m e t n a p o l e o n n a a r m o s ko u6

I n l e I d I n g

Joseph Abbeel heeft bijna negen jaar gediend in het leger van Napoleon, inclusief zijn jaren in Russische krijgsgevangenschap. Van zijn belevenissen in deze periode heeft hij een indrukwekkend en bij tijd en wijle adembe-nemend verslag geschreven. Abbeel gebruikte de taal van zijn tijd, die nu bijna tweehonderd jaar achter ons ligt. Vandaag de dag is dit taalgebruik niet voor iedereen meteen toegankelijk. Daarom hebben de bezorgers van deze uitgave de spelling en grammatica gemoderniseerd. Voor de rest behoeft het verhaal van Abbeel geen inleiding. Abbeel is zelf capabel genoeg om de lezer aan de hand te nemen op een heel bijzondere reis.

Wie na de reis behoefte heeft aan achtergrondinformatie over Joseph Ab-beel, het manuscript dat hij schreef, de oorlogen waaraan hij deelnam en zijn leven na terugkeer uit krijgsgevangenschap, kan daarvoor terecht in de nabeschouwing.

Page 5: leesfragment Met Napoleon naar Moskou

7vo o rwo o r d

g e d e n k s c h r I f t e n v a n j o s e p h a b b e e l

Voorwoord

Beminde lezer, in dit verslag wil ik u vertellen wat ik aan droevige gebeurte-nissen heb meegemaakt in de periode van negen jaar waarin ik heb gediend in het tweede regiment carabiniers te paard. Een ander doel heb ik niet met deze memoires. Oordeel daarom niet te streng over de schrijfstijl en spelling van deze tekst, maar stelt u zich alstublieft tevreden met de reis en de andere belevenissen die hierin te vinden zijn. Ik heb dit werkje niet geschreven om lof van de lezer te krijgen, maar enkel als geheugensteun. De lezer die er niet bij is geweest, zou kunnen twijfelen aan de geloofwaardigheid van de gebeurtenissen die ik beschrijf, maar ze hebben echt op die manier plaatsge-vonden. Ik zal beginnen met het vertrek uit mijn geboortestreek en eindigen met mijn terugkeer in Kaster uit krijgsgevangenschap in Azië.

1. Het begin van de ellende

Op 7 september 1806 werd ik om tien uur ‘s morgens gedagvaard. De vol-gende dag moest ik me om negen uur ’s ochtends in Gent melden, om van daar als conscrit (dienstplichtig soldaat)1 te vertrekken. Na mijn aankomst in Gent begaf ik mij naar het departementsbureau, waar ik een uitstel van acht dagen aanvroeg en ook kreeg, zodat ik de tijd had om een jongeman te zoeken die in mijn plaats dienst zou willen nemen. Ik bracht hem voor de commissie die besliste over de goedkeuring van de remplaçanten.2 Hij werd echter voor een onbeduidende kwaal afgewezen, net zoals de volgende kandidaat die ik voorstelde.

Ik besloot toen om zelf mijn kans te wagen, omdat ik inzag dat dit be-gin weinig goeds voorspelde. Ik begaf mij, zonder verder moeite te doen, naar het Augustijnerklooster, waar de ongelukkige conscrits werden onderge-bracht.3 Toen ik daar was aangekomen, werd de deur achter mij dichtgesla-gen en werd ik door een schildwacht naar de kerk van het klooster gebracht. In de kerk lag de ene te schreeuwen, terwijl een andere stond te vloeken. Dit alles kwam mij zeer vreemd over, want zoiets had ik nog nooit gehoord of gezien.

Page 6: leesfragment Met Napoleon naar Moskou

Noordzee

DeventerNijmegen

Münster

Bremen

Hanover

KasselKeulen

Mainz

Krefeld

Neuerburg

NancyLunéville

Frankfurtam Main

Leipzig

BrusselGentRijsel/

Lille

Charleville -Mézières

HaguenauRegensburg

LandshutMünchen Linz

WenenWagram

HamburgMölln

Schwerin

Berlijn

Wittenberg

StettinSchwedt

Bromberg

Dantzig

Thorn

Oostzee

Tilsit

Memel

KoningsbergenFriedlandEylau

Mitava

Kaunas

Vilnius

RigaWestelijke Dvina

Sint-PetersburgNarvaTallinn

LugaNovgorod

Polotsk

BorisovOrcha Krasnov

Smolensk

Malo-Iaroslavech

Moskou

Kalouga

Mozaïsk

Saratov

KostromaMakarjev

KaspischeZee

Astrachan

ZwarteZee

Wolga

Don

Donau

Njemen

Berezina

Dnjepr

Oder

Weichsel

Elbe

DonauRijn

Sche

lde

Seine

Maas

Rhôn

e

Wolga

PillauAdriatische

Zee

Middellandse Zee

Yaroslavl

Tver

Vitebsk

Borodino

Kaart 1: Overzichtskaart met een aantal plaatsen die Abbeel vermeldt in zijn memoires

Page 7: leesfragment Met Napoleon naar Moskou

Noordzee

DeventerNijmegen

Münster

Bremen

Hanover

KasselKeulen

Mainz

Krefeld

Neuerburg

NancyLunéville

Frankfurtam Main

Leipzig

BrusselGentRijsel/

Lille

Charleville -Mézières

HaguenauRegensburg

LandshutMünchen Linz

WenenWagram

HamburgMölln

Schwerin

Berlijn

Wittenberg

StettinSchwedt

Bromberg

Dantzig

Thorn

Oostzee

Tilsit

Memel

KoningsbergenFriedlandEylau

Mitava

Kaunas

Vilnius

RigaWestelijke Dvina

Sint-PetersburgNarvaTallinn

LugaNovgorod

Polotsk

BorisovOrcha Krasnov

Smolensk

Malo-Iaroslavech

Moskou

Kalouga

Mozaïsk

Saratov

KostromaMakarjev

KaspischeZee

Astrachan

ZwarteZee

Wolga

Don

Donau

Njemen

Berezina

Dnjepr

Oder

Weichsel

Elbe

DonauRijn

Sche

lde

Seine

Maas

Rhôn

e

Wolga

Pillau

Adriatische

Zee

Middellandse Zee

Yaroslavl

Tver

Vitebsk

Borodino

Page 8: leesfragment Met Napoleon naar Moskou

‘s Nachts hadden wij geen ogenblik rust door het lawaai dat er werd gemaakt bij het vernielen van altaren, deuren en vensters. In één woord, de hele inboedel werd afgebroken of in stukken geslagen. Deze heiligschennis en baldadigheden kon ik bijna niet aanzien. Uiteindelijk moest ik me er even-wel bij neerleggen dat iedereen voortaan een vrijdenker was, en op vrijdag at ik vlees net zoals de anderen.4 Hieruit blijkt dat men zich snel tevreden stelt5 met de zwijnen waarmee men in de bossen is.

Op de achtste dag van ons verblijf daar, werden wij geïnspecteerd door een generaal van de rekrutering, die mij en een zekere Perron6 van Zelzate7 uit-koos voor het tweede regiment carabiniers, waarover hij vol lof vertelde. Ja, volgens hem waren wij veel beter af dan de anderen die daar op hun bestem-ming stonden te wachten. Wij vertrokken dezelfde dag onder leiding van een oude sergeant die zelfs in Egypte was geweest8, samen met een zekere Slabbaert uit Kalken9 en Goemijne uit Steenhuize10, beiden bestemd voor het tiende regiment kurassiers.11 We waren alle vier zo trots als een pauw.12 ’s Avonds bij onze aankomst in Aalst kwam ik in een slechte herberg terecht waar ik geen eten kreeg. Daarom dacht ik eraan om te deserteren, maar een kennis die ik op straat ontmoette, raadde mij dat af. Van Aalst trokken wij naar Brussel, Genappe, Namen, Dinant, Givet, Fumay, Rocroi, Charleville-Mézières, Sedan, Stenay, Pont-à-Mousson, Nancy en Lunéville, waar het de-pot van ons regiment was.

Bij onze aankomst13 werden wij onmiddellijk naar de kazerne gestuurd, die zich toen bevond in het kasteel van Stanislas ii, de voormalige koning van Polen.14 Tot onze verwondering waren wij er de kleinsten van de groep.15

Het kasteel van Lunéville dat fungeerde als kazerne voor de carabiniers. Anoniem olieverfschilderij, vervaardigd tussen 1766 en 1788. Het is in 2003 verloren gegaan toen het kasteel afbrandde. (Musée de Lunéville)

Page 9: leesfragment Met Napoleon naar Moskou

Soldaat van het 2e regiment carabiniers in het uniform dat tot het voorjaar van 1811 gangbaar was. Ingekleurde gravure, uitgegeven door Martinet. (Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis, Brussel)

Page 10: leesfragment Met Napoleon naar Moskou

’s Anderendaags ontvingen wij een uniform en leerden te voet en te paard exerceren, enzovoort, totdat wij uiteindelijk wacht konden lopen.

Op de vierde dag na mijn aankomst had ik mijn eerste aanvaring met een zekere Bonnaire.16 Hoewel hij daar ook pas acht of tien dagen verbleef, had hij het lef om mij een conscrit te noemen! Wij kregen woorden en hij daagde mij uit voor een duel of tweegevecht.17 Zonder angst te tonen – alhoewel ik bang was – nam ik een sabel, liep naar buiten en zei hem mij te volgen. Omdat hij merkte dat ik onverschrokken voorop liep en omdat hij niet wist of ik kon schermen of niet – hetgeen ook mijn grootste bekommernis was! – sloot hij de deur achter mij en liet mij buiten staan. Lachend zei hij dat het maar was om mij op de proef te stellen. De kameraden die in de kamer waren achtergebleven, zagen dat hij een lafaard was, gaven hem enkele oor-vegen en lieten mij binnen. Zo eindigde ons geschil en ik was blij dat het zo afliep, want ik had nog nooit een sabel gehanteerd.

Kolonel van het 10e regiment kurassiers. Op de reis van Gent naar de kazerne van de carabiniers te Lunéville, reisde Abbeel samen met twee conscrits die gingen dienen in het 10e regiment kurassiers. Aquarel van Carle Vernet, 1812. (Musée de l’Armée, Parijs)

Page 11: leesfragment Met Napoleon naar Moskou

13h e t b e g i n va n d e e l l e n d e

Enkele dagen later stond ik op wacht. Een zekere Drouet18 kwam mij vertel-len dat er een nieuwe Vlaming in onze slaapzaal was aangekomen, die naar mij had gevraagd. ‘Ik denk dat het een remplaçant is’, zei Drouet, ‘want hij beschikt over uitzonderlijk veel geld, draagt zilveren schoengespen en heeft een uurwerk van goud en zilver. Ja, ik geloof’, vervolgde hij, ‘dat hij een grote losbol19 is, want hij was nog maar nauwelijks in de kamer, of hij liet al twee grote kruiken wijn halen.’ Ik vroeg hem om de man te halen en bij mij in het wachtlokaal te brengen, hetgeen hij deed. Nadat wij wat gepraat hadden, verzocht hij mij om met hem naar de herberg te gaan die naast het wachthuis stond. Al snel stonden wij er met tien, twaalf Vlamingen samen, die hij gul trakteerde.20

Toen ik de volgende dag terugkwam van de wacht, vroeg hij mij of hij bij mij mocht slapen.21 Ik ging akkoord op voorwaarde dat hij het ook zou vragen aan mijn slaapkameraad Drouet. Hij deed dat en gaf Drouet zes frank om van bedstede te veranderen.

Vanaf dat ogenblik moest ik, tegen wil en dank, dagelijks met hem naar de herberg gaan om zijn geld te helpen verbrassen. Toen ik hem zei dat zijn geld op die manier snel op zou zijn, antwoordde hij dat hij geld kon krijgen zo vaak en zoveel hij wilde. En zo leefden wij als de vissen in het water, en eer er twee maanden voorbij waren, had hij driehonderd gulden verteerd én alles wat hij bezat. En dan reken ik niet eens mee hetgeen hij al had besteed op zijn weg van Turnhout naar Lunéville. Toen het geld op was, vroegen wij per brief om een nieuwe som en zijn familie stuurde hem nog eens driehon-derd gulden, die minder vlug werden verteerd. Ik had hem immers aange-raden om niet iedereen zo gul te trakteren. Deze man, Vloers22 genaamd, de enige zoon van de weduwe van een advocaat uit Turnhout, wilde absoluut in het leger dienen, ondanks de rijke erfenis die hem te wachten stond, zoals we later in dit geschrift zullen zien.

Omdat wij intussen enige ervaring hadden in de rij- en wapenkunst, ontvin-gen wij in het begin van februari 1807 het bevel om ons gereed te maken voor een reis. Onder leiding van luitenant Mathieu23 vertrokken wij op 20 februari uit Lunéville met een detachement van driehonderd slecht geoe-fende conscrits om ons in Duitsland bij het regiment te velde te vervoegen.24 Wij waren nauwelijks een half uur onderweg in de richting van Haguenau toen mijn paard viel met mij eronder. Gelukkig bezeerde ik me niet. Het was mijn eigen schuld, want ik had de singel25 te strak aangespannen. Nadat het paard een tijdje op de grond had gelegen, stond hij recht, zonder kwetsuren. Niettemin moest ik als straf gedurende veertien dagen zelf mijn mantelzak dragen en het dier aan de hand leiden. Dat kostte mij veel zweetdruppels, want ik moest de anderen volgen die te paard reden.

Page 12: leesfragment Met Napoleon naar Moskou

Bij onze aankomst in Haguenau voegden wij ons bij een detachement kurassiers van het tiende regiment, waarin onder andere Slabbaert en Goemijne dienden, die we al eerder in dit relaas zijn tegengekomen. Wij trokken samen door Landau, Speyer, Mainz, Frankfurt en nog veel meer steden, graafschappen en hertogdommen, teveel om te benoemen.26

Uiteindelijk vonden wij het regiment in de omgeving van de stad Freien-walde27. Toen we er aankwamen, namen de oude soldaten onze mooie jonge paarden af en wij kregen hun oude rossen ervoor in de plaats, zonder dat wij daar iets tegen konden inbrengen, want zo was het gebruik. Tijdens ons verblijf daar bekwaamden wij ons meer en meer in de wapen- en rijkunst, totdat wij naar Hoog-Pruisen vertrokken. Na de overwinning op dat land keerden wij terug naar Marienwerder28, waar wij bleven tot het begin van de winter.29 Vandaar begaven wij ons naar Polen, waar wij armoede leden, totdat wij oprukten om tegen de Russen te gaan vechten.

Aan de slag van Eylau30 namen we niet deel, omdat wij te laat waren aangekomen.31 Wij werden in de voorhoede van ons legerkorps geplaatst om in Friedland32 te gaan strijden. Op de weg daarheen kwamen wij – op een avond waarop het heel hard regende en het daardoor donker was33 – aan bij een bos waarin de vijand overnachtte. Omdat wij hierdoor niet verder kon-den trekken, waren wij verplicht om halt te houden en met de leidsels in de hand de nacht door te brengen, zonder een woord te spreken. Bij dageraad waren wij evenwel genoodzaakt om te wijken vanwege de aardappelballen (kanonskogels) die in groten getale in onze rangen vielen.

Toen we in de omgeving van Eylau kwamen, overnachtten wij bij een kapel op ongeveer een half uur gaans van de stad. Op deze plek hadden

De kade aan de Main te Frankfurt, september 1806. Tijdens zijn tocht van Lunéville naar het front in Polen trok Abbeel door deze stad. Abbeel zag half Europa tijdens de veldtochten die hij meemaakte. Inkttekening van Abraham Zix. (Château de Versailles)

Page 13: leesfragment Met Napoleon naar Moskou

15h e t b e g i n va n d e e l l e n d e

de Russen tijdens de voorgaande veldtocht de hevigste tegenstand geboden. Uit een huisje haalde ik een grote koperen ketel om soep in te koken. Pas naderhand merkten wij dat die ketel koper-roestig was. Nauwelijks hadden wij de soep gegeten, of onze hele groep34 was er erg aan toe. Gelukkig stond er bij ons vuur een ijzeren pot klaar, gevuld met lauw water om er pap mee te maken. Door dit water te drinken, konden we braken – anders waren wij gebarsten als rijpe pruimen. Zodra wij overgaven, voelden wij ons beter.

De volgende ochtend om vier uur verlieten wij ons bivak en korte tijd later, na een tijdje door een bos te hebben gereden, kwamen we aan op een vlakte bij Friedland, waar de Russen in slagorde stonden opgesteld. De staf van ons regiment was nog maar net uit het woud te voorschijn gekomen of van een zekere Smet, een Duitser uit de eerste compagnie35, werd het been afgescho-ten. Hij stierf ter plekke. Onmiddellijk vertrokken wij in gestrekte galop om onze rangen te vormen en bleven daarna in het zicht van de vijand staan wachten, totdat ons voetvolk en andere eenheden aankwamen.

Terwijl wij daar in slagorde stonden opgesteld, werden wij voortdurend beschoten door de vijand. Hoewel veel van onze mensen werden gedood, kregen wij niet de opdracht om aan te vallen. Herhaaldelijk vroegen we aan onze kolonel Blancard36 om een charge te mogen uitvoeren, maar hij ant-woordde dat hij ons zou laten vechten als het tijd was. Ondertussen verbood hij ons om te bukken voor een kogel of een kanonbal, als we die zagen of hoorden komen. Hoewel er om hem heen veel sneuvelden, bukte hij zelf ook niet en zat hij, met gevouwen armen, recht op zijn paard en leek zo ontspan-nen als iemand die aan een feesttafel zit!37

Terwijl wij daar zo stonden te wachten, arriveerden andere regimenten en stelden ze zich in slagorde op.38 Eindelijk kregen wij het bevel om de vijand aan te vallen – er was niets wat we liever wilden! In een oogwenk was ieder-een in beweging en eer de avond viel, hadden wij de Russen verjaagd en het slagveld en de stad ingenomen. Aan weerszijden vielen veel doden en gewon-den, maar vooral aan Russische zijde. De vijand had namelijk de brug over de rivier achter het slagveld afgebroken, om te voorkomen dat het Franse leger hem langs die zijde de pas zou afsnijden. Daardoor kon de vijand zich niet terugtrekken over de rivier en was hij verplicht om zich over te geven of te vechten tot de dood. Omdat de Russen uiteindelijk gedwongen waren om zich terug te trekken, moesten zij die rivier oversteken op een doorwaad-bare plaats. Zo verdronken er die dag duizenden soldaten die eerder aan het gevaar van de veldslag waren ontsnapt. De rivier lag vol paarden, kanonnen, munitiewagens, bagage en dode lichamen. Ik verloor die dag mijn paard dat door een kanonskogel in het hoofd werd getroffen. Terwijl ik wegliep van het paard, werd ik zelf getroffen door een kogel die dwars door mijn arm ging.