Lees dit nummer van Seizoenen

57
Seizoenen februari 2006/ 1 INHOUD REDACTIONEEL Fijn stof 2 SIERTUIN Tuin en arbeid, een onafscheidelijk duo? 3 Faam en schaam in openbaar groen 14 MOESTUIN Wat eten we vandaag 15 Alles voor een groene school 22 UIT DE PRAKTIJK Compost en compostthee 23 Woelmuizen, woelratten en mollen 26 Snoeicursus kleinfruit 28 VOEDING Recepten 33 Kom uit je keuken en klim in je pen 37 CONSUMENTENNIEUWTJES Wat is er mis met vis? 38 Belgische cosmetica met ecogarantielabel 43 Consumentennieuwtjes 45 Verse biomelk uit de automaat 48 LANDBOUW Sabio, biosalami zonder nitriet 50 BLIK OP MILIEU Bouwsites 53 EN VERDER Zoekertjes 29 Waarheen 31 Uitgelezen 55 Ecologische lessenreeksen in Limburg 57 MIDDENIN Plaatselijke activiteiten

Transcript of Lees dit nummer van Seizoenen

Seizoenen februari 2006/ 1

INHOUD

REDACTIONEEL

Fijn stof 2

SIERTUIN

Tuin en arbeid, een onafscheidelijk duo? 3Faam en schaam in openbaar groen 14

MOESTUIN

Wat eten we vandaag 15Alles voor een groene school 22

UIT DE PRAKTIJK

Compost en compostthee 23Woelmuizen, woelratten en mollen 26Snoeicursus kleinfruit 28

VOEDING

Recepten 33Kom uit je keuken en klim in je pen 37

CONSUMENTENNIEUWTJES

Wat is er mis met vis? 38Belgische cosmetica met ecogarantielabel 43Consumentennieuwtjes 45Verse biomelk uit de automaat 48

LANDBOUW

Sabio, biosalami zonder nitriet 50

BLIK OP MILIEU

Bouwsites 53

EN VERDER

Zoekertjes 29Waarheen 31Uitgelezen 55Ecologische lessenreeksen in Limburg 57

MIDDENIN

Plaatselijke activiteiten

2/ Seizoenen februari 2006 Seizoenen februari 2006/ 3

REDACTIONEEL

FIJN STOF

Een collega vraagt me: hoe komt het, dat ‘fijn’ twee betekenissen heeft? En wat is de oorsprong daarvan? Inderdaad: fijn stof is misschien wel ‘fijn’ zoals zeezout of kris-talsuiker fijn kan zijn, maar helemaal niet zo fijn als het op je gezondheid aankomt.

Fijn stof: een nieuw en pas ontdekt ‘probleem’? Hadden we er al niet genoeg?Maar het blijkt realiteit te zijn. Daar sta je dan, als je met de seizoenen mee wil leven. ’s Zomers moeten kinderen en oudere mensen binnenblijven bij ozonalarm, ’s winters is er – onder sommige omstandigheden – fijnstofalarm.

Fijn stof is verantwoordelijk voor heel wat aandoeningen van de luchtwegen, voor meer hart- en vaatziekten en... een kortere levensverwachting.

De belangrijkste oorzaak is het autoverkeer. Rijm dat maar eens met het advies, dat je bij een dergelijk alarm maar beter geen grote lichamelijke inspanningen doet. Hoewel. Preventie is (net als in de biologische moestuin) ook hier het motto. Met andere woorden: minder met de wagen rijden – nog voor dat fijn stof opduikt. En daarin is nog veel te doen.

Volgens de Bond Beter Leefmilieu zal het fijnstofplan van respectievelijk de fede-rale en Vlaamse ministers van Leefmilieu Tobback en Peeters niet volstaan om de (gezondheid)normen te halen. Er zijn ingrepen nodig om auto’s schoner te maken, maar ook – en dan zijn we terug in onze biologische moestuin – moeten er maatregelen komen die de verdere groei van het verkeer in de hand houden. En daarop blijft het voorlopig nog even wachten. Toch kan het niet anders: ze zullen er wel komen. Het wordt immers steeds duidelijker dat knoeien met het leefmilieu, met wat ons toegemeten is, kost. Mensenlevens... én het kost ook geld. Alleen al aan gezondheidskosten...In afwachting wikkelen we ons in warme wol – ook een fijne stof – om in de koude geduldig op de bus te wachten. En op de lente. De echte lente, én die spreekwoor-delijke: als mensen en beleid gaan beseffen wat de werkelijke toekomst van deze aarde kan zijn.

Relinde Baeten

2/ Seizoenen februari 2006 Seizoenen februari 2006/ 3

Heel wat mensen hebben een tuin of koesteren de wens om ooit een huis met een tuin te verwerven. Maar een tuin

betekent ook werk en lang niet elke tuinliefhebber is daarom een gedreven – laat staan bedreven – tuinier. Ook ontbreekt het velen gewoon aan tijd.

In dit artikel bekijken we het beheer in een ecologische siertuin. We bespreken

het permanent beheer en het beheer op langere termijn. Aanleg en beheer in de

aanvangfase komen nu niet aan bod.

ARBEIDSVRIENDELIJK,

ARBEIDSARM, ARBEIDSLOOS…

Ecologische siertuinen worden vaak geassocieerd met arbeidsvriendelijk of -arm. Het is ook waar dat veel klas-sieke tuinwerkzaamheden niet aan de orde zijn: bemesten, begieten, bodem verbeteren, voortdurend harken om de bodem open te houden of veelvuldig snoeien...Maar dat betekent nog niet dat er geen werk is in een ecologische siertuin. Als je geen beheer uitoefent, heb je misschien wel een stuk(je) ecologische grond maar daarom is het nog geen tuin.

Tuinen zijn ook: cultuur. Ze worden ontworpen en aangelegd door en voor mensen. Met een plaats waar kinderen kunnen ravotten, een gezellige eetplek, een opbergplaats voor tuingereedschap, kleuren en geuren om van te genieten. Daarom zijn er – na een goed ontwerp en een degelijke aanleg – een aantal re-gelmatige werkzaamheden nodig.

WAT IS WERKEN?

“Een tuin dient niet om je overtollige energie in kwijt te raken!” Ik hoor en zie nog die lesgever ecologische siertuin terwijl hij met de hand op de tafel sloeg. De cursisten schrokken even op maar de aandacht had hij. In een tuin mag en moet je gerichte werkzaamheden uitvoeren. Maar het is niet de bedoeling dat je de struiken nodeloos te lijf gaat omdat je op dat willekeurig moment zin hebt in wat lichamelijke arbeid. “Loop dan liever eens een blokje om.” Nu wil ik het werken in de tuin zeker niet negatief voorstellen maar het beheer mag evenmin een karwei worden. Want terwijl werken in de tuin voor een flink aantal mensen een bron van genoegen

TUIN EN ARBEID: EEN ONAFSCHEIDELIJK DUO?

GEERTJE COREMANS

4/ Seizoenen februari 2006 Seizoenen februari 2006/ 5

je voor andere groenvormen kiezen. • Ook bekijk je de toestand van je tuin. Is je tuin toegankelijk voor bepaalde machines en materiaal? Is je tuin vlak, ligt hij op een helling of zijn er terras-sen? Een losse haag van drie meter hoog snoeien is een hele klus maar als die haag op een hellend terrein staat, wordt het nog omslachtiger.

DE GROENVORMEN KORT

(zie ook jaaroverzicht op p 12 en Seizoe-nen feb. 2005) Hieronder volgt een overzicht van de verschillende groenvormen in een tuin, met telkens het noodzakelijke beheer er-van. Zo kan je gerichte keuzes maken.In onze klimaatgordel wordt elk stuk grond als je er niets aan doet bos (cli-maxsituatie). Dus zal je in de siertuin altijd opnieuw moeten ingrijpen om een open ruimte ook open te houden. In de gesloten ruimte moet je de nodige aandacht besteden aan de houtgewassen en de kruidlaag. Het werk in de gesloten ruimte in de tuin verschilt grondig van het werk in de open ruimte.

OPEN RUIMTE

In de open ruimte ben je tijdens het groeiseizoen regelmatig aan de slag.Het beheer – wieden, maaien… – blijft gelijkaardig maar het beeld van de aan-plantingen zal veranderen. Na een tiental jaren zullen de bloeiende planten in de bloemenweide toegenomen zijn en ook de bolgewassen hebben zich dan flink uitgebreid. In de zonneborder kunnen er op dat moment bepaalde kortlevende planten verdwenen zijn of zich verplaatst hebben.

is, ja zelfs een therapeutisch effect kan hebben, blijven een heleboel mensen de tuin als een buitenkamer beschouwen. Zij willen er vooral van genieten: door erin te eten, te lezen of gewoon rond te kijken.

KEUZES MAKEN

Naast de vragen waarvoor de tuin moet dienen (praktische functies), wat je mooi vindt (esthetische functie) en welke bij-drage je wil leveren aan natuur en milieu (ecologische functie) is het zeker zo be-langrijk dat je voor jezelf uitmaakt hoe-veel tijd en inspanning je wil besteden aan het beheer van je tuin.

• Een heel belangrijke factor is de inte-resse die je hebt in en de vreugde die je beleeft aan de tuinbezigheden. • Voor de lichamelijke inspanning is er een groot verschil tussen wat kleine, on-gewenste kruiden uittrekken of het sche-ren van een omvangrijke, losse haag.• Ook de tijdsverdeling speelt een rol. Sommige mensen zitten er niets mee in om elke dag een toertje van een half uur door de tuin te maken terwijl ze kleine onderhoudswerkjes doen, zoals het op-binden van de twijgen van de klimroos of wat plukjes gras weg te graaien tussen de riddersporen. Anderen verkiezen dan weer van om de twee tot drie weken een hele dag of een heel weekend te plannen om de tuin in orde te brengen: klim-planten opbinden, gras maaien, border wieden… • De frequentie aan noodzakelijk be-heer is niet onbelangrijk. Vind je het vervelend of niet om gebonden te zijn aan verplichte werkzaamheden zoals het maaien van het gazon of het tijdig sche-ren van de strakke haag? Zo ja, dan moet

4/ Seizoenen februari 2006 Seizoenen februari 2006/ 5

• De bloemenakker of eenjarige bloe-menborder De bloemenakker kan een bewuste keuze zijn om een deel van de open ruimte in te vullen. Omdat je houdt van bloemen en het bijhorend insectenleven of een boeket op tafel leuk vindt.Voor tuinliefhebbers die graag met de handen in de aarde wroeten, die zaaien en wieden aangenaam en rustgevend vinden, is een bloemenakker of border met eenjarigen in de tuin heel prettig. Ook voor kinderen zijn eenjarigen leuk. Het brengt hen in contact met de eerste beginselen van groeien en bloeien en je boekt er heel vlug resultaat mee. Bo-vendien kan deze groenvorm op (heel) kleine oppervlaktes (enkele m2) worden toegepast. Als je de bloemenakker jaar na jaar wil behouden, moet je de bodem verstoren. Dat gebeurt maar één maal per jaar maar is een vrij intensieve aangelegenheid.

• De bloemenweideEen bloemenweide biedt ook kleur maar die kleur is meer getemperd dan bij een

bloemenakker. Ook geeft het mogelijk-heden voor dierenleven. Voor een echt zomergevoel is de geur van hooi (ge-droogd maaisel) bijna onovertroffen.Een bloemenweide moet je – afhanke-lijk van de vruchtbaarheid van de bo-dem – één tot drie maal maaien in het groeiseizoen. Dat is niet zo vaak maar je moet ook het maaisel oprapen, afvoeren en verwerken. Als je hooi wil, moet je

Rechts: Clematis Mme Jules Correvon weeft zich met opvallend rode bloemen in de takken van het uitgebloeid pruimelaartje. Deze clematis wordt niet hoger dan 3 m. Clematis viticellasoorten (zomerbloeiend) wordt meestal elk jaar kort gesnoeid tot op 1-1,5 m (zie Jaaroverzicht p. 12). Tijdens de groei en bloei vormt deze klimplant, met zijn luchtig, bladverliezend gebladerte, nooit een bedreiging voor het pruimelaartje.

Links: de klimop die als bodembedekker werd geplant is ook in de nabije pruimelaar (Mirabelle) geklommen. In perfecte harmonie leefden dit boompje en de klimop samen. Maar nu, na acht jaar, heeft de klimop de fijnere takken bereikt. Weldra legt hij zich, winter en zomer, als een verstikkende deken over de kruin.Tijd om in te grijpen en de klimop uit de kruin te halen!

6/ Seizoenen februari 2006 Seizoenen februari 2006/ 7

het maaisel voor het weghalen een paar maal keren.

• Het gazonIn ons klimaat is een gazon één van de meest efficiënte groenvormen in een siertuin. Een gazon biedt visueel een perfecte open ruimte die je bovendien nog optimaal kan gebruiken als zit- en speelruimte. Het beheer is eenvoudig, maar wel vrij intensief. Gemiddeld om de veertien dagen maaien en bij voorkeur het gras-maaisel laten liggen.

• De bloemenborder met doorlevende plantenBloemenborders zijn een lust voor neus, ogen en oren. Ook het dierenleven vaart er wel bij.Als tuinier kan je er volop je kennis en

creativiteit in kwijt. Bloemenborders – in zon of schaduw – zijn dan ook meestal het paradepaardje in de siertuin. De bloemenborder in de schaduw moet je in het groeiseizoen enkele keren wieden. In de zon vraagt de bloemenborder een intensiever wiedbeheer omdat er in het volle licht meer grassen en ongewenste kruiden groeien dan in de schaduw. De zonneborder kan ook gemaaid worden.Opbinden van omgewaaide planten na een zomerstorm kan nodig zijn. Restan-ten van de doorlevende planten ruim je op, na de winter.

• De waterpartijEen waterpartij brengt extra leven in de tuin. Dit leven in en om het water gade-slaan, is een boeiende en leerrijke bezig-heid voor jong en oud. Bovendien werkt de aanwezigheid van water verkoelend op warme zomerdagen.Een ecologische waterpartij op een geschikte plek in de tuin heeft een bi-ologisch evenwicht. Om dit in stand te houden, moet je vermijden dat er veel bladeren in het water terechtkomen of je haalt ze er uit. Ook het teveel aan verteerde (water)plantenresten worden verwijderd. De vijver moet regelmatig geschoond worden: het teveel aan planten haal je weg om te beletten dat je vijver dicht-groeit.

GESLOTEN RUIMTE

De gesloten ruimte in je tuin biedt volop voedsel, nest- en schuilgelegenheid aan tal van kleine zoogdieren, vogels en in-secten die leven in de tuin brengen en zorgen voor het natuurlijk evenwicht.De toepassingen met houtige planten zijn zeer divers: van een heus bos(je) of

Een waardevol landschapselement maar ook tuinarchitectonisch heel sterk : knotbomen (eik) en een haag.

Het snoeien van zo’n laag haagje is veel minder omslachtig dan van een hoge haag maar moet wel minstens twee tot drie maal per seizoen gebeuren afhankelijk van de soort.

Deze eiken moeten om de acht tot tien jaar geknot worden. Een bestemming zoeken voor het (vrij zware) snoeihout is

aangewezen.

6/ Seizoenen februari 2006 Seizoenen februari 2006/ 7

boomgaard tot struikengordels, heggen, losse hagen, strakke lage of soms heel hoge hagen. Daarnaast heb je ook nog de knot- en leibomen.In de gesloten ruimte is het beheer meer gespreid in tijd over de seizoenen en de jaren. Het zal parallel evolueren met de ontwikkeling van de houtachtige plan-ten en de eventuele onderbegroeiing. De duur van elke fase en de snelheid waarmee ze elkaar opvolgen hangt af van soort en groeiomstandigheden. Een houtgewas in heel moeilijke omstandig-heden – bijvoorbeeld een boom in een grote verharding – vertoont meestal vlugger verouderingsverschijnselen.Het werk in de gesloten ruimte is meestal fysiek zwaarder en het resultaat ingrijpender dan in de open ruimte. Ook afvoer en verwerking van de onmis-kenbare groenresten bij elk beheer vergt tijd en inspanning. De groenresten uit de gesloten ruimte – takken, stronken – zijn omvangrijker en verteren langza-mer dan die van de open ruimte:gras, ongewenste kruiden, bloeiresten…

• (Solitaire) BomenSolitaire bomen, boomgroepen en bo-menrijen kunnen diverse functies in je tuin vervullen: heerlijke schaduw op warme zomerdagen, bloesems en vruch-ten. Ook zijn het perfecte windbrekers en kunnen ze inkijk voorkomen. De snoei van volwassen bomen is be-perkt tot onderhoudssnoei: kruisende en dode takken haal je eruit.

• KnotbomenOp een beperkte ruimte kan je knot-bomen als een zichtscherm op hoogte toepassen. Afhankelijk van de soort moet je ze om de vijf (wilg) tot tien (eik) jaar knotten. Niet zo vaak, maar het

blijft een vrij zware klus op hoogte waar-voor je wel wat werktuigen en materiaal nodig hebt. De jonge twijgen kan je eventueel gebruiken voor ambachtelijke toepassingen (manden, schermen..). Zo-niet zit je met een hoop groenresten.

• LeibomenOok leibomen kan je als zichtscherm op hoogte toepassen op een beperkte ruimte. Ze worden ook vaak als tuin-architectonisch element gebruikt.Het zijn gewone bomen waarvan de tak-ken gedwongen worden om in een be-paalde vorm – meestal horizontaal – te groeien. Daarbij wordt gebruik gemaakt van houten rasters. Afhankelijk van de soort moet je lei-bomen minstens één keer per seizoen snoeien, soms vaker. Het volume takken en bladeren moet heel beperkt blijven in vergelijking met het kroonvolume dat de boom normaal zou ontwikkelen.Net als bij knotbomen is het een karwei dat op hoogte moet gebeuren en waarbij je ook wat werktuigen en materiaal no-dig hebt: onder meer een stevige V-lad-der of stelling.

Bedoeld als groene zonnewering op de pergola zoekt de vijfvingerige wingerd (Parthenocissus quinquefolia) een weg hogerop. De plant beslaat veel meer dan die enkele vierkante meters van de voorziene constructie. Weldra nestelt hij zich tussen de pannen! Een beheerkeuze dringt zich op.

8/ Seizoenen februari 2006 Seizoenen februari 2006/ 9

Snelgroeiende houtgewassen

Traag groeiende houtgewassen

Beheer

Tussen 1-3jaar Houtgewassen slaan aan. Houtgewassen slaan aan.

Na 7 jaar Groei van de bomen komt op gang. Struiken bereiken hun jonge volwassenheid.

Na 13 jaar Struiken zijn volwassen. Sterke aangroei van bomen en struiken.

Na 15-20 jaar Bomen bereiken hun jonge volwassenheid.Struiken beginnen tekenen van ouderdom te vertonen.

(Boomachtige) struiken bereiken hun volwassen-heid.

Snelgroeiende struiken verjongen:- oudste en dikste takken weghalen tot op 20 cm- dood hout weghalen

Na 35 jaar Bomen nemen snel toe in stamomtrek en zijn bijna volgroeid.

Bomen bereiken hun jonge volwassenheid.Struiken zijn op hun mooist.

Snelgroeiende struiken: tweede verjongingsbeurt of vervangen.

Na 50 jaar Bomen beginnen tekenen van ouderdom te vertonen.

Bomen nemen snel toe in stamomtrek.Sommige struiken (ngl. soort) beginnen tekenen van ouderdom te vertonen.

Traaggroeiende struiken verjongen: - eventueel volledigkortzetten tot op 30-40 cm

Na 75 jaar Bomen zijn versleten. Struiken (afhankelijk van de soort) bereiken hun volwassenheid.

Snelgroeiende bomen kap-pen. Rooien geeft te veel verstoring.

Na 100 jaar Bomen en struiken zorgen nog steeds voor een stevig geraamte. Bosflora is nog steeds aanwezig.

OP BEPAALDE TIJDSTIPPEN

Bomen en heesters maken tijdens hun groeipro-ces verschillende stadia door. De jeugdfase wordt gekenmerkt door een snelle groei. Bloeien doen ze dan (bijna) niet. Tijdens de volwassen fase worden de takken (en de stam) dikker en het volume in de breedte wordt nog wat aangedikt door takken die door-buigen. De bomen beginnen te bloeien en produ-

ceren zaad: bessen, vruchten, noten...In de ouderdomsfase is er geen toename meer in volume en de bloei en zaadproductie verminde-ren. In de afstervingsfase produceert het houtgewas meer en meer dood hout. Op bepaalde momenten moeten er, ingrepen gebeuren, zelfs bij de houtgewassen die zich vrij mogen ontplooien.

8/ Seizoenen februari 2006 Seizoenen februari 2006/ 9

De groenresten zijn niet zo omvangrijk maar je moet het wel zien kwijt te raken door te composteren.

• DakbomenDakbomen zijn bomen waarvan de takken gedwongen worden om plat in een cirkel of vierkant te groeien om zo een zonnewering te creëren. Dit wordt vooral in zuiderse landen toegepast. In tegenstelling tot deze zuiderse landen, waar bomen minder groenvolume pro-duceren door de hitte (groeistilstand), moeten dakbomen in ons klimaat tij-dens het groeiseizoen meermaals worden gesnoeid. Het is een karwei op hoogte. Ook van deze bomen kan je de groenres-ten enkel composteren.

• Bosjes Bosjes zijn een samenstelling van bomen en struiken. Meestal is het de bedoeling om een heus klein bos te maken als ex-tra pleisterplaats voor vogels, om erin te wandelen, te genieten van de specifieke bosflora of als avontuurlijke speelplek voor kinderen.Bomen en struiken in een bosje vragen niet meer beheer dan solitaire bomen of struiken in de struikengordel àls de soor-ten passen bij de beschikbare ruimte.Maar als je hebt gewerkt met ‘wijkers en blijvers’ voor een sneller resultaat, dan moet je op een bepaald tijdstip wel drastisch ingrijpen door bepaalde bomen en struiken definitief te verwij-deren (rooien) of door hakhoutbeheer toe te passen. Dit kan een zware en soms ook gevaarlijke klus betekenen. Ook de groenresten zijn niet te onderschatten, behalve als je het bosje hebt opgevat als leverancier van brandhout.

• Solitaire struiken en struikengordelsSolitaire struiken worden los in de ruimte geplant. Meestal zijn ze gekozen voor aantrekkelijke eigenschappen zoals bloemvorm of -kleur, gebladerte of ook voor hun specifieke groeiwijze: toverha-zelaar, magnolia, gele kornoelje… Het is aangeraden om hiervoor soorten te kie-zen die (heel) oud kunnen worden.Ook de struiken in de struikengor-del worden meestal gekozen voor de schoonheid. Solitaire struiken en struiken in de struikengordel vragen weinig beheer: enkel het verwijderen van dood hout, van kruisende takken en af en toe ver-jongen.

Meidoorn wordt acht meter hoog. Een meidoornhaag niet te strak snoeien, maar evenmin als een heg laten uitgroeien is dus een uitdaging. Zeker op dit hellend terrein. Uren werk op een ladder of op een stelling is de opdracht. Maar dat slechts één keer per jaar. De beloning is het werk waard. In de lente een weelde aan bloesems, in het najaar de bessen en heel het jaar door een uitgebreid ‘assortiment’ vogels!

10/ Seizoenen februari 2006 Seizoenen februari 2006/ 11

Toch evolueert een tuin, tijdens de seizoenen, over de seizoenen heen….Ook de sfeer verandert: van een open tuin (de haag en de fruitboompjes zijn pas aangeplant) met volledig zicht op het landschap en totaal geen privacy naar meer beslotenheid en doorkijkjes naar dat landschap…van enkel witte en groene tinten naar een kleurenexplosie.De kunst van een beheer is het evenwicht zoeken tussen het begeleiden van die evolutie en…soms ook los te laten.

10/ Seizoenen februari 2006 Seizoenen februari 2006/ 11

gang of pergola.Klimplanten bieden extra kleur en geur in de gesloten ruimte, hebben als gevel-begroening heel wat voordelen en kun-nen voor schaduw zorgen.Het beheer van klimplanten (snoeien, opbinden...) hangt af van soort en plaats. Een lentebloeiende clematis vraagt minder beheer dan een blauwe regen. Een bruidssluier aan je voordeur zorgt voor een hele zomer knipwerk! En heb je een hekel aan stekels? Plant dan zeker geen (liaan)rozen.Omdat het ook hier meestal gaat om een beheer waarbij je op hoogte moet werken, is een doordachte keuze belangrijk. Ook geschikte klimhulpen zijn belangrijk om te vermijden dat het hele boeltje na ver-loop van tijd naar beneden dondert.

• HeggenEen heg is een kleurrijke en aantrek-kelijke groenvorm om je terrein af te bakenen en zorgt voor een gevarieerd zicht- en windscherm. Kale heggen in de winter zijn een waar schouwspel. Nooit geweten dat er zoveel vogels je tuin be-zoeken? Een heg vraagt in de breedte meer plaats dan een haag maar daar staat tegenover dat je bij de juiste keuze nau-welijks of niet moet ingrijpen.Heggen moet je niet snoeien in de hoog-te. In de breedte kan het wel nodig zijn als er toch meer ruimte in beslag wordt genomen dan voorzien. Af en toe dood hout weghalen kan nooit kwaad. Je kan het al dan niet gehakseld aan de voet van de heg laten liggen.

• HagenHagen worden meestal aangeplant om op een beperkte oppervlakte voor een scherm te zorgen dat je beschermt tegen wind, stofhinder en inkijk. Hagen kun-nen ook een ruimte indelen.Je kan ze op de gewenste breedte en hoogte houden. Er zijn snel en traag groeiende plantensoorten waarmee je een haag kan maken.Hagen worden minstens één maal per seizoen geschoren. Kies je voor een lage haag, ruim onder je reikhoogte, (maximaal je lichaamslengte) met een snelgroeiende soort dan kunnen deze scheerbeurten oplopen tot drie per sei-zoen. Lage(re) hagen hebben het voor-deel dat ze makkelijk te beheren zijn.

• KlimplantenMet klimplanten kan je alle kanten uit.Je kan ze laten groeien in een struik of boom, tegen de gevel van huis of tuin-berging of langs een daarvoor speciaal opgerichte constructie zoals een loof-

Bij deze woning maakt de oude blauwe regen (Wisteria sinensis) het plaatje compleet. Door een drastische, maar correcte wintersnoei wordt de voorgevel nooit compleet bedekt maar prachtig geaccentueerd.

12/ Seizoenen februari 2006 Seizoenen februari 2006/ 13

Lente Zomer Herfst WinterBloemenakker/border met eenjarigen

- Half-winterharde eenjarigen: maaien restanten + versto-ren bodem (3)- Niet-winterharde eenjarigen: weg-halen maaisel + verstoren bodem + bijzaaien (4/5)

- Winterharde eenjarigen: maaien + (afvoeren) + ver-storen bodem - Niet-winterharde eenjarigen: maaien

Gazon Maaien Maaien MaaienBloemenweide Voedselrijke

bloemenweide: eerste maaibeurt (5)

- Voedselrijke bloe-menweide: tweede maaibeurt (einde 6)- Bloemenweide op schrale bodem: enige maaibeurt (7-8)

Voedselrijke bloe-menweide: derde maaibeurt (eind 9)

Border met doorlevende planten

- Schaduwborder: plantresten wegha-len en wieden - Zonneborder: plantresten weghalen en wieden/selectief maaien (4/5)

- Schaduwborder:wieden - Zonneborder: wieden of integraal maaien

- Zonneborder: integraal maaien (half 3)

Water - Gevallen bladeren uit vijver halen- Verteerde plantres-ten verwijderen (8-9)- Schonen indien nodig (8-9)

Waterspiegel afschermen met net of gevallen bladeren regelmatig uit vijver halen

Bomen - Takken die be-schadigd zijn door winterstormen en zware sneeuwvracht verwijderen.

- Schimmelgevoe-lige bomen: snoeien indien nodig - Lei- en dakbomen: snoeien (2 tot 3 beurten)- Bomen waarvan de sapstroom zeer vroeg op gang komt (bloeders): snoeien

Bomen waarvan de sapstroom vroeg op gang komt (bloe-ders): snoeien (ten laatste eind 10)

- Knotbomen: knotten (om de 5 tot 10 jaar) - Lei -en dakbomen: in vorm snoeien (elk jaar)- Klimplanten uit bomen weghalen indien nodig

HET JAARLIJKS BEHEER VAN EEN TUIN SAMENGEVAT

12/ Seizoenen februari 2006 Seizoenen februari 2006/ 13

Struiken -Takken die beschadigd zijn door winterstormen en zware sneeuw-vracht verwijderen-Snoeien van zomerbloeiende struiken indien nodig (3)-Snoeien van de lentebloeiende struiken indien nodig (einde 5 -begin 6)

Groenblijvende houtgewassen snoeien indien nodig

Snoeien struiken waarvan de sap-stroom vroeg op gang komt, de zgn.’bloeders.(ten laatste eind 10)

Weghalen van klim-planten uit struiken (indien nodig)

Heggen - Snoeien van de zomerbloeiende losse haag/heg (3)- Snoeien van de lentebloeiende losse haag/heg (einde 5-begin 6)

Hagen - scheren lossere haag (einde juni)- tweede (en derde) scheerbeurt strakke haag (eind 7 of begin 8 tot 9)

Klimplanten Snoeien van te lange ranken bij onder meer blauwe regen, bruidssluier, kiwi, druivelaar…

- Snoeien van grootbloemige en laatbloeiende clematissen (einde 2 -begin 3)- Snoeien van ‘bloe-dende’ klimplanten o.a. druivelaar (12)- Snoeien van blauwe regen, kiwi, bruidssluier…

De cijfers verwijzen naar de maanden van het jaar.

14/ Seizoenen februari 2006 Seizoenen februari 2006/ 15

Met deze nieuwe rubriek willen leuke of droevige openbaar groenverhalen brengen. Heb jij in de buurt fantastische voorbeel-den of vreselijke miskleunen? Stuur ons je verhaal met foto op. Misschien kan het anderen inspireren of juist behoeden voor erger.

GROENE ARBEIDSINTENSIEVE

WOESTIJN IN BERCHEM

Het grote plein voor het station Antwer-pen-Berchem werd in een groen kleedje gestoken. En wat voor een… tientallen taxusstruiken, in geometrische vormen gerangschikt in bedjes van rood grind. Vanuit de lucht gezien is het patroon wel

FAAM EN SCHAAM IN OPENBAAR GROEN!

mooi, maar daar heb je als voorbijganger weinig aan. Hoe de stad die immense oppervlakte verharding zonder bestrij-dingsmiddelen onkruidvrij gaat houden is mij ook een raadsel. Het is ontzet-tend jammer dat die grote ruimte niet benut werd om kwalitatief hoogstaand groen te ontwikkelen. Een gevarieerde aanplanting was interessant geweest voor vlinders, hommels, vogels en tal van andere dieren. En voor mensen! Waarom geen parkachtige aanplanting met gezellige zithoekjes waar je ’s mid-dag je boterhammen kan oppeuzelen... en waar je je even weg kan wanen van de drukte van alledag.Suggesties welkom...

Het stationsplein in Berchem: een

gemiste kans.Tekst en foto: Evelyne Fiers.

14/ Seizoenen februari 2006 Seizoenen februari 2006/ 15

In vele moestuinen ligt de grond nu nog omgespit en blootgesteld aan de gure

elementen. Jammer, want het kan ook anders. De pluktuin van Lieven David

staat eind februari nog – of al – vol eetbaar groen.

Waar komt dat groen vandaan? Van heel wat groenten win ik zaad op het einde van de zomer. Begin december schoon ik de zaden en gooi ik een deel van het kaf – inclusief wat zaadjes – terug in de pluktuin op die bedjes waar ik graag die vroegste zaailingen wil hebben. Melde, peterselie, diverse sla- en mosterdras-sen en twintig andere eetbare gewassen hebben aan een beetje zonnewarmte genoeg om tot leven te komen. Deze kiemplantjes zijn bewonderenswaardig vorstbestendig en zullen ons de eerste verse groenten leveren. Het teveel aan plantjes kan ik uitdunnen, opeten, ver-planten naar de serre of oppotten en uitdelen. Dit is één van de toepassingen van permacultuur: door de natuurlijke cycli bewust na te bootsen, krijg ik meer opbrengst voor minder werk.Bessen en fruitbomen geef ik nu hun jaarlijkse portie houtas.

SERRE: SCHOONMAAK EN EERSTE

ZAAISELS

De serre is dicht bij huis, vangt het zonlicht maximaal op en is dus dé plek om in het voorjaar intensief te werken. Daarom wit ik de betonnen serremuur-tjes en maak ik het glas schoon. Dit jaar moet ik dat aan de binnenkant wat voorzichtiger doen dan gewoonlijk: op

WAT ETEN WE VANDAAG?

OOGSTEN IN HET VOORJAAR

• Bedjes 3, 9 en 15: diverse rassen winterse bladkool en winterbroccoli. Deze laatste kunnen nu, voor een goede productie, wat extra compost gebruiken.• Bedjes 4, 10 en 16: veldsla en winterpostelein.• Bedjes 5, 11 en 17: Knoflook en oerprei en een paar andere lookplanten krijgen nu wat houtas naast elke plant. Driekantig look en berglook – respectievelijk Allium Triquetrum en A. Carinatum – bieden nu volop lekker loof.• Bedjes 6, 12 en 18: rucola en diverse mosterdrassen, met smaken van heel pittig tot mild. Tatsoi en Green-in-the-Snow zijn hier de sterkste rakkers. Over enkele weken zullen ze doorschieten maar hun bloemknoppen en bloemen zijn ook best eetbaar.• Bedjes 1, 2, 7, 8, 13 en 14 liggen sinds begin december met een laagje compost bedekt. Hier ontspringen in de tweede helft van februari, bij zacht weer, honderden plantjes.

LIEVEN DAVID

16/ Seizoenen februari 2006 Seizoenen februari 2006/ 17

de spanten zitten voor het eerst honder-den sluipwesppoppen. Goed observeren is het begin van ecologisch tuinieren!Ook zaai ik nu wortel en radijs maar niet gewoon in de serregrond: de worteltjes (Amsterdamse Bak) zaai ik dunnetjes breedwerpig in een vijfliterpot gevuld met gezeefde compost. De radijsjes (French Breakfast of een ander vroeg ras) zaai ik in een ondiepe kweekbak van 40 op 45 cm. Bakken en potten zet ik binnenshuis tot de kiemen verschijnen. Daarna verhuizen ze naar de serre. Met wat geluk kunnen we in de tweede helft van maart radijsjes oogsten en half mei de eerste worteltjes.Potten en bakken zijn verplaatsbaar. Zo staan ze niet in de weg bij serrewerk-zaamheden. Ook kan ik de radijzen-bak bij felle voorjaarszon gewoon even buitenzetten: hoge serretemperaturen deden vroeger vaak hele rijen serreradijs-jes doorschieten en dat is nu verholpen. Natuurlijk moet ik deze teelten op tijd water geven. Het zeulen met water neem ik er graag bij. Zaaiui krijgt een gelijk-aardige start: eerst binnen, later naar de serre. Eind april plant ik de frêle uien-plantjes op het veld uit. Ik heb al diverse variëteiten geprobeerd maar het ware ras moet ik nog vinden.Eind februari staan de suikererwtjes al mooi groen in hun 9 x 9 cm plastic bloempotjes. Zodra hun worteltjes on-deraan uit de potjes komen piepen én het weer zacht is, plant ik ze uit op het

erwtenbed aan een hoge of lage klim-steun. In 2006 zijn dat bedjes 3, 9 en 15. Voorlopig staan daar nog koolplantjes. Die zullen de erwtenplanten nog een maand of twee de nodige beschutting geven. Eén rijtje Sugar Bon – het vroegste suikererwtenras – plant ik in de serre.

HET TIELTSE VOORRAADVELD

In de winter is het voorraadveld bedekt met hooi. Begin maart hark ik een rijtje in deze composterende laag en poot ik een halve kilo Setton plantuitjes. Ik strooi nog wat houtas over de rij. In principe kan ik nu gewoon de oogst afwachten.Thuis, in het warmste keldergedeelte, krijgen begin maart een honderdtal plantaardappelen in bakjes een warm-testoot waardoor ze flink gaan schieten. Eind maart – voor de vroege aardap-pelen – en half april – voor de late ras-sen – gaan ze het veld in.Gewoonlijk schuif ik het half gecom-posteerde hooi in rijtjes weg, leg de plantaardappeltjes op de grond en de laag hooi er weer over. Eigenlijk is dit, ondanks de theorie van Ruth Stout, geen ideale plantmethode voor aardappels. In de bedekking groeien de aardappels eerst veel te traag. Ook bevordert deze mulchlaag schade door nachtvorst. Mis-schien is het beter als ik het hooi over de hele lengte van de rij tijdelijk verwijder. Ik probeer dit jaar één en ander uit. Uit-eindelijk groeien alle aardappelplanten wel fors genoeg uit, ook al omdat ze 50 cm in de rij krijgen, en 100 cm tussen de rijen. Ik som de rassen even op die ik in 2005 met plezier gekweekt heb:• Vroege: Berber• Halfvroege: Cherie, Catriona, Linzer

OOK EEN BROEIHOOP OPSTARTEN?

Lieven David geeft dit voorjaar enkele lessen over het aanleggen van een broeihoop. Kijk hiervoor bij de plaat-selijke activiteiten in het midden van Seizoenen. Deelnemers brengen elk een zakje grasmaaisel mee.

16/ Seizoenen februari 2006 Seizoenen februari 2006/ 17

Speise, Cilena• Halflate: Charmante, Raja, Agria• Late: Corne De Gatte, Peru Purple

HOOP DIE LEVEN DOET

Rond half maart begint het bij mij weer te broeien. Ik leg elk jaar in de serre een broeihoop aan. Niet met paardenmest of zomaar met twee vaste ingrediënten: verse houtsnippers en grasmaaisel. Het mengsel van beide materialen stapel ik tussen drie wanden. Die bestaan uit betonnetten van 1 m hoog, gevoerd met grote stukken karton of gerecycleerd plastic. De hoop wordt ongeveer 1,5 m3 groot: een goede maat om een constante broei te garanderen. Bovenaan ligt de constructie ongeveer waterpas zodat ik een mooi vlak krijg van 100 op 150 cm. Nadat ik alles flink nat maak en afdek met plastic of karton, kunnen de micro-organismen beginnen te werken.Na één dag al voel je het bij het binnen-komen van de serre: hier wordt gestookt! Zwarte plastic kweekbakken van 40 op 45 cm komen bovenop de broeihoop. Ik vul die bakken met gezeefde compost, het product van de broeihoop van vorig jaar. En nu kan het zaaien beginnen!Een bodemthermometer in één van die bakken helpt mij om de temperatuur te controleren: mijn bedoeling is om de zaadjes en de zaailingen constant 20-25°C te gunnen. Als het hen te heet wordt onder de voeten, stop ik wat extra karton tussen de broeiende hoop en de zaaibakken. Eén keer heb ik het mee-gemaakt dat mijn tomatenzaailingen bij 40°C het loodje legden! Enkel bij strenge vorst dek ik ‘s nachts de zaaibak-ken af met een krant of wat karton.De hoop koelt natuurlijk af – gemiddeld na een dag of tien. Het moment om ‘de

Dankzij de broeihoop binnen is de serre al vanaf half maart vorstvrij. En is Lieven verzekerd van een vroege oogst van sla, bonen en erwten. De erwten groeien omhoog langs een betonnet.

De zaaibakken van tomaten worden op de broeihoop geplaatst. Zo hebben ze een constante temperatuur tussen 20 en 25°C.

18/ Seizoenen februari 2006 Seizoenen februari 2006/ 19

kachel op te poken’, zoals ik tegen mijn huisgenoten zeg. Ik plaats bakken en be-dekking opzij en zet de dampende hoop helemaal om tussen een gelijkaardig stel wanden naast de oorspronkelijke hoop. Als ik vers grasmaaisel ter beschikking heb, meng ik dat onder mijn broeihoop. Zo nodig maak ik de hoop nog wat nat.Ervaring, extra grasmaaisel en vier keer omzetten om de tien dagen – telkens een half uur – zorgen voor een continu verwarmende hoop. Eind april stook ik deze gratis kachel voor de laatste keer op. In een volgend nummer lees je meer over wat ik daarna met de broeihoop doe.Mijn zaailingen groeien zo elk jaar weer flink en vooral stevig op: bodemwarmte, maximaal licht en continu CO

2 – dit

laatste is een niet te versmaden neven-product van deze broeiende kachel. Nog een aangenaam extraatje is dat de hele serre vanaf half maart vorstvrij is.

Zelfs als ik geen serre had, zou ik dit soort kachel niet meer willen missen. Een goed alternatief is een soortgelijke hoop buiten – eventueel een maand later opgestart – en er bovenop, in minikasjes, heel wat groenten voorkweken.

NUTTIGE INSTRUMENTEN

• Etiketten zijn onmisbaar om alle soor-ten en rassen uit elkaar te houden. Gra-tis en milieuvriendelijk zijn mesheften of Amerikaanse zwaardscheden: stevige lange schelpen, die je overvloedig langs onze kust vindt. Ik schrijf er met een onuitwisbare stift de namen op.• Ik heb tien jaar geleden enkele be-tonnetten met mazen van 15 cm en een hoogte van 180 cm gekocht. Daar maakte ik een tiental stukken klimgaas van met diverse afmetingen. Makkelijk op te zetten, af te breken en op te bergen en multifunctioneel! • Jaarlijks snoei ik uit enkele hazelaars in de buurt de mooiste, langste takken. Takken van twee of drie jaar oud en drie tot vier meter lang vormen prachtige rechte bonenstaken. • De tuinvork. Leo Caliber toonde mij dit nuttige verspeen- en wiedinstrument: je haalt gewoon de middelste tanden uit een keukenvork!

SLAKKEN: ANDERE MIDDELEN

Onze pluktuin is zanderig en vrij droog en elke dag komen er gratis slakkenwe-rende sparrennaalden uit de tuin van de buurman aangewaaid. Echt talrijk zijn slakken hier dus nooit geweest, en als het van mij afhangt, krijgen ze daar ook de kans nooit toe:• Tussen elke twee bedjes staan omge-keerde bloempotten, als grensmarkering

Enkele handige hulpmiddelen

in de moestuin: een vork met

twee tanden en Amerikaanse

zwaardscheden als naambord.

18/ Seizoenen februari 2006 Seizoenen februari 2006/ 19

en als slakkenval: ik stop er een sappig blad in of een stuk pompoen. Af en toe inspecteer ik deze slakkenpotten en geef ik de inhoud aan de kippen.• In een ronde minikippenren (150 cm diameter en 100 cm hoog) uit gaas laat ik onze twee kippen op verplaatsing scharrelen. Telkens als er een plekje vrij-komt in de pluktuinbedjes geef ik ze een hele dag de gelegenheid om alle slakjes en andere beestjes op te vreten. Ook op het gazon is deze verplaatsbare ren ove-rigens nuttig. Hier grazen ze regelmatig een uurtje, vaak in gezelschap van ons héél tam – want niet-gravend – konijn.• Ik houd nog een paar middelen achter de hand om plotse slakkenaanvallen het hoofd te bieden: houtas, als tijdelijke barrière en Escar-Go, een ecologisch be-strijdingsmiddel.

WINTERBROCCOLI

Als je graag van februari tot mei moeite-loos massa’s kleine broccoli plukt, zit je goed met deze voorloper van onze hui-

dige zomerbroccoli. Het is een groente die in onze lage landen vrij onbekend blijft – volgens mij helemaal onterecht! Het nadeel zou de lange teeltduur zijn. Ik zaai ze inderdaad in mei of juni maar ik zie enkel heerlijke voordelen: • Zomerse aantasting door de koolgal-mug resulteert in vertakte planten, maar dat is niet erg bij dit gewas.• De winterhardheid en de voedings-waarde zijn uitmuntend.• Je kunt maandenlang verse scheuten plukken, als je diverse rassen zet. Green Sprouting, Purple Sprouting en White Sprouting zijn de klassieke Engelse variëteiten, elk met vroege en late se-lecties. Op de Engelse en Amerikaanse markt komen er trouwens geregeld nieuwe rassen. • Er zijn ook twee doorlevende rassen: Nine Star Perennial en Granddad May-cock’s Collards.

Nine Star perennial is

een doorlevend broccoliras.

Foto’s Lieven David.

20/ Seizoenen februari 2006 Seizoenen februari 2006/ 21

ZAAIEN IN HET VOORJAAR?

Ik geef hier een aantal van mijn vaste waarden aan. Elk jaar probeer ik weer tiental-len nieuwe of oude rassen uit. Enkel de lekkerste en productiefste blijf ik verder kweken.Van die 80 tomatenrassen zet ik telkens één plant: veel interessanter dan 80 planten van hetzelfde ras, omwille van de vele smaken, de oogstspreiding én vooral de ziek-teresistentie.Zoals je ziet, groepeer ik de zaaiwerkzaamheden: dat maakt het werken overzichtelij-ker. Ik zaai altijd in die handige zwarte plastic kweekbakken.

• Naast de broeihoop, dus niet zo warmpjes:Sla: Dorée de Printemps, plus een mengsel **Broccoli: een mengsel **, plus Purple Peacock. Dit variabele ras heeft paarse, decora-tief ingesneden blaadjes en kleine hoofdjes; het is productief tot volgende winter!Selder: een mengsel **Radijs (in een bak): Flamboyant

• Volgende pluktuinbedjes krijgen ‘n laagje compost en worden daarna ingezaaid:Bedje 18, aan de zonnekant van de serre en dus extra beschut: radijs Flamboyant en IJskegelBedjes 5 en 11, tussen de look: spinazie Vroeg Reuzenblad en peterselie Demos*

IN DE DERDE WEEK VAN MAART

• Op de broeihoop:Aubergine: Avan F1Paprika: Gypsy, Turkish Sweet CayenneHete Peper: Grandpa’s Home Pepper, YatsufutsaKerstomaat: Sungold F1; Come*; Black CherryMiddelgrote Tomaat: Jaune FlamméeOssenharttomaat: MyonaVleestomaat: Aunt Ruby’s German Green; Kellogg’s BreakfastItaliaanse tomaat: Martino’s, Gilbertie’s, PertsevidnyKomkommer: Libanese MiniPhysalis: PeruvianaBasilicum: Enak*Andere kruiden: Indiase Ginseng; ABC-kruidElk jaar zaait Lieven zo’n80-tal

tomatenrassen. Hier Gilbertie’s.

20/ Seizoenen februari 2006 Seizoenen februari 2006/ 21

IN DE DERDE WEEK VAN APRIL

• Op de broeihoop:Pompoen:Hokkaidopompoen: Red Kuri F1*; diverse grijze en groene rassen;Dessertpompoen: Sweet Dumpling en enkele verwanten**Muskaatpompoen: Butternut en enkele verwanten**Courgette: Strix*Suikermaïs: één of andere F1, en Golden BantamVroege boontjes: Paloma. Hiervan zal ik een aantal planten in de serre zetten, en de rest gaat vanaf half mei buiten.

• Naast de broeihoop start ik de volgende groenten:Witte, rode, spruitkool: telkens een mengsel **.January King (al van voor 1885) en Stanton F1: kruisingen van witte kool met savooi. Behoorlijk winterhard en net iets pittiger dan witte kool.Winterprei: een mengsel **.Sla: een mengsel **

• Ter plaatse, op bedje 12, boven op een dun laagje compost:Radijs: Sperling Parat, Shunkyo

* dit zijn mijn eigen kruisingsproducten.** Zaadmengsels maak en gebruik ik al jaren, voor een aantal gewas-sen waarbij oogstspreiding belangrijk is.

Pompoenen van het ras Sweet Dumpling.

Sla, hier Doriée de printemps, wordt in maart naast de broeihoop gezaaid.

22/ Seizoenen februari 2006 Seizoenen februari 2006/ 23

Vlaanderen kan zéker groener – met onze grote bevolkingsdichtheid en verstedelijkt karakter is er nood aan vergroening. Alles helpt, ook groene scholen. Daarom publiceert Velt met WWF en de Vlaamse overheid Vergroening van de schoolomge-ving. Een lessenpakket, met een technische hand-leiding en twee werkboeken, één voor het basison-derwijs en één voor het secundair onderwijs.

GROENE SCHOOL CONCREET

Elke school kan vergroenen! Ook in de stad, of met weinig ruimte zijn er vele kansen. Elke school, of ze nu op het platteland of midden in de stad ligt, moet in de handleiding haar gading vinden. Daarom is er in het pakket een ruime waaier groenvormen: gevelgroen, bloemenakker, graslandvegetaties, aan-plantingen met bomen en struiken, groendaken, poelen, moestuin, kleinfruit en kruiden... Telkens vind je hoe je ze moet aanleggen en onderhouden. En daarbij de uitgangspunten van ecologisch groen

op school: groen dat goed is voor milieu, natuur en mens. Ook vind je in de handleiding een stap-penplan. Het begin is de inventaris van wensen en ideeën – het einde het concrete uitwerken van een plan van aanleg.Deze handleiding richt zich in de eerste plaats naar leerkrachten van basis- en secundair onder-wijs. Maar iedereen die wil werken aan een groene school vindt hier de nodige technische informatie.

VOOR HET BASISONDERWIJS

Het werkboek geeft argumenten om grote en kleinere mensen te overtuigen van de meerwaarde van groen op school. Ook zijn er tips om leer-krachten, leerlingen, ouders… bij het proces te betrekken.Tips voor diverse fasen: planning, aan-leg en onderhoud van groen op school. Het wordt al gauw duidelijk dat ook participatie belangrijk is. En het wordt ook praktisch: je leest ook hoe je werkdagen organiseert en leerlingen betrekt bij het werk. en natuurlijk is er ook aandacht voor het vervolg: wat kan je doen om het groen op school – als het er eenmaal is – ook levend te houden. Vele praktijkvoorbeelden illustreren de tips. Met 20 les-sen worden leerlingen betrokken bij elke fase van het vergroeningsproces. Extra aandacht gaat naar het inzetten van een vergroende schoolomgeving in de lessen. Dat is ruim: van beestjes en planten onderzoeken tot werk met spreekwoorden, poëzie en kunst.

Sara De Winter en Greet Tijskens

Bestellen bij Velt of WWF, aan € 12,5. voor hand-leiding en werkboek (samen 220 p.) Stort op 001-0990550-62, Velt vzw als ‘Schooltuin basis-onderwijs’. Het werkboek voor het secundair onderwijs is beschik-baar in september 2006.www.milieueducatie.be/vergroening

ALLES VOOR EEN GROENE SCHOOL!

Vergroening van de

schoolomgeving: tips voor het

aanleggen van een schooltuin. Je kan

deze publicatie bestellen bij Velt.

22/ Seizoenen februari 2006 Seizoenen februari 2006/ 23

Werkt compostthee preventief tegen schimmelaantastingen bij planten?

En heeft compost ziektewerende eigenschappen? We zetten het op een rijtje.

COMPOST ZIEKTEWEREND

De microbiële activiteit in een bodem is belangrijk voor het onderdrukken van ziektekiemen. Essentieel voor een goed bodemleven is de aanwezigheid van vol-doende en kwalitatieve organische stof. Massa’s ziekteonderdrukkende organis-men, voedselrecycleerders, afbraakorga-nismen en organismen die zorgen voor een goede bodemstructuur, blijven ac-tief in de bodem – zolang er voldoende organische stof is. Daalt dat peil onder een bepaald niveau dan verdwijnen deze ziekteonderdrukkende eigenschappen en kan de ziekte snel uitbreiden. In de gangbare landbouw leidt dit tot meer pesticiden en vervolgens tot min-der diversiteit in het bodemleven. Een neerwaartse spiraal dus, en tegelijk gaan de ziekteverwekkende organismen het beter doen. De enige oplossing is, ervoor zorgen dat het gehalte stabiele organische stof weer stijgt en het herkweken van een systeem

UIT DE PRAKTIJK

COMPOST EN COMPOSTTHEE

ALS PREVENTIE TEGEN ZIEKE PLANTEN

van nuttige bodemorganismen die zich daarin spontaan vestigen en uitbreiden. Het is belangrijk daarvoor ‘stabiel’ mate-riaal te gebruiken, zoals compost: mate-riaal dat traag afbreekt. Snel afbreekbare materialen leveren wel snel voedsel voor de plant maar zijn voor het bodemleven niet nuttig.Compost is doeltreffend om planten-ziekten te voorkomen. Het stimuleert de uitbouw van een meer gevarieerde bodemomgeving waarin een complex netwerk van bodemorganismen tot ont-wikkeling komt. Compost dient hierbij als voedselbron en herbergt organismen die de schadelijke kiemen ‘aanvallen’: ze grazen of parasiteren erop en scheiden antibiotica uit om hen te inactiveren. Ze zorgen er ook voor dat de plant ‘alert’ wordt voor ziektemakers, waar-door hij afweerstoffen aanmaakt. In een steriele grond zijn die prikkels er niet: als er ziektemakers opdagen, kunnen er onvoldoende afweerstoffen komen, of ze komen te laat.

Gerrit Van DaleVlaamse Compostorganisatie(Vlaco vzw)

24/ Seizoenen februari 2006 Seizoenen februari 2006/ 25

COMPOSTTHEE

Compostthee is een waterig extract op basis van rijpe gehumifieerde compost. Door te roeren wordt compost op ka-mertemperatuur met water gemengd. Tijdens het mengen worden suiker, gesteentemelen en kruiden (heermoes) toegevoegd. Deze toevoegingen stimu-leren de groei van gunstige bacteriën en schimmels uit de compost. Om schuim-vorming te vermijden, wordt wat zon-

nebloemolie toegevoegd. De resterende vloeistof wordt gezeefd om ze als blad-voeding en bodemstimulator over gewas en bodem te sproeien. Zo werd een goed resultaat geboekt bij onder meer het afremmen van bladschimmels zoals Phytophtora bij aardappel en tomaat, witziekte bij druif en komkommer, grijsrot bij boon en aardbei, bladvlekkenziekte bij bonen en schurft bij appelen. Men gebruikt hier-voor 10 tot 15 l compostthee per are.

De nuttige organismen nemen fors toe in de thee. Ze onderdrukken de ziekte-makers: ze concurreren met of parasite-ren op de ziektekiemen of ze produceren stoffen die de ziektemakers afremmen. Volgens de literatuur zou het vernevelen van compostthee op blad en bodem di-verse voordelen bieden:• het levert voedingsstoffen voor planten en micro-organismen• het stimuleert nuttige organismen in de bodem en op het blad • het versnelt de afbraak van organisch materiaal en gifstoffen• het versterkt groeiprocessen en stimu-leert kieming, wortelontwikkeling en rijping • het verhoogt de natuurlijke ziektewe-ring door het activeren van afweerme-chanismen.Tijdens de Velt-studiedag over compost in Londerzeel op 8 oktober ll., maakte Dr. Jaak Ryckeboer ook enkele kritische kanttekeningen bij het gebruik van compostthee:• Achtergebleven micro-organismen groeien verder in de spuitleidingen en kunnen die verstoppen. Goed reinigen na gebruik dus. • Bij een regenbui verdwijnt de com-postfilm op het blad snel.

VEILIGHEIDSTERMIJN BIJ COMPOSTTHEE

Hoe lang moet je wachten om je groenten te oogsten na-dat je compostthee hebt gebruikt? Het onderzoek is nog volop aan de gang: voorzichtig zijn is dus de boodschap. In Amerikaanse vakliteratuur wordt een termijn van vier maanden aangeraden(*) voor compostthee van mestcom-post en als er snel verbruikbare C-bronnen zoals suikers, melasse… werden toegevoegd. Deze periode zorgt ervoor dat het aantal mogelijk aanwezige pathogene organismen voor de mens, bv. Salmonella, in het dierlijk materiaal die zich tijdens het theeproces kunnen vermenigvuldigen, geïnactiveerd zijn.

Hierdoor lijkt compostthee op basis van dierlijk materiaal voor de liefhebber af te raden. Bijna alle groenten zijn volgroeid voor ze vier maanden oud zijn. Twee kantteke-ningen hierbij:• Liefhebbers voegen (meestal) geen snel opneembare C-bronnen toe. In zo’n mengsel zullen micro-organismen, zowel goedaardige als ziekteverwekkende, zich minder snel vermenigvuldigen. • Voor compostthee op basis van plantaardig materiaal (tuinafval, groente- en fruitresten,...) is dit risico bedui-dend lager. Een veiligheidstermijn hebben we hiervoor in de vakliteratuur niet teruggevonden.

(*) http://lists.ibiblio.org/pipermail/compostteas/Week-of-Mon-20021007/000512.html

24/ Seizoenen februari 2006 Seizoenen februari 2006/ 25

• Als de thee ook vertrekt van extracten van ge-composteerde mest, kan het zijn dat mens- en dierpathogenen niet helemaal afgestorven zijn. Dit kan leiden tot infecties (zie ook kader: veiligheids-termijn).

Compostthee lijkt een bijkomend, preventief inte-ressant hulpmiddel te zijn ter onderdrukking van bladziekten veroorzaakt door bladschimmels. Er moet wellicht nog bijkomend onderzoek komen naar de beste bereiding en gebruiksperiode. Als je het zelf probeert, gebruik dan vooral plant-aardig uitgangsmateriaal. En geef je bevindingen door aan het Velt-secretariaat (03 281 74 75, [email protected]).

Luc Vanhoegaerden met dank aan Jaak Ryckeboer

RECEPT COMPOSTTHEE VOOR DOE-HET-

ZELVERS

De extracten worden bereid bij 15-25°C door de compost minstens 1 week, maximaal 2 we-ken, in water te laten weken. Hiervoor neem je een verhouding van 2 l (of ongeveer 1,4 kg) compost op 10 l water, een mengsel dat je dagelijks eens goed door elkaar roert. Na deze periode zeef je de oplossing door een linnen doek om de grove resten te verwijderen. Deze vloeistof kan je onverdund over de aardappe-len, tomaten of komkommers sproeien, in een dosis van 1-1,5 l per 10 m2. Jonge slaplantjes kunnen ook voor het uitplanten in het extract worden gedipt.Handboek Ecologisch tuinieren, p. 204, Velt.

Compostthee is nuttig voor het afremmen van bladschimmels zoals Phytophtora bij aardappel- (boven) en tomatenplanten.

26/ Seizoenen februari 2006 Seizoenen februari 2006/ 27

Holbewoners als mollen, muizen en ratten bezorgen tuiniers vaak tandengeknars.

Geregeld komen nieuwe producten of klemmen op de markt. Recent was dat

de Topcat-klem om ze te vangen en ricinusschroot om ze te weren.

Orgamé, verdeler van tuinproducten, benadert Velt-afdelingen hiermee. Daarom dit artikel, als duiding.

Topcat is een Zwitsers mechanisch vangsysteem, oorspronkelijk voor het vangen van woelratten in fruitboomgaarden. Het bleek ook te werken bij het vangen (en doden!) van mollen en woelmuizen. Topcat bestaat uit een peilstok, om na te gaan waar de gangen zijn, een grondboor om een nauwe koker te boren tot in de gang en een vangklem die in de koker moet komen. Het systeem wordt opgespannen met een veer die mol of rat klemt en doodt; onafhankelijk vanuit

WOELMUIZEN, WOELRATTEN EN MOLLEN

welke richting ze komen. Bovengronds kun je zien of de val aansloeg of niet. Het Topcat vangtoestel wordt vooral in Duitsland, Zwitserland en in Nederlands-Limburg bij biologische fruitboeren met goed resultaat toegepast. De ervaring bij bio-fruittelers leert, dat meerdere van dergelijke vallen nodig zijn in de boomgaarden om er echt een economisch resultaat mee te boeken. Minpunt is dat er bij intensief gebruik blijkbaar snel slijtage optreedt. De handleiding beschrijft wel in detail hoe een afgebroken trekker moet worden vervangen. Het is een tamelijk duur toestel. De aanschafkosten: de peilstok € 30, de grondboor € 40 en de eigenlijke val € 40. Een duur en dodend vangsysteem dus.

Ricinusschroot is een bijproduct uit het winningsproces van wonderolie die geperst wordt uit de bonen van de

Een leuke illustratie uit

de folder van de Topcat-klem.

Maar wel heel optimistisch.

26/ Seizoenen februari 2006 Seizoenen februari 2006/ 27

wonderboom, Ricinus communis. De olie wordt gebruikt voor medicinale toepassing. De wonderboom is een decoratieve bladplant die afkomstig is van het Afrikaanse continent. Hij behoort tot de wolfsmelkachtigen (Euphorbiaceae), planten waarvan wordt gezegd dat ze eenmolwerende werking hebben. Uit tuinierservaring met de bekendere kruisbladwolfsmelk (Euphorbia lathyris) weten we dat het geureffect van de wortels soms mollen op afstand houdt, soms ook niet. Na het persen van de olie blijft er schroot over. Dit bevat 85% organische stof en wordt vooral verkocht als een rijke humusbron (5,5 % N stikstof, 2% fosfor P

2O

5 en 1,5% kalium K

2O).

Tuinaanleggers in Wallonië gebruiken het als bodemverbeteraar, ze werken het in de bovenste grondlaag in.Wolfsmelksoorten zijn giftig. Het schroot moet dan ook gecontroleerd toegepast worden. Het is immers een toxisch product dat je volgens de verpakking buiten het bereik van kinderen hoort te bewaren.

Ricinusschroot heeft dus twee troeven: als bodemverbeteraar en mollenverdrijver. Maar de vraag die rijst is niet alleen ‘Hoe werkt dit?’, maar ook ‘Is het nodig?’ Als je compost gebruikt, biedt ricinusschroot als humusbron geen meerwaarde. Dan zal het gehalte organische stof zo al op peil zijn. En als mollenverdrijver? De ervaring toont ons dat met gelijkaardige planten wisselende resultaten bekomen worden.

Luc Vanhoegaerden

INTERESSE?

Ricinusschroot en het Topcatsysteem worden in Vlaanderen verdeeld door Orgamé, 051407352, www.orgame.be. Topcat wordt in Nederland verdeeld door Landbouw Loonbedrijf Schnackers uit Bocholtz, 0031(0)45-5442084.

Ricinusschroot komt van de woderboom. De resultaten als mollenverdrijver zijn wisselend.

28/ Seizoenen februari 2006 Seizoenen februari 2006/ 29

SNOEICURSUS KLEINFRUIT

schaar? Wanneer en hoe gebruik je een snoeizaag? Waar let je op als je snoei-gereedschap koopt?

Met deze informatie kan het echte snoeiwerk beginnen. De lesgever de-monstreert op de aanwezige struiken in de tuin. Als een les binnenshuis plaats vindt, demonstreert de lesgever op mee-gebrachte takken. Dat gebeurt ook als bepaalde struiken niet aanwezig zijn in de tuin. Onder het ervaren oog van de lesgever zal elke deelnemer zelf ook kun-nen oefenen op de aanwezige struiken. Ook met je vragen en problemen bij het snoeien in je eigen tuin kan je terecht bij de lesgever. Je zal hierop zeker een antwoord op krijgen. Na de les kunnen de deelnemers de meest voorkomende soorten kleinfruit zelf snoeien.

Snoeien is een vakmanschap op zich. Het is moeilijk enkel uit de boekjes te leren. Het zien en doen in de praktijk voorkomt veel misverstanden! Door goed te snoeien kan je hardnekkige ziek-ten beperken zoals bijvoorbeeld meel-dauw bij stekelbes, meniezwammetjes bij rode bes... Dat komt meestal de pro-ductie van de struiken ten goede. Bij een goede verzorging blijven struiken langer gezond en productief.

Heb je zin en interesse gekregen in een snoeicursus? Er wordt zeker wel ergens in jouw buurt eentje gegeven. Neem zeker eens een kijkje in de middenkatern of neem contact op met je afdeling!

Pierre Zanders en Elke Franchois

Verschillende Velt-afdelingen organise-ren de komende weken een snoeicursus kleinfruit. Deze lessen vinden meestal plaats in een tuin, zodat de theorie on-middellijk wordt omgezet in de praktijk. Een lesgever, met voldoende praktijker-varing, begeleidt deze cursus.

Eerst wordt er gekeken naar het snoei-gereedschap. Welke zijn goede snoei-scharen en welke niet? Hoe moet je het gereedschap onderhouden, slijpen en waarom? Waarvoor dient een takken-

28/ Seizoenen februari 2006 Seizoenen februari 2006/ 29

ZOEKERTJES• Te koop (Wellen): betonnen weidepalen, zinken afrastering, haagscharen, aks, hamer 5 kg, tuinslang 50 m, tuinrol, houten kruiwagen, rugsproeier, allerlei tuingerei, fruitkisten, houten appelpers, bascule voor 200 kg met gewichten, weckpotten, waterkruiken 25 l, waterpomp (manueel), kuikenkacheltje met kap, tabaksnijmachine, slijpsteen (water), zaagtafel, allerlei schrijn-werkersgerei. 016 25 12 89.

• Te koop: - aardappelplanter Cramer, 2 rijen automatisch,- schotelstrooier voor 3 m, bv. kalk: met 6 schotels. 051 700 775.

• Te koop: - walnoten € 1,75/kg,- kleine gewikkelde pakken voor-drooggras (± 45 kg; 2e snee).Thuislevering mogelijk.03 772 71 60 (Sinaai) of [email protected].

• Te koop: zitmaaier Mulcher Stiga.mod.Parker Royal, multi-clip van 107 cm Mot.: B&S twin 16 pk, 5 j, 245 uren gewerkt. Prijs € 3800. Frans Serneels,015 75 50 21.

• Gezocht: een houtkachel voor sociale werkplaats ‘Den Diepen Boomgaard vzw’ in Grimbergen. Joost of Staf 02 2700035 (overdag) of [email protected].

• Te koop: diepgevroren biologisch geteelde bessen, rode, witte en roze gemengd, kruisbes geel en rood. J. Vanneylen 03 312 14 76.

• Te koop: zuivere bijenhoning, Polderstraat, 238, Zwijndrecht. 03 252 71 53 - 0494 77 40 04.

• Te koop: broodsnijmachine, kaassnijmachine, graanmolen DDD-president, weegschaal. 03 239 61 11.

• Te koop wegens verhuis :- serreframe Filclair (3,75 m x 6 m) € 250- hakselaar € 50;- dame Jeannes € 5;- diepvriezer € [email protected].

• Gezocht: houtgestookte kook-ketel, inhoud 60 l of meer voor steriliseren… 03 713 43 90.

• Te koop: echte bijenwas recht-streeks van de imker, voor het ma-ken van boenwas, kaarsen, zalven. W. Vandenberghe 050 38 90 20.

• Te koop:- Schapenlammeren ras Kerry Hill. Met stamboek.- Heteluchtverwarmer Sial 21 Kw 2150 cal. Brandt op olie en mazout. Rookafvoer via schoor-steen. Heeft enkele maanden een

serre van 40 m2 verwarmd. 054 41 90 54, [email protected].

• Te koop: bijenvolken in simplexkasten. 03 482 33 06, [email protected].

• Te koop: dekram, Ouessant schaap, 0485 24 01 98.

• Te koop: 2 nieuwe Hampshire hanen, 1 Izegemse koekoek haan, 1 Wyanbot haan van mei ‘05. 050 39 17 48.

• Gezocht: kleine hoeveelheid (bv. 1 kg) biologische pootaardappe-len (bij voorkeur Junior of Raja). Uit de omgeving van Schelle (Aartselaar, Wilrijk, Kruibeke ...). Jutta Kleber, 03 236 32 77.

• Gezocht: kruiden voor kruiden-tuin in dagactiviteitencentrum voor personen met psychosoci-ale problemen. Alle kruiden zijn welkom, gratis of tegen kleine vergoeding. 09 221 99 46.

• Te koop: Taxus Bacata 0,90-1,20 m tegen zacht prijsje. 050 38 07 95.

• Te koop: kleine bussels hooi, luzernehooi en stro. Aardappelen (Agria, Charlotte, Raja en Appell). Fr. Ongenaert 03 713 43 90.

• Gezocht: advies voor zieke notenboom. In 2004 hadden we weinig noten, in 2005 zelfs weinig bladeren. Onderaan laat de schors los. Ik wil hem redden. [email protected].

30/ Seizoenen februari 2006 Seizoenen februari 2006/ 31

• Gezocht: standhouders op tuindag van Gezinsbond Eisden-dorp op zondag 4 juni 2006. Voor particulieren en zelfstan-digen. Guido Hermans 089 753 447 of gsm 0478 60 94 47, [email protected].

• Te koop: een wijnpresenteerkast. Uit stevig vurenhout; 86 x 195 x 45 cm. € 175, aan huis geleverd. Te bezichtigen in de Grote Beer, Beeldhouwersstraat 46, Antwer-pen, ev. een maand op test. Marc Van Pelt, 0478 78 28 57.

• Te koop: nieuwe terra cot-tavloertegels 18x18 cm, opp: 11,8 m2. Kleur strogeel-oranje. Prijs o.t.k. Info + ev. foto al ge-legde vloer: 054 32 03 49.

• Gezocht: - tweedehands baby- kleertjes in eco-katoen, zijde of Demeterwol. - zwangerschapssalopette (+/- maat 38)[email protected], 03 385 43 63.

• Over te nemen: gekende ren-dabele natuurvoedingswinkel in O.VL., prachtzaak, parkeerge-legenheid, lage huur, met ruime woonst en tuin. 0479 26 07 32. • Over te nemen: sfeervolle, moderne natuurvoedingswinkel. Totale opp. 233 m2, waarvan 195 m2 winkelvloer. Direct aan de grens van België en Neder-land in Zeeuws-Vlaanderen. 0031 (0)114-371271.

• Gezocht: hulp in groentetuin in ruil voor deel van de opbrengst in Wezemaal. 016 58 04 77.

• Te koop: bioboerderij in Zuid-west-Frankrijk (Lot-et-Garonne, Montpezat d’Agenais). Houten huis en ruime schuur/stal in zeer goede staat. 25 ha grond in de heuvels, zeer mooi gelegen, omgeven door o.a. biogrond. Hoger gelegen weiden en bos, lager gelegen vruchtbare grond: nu 3 ha groenten, ook wijngaard en fruitbomen. Info: Yves & Annelies 0033 5 53 95 40 44 of [email protected].

• Te koop:- Oude wanmolen (of graanzeef), manuele bediening, werd op de boerderij gebruikt om het kaf van het koren te scheiden. € 25. - 9 loten bouwgrond o.b. in ecologische verkaveling te Basse-velde (Oostvlaanderen), zie ook www.ecologischwoonerfbassevel

de.be. Philip Haers, Bassevelde, 09 373 61 79, 0497 45 89 61.

• Gezocht: wie wil op het huis, moestuin en dieren passen van half juni tot eind juli in Spanje. Of wie helpt in aug. en sept. met tuin en bouwklussen en geniet mee van de zomer in de bergen? Hilde, 0034 620 48 27 15.

• Gezocht: personen om samen een hoeve te kopen of een groot stuk grond in de omgeving van groot Aalter. Brigitte De Maerte-leire, 09 374 24 23.

• Gezocht: liefhebbers om de nieuwe oogst te komen plukken. Prijs o.t.k.. Omwille van tijdsge-brek. J. Vanneylen 03 312 14 76.

• Gezocht: wie wil er gratis onze bio-moestuin bewerken en een deel van de opbrengst met ons delen? In Geel. 014 55 76 59, Karel en Myriam.

GEZOCHT: VRIJWILLIGERS VELT-PROMOTIE

Promotie en infostanden zijn voor Velt een onmisbaar in-strument om de ecologische boodschap in de kijker te zetten, om publicaties te ver-kopen, leden te werven. Voor de provincie Antwerpen zoeken we vrijwilligers voor de promotie van Velt: meewerken op infostanden, boekenver-koop, info geven op biomarkten of evenementen...

Heb je ervaring of interesse om hieraan mee te werken, neem contact op met [email protected] tel. 03 287 80 94. We bekij-ken samen met jou en de lokale Velt-afdeling de mogelijkheden.

30/ Seizoenen februari 2006 Seizoenen februari 2006/ 31

WAARHEENYGGDRASIL

• Zondag 26 maart van 10 tot 17 uur: Betekom: Workshop aanleg kruidenspiraal. Yggdrasilleden: € 22,50, niet-leden € 25.• Zaterdag 8 april van 10 tot 17 uur: Workshop voedsel kweken. Permacultuur: luisteren en wer-ken, aanleggen en bijwerken van groentebedden voor het nieuwe seizoen. Plant-en zaaischema’s worden opgemaakt en bespro-ken. Prijs: Yggdrasilleden € 17,10, niet-leden € 19. Voorzie werk- en eventueel re-genkledij. Gelieve picknick mee te brengen, drank (ook soep) is voorzien. Vooraf inschrijven bij Yggdrasil is noodzakelijk, tel.&fax. 016 82 45 37 of [email protected].

ECOFLORA

Lente-opendeurdagen op 1 en 2 april van 10 tot 18 uur bij wildeplantenkwekerij Ecoflora, Ninoofsesteenweg 671 te Halle. 02/361 77 61, www.ecoflora.be, [email protected]. Voor de lief-hebber van de ecologische en natuurrijke tuin.

COMITÉ JEAN PAIN

In het bezoekerscentrum van het Comité Jean Pain kan je iedere eerste zaterdag van de maand te-recht voor een rondleiding. Een geschoolde gids geeft je talloze tips voor een milieuvriendelijk en afvalarm tuinbeheer. Om 10 u is er een werkatelier.• 4 maart: Snoeihout verwerken: toepassingen van snoeihout in je eigen tuin. Creatief, voor vogels en insecten, mulchmateriaal.• 1 april: Waarheen met je gras-maaisel? Voor info en inschrijvingen: Comité Jean Pain vzw, het hof ter Winkelen in de Holle Eik-straat 34, Londerzeel.052 305 365 [email protected] bezoek kost € 5, drankje, een rondleiding met gids (om 10 u en om 14 u) en een boekje met extra uitleg inbegrepen.

PROVINCIALE WANDELDAG

VELT LIMBURG

Op 17 april organiseert Velt Limburg de jaarlijkse wandeldag in het gebied Bergerven. Het is

een dag om al wandelend te keu-velen en verrassende aspecten van de provincie te ontdekken. De wandeling is ongeveer 7 km langs, soms op moeilijk terrein. Vertrek aan het cafetarie van camping Bergerven in Neeroete-ren om 14u.

VELT-BASISCURSUSSEN

MOESTUIN & SIERTUIN

De Milieudienst van de stad Leu-ven organiseert een basiscursus moestuin op de woensdagen 8, 15, 22 en 29 maart en een basis-cursus siertuin op de dinsdagen 18 en 25 april en 2,9,16 en 23 mei, telkens van 20 tot 22 uur. Voor meer inlichtingen en inschrijvin-gen kan je contact opnemen met Hilde Van Rillaer, 016 21 18 12 – [email protected].

Hoe je een kruidenspiraal maakt, kan je leren bij Yggdrasil.

32/ Seizoenen februari 2006 Seizoenen februari 2006/ 33

LANDWIJZER

Landwijzer, het vormingscentrum voor biologische landbouw, start binnenkort met twee opleidingen:• Biologische en biologisch-dynamische landbouw, van 6 maart 2006 tot februari 2008.• Zorgbegeleider in de landbouw, van 24 maart tot 15 december 2006. Info: 03 281 56 00, [email protected] of via www.landwijzer.be

(H)EERLIJKE KOST VOOR GROEPEN

Leden van verenigingen of groepjes vrienden en familie kunnen voortaan gebruik maken van een nieuwe formule in het PIME (Provinciaal Instituut voor Milieu-Educatie) te Lier in de provincie Antwerpen.Het programma dat voor hen klaar ligt, bestaat uit een speels en interactief bezoek aan de ten-toonstelling Straffe Kost. Nadien wordt de eco-logische voedselwijsheid in de praktijk gebracht in het onderdeel (H)eerlijke Kost, waarbij de groep zelf een maaltijd klaar maakt én samen opeet. Het laatste onderdeel is ontwikkeld door Velt.Het hele programma duurt ongeveer 2,5 uur en kan nog geboekt worden tot juni 2007, bij voorkeur op avonden, en tijdens weekends en de schoolvakanties. Deelname €6 per persoon, gids en (h)eerlijk proeven inbegrepen!Inlichtingen: 015 30 61 24 of [email protected], www.pime.be

LAND VAN ZAND

Van 11 februari tot 31 oktober kan je bij de Vroen-te terecht voor de nieuwe interactieve tentoonstel-ling Land van Zand. Wat is zand? Welke soorten zand bestaan er? Welke dieren voelen er zich thuis? Kan een plant overle-ven in het zand? Waarom is het tijdens de zomer zoveel warmer in de heide dan in de rest van het land? Hoe zijn de duinen in de heide ontstaan?Nec De Vroente, Putsesteenweg 129, 2920 Kalm-thout. Op weekdagen 9-17u, weekend en feestda-gen 14-17u. Gratis toegang!

WANDELEN MET DE NATUURGIDSEN

SCHILDE

• Zondag 2 april om 10u: thema voorjaarsbloe-men • Zondag 16 april om 14u30: thema lentekrie-bels. Samenkomst voor deze wandelingen aan de ingang van het Schildehof, einde van de Bellevuedreef. Laarzen meebrengen.• Zondag 23 april om 14 uur: een wandeling rond het anti-tankkanaal en het dryhoeksbos. Samenkomst aan de Kleine Schans in Schilde. 03 322 80 48.Deze wandelingen zijn gratis, info: 03 383 26 58.

32/ Seizoenen februari 2006 Seizoenen februari 2006/ 33

POMPOENSOEP MET KOKOS

Bereidingstijd: 35’Uit eigen tuin: 80%Deze soep smaakt erg Aziatisch en is tegelijkertijd ook erg gewoon omdat we allemaal al jaren pompoensoep eten. Je kan ze afwerken met garnaaltjes, stukjes gestoofde rode paprika, gebakken appel-tjes of een coulis van tomaat. Maar ook in deze vorm is ze erg lekker en eens iets anders dan de gewone pompoen-pom-poensoep.

Ingrediënten voor 4 personen:400 g pompoen - 1 ui of het wit van 1 prei - 1 wortel - een klein blikje kokosmelk - peper, zout en bouillon

Snij de ui of de wortel fijn en fruit deze in een beetje olie of boter die alles goed-geel ziet. Snij de wortel en de pompoen in stukjes, de schil van de pompoen kan je mee gebruiken. Voeg dan een liter water toe en breng aan de kook. Doe de wortel en pompoen erbij en laat een half uurtje heel zachtjes garen.Mix de soep en kruid met peper, zout en eventueel bouillon. Voeg een blikje ko-kosmelk toe en roer tot alles opgelost is.Serveer met een takje gesneden verse breedbladige peterselie.

BRANDNETELSOEP

Bereidingstijd: 45 ‘Uit eigen tuin: 80%Als er nog geen fluit te doen is in je moestuin en al je inspiratie met be-waarde uien, aardappelen, winterprei en boerekool op is, kan je deze soep eens proberen. Ze is vers, met de allereerste scheuten van de nieuwe lente en geeft je zo wat vitaminen op een moment dat je lichaam naar vers voedsel en een prille zon snakt. In deze soep zitten heel wat vergeten ingrediënten.

Ingrediënten voor 4 personen:wit van enkele winterpreien - enkele be-waarde aardappelen - enkele uien - kleine scheuten van brandnetel, roomse kervel, bieslook en daslook - zure room - boter of olie - peper en zout - bouillon

Snij de uien en het wit van de prei en stoof ze goudbruin in wat olie of boter. Voeg de brandnetel, daslook en roomse kervel toe en laat even mee stoven. Voeg dan de in stukjes gesneden aardappel toe en zet het geheel onder water.Laat een 20-tal minuten koken zodat de aardappelen garen. Snij de eerste sprie-ten van een bos bieslook fijn en meng deze met enkele soeplepels zure room.

WINTERSE RECEPTEN

GEERT GROFFEN

34/ Seizoenen februari 2006 Seizoenen februari 2006/ 35

Mix de soep en voeg nog water en bouillon toe naar smaak. Dien op in een bord met een schepje zure room die zal smel-ten over de soep.

GEBAKKEN KNOLSELDER

MET UI EN BIESLOOK

Seizoen: augustus - maartTotale bereidingstijd: 20’Gebakken knolselder is een goed voorbeeld van hoe je met gebak-ken groenten veel meer smaak en pit kan behouden dan door ze te koken in water.Gebakken knolselder oogt zeer aantrekkelijk en heeft een vol pallet aan smaken achter de hand. Het is lekker bij aardappel-puree of couscous.

Ingrediënten voor 4 personen:een kleine knolselder - twee uien - een handvol bieslooksprieten - boter/olie - peper en zout - grof zeezout

Schil de knolselder en snij hem in blokjes ter grootte van een dobbelsteen. Snipper de uien en bak deze eerst in een pan met wat boter of olie tot die wat glanzend is geworden. Haal de ui eruit en bak nu de knolselder op een hoog vuur zodat die snel kleurt. Draai daarna het vuur wat lager, voeg de ui toe en doe de fijngesneden bieslook erbij. Kruid met wat peper en zout.Dien op met een klein potje grof zeezout. Dit zet de smaak van de knolselder nog eens extra in de verf.

PUREE VAN GEROOSTERDE

POMPOEN

Bereidingstijd: 60’ Misschien vraag je je af waarom ik de pompoen eerst rooster om hem dan toch te pureren? Je zou hem toch gewoon kunnen ko-ken. Wel, koken gaat inderdaad ook maar het geeft een totaal ander resultaat. De geroosterde versie vind ik veel lekkerder. Dat heeft uiteraard alles te maken met het proces van het rooste-ren. Het smaakverschil komt uit de caramelisering van het rijk aanwezige zetmeel in de pom-poen. Je kan het opdienen met een groenterisotto.

Ingrediënten voor 4 personen:een pompoen van 1 tot 1,5 kg - enkele teentjes look - een eetl. grof zeezout - een eetl. koriander- en komijnzaad - eventueel een vers of gedroogd rood pepertje - 10 eetl. olijfolie - eventueel wat zonge-droogde tomaatjes

Snij de pompoen in twee en haal te pitjes eruit. Als je een Hokka-ido-pompoen neemt, dan hoef je deze niet te schillen. Snij enkel het harde deel aan de steel weg en schil eventuele bruine vlek-ken weg. Snij de pompoen in blokjes die ongeveer even groot zijn – ik neem als standaard een dikke dobbelsteen – en leg ze open op een ovenplaat.Snij de look fijn – liefst niet per-sen want dat brandt sneller aan in de oven – en maal de droge kruiden in een vijzel fijn. Meng

al deze aromaten met het grof zeezout. Sprenkel de olijfolie over de pompoenblokjes en strooi daarna de kruiden en het zout erover.Als je de tijd hebt kan je deze voorbereiding een dag op voor-hand doen. Zo kan de pompoen koud marineren en heb je een nog vollere smaak.Zet de ovenplaat in de oven op een matig warme oven 160-180 °C en rooster de pompoen tot hij mooi bruin begint te bakken.Haal de pompoen uit de oven en schep in een kom. Pureer grof, dit wil zeggen, laat er wat brok-jes in, met een stamper en voeg eventueel wat zongedroogde tomaatjes toe.

SCHORSENEREN MET

PADDESTOELEN EN PASTA

Bereidingstijd: 30’Uit eigen tuin: 70%Bij het woord ‘schorseneer’ moet zo ongeveer elke vriend van me walgen. Waarschijnlijk omdat ze deze groente enkel kennen uit blik en in combinatie met een papperige bechamelsaus, gebloemde aardappelen en een uitgebakken kotelet ofzo. Als kok vind ik dat je verplicht bent om alles uit een ingrediënt te halen wat erin zit. Ik vind dat dit gerecht daar goed in slaagt. Je gebruikt het best verse schor-seneren.

Ingrediënten voor 4 personen:750 g verse schorseneren - 500 g verse witte parijse champignons -

34/ Seizoenen februari 2006 Seizoenen februari 2006/ 35

250 g ongekookte tagliatelle - boter en olie - enkele eetl. truffelolie, indien voorradig - peper en zout

Kook de schorseneren. Je hebt hiervoor twee mogelijkheden. Ofwel schil je de schorseneren eerst en kook je ze dan (in stukken van ongeveer 3 centimeter gesneden). Maar wie dit al eens gedaan heeft, weet dat plastic handschoenen hierbij noodzakelijk keukenmateriaal zijn. Ofwel kook je de schorseneren een aantal minuten, neem je ze dan van het vuur en haal je de schil eraf. Je zal mer-ken dat er nu bijna geen kleverig wit sap meer tevoorschijn komt bij het schillen. Was de schorseneren en kook ze verder in zuiver water.Belangrijk is dat je ervoor zorgt dat alle schorseneren tegelijk klaar zijn. Dat kan je door ze per dikte te sorteren en eerst de allerdikste in het water te leggen. Per minuut gooi je dan een dunnere versie in het water tot op het einde de aller-dunste aan de beurt zijn. Zo geraken alle schorseneren ongeveer samen gaar. Een andere mogelijkheid is de allerdikste in 4 en de dikke in 2 te snijden. Zo heb je schorseneren van ongeveer dezelfde dikte.Kuis intussen de champignons en snij ze in plakjes of kwartjes, naar keuze. Bak ze kort op een heet vuur in ruime boter. Champignons kan je het best kort en heet bakken, dan wel langdurig op een laag vuurtje. In dat laatste geval ben je veel vocht kwijt en hou je schoenzool over.Kook intussen ook de pasta al dente in licht gezouten water.Breng – wanneer deze drie ingrediënten klaar zijn – alles samen. Kruid met wat peper en zout en giet er enkele eetlepels truffelolie over.

Je kan de schorseneren ook nog even bakken in de pan, dan zijn ze nog net iets lekkerder.

WINTERS SLAATJE VAN VERS

GROEN

Seizoen: november - maartBereidingstijd 15’ (exclusief pluktijd!)Uit eigen tuin: 70%Als je ‘winter’ hoort, dan denk je niet onmiddellijk aan verse groenten uit je tuin. Toch kan je heel wat groen uit je tuin oogsten in de winter.Ik ben zonet even in de tuin geweest en heb volgende (nog) eetbare groente meegebracht: mosterdblad, een paar sprieten bieslook en een handvol dunne stekjes prei (die vind ik elk jaar terug op de plaats waar ik vorige zomer de prei liet doorschieten om het zaad volgend jaar te gebruiken). Als je tijdens de zomer en de herfst al een klein beetje aan de winter en aan

Pompoensoep met kokos. Foto Sofie Hoste.

36/ Seizoenen februari 2006 Seizoenen februari 2006/ 37

wintersalade denkt, dan kan je nog heel wat extra groente meepikken. Ik heb bijvoorbeeld het rode loof van in de serre ingekuilde bieten die altijd terug een beetje schieten, de niet-uit-geplante boerenkoolscheuten die ik een zaaibak heb laten staan, wat rucola die ik in een bak in de serre heb gezaaid, veldsla, een paar uitjes die ik in de herfst in de serre zet.Tenslotte meng ik in deze salade ook wat kiemen. Deze week heb ik tarwe-scheuten en scheuten van dupuislinzen.Ik ben eerlijk gezegd zelf niet zo een sla-eter. Maar ik probeer toch wat rauwe groente te eten in de winter, ook al smaakt in de winter een warme groente me meestal beter. Mijn oplossing is dan de combinatie met wat fruit (ik bewaar appels tot eind januari), enkele walnoten en een ruime hoeveelheid dressing met honing.Hieronder niet echt een recept, wel een overzicht van wat er al-lemaal in de salade kan en het recept – dan toch – voor de vinaigrette.

• voor het slaatje: verse groente uit de tuin (veldsla, loof van rode biet, boerenkool, prei…) - verse zachte kruiden uit de tuin (bieslook, mos-terdblad, …) - kiemen, zaden en noten - fruit (een goed bewaarde appel maar even goed een mada-rijntje of sinaasappel) • voor de dressing: 3 eetl. verse kaas - 3 eetl. mayonnaise - 1 k.l. honing - peper van de molen

Zorg voor erg verse groenten en kruiden. Deze salade dient om in de winter de nodige vitamines binnen te krijgen dus gebruik geen oude groenten die al veel van hun voedingsstoffen verlo-ren zijn.Was ze zorgvuldig en snij indien nodig in stukjes. Als je bijvoor-beeld mosterblad of rucola ge-bruikt, is het aan te raden deze erg klein te snijden omdat hun smaak erg uitgesproken is in de winter. Meng de kiemen, noten, zaden en stukjes fruit eronder.Meng alle ingrediënten voor de dressing en dien op in een afzon-derlijk schaaltje.

WITLOOFCONFITUUR

Bereidingstijd: 1u30Uit eigen tuin: 90%Je kan van veel groenten confi-tuur maken. Ik heb al confituur gemaakt van uien, sjalotten, prei, witloof en rode biet. Het principe is eigenlijk altijd het-zelfde. Uitermate lang stoven op een zacht vuur en op smaak brengen met een goed gekozen balans tussen zoet en zout.Confituur van groenten is lekker bij vlees, bijvoorbeeld bij paté en geroosterd krentenbrood.

Ingrediënten:1 kg grondwitloof - 50 g boter - suiker naar smaak - eventueel bessen, al dan niet reeds in confi-tuurvorm - peper en zout

Was het witloof en verwijder de bittere harde kern. Om de

bittere smaak uit het witloof te verwijderen kan je het een half uurtje in koud water leggen. Vooral voor rauwe bereidingen is dit een goede truk. Voor warme bereidingen is het minder nodig omdat bij het garen al heel wat van de bittere smaak verdwijnt. Zeker bij witloofconfituur zal door het langdurig stoven heel wat van de bitterheid verdwijnen zodat het weken in water niet echt hoeft.Snij het witloof grof en stoof het zeer langzaam in de boter op een laag vuurtje. Zorg ervoor dat je regelmatig roert, zeker naarmate het proces vordert. Er wordt steeds meer zetmeel ongezet in suikers die door de warmt stilaan karameliseren. Dit is uiteindelijk de bedoeling maar aangebrande karamel is niet meer eetbaar en bovendien erg ongezond.Meng op het einde wat peper en zout onder het witloof en even-tueel ook nog een zoetmiddel naar keuze. Ik probeerde reeds appeldiksap, honing en fram-bozencoulis, allemaal met een bevredigend maar ook wel totaal verschillend resultaat. Je bewaart de potten in de ijskast.

36/ Seizoenen februari 2006 Seizoenen februari 2006/ 37

Jij hebt ze vast ook: van die ongelooflijke recepten waar je zelf trots op bent. Om-dat ze variatie brengen, bijvoorbeeld met dat recept waarmee je witte kool ineens helemaal anders brengt. Of omdat ze snel klaar zijn – zo’n handigheidje voor de late thuiskomers. Wij zoeken zulke recepten!

LEKKER (DUURZAAM)!

Velt werd kreeg dankzij de Vlaamse Overheid – en ook wel dankzij onze er-varing – geld voor het uitvoeren van een actieplan ‘duurzame landbouw’ in 2006. Duurzame landbouw: dat betekent voor ons meteen ecologische voeding. Een belangrijk onderdeel daarin is, koken met de seizoenen mee. Omdat seizoens-groenten nu eenmaal minder energie vergen voor transport en in de teelt. Toch weten veel mensen ’s winters niet meer wat ze nog kunnen doen, met de zoveelste pompoen of de knolselder. Ter-wijl er toch zoveel lekkers mee te maken valt. Om daarbij te kunnen helpen, is er deze wedstrijd.

ELKE MAAND EEN KANDIDAAT-

GROENTE

Elke maand stellen we op onze website een groente- of fruitsoort van de maand voor, vergezeld van nog wat andere seizoensgroenten. Daarvoor wachten we recepten in. Een jury beoordeelt de bereidingen. Voor februari solliciteert vooral de knolselder naar je aandacht; voor maart wordt het pastinaak en voor april wit- en roodlof! Je mag gerust de re-

cepten aangeven zoals je ze zelf bereidt; “neem een middelgrote knolselder” is even goed als “neem 750 g knolselder”.

WEEK VAN DE SMAAK: PRIJZEN!

En we verloten prijzen. Elke maand verloten we een publicatie van Velt naar keuze tussen àlle inzendingen. Elke maand wordt één recept bekroond. Die 11 winnaars worden voorgesteld tijdens de Week van de Smaak, tussen 16 en 24 november. Deze Week van de Smaak wil oorspronkelijke streekgroenten herwaarderen. Het initiatief gaat uit van het Vlaams Centrum voor Volks-kunde. De voorstelling gebeurt op een heuse kookboot, we nodigen de 11 win-naars-van-de-maand uit. De drie beste recepten krijgen nog een extra prijs (van een lekker etentje uit tot een biologisch feestpakket om een feestje te bouwen met je vrienden). We mikken op 200 smulklare recepten!

Meer informatie op www.velt.be. Je kan het wedstrijdreglement aanvragen op [email protected] of telefoneer even naar 03 281 74 75.

DUURZAAM MET SMAAKRECEPTENWEDSTRIJD

Dit project wordt gefinancierd door de Administratie Land- en Tuinbouw van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.

Bezorg ons je lekkerste recepten met pastinaak, knolselder, rood en witloof win een etentje.

38/ Seizoenen februari 2006 Seizoenen februari 2006/ 39

Onzichtbaar voor de consument: hoe wreed de visvangst vandaag is.

Luk Naets las een boek.

“Stel je even voor dat je in de Afrikaanse savanne zo op wilde dieren zou jagen: je spant een kabel van 1500 m tussen twee terreinwagens en daarmee sleep je met hoge snelheid een net waaraan ijzeren rollers hangen. Het resultaat: een uitermate gevarieerde buit bestaande uit roofdieren zoals leeuwen en jachtluipaarden, bedreigde graseters zoals neushoorns en olifanten, een kudde impala’s of gnoes, en enkele families wrattenzwijnen of wilde honden. In dit allegaartje zouden zich ook heel wat zwangere wijfjes bevinden. Heel misschien zouden de kleinste en jongste dieren zich door de mazen van het aanstormende net hebben kunnen wurmen, de lege vrijheid in. Want dat is wat er van de natuur overblijft: een kale vlakte, zonder bomen of struiken, zonder bloemen of vogels. Van de hele buit wordt slechts een derde gewild voor haar lekker vlees, de rest is te klein of te verhakkeld voor consumptie, en wordt door de jagers ter plekke achtergelaten voor de aasgieren.”

Met deze aanhef zet de Engelse onder-zoeksjournalist Charles Clover perfect de toon voor de stelling die hij in zijn boek The End of the Line ten overvloede bewijst: het treilen, het op industriële wijze vangen van vis, is een regelrechte ramp voor het visbestand én voor de zeeflora. De cijfers spreken: in vergelij-king met 1950 zit er 90% minder vis in de Noord-Atlantische Oceaan, vinden we amper nog grote roggen en is twee derde van de vissoorten in de Noordzee bedreigd. Alleen wij, consumenten, zien niet wat onder het wateroppervlak ge-beurt. De overheid blijft in gebreke bij het nemen van passende maatregelen. “Omdat vissers kunnen stemmen, en de vissen niet”, zegt Clover lakoniek.

DIEFSTAL

Om The End of the Line te kunnen schrijven reisde Charles Clover de hele wereldbol af: van de Lofoten tot Nieuw-Zeeland, van Dakar tot Tokio. En zowat overal ziet hij hetzelfde fenomeen: high-tech vissersboten die voor de neus van de lokale, ambachtelijke vissers de zee leeghalen. Een onvolledige, maar spre-kende bloemlezing van deze desastreuze diefstal onder het wateroppervlak:

WAT IS ER MIS MET VIS?

38/ Seizoenen februari 2006 Seizoenen februari 2006/ 39

• Op de stranden rond het Zuid-Engelse Plymouth vinden de ochtendwande-laars elk jaar meer dode en verminkte aangespoelde dolfijnen, het resultaat van het treilen op zeebaars. Het vis-sen op zeebaars gebeurt door Schotten, Ieren, Nederlanders en Fransen omdat de kabeljauwvangst verlieslatend is. De resterende hoeveelheid kuitschietende kabeljauw in de Noordzee wordt geschat op 38.000 ton, amper voldoende om één ferryboot mee te vullen.• De bekende vissershaven Lowestoft aan de Engelse Oostkust is sinds 2002 zo goed als gesloten: er varen enkel nog wat kleine kustvaarders uit met een beperkte viscapaciteit. Reden: de Doggerbank in de Noordzee, ooit beroemd om haar overvloedige visproductie, is leeggevist. In de vismijn van Lowestoft vind je en-kel nog ingevoerde vis van over de hele wereld, in plaats van de lokale ‘Dover sole’ (tong).• De grootste vismijn ter wereld is Tsukiji in Tokio. Niet zo verwonder-lijk, want Japanners eten zowat de hele dag rauwe vis onder de vorm van sushi. Meest gegeerd is de blauwvintonijn die diepgevroren van over de hele wereld wordt ingevlogen. Maar er is een klein probleem: door de grote vraag naar tonijn – niet alleen door Japan – is er onvoldoende aanbod van vers gevangen, wilde tonijn. Er is des te meer gekweekte tonijn, vooral uit de Middellandse Zee. De Japanners appreciëren die echter minder en bieden er dan ook minder geld voor. Te veel vis op de markt dus, en te weinig in de zee!

SCHOTS EN VOORAL SCHEEF

• Het beeld dat Clover schetst van de ‘Mull of Kintyre’, het ruige Schotse

90% AFVAL

Bijvangst van ongewilde vissoorten is een vervelende zaak die eigen is aan de visserij. De FAO van de Verenigde Naties heeft berekend dat er wereldwijd elk jaar zo’n 120 miljoen ton vis wordt bovengehaald. Hiervan gaat naar schatting 27 miljoen ton weer overboord. Daarnaast worden nog eens 80 miljoen ton andere dieren zoals dolfijnen, walvissen, zeeschildpadden en albatrossen mee gedood. Als we ook nog rekening houden met het feit dat elke eetbare vis veel afval zoals kop, graten, vinnen en vel oplevert, dan komen we uit op een opbrengst van ruwweg 10% eetbaar eiwit: een wel heel onefficiënt resultaat voor de vangst van wilde vissen.

Van de totale vangst blijft slechts 10% eetbaar eiwit over.

Foto Greenpeace UK.

40/ Seizoenen februari 2006 Seizoenen februari 2006/ 41

schiereiland, heeft weinig uitstaans met de zeemzoete ballad van Paul McCartney over diezelfde plek. Door het verdwijnen van de kabeljauw zijn de frituuruitbaters in de lokale fish-and-chips shops overge-schakeld op schelvis en hondshaai. Het vervelende is dat deze worden gevangen volgens de Deense ‘purse-seining’ me-thode, waarbij het net is vastgemaakt aan een boei met een 2,5 km lange kabel. De vissersboot maakt vervolgens een grote bocht terwijl nog eens een even lang kabel wordt afgerold. Terug bij de boei , worden de twee einden van de kabel met een windas binnengehaald zodat het net zich sluit. Omdat er op deze manier amper een vis kan ontsnap-pen, bestaat de vangst voor een derde uit ondermaatse of ongewilde soorten die onmiddellijk terug overboord worden gekieperd. Doordat de meeste van deze vissen zwaar gekwetst zijn, is de kans dat ze zullen overleven klein.• Hoe de Noordzee ooit moet geweest

zijn? Een (nog altijd) ondiepe zee-engte met grote oesterbedden aan de rand, met forse roggen die er wat lusteloos overheen dwarrelden, met grote zoog-dieren zoals de grijze walvis, dolfijnen en blauwvintonijnen, en barstensvol vis-soorten, van haring tot kabeljauw. Dat deze Noordzee nu een troebele, zilte brij is, heeft twee oorzaken: overaanbod aan voedingsstoffen zoals stikstof en fosfor uit de landbouw speelt in het voordeel van de algengroei (eutrofiëring) en de gemengde visvangst die de kabeljauw de das omdeed. Het is duidelijk dat een vergelijking tus-sen visserij en landbouw mank loopt: in de 19e eeuw kon men nog stellen dat een ‘acre’ landbouwgrond goed was voor een ton tarwe per jaar, terwijl een acre visgrond elke wéék een ton vis kon produceren. Van het laatste kunnen we nu nog maar dromen: de huidige vis-serij verschilt immers grondig van de landbouw omdat we enkel oogsten, en vergeten te zaaien…• Ondanks de naam Bonavista, ziet de toekomst er voor het bekende schierei-land in Newfoundland (Canada) niet zo best uit. Althans wat de kabeljauw-vangst betreft. Na 500 jaar van gouden opbrengsten zijn de visgronden er nu leeg. Een gevolg van de verkeerde in-schatting dat de zee onuitputtelijk is en van een hoogst verspillende manier van vissen: de high-grading. Hierbij worden van een vangst van 500 kg alleen de 200 kg vissen ‘met de juiste maten’ aan land gebracht, de rest gaat terug overboord. De werkloze kabeljauwvissers krijgen nu van de staat tot 50.000 euro per jaar om gedurende 14 weken krabben en garna-len te vangen, en de rest van het jaar mo-gen ze rustig vullen met bijklussen, hout kappen of op elanden te gaan jagen.

SUBSIDIES KOSTEN VEEL

Subsidies aan reders in de visserij brengen voor de belas-tingbetaler aanvankelijk iets op: er is in het begin immers ruim voldoende en goedkope vis. Maar dan komt de terugslag als de voorraden slinken en de prijzen omhoog schieten. De onfortuinlijke belastingbetaler betaalt soms zelfs een derde keer, zoals in Canada, waar vissers worden betaald om niet te vissen!

TREILEN: VEEL SCHADE, WEINIG OPBRENGST

EU-wetenschappers hebben berekend dat er 7 kg mariene levende organismen worden gedood door het treilen om amper een halve kilo verkoopbare tong te produceren. Daardoor kunnen we stellen dat de schade veroorzaakt door deze vorm van visserij 100.000 keer erger is dan de milieuschade door olie- en gaswinning.

40/ Seizoenen februari 2006 Seizoenen februari 2006/ 41

SPAANSE ARMADA

De haven van Vigo (Spanje) gaat er prat op de grootste vishaven van de wereld te zijn. Dat kan best waar zijn, want Spanje heeft de reputatie ’s werelds meest ge-avanceerde industriële vissersvloot te bezitten. En het is net deze toptechnolo-gische visvangst die ervoor heeft gezorgd dat in de laatste tien tot vijftien jaar zo-wat 90% van het visbestand verdwenen is. Hoewel de vissen in de oceaan niet makkelijk te tellen zijn, toont volgende aanwijzing dat die grootteorde klopt: Japanse vissersboten gebruiken overwe-gend lange vislijnen met 100 haken. Tot voor kort ving je daarmee per beurt nog tien vissen, nu nog één.De beruchte Spaanse visarmada maakt dankbaar gebruik van de visserij-over-eenkomsten die de Europese Unie met een aantal West-Afrikaanse landen heeft afgesloten om binnen hun territoriale wateren te mogen vissen. Het resultaat van deze neokoloniale deal: de Spaanse vissers varen vrolijk terug naar Vigo met een ruim vol garnaal, krab en kreeft, terwijl de Senegalezen hun lege kano’s ontmoedigd op het strand trekken.

DE DIEPERIK IN

In Vigo, Spanje, werd in 2003 de We-reldtentoonstelling voor de Visserij gehouden. De algemene tendens op deze gigantische visshow: grotere, flashy schepen tot 85 m lang waarop zelfs een helikopter kan landen, uitgerust met de allernieuwste computersnufjes zoals GPS, satelliettelefoons, 3D-schermen waarop de zeebodem is geprojecteerd, radars en lagefrequentiesonars en de krachtigste verrekijkers. De omvang van de nieuwste netten gaat mee: het

grootste net heeft nu een opening van liefst 35.800 m2, wijd genoeg om een half dozijn jumbojets in een keer op te slokken…Deze superieure netten zijn onder an-dere nuttig voor een ontwikkeling in de zeevisserij van de laatste decennia: het ophalen van diepzeevissen uit zee-troggen tussen de 400 m en 3 km diep. De vissen die daar in de geheimzinnige duisternis leven, zijn trage groeiers die tot 75 jaar oud kunnen worden. Ze zien er niet alleen wat luguber en prehisto-risch uit, ook hun namen klinken niet direct smakelijk: Atlantische slijmkop, leng, zwarte haarstaartvis, grenadiersvis of Patagonische ijsheek. Aanvanke-lijk raakten vissers deze vangst aan de straatstenen niet kwijt, maar eens netjes gefileerd, en bedacht met lieflijke Franse omschrijvingen als grenadier, empereur of sabre, vinden de griezels snel een ver-

Door de westerese piraat-visserij blijft er weinig vis over voor de lokale vissers in het Zuiden.

42/ Seizoenen februari 2006 Seizoenen februari 2006/ 43

zekerde afzet, tot in de toprestaurants. Behalve de overbevissing is het vooral de schade aan de ecosystemen door te treilen op de bodem van de diepzee die milieubeschermers zorgen baart.

ZWARTE MERLUZA

Opnieuw Spanje, nu in de Mercama-drid, de grootste vismarkt van Europa. Wie al in Spanje is geweest, heeft vast en zeker ‘merluza’ op elke menukaart zien staan. Deze merluza heet hier ‘heek’. Hij lijkt op kabeljauw en komt in zowat alle zeeën voor. Maar hij groeit traag, dus overbevissing is snel een gevaar. Het overaanbod aan heek in Mercamadrid, ondanks strikte Europese vangstquota, is allicht te verklaren door het feit dat heel wat vissers tot slechts 4% van hun vangst aangeven. Er is dus veel ‘zwarte’ vis op de markt. En niet alleen in Spanje; de aan-voer van ‘zwarte’ kabeljauw in Engeland wordt geschat op minstens 50%.Volgens Charles Clover verdienen ook tv-koks zoals Jamie Oliver (The Naked

Chef) en Nigella Lawson, of andere topchefs, een flinke veeg uit de (vis)pan. Vis is immers ‘in’: hij is gezond (door de aanwezigheid van Omega-3 vetzuren) en gegeerd door de rijken (exclusief wegens duur). Maar nergens geven deze culinaire goeroes in hun recepten of op de menukaart informatie over herkomst of wijze van vangst van de vis die ze zo promoten. Ook de fabrikanten van vis-conserven schieten schromelijk tekort op hun etiketten. Wat voor zin heeft het om op een blik tonijn te zetten dat die ‘dolfijnvriendelijk’ is gevangen, als er intussen jaarlijks honderden tonnen haaien en roggen mee in de sleepnet-ten verdwijnen? Laten we voorlopig dus maar de salade niçoise van het menu schrappen.

Na lezing van The end of the line is dui-delijk dat twee derde van de commer-ciële visvangst in Europa op instorten staat door een samenspel van factoren: anarchie bij de vissers die ‘zwarte’ vis leveren, onvoldoende quota en controle, te veel bijvangst, tonijn in blik en subsi-dies, en door de piraat-visserij van heel wat Europese landen. “Vroeg of laat,” vat Clover de situatie samen, “zullen de mensen gaan beseffen dat hun geboor-terecht – een rijke oceaan – gestolen is. Wat ze dan terug willen, zal leeg zijn – een lege doos.”

Luk Naets

In volgende Seizoenen, deel 2: toch licht aan het eind van de tunnel?

Bronnen: The End of the Line door Charles Clover, Ebury Press, 2004, nu ook beschikbaar in vertaling: Leeg, uit-gegeven door Atlas. Een aanrader!

Japanners eten graag rauwe tonijn die ze verwerken in

sushi. Ze willen hiervoor vooral

vers gevangen wilde tonijn.

Gekweekte tonijn appreciëren ze

minder en daar bieden ze ook

minder geld voor.

42/ Seizoenen februari 2006 Seizoenen februari 2006/ 43

Rita Vandenberghe teelt in haar tuin in Nieuwpoort al zeven jaar kruiden.

Vorig jaar startte ze met een eigen bedrijf, Kruiden Pervisum. Dit

werd het eerste Belgische bedrijf met Ecogarantiekeurmerk.

Vanwaar komt de naam Kruiden Per-visum?Rita: “Een pervisum is een vruchtbare of een gezonde doorwaadbare plaats, een veilige haven waar herders vroeger hun schapen naartoe brachten. Toen we voor ons bedrijf een goeie plek zochten, viel ons oog op een gebouw in Pervijze. Dat inspireerde ons tot de naam Pervisum. We vestigden ons uiteindelijk in Korte-mark maar de naam is gebleven. In Kor-temark hebben we nu een winkel met Biogarantielabel en een kruidentuin. De tuin in Nieuwpoort blijft, en onze par-king in Kortemark wordt omgevormd tot bezoekerstuin.”

Welke producten zitten in jullie catalogus?Rita: “Op korte termijn brengen we acht verschillende shampoos uit, onder de naam La Florcita. Verder hebben we badcrèmes, badschuim, handzeep en zal-ven en een reeks kruidenstropen voor de wintermaanden. Tegen het eind van dit jaar moet alles rond zijn.”

Met hoeveel mensen werken jullie aan het project?Rita: “We zijn met z’n vieren: een be-diende, een tuinman, ikzelf en Mieke Zephirin, uit Korbeek-Lo. Zij bracht op een dag een bezoek aan mijn tuin met een groep van Velt en is blijven terugko-men. Mieke is een verwoede kruidenfan en teelde groenten en fruit volgens bio-

dynamische principes. Het is met onze verenigde kennis dat we de nv Kruiden Pervisum hebben opgericht. Ikzelf ten slotte pluk de vruchten, zoals de traditie het voorschrijft. De man zaait, de vrouw oogst (lacht).”

Wat is je specialiteit?Rita: “Shampoo. Veel mensen zijn erg begaan met hun haar. We krijgen goede reacties op onze shampoos. De mensen zeggen dan dat onze shampoo het enige product is dat ze kennen dat ze verdra-gen. We zullen daarom ook proberen onze producten bij de biokappers op het schap te krijgen. Onze speciale geurtjes verkrijgen we van de zoete sinaasappel (Citrus sinensis) in combinatie met an-dere kruiden.”

BELGISCHE COSMETICA MET ECOGARANTIE

ECOGARANTIE

Ecogarantie® is het Belgisch merk voor ecologische producten. Vanaf 2003 werkten enkele bedrijven on-der de koepel van Biogarantie vzw samen aan een lastenboek voor alle ecologische niet-voedingsproduc-ten. Er zijn criteria voor ingrediën-ten die niet uit de landbouw komen zoals detergenten, mineralen en gassen. En dat is meteen het grote verschil met het Biogarantie®label voor voeding en diervoeders. De grondstoffen daarvoor zijn bijna uitsluitend afkom-stig uit de biologische landbouw. Intussen zijn er al twee lastenboeken klaar: voor cosme-tica en was- en reinigingsproducten.De normen staan in het Ecogarantie®lastenboek. Technische info en de eerste deelnemers: www.ecogarantie.be.

44/ Seizoenen februari 2006 Seizoenen februari 2006/ 45

Rita maakt ook de afkooksels van on-der andere lavendel en scharleisalie. De nodige etherische oliën uit de Franse Drôme betrekt ze bij Mannavita in We-velgem. De basis voor de cosmeticapro-ducten wordt gemaakt door Jeubis, een bedrijf in Sint-Truiden. Twee groothandels verdelen het pro-duct, één in Lubbeek en één in Tielt-Winge. Rita houdt het graag lokaal: “Ecologie is waar mogelijk kopen in de eigen streek van mensen dichtbij. We kijken eerst naar België en dan pas naar het buitenland. Soms denken mensen dat al het goede uit Amerika komt, maar wij krijgen hier ieder jaar een Amerikaan over de vloer met een grote valies om badolie in te slaan. Omdat ze dat ginds niet hebben! We waren direct geïnteresseerd toen we hoorden over de plannen voor een Bel-gisch ecologisch cosmeticalabel. In de werkgroep hebben we veel opgestoken. Ook Germain Liebens van Jeubis kreeg er zin in en zo hebben we elkaar gevonden.”

Was het moeilijk om te voldoen aan de eisen van het Ecogarantie-lastenboek?Rita: ”Voor mij niet hoor. Voor de kruidenteelt werkte ik de voorbije ja-ren altijd al volgens de principes van de bioteelt. Sinds 2005 staat de tuin in Nieuwpoort onder controle van Integra, afdeling Blik en zijn de kruiden officieel ‘bio in omschakeling’. De grondstalen uit de achtertuin in Kortemark zijn goed bevonden. We verwachten het bio-certificaat in april. Voor Jeubis, het bedrijf dat onze basis produceert, lag het anders. Zij moesten immers een apart lab opzetten voor de bio-productie. Maar die mensen van de controleorganisatie zijn geen boeman-nen. Ze geven ook veel advies en hulp.”

Enkele producten dragen het Max Ha-velaar-label. Rita: “We maken biologisch gekeurde hoeststroop voor volwassenen en kinderen (met of zonder suiker) en ook Propolis-stroop of Echinacea. De biologische rietsuiker komt nu al fair trade uit Paraguay. Als we voor de basis van de cosmetica een fair trade-leve-rancier vinden, zullen we ook daarmee overstappen.”

OP BEZOEK?

Vanaf juni ontvangt Kruiden Pervisum groepen in de demonstratietuin (toe-gankelijk voor rolstoelgebruikers). Ge-interesseerden kunnen nu al een bezoek vastleggen. Kruidentuin en winkel, Staatsbaan 2c, 8610 Kortemark, 051 30 29 77, www.kruidenpervisum.com

In Seizoenen van april: Ecogarantie op wasmiddelen van Sonett

Rita Vandenberghe

(rechts) en Mieke Zephirin

van Kruiden Pervisum. Hun

producten hebben sinds kort het

Ecogarantielabel.

44/ Seizoenen februari 2006 Seizoenen februari 2006/ 45

PANNEN MET ANTI-AANBAKLAAG

GETEST

De bekende lichte pannen met een kunststof antiaanbaklaag zijn al zo’n 50 jaar op de markt en ze vallen enorm in de smaak bij de consument: bijna 9 van de 10 pannen die (in Duitsland) worden verkocht, zijn pannen met anti-aanbak-laag, meldt Öko-Test (ÖT). Dit resul-taat wekt wel wat verwondering omdat de anti-aanbaklaag toch een groot nadeel heeft. Na beschadiging raakt ze versneld los van de aluminium bodem en blijven pannenkoeken of aardappelen er opnieuw aan vastkleven. DuPont, de ontdekker van de anti-aanbakeigen-schappen van de kunststof PTFE (poly-tetrafluorethyleen), gedeponeerd onder de naam Teflon, heeft echter ontdekt dat de laag beter hecht als PTFE wordt versterkt door toevoeging van titanium- of siliciumoxide. Dit maakt de nieuwe generatie anti-aanbakpannen een pak duurzamer.De keerzijde van de medaille heeft te maken met de chemische stabiliteit van PTFE: naast de toepassing in deze pan-nen wordt de stof ook veel gebruikt voor de bekleding van dichtingsmembranen, tandzijde en voor diverse medische toe-passingen. Met als gevolg dat dergelijke (giftige) fluorverbindingen verhoogd worden aangetroffen over de hele aard-bol: van pool tot evenaar, in het mense-lijk bloed en tot in het huisstof. Milieu-groeperingen wijzen erop dat PTFE al kan verdampen uit lege tefalpannen die op het vuur staan op te warmen…Voldoende aanwijzingen voor ÖT om een en ander even na te meten. De

hechtkracht van de anti-aanbaklaag moet bestand zijn tegen een verhitting van 1 uur op 250°C van een pan gevuld met arachide-olie. Dan wordt de laag 50 minuten bewerkt door twee metalen eiwitkloppers in een mengsel van water, margarine en zout op 180°C. En ten slotte is er de pannenkoekenbaktest om te zien of de laag de vorige bewerkingen goed heeft doorstaan.Technisch doorstaat de helft van de pan-nen de test behoorlijk, vooral dan de duurdere versies (meer dan € 20). Toch heeft ÖT bezwaren bij alle handvatten van de geteste pannen omdat er formal-dehydehars in verwerkt is. OT geeft ook aan dat bijvoorbeeld vlees beter wordt aangebraden in een pan van gietijzer of edelstaal.Onze conclusie na lezing van het artikel: bij de huidige generatie tefalpannen duurt het misschien langer voordat je voldoende PTFE uit de anti-aanbaklaag hebt opgenomen en de laag beschadigd is voordat de pan bij het huisvuil belandt maar het restant blijft wel giftig afval.

KLEDING: EEN LANGE WEG TE

GAAN

Initiatieven zoals de Schone Kleren Cam-pagne of, in Duitsland, het christelijk ge-inspireerde Romero, hameren er al enkele jaren op: spotgoedkope kledingstukken bij Aldi of Lidl kunnen maar aan zulke belachelijke prijzen worden verkocht omdat ze gefabriceerd zijn door onder-betaalde stiksters in mensonwaardige sweatshops in het Verre Oosten, van Bangladesh tot China. En zelfs de dure merkartikelen worden daar gemaakt,

CONSUMENTENNIEUWTJES

46/ Seizoenen februari 2006 Seizoenen februari 2006/ 47

clusies zijn voorspelbaar: geen van de bekende kledingmerken haalt zelfs maar een 10 op 20 op ethisch en eco-logisch vlak, terwijl er ook over de plas een groeiend aanbod aan duurzame en verantwoorde merken bestaat. EC ver-geet evenmin te vermelden dat tweede-handskleding zowel een goedkopere als een duurzame oplossing is, terwijl een kledingruilnamiddag met vrienden of buren niet alleen ludiek is maar boven-dien gratis.

TWEE BEPERKTE ONDERZOEKEN

• Katoen In de Indiase deelstaat Andhra Pradesh hebben wetenschappers 240 katoente-lers ondervraagd. De helft van hen ver-bouwt genetisch gemodificeerde katoen die zelf het gif van Bacillus thuringiensis (tegen rupsenvraat) produceert. De ove-rige 120 verbouwen traditionele soorten die ze eventueel beschermen met extract van de neemboom. De eerste bevindin-gen wijzen erop dat de gentechkatoen sterker wordt aangetast door alle be-kende belagers. Daarentegen zijn op de ecologisch bewerkte velden meer nuttige insecten aangetroffen. Wat de kosten be-treft, zijn de boeren met gentechkatoen er ook slechter aan toe: hun zaaigoed is 3,5 keer duurder en de extra nodige synthetische pesticiden kosten ook nog eens 7 keer meer dan wat de traditionele boeren voor hun neemolie betalen. De exacte oogstresultaten zijn nog niet be-kend maar die zouden volgens vroegere studies ook voordeliger zijn voor de eco-katoen.

• Eieren Omwille van eerdere berichten dat eie-ren van kippen die buiten lopen besmet

maar kosten meer omwille van de exclu-sieve designkosten en de reclame.Als men kijkt naar de kostprijs van de grondstof voor een T-shirt - € 0,40 voor gangbare katoen en slechts € 0,60 voor de biologische versie – dan is het voor de meesten onder ons onbegrijpelijk dat een biologisch kledingstuk pakweg het dubbele kost. De oorzaak is dubbel: de enorme verschillen in bestelde aantallen en de productiekost. Zie grafiek p. 47.De oplossing? Waar mogelijk kiezen voor de ecologische variant of voor kle-ding die gemaakt is volgens strikt gecon-troleerde goede arbeidsomstandigheden. Er is een groeiend aanbod in de grotere natuurvoedingswinkels en wereldwin-kels, gespecialiseerde ecologische kleding-zaken en op bepaalde websites zoals die van Greenpeace. In Nederland is Goede Waar & Co samen met de universiteit van Wageningen een onderzoek gestart, opdat vergelijking door de consument mogelijk wordt: de Katoenchecker. Meer info op: www.biologischkatoen.nl.In Engeland heeft net ook The Ethical Consumer (EC) een onderzoek naar duurzame kleding afgerond. De con-

Transport

KleinhandelMerk, waarvan Winst 13%Onderzoek 11%Reclame 9%

ProductiekostenMateriaal 8%Fabriekswinst 2%fabricagekosten 2%waarvan loon van de naaisters 0,4%

50 33

125

Prijssamenstelling van een

kledingstuk.

46/ Seizoenen februari 2006 Seizoenen februari 2006/ 47

waren met dioxines, is er vorig jaar een onderzoekje gehouden over heel België aan de hand van enkele stalen per pro-vincie. Hierbij zijn eieren en grondstalen vergeleken van 22 particulieren en 20 beroepskwekers, waaronder 8 biologi-sche. Er werd gekeken naar de gehaltes van 12 zware metalen, 15 pesticiden en van dioxines en PCB’s. In het algemeen liggen de gehaltes aan verontreinigende stoffen bij de particulieren ruim hoger dan bij de beroepstelers. Voor dioxines, PCB’s en DDT worden de wettelijke normen zelfs een aantal keren over-schreden. Mogelijke oorzaken zijn: een grotere beschikbaarheid van (besmette) grond per buiten lopende kip en de lage kwaliteit van het voeder (keukenafval). Het bericht in De Eetbrief besluit met de aanbeveling voor doorgedreven verder onderzoek. Intussen luidt het advies om het eten van eieren van kippen met vrije uitloop te beperken om de toegestane dagelijkse inname van de schadelijke stoffen niet te overschrijden.

GGO KORT

• De Zwitsers zien de mogelijke komst van transgene gewassen en dieren nog niet zitten. Naar goede gewoonte heb-ben ze daarover de hele bevolking ge-raadpleegd via een referendum: bij een opkomst van 42% stemde bijna 56% voor een vijfjarig verbod (moratorium). De import van gentech voedingsmid-delen blijft evenwel mogelijk, mits duidelijke etikettering. Buurland Oos-tenrijk is al langer een fel tegenstander van gentechnologie. Nu Oostenrijk voor zes maanden het voorzitterschap van de EU draagt, wil landbouwminister Josef Proell begin april een grote conferentie over gentech gewassen opzetten.

• Na heel wat teleurstellende resultaten op ecologisch vlak voor gentech ge-wassen (méér gebruik van pesticiden, resistentie bij wilde variëteiten), steken nu ook de eerste berichten de kop op over mogelijke gezondheidsrisico’s. Zo is er in Australië tien jaar gewerkt om een erwt te ontwikkelen die resistent is tegen de erwtenboorder. Muizen die de erwt op het menu hebben gekregen, blijken nu allergische reacties te ontwik-kelen en infecties van de longen. Verder onderzoek is gestopt.Russische onderzoekers hebben vrou-welijke ratten in het labo gevoerd met gentech soja. Meer dan de helft van hun kroost stierf in de eerste drie weken na de geboorte. Dat is zes keer zoveel als bij de ratten die gewoon voedsel kregen. De onderzoekers vinden dit verontrustend omdat er veel gelijkenissen zijn tussen ratten en mensen.

Luk Naets

Bronnen: Öko-Test, De Eetbrief, Schrot&Korn, Ethical Consumer, Consu-

biotech nieuwsbrief, Metro

48/ Seizoenen februari 2006 Seizoenen februari 2006/ 49

Drankautomaten worden meestal geassocieerd met frisdrank. Toch zijn ze

niet altijd gevuld met die zoete drankjes. In Vlaanderen staan er enkele biologische automaten waar de consumenten hun fles

kunnen vullen met biologische melk.

Bij het bedrijf van Geert Van Laere (zie artikel over Sabio) staat er sinds augustus 2005 een melkautomaat. De coöperatie Biomelk Vlaanderen is vaste afnemer bij

Geert. Maar toch kriebelde het bij hem om wat creatiever met de verkoop om te gaan. “Omdat mijn bedrijf een eenmans-bedrijf is en omdat ik dat zo wil houden, heb ik gekozen voor de melkautomaat. Zo valt het werk op het veld en in de stallen te combineren met de thuisver-koop. In mijn werkschema hou ik reke-ning met een half uur tot drie kwartier extra werk voor het reinigen en vullen van de automaat. Mijn ronde ’s morgens duurt daardoor wat langer dan vroeger, maar dat is niet onoverkomelijk.”

Voordelen zijn vooral dat ik niet gebon-den ben aan de klanten en de klanten zijn niet gebonden aan mij. Sommige mensen komen om elf uur ’s avonds, an-dere om vijf uur ’s morgens, nog andere om twaalf uur ‘s middags. De formule geeft mij en de klanten veel vrijheid, en toch is er een vorm van contact, alleen al doordat de klanten zich naar mijn boer-derij verplaatsen. Soms ga ik een praatje maken met een klant, als ik weet dat hij of zij dat apprecieert en als ik daar op dat moment de tijd voor heb. Het so-ciale aspect vind ik heel belangrijk. In mijn omschakelingsperiode naar bio heb ik veel kritiek moeten incasseren van collega-boeren, buren, dorpsgenoten… Met mijn automaat kan ik het contact herstellen, zij het van op een afstand. Ik krijg de kans om te tonen wat biomelk is en vooral: wat verse biomelk is. De melk is niet gepasteuriseerd, waardoor hij veel vitamines en omega-3 bevat.”

De melkautomaat van Geert Van

Laere wordt elke dag gevuld.

Foto: Eric de Mildt

VERSE BIOMELK UIT DE AUTOMAAT

48/ Seizoenen februari 2006 Seizoenen februari 2006/ 49

Heb je al vaste klanten voor de auto-maat?“Zeker en vast. Ik bereik mensen die in een straal van 7 tot 8 km rond de boer-derij wonen. Het zijn allemaal mensen die de melk waarderen om zijn dubbele meerwaarde: biologisch én vers.”

De melkautomaat van Geert Van Laere staat aan de oprit van het rundveebedrijf in de Zandvoortstraat 10, 9200 Dendermonde, tel. 0486 51 85 10.

Ook in Schoten staat er een biomelk-automaat. Daar zijn het de leerlingen van basisschool Kindsheid-Jesu die elke dag verse biologische hoevemelk uit de automaat tappen. Bioboer Herman de Meutter van De Dobbelhoeve levert volle, gepasteuriseerde biomelk aan de school. Supervers, gezond en verfrissend tussen de lessen door, zonder dat er afval bij komt kijken. “We vreesden even dat de smaak van verse melk wat raar zou zijn voor onze

kleuters en leerlingen”, zegt directeur René Wouters, “maar dat blijkt heel goed mee te vallen. Sinds de installatie van de automaat is het melkverbruik ge-stegen tot 30 liter per dag. Een mooi cij-fer, wat alleen nog maar kan groeien.”

De melkautomaatDe automaat kan 80 liter melk bevatten, die maximaal 7 dagen houdbaar blijft. In de praktijk wordt de melk vaker ver-verst en worden de leidingen twee keer per week gereinigd. Een melkautomaat op school is een primeur voor ons land.

Frederika Hoste en Heleen Smeyers

In de basisschool Kindsheid-Jesu in Schoten tappen de leerlingen verse biomelk uit de automaat. Voor de inhuldiging kleedden ze zich in boerendracht en mochten ze koe Bella melken. Foto Hans Vinck.

50/ Seizoenen februari 2006 Seizoenen februari 2006/ 51

Nitrieten en nitraten zijn omstreden ad-ditieven. Ze zitten als bewaar- en kleur-middel in veel gangbare vleeswaren. En ze zorgen voor een specifieke smaak. In Belgische biovleeswaren zijn ze verbo-den. Maar omdat er nog geen Europese wetgeving is over additieven in dierlijke producten, worden ze in verschillende landen, bv. Nederland en Frankrijk, wel toegelaten. Deze landen laten ze toe omdat er – volgens hen – geen techno-logische alternatieven zijn om zonder ni-triet aantrekkelijke, veilige en smakelijke biovleeswaren te produceren.De Belgische praktijk bewijst het tegen-deel. In de rekken van Delhaize vind je verschillende biovleeswaren zonder (gekookte ham, bacon). Belgische fabri-kanten bewijzen dat het kan: de biologi-sche Ganda-ham van Corma Vleeswaren uit Destelbergen of Sabio, een Vlaamse biosalami. Sabio heeft een verhaal.

“BIO MOET KWALITEIT BLIJVEN”

Kwaliteit bieden, dat is wat biologisch rundveehouder Geert Van Laere en vleeswarenfabrikant Lorenz Goeminne van Ivan bindt. “Alleen als dat het prin-cipe blijft, onderscheidt biovlees zich”, vinden ze. Vanuit die idee ontwikkelden ze Sabio, een Vlaamse biosalami zonder bewaarmiddelen, kleur- of smaakstoffen.

Behalve de productontwikkeling doen ze ook de marketing samen. Voor die unieke samenwerking kregen ze in 2004 de tweejaarlijkse innovatieprijs van het Innovatiesteunpunt voor Landbouw en Platteland.Geert Van Laere is een jonge rundvee-houder uit het Oost-Vlaamse Dender-monde. In 1998 nam hij het ouderlijk bedrijf met zowel melk- als vleesvee over. In 2000 schakelde hij om naar bio want die vorm van landbouw sloot volledig aan bij zijn eigen filosofie. Melk verkocht hij aan de boerencoöperatie BioMelk Vlaanderen, maar het vlees bio-logisch verkopen bleek heel wat moeilij-ker. Vooral het vlees van de melkkoeien kreeg hij alleen gangbaar verkocht en dat was financieel niet interessant. Op zoek naar alternatieven, klopte hij aan bij Lorenz Goeminne van Vleeswaren Ivan. Lorenz begon in 1992 te werken in het vleesbedrijf van zijn vader. Een klein bedrijf dat de nadruk legt op kwaliteit en specialiteiten. Een biosalami ont-wikkelen was voor hem een uitdaging en het paste in zijn visie op kwaliteit. Voordeel was bovendien dat Lorenz een jaar voordien al de vraag had gekregen om biosalami te maken. Daardoor had hij al wat onderzoek gedaan naar de bionormen. “We begonnen samen te

SABIO: BIOSALAMI ZONDER NITRIET

50/ Seizoenen februari 2006 Seizoenen februari 2006/ 51

GEEN NITRIET VOOR VELT

Nitraat en nitriet zijn verbindingen waarvan vaststaat dat ze bij opname in het menselijk lichaam aanleiding geven tot de vorming van nitrosamines. Diverse onderzoeken tonen dat nitrosamines kankerverwekkend zijn bij de mens. Epidemiologische studies tonen een verband aan tussen het verorberen van nitriethoudende vleeswaren en het voorkomen van diverse soorten kankers.Velt verdedigt dat bioconsumenten zulke additieven niet verwachten. Praktijkvoorbeelden tonen aan dat vlees-waren produceren zonder nitriet en nitraat mogelijk is. Gemakkelijk is dat niet, want specifieke voorwaarden voor de kwaliteit van ingrediënten, het verhittingsproces, hygiëne, bewaring... moeten in acht genomen worden. Maar het kan.Daarom volgt Velt het standpunt van IFOAM dat nitriet en nitraat als additief verbiedt. Bioforum nam dit stand-punt steeds integraal over. En dat resulteerde telkens in een nee-stem van de Belgische overheid op Europees vlak.

Geert Van Laere (links) en Lorenz Goeminne. Hun samenwerking resulteert in Sabio: Vlaamse biosalami

zonder nitriet. Foto Toon Coussement.

experimenteren”, zegt Geert. “Ik met mijn grondstoffen en Lorenz met zijn product. Dat liep vele keren mis, vooral door het gebrek aan informatie, maar na een jaar is het gelukt.”

DREMPELDENKEN

“Voor salami gebruik je doorgaans varkensvlees,” zegt Geert, “dat is bleek vlees en daarvan kun je moeilijk op een natuurlijke manier rood vlees maken. Maar omdat ik met rundvlees afkwam, hebben we het daarmee geprobeerd. Het uitgangspunt was biovlees. We wilden een goed product dat vooral lekker en gezond was. Bovendien moesten smaak en kleur stabiel blijven.”In het begin probeerden Geert en Lorenz om kleurstoffen toe te voegen, maar ze ontdekten dat dat niet nodig was. Als je alleen naar de normen kijkt, ben je vol-gens Geert en Lorenz fout bezig. “Het belangrijkste is niet of je nitriet mag gebruiken of niet”, zegt Lorenz. “Kleur-vorming is een bacteriologisch proces. Waarom zou je dat op een synthetische manier doen? Vijftig jaar geleden ging het ook. Je kan perfect zonder als je van kwaliteitsvlees vertrekt. Het vlees is de basis en dat is erg belangrijk. Neem een gangbaar product, gebruik geen nitriet en je krijgt geen verkoopbaar pro-duct. Het resultaat is een blauw-bruine kleur.”

TRAGE GROEI

Kwaliteitsvlees krijg je van een dier dat gekweekt en gevoed werd op een kwa-litatieve manier. Dat is volgens Geert een totaal ander uitgangspunt dan de nadruk op kwantiteit, die veel boeren leggen. “Als vlees vooral massa moet

52/ Seizoenen februari 2006 Seizoenen februari 2006/ 53

zijn en een dier snel en veel vlees moet maken, wordt het opgepept. Een dier dat op twee jaar slachtrijp is, kan en mag geen spierweefsel kweken. Tragere groei geeft beter en sterker spierweefsel. Daar-door krijg je een betere doorkleuring en een betere smaak. Essentiële kwaliteiten voor een goede salami.” Op eigen ritme groeien is niet alleen voor het vlees belangrijk. Ook als bedrijf moet je niet lopen voor je kan kruipen, vond het duo.

KWALITEIT BETAAL JE

Trage groei heeft wel zijn kostenplaatje. De prijs voor Geerts vlees is hoger dan de marktprijs. “De marktprijs voor sala-mivlees is gebaseerd op overschotvlees”, zegt Geert. “Dat is het vlees van karkas-stukken die niet vers aan de consument verkocht kunnen worden of het vlees van oudere dieren. Maar omdat een con-stante vleeskwaliteit zo bepalend is voor

het eindproduct, heb ik mijn visie om-gedraaid. Ik lever eerst wat Lorenz nodig heeft en als er dan nog goede stukken over zijn, verkoop ik ze vers. Maar er is nooit overschot (lacht). Het gevolg is dat mijn gemiddelde prijs van vlees voor salami’s hoger moet liggen dan de marktprijs om deftig te kunnen boeren. Anders kan ik niet compenseren dat ik stukken vers zou kunnen verkopen, aan een hogere prijs. De prijs krijgen die ik nodig heb om marktonafhankelijk te zijn was mijn doel. Dat is nu gelukt.”

NITRIET BEDREIGT IMAGO BIO

“België laat het gebruik van nitriet in bioproducten niet toe. Een goede zaak”, vinden Geert en Lorenz, “want het ge-bruik van nitriet bedreigt het imago van bio als producten ‘zonder synthetische toevoeging’. Bovendien kan het zonder nitriet, zeker als je met kwaliteitsvlees werkt. En kwaliteit moet de eerste doel-stelling blijven voor de bioproducent.””Nadeel is natuurlijk dat deze situ-atie soms voor oneerlijke concurrentie zorgt.”, zegt Geert. “Want je moet con-curreren met een buitenlands bioproduct van mindere kwaliteit dat goedkoper kan worden geproduceerd. Buitenlandse producten bereid met nitriet kunnen we niet weren uit de Belgische markt. In de winkel vind je dus voorverpakte ham met nitriet uit Frankrijk gelabeld met het Franse AB-label naast Belgische ham met het Biogarantie®label én zonder ni-triet. En dat is natuurlijk erg verwarrend voor de consument.”

Dominique Joos, Geert Gommers

NITRIET EN NITRAAT IN WETGEVING BIO

Sinds 1999 poogt de EU een Europese wetgeving over additieven in dierlijke producten op te stellen. Er zijn zo veel verschillen tussen de lidstaten dat dat nog niet is gelukt. Daardoor zijn nitrieten en nitraten momenteel in sommige landen toegelaten (bv. Nederland, Frankrijk), in andere niet (bv. België, Denemarken). IFOAM, de wereldwijde koepelorganisatie voor de bio-logische landbouw, verbiedt nitriet en nitraat als additief in bio.Op de agenda van het laatste overleg (1 december 2005) binnen de EU stond het voorstel om nitrieten en nitraten toe te laten als additief in een overgangsperiode tot 31 december 2007, met een maximum concentratie van toe-gevoegd nitriet van 80 mg/kg vlees en een maximum resi-dugehalte van 50 mg/kg aan nitraten. Twee dagen voor de vergadering werd het punt van de agenda gehaald.

52/ Seizoenen februari 2006 Seizoenen februari 2006/ 53

Steeds meer mensen willen ecologisch bouwen of verbouwen. Wie via Google

op het internet informatie zoekt over ecologisch bouwen, verdrinkt in de

zoekresultaten. Tijd dus om drie sites hier even voor te stellen.

Wat is het unieke aan je site?Vibe – Peter Thoelen: “Wij leggen de nadruk op een geïntegreerde, bio-eco-logische invalshoek. Dus niet alleen energie- of waterbesparing maar ook gezonde en milieuverantwoorde natuur-lijke bouwmaterialen. Je vindt bij ons een database waarin particulieren pro-ducten, aannemers, architecten... kun-nen vinden. Ze werden geselecteerd via een erkenningsprocedure en het Vibe-la-bel. Je kan documenten downloaden en vindt er een lijst met cursussen van Vibe, externen en internationale cursussen.Milieuadvieswinkel – Indra Van Sande:“De MilieuAdviesWinkel.be is het enige gratis infoloket in Vlaanderen waar huishoudens terechtkunnen voor alle aspecten van milieuvriendelijk leven en wonen. Veel informatie die je anders enkel via cursussen of publicaties vindt, krijg je op deze site. Het is niet de bedoe-ling cursussen of boeken overbodig te maken. Nee hoor, door de belangrijkste

punten ervan heel laagdrempelig te ont-sluiten geef je de bezoekers een stimulans om meer te leren via cursus of boek. Dialoog – Evelien Willaert: “Uit onze ervaring blijkt dat mensen vaak met belangrijke vragen blijven zitten: Wat is eigenlijk de meerprijs van duurzaam en energiezuinig bouwen? Hoeveel bespaar ik en op hoeveel tijd heb ik mijn inves-tering terugverdiend? Daarom werd de

BLIK OP MILIEU BOUWSITES

VIBE.BE

Veel basisinformatie over bio-ecologisch wonen. Wat? Waarom? Hoe? Waar vind ik producten en technieken? Sommige informatie is alleen toegankelijk voor leden.

MILIEUADVIESWINKEL.BE

Bij de Milieuadvieswinkel krijg je info over alle aspecten van milieuvriendelijk leven en wonen. Heel wat alge-mene bouwtips en informatie over bouwmaterialen.

BOUWWIJZER.BE

Hier kan je je bouwplannen of woning doorlichten voor energieverbruik, waterverbruik en duurzame materialen.

BOUWTEAMWONING.BE

Op deze site kan je energiebesparende maatregelen toe-passen op een basiswoning. Er wordt berekend wat de invloed is op prijs en energieverbruik.

54/ Seizoenen februari 2006 Seizoenen februari 2006/ 55

BouwTeam Woning ontwikkeld. Met die site wil Dialoog de invloed van de belangrijkste duurzame en energiezui-nige ingrepen op een concreet nieuw-bouwproject en op de verbouwing van een bestaande woning aantonen en een antwoord bieden op de vraag of energie-zuinig bouwen duurder of goedkoper is. Bij een bezoek aan de website krijgt de particulier voornamelijk informatie over investeringskost, verbruikskost en terug-verdientijd van energiebesparende maat-regelen. Dit is slechts een deelaspect van duurzaam bouwen en werd dan ook spe-cifiek uitgewerkt omdat er hieromtrent geen informatie beschikbaar was.”

Het Gents Milieu Front heeft naast MilieuAdviesWinkel.be nog een tweede website over duurzaam bouwen.Indra Van Sande: “BouwWijzer.be beperkt zich tot duurzaam bouwen en wonen. Deze site biedt huishoudens een gratis energie-audit aan waarmee ze hun eigen woning kunnen doorlichten op vlak van energie- en waterverbruik. Mensen met bouwplannen vinden er een checklist met adviezen die ze kun-nen verwerken in hun bouwplannen. “

Zien jullie de andere websites als concur-renten?Indra Van Sande, MilieuAdviesWinkel: “Nee, we bieden allemaal iets anders aan en vullen elkaar mooi aan. Vibe.be focust op bio-ecologisch bouwen terwijl 95% van de mensen die naar Milieu-AdviesWinkel surfen doorvoor geen belangstelling heeft. De Vibe-site heeft sinds kort een databank voor materia-len. Dat is super want ook de Milieu-AdviesWinkel kan daar nu gebruik van maken.

Evelien Willaert, Dialoog:Bouwteamwoning.be maakt duurzaam bouwen visueler. De modelwoningen geven een beeld van hoe kostprijs en verbruik van je woning kunnen evolue-ren naarmate je meer energiebesparende maatregelen toepast. Bouwwijzer.be is voor mensen die ver-der willen dan louter informatie verga-ren en die werk willen maken van hun toekomstige of bestaande woning door hun huis of hun bouw- of verbouwplan-nen te screenen op vlak van energie- en waterverbruik.”

Bart Coenen

54/ Seizoenen februari 2006 Seizoenen februari 2006/ 55

BIOLOGISCHE

APPELS EN PEREN,

TEELTMAATREGELEN VOOR

KWALITEITSFRUIT

waarbij er vooral gekeken wordt naar de samenhang binnen de levensprocessen van ontwikke-ling en groei in de boomgaard. De biologische fruitboomgaard wordt als een complex ecosy-steem benaderd, niet als een gangbare boomgaard waarin al-ternatieve bestrijdingsmiddelen gebruikt worden.

Het boek richt zich in eerste instantie tot ervaren gangbare en biologische fruittelers, be-drijfsadviseurs en onderzoekers. Dit verklaart meteen waarom de meeste thema’s vertrekken vanuit fruitbomen op laagstam. Dit is voor professionele (biologische) fruittelers immers veruit de meest aangeplante boomvorm.

Komen onder meer aan bod: de levende bodem als basis, boom-vorm en plantsysteem, groei- en drachtregulatie, waterhuis-houding, mineralenbalans en bemesting. Ook inzichten over de standplaatsverbetering, voe-dingsstromen in de fruitboom, hormoonhuishouding, bestui-ving en vruchtzetting, regeling van groei en dracht, wortel- en taksnoei, ziektepreventie, verbe-

teren van de vruchtkwaliteit... worden gedetailleerd beschreven. Bovendien worden in de luchtig aangebrachte kaderteksten heel wat nuttige en praktische tips aangereikt over inzaai van groenbemesters als ondergroei, verminderen van woelratten-schade, vruchtdunning, breken van beurtjaren, het voorkomen van rottingsziekten, bestrijding van schurftaantasting…

De veelheid aan info, de lees-vriendelijke opmaak én de ver-heldererende totaalbenadering van de fruitboomgaard maken dit boek in het Nederlands taalgebied uniek. Conclusie: een interessant boek voor de (meer dan gemiddeld) geïnteresseerde particuliere fruitliefhebber.

Het boek kost € 25 – exclusief verzendingskosten – en kan besteld worden bij het Louis Bolkinstituut via e-mail aan [email protected] met vermel-ding van de titel en de code LF75.

Luc Vanhoegaerden

UITGELEZEN

Publicatie LF75 -Louis Bolk Insti-tuut 2003, ISBN 09-74021-32-8, 220 bladzijden, rijk geïllustreerd

Deze publicatie van het Louis Bolk Instituut werd onder onze aandacht gebracht via een lezers-brief van Kurt Vandenhecke in Seizoenen (april-mei 2005).

Typerend bij dit boek is de praktische invalshoek bij de be-nadering van de biologische teelt van appels en peren op laagstam,

56/ Seizoenen februari 2006 Seizoenen februari 2006/ 57

NATUUR OP EIGEN ERF.

IDEEËNBOEK VOOR ERVEN

EN PLATTELANDSTUINEN.

Redactie: Gerrit-Jan Van Her-waarden, Adriaan Guldemond, Rita Joldersma, Paul Minkjan, Ed AsschemanNovember 2005, Roodbont Uit-geverij, ISBN: 90 75280 74 2

In een inleidend deel worden de historische ontwikkeling van boerenerven en de na-tuurwaarden van verschillende groenvormen besproken. Het zwaartepunt van het boek ligt op de beschrijving van de landschapstypes en boerener-ven die kenmerkend zijn voor de verschillende Nederlandse provincies. Per provincie wordt een korte inleiding gevolgd door twee uitgebreide getuigenissen van mensen die hun tuin met oog voor het landschap en voor de natuur hebben ingericht. Naast traditionele boerenerven, komen ook nieuwbouwprojec-ten aan bod.

Dit vlot geschreven en mooi geïllustreerde boek is een aan-rader voor Nederlanders met belangstelling voor natuur en landschap.

DE NATUURKALENDERGIDS

Beleef de natuur dichtbij huis van dag tot dagArnold van Vliet ea auteurs,Februari 2005, Roodbont uitge-verij, ISBN 90-75280-59-9, 120 p., € 11,50.

Een van de eerste pagina’s trekt meteen mijn aandacht: een over-zichtsjaarkaart die aangeeft dat er verandering zit in ons klimaat. Sinds 1989 hebben we opvallend meer heel warme jaren dan voor-dien. Maar wat zijn de effecten hiervan op de natuur? Klopt het dat in 2005 de hazelaar twee we-

ken eerder bloeide dan normaal en dat de eerste citroenvlinders zelfs een maand vroeger versche-nen dan andere jaren? De Natuurkalendergids wil een antwoord geven op deze vragen. In de gids lees je wanneer nor-maal gesproken de eerste tjiftjaf fluit (antwoord: 11-20 maart), wanneer klimop begint te bloeien (antwoord: 1-30 september), of vanaf wanneer je verse venkel in de winkel kan kopen (antwoord: 21-30 juni). De gids nodigt uit om bloei en bladval in je tuin te vergelijken met de informatie in deze uitgave. Zo kan je te weten komen of de lente van 2006 zeer vroeg, vroeg, normaal, laat of zeer laat begint.

Per seizoen komen telkens de volgende aspecten aan bod: planten, vlinders en libellen, las-tige beestjes, vogels, hooikoorts, groenten en fruit. Interessant

De titel liegt er niet om: Na-tuur op eigen erf is een prachtig ideeënboek voor Nederlanders die over een grote landelijke tuin beschikken en die graag willen bijdragen aan de versterking van het landschap en de natuur in hun omgeving.

Het boek bespreekt de cultuur-historie van de verschillende landschapstypen in Nederland en koppelt daaraan tips voor de inrichting van tuinen die ruimte geven aan wilde planten en die-ren.

56/ Seizoenen februari 2006 Seizoenen februari 2006/ 57

is zeker ook de rubriek landbouw: hier staat wat er welk seizoen gezaaid, ge-oogst, behandeld en verzorgd wordt op de boerderij. Omdat veel consumenten niet meer weten wanneer aardappelen geoogst of wintertarwe gezaaid wordt, verdicht het een kloof. Het boekje pleit ook uitvoerig voor het gebruik van sei-zoensgroenten en fruit en ook voor bio-logische producten. Misschien niet echt relevant in dit thema, maar we kunnen het natuurlijk enkel aanmoedigen dat er aandacht aan wordt besteed.Hoewel het boekje ook bruikbaar is in Vlaanderen worden er in het deel recre-atie en toerisme jammer genoeg enkel toontuinen en evenementen in Neder-land besproken. De gids is samengesteld door ir. Arnold van Vliet, bioloog aan de Wageningen Universiteit en projectleider van ‘De Natuurkalender’, in samenwerking met verschillende Nederlandse natuurorga-nisaties. ‘De natuurkalender’ is een project waar-bij in Nederland jaarlijks duizenden vrijwilligers deelnemen. Ze verzamelen de data waarop zich jaarlijks terugke-rende natuurverschijnselen voordoen. De waarnemers noteren in welk ontwik-kelingsstadium de plant of het dier van hun keuze is en geven deze informatie door via de website of de fenolijn Veel bevindingen daaruit werden in de Na-tuurkalendergids gebruikt om de effec-ten van klimaatverandering in de eigen achtertuin vast te stellen. Op de website www.natuurkalender.nl krijg je dan een overzicht van de recente ontwikkelingen in de natuur.

Sofie Hoste

De provincie Limburg organiseert in samenwerking met Velt lessenreeksen over ecologische tuinen:

LESSENREEKS ECOLOGISCHE MOESTUIN

• BREE

28 maart en 4, 11 en 15 april 2006Pensionaat (lokaal 23), Kloosterstraat 13, 3960 Bree

LESSENREEKS ECOLOGISCHE SIERTUIN

• BILZEN - RIEMST

6, 13, 20, 27 maart en 3,9 april 2006CC De Kimpel, Eikenlaan 25, 3740 Bilzen

Elke les duurt van 19u30 tot 22u.Prijs: € 40 (lessenreeks + handboek).Inschrijven: door storting op rek. 001-0990550-62 van Velt. Mededeling: ‘lessenreeks moestuin’ OF ‘lessenreeks siertuin’ + ‘naam gemeente’ + ‘naam cursist’. Na inschrijving ontvang je een schriftelijke bevestiging.Meer info:Provincie Limburg, Stijn Bouchet, 011 23 83 64, [email protected]• Velt, 03 281 74 75, [email protected].

ECOLOGISCHE LESSENREEKSEN IN LIMBURG