Leereenheid 6 - Filmen, filmtips, camera's en scenario's

17
94 LEEREENHEID 6: FILMEN, FILMTIPS, CAMERA’S EN SCENARIO LEERDOELEN Na het bestuderen van deze leereenheid moet je: Een kwalitatief goede filmopname maken. Fouten in filmopnames opsporen en bespreken. Bespreken welke voorbereidingen moeten getroffen worden bij het maken van een filmopname. Bespreken hoe de zoomknop wel en niet gebruikt moet worden. Uitleggen hoe trillende beelden kunnen vermeden worden. De verschillende camerabewegingen bespreken en voor elke beweging een toepassing geven. Uitleggen hoe een saaie opname kan vermeden worden. Belichtingtips geven bij het maken van een opname. Focusmogelijkheden van een camera bespreken. Bespreken hoe een kwalitatief goede audio-opname kan gemaakt worden met een filmcamera. Een script schrijven. Een draaiboek creëren. Voorbeelden geven van situaties waarbij moet geanticipeerd worden. De kadrering van een opname bespreken en beoordelen. De verschillende types camera’s opsommen, beknopt bespreken en vergelijken. Enkele functies van een digitale filmcamera opsommen en beknopt bespreken. Camera’s met elkaar vergelijken.

description

Leereenheid 6: - Filmen - Filmtips - Camera's - Scenario's

Transcript of Leereenheid 6 - Filmen, filmtips, camera's en scenario's

Page 1: Leereenheid 6 - Filmen, filmtips, camera's en scenario's

94

LEEREENHEID 6: FILMEN, FILMTIPS, CAMERA’S EN SCENARIO

LEERDOELEN

Na het bestuderen van deze leereenheid moet je:

� Een kwalitatief goede filmopname maken.

� Fouten in filmopnames opsporen en bespreken.

� Bespreken welke voorbereidingen moeten getroffen worden bij het maken van een filmopname.

� Bespreken hoe de zoomknop wel en niet gebruikt moet worden.

� Uitleggen hoe trillende beelden kunnen vermeden worden.

� De verschillende camerabewegingen bespreken en voor elke beweging een toepassing geven.

� Uitleggen hoe een saaie opname kan vermeden worden.

� Belichtingtips geven bij het maken van een opname.

� Focusmogelijkheden van een camera bespreken.

� Bespreken hoe een kwalitatief goede audio-opname kan gemaakt worden met een filmcamera.

� Een script schrijven.

� Een draaiboek creëren.

� Voorbeelden geven van situaties waarbij moet geanticipeerd worden.

� De kadrering van een opname bespreken en beoordelen.

� De verschillende types camera’s opsommen, beknopt bespreken en vergelijken.

� Enkele functies van een digitale filmcamera opsommen en beknopt bespreken.

� Camera’s met elkaar vergelijken.

Page 2: Leereenheid 6 - Filmen, filmtips, camera's en scenario's

95

1 INLEIDING * Garbage in is garbage out! Het is belangrijk om goed bronmateriaal te hebben

om uiteindelijk een mooie en professionele montage te kunnen maken. * Uiteraard kan je nog heel veel rechtzetten tijdens een montage, maar door

rekening te houden met een aantal basisregels bespaar je jezelf tijdens de montage heel wat tijd moeite en problemen.

OPDRACHT

� Ga zelf na (intuïtief of uit ervaring) wat do’s en don’ts zijn tijdens het filmen.

2 FILMTIPS STUDEERAANWIJZING

Hou bij het studeren rekening met volgende tips:

• Bekijk, naast het doornemen van de cursus de animaties op Toledo van explania.com.

2.1 VOORBEREIDING * Zorg vooraleer je aan het filmen gaat voor een goede materiële ondersteuning:

stroomvoorziening, belichting, verwijderen van storende elementen, voldoende tapes, geladen batterij(en),…

* Ken je camera. Pas als je het toestel door en door kent

en het heel vlotjes kan bedienen ben je klaar om echt te filmen.

OPDRACHT

� Bestudeer je camera, zorg dat je de belangrijkste functionaliteiten vlot kan hanteren en gebruiken.

* Indien je weet waar je gaat filmen, is het waardevol om op voorhand op

verkenning te gaan en te bepalen waar je de camera best plaatst om goede shots te maken. Zoiezo is het altijd aan te raden om wat tijd uit te trekken om een korte verkenning in te lassen.

Montage

Materiaal

Camera

Verkenning

Page 3: Leereenheid 6 - Filmen, filmtips, camera's en scenario's

96

2.2 ZOOMEN * Blijf tijdens het filmen van een shot zoveel mogelijk van de zoomknop af. * Het is meestal beter om een algemeen shot te nemen (zodat de kijker zich kan

oriënteren in het beeld) om vervolgens de opname stop te zetten, in te zoomen op een detail en een detailshot te nemen.

* Als je de mogelijkheid hebt om dichter te gaan met je camera, moet je hieraan

de voorkeur geven boven zoomen. * Als je toch zoomt, doe het dan heel geleidelijk aan. Het vraagt wat training om

de zoomknop op een goede manier te bedienen terwijl je een scène aan het opnemen bent.

* Als je zoomt, maak dan bij voorkeur enkel gebruik van de optische zoom en niet

van de digitale zoom. Bij digitaal zoomen boet je in aan beeldkwaliteit. * Als je bijvoorbeeld wenst in te zoomen op een object of op een persoons is het

beter om ingezoomd te starten en vervolgens uit te zoomen om dan nadien het beeld om te draaien tijdens de montage.

OPDRACHT

� Test de mogelijkheden van de optische zoom van je camera uit.

2.3 TRILLEN * Houd de camera zoveel mogelijk stil tijdens het filmen. Schokkende beelden

moet je zoveel mogelijk vermijden. Als dit niet functioneel is, is dit vervelend voor de kijker. Filmen vanuit de losse pols met een basiscamera dien je dus te beperken.

* De meeste digitale camera’s zijn uitgerust met een zinvolle stabilisatiefunctie.

Deze functie zorgt ervoor dat lichte trillingen opgevangen worden (o.a. tijdens het inzoomen).

* Het beste resultaat krijg je als je gebruik maakt van een statief.

Hou rekening met het gewicht en de grootte indien je dit een hele dag moet meenemen. De noodzaak voor een statief hangt af van de gebruiker (met een al dan niet stabiele hand) en van het doel van de film. Gebruik indien mogelijk een muur, een tafel,… als hulpmiddel om een stabiel shot te maken.

* Stabiele clips laten zich altijd gemakkelijkst monteren.

Niet

Stop – zoom -start

Dichter

Geleidelijk

Optisch

Stil houden

Stabilisatiefunctie

Statief

Page 4: Leereenheid 6 - Filmen, filmtips, camera's en scenario's

97

2.4 BEWEGING * Overdrijf niet met camerabewegingen. Bewegingen gebruik je alleen als deze

zinvol zijn. Voortdurend met de camera bewegen geeft een onrustig beeld en is dus meestal niet aan te raden.

* Soms is het natuurlijk wel erg functioneel en gewenst om de camera te bewegen

(bijvoorbeeld om iemand te volgen). In dat geval is het belangrijk om de camera heel langzaam te bewegen.

* De belangrijkste

camerabasisbewegingen die je kan gebruiken tijdens je filmwerk zijn: pannen (de camera horizontaal van links naar rechts of omgekeerd bewegen rond z’n as), tilten (de camera verticaal van boven naar beneden of omgekeerd bewegen rond z’n as, liften (de camera in z’n geheel naar boven of beneden bewegen, zonder de camera rond z’n as te draaien) en travel (de camera in z’n geheel naar voor, naar achter, naar links of naar rechts bewegen, zonder de camera rond z’n as te draaien).

* Houd, indien mogelijk, de camera een aantal seconden stil vooraleer je één van de basisbewegingen uitvoert, houd de camera een aantal seconden stil aan het eind van de beweging. Dit zal voordelig blijken tijdens het monteren.

* Tijdens het pannen (de camera horizontaal bewegen) is het aangewezen om de

camera te bewegen in de leesrichting (van links naar rechts). * Als je de camera van links naar rechts bewogen hebt om een blik te werpen op

een panorama, beweeg deze dan nooit terug van rechts naar links. Het komt heel amateuristisch over en het zal de kijker vervelen.

* Als je bijvoorbeeld overgaat van het filmen van een volwassene (hoog) naar het

filmen van een kind (laag), kan je dit doen door te tilten of door te liften. Als je gebruik maakt van de eerste techniek, dan creëer je een beeld in vogelperspectief (een beeld van bovenaf) en zullen de kinderen nog kleiner lijken dan ze al zijn. Als je je bukt tijdens het filmen en je de camera dus naar beneden lift, film je de kinderen op ooghoogte. Dit oogperspectief komt bij de kijker natuurlijker over en heeft dus meestal de voorkeur.

* Travel is een ideale beweging om bijvoorbeeld een wandelaar te volgen zonder

dat deze verder uit beeld gaat of dichter in beeld komt. De camera lijkt als het ware aan de wandelaar vastgehecht.

* Draai de camera niet rechtop (portrait/staand i.p.v. landscape/liggend) tijdens

het filmen zoals je dat ook bij het trekken van foto’s gewoon bent.

Niet overdrijven

Langzaam

Camerabewegingen

Stil - beweging - stil

Pannen L � R

Tillen � liften

Travel = volgen

Niet staand

Page 5: Leereenheid 6 - Filmen, filmtips, camera's en scenario's

98

* Je kan het effect van een vloeiende camerabeweging met een dolly nabootsen door je camera bijvoorbeeld voort te bewegen op bijvoorbeeld een skateboard of een karretje.

OPDRACHT

� Pas de verschilende bewegingen op een doelmatige en correcte manier toe.

2.5 DUUR * Maak de opname van iedere scène telkens langer dan de clipduur van het

beeldmateriaal dat je denkt nodig te hebben. Zorg dat je telkens wat extra beeldmateriaal hebt die de gewenste clip voorafgaat en afsluit. Start je camera op tijd en stop niet te vroeg. Dit is o.a. belangrijk om transities te kunnen gebruiken tijdens de montage.

* Zorg voor voldoende afwisseling in de beelden. In de huidige maatschappij van

snelle TV en zapcultuur is de kijker snel verveeld. De mens heeft immers een korte aandachtscurve.

2.6 LICHT * Hoe beter de belichting, hoe beter het beeld. * Bij opnames binnen, zorg je best voor zoveel mogelijk belichting. * Let tevens op voor storende invloeden van kunstlicht tijdens opnames binnen.

* Ondersteunend licht geeft de beste resultaten als het indirect schijnt. * Wees voorzichtig met het gebruik van gekleurd licht, dit kan een invloed hebben

op de opname van de hele scène.

Dolly

Te lang

Afwisseling

Goede belichting

Strooilicht

Indirect

Kleur

Page 6: Leereenheid 6 - Filmen, filmtips, camera's en scenario's

99

* Bij buitenopnames is het aangeraden om gebruik te maken van een zonnekap. Dit zal resulteren in een beter belichting, minder strooilicht en minder ongewenste reflecties.

* De nightshotfunctie is een toffe feature, maar feit is dat

95% van het nightshot-filmmateriaal uiteindelijk onbruikbaar is. Het gebruik van de nightshotfunctie is dus meestal niet aangewezen.

* Vermijd tegenlicht, het neemt immers veel kleurkwaliteit weg. OPDRACHT

� Neem een stukje beeld op met slechte en nadien met goede belichting.

� Bekijk het resultaat.

2.7 KLEDING * Ook de kleding van de acteurs, heeft een invloed op de kwaliteit van de

opname. Het gaat dan vooral om de kleur. Zo is het bijvoorbeeld niet aan te raden om iemand met een donker pak te filmen tegen een donkere achtergrond.

* Vermijd eveneens kledij met ruitjes. * ls je gebruik maakt van een blue screen of een green screen, om de blauwe of

de groene delen van het beeld nadien weg te filteren, vermijd dan kleding met blauwe of groene tinten.

2.8 FOCUS * Autofocus is echt een handige functie. * Soms is het echter aangewezen om

gebruik te maken van een manuele scherpstelling met een focusring (bijvoorbeeld als je wil scherpstellen op een dier achter een tralies in de dierentuin).

* Bij beperkte belichting is manuele

scherpstelling soms noodzakelijk om een beweging op een scherpe en vlotte manier te volgen.

* Ook bijvoorbeeld bij een overgang van een donkere naar een lichte ruimte zal de

autofocusfunctie resulteren in een minder goed resultaat. * Bij het filmen van een onderwerp op afstand, waarbij er nog iets dichter in het

filmveld staat, is manuele scherpstelling vaak noodzakelijk.

Zonnekap

Nightshot

Vermijd tegenlicht

Kleur

Motief

Blue screen

Autofocus

Focusring

Beperkte belichting

Donker � licht

Object in filmveld

Page 7: Leereenheid 6 - Filmen, filmtips, camera's en scenario's

100

2.9 GELUID * De geluidskwaliteit van de ingebouwde microfoon van een gemiddelde

amateurscamera is niet echt hoogstaand. Een ingebouwde microfoon is niet specifiek gericht op een bepaald doel, maar op de omgeving, waardoor er heel wat ongewenste omgevingslawaai mee wordt opgenomen. Een omgevingsmicrofoon is ook erg gevoelig voor wind.

* Controleer vóór de definitieve opname of het geluid goed geregistreerd wordt. * Een extra richtmicrofoon is daarom ook zeker een aanrader. Een richtmicrofoon

heeft een selectieve gevoeligheid in een bepaalde richting.

* Het gesuis van de wind kan zo goed als weg gefilterd worden door gebruik te

maken van een windkap (een pels- of moesachtig extra omhulsel).

* Hoewel achteraf gemonteerde achtergrondmuziek vaak een heel mooi resultaat

levert maakt wat natuurlijk achtergrondgeluid de montage vaak wat aangenamer.

* Onderbreek een shot waarbij geluid een belangrijke rol speelt niet. * Personen die spreken neem je best frontaal in beeld. OPDRACHT

� Neem een stukje geluid op in slechte omstandigheden en vervolgens in goede omstandigheden.

� Beluister het resultaat.

2.10 CAMERA-EFFECTEN * Het is aangewezen om camera-effecten uit te schakelen. Gebruik bij voorkeur

geen speciale filters en effecten die in de camera zijn ingebouwd. * Het is efficiënter en beter om de effecten aan te brengen tijdens de montage.

Ingebouwde micro

Controleer vooraf

Richtmicrofoon

Windkap

Muziek monteren

Niet onderbreken

Frontaal

Uitschakelen

Montage

Page 8: Leereenheid 6 - Filmen, filmtips, camera's en scenario's

101

2.11 SCENARIO * Vertel je verhaal. * Als je duidelijk weet wat je wil, is het zinvol om op voorhand een storyboard te

schetsen. Een storyboard bevat een aantal keyframes. Een keyframe vat in één beeld samen wat je in een shot wil tonen. Een shot is een ononderbroken stukje film, dat samen met een aantal ander shots een scène vormt. Een film is opgedeeld uit een aantal scènes. Een storyboard is dus een samenvattende, getekende versie van het verloop van je film.

* Als je grotere of complexere films wenst te maken is het noodzakelijk dat je een

goed uitgewerkt script hebt. Zomaar improviseren is niet aangewezen als je iets langere films wenst te maken.

* Denk bij het plannen van het draaiboek aan de 5 journalistieke W’s (wie, wat,

waar, wanneer, waarom). * Bepaal vooraleer je aan het filmen gaat, het doel van de film en de doelgroep. * Bepaal vooraf de sleutelscènes en besteed extra veel aandacht aan deze

scènes. * Besteed extra aandacht aan de geluidsopname bij de scènes waarbij het

originele geluid van essentieel belang is. OPDRACHT

� Meer info i.v.m. script: http://nl.wikipedia.org/wiki/Filmscript.

� Meer info i.v.m. storyboard: http://nl.wikipedia.org/wiki/Storyboard_(filmtechniek)

� Ga op internet op zoek naar een storyboard.

� Beschrijf wat er gebeurt.

2.12 ANTICIPEREN * Tracht te anticiperen op verplaatsingen van het onderwerp dat je aan het filmen

bent, zeker als je je onderwerp van nabij wenst te volgen. * Als je de bewegingen niet echt kan voorzien (vb.: een rondlopend kindje) is het

aangewezen om het beeld ruim genoeg te filmen. Zo voorkom je dat je onderwerp regelmatig ongewenst (gedeeltelijk) uit beeld verdwijnt.

Verhaal

Storyboard

Script

W-W-W-W-W

Doel-doelgroep

Sleutelscènes

Geluid

Verplaatsing

Ruim kader

Page 9: Leereenheid 6 - Filmen, filmtips, camera's en scenario's

102

2.13 KADER * Zorg dat er altijd iets te zien is in het kader. * Zorg dat het onderwerp dat je in beeld wenst te brengen niet precies in het

midden van je scherm staat (schietschijfshot), maar een beetje uit het midden. * Het is ideaal om gebruik te maken van de gulden snede. Hiervoor verdeel je het

kader (hetgeen je ziet op je filmschermpje) zowel horizontaal als verticaal in drie gelijke delen. Het onderwerp film je dan best zo dat het op een snijpunt staat van 2 lijnen. Dit komt aangenaam en natuurlijk over voor de kijker.

* Bij sommige camera’s kan je de verdeling van het kader door middel van de gulden snede tijdens het filmen visueel weergeven op het scherm.

* Bij het afnemen van een interview is het best dat de interviewer net naast de

camera staat. Je wordt dan als kijker bij het interview betrokken zonder dat de geïnterviewde de indruk wekt dat hij/zij je woonkamer aan het binnenkijken is.

* Eens je onderwerp goed is ingekaderd, blijf je best van je camera af tot de

volgende scène. * Vermijd een kadrering met op de achtergrond storende factoren, zoals

voorbijrazende auto’s en al te enthousiaste supporters. Zorg er ook bijvoorbeeld voor dat er gaan bloemen groeien op het hoofd van de gefilmde personen.

2.14 CAMERASTANDPUNTEN * Varieer qua filmwerk regelmatig van uitvalspunt. Voor elk shot binnen een scène

verander je, bij voorkeur, van camerastandpunt. Dit maakt je film dynamisch en voorkomt dat je ziet dat het beeld heel lichtjes verspringt bij de overgang van shots.

* Het is een aanrader om een bepaalde actie vanuit verschillende standpunten te

filmen (met verschillende camera’s tegelijk of door meerdere opnames te maken). Je hebt, als je zo te werk gaat, de mogelijkheid om dit beeldmateriaal achteraf tot een mooi gevarieerd geheel te mixen.

* Het is tevens belangrijk dat je de actie ook telkens volledig filmt, je zal jezelf

hiervoor dankbaar zijn eens je aan het monteren gaat.

Gevuld

Excentrisch

Gulden snede

Interview

Kadreren

Storende factoren

Variatie

� standpunten

Actie volledig filmen

Page 10: Leereenheid 6 - Filmen, filmtips, camera's en scenario's

103

* Zorg voor afwisseling tussen soorten shots (totalen, half-totalen, close-ups). * Blijf aan één kant van de virtuele as waarop een scène zich afspeelt (180°

regel). Als je bijvoorbeeld een gesprek van 2 personen aan het filmen bent is het belangrijk om met je camerastandpunten langs dezelfde kant te blijven van deze virtuele as. Als je deze overschrijdt lijkt het alsof de 2 personen van plaats gewisseld zijn.

OPDRACHT

� Probeer de verschillende mogelijkheden uit.

2.15 ALGEMEEN * Let op voor continuïteitsfouten. Een voorbeeld van een continuïteitsfout: in de

ene scène zie je een acteur met lang haar, in een volgende scène met korter haar en in de daaropvolgende scène opnieuw met langer haar.

* Neem steeds voldoende tussenshots op die je kunnen helpen bij het monteren. * Neem liever te veel beeldmateriaal op waaruit je kan knippen, dan te weinig.

Zorg dus dat je shots altijd teveel beeldmateriaal bevatten. * Zorg dat je de record-functie inschakeld tijdens het filmen en uitschakeld

wanneer je niet wenst te filmen en niet omgekeerd. Het gebeurd wel eens dat hiertegen in de fout gegaan wordt omdat het starten en stoppen van de opname met dezelfde knop gebeurt.

Afwisseling

Virtuele as

Continuïteitsfouten

Tussenshots

Te veel beeld

Record

Page 11: Leereenheid 6 - Filmen, filmtips, camera's en scenario's

104

* Zorg dat de cameraman en filmploeg niet in beeld is (bijvoorbeeld door de

weerkaatsing in een venster of een spiegel.

2.16 OPDRACHTEN Tijd om al deze tips in de praktijk om te zetten… OPDRACHT

� Film twee keer een tweetal minuten van eenzelfde situatie vanuit 2 verschillende standpunten

volgens de regels van de kunst. Maak vooraleer je aan het filmen gaat een storyboard en een

beknopt scenario.

Vb.: verstoppertje vanuit het standpunt van de zoeker en vanuit het standpunt van de verstopte.

� Film een interview en ga hierbij zo opvallend mogelijk in tegen de besproken filmtips.

� Doe en film een rondleiding door een deel van de school. Probeer dit zo goed mogelijk te doen,

dus volgens de geleerde regels.

Filmploeg uit beeld

Page 12: Leereenheid 6 - Filmen, filmtips, camera's en scenario's

105

3 CAMERA’S

3.1 SOORTEN

3.1.1 Analoge filmcamera Analoge videocamera's werken met videobanden zoals VHS. Het beeld en geluid wordt analoog opgeslagen waardoor er bij het overzetten van het materiaal altijd kwaliteitsverlies optreedt. Om analoog videomateriaal te capturen op de computer heb je een capturekaart nodig die het beeld digitaliseert en op de computer plaatst.

��

3.1.2 Digitale filmcamera Digitale videocamera's werken met digitale opslagmedia (MiniDV-tape, Mini DVD, een harde schijf of flashgeheugen). Het beeld- en geluid wordt digitaal opgeslagen in 1-en en 0-en, waardoor het kan getransporteerd worden zonder kwaliteitsverlies. Digitaal materiaal kan, naargelang het opslagmedium, op de computer geplaatst worden via een firewirekabel, een usb-kabel, een DVD-station of een cardreader.

� ��

Tegenwoordig worden zo goed als alleen nog digitale camera's verkocht. Als je opteert voor meer details en een hogere opnamekwaliteit zowel wat beeld als geluid betreft is het zeker de moeite om te investeren in een duurdere High Definition Camcorder. HD filmmateriaal onderscheid zich van Standard filmmateriaal wat de beeldkwaliteit (levendiger & gedetailleerder) en geluidskwaliteit betreft.

3.1.3 Andere Het is ook mogelijk om digitaal videomateriaal op te nemen met een webcam, een compact digitaal fototoestel, de meeste GSM-toestellen en een mpeg4-camera.

De kwaliteit van het beeldmateriaal zal beduidend lager zijn dan de kwaliteit van video opgenomen met een digitale filmcamera. Wanneer je video opneemt om op DVD te plaatsen is het dus niet aan te raden om zo’n toestel te gebruiken, als je echter video opneemt om op YouTube te plaatsen vormt dit geen probleem.

High definition

Lage kwaliteit

Page 13: Leereenheid 6 - Filmen, filmtips, camera's en scenario's

106

3.2 CAMERAFUNCTIES In wat volgt worden enkele camerafuncties besproken waarop je kan letten wanneer je de aankoop van een digitale filmcamera overweegt.

3.2.1 Grootte De gewenste grootte van het toestel zal in hoofdzaak bepaald worden door jou en de manier waarop je de camera gebruikt. Een klein toestel is handig om mee te nemen op een dagtrip, anderzijds heeft zo’n toestel kleinere knopjes en heb je meer last van lichte trillingen tijdens het filmen.

3.2.2 Zoom Als je naar zoombereik kijkt, kijk dan naar de optische zoomwaarde. De optische zoomwaarde geeft het bereik aan dat de lens aankan. De digitale zoomwaarde is niet belangrijk omdat digitaal zoomen ten koste gaat van de beeldkwaliteit. Hoe hoger de optische zoomwaarde, hoe interessanter, anderzijds is het met een hoge zoomwaarde vaak moeilijk om stabiele beelden te maken. 10x en 20x optische zoom en 120x / 640x digitale zoom zijn voorbeelden van gangbare zoomwaarden.

3.2.3 Lens Bij de aankoop van een camera is het ook aan te raden om er op te letten dat je een camera koopt met een goede lens. Een Carl Zeiss lenzen en Leica lenzen zijn aanraders. Hoe duurder de modellen hoe beter de lens zal zijn en hoe hoger de optische zoomwaarde zal zijn.

3.2.4 Resolutie Meer pixels geven een betere beeldkwaliteit. Een toestel met een 3,1 megapixelchip tovert betere video op je beeldscherm dan een toestel met een 800000 pixelchip.

3.2.5 Beeldchip Een beeldchip zorgt voor de projectie van het beeld direct achter de lens. Het fotografische beeld dat opgevangen wordt, wordt door de chip omgezet in een elektrisch signaal dat vervolgens gedigitaliseerd wordt. Er zijn camera’s met één chip en camera’s met 3 chips. Hoe meer chips, hoe beter de kwaliteit. Daarnaast geven CMOS-chips betere video dan CCD-chips.

Optische zoom

Carl Zeiss - Leica

Meer = beter

(3)CCD – (3)CMOS

Page 14: Leereenheid 6 - Filmen, filmtips, camera's en scenario's

107

3.2.6 Fotocamera Opdat je een deftige foto zou kunnen trekken met je camera is een resolutie van minstens één of liefst meer megapixel wenselijk. Meestal worden foto's ook opgeslagen op een flashkaartje (memorystick, SD card,...) wat wenselijk is. Daarnaast is het, als je de videocamera wenst te gebruiken om foto’s te trekken, aangeraden dat er een flitser aan boord is van het toestel.

3.2.7 Beeldstabilisator Een beeldstabilisator compenseert kleine schokjes en trillingen tijdens het filmen. Net als bij de zoomfunctie geldt ook hier dat een optische beeldstabilisator beter werk levert dan een digitale beeldstabilisator.

3.2.8 Beeldeffecten Het is niet belangrijk om meer geld uit te geven aan een camera omdat er meer beeldeffecten aanwezig zijn. Het is aangewezen om effecten pas toe te voegen bij het monteren van het videomateriaal.

3.2.9 Camerascherm Het is handig om een camera aan te schaffen met een touchscreenscherm om de tape en dergelijke te bedienen. Bij de meeste camera’s is dit een standaard optie. Een groot camerascherm is aangenaam tijdens het filmen en het bekijken van een opname. Verder zijn de touchscreenknopjes allemaal net wat groter en makkelijker te bedienen. Als je filmt met veel zon betekent een groter scherm dan weer een nadeel ten opzichte van een kleiner scherm. Bovendien heeft een groter scherm ook een invloed op de minimale constructiegrootte van een camera en de autonomie van de batterij. Tegenwoordig is het aan te raden om te opteren voor een camera met een breedbeeldscherm (verhouding 16:9) omdat de meeste opnames in breedbeeld gedaan worden. De huidige generatie televisies zijn immers ook breedbeeld en DVD's worden ook zo goed als altijd in breedbeeld opgenomen. Ook het aantal laptop- en computerbreedbeeldschermen neemt de laatste jaren sterk toe.

� Belangrijk om te weten is dat je met een goedkopere camera met een standaard beeldscherm (verhouding 4:3) ook breedbeeldopnames kan maken. Een breedbeeldscherm is dus zeker geen noodzaak.

Schokjes vermijden

Onbelangrijk

Touchscreen

Grootte

Breedbeeld (16:9)

Page 15: Leereenheid 6 - Filmen, filmtips, camera's en scenario's

108

3.2.10 Geluid De geluidsboxjes die ingebouwd zijn om een opname via de camera te bekijken zijn meestal niet zo schitterend, maar op zich is dit ook geen probleem omdat je op de camera in principe enkel maar dingen bekijkt en beluistert als preview. Een goede microfoon in een camera is een aanrader om audio op een duidelijke en zuivere manier op te nemen, anderzijds is het als je goede geluidsopnames wenst te maken aangewezen om te werken met een externe microfoon. Een ingebouwde microfoon kan niet tippen aan een goede externe microfoon. De duurdere HD camera's zijn al uitgerust om 5.1 Dolby Surround opnames te maken.

3.2.11 Nightshot ��������������� ���������������������������������������������������������

��������������������������������������� ����������������������������

�������������������

��

3.2.12 Focusring Een focusring om het camerabeeld zelf scherp te stellen is een aanrader in sommige gevallen (standaard stelt een camcorder scherp op het dichtste object dat deze tegenkomt en dat is niet altijd wenselijk... vb.: scherpstellen op een dier achter een tralies, scherpstellen op een beeld van achter een venster,...). Een focusring is enkel terug te vinden op duurdere, uitgebreidere modellen.

��

3.2.13 Batterij Naargelang het toestel kan de opnametijd met een geladen batterij sterk verschillen (vb.: 2u of 5u of 9u). Het is erg zinvol om ook hiermee rekening te houden bij de aankoop van een camcorder. Het is meestal aangewezen om een extra batterij met een grote autonomie te voorzien in je aankoopbudget, ook al is dit niet goedkoop.

Boxjes

Microfoon

Manueel scherp

Autonomie

Page 16: Leereenheid 6 - Filmen, filmtips, camera's en scenario's

109

3.2.14 Uitgangen Naargelang het type camera en het opslagmedium zal de camera één of meerdere digitale (firewire, USB, hdmi) en analoge (composiet, S-video) uitgangen bevatten om het beeldmateriaal te capturen op een computer en/of af te spelen op een TV.

��

3.2.15 Opslagmedia Naargelang het type camera zal een welbepaald opslagmedium gebruikt worden (mini-DV, harddisk, mini-DVD, flashgeheugen). Het gebruik van de camera bepaalt voor welk opslagmedium je best kiest (zie verder).

3.3 DIGITALE OPSLAGMEDIA

3.3.1 MiniDV * De beste keuze als je de opname achteraf wenst te monteren op computer. * Beeld wordt opgenomen en opgeslagen in hoge kwaliteit. * Videobestanden zijn heel groot (1 uur = 13 GB). * Filmmateriaal moet gecaptured worden op computer (firewire en tijd nodig). �

� ��

3.3.2 MiniDVD �

* Als je een opname onmiddellijk wenst af te spelen met een DVD-speler kies je best voor een camera met MINIDVD als opslagmedium.

* De opslagcapaciteit per schijfje is beperkt (afhankelijk van de compressie). * De compressie is hoog (kan ingesteld worden). * Het is niet zo evident om het beeldmateriaal op computer te plaatsen.

� ��

Firewire, S-Video,…

Monteren

Afspelen

Page 17: Leereenheid 6 - Filmen, filmtips, camera's en scenario's

110

3.3.3 Harde schijf * Een camera met een harde schijf heeft een grote opslagcapaciteit. * Het videomateriaal kan op een makkelijke en snelle manier via een USB-kabel

op computer geplaatst worden. * De compressie is relatief hoog, waardoor het bronmateriaal een matige kwaliteit

heeft en zich dus iets minder leent om een kwalitatief hoge montage te maken.

� ��

3.3.4 Flashgeheugen * Een toestel met flashgeugen (vb. SD-card) is meestal heel licht en compact. * Video kan via een cardreader gemakkelijk en snel op PC geplaatst worden. * De beeldcompressie is heel hoog, waardoor de beeldkwaliteit laag is.

�� ��

3.4 OPDRACHT OPDRACHT

� Ga via het internet op zoek naar een digitale camera die voldoet voor volgende criteria:

- budget: 400 euro

- videomontage noodzakelijk

- doel: filmmateriaal om op een videoplatform zoals YouTube te plaatsen creëren

- een hele dag filmen, zonder stroomvoorziening moet mogelijk zijn

- video moet snel en makkelijk op pc gezet kunnen worden

- goede audio-opnames zijn wenselijk

� Motiveer je keuze.

Gebruiksvriendelijk

Klein