LEERDOELSTELLINGEN RECHT.pdf · - de schenking onderscheiden van het testament; - wijzen van...
Transcript of LEERDOELSTELLINGEN RECHT.pdf · - de schenking onderscheiden van het testament; - wijzen van...
Burgerlijk recht TITEL
- 46 -
4. Erfrecht
L E E R D O E L S T E L L I N G E N
Je kan
- de basisprincipes van de erfregeling opzoeken en illustreren met voorbeelden;
- de successierechten berekenen voor een aantal erfenissen;
- de schenking onderscheiden van het testament;
- wijzen van verkrijging (zoals testament, erfopvolging, schenking, overdracht, bezit)
opsommen en met voorbeelden illustreren;
- de begrippen vruchtgebruik en naakte eigendom omschrijven en het onderscheid
illustreren.
ERFENIS
a. Begrippen
O P D R A C H T
Leg volgende begrippen uit, die nodig zijn om bovenstaande artikels te begrijpen.
Erflater = de overledene van wie het vermogen overgaat op iemand anders
Erfgenamen = de personen die het vermogen krijgen
TITEL Burgerlijk recht
- 47 -
Erfenis = alles wat de overledene nalaat aan bezittingen en schulden op het
ogenblik van zijn overlijden
Openvallen van een erfenis = bij het overlijden van een natuurlijk persoon, in de
woonplaats komt de erfenis vrij voor de erfgenamen
b. De erfopties
Uit bovenstaande artikels kunnen we afleiden dat een erfgenaam drie mogelijkheden
heeft:
zuivere aanvaarding van de nalatenschap
verwerping van de nalatenschap
aanvaarding onder voorrecht van boedelbeschrijving
Zuivere aanvaarding van de nalatenschap
Bij een zuivere aanvaarding heeft de erfgenaam het recht op het gehele actief van de
nalatenschap. Maar het is eveneens zijn plicht om alle schulden verbonden aan de
nalatenschap, te betalen. Dit geldt ook wanneer de schulden groter zijn dan het actief.
De zuivere aanvaarding komt het meest frequent voor. Dit komt ook doordat wanneer er
stilzwijgend aanvaard wordt, aangenomen wordt dat er zuiver aanvaard wordt. Men hoeft
dus niets te doen voor een zuivere aanvaarding.
Een minderjarige of andere onbekwamen mogen nooit zuiver aanvaarden. Zij worden
beschermd en kunnen enkel erven onder voorrecht van boedelbeschrijving.
Verwerping van de nalatenschap
Wanneer de schulden te groot zijn voor het actief van de nalatenschap, wordt deze best
verworpen. Dit moet gedaan worden door middel van een specifieke verklaring op de
griffie van de rechtbank van eerste aanleg waar de erflater zijn woonplaats had.
Indien de keuze wordt gemaakt om de erfenis te verwerpen, wordt de persoon in kwestie
geacht nooit erfgenaam geweest te zijn.
Het is onmogelijk om na het verwerpen van de nalatenschap, toch nog te kiezen voor de
aanvaarding van de nalatenschap.
Aanvaarding onder voorrecht van boedelbeschrijving
Als er onduidelijkheid bestaat over het actief en de schulden van de nalatenschap, is het
aan te raden om een inventaris laten op te maken. Om deze optie te kiezen, is het
Burgerlijk recht TITEL
- 48 -
eveneens nodig om een specifieke verklaring te doen bij de rechtbank van eerste aanleg
waar de erflater zijn woonplaats had.
De regel bij deze optie is dat er nooit meer schulden moeten betaald worden dan de
waarde van het actief dat aanwezig is in de nalatenschap.
c. Onderscheid in de erfopvolging
Tot het jaar 2007 konden enkel de bloedverwanten en de langstlevende echtgeno(o)t(e)
erven. Sinds dan is er ook de mogelijkheid voor de langstlevende wettelijk
samenwonende partner om te erven.
Indien er geen erfgenamen zijn, gaat de integrale erfenis naar de overheid.
De wet maakt een onderscheid tussen vier ordes volgens bloedverwantschap.
O P D R A C H T
Surf naar www.notaris.be/erven-schenken/erven en zoek de vier ordes volgens
bloedverwantschap op.
1e orde = afstammelingen (descendenten)
2e orde = broers en zussen (+afstammelingen) = bevoorrechte zijverwanten
ouders = bevoorrechte ascendenten
3e orde = bloedverwanten in opgaande lijn
4e orde = gewone zijverwanten
Zoals je opmerkt, wordt de langstlevende echtgeno(o)t(e) hier niet in vermeld. Betekent
dit nu dat hij niets krijgt? Neen. De langstlevende echtgeno(o)t(e) krijgt het
vruchtgebruik over de gehele nalatenschap. Vruchtgebruik is het gebruiks- en
genotsrecht over een goed. Dit betekent dat de persoon het goed mag gebruiken en de
vruchten ervan plukken, maar hij kan er niet over beschikken. Dit kan wel wanneer hij de
naakte of blote eigendom verwerft van het goed. De langstlevende echtgeno(o)t(e) zal
steeds het vruchtgebruik erven op de persoonlijke goederen van de overleden
echtgeno(o)t(e).
Wanneer iemand de volle eigendom heeft over een goed, beschikt hij zowel over het
vruchtgebruik als over de naakte eigendom.
TITEL Burgerlijk recht
- 49 -
d. Erfopvolging
V O O R B E E L D
Wie zal wat krijgen bij het overlijden van Micheline?
Hiervoor is het belangrijk dat we naar de verschillende ordes kijken binnen de nalatenschap.
1° Er zijn erfgenamen van de eerste orde, nl. drie kinderen.
2° De echtgenoot is nog in leven.
CONCLUSIE: De echtgenoot krijgt het vruchtgebruik op de gehele nalatenschap. De eerste orde
(afstammelingen) krijgt de naakte eigendom van de gehele nalatenschap. Elk van de kinderen krijgt
1/3 van de nalatenschap.
Burgerlijk recht TITEL
- 50 -
O P D R A C H T
Wie erft wat? Los volgende oefeningen op met behulp van de stamboom.
a) bij overlijden van Laurent (Maria is reeds overleden)
Antwoord:
1e orde (twee kinderen)
geen LLE
CONCLUSIE: De eerste orde krijgt volle eigendom over de gehele nalatenschap.
Elk kind krijgt 1/2 van de nalatenschap.
b) bij overlijden van Sara
Antwoord:
1e orde /
2e orde (2 broers + 2 ouders)
geen LLE
CONCLUSIE: De tweede orde krijgt elk 1/4 van de volle eigendom over de
gehele nalatenschap.
c) bij overlijden van Frank (ouders en Micheline zijn reeds overleden)
Antwoord:
1e orde /
2e orde (2 neven + 1 nicht)
geen LLE
CONCLUSIE: De tweede orde krijgt elk 1/3 van de volle eigendom over de
gehele nalatenschap.
d) bij overlijden van Frank (Micheline is reeds overleden)
Antwoord:
1e orde /
2e orde (2 ouders + 2 neven + 1 nicht)
geen LLE
TITEL Burgerlijk recht
- 51 -
CONCLUSIE: Elke ouder krijgt elk 1/4 van de volle eigendom over de
gehele nalatenschap en de neven en nicht krijgen elk 1/6 van de volle eigendom
over de gehele nalatenschap.
e) bij overlijden van Frank (ouders, Micheline, Tim, Sara en Tomjonas zijn reeds
overleden)
Antwoord:
1e orde /
2e orde /
3e orde /
4e orde /
geen LLE
CONCLUSIE: Geen erfgenamen, dus de erfenis gaat naar de overheid.
SUCCESSIERECHTEN
Op een nalatenschap (actief en schulden) van een overleden rijksinwoner, zal steeds
belasting moeten betaald worden, na aftrek van de begrafeniskosten. De belastingen op
een nalatenschap noemen we successierechten. Ze behoort tot de directe belastingen.
De tarieven van de successierechten verschillen per gewest. Ook zijn er per gewest
enkele uitzonderingen. Zo moet er in Vlaanderen geen successierecht betaald worden
door de langstlevende echtgeno(o)t(e) of samenwonende op de gezinswoning.
Er wordt eveneens een onderscheid gemaakt tussen de ordes van erfopvolging. Zo
verschillen de tarieven voor echtgenoten van die voor broers en zussen, en voor andere
erfgenamen. Voor het berekenen van de successierechten voor echtgenoten is het
belangrijk dat telkens de opsplitsing gemaakt wordt tussen de roerende en de
onroerende goederen die geërfd worden. Hierdoor kan de erfgenaam telkens van het
laagste tarief genieten. Voor broers en zussen wordt elk hun deel apart belast. Voor
andere personen wordt de erfenis in haar totaliteit bekeken.
Burgerlijk recht TITEL
- 52 -
O P D R A C H T
Je erft een nettoverkrijging van € 200.000,00. Deze verkrijging bestaat voor €
150.000,00 uit onroerende, en voor € 50.000,00 uit roerende goederen.
Antwoord:
roerend gedeelte: 50.000,00 3% = 1.500,00
onroerend gedeelte: 150.000,00 50.000,00 x 3% = 1.500,00
100.000,00 x 9% = 9.000,00
TOTAAL = € 12.000,00
Twee broers erven elk € 150.000,00 van hun zus.
Antwoord:
75.000,00 x 30% = 22.500,00
50.000,00 x 55% = 27.500,00
25.000,00 x 65% = 16.250,00
TOTAAL = € 66.250,00 (per erfgenaam)
TITEL Burgerlijk recht
- 53 -
Een erfenis van € 100.000,00 wordt verdeeld onder 2 neven. De eerste krijgt €
40.000,00, de tweede € 60.000,00. De successierechten worden berekend op de som
van de nettoverkrijgingen, in dit geval € 100.000,00.
Antwoord:
75.000,00 x 45% = 33.750,00
25.000,00 x 55% = 13.750,00
TOTAAL = € 47.500,00
verdeling: eerste neef = 40% van € 47.500,00 = € 19.000,00
tweede neef = 60% van € 47.500,00 = € 28.500,00
DE SCHENKING EN HET T ESTAMENT
Een schenking is een onmiddellijke en onherroepelijke overgang van goederen onder
levenden. Er bestaat een contract tussen een schenker en een begiftigde. Het is
belangrijk dat er uitdrukkelijke vrijgevigheidsgedachte aan de basis ligt.
Het onmiddellijk en onherroepelijk karakter van de schenking is meteen ook de basis
voor de vergelijking met het testament.
Wanneer een schenker een bepaald goed schenkt, moet hij meteen afstand doen van het
goed en kan hij dit ook niet meer terugvragen. Men is het goed kwijt. Dit geldt niet voor
een testament. Bij een testament blijven de goederen van de testamentmaker. Een
testament heeft geen onmiddellijk effect. De overgang van de goederen vindt pas plaats
na de dood van de erflater. Ook is het mogelijk om het testament nog verschillende
keren aan te passen. Het testament is pas herroepelijk bij de dood van de erflater. We
noemen een testament ook wel de laatste wilsbeschikking van de overledene.
Burgerlijk recht TITEL
- 54 -
5. Goederenrecht
L E E R D O E L S T E L L I N G E N
- het juridisch begrip goed omschrijven;
- de indelingen tussen goederen (roerende – onroerende en lichamelijke –
onlichamelijke) concretiseren en het belang van dit onderscheid illustreren;
- het begrip eigendomsrecht illustreren;
- wijzen van verkrijging (zoals testament, erfopvolging, schenking, overdracht, bezit,
overeenkomst, natrekking, verkrijgende verjaring) opsommen en met voorbeelden
illustreren;
- de beperkingen op het eigendomsrecht (onteigening, erfdienstbaarheden en
voorschriften) omschrijven en met voorbeelden illustreren;
- het begrip splitsing omschrijven en met voorbeelden illustreren;
- de begrippen vruchtgebruik en naakte eigendom omschrijven en het onderscheid
illustreren.
INDELING
Goederen kunnen op twee manieren ingedeeld worden. In de eerste plaats in
lichamelijke en onlichamelijke goederen. Ten tweede in roerende en onroerende
goederen.
O P D R A C H T
Zijn volgende goederen lichamelijk of onlichamelijk?
cliënteel gebouw wagen
Antwoord:
onlichamelijk lichamelijk lichamelijk
TITEL Burgerlijk recht
- 55 -
Wat is het bepalende kenmerk dat je hiervan kan afleiden?
Antwoord:
waarneembaarheid
Geef van elk nog twee extra voorbeelden.
onlichamelijk: reputatie, vordering
lichamelijk: gsm, kantoormateriaal
Zijn volgende goederen roerend of onroerend?
bureaustoel terrein gebouw
Antwoord:
roerend onroerend onroerend
Wat is het bepalende kenmerk dat je hiervan kan afleiden?
Antwoord:
verplaatsbaarheid
Burgerlijk recht TITEL
- 56 -
We kunnen de roerende en onroerende goederen nog verder indelen. Hiervoor
gebruiken we wetsartikels 517 tot en met 529.
TITEL Burgerlijk recht
- 57 -
O P D R A C H T
Geef twee voorbeelden van elke indeling.
a) onroerende goederen uit hun aard
gebouwen / terreinen
b) onroerende goederen door bestemming (voor dienst of exploitatie)
landbouwdieren (koe, paard) / biertonnen van brouwerij
c) onroerende goederen door bestemming (voor blijvend gebruik)
waterleidingen / spiegel (vastgemaakt)
d) onroerend door het voorwerp waarop zij betrekking hebben
vruchtgebruik / erfdienstbaarheden
e) roerend uit hun aard
geld / wagen
f) roerend door wetsbepaling
aandelen / deelnemingen in ondernemingen
Burgerlijk recht TITEL
- 58 -
BELANG vAN ONDERSCHEID
Het onderscheid tussen roerende en onroerende goederen wordt niet zomaar gemaakt.
Het is wel degelijk van belang. In de eerste plaats voor het verwerven van de goederen.
Bij een aankoop van een onroerend of roerend goed is een contract tussen beide
voldoende. Toch is de bewijsregeling bij de aankoop van een onroerend goed
verschillend, alsook de formaliteiten die hierbij komen kijken. Zo zal bij de aankoop van
een onroerend goed een notariële akte noodzakelijk zijn, zodat deze kan ingeschreven
worden in de hypotheekregisters.
Ten tweede is het belang ook groot op fiscaal vlak. Wanneer roerende goederen worden
aangekocht, zal de overheid BTW doorrekenen aan de verbruiker. Bij onroerende
goederen wordt dit niet gedaan. Toch zal de overheid ook hier weer belastingen heffen,
maar dan registratierechten.
Hier geldt wel een uitzondering. In sommige gevallen worden onroerende goederen
verkocht met BTW. De bouw van een nieuwe woning is onderworpen aan de BTW. Een
gebouw is nieuw tot 31 december, twee jaar volgend op het jaar dat het gebouw in
gebruik is genomen. Vanaf 1 januari 2011 is ook de bijhorende grond onderworpen aan
BTW.
HET EIGENDOMSRECHT
a. Begrip
Eigendom is het recht om op de meest volstrekte wijze van een zaak het genot te hebben
en daarover te beschikken, mits men er geen gebruik van maakt dat strijdig is met de
wetten of de verordeningen (art. 544).
O P D R A C H T
Welke rechten heb je als eigenaar van een Honda CR-Z Hybrid?
voordelen, inkomsten en vruchten
bv.: lage belasting, laag verbruik, …
recht van genot en gebruik
verandering, verkoop, schenken, hypothekeren
bv.: tunen, verkopen
recht van beschikking
CONCLUSIE: vruchtgebruik + naakte eigendom = volle eigendom
TITEL Burgerlijk recht
- 59 -
b. Beperkingen
Als eigenaar heb je het volledige recht
van genot, gebruik en beschikking.
Toch zijn er bepaalde mogelijkheden
waarbij deze rechten kunnen beperkt
worden.
In de grootste mate is het de wet zelf
die hier beperkingen aan zal
opleggen. Ten eerste kan de
beperking opgelegd worden vanuit
het algemeen belang. Hierbij kunnen
we denken aan wetgeving omtrent het
behoud van landschappen,
bodemattesten, enz. De wetgeving op
de exploitatie van ongezonde, gevaarlijke en hinderlijke inrichtingen zorgt er ook voor
dat bepaalde bedrijven beperkt worden in hun eigendomsrecht.
Ten tweede zijn erfdienstbaarheden ook beperkingen van het eigendomsrecht. Een
erfdienstbaarheid is een last die op een lijdend erf wordt gelegd tot gebruik, nut en
voordeel van een heersend erf.
O P D R A C H T
Schets een voorbeeld van een erfdienstbaarheid.
Burgerlijk recht TITEL
- 60 -
Niet enkel het algemeen belang kan dienen als beperking, maar ook gewoon het belang
van anderen. Bij het uitoefenen van het eigendomsrecht mag geen schade of hinder
worden toegebracht aan anderen.
In bepaalde gevallen kan de overheid overgaan tot onteigening. Dit is het afstaan van de
grond of woning voor werken van openbaar nut. De overheid keert wel vergoedingen uit
voor de personen die onteigend worden.
c. Mede-eigendom en onverdeeldheid
Wanneer een zaak uit minstens twee delen
bestaat, en in onverdeeldheid toebehoort aan
meerdere eigenaars, is er sprake van mede-
eigendom. De mede-eigendom is een zakelijk
recht, dat rechtstreeks op de zaak wordt
uitgeoefend, zonder tussenkomst van een
persoon.