Leefstijlen - · PDF filekeling en ontplooiing zoeken in hun eigen persoonlijkheid en...

20
8. Leefstijlen Een theoretische en methodologisehe beschouwing met een empirisch voorbeeld H. GANZEBOOM SAMENVATTING De bestudering van leefstijlen is in de laatste decennia door de academische sociologie in toene- mende mate overgelaten aan marktonderzoekers. Dit marktonderzoek heeft geleid tot leefstijlin- delingen die vanuit theoretisch-sociologische opvattingen een nantal onwenselijke kenmerken vertonen: (a) de concentratie op discrete, via clusteranalyse afgeleide typen en segmenten, (b) het veronachtzamen van het verband tussen leefstijldifferentiatie en sociale stratificatie, en (c) het uit het oog verliezen van de mechanismen die aan de keuze van leefstijlelementen ten grondslag liggen. Voorgesteld wordt een leefstijlmodel, ontleend aan het werk van de Franse socioloog Bourdieu en de Amerikaanse methodoloog Sobel, dat een oplossing van deze moeilijkheden kan bieden. 1. INLEIDING Wanneer gevraagd wordt naar verkiaringen van variaties in consumptieve gedragingen, wordt nogal eens verwezen naar het bestaan van zgn. ‘leefstijlen’. Zo’n verwijzing gaat vaak vergezeld van de erkenning dat men op basis van gebruikelijke indicaties van jemands sociale achtergrond, zoals leeftijd, opleiding, beroep, inkomen, geslacht, bur- gerlijke staat en woonpinats niet in staat is een adequate verkiaring en voorspelling van gedragsvoorkeuren te geven. Wanrom de een zich een modeme inrichting aanschaft en de ander een traditionele, of wanrom de een zich bij voorkeur laaft aan een gins bier en de ander nan een citroenjenever, lijkt iets wanrover men ann de hand van de opgesomde sociani-structurele varinbelen betrekkelijk weinig kan zeggen. Toch laat zich vermoeden dat dergelijke gedrngskeuzen niet willekeurig en structuur- loos zijn, mnar aan een zekere mate van voorspelbnarheid onderhevig zijn en danrom systematisch verklanrbnar moeten zijn. Smaken en voorkeuren hebben niet alleen een grote mate van stabiliteit binnen een individu, men kan er evenzeer van uitgnan dat hierin sociale patronen te onderkennen zijn. Zowel de intra-individuele stabiliteit van smaken en voorkeuren als de sociale patroonvorming hierin leidt tot een zekere mate van voorspelbnnrheid. Voor een deel hangt deze voorspelbanrheid samen met de opgesomde sociale achter- grondsvarinbelen. De socinle achtergrond biedt specifieke mogelijkheden en legt tege- lijkertijd beperkingen nan gedrngskeuzen op. Lemand met een lang inkomen gaat niet op vakantie naar de Bahama’s. Mensen met een drukke bana besteden hun tijd niet nan het zeif schulderen van hun huis. Een lager opgeleide abonneert zich niet op Vrij 131

Transcript of Leefstijlen - · PDF filekeling en ontplooiing zoeken in hun eigen persoonlijkheid en...

Page 1: Leefstijlen -  · PDF filekeling en ontplooiing zoeken in hun eigen persoonlijkheid en waarden, van personen die zich laten leiden door modellen die in het sociani systeem

8. Leefstijlen

Een theoretischeen methodologisehebeschouwingmet een

empirischvoorbeeld

H. GANZEBOOM

SAMENVATTING

De bestuderingvanleefstijlen is in delaatstedecenniadoordeacademischesociologiein toene-mendemateovergelatenaanmarktonderzoekers.Dit marktonderzoekheeftgeleidtot leefstijlin-delingendie vanuit theoretisch-sociologischeopvattingeneennantal onwenselijkekenmerkenvertonen:(a)deconcentratieop discrete,via clusteranalyseafgeleidetypenensegmenten,(b) hetveronachtzamenvan hetverbandtussenleefstijldifferentiatieensocialestratificatie,en(c) hetuithet oog verliezenvan de mechanismendie aan dekeuzevan leefstijlelemententen grondslagliggen. Voorgesteldwordt eenleefstijlmodel, ontleendaanhet werk van de FransesocioloogBourdieuendeAmerikaansemethodoloogSobel,dat eenoplossingvandezemoeilijkhedenkanbieden.

1. INLEIDING

Wanneergevraagdwordtnaarverkiaringenvanvariatiesin consumptievegedragingen,wordt nogal eensverwezennaarhetbestaanvanzgn. ‘leefstijlen’. Zo’n verwijzinggaatvaak vergezeldvan de erkenningdat men op basis van gebruikelijke indicaties vanjemandssocialeachtergrond,zoalsleeftijd, opleiding,beroep,inkomen,geslacht,bur-gerlijke staaten woonpinatsniet in staatis eenadequateverkiaring envoorspellingvangedragsvoorkeurente geven.Wanromde eenzicheenmodemeinrichting aanschaftendeandereentraditionele,of wanromde eenzichbij voorkeurlaaftaaneenginsbier endeandernan eencitroenjenever,lijkt iets wanrovermen ann dehandvande opgesomdesociani-structurelevarinbelenbetrekkelijkweinigkan zeggen.Toch laat zich vermoedendatdergelijkegedrngskeuzenniet willekeurig en structuur-loos zijn, mnaraaneenzekerematevan voorspelbnarheidonderhevigzijn en danromsystematischverklanrbnarmoetenzijn. Smakenen voorkeurenhebbenniet alleeneengrote mate van stabiliteit binneneen individu, men kan er evenzeervan uitgnandathierin socialepatronente onderkennenzijn. Zowel de intra-individuelestabiliteit vansmakenen voorkeurenals de socialepatroonvorminghierin leidt tot eenzekerematevanvoorspelbnnrheid.Voor eendeel hangtdezevoorspelbanrheidsamenmet de opgesomdesocialeachter-grondsvarinbelen.De socinleachtergrondbiedtspecifiekemogelijkhedenen legt tege-lijkertijd beperkingennan gedrngskeuzenop. Lemandmet eenlang inkomengaatnietop vakantienaarde Bahama’s.Mensenmeteendrukkebanabestedenhun tijd niet nanhet zeif schulderenvan hun huis. Een lager opgeleideabonneertzich niet op Vrij

131

Page 2: Leefstijlen -  · PDF filekeling en ontplooiing zoeken in hun eigen persoonlijkheid en waarden, van personen die zich laten leiden door modellen die in het sociani systeem

Nederland.Voor al dezeverschijnselenkan men eenverkinring nanvoerenin termenvande kostenenbaten,die voortkomenuit de socialepositie.Algemeengeformuleerd,kanmenzeggendatde opgesomdegedragskeuzentot standkomenvanwegede speci-fieke kostenen batendie zij voor personenmet respectievelijkeenlang inkomen,eensterkonderdruk stnandtijdsbudgetof geringeintellectuelevanrdighedenmet zichmee-brengen.Wanneermen spreektover ‘1eefstijlen~,heeft menevenweleenpatroonvangedrngsvoorkeurenop hetoog,die zichniet geheelenal op zo’n kosten-enbatenstruc-tuurmat reduceren.Voor de wetenschappelijkeachtergrondvan het leefstijlbegripwordt veelal verwezennanr het werk van Max Weber (1972[1921]). Deze kiassiekesociologischeauteurvoerdebet onderscheidtussenIdassenen standenin. Eenkiasseis eengroepmensendie dezelfdeeconomischepositieinnemen.Eenstandis eengroepmensendie hetzelfdeaanzienin de samenlevinggenietenenzichkenmerkendoordezelfdeIeefstijl. De leef-stijl waardooreenstandzich kenmerkten zichonderscheidtvananderestandenis deuitdrukkingvanhetaanziendatdezestandgeniet.Eeniederdie bij eenstandwil horen,zalvolgensWeberde leefstijl vandie standnannemen.Een leefstijl bestantdaarbijuitherkenbareen expressievegedragswijzenof voorkeurenvoor gedragswijzen,waarbijmateri~lec-onsumptieeenbelangrijkeplnatsinneemt.Volgens de theorie van Weber ontstnanstandenmet hun bijbehorendeleefstijl uiteconomischekiassen.De economischepositie van eenverznmeLingindividuen is hetuitgangspuntvanwanruit zij zich tot interessegroepenverenigen,onderlingenetwerkenaangaanenelknnrbeschermenenvoordelenbieden.De leefstijl - die derhalveveelaldeuit de economisehepositievoortkomendegedragingenzal bekLemtonenen thematise-ren - is de basiswanropde ledenvan eenstandzich verenigen.Via het lidmantschapvan eenstand kunnen individuen zich losmaken van de wisselvallighedenvan hunmnrktpositie.Hoewel het leefstijlbegrip derhalveal eenLange geschiedenisachterzich heeft,kanmen niet zeggendat hetermeete verbindenonderzoeksprogrammaeengroot succesisgeweest.Dit programmazoumoetenbestnanuit het gedetailleerdin knart brengenvande verschillendeleefstijlendie het statusbesefmet zich meeheeftgebracht.Wel vindtmen in klassiekesociologischestratificatiestudies(bijv. Kahi, 1957; Barber, 1957;Reissmnn,1959; Kuiper, 1965) en monografie~nover afzonderlijkesocialegroepen(bijv. Golcfthorpee.a.,1968;Berting, 196911968])veelaleenbehandelingvan de sym-bolische’ correintenvan socinle status,wanronderbijvoorbeeldbehuizing,woningin-richming, tanigebruik,lidmnatschnppenen politieke voorkeuren.Men kan evenwelnietzeggendat dit soortwerk op dit momenteendynnmischdeelgebiedis van desociolo-gie van stratificatieen socialeongelijkheid. Hoewel inleidendeboekenop dit gebiedtrouw eenparagraafover hetonderwerpblijven bevatten(Gilbert & Kahi, 1987),con-centreertde stratificatie-sociologiezich sterk op de ‘hardere’gegevensals opleidings-,beroeps-en inkomenspositie.Het onderwerpvan socialeongeLijkheid en leefstijlenwordt overgelaten nan populair-wetenschappelijke(Packard, 1959; Feldman &Thielbar, 1972; Buller, 1972;Murphy, 1976)enzelfs raillerendebenaderingen(Lynes,1972[1949]; Fussell,1983).Veel weerklankheeft het Leefstijlprogrnrnmadanrentegengevondenin de marketing(bijvoorbeeLd Hannan, 1980[1972]; Myers & Gutman, 1974; Inter/View, 1987). Degangbnrewerkwijze is daarbij eenverzameling indicaties van gedragsvoorkeurenengedragskeuzen,somssamenmet socialeachtergrondsvariabelen,te onderwerpennande eenof andereexplorerendedata-analysetechniek,zonis factor- of clusteranalyse.

132

Page 3: Leefstijlen -  · PDF filekeling en ontplooiing zoeken in hun eigen persoonlijkheid en waarden, van personen die zich laten leiden door modellen die in het sociani systeem

Gehooptwordt dandatuit de gegevenseenrepliceerbaresystematieknaarvorentreedt,op basis waarvanmen de bevolking naar ‘typen’ of deelgroepenkan opsplitsen.Eennantalbevindingenvan dezetraditie zijn doorDriessen(1978, 1983)samengevat.Hij iszeernegatiefover de resultaten.VolgensDriessenhat elkeleefstijlstudieeennieuwetypologieenbijbehorendeterminologiezien.Als karakteristiekemoeilijkheidbeschrijfthij dat de typologischeanalyses“of teveeltypen [vinden] (somszelfs meertypen danrespondenten,en veel respondenten[behoren]tot meerdan ~n type), of (...) eenbeperktnantaltypen,maarin dat geval [is] hetonmogelijkom eengroot gedeeltevande respondenten(...) in te delen” (Driessen,1978: 10). Wie de media op dit gebiedvolgt, moet ook zo langzamerhandwel enigeargwaankrijgen van de telkensverschil-lendeindelingenenterminologie~ndie gelanceerdworderiom de differentiatiein leef-stijien in beeldte brengen.De geschiedenisvanhet ‘yuppie’-syndroom,dat empirischop niets bLijkt te berusten(Jol, 1986;Dekkeren Ester, 1988),suggereertdat we hiermeerte makenhebbenmet productenom de fantasie(van reclamemakers?)te prikke-len danmet eenonderbouwdebeschrijvingvande socialewerkelijkheid.

2. MITCHELLS ‘THE NINE AMERICAN LIFESTYLES’

Eentyperendvoorbeeldvan wat over leefstijlenin de marketing-literatuurnaar vorenwordt gebracht, kan men vinden in het populair-wetenschappelijkewerk van deAmerikaanAmold Mitchell: “The Nine AmericanLifestyles” (1984).Het boekheeftdeveelzeggendeondertitel: “Who We Are & Where We Are Going; How OurValues,Beliefs, Drives, andNeedsWill Combinewith Social Trendsto ShapeOur Future”.‘Veelzeggend’,omdatdeze zinssnedede combinatievanpretentieusheiden vaagheidvanhetboeksmakelijkweergeeft.De basisvan Mitchells betoog wordt gevormd door de ann Maslow toegeschrevenveronderstellingdat menselijk behoeftenvolgens eenhi~rnrchisch stelsel geordendkunnenworden.Op de onderstetredevan de behoeftenladderstaanbasisbehoeften,denoodzakelijke dingen des levens als voeding, behuizing en rust. Wanneerhierinvoorzienis, richt men zich op persoonlijkeontplooiing en bevredigingvan esthetischebehoeften.Ann dezeeerstedimensievanordeningvanleefstijlkenmerkennaarplaatsinde behoeftenhi~rarchievoegtMitchell als tweedeeencontrasttoetussen ‘inner-direct-ed’ en ‘outer-directed’.Dit onderscheidtin zichzelfgekeerdepersonendie hun ontwik-keling en ontplooiing zoekenin hun eigenpersoonlijkheiden waarden,van personendie zich laten leidendoor modellendie in hetsociani systeem(de grotegroep)gang-baar zijn. Het verschil tussen de inner-directeden de outer-directedwordt doorMitchell alleendoorgevoerdvoor degenendie op het middenniveauvan de hi~rarchiezitten (zie Figuur 1). De lagereniveaus en het hoogsteniveau zijn wat dit betreftongedifferentieerd.Tenslotteblijken er ook binnendeonderscheidenhoofdcategorie~nonderverdelingenop te treden,die doorMitchell ad hocworden ingevoerd.De uitein-delijk doorMitchell gehanteerdeindelingis:I. De ‘Need-Driven’: degenenwiensgedragskeuzenwordenbeheerstdoordemeestele-mentairebehoeften.Zij zijn bezigzich het hoofd bovenwater te houden.Hierbinnenwordentweesubtypenonderscheiden:a.Survivors:zij die sedertgeneratiesgekenmerktwordendooreen ‘culture ofpovertyof daartoein de loopvanhun Levenzijn afgezakt.Elke mogelijkheidtot hetbinnendrin-gen indemiddengroepenis afgesneden.

133

Page 4: Leefstijlen -  · PDF filekeling en ontplooiing zoeken in hun eigen persoonlijkheid en waarden, van personen die zich laten leiden door modellen die in het sociani systeem

Figuurl. LeefstijltypolJgie~‘olgensMitchell (1984).

b. Sustainers:ook levendop de armoedegrens,maarmetdemogelijkheden(watbetreftLevensfaseensocialecontacten)om nogtot demiddengroepdoorte dringen.

II. De ‘OzYfer-Directed’: middengroependie zich eenzekereweistandhebbenkunnen

verschaffen~h die er zich bij de inrichting van hun leefstijl op richten eengeres-pecteerdlid vandegrote middenklassete worden.VolgensMitchell vallen dezeuiteenin driegroepen:c.Belongers:zij die zich op soberewijze conformerennan middle class gebruikenenop die manierbij de middengroepkunnennanklampen.d. Emulators:zij die zichop opvallendewijze beterproberenvoor te doendanze zijn.e. Achievers:-zij die zich eroprichtennan de middenklassete ontsnappenen tot nogbeterelevensomstandighedente komen.

INTEGRATED (2%): personenvanmiddelbareleeftijd, hoog inkomenenhogeopleiding,meteencosmopolitischinstelling,psychologiseherij~heid eneenevenwichtigconsumptiepatroon.

SOCIETALLY conscious(11%): personenvan jonge tot middelbareleeftijd, met een hooginkomen,hogeopleiding,vrije en academischeberoepen,maatschappelijkbewust,in het bezitvan tweeof meerauto’s, vaatwasmachine,hifi, drinkt wijn, gall naartheater,concerten mu-seum,is gestoptmetroken.

EXPERIENTIALS (5%): jong mensenmeteenhogeopleidingeneengemiddeldinkomen,vrije enacademiseheberoepen,wonendin de stad,actief, artistiek, persoonsgericht,in bezit vanhifi,jeans,cosmetica,consumeertveel alcoholensuikervrijekauwgom.

I AM ME (3%): jongealleenstaandenvan gegoedekomaf, yank studentenzondervastewoon-plants, impulsief, individualistischen op experimentgericht; doet veel annsportbeoefening,eetfastfood, fepnreertautozeif enmaaktbuitenlandsereizen.

ACHIEVERS (20%):personenvanmiddelbareleeftijd met eenhooginkomeneneenhogeoplei-ding, werkzaamin zakenlevenof bestuur,materialistischen conventioneelingesteld,uit opeffici~ntieen comfort, zoekenerkenning, doenann golf, drinken cocktails, roken, hebbencreditcards,gebruikenhuurauto’s,reizenveel, bezitteneenencyclopedie.

EMULATORS (10%): jongerenmet gemiddeldinkomen,gemiddeldeopleiding, administratiefmedewerkersof handarbeiders,nmbitieus, competitiefen stntiisbewust,doen nanbowling,etenTV dinners,kijken yank films op televisie.hebbeneencassettedeck,gebruikenveel cos-meticaenalcohol.

BELONGERS(38%):handarbeidersof gepensi6neerdenmetmiddeninkomensenlageopleiding,geenstedelingen,risicovermijdend,conventionalistisch,traditioneel ingesleld, houdenvantuinieren,roken,TV kijken, weinigluxegoederen,kijkenTV journanls.

SUSTAINERS (7%): lang inkomen, lage opleiding, yank werkloos, onzeker, afhankelijk, risi-comijdend,eten TV dinners,roken, gaannaar discountwinkels, hebbengeencredit card,kijkenveelTV, hebbeneenkleineauto.

SURVIVORS (4%): yank oud, geenopleiding,somsanalfabeet,hebbengeenvasteverblijfplnats,leven in armoede,vervreemd,wantrouwend,conservatief,roken,kijken TV, hebbengeenauto,etenblikvoedsel.

134

Page 5: Leefstijlen -  · PDF filekeling en ontplooiing zoeken in hun eigen persoonlijkheid en waarden, van personen die zich laten leiden door modellen die in het sociani systeem

III. De ‘Inner-Directed’: de middengroependie zich in hun leefstijl niet op de tradi-tionele middenklasseori~nteren,maarhun eigenwaardentinleven.Ook dit valt ulteenin driegroepen:f. i-am-Me’s:narcistische,impulsievejongeren.g. Experientials:gelijk te stellenmet ‘altematieveleefstijleri’. Personendieal wat meergevorderdzijn in hun levensloop.h. SocietallyConscious:eveneenspersonendie al verderzijn in hun levensfase,maarzich bij de vormgevingvan hun leefstijl richten op maatschappelijkkritiek en acti-visme.

IV. De ‘Integrated: het equivalentvan Maslow’s stadiumvan ‘zelfactualisatie’.Ditheeftgeensubtypen,er is eenevenwichttussen ‘inner-directedness’en ‘outer-direct-edness’:i. Self-Integrated. ledenvandezeleefstijlgroepvertoneneenevenwichtvannaarbuitenen nanrbinnengerichteori~ntaties,gebaseerdop eencomfirtabelemateri~lepositie ineenrijpere levensfase.

Mitchells indeling blijkt echter bij naderebeschouwingniet het resultantvan eenuitwerking van Maslows of andermansveronderstellingen.Weliswaardoet de theo-retischeinleiding vanhetboekdatvoorkomenen wordt het verderopnog eensgesug-gereerddoor het argumentdat de negendelingovereenkomstenvertoontmet bevindin-gen Van andereauteurs(Mitchell, 1984:p. 30), maarin de1oop vanhetboekblijkt tochsteedsmeerdat we hier te doente hebbenmet hetresultantvaneenexplorerendebe-werking van surveygegevens.Er is een (schriftelijke) vragenlijst uitgegaan,wanrinondermeerde Volgendeonderwerpennan de orde zijn gekomen:Inkomens-en be-roepspositie;opleidingen cognitievevaardigheden;levensfase;beschikkingovercon-sumptiegoederen;attitudesop politiek enmoreelgebied(sexualiteit,nationalismeetc.);tevredenheidmet werk- en woonsituatie;mediaconsumptie;recreatiegedrag;reisge-woontenen vakantiebestemmingen;eetgewoonten,gebruikvan genotsmiddelen.Dezegegevenszijn op niet-gerapporteerdewijze tot de negendeligetypologie van onder-vraagdenverwerkt. Onduidelijk blijft hoedat gebeurdis en wanrommenjuist tot dezenegendelingheeftbesloten.Naaralle annnemelijkheidwordenwe hier echtergecon-fronteerd met de resultatenvan eenclusteranalyse.Deze indruk ontstnatmet namedoordatMitchell percentagesnoemtvoor de omvangvan de door hem onderscheidenleefstijlgroepen:achtereenvolgens(a-i) zijn deze: 4%, 7%, 35%, 9%, 22%, 5%, 7%,8%en2% (samen100%,alle ondervraagdenzijn duseenduidigingedeeld).Mitchells boek is geschrevenvoor een semi-wetenschappelijkgeYnteresseerdpublieken voldoet niet ann de mnatstavendie in professionelekring annverslaggeVingvanonderzoeksopzeten data-analysewordengesteld.Het gant er op dezeplantsechternietom dit soort werk als zodanigte bestrijdenof te bekritiseren.Het verhaalvan Mitchellis zeerbruikbaaralseenkapstokom eenanntalopmerkingente makenoverleefstijl-analyse.De opmerkingenbetreffen:— Het ongeledekaraktervanhet leefstijlbegrip.— Het ontbrekenvan verklarendehypothesenen het danruit voortvloeiendeexplo-

rerendekaraktervanhetwerk.— Het gebruikvantypologiseheenclassificerendemethoden.

Dezeopmerkingendienenniet om Mitchells typologieals zodanigte diskwalificeren.

135

Page 6: Leefstijlen -  · PDF filekeling en ontplooiing zoeken in hun eigen persoonlijkheid en waarden, van personen die zich laten leiden door modellen die in het sociani systeem

Weliswaar kan men om nllerlei redenentwijfels hebbenbij de bruikbaarheidenrepliceerbaarheidvan zijn typologie, mnnr ann de anderekant behoeven de tweedaaraanten grondslng liggende dimensies (vervulling van hi~rarchischgeordendebehoeften;ori~ntatieop eigenpersoonvs. de grotegroep)danromniet irrelevantte zijn.

2.1. Het ongeledekaraktervanhet leefstijlbegrip

Met eengoedNederlandswoordzou men het doorMitchell gehanteerdebegrip ‘leef-stiji’ kunnennanduidenals een ‘alleganrtje’. Sociale achtergrondsvariabelenals delevensfaseen opleidingwordenvermengdmet verklarendevariabelenals waarden- —

ori~ntatiesen cognitievevnardigheden,en vervolgensnog eenssnmengevoegdmetgedragskeuzesals consumptievebestedingen,tijdsbestedingenen recrentiegedrag.Naastindicatiesvanfysiek gedrag,tijdsbestedingenen consumptievebestedingenvia-den we metingenvan puur mentalegroothedenals opinies, evaluntiesen cognities.Alles wat in Mitchells vragenlijstwasopgenomenen datop de eenof anderemaniersamenhangvertoondemet eenanderonderdeeldnarvan,wordt tot ‘leefstijlkenmerk’benoemd.Dit ongeleedsamennemenvanverschillendgenardekenmerkenis in leefstijlonderzoekniet ongebruikelijk.Twee kritiekpunten liggen daarbij voor de hand.Ten eerstedatdaarmeeonduidelijkheidgesehapenwordt omtrent hetgeennu preciesverstnanmoetwordenondereenbepaaldeleefstijl of leefstijlgroep.Dezevaagheidziet men gemakke-lijk overhet hoofdwanneermen afgantop detypologischeretoriek,wanrinhetpreciesenantal leefstijlen, de omvnng van de bijbehorendebevolkingsgroepen het criteriumwanrdoormven nu juist tot de eneleefstijlgroepbehoortenniet tot eenandere,alseen-duidige bevindingenwordenvoorgesteld.Maar als Mitchell eengetal van 2% geeftvoor de ‘Self-Integrated’,wat is erdaneigenlijk zo precies2%?Het nantalmensenvanmiddelbareIeeftijd met eenhoog inkomen,eenhogeopleidingen met grotepsycholo-giseherijpheid?Ook moetenzij ook no~ kosmopolitisch(eenanderekarakteristiekvandezegroep) zijn? Kan iedereenwel eenduidigin zulke combinatiesvan kenmerkenwordengeplaatst?Het is duidelijk dat het zo niet werkt. Typologie~n als die vanMitchell (00k als zeop correctewijze zijn geconstrueerd)houdenweinig andersin dandat ersamenhangenin de onderzoeksgegevenszijn te ontdekkendie via de typennan-duidinggemakkelijkzijn te communicerennaareenlezer.In feite is erevenwelsprakevan vloeiendeovergangen,tendensenendiffuushedenwanrinniet gemakkelijkgrenzenzijn afte bakenen.Belangrijkeris wellicht nog het tweedebezwaar,namelijk dat op dezemanier onder‘leefstijlen’ kenmerkenvan personenwordenverzameld,wanrvanverondersteldmagwordendat zij op geheelonderscheidenwijze tot standkomen.Leeftijd, bijvoorbeeld,is een(biologischen socinal)gegeven,waarbijmen niet te kiezengeeften die alleenmanrvoorwaaxdescheppendkan zijn voor gedragskeuzes.Voor anderesocinleachter-grondsvariabelenals woonplaats,opleiding, burgerlijkestant etc. geldt dat zij welis-waaronderinvloedvan keuzeprocessenontstann,manrop korte termijn toch weeralsvoorwaardescheppende(en dus oorznak-)varinbelenoptreden.Veel nansehaffenentijdsbestedingenstaanondermnteri~lebeperkingvangeld- entijdsbudgetten,manr datis voor opinies,satisfactiesencognitiesjuist niet hetgeval. Men zou elk van de leef-stijielementenvan Mitchellkunnenzeggendatzij onderinvloed vannogalverschillendprocessentot standkomenen dat zij daaromniet als gelijksoortigbehandeldkunnenworden.

136

Page 7: Leefstijlen -  · PDF filekeling en ontplooiing zoeken in hun eigen persoonlijkheid en waarden, van personen die zich laten leiden door modellen die in het sociani systeem

Analysesvan eenveelheidvan verschijnselenzoals Mitchell die onderhandenheeft,moetenbeginnenmet het uiteenleggenvan devarinbelenin socialeachtergrond,inter-medi~rende(verklarende)mechanismenen uiteindelijkegedragskeuzen.Het Lijkt daar-bij vruchtbanrhetbegrip ‘leefstijl’ te beperkentot delnatstecategorievariabelen:‘leef-stijlen’ onderkentmen anneensamenhangtussengedragskeuzes.Dezeafbakeningisweliswaarnog ruim, maarsluit socianl-structurelekenmerken(leeftijd, opleiding,etc.)nit. Het lijkt zinvoller om te kunnensprekenover ‘de leefstijl van hogeropgeleiden’danover een‘universitaire leefstijl’, wnarbij hoog opgeleidzijn als afbakeningscrite-rium in de leefstijl wordt opgevoerd.Daarmeewil niet gezegdzijn dat leefstijldifferen-tiaties geensamenhangvertonenmet socialenchtergrondsvariabelen.Integendeel.Erwordt alleeneen beperkingingevoerdvoor de soort versehUnselenwanropdie hieronder de soortnaam‘leefstijlkenmerk’ te boek zullen staan. De verschillendeken-merkenwordengeordendunarplants in het gedrngskeuzeproces:socialeachtergrondversus gedragskeuzen,met danrtusseninde verschillendehulpbronnenen restrictieswanrtoe de socinal-structureleachtergrondnanleidinggeeft. Het wordt danmogelijkom de eigennardvan detotstandkomingvan zulke verschillendedingenals tijdsbeste-dingen,consumptieveuitgavenen opinievormingte verdisconterenen tegelijkertijd desamenhangervanin beeldte brengenente verklaren.

2.2. Explorerendebeschrijvingen,geenverklarendehypothesen

Op bet eerstegezicht lijkt het erop dat Mitchells analysevoortbouwtop eenonder-zoekshypothese,nnmelijk die van Maslow over een hi&archische ordening vanbehoeften.Op het tweedegezichtis Mitchells analysehypothesenloos.De indeling inde negentypen stantmnaryang in verbandmet Maslowshypothese,en de versehillendie optredentussen ‘inner-directed’ en ‘outer-directed’ worden al helemnal ad hocingevoerd.In de plantsvan eentevorengeformuleerdetheorie treedteenbeschrijvingnchternf,die menop zijn best ‘exploratie’ zou kunnennoemenen wat meerrealistisch‘etikettenplakkerij’.Explorerendwerkals dat van Mitchell is gedoemdom telkens tekomentot nieuwe,niet generaliseerbareen repliceerbareconclusies.Het resultantissterk afhankelijk van de toevallige inhoud van vrngenlijstenen de vooringenomen-hedenvandeonderzoekers.Eenexplorerendeonderzoeksstrategieis ook karakteristiekvoor andereleefstijlanaly-ses.Er is geenterrein van de socialewerkelijkheiddat zo snel van structuurschijnttewisselenals datvande consumptievevoorkeuren.Elk jaarduikennienwetermenop terkarakteriseringvan leefstijlenen leefstijlgroepen.Kennelijk zijn op dit gebiedweinigstandaardidee~nvoorhanden.Er zijn tweemogelijkhedenomop dit punttot eenbeterestrategiete komen.Teneerstekan menresultatenenconclusiesvaneerderonderzoekwel tot uitgangspuntvan nieuw onderzoeknemen.Typologie~nzoalsdie van Mitchell behorenbij nieuwonderzoekseriettste wordengenomenenhet uitgangspuntte zijn voor nieuw te verza-melengegevens.Empirischeindicatiesvan leefstijlpatronendienendanzoveelmoge-lijk te wordenovergenomenenverderte wordenuitgediept.Ten tweededient eenanalysevan leefstijlen in verklarendezin te wordenuitgediept.Men dient niet alleenhypothesente formulerenwelke sarnenhangenvan leefstijlken-merkenerzullen optreden,wanrook wanromdat hetgevalzal zijn. Paswanneermentheoretischbeterin degreepkankrijgen op hetontstaanenfunctionerenvanleefstijlen,kanmenprecieseverwnchtingenomtrentde optredendesamenhangenformuleren.

137

Page 8: Leefstijlen -  · PDF filekeling en ontplooiing zoeken in hun eigen persoonlijkheid en waarden, van personen die zich laten leiden door modellen die in het sociani systeem

Deze twee punten(het niet vergetenvan vorige indelingen; het gebruikenvan ver-kiarende inzichten)kunnenmet elknar gecombineerdworden. Het meestopvnllendeann leefstijltypologie~nA In Mitchell is wellicht dathet verbandmet bestaandetheo-retisch inzichten over de verdeling van hulpbronnenen restrictiescnn ontbreken.Keruvarinbelenuit sociologisehetheorie~n,in het bijzonder voorzoverzij te makenhebbenmet socinleongelijkheid(opleiding, inkomen,beroep)en anderehoofdvormenvan socialedifferentintie (leeftijd, levensfase),krijgen slechtseenmarginaleplantsinde typologie.Voor iederdie de massieveversehillenkent_die in de socialewerkelijk-heid bestnantussen hoger en lager opgeleidenen tussen hogere en lagere inko-mensgroepen,zal het verbnzingwekkendzijn datde leefstijlgroepenin eersteinstantiein psychologischeterminologiewordt nangeduiden de simpele,danraanten grondslagliggendesociani-structurelevoorwaardenslechtsmarginnalwordennangestipt.

2.3. Hetgebruikvan typologischemethoden

Mitchell’s betoogis nog in eenderdeopzicht representatiefvoor veel werk over leef-stijien. Het berustvolledig op typologisehemethoden,in hetbijzonderclusteranalyse.Zo’n methodebestanteruit dat tegelijkertijd eenwederzijdsuitsluitendeindeling vanvarinbelenen onderzoekseenhedenplnntsvindt. Er wordt naargestreefdde resultatenvan analysete presenterenin de vorm van een nantal vast omschrevengroepen endanrinnangetroffengedragspatronen.Van dezegroepenzoueenduidiggezegdkunnenworden(a) hoegroot zezijn (b) wie erwel enwie er niet bijhoren (menkan manr bij6~n groephoren)en (c) welke karakteristiekenmen al danniet nantreftbij eengroep.Binnen groepenwordengeenverschillengemankt; iedereenmankt in dezelfdematedeeluit vaneenleefstijlgroep.Typologisehenanduidingenkunnenvaak nuttig zijn om eun onderzoeksresultaatnnnreenlezerte communicerenen als zodanigis er weinig tegen.Men moet erechterreke-ningmeehoudendatde nangegeventypen niet echtbestnnnen menin de werkelijkheidalleenmnarvloeiendeovergangennantreft. Wanneermen probeertop basis van eenveelheidvan kenmerkeneen typologischeindelingte construeren,danheeftmendoor-ganns de keus tussen twee altematieven:6fwel er ontstnateen onoverzichtelijkehoeveelheidtypen, 6fwel men beperktde typen tot eenoverzienbaarnantal,met alsgevoig dat meneengroot deelvande eenhedendanrinniet kanplaatsen,omdntzenietduidelijk bij ~Antype horen. Wanneerhet andersafloopt (zoalsbij Mitchell het gevalIijkt), is veelalgebruikt gemnaktvan zogennnmdeprocrustesmethodenen informatieonderhet tnpijt geveegd.Zo valt bijvoorbeeldop te merkendatde typologievan Mitchell, wat betreft socialeposities (leeftijd, levensfase,opleiding, inkomen) consequentis doorgevarieerd:debetreffendekarakteristiekenverschuivenvan inhoudper categorie.De knrakteriseringvan de negentypen in termenvan waardenen consumptievevoorkeurenmist nog insterkerematesystematiek.Zoals reedsopgemerkt,kunnentypologisehefrasennuttig zijn voor communicatievedoeleinden.Mnarmendient ook dannietuit hetoog te verliezendatermeedingenwor-den gesuggereerddie onjuistzijn. Dit geldt in hetbijzondervoor het nantalleefstijlendat uit zo’n analysekomt en deomvangvande bijbehorendegroepen.Dezeresultatenzijn noodzakelijkerwijsin hogemate het product van strikt subjectievebeslissingen.Het suggereerteenqunsi-exnctheid.Voor desociologie is het gevenvan zo’n preciescijfer voor nantalen omvangvangroepenook niet zo interessanten7i~hetbelangrijker

138

Page 9: Leefstijlen -  · PDF filekeling en ontplooiing zoeken in hun eigen persoonlijkheid en waarden, van personen die zich laten leiden door modellen die in het sociani systeem

dealgemeneverbandenop te sporendie nandie typologietengrondslagliggen.Het gebruik van typologischemethodendoet het onderzoeknaar leefstijlenoverhetgeheelgenomenweinig goed.Daarbij zijn er goedealterriatievenvoorhanden.Omdntvrijwel alle typologisehemethodennnar hun nard explorerendzijn (zij stann geentevorenals hypothesegespecificeerdestructurentoe),kanmenzebeterinwisselenvoortechniekenuit defamilie vantechniekenvoor analysevancovariantiestructuren(corre-latie,regressie,factoranalyse,mimic-modellen),die kenmerkenals continueschalingenopvatten,eenonderscheidtussenonaffiankelijke en afhankelijkevariabelenmogelijkmakenendetoetsingvantevorenverondersteldesamenhangentoelaten.

3. LEEFSTIJLENIN DE STRATIFICATIESOCIOLOGIE

Ann enig recentwerk in de stratificatiesociologiekunnenleidradenwordenontleend,hoe leefstijlannlysesvruchtbaarderzoudenkunnenwordenaangepakt.In hetbijzonderdoel ik hiermee op de leefstijlannlysesvan de Fransesocioloog Pierre Bourdieu(1984[1979]) endeAmerikannsesocioloogMichaelSobel(1981).

3.1. De theorievanBourdieu

Bourdieus opvattingenover leefstijldifferentintie zijn met name neergelegdin zijnreeds10 jaargeledenverschenen‘La Distinction’. Deanalyseshierin vallen in eersteinstantieop doorde grotehoeveelheidschijnbaarlos vanelkaarstanndedingendie hijin de loopvanhetboek te berdebrengt.Detabellenin hetboekzijn eencompilatievaneenveelheid(meerdan30) surveysoveruiteenlopendeonderwerpendie deelsonderBourdieussupervisietot standgekomenzijn en deelsdoorstatistischebureauszijn ver-richt. Op dezewijze wordeneengroot nantal variabelenmet elknarin verbandge-brncht: ondermeerdeopleiding,hetberoep,het inkomen,hetcontrasttussenParijsenprovincie, intergenerationeleberoepsmobiliteit,bezit van luxegoederen,vakantie-bestedingenvakantiebestemmingen,sportbeoefening,cultuurdeelname(theater,muse-um, lezen),esthetischebeoordelingen voorkeurenop gebiedvanbeeldendekunst,be-oordelingenvoorkeurenop hetgebiedvankiassiekeenpopulairemuziek,boekenbeziten abonnementen,uitgnven nan (re)presentntie(kleding, toiletartikelen, cosmetica),televisie kijken, politieke participatie (stemvoorkeurenen non-participatie),morelevoorkeuren,interieur(modemeversustraditioneleinrichting).De gedrngswijzendie Bourdieu analyseerthebbengemeendat zij alle betrekkinghebbenop de wijze wanropmenzich presenteertin de socinleomgang.Zij tonenhoemen zich gedraagtin communicatiezowel in kring van bekendenals met vreemden.Daarnanstspeleneenbeperktnantalachtergrondsvariabeleneenrol. Daarbij draaithetin hoofdzaakom opleidingeninkomen,in onzesamenlev:ingde fundamenteledimen-sies vansocialestratificatie.De structuur van Bourdieus leefstijlruimte, als getoondin Figuur 2, kan wordensamengevatals opgebouwduit tweeverschillendemantschappelijkladders.De enelad-der reikt vande traditionelelagerestntusgroepen(handarbeiders,boeren)omhoognaarde traditionele,economischeelite. De andereladderreikt van dezelfdelagerestatus-groepenmanseennieuwere,cultureleelite.Deeconomischeelite vertoontdeleefstijlkenmerkenvandealoudehogestatusgroepen,de ‘eigendomselite’.Zij latenhun welvanrt‘breedhangen’.De basisvoor hun leefstijl

139

Page 10: Leefstijlen -  · PDF filekeling en ontplooiing zoeken in hun eigen persoonlijkheid en waarden, van personen die zich laten leiden door modellen die in het sociani systeem

pianoVADER HOGEopera OPLEIDING

WETENSCHAPPELIJK kunstboekenMEDEWERKERSw.o. cruises

WarholBoulez Le Monde

buitenlandseautoKUNSTENAARS Bachultra-links exotischeten

MIDDEN INKOMENS vreemdetalenKandinsky STEDELINGEN 2.0 kindBrecht LERAREN M.D. museum

fietsvnkantie Vivaldi

jazz Renault16huurhuis

Goyn yogavADER LOONDIEN5T

FranceCulturemilieubewust

JOURNALISTENRavel socialistisch

Van Gogh

antiek ZEER HOOGtNKOMENkunstverzameling~RHE

BEROEPEN golfRenoirbridge

whiskyBEDRIJF5EIGENAREN& DIRECTEUREN

tennishi-fltweedehuis nandelen

Le Figarorechts-liberaal hotelvakantie

40-50uur rechtswerkeneigenfilm-

huis cameraPeugeot504

VADER CitroenDS GSONDERNEMER50-60 uur

werken

vliegtuigcreditcard

zeilenSOCIAAL & MEDI5CHE TsjaikovskiDIENSTVERLENING Bizet LecturespourTous

wandelenRhapsodyin Blue Beatles

KUNSTHANDELAREN40 uurwerk

jeans geenpolitiekeONDERwUzERs voorkeur

monumenten

bibliotheek volksdansen circusBELEIDS-MEDEWERKERS

1.7 kindl’Humanite

Renault6Renault10Ami 6 Simen1100

WINKELIERS>610 uur

werkenRenault8

AznavourZELFSTANDIGEAMBACHTEN

ADMINIsTRATIEvEMEDEWERKERS

Louis deFunesvERKOOP-MEDEWERKERS

regionnaldagbladdoe-het-zelven

onderhoud bier DORP5EEwONERSelgenauto Renault4

vOORLIEDEN vissenBrigitte BardotFemandel

voetbal 3.0 kinderenHANDARBEIDERS patat

communistisch 2.8 kinderenONGESCHOOLDE spekHANDARBEIDERS

ZEERLAAG INKOMENLAGE OPLEJDING

vADER LAGE OPLEIDINGBOEREN

Figuur 2.Leefstijlruimte(correspondentie-ana7yse)volgensBourdieu(1984[19791.

140

Page 11: Leefstijlen -  · PDF filekeling en ontplooiing zoeken in hun eigen persoonlijkheid en waarden, van personen die zich laten leiden door modellen die in het sociani systeem

is eenbijzondercomfortabelemateri~lepositie,welkezij in consumptieen woningin-terieur tot uiting brengen.Op hetgebiedvanestheticaen moraliteitzijn de voorkeurenen beoordelingvande economischeelite traditioneelen behoudend.Ook de ledenvande cultureleelite levenniet onderarmoedigeomstandigheden,als men henvergelijktmet de lagerestatusgroepen.Zij reiken evenwelin materieelopzichtminder ver danhun tegenpolen,de ledenvande economischeelite. De basisvanhun leefstijlkeuzesismeerhun vaardigebeheersingvan culturelecodesdan hun materi~lepositie. Zijn deesthetischeen morelevoorkeurenvan de economischeelite traditioneel,de cultureleelite betoontzich veeleermodemenlibertijns. Beide elites onderscheidenzich van delagerestatusgroependoorhunconsequentgecultiveerdeenbestudeerdegedragskeuzen.De groependie lang op beideladdersstnan,hebben— volgensBourdieu— eerdereenlossere,weinig ambitieuzeleefstijl. Zij latenzich niet leidendoor de smakendie bo-vennande statusladdersvankrachtzijn, maarvormenhun eigensmaak,die doordirec-theid en ondubbelzinnigheidcontrasteertmet die van de elites.De middengroepenopbeide laddersworden danrentegengekenmerktdoor eengoedwillende,maarvaakweinig succesvollenavolgingvan denormendie vankrnchtzijn in de elitegroepen(‘labon volont~ culturelle’). Doordat de middengroepende materi~le en culturelebasismissenvoor dezegedragskeuzen,blijft het vaakbij eengoedwillende,maarvoor debesehouwer(Bourdien!) vaakpijnlijk duidelijke, nabootsing.Bourdieus analyseis eenrechtstreekseuitwerking van het leefstijlprogrammavanWeber.De basisvanzijn tweedimensioneleleefstijlruimtewordt gevormddoordatmenin onzesamenlevingin hoofdzaaktwee soortenhulpbronnenkent wnnrmeemen zijnlevenskansenkan beYnviceden:(a) kennis en vaardigheden,zoals dezemen nameviade opleiding wordenverworvenen (b) inkomenen bezit, op de verwerving waarvnnmet namede zakenelitezich heefttoegelegd.Heel plat gezegdis Bourdieusleefstijl-ruimte weinig andersdanhetsystematischin knartbrengenvan de gevolgendie oplei-dings- en inkomensverschillenop de verschillendegebiedenvan het leven heeft.Interessantis daarbijmet namedatopleidingeninkomenniet in elkaarsverlengdewor-dengezien,maardathet grootstedeel van hetverhanlontleendwordt nan hetcontrastdat in onzesamenlevingtussendezetweedimensiesbestant.

3.2. Correspondentie-analyse

De wijze van analyserenvan empirischegegevensis het tweedebijzonderekenmerkvan Bourdieusaanpak.Naastkruistabellenvindt men zogennamdecorrespondentie-analysesI~ Dit zijn grafisehe(veelal tweedimensionele)voorstellingen,wnarbij achter-grondskenmerkenen leefstijlkenmerkentegelijkertijd worden gevisualiseerd.Dezegrafiekenbiedenin ~n klnp eenaansprekendoverzichtvan de ‘sociale ruimte’. InFiguur2 (gebaseerdop de figuren in ‘La Distinction’ (engelstaligeeditie) pp. 128-129en p. 452) is eenpoging gedaaneenindruk te gevenvan Bourdieusanalysesen demanier wanropde resultatenvan correspondentie-analysegrafischwordenweergege-yen. Het gnat hier eigenlijk om twee op elkaargelegdediagrammen.De eersteis de‘ruimte van desocinleposities’(hierweergegevenin HOOFDLETTERS)wanrinondermeerin knartgebrachtzijn: beroep,opleiding, inkomenenbezit,urbanisatieensocialeherkomst.De tweederuimte is die van de ‘leefstijlen’, wanrin ondermeerindicatieszijn opgenomenvoor cultuurparticipatie,kranten, dranken, voorkeurseomponisten,populaireartiesten,gerechten,autobezit,urenbesteednan beroepsarbeiden politiekevoorkeuren. De figuur is een vereenvoudigendebewerking van de analyse zoals

141

Page 12: Leefstijlen -  · PDF filekeling en ontplooiing zoeken in hun eigen persoonlijkheid en waarden, van personen die zich laten leiden door modellen die in het sociani systeem

Bourdieusboekdie biedt. Gepoogdis met namedie karakteristiekenop te nemendieook in deNederlnndseverhoudingenbetekeniszoudenkunnenhebben,maartegelijker-tijd tochniet deFransesfeergeheelverlorente latengnan.De interpretatievanFignur 2 is intuYtief heeleenvoudig:nabijheidtussentweedingenbetekentdatzij relatiefvnak samenvoorkomen.Zo kanmen bovenindefignur zien dathetbeoefenenvangolf enbridgeyanksamengaan,debetreffendepersonenhun meube-len bij antiqunirskopenen vnak vrije beroepenuitoefenen.Linksboven vindt men hetterrein van de intellectuelegroepen,wier favoriete culturele repertoirenamen alsWarhol, Bach en Brecht omvat, en die bij voorkeur in huurhuizenwonen en opfietsvakantiegnan.Rechtsboventreft mewde economiseheelite, veelalbezittersvaneeneigenhuisen eentweedehuis,rijdend in eenbuitenlandseautoen hun vakantiesdoorbrengendin eenhotel. Danlt men afanardelagereregionenvande leefstijlruimte,dan treft men de groepen ann met lagereopleiding, inkomen en beroepsstatus.Defavoriete auto is hier de Renault 4 en men verricht hiernanhet onderhoudzeif.Karnkteristiekesportenzijn hier vissen, rugby en voetbal, tot de favoriete sterrenbehorenFemandelenBrigitte Bardot.Deze en soortgelijkegraftekenin La Distinction zijn het resultantvan explorerendeanalysesen,nnarmatemen verderin hetboekvordert,meerhet resultantvan hetsyn-thetiserendoordeelvan deschrijverdande directeuitkomst vanstntistischeanalyses.Niettemin zijn het plnntjesdie eengrotehoeveelheidzeergedetailleerdegegevensopnnnsprekendewijze in knart brengen.In tegenstellingtot hetgeenhetgeval is bij clus-teranalyseswordt geendiscontinuTteitverondersteld.In Bourdieusmodelkanniet iederlid van de samenlevingeenduidigtot eenleefstijlgroepwordengerekendof behoortiederegedrngsvormeenduidigtot eenleefstijlpatroon.Presentatievan eenleefstijlmo-del in de vorm vancorrespondentie-analysesdoet rechtannhet feit dat in werkelijkheidsprake is van vloeiendeovergangen.De afstnnd die men tot eenobject of anderesocinlegroepeninneemtis danrineencontinu gegeven.In de ruimte vanleefstijlken-merkenkan men ook nile onderzoekseenhedenafbeelden.Zo men wil (Bourdieudoetdit niet) kan men zelfs nangevenwelk percentagevan de bevolking bij eenbepanldekring horen. Men vindt een ‘kring’ letterlijk door het trekken van een cirkel.Overlappendelidmantschappenzijn daarbijmogelijk.Er zijn ook nadelennan correspondentie-analyseverbonden.Ten eersteblijft het eenexplorerendetechniek, die slecht bruikbaar is voor het modelleren- en toetsen vanvoorafgegevenveronderstellingen.Eenandernadeelis dat de techniekgeenverschilmnakttussenonafhankelijkeen nfhankelijkevariabelen.Bourdieusonderscheidtussende ‘ruimte van socialeposities’ en de ‘ruimte van leefstijlen’ suggereertweliswaaranders,maarin feitewordt dit onderseheidnietgebruiktomde analysete sturen.

3.3. Sobelsmimic-modellen

Leefstijlen vormen een uitdrukking van specifieke hulpbronnenen restricties diesociale achtergrondmet zich meebrengt.Een adequate structuur om dergelijkegegevenste behandelen,is hetdoorSobel(1981) in dit verbandgepropageerdemimic-model,eenbijzondercombinatievanregressie-enfactoranalyse.Een intuYtievekarak-teristiek wordt gegevenin Figuur 32. De naam‘mimtc -model komt van MultipleIndicators,Multiple Causes,hetgeende structuurvan het model weergeeft:meerdereoorzaken,meerderegevolgen(en daartussenineenof meerderelatentedimensies).HetEngelsewoord ‘mimic’ betekentvoorts ook ‘nabootsen’.Wat in eenmimic-model

142

Page 13: Leefstijlen -  · PDF filekeling en ontplooiing zoeken in hun eigen persoonlijkheid en waarden, van personen die zich laten leiden door modellen die in het sociani systeem

x.

F~4— dk

Y1 . . Y.

fe1 e.

Figuur 3. Structuurvan eenmultipelmimic-model.

veelni wordt nagebootst,is het bestnanvan eenalgemenestatusvarmabele.Behoudenshet werk van Sobelhebbenvrijwel nile toepassingenbetrekkingop de relatie tussenmeerderevormenvansocialestatus(zoalsopleiding,beroepeninkomen)eneenverza-meling nfhankelijkevariabelenen is ersprakevan eenenkelvoudigmodel.Dezemo-dellen testenof de werking vanversehillendevormenvan socialestatusof eenverzn-meling afhankelijke varmabelenvia ~n latente varmabele,de hypothetischesocialestatus,kanwordengeYntermedieerd.Sobelstoepassingheeftbetrekkingop het meervoudigmimic-model,wanrmnmeerderelatentevariabeleintermedi~rentussensocialenchtergronden consumptievariabelen.Eenmultipele mimic-analysemodelleertde structuurvan eencorrelatiematrixvia devolgendevergelijkingen:Fk=SOM1Bik * X~k + dk

—SOMkBkj * Fkj + CjHierin zijn:X~: i gemetenonafhankelijkevariabelenY~: j gemetenafhnnkelijkevarmabelenFk: k ongemeten(latente)interveni~rendevarmabelenmet dk enej als residueletermen.

Modellen vandezevorm kunnenwordengeschntmet programma’svoor linenir-struc-turele vergelijkingen, zoals LISREL (S6rbom & J&eskog, 1981) en EQS (Bentler,1985).Het doel van eenmimic-analyseis allereerstom hetnantal interveni~rendevarinbelenFk te vindendatminimnal vereistzijn omde(cor-)relatiestussendeX enY-variabelente reproduceren.Dezelatentevariabelenvormen de leefstijldimensiesdie de verbin-ding vormentussende socialepositiesende uitingendaarvanin de leefstijlvariabelen.Dit onderdeelvande analyseis geheelanaloognan de beslissingoverhet nantalfac-toren in factoranalyse.Indieneenbeslissingis genomenoverhet nantaldimensiesdatvoldoendeis omdecor-relatieste representeren,komt — evenalsbij factoranalyse— detaakom eeneenvoudigevoorstelling vande gevondenstruetnurte geven.Evenalsbij factoranalysekan vandegevondendimensieseen oneindig nantal voorstellingengegevenworden, die alleequivalentzijn in derepresentatievande gegevens,maarkunnenverschillenin deeen-

143

Page 14: Leefstijlen -  · PDF filekeling en ontplooiing zoeken in hun eigen persoonlijkheid en waarden, van personen die zich laten leiden door modellen die in het sociani systeem

voudvaninterpretatie.De verschillendeoplossingenzijn rotatiesvanelkaar.In factor-analyseverkiestmen doorgaanseen‘simple structure’,datwii zeggendatelkedimen-sie in verbandwordt gebrnchtmeteengeringnantalhoog danropladendeindicatorenen zoveelmogelijk ladingendie dichtbij 0 liggen. Rotatiekanzowel op basisvan eenmathematischgedefinieerdcriterium worden uitgevoerd(zoalshet veelal gebruikte‘varimnx’-criterium), ofwel op basis van de keuze van de onderzoekergebeuren.Inexplorerendefactoranalysevertrouwtmenop zo’n mathematischecriteriumomtot eeneenvoudigeinterpreteerbarevoorstellingvanzakente komen.In confirmerendefactor-analysedientde onderzoekertemninsteeenvandeco~ffici~ntenop eenvoorafgegevenwnarde te zetten (veelal 0), hetgeende rotatie fixeert. Bij mimic-analysemoet deonderzoekerde rotatiezelf fixeren,eenexplorerendevariantbestnatniet. Wel staat dekeuzeopenof mende rotatiewil vastleggenvia deladingenvande afhankelijkevan-abelen,danwel via deeffectenvandeonafhankelijkevarmabelen.Het ligt voordehandderotatiesteedstefixerenvia deonafhankelijkevaniabelen.Elk vande latentevariabe-len zalop die wijze eenduidigin verbandwordengebrachtmet ~dnof eengeringeann-tal vandeonafhankelijkevarmabelenenzalop die maniereengemakkelijkbenoembareleefstijldimensievormen.

4. LEEFSTIJLANALYSE: BEN EMPIRISCHVOORBEELD

Als empirische voorbeeld van een mimic-analyse van leefstijlen wordt gebruikgemnaktvan materinalverzameldin de stadUtrecht in 1984/85.Daarbijwordt uitge-gaan van de hierboven weergegevenstratificatietheorievan Bourdieu. VolgensBourdieu kunnen leefstijidifferentiaties in twee hi&archisch dimensies wordensamengevat:de_economischeendecultureledimensie.De economlschf?hi~rarchieberustin eersteinstantieop verschilienin financi~1ehuip-bronnenen de economischepositie wordt het sterkst bepaalddoor het besteedbnarinkomen. Inkomensverschillenzijn in eerstenanlegverantwoordelijkvoor eengrootnantalin hetoog lopendevariatieswat betreft omvangvanconsumptie.In wat vooreenhuis men woont, of men auto nijdt en welke auto men rijdt, hoe vaaken wanrmenbuitenshuiseet,en waarmen zijn vakantiebestemmingkiest,zijE nile eendirectgevoigvanhoeveelgeld men te bestedenheeften wil besteden.Met de economischehi~rar-chiewordt evenweleenbredercomplexvanpositiesnangeduiddat deinkomenspositie.In navolging van de analysesvan Bourdieuomtrent de Fransesamenlevinglijkt hetaannemelijkdat ook eenbepaaldsoortberoepsposities(en mogelijkdanropvoorberei-dendeopleidingen)karaktenistiekzijn voordetopvandeeconomischeladder,nnmelijkberoepenin het zaken- en bedrijfsleven.Als een algemenekarakteristiekvan dezeberoepen(de economischeelite) kan geldendatzij eenhoog inkomenmet zich mee-brengen.Noodzakelijk is dat evenwel niet, noch brengt eenhoog inkomen aileennoodzakeiijkeenhogepositieop de econorniseheladderteweeg.De cultureledimensiemat zich in eersteinstantiehetbestindicerenann dehandvandeopleiding. Opleidingsverschillenvormenin veel onderzoekde belangrijkstedetermi-nant vangedragskeuzen.Dit is in hetbijzonderhetgeval, wanneerhetgnatom onder-werpenals cultuurdeelname,moreleen esthetiseheoverwegingen.De culturelelnddervalt evenwelniet helemnalsamenmet eenhogeopleiding.Eenlernarkiassieketaleneneenbedrijfseconoomhebbenin beginsel dezelfdeopleidingshoogte,mansde eerstestanthoogop decultureleladder,endetweedeop deeconomischeladder.Ook groepen

144

Page 15: Leefstijlen -  · PDF filekeling en ontplooiing zoeken in hun eigen persoonlijkheid en waarden, van personen die zich laten leiden door modellen die in het sociani systeem

die helemnalniet zo’n hogeopleiding vereisen(te denkenvalt ann beroepenals jour-nalist, literatoren beeldendkunstennar)kunnentoch nog relatiefhoogstnanop de cul-turele ladder. Wat bepalendis voor de culturele positie, zijn niet alleen achter-grondskenmerkenals opleiding en beroep,maareencomplexvan kenmerken,wanrinde gedragsverwnchtingen,de kennis en vaardighedenwanrovermen beschikt,en deaardvanhetsocial netwerkwaarvanmendeeluitmaakt.Nnar mijn inzicht geeft Bourdieus tweedimensioneleleefstijlmodel niet nfdoendebedekkingvan de empirischconstateerbarevariatiesin leefstijlkeuzes.Detweedimen-sies dienenwordennangevuldmet de dimensiedie in Bourdieusleefstijlruimte nietwordt nangetroffen,maardie bij Mitchell van wezenlijkbelangis: de levensfase.Ooktal van anderonderzoek(Andreasen,1984)wijst op eenoverheersendeinvloed vandelevensfaseop consumptiepatronen.De levensfase-dimensiekan als volgt wordenomschreven.Er zijn tel van elementenvangedragdie karakteristiekzijn voor jongerenenonderdeeluitmakenvanhet onder-ling verkeertussenjeugdigen(SeP.1985).Te denkenvalt nan uitgaansgedrng,sport-beoefening,mode en vrijetijdsbesteding,maar evenzeernan politieke en moreledenkbeelden.Het lijkt niet moeilijk om een‘jeugdige’ leefstijl te onderkennendie zichin het algemeenzal kenmerkendoor eenvitale, buitenshuisplnntsvindendegedragin-gen.Danrtegenoverstaateenkarakteristiekleefpatroondatmen eerderonderouderennantreft. Deze zal vorm krijgen in consumptieen tijdsbestedingenbinnenshuis,ingerichtheidop familie en gezinen op traditioneleopvattingen.Aan de keuzevan dezegedragingenliggen structurelevoorwaardenten grondslngdie men vaakbeterals ‘le-vensfase’dan als ‘leeftijd’ kan benoemen.Van belangzijn hier de keuzevan een(vaste) partner,het krijgen van kinderen,de woonsituatieen het verkrijgen van een(vaste) werkkring. Het tijdstip wanropmen in dit soortfasen terechtkomt, is nogalvarmabel.De eenkomt al voor zijn of haartwintigsteann het eind vande adolescentieterecht,voor deanderduurthetnog tientallenjarendoor.Demeestdirectedeterminantvan dezelevensfasedimensieis weliswaarde leeftijd, manrdezekan wordennange-vuld met het karakteristiekepatroonvan de levensloop,waarmn het volgen van eenopleiding,beroepsuitoefeningen de versehiliendefasendie voortkomenuit keuzevaneenpartnerengezinsvorming.De levensfase-dimensieversehilt in nard en werking van de eerder geschetsteeconomiseheen cultureledimensies.Zo is en geensprakevan eeneenduidigehi~rar-chie, wanrinhetgedragvaneengroepin hoognanzienstaatbij deanderen.Ann deenekant kan men tendentieszien om het gedragvan jongerenals model te zien, ann deanderekant is het leefpatroonvanouderendetoekomstvoor dejongeren.De werking van de levensfasedimensieberustin bepanideopzichtenwel op dezelfdemechanismenals die vande cultureleeneconomischedimensie:men ori~nteertzichopde gedragsvoorbeeldenvan de groep waartoemen behoorten van de groep waarmeemen veel omgant. Jongerennemenhet gedragvan anderejongerentot voorbeeld.Danromis hetzinvol om hetsocinalnetwerknnardezedimensiete onderscheiden:wieveelmet jongerenomgaat,blijft jong.Eenalgemenekaraktenistiekvan gedragsvormenen opvattingendie onderjongerendegoedetoon zijn, is dat die contrasterenmet die van ou(leregeneratiesen danrominsterke mate vemieuwendzullen zijn. Dit is in het bijzonderbelangrijk omdat degedragsvormenen opvnttingenvan dejongeregeneratie— voorzoverzij in de levens-loop niet veranderen— via hetde opeenvolgingvan cohortenin de toekomstalgemeengangbaarzullenzijn.

145

Page 16: Leefstijlen -  · PDF filekeling en ontplooiing zoeken in hun eigen persoonlijkheid en waarden, van personen die zich laten leiden door modellen die in het sociani systeem

U

Ann de anderekant berustde werkingvandelevensfase-dimensieop eennantalconse-quentiesvan delevensfase,die moeilijk vergelekenkunnenwordenmet die vande cul-tureleen economischehi&archie. Belangrijk is in het bijzonderde consequentievoorinrichtingvanhet tijdsbudget,die de levensfaseheeft. Jongeren,zondersamenwoon-ofhuwelijksrelntie,hebbeneenmindergebondentijdsbudgetdanouderen.Intredingin dearbeidsmarktbrengteveneenseengroot nantalrestrictiesin het tijdbestedingspatroontot stand.Dekomstvankinderenbrengttenslotteeennog sterkerebindingannhuismetzich mee. De gevolgenvan de grotere tijdsdruk die de latere levensfasemet zichmeebrengt,wordenvaaknog versterktdoor de inkomensgroeidie men in dezefasenmeemaakt.Ann de enekant brengtdit eenhogerconsumptienivenumet zich meeenprivatiseringvanvermnak.Ann de anderekant is eengrotergedeeltevanhet inkomenin de latere levensfasengebondendoorprimaire uitgnven en minderter discretionairebeschikking.Hetconsumptiepatroonwordt_dnnrdoorstabieler.Anderefactorendie eenrol spelenbij de verklaring vande karnkteristiekeversehillentussenjongerenenoude-ren zijn dat ouderen reeds langer geYnvesteerdhebbenin hun consumptieen metbetrekkingdanrvanvaardighedenen gewoontenhebbenopgebouwd.Qok indien zij ineen latere fase weer over me-er tijd gnnn beschikken,zullen zij danrom nan reedsontwikkeldepatronenvasthouden.

Eenmimic-model, wanrin de relatiestussende socialepositiesvanondervrangdenen14 leefstijlvarinbelenvia drie dimensieswordengeYntermedieerd,is weergegeveninTabel I (voox eennaderetoelichtingop degebruiktevarinbelen zieGanzeboom(1988,hoofdstuk 5). De interpretatievan dezetabel is analoognan de beterbekendeproce-duresvoor factoranalyse:sterk positieve of negatieveco~ffici~nten staanvoor eensterkerelatie tussende latentedimensieen de betreffendevarmabele,eenco~ffici~ntrondom0 betekentgeenrelatie.DeCo~ffici~ntenvallenuiteenin tweesoorten:die voordeonnfhnnkelijkevarinbelenendie voor de nfhnnkelijkevarinbelen.

De eerstedimensieis die in het bovenstanndeals de cultureledimensievan leefstijl ofals de culturelehi~rarchieis beschreven.De socialepositiedie vooral bijdrnngt nan deplants op deze hi&nrchie is de opleidingdie beideechtgenotenhebbengenoten.Deinvloed van de beroepsvariabelenbestanter met nameuit dat de economischestatusvanhetberoepis negatiefmetdezecultureledimensieis verbonden.Bij deinterpretatievan dit effect moet m~~en rekeninghoudenmet de hogecorrelatietussencultureleeneconomischeberoepsstatus:een hogere economischestatus van het beroep leidi(enigermate)tot eenlagerepositieop de cuitureledimensie,indien men de culturelestatusvanhet beroepin achtneemt.Denegatieveco~ffici~nt betekentbijvoorbeeldnietdat zakenlieden(hogeeconomischestatus)op decultureledimensieminderactief zijndanverkopers(midden economischestatus).Het betekentdat zij lagerstaandanbe-roepsgroepenmeteenvergelijkbarestatus,zoalsmedici of universitniremedewerkers.Het patroonvande afhnnkelijkevarinbelenmat hogeladingenop de cultureledimensiezien voor nIle cultureleindicatoren.Personenmet eenhoge culturelestatusuiten datdoorveelcultureeluitgnansgedrag,intensiefleesgedrag,het houdenvankiassiekemu-ziek zowel alssympathievoor popeultureleitemsen negatief door het afwijzen vanuitingenvanmassacultuur.Daamanstheeftde betreffendedimensiesrelatiesmet taal-gebruik, interieuren postmaterialisme.Personenmet eenhogereculturelestatusspre-ken beterABN, hebbeneenmodemerinterieuren betonenzicheensterkevoorstandervan postmaterialistis~hewanrden.Opmerkelijk is dat culturele statusgeen invloed

146

Page 17: Leefstijlen -  · PDF filekeling en ontplooiing zoeken in hun eigen persoonlijkheid en waarden, van personen die zich laten leiden door modellen die in het sociani systeem

Tabel 1. Mimic-analysevan leefstUlindicatorenen socialepositiesvan ondervraagden,bevol-kingvandestadUtrecht, 1984/85.

CULTURELE ECONOMISCHE LEVENSFASE

DIMENSIE DIMENSIE DIMENSIE

SocialepositiesOpleiding .49 0 0Opleidingpartner .46 0 0Cultureleberoepsstatus .02— -.17— 0Economischeberoepsstatus -.22 .28 0Huishoudinkomen 0 .67 0Leeftijd 0 0 -.55Levensfase 0 0 -.41

LeefstijlvariabelenCultuurdeelname .61 0 -.19Leesgewoonten .50 0 -.10—Massacultuur -.62 0 -.17TVuren -.51 0 -.11—Klassiekemuziek .64 0 -.34Popcultuur .23 0 .54Postmaterialisme .47 0 .22Stemgedrag 0 .25 -.32Taalgebruik .47 .20 0Modeminterieur .42 0 .15Luxegoederen -.24 .43 -.15Vnkantiebestemming .30 .25 0Woningomvang .20 .31 -.55Auto -.19 .66 0

(zieook Garizeboom(1988):hoofdstuk5)

heeftop het stemgedrng.Tenslotteheeftde dimensieook eennantal relatiesmet diedimensiesvan de leefstijlvarinbelendie eerderin verbandte brengenzijn met deeconomischestatus.Enigszinsverrassendis dat eenhogereculturelestatusmeeruit-gaventen behoevevanvakantiemetzichmeebrengt.Negatiefis daarentegenderelatiemet uitgaventen behoevevan luxegoederenen uitgnven ten behoevevan eenauto.Personenmeteenhogereculturelestatusgevenminderuit nandezeitems, danmen opbasis van hunsocialepositie (in hetbijzonderhun economisehestatus)zouverwach-ten.Zo men wil, kan men hierin de ascesevan de groepenmethogereculturelestatusherkennen.

De tweededimensie vertegenwoordigtde invloed van de economischestatusen dekeuzevoor eendaamitvoortvloeiendematerialistiseheleefstijl. Aan deonaffiankelijkezijde wordt de positie op dezedimensie in het bijzonderbepnalddoor de inkomen-spositieen(in minderemate)deeconomischestatusvan hetberoep.De invloedvan decultureleberoepsstntusis nan de anderekant negatief:personenmet eenberoepmeteenhogereculturelestatusscorenminder hoog wat betreft de materinlistiseheken-merken,danmenop basisvanhuneconomisehestatuszouverwachten.

147

Page 18: Leefstijlen -  · PDF filekeling en ontplooiing zoeken in hun eigen persoonlijkheid en waarden, van personen die zich laten leiden door modellen die in het sociani systeem

De co~ffici~nten nan de nfhnnkelijkezijde laten zien dat de ieefstijl vanpersonenmeteenhogereecon~mischestatus,in vergelijking met personenmet eenlagereeconomi-schestatus,het scherpstis afgetekendbij de uitgavennan de auto.Daamnastis ereeninvloed op vaknntie-uitgaven,luxegoederenen de woning. De invloed vaneconomi-schestatusop vakantie-uitgavenis evensterk als die van de culturelestatus.Het con-trast tussende cultureleen de economischeelite doet er voor vakantie-uitgavenken-neiijk nietstoe. Wat betreft tanigebruikontlopende beideelites elkaarenigszlns,mnarbeidecontrasterenmetde lagerestatusgroepen.De cultureleelite bedientzichsterkervanAlgemeenBeschaafdNederlandsdandeeconomischeelite.Tenslotteis ereensig-nificante,maaruiet zeergrote invloedvande economisehestatusop (rechts)stemmen.De keuzetuss-enlinks en rechtswordt — volgensdezegegewas— echtermeerbepaniddoordelevensfasedandoorde statusdimensies.

De derdedimensievertegenwoordigtde verschillentussenjong en oud en tussenhendie nog voornanvangVail beroeps-en huwelijkscarrierestaanenhendie al eenberoepuitoefenenen/ofgetrouwdzijn. De gegevenslatenevenwelziendat het versehilin le-vensfasevan7vrijwei evengrotebetekenisis als de leeftijd zelf. De in het oog sprin-gendeuiting vande versehillentussenjong-en oud is dewaarderingvoor popculturelevormenvan amusement.Ann de anderekant is er eenveel hogerewaarderingonderouderenvoor kiassiekemuziek.Verderbestantereensterkerelatietussende leeftijds-/levensfasedimensieen (rechts)stemmen.Dezerelatie is zelfs sterkerdan die tussendezedimensie en postmnterialisme.De leeftijdllevensfase-mnaktkleine verschillenvoor cultureeluitgaansgedrag,en uitgnven ann luxegoederen,en modemiteitvan hetinterieur.Ook zijn er lichte, maarsignificantetendensente bespeurendatoudereneenhogerewaarderinghebbenvoor massa-cultureleuitingenen mindermodemeinterieurshebben.

5. CONCLUSIE

De hierbovenbeschrevenmimic-analysevan leefstijlvariabelenzounaderkunnenwor-den toegelicht met een ruimtelijk model als in correspondentie-analyse(vgl.Ganzeboom,1988, figuur 5.1). Dat is echteralleenmaareenpresentatiewijze,verwantnande meerbekendetypenindelingenuit hetmarketingonderzoek.Ann onzeanalyseteontlenentypenzoudenkunnenzijn: ‘cultureleelite’, ‘economiseheelite’, ‘lage status-groepen’, ‘studenten’,‘werkendejongeren’,etc. Zulke presentatieszijn nuttig en wel-licht noodzakelijk,maarhet is van belangze niet te verwisselenmet de statistischeanalysezelf. Wie eenrealistischbeeldvanleefstijldifferentiatieswil geven,dient de inde analysebetrokkenvarinbelenconsistentte varWrenenzich vanhun probnbilistischerelatiesrekensehapte geven.Alleen danis erhoopdateenconsistenteen generaliseer-barevoorstellingvanzakengegevenkanworden.

NOTEN

t. In Nederlandstaandezetechniekenook bekendondernanienals HOMALS, PRINCALS enANACOR(Gifi, 1981; Israals,1981).

2. Het betreftendemodel is voor heteerstingevoerddoorGotdberger& idreskog(1975).

148

Page 19: Leefstijlen -  · PDF filekeling en ontplooiing zoeken in hun eigen persoonlijkheid en waarden, van personen die zich laten leiden door modellen die in het sociani systeem

LITERATUUR

Andreasen,A.R., 1984. Life statuschangesand changesin consumerpreferencesand satisfac-tion. JournalofConsumerResearch(11-3),771-783.Barber,B., 1957.Social stratification.A comparativeanalysisof structureandprocesses.NewYork: Harcourt.Bentler,P.M., 1985. Theoryandimplementationof EQS.A structural equationsprogram.LosAngeles:BMDPStatisticalSoftware.Berting,J., 1969[1968] In hetbredemaatschappelijkemidden.Meppel:Boom. [Or.dissertatie].Bourdieu,P., 1984[1979]. Distinction. London: Routledge.[Or. La distinction,critique socialedu jugement,Paris:Editions deMinuit].Buller, L.M., 1972. ‘The encyclopediagame.’ In: S.D. Feldman & G.W. Thielbar (Eds.).Lifestyle.Diversityin AmericanCulture,Boston:Little, Browrle & Co. 60-72.Dekker, P. & P. Ester. (1988). Yuppies: marketingretoriekof nieuwe sociale groepering?Sociologischegids (90), 82-101.Driessen,F., 1978.LeefstijlnotitieRPD-onderzoek.Utrecht:SociologischInstitunt.Driessen, F., 1983. ‘Theoretische achtergrondvan het onderzoek.’ In: F. Driessen & H.Beereboom,De kwaliteit van het stedelilk leefmilieu. Den Haag/Utrecht:RijksplanologischeDienstlVnkgroepTheorieenMethodologievandeSociologie,309-333.Feldman,S.D. & G.W. Thielbar (Eds.), 1972. Lifestyle.Diversityin Americanculture.Boston:Little, Brown& Co.Fussell,P.,1983. Class. New York: Ballantine.Ganzeboom,H., 1988. Leefstijlenin Nederland.Eenverkennendestudie. Alphen nandeRijn:Samsom.Gifi, A., 1981.Non-linearmultivariateanalysis,Departmentfor Datatheory,Leiden.Gilbert D. & J.A. KahI, 1987. The Americanclass structure.A new synthesis.Chicago IL:DorseyPress,1982.Goldthorpe,J.H., D. Lockwood, F. Bechhofer& J. Platt, 1968.The affluentworker: industrialattitudesandbehaviour.CambridgeUK: CambridgeUniversityPress.Hannan,M., 1980[1972] Life-styledmarketing.How to positionproductsfor premiumprofits.New York: Amacom.Inter/View, 1987.Jeugd‘87. Levensstijlenen konsumptiepatronenvanJongerenvan 12-24joarin 1987.Amsterdam.Israels, A.Z. (Ed.), 1981. Multivariate analysis methodsf,r discrete variables. Den Haag:Staatsuitgeverij(CBSStatisticalStudies30).Jol, Cbr., 1986. Jonge tweeverdieners: meer welvaart en welzijn? Sociaal-CultureelKwartaalbericht(86-1),6-10.Jt~reskog,K.G. & A.S. Goldberger,Estimationof a modelwith multiple indicatorsand multiplecausesof a singlelatentvariable.JournaloftheAmericanStatisticalAssociation(70-351), 1975,pp. 631-639.Kahl,J., 1957.TheAmericanclassstructure.NewYork: Rinehart.KuiperHzn, G., 1965.Rangenenstanden.Eenstudiein socialestratWcatie,Zeist:De Haan.Lynes,R., 1972[1949]. ‘Highbrow, lowbrow, middlebrow.’ In: S.D. Feldman& G.W. Thielbar(Eds.),Lifestyle.Diversityin AmericanCulture.Boston:Little, Brown & Co, 73-87.Mitchell, A., 1984. ThenineAmericanlifestyles,NewYork: Warner.Murphy,R.W., 1976.Statusandconformity.Time- Life International,Myers, J.H. & J. Gutman,1974. ‘Lifestyle. The essenceof social class’, In: W.D. Wells (Ed.),Lifestyleandpsychographics,AmericanMarketingAssociation,243-256.Packard,V., 1959.Thestatusseekers.London:Longmans.Reissmnn,L., 1959.Classin Americansociety.GlencoeIL: FireePress.SCP(Sociaalen CultureelPlanbureau),1985. Jongerenin dejarentachtig. EenbeschriJvendestudie naar maatschappeliJkekenmerkenen denkbeeldenvan Jongeren. Rijswijk: Socinal enCultureelPlanbureau(Cahier47).

149

Page 20: Leefstijlen -  · PDF filekeling en ontplooiing zoeken in hun eigen persoonlijkheid en waarden, van personen die zich laten leiden door modellen die in het sociani systeem

Sobel, M.E., 1981. Lifestyleand social structure; concepts,definitions,analysis.New York:AcademicPress.-S6rbom,D. & K.G. Jdreskog,1981. ‘The useof LISREL in sociological modelbuilding.’ In:D.J.Jackson& E.F. Borgatta(Eds.),Factor analysisandmeasurementin sociologicalresearch.London:Sage,179-200. 7Weber, 1972[192 1]. Weber,M., WirtschaftundG~sellschaft.Ttibingen:Mohr.

150