Leef Cornald Maas2009 Daan Westerink

3
14 leef! INTERVIEW Als er een beroemdheid overlijdt, zijn wij tot in de details getuige van de uitvaart. Rust er dan eindelijk geen taboe meer op de dood? Journalist en presentator Cornald Maas heeft zo zijn twijfels. ‘We rouwen met z’n allen om de dood van André Hazes, maar vragen elkaar na de dood van een dierbare nauwelijks hoe het gaat’. Onlangs verscheen zijn boek Verlies. Cornald Maas: ‘Tegen het decor van de vergankelijkheid kun je best feesten’ Foto: Falco Hassink

description

Voor het blad Leef! van september 2009 interviewde ik Cornald Maas over zijn nieuwe boek \' Verlies \'.

Transcript of Leef Cornald Maas2009 Daan Westerink

Page 1: Leef Cornald Maas2009 Daan Westerink

14

leef! INTERVIEW

Als er een beroemdheid overlijdt, zijn wij tot in de details getuige van de uitvaart. Rust er dan eindelijk geen taboe meer op de dood? Journalist en presentator Cornald Maas heeft zo zijn twijfels. ‘We rouwen met z’n allen om de dood van André Hazes, maar vragen elkaar na de dood van een dierbare nauwelijks hoe het gaat’. Onlangs verscheen zijn boek Verlies.

Cornald Maas: ‘Tegen het decor van de vergankelijkheid kun je best feesten’

Foto

: Fal

co H

assin

k

Page 2: Leef Cornald Maas2009 Daan Westerink

15

Hij werd bekend als juryvoorzitter van het Nationale Songfestival, en als commentator van het Eurovisie Songfestival. Het grote publiek kent dan ook vooral de luchthartigheid van Cornald Maas (47). Toch heeft deze journalist ook een andere, meer serieuze kant. Of zoals hij zelf zegt: ‘Ik omarm het leven, en de dood hoort daarbij.’

Je houdt van het songfestival en viert ieder jaar uitgebreid carnaval met je goede vriend Paul de Leeuw. Hoe komt zo’n vrolijk mens op het idee mensen te interviewen over het verlies van een dierbare?‘In het jaar dat ik veertig werd, overleden in korte tijd ineens heel veel mensen om me heen, onder wie mijn lievelingstante, mijn stiefvader en mijn oma. Het geplande verjaardagsfeest wilde ik afzeggen. Een goede vriendin, wier vader op sterven lag, bracht me op andere gedachten. Ze zei: “Als iedereen er is, dan mag het verdriet er ook zijn.”Tegen het decor van de vergankelijkheid kun je best feesten, als je die vergankelijk-heid maar een plaats geeft. Het feest ging door, en ik had die avond heel sterk het gevoel dat ik het leven wilde omarmen, inclusief de dood. Ik besefte dat ik op de helft van mijn leven was. De tijd begon te dringen. Alles wat ik had meegemaakt in mijn leven kreeg een bedding: de scheiding van mijn ouders, het overlijden van mensen die ik lief had. Daardoor ontstond de behoefte over onderwerpen te gaan schrijven die veel dichter bij mezelf lagen. Ik stelde de Volkskrant voor een serie te maken, getiteld Op de helft. Over mensen die, net als ik, op de helft van hun leven zijn en de balans opmaken. Vervolgens maakte ik de serie Trotse ouders, waarin ook verlies ter sprake kwam. Logisch gevolg was dat ik bekende en minder bekende Nederlanders ging interviewen over het verlies van hun partner, ouder, kind of goede vriend.’

Oud-minister Sybilla Dekker, Irene Moors, Susan Visser; allemaal deelden ze hun allerintiemste gevoelens met jou. Waarom deden ze dat?‘Bekende mensen en hun familie worden overstelpt door media als ze iemand verliezen. Dat maakt ze kwetsbaar. Ze durven, net als anderen die een dierbare kwijtraken, soms een tijdlang de deur niet uit. Ik wil graag weten hoe het met mensen gaat ná die eerste periode, als de aandacht van anderen is verslapt en het leven weer z’n normale gang lijkt te gaan. De mensen die ik interviewde namen me in vertrouwen omdat ze mijn stukken kenden en omdat ik ze de garantie gaf dat ze correcties mochten aanbrengen in de tekst - ik vind dat nodig bij zo’n precair onderwerp als de dood. Vaak was ik de eerste en enige journalist aan wie zij het hele verhaal vertelden. Velen ervoeren dat als een op-luchting. Actrice Susan Visser, de vrouw van acteur Roef Ragas, sms-te me later dat ze het troostrijk vond dat haar verhaal nu zwart op wit stond. “Het heeft iets geruststellends, alsof iedereen het nu snapt.”’ Waarom interviewde je alleen bekende Nederlanders?‘Voor mij hadden het ook onbekende Nederlanders mogen zijn, maar de interviews verschenen in Linda en de redactie gaf de voorkeur aan mensen die het grote publiek kent. Ik merkte dat de verhalen lezers echt inspireerden - de ervaringen waarover ik schreef zijn universeel en herkenbaar. Als je leest dat een bekende Nederlander met dezelfde zorgen en gevoelens zit als jij, dan geeft dat herkenning en houvast.’

Wat opvalt in je boek is dat veel mensen denken dat er meer is na de dood. Geloof je daar zelf ook in?‘Irene Moors heeft het gevoel dat ze haar moeder na de dood op een of andere manier terug zal zien, en Hans Klok ziet in sommige onverklaarbare gebeurtenissen de aanwezigheid van zijn overleden vader. Een leven na de dood is een mooie gedachte, en ook troostrijk voor sommigen.

Dat geldt niet voor mij. Wel geloof ik in een sterke energie tussen levende mensen. Ik geloof in telepathie en intuïtie, dat is mijn grootste kompas. Maar of je nu gelooft in een leven na de dood of niet, het is belangrijk dat er over de doden gesproken blijft worden.’

Het gesprek met de moeder van actrice Frédérique Huydts, die in 2007 op 38-jarige leeftijd overleed aan de gevolgen van darmkanker, is heel indringend. Was het niet moeilijk met haar over de dood van haar dochter te praten?‘Heel kwetsbaar was ze. Tijdens het interview viel er geregeld een stilte. Maar dat vind ik helemaal niet erg. Vrouwen zijn interessant om te inter-viewen. Ze denken goed na en lopen niet ineens leeg. In tegenstelling tot sommige mannen, die blij zijn dat ze eindelijk eens over hun emoties mogen praten. Het kostte mevrouw Huydts soms moeite haar verhaal te vertellen en ze wilde liever niet op de foto. Moet je je voorstellen: ze verloor niet alleen haar dochter. Haar zoon was een paar jaar eerder ook al overleden. Ik vind het zo knap dat zo’n vrouw, die haar beide kinderen verloor, dan toch kan zeggen: “Natuurlijk is het onbegrijpelijk dat allebei je kinderen overleden zijn, en is het heel jammer dat we geen kleinkinderen hebben. Maar het geeft ook enige rust: we hoeven ze niet langer te beschermen, over de toekomst hoef ik me geen zorgen te maken.” Voor zo’n vrouw heb ik bewondering.’

Tekst: Daan Westerink

u

VerliesIn oktober 2009 is het boek Verlies, gesprekken met na­bestaanden over hun dierbare overledenen van Cornald Maas verschenen. Hierin spreken bekende en minder bekende Nederlanders zich openhartig uit over het overlijden van een dierbare. De meeste interviews

stonden eerder in het magazine Linda. Verlies is uitgegeven bij Prometheus en kost € 17,95

GratisLeef! geeft in samenwerking met uitgeverij Prometheus vijf exemplaren weg van Verlies van Cornald Maas. Wilt u kans maken op dit boek, schrijf of mail dan voor 1 december 2009 naar Leef!, Postbus 13093, 3507 LB Utrecht, [email protected] o.v.v. Verlies.

‘Tussen de graven, met daarop grote foto’s van de overledenen, werd door de nabestaanden het

leven gevierd. Er werd gegeten en gedronken rond het graf.’

Page 3: Leef Cornald Maas2009 Daan Westerink

16

Er is steeds meer aandacht voor de dood. Is het taboe om erover te praten voorgoed voorbij?‘Nee, integendeel. We rouwen massaal in een stadion als er een zanger overlijdt. Maar aan je buurman vragen hoe het gaat, drie maanden na de dood van zijn vrouw, dat doen we niet. We lopen weg voor onze eigen dood en voor de dood van mensen die dicht bij ons staan. In onze eigen omgeving na anderhalf jaar nog eens stilstaan bij de dood van een dier-bare? We durven het niet. Gek vind ik dat. We stoppen de dood weg. Terwijl het zo simpel kan zijn. Stuur eens een kaartje na drie maanden of vraag na een half jaar eens hoe het met iemand gaat. Houd nabestaanden dicht bij je. En zorg ervoor dat je de dood een plek geeft in dit leven; niet pas aan de randen van de dood. Tijdens de afscheidsbijeenkomst van André Hazes in de Arena hoorde ik iemand zeggen dat de dood van Hazes haar meer deed dan de dood van haar eigen kind. Ik was verbijsterd. Onbegrijpelijk. Zet die energie om in je eigen omgeving, denk ik dan. Keer terug naar je vrienden en familie. Er zijn genoeg mensen die je nu nodig hebben. Je rouwt om iemand die je niet eens kende.’

Hoe was jouw eerste kennismaking met de dood? ‘Als kind was ik al gefascineerd door de dood. Dat kwam vast doordat de vader van een vriendje begrafenisondernemer was. Alles wilde ik erover weten. Toen mijn opa overleed, werd ik voor het eerst echt geconfronteerd met een dood iemand. Ik was tien. Ik heb hem nog gezien toen hij in het ziekenhuis lag opgebaard en voelde daar niets bij. Het was mijn opa niet meer. Mijn oma kuste opa’s dode gezicht, dat beeld vergeet ik nooit meer. Heel bijzonder. Het was namelijk de enige keer dat zij in mijn bijzijn genegenheid toonde voor hem. Ik realiseerde me toen al: ik zie liever geen dode mensen, nog steeds niet.’

Hoe kan het dat iemand die zo gefascineerd is door de dood, geen dode mensen wil zien? Waar ben je bang voor?‘Als iemand van wie ik houd ernstig ziek wordt, dan ben ik er. Ik loop heus niet weg. Ik omarm het leven, en daar hoort ook het sterven bij. Maar ik wil niet dat het beeld van iemand opgebaard in een kist het levende beeld verstoort. Ik heb bij mijn oma gezeten toen ze stervende was. Zag de tranen in haar ogen komen toen het leven uit haar gleed, heb haar handen vastgehouden. Ze veranderde, was zichzelf niet meer, zo leek het. Ik was bij haar vlak voor ze stierf, maar wilde ook haar niet meer zien toen ze in de kist lag. Ik hou de doden liever levend. Daarom schrijf ik er ook zo graag over.’

De verhalen in je boek zijn een hommage aan de doden, evenals het concert dat Sybilla Dekker, oud-minster, gaf, ter nagedachtenis aan haar man. Zo’n eerbetoon is heel ongewoon in ons land.‘Praten en schrijven over de doden of na een jaar samen met intimi nog stilstaan bij de dood van een dierbare - het is hier allemaal niet gebruikelijk. Dat is echt een cultuurverschil tussen ons en andere landen. In sommige culturen staat de dood midden in het leven terwijl in Nederland het leven zelf heilig is. Ik verbaas me daarover. Ik was voor een tv-programma op een Caribisch eiland, Guadeloupe. Midden in een dorp lag een grote begraafplaats, vol met mensen die

leef! INTERVIEW

even een bezoekje brachten aan hun overleden familieleden. Tussen de graven, met daarop grote foto’s van de overledenen, werd door de nabestaanden het leven gevierd. Er werd gegeten en gedronken rond het graf. De doden zijn daar niet weg, ze staan nog midden in het leven. Wat me daar ook opviel, was dat mensen hun eigen rituelen hadden. Ik houd niet van de onpersoonlijke rituelen tijdens een afscheid. Ik gun mensen hun eigen verdriet, en hun eigen manier om afscheid te nemen. Ik voelde dat al tijdens de begrafenis van mijn opa. Ik heb sinds-dien geregeld gesproken tijdens uitvaarten. Het zat er al vroeg in dat ik aan afscheid nemen een eigen draai wil geven.’

Cornald Maas wordt op 22 juli 1962 geboren in Bergen op Zoom. Hij studeert Nederlands in Leiden en werkt sindsdien als journalist, schrijver, commentator, tv-criticus en presentator. Sinds 2003 is hij betrokken bij het Eurovisie Songfestival. Daarnaast schrijft hij voor Volkskrant Magazine en

Linda en presenteert hij het kunstprogramma Opium voor de AVRO. Hij is bovendien een succesvol auteur met meerdere best-sellers op zijn naam, waaronder Op de helft en Trotse ouders. Cornald Maas woont samen met zijn vriend Martijn, in Amsterdam

Unieke rouwkalenderAfgelopen zomer ver-scheen de allereerste rouwkalender. Omdat een rouwproces niet aan tijd is gebonden, bevat deze scheurkalender geen datums. Op de 420 velletjes staan uitsluitend teksten, spreuken, muziek- en boektitels, tips en websiteadressen. De kalender is bedoeld als steuntje in de rug voor rouwenden en biedt naast informatie ook inspiratie en motivatie om het leven weer op te pakken na de dood van een dierbare. Door het ont-breken van datums is de rouwkalender niet aan een (start)datum gebonden. U kunt de rouwkalender voor € 17.95 bestellen via www.rouwkalender.nl.

GratisLeef! geeft in samenwerking met makers Leoniek van der Maarel en Hans Breekveldt vijf exemplaren weg van de rouwkalender. Wilt u kans maken op deze kalender, schrijf of mail dan voor 1 december 2009 naar Leef!, Postbus 13093, 3507 LB Utrecht, [email protected] o.v.v. rouwkalender

Foto

: AVR

O

‘Na anderhalf jaar nog eens stilstaan bij de dood van een dierbare?

We durven het niet. Gek vind ik dat.’