'Landmacht nr. 3, mei 2008' PDF document

32
Landmacht Landmacht zesde jaargang nummer 3, mei 2008 De absurde realiteit van Role-2 Knelpunten logistieke opvoer op een rij Oefenen in een virtuele wereld Nieuwe C-LAS Bertholee: Leider met oog voor mensen

Transcript of 'Landmacht nr. 3, mei 2008' PDF document

Page 1: 'Landmacht nr. 3, mei 2008' PDF document

LandmachtLandmacht

zesde jaargang

nummer 3,

mei 2008

De absurde realiteit van Role-2

Knelpunten logistieke opvoer op een rij

Oefenen in een virtuele wereld

Nieuwe C-LAS Bertholee: Leider met oog voor mensen

Page 2: 'Landmacht nr. 3, mei 2008' PDF document

LANDMACHT MEI 2008

4: De Kruif wordt nieuwe commandant

Regional Command South

5: Landmachtdagen 2008 in Oirschot

14: Nieuwe rubriek: Eenheid in beeld

16: Compoundbeveiliging

26: De Nationale Taptoe

27: Zorg kan en moet nog beter

Inhouds opgave

Rubrieken 14: Eenheid in beeld 28: Personeelsmutaties 30: Photoshoot 31: Lezersbrieven 32: Waargenomen

Redactie:Hoofdredacteur:

lkol Hanneke Evertse

Eindredacteur:

kap Corné Dalebout

Redacteuren:

tlnt Anne-Marie Berndsen

tlnt Roel van de Wiel

Vormgeving: Grafisch Bedrijf / AVDD,

Frederikkazerne Den Haag

Druk: OBT bv Den Haag

ISSN: 1572-1248

Oplage: Landmacht verschijnt tien keer per jaar

in een oplage van 50.000 stuks

Fotografie in dit nummer:AVDD, Frank van Biemen

sgt-1 Arief Rorimpandey

Met dank aan:kap Klaas Daane Bolier

elnt Ivanca Maas

tlnt Martijn Bronkhorst

tlnt Judith Rietveld

Redactieadres:Lgen Knoopkazerne

MPC 55A

Postbus 90004

3509 AA Utrecht

MDTN: *06- 557 46039

KPN: 030-2146039

Reacties: Reacties of ingezonden brieven kunt u

mailen naar:

[email protected]

Foto voorpagina:De nieuwe C-LAS, luitenant-generaal Rob Bertholee op bezoek bij de

troepen in Afghanistan, AVDD / sgt-1 Arief Rorimpandey

Adreswijzigingen:• Als in de code op uw adresstrook onder meer uw mili-

taire registratienummer is afgedrukt (voorafgegaan door

de letter ‘T’) dan heeft het geen zin om een adreswijzig-

ing aan de redactie van het blad Landmacht te sturen. Je

dient in dat geval zelf via PeopleSoft je persoonsgegevens

te wijzigen. Klik hiervoor op ‘Startpagina P&O-selfser-

vice’ op het Defensie Intranetportaal. De redactie is niet

geautoriseerd om adressen te wijzigen.

• Reservisten die niet in staat zijn via selfservice hun

adreswijziging door te geven, kunnen het formulier

‘wijzigen adres en/of gegevens contactpersonen bij nood-

gevallen’ downloaden op de www.landmacht.nl/reservist.

Het formulier vervolgens opsturen naar:

DCHR, Postbus 295, 7500 AG Enschede.

• Postactieven en veteranen kunnen bellen naar:

070-3397575, of een e-mail sturen naar:

[email protected].

• Betalende abonnees dienen contact op te nemen met

Abonnementenland: 0900-2265263 (10 eurocent per

minuut) of via de website www.aboland.nl voor abon-

neren, adreswijzigingen en overige vragen.

Page 3: 'Landmacht nr. 3, mei 2008' PDF document

3

Landmacht nummer 3 Personeelsblad van de Koninklijke Landmacht

LANDMACHT IS EEN UITGAVE VAN HET COMMANDO LANDSTRIJDKRACHTEN, SECTIE COMMUNICATIE STAF CLAS. REACTIES OF INGEZONDEN BRIEVEN WORDEN ZEER GEWAARDEERD. DE REDACTIE IS VRIJ IN HAAR KEUZE VAN HET PLAATSEN VAN - AL DAN NIET INGEKORTE - INGEZONDEN STUKKEN. OVERNAME VAN (GEDEELTEN VAN) ARTIKELEN UIT DE LANDMACHT IS, NA TOESTEMMING VAN DE REDACTIE, TOEGESTAAN.

‘Als je de leiding hebt, neem die dan ook’ 6: De nieuwe Commandant Landstrijdkrachten: luitenant-generaal Rob Bertholee

‘Discipline is een vereiste’ 18: De knelpunten in de logistieke keten in kaart

‘Je maakt absurde situaties mee’ 22: Jonge genezeriken vertellen over het werk bij Role-2

Onze toekomst ligt in een virtuele wereld 10: Oefenen met simulatoren wint terrein

Page 4: 'Landmacht nr. 3, mei 2008' PDF document

LANDMACHT MEI 2008

De Kruif vanaf november Commandant

Regional Command South

Generaal Mart de Kruif geeft vanaf november 2008 voor de duur van negen maan-den leiding aan het ISAF-commando in Zuid-Afghanistan. De Kruif, was tot 9 mei jongstleden commandant 43 Gemechaniseerde Brigade, treedt in die periode op als commandant van Regional Command South (RC-S) vanuit het hoofdkwartier in Kandahar.

De Kruif is de tweede Nederlandse generaal die het commando krijgt over RC-S. RC-S

stuurt de ISAF-troepen aan in met name de Afghaanse provincies Uruzgan, Helm-

and, Zabul en Kandahar, waar troepen actief zijn uit onder meer Nederland, Canada,

Groot-Brittannië, Australië en de VS. Eerder, van november 2006 tot en met april

2007, was generaal-majoor Ton van Loon commandant in Kandahar. Met het oog op

zijn uitzending is De Kruif bevorderd tot generaal-majoor. Als commandant 43 Mech-

brig is hij opgevolgd door brigadegeneraal Kees van den Heuvel.

Generaal De Kruif volgde van oktober 1994 tot oktober 1996 de opleiding aan de

Führungsakademie in Hamburg. Voorts vervulde hij de functie beleidsadviseur

Operationeel Beleid bij de Landmachtstaf. In 1999 werd hij benoemd tot Comman-

dant 42 Pantserinfanteriebataljon. Eind 2001 volgde een uitzending als Commandant

1(NL) MECHBAT SFOR naar Bosnië. In 2003 rondde hij de opleiding aan het US

Army War College in Carlisle Barracks met succes af en werd aansluitend geplaatst als

Hoofd van de Afdeling Operationeel Beleid bij de Landmachtstaf. Deze functie ging

later over in de functie van Afdelingshoofd Landmachtbehoeften van de Defensie-

staf. Voordat hij in april 2007 het commando aanvaardde over 43 Gemechaniseerde

Brigade vervulde hij de functie van Plaatsvervangend Directeur Operaties van het

Commando Landstrijdkrachten (CLAS).

Alle binnenslapers van het Commando Landstrijdkrachten kun-nen, als alle werkzaamheden volgens schema worden afgerond, vanaf eind juni op hun legeringkamer gebruik maken van een gratis aangeboden internetverbinding.

Uit een proef op de kazernes in Oirschot en Schaarsbergen

is gebleken dat internet op de legeringskamer in een grote

behoefte voorziet. Daarom worden door het project Internet

op de legeringskamer twintig CLAS- en twee CDC-locaties de

komende maanden voorzien van een draadloze internetverbin-

ding. Hiermee wordt het niet alleen mogelijk om vanaf de eigen

kamer te mailen, te chatten of te telebankieren, maar ook om te

surfen en online te gamen.

Om te kunnen internetten moet aan een aantal voorwaarden

worden voldaan. De eigen desk-, of laptop moet zijn voorzien

van een modem die geschikt is voor draadloos internet (WIFI).

Om vervolgens daadwerkelijk het wereldwijde net te kunnen

betreden, moet de internetter alleen nog een eigen internetac-

count aanmaken. Dit wordt duidelijk uitgelegd op de startpa-

gina. Iedereen die voor het eerst contact maakt met het netwerk,

belandt automatisch op deze pagina.

Bij aanmelding voor het internet moet de gebruiker akkoord

gaan met de gedragscode. Hierin staan de huisregels waar

men zich als gebruiker van de aangeboden verbinding dient te

houden.

Meer info op intranet: http://intranet.mindef.nl/kl/bedrijfsvoering/

projecten/ivencis/internetodl/index.aspx

Gratis internet op elke legeringskamer

Page 5: 'Landmacht nr. 3, mei 2008' PDF document

5

Fennek geschikt voor Stinger raketten

De Fennek met het Stingerplatform is de opvolger van de Cheetah, de Pantser Rups Tegen Luchtdoel (PRTL).

Het Stingerplatform op de Fennek bestaat uit een lanceerinrichting voor vier

Stinger raketten om luchtdoelen op zeer korte afstand en lage hoogte te bestrij-

den. Het systeem is voorzien van een daglichtcamera, een infraroodcamera en

een Laser Range Finder. De commandant van een voertuig beschikt daarnaast

over een Weapon Terminal, waarop het luchtbeeld wordt weergegeven van-

uit het draadloze netwerk van het Future Ground-Based Air Defence System

(FGBADS).

Het nieuwe Stingerplatform onderscheidt zich door de hoge reactiesnelheid (het

systeem staat binnen twee seconden op het door de commandant geselecteerde

doel gericht). Bovendien kan dit systeem, als enige in zijn soort, meerdere Stin-

ger raketten in korte tijd achter elkaar afvuren.

Generaal-majoor Ed Evers van de Defensie Marteriaal Organisatie (DMO) nam

eind maart het eerste Stinger Wapen Platform Fennek in ontvangst uit handen

van de algemeen directeur Dutch Defense Vehicle Systems (DDVS) Hans Ries.

In september draagt DDVS de laatste exemplaren van de in totaal achttien te

produceren Platformsystemen over.

De Landmachtdagen vormen een evenement dat binnen de organisatie zijn gelijke niet kent. In 2008 is de Legerplaats Oir-schot gastlocatie voor dit megafestijn en ook deze editie belooft een waar spektakelstuk te worden. Er wordt zelfs een stukje Kamp Holland ingericht, compleet met een demonstratie van een Combined Arms Team (CAT).

Als defensiebreed thema voor de open dagen is dit jaar

gekozen voor ‘Innovatie in mens en materieel’. Het nieuwste

materieel is te bewonderen, zoals de Leguaan en de Kodiak,

voertuigen die in de toekomst de brugleggende tank en de

genietank gaan vervangen. Verder kunnen bezoekers zelf veel

uitproberen, zijn er interactieve demo’s en wordt ook het feno-

meen ‘serious gaming’ op grootschalige wijze opgepakt.

Landmachtdagen 2008

Plaats: Oirschot

Datum: 30 mei (voor bijzondere doelgroepen zoals scholieren

en media), 31 mei en 1 juni

Openingstijden: 9.00 tot 17.00 uur

De toegang is gratis. Aangeraden wordt om te reizen met het

openbaar vervoer.

Meer info: www.landmacht.nl

INNOVATIE

LANDMACHTDAGEN

31 MEI + 1 JUNI 2008

OIRSCHOT

WWW.LANDMACHT.NL

IN MENS & MATERIEEL

Landmachtdagen 2008 in teken van innovatie

Page 6: 'Landmacht nr. 3, mei 2008' PDF document

LANDMACHT MEI 2008 LANDMACHT MEI 2008

‘ALS JE DE LEIDING HEBT,

NEEM DIE DAN OOK’

Luitenant-generaal Bertholeeover zijn nieuwe functie als C-LAS

Page 7: 'Landmacht nr. 3, mei 2008' PDF document

77

Luitenant-generaal Rob Bertholee is sinds 13 maart de

nieuwe Commandant Landstrijdkrachten. Wie is hij

en wat wil hij bereiken de komende tijd? Landmacht

in gesprek met de kersverse C-LAS.

WerkbezoekLuitenant-generaal Bertholee heeft

sinds zijn aanstelling als C-LAS

al met veel landmachtcollega’s

gesproken. De afgelopen maanden

bracht hij werkbezoeken aan 101

Gevechtssteunbrigade, 1 Logistieke

Brigade, 13 Gemechaniseerde Brigade,

11 Luchtmobiele Brigade, de RMC’s

Zuid en West en de Nederlandse

locaties in Tarin Kowt, Kabul en

Kandahar. Zijn bedoeling is om voor

de zomer alle grote landmachtlocaties

eens te hebben bezocht.

Commandant Landstrijdkrachten, een droom die werkelijkheid wordt? ‘Aan het begin van je carrière ben je

natuurlijk met heel andere dingen

bezig. Maar wanneer je eenmaal de

rang van brigadegeneraal hebt bereikt,

begint het idee wel te spelen. Dan ga

je je afvragen of je er geschikt voor

zou zijn en of je het leuk zou vinden.

Ik twijfelde niet toen de Commandant

der Strijdkrachten (generaal Dick

Berlijn, red.) mij vroeg of ik de nieuwe

C-LAS wilde worden. Ik vind het een

eer om het nieuwe boegbeeld van de

landmacht te zijn.’

Waarom koos u destijds voor het militaire beroep? En voor de artillerie? ‘Als jongen dacht ik er nog niet aan

om militair te worden. Ik heb heel

lang dierenarts willen worden, maar

zes jaar lang studeren zag ik toch niet

zo zitten. Ik hoorde ook bijna elke

dag de verhalen van mijn ouders, die

de oorlog hadden meegemaakt. Het

“iets willen doen voor het land” heeft

zeker een rol gespeeld bij de keuze om

militair te worden. Meerdere aspecten

aan het “militair zijn” trokken mij

aan. Het avontuur, het actieve, het

werken met mensen – in die tijd

nog dienstplichtigen. Eenmaal op

de Koninklijke Militaire Academie

wilde ik absoluut ingedeeld worden

bij een wapen. Vanwege mijn exacte

achtergrond is dat toen de artillerie

geworden.’

Aan welke functie hebt u de beste herinneringen?‘Dat is moeilijk te zeggen. Ik heb

eigenlijk overal een prachtige

tijd gehad en zou elke periode zo

weer overdoen. Als kapitein ben ik

batterijcommandant geweest bij 41

Afdeling Veldartillerie in Seedorf.

Voor een parate functie moest je

toentertijd daar zijn. Tenminste, zo

voelde dat, omdat je vlakbij het IJzeren

Gordijn werkte. We waren veel op

oefening, een prachtige tijd. Later ben

ik ook commandant van deze afdeling

in Duitsland geweest en daar heb ik

ook erg van genoten. In mijn vorige

functie was ik Plaatsvervangend CDS.

Dat was een leerzame periode. Je bent

en blijft echter de plaatsvervanger.

De echte verantwoordelijkheid ligt

dan toch bij iemand anders. Die

verantwoordelijkheid is voor mij het

mooie van commandant zijn en dat

is ook waarom ik blij ben dat ik nu

Commandant Landstrijdkrachten

ben.’

Als Plaatsvervangend CDS bent u nauw betrokken geweest bij de commissie-Staal en de gedragscode, met leiderschap als kernbegrip. Wat kenmerkt een goed leider?

‘Leiding geven is het wezen van

onze organisatie. Het begint al

bij de korporaals. Goed leiding

kunnen geven is daarom een van

de belangrijkste eigenschappen

waar onze militairen over moeten

Adjudant Gerrit Bosch

OTC-adjudant, ook wel ‘dé artillerie adjudant’

Oud-collega en goede bekende van Bertholee

‘Ik leerde Bertholee kennen in 1995, toen ik bij 41 Afdeling Veldartillerie in het Duitse Seedorf diende en

hij mijn commandant was. Als commandant is Bertholee enorm gedreven. Hij eist veel van zijn personeel,

maar is wel echt een “mensenmens”. Onze gezamenlijke tijd in Duitsland vond ik heel plezierig. Als je

hem hebt ontmoet, dan onthoudt hij je naam en gezicht en zal hij je herkennen als je hem ooit weer tegen-

komt. Die eigenschap wordt, vooral door manschappen, erg gewaardeerd. Tegelijkertijd is hij een “troepen-

mens” en staat hij op om te vechten als het moet. Je moet bij Bertholee niet aankomen met flauwekulverha-

len. Natuurlijk, iedereen mag fouten maken, maar hij eist dan wel verbetering op den duur.

Ik zie Bertholee als een collega voor wie rangen en standen, behalve in de bevelvoering, niet belangrijk zijn.

Hij staat open voor iedereen. En, niet onbelangrijk, als hij iets belooft, dan komt hij het na. Bertholee is en

blijft een artillerist in hart en nieren. Ik heb hem de afgelopen jaren in diverse functies regelmatig meege-

maakt, ook als Wapenoudste van de Artillerie. Tijdens zijn toespraken op onze jaardagen, zit iedereen altijd

ademloos te luisteren. Er is veel respect voor hem; dat merk ik aan de artilleristen om me heen. Zijn leider-

schapsstijl en zorg voor zijn personeel maken hem zeer geschikt als Commandant Landstrijdkrachten.’

‘Hij staat op om te vechten als het moet’

Page 8: 'Landmacht nr. 3, mei 2008' PDF document

LANDMACHT MEI 2008

beschikken. Een goed leider kent de

sterke en zwakke punten van zijn

ondergeschikten. De kunst is dan ook om

het team goed te laten functioneren door

gebruik te maken van elkaars sterke punten

zonder dat iemands zwakke punten ertoe

leiden dat iemand buiten de boot valt.

Dreigt dat te gebeuren, dan moet je als

leidinggevende durven in te grijpen. Mijn

credo is: “Als je de leiding hebt, neem die

dan ook”.

Wat voor soort leider bent u zelf?‘Een leider met oog voor mensen. Ik

probeer mij te verplaatsen in de ander; ik

probeer te begrijpen wat iemand drijft. Wat

overigens niet wil zeggen dat ik alles wat

ik begrijp, ook accepteer. Mensen moeten

zich blijven ontwikkelen en leren van hun

fouten. Dat geldt dus ook voor mij. Ik ben

zeker geen bureaucraat. Een van de dingen

waar ik mij dan ook niet op verheug, is de

grote stapel papier die iedere dag weer op

het bureau wordt neergelegd. Maar aan de

andere kant, daar ben ik inmiddels wel aan

gewend.’

Wat verwacht u van het CLAS-personeel en wat kan het personeel van u verwachten?‘Ik verwacht dat de mensen vooral

doorgaan met wat ze nu doen. Onze

mensen en middelen zijn gewoon goed.

We doen enorm goed werk, zowel in

Nederland als in de missiegebieden. Dat

neemt niet weg dat er altijd ruimte is voor

verbeteringen. Een verbetering bij ieder

individu leidt tot het beter worden van

de organisatie als collectief. Dat begint al

bij een soldaat die zijn wapen tot in den

treuren moet kennen. Verder verwacht ik

dat iedereen mij ook zijn eerlijke mening

durft te geven. Mensen laten zich nogal

eens afschrikken door de positie die je

bekleedt, maar het is belangrijk voor mij

om te weten wat er speelt in de organisatie.

Daarom zal ik zo vaak mogelijk bij de

eenheden, hier en in de missiegebieden,

langsgaan. Contact met de werkvloer vind

ik heel belangrijk. De mensen mogen van

mij verwachten dat ik mijn uiterste best

zal doen. Ook wil ik ervoor waken dat er

onmogelijke opdrachten op tafel komen.’

Welk gevoel heeft u bij uw overgang van de ‘paarse’ functie van Plaatsvervangend CDS naar de ‘groene’ functie van C-LAS?‘Het voelt als een warm bad om terug te

zijn bij de KL. Ik ben toch gevormd door

de landmacht. Ook voelt het goed om

weer commandant te zijn en zelf weer de

volledige verantwoordelijkheid te hebben.

Mijn vorige functie is wel een heel goede

voorbereiding geweest, omdat je als

Plaatsvervangend CDS ook gedwongen

wordt om oog te hebben voor de andere

operationele commando’s en te bekijken

hoe het CLAS daar tussen past. Hoewel

ik vind dat de landmacht ‘groen’ moet

blijven, zijn wij onderdeel van een ‘paarse’

organisatie. En dat grotere plaatje moeten

we niet uit het oog verliezen.

Gaat u dingen anders doen dan uw voorganger?‘Van Uhm had natuurlijk een lastige

klus. Hij was de eerste Commandant

Landstrijdkrachten en heeft de organisatie

grondig moeten aanpassen aan het nieuwe

Besturingsmodel Defensie. Tegelijkertijd

leverde het CLAS een grote bijdrage aan de

meest uitdagende missies sinds lange tijd.

Dat heeft hij heel goed gedaan. Hij maakte

zich sterk voor het principe “every soldier

a rifleman”. Je móet als militair over de

militaire basisvaardigheden beschikken.

De praktijk in Uruzgan wijst wel uit dat

dit zeer belangrijk is en daar zal ik mij ook

zeker hard voor blijven maken de komende

jaren. Ook zal ik zijn zorg en inzet voor

het personeel zeker voortzetten. Mijn

uitdaging wordt om de ISAF-missie naar

behoren uit te blijven voeren. Eén van mijn

belangrijkste taken zal de redeployment uit

Urzugan in 2010 zijn. En wie weet wat ons

daarna te wachten staat?’

Hoe wilt u later herinnerd worden? ‘Als iemand die voor de landmacht

stond en oog had voor de mensen in zijn

organisatie.’

LANDMACHT MEI 2008

Page 9: 'Landmacht nr. 3, mei 2008' PDF document

9

‘Ik weet zeker dat hij het gaat

waarmaken’

Kolonel b.d. Sijmen Veldhuis

Oud-commandant 44 Afdeling

Veldartillerie, Bertholees eerste

werkplek

‘Ik was als kolonel commandant van 44 Afdeling

Veldartillerie, toen Bertholee daar zijn eerste parate

functie als luitenant vervulde. Ik heb hem ongeveer

twee jaar meegemaakt. In mijn herinnering was

Bertholee een van de beste luitenants, ik kan wel

zeggen de beste. Volgens mij was hij, van zijn jaar,

ook als eerste geslaagd op de KMA.

In al die jaren en na al de functies die hij vervuld

heeft, is hij niet veel veranderd. Mensen verande-

ren over het algemeen niet zo veel, in mijn op-

tiek. Bertholee is nog steeds rustig, intelligent en

bekwaam, net als toen. Ik ben hem blijven volgen

gedurende zijn loopbaan. Zo af en toe hebben we

nog contact. Toen hij bevorderd werd tot luitenant-

generaal, ben ik op zijn high-tea geweest, samen

met andere (oud-)collega’s. Dat was erg gezellig.

Bertholee vindt het belangrijk om contact te hou-

den met de mensen met wie hij heeft samenge-

werkt. Ik was ook uitgenodigd voor de commando-

overdracht en was daar graag bij geweest, maar dat

ging helaas niet. Ik wens Bertholee veel succes met

zijn nieuwe functie als C-LAS. Ik weet zeker dat hij

het waar gaat maken.’

9

‘Een menselijke militair’

Kolonel Peter van den Aker

Universitair hoofddocent Landoptreden aan de NLDA

Jaargenoot en vriend van Bertholee

‘Rob Bertholee en ik zijn jaargenoten van de KMA. We kwamen tegelijk op in 1975 en

lagen elkaar meteen goed. Hij viel op tijdens de opleiding, zowel qua fysieke prestaties

als qua kennis en sociale vaardigheden. Na onze promotie zijn we elkaar steeds weer

tegengekomen. Eerst in Duitsland, bij 41 Pantserbrigade. Later bij de stafdienst en de

Hogere Militaire Vorming, waarbij we een kamer deelden. In 2001 kwamen we weer

samen in Duitsland te werken. Hij werd aangesteld als chef-staf van 1(GE/NL) Corps en

ik als plaatsvervangend chef-staf.

Rob en ik zijn naast collega’s ook vrienden. Hij heeft een warme persoonlijkheid. Je moet

hem echter wel leren kennen. Zijn hoge rang schrikt mensen soms af. Bovendien heeft

hij een wat norse uitstraling, maar daarachter gaat een warm en groot hart schuil. Ik

zie daarom geen verschil tussen de militair en de mens Bertholee. Hij is professioneel,

analytisch en integer, maar ook heel mensgericht en intelligent. Een ‘menselijke militair’

dus. Mede daardoor is hij uitermate geschikt als Commandant Landstrijdkrachten. Door

zijn ervaring als Plaatsvervangend CDS, is hij tevens in staat om het grotere, krijgs-

machtbrede belang in te zien. Zijn benoeming is een terechte bekroning op zijn loop-

baan. Ik zie het met alle vertrouwen tegemoet.’

‘Streng maar rechtvaardig’

Korporaal-1 b.d. Vincent Bakker

Chauffeur Bertholee in Kabul (Close Protection Team),

ISAF III, 2003.

‘Ik heb generaal Bertholee zes maanden rondgereden in Kabul en

omgeving, toen hij Plaatsvervangend Commandant en chef-staf

ISAF III was. Ik kende hem al vanuit Münster, waar ik net als hij

was geplaatst bij 1(GE/NL) Corps. Het was prettig werken. Ber-

tholee is streng maar rechtvaardig. Dat viel goed bij de plaatselijke

troepen. De mensen wisten waar ze aan toe waren. Hij maakt ook

graag contact met de werkvloer. Hij probeerde elke week op pad

te gaan met een eenheid, zeker Nederlandse, om op de hoogte te

blijven van ieders inzet.

De generaal liet ook blijken wanneer hij tevreden was over de

inzet van zijn mensen, of je nu kok, verkenner of monteur was.

Wat ik me nog goed herinner zijn de “menselijke gesprekken”

wanneer we onderweg waren. Hij vertelde soms ook over persoon-

lijke zaken of we praatten over ditjes en datjes. Hij houdt mensen

niet op afstand. Verder weet ik nog dat hij heel sportief was. Hij

was fanatiek in hardlopen. Volgens mij is Bertholee een op en top

militair.’

‘Ik weet zeker dat hij het waar gaat maken’

Page 10: 'Landmacht nr. 3, mei 2008' PDF document

Onze toekomst ligt inOEFENEN MET SIMULATOREN WINT TERREIN

De Landmachtdagen staan dit jaar in het teken van innovatie. En wie het over innovatie heeft, kan niet om het begrip simulatie heen. Simulatoren krijgen een steeds grotere rol in het opleiding- en trainingsschema van de eenheden en bij de aanschaf van nieuw materieel. ’s Ochtends een rondje ma-ken in de omgeving van Tarin Kowt en ’s avonds thuis op de bank zitten, be-hoort niet meer tot het ondenkbare. Wat zijn de nieuwste ontwikkelingen en hoe ervaren de gebruikers het oefe-nen in de virtuele wereld? ’S OCHTENDS EEN RONDJE MAKEN IN DE

OMGEVING VAN TARIN KOWT EN ’S AVONDS

THUIS OP DE BANK ZITTEN, BEHOORT NIET MEER TOT HET ONDENKBARE.

LANDMACHT MEI 2008

Page 11: 'Landmacht nr. 3, mei 2008' PDF document

ONDERZOEK WIJST UIT DAT MILITAIREN DIE SERIOUS GAMES ONDER LEIDING VAN INSTRUCTEURS GESPEELD HEBBEN, BETER PRESTEREN TIJDENS DE ECHTE OEFENINGEN DAN HUN COLLEGA’S DIE HET ZONDER SIMULATIE VOORAF MOESTEN STELLEN.

Onze toekomst ligt in een virtuele wereld

Tijdens de landmachtdagen

zal een speciale gaming-

ruimte met vijftig com-

puters worden ingericht.

Daar kunnen bezoekers

zich onbeperkt uitleven op Steel Beasts en

Virtual Battle Space II.

‘Gamen’ is populair. Iedere avond maken miljoenen men-sen een uitstapje naar de virtuele wereld. Entertainment? Dat niet alleen. Volgens deskundigen van het Defensie Si-mulatie Expertise Centrum (SEC) en het nog maar een paar maanden jonge Simulatiecentrum Landoptreden van het Opleidings- en Trainingscentrum Operatiën (OTC opn), liggen er in de virtuele wereld ongekende mogelijkheden op het gebied van kosten- en milieubesparing en optimaal leereffect.

‘Nog vragen?’ tweede luitenant Alle Runhart kijkt zijn pe-

loton vragend aan na zijn bevelsuitgifte. “Goed, instijgen en

voorwaarts!” Schuivende stoelen krassen door het leslokaal en

de tankers nemen plaats achter een computer. Inderdaad, een

computer. Het geliefde voertuig blijft op stal en maakt plaats

voor zoemende computers, toetsenborden en de “wargame”

Steel Beasts. Het Alfa-eskadron van 42 Tkbat oefende drie

dagen in april op het OTC Manoeuvre in Amersfoort.

Simulatie is niets nieuws. Al in 1980 maakten de cava-lerie en de luchtdoelartillerie gebruik van simulatoren om nieuw personeel te leren doelen uit te schakelen. De noodzaak voor simulatie was groot omdat het ondenk-baar was dat bijvoorbeeld vliegtuigen telkens opnieuw een vlucht maakten over de heide. Kostenbesparing dus. Daarnaast vlogen luchtdoelen in de virtuele wereld veel vaker over zonder hinder te hebben van slechte weers-omstandigheden, waardoor het leerrendement hoger lag dan bij het inschakelen van echte vliegtuigen. Deze twee effecten van simulatie vormen nog steeds de belangrijk-ste redenen voor Defensie om de virtuele wereld uit te breiden. ’s Ochtends een rondje maken in de omgeving van Tarin Kowt en ’s avonds thuis op de bank zitten, be-hoort niet meer tot het ondenkbare.

Bijna drie decennia later is simulatie doorgedrongen tot veel verschillende niveaus. Het meest laagdrempelige voorbeeld van simulatie is de zogeheten serious game, een computerspel waarbij militairen getraind worden in het tactisch optreden. De militaire spellen Steel Beasts (cavalerie) en Virtual Battle Space (VBS) (infanterie) zijn bijvoorbeeld goede trainingsmiddelen voor tactisch optreden op pelotons- en groepsniveau. Ook tactische grondbeginselen, basis ge-vechtstechnieken, drills, gevechtsleiding en commando-voering kunnen met deze serious games worden getraind

Het lokaal waarin de tankers zich bevinden lijkt rustig, maar

ondertussen zitten de mannen van het tweede peloton al druk

te gamen. Majoor Erik Douze, commandant Alfa-eskadron,

is erg positief over Steel Beasts. Een groot voordeel vindt hij

dat je bij een verkeerd besluit, de actie opnieuw kunt doen.

‘Stel, een tankcommandant komt een heuvel tegen en besluit

er overheen te rijden. Achteraf gezien had hij deze beslissing

beter niet kunnen nemen: hij wordt onder vuur genomen en

uitgeschakeld. Het stukje emotie wat hierbij komt kijken, zorgt

dat hij het onthoudt. Wanneer zo’n situatie in het oefenterrein

weer voorkomt, zal hij zich dit moment herinneren.’

AanpassingDaarnaast kunnen de instructeurs, terwijl het spel door de te trainen militairen wordt gespeeld, wijzigingen aanbren-gen in het scenario. Zo kan de instructeur een leerdoel letterlijk in tijd en ruimte verplaatsen. Als een instructeur in de toekomst aandacht wil besteden aan IED-awareness, dan kan deze ervoor kiezen bermbommen neer te leggen

Landmachtdagen31 mei en 1 juniOirschot

11

Page 12: 'Landmacht nr. 3, mei 2008' PDF document

LANDMACHT MEI 2008

zodat de bewustwording wordt vergroot en de herkenning wordt verscherpt. Dat deze vorm van oefenen werkt, bewijst een Canadees onderzoek, zegt kapitein Clemens Roos, werkzaam bij Kenniscen-trum Opleidings- en Trainingscentrum Manoeuvre en verbonden aan het Simula-tiecentrum Landoptreden: Roos: ‘Conclusie van dit onderzoek was dat militairen die deze games onder lei-ding van instructeurs gespeeld hebben, be-ter presteren tijdens de echte oefeningen dan hun collega’s die het zonder simulatie vooraf moesten stellen. Ze leren hoe ze moeten omgaan met onverwachte situaties en zien met eigen ogen wat de consequen-ties zijn van een verkeerde keuze.’

Overbodig?Als simulatie zoveel voordelen heeft, is het dan nog wel nodig om richting bijvoorbeeld Bergen Hohne af te zak-ken? Roos: ‘Simulatie is absoluut geen vervanging voor de oefeningen buiten. Kou, regen en wind kunnen we bij dit soort spellen niet simuleren. De serious games helpen je dus om een oefening buiten goed te kunnen uitvoeren.’

Huzaar der eerste klasse Sander Dijkhuizen, schutter bij het

tweede peloton, werkt voor het eerst met Steel Beasts. De be-

sturing was volgens hem wel even wennen: “In de tank zelf is

het veel makkelijker om aan te richten. Nu zit je met je muis

over het scherm heen en weer te bewegen en zijn de schakelaars

vervangen door knoppen op je toetsenbord. Daardoor moet je

van te voren goed doornemen waar wat zit, anders gaat het

fout.’ Dijkhuizen vindt het spel best realistisch, maar toch kan

er niks tegen het oefenen in een echte tank op. ‘Het spel lijkt

wel op de werkelijkheid, maar je mist toch de geluiden om je

heen. Het laden hoor je wel, maar het geluid van de tracks niet.

Dat mis je wel.’

TACTISDe games zijn de goedkoopste manier om in een virtuele wereld te oefenen. TACTIS (Tactische Indoor Simulator) biedt straks nog meer oefenmogelijkheden in de virtuele wereld. Dit simulatiesysteem zal naar verwachting eind 2009 operationeel zijn en is bedoeld voor de training van manoeuvre-eenheden tot op compagniesniveau. Niet alleen het tactische optreden en schiettechnieken kunnen straks hier getraind worden, deelnemers worden dan ook geconfronteerd met de eigenaardigheden van een specifiek missiegebied. ‘We kunnen alles nabootsen’, zegt Marco Welleman van het Simulatiecentrum Landoptre-den. ‘Het gedrag van de burgerbevolking, een agressiever wordende tegenstander, drassig terrein, beperkingen door heuvels of maanlicht, plotselinge opstanden op straat.’

LeermomentenVolgens Welleman is een tweede kracht van TACTIS dat grote groepen leerlingen hun computer kunnen gebrui-ken en dat er dus heel veel leermomenten tegelijkertijd gecreëerd kunnen worden. Tijdens een patrouille is een groepscommandant met heel andere zaken bezig dan de bestuurder van bijvoorbeeld een YPR. Terwijl de comman-dant wordt getraind op zijn beslismomenten, het uitvoe-ren van verkenningen, contactleggen met andere voertuig-

DE CHAUFFEURS MOETEN IN DE DESDEMONA MET HUN ZINTUIGEN KUNNEN ERVAREN WAT HET EFFECT IS VAN BIJVOORBEELD SNELHEID OF EEN ONGELUK.

HET MEEST LAAGDREMPELIGE VOORBEELD VAN SIMULATIE IS DE ZOGEHETEN SERIOUS GAME, EEN COMPUTERSPEL WAARBIJ MILITAIREN GETRAIND WORDEN IN HET TACTISCH OPTREDEN.

LANDMACHT MEI 2008

Page 13: 'Landmacht nr. 3, mei 2008' PDF document

13

DE DESDEMONA HEEFT TALLOZE BEWEGINGSMOGELIJKHEDEN EN IS IN STAAT ZINTUIGEN TE FOPPEN.

DESDEMONAOok om erachter te komen waar een nieuw te ko-pen voertuig toe in staat is, wordt tegenwoordig veel gebruik gemaakt van simulatie. Overste Jan Klomp van het SEC: ‘De voertuigen die Defensie aankoopt, moeten vaak in barre omstandigheden nog steeds operationeel zijn. Het is daarom belangrijk om pre-cies te weten waar een voertuig toe in staat is. Het is immers levensgevaarlijk om daar stapsgewijs in het veld achter te moeten komen.’Niet alleen de voertuigen moeten worden uitgepro-beerd, ook de chauffeurs moeten met hun zintuigen kunnen ervaren wat het effect is van bijvoorbeeld steile bergen, snelheid of ongelukken. Om bewegingen en zintuiglijke waarneming te kunnen simuleren, ontwikkelde TNO in samenwer-king met de Oostenrijkse firma Amst Systematik de DESDEMONA (Desoriëntatie Demonstrator Amst). Dit technische hoogstandje is in staat situaties na te bootsen waarbij gevlogen, gereden of gevaren wordt. De simulator heeft talloze bewegingsmoge-lijkheden en is in staat zintuigen te foppen. ‘Van de DESDEMONA kunnen we krijgsmachtbreed onze vruchten plukken. Er staan hierbij twee onderzoeks-vragen centraal; wat voor simulator heb ik nodig om leerdoelen te halen? En wat zijn de grenzen van het voertuig? Als we deze kennis hebben voordat we be-ginnen met de verwerving van middelen, kunnen we exacte eisen stellen aan het simulatieprogramma van de fabrikant. Door de nieuwe DESDEMONA van TNO krijgen we dus eigen expertise op het gebied van bewegingssimulatie’, legt overste Klomp uit.

commandanten en het aansturen van de gevechtskracht van zijn groep, kan een bestuurder van de YPR zijn weg proberen te banen door drassig terrein. Niet alleen de virtuele wereld zorgt voor een goede trai-ning. Ook de binnenkant van de voertuigen wordt in TAC-TIS straks zo nagebootst dat de omgeving waarin getraind wordt, waarheidsgetrouw is. Zo ogen de simulatoren van de Leopard 2A6 en straks ook de CV90 exact hetzelfde als de besturingscabine van de echte wapensystemen.Op dit moment wordt op de Bernhardkazerne in Amers-foort druk gewerkt aan het TACTIS-gebouw dat nog dit jaar zal worden opgeleverd. Een groot deel van de TACTIS simulatoren komt in dit gebouw te staan en een deel van de simulatoren is mobiel en kan dus worden meegeno-men tijdens oefeningen.

Wachtmeester Tim Kraus, tankcommandant bij het Tweede

Peloton, vindt de uitgebreide evaluaties die plaatsvinden

na een actie een groot pluspunt. ‘Vandaag zijn we erachter

gekomen dat de onderlinge communicatie tussen de com-

mandanten niet altijd even goed verloopt. Nu kunnen we

daar gelijk over discussiëren en verbeteringen aanbrengen.’

Sommige mannen in zijn peloton hebben nog nooit eerder

met Steel Beasts gewerkt waardoor de sfeer eerst nogal la-

cherig is. Kraus: ‘Omdat het toch een computerspel blijft,

wordt vooral in het begin niet altijd serieus mee omgegaan.

Maar naarmate ze het langer doen, weten ze wat ze eruit

kunnen halen.’

DE LEOPARD 2 SIMULATOR OOGT EXACT HETZELFDE ALS DE BESTURINGSCABINE VAN HET ECHTE WAPENSYSTEEM

13

Page 14: 'Landmacht nr. 3, mei 2008' PDF document

LANDMACHT MEI 2008

11 Tankbataljon

WAPENFEITEN

GESCHIEDENISHet Regiment Huzaren van Sytzama zet

de traditie voort van het in 1814 opgeheven

Franse 14e Régiment de Cuirassiers. Deze

was in 1810 voortgekomen uit het 2e Regi-

ment Kurassiers, dat toen na de inlijving

van ons land bij Frankrijk opging in het Na-

poleontische leger. Toen eind 1813 de Franse

overheersing ten einde liep, wilde de latere

koning Willem I een strijdmacht bijeen-

brengen om de herwonnen zelfstandigheid

te verdedigen. Daarom werden jonkheer

W.F. Boreel en J.G. baron van Sytzama door

hem aangezocht om ieder een cavaleriere-

giment op te richten. De door Van Sytzama

geformeerde eenheid onderscheidde zich in

1815 in de slag bij Waterloo door een charge

uit te voeren op de ruiterij van Napoleon.

Tijdens deze strijd leed het regiment zware

verliezen.

In 1867 ontstonden bij een reorganisatie

van de cavalerie vier gelijksoortige huza-

renregimenten. Het 1e Regiment Huzaren

(1 RH) vormde de voortzetting van de een-

heid die in 1814 door Van Sytzama was op-

gericht.

In de strijd tegen de Duitsers in mei 1940

onderscheidde 1 RH zich tijdens de ge-

vechten bij het dorp Voorthuizen. Elk jaar

worden op de tweede dinsdag in mei de ge-

sneuvelden herdacht bij het in Voorthuizen

opgerichte monument.

In 1950 werd bepaald dat de nummerre-

gimenten zouden worden vervangen door

naamregimenten. Zo nam op 1 oktober

1951 het Regiment Huzaren van Sytzama

de plaats in van 1 R.H. In 1953 werden 41,

42 en 43 Eskadron Zware Tanks opgericht

en ingedeeld bij de Infanteriegevechts-

groepen. Deze eskadrons werden in 1957

samengebracht in 11 Tankbataljon, welke

op 6 januari 1958 officieel in Oirschot werd

opgericht. Het bataljon viert in mei zijn vijf-

tigste verjaardag.

Landmacht brengt elk nummer een eenheid onder de aan-

dacht in de rubriek ‘Eenheid in Beeld’. In deze allereerste

aflevering is het de beurt aan 11 Tankbataljon Regiment

Huzaren van Sytzama (11 Tankbat RHvS) uit Oirschot. Het

bataljon viert dit jaar haar vijftigjarig bestaan.

Een tankbataljon is veelzijdig en breed inzetbaar. Dat blijkt wel uit de diverse missies

waarbij het bataljon de afgelopen jaren is ingezet: IFOR I, SFOR III, SFOR X, SFOR

XIV. Hierbij werden de tanks ontplooid in voormalig Joegoslavië. In Afghanistan

worden de huzaren momenteel ingezet bij onder andere het PRT en de Battlegroup.

REGIMENT HUZAREN VAN SYTZAMA

LANDMACHT MEI 2008

Huidige bataljonscommandant en tevens regimentscommandant:

Luitenant-kolonel Gaspard Fiévez

Huidige bataljonsadjudant en tevens regimentsadjudant:

Adjudant André Koot

Page 15: 'Landmacht nr. 3, mei 2008' PDF document

15

Ritmeester Martijn Koolen

Stafofficier Operatiën Sectie S3

‘Ik ben begonnen als

pelotonscommandant bij

42 Tankbataljon in Havelte.

Niets ten nadele van die

club, maar je merkt toch ver-

schillen tussen het noorden

en het zuiden van het land.

Hier in het zuiden tussen de tanks voel ik mij op

mijn plek. Als tanker ben je heel flexibel; mensen

uit ons bataljon vind je bijvoorbeeld ook in het PRT,

in een verkenningspeloton of bij de OMLT (Opera-

tional Mentoring Liasion Team). Doordat wij zoveel

taken hebben, kost dat soms extra tijd en energie.

We zijn veel op oefening en daardoor vaak van huis.

Dat hoort er nou eenmaal bij. 11 Tankbataljon is een

professionele eenheid met uitstekend personeel.’

TRADITIES

LIEDEREN EN GEBRUIKENSytzama LiedWij zijn huzaren genaamd Sytzama

Blijven trouw aan het Standaard van het Re-

giment

Officier, Korporaal, allemaal,

Kameraadschap is voor ons het ideaal

Met de tanks rijden wij door het land

Radioverbinding met de commandant

Nederland, Uw vrijheid is voor ons het hoog-

ste goed

Daarom strijden wij zoals het moet

STANDAARDEN EN EMBLEMENHoewel in de loop der jaren de standaard zijn betekenis als veldteken

- als verzamelpunt voor de strijdende troepen - verloren heeft, is de

waarde ervan behouden gebleven. Nog steeds is de standaard het

symbool van verbondenheid met vorst en vaderland en het zichtbare

bewijs van vertrouwen dat het staatshoofd in het onderdeel stelt.

Op de voorzijde van de standaard van RHvS staat: Waterloo 1815,

Regiment Huzaren van Sytzama. Op de keerzijde staat het Nederlandse

wapen met de twee leeuwen. Het huidige exemplaar is uitgereikt op

10 september 1954 door Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Bernhard

aan de toenmalige commandant van het Regiment, luitenant-kolonel

J.H.W. Nix.

Op het embleem van 11 Tankbataljon staat de beschermheilige St.

George (Joris die de draak doodt.

Dé traditie bij 11 Tankbat RHvS is Joris de Bok, die zijn

eigen plekje op de dierenweide in Oirschot heeft. De

huzaren van 11 Tankbat zorgen goed voor hem en bij

belangrijke gebeurtenissen is hij erbij. De steenbok als

traditie ontleent het bataljon aan het familiewapen van

de majoor Leichleitner, die als eerste commandant van

het regiment het veld in trok.

BATALJON AAN HET WOORD

Wachtmeester der eerste klasse Franco Rombouts

Stafonderofficier gevechtsinlichtingen Sectie S2

‘In 1996 begon ik bij 11 Tank-

bataljon en sinds die tijd heb ik

verschillende functies bekleed.

Wat mij zo aanspreekt aan dit

bataljon is het Bourgondische.

Je zit hier echt in het zuiden: er

hangt sfeer, het is gezellig, er

wordt hard gewerkt en er is een sterke onderlinge ver-

bondenheid. Ik ga binnenkort waarschijnlijk weg, maar

zou op den duur graag terug willen komen!’

Korporaal Dana Kroon

Gewondenverzorgster, B-eskadron

‘Ik ben als tanker begon-

nen en daarna doorge-

schoven naar de functie

van gewondenverzorgster.

Werken bij het tankbatal-

jon bevalt me nog steeds

erg goed. Het is gezel-

lig en iedereen helpt elkaar. Als vrouw ben je in

de minderheid, maar ik heb daar absoluut geen

moeite mee. Het is juist gezellig met al die man-

nen, ik ben gewoon één van hen, en zo word ik

ook behandeld.’

STANDPLAATS EN TAKEN11 Tankbat RHvS is een gevechtseenheid

die deel uitmaakt van 13 Gemechaniseerde

Brigade. De cavaleristen van 11 Tankbat

leveren met hun Leopard 2A6 tanks de

noodzakelijke stootkracht voor de brigade.

Met deze moderne gevechtstanks kunnen

ze dag en nacht en onder alle weersom-

standigheden optreden. Zij kunnen zelf-

standig gevechtsacties uitvoeren, maar

doen dit meestal in samenwerking met

de infanterie, genie en artillerie. Tevens

is het personeel in staat om uitgestegen

en te voet op te treden. Het bataljon is ge-

legerd op de Generaal-majoor De Ruyter

van Steveninck Kazerne in Oirschot.

‘DOOR HET JUISTE TE DOEN, VREEST GIJ NIEMAND’

15

Page 16: 'Landmacht nr. 3, mei 2008' PDF document

LANDMACHT MEI 2008

Op de Landmachtdagen in Oirschot worden

de meest innovatieve ontwikkeling in basebe-

veiliging tentoongesteld. Op een demoterrein

wordt die vergeleken met de beveiligingsmid-

delen uit de tijd van de missie in Libanon. Er

is een terreindeel ingericht uit begin jaren

tachtig, met concertina’s en boogtenten.

Daarnaast is een mini-compound anno 2008

opgesteld, met bijvoorbeeld een kleine Ops-

tent en een toegangspartij met roadblock.

LANDMACHTDAGEN:

Basebeveiliging, toen en nu

BASEBEVE IL IG ING

In een risicovol missiegebied is een veilige

thuishaven essentieel. Een hoge muur

rondom een compound, een wachtpost

ervoor en een rij uitgerolde concertina’s

volstaan dan allang niet meer. De manier

waarop de landmacht bases bouwt, is in de

loop der jaren aan grondige veranderingen

onderhevig geweest. Uitgekiende innovaties

beschermen de militairen op Nederlandse

bases voor moderne wapens en bij elk mo-

gelijk dreigingniveau.

Onze thuishaven in Uruzgan, Kamp

Holland, is opgebouwd met de nieuwste

materialen die de genie ter beschikking

heeft. Het maakt de compound zo goed als

mogelijk beveiligd tegen bedreigingen van

buitenaf. ‘Die beveiligingsgraad heeft alles

Kamp Holland in Tarin Kowt

is een van de veiligste en

modernste compounds in

Afghanistan. De genisten van

de landmacht blijven ondanks

dat continu op zoek naar

innovaties in basebeveiliging

en -constructie.

Veilige thuishaven in risicogebieden

te maken met de dreigingsanalyse

die de MIVD voor de regio heeft

gemaakt’, legt eerste-luitenant Patrick

Bendijk, hoofd vakgroep bouwkunde

van geniewerken bij 101 Genieba-

taljon in Wezep, uit. ‘In andere,

veiligere regio’s, volstaat vaak een

eenvoudiger constructie.’

MaquetteUit operationele veiligheidsredenen

kan niet te diep worden ingegaan op

de details van de beveiligingsmid-

delen. Bendijk wil wel kwijt dat ‘Voor

Kamp Holland erg goed rekening is

gehouden met de persoonlijke veilig-

heid van onze medewerkers.’

Hoewel Kamp Holland dus een

voorbeeld is van een zo veilig mo-

gelijke compound, is het daarmee

niet meteen een standaard maquette

voor een basis in een ander uitzend-

gebied in de toekomst. Elke basis

wordt immers op maat ontworpen en

gebouwd. Geen kampement wordt

zomaar in een woestijn opgetrokken.

‘De genie is altijd haar middelen aan

het doorontwikkelen’, vertelt kapitein

Monique van Leeuwen, verbonden

aan het Kenniscentrum van de OTC-

Genie in Vught. ‘Steeds als er nieuwe

wapensystemen bij komen, moeten

wij weer iets bedenken om er iets

tegen te doen. We kijken dan eerst

naar de middelen die we al hebben.

Daarbij wordt eigenlijk vaak gewoon

het principe gehanteerd ‘hoe dik

moet een muur zijn om dit wapen

tegen te houden?’ ‘De wereld staat

niet stil’ vult luitenant Bendijk aan.

‘Wij dus ook niet.’

HTDAGEN:

Landmachtdagen

31 mei en 1 juni

Oirschot

Page 17: 'Landmacht nr. 3, mei 2008' PDF document

17

IngangNiemand komt zomaar door de poort van een compound.

Bij de ingang is een grondige ingangscontrolepost

ingericht. Kapitein Van Leeuwen: ‘De nieuwste vorm van

controleposten wordt tijdens de huidige missie voor het

eerst gebruikt. Daar is veel onderzoekaan vooraf gegaan.’

Die bestaat uit diverse barrières, een ingegraven roadblock

en voertuig- en persoonsdoorzoekingsplaatsen.

HESCODe moderne zandzak heet in de volksmond HESCO

(officieel: Bastion Defence Wall) en beschermt een

compound van buitenaf tegen explosieven en andere

bedreigingen. HESCO’s zijn grote textiel zakken

met een metalen gaasconstructie. Die zakken, in

verschillende formaten, worden gevuld met zand of

steenslag en worden geplaatst rondom een basis en

langs legeringcontainers.

PantserwachttorenEen andere, innovatieve manier om de

pantsercontainer te gebruiken, is als

karkas voor de wachttoren bij de base-

ingang. De container is in feite verbouwd

en recht omhoog opgezet. De wachtpost

is extra goed versterkt. Luitenant Bendijk:

‘De container steekt zes meter de lucht in,

waar de wacht veilig uitzicht kan hou-

den op het gebied.’ Andere wachtposten

OP-HOOG zijn gebouwd op een nieuw

soort steigermateriaal. Dat materiaal is

uitermate geschikt tegen RPG-dreiging en

andersoortige explosies.

‘De genie is altijd haar middelen aan het doorontwikkelen’

ContainersIn veilige gebieden slapen, werken en eten militairen in boogtenten. In risicovoller

gebieden worden echter speciale containers geplaatst. Deze kunnen worden gekoppeld

tot chalets, zijn waar nodig gepantserd en beschermen zodoende tegen explosiegevaar.

De Feldlagers, de officiële benaming van de alombekende FAB, worden gebruikt voor

legering en het grootste gedeelte van de kantoorruimte. Ze zijn niet standaard gepant-

serd, maar kunnen wel additioneel worden voorzien van een stalen wand. Dan zijn er de

modulaire Feldlagers, die redelijk grote ruimtes kunnen vormen als ze worden gekop-

peld. Ze worden vaak gebruikt om briefing- of grote werkruimtes te bouwen. Beide typen

zijn bestand tegen de blast van explosies en verder beveiligd met HESCO’s.

De Ops-rooms, eetzalen, fitnessruimtes en Echo’s worden gehuisvest in pantsercontai-

ners. Die zijn extra beveiligd door grote platen pantserstaal. Kapitein Van Leeuwen: ‘We

hebben de afgelopen jaren heel veel materiaal ontwikkeld, beproefd en aangeschaft. Voor

de missie in Uruzgan worden die innovatieve materialen voor het eerst grootschalig

gebruikt.’

Page 18: 'Landmacht nr. 3, mei 2008' PDF document

LANDMACHT MEI 2008

Van Soesterberg naar Tarin Kowt

De logistieke opvoerlijn tijdens

de missie in Afghanistan is een

traject met de nodige obstakels.

Hoe komt het dat materieel

soms pas weken of maanden

na aanvraag op de juiste plek

arriveert? De belangrijkste oor-

zaken op rij.

Onherbergzaam ‘Uruzgan verschilt zó van de gebieden waar de krijgsmacht

voorheen actief is geweest’, vertelt luitenant-kolonel Peter Gielen, hoofd G4 Staf

CLAS (Operationele Logistiek en Verplaatsingen). ‘Het gebied ligt zesduizend ki-

lometer hier vandaan en is niet te vergelijken met bijvoorbeeld Bosnië, waar veel

materieel over de weg naar toe wordt getransporteerd, of met Irak, dat via de zee

te bereiken is. Uruzgan ligt midden in de bergen, er is nauwelijks infrastructuur

en de weersomstandigheden zijn extreem. Vliegtuigen kunnen hierdoor soms niet

landen, voertuigen komen vast te zitten in de modder, noem maar op.’

Schakels De condities in het onherbergzame Afghanistan zijn slechts een van de

vele uitdagingen in de complexe logistieke keten. Die keten begint in Nederland,

waar de aanvragen voor materieel binnenkomen (zie schema pag. 21). Gielen: ‘De

logistieke bevoorradingsketen is zo sterk als de zwakste schakel. Er hoeft maar bij

één schakel iets mis te gaan en je hebt een probleem. Het is al vaker benadrukt,

maar logistiek is ontzettend belangrijk.’

Werkwijze Het logistiek personeel is georganiseerd in het Joint Support De-

tachement (JSD) en het Logistic Support Detachement (LSD). Het JSD opereert

vanuit de basis Kandahar Airfield (KAF), voor een klein deel vanuit Kabul Interna-

tional Airport en sinds kort ook vanuit Kamp Mirage, Al Minhad in de Verenigde

Arabische Emiraten (VAE), de eerste tussenstop voor personeel op weg naar Uruz-

gan. In het JSD is zowel landmacht- als luchtmachtpersoneel vertegenwoordigd.

Zij maken de verdeelslag voor de goederen die naar de Air Taske Force (ATF) op

Kandahar, Kamp Holland in Tarin Kowt en Kamp Hadrian in Deh Rawod moeten.

De paarse samenstelling van het JSD is een pluspunt, maar volgens Gielen tege-

lijkertijd ook een punt van aandacht. ‘Tussen de werkwijzen van de KL en de KLu

bestaan nou eenmaal verschillen. Denk alleen al aan de verschillende begrippen

en afkortingen en de verschillende beheerssystemen die gebruikt worden. Dat kan

misverstanden en dus vertraging opleveren. De samenwerking gaat steeds beter,

maar daar is wederzijds begrip en tijd voor nodig.’

DE LOGISTIEKE KETEN IN KAART

Page 19: 'Landmacht nr. 3, mei 2008' PDF document

19

naar Tarin Kowt

24/7 Het in Tarin Kowt ondergebrachte LSD is een landmachteenheid en heeft

dezelfde taken als het JSD, maar dan voor de eenheden bij de kampen in Tarin Kowt

en Deh Rawod. Op beide locaties vindt overslag, registratie, (tijdelijke) opslag en ver-

strekking van materieel plaats. ‘Maar in Nederland werken we geen zeven dagen in

de week’, geeft Gielen aan. ‘De situational awareness is in het uitzendgebied heel an-

ders. Daar gaat het werk continu - 24 uur per dag, zeven dagen in de week - door. In

het uitzendgebied kijken ze dan wel eens raar op als ze in het weekend niemand in

Nederland kunnen bereiken. Een materieelaanvraag die op vrijdag is gefaxt, wordt

op zijn vroegst maandag bekeken. Dan zijn we alweer drie dagen verder.’

Levertijden In het meest gunstige geval kan aangevraagd materieel binnen drie

weken op de plaats van bestemming zijn. In een minder gunstig geval kan het we-

ken of soms maanden duren. De assen voor Patria’s bijvoorbeeld, hebben een le-

vertijd van maar liefst acht maanden. Ook onderdelen voor de Bushmaster kunnen

lang op zich laten wachten. Het bestellen van MB-onderdelen levert daarentegen

juist nauwelijks problemen op. Hoe komt dat? ‘Twee belangrijke aspecten’, legt Gie-

len uit. ‘Ten eerste: is het materieel aanwezig? Als het niet op voorraad is, moet

het besteld worden en daar zijn soms lange levertijden aan verbonden. Sommige

artikelen raken snel op. Het verbruik van munitie bijvoorbeeld, wat sowieso een

lange levertijd heeft, is de afgelopen periode sterk gestegen. Als een hele voorraad

munitie verschoten is, duurt het even voor dit weer is opgevoerd. Ten tweede: heb-

ben we het materieel zelf, of komt het van derden? Onderdelen van de Bushmaster

bijvoorbeeld, komen uit Australië via de Defensie Materieel Organisatie (DMO) in

Nederland voordat ze naar Afghanistan gaan, terwijl we onderdelen van de MB in

eigen beheer hebben. Bepaalde ladingen, zoals medicijnen en bloed, hebben overi-

gens altijd voorrang en moeten in principe binnen 72 uur op hun eindbestemming

in Afghanistan zijn. Ook post heeft prioriteit, en gaat daarom desnoods via civiele

lijnen.’

VOORBEELD (SNELLE) OPVOER: De Personal Role Radio

DE PERSONAL ROLE RADIO (PRR) IS EEN

VERBINDINGSMIDDEL (EEN RADIO) WAAR-

MEE EEN GROEP ONDERLING KAN COM-

MUNICEREN. DEZE SINGLE SWITCH PRR

HEEFT EEN BEPERKT BEREIK. DE DUAL

SWITCH PRR DAARENTEGEN KAN WOR-

DEN AANGESLOTEN OP EEN FM 9000,

EEN GEAVANCEERD VERBINDINGSMIDDEL,

WAARMEE HET BEREIK AANZIENLIJK KAN

WORDEN VERGROOT.

DE PRR – HET WOORD ZEGT HET AL

– IS EEN PERSOONLIJK UITRUSTINGSSTUK

DAT VAN GROOT BELANG IS BIJ HET UIT-

GESTEGEN OPTREDEN IN AFGHANISTAN:

ZOALS VOOR DE COMMANDOVOERING

MET EEN BEPERKT ZICHTCONTACT BIJ PA-

TROUILLES, HET REAL TIME INFORMATIE

DELEN OF OPTIMALE COMMUNICATIE BIJ

GEVECHTSHANDELINGEN. OMDAT STEEDS

MEER EENHEDEN GEBRUIK VAN DE PRR

MAKEN, EN OMDAT MATERIEEL IN AFGHA-

NISTAN IN HOGE MATE ONDERHEVIG IS AAN

SLIJTAGE ZIJN EIND 2007 VIA EEN VER-

SNELD WERVINGSTRAJECT – FAST TRACK

PROCUREMENT – 400 STUKS PRR GE-

KOCHT VOOR DE MISSIE IN AFGHANISTAN.

DE INMIDDELS BINNENGEKOMEN PRR’S

ZIJN VIA DE LOGISTIEKE LIJN (ZIE SCHEMA)

NAAR URUZGAN VERSTUURD EN DAAR AL

IN GEBRUIK.

DAARNAAST ZIJN CIRCA 3500 – ZO-

WEL SINGLE SWITCH ALS DUAL SWITCH

– PRR’S, INCLUSIEF RESERVEDELEN ALS

ANTENNES EN HEADSETS, AANGESCHAFT

VOOR DE EENHEDEN IN NEDERLAND DIE

AAN HET OPWERKEN ZIJN VOOR DE MISSIE

IN AFGHANISTAN.

Page 20: 'Landmacht nr. 3, mei 2008' PDF document

LANDMACHT MEI 2008

Aanbestedingsregels Ook kleding en schoenen zijn veel

aangevraagde, maar niet altijd snel geleverde artikelen. Gie-

len: ‘Voor infanteristen waren 700 paar kisten aangevraagd,

omdat zij zich op ondergrond verplaatsen waarvoor speciaal

schoeisel geen overbodige luxe is. De schoenen bleken erg

populair. Ook militairen die niet buiten de poort komen en

militairen in Nederland bestelden de schoenen. Binnen de

kortste keren was het KPU-bedrijf door haar voorraad heen.

Daarnaast kleden we meer mensen, zoals werkbezoekers,

compleet in deserttenue en met kisten. Dat was niet hele-

maal in de planning meegenomen. Iedere commandant

bestelt het liefst alles voor zijn mannen en vrouwen. Maar

zoveel spullen zijn er niet. En ze zijn, als de voorraad op is,

ook niet zo snel aan te kopen. Het KPU-bedrijf heeft bijvoor-

beeld te maken met de Europese aanbestedingsregels.’

Zeevervoer De logistieke keten naar Afghanistan loopt

zowel door de lucht, over water als over de weg. Luchtvervoer

krijgt de voorkeur omdat dit de snelste manier is, maar het

is tegelijkertijd ook het meest kostbaar. Soms wordt echter,

vanwege de kosten maar ook vanwege de hoeveelheid en het

soort materieel, gekozen voor zeevervoer. Schepen worden

dan beladen in de haven van Rotterdam of Antwerpen en ko-

men aan in Pakistan. Vanaf daar gaat de vracht over de weg.

Gielen: ‘De reis van Soesterberg naar Kandahar duurt al 36

dagen. Dat is exclusief de aanvraagperiode en de reis van

Kandahar naar verder gelegen gebieden. De terugreis duurt

nog langer, minimaal 55 dagen, omdat de opmaak van docu-

mentatie voor douane en dergelijke in Afghanistan meer tijd

kost. Voor zeetransport wordt daarom zo min mogelijk ge-

kozen en eigenlijk alleen als het om materieel gaat dat even

gemist kan worden.’

Vliegbeperkingen Maar ook luchttransport kent be-

perkingen. Luchttransport is afhankelijk van het weer, de

beschikking over voldoende toestellen, en de wet- en regel-

geving in andere landen waar naar toe gevlogen wordt of

waarvan de vlieger het luchtruim passeert. Daarnaast kost

het aanvragen van een vliegtuig bij de Defensie Verkeers en

Vervoers Organisatie (DVVO) tien werkdagen extra, omdat

ten aanzien van bepaalde artikelen zoals gevaarlijke stof-

fen, olie, smeermiddelen en munitie, het toestel pas aange-

vraagd kan worden als bekend is wat voor soort en hoeveel

vracht er meegaat. Dit is meestal pas bekend als het mate-

rieel daadwerkelijk in Soesterberg binnen is. De G4 onder-

zoekt momenteel mogelijkheden om dit te veranderen. ‘We

gaan proberen een trend in de opvoer van materieel in kaart

te brengen’, zegt Gielen. ‘Dat houdt in dat we onderzoeken

of bepaalde artikelen in bepaalde periodes of gedurende

bepaalde situaties meer worden aangevraagd, zodat we het

transport al eerder kunnen aanvragen. Als dat mogelijk is,

kan de levertijd worden verkort.’

Tracking & Tracing Om in de gaten te houden waar het

aangevraagde materieel zich in de logistieke keten bevindt,

maakt Defensie gebruik van het interim Defensie Tracking

& Tracingsysteem (iDT&T). Dit is een systeem dat verzon-

den artikelen opzoekt en volgt. Eigenlijk net als een postpak-

ketje waarvan je op internet volgt wat de ‘status’ is. ‘iDT&T

werkt steeds beter, maar toch vragen mensen zich nog vaak

of waar hun spullen zijn’, aldus Gielen. ‘De meest voorko-

mende problemen zijn het niet scannen van goederen, het

niet labelen van goederen, het ompakken van goederen zon-

der dit te registreren, het niet goed invoeren van gegevens,

gebrekkige communicatie tussen locaties, aanwezigheid van

oude labels en systeemfouten. In het missiegebied is niet te

zien waar de spullen zich bevinden als er in Nederland niet

goed ‘getrackt en getraced’ wordt. En dat geldt andersom na-

tuurlijk ook.’

Discipline ‘In feite kan het fout gaan bij elke schakel waar

mensen aan te pas komen. Niet het systeem, maar de mens

is vaak de failing factor. Discipline is daarom van belang.

Een voorbeeld: als formulieren in het Nederlands ingevuld

worden, zijn deze voor een Pakistaan in de haven Port Qua-

sim niet te begrijpen. Die legt de papieren opzij, met als

gevolg dat de goederen soms weken blijven staan. In lan-

den als Pakistan en Afghanistan verandert de regelgeving

bovendien nogal eens. Dat werkt ook niet bevorderend.’ De

overste besluit: ‘Het zijn ogenschijnlijk kleine dingen, die

echter wel het traject tot stilstand kunnen brengen. Kennis,

ervaring en discipline moeten aanwezig zijn bij elke schakel

in de logistieke opvoerlijn.’

‘Discipline is een vereiste in het logistieke traject’

LANDMACHT MEI 2008

Page 21: 'Landmacht nr. 3, mei 2008' PDF document

21

‘Discipline is een vereistein het logistieke traject’

21

VERDERE MOGELIJKHEDEN - 310 MATLOGPEL

INDIEN HET MATERIEEL VIA EEN ANDERE WEG VERKREGEN KAN WORDEN, START HET

NORMALE TRAJECT NA LEVERING. WORDT HET MATERIEEL GELEVERD DOOR DMO, DAN

LOOPT DIT VIA HET AGB EN 310 NAAR EINDHOVEN EN VERVOLGENS AFGHANISTAN.

INDIEN LEVERING DOOR EEN MILITAIRE EENHEID, DAN WORDT HET VIA 310 AFGELEVERD

NAAR EINDHOVEN EN AFGHANISTAN.

NOOT: SOMMIGE ARTIKELEN, ZOALS BLOEDPRODUCTEN, WORDEN VANWEGE HUN

KWETSBAARHEID DIRECT VANUIT HET DEPOT AFGELEVERD OP EINDHOVEN.

AANVRAAG KLANT - ALGEMEEN GOEDEREN BEDRIJF (AGB)

DE ‘KLANT’ (EENHEID, INDIVIDUELE MILITAIR) DOET VANUIT HET MISSIEGEBIED EEN AAN-

VRAAG VOOR BEPAALD MATERIEEL BIJ HET ALGEMEEN GOEDEREN BEDRIJF (AGB). DIT

MOGEN ALLEEN GEAUTORISEERDE ARTIKELEN ZIJN. DEZE STAAN OP EEN LIJST STAAN VAN

GOEDGEKEURDE ARTIKELEN DIE NAAR HET MISSIEGEBIED GESTUURD KUNNEN EN MOGEN

WORDEN.

ALGEMEEN GOEDEREN BEDRIJF - JA, IN VOORRAAD OF NEE, NIET IN VOORRAAD

EEN VAN DE BELANGRIJKSTE VRAGEN IN DE LOGISTIEKE KETEN: IS HET MATERIEEL AAN-

WEZIG? DIT BEPAALT VOOR EEN GROOT DEEL DE TIJD DIE HET IN BESLAG NEEMT. IS HET

AANWEZIG, DAN KAN HET SNEL GAAN. INDIEN HET ZEER HOGE PRIORITEIT HEEFT, SOMS

ZELFS BINNEN EEN DAG. IS HET MATERIEEL NIET AANWEZIG EN MOET HET AANGEVRAAGD

WORDEN, DAN KAN HET LANG DUREN; WEKEN, SOMS MAANDEN.

JA - 310 MATLOGPEL

ALS HET MATERIEEL AANWEZIG IS, WORDT HET, MET ONDERSTEUNING VAN DVVO,

VAN HET AGB NAAR 310 MATERIEEL EN LOGISITIEK PELOTON IN SOESTERBERG GE-

BRACHT. DAAR WORDT HET VERDER KLAARGEMAAKT VOOR HET GEWENSTE TRANSPORT

(ZEE- OF LUCHTVERVOER).

310 MATLOGPEL - VLIEGBASIS EINDHOVEN

HET MATERIEEL WORDT OP HET GEWENSTE MOMENT NAAR VLIEGBASIS EINDHOVEN VER-

VOERD EN DAAR INGELADEN IN HET VLIEGTUIG.

KANDAHAR (KAF) - TARIN KOWT (TK)

VANAF KAF WORDT HET MATERIEEL NAAR TK OF ANDERE BESTEMMING GEVLOGEN

OF GEREDEN.

VLIEGBASIS EINDHOVEN - KANDAHAR (KAF)

HET MATERIEEL WORDT - ANDERS DAN PERSONEEL - RECHTSTREEKS NAAR KAF, OF

INDIEN MOGELIJK NAAR TK GEVLOGEN.

NEE - MELDING NAAR KLANT EN G4

ALS HET ARTIKEL NIET AANWEZIG IS, KRIJGT DE KLANT HIERVAN EEN MELDING. VER-

VOLGENS WORDT DOOR DE KLANT MELDING GEDAAN AAN SECTIE G4 / STAF CLAS

(OPERATIONELE LOGISTIEK EN VERPLAATSINGEN).

MELDING G4 - VERDERE MOGELIJKHEDEN

DE G4 ONDERZOEKT VERVOLGENS OF ER ANDERE MOGELIJKHEDEN ZIJN OM HET MA-

TERIEEL TOCH TE KUNNEN LEVEREN. BIJVOORBEELD VIA ANDERE KRIJGSMACHTDELEN

(D.T.V. J4 DOPS) OF CIVIELE BEDRIJVEN.

TARIN KOWT (TK) - DEH RAWOD (DR)

VANAF TK WORDT HET MATERIEEL VIA WEG- OF LUCHTTRANSPORT NAAR DR VER-

VOERD.

Aanvraag klant

Page 22: 'Landmacht nr. 3, mei 2008' PDF document

LANDMACHT MEI 2008

Het Uruzgan Medical Centre

Het Uruzgan Medical Centre is het militaire ziekenhuis op Kamp Hol-

land, ook wel aangeduid als Role-2 ‘Enhanced’. Dat betekent dat het

om een uitgebreide versie van dit type ziekenhuis gaat. De primaire taak

van de 55 medewerkers van de Role-2 is de verzorging van de ISAF-

militairen en andere coalitietroepen. Daarnaast zijn ze verantwoorde-

lijk voor de bevoorrading van de Role-1 in Deh Rawod (een medische

hulppost die voorziet in de eerstehulpverlening), en de afvoerploegen

van de verschillende eenheden. Een andere belangrijke taak van de

Role-2 is het leveren van noodhulp aan de plaatselijke bevolking. Het

merendeel van de traumapatiënten die worden behandeld is Afghaan:

gemiddeld vijftig per maand, waarvan een kwart kinderen.

De dagelijkse leiding van het hospitaal is in handen van de commandant

hospitaal, de Senior Nursing Officer en een Hoofd Inwendige Dienst.

Het personeel van het hospitaal bestaat voor het grootste gedeelte uit

militairen van 400 Geneeskundig Bataljon uit Ermelo. De ploeg wordt

aangevuld met een Nederlands- of een Australisch specialistenteam,

waar onder meer een chirurg, een intensive care verpleegkundige en

een anesthesist deel van uitmaken.

Het ziekenhuis heeft de volgende geneeskundige modules:

spoedeisende hulp (SEH) twee operatiekamers Intensive Care

Unit (operatiekamers en ICU zijn gebouwd in bunkers zodat operaties

altijd voortgezet kunnen worden) recovery verpleegafdeling met

veertien bedden fysiotherapie polikliniek huisarts tandarts

Verdere geneeskundige ondersteuning wordt verzorgd door:

de opname- en ontslagploeg het klinisch chemisch laborato-

rium de bloedbank radiologie en echografie sterilisatie de

bevoorrading geneeskundige dienstgoederen (Bevognkd) de apo-

theek het mortuarium de nutsgroep (draagt de verantwoordelijk

voor voldoende elektra en water) de geneeskundig instrumenta-

rium technicus (Gitter)

De Role-2 op Kamp Holland

Page 23: 'Landmacht nr. 3, mei 2008' PDF document

23

Het Uruzgan Medical Centre

KORPORAAL RUBEN (24 JAAR), PTLS’ER (PRIMARY TRAUMA LIFE SUPPORT) OP DE SPOEDEISENDE HULP. VOLGT OPLEIDING TOT VERZORGER INDIVIDUELE GEZONDHEIDSZORG ROLE-2, KAMP HOLLAND

‘Je leert hier enorm veel’

‘Op de Spoedeisende Hulp (SEH) weet

je nooit wat de ochtend-, avond- of

nachtshift zal brengen. Het is afwach-

ten tot een melding binnenkomt. Het

drukst hebben we het met de verzor-

ging van de lokale bevolking. Regel-

matig staan er Afghanen die medische

hulp nodig hebben aan de poort van

Kamp Holland.

Bij een spoedmelding haast een me-

disch team zich naar de poort. Daar

voert de arts een eerste check uit bij

de gewonde en bepaalt of deze moet

worden opgenomen. Laatst werd een

“spoedgeval” door iemand anders op

de rug binnengebracht. Veel Afghanen

moeten van ver komen, maar beschik-

ken niet over een vervoersmiddel.

Door die lange reistijd gaan wonden

ontsteken, waardoor de situatie alleen

maar erger wordt. Op de Spoedeisen-

de Hulp heb ik de functie van omloper

of van schrijver. Als omloper assisteer

ik de dienstdoende arts en verpleeg-

kundige. Ik bereid dan onder meer de

aanleg van infusen voor en help bij het

stelpen van bloedingen. Als schrijver

is het mijn taak om de status van een

patiënt, zoals bloeddruk en hartslag,

bij te houden.

De eerste week dat ik op de SEH aan

de slag ging, moest ik echt even scha-

kelen. De eerste patiënt die ik zag,

had een verwonding aan zijn voet als

gevolg van een explosie. Toen moest ik

even slikken. Maar gelijk daarna ging

ik aan het werk. Die mensen hebben

onze hulp immers nodig. Ik vind het

nog altijd moeilijk als er kinderen

worden binnengebracht. Zij zijn de

onschuldige slachtoffers van de oor-

log. Dat raakt mij nog meer dan het

leed van een volwassene.

Zwaar zijn ook de momenten wan-

neer je een zwaargewonde niet verder

meer kunt helpen. Laatst werd een

Afghaanse militair van de ANA (Af-

ghan National Army, red.) naar de

SEH gebracht met zwaar hersenletsel.

De verwondingen waren zo ernstig dat

behandeling niet meer mogelijk was.

Het idee dat je iemand niet meer kunt

helpen is loodzwaar. Gelukkig kunnen

we over dit soort situaties onderling

goed praten. We vormen een hecht

team. We bespreken iets net zolang tot

je het uit je hoofd kan zetten. Iedereen

houdt elkaar goed in de gaten.

Ik denk dat ik bij terugkomst in Ne-

derland weer even moet wennen. Je

kunt in Nederland nog zoveel oefe-

nen, het echte werk hier is eigenlijk

met niets te vergelijken. Maar je leert

zo wel enorm veel.’

De medewerkers van het Uruzgan Medisch

Centrum op Kamp Holland, de Role-2,

moeten stevig in hun schoenen staan. De

militairen zien dagelijks veel ellende voorbij

komen. Drie jonge “genezeriken” vertellen

over hun heftige maar ook dankbare taak

in Uruzgan. ‘Je moet er nuchter onder

blijven.’

Page 24: 'Landmacht nr. 3, mei 2008' PDF document

LANDMACHT MEI 2008

KORPORAAL DER EERSTE KLASSE ANOUK (24 JAAR), PTLS’ER EN VERZORGER INDIVIDUELE GEZOND-HEID (VIG), OP DE SPOEDEISENDE HULP, ROLE-2, KAMP HOLLAND

‘Soms krijg je

met absurdesituaties te maken’

‘We zien hier veel slachtoffers van

geweld. Daar zitten vaak kinderen bij.

Dat is een van de aspecten die dit werk

extra moeilijk maakt. Kinderen van

maar vijf of zes jaar oud waarvan een

arm of been moet worden geampu-

teerd. Onlangs nog werd een compleet

uitgedroogd baby’tje van zeven maan-

den binnengebracht. Die lege holle

blik in de ogen van het kindje was

echt choquerend. De ouders moesten

van ver uit de omgeving komen. Het

jongetje heeft het helaas niet gehaald.

Soms krijg je met absurde situaties te

maken. Er werd een twaalfjarig meisje

binnengebracht dat al veel te lang met

een acute blindedarmontsteking rond-

liep en daardoor een geperforeerde

darm had. De situatie was ernstig en

ze moest meteen onder het mes. Haar

moeder weigerde. Omdat de operatie

een litteken zou achterlaten vreesde

de moeder dat haar dochter niet meer

uitgehuwelijkt kon worden. Ze zag de

ernst van de situatie niet in en dacht

dat er wel een pilletje voor zou zijn.

Toen we vertelden dat haar dochter

absoluut geopereerd moest worden,

vertrokken ze weer, onder het mom

van Inshallah: “als Allah het wil komt

het goed”. Daar kunnen we verder

niets mee, je moet ze laten gaan. Twee

dagen later stonden ze opeens weer

aan de poort. De moeder had geluk-

kig ingezien dat opereren nodig was.

Ondanks de geslaagde operatie ging

het steeds slechter met haar, maar

blijkbaar heeft ze een enorme overle-

vingsdrang. Binnenkort kan ze naar

huis.

Je houdt dit werk alleen vol als je

elkaar goed in de gaten blijft houden;

er voor elkaar bent. Wanneer het even

teveel wordt, is er meestal wel iemand

die je aflost. Als ik bijvoorbeeld een

heftige dag als omloper heb gehad,

kan ik de volgende shift als schrijver

aan de slag. We maken hier allemaal

hetzelfde mee, waardoor we elkaar

goed begrijpen. Het is belangrijk alles

een plekje te geven. Bij het overlijden

van een patiënt kan het helpen om

een laatste keer te gaan kijken om het

af te sluiten.

Het klinkt misschien raar maar je

bouwt een bepaalde routine op. Je

raakt gewend aan de nare dingen.

Soms moet de knop even om, maar

daarna ga je aan de slag. Vaak doet het

verhaal van een persoon me meer dan

vreselijke wonden. Ik moest bijvoor-

beeld de jas van een man openknip-

pen om zijn verwondingen bloot te

leggen. Bleek het de enige jas te zijn

die de man bezat. Het is hier echt een

totaal andere wereld.’

LANDMACHT MEI 2008

Page 25: 'Landmacht nr. 3, mei 2008' PDF document

25

‘Ik zal waarschijnlijk nooit kunnen

wennen aan de geur van verwondin-

gen. Zeker als deze ontstoken zijn,

is het geen pretje. Eén keer heb ik

een wond moeten verzorgen waar de

maden in rondkropen. In Nederland

worden we natuurlijk goed opgeleid,

maar wat je hier soms tegenkomt is

met niets te vergelijken.

Ik houd me op de verpleegafdeling

van de Role-2 bezig met de verzorging

van de patiënten. Ik leg verbanden

aan, zorg voor de verschoning en geef

hun eten. Eigenlijk doen we hier alles

wat met de verzorging in en rond het

bed te maken heeft. Ik ben pas negen-

tien en daarmee de jongste collega op

de Role-2.

Je ziet soms de meest afschuwelijke

verwondingen voorbij komen. Armen

die nog voor de helft vast aan het li-

chaam zitten heb ik al een aantal keer

gezien. Veel amputaties. Daar moet je

professioneel mee om kunnen gaan.

De meeste mensen die wij verzorgen

spreken een andere taal. Om toch

duidelijk te maken wat we bedoelen,

gebruiken we een lijst met Afghaanse

woorden. Zo kunnen ze bijvoorbeeld

aangeven dat ze pijn hebben. Met

non-verbale communicatie kom je ook

een heel eind.

Wat mij telkens weer opvalt, is de

hoge pijngrens van de Afghanen. Ze

kunnen enorm veel verdragen, dat is

soms wonderbaarlijk. Typisch is ook

dat we meer mannen dan vrouwen

behandelen. Vrouwen mogen van hun

man vaak niet naar een ziekenhuis.

De mensen zijn ook hard van zichzelf.

Laatst werd er een kindje binnenge-

bracht met brandwonden aan de hand-

jes en voetjes. Het leek er verdacht

veel op dat het niet per ongeluk was

gebeurd. Je hebt vermoedens, maar

daar kun je verder niets mee.

De werkdruk is wisselend. Het kan

ineens erg druk zijn. Laatst hadden we

elf patiënten tegelijk. Voor een klein

ziekenhuis is dat veel. Dan ben ik

druk. Maar dat heb ik liever dan dat er

niets te doen is. Als het druk is gaat de

tijd sneller.

Ik kan goed met de nare kant van dit

werk omgaan. Je kunt je al die geval-

len niet persoonlijk aantrekken. Dan

krijg je een hele zware uitzending. Ik

probeer er nuchter onder te blijven.

Een groot voordeel van dit werk is

de waardering van de mensen die je

helpt. Ze zijn altijd erg blij met de

spullen die wij ze geven. Sommige

patiënten willen hier zelfs niet meer

weg.’

SOLDAAT DER EERSTE KLASSE DENISE (19 JAAR), PTLS’ER OP DE VERPLEEG-AFDELING ROLE-2, KAMP HOLLAND

‘Je moet er

nuchter onder blijven’

25

Page 26: 'Landmacht nr. 3, mei 2008' PDF document

LANDMACHT MEI 2008 LANDMACHT APRIL 2008 2008200820082008200820082008200820082008200820082008200820082008200820082008200820082008LANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHTTTTTTTTTTTTLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDLANDMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHMACHTTTTTTTTT APRIAPRIAPRIAPRIAPRIAPRIAPRIAPRIAPRIAPRIAPRIAPRIAPRIAPRIAPRIAPRIAPRIAPRIAPRIAPRIAPRILLLLMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEIMEI 2008200820082008200820082008200820082008200820082008200820082008200820082008200820082008200820082008200820082008200820082008200820082008200820082008200820082008200820082008200820082008200820082008200820082008200820082008200820082008200820082008200820082008200820082008200820082008200820082008200820082008200820082008200820082008200820082008200820082008200820082008200820082008200820082008200820082008200820082008200820082008200820082008200820082008200820082008200820082008200820082008200820082008200820082008200820082008

Page 27: 'Landmacht nr. 3, mei 2008' PDF document

27

Met de inzet in Afghanistan is de behoefte aan (individuele)

zorg en begeleiding voor het militaire personeel nog meer

gestegen. De keten van zorg en nazorg wordt gevormd door

vele instanties en betrokkenen, zoals het thuisfront, comman-

danten, artsen, geestelijk verzorgers (gv’ers), maatschappelijk

werkers, et cetera. Samen vormen deze “spelers” de zorgketen.

De zorg begint wanneer een militair wordt aangenomen en aan

zijn of haar opleiding begint en duurt voort tot en met de peri-

ode na actieve dienst, het veteraanschap.

‘Iedere speler in de zorgketen heeft het beste met de militair

voor, daar ben ik van overtuigd’, vertelt brigadegeneraal Henk

Jan Maijers, commandant Persco. ‘Maar in de keten gaan ook

dingen mis.’ Volgens Maijers, sinds december vorig jaar com-

mandant Persco, zijn taakverdeling en informatieoverdracht

hierbij de sleutelwoorden. ‘Het is niet altijd duidelijk wie welke

taak vervult. Soms gaat een functionaris een gesprek aan met

een militair, terwijl een andere speler in de keten dit eigenlijk

had moeten doen. Of het gebeurt andersom, dubbel, of hele-

maal niet. Ook komt het voor dat informatie over de situatie van

een militair niet terechtkomt bij volgende schakel in de keten,

bijvoorbeeld van het Sociaal Medisch Team (SMT) in het uit-

zendgebied naar het SMT van de eenheid in Nederland.’

Onder de noemer ‘Zorg in evenwicht. Blik op de zorgketen’

onderzoekt projectleider Paul van Selm van Persco waar zich in

de huidige zorgketen eventuele zwakke plekken bevinden. Hij

stelt vervolgens een advies op hoe de zorgketen inhoudelijk en

bestuurlijk kan worden verbeterd. Generaal Maijers: ‘Zonder op

het onderzoek vooruit te lopen, verwacht ik dat het zwaartepunt

voor verbeteringen zal liggen in de periode ná de uitzending.

Voor en tijdens de uitzending verloopt de zorg over het alge-

meen naar wens. Maar na de uitzending wordt een militair

weer individu. Informatie uit het uitzendgebied, waar zorgver-

leners in Nederland juist zo’n behoefte aan hebben, komt soms

niet of veel te laat aan.’

‘Wanneer het om mensen gaat, spreek ik niet graag over proto-

collen, maar in dit geval zijn ze wel nodig’, vervolgt Maijers. ‘Ta-

ken moeten vastgelegd worden, het moet duidelijk worden wie

wat doet. Het mag bijvoorbeeld niet zo zijn dat zorgverleners

elkaar in de wielen rijden, wanneer ze een militair bijstaan.

Ondanks dat beide partijen hun uiterste best doen, daar ligt

het niet aan. De afgelopen jaren is al veel vooruitgang geboekt,

maar zorg is zo’n belangrijk onderwerp; dat kan en moet nóg

beter.’

‘Zorg kan en moet nóg beter’

Personeel is het meest kostbare

bezit van de Koninklijke Landmacht.

Goede zorg voor de eigen werknemers

is daarmee van het grootste belang. Het

Personeelscommando (Persco) van de KL

gaat op zoek naar verbeterpunten in de

zorg vóór, tijdens en na uitzendingen.

27

Page 28: 'Landmacht nr. 3, mei 2008' PDF document

LANDMACHT MEI 2008

Militair personeel bevorderd

generaal-majoorJ.A.C. de Ruiter (gn),

kolonelH. Bouman (log ma), M. Nooijen (mjd), G.S. van der Voet (gn), M.H. Wijnen (gn)

luitenant-kolonelA.A. van der Bend (technische staf), T. de Boer (inf), R.W.C.R. Daalman (art), M. Groenewoud (log b&t), C.J.C.H. de Haan (cav), C.J.M. Haarselhorst Van Den Goorbergh (vbdd), W.J.P. de Kant (lua), M.R.C. van Ockenburg (art), M.W.A.M. Roelen (art), A.G.H.M. Schoonderbeek (gn), H.G.J. Steenbergen (log gnkd), L.F. Vingerhoed (log b&t)

majoorT.A.M. van den Berg (gn), A.J.H. Cremers (log b&t), M. Delfgou (inf), L. Delleman (inf), P.R. Gaspersz (inf), L.H. Hamers (inf), N.P.J. Hoogerwerf (vbdd), M. Öge (vbdd), C.J.M.L. van der Pluijm (vbdd), N.O. Roelen (cav), E.J.M. Roerdink (inf), A.J. Soons (log gnkd), R.A. Steijn (inf), D. Suurbeek (log td), J.H. van Tilborg (log b&t), P. Vissers (log gnkd), D. Zielman (lua)

kapitein / ritmeesterR.J. Aarten (art), M.A. Alderden (cav), R.N. But (log b&t), J.H. Dijkstra (vbdd), T. Dijkstra (log b&t), M.P. Doree (art), P.H.M. Koopmans (inf), J.J. van de Kreeke (log td), L.J.A. van Meer (gn), H.P. Nuijten (art), J. Overheul (art), R.D.C. Piket (log b&t), J. Schmidt (log ma), M. Spies (inf), A. Tolstra (log b&t), H.J. Veltink (log td), N. Verhoef (inf), K. Wezenberg (art), K.J. Zeldenrijk (inf)

eerste-luitenantT.J.G.M. van Beuningen (log td), R.J. Broekhof (log ma), H.V.J. Degen (log td), C.W. van Dooren (vbdd), J.W. Elsinga (log td), H.F.T.M. van den Ende (log ma), J.J. Euving (cav), P.F. Geway (cav), J.I.M. Grispen (inf), J.C. van Hoorn (gn), J.A. Lubberman (vbdd), R. van der Meer (cav), J. Sealiti (vbdd), R.W. Stolwijk (log ma), A.J.H. Wesselink (inf)

adjudantJ.J. Bloemendal (log b&t), A.L.S. Brouns (art), R. van Dantzig (lua), A.J. van Dijke (log td), C. van Donkersgoed (log b&t), J.H.C. van Hest (log td), R. van Laar (cav), G.J. Lodder (inf), H.J.A. Merks (log b&t), P.H.A. Moeskops (vbdd), J.B.M. Pluis (vbdd), H.B. Remy (inf), A. Roos (log b&t), J.W.F. van Sambeeck (inf), R.T. Schoppink (vbdd), R.P. Splinter (log b&t)

sergeant-majoor / opperwachtmeesterC.A.R. Amade (gn), S.D. Bekkema (art), R.J.W. Brons (log b&t), E.A. de Freitas (vbdd), J.A.E. Janssen (inf), B.S. Klas (log gnkd), D.P. Krul (log b&t), A. Mulder (log gnkd), M.R. Olthof (art), S.J. van der Roest (log td), P. Slingerland (log b&t), M. Smulders (gn), A.A.A. Szlanina (inf), F.J. van Tongeren (log td), J.D. Trenning (art), R. Vellekoop (inf)

sergeant der eerste klasse / wachtmeester der eerste klassseH. Afkir (vbdd), J. van Bergen (lo/sport), L.R. Bijl (vbdd), V. Boer (log td), B. Bouhtat (log ma), R. Broekman (vbdd), M.T.H. Broné (lo/sport), R. Bruijne (cav), S.R. van de Bunt (vbdd), A.S.E. Cruijsberg (vbdd), A.M.C.D. Droste (vbdd), H. van Elburg (lua), B.M.J.M. Ghijsen (cav), B.A.V. Gorter (cav), J.A. Hartog (lo/sport), B.L.H. Hoedemakers (log ma), J. Huijsers (vbdd), J. van IJzendoorn (log b&t), M.L.C. de Jong (vbdd), M. van Kesteren (lo/sport), R.A. Kuiper (lo/sport), N.M. Kwee (lua), K.J.A. Lamers (lo/sport), A.A. Lanting (cav), D. Lindt (cav), B. Lubbers (cav), V.O. Marsman (vbdd), G.J. Meijer (cav), A.P.A. Peeters (log td), F. Plaggenborg (lo/sport), E. Reiber (inf), M. de Ridder (log td), A.D. van Seters (log td), H. Smeets (log ma), R. Sprengers (vbdd), D. Vastenholt (log b&t), M. Weideman (log td), C.P. Wentink (cav), C. Wolf (inf)

sergeant / wachtmeesterC.T.U.A. van Schagen (inf)

korporaal der eerste klasseC.J. Aasman (inf), A. Al-Abbudi (art), M. van Alphen (cav), D. Andriessen (cav), L. Arrîghi (log gnkd), T.A. Baar (log b&t), P.H. Bakker (inf), T. Bangma (log b&t), R. Barrientos De Reus (inf), W.P. Beemster (log b&t), S. van den Berg (log gnkd), D. Binnendijk (log b&t), J.J. Blanken (log td), A. Bloemberg (inf), J. Bodelier (cav), H.J. Boersma (log gnkd), M. Bomer (log gnkd), E. Boon (log gnkd), T.H. Bracht (inf), D.J. van Breet (log gnkd), A.J.J. Brinkman (log gnkd), W. van den Broek (cav), R. Brons (log td), H. Brouwer (log gnkd), B. de Bruin (inf), R. de Bruin (inf), J. Buis (log gnkd), W. Burghgraef (log td), M.L.J. Claessen (log ma), D.E. Cordilia (log b&t), M.J.M.H. van Daalen (inf), J. Diender (inf), W.G. van Dijk (log gnkd), K.M.W. Dirks (cav), M.K. Don (vbdd), L. Donkers (log gnkd), G. van Dooren (art), P. Duijf (log b&t), F. Eleveld (log b&t), J.R. van Es (gn), D.J.H. Frencken (log b&t), G. Gemmel (log b&t), D.W.P. Gerrits (log gnkd), J.G. Gerritsen (log gnkd), B.J. de Graaff (inf), S. Grijpstra (log td), J. Groot (inf), G.J. de Gruijter (inf), J.R. de Haas (vbdd), R. Hack (inf), J.S. Hagen (log b&t), R. Hallmann (vbdd), M. Hanneman (inf), R. Hazen (log gnkd), J. Heddes (log td), M. Henneke (log td), M. Heule (gn), D. Hiemstra (gn), N. Hollerman (log b&t), T.A.G. Hoppenbrouwers (log gnkd), R. van Houten (cav), J.B. Hoving (inf), J.A. Huijser (log td), H.A.B. Huisman (art), B. Huitema (cav), K. Jacobs (log td), W. de Jager (cav), M. Jansen (inf), M.P.F. Jansen (inf), I. Janssen (log gnkd), R. Janssen (log b&t), A.A.R. Keijzer (log b&t), M.S. Kerdijk (log b&t), R. Kerstholt (log ma), A. Khairouni (log b&t), M.F.M. Kievith (inf), S. Kleijn (inf), M.L. Kloosterman (inf), V.S. Kluvers (inf), R.M.M.E. Koens (art), M. van Kooten (inf), C. Kootstra (cav), R. Kortsmit (cav), O. Kruijssen (vbdd), J. van der Laan (log td), S.B. Laus (art), A.H. Leeuw (gn), E.W. van ’t Leven (log gnkd), Y. Lodder (log b&t), R.A.M. Luijten (inf), P. van der Mark (cav), R.A.M. Martens (inf), J. van de Meer (log gnkd), R. Meijer (gn), P.F. Meijs (art), B. Middelkoop (inf), B. Mink (inf), A. Moed (log td), M. Mooijman (inf), D. Mulder (inf), B.L. Nijdam (inf), K. Norbart (inf), P.T.M. Olsthoorn (gn), R. Oosterik (log gnkd), N.J.F. van Orsouw (inf), C.F.J.A. van Oursouw (inf), J. Out (inf), J. F. Panneflek (log td), Y. Peeperkoorn (cav), R.N. Peeters (inf), M.B. Pijl (log td), M.J.F. van de Pol (log b&t), R. Pruisscher (vbdd), R. Raciti (log td), J.A. Ramkhelawan (log ma), D. Reintjes (log gnkd), H. Rietveld (gn), P.J. Roelandschap (log gnkd), J. Roelofs (inf), J. Roelofs (gn), B. Rokebrand (log td), M. Rolff (log td), J.M.J. Roox (log gnkd), D. Rotman (inf), J.K.A. Sanderse (inf), J.E. Schaufeli (cav), J.R. Schenk (cav), T. Scheringa (inf), M.E.G. Schoffelen (log b&t), M. Schul (log b&t), F.H.C. Schuller (cav), D.R. Schuur (log gnkd), P.J. Serne (art), E.R.C. Simon (inf), P.V. Smeets (vbdd), J.P. Smit (cav), N. Smits (inf), J. Smoorenburg (log gnkd), M. van Soelen (art), M. Somsen (gn), D. Spaans (log gnkd), W.J. van der Spek (gn), R. Spoor (log gnkd), J. Sprokkereef (art), K.J.B. Starmans (log gnkd), P. van der Stege (inf), D. Straten (cav), D.D. Strijk (inf), P.G.C. Swiebel (inf), M. van Swigchem (inf), R.L.D. Taihuttu (log ma), J. Terpstra (cav), M. Timmer (inf), B. Tromp (log b&t), M.H. Ursem (log gnkd), R. Vaartjes (gn), P.A.M. Verhagen (inf), D. Verhulst (cav), R.A.C. Vermaas (inf), E. Vierwind (log gnkd), W.J. Vink (inf), S.H.E. de Vlam (inf), M. van Wakeren (log td), M. van der Wal (inf), F. Walinga (log gnkd), R. van Waveren (inf), M. Weijer (inf), G. Wespel (log td), A. Westrik (inf), J. van Willigen (log gnkd), R.J. Winkel (cav), R.J.G. Winklaar (log gnkd), T.G.H.F. Wismans (inf), D.A.C.J. Wouters (inf), D.P. Zevenbergen (log gnkd), M.A.G. van der Zanden (inf), R.A.T. Zijsveld (inf), A. Zwiers (inf)

Actieve dienst verlaten

generaal-majoorA.C.J. Besselink (technische staf)

brigadegeneraalL.R. Knol (log b&t)

kolonelG. Bikker (gv), M.H.J.Q. Holland (art), D.A. Ligtenstein (log gnkd), P.M.C. Winckelmolen (art)

luitenant-kolonelJ. Beuckens (log ma), A.J. Derksen (inf), R.W.B. Guit (inf), M.J.J. Jansen (cav), F. Luiting (vbdd), A. Regtien (ts), G.J.F. Smoorenburg (log b&t), H.J.M. Vanherle (vbdd)

majoorR.G.L. Francissen (gn), R.W.P. van der Heijden (mpsd), P. Hordijk (inf), P.C. de Jong (gn), A.P.C. Kuin (log gnkd), R.E. de Nas (gn), R.P. Offerman (log b&t), C. Ommeren (log b&t), F.A. Smits (vbdd), C.J. Verhoog (inf), A.L. Vogels (log gnkd), H.M.W. Vromen (art)

kapitein / ritmeesterI.G. Ankone (art), M. Boer (art), G.J.A. de Guijtenaere (inf), J.C.M. Granneman (log gnkd), G. Krijgsman (log td), M.W. Leeuwen (cav), B.A.J. Manders (lo&s), R.J. Markslag (art), C.S. de Smit (vbdd), A.J. Stinis (inf), H.J. Teunissen (log ma), J.E.B. Veenvliet (log b&t), J.P.M. van de Ven (gn), P. van Vliet (log b&t)

eerste-luitenantR. Eversdijk (inf), J.A.R. Jacobs (log gnkd), K.F.A. van der Kort (art), K. Tiemessen (log ma)

adjudantR.H. Bernard (lo&s), P. Brouwer (log td), T.G. Buijs (art), P.W.G. Dierx (art), A. de Haan (log td), J.W. Hoenselaar (log b&t), F.J. Klinkenberg (lo&s), F.L. Legierse (log b&t), M.R. Molenbroek (log td), R. Mutters (art), S.S. Ottema (log b&t), J. Pol (cav), H.J.A. Raaijmakers (art), E.G.B. Rijntjes (log b&t), R.E. Rookus (vbdd), J.P.P. Schrader (gnkd), C.J.A. Vader (log b&t), J. van Wette (inf), IJ. Zuiderveld (log gnkd)

sergeant-majoor / opperwachtmeesterP. den Braber (log gnkd), R.K. van der Geest (gn), G.L.A. de Haas (log td), P.P.H.J. Hawinkels (log gnkd), R. Heijnen (inf), P.H. Kuijer (vbdd), F. Ludin (inf), A. Oostrom (inf), J.K. Stam (cav), J. Verzijl (inf), J.J.G.H.L.M. Vrosch (log td)

sergeant der eerste klasse / wachtmeester der eerste klasseC.P.A. van Andel (gnkd), S.P. Bark (inf), M. Bolman (log b&t), V.A. Botter (lo/sport), M.H.C. Busman (log td), E.R. Clijdesdale (art), Y. Colenbrander (log b&t), W. den Exter (gn), J.J.J. de Haan (log b&t), L.O. Hannema (log b&t), G.A.L.M. van Heeswijk (log b&t), M. Heun (art), J.R. Jandroep (inf), A. Karperien (cav), H.W. de Kort (log b&t), H.J. Magnée (log gnkd), S.R. Malipaard (vbdd), A.P. Maranus (inf), T.H.N. van der Meer (cav), F.E.J. Pont (cav), J. Quint (inf), V.K.M. Sarioa (vbdd), J.W.M. Sillekens (gn), M. Slot (Log gnkd), M. Vaane (lua), R.S. Vennema (log td), W.J. van der Wal (log gnkd), J.C. Walbroek (gn)

sergeant / wachtmeesterJ.F. Bokma (cav), A. van den Bosch (inf), R.M.S. van Essen (gn), E.T. van Houten (inf), I. de Jong (log td), J.C. Noorlander (gn), I. Noteboom (vbdd), D.P.G. Schellekens (inf), M. Staal (inf), IJ. Straub (gn), W. de Vries (log gnkd), F.C.M. Wagemakers (log b&t), K.M. Wezer (log b&t)

korporaal der eerste klasseK. Abbink (log b&t), D.F.J.M. Avermaete (gnkd), M.J. Balster (gnkd), B.E. Beckers (log td), T.E.M.C. Benedictus (cav), L. Bentvelzen (log td), R.A.M. van den Berk (log td), V. Bicak (log b&t),

Page 29: 'Landmacht nr. 3, mei 2008' PDF document

29

De gegevens zijn onttrokken aan PeopleSoft. Indien een mutatie niet correct is dient u contact op te nemen met uw eigen P-dienst.

Mutaties burgerpersoneel bevorderd

Schaal 12M.B.C. FieltSchaal 11F.H. HilgenSchaal 9C.M. den Daas, T.A.R. TwaalfhovenSchaal 8H. Buter, A. GroeneveldSchaal 7J.W.H. Denekamp, J.C.J. van Rooij-JagersSchaal 6A. Aharram, W. BouwmeesterSchaal 5H.G.F.M. van Bergen, J.H.J. van de Sande, M.H. Surenbroek, J.H.M. Winters, G.C.J. WittenbergSchaal 4G.G. Grein, H. Jansen

Reünies (1)

Ook uw reünie op deze pagina?

P.W. Strik, P.J.J. Aalders, P.M. Benschop, J.C. van Hout, G.J. Hoving, A.L. van Uden, A.H.J. Coolen, H.A.G. Falkenberg, F.A. Wilkens, H.P. Meyer, G.M.W. Plettenberg, H.J.H. Steskens, A.B.M. Zijlstra, H.F.W.L. Allertz, R.A.M. Bogdanowicz, W.M. Kroon, P.M.A.J. Savelkouls, P.J. Jochems, L.J. Lem, H.J.M. Mager, F. Parfant, M.C.J.T. Splinter, P.W.J. Vluggen, H.W. Arends, G.M. Balzouman, H.W.J. Habets, J.G.C. Hijstek, P.C. Meesters, A. Niemantsverdriet, G.H.P.A. Pelsers, L.E. Roelandt, F.H.T. Straat, C.J. van der Veer, M.L. Verburg-Koers, W.A.J. Vosselman, E.A.B. van de Wiel, E.C.J. Beurze, W.J.C. Bruurs, A.H.G. Janssen, R. Ordelman, S. Pherai, R. Spits, F. de Wit, M.P.D. Dijkmans, L.A.H. Karstenberg, J.J.M. van Lubeck, G. Nijboer, N.M. Ophelders, R. Ponit-van den Dorp Walraven, J. Spierings, J.M. Verkoijen, E. Muller, M.E.O. Peters, M. Heijboer, R.J. Siegel, C.I. Dalenberg, M.C. Kappert, J. Andringa, A.A. Boere, F.W.H. Hel-lenbrand, J.G. Nap, J.A. Vugts, G.C. Wulms, G. van Bijsteren

Mutaties burgerpersoneel dienst verlaten

T.A.M. van Bijnen (inf), P. Blokker (log b&t), H. Blom (vbdd), R.N. Boekee (log alg), E.V. Boers (log b&t), B. Bol (vbdd), R.H. Bongers (log b&t), R. Both (lua), T. Botter (inf), M.T. Bouman (log b&t), R.M.H. Breebaart (log alg), M. Brocktter (vbdd), T.H.A. ten Broeke (log b&t), J. Buijck (gn), H.J. Bulthuis (gnkd), F. Buurma (log td), J. van Dijk (vbdd), T. van Dijk (inf), A.J. Dijkhuizen (inf), R.A. Dijkstra (gn), H.J.D. Dorand (inf), M.J. van Dulmen (log td), D.W.M. Eijkemans (lua), S. van der Eijken (log b&t), J.M Engelen (vbdd), N.P.A. van Engelen (cav), K.T.P. Franssen (vbdd), S.D. Gastkemper (log gnkd), J.J. Gerrits (gn), D. de Greeuw (log b&t), E. Groenhof (log b&t), T.A. de Groot (gn), H.H. van Grootheest (lua), J. de Haas (lua), M. Halfman (log b&t), D.G.R. Hartgers (log td), W. Hartog (log gnkd), B. Heller (cav), J.G.H. Herman (log b&t), R. Heutmekers (log b&t), H. Hoekstra (cav), L. Hoekstra (vbdd), L.R.E. van Hooff (vbdd), R. Huybrechts-Koster (log ma), J.J. Jansen (inf), P.C.A. Janssen (log td), M.J. Joosen (inf), J.M. van der Kallen (log b&t), H. Kel (log b&t), I. Keltjens (log gnkd), B. Kl?ters (log td), S.M. Koedooder (log td), W. Kok (log gnkd), K.J. Kooistra (gn), M. Kools (cav), P.L.M. Koomen (cav), D.E.N.C. Koopmans (inf), J.J.W. Koster (gn), K.J. Leentjes (log b&t), C.D.D.V. van Lit (inf), R. de Looff (vbdd), M. van der Made (inf), M.A.W.H. Marijnissen (cav), S. Medved (gn), D.G.M.M. Meijer (inf), M. Mellée (log td), D. Meurs (log td), K.O. Milechkin (vbdd), J.J. Modderkolk (log b&t), T.D.V. Mooij (inf), D.A.E. Mouchart (vbdd), K.P.A. Murphy-Rutjes (log b&t), G. Nijdam (log b&t), G.J.C. van Olst (log b&t), P. Olsthoorn (log b&t), J.A. van Ommeren (gnkd), B.A.T. Oomen (inf), G. Pel (inf), J.N. Pengel (inf), W.J. Peperkamp (log b&t), B. Peters (inf), R. Pikaar (log td), B.C. Pinkse (inf), R. Poleij (log b&t), D. Prokowski (cav), S.J. de Puijker (log b&t), R.R. van de Rhee (log b&t), R. de Ridder (art), R. Riebeek (gn), M. Rinkema (gn), T. de Roode (cav), W. Rosbergen (gn), C.W. Ruarus (art), M. Schumacher (log td), R. Schuurman (log b&t), C.S. Smit (log b&t), D.C.B. Spijkers (log td), J.L.K. Spoelstra (art), R.J. van Staveren (inf), H. Terheggen (inf), J.M. Tentua (inf), R. Tieman (gn), H. Tienstra (gn), O.V. Tiethof (art), J. Valstar (inf), W. Veenvliet (gnkd), T.B.J. Vleeskruyer (gnkd), W.M. de Vos (log td), D.A.X. Vuik (log td), A. Waanders (vbdd), L.L.F.P. Wagemakers (gnkd), M. van der Wal (cav), F.F. van Wanrooij (gn), D.A.M. Wetzelaer (inf), M. van Wezel (inf), W.B. Wiebes (log b&t), R.M.T. Willems (inf), S. Wustefeld (gn), R. Zaal (log td), A.H. Zomer (log ma), T. Zuiderveld (vbdd)

Om er zeker van te zijn dat zoveel moge-lijk (oud-)collega’s naar de reünie van uw (voormalige) eenheid komen, is het ver-standig om de bijeenkomst Landmacht-breed aan te kondigen. Dat kan door een oproepje te sturen naar de redactie van het blad Landmacht.

Stuur een berichtje met informatie als datum, tijdstip, locatie en gegevens waar deelnemers zich voor de reünie kunnen aanmelden naar: [email protected]. Of stuur een briefje naar:

Staf CLAS, sectie CommunicatieT.a.v. Redactie LandmachtAankondiging reünieMPC 55APostbus 900043509 AA Utrecht

50 jaar 42 BLJ

Datum: vrijdag 30 mei voor oud-leden uit de periode 1958-1994 en zondag 1 juni voor oud-leden/veteranen uit de periode 1994-2007Locatie: De Ruyter van Steveninckkazerne, OirschotOpgave: www.limburgsejagers.nl of se-cretaris SRLJ, Wienkeskoel 94, 6074 HH Melick.Vermeld rang, naam, voorletters, adres, compagnie en liplg/periode.Kosten: €10 per reünist (echtgenote/part-ner/begeleider is welkom), op rekening 1423 59 696 t.n.v. Stichting Regiment LJ te Melick, met toevoeging van naam, voor-letters, adres en liplg.

Reünie leden redactieraad‘de Onderofficier’

Datum: 11 december 2008Locatie: KMS te WeertOpgave: Voor uiterlijk 1 juni. Onder ver-melding van ‘Reünie de Onderofficier’ naam, adresgegevens en telefoonnummer doorgeven aan de Reüniecommissie, P/A Aoo G.J.M. Houterman, Korps Militaire Administratie, Dumoulinkazerne, Ant-woordnummer 5006, 3769 ZJ Soester-berg. Tel.: 033-4219003. e-mail: [email protected]: Alle oud-redactieleden zijn uitgenodigd ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van het blad ‘de Onderof-ficier’

Veteranen Vereniging Grenadiers&Jagers

Datum: 6 juni 2008Locatie: Oranje Kazerne te SchaarsbergenInformatie en aanmelden: www.gardere-gimentgrenadiersenjagers.nl ofschriftelijk naar Sectie 1 van 11 Infbat Aaslt GGJ/Oranje Kazerne/Clemens van Maasdijklaan 5/6816TW Arnhemo.v.v. naam/aantal deelnemers/adres en telnr/uitzendverleden.

De VVGJ nodigt haar leden en alle vetera-nen die hebben gediend bij de Grenadiers en/of Jagers uit voor een samenkomst en herdenkingsplechrigheid op de Oranje Kazerne te Schaarsbergen. Er is een pen-deldienst station Arnhem-Oranje Kazerne vv.

Reünie 4-10 R.I.

Datum: vrijdag 29 augustus 2008Locatie: Legerplaats Harskamp te Hars-kampInformatie: Abe Agema, Boedijnhof 205, 1628 SJ Hoorn. Tel.: 0229-242798.

Reünie KMS lichting 73-03 “Na 35 jaar terug naar de basis”.

Datum: 3 september 2008Locatie: KMS WeertInschrijven bij kapitein Nijs: [email protected]. Tel 033-4219307Het programma wordt afgesloten met een borrel en een BBQ.Bij opgave vermelden welk peloton en welk wapen/dienstvak. Inschrijving t/m 20 juni 2008.

Meer reünies op pagina 31.

Omgekomen tijdens missie† Soldaat der eerste klasse M. Schouwink, geplaatst bij TFU / 45 Painfbat† Eerste-luitenant D. van Uhm, geplaatst bij TFU / 45 Painfbat

Page 30: 'Landmacht nr. 3, mei 2008' PDF document

LANDMACHT MEI 2008

Redactieraad:

Deze foto is genomen op 30 november 2003 tijdens een Bezinningsreis naar Sarajevo, tijdens SFOR 15. Een paar keer per rotatie ging een groep vanuit Banja Luka naar Sarajevo. Op de weg ernaartoe en in Sarajevo zelf werd dan stilgestaan bij het recente verleden van Bosnië en de Nederlandse bijdrage vanaf de UNPROFOR-periode tot en met SFOR 15. Vandaar dat we ook in Knezevo zijn geweest die dag, op de locatie van het oude Nederlandse kamp daar. Toen we doorreden kwamen we dit prachtige uitzicht tegen over de vallei ten zuiden van Knezevo. Het was die dag koud en er hing lage bewolking, waar we in Knezevo dus ver boven zaten.

Kapitein (b.d.) Sander de Bruin, Hoofd Interne Controle SFOR 15, 1(NL) Contco/SFOR

photoshoot

Deze foto is genomen op 30 november 2003 tijdens een Bezinningsreis naar Sarajevo, tijdens SFOR 15 Een paar keer per

Heb je ook een leuke, mooie of spannende foto

gemaakt tijdens een oefening, uitzending of op

de kazerne? Stuur deze op naar de redactie van

Landmacht, voorzien van achtergrondinformatie

zoals waar en wanneer de foto is genomen, welke

eenheid of personen te zien zijn en waarom de foto

zo bijzonder is. De foto moet voldoende resolutie

hebben, bij voorkeur 1 MB of meer, vanwege de

afdrukkwaliteit.

De foto, bij voorkeur, mailen naar: redactieland-

[email protected]

Postadres:

Staf CLAS, sectie Communicatie

T.a.v. redactie Landmacht / Photoshoot

MPC 55A

Postbus 90004

3509 AA Utrecht

Geplaatste inzendingen worden beloond met een

Victorinox Multi Tool!

Oproep photoshootVoor ideeën en opmerkingen over het blad Landmacht kunt u

terecht bij de leden van de redactieraad:

200 B&T : smi Erik Vriens *06 530 68232

45 Painfbat : aooi Douwe Bruinsma *06 533 78058

Colua : kap Arjen Nijkamp *06 678 81703

Staf CLAS : maj Tjeerd Dijkstra *06 573 73259

ISK Harskamp : aooi Paul Fontein *06 538 54212

KCT : kap Marcel Krul *06 589 58021

KMS : aoo Leo Wijntjes *06 578 62660

Korps Natres : elnt (r) Fred Warmer *06 573 73107

OTCMan : maj Jeff Rutten *06 500 61731

Persco : kap Ad Duimel *06 580 7632

Artillerie : kap Corné van den Berg *06 549 65754

DIVI : aooi Ruud Slangen *06 678 81402

11 Luchtmobiele Brigade : maj Peter Grotens *06 564 32374

101 GSB : aoo (R) Roel van Essen *06 573 71735

Is uw eenheid nog niet vertegenwoordigd in de redactieraad en

praat u graag eens in de twee maanden mee over de inhoud van

het blad? Neem dan contact op met de redactie van Landmacht:

[email protected]

Page 31: 'Landmacht nr. 3, mei 2008' PDF document

31

De redactie van Landmacht verwelkomt ingezonden brieven, van maximaal 150 woorden. De redactie behoudt zich het recht voor brieven te weigeren en te redigeren. Opsturen naar: [email protected].

HerdenkingenIndië Monument Tilburg

Datum: zaterdag 31 mei 2008Locatie: Parochiekerk St. Jozef aan de Heu-vel te TilburgAanmeldingen: Alleen nodig voor groe-pen met vaandel. G.A.J. de Vet, Hugo Ver-riestraat 97, 5044 PJ Tilburg, 013 4632113, [email protected]; of P.C.J. Knegtel, Spoorlaan 2, 5017 JS Tilburg, [email protected]: De kerk is geopend om 10.00 uur, de herdenkingsdienst vangt aan om 11.00 uur. Na de dienst wordt er een krans gelegd bij het Indië Monument aan de Gerard van Swietenstraat. Voor mensen die slecht ter been zijn is een pendelbus beschikbaar

Herdenking bij Provinciaal Indië-Monument

Datum: 3 juni 2008Tijdstip: 14:30 – 15:30Locatie: Begraafplaats Selwerderhof, Ie-penlaan 204 te GroningenInlichtingen: G. Tigchelaar, Siersteenlaan 468-41, 9743 ES Groningen, tel: 050-5775818 ofE.K. Hansen, Van Loghemstraat 18, 9731 BM Groningen, tel: 050-8503837Bijzonderheden: De Stichting Indië-Monu-ment Groningen en het Overlegorgaan Ve-teranen Groningen houden haar jaarlijkse herdenking bij het Provinciaal Indië-Mo-nument, ter nagedachtenis van personen uit de provincie Groningen die in Neder-lands Indië en Nieuw-Guinea in de periode 1945 – 1962 zijn omgekomen.

12 Paluabt/Luverdbt

Datum: donderdag 19 juni houdt 12 Palu-abt/Luverdbt een reünie voor alle kaderle-den die vanaf de oprichting tot heden bij 12 Paluabt/Luverdbt gediend hebben.Opgave: Wilt u deelnemen aan deze reünie of meer informatie ontvangen, dan kunt u contact opnemen met: Aooi Henk Moshagen: 0493-592202 (MDTN *06-494-2202)Aooi Herry Schotpoort: 0493-592510 (MDTN *06-494-2510)Of via email: [email protected]

A-5-Veld De Rokende Vulkaan

Datum: 8 augustus 2008Locatie: Mess Remonte Kampenement Nieuw-MilligenInformatie: L.P.LegierseJan van Arkelstraat 193132 VL VlaardingenTel: 010-4340780

Draaginsigne Gewonden

Hierbij wil ik mijn dank uitbrengen voor de duidelijke uitleg betreffende het Draaginsigne Gewonden in het blad Landmacht, nr.2 2008.Mijn zoon maakte als groepscommandant ook deel uit van de patrouille in Deh Rawod die op 10 juli 2007 getroffen werd door een zelf-moordaanslag, waarbij de luitenant Tom Krist gedood werd en hijzelf en een aantal van zijn maatjes onder wie Jaaike, Rahmon en Bas ge-wond raakten.

Bij de uitreiking van de herinneringsmedaille in de Brabanthallen kregen zij ook het Draag-insigne Gewonden opgespeld. Op die dag wa-ren dat voor mijzelf gemengde gevoelens, aan de ene kant trots dat “het clubje” extra onder de aandacht werd gebracht voor het offer dat zij gebracht hadden maar aan de andere kant verdorie dat dit heeft moeten gebeuren.

Restte mij de vraag: moet je nu trots zijn dat je zo’n insigne opgespeld krijgt? Ik zag dit eerst niet als een stuk waardering van de Ne-derlandse regering of van Defensie waarop ik een schrijven gericht heb aan minister-presi-dent Balkenende en minister van Defensie Van Middelkoop. Dit om alle overleden en gewonde militairen tijdens een uitzending namens de Nederlandse regering, (postuum) te eren met een koninklijke onderscheiding als teken van erkenning, dank en waardering voor hun per-soonlijke inzet en het brengen van het grote offer.

Hierover kreeg ik kort voor het verschijnen van het blad Landmacht een schriftelijke reactie na-mens de minister-president van minister van Middelkoop, waarin op een duidelijke manier al enige uitleg gegeven werd over het draagin-signe en de herinneringsmedaille.

Uw stuk in het blad Landmacht heeft bij mij dan ook alle twijfel weggenomen die ik over het draaginsigne had. Ik zie het nu ook als een blijk van nationale waardering, erkentelijkheid en respect aan de betrokken militairen. Want dat is wat ik heb voor alle militairen die op uit-zending gaan, diep respect!

C.M.A. Gijsberts

Ingezonden brieven

Dankbetuiging

Bij deze willen wij, de familie Ra-vesteijn, nogmaals onze dank uitspre-ken aan iedereen die bij de begrafenis van Dave Ravesteijn, onze vriend, zoon, broer, schoonzoon en collega, aanwezig was.Voor ons was het een enorme steun en troost om te zien hoeveel vrienden en collega’s Dave de laatste eer wilden be-wijzen. Na zijn begrafenis hebben wij zeer veel telefoontjes, kaarten, bloemen en sms-berichten mogen ontvangen van zijn collega’s, waarvoor onze dank. Deze steunbetuigingen hebben ervoor gezorgd dat het voor ons iets draaglijker werd om het grote verlies van Dave te accepteren.

Ook een speciaal woord van dank aan majoor Zeggelaar voor de ontzettend mooie woorden tijdens de uitvaart. De ceremonie heeft ertoe bijgedragen dat niemand van ons deze uitvaart ooit zal vergeten. Mede door de grote opkomst van jullie, zijn collega’s, was het voor velen een speciaal moment.

Namens de familie wil ik nogmaals onze dank uitspreken aan eenieder die hieraan zijn steentje heeft bijgedragen en voor de goede (na)zorg en betrokken-heid na het overlijden van onze Dave.

Hennie en Nettie RavesteijnRoger Ravesteijn (broer van Dave)

Anita Franssen-RavesteijnZoë en Bo Ravesteijn

Reünies (2)

Reünie Charlie “Tijger” compagnie 11 Infanteriebataljon Air Assault GGJ

Datum: donderdag 12 juni 2008Voor ontvangst uitnodiging, mail: [email protected] onder vermelding van naam en adres-gegevens, of bel sergeant-majoor van der Schoot: 026-3532820.Informatie: www.charlietijger.nl.

Page 32: 'Landmacht nr. 3, mei 2008' PDF document

Naam: Ben de BruijnFunctie: KleermakerOnderdeel: KPU

‘Ik maak alles wat met naald en draad te maken is. Van jasjes en broeken, tot capes en gordijnen. Laatst kreeg ik de opdracht voor een pianohoes, voor over de piano op de KMA.’ Kleermaker Ben de Bruijn, werkzaam op de Trip van Zoudtlandkazerne in Breda, komt uit een echte kleermakersfamilie. Zijn vader beoefende het ambacht ook. De Bruijn kwam in 1966 als dienstplichtige bij de Landmacht en is er nooit meer weggegaan. ‘In die tijd waren er wel vijftien kleermakers in het leger, allemaal militair. Nu zijn er nog maar een paar over, als burger. Vooral de herenkleermakers verdwijnen’, vertelt hij met een treurig gezicht, terwijl hij het rangonderscheidingste-ken van een commando op een DT-jasje stikt. ‘Het blijft bijzonder om mensen te kle-den. Het is dankbaar werk en je hebt veel persoonlijk contact. Ik heb in al die jaren honderden, misschien wel duizenden, cadetten en militairen voorbij zien komen.’

Waar genomen