Landmacht nr. 1, februari 2006

14
Landmacht Landmacht Naam: Sergant Majoor Peter Peeters Onderdeel: Personeelscommando Functie: plaagdierenbestrijder Kakkerlakken, muizen, muggen, wespen en spinnen. De dieren waarvoor veel mensen wegrennen, daar rent plaagdierenbestrijder Peter Peeters van de Bestrijdingsdesk juist naar toe. ‘De Bestrijdingsdesk is er om te voorkomen dat een plaagdier een dierplaag wordt. Met drie man pakken we de plaagdieren krijgsmachtbreed aan. Wat voor dieren we waar bestrijden, hangt vaak samen met seizoen, locatie en krijgsmachtdeel. Zo heeft de Marine vaker last van ratten doordat deze zich bij water begeven. Andere knaagdieren zoeken warme plek- ken op tijdens de winter en blijkbaar is de militaire kazerne een ideaal verblijf. In de zomer daarentegen, vormen de nesten van mieren en wespen het grootste probleem. Naast de bestrijding, lichten we militairen ook voor over bijvoorbeeld lokale plaagdieren in uitzendgebieden. Hierbij kun je denken aan het zandvliegje in Afghanistan. We geven ook adviezen bijvoorbeeld in de vorm van onderhoud- stips. Zo kunnen we de commandant van een kazerne vertellen welke onder- houdsmaatregelen hij moet treffen om het bezoek van plaagdieren tegen te houden.’ Peeters is nu een jaar werkzaam bij de Bestrijdingsdesk en het bevalt hem prima. ‘Iedereen is blij met je. Met dit beroep schiet je mensen altijd te hulp en dat maakt de taak erg dankbaar. Je komt overal en werkt ook veel tijdens uitzend- ingen. Ik vind die beesten niet eng of vies al moet ik wel zeggen dat ik tijdens een etentje in een restaurant de kans niet laat schieten om een kijkje in de keuken te ne- men om te zien wat er rondrent. Verve- lendste dier? Dat moet de kakkerlak zijn. Eigenlijk zijn dat de schoonste plaagdie- ren, maar tijdens mijn opleiding moest ik een kilo kakkerlakken verzorgen terwijl ik ze eigenlijk gewoon dood wilde hebben. Ik heb ze toen stiekem in de vriezer ges- topt, maar de taaie beestjes bleken bijna niet kapot te krijgen’. Waar genomen Barrières tegen bloedzuigers Koudweertraining in Noorwegen Het paarse gevoel van generaal Berlijn Pakistan in beeld vierde jaargang nummer 1, februari 2006

Transcript of Landmacht nr. 1, februari 2006

Page 1: Landmacht nr. 1, februari 2006

LandmachtLandmachtNaam: Sergant Majoor Peter PeetersOnderdeel: PersoneelscommandoFunctie: plaagdierenbestrijder

Kakkerlakken, muizen, muggen, wespen en spinnen. De dieren waarvoor veel mensen wegrennen, daar rent plaagdierenbestrijder Peter Peeters van de Bestrijdingsdesk juist naar toe. ‘De Bestrijdingsdesk is er om te voorkomen dat een plaagdier een dierplaag wordt. Met drie man pakken we de plaagdieren krijgsmachtbreed aan. Wat voor dieren we waar bestrijden, hangt vaak samen met seizoen, locatie en krijgsmachtdeel. Zo heeft de Marine vaker last van ratten doordat deze zich bij water begeven. Andere knaagdieren zoeken warme plek-ken op tijdens de winter en blijkbaar is de militaire kazerne een ideaal verblijf. In de zomer daarentegen, vormen de nesten van mieren en wespen het grootste probleem. Naast de bestrijding, lichten we militairen ook voor over bijvoorbeeld lokale plaagdieren in uitzendgebieden. Hierbij kun je denken aan het zandvliegje in Afghanistan. We geven ook adviezen bijvoorbeeld in de vorm van onderhoud-stips. Zo kunnen we de commandant van een kazerne vertellen welke onder-houdsmaatregelen hij moet treffen om het bezoek van plaagdieren tegen te houden.’ Peeters is nu een jaar werkzaam bij de Bestrijdingsdesk en het bevalt hem prima. ‘Iedereen is blij met je. Met dit beroep schiet je mensen altijd te hulp en dat maakt de taak erg dankbaar. Je komt overal en werkt ook veel tijdens uitzend-ingen. Ik vind die beesten niet eng of vies al moet ik wel zeggen dat ik tijdens een etentje in een restaurant de kans niet laat schieten om een kijkje in de keuken te ne-men om te zien wat er rondrent. Verve-lendste dier? Dat moet de kakkerlak zijn. Eigenlijk zijn dat de schoonste plaagdie-ren, maar tijdens mijn opleiding moest ik een kilo kakkerlakken verzorgen terwijl ik ze eigenlijk gewoon dood wilde hebben. Ik heb ze toen stiekem in de vriezer ges-topt, maar de taaie beestjes bleken bijna niet kapot te krijgen’.

Waar genomen

Barrières tegen bloedzuigers

Koudweertraining in Noorwegen

Het paarse gevoel van generaal Berlijn

Pakistan in beeldvierde jaargang

nummer 1,

februari 2006

Page 2: Landmacht nr. 1, februari 2006

‘Gun elkaar een plekje onder de zon’PAG.9: Interview Commandant der Strijdkrachten

1600 kilo pure beschermingPAG.16: Ballistische bescherming voor Scania’s

Landmacht nummer 1 Personeelsblad van de Koninklijke Landmacht

Sneeuw en kou maken drills onvergetelijk PAG.12: 44 Pantserinfanterie- bataljon oefent in Noorwegen

Redactie:Hoofdredacteur:

kol Ronald Harmsma

Eindredacteur:

kap Klaas Daane Bolier

Redacteuren:

elnt Arnoud Telkamp, Ivanca Maas

Vormgeving: Sectie Grafi sche Vormgeving KL, Den Haag

Druk: Senefelder Misset, Doetinchem

ISSN: 1572-1248

Oplage: Landmacht verschijnt tien keer per jaar in

een oplage van 55.000 stuks

Fotografi e:Frank van Biemen Fotografi e, AVDD,

sld1 Albert Gjaltema

Met medewerking van: Elnt Ellen Beernink, Guido Kobessen

Redactieadres:Lgen Knoopkazerne

MPC 55A

Postbus 90004

3509 AA Utrecht

MDTN: *06- 557 46043

KPN: 030-2146043

Reacties: Reacties of ingezonden brieven kunt u via het

interne netwerk mailen naar: Daane Bolier,

kap kj KL/CLAS. Via internet: KJ.Daane.

[email protected]

Adreswijzigingen:Landmachtpersoneel kan alleen maar

adreswijzigingen doorgeven aan de

eigen afdeling personeelszaken. Reservisten

kunnen voor adresveranderingen bellen naar:

070-3165043. Postactieven en veteranen

kunnen terecht bij Nico Kamm: 070-3164907.

Betalende abonnees moeten zijn bij

Abonnementenland: 0251-313939.

LANDMACHT IS EEN UITGAVE VAN HET COMMANDO LANDSTRIJDKRACHTEN, SECTIE COMMUNICATIE STAF CLAS. REACTIES OF INGEZONDEN BRIEVEN WOR-DEN ZEER GEWAARDEERD. DE REDACTIE IS VRIJ IN HAAR KEUZE VAN HET PLAATSEN VAN - AL DAN NIET INGEKORTE - INGEZONDEN STUKKEN. OVERNAME VAN (GEDEELTEN VAN) ARTIKELEN UIT DE LANDMACHT IS, ONDER BRONVERMELDING, TOEGESTAAN.

PAG.4: Pakistan in beeld

PAG.11: Overdracht Fennek

PAG.16: Klachtencommissie gezondheidszorg PAG.18: Landmacht wint award

PAG.19: Rood koord voor redden peuter

PAG.20: Nieuwe barrières tegen bloedzuigers

PAG.22: Exit-dag Regiment van Heutsz

PAG.26: Spoedcursus offi cieren Nationale Reserve

Inhouds opgave

Rubrieken PAG.15: De week van, PAG.27: Kortjes, PAG.24: Personeelsmutaties, PAG.23: Uit de fl ank PAG.28: Waargenomen

LANDMACHT FEBRUARI 2006 3

Page 3: Landmacht nr. 1, februari 2006

LANDMACHT DECEMBER 2005 5

Pakistan in beeld

Pakistan krabbelt langzaam op na

de verwoestende aardbeving en de

wederopbouw is in volle gang. De fase

van de noodhulp is voorbij en eind

januari keerden de laatste militairen van

het Nederlandse noodhospitaal in Bagh

terug uit het Aziatische land. De circa 120

militairen en Civiel Medisch Personeel

behandelden in ongeveer drie maanden

tijd, samen met hun voorgangers van

de mariniers, meer dan achtduizend

gewonden. Op de volgende pagina’s

een foto-impressie van noodhulp in de

bergen van Pakistan.

Page 4: Landmacht nr. 1, februari 2006

LANDMACHT FEBRUARI 2006 7

Veel patiënten hebben botbreuken

opgelopen in de aardbeving. De meeste

botbreuken werden gegipst. De meer

complexere fracturen werden op de

operatietafel opnieuw gebroken en

gezet.

Bij het invallen van de winter, nam

ook het aantal brandwonden fl ink

toe. Om warm te blijven, steken veel

vluchtelingen een vuurtje in hun tent

met, soms, rampzalige gevolgen.

In totaal werden er elf baby’s geboren in

het noodhospitaal.

RESULTATEN:

POLIKLINISCHE BEHANDELINGEN: 4.890 BEHANDELINGEN

DOOR AIRMOBILE MEDICAL TEAMS/ MEDICAL MOBILE

TEAMS: 3.424 OPNAMES: 189

(+97 DOOR DE MARINIERS) 859 VERPLEEGDAGEN CHIRURGISCHE

INGREPEN:159 BEVALLINGEN: 11

OVERLIJDENSGEVALLEN: 7

Page 5: Landmacht nr. 1, februari 2006

LANDMACHT FEBRUARI 2006 9

Generaal Dick Berlijn is

de eerste Commandant

der Strijdkrachten. Als

hoogste militair van de

krijgsmacht is hij direct

verantwoordelijk voor de

planning en aansturing

van de Operationele

Commando’s de uitvoering

van militaire operaties en

daarnaast ook nog eens

de belangrijkste militaire

adviseur van de Minister

van Defensie. Wat opvalt

aan de viersterren-

generaal is dat hij

geen mogelijkheid

onbenut laat om

te onderstrepen

hoe belangrijk

hij het joint-

optreden vindt.

Landmacht

vroeg hem

naar het

waarom.

Generaal Berlijn en het paarse gevoel

“Paars” of joint?

Dat maakt mij echt helemaal niks uit.

Het gaat erom dat iedereen weet wat

ermee wordt bedoeld, gezamenlijk-

heid dus, en er naar handelt, dan

maakt de benaming mij niet uit.

Waarom vindt u het zo

belangrijk?

De samenleving spendeert 7, 5 miljard

euro per jaar opdat wij ons werk kun-

nen uitvoeren. De Nederlandse bevol-

king verwacht, terecht, dat wij dat geld

zo effi ciënt mogelijk besteden en dat

wij daarvoor een goed product leve-

ren. Die twee zaken zijn het best te

realiseren als we intensief met elkaar

samenwerken.

Daarnaast ligt de tijd dat bijvoorbeeld

de Koninklijke Marine of de Konink-

lijke Landmacht in zijn eentje een

missie uitvoerde, allang achter ons.

Iedere buitenlandse inzet is tegen-

woordig een paarse aangelegenheid.

Er wordt dan toch ook al heel

veel samengewerkt tussen de

krijgsmachtdelen?

Klopt. En mijn indruk is dat die sa-

menwerking over het algemeen prima

verloopt. Vooral tijdens uitzendingen

zie je dat duidelijk en gaat dat op

een heel natuurlijke manier. Daar is

Ambulances vertokken vanuit Bagh de

bergen in om gewonden te behandelen.

Later werden deze Mobile Medical

Teams aangevuld met Airmobile Medical

Teams die met helikopters sneller de

hogere, meer afgelegen plaatsen konden

bereiken.

De wegen in de Pakistaanse bergen

zijn vaak beschadigd, smal en glibberig

en doen een groot beroep op de

stuurmanskunsten van de chauffeurs.

Page 6: Landmacht nr. 1, februari 2006

LANDMACHT FEBRUARI 2006 11

De verkenningsvoertuigen werden

overhandigd door Project Directeur

Generaal Defensie Materieel Or-

ganisatie (DMO), Dirk van Dord.

Het type Fennek dat aan de verken-

ningspeletons wordt geleverd is de

Fennek LVB, Licht Verkennings- en

Bewakingsvoertuig. Het belangrijkste

kenmerk van de Fennek LVB wordt

pas zichtbaar met een druk op de

knop. Dan verschijnt namelijk de drie

meter lange BAA, de Beobachtungs

und Aufklarungs Ausstattung. Deze

BAA fungeert min of meer als een

periscoop met een nachtzichtkijker

en een laser-afstandsmeter. Een ander

belangrijk kenmerk valt pas op als je

44 Pantserinfanteriebataljon ontvangt de Fennek

er op let. Het voertuig maakt namelijk

bijna geen geluid als het rijdt. On-

danks de grote wielen en de robuuste

uitstraling van het voertuig, valt het

hierdoor amper op.

Andere types van de Fennek die inge-

voerd zullen worden, zijn de Fennek

Voorwaartse Waarnemer (VWWRN),

Medium Range Anti Tank (MRAT),

Tactical Air Control Party (TACP),

Mortier (MR), Stinger Weapon Plat-

form (SWP) en Algemene Dienst

(AD). Dat de Fennek een erg laag

voertuig is, doet niet af aan het com-

fort binnenin. Vanuit een verstelbare

stoel kunnen de bestuurder en zijn

twee bijrijders, op een monitor zien

wat de Fennek waarneemt. Ook het

zicht van de camera aan de achterkant

van het voertuig wordt weergegeven

op een monitor. In maart zal de Fen-

nek LVB aan 42 Pantserinfanterie-

bataljon worden overgedragen en in

mei aan 42 Tankbataljon. Vorig jaar

werden de eerste Fenneks LVB over-

gedragen aan 13 Gemechaniseerde

Brigade.<

immers volstrekt duidelijk dat je het

alleen niet redt en dat je elkaar hard

nodig hebt om de opdracht tot een

succes te maken. In Nederland ligt

dat natuurlijk wat anders. Gelukkig

wordt ook in Nederland, bijvoorbeeld

tijdens oefeningen, steeds meer geza-

menlijk gewerkt. Ik denk dan ook dat

deze gedachte zich behoorlijk aan het

verankeren is, vooral bij de eenheden.

Als er al weerstand is, dan is het met

name op de hogere niveaus, waar het

wat langer duurt eer dit soort lessen

uit de praktijk doordruppelen. Dat

is overigens niet verwonderlijk, de

belangen liggen daar anders, worden

anders beleefd.

Rivaliteit houdt iedereen toch

scherp?

Natuurlijk is een gezonde rivaliteit

helemaal niet erg. We moeten alleen

niet vergeten dat we één team zijn.

Daar hoort bijvoorbeeld ook bij dat je

elkaar een plekje onder de zon gunt.

Je mag best trots zijn op een onder-

deel van defensie dat een goede pres-

tatie heeft geleverd. Ook al is dat dan

niet jouw eigen krijgsmachtdeel.

De richting dat we onszelf

allemaal defensiemedewerkers

gaan noemen in plaats van

landmachter of luchtmachter of

sterker nog, fuselier of huzaar?

Nee, dat is absoluut niet de bedoeling.

Een huzaar moet trots zijn op zijn

bataljon zoals een matroos trots is op

zijn of haar schip. We zijn allemaal bij

een krijgsmachtsdeel komen

Minister van Defensie

Henk Kamp

Bepaalt, in samenspraak met

het kabinet en de Tweede

kamer, waar en hoe de

Nederlandse krijgsmacht

wordt ingezet.

Commandant der

Strijd-krachten, generaal

Dick Berlijn

De hoogste militaire baas.

Is namens de minister

verantwoordelijk voor de

uitvoering van de militaire

operaties en daarmee ook

de belangrijkste militaire

adviseur voor de minister. De

CDS heeft het bevel over de

Operationele Commando’s

van de krijgsmacht,

waaronder het Commando

Landstrijdkrachten.

Commandant Landstrijd-

krachten, luitenant-

generaal Peter van Uhm

Baas over alle

landmachteenheden en

adviseur van de CDS op het

gebied van landoptreden.

Wie is wie aan de top

werken omdat we ons daar het meest

tot aangetrokken voelen. En daar

is ook helemaal niks mis mee. Die

identiteit moet ook behouden blij-

ven, ook voor de werving. De termen

luchtmacht, marine, landmacht en

marechaussee spreken meer tot de

verbeelding dan het wat abstractere

Defensie.

Iedereen moet zich echter wel be-

wust zijn dat zijn eenheid maar een

radertje is in het grotere geheel. Een

F-16 of een tank wint de oorlog niet

in zijn eentje. Je hebt elkaar allemaal

hard nodig. Tot op het laagste niveau

moet die boodschap duidelijk zijn en

ik vind dat daar in de opleiding van

nieuwe militairen ook aandacht voor

moet zijn. We moeten met zijn allen

over de eigen schutting heenkijken,

ons realiseren dat die artillerist mis-

schien anders in elkaar steekt dan een

marinier, dat de logistiek bij de lucht-

macht anders is geregeld dan bijvoor-

beeld bij de landmacht, maar dat we

elkaar allemaal even hard nodig heb-

ben. Anders is niet slechter.

Misschien niet slechter maar

die verschillen in werkwijze en

materieel bemoeilijken toch wel

de verpaarsing?

Nee, er moet alleen meer van elkaar

worden geleerd. Ik ben dan ook een

groot voorstander van korte uitwisse-

lingsprogramma’s. Laat bijvoorbeeld

herstellers van de luchtmacht maar bij

de landmachtcollega’s op bezoek gaan

en kijken hoe ze het daar regelen. Zet

af en toe clubjes logistiekelingen van

alle krijgsmachtdelen bij elkaar. Ze

kunnen een hoop van elkaar leren en

samen tot nieuwe inzichten komen.

We moeten, kortom, met zijn allen

onze blik verbreden. <

Functioneel, geruisloos,

en comfortabel.

Het nieuwe

verkenningsvoertuig

‘Fennek’ is van al

deze eigenschappen

voorzien. Trots nam

overste Ron Smits van

44 Pantserinfanteriebataljon

de sleutels van acht nieuwe

Fenneks in ontvangst.

Page 7: Landmacht nr. 1, februari 2006

LANDMACHT FEBRUARI 2006 13

Sneeuw en kou maken drills onvergetelijk

Wereldwijd inzetbaar zijn, betekent ook het kunnen optreden in de barre kou. Om dit te oefenen, reisde 44 Pantserinfanteriebataljon uit Havelte hartje winter af naar Noorwegen. Vier deelnemers aan de oefening delen hun pas verworven kennis over het optreden bij temperaturen van min tien graden celsius.

Korporaal 1 Chris Oostendorp:

‘Als je constant goed op elkaar let,

voorkom je veel ellende. Je moet

bijvoorbeeld kijken of je buddy de

sneeuw wel lang genoeg laat koken,

anders krijg je diarree. Je moet

opletten of de kisten wel mee gaan de

slaapzak in, om de volgende morgen

frostbite aan de voeten te voorkomen

door ijskoude kisten. En het is

belangrijk in de gaten te houden of je

buddy wel voldoende eet en drinkt. Je

verbruikt heel veel energie in de kou.’

ETEN & DRINKEN

Korporaal Jeroen Laros:

‘Het is niet zwaar, zolang je de

drills maar goed uitvoert. Tijdens

de koudweertraining kom je er wel

achter dat het buddysysteem heel

belangrijk is. Je moet elkaar goed

in de gaten houden. Daarnaast

is het belangrijk om goed met je

materiaal om te gaan. Soms kun je

het jezelf op een simpele manier

een stuk aangenamer maken. Zo

verzamelen we bijvoorbeeld eerst

fl ink veel sparrentakken voor een

goede isolerende onderlaag voor de

tent. De meeste kou in een tent komt

van onderuit, dus proberen we dit op

deze manier zoveel mogelijk tegen

te gaan.’

SLAPEN

Korporaal 2 Jorno Staring:

‘Bij het verplaatsen in de sneeuw

gebruiken we naast overtrekschoenen

ook laplanders en skistokken.

Als je gaat schieten, moet je dus

ook met deze materialen overweg

kunnen. Van de skistokken kun je

bijvoorbeeld heel handig gebruik

maken door ze kruislings te plaatsen,

zodat je je wapen erin kunt leggen.

Hierdoor kun je goed richten. Als je

een zittende schiethouding aanneemt

is het makkelijk om je ene knie te

laten rusten op de andere laplander,

dan zakt je knie niet zo ver weg in de

sneeuw.’

SCHIETEN

Wachtmeester Christiaan

Heeringa:

‘Door omstandigheden kon ik niet bij

de voorbereidende lessen in Havelte

aanwezig zijn, dus was ik minder

voorbereid dan de rest. We kwamen

in Noorwegen aan en werden direct

in een tent gestopt. Veel heb ik

hier dus ter plaatse moeten leren.

De kledingsdrills zijn nergens zo

belangrijk als in koudweergebieden.

Kleedt jezelf aan in verschillende

laagjes. Bij inspanning kun je dan

iets uittrekken, zodat je niet teveel

gaat zweten en vervolgens weer te

sterk afkoelt.

Als je de geleerde zaken goed

uitvoert, houd je jezelf wel warm.

Maar toch heb ik tijdens de oefening

wel vaak aan Spanje gedacht.’

KLEDING

En verder:

Overtrekschoenen:

Daarnaast is het belangrijk je voeten

warm te houden. De Noren hebben

zogenaamde overtrekschoenen

beschikbaar gesteld die over de

kisten kunnen worden getrokken.

De kisten alleen zijn zeker niet

voldoende om warme voeten in te

houden. Om het verplaatsen door

de sneeuw eenvoudiger te maken

zijn er skistokken en laplanders

(soort tennisrackets voor onder de

schoenen) uitgedeeld. Hiermee wordt

voorkomen dat je wegzakt in de diepe

sneeuw.

Naast de juiste kleding wordt er door

de oefenleiding op gehamerd om te

blijven bewegen. Stilstaan betekent

afkoelen.

BEWEGEN

Page 8: Landmacht nr. 1, februari 2006

ken. Slechts weinig mensen spreken

engels hier. Goede tolken zijn dan ook

schaars, maar wel pure noodzaak om

je werk te kunnen doen.

Vrijdag: Vandaag een afspraak met het hoofd

van de politie van dit district en later

met de nieuwe leider van de GAM van

dit district. Ook op pad geweest na

melding van een ‘incident’. Op de gek-

ste momenten kom je hier voor ver-

rassingen te staan; het blijft boeiend.

Zaterdag: ’s Morgens zijn enkele patrouilles

gereden naar kampongs/subdistricten.

’s Middags de politie uitgedaagd voor

een partijtje volleybal. Dat hadden we

beter niet kunnen doen, wat kunnen

die gasten spelen en smashen. We

hebben dan ook dik verloren maar

het was wel gezellig en goed voor de

(noodzakelijke) contacten.

Gelukkig kan ik afsluiten met te

schrijven dat de vorderingen die Atjeh

maakt, signifi cant zijn. Hopelijk geldt

ook hier dat een goed begin het halve

werk is. Deelnemende Nederlandse

militairen aan AMM: Kap (Kmar) Aad

van Hasenbroek, Kap (KM) Ferry Wil-

lems, Maj (Klu) Bart Eissing, Maj (KL)

Henk Stokreef, Maj (KL) Rob Keijzer<

Sommigen zullen Indonesië

kennen van een heerlijke

(zon)vakantie. Als het om Atjeh

gaat dan zullen de meesten deze

provincie in gedachte hebben door de

via de televisie aangereikte beelden

nadat de tsunami hier dood en verderf

zaaide. Relatief onbekend is het

gewapend confl ict dat bijna 30 jaar

geduurd heeft tussen de overheid van

Indonesië en de rebellen (GAM) die

voor een onafhankelijk Atjeh vochten.

Een voorwaarde om aan de weder-

opbouw te kunnen beginnen was het

beëindigen van het confl ict. Vorig jaar

augustus is door beide partijen een

vredesakkoord gesloten. Onderdeel

van het akkoord was de komst van

een buitenlandse waarnemersmissie:

de Aceh Monitoring Mission (AMM).

De missie bestaat uit iets meer dan

200 waarnemers uit de EU en de

Asean-landen (de Zuidoost-Aziatische

tegenhanger van de EU). Majoor Rob

Keijzer vertrok in september, samen

met vier Nederlandse collega’s, naar

Atjeh. Het meest dynamische van

deze missie is, volgens majoor Rob

Keijzer, de terugtrekking van ongeveer

30.000 overheidstroepen en de

ontwapening en demobilisatie van

de GAM-strijders die eind december

is afgerond. Momenteel worden

de voorbereidingen getroffen voor

wat de komende drie maanden de

agenda zal beheersen: de verifi catie

van alle organieke eenheden van

het Indonesische leger die in Atjeh

mogen blijven, het monitoren van de

reïntegratie van de ex-rebellen en de

voorbereidingen van de verkiezingen

die waarschijnlijk eind april zullen

plaatsvinden.

Maandag:Zoals elke werkdag begonnen met

de ochtendbriefi ng. Naast enkele

patrouilles staat deze dag altijd in het

teken van de diverse rapportages aan

Headquarters (HQ) in Banda Aceh

(Weekly Report, Logistic Report,

Finance Report, et cetera). Ja ook hier

de nodige rapportages maar gebleken

is dat dit nodig is om een decentraal

uitgevoerde missie als deze on track te

houden.

Dinsdag: Het is vandaag Idul Adha ofwel het

offerfeest. Voor de mensen in Aceh en

menig Aziatisch collega een feestdag

dus de missie heeft besloten om deze

dag als zodanig te respecteren. Op

uitnodiging ben ik naar een ceremo-

nie geweest waar de koeien en geiten

het einde van het ritueel niet levend

meemaakten.

Woensdag:Vandaag ben ik Duty Offi cer. Deze

dag gebruikt om voorbereidingen te

treffen voor de verifi catie van alle res-

terende politie- en legereenheden (in

totaal nog zo’n 24.000 manschappen)

die medio deze maand start. Gelukkig

had ik ook nog tijd om een rondje te

lopen. O ja, ook nog enkele ratten-

vallen in ons huis geplaatst.

Donderdag: Wekelijks hebben we een ontmoeting

waarbij beide partijen met elkaar aan

tafel zitten om zaken door te nemen

waar ze zelf niet uitkomen. Ook

gesprekken gevoerd met kandidaat tol-

de week van

LANDMACHT FEBRUARI 2006 15

Na veel te lang te hebben gewacht

in de overvolle wachtruimte, hoor je

eindelijk jouw naam. Je vertelt de arts

dat je last hebt van je keel en dat de

klieren in je hals opgezwollen aanvoe-

len. ‘Vervelend’, mompelt de arts. ‘Een

waterijsje wil nog wel eens helpen bij

een schorre keel’, vervolgt hij. Voor

dat je het zelf in de gaten hebt, sta je

met dit advies weer buiten de deur.

Verbouwereerd ga je naar huis en

nog geen twee dagen later lig je met

keelontsteking en gegronde frustratie

in je bed.

Foutief gestelde medische diagnoses,

onaardige behandeling of lange wacht-

tijden kunnen ervoor zorgen dat je

je niet correct behandeld voelt door

de arts of andere zorgverlener. Als

militair patiënt kun je dan een klacht

indienen bij de Klachtencommissie.

Zorgaanbieders zijn namelijk

verplicht zo’n commissie in te stellen.

In principe kun je als patiënt direct

met je klacht naar deze commissie

stappen, maar je kunt er ook voor

kiezen om eerst contact te zoeken met

de hulpverlener waarover je een klacht

hebt. Mocht een gesprek de lucht

niet kunnen klaren, dan kan de hulp

worden ingeschakeld van een klacht-

bemiddelaar. Deze klachtbemiddelaars

zijn te vinden bij de verschillende

eenheden (zie kader). De bemiddelaar

probeert samen met de patiënt en de

hulpverlener het confl ict uit de wereld

te helpen door met beide partijen te

praten. Mocht ook deze bemiddeling

geen oplossing bieden, dan kan de

Klachtencommissie nog een stapje

verder gaan met je klacht.

Niets te klagen?

Deze onafhankelijke commissie on-

derzoekt of de klacht gegrond is en als

dat het geval is, brengt zij een advies

uit aan de commandant van de een-

heid. Die beslist dan of er maatregelen

moeten worden getroffen.

‘Klagen heeft misschien een nega-

tieve lading, maar onze doelstelling is

positief. Door de klachten in behande-

ling te nemen kan de situatie immers

worden verbeterd’, stelt de secretaris,

kapitein Marielle Spruit. Klachten

kunnen bij verschillende instanties

worden neergelegd. Spruit benadrukt

echter dat de Klachtencommissie KL

specifi ek de klachten behandelt die

worden ingediend tegen hulpverleners

van de KL. ‘Deze commissie is er voor

ontevreden Landmachtmilitairen.

Door deze klachten zelf te behandelen

kunnen wij eventuele noodzakelijke

maatregelen treffen om zo de zorg

binnen de KL te verbeteren’, aldus

Spruit.<

Hardhandige therapeut? Lange wachttijden? Of andere ontevredenheden wat betreft de zorginstellingen van de Landmacht? Generaal van Uhm stelde op 6 december de Klachtencommissie Gezondheidszorg Koninklijke Landmacht in. Deze behandelt alle klachten van de ontevreden militaire patiënt.

Klagen voor verbeteren zorg

KLACHTENCOMMISS IE GEZONDHEIDSZORG KL INGESTELD

11 LMB

dhr. J. Soer

*06-564 32992 / 026-353 2992

13 Mechbrig

Lkol. R.A. Giessen

*06-549 65010 / 040-266 5010

41 Mechbrig NSU Seedorf

Dhr. A. den Hollander

*06-594 13100

NSU Munster

Dhr. H. Ripperda

*06-568 84427

NSU Rheindalen

Aoo M.E. Huizen

*06-567 102

NSU Heidelberg

Aoo M.F. Everaerts

+49(0)6-321 578 9143

43 Mechbrig

Lkol. IJ. Saveur

*06-532 47145 / 052-134 7145

1 Logbrig

Aoo E. Kooijker

*06-573 73338

CLAS Apeldoorn

Maj. P. Triel

*06-573 71310 / 055-357 1310

Kap. R.A. Steyn

*06-573 71310 / 055-357 1310

KTOMM Bronbeek

Mw. M.C. van der Born

0343-474 150

Arbodienst KL

Dhr. P.T.W. Wolters

*06-564 33550

Klachtencommissie

Gezondheidszorg KL

Kap. Marielle Spruit

*06-557 46026

Klachten bemiddelaars per eenheid

LUITENANT-GENERAAL PETER VAN UHM EN DE VOORZITTER VAN DE COMMISSIE, GENERAAL MAJOOR B.D. STRIK

Page 9: Landmacht nr. 1, februari 2006

LANDMACHT FEBRUARI 2006 17

Hij lijkt zo weggereden uit de fi lm ‘Mad Max’, maar aan de Scania met ballistische bescherming is eigenlijk niets futuristisch. Wel biedt hij veel betere bescherming voor de inzittenden met zijn zware gepantserde deuren en kleine, centimetersdikke ramen. De Scania is in elk geval indrukwekkend. Of de nieuwe gebruikers, onder andere de chauffeurs van 110 BOS Compagnie uit Stroe, er ook zo van onder de indruk blijken, vertellen zij zelf.

1600 kilo pure bescherming

Naam: Kpl 1 Es Gopal

Functie: Plv. groepscommandant

‘Ik ben erg en tevreden over de Scania

met de ballistische bescherming. In

zijn algemeenheid als nieuwe vracht-

wagen van de Landmacht eigenlijk

al; en met de nieuwe ballistische

bescherming is hij ook nog veiliger.

De Scania is sowieso een hele grote

vebetering ten opzichte van de andere

vrachtwagens waar ik mee gereden

heb. Zo heeft dit voertuig twee mee-

sturende assen aan de voorkant van

het voertuig waarmee je de voorste

vier voorwielen tegelijk een kant op

kunt sturen. Daarnaast is de cabine

ook een stuk ruimer en luxer dan wat

we voorheen hadden. Je kunt nu bijna

alles regelen vanuit de cabine, bijvoor-

beeld de temperatuur in de cabine

en de Container Handling Unit (een

soort liftmechanisme om containers

van het voertuig op- en af te laden,

red.). Van de extra bescherming merk

je verder niet meer dan dat de ramen

kleiner zijn geworden, hij rijdt er niet

minder door.’

Naam: Kpl 1 klasse Bas Traas

Functie: Chauffeur

‘Ik heb al best veel verschillende

voertuigen gereden zolang ik bij de

Landmacht werk. De 4-tonner, 10

tonner BTM en de DAF 95, maar dit

is wel een van de betere voertuigen

waar ik mee heb mogen werken. Met

zijn 8x8 wielaandrijving is hij ook echt

terreinvaardig te noemen. Ik voel me

niet direct veiliger nu de ballistische

bescherming erop zit. Dat komt na-

tuurlijk ook omdat ik er alleen nog

maar mee gereden heb in vredesom-

standigheden, misschien dat dit tij-

dens een uitzending toch heel anders

voelt. Wat ik wel gemerkt heb is dat je

veel kleinere ramen hebt door de bal-

listische bescherming. Het is denk ik

nu extra belangrijk om je bijrijder bij

kruisingen en wegen van rechts mee

te laten kijken of er verkeer aankomt.

Verder merk je eigenlijk weinig ver-

schil tussen de Scania met of zonder

bescherming. Hij trekt nog steeds lek-

ker vlot op, sneller in ieder geval dan

ik had verwacht.’

Naam: Sld 1 Eefje van Baal

Functie: Chauffeur

‘Mijn eerste indruk was dat de Scania

een stuk robuuster overkomt met de

bescherming. Hij ziet er indrukwek-

kender uit bijna. Als je de deuren

open en dichtdoet voel je ook wel

dat deze verzwaard zijn het lijkt een

beetje alsof je een kluisdeur in handen

hebt. Ik heb er nu nog maar één week

ingereden en moet wel zeggen dat

de Scania op zich al een ontzettende

vooruitgang is voor de chauffeurs. We

hebben nu zelfs stoelverwarming, ha

ha. Het enige lastige van de bescher-

ming is dat het raam niet meer open

kan. Je hebt wel airco om de tempera-

tuur in het voertuig te regelen, maar

vooral in vredesomstandigheden is

het erg lastig als je steeds als je bij een

kazerne staat helemaal uit het voertuig

moet komen om de poort te openen.’<

Voor ballistische bescherming kreeg

de Scania een soort extra omhulsel

om de cabine heen. Hierdoor zijn de

deuren extra bepantserd en zijn de

ramen maar liefst zeven centimer dik.

Het ballistische pakket weegt ongeveer

1600 kilogram, een bescherming

die sterk genoeg is om kogels van

7.62 millimeter te weerstaan. Op dit

moment worden 24 van de Landmacht

Scania’s voorzien van de ballistische

bescherming. Om de voertuigen

goed ‘in te rijden’ moeten er tussen

de 5.000 en 10.000 kilometer mee

gereden worden. Dit doet 110 BOS-

compagnie in Stroe, zo kunnen

zij ondervinden hoe het voertuig

zich gedraagt met de ballistische

bescherming en tevens wennen aan

het rijden met het voertuig.

Scania met ballistische bescherming

SCANIA , ZWAARDER , VE IL IGER , LUXER

DE SCANIA RECHTS OP DE FOTO IS UITGERUST MET HET BALLISTISCHE BESCHERMINGSPAKKET

Page 10: Landmacht nr. 1, februari 2006

Het snel en gelijktijdig kunnen delen

van informatie is voor de krijgsmacht

van groot belang. Ondanks deze

snelle beschikbaarheid moet niet

iedereen er zomaar bij kunnen,

iets wat in het verleden leidde tot

lange, ondoorzichtige procedures.

Projectgroep ‘Pragmatis CLAS’,

onderdeel van de Afd IV&CIS van

Staf Commando Landstrijdkrachten,

schreef een plan dat het mogelijk

maakt om de veiligheid te waarborgen

en toch voor een snelle verspreiding

te zorgen, zowel in Nederland als in

het uitzendgebied. In 1994 werd al

een start gemaakt met het verbeteren

van het beveiligingsniveau met het

‘Voorschrift Informatiebeveiliging

Rijksoverheid’ (VIR). Echte

verbetering bracht het eigenlijk nooit.

‘Voorheen kreeg de commandant van

iedere eenheid drie dikke mappen

aangereikt met daarin 3500 toe te

passen veiligheidsmaatregelen’, vertelt

projectleider majoor Hans Alfons.

Projectgroep Pragmatis heeft deze

maatregelen in deeltaken opgedeeld

en ondergebracht in de tool IBIS

(Integrale Beveiliging Informatie

Systeem). Het daarmee terugbrengen

van de last voor de commandant

is een groot winstpunt van het

beveiligingsplan. Andere winstpunten

zijn dat er gewerkt wordt met één

centraal systeem en dat toegepaste

maatregelen niet meer dubbel worden

gecontroleerd.

Binnen vijf minuten

Met het instrument, IBIS,

kan binnen vijf minuten een

beveiligingsplan worden opgesteld.

Met de beantwoording, in de tool,

van een korte vragenlijst, krijgt

de commandant inzicht in welke

veiligheidsmaatregelen hij moet

treffen. Wij kijken dan samen met

deze commandant hoe dit het beste

uitgevoerd kan worden. Zo kunnen

snel de juiste beveiligingsmaatregelen

getroffen worden, vertelt Alfons.

De projectgroep heeft geprobeerd de

knelpunten die komen kijken bij het

beveiligen van een eenheid inzichtelijk

te maken en de nieuwe methodes

stapsgewijs in te voeren. ‘We hebben

ervoor gekozen om naar de eenheden

toe te gaan en de individuele

verantwoordelijkheden van beveiliging

te benadrukken waardoor wij zelf een

realistisch beeld konden krijgen van

Barneveld, zaterdag 7 januari

De korporaals David van Bokhorst en

Lucas Drenth zijn aan het klussen in

een garage als zij worden opgeschrikt

door gegil en hulpgeroep uit het

naastgelegen huis. Een peuter is met

zijn oma op bezoek in de Barneveldse

woning en de terriër des huizes heeft

het kind uit zijn buggy gesleurd en

meegesleept naar de achtertuin.

Van Bokhorst: ‘Toen ik over de

schutting keek, zag ik dat de hond

het kind fl ink te pakken had. Het

zag er ernstig uit. De twee vrouwen

konden niet veel uitrichten tegen het

agressieve beest.’

Van Bokhorst bedenkt zich geen

moment en klimt over de schutting.

Drenth volgt snel. Met alle kracht

slagen ze erin de peuter te bevrijden.

Van Bokhorst houdt de hond stevig

vast, terwijl Drenth 112 belt en de

twee vrouwen probeert te kalmeren.

Na anderhalve minuut gaat het echter

opnieuw mis. Van Bokhorst kan de

hond niet langer in

bedwang

houden en

opnieuw vliegt

het beest

het kind aan. Met behulp van twee

toegesnelde garagemedewerkers

wordt de hond opnieuw van de

peuter afgetrokken en uiteindelijk

slagen ze erin het dier in zijn ijzeren

hok te werken. Daarna verzorgen

de vier mannen de peuter, de oma

en bewoonster van het huis tot de

gealarmeerde hulpdiensten arriveren.

De ernst van de verwondingen bij de

peuter blijkt later in het ziekenhuis. Er

zijn maar liefst 120 hechtingen nodig

voor de verwondingen aan het hoofd

van het jongetje.

“We hebben gehoord dat het nu

gelukkig beter met hem gaat,’ aldus

Van Bokhorst.

De oma van het jochie heeft inmiddels

al telefonisch haar dank uitgesproken.

Van Bokhorst: “Ze zei later tegen de

garagehouder dat ze zich in een hel

had bevonden, maar dat er plotseling

niet één, maar twee engeltjes over de

schutting waren geklommen. Een heel

mooi compliment.”

De hond is kort na het vreselijke

incident door een dierenarts

afgemaakt.

Commandant van 43 Mechbrig,

Brigadegeneraal Ton van Loon, reikte

de koorden aan de twee korporaals uit

op woensdag 11 januari.

Het rode erekoord is een bijzondere

militaire onderscheiding, onder

meer bestemd voor mensen die

een levensreddende handeling

hebben verricht.<

Landmacht wint Risk Management Award

‘Een voorbeeld voor andere organisaties’, concludeerde de jury tijdens de Risk Management Awards 2005, bij de uitreiking van de prijs aan de Landmacht ‘Projectgroep Pragmatis CLAS’. Met de invoering van dit plan wordt voortaan met één centraal, controlesysteem gewerkt binnen CLAS. Een grote stap vooruit ten opzichte van de huidige situatie.

Risk Management Award

De Risk Management Award

wordt toegekend aan een project,

toepassing of andere prestatie van

een bedrijf of instelling op het

gebied van risicomanagement. De

jury voor de Risk Management

Awards van het Genootschap voor

Risicomanagement (GvR) en de

Nederlandse Vereniging voor

Risicoanalyse en Bedrijfszekerheid

(NVRB), wilden de toegenomen

aandacht voor het vakgebied van

risicomanagement waarderen

en schrijft de winnaars van een

Award daarom een hoge mate van

professionaliteit toe. Vorig jaar werd

er in de categorie Bedrijf Award

geen prijs toegekend doordat de

inzendingen niet aan het gestelde

niveau voldeden.

de knelpunten’, legt de majoor uit.

Projectgroep Pragmatis CLAS is

inmiddels opgeheven, maar IV&CIS

cluster Informatiebeveiliging is en

blijft steeds bezig om de beveiliging

te verbeteren. ‘Het plan ligt er nu

en wordt ook al gebruikt. Nu is het

belangrijk dat de methode wordt

verankerd, dat erop wordt toegezien

dat de commandanten de beveiliging

te velde en kazerne serieus nemen

en dat we met zijn allen bewust

worden dat goede beveiliging niet

alleen cruciaal is, maar ook een

verantwoordelijkheid van ieder

individu’, aldus Alfons.<

Rood koord voor redden peuter

Twee korporaals van 43 Gemechaniseerde brigade uit Havelte hebben het rode koord ontvangen wegens het redden van een peuter die werd aangevallen door een agressieve hond.

LANDMACHT FEBRUARI 2006 19

Page 11: Landmacht nr. 1, februari 2006

Kleine beestjes, grote ellende. De zandvlieg, de teek en de

malariamug bleken grote boosdoeners in uitzendgebieden

als Afghanistan en Irak. Tijdens deze missies werd een

aantal militairen het slachtoffer van deze bloedzuigende

geleedpotigen. Hygiëne Preventie en Gezondheidszorg

(HPG) maakte een plan om de maatregelen en middelen te

verbeteren om zo besmettingsrisico te verkleinen. Zo krijgen

militairen bij de eerstvolgende missie naar risicovol gebied, de

verbeterde klamboe mee. De klamboe is slechts een onderdeel

van het plan om grote barrières voor de bloedzuigers op te

werpen zodat hun kans om te prikken wordt beperkt.

LANDMACHT FEBRUARI 2006 21

Nieuwe barrières tegen bloedzuigers

We gaan op uitzending en

nemen mee…

Om de individuele veiligheid te

kunnen bevorderen, is er een aantal

belangrijke middelen nodig. Het

meest recente middel is de klamboe.

De nieuwe klamboe is in tegenstel-

ling tot de vorige, van de onderzijde

ook dicht en wordt al in de fabriek

geïmpregneerd. Dit geldt nog niet

voor de kleding. ‘In Duitsland wordt

momenteel geëxperimenteerd met

vooraf geïmpregneerde kleding’,

vertelt Steenbergen. ‘Mocht dit

experiment een succes zijn dan zou

het kunnen dat ook Nederland de

gevechtskleding in de toekomst door

de fabriek laat behandelen. Voorlopig

blijft het de verantwoordelijkheid van

de militair zelf. Met de zogeheten

Individual Absorption-Kit (IDA-Kit)

kan iedereen zelf zijn of haar kleding

impregneren’. De IDA-Kit is afkomstig

uit de Verenigde Staten en wordt al

een tijdje door Nederland gebruikt.

Toch wordt voor het impregneren vaak

een spuitbus gebruikt. De IDA-Kit

werkt volgens Steenbergen en Kruger

beter dan de impregnerende spray.

Door de spray vervliegt een deel van

de oplossing en door te sprayen is

de kans groot dat je niet alle plekjes

raakt. De werking van deze spray

verdwijnt na het wassen en werkt ook

maar twee weken beschermend. De

IDA-Kit is veiliger. Het gevechtstenue

wordt in een plastic zak gestopt en

ondergedompeld in een oplossing die

ervoor zorgt dat de gevechtskleding

gedurende de operatie beschermd

blijft. Doordat de kleding wordt onder-

gedompeld worden ook alle moeilijke

plekjes meegenomen. Volgens de

HPG’ers moet de spray dan ook alleen

gebruikt worden in noodgevallen

zoals onverwacht vertrek. Naast de

spray, de IDA-Kit, de klamboe en het

insectafwerende middel DEET, krijgen

de militairen ook een instructiekaartje

mee waarop ze alle maatregelen nog

een keer kunnen nakijken.

Rol van de commandant

Het nieuwe plan voor de persoonlijke

bescherming heeft naast het verbete-

ren van preventieve maatregelen en

middelen, nog een ander speerpunt.

Het gaat hier om de rol van de com-

mandant. De HPG-specialist moet

ervoor zorgen dat de commandant ziet

dat infecties kunnen leiden tot een

vermindering van de gevechtskracht.

Hij doet dit ondermeer met het geven

van voorlichting tijdens de ondercom-

mandantendag. ‘De commandant

heeft een voorbeeldfunctie in het uit-

zendgebied’, zegt Steenbergen. ‘Als hij

met korte mouwen en opgestroopte

broekspijpen loopt omdat de tempera-

turen hoog zijn, zal ook het personeel

de dreiging minder serieus nemen.

Daarnaast heeft de commandant de

taak om de gevechtskracht optimaal te

houden en daar hoort goede bescher-

ming ook bij. Het gebruik van helm

en kogelvrijvest staat buiten de discus-

sie maar ervaringen uit het verleden

(Vietnam, Cambodja) hebben ons

geleerd dat verlies in mandagen ten

gevolge van infectie ziekten velemalen

groter waren dan door gevechtsacties.

Besmetting kan er namelijk voor zor-

gen dat er minder militairen operatio-

neel zijn waardoor de gevechtskracht

vermindert. Het is daarom belangrijk

dat de commandant zich bewust wordt

van deze verantwoordelijkheid’. Naast

verlies personele inzetbaarheid is er

ook sprake van een enorm fi nancieel

verlies. Iemand die wordt besmet door

de zandvlieg kost namelijk al snel zo’n

40.000 euro. Behandeling, repatrië-

ring, vervanging en nazorg zijn enorm

kostbaar. Voorkomen is beter (goed-

koper) dan genezen.<

´Mouwen omlaag, broekspijpen

omlaag, zorgvuldige impregnatie en

discipline. Het zijn beperkingen die

het werken in een warm gebied vaak

niet prettiger maken´, vertelt majoor

Herman Steenbergen, stafoffi cier

HPG. ´Even uit bed om naar het toilet

te gaan, kan funest zijn. De beestjes

zijn vaak ´s nachts actief, maar zin om

al je kleding aan te trekken voor dat

kleine stukje is er vaak niet. Het tripje

naar het toilet wordt gemaakt in een

T-shirt of korte broek waardoor je een

ideale prooi vormt. Beten zijn dan ook

vaak te vinden op armen en benen´.

Steenbergen heeft een plan gemaakt

om het probleem onder de aandacht te

brengen en de voorzorgsmaatregelen

te verscherpen. Dit is niet alleen nodig

om de militairen van pijnlijke besmet-

tingen te behoeden, maar ook om

het verlies aan operationele gevechts-

kracht te voorkomen.

Maatregelen

Het plan van HPG richt zich op

preventieve maatregelen. Voorafgaand

aan een uitzending, maakt HPG altijd

een risicoanalyse. ‘Muskieten zitten

vaak bij water. Ook autobanden met

water of verstopte dakgoten zijn ideale

broedplaatsen voor dit beest. Genis-

ten zorgen dat de kamplocatie goed

gedraineerd wordt en dat mogelijke

kunstmatige broedplaatsen worden

weggehaald’, legt Steenbergen uit. ‘Je

moet de dieren geen reden geven om

op de kampplaats te zijn. Hoe meer

barrières je opwerpt hoe groter de

kans dat je niet gestoken wordt’, voegt

Onderoffi cier Staf HPG Jan Kruger

toe. Maar alleen een veilige kamp-

plaats is niet voldoende. Er moet daar-

om meer aandacht worden besteed

aan goede voorlichting over infectiege-

vaar en preventie. ‘Broodje aap verhalen

zorgen ervoor dat militairen bang zijn

om bepaalde medicijnen te slikken.

De HPG-specialist zorgt er daarom

voor dat de militairen goede voorlich-

ting krijgen over ziektes, specifi eke

informatie ontvangen over medicijnen

en instructies krijgen bij bijvoorbeeld

het impregneren van kleding. De spe-

cialist zorgt ervoor dat de militairen de

‘do’s en dont’s’ van het uitzendgebied

kennen’, vertelt Kruger. De militair

heeft de verplichting de gevechtskle-

ding zorgvuldig te impregneren en de

aanbevolen medicijnen te nemen.

Page 12: Landmacht nr. 1, februari 2006

LANDMACHT FEBRUARI 2006 23

‘Beste collega, we hebben te veel regeltjes binnen

onze organisatie’, zegt kolonel Hoog op ’t Paard.

‘Dat moet echt anders. Wat minder regelzucht en

bureaucratie zou bij ons niet bepaald kwaad kunnen.’

‘Precies!’, vult majoor Streber aan, ‘binnen

onze organisatie is alles gericht op structureel

wantrouwen van het eigen personeel. Dat is echt een

verkeerde insteek.’

‘Nou wat jouw persoontje betreft kan enig

wantrouwen geen kwaad’, zegt Hoog op ’t

Paard. ‘Maar over het algemeen verloopt alles hier

inderdaad te stroperig. Neem nu het aanvragen van

belangrijk nieuw materieel. Als je het juiste formuliertje

hebt, kost het je nog vele uren voordat je alles correct

hebt ingevuld. Moet je nog hopen dat je de gegevens

daarna aan de juiste persoon doorsluist…’

‘Heeft u het nog niet eens over al die parafen die

klaarblijkelijk nodig zijn voor zo’n aanvraag.’

‘Ik ben blij dat jullie het met me eens zijn. We gaan

het aantal regeltjes en voorschriften eens drastisch

verminderen.’

‘Kolonel, ik ben het op zich helemaal met

u eens’, zegt de controller Van Vleuten.

‘Maar het moet natuurlijk wel iedereen

duidelijk zijn welke regeltjes

verplicht zijn, en welke niet.

Oftewel: we moeten bepalen

welke regeltjes wel of niet weg

kunnen.’

‘Daar zeg je zowat, Van Vleuten. Daar ontkom

je inderdaad niet aan. Maar hoe gaan we dat

doen?’

‘Dit probleem speelt natuurlijk krijgsmachtbreed.

Misschien kunnen we daarom het best een

defensiebrede commissie oprichten die zich hier met

enige taakgroepen de komende jaren over gaat buigen.

Een goed pakket maatregelen is toch wel het minste

dat ik van zo’n onderzoeksgroep verwacht.’

‘Uitstekend, wel eerst een instellingsbeschikking

voor deze commissie laten uitgaan. Dat is nu

eenmaal de regel.’

‘Maar wat doen we dan, kolonel, voor de

eerstkomende tijd?’

‘Eh, tja, we moeten die regeltjes nu toch al

beginnen te slechten. Laten we daarom voorlopig

alle aanvragen vanuit de organisatie eerst langs Van

Vleuten sturen, dan naar majoor Streber en vervolgens

langs mij. Dan geven wij hierna gezamenlijk aan

of deze verzoeken - onder bepaalde voorwaarden

- misschien kunnen worden gehonoreerd of alsnog de

reguliere weg van aanvraag in moeten.’

‘Heel goed, zegt Van Vleuten. ‘Vertrouwen is

goed, maar een diepgaande controle op al die

regeltjes tot het slechten van het bureaucratisme is,

onder voorbehoud, natuurlijk vele malen beter.’<

uit de fl ank

Soldaat 1 Pieter van Nes van de

A-compagnie van 12 infanteriebatal-

jon begint na zijn diensttijd aan de

HBO-studie Small business and retail.

Hij noemt de exit-dag zinvol. Sld1

van Nes: “We hebben op de exit-dag

onder meer een voorlichting bij het

Veteranen Instituut in Doorn gehad.

Over wat te doen als je na verloop van

tijd hinder gaat ondervinden van de

consequenties van het post-trauma-

tische stress syndroom. Of op een

andere manier hulp nodig hebt bij

problemen die zijn ontstaan tijdens

je diensttijd. Welke mogelijkheden de

Landmacht je biedt met de veteranen-

pas. Op eigen houtje had ik dit nooit

uitgezocht, maar het is wel waarde-

volle informatie. Daarnaast kregen we

ook een voorlichting over het werken

bij de Nationale Reserve.

Soldaat 1 Pieter van Oostrom van de

B-compagnie van het 12de gaat ook

de dienst uit. Van Oostrom: “Ik was

redelijk op de hoogte van de mogelijk-

heden, maar dat er toch een speciale

dag voor wordt georganiseerd is goed.

Ik heb toch nieuwe dingen gehoord en

meer toelichting gekregen.

Dit exit-programma is een initiatief

van de Stichting Benteng. Benteng

fungeert als een “symbolische” pa-

raplu voor alle (oud-) van Heutszers

en haar veteranen en zij ondersteunt

daarmee direct de bataljonscomman-

dant, luitenant kolonel Piet van der

Sar.

Contact

Deze constateerde een groeiende

behoefte bij de dienstverlaters om een

band met het regiment in stand te

houden. Ook vond hij het vreemd dat

op de dag van opkomst een vloed aan

informatie over de aanstaande militai-

ren wordt uitgestort. Commandanten

op alle niveaus houden introductie- en

welkomst activiteiten. Maar aan het

Exit-dag Regiment van HeutszOpeens is je laatste dienstdag

aangebroken. Vanavond

trek je voor het laatst het zo

vertrouwde uniform uit. Je zit

op het einde van je contract,

je had geen behoefte om te

verlengen of het was gewoon

niet mogelijk. Een carrière in

de burgermaatschappij ligt

voor je. Een civiele carrière met

een achtergrond als veteraan,

dat wel. Maar wat als je in de

toekomst toch weer de behoefte

voelt om je dienstmaten op

te zoeken, of op enige wijze

hulp of advies nodig hebt? Het

Regiment van Heutsz zorgt

voor zijn mensen, ook nadat ze

de dienst verlaten hebben.

vertrek van mensen die onze organi-

satie zo loyaal gediend hebben, wordt

weinig aandacht besteed. Dit exit-

programma voorziet in deze leemte.

Wij zorgen niet alleen voor een goede

entree in onze organisatie, maar ook

voor een goede overgang naar de

burgermaatschappij. Om het boven-

dien gemakkelijker te maken om ook

later nog contact met het bataljon op

te kunnen nemen, is er een internet-

pagina beschikbaar. Elke (oud-) van

Heutszer, of van Heutsz veteraan kan

via deze site (www.regimentvanheutsz.

nl vervolgens doorkiezen op de knop

Benteng), doorgeleid worden naar zijn

oude compagnie en/of maten of een

vraag stellen waarop hij antwoord zou

wil hebben.<

Page 13: Landmacht nr. 1, februari 2006

LANDMACHT FEBRUARI 2006 25

kolonel: L. Hakvoort (inf), W.E. Korterink (log, arts) J. Blacquière (inf)

luitenant-kolonel: B.F. Besters (log), P.A. Brouwer (inf), ing. M.A.J. van Daelen (gn), R.P. Komen (inf), T.M. van Lieshout (art), mr. J.W. Maas (mjd), I.J. Saveur (log), J.J. van der Spoel (vbdd), M. van Weerd (art), drs. S.P.M. Willems (log), H.P. van Zijp (art)

majoor: A. Batenburg (art), B.H.M. van Ben-them (inf, per 18 apr), drs. E. Boers (log), J.A.M. Bos (cav), W.R. van Deele (log), J.W. van ‘t Erve (gn), C.M. Fels (gn), M.F.R. Francissen (log), A.B. Gevers (cav), M. Hagoort (art), mr. C.A. Hamers (mjd), M.P.J.M. Kerstens (log), P.F. de Kleijn (log), ir. H.P. van der Kuijp (ts), O.J.A. Lagas (inf), M.C. van der Meijs (gn, aanstelling bij KL), C.G.H.J. Moelands (log), B.M. van der Mooren (log), J.P.T. Neger (vbdd), R.W. Neggers (art), J.J. Nellestijn (cav), drs. J. Oppel (mpsd), R.W.A. Piso (art), drs. W.J. Schornagel (log), P.J. Schreuders (log), H.L.H. Smeets (inf), F.M. Straatman (inf), P.S.M. van Ulden (log), P.J.M. Urselmann (inf), C. de Waart (cav, tijdelijk te bevorderen voor de duur van de uitzending naar Congo)

kapitein / ritmeester: G.M.A. Al-Harbia (inf, tijdelijk aan te stellen voor de duur van de uit-zending), P.H.T.M. Brekelmans (inf), M.M.G.W. Brouwers (log), H.J. Calot (log), S.J. Cuperus (art), K.J. Daane Bolier (inf), S. Denk (art), J.Q. Elsinga (inf, tijdelijke bevordering voor de duur van uitzending naar Afghanistan), P.R. Gleijm (log), D.J. van Goinga (inf, per 1 apr), J.N.A. van Hees (log), M.H.A. Hendriks (mpsd), A.A.L.P. Hermsen (vbdd), C.J. van Herpe (cav), C.B. Heukers (log), M. Janse (log), J. Jansen (inf), P. de Kam (log), R.P.J. Klaassens (inf), drs. W. Knibbe (mpsd), P.J.J. Lazaroms (log), M.A. van Leusden (log), J.H. Liebregts-Roubos (log), M.C. de Meij (log), A.H. Meijers (log), E.J.A. van den Oetelaar (inf, per 18 apr), J.G.G.M. Offers (log), E.C. Pelupessy (art), J.L.M. Prijs (log), J.F. van Rantwijk (inf), L.G.L. Roijakkers (inf), S.B. Sa-ton (cav), A.J. Stinis (inf), G.J.D. Suanet (log), I. Tersteeg (log), P.S.P. Vanblarcum-Lamers (log), W.P. Verhage (inf), W.H.M. Voets (log), P. Waanders (inf, per 1 apr)

eerste-luitenant: M.S. Bakker (cav), R.G. Berendsen (inf), G.S.D. Berenschot (log), R. van den Berg (log), G. Brouwer (log), C.M. Conradie (cav), I. van Gorkum (log), T.G. Hein (art), N. Heringa (log), A.W.J.B. Jansen (gn), R.T.W. Jan-sen (art), J. de Jong (inf), R.W. de Jongh (art), J. Kwakkel (gn), J. Leussink (gn), E.D. van der Linde (inf), A.J.J.M. Luijten (inf), M.F.M. Nieu-wenhuis (cav), S.J.R.W.A. Nieuwesteeg (inf),

Militair personeel bevorderd Mutaties burgerpersoneel bevorderd

luitenant-generaal: R.P.F. Seijn (cav)

generaal-majoor: L. Noordzij (inf)

luitenant-kolonel: A. Donk (log), ing. C.J.F. de Gussem (gn, per 1 okt), D.J. Hensing (log), E.P.C.M. van Poppel-Boeren (log, per 1 mrt 07), W.J.M. Steijlen (inf)

majoor: J.J. Schijndel (inf, per 1 apr)

kapitein / ritmeester: G.H. Agterberg (log, per 1 mrt), P.J.A. Bos (log), K. van Dam (art, per 1 jun), A.R. Gebhardt (inf), drs. L. Kemper (log, arts), R.F. Lewis (art, per 1 sept), K. Mayland (log, arts)

eerste-luitenant: R.S.A. Bremmer (vbdd, per 1 mrt), J.L. Koole (log), R. van Vliet (log, per 1 sept), K.T.J. Wolters (inf)

adjudant: W.J.P. Claessen (art, per 1 jul), P.H.A. de Haas (cav, per 1 mei), J.B. Kemper (log, per 1 mei), F.C. Kruidbos (vbdd, per 3 apr), M.J. Lukkes (cav, per 1 mei), C.E. Maas (gn, per 1 mei), H.M. Meek (inf, muz, per 1 apr), P.N. van Reenen (log, per 1 mei), T.J. Riesewijk (log, per 1 mei), J.H.H. Schrijvers (log, per 1 mei), W.M. Tanis (inf, per 1 mei), A.A. van der Teems (log, per 1 apr), A. de Waal (log, rectifi catie: moet zijn 1 mrt 07), W. van der Zee (inf, per 1 mei)

sergeant-majoor / opperwachtmeester: R. van Hal (inf, per 1 mei), J. van der Weide (cav, per 1 mei)

sergeant / wachtmeester der eerste klasse: J. Doorn (log, per 1 mei), A.A.M. van Honsewijk (log, per 1 apr), R.M.R. van Zelm (gn, per 1 mrt) sergeant / wachtmeester: H.W.F. van de Laar (log, per 1 mrt), E.A.M. Roijen (log)

Actieve dienst verlaten

Voor vragen of opmerkingen over de mutaties van militairen kunt u contact opnemen met majoor Rob Bogers, telefoon: *06-546 65635 of 070-3165635

R. Nieuwland (inf), J. Nogarede (art), G.J.M. Onland (inf), P. Oude Tijdhof (inf), S. Over-kamp (gn), D. Manning (art), G.W. van Nieu-wenhuijzen (log), M.J. de Pauw Gerlings (cav), S.V.L. Renfrum (inf), L.A.A. van de Rijt (log), J.L. Schop (art), C.E. Schouwenaars (art), W.H. Slagter (log), K.P.A. Spiertz (inf), M. Spies (inf), S. Straten (inf), D.L.A. Teesink (inf), ing. W.J. Tjeerdsma (gn), D. van Uhm (inf), D.P.A. van der Veen (log), G. Versteeg (inf), M.S. Veuger (inf), M.W. de Vries (log), J.F.A. de Werd (inf), D.E.D. Wetzel (log), D.A.S. Wolff (art), W.A. Zwanenburg (log)

tweede-luitenant: R. Külman (gn, tijdelijk aan te stellen voor de duur van de uitzending) ad-judant: J.W. de Blom (log, per 1 jul), E. van Brug-gen (log, per 1 apr), J.P.R. Bult (log, per 1 jul), P.P.F.J.W. Cuppen (inf), B.J. Doeze Jager (art), G.J. Esten (log), W. de Gans (vbdd), J.H. Gerrets (art), J.J.M. Goossens (log, per 30 jun), E.A. de Graaf (log, per 1 jul), A.B.G.M. Hamers (log), F. Hanemaaijer (cav, per 1 mrt), H. Hofman (log, per 1 mei), A.W. Hooft (cav), H.P.N.M. van den Hout (log, per 1 mrt), J. Imminga (vbdd), R.M.J. Leenen (log), H. van Manen (gn), M.G. Norbart (log, per 1 apr), A.J. Plugers (log, per 1 mrt), K. Pranger (log, per 1 jul), E.W. Rutten (log, per 1 jul), J. Schaap (log), J. van Schaik (cav), A.A. Smit (log), H.L. Stomp (art), C. van der Wal (log), A. Wever (gn)

sergeant-majoor / opperwachtmeester: H. van den Berg (lua), M.R. Bethlehem (cav), R. van Broeckhuijsen (log, per 1 jul), W.A.J.M. Claas (log, per 1 apr), C.M.H. Crombach (art), P.J. Faber (cav), J.J. Fluit (log), K.F. Gaal (gn), T. Goossens (log), M. de Haas (gn, per 3 jul), A. van Harselaar (log, per 1 sept), J. Hendriksen (art), C. Hilberts (inf), M.M.W.G. Jansen-Berns (log), R. Kruithof (log, per 1 jun), D. Krul (cav), H. van Lienden (log, per 1 mei), C.M. van Lissum (log, per 1 jun), E.P. Machielse (log, per 18 mrt), B.T. Mager (gn), R. Mulder (inf), M.W.J. Nieuwen-huis (gn, per 3 jul), A.A. Outjes (gn, per 3 jul), M.A. Sandbrink (gn), R. Scheper (gn, per 3 jul), N.A. Schipper (log), M.B. Terhorst (art, per 24 mrt), P.F. Verstegen (cav), P.J. Visserman (log, per 1 apr), M. Vissers (gn), J.J.G. van Vugt (log, per 1 jul), M. Waanders (log), M. Wevers (log, per 1 jul)

sergeant: H. Ousen (log, spec, per 1 apr)

Schaal 13: Dr. R.H.E. Gooren (per 1 jan 04)Schaal 12: Drs. H. de Jong (per 1 jan 04), Ing. B. Steinfort (per 1 nov 05), P.Th.J. Weitenberg (per 1 dec 05)Schaal 11: M.A.H. Abbes (per 1 sep 04), J.H.R. Almeida (per 1 jan 06), H.J.F. Arends (per 16-1-06) M.H. den Boer (per 1 nov 05), A.G. van den Broek (per 1 ok 05), K. Duin (per 1 dec 05), D. Groenewegen (per 30 aug 04), G. Hop (per 1 mrt 05), R. Keja, (per 1 nov 05 05), Mr. M.J.J. de Kock (per 10 okt), D.J.P. Kras (per 1 dec 05), E. Reit (per 1 dec 05), J.C. Thierrij (per 1 dec 05), H.M. de Valk (per 1 jul 04), P.N. de Zoete (per 1 sep 04)Schaal 10: H.M.J. Bakx (per 1 jul 05), C.S. van den Blink (per 1 jul 05), L.J. van Geffen (per 1 mrt 05), C. van der Lee (per 1 nov 05), F.G. Mater (per 1 jul 05), A.M. van der Roon-van der Meer (per 1 nov 05), P.W. Siersema (per 1 jul 05), W.M. Steenis (per 1 jan 04)Schaal 9: A.P. Brondsema (per 1 dec 05), R.F. Ludwig (per 1 dec 05), J. Schreuder (per 1 jul 05), G.C. van Tricht (per 1 okt 04)Schaal 8: W.C.G. Bozelie (per 1 jan 04), H.J. Eggengoor (per 1 jan 06), M.E. Horree (per 2 sept 05), M.J.W. van Marle (per 1 okt 04)Schaal 7: C.J.H. Gebben (per 1 jan 05), F.A.M. Oomen (per 1 dec 05), M. Oosterhof-Eilkes (per 1 dec 05), H.J. van Verseveld (per 1 dec 05), E.A. Wagenaer-de Wit (per 1 jul 05), Y.R. Wielders (per 1 jul 05), L.C. van Zanten (per 1 jan 06), M. Zweers (per 26 okt 05)Schaal 6: I.M. Baptista (per 1 dec 05), S. Ijmker (per 14 dec 05), P.N. van Rijswijk (per 31 jan 05), H. Schuchardt (per 1 nov 05), A.F. Swensen (per 1 dec 05), P.A.H. Veld (per 1 apr 05)Schaal 5: M. de Boer (per 1 dec 05), L.A.W. Borg (per 1 jan 06), R. van der Eijk (per 1 dec 05), E.J. Frasa (per 1 jan 06), M. van Gastelen (per 1 nov 05), F.R. Gerrits (rectifi catie: per 1 jan 05), M.E.G. Houben (per 1 okt 05), H.M. Hulleman (per 1 jan 05), A. Kamerling (per 1 dec 05), R.E. van Prattenburg (per 1 mrt 05), J.P. Spronk (per 1 dec 05), R.C.J. van de Steene (per 1 dec 05)Schaal 4: L.W. Bekker (per 1 nov 05), J.P.M.Goorden (per 1 jan 05), J.J.C.M. Segeren (per 1 dec 05), H.M. Soplanit (per 1 dec 05), H.G. Swart (per 1 okt 05)Schaal 3: A.A.L. Belien (per 24 okt 05), J.P.G. Bensen (per 1 nov 05)

Mutaties burgerpersoneel dienstverlaten

A.J.M. Adriolo (per 1 nov 05), A. van Alphen (per 1 dec 05), F.J.J. Arkenbosch (per 1 nov 05), J.C.S.M. Belde (per 1 nov 05), H.P. Berg (per 1 nov 05), H. de Boer (per 30 nov 05), G.O.B. Brink (per 1 dec 05), W.G. Brouwer (per 1 dec 05), W. Bijl (per 1 nov 05), M.M.A.T. Candido van den Oetelaar (per 1 dec 05), A.J.P.J. Dekkers (per 1 nov 05), D. Dias (per 1 nov 05), J.M. Dirks (per 1 nov 05), W. van Duijn (per 31 dec 05), G. Eibrink (per 1 dec 05), H. van Elburg (per 1 dec 05), R. Gerritsen (per 1 dec 05), W.M. Groen (per 2 nov 05), F. Heins (per 1 dec 05), C.E. Heijt (per 1 nov 05), E. Hoegen (per 1 dec 05), W.J. van der Hoeven (per 1 dec 05), J.A.M. van den Hout (per 1 dec 05), P.W. Houtman (per 1 nov 05), R.H.F. Hulst (per 1 dec 05), E.J.S.N. Jamaloodin (per 1 dec 05), I.P. Jongejan-Peelen (per 1 nov 05), A.J. Jos (per 1 dec 05), A.K. Karssen (per 1 nov 05), J. Kat (per 1 nov 05), R.H. Kent (per 1 dec 05), W. Klok (per 1 dec 05), J.M. Koers (per 1 dec 05), E.W. de Kok (per 1 nov 05), B. van der Kroft (per 1 nov 05), J.M. Kruse (per 1 dec 05), H.Q. van Loenen (per 1 nov 05), Drs. M.J.M. Lokkers-’t Lam (per 1 nov 05), F. van der Meer (per 1 dec 05), T. Meerveld (per 1 dec 05), G. van Midden-dorp-Westhuis (per 1 nov 05), R.C. Mielard (per 1 dec 05), M.H.A. van Mierlo-de Graef (per 1 dec 05), G.J.M. Mies (per 1 dec 05), H.W. Nakken (per 1 nov 05), G. Nanninga (per 15 dec 05), A.G. Neuvenheim (per 1 dec 05), A.R. Nolten (per 1 dec 05), L. van Nuil (per 1 nov 05), G.M. Offers (per 1 dec 05), M. Pattipeilohy (per 1 nov 05), B.J. Platenburg (per 1 dec 05), H.W.F. Plum (per 1 dec 05), J. Pol (per 1 dec 05), W.A. Polhout (per 1 dec 05), W.M. de Ruiter (per 1 nov 05), Drs. H.J.F. Scheepers (per 1 dec 05), E. Simons (per 1 dec 05), M.E. Smeets (per 31 dec 05), M.J.A.G. Stollman (per 2 nov 05), H.A.G. Verjans (per 1 nov 05), Y.G.M. Verstraelen (per 30 nov 05), T. de Waal (per 1 dec 05), G. van der Werf (per 1 nov 05), A.M.P. Weijers (per 1 nov 05), H.H.M. Wilhelm (per 1 dec 05), Ir. N.J.J.B. Wijnandts (per 1 nov 05)

In memoriam

generaal-majoor H.J.G.J. Teussink, geplaatst bij DMO te Den Haag / korporaal der eerste klasse J.E. Senneker, geplaatst bij 42 Tkbat/SSVesk te Steenwijk / sergeant-majoor N.C.A. Bitsch, geplaatst bij 103 Constrcie te Wezep / sergeant A.C.G. Peters, geplaatst bij 30 Natresbat/Ecie / sergeant L. Ruiter, geplaatst bij 40 Natresbat/Acie / soldaat der eerste klasse F. Garst, geplaatst bij 44 Painfbat te Havelte / adjudant C.A. Beve-lander, geplaatst bij CDC/DVVO te Soesterberg

Burgerpersoneelde heer A.J.F.M. Handels, geplaatst bij Field Support Bat NL Pers te Schinnen / de heer J.J. Schrijvers, geplaatst bij CLAS/Sitcen/SBCC te Apeldoorn / mevrouw G.H. van Ast, geplaatst bij Persco te Den Haag

Voor ideeën en opmerkingen over het blad Landmacht

bereikbaar kunt u terecht bij de leden van de redactieraad:

11 Pagnbat: smi Erik Vriens *06-535 67413

17 Painfbat: kap Jeroen Veenvliet *06 549 66715

43 GNKcie: sgt 1 Marcel van Hemert *06 532 48283

43 Mechbrig: sm Douwe Bruinsma *06 532 47021

Colua: kap Arjen Nijkamp *06 678 81703

Artillerie: elnt Corne van den Berg *06 549 65754

101 Gevstbrig: kap Ronald Verkuijl *06 573 71701

330 Hrstcie: kap Max Foppen *06 678 81668

DMO: maj Cas Le Mahieu *06 500 15013

HQ 1(GE/NL) Corps: kap Tjeerd Dijkstra *06 811 2415

ISK Harskamp: aoo Paul Fontein *06 538 54222

KCT: kap Jack Bakker *06 589 58021

KMS: Frank Ververs *06 578 62704

Korps Natres: elnt (r) Fred Warmer *06 573 73107

OTCo: Paul Klaessen *06 557 66227

Persco: kap Ad Duimel *06 546 69450

Staf CLAS: Pepijn Storm Van Leeuwen *06 557 46019

School Vbdd: sgt1 Bart Soffers: *06 678 8035

Is uw eenheid nog niet vertegenwoordigd in de redactieraad

en vindt u het leuk een keer in de twee maanden mee te

redactieraad

Page 14: Landmacht nr. 1, februari 2006

35 AAT

Datum: 22 april 2006

Locatie: Kampulan, Bronbeek in

Arnhem

Informatie en aanmelding:

Anne-Lies Willemstein,

telnr: 070-3290506

42 AAT

Datum: 12 mei 2006-01-04

Locatie: Generaal Majoor Koot/Majoor

Mulder Kazerne in Stroe (Garderen)

Informatie en aanmelding: G.P.Belt,

telnr: 023-5264705 of

via e-mail: [email protected]

Postadres: Weidezoom 37, 2742 EX

Waddinxveen

3.1.B.W.

Datum: 18 maart 2006-01-04

Locatie: Kromhout Kazerne te Utrecht

Informatie en aanmelding: H.J.

Zentveld,

telnr. 036-5312059

Postadres: Sluis 98, 1357 PB in Almere

Provide Care

Vrijdag 14 april is er een grote

reünie voor alle deelnemers (met

partners) aan de humanitaire missie

Provide Care (Goma, 1994) in het

Veteraneninstituut in Doorn.

Alle deelnemers aan de missie, voor

zover de adressen bekend zijn, hebben

een uitnodiging ontvangen. Meldt u

zich voor de zekerheid of voor nadere

informatie bij BEM.Hopman@

veteraneninstituut.nl of bij Jan van

Vliet op [email protected]

Seedorf

Datum: 22 april 2006

Informatie: www.reunie-seedorf.nl<

reünies

LANDMACHT FEBRUARI 2006 27

De Militaire Commissie voor Auto-

mobiel & Motorwedstrijden (MCAM)

organiseert op zaterdag 8 april 2006

een oefenrit kaartlezen voor al het

burger en militair (inclusief Reserve

en Natres) personeel van alle krijgs-

machtdelen. De rit heeft een lengte

van ongeveer 105 kilometer en voert

in zijn geheel over verharde wegen.

De oefenrit start om 10.00 uur op

de locatie van de Logistieke Divisie

Rhenen (LDR-Klu) in de buurt van

Rhenen. Deelname is in teamverband

(een chauffeur en een kaartlezer) in

een gevorderde- of beginnersklasse

mogelijk. De kosten voor deelname

aan de Oefenrit bedragen € 7,50 per

equipe.

Tijdens deze Oefenrit geldt voor

de beginners een aanzienlijk

vereenvoudigd reglement. Omdat het

een oefenrit is, zal er vooraf en tussen

Kaartleesrit MCAM

de trajecten uitleg gegeven worden

met lichtbeelden over het aangepaste

reglement, de kaartleessystemen en

na afl oop van een traject over de ideale

route. Voor de gevorderden telt deze

rit mee voor het Defensiekampioen-

schap Kaartlezen. De tweede rit die

meetelt voor dit kampioenschap is de

18-uursrit op 6 en 7 oktober 2006 te

Wezep.

Een inschrijfformulier voor de Oe-

fenrit kan per e-mail of telefonisch

(alleen maandag en dinsdag) worden

aangevraagd bij het secretariaat van

de MCAM. E-mailadres A.Balm-de-

[email protected] , telefoon MDTN

*06-497-8661 / PTT 0346-338661<

Kapitein Theo Janssen heeft uit han-

den van luitenant-generaal van Uhm,

Commandant Landstrijdkrachten, het

Ereteken voor Verdienste in Zilver

uitgereikt gekregen. De kapitein heeft

de onderscheiding gekregen omdat hij

gedurende de afgelopen jaren grote

betrokkenheid heeft getoond bij de

militairen in de verschillende

missiegebieden. Hij heeft veel werk

verzet buiten de diensturen en was 24

uur per dag gedurende 365 dagen per

jaar, ook tijdens zijn vakanties, bereik-

baar en beschikbaar om problemen

in de missiegebieden adequaat op te

lossen. De kapitein Janssen gaat nu

genieten van zijn pensioen.<

Ereteken voor verdienste in zilver

Veel offi cieren bij de Nationale

Reserve (Natres) hebben hun laatste

militaire opleiding genoten toen zij

hun militaire dienstplicht vervulden.

In de tussenliggende jaren is de KL

nogal veranderd en is die opgedane

kennis dus behoorlijk verouderd.

Hoogste tijd, zo vonden ze bij de Na-

tres, om de kennis van de reserve-of-

fi cier op het gebied van leiderschaps-

vaardigheden, commandovoering,

operationele besluitvorming en kennis

van het huidige landoptreden met

daarbij de vredesoperaties bij te

spijkeren. Temeer ook omdat na-

tionale operaties, het werkter-

rein van de Natres, een steeds

grotere rol gaat spelen.

Vandaar dat 23 Natres of-

fi cieren in december een

negendaagse offi ciers-

opleiding (verdeeld

over drie weekenden)

gevolgd hebben aan de

Koninklijke Militaire

Academie in Breda. Dit

jaar zal er nog een aantal

van dergelijke cursussen

gegeven worden zodat

iedere Natres offi cier weer

“up to date” is. Daarna moet

de cursus een vast onderdeel

worden in de opleiding van

nieuwe reserve offi cieren.

‘Het is ontzettend prettig om

met die mannen te

Spoedcursus offi cieren Nationale Reserve

De meeste Natres offi cieren hebben hun laatste militaire opleiding nog genoten in de

tijd van de dienstplicht of hebben alles in de praktijk moeten leren. Hoogste tijd voor een opfriscursus dus. Sinds december brengen

KMA-instructeurs de reservisten in drie weekenden

tijd weer up to date.

werken,’ zegt ritmeester Fred van

Wijk, Pelotonscommandant op de

KMA. ‘Zij spenderen hun vrije tijd aan

mijn beroep, dus hun motivatie is heel

erg hoog. Maar velen hebben zelfs

nooit een daadwerkelijke militaire trai-

ning gehad en zijn offi cier geworden

vanwege hun (HBO) vooropleiding

in het burgerleven. Ze moesten dus

behoorlijk hard werken maar hun

niveau is vrij hoog dus ze pikten de

zaken snel op.

In drie keer drie dagen kun je natuur-

lijk niet al te diep op de stof in gaan

dus we hebben geprobeerd ze even

overal aan te laten ruiken wat voor hen

interessant is. De nadruk lag daarbij

op commandovoering, Leiderschaps-

training en vaardigheden en com-

municatietechnieken. We hebben

geprobeerd de cursus zoveel mogelijk

te laten aansluiten op de praktijk.

Dat betekent voor de natres dus veel

objectbeveiligingen.’

De cursisten toonden zeer tevreden

met het geleerde. Eerste luitenant (R)

Rob Stuurman: ‘De cursus zat prima

in elkaar en afgezien daarvan was het

ook zeer waardevol om de collega’s

van de andere bataljons op deze

manier beter te leren kennen. Ik vind,

en met mij de andere deelnemers,

deze cursus dan ook een must voor

iedere Natres-offi cier, ongeacht rang

of functie.’<