Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid Werkinstructies ... · Werkinstructies hygiëne...

Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid

Werkinstructies hygiëne gemeentelijke crisisopvang voor

vluchtelingen Oktober 2015, versie 4

Werkinstructies hygiëne gemeentelijke crisisopvang voor vluchtelingen, oktober 2015, versie 4 Pagina 2 van 15

Inhoud Werkinstructies voor werknemers en vrijwilligers ....................................................................... 3

1 Handen wassen ................................................................................................................. 4

2 Werken met eten en drinken ............................................................................................. 5

3 Schoonmaken .................................................................................................................... 6

4 Omgaan met wasgoed ....................................................................................................... 7

5 Toilet- en doucheruimten .................................................................................................. 8

6 Kledinguitgifte ................................................................................................................... 9

7 Persoonlijke bescherming ............................................................................................... 10

Aanvullende informatie voor medewerkers en vrijwilligers ........................................................ 11

8 Hygiëne advies uitgifte eerder gedragen kleding ............................................................ 12

9 Voedselveiligheid ............................................................................................................ 13

10 Handen wassen of desinfecteren ..................................................................................... 14


Werkinstructies voor werknemers en vrijwilligers


1 Handen wassen

Handen wassen

Een van de meest voorkomende manieren waarop ziekteverwekkers worden verspreid,

is via de handen. De handen krijgt u schoon door ze te wassen met water en zeep of

ze in te wrijven met een handdesinfecterend middel.

Zijn uw handen zichtbaar vuil, was de handen dan met water en vloeibare zeep. Zijn uw handen niet zichtbaar vuil, dan mag u de handen wassen met water en

vloeibare zeep óf desinfecteren met een hand desinfectiemiddel.

Maak uw handen schoon: o voor en na elke nieuwe reeks handelingen;

o als ze zichtbaar vuil zijn; o na een toiletbezoek;

o voor en na het bereiden en serveren van eten; o na contact met dieren;

o na het verschonen van kinderen; o na het uitrekken van handschoenen;

o na schoonmaakwerkzaamheden;

o na contact met lichaamsvocht zoals speeksel, braaksel, ontlasting, wondvocht of bloed;

o na hoesten, niezen of het snuiten van de neus. Dit is ook belangrijk als u een zakdoek hebt gebruikt.

Ziekteverwekkers kunnen namelijk door de zakdoek heen op uw handen komen.


2 Werken met eten en drinken

Werken met eten en drinken

Wanneer u door uw werkzaamheden in aanraking komt met eten en drinken is het

belangrijk dat u zich houdt aan de hygiëneregels. Tijdens het bewaren, bereiden en

serveren van gerechten kunnen ziekteverwekkers zich gemakkelijk verspreiden. Hier

kunnen mensen ziek van worden. Let dus op uw persoonlijke hygiëne, was uw handen

regelmatig en houdt rekening met de eisen die gesteld worden aan de bereiding van

eten en drinken.

Was altijd de handen voor en na de werkzaamheden die met eten en drinken te maken hebben.

Draag bij voorkeur geen hand- of polssieraden bij het bereiden

van eten. Zorg dat wondjes aan de handen zijn afgedekt.

Gekoelde producten mogen niet langer dan 2 uur buiten de

koeling staan. (koelbox is geen vervanging voor de koeling) Zorg voor een kleine voorraad. Hanteer het FIFO systeem (first in,

first out). .

Gooi gekoelde etenswaren die langer dan 2 uur buiten de koeling

hebben gestaan direct weg. Zo voorkom je dat de producten toch terug in de koeling worden

geplaatst.

Plaats geleverde gekoelde etenswaren direct in de koeling.

Zorg dat de koelingen voldoende werken en meld het wanneer een koeling niet werkt. Controleer de koelingen dagelijks.


3 Schoonmaken

Schoonmaken

In vuil en stof kunnen ziekteverwekkers zitten. Door regelmatig schoon te maken,

haalt u ook veel ziekteverwekkers weg. Hierdoor verkleint u de kans op ziekte. Er komt

veel kijken bij een goede schoonmaak. Als er verkeerd wordt schoongemaakt, kunnen

er ziekteverwekkers achterblijven of zelfs verspreid worden.

Draag handschoenen bij schoonmaakwerkzaamheden.

Was de handen altijd na schoonmaakwerkzaamheden.

Kan uw kleding bij het schoonmaken in contact komen met lichaamsvloeistoffen? Draag dan ook een wegwerpschort. Gooi de

handschoenen en het schort weg na het schoonmaken.

Leeg afvalbakken tijdig zodat deze niet overlopen.

Maak schoon van ‘schoon’ naar ‘vuil’ en van ‘hoog’ naar ‘laag’.

Vervang schoonmaakmaterialen en sopwater als deze zichtbaar vuil zijn.

Was schoonmaakmaterialen zoals moppen en doeken na gebruik op 60° C. Laat ze

daarna drogen, aan de lucht of in een wasdroger. Of gebruik wegwerpmaterialen en gooi

deze direct na gebruik weg.

Berg schoonmaakmaterialen en –middelen op in een speciaal daarvoor bestemde

opslagruimte.

Desinfecteer een oppervlak of voorwerp als er bloed of een andere lichaamsvloeistof met

zichtbare bloedsporen op zit. Dit geldt ook als het bloed er al lang op zit; ook in oud

bloed kunnen ziekteverwekkers overleven.

Vraag de verantwoordelijke voor het schoonmaken met welk middel gedesinfecteerd

moet worden.

Let op: desinfecteer alleen als er éérst is schoongemaakt. Desinfecterende middelen

werken onvoldoende als iets nog vuil of stoffig is.


4 Omgaan met wasgoed

Omgaan met wasgoed

Vuil wasgoed kan besmet zijn met ziekteverwekkers. Daarom is het belangrijk dat u

zich aan de volgende hygiëneregels houdt.

Draag handschoenen bij het sorteren van wasgoed.

Was de handen altijd na het sorteren van wasgoed.

Verzamel vuil wasgoed in afsluitbare plastic zakken.

Transporteer vuil wasgoed in afsluitbare plastic zakken.

Transporteer schoon wasgoed in afsluitbare zakken.

Schoon was- en linnengoed worden tot gebruik apart bewaard.

Vuil was- en linnengoed worden apart opgeslagen tot aan het wassen of afhalen van het wasgoed.

Bewaar schoon en vuil linnengoed altijd apart van elkaar.


5 Toilet- en doucheruimten

Toilet- en doucheruimten

Elke toilet- en doucheruimte dient te voorzien te zijn van onderstaande punten:

Daarnaast moeten toiletten en douches regelmatig schoongemaakt worden.

Toilet

Stromend water met vloeibare zeep, papieren handdoekjes en afvalbak.

Voldoende toiletpapier.

Damestoiletten zijn voorzien van sanitaire containers.

Douche

Afvalbak in directe omgeving.

Waszakken in directe omgeving.

Vul toiletpapier op tijd aan.

Zorg dat er voldoende vloeibare zeep en papieren handdoekjes

aanwezig zijn.

Leeg afvalbakken op tijd. (draag handschoenen)

Zorg voor voldoende waszakken voor linnengoed.

Zorg voor voldoende waszakken waar mensen hun eigen kleding

in kunnen stoppen.

Zorg dat toilet- en doucheruimten regelmatig schoon gemaakt worden.


6 Kledinguitgifte

Kledinguitgifte

Eerder gedragen kleding zou schurft of luis kunnen bevatten en op die manier

overgedragen kunnen worden. Ook bij het passen en terugleggen van kleding zou schurft

of luis van de persoon die het gepast heeft, in de gepaste kleding terecht kunnen komen.

Naast onderstaande punten gelden voor kledinguitgifte ook de punten van omgaan met

wasgoed.

Draag wegwerphandschoenen bij het sorteren van kleding.

Draag zo nodig een plastic schort.

Neem contact op met de GGD als er sprake of verdenking is van

schurftmijt of kleerluis. Extra maatregelen zijn hiervoor nodig.

Kleding dient in een afgesloten plastic zak aangeleverd te worden.

Kleding dient gewassen te worden op 40°C. Ondergoed, linnengoed, handdoeken e.d. dienen gewassen te worden op

60°C.

Sorteer kleding op maat en soort. Regel uitgifte, laat de doelgroep geen kleding passen.

Gebruik geen verkorte wasprogramma’s.


7 Persoonlijke bescherming

Persoonlijke bescherming

Ieder mens draagt ontelbare, al dan niet ziekmakende, micro-organismen bij zich. Een

groot deel van infecties wordt overgedragen door mensen. Om verspreiding te voorkomen

is goede persoonlijke hygiëne belangrijk.

Was de handen na iedere handeling.

Dek wondjes altijd af met een waterafstotende pleister.

Knip nagels bij voorkeur kort.

Draag, bij voorkeur, geen sieraden aan handen of polsen.

Draag beschermende maatregelen, zoals handschoenen, een

plastic schort of een mond-neuskapje, indien nodig.

Meld ziekteverschijnselen van uzelf of anderen, zoals diarree,

braken of huiduitslag, bij de locatiemanager.

Zorg voor een apart toilet met vloeibare zeep en papieren

handdoekjes voor medewerkers en vrijwilligers.


Aanvullende informatie voor medewerkers en vrijwilligers


8 Hygiëne advies uitgifte eerder gedragen kleding

Algemeen

Draag wegwerphandschoenen bij het sorteren van kleding, verzamelen van vuil was- en

linnengoed.

Draag zo nodig een plastic schort.

Neem contact op met de GGD indien er sprake of verdenking is van schurftmijt of kleerluis.

Sorteer kleding op maat en soort. Regel uitgifte, laat de doelgroep geen kleding passen.

Ingezamelde kleding

Kleding dient in een afgesloten plastic zak aangeleverd te worden.

Kleding dient gewassen te worden op 40°C.

Kleding van de doelgroep

Vuile kleding dient in afgesloten zakken te zitten.

Kleding dient gewassen te worden op 40°C.

Ondergoed, linnengoed, handdoeken e.d. dienen gewassen te worden op 60°C.


9 Voedselveiligheid

Basisprincipes van voedselveiligheid

Voedselveiligheidsmaatregelen zijn gebaseerd op drie basisprincipes: beheersing van de

temperatuur, netheid en controle van de houdbaarheid. Alle regels in de Hygiënecodes zijn gericht

op deze principes.

Beheersing van de temperatuur

De temperatuur van gekoelde of diepvriesproducten beïnvloedt de voedselveiligheid. Hoe kouder

deze producten worden bewaard, hoe minder kans ziekteverwekkers hebben om uit te groeien. Bij

hoge temperaturen worden veel ziekteverwekkers juist gedood. Daarom gaan veel regels in de

Hygiënecode over de temperatuur eisen. Zo mag de temperatuur in een koelkast niet hoger zijn

dan 7 °C en moet rauw vlees tot minstens 75 °C worden verhit.

Netheid

Via vuile handen en vuile materialen (zoals keukenspullen, de koelkast of andere etenswaren) kan

voedsel besmet raken met ziekteverwekkers. Daarom staan er in de Hygiënecode zowel eisen die

gesteld worden aan de persoonlijke hygiëne van mensen die werken met voedsel als regels gericht

op de schoonmaak van materialen en werkruimten.

Houdbaarheid

Al het voedsel is bederfelijk. Daarom is het controleren en garanderen van de houdbaarheid van

producten een belangrijk aspect van voedselveiligheid.

Hygiënecodes

Door te werken volgens een Hygiënecode, voldoet u automatisch aan de wettelijke voorschriften

van voedselveiligheid.


10 Handen wassen of desinfecteren

Was uw handen zo: o Maak uw handen nat.

o Breng vloeibare zeep uit een dispenser aan op uw handen.

o Wrijf de zeep minimaal 10 seconden goed uit. Wrijf ook uw duimen, vingertoppen,

polsen en de huid tussen uw vingers in.

o Spoel de zeep af.

o Droog uw handen en polsen met een wegwerpdoekje.

o Heeft u geen no-touch kraan? Sluit dan de kraan met uw elleboog of het

wegwerpdoekje.

o Gooi het doekje weg.


Desinfecteer uw handen zo: o Zorg dat uw handen droog zijn. Vocht verdunt het handdesinfecterende middel,

waardoor dit onvoldoende werkt.

o Neem zoveel handdesinfecterend middel dat het kuiltje van uw hand is gevuld.

o Wrijf uw handen hier helemaal mee in. Neem ook uw duimen, vingertoppen, polsen

en de huid tussen uw vingers mee.

o Blijf het middel uitwrijven tot alles is opgedroogd. Pas dan zijn ziekteverwekkers

gedood.

Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid Werkinstructies ... · Werkinstructies hygiëne...

Documents

Transcript of Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid Werkinstructies ... · Werkinstructies hygiëne...