LANDELIJK ALGEMENE VERGADERING · algemene vergadering mag vertegenwoordigen, wordt bepaald door de...

LANDELIJK ALGEMENE VERGADERING

Algemene Vergadering Vlaamse Basketbal l iga

Datum: zaterdag 29 november ’08 - 09.30 Hr.

Plaats: Hotel IBIS, Engelandstraat 2-20 - 1060 Brussel Aanwezigheden:

raad van bestuur: A. Welvaarts, voorzitter, S. Garaleas en E. Hendryckx, bestuurders coördinatoren: P. Rottiers, juridisch coördinator, I. Claessens, sporttechnisch coördinator,

K. Verspecht, financieel coördinator en K. Umans, secretaris-generaal afgevaardigden:

Limburg (3): F. Baerts, L. Coonen, J. Kerckhofs (met volmacht M. Bogaers) Vlaams Brabant (3): P. De Smedt (met volmacht J. Manghelinckx), E. Schuermans,

F. Van den Eynde Antwerpen (6): H. Dubin, G. Hertogs, B. Laermans, E. Roos, J. Van Assche, F. Van

den Bosch Oost-Vlaanderen (4): D. De Backer, E. Fels, J. Van Lantschoot, L. Verheye West-Vlaanderen (4): S. Deprez, A. Deweerdt, M. Stevens, M. Van Vooren (met

volmacht J.P. Cannaert) op uitnodiging: E. De Neve verontschuldigd: M. De Smedt (Bestuurder)

Agenda:

1. Welkomstwoord

Dhr. A. Welvaarts, voorzitter, opent de jaarvergadering. Hij vraagt een moment van stilte ter nagedachtenis van zij die ons ontvallen zijn. Hij verontschuldigt Dhr. M. De Smedt, bestuurder en verwelkomt Dhr. E. De Neve, kandidaat bestuurder. Hij overloopt het niet altijd rimpelloze werkjaar en stelt dat alvast een ontwerp van beleidsplan 2009-2012 voorligt met daarin heel wat nieuwe ideeën en uitdagingen.

2. Aanwezigheden

Dhr. K. Umans, secretaris-generaal, deelt mee dat, gelet op de voltalligheid van de vergadering, de 2/3 meerderheid op 14 stemmen en de enkelvoudige meerderheid op 11 stemmen vastgesteld wordt.

3. Voorstelling van het beleidsplan 2009-2012

De voorzitter geeft een woordje uitleg bij de context waarbinnen het beleidsplan 2009-2012 opgemaakt werd evenals de daarbij gehanteerde methodiek. Hij accentueert dat vooral in het domein van de facultatieve opdrachten eigen klemtonen werden gelegd, welke extra subsidiëring kunnen meebrengen.

Het beleidsplan (zie bijlage A) wordt in extenso toegelicht door Mevr. I. Claessens en Dhrn. S. Garaleas en K. Umans.

Op interventies en opmerkingen van de afgevaardigden wordt afdoende geantwoord.

Dhr. A. Welvaarts wijst op het dynamisch karakter van het beleidsplan, dat telkenjare geconcretiseerd wordt in het jaaractieplan. Na de (momenteel uitgestelde) bilaterale gesprekken met de subsidiërende

instanties zal hij voorzien in een terugkoppeling naar de algemene vergadering van maart ’09, zodat deze kennis kan nemen van de domeinen waar in een effectieve ondersteuning voorzien wordt . De opvolging van het beleidsplan wordt op kwartaalbasis binnen de raad van bestuur voorzien. Dhr. M. Van Vooren dringt aan op een eindevaluatie van het beleidsplan 2005-2008. Dhr Welvaarts benadrukt dat een beleidsplan in eerste instantie een instrument is dat de VBL moet bijstaan bij het uitstippelen van z’n beleid en z’n activiteiten, minder dan een controlemiddel voor de subsidiërende instanties.

Stemming: 20 stemmen voor – 0 stemmen tegen (beleidsplan 2009-2012 aanvaard)

4. Interpellaties

Nihil

5. Budget 2009 (zie bijlage B)

Dhr. A. Welvaarts overloopt het budget van het werkjaar 2009 zoals dit ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de algemene vergadering en wijst op enkele significante wijzigingen in de opmaak en de cijfers ten opzichte van het verleden.

Dhr. L. Verheye vraagt toelichting bij de mogelijke impact van het dossier BMC. Op vraag van de voorzitter geeft Dhr. M. Van Vooren de status weer: de KBBB vzw is in afwachting van het arrest in de beroepsprocedure, terwijl de rechtsdag in eerste aanleg met betrekking tot de rechtspersonen VBL vzw en AWBB asbl én diverse bestuurders voorzien is in november ’09. Hij geeft op gerichte vragen verdere duiding bij het dossier.

Dhr. E. Schuermans vraagt om de eerder goedgekeurde uitgaven in het ‘uptempo dossier’ uit te filteren en een voorziening op de balans 2008 te nemen.

Dhr. M. Van Vooren stelt in generalistische termen dat het gebudgetteerde verlies excessief is en wenst via een voorziening op de balans 2008, zoals eerder aangehaald en op basis van een realistische inschatting van de inkomsten uit boetes een correctie doorgevoerd te zien. Verder wenst hij dat de kosten van de topsportscholen nader bekeken worden zonder dat dit een impact op de werking hoeft te hebben. Dhr. L. Verheye sluit zich hierbij aan en kondigt aan dat zijn groep zich zal onthouden bij elke stemming inzake het budget 2009.

Dhr. K. Umans verduidelijkt dat de cijfers welke in het budget 2009 ingeschreven zijn voor het project jeugdsport verhoudingsgewijs moeten geïnterpreteerd worden: indien er 100K€ vanuit de institutionele partijen komt, dient VBL 25K€ in eigen middelen te voorzien.

Dhr. E. Schuermans vraagt of het budget voor 3/12de

goedgekeurd kan worden in afwachting van de uitkomst van de besprekingen met BLOSO. De voorzitter repliceert dat dit niet staat voor een solide federatie als de VBL.

Dhr. S. Garaleas vraagt aan de vergadering om zowel actuele zaken in vraag te stellen als kansen voor nieuwe initiatieven te bieden. Hij herhaalt dat er een voorafgaand overleg met het BLOSO ingepland is, alvorens diverse projecten überhaupt kunnen opstarten.

Dhr. B. Laermans geeft mee dat een uitstel hem niet opportuun lijkt en dat de benadering bij de beoordeling van het budget moet uitgaan van het plan achter de centen.

De voorzitter benadrukt nogmaals dat de raad van bestuur steeds een voorzichtig financieel beleid heeft gevoerd en zal blijven voeren.

Dhr. M. Stevens voert aan dat de begroting een beleidsdocument is, waarbij een motivatie voor en een verantwoording van de verschillende pos-ten voorzien is.

Dhr. L. Verheye legt een memo van de hand van Dhr. Van Hecke voor aan de vergadering. De vergadering neemt kennis van het document. De voorzitter drukt zijn ongenoegen uit over de toon van de memo. Dhr. S. Garaleas wenst de inhoudelijke discussie over de topsportschool aan te gaan en legt toch even de resultaten van de nationale jeugdselecties en de doorstroming naar het hoogste niveau voor, zonder eraan voorbij te willen gaan dat er werk aan de winkel is op het niveau van de middenscholen en een voortgezet project na de TSS. Hierin wordt echter voorzien in het aanvaarde beleidsplan 2009-2012. Hij herinnert er de vergadering aan dat topsport in globo de meest gesubsidieerde post is.

Dhr. B. Laermans wil deze negatieve discussie achterwege laten en innovatief te werk gaan. Alternatieven moeten maar vooruitgeschoven worden.

De Voorzitter gaat over tot stemming over de verschillende budgetpos-ten 2009

- rubriek 10: 13 stemmen voor - 7 onthoudingen (aanvaard)






- rubriek 5010-5083: 13 stemmen voor - 7 onthoudingen (aanvaard)

Dhr. F. Van den Bosch vraagt aandacht voor een éénduidig controlesysteem en wenst dat op nationaal vlak eenzelfde beoordeling van beide refs mogelijk moet zijn. Dhr. A. Welvaarts laat dit natrekken.



- rubriek 7010-7060:

Dhr. B. Laermans drukt zijn waardering uit voor het werk gerealiseerd door Dhr. J.

Reenaers en stelt vast dat de budgetten niet steeds conform de TTB opgesteld zijn.

Dhr. M. Van Vooren sluit zich hierbij aan en wenst correcties aangebracht te zien voor

31.12. Dhr. B. Laermans stelt voor het budget van de provinciale comités als principe

te stemmen onder voorbehoud van conformiteit met het HHReg en de TTB én aan de

Raad van Bestuur te vragen de anomalieën uit te filteren.

13 stemmen voor – 3 tegen – onthouding 4 (aanvaard)

6. Statutaire wijzigingen

6.1. VZW Statuten

Artikel 9 §3

§3 (1) De volgende toetredingsvoorwaarden en formaliteiten gelden voor de aanvaarding van nieuwe werkende leden: om werkend lid van de vzw VBL te kunnen worden of te kunnen zijn, dient de betrokken persoon lid te zijn van een provinciale groep van afgevaardigden bij gebreke waarvan hij/zij van rechtswege de hoedanigheid van werkend lid verliest. De provinciale groepen van afgevaardigden - voor dewelke de voorwaarden tot toetreding, de samenstelling evenals de opdrachten opgenomen zijn in het huishoudelijk reglement - duiden voor hun respectievelijke provincies de werkende leden van de vzw VBL aan. Zij doen dit in een brief aan de Raad van Bestuur.

Dezelfde procedure is van toepassing voor vervangingen van of toevoegingen aan hun groep werkende leden. Op haar eerstvolgende vergadering zal de Raad van Bestuur kennis nemen van de vervangingen voor of toevoegingen aan hun groep van werkende leden. Voor de opheffingen wordt, mits toevoeging van een degelijk gemotiveerd dossier, aan de Raad van Bestuur gevraagd deze ter goedkeuring, met twee derden meerderheid van de aanwezige of vertegenwoordigende werkende leden , voor te leggen aan de algemene vergadering.

De voorzitter benadrukt dat de provinciale groepen van afgevaardigden in deze materie een beslissende rol moeten spelen en concludeert, na de discussie, dat bovenstaand voorstel niet beslissingsrijp is. Hij verwijst het naar de volgende algemene vergadering(maart 2009) waar een voorstel zal gedaan worden dat: - bevestigt dat vervangingen en toevoegingen van werkende leden een prerogatief hoort te zijn van de provinciale groepen van afgevaardigden - van rechtswege de uittreding als werkend lid voorziet indien deze laatste de hoedanigheid van afgevaardigde verliest, door ontslag te nemen of indien dat mandaat door de provinciale groep ingetrokken wordt..

(2) Het aantal werkende leden dat een provinciale groep van afgevaardigden binnen de algemene vergadering mag vertegenwoordigen, wordt bepaald door de regels die daartoe in het huishoudelijk reglement worden opgenomen en waarvan de basis hoofdzakelijk verband houdt met het aantal leden dat aangesloten is bij clubs uit de betreffende provincie op het einde van het voorbije competitiejaar. Evenwel heeft elke provinciale afvaardiging recht op minstens één werkend lid. (voorstel RvB)

Stemming: 20 stemmen voor – 0 tegen (goedgekeurd)

Artikel 17

De vzw VBL wordt bestuurd door een Raad van Bestuur van 5 bestuurders, 1 uit elke Vlaamse provincie. Zij worden benoemd door de Algemene Vergadering en zijn te allen tijde door deze afzetbaar.

De vzw VBL wordt bestuurd door een raad van bestuur van minstens 5 en maximum 10 bestuurders. Zij worden benoemd door de algemene vergadering, waarbij elke provinciale groep van afgevaardigden het recht heeft om haar (WetCom) kandidaten voor te dragen ter invulling van minstens 1 bestuursmandaat. De bestuurders zijn te allen tijde door de algemene vergadering afzetbaar.

De raad van bestuur kan een secretaris en een penningmeester aanstellen die de vergaderingen van de raad van bestuur bijwonen zonder stemrecht. De secretaris en penningmeester maken alsdan geen deel uit van de raad van bestuur. Zij kunnen verkozen worden onder niet-leden van de vzw.

De bestuurders oefenen hun mandaat kosteloos uit.

De leden van de raad van bestuur mogen geen werkende leden van de algemene vergadering zijn.

Bestuurders kunnen zelf ontslag nemen door een aangetekende brief te richten aan de voorzitter van de vzw VBL. Hun vervanger voltooit hun mandaat.

Bestuurders kunnen zelf ontslag nemen door een aangetekende brief te richten aan de voorzitter van de raad van bestuur. Ingeval een bestuurder ontslag neemt of wordt afgezet waardoor het aantal bestuurders onder het minimum komt waarvan sprake hierboven dan zal de raad van bestuur zo snel mogelijk een (buitengewone) algemene vergadering samenroepen teneinde in diens vervanging te voorzien. Zijn vervanger voltooit zijn mandaat

Na discussie stelt Dhr. A. Welvaarts vast dat het neergelegde voorstel geen voldoende draagvlak heeft. Verdere voorbereidende discussie moet in een ander forum gevoerd worden.Teneinde voor de raad van bestuur toch niet het risico te lopen onrechtmatige beslissingen te nemen wenst hij namens de raad van bestuur een voorstel neer te leggen dat maximaal garandeert dat het aantal bestuurders tegemoet komt aan de wettelijke en decretale vereisten. Enerzijds voorziet de wet in minimaal 3 bestuurders, anderzijds vraagt het decreet minimaal 5 bestuurders.

Voorstel:

De vzw VBL wordt bestuurd door een raad van bestuur van maximum 5 personen, waarvan maximum één uit elke Vlaamse provincie.

Stemming: 17 stemmen voor – 3 tegen (goedgekeurd). N.a.v. de AV van maart 2009 zal deze problematiek opnieuw op de dagorde geplaatst worden.

6.1. VAD

Artikel VAD21 - AGENDA

1. De dagorde van de algemene vergadering wordt vastgelegd door de raad van bestuur. Agendapunten kunnen daarna slechtst worden toegevoegd mits goedkeuring door tenminste twee derden van de aanwezige of vertegenwoordigende leden bij aanvang van de algemene vergadering.


2. Voor ( ... )

Artikel VAD31 - VERTEGENWOORDIGING VAN DE CLUBS

Op de eerste vergadering van het seizoen keurt de raad van bestuur de statistische gegevens inzake het ledenaantal, zoals telkenjare op datum van 30 juni neergelegd bij de subsidiërende instantie, goed. De raad van bestuur keurt vervolgens de verdeling van het aantal afgevaardigden per provincie goed.

De clubs worden vertegenwoordigd door 20 afgevaardigden met stemrecht op de algemene vergadering.

Alle provincies hebben recht op ten minste één vertegenwoordiger op de AV. Indien zou blijken dat na deling een provincie geen vertegenwoordiger heeft, dan zal zij genieten van het recht van het decimale deel bij de verdeling van de niet van rechtswege toegekende zetels.

Het aantal vertegenwoordigers voor een provincie is gelijk aan het geheel van de breuk 20.X/Y waarbij X het aantal leden is in de betreffende provincie op het einde van het voorbije seizoen (30.06) en Y het totaal aantal leden op het einde van het voorbije seizoen (30.06), zoals goedgekeurd door de raad van bestuur.

De zetels die niet van ambtswege toegewezen werden, worden toegewezen in verhouding tot de grootste decimalen teneinde tot een totaal van 20 te komen.

Deze verdeling wordt toegepast vanaf 01 juli daaropvolgend.


Artikel VAD 46 - OPDRACHT VAN DE AFGEVAARDIGDEN

1. Met betrekking tot de clubs : veelvuldig contact met de clubs

opnemen en hun wensen en klachten noteren om ze voor te leggen

in vergadering van de Provinciale groep van Afgevaardigden.

2. Met betrekking tot de APV : Verslagen uitbrengen over hun

provinciale werking. Rekening houden met de wensen die in de APV

uitgedrukt worden om ze te onderzoeken en in de AV voor te

leggen.

Verzekeren van de naleving van de statutaire bepalingen door de

provinciale instanties.

3. Met betrekking tot de provinciale en landelijke instanties : Waken

over het naleven van de statutaire bepalingen, en tussen komen, in

voorkomend geval, binnen de limieten van hun statutaire

bevoegdheden.

4. Met betrekking tot de AV : Tijdens de AV het beheer van de

Raad van Bestuur en de Departementen beoordelen.

De Statuten en het HHReg wijzigen. De kandidaten verkiezen

voor de door de Statuten en HHReg voorgeschreven mandaten.

Opbouwende suggesties tot bevordering van het beheer naar voren

brengen.

5. Met betrekking tot clubs en leden van hun provincie: Clubs en

leden van hun provincie bijstaan voor een Rechterlijke Raad,

zowel provinciaal als landelijk. (samenhang met art VAD 101. A)

Stemming: 3 stemmen voor – 17 tegen (niet goedgekeurd)

Artikel VAD 47 - PROVINCIALE GROEP VAN AFGEVAARDIGDEN

a) Iedere provincie heeft het recht een minimum aantal van 6 Afgevaardigden te kiezen, verhoogd met één Afgevaardigde per schijf van 50 ploegen, vanaf 300, die het kampioenschap beëindigd hebben volgens de normen vastgelegd in VAD art. 31 punt A, en beperkt tot een maximum aantal van 12 Afgevaardigden.

b) Tussen 01 juni en 30 juni van elk jaar houdt elke Provinciale Groep van Afgevaardigden tenminste één vergadering waarop, mits inachtneming van VAD art. 57, een voorzitter, een ondervoorzitter, een secretaris, een vertegenwoordiger voor de financiële commissie (zie VAD art. 106) en een vertegenwoordiger voor de Wetgevende Commissie (zie VAD art. 105) verkozen worden. Hun namen worden in het blad voor officiële mededelingen (de website van de VBL) gepubliceerd.

c) Tijdens deze zitting mogen: - de vroegere, niet herkozen leden, niet meer meestemmen i.v.m. het bureau en de taakverdeling. - de nieuw verkozen leden enkel en alleen meestemmen over het bureau en de taakverdeling. Zij kunnen zich eveneens kandidaat stellen voor een functie

d) Indien er plaatsen vrij zijn mag de groep tot coöptatie overgaan, mits inachtneming van VAD art. 43 (punten 1, 2, 3 en 4) en VAD art. 60. Hij moet zijn keuze ter bekrachtiging aan de eerstvolgende APV voorleggen. Tijdens de APV zelf mag geen oproep tot kandidaten verricht worden. De kandidaat die op de APV het vereiste aantal stemmen niet behaalde mag niet gecoöpteerd worden voor het volgende seizoen.

e) Ieder jaar wordt de groep, indien mogelijk, voor een vijfde hernieuwd. Er wordt naar gestreefd dat ieder jaar een vijfde van de leden uittredend en herkiesbaar is.

f) Iedere Afgevaardigde heeft op de APV slechts een adviserende stem, tenzij hij de club vertegenwoordigt waar hij een toewijzing voor heeft.

g) De Afgevaardigde die zonder geldige of aanvaardbare reden meerdere keren afwezig is in de loop van hetzelfde seizoen, kan (WetCom: kan op voorstel van de groep van afgevaardigden door de provinciale algemene vergadering) van zijn mandaat ontheven worden.

h) Minstens een keer per jaar vergaderen de Afgevaardigden, op uitnodiging van de groepsvoorzitter, met het PC en met de PRR ter bespreking van de maatregelen die het basketball in de provincie kunnen vooruithelpen.

i) Iedere groep maakt uiterlijk op 1 juli de namen en adressen van de voorzitter, de secretaris en de andere leden bij het SG van de VBL en aan de secretaris van het PC bekend.

j) Eén enkel stembiljet zal worden opgesteld. De namen van de kandidaten worden er alfabetisch op gerangschikt.

k) De PV’s van de zittingen worden gestuurd aan het SG van de VBL dat ze in het blad voor officiële mededelingen (de website van de VBL) publiceert.

l) De groep stelt zijn afvaardiging op de AV en/of BAV samen volgens de voorschriften van het HHReg, en maakt ze aan het SG van de VBL bekend.

m) De onkosten van de groep worden door de clubs uit de provincie gedragen.


Artikel VAD58 – ONVERENIGBAARHEID VAN FUNCTIES

Een lid mag geen functies hebben in meer dan twee departementen of commissies.

Een secretaris zonder stemrecht mag echter ook in andere organismen van de VBL dezelfde functie hebben, met uitsluiting van iedere andere functie.

A. Basisregels

1. Binnen de structuren van de VBL onderscheiden we een wetgevende-, een uitvoerende- en een rechterlijke zuil.

2. Binnen de uitvoerende zuil zijn er 4 pijlers, nl. de pijler “competitie”, de pijler “topsport”, de pijler “recreatief basketbal” en de pijler “arbitrage”.

3. De functies waarop onderhavige regeling inzake de onverenigbaarheid van functies van toepassing is zijn enkel de volgende: a. Wetgevende zuil: provinciaal afgevaardigde, al dan niet lid van de Algemene Vergadering van de VBL, van de Wetgevende Commissie of van de Financiële Commissie. b. Uitvoerende zuil: (1) Pijler competitie: voorzitter of lid v/h departement nationale competitie, van het departement landelijke competitie, van de commissie provinciale competitie of van het provinciaal comité. (2) Pijler arbitrage: voorzitter of lid v/h departement arbitrage nationale competitie, lid van het landelijk departement scheidsrechters, lid van de commissie provinciale scheidsrechters, aanduider 1

ste nationale heren, aanduider nationale competitie, aanduider landelijke

competitie, aanduider provinciale competitie. ,actieve scheidsrechters - motivatie van de toevoeging : scheidsrechters, ,inzonderheid de actieve scheidsrechters ,behoren absoluut tot de uitvoerende macht. Zij kunnen o.a. zelfs voorzitter van de VBL uit de zaal doen zetten en nog veel meer (arbiter=scheidsrechter) (amendement West-Vlaanderen) Stemming gevat in de stemming m.b.t. amendement W-Vl in punt B.1. Nota voor de AV: of functies in de pijlers “topsport” en “recreatief basketbal” in aanmerking komen zal pas later geoordeeld worden, nl wanneer de betrokken departementen geconsolideerd zijn. Een nieuwe beslissing van de AV zal dan nodig zijn. c. Rechterlijke zuil: juridisch coördinator VBL, voorzitter of lid van een rechtscollege inzake de nationale competitie, voorzitter of lid van een landelijk rechtscollege of van een provinciaal rechtscollege.

4. Verantwoordelijkheden, opdrachten of taken die in par 3. hierboven niet vermeld zijn worden niet in aanmerking genomen, nl. het uitoefenen van een bestuursfunctie binnen een club (de functies vernoemd in VAD 76) of volgende wedstrijdgebonden functies: scheidsrechter (W-Vl stelt voor “scheidsrechter” te schrappen, motivatie zie 3.b.(2) hierboven, Stemming gevat in de stemming m.b.t. amendement W-Vl in punt B.1), een taak aan de wedstrijdtafel, een evaluator van scheidsrechters en de functie van terreinafgevaardigde. Zulke verantwoordelijkheden, opdrachten of taken worden dan ook niet in aanmerking genomen om te bepalen of iemand in overtreding is met de regels inzake de onverenigbaarheid van functies. Amendement West-Vlaanderen (nieuwe tekst voor punt 4) Verantwoordelijkheden, opdrachten of taken die in par.3,hierboven niet vermeld zijn worden niet in aanmerking genomen : het uitoefenen van een bestuursfunctie binnen een club, een aantekenaar, een tijdopnemer, een operator 24", een evaluator van scheidsrechters en de functie van terreinafgevaardigde. Zulke verantwoordelijkheden, opdrachten of taken worden niet in aanmerking gebomen om te bepalen of iemand in overtreding is met de regels inzake de onverenigbaarheid van functies Stemming gevat in de stemming m.b.t. amendement W-Vl in punt B.1

5. Horizontale cumul tussen de zuilen is uitgesloten. 6. Horizontale cumul tussen de pijlers is uitgesloten

7. Verticale cumul is toegelaten tenzij het HHReg dit expliciet verbiedt. De betrokken departementshoofden zullen bij het toelaten van de verticale cumul rekening houden met deontologische regels waarover de raad van bestuur uitspraak kan doen wanneer zij dat nuttig of nodig acht.

8. De cumulregeling betreft enkel de interne organisatie van de VBL tenzij hierboven expliciet anders voorzien werd. De invulling van externe functies wordt, in zoverre de VBL daarbij inspraak heeft, ad hoc beslist door de RvB (bvb functies in de nationale departementen, bij FIBA, bij de BLB. Deze functies worden niet in aanmerking genomen.

9. Voor leden van de RvB is elke cumul uitgesloten, dit met uitsluiting van de functies van departementshoofd.

10. Voor het personeel van de VBL worden de modaliteiten vastgelegd in de individuele arbeidsovereenkomsten. die op dat vlak aan de AV worden voorgelegd (amendement West-Vl 12 nov 08). Stemming: voor 20, aanvaard. Dhr B. Laermans wijst erop dat de bepalingen uit de arbeidsovereenkomsten niet strijdig mogen zijn met de bepalingen van VAD art 58.

B. Uitzonderingen

1. Per begonnen schijf van 6 leden van een Provinciale Afvaardiging is het maximum één lid van die afvaardiging toegelaten de functie van Provinciaal Afgevaardigde te cumuleren met deze van actief scheidsrechter of actief wedstrijdcommissaris en dit op gelijk welk niveau. Amendement Antwerpen: “actief commissaris” schrappen Stemming: voor 17, tegen3,

aanvaard Amendement West-Vlaanderen: tekst als volgt lezen: Per begonnen schijf van 6 leden van een Provinciale Afvaardiging is het maximum voor een scheidsrechter, en dit op gelijk welk niveau, toegelaten deze activiteit te cumuleren met de functie van Provinciaal Afgevaardigde

Motivatie :

Volgens het voorstel van de VBL MAG en volgens W-VL MAG NIET :

een scheidsrechter als lid voorzitter of lid v/h departement nationale competitie, van het departement landelijke competitie, van de commissie provinciale competitie of van het provinciaal comité. Beide voorstellen laten de toepassing van artikel 70 toe ( twee scheidsrechters lid van PC ) en verbieden cumul tussen LDS en CPS (artikel 73 ter ) en laten de scheidsrechters toe afgevaardigde te zijn volgens de voorwaarden voorzien in de uitzondering van artikel 58 zelf

Stemming voorstel W-Vl: voor 7, tegen 13, niet aanvaard

2. Het aantal actieve scheidsrechters dat mag deel uitmaken van een PC is beperkt. Zie VAD art 70.

Nota voor de AV: Zoals hoger gezegd wordt het bekleden van een functie in de departementen “Topsport” en “Recreatief basketbal” niet in rekening gebracht om te bepalen of iemand cumuleert. Over de invulling van deze functies wordt, mits inwinning van de voorziene adviezen, ad hoc door de RvB beslist (incl aanstelling staf nationale teams).

C. Toepassingsdatum (het onderstaande wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de AV doch maakt geen deel uit van de tekst van VAD art 58)

1. De regeling inzake onverenigbaarheid van functies wordt geïmplementeerd op 01 januari 2009. Personen die op basis van hun uitgeoefende functies tegen dan geconfronteerd worden met een onverenigbaarheid dienen vóór 15 december 08 (amendement RvB vóór 15 juni 09, stemming voor 9, tegen 3, onthouding 8, aanvaard) hun keuze(s) kenbaar te maken bij de RvB bij gebreke waarvan de RvB zal beslissen. (Oost-Vlaanderen stelt voor de regeling te laten ingaan per 01 juli 2009, einde lopende seizoen dus) stemming: voor 10, tegen 6, onthoudingen 4, aanvaard

2. De bepalingen uit VAD art 73 Ter inzake de “overgangsmaatregel bij de CPS” (1ste

zin van de laatste alinea) worden per 01 januari 09 buiten werking gesteld. (O-Vl : eventueel ook per 01 juli 09) stemming: voor 10, tegen 6, onthoudingen 4, aanvaard

Stemming over het globale voorstel, inclusief de goedgekeurde amendementen: voor 16, tegen 4, goedgekeurd

Deontologische regels (punt A. 7. hierboven): dient de AV betrokken te worden of zijn uitsluitend de departementen en de raad van bestuur bevoegd. Voorbeeld van Antwerpen in bijlage.

Artikel VAD 61 - SAMENSTELLING

De Raad van Bestuur omvat 5 bestuurders, 1 uit elke Vlaamse provincie. Zij worden benoemd door de AV of worden gecoöpteerd indien er een mandaat vrij komt. Het te coöpteren lid moet worden voorgesteld door de Groep van Afgevaardigden van de betrokken provincie.

De Raad van Bestuur omvat minstens 5 en maximum 10 bestuurders. Zij worden benoemd door de Algemene Vergadering, waarbij elke groep van afgevaardigden die een Vlaamse Provincie vertegenwoordigt het recht heeft om een kandidaat voor te dragen ter benoeming van 1 bestuursmandaat. (ter benoeming van minstens één en maximum twee bestuursmandaten. , amendement West-Vlaanderen 12/11/08)

Verwijzend naar de beslissing omtrent art 17 van de statuten (vzw) trekt de RvB bovenstaand voorstel in en vervangt het door het volgende:

De Raad van Bestuur omvat maximum 5 bestuurders. Zij worden benoemd door de Algemene Vergadering, waarbij elke groep van afgevaardigden die een Vlaamse Provincie vertegenwoordigt het recht heeft om maximum een kandidaat voor te dragen ter benoeming van 1 bestuursmandaat.

Onder deze leden verkiest de AV bij geheime stemming en overeenkomstig de voorschriften van VAD art. 55, een Voorzitter die tezelfdertijd Voorzitter wordt van de vzw, de VBL , de AV , de BAV en de Raad van Bestuur

De Voorzitter is in deze hoedanigheid verkozen voor een termijn die gelijk is aan de duur van zijn mandaat in de Raad van Bestuur

De leden van de Raad van Bestuur zullen onder hen één ondervoorzitter, alsook de verantwoordelijken voor de verschillende Departementen aanduiden.

Stemming: 16 stemmen voor – 4 tegen (goedgekeurd). N.a.v. de AV van maart 2009 zal deze problematiek opnieuw op de dagorde geplaatst worden.

Artikel VAD 62 - BIJZONDERE VOORWAARDEN VAN VERKIESBAARHEID

(schrapping van tekstgedeelten)

Om zich kandidaat te kunnen stellen voor de Raad van Bestuur moeten de kandidaten voldoen aan de voorwaarden gesteld in VAD art. 57. en ten minste 25 jaar oud zijn. (RvB stelt voor ook de leeftijdsvoorwaarde te schrappen).


Bovendien moeten zij, tijdens de periode van vier jaar vóór de datum van de AV die zich over hun kandidatuur moet uitspreken, gedurende ten minste één jaar functies gehad hebben in een Departement, Rechterlijke Raad, Comité, Commissie of als Afgevaardigde. Zij mogen deze functies in verschillende Departementen, Rechterlijke Raden, Comités of Commissies gehad hebben, zelfs al was het maar met adviserende stem.

Bovendien moeten de kandidaten voorgesteld worden door hun club en met akkoord van de Provinciale afgevaardigden voorgesteld worden voor benoeming. Indien er in een provincie meerdere kandidaten zijn zullen de Afgevaardigden slechts één kandidaat aan de AV voorstellen.

Stemming: 13 stemmen voor – 7 tegen (niet goedgekeurd – behoud van de geschrapte alinea)

Een lid dat niet verkozen wordt, zich terugtrekt of zich niet herkiesbaar stelt op het einde van zijn mandaat mag vervangen worden.

Het gecoöpteerde lid fungeert ad interim tot de laatste AV van het maatschappelijk jaar.

Het gecoöpteerde lid dient zich op deze vergadering verkiesbaar te stellen volgens de procedure voorzien voor nieuwe kandidaten.

Na de verkiezing vervult hij het mandaat van de persoon die hij vervangt in de tabel, waarvan sprake is in VAD art. 67 punt 6.


Artikel VAD 63 - BEVOEGDHEID VAN DE RAAD VAN BESTUUR

De Raad van Bestuur is in de schoot van de VBL de hoogste administratieve macht. Hij wordt in zijn taak bijgestaan door de Departementen en Provinciale Comités.

Voor alle gevallen die niet voorzien zijn door de Statuten of het HHReg, kan de Raad van Bestuur een beslissing nemen die ter goedkeuring aan de volgende AV moet voorgelegd worden.

Zijn administratieve bevoegdheid is niet beperkend vastgesteld.

Zijn taak bestaat o.m. uit :

1. het goede beheer van de VBL

2. het treffen van alle maatregelen van algemene aard, het onderhouden van alle nuttige

betrekkingen, en het voeren van de briefwisseling met de Openbare Macht en de Officiële Organismen

3.het benoemen van de leden van de Rechterlijke Raden en Departementen maar slechts na advies der Afgevaardigden van de provincie waartoe de kandidaat ook behoort. Voor de bevestiging in hun mandaat van “lid van een departement” dient jaarlijks om advies van de provinciale groep van Afgevaardigden te worden verzocht. Van een advies van de groep van afgevaardigden kan niet afgeweken worden tenzij bij unanimiteit van de Raad van Bestuur. Dit jaarlijks verzoek om advies wordt uitgebreid naar de leden van commissies (behalve PC) en secties. Dit jaarlijks verzoek om advies wordt uitgebreid naar geldt ook voor de leden van commissies, behalve de wetgevende en financiële commissie, en secties.

4. Het beoordelen van opmerkingen aangaande leden van deze Rechterlijke Raden, Departementen, Commissies en Secties die schade zouden aanbrengen of trachten aan te brengen aan de VBL zijn clubs of zijn leden, die niet geregeld zouden zetelen of waarvan de morele waarde twijfelachtig wordt.

5. de controle van de werking van alle eenheden die behoren tot de uitvoerende macht zijnde alle organen van de VBL met uitzondering van de Algemene Vergadering, de Provinciale Groepen van Afgevaardigden, de Wetgevende Commissie, de Financiële Commissie en de Rechterlijke Raden.

6. het instellen van de Departementen en Commissies die nodig blijken te zijn

7. het afsluiten van contracten of overeenkomsten met andere bonden, groeperingen en organismen, dit onder voorbehoud van goedkeuring door de AV

8. het aanvaarden of weigeren van de aansluiting van leden en/of clubs

9. het uitspreken van schrapping van clubs en leden, dit onder voorbehoud van goedkeuring door de AV

10. het voeren van de briefwisseling met andere federaties

11. het organiseren van de wedstrijden die het nuttig acht

12. de benoeming van de Provinciale trainers en hun eventuele adjuncten

13. het geven en het publiceren van interpretaties van de spelregels.

14. wijzigingen aan de Statuten en het HHReg voorstellen aan de AV.

15. Het benoemen van scheidsrechters, wedstrijdcommissarissen en evaluatoren op voorstel van het Departement Landelijke Scheidsrechters (LDS) en evaluatoren op voorstel van de Commissie Provinciale Scheidsrechters (CPS)

16. Toekennen van genade en amnestie conform art VJD 419 en 420

Voor het uitvoeren van deze taken kan de Raad van Bestuur steeds een Adviesraad (niet permanent) samenstellen, die in een specifiek domein advies zal verstrekken aan de Raad van Bestuur.

De samenstelling is dan ook telkens op basis van de aard van de gestelde problemen.


Art VAD101 – VERSCHEIDENE VERBODSBEPALINGEN

A. ALGEMEENHEDEN

Het is een lid van om het even welk Departement, comité of Rechterlijke Raad of een Afgevaardigde of leden van de Onderzoekscommissie verboden :

1. Aanwezig te zijn op de beraadslagingen betreffende zaken waarbij

hij, vóór of na zijn aanstelling, persoonlijk of als zaakgelastigde

rechtstreeks belang heeft of waarbij zijn familieleden of verwanten

tot en met de derde graad, persoonlijk en rechtstreeks belang

hebben.

2. Rechtstreeks of onrechtstreeks deel te nemen aan een dienst,

inning van rechten, leveringen, tenzij in geval van aanbesteding na

oproeping van gegadigden in het blad voor officiële mededelingen

(de website van de VBL).

3. Op te treden als advocaat, pleitbezorger, notaris, deskundige of zakenman in alle gerechtelijke en buitengerechtelijke geschillenprocedures voor of tegen de VBL, haar clubs, leden, bestuurders en aangestelden. Nieuwe tekst ter zitting: Op te treden als advocaat, pleitbezorger (behoudens de bepaling uit art 46 punt 5) of notaris, deskundige of zakenman in alle gerechtelijke en buitengerechtelijke geschillenprocedures voor of tegen de VBL, haar clubs, leden, bestuurders en aangestelden in die hoedanigheid

Hij mag in dezelfde hoedanigheid evenmin welk geschil dan ook ten gunste van de VBL pleiten, adviseren of volgen tenzij hij dat kosteloos doet.

De voormelde voorschriften zijn ( ... )


6.2. VCD

Artikel VCD 217 - ADMINISTRATIEVE FORMALITEITEN

VOOR DE WEDSTRIJD

1. De scheidsrechter controleert voor de aanvang van de wedstrijd :

a. De vergunning of de officiële kaart van de tafelofficiëlen die op het wedstrijdblad vermeld staan (aantekenaar, tijdopnemer, operator 24" )

terreinafgevaardigden, coach, assistent-coach, speler), evenals van de andere personen die plaatsnemen, binnen het gebied van de spelersbank (zie punt 8).

(1) de vergunning van coaches en assistent-coaches kan vervangen worden door een technische vergunning om te coachen (zie VCD art. 231). WetCom stelt voor punt (1) te behouden, dus

(1) de vergunning van coaches en assistent-coaches kan vervangen worden door een technische vergunning om te coachen (zie VCD art. 231).

(2) met uitzondering van het geval voorzien in VCD art. 279, VCD art. 283 en VCD 295 bis moeten de spelers toegewezen zijn aan de club waarvoor zij spelen.

(3) de terreinafgevaardigden moeten toegewezen zijn aan de club die zij vertegenwoordigen.

(4) alle andere personen moeten niet noodzakelijk toegewezen zijn aan de clubs welke de wedstrijd betwisten. In geval van overtreding zullen de eventuele sancties ten laste vallen van

de clubs aan dewelke de betrokkene zijn diensten verleende.

Bij niet voorleggen moet de scheidsrechter deze personen weigeren bij

toepassing van artikel 227 van het HHReg en artikel 46.2 van de spelregels (uitgave VBL )

b. De identiteitskaart of het paspoort van alle spelers, ongeacht hun leeftijd, die deelnemen aan een wedstrijd

vanaf de categorie miniemen, de coaches, assistent-coaches, de terreinafgevaardigde en van de andere personen die plaats nemen in het gebied van de spelersbank (zie punt 8).

b . de vergunning of technische vergunning van de coach, assistent-coach, spelers en terreinafgevaardigden, Voorstel WetCom: . Spelers en terreinafgevaardigden moeten toegewezen zijn aan de club die zij vertegenwoordigen. Voor de spelers gelden de voorzieningen van art 279, art 283 en art 295 bis. die allen moeten toegewezen zijn aan die club die zij vertegenwoordigen behalve, en dat geldt enkel voor spelers, indien de voorzieningen van artikel 279 en artikel 283 van het HHReg van toepassing zijn.

c. de vergunning van alle andere personen met speciale verantwoordelijkheden voorzien in de Officiële Basketballregels en die plaats nemen binnen het gebied van de spelersbank en niet noodzakelijk moeten toegewezen zijn aan de club die zij vertegenwoordigen. Bij niet voorleggen zal de scheidsrechter deze persoon/personen verbieden plaats te nemen in het gebied van de spelersbank

d. de identiteitskaart of het paspoort van alle personen ,ongeacht hun leeftijd, vermeld hierboven in sub b) en c) . De spelers behorend tot een categorie lager dan de miniemen vallen buiten beschouwing

e. Het medisch attest van de spelers. Elk medisch attest, afgeleverd, getekend en gestempeld met

het RIZIV nr, door een geneesheer, is geldig op voorwaarde dat het dezelfde gegevens vermeldt als deze welke op het formulier van de VBL opgenomen zijn.

f. De lijst van de ingeschreven spelers en dit enkel voor de bekerwedstrijden en voor de wedstrijden van de kampioenschappen die aanleiding geven tot stijgen en/of dalen.

2. Indien de vergunning ontbreekt van een persoon die op het wedstrijdblad is ingeschreven, dan noteert de scheidsrechter een “ L ” naast de naam van de betrokkene en zal deze laatste zijn naam,

voornaam, geboortedatum en -plaats op de keerzijde van het wedstrijdformulier noteren en zijn handtekening plaatsen.

Indien na controle door het bevoegd Departement of Comité blijkt dat de betrokken speler , coach en/of assistant coach betrokkene geen

vergunning heeft, dan wordt het forfait uitgesproken en een boete, voorzien in de TTB opgelegd

voor deze wedstrijd.

Indien na controle door het bevoegd Departement of Comité blijkt dat de betrokken speler en/of coach en/of assistent-coach geen vergunning heeft, dan wordt het forfait uitgesproken en een boete, voorzien in de TTB, opgelegd voor deze wedstrijd.

Indien, na dezelfde controle, blijkt dat de betrokkene wel een vergunning heeft, dan wordt enkel de boete toegepast.

Voor de andere personen, geciteerd in punt 1.a van dit artikel, wordt een boete, voorzien in de TTB opgelegd aan de club voor wie de in overtreding zijnde persoon aantreedt en dit enkel als het gaat om een vergetelheid en niet voor hen, die hun

Indien de vergunningen van alle spelers ontbreken, dan noteert descheidsrechter een “ L ” naast de naam van de betrokkene. Enkel de kapitein noteert zijn naam, voornaam, geboortedatum en –plaats op de keerzijde van het wedstrijdformulier en plaatst zijn handtekening.

3. Indien na controle door het bevoegd departement of comité blijkt dat de betrokkene die valt onder de bepalingen van sub 1.b) hierboven op de dag van de wedstrijd geen vergunning of technische vergunning had, noch tijdig had aangevraagd, op de dag van de wedstrijd, dan wordt benevens de boete ook het forfait uitgesproken en dit wegens het niet administratief in orde zijn.

3. Indien één van de personen voorzien in punt 8 geen vergunning heeft, zal de scheidsrechter deze verbieden plaats te nemen in het gebied van de spelersbank.

4. Indien de identiteitskaart of het paspoort ontbreekt, zal de scheidsrechter een “ I ” noteren naast de naam van de betrokkene en deze zal zijn naam, voornaam, geboortedatum en -plaats op de

keerzijde van het wedstrijdformulier noteren en zijn handtekening plaatsen. De boete voorzien in de TTB zal toegepast worden.

5. Indien het medisch attest ontbreekt of niet volledig is (zie 1 e) zal de scheidsrechter een “A” noteren naast de naam van de betrokkene. Indien het medisch attest niet bestaat zal een forfait

uitgesproken worden en een boete opgelegd, zoals voorzien in de TTB Indien het medisch attest vergeten is, dan wordt enkel de boete opgelegd.

Het medisch attest wordt beschouwd als niet-bestaande indien het niet wordt voorgelegd bij de eerste officiële wedstrijd van betrokken speler.

Als officiële wedstrijd wordt beschouwd een wedstrijd van een bekercompetitie (landelijk of provinciaal) of een wedstrijd waar stijgen of dalen mee gemoeid is. Voor de jeugd zijn dit de

wedstrijden van de reguliere jeugdcompetitie en de bekerwedstrijden (Landelijk en provinciaal).

Indien de medische attesten van alle spelers ontbreken, dan noteert de scheidsrechter een “A ” naast de naam van de betrokkene. Enkel de kapitein noteert zijn naam, voornaam, geboortedatum en adres op de keerzijde van het wedstrijdformulier en plaatst zijn handtekening.

Indien de lijst van de ingeschreven spelers ontbreekt dan noteert de scheidsrechter een “ R ”

naast de naam van de club. De kapitein van de betrokken club noteert op de keerzijde van het

wedstrijdformulier « de lijst van de ingeschreven spelers ontbreekt », plaatst zijn handtekening en noteert zijn naam, voornaam, geboortedatum en adres.

Indien een speler niet voorkomt op de lijst van de ingeschreven spelers dan noteert de scheidsrechter een “ R ” naast de naam van de betrokkene. Deze plaatst zijn handtekening op de keerzijde van het wedstrijdformulier en noteert zijn naam, voornaam, geboortedatum en adres.

Indien na controle door het bevoegd Departement of Comité blijkt dat de lijst van de

ingeschreven spelers niet bestaat of de speler niet op de lijst voorkomt dan wordt een forfait

uitgesproken en een boete voorzien in de TTB opgelegd voor deze wedstrijd.

Indien na controle door het bevoegd Departement of Comité blijkt dat de lijst van de

ingeschreven spelers wel degelijk bestaat maar deze enkel niet voorgelegd werd, dan wordt enkel

een boete voorzien in de TTB opgelegd.

Indien, na controle blijkt dat een speler toch op de lijst voorkomt, maar deze enkel niet werd voorgelegd, dan wordt enkel de boete voorzien in de TTB opgelegd.

7. Voor de vergunningen, medische attesten en de lijst van de ingeschreven spelers zijn kopies toegelaten.

8. Alle personen met speciale verantwoordelijkheden voorzien in de Officiële Basketballregels Art. 12 en die zich in het gebied van de spelersbank bevinden van een club MOETEN in het bezit zijn van een vergunning van deze club met uitzondering van de geneesheer en de kinesist.

Opmerking : De houder van een technische vergunning C mag in geen geval de functies van

coach of van assistent-coach uitoefenen of zich in het gebied van de spelersbank bevinden van

een seniors ploeg waaraan hij niet is toegewezen.

Stemming over de globaliteit van de wijzigingen: 7 stemmen voor – 13 tegen (niet goedgekeurd)

Art. 233 – CUMUL

INTERPRETATIE VAN DE AANGEDUIDE BEPALING

Het is een coach niet toegelaten cumulerend twee of meerdere ploegen, welke in dezelfde reeks uitkomen te coachen. Een speler bij een ploeg kan geen coach zijn bij een andere ploeg in dezelfde reeks.

Op voorwaarde dat men de functie ,coach, niet meer uitoefent in zijn vorige ploeg kan men een nieuwe ploeg uit dezelfde reeks opeenvolgend coachen tijdens hetzelfde seizoen. Het schriftelijk bewijs van ontslag(van de club of coach) moet opgestuurd worden naar het SG van de VBL.


Ingangsdatum van de nieuwe maatregel: 01.07.09

Dhr. E. Hendryckx kaart in deze context aan dat het probleem zich zonder enige vooringenomenheid kan voordoen bij de herindeling voor de 2

de ronde van de jeugdcompetities. De Raad van Bestuur zal

zich terzake beraden.

Artikel VCD 234 – OVERTREDINGEN

Overtredingen van alle voorschriften in verband met coaches worden door de bevoegde Rechterlijke Raad behandeld. Tevens is de boete voorzien in de TTB.

De overtredingen van de coaches, andere dan het niet administratief in orde zijn, zijn van dezelfde orde als deze waaraan eender welk lid van de VBL zich kan schuldig maken en worden berecht door de Rechterlijke Raden


-artikel 233 schrijft : " Het is een coach niet toegelaten cumulerend twee of meerdere ploegen welke in dezelfde reeks uitkomen te coachen "

en artikel 236 tweede alinea schrijft : " Behalve voor de jeugdploegen zal het hem niet toegelaten zijn twee of meerdere ploegen ,welke in dezelfde reeks uitkomen te coachen "

Bij stemming (20 voor) beslist de AV dat de bepaling van art 233 weerhouden wordt en dat VCD art 236 in die zin dient aangepast. Toepassingsdatum: 01 juli 2009. Verder stelt de AV dat de bepaling inzake coaches ook geldt voor assistent-coaches.

ART. 236 - KWALIFICATIE - VORMING EN BIJSCHOLING

ASSISTENT-COACH

WetCom stelt voor volgende alinea toe te voegen op het einde van punt 1.

“Een assistent-coach moet minimum beschikken over het diploma van de head-coach min één (vb. A-1 = B) om zijn/haar functie uit te kunnen oefenen. Voor de occasionele overname van de taak van de head-coach is VCD art. 232 van toepassing”.

INTERPRETATIE VAN DE AANGEDUIDE BEPALING

4. De houder van de vereiste diploma’s of getuigschriften mag tijdens hetzelfde seizoen verscheidene technische vergunningen van coach voor verschillende clubs aanvragen bij het secretariaat van de VBL. Hij zal daarbij moeten aantonen dat hij de vereiste kwalificatie bezit.

Het zal hem niet toegelaten zijn cumulerend twee of meerdere ploegen, welke in dezelfde reeks uitkomen te coachen. Op voorwaarde dat men een nieuwe technische vergunning aanvraagt en dat men de functie van coach niet meer uitoefent in zijn vorige ploeg, kan men een nieuwe ploeg uit dezelfde reeks opeenvolgend coachen tijdens hetzelfde seizoen. In ieder geval moet bij de aanvraag van de nieuwe technische vergunning het schriftelijk bewijs van ontslag (van de club of coach) bijgevoegd worden. Een lid van een club mag een ploeg van een andere club uit dezelfde reeks coachen tijdens hetzelfde seizoen, zonder evenwel afbreuk te doen aan het cumulatief verbod.

Een assistent-coach moet minimum beschikken over het diploma van de head-coach min één (vb. A-1 = B) om zijn/haar functie uit te kunnen oefenen. Voor de occasionele overname van de taak van de head-coach is de laatste alinea van VCD art. 232 van toepassing

Na discussie wordt vastgesteld dat de controle van deze bepaling niet mogelijk is en dat dit punt eerst binnen een ander forum diepgaander dient besproken. De Raad van Bestuur trekt dit voorstel terug.

Artikel VCD 274 - GEVOLGEN VAN EEN VERLOREN VERKLAARDE WEDSTRIJD

Het team dat om welke reden dan ook, van een verloren verklaarde wedstrijd geniet, wint de wedstrijd met de score aangegeven in de officiële basketballregels. Behalve in geval van overmacht geeft iedere verloren verklaarde wedstrijd voor de club die hem ondergaat, aanleiding tot een door de TTB voorgeschreven boete.

Anderzijds :

1. Draagt de bezochte club die afwezig is de hierna vermelde lasten :

a. de arbitragekosten, en die van de wedstrijdcommissaris als er een voorzien is

b. een door de TTB voorgeschreven vergoeding aan de bezoekende club

c. de terugbetaling van de reiskosten verplaatsingskosten aan de bezoekende (voorstel WetCom: tussenkomst in de reiskosten)

club in verhouding van het aantal plaatsen wagens vermeld in de TTB

2. Draagt de bezoekende club die afwezig is, de volgende lasten :

a. de arbitragekosten, en die van de wedstrijdcommissaris als er een voorzien was, worden

gestort in de compensatiekas of terugbetaald aan de bezochte club indien deze ze vereffende.

b.een door de TTB voorgeschreven vergoeding aan de bezochte club.

3. Indien beide clubs afwezig zijn, worden de arbitragekosten en de eventuele kosten voor de wedstrijdcommissaris ten laste gelegd van de bezochte club.

4. Wanneer een ploeg forfait verklaart tijdens een heenwedstrijd, moet ze verplicht een uitwedstrijd spelen tijdens de terugronde. Binnen de 3 weken die op het forfait volgen moet de benadeelde club schriftelijk aan het bevoegd Departement of Comité en aan de tegenstrever bevestigen wanneer de zaal (of terrein) beschikbaar is en het weekend voorzien voor de returnwedstrijd.

Wanneer aan deze voorwaarden niet voldaan wordt, zal zij verplicht zijn de returnwedstrijd te spelen zoals het aanvankelijk op de kalender voorzien was.

De reiskosten van 12 spelers verplaatsingskosten met 3 wagens per afgelegde kilometer worden terugbetaald door de tegenstrever en dit overeenkomstig het bedrag vermeld in de TTB

5. Wanneer de bezoekende club bij de returnwedstrijd forfait verklaart, zal deze aan de bezochte club terugbetalen de reiskosten van 12 spelers verplaatsingskosten met 3 wagens per afgelegde kilometer overeenkomstig het bedrag vermeld in de TTB.

6. Indien een reserveploeg forfait geeft, moeten de reiskosten verplaatsingskosten en vergoeding betaald worden (cfr 2b).

OPMERKING: de TTB moet aangepast worden aan het HHReg : benaming en 3 wagens i.p.v. 4


Artikel VCD 275 - ALGEMEEN FORFAIT

In geval van algemeen forfait betaalt de uitvallende club een door de TTB voorgeschreven boete.

NOTA'S :

1. Wanneer een nieuw opgerichte club, gedurende zijn eerste jaar van bestaan, algemeen forfait moet verklaren voor een van zijn teams, oordeelt het bevoegd Comité of de boete al dan niet opgelegd wordt.

2. VCD art. 274 vervalt niet bij de aankondiging van het algemeen forfait, indien het falende team op dat ogenblik strafbaar was. De aankondiging moet ten minste tien dagen op voorhand toekomen.

3. Een team dat nog maar drie of minder wedstrijden te spelen heeft, kan geen algemeen forfait verklaren.

4. Het team dat drie opeenvolgende forfaits geeft wordt algemeen forfait verklaard, in een competitie met stijgen en dalen, behalve in de gevallen 3 en 4 van dit artikel.

5. Wanneer een club een seniorteam in het kampioenschap ingeschreven heeft, en deze inschrijving intrekt na een periode van acht dagen te beginnen op de donderdag volgend op de publicatie van de definitieve samenstelling van de reeksen in het OO (de website van de VBL) , zal voor dit team algemeen forfait verklaard worden.

6. Een ploeg die aantreedt in een reeks met stijgen en dalen en waarvoor de club die algemeen forfait verklaart zal het volgend seizoen naar de laagste provinciale afdeling dalen. Eventuele andere seniorsploegen van de betrokken club blijven hun sportieve rechten behouden.

7. In de veronderstelling dat een club forfait geeft voor de tweede ronde, kunnen de ploegen die in de 1° ronde op het terrein van die club speelden niet genieten van de toepassing van VCD art. 274 t.t.z. de terugbetaling van de gemaakte reiskosten

(Tekstzuivering, geen stemming nodig)

Artikel VCD 277 VERLOREN VERKLAARDE WEDSTRIJDEN – BIJZONDERE GEVALLEN

Een wedstrijd wordt verloren verklaard met toepassing van VCD art. 275:

1. Voor het team dat een speler of een coach of een assistent-coach op het

wedstrijdformulier vermeldt, die niet voldoet aan de voorschriften

van VCD art. 217. (voorstel WetCom)


Artikel VCD 288 BEPALINGEN OMTRENT DE NATIONALITEIT (schrapping en vervanging van de volledige tekst, bevestiging beslissing RvB 09 september 08)

Elke speler, ongeacht zijn nationaliteit, mag deelnemen aan elke competitie die aanleiding geeft tot stijgen en dalen op voorwaarde dat hij het recht heeft in België te verblijven of daartoe de toelating bekomen heeft.

Wordt geacht deze voorwaarde te vervullen :

- elke speler van Belgische nationaliteit die in het bezit is van een geldige elektronische identiteitskaart van Belg

- elke niet-Belgische speler of speler van buitenlandse nationaliteit (niet Europese Unie) die in het bezit is van een geldige elektronische vreemdelingenkaart

- elke speler die houder is van een geldige diplomatieke- of consulaire identiteitskaart

- elke speler die de nationaliteit bezit van een land behorende tot de Europese Unie en die in het bezit is van een geldige identiteitskaart van dat land.

Nota : in afwachting van de volledige uitrol van de elektronische kaarten zal de houder van één van de door de raad van bestuur bepaalde documenten van dezelfde rechten genieten.


Artikel VCD 289 ADMINISTRATIEVE FORMALITEITEN BETREFFENDE HET STATUUT VAN SPELERS VAN VREEMDE NATIONALITEIT (schrapping en vervanging van de volledige tekst, bevestiging beslissing RvB 01 en 09 september 08)

a. Niet-Belgische spelers of spelers van vreemde nationaliteit zijn steeds gerechtigd te spelen voor zover zij voldoen aan de voorwaarden van aansluiting, toewijzing en kwalificatie.

b. Om een vergunning van de VBL te krijgen dienen zij te voldoen aan de reglementering van de FIBA. Zij dienen bovendien volgende documenten voor te leggen aan het secretariaat-generaal, en dit jaarlijks alvorens aan de nieuwe competitie te kunnen deelnemen :

een aansluitingskaart een kopie van hun elektronische vreemdelingenkaart of identiteitskaart van een EU-land, één

van de documenten opgesomd in VCD art 288 of een verklaring van aankomst die recht geeft op een voorlopige vergunning die geldig is tot de vervaldatum van de aankomstverklaring

een vrijgavebrief afgeleverd door de federatie waar betrokkene voor het laatst gespeeld heeft of door de AWBB

een arbeidsvergunning of een verklaring VCD 289

c. Voor eenzelfde speler van vreemde nationaliteit dienen de formaliteiten inzake de vrijgavebrief slechts één maal vervuld te worden voor zover hij zonder onderbreking voor een Belgische club speelt.

d. Een forfaitaire som, waarvan het bedrag in de T.T.B. voorzien is, zal aan de club aangerekend worden voor het dekken van de kosten veroorzaakt door de opzoekingen en voor het verwerven van een vrijgavebrief.

e. Indien de verblijfsvergunning of het document dat deze staaft komt te vervallen wordt de vergunning van de speler de facto ongeldig. Bijgevolg is de speler op dat ogenblik niet meer spelgerechtigd spelgerechtigd (VCD 287 is van toepassing).

f. De speler mag in competitie worden opgesteld na publicatie van zijn naam op de « lijst van buitenlandse spelers met toelating tot deelname aan de competities (VCD 288) » in het het officieel orgaan (website VBL).

Voorschriften

De voorschriften betreffende niet-Belgische spelers of spelers van vreemde nationaliteit worden jaarlijks door de raad van bestuur van de VBL gepubliceerd in het officieel orgaan (website van de VBL).

Overtredingen

Elke overtreding van dit artikel wordt op grond van VCD art. 274 van het HHReg bestraft met verloren verklaarde wedstrijd door forfait en de boete die in de TTB vermeld is.


6.3. VFD

Reeds eerder besliste de algemene Vergadering van de VBL tot de volledige integratie van de budgetten van de provinciale comités, incl de reserves, in deze van de enige rechtspersoon “Vlaamse Basketballiga vzw”. Wel werd daarbij formeel een feitelijke constructie goedgekeurd die het voor de PC’s mogelijk maakt beroep te doen op de middelen die zij door eigen initiatieven, boven hun gewone verantwoordelijkheden dus, vergaard hebben of nog zouden vergaren. Deze “buitengewone” aanwending dient evenwel steeds voorwerp te zijn van een machtiging via een goedgekeurd budget. De uiteindelijke verantwoordelijkheid voor de aanwending van de financiële middelen van de VBL vzw ligt echter bij de raad van bestuur en in die zin dient uitsluitend de door het HHReg aangestelde verantwoordelijke persoon te beslissen over inkomsten en uitgaven. Dit houdt in dat de verschillende bestaande machtigingen op verschillende bankrekeningen van de VBL vzw dienen opgeheven. Concreet dienen de saldi van de rekeningen van de PC’s overgeheveld naar de door de algemeen penningmeester aan te duiden rekening van de VBL en dienen zij te worden afgesloten. De raad van bestuur zal hiertoe de nodige opdrachten geven nadat het HHReg (o.m. VFD) hiertoe wordt aangepast.

Aldus stelt de raad van bestuur voor volgende artikels uit VFD aan te passen (tekst te bepalen via de FinCom):

Art 504

Art 505

Art 517

FinCom stelt voor de problematiek van de PC’s (budget, financiën, verkiezingen, ...) te verschuiven naar de volgende AV zodat een geïntegreerd voorstel aan de AV kan voorgelegd worden.

De AV stemt in met deze benadering. Punt verwezen naar een volgende AV.

6.4. VJD

7. Aanstelling van een bedrijfsrevisor

De raad van bestuur stelt voor de firma VRC BV o.v.v.e. CVBA, vertegenwoordigd door Dhr Van Steenberghe, aan te stellen als bedrijfsrevisor en dit voor een periode van 3 jaar van 01.01.09 tot en met 31.12.2011. Het ereloon (geïndexeerd) beloopt 8.000,-€ jaarlijks inclusief kosten en exclusief BTW.


Dhr. B. Laermans dringt aan op een formele 3-partijenovereenkomst (Deloitte-VRC-VBL vzw), te publiceren in het Staatsblad, teneinde de overdracht van mandaat geformaliseerd te zien.

8. Studie over de mogelijke reorganisatie van de diverse competities

Gezien het grote belang van dit onderwerp zullen de discussienota’s van Oost-Vlaanderen en Antwerpen voorwerp zijn van een breed overleg. Oost-Vlaanderen vraagt evenwel of de AV reeds een “principebeslissing” kan nemen. Voorstel WetCom: oprichting van 3 werkgroepen (financiën, administratie, sportief luik) om beslissingen voor te bereiden en weloverwogen te kunnen nemen.

Dhr. A. Welvaarts wijst er op dat dit voorstel een brede discussie noodzaakt en moet kunnen rekenen op een breed draagvlak bij de clubs. Hij stelt voor hierover eerst een overleg tussen raad van bestuur en afgevaardigden te organiseren teneinde te komen tot een inventaris van de huidige problemen en wat we willen bereiken via welke weg. Dit overleg dient op korte termijn plaats te vinden. Vervolgens kunnen dan naar noodzaak werkgroepen samengesteld worden die met bepaalde opdrachten belast worden. Hij zal hiertoe een initiatief nemen. Dhr. M. Van Vooren vindt het niet opportuun dat de AV zich uitspreekt over een principe. Dhr. L. Verheye kan zich vinden in het voorstel van de werkgroepen.

De AV verklaart zich akkoord met deze benadering.

9. Interprovinciale jeugdcompetitie

Gezien de beslissing v/d AV van 14 jun 08, nl. “de compensatieregeling zal terug aan bod komen op de AV van 29 nov 08” wordt op voorstel van de FinCom (vergadering 15 nov 08) volgende beslissing ter goedkeuring aan de AV voorgelegd:

“Aangezien de statutaire onderbouw tot inrichting van een interprovinciale jeugdcompetitie niet voorhanden was tijdens het seizoen 2007-2008 konden de bestaande principes van de compensatieregeling (VFD art 519) dan ook niet worden toegepast tijdens dat seizoen. Er werd evenwel vastgesteld dat de RvB de compensatieregeling voor dat seizoen wel heeft toegepast. Deze beslissing wordt door de AV van heden ongedaan gemaakt, inclusief volgende regularisatie:

De clubs voor dewelke de compensatieregeling n.a.v. de IPC tijdens het seizoen 2007-2008 een negatief saldo opleverde worden voor datzelfde saldo gecrediteerd. Voor de clubs die tengevolge van die compensatie een positief saldo te beurt viel wordt dit laatste als definitief verworven beschouwd. De VBL wenst deze clubs vandaag niet met een totaal onverwachte verplichting tot terugbetaling te belasten.

Vanaf het seizoen 2008-2009 wordt geen compensatieregeling toegepast voor de IPC (jeugd), wat betekent dat VFD art 519 (compensatie van de kampioenschapskosten) daar niet van toepassing is.


10. Formule voor aanbesteding van de organisatie van de provinciale bekerfinales

Voor de organisatie van de provinciale bekerfinales zullen de PC’s in eerste instantie trachten dit uit te besteden aan een aangesloten club. Deze toekenning dient te gebeuren via een procedure van aanbesteding waarvan de hoofdlijnen bepaald worden door het Dep Comp.

Deze procedure is met onmiddellijke ingang van toepassing, dus reeds voor het lopende seizoen. Hiervan kan enkel afgeweken worden voor PC’s die reeds afwijkende engagementen zouden hebben aangegaan, wat dient aangetoond. In ieder geval kan vanaf het seizoen 2009-2010 niet meer van deze uniforme en transparante wijze van toekenning afgeweken worden (voorstel FinCom).


11. Verkiezingen

De voorzitter deelt de algemene vergadering mee dat Dhr. M. De Smedt per aangetekend schrijven van 24 november ll. meegedeeld heeft dat hij zijn kandidatuur niet wenst te weerhouden.

Volgende personen stellen zich kandidaat voor een mandaat als bestuurder:

Dhr. E. De Neve (Oost-Vlaanderen)

Dhr. E. Hendryckx (West-Vlaanderen)

Dhr. P. Rottiers start de verkiezingsprocedure. De stembrieven worden verdeeld en bij naamafroeping gedeponeerd in de daartoe bestemde urne. Na telling, in aanwezigheid van vertegenwoordigers van elke provinciale groep van afgevaardigden, deelt hij mee dat Dhr. E. De Neve 11 stemmen voor heeft en dat Dhr. E. Hendryckx 19stemmenvoor heeft. Beiden zijn verkozen.

De Secretaris-generaal deelt mee dat de bepaling van de looptijd van de mandaten als volgt vastgesteld wordt:

Dhr. E. De Neve : mandaat tot 31.12.09

Dhr. E. Hendryckx: mandaat tot 31.12.11

12. Varia

a. Voorstel tot wijziging van de kostennormering – TTB: er wordt voorzien in marginale aanpassingen aan de normering en indexering. Dhr. B. Laermans verwijst naar de impact van de index der consumptieprijzen en deze der gezondheidsindex. Dhr. De Backer vraagt in deze context om de vaste vergoeding jeugdfonds jaarlijks te indexeren. Om het impact van deze aanpassing te kennen zal een voorcalculatie gemaakt worden

b. Wedstrijdvergoeding scheidsrechters jeugdwedstrijden (circulaire FOD Fin)

De aanpassing van de vergoeding voor jeugdwedstrijden van 12 naar 13 € wordt voorgelegd

Stemming: 10 stemmen voor – 10 tegen (niet goedgekeurd)

Opm: Dhrn F. Baerts, J. Kerckhofs en Louis Coonen verlaten de vergadering. Eerder hadden zij zich bij de voorzitter hiervoor reeds verontschuldigd.

c. Verplaatsingsvergoedingen (circulaire FOD Fin) – Afschaffing van de notie ‘agglomeratie’


d. Invoering AOP-principe (Aanvullend Occasioneel Personeel). Dhr. K. Verspecht legt de principes van een AOP-overeenkomst uit.

e. Coördinatensysteem voor verplaatsingen (status): Dhr. B. Laermans stelt voorop dat de noodzakelijke velden in de actuele applicatie niet voorzien zijn, de vereiste capaciteit erg groot zal zijn en hij twijfelt of het voorstel technisch haalbaar is. Dhr. E. Schuermans dringt nogmaals aan op een eenvoudig transparant coördinatensysteem.

De voorzitter sluit de vergadering en dankt de aanwezigen voor hun constructieve opstelling.

Koen Umans Adri Welvaarts

secretaris-generaal voorzitter

LANDELIJK ALGEMENE VERGADERING · algemene vergadering mag vertegenwoordigen, wordt bepaald door de...

Documents

Transcript of LANDELIJK ALGEMENE VERGADERING · algemene vergadering mag vertegenwoordigen, wordt bepaald door de...