Krimp op eigen kracht

36
Een D66-visie op bevolkingskrimp

description

Een D66-visie op bevolkingskrimp.

Transcript of Krimp op eigen kracht

Page 1: Krimp op eigen kracht

Een D66-visie op bevolkingskrimp

Page 2: Krimp op eigen kracht

ConsulentenJan MurkKirsten NienhuisJelle Tromp

Route66 Jan-Willem VerlijsdonkMarijn BosmanJoost van EllinkhuizenAttie Wang

Tweede Kamerfractie D66Kees Verhoeven

Den Haag, mei 2012

Page 3: Krimp op eigen kracht

Een D66-visie op bevolkingsgroei

Page 4: Krimp op eigen kracht

2

Page 5: Krimp op eigen kracht

Krimp op eigen kracht 3

Een D66-visie op bevolkingskrimp

05 Krimp op eigen kracht: uitgangspunten 07 Voorwoord 09 Hoofdstuk 1

Demografische krimp in perspectief 13 Hoofdstuk 2

Uitgangspunten D66 ten aanzien van demografische veranderingen

19 Hoofdstuk 3

Omgaan met krimp: oplossingsrichtingen voor Nederland

26 Hoofdstuk 4

De koe bij de horens: concrete actielijnen voor politici, bestuurders én burgers

30 Conclusie

31 Literatuur

Page 6: Krimp op eigen kracht

4

Page 7: Krimp op eigen kracht

Krimp op eigen kracht 5

Een D66-visie op bevolkingskrimp

Krimp op eigen kracht: uitgangspunten

Visie D66

Bevolkingskrimp wordt de nieuwe realiteit in Nederland.

Krimp biedt kansen voor ruimtelijke diversiteit en slimme

innovaties.

Streef niet naar uniformiteit van voorzieningen, maar naar

kwaliteit.

Een omslag in denken is noodzakelijk: van groeien naar gebruiken.

Vitale functies moeten bereikbaar zijn met voldoende toegang voor

iedereen.

Krimpoplossingen zijn maatwerk op het niveau van de

(economische) regio.

Decentrale benadering: vertrouw op de kracht van de

(economische) regio.

Landelijk / provinciaal niveau

Documenteer en verspreid lessen uit huidige krimpregio’s.

Faciliteer regionale samenwerking.

Kijk en werk ook samen over landsgrenzen heen.

Geef bestuurlijke ruimte voor lokale initiatieven en voorkom

concurrentie tussen overheden.

Stimuleer innovatie en ondersteun transformatieprojecten.

Waarborg de kwaliteit van essentiële voorzieningen (onderwijs,

zorg).

Identificeer perverse (financiële) prikkels en pas deze aan.

Lokaal niveau

Accepteer en benoem krimp en identificeer de kansen.

Ontwikkel tijdig een concrete toekomstvisie op basis van

realistische prognoses.

Maak afspraken op regionaal niveau en werk samen in plaats van te

concurreren.

Betrek de private sector en burgers bij het invullen van

maatoplossingen.

Page 8: Krimp op eigen kracht

6

Page 9: Krimp op eigen kracht

Krimp op eigen kracht 7

Een D66-visie op bevolkingskrimp

Voorwoord

“Krimp is een groeiend probleem”. Behalve een flauwe taalgrap is dit ook de

demografische waarheid. Het is inmiddels breed bekend: de Nederlandse

bevolking gaat vanaf 2035 krimpen. Schrikverhalen over de gevolgen van

deze krimp – leegstand van woningen, verloederde wijken en verdwenen

voorzieningen – verschijnen steeds vaker in de media. Demografische krimp

wordt neergezet als opdoemend probleem met vooral negatieve gevolgen dat

het liefst bestreden moet worden. Voor D66 was dit begin 2011 reden om

eens goed naar het fenomeen krimp te kijken.

Want wat is er nu werkelijk aan de hand, met welke consequenties? Welke

omvang heeft de krimp in Nederland, en hoe ernstig is dat eigenlijk? Levert

bevolkingskrimp per definitie problemen op, of creëert het ook kansen? Hoe

is het in andere landen en hoe moeten we er in Nederland mee omgaan? En

wie is nu eigenlijk aan zet? In dit document geeft D66 haar perspectief op de

bovenstaande vragen, vanuit een sociaal-liberale invalshoek.

Naast een inhoudelijke uitdaging was deze Krimpvisie een kans om

verschillende geledingen binnen onze partij erbij te betrekken. Dat begon

met de drie ‘D66-consulenten’1, maar al snel sloten ook de ‘oudere jongeren’

van Route66 zich aan. Samen waren deze enthousiaste mensen het

schrijfteam deze D66 Krimpvisie. De Tweede Kamerfractie en de Permanente

Programmacommissie D66 keken en dachten ondertussen aandachtig

intensief mee. Daarnaast is gezocht naar brede praktijkinbreng. Hiervoor zijn

verschillende bijeenkomsten georganiseerd met betrokkenen: deskundigen,

lokale/regionale vertegenwoordigers en bestuurders binnen de partij. Tot slot

is ook nog een enquête gedaan onder alle betrokken. Immers, een gedegen

proces draagt bij aan een stevige inhoud.

Het resultaat dat er ligt, mag er wezen en is als volgt opgebouwd. Allereerst

wordt een op (inter)nationale feiten en cijfers gebaseerd perspectief

geschetst. Hieruit blijkt dat steeds meer gebieden in Nederland te maken

krijgen met bevolkingsdaling. Dan worden de ruimtelijke, sociale en

economische gevolgen geschetst: minder mensen betekent minder draagvlak

van voorzieningen, zowel publiek (scholen, ziekenhuizen, buurtcentra),

privaat (woningen) als commercieel (winkelcentra, horeca,

Page 10: Krimp op eigen kracht

8

bedrijfsgebouwen). Maar het betekent tegelijkertijd kansen voor diversiteit

en ruimte voor natuur. Daarna volgen de keuzes van D66. In plaats van het

centralistisch bestrijden van krimp (met werkverplaatsing of

vastgoedprojecten), is goede begeleiding van het proces beter. Daarbij moet

‘groeidenken’ overgaan in ‘doen voor gebruik’. Waarbij de eigen kracht van

mensen en lokaal / regionaal bestuur leidend is. De centrale overheid

stimuleert waar mogelijk oplossingen en concrete maatregelen zoals het

combineren van scholen, het specialiseren van ziekenhuizen of het fuseren

van gemeenten. Het beoogde resultaat is dat de kwaliteit en de

toegankelijkheid (bereikbaarheid) van voorzieningen op niveau blijven, door

deze van onderaf aan te passen aan de veranderende bevolking.

Ik dank alle betrokkenen voor hun groeiende inzet, in het bijzonder het

schrijfteam van de D66-consulenten en Route66. En ik wens de lezer veel

plezier met zijn groeiende interesse in krimp!

Kees Verhoeven, Tweede Kamerlid voor D66

1 Vanuit de Permanente Programmacommissie en de Van Mierlo Stichting worden

kleine teams van vrijwilligers aangestuurd om voor en met de Tweede Kamerfractie

bepaalde beleidsvragen te verdiepen en te beantwoorden.

Page 11: Krimp op eigen kracht

Krimp op eigen kracht 9

Een D66-visie op bevolkingskrimp

Hoofdstuk 1 Demografische krimp in perspectief

De toekomst voor Nederland: van groei naar krimp

Bevolkingsgroei en bevolkingskrimp zijn van alle tijden. De ontwikkeling van

de bevolkingsomvang hangt nauw samen met de ontwikkeling van een

samenleving en van haar economie. Denk aan de grootscheepse trek van het

platteland naar de stad (een beweging die in het footloose internettijdperk

alleen maar sterker is geworden), krimp als gevolg van epidemieën, en de

massale emigratie naar de Nieuwe Wereld. Voor Nederland wordt in de

komende decennia een periode van bevolkingskrimp verwacht, na een lange

periode van groei.

Sinds de Tweede Wereldoorlog is de bevolking in Nederland fors gegroeid:

van 9,2 miljoen inwoners in 1945 naar 16,6 miljoen anno 20112. Deze stijging

in inwoneraantal en de gelijktijdige economische groei leidde tot

investeringen in infrastructuur, zoals inpoldering, aanleg van snelwegen en

investeringen in openbaar vervoer. Hierdoor werden afgelegen regio’s

ontsloten en de bereikbaarheid aanzienlijk vergroot. Urk en Walcheren zijn

hier voorbeelden van. Ook de beschikbaarheid en de kwaliteit van (openbare)

voorzieningen, zoals scholen, winkels, ziekenhuizen en recreatieve

voorzieningen, namen toe. Deze ontwikkelingen maakten het mogelijk dat

mensen op verschillende plekken konden wonen, werken en recreëren.

Figuur 1 toont dat Nederland in de aankomende periode te maken krijgt met

een nieuwe werkelijkheid. Ons land vergrijst, en omdat er geen grote

veranderingen worden verwacht in het geboortecijfer en in de immigratie-

aantallen, zal de Nederlandse bevolking naar verwachting vanaf circa 2035 in

omvang gaan afnemen.

Page 12: Krimp op eigen kracht

10

Figuur 1 – Componenten bevolkingsgroei Nederland3

Hoewel deze landelijke bevolkingskrimp nog enkele decennia op zich laat

wachten, laat figuur 2 zien dat sommige regio’s in Nederland nu al te maken

hebben met een afnemende bevolkingsomvang. Krimp is anno 2011 de

realiteit in het oosten van Groningen en Drenthe, in Zeeuws-Vlaanderen en

in Zuid-Limburg. Maar ook regio’s waar de bevolking nu nog groeit, zoals

Rotterdam, kennen lokaal krimpgebieden. In de komende 25 jaar zal het

fenomeen krimp zich steeds verder uitbreiden over Nederland. In enkele

regio’s, zoals Utrecht en Amsterdam, zal de bevolking naar verwachting ook

na 2035 nog blijven groeien. De regionale verschillen zijn (en blijven) dus

groot: in de komende decennia zal er in Nederland gelijktijdig sprake zijn van

bevolkingsgroei, -stagnatie en -krimp.

Figuur 1: Componenten bevolkingsgroei

Page 13: Krimp op eigen kracht

Krimp op eigen kracht 11

Een D66-visie op bevolkingskrimp

Figuur 2 – Componenten bevolkingsgroei Nederland4

In Europese context is bevolkingskrimp Nederland bescheiden

Vergeleken met andere Europese landen is de Nederlandse situatie overigens

niet zo extreem. Op landelijk niveau groeit onze bevolking nog, tot circa

2035. Ter vergelijking: de bevolking van bijvoorbeeld Zweden, Finland en

Polen krimpt al enige jaren. Landen als Frankrijk en Duitsland hebben al

langer te maken met regionale bevolkingskrimp, die ook nog eens veel

ernstiger is dan in Nederland (bijvoorbeeld in het Massif Central en de

voormalige DDR). Ook de economische en ruimtelijke gevolgen van krimp

zijn in Nederland, vergeleken bij andere Europese landen, relatief beperkt.

Twee van de drie Nederlandse krimpregio’s – Zeeuws-Vlaanderen en Zuid-

Limburg – grenzen aan buitenlandse regio’s met economische groei. En in

onze krimpregio’s is de bereikbaarheid van voorzieningen aanzienlijk beter

dan in Noorwegen of op het Spaanse platteland, vanwege onze hoge

bevolkingsdichtheid en de weinige geografische barrières.

Figuur 2: Omslagpunt bevolkingsgroei naar krimp

Page 14: Krimp op eigen kracht

12

2 De bevolkingsgroei sinds 1945 volgt uit een combinatie van factoren: de naoorlogse

babyboom van 1945-1960, de stijgende levensverwachting en een overwegend

positief migratiesaldo (meer immigranten dan emigranten).

3 Planbureau voor de leefomgeving, "Van bestrijden naar begeleiden: demografische

krimp in Nederland", 2010, p36

4 Planbureau voor de leefomgeving, "Van bestrijden naar begeleiden: demografische

krimp in Nederland", 2010, p15

Page 15: Krimp op eigen kracht

Krimp op eigen kracht 13

Een D66-visie op bevolkingskrimp

Hoofdstuk 2 Uitgangspunten D66 ten aanzien van demografische veranderingen

Krimp biedt kansen voor ruimtelijke diversiteit

In het publieke debat wordt bevolkingskrimp vooral als een probleem

gepresenteerd dat bestreden moet worden. In de laatste jaren is beleid op

verschillende niveaus er vaak op gericht geweest om de bevolkingskrimp te

‘dempen’. Dit is in het verleden wel vaker geprobeerd, bijvoorbeeld door het

verplaatsen van rijksdiensten naar krimpgebieden5. Dit is volgens D66 een

heilloze weg. Demografische en economische ontwikkelingen hangen nauw –

en vaak oorzakelijk - met elkaar samen. De economisch groeiende A2-as

(Amsterdam, Utrecht, Eindhoven) bijvoorbeeld, heeft door de

werkgelegenheid en de interessante voorzieningen (universiteiten, cultuur,

bedrijvigheid, horeca) een grote aantrekkingskracht op nieuwe inwoners. Een

bedrijf verplaatsen vanuit een dergelijk groeigebied kost veel geld, levert per

saldo geen nieuwe werkgelegenheid en gaat ten koste van economische groei.

Omdat het bedrijf zijn ‘natuurlijke plek’ in een economisch en sociaal cluster

van bedrijvigheid kwijtraakt, kan er minder kruisbestuiving en innovatie

plaatsvinden.

D66 streeft naar een samenleving waarin individuen in vrijheid de kansen en

de ruimte krijgen om zichzelf optimaal te ontwikkelen en ontplooien. Ruimte

voor ontplooiing betekent ruimte voor demografische, ruimtelijke en

economische diversiteit in ons land. De aanwezigheid van groei- en van

krimpregio’s hoort daarbij. Een afnemende bevolkingsomvang,

gecombineerd met groeiende stedelijke clusters, biedt juist ook kansen om de

ruimtelijke verschillen in Nederland en het contrast tussen stad en land weer

te vergroten. D66 juicht deze diversiteit toe.

We moeten demografische ontwikkelingen niet proberen te dempen, maar

juist op waarde schatten. Ze hangen samen met de sociale en economische

ontwikkeling van ons land en met de individuele keuzes van mensen. Wel

Page 16: Krimp op eigen kracht

14

moeten we proactief rekening houden met de gevolgen ervan voor de

leefkwaliteit (in de zin van voldoende kwaliteit en bereikbaarheid van

voorzieningen) en de kansen benutten die ontstaan op het gebied van

ruimtelijke diversiteit.

Niet streven naar gelijkheid, maar juist naar kwaliteit

Veranderingen in bevolkingsomvang en –samenstelling brengen

logischerwijs veranderingen in leefomstandigheden en voorzieningen met

zich mee. Het is dan ook te verwachten dat in een gebied met

bevolkingskrimp het voorzieningenniveau zal afnemen, omdat het gebruik en

de betaalbaarheid ervan onder druk komt te staan. Overigens, andere

maatschappelijke ontwikkelingen, zoals veranderingen in winkelgedrag en

mobiliteit, kunnen zeker zoveel invloed hebben op het voorzieningenniveau

als bevolkingskrimp (bijvoorbeeld sluiting van de buurtwinkel als gevolg van

schaalvergroting en digitalisering).

Krimp op waarde schatten: ramingen van bevolkingsgroei

Er zijn veel verschillende modellen om de bevolkingsprognoses te

berekenen: besluitvormers kunnen naar hartenlust een model gebruiken

dat past bij hun eigen ambities. De achtergronden van de verschillende

prognoses zijn namelijk niet hetzelfde. Bij de zogeheten Pearl en

PRIMOS modellen zijn de woningbouwplannen van gemeente input

voor het model. Dit betekent dat de veronderstelling van

gemeentebestuurders dat meer en grote woningbouwplannen leiden tot

extra bevolkingsgroei, feitelijk worden bevestigd door deze modellen.

Page 17: Krimp op eigen kracht

Krimp op eigen kracht 15

Een D66-visie op bevolkingskrimp

Page 18: Krimp op eigen kracht

16

Het voorzieningenniveau hoeft volgens D66 ook niet overal gelijk te zijn.

Iemand die op Terschelling woont, vindt het vanzelfsprekend dat hij langer

onderweg is naar een ziekenhuis dan iemand uit de stad Utrecht. Voor D66 is

niet gelijkheid, maar juist kwaliteit een uitgangspunt. Elke inwoner van

Nederland heeft voor zijn of haar ontwikkeling recht op een aantal essentiële

voorzieningen van goede kwaliteit, op het gebied van bijvoorbeeld onderwijs

en gezondheidzorg. Randvoorwaarde is dat deze essentiële voorzieningen

bereikbaar en toegankelijk zijn voor iedereen, ongeacht leeftijd, woonplaats

of inkomen. Liever een uitstekende basisschool met voldoende leerlingen op

een half uur afstand in de schoolbus, dan een noodlijdend dorpsschooltje op

loopafstand. De landelijke overheid, samen met gemeentes en provincies, is

hiervoor verantwoordelijk en aanspreekbaar.

Minimumniveaus van voorzieningen naar aanleiding van

wetenschappelijk onderzoek6

Sociale factoren (zoals contacten in de buurt, het ondernemen van

activiteiten in de omgeving, lidmaatschap van een vereniging, actief zijn

in de gemeentepolitiek en ontmoeten van mensen in losse verbanden)

worden daarin als belangrijk ervaren. Er worden tevens verschillen

tussen autochtonen en nieuwkomers geconstateerd; nieuwkomers

richtten zich al meer op de voorzieningen in de grote stad en accepteren

de huidige situatie, autochtone bewoners gebruiken de “kleine kern” op

een andere wijze en missen voorzieningen die verdwijnen.

Waar dit als onvermijdelijk wordt gezien – en de maakbaarheid van een

minimumniveau zelfs in twijfel wordt getrokken – wordt grote nadruk

gelegd op mobiliteit. Autonome processen van schaalvergroting zijn niet

zomaar omkeerbaar en voor mensen acceptabel, mits er sprake is van

mobiliteit. De groep mobiliteitsarme mensen is dus een bijzonder punt

van zorg, waarbij gedacht kan worden aan redelijk adequate oplossingen

door burenhulp, alternatieve vormen van openbaar vervoer en/of

vrijwilligerswerk.

Page 19: Krimp op eigen kracht

Krimp op eigen kracht 17

Een D66-visie op bevolkingskrimp

Huidige krimpgebieden helpen om uit neerwaartse spiraal te komen

Ook al is de Nederlandse situatie in historisch en in Europees perspectief

relatief mild, er doen zich in de huidige krimpgebieden wel degelijk

problemen voor. Op sommige plaatsen, zoals in bepaalde wijken van

Heerlen, is een neerwaartse spiraal ontstaan van wegtrekkende bevolking,

leegstand en daardoor verpaupering, terugval in voorzieningen, waardoor de

leefbaarheid in het geding komt en de economische achterstand groter wordt.

Hierdoor ontstaat het probleem dat inwoners ‘vast komen te zitten’: door fors

gedaalde huizenprijzen – met name in het middensegment – zijn huidige

bewoners niet in staat om hun huis te verkopen, terwijl de leefbaarheid in

hun wijk steeds slechter wordt.

D66 wil voor dergelijke problemen de ogen niet sluiten. Ze moeten worden

aangepakt, allereerst door de gemeente, maar indien nodig met hulp van

provincie of Rijk. Maar vooral moeten we lessen trekken om dit soort

problemen in de toekomst in andere krimpgebieden te voorkomen.

Wet Toelating Zorginstellingen loopt achter op technologische

innovaties

De 45-minutennorm is jaren geleden vastgelegd in de Wet Toelating

Zorginstellingen (WTZi). Deze norm schrijft aan de zorginstellingen

voor, dat zij niet kunnen stoppen met functies op een bepaalde locatie

als de 45-minutennorm om een Spoed Eisende Hulp (SEH) van een

ziekenhuis te bereiken, in gevaar komt. Ongeacht de vraag, moeten hier

voor een SEH 24 uur per dag hoog opgeleide specialisten en ander

ziekenhuispersoneel paraat staan, wat de SEH-afdeling tot een kostbare

zaak maakt.

De voorzitter van Ambulancezorg Nederland, Hans Simons, stelt echter

dat apparatuur van ambulances en het personeel dat op de wagens

werkt, zoveel beter zijn dan vroeger, dat het helemaal niet dramatisch

hoeft te zijn, als een spoedpost verder weg ligt.

Page 20: Krimp op eigen kracht

18

5 Zoals de verhuizing van het KPN-hoofdkantoor naar Groningen en de verplaatsing

van een deel van het CBS naar Heerlen.

6 Op basis van interviews gehouden met wetenschappers op het gebied van Sociale /

Ruimtelijke Wetenschappen verbonden aan de Universiteit van Amsterdam,

Universiteit Utrecht, Universiteit Twente en Rijksuniversiteit Groningen.

7 Retailstructuurvisie Parkstad 2010-2010, via http://www.parkstad-

limburg.nl/index.cfm/parkstad-limburg/informatie/bibliotheek

Gezien in Limburg Parkstad: overheid stelt kader, feitelijke

invulling is aan de markt7

Circa 14% van de beschikbare winkelruimte in Parkstad staat

momenteel leeg. In de toekomst zal nog meer winkelvloeroppervlak

verdwijnen als gevolg van de dalende bevolkingsomvang en de

toenemende invloed van internetaankopen.

Ten behoeve van behoud van dynamiek en onderscheidend vermogen

binnen het winkelgebied, en ter voorkoming van leegstand, is de

‘Parkstadraad’ ingesteld, bestaande uit vertegenwoordigers van en

afgevaardigden door de gemeenteraden en colleges van de deelnemende

gemeenten. De gemeenten geven hier gezamenlijk de gewenste richting

aan vanuit een kaderstellende en controlerende rol. Feitelijke invulling

is aan de markt.

Page 21: Krimp op eigen kracht

Krimp op eigen kracht 19

Een D66-visie op bevolkingskrimp

Hoofdstuk 3 Omgaan met krimp: oplossingsrichtingen voor Nederland

Omslag in denken nodig: van groeien naar gebruiken

In de afgelopen decennia lag de focus steeds op groei, uitbreiding en bouwen.

Ook de financiële prikkels, zoals de beprijzing van gemeentegrond, werkten

hieraan mee: nieuwbouw brengt meer op dan herbestemming van bestaande

bouw. Nu we toegaan naar een periode van stagnatie en krimp, moeten we in

Nederland niet bijbouwen en groeien, maar juist de bestaande bouw

uitmuntend (her)gebruiken en onderhouden. Ook transformatie is nodig,

bijvoorbeeld om in te spelen op het groeiend aantal

eenpersoonshuishoudens. Door slim te kijken naar onderhoud,

herbestemming en indien nodig sloop, kunnen gemeentes geleidelijk

meebewegen met de nieuwe realiteit van bevolkingskrimp, zonder dat de

leefbaarheid in het geding komt8. Hiervoor moeten we een omslag in denken

maken: van groeien naar gebruiken. En daar hoort een nieuw systeem van

financiële prikkels bij, dat aansluit bij de toekomst van stabilisatie en krimp,

en niet bij het verleden van groei.

Page 22: Krimp op eigen kracht

20

Lessen uit krimpregio’s: realistische toekomstvisie en regionaal

samenwerken

In krimpgebieden waar zich problemen voo rdoen komen twee knelpunten

steeds terug: te weinig vooruitkijken en concurrentie tussen gemeentes. Zo

ontwikkelden twee gemeentes in Drenthe ‘met de ruggen tegen elkaar’

nieuwbouwplannen en rekenden zich rijk aan de grondopbrengsten, terwijl

de bevolking in Drenthe al afnam. Op zich verklaarbaar: een college heeft een

zittingstermijn van 4 jaar, en iets bouwen is nu eenmaal een mooiere

prestatie dan iets afbreken. Maar op de langere termijn is het funest; het leidt

tot kapitaalvernietiging en het risico op een neerwaartse spiraal –

Gezien in Sluis: mainstream krimp als politiek thema in

woningmarktbeleid

Uit de Woonvisie van Sluis uit 2004 komt duidelijk naar voren dat

bevolkingskrimp werd gezien als een niet-structureel probleem dat op te

lossen is door het bouwen van meer woningen. Sluis wilde door

nieuwbouw inwoners uit andere delen van de regio, bijvoorbeeld

Terneuzen, weghalen. De gemeente wilde zich in feite bedienen van een

concurrerende go-alone strategie als antwoord op de regionale

bevolkingskrimp.

Bevolkingskrimp is politiek gezien geen populair thema:

Het negatieve imago van bevolkingskrimp maakte dat bestuurders

er niet te openlijk maatregelen op wilden richten, omdat ze dachten

dat het probleem daarmee op den duur vergroot zou worden

(doordat dit imago zou kunnen afstralen op het imago van de

gemeente als vestigingsplaats).

Padafhakelijkheid: Ook het beëindigen van contracten is niet

aantrekkelijk voor politici en bestuurders. Ten eerste betekent dit

de startkosten voor niets zijn gemaakt, met eventuele schadeclaims

in het vooruitzicht.

Zeven jaar later is er overigens wel een omwenteling zichtbaar in het

beleid van de gemeente. In het coalitieakkoord 2010 wordt

intergemeentelijke samenwerking op regionaal en provinciaal niveau

nadrukkelijk genoemd.

Page 23: Krimp op eigen kracht

Krimp op eigen kracht 21

Een D66-visie op bevolkingskrimp

wegtrekkende bevolking, terugval in voorzieningen en verslechtering van de

leefbaarheid – wordt alleen maar groter.

Het is voor krimpregio’s cruciaal om te voorkomen dat zo’n neerwaartse

spiraal ontstaat. Een belangrijke les is om tijdig een toekomstvisie en een

pakket maatregelen op maat te ontwikkelen, met realistische prognoses van

de bevolkingsontwikkeling, die duidelijk maakt welke aanpassingen nodig

zijn om in te spelen op een toekomst met minder inwoners. Zo’n visie moet

gaan over de toekomst van de (economische) regio als geheel, waarin

gemeentes met elkaar samenwerken in plaats van concurreren. Dit is een

ingewikkelde opgave, want het bestrijkt meerdere beleidsterreinen en vraagt

samenwerking tussen gemeentes, provincie, maatschappelijke organisaties,

het bedrijfsleven én de inwoners zelf. Het is zinvol hierbij gebruik te maken

van de kennis die is opgedaan in andere krimpregio’s, om te leren van de

fouten en niet het wiel opnieuw te hoeven uitvinden.

Gezien in de Achterhoek: ‘Coöperatieve Agenda 2020’ door

overheid en private spelers

In de Achterhoek hebben ondernemers, overheid en maatschappelijke

organisaties een ‘Coöperatieve Agenda 2020’ ontwikkeld, vanuit het

besef dat ze alleen gezamenlijk de regio vitaal kunnen houden. Alle

sectoren krijgen te maken met de vier hoofdpunten van de agenda:

vitale leefomgeving, innovatieve economie, slimme & snelle

verbindingen en natuur & landschap. Een daaruit voortkomende

urgentielijst met tien concrete doelstellingen wordt in een coöperatief

samenwerkingsmodel opgepakt. De doelstellingen hebben bovendien

een directe link met de strategie en kerninitiatieven van de Europese

Unie voor 2020 en zijn eveneens met die van het Rijksbeleid en van de

provinciale Agenda 2040 gekoppeld.

Page 24: Krimp op eigen kracht

22

Page 25: Krimp op eigen kracht

Krimp op eigen kracht 23

Een D66-visie op bevolkingskrimp

Stimuleer de eigen kracht van regio’s: decentraal doen wat kan

De Nederlandse bevolking als geheel zal naar verwachting vanaf 2035 gaan

krimpen. Omdat er binnen Nederland echter grote regionale verschillen zijn

– sterke krimp, stagnatie maar ook groei – zullen de transitie-uitdagingen

regionaal sterk van elkaar verschillen9. D66 pleit daarom voor een decentrale

aanpak, op het niveau van de (economische) regio. Wij gaan uit van de eigen

kracht van regio’s: gemeentes moeten maximaal ruimte krijgen om hun eigen

afwegingen te maken over herstructurering en voorzieningen, mits regionaal

afgestemd. Dus geen nationale blauwdruk, maar lokaal maatwerk. En geef

burgers hierin een stem. De meeste mensen begrijpen heel goed dat bij

bevolkingskrimp veranderingen in voorzieningen onvermijdelijk zijn, en

kunnen zelf het beste aangeven wat ze belangrijk vinden. Bij het invullen van

maatoplossingen heeft niet alleen de overheid een rol, maar ook private

partijen en bewoners onderling. Met name op het laatste niveau is veel

mogelijk, zoals buurtbewoners die met subsidie van de gemeente een

buurtbus in de lucht houden.

Dit alles vraagt om sterke gemeentes, die daarvoor ook de financiële ruimte

moeten krijgen, op voorwaarde dat er een gezamenlijke ‘regiovisie’ ligt.

Gezien in Berkelland: regionale samenwerking werkt alleen als

alle partijen meedoen

Binnen een Regionaal Plan Onderwijsvoorzieningen (RPO) stemmen

schoolbesturen hun onderwijsaanbod af op de regionale vraag, in

overleg met o.a. vervolgopleidingen, het bedrijfsleven, gemeenten en de

provincie. Echter, niet alle schoolbesturen in een regio hoeven mee te

doen. In Berkelland bijvoorbeeld, een krimpregio, hebben onlangs van

de vier scholen, maar drie het RPO ondertekend. Bovendien kan één

schoolbestuur een RPO-besluit tegenhouden. Het Regionaal Plan

Onderwijsvoorziening (RPO) mist dus impact omdat het alleen kan

werken als alle spelers betrokken zijn en er een overkoepelende

regisseur bestaat.

Page 26: Krimp op eigen kracht

24

Overheid zorgt voor essentiële voorzieningen, stimuleert innovatie

en past prikkels aan

Wat is nu de rol van de (rijks)overheid in het omgaan met de gevolgen van

bevolkingskrimp? Allereerst is de rijksoverheid verantwoordelijk voor de

basiskwaliteit en toegankelijkheid van een aantal essentiële voorzieningen.

Voor de overige voorzieningen zijn de gemeentes aan zet, om samen met

buurgemeentes, het bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties en

bewoners tot maatwerkoplossingen voor de regio te komen. Het rijk moet dit

faciliteren (bijvoorbeeld door gemeentelijke belastingmogelijkheden en

verantwoordelijkheden te koppelen), innovatieve oplossingen stimuleren en

drempels wegnemen10. Door in de huidige krimpregio’s te experimenteren

met slimme combinaties van voorzieningen, nieuwe mobiliteitsconcepten, en

duurzame energievoorziening, kunnen we nu ervaring opdoen voor de

krimpregio’s van de toekomst. Tot slot heeft de overheid een belangrijke taak

in het aanpassen van het systeem van financiële prikkels in de bouw, zodat

transformeren en beheren ook daadwerkelijk loont.

Lessen uit Zweden: lokale voorzieningen en bevolkingskrimp11

Het omgaan met de enorme diversiteit aan kleinere en grotere

gemeenten – en hun uiteenlopende samenstelling – heeft al lang

geleden geleid tot een aanpak gericht op diversiteit. Er is sprake van een

hoge mate van decentralisatie met de bijbehorende financiële

keuzevrijheid. Lokaal worden belastingen geheven, aangevuld met een

‘fiscal equalisation system’, waarmee structurele verschillen worden

gelijkgetrokken (bijvoorbeeld gemeenten met vooral ouderen ontvangen

van rijkere gemeenten). Nationale standaarden voor voorzieningen

bestaan nauwelijks door de gedecentraliseerde bevoegdheden.

De mindset is daardoor veranderd – ook Zweden heeft lange tijd

geprobeerd om meer en meer centraal te regelen, waar nu de

omgekeerde beweging zichtbaar is. Dat veranderde de houding op lokaal

niveau weer: de schuldige was niet meer in Stockholm te vinden.

Verschillen zijn geaccepteerder en vooral het gevolg van regionaal of

lokaal gekozen prioriteiten.

Page 27: Krimp op eigen kracht

Krimp op eigen kracht 25

Een D66-visie op bevolkingskrimp

8 Een leegstaand kantoorpand in Venlo werd door de beheerder dermate goed

onderhouden, dat het per direct beschikbaar was voor een bedrijf uit Aken, dat met

spoed extra kantoorhuisvesting zocht.

9 Met transitie-uitdagingen bedoelen we de benodigde aanpassingen in de

beschikbaarheid – en betaalbaarheid – van woningen, bedrijfshuisvesting, onderwijs,

vervoersmogelijkheden, voorzieningen (detailhandel, horeca, cultuur en ontspanning)

en zorg.

10

Een voorbeeld van zo’n drempel is mededingingswetgeving, waardoor regionale

samenwerking tussen bijvoorbeeld zorgaanbieders wordt bemoeilijkt.

11

Gebaseerd op interviews met SALAR (Swedish Association for Local Authorities and

Regions) en enkele Zweedse wetenschappers

Page 28: Krimp op eigen kracht

26

Hoofdstuk 4 De koe bij de horens: concrete actielijnen voor politici, bestuurders én burgers

Bevolkingskrimp in Nederland is onomkeerbaar

Krimpend Nederland wordt echter niet minder, onzekerder en armer; het

wordt dynamischer, flexibel en initiatiefrijker. Bevolkingskrimp brengt wel

met zich mee dat dat de vanzelfsprekendheid van voorzieningen verandert.

Meer en meer zal het gaan om een basisniveau van voorzieningen en

aanvullingen waar het lokaal nodig wordt geacht en betaalbaar is. Minder

vanzelfsprekendheid en rechten dus. Maar ook meer lokale zeggenschap,

want krimpoplossingen zijn maatwerk.

Volgens D66 moeten beslissingen worden genomen op het niveau waar

problemen zich manifesteren. Het zwaartepunt moet daarom komen te

liggen op het niveau van de (economische) regio. Dit houdt in dat de

financiële en bestuurlijke organisatie ten aanzien van krimp moet

veranderen. Deze vooruitstrevende benadering van krimp die D66 voorstaat,

vraagt echter wel wat van ons. D66 dient zich op landelijk niveau sterk te

maken voor het faciliteren van een decentrale aanpak van krimp. Daarnaast

zijn sterke en proactieve gemeenten van doorslaggevend belang. Gemeenten

waar onze lokale politici en bestuurders in de regio de koppen bij elkaar

steken om een realistische toekomstvisie te ontwikkelen. En waar samen met

bedrijven en bewoners concrete plannen worden gemaakt hoe we met elkaar

willen wonen, werken, zorgen en recreëren in deze regio van de toekomst.

Page 29: Krimp op eigen kracht

Krimp op eigen kracht 27

Een D66-visie op bevolkingskrimp

Page 30: Krimp op eigen kracht

28

Verwachtingsmanagement

Voor een lokale werkelijkheid met meer keuzevrijheid op een smallere basis

is verwachtingsmanagement erg belangrijk. Waar de eerste generatie

krimpregio’s de realiteit pas is gaan onderkennen toen de gevolgen voelbaar

werden, zullen volgende generaties die slag voor moeten zijn. Erkenning en

acceptatie door bestuurders en bevolking zijn een absolute voorwaarde in het

adequaat omgaan met krimp. Struisvogelpolitiek heeft op de lange termijn

desastreuze gevolgen, zowel financieel, sociaal-maatschappelijk als ten

aanzien van het vertrouwen van burgers in de politiek. Er moet nu gestart

worden met het actief verzamelen en overbrengen van de lessen die zijn

geleerd – ook tussen afdelingen van D66.

Burgers moeten een helder beeld voorgeschoteld krijgen van veranderingen.

Met minder vanzelfsprekendheden, maar ook met mogelijkheden. Het is aan

de D66-bestuurders in alle toekomstige krimpgebieden om binnen 3 jaar een

krimpvisie te publiceren of bestaande visies bijeen brengen. Het benoemen

van kansen en het formuleren van heldere doelstellingen ten aanzien van het

in goede banen leiden (beheren) van de krimp zijn daarbij elementair. Dit

schept geen verkeerde verwachtingen en bovendien zijn deze

‘krimpdoelstellingen’ zowel realistisch als realiseerbaar. Bestuurders hebben

hierdoor niet het gevoel dat ze falen en het bereiken van krimpdoelstellingen

kan juist bevorderlijk werken voor hun imago en status.

Kwaliteit en maatwerk

In een krimpsituatie komt meer nadruk te liggen op lokaal en regionaal

maatwerk en op de kwaliteit van voorzieningen. Burgers zullen accepteren

dat zij moeten reizen voor de sportclub, maar de school kwalitatief op peil

kan blijven en er wellicht enthousiast over zijn wanneer de keuze bij hen ligt.

Om kwaliteit te bewaken en maatwerk te kunnen leveren is echter een

heldere bestuurlijke organisatie en coördinatie nodig, waarin taken en

verantwoordelijkheid zijn verdeeld. Deze omslag betekent wel dat mobiliteit

voor mensen essentieel is: het openbaar vervoer wordt nog belangrijker en

mag niet meekrimpen.

Page 31: Krimp op eigen kracht

Krimp op eigen kracht 29

Een D66-visie op bevolkingskrimp

Om de kwaliteit hoog te houden moeten we lokaal en regionaal prioriteiten

stellen en creatief omgaan met de mogelijkheden. Er kan meer

grensoverschrijdend georganiseerd worden: krimpgebieden zijn immers vaak

grensgebieden. Voorzieningen mogen worden gecombineerd, gespecialiseerd

en gefuseerd waar dit meerwaarde oplevert, zolang de toegankelijkheid en

bereikbaarheid is gewaarborgd. Bouwen mag alleen nog gebeuren op

aantoonbare behoefte, om te voorkomen dat er voor leegstand wordt

gebouwd.

Krimp op eigen kracht

Het vertrouwen in de eigen kracht van lokaal en regionaal bestuur belijden

we niet alleen met de mond: zonder instrumenten zijn lokale en regionale

partijen niet in staat de eigen prioriteiten te stellen en daarnaar te handelen.

Nationaal moeten scherpe keuzes gemaakt worden om te zorgen dat

beleidsinstrumenten en verantwoordelijkheid samengaan en niet in

verschillende bestuurslagen liggen. Daarbij kunnen we denken aan wet- en

regelgeving, die verruimd kan worden om bestuurlijke drempels weg te

nemen bij samenwerkingen en fusies. We stimuleren innovatie en

ondersteunen transformatieprojecten door het creëren van juiste financiële

prikkels, waar momenteel nog vaak sprake is van ‘groeiprikkels’. In de

gebieden waar krimp plaatsvindt, zou bijvoorbeeld voor elke woning die

gebouwd wordt er een gesloopt moeten worden.

Financiële (her)verdeling heeft op termijn ook nieuwe structuren nodig: waar

dure sloop nu nog leidt tot minder inkomsten, terwijl een naburige gemeente

inzet op extra inwoners en de inkomsten ziet stijgen. Diezelfde herverdeling

zal op nationaal niveau nodig zijn: verschillen tussen grote en groeiende

gemeenten en kleine en krimpende gemeenten zullen alleen maar groter

worden.

Page 32: Krimp op eigen kracht

30

Conclusie

Bevolkingskrimp, gecombineerd met groeiende stedelijke clusters, wordt in

de komende decennia de nieuwe realiteit in Nederland. Dit biedt volop

mogelijkheden voor meer diversiteit in de inrichting van ons land en kan

slimme innovaties bevorderen op het gebied van ruimte, voorzieningen en

mobiliteit.

Een adequate benadering van krimp, maakt een omslag in denken

noodzakelijk: ‘groeidenken’ moet overgaan in ‘doen voor gebruik’.

Verwachtingsmanagement speelt daarbij een belangrijke rol. Lessen uit

krimpregio’s kunnen helpen bij de ontwikkeling van realistische

toekomstvisies

Krimpoplossingen gaan bovenal om kwaliteit van voorzieningen en zijn echt

maatwerk. Dit betekent dat beslissingen moeten worden genomen op het

niveau van de (economische) regio, waar de krimpproblemen zich

manifesteren. Lokale bestuurders, de private sector en burgers zijn samen

het beste staat om met innovatieve oplossingen te profiteren van de kansen

die krimp biedt en de kwaliteit van voorzieningen te waarborgen. De rol van

de landelijke overheid beperkt zich tot het zorgdragen voor essentiële

voorzieningen, het stimuleren van innovatie en het aanpassen van

(financiële) prikkels. Best practices kunnen worden toegepast om de

regionale samenwerking te bevorderen.

D66 ziet de demografische ontwikkelingen in Nederland als een kans. Deze

Beleidsvisie biedt handvatten om er voor te zorgen dat we deze kans ten volle

benutten.

U bent aan zet!

Page 33: Krimp op eigen kracht

Krimp op eigen kracht 31

Een D66-visie op bevolkingskrimp

Literatuur

Rainer Muenz (2007), “Aging and Demographic Change in European

Societies: Main Trends and Alternative Policy Options”, Hamburg Institute

for International Economics, Hamburg

Ruimtelijk Planbureau (2006), “Krimp en ruimte: Bevolkingsafname,

ruimtelijke gevolgen en beleid”, NAi Uitgevers, Rotterdam.

Bureau Louter, P.J. en W. van Eikeren (2009), "Bevolkingsafname in

Nederland", Ministerie van Binnenlandse Zaken, Den Haag

VID/IIASA (2010). “European Demographic Data Sheet 2010”. Wenen:

Vienna Institute of Demography

Europees Parlement, Policy Department B: Structural and Cohesion Policy

(2008), “Shrinking Regions: a Paradigm Shift in Demography and Territorial

Development”, Brussel, Europees Parlement

Europese Commissie, DG for Regional Policy (2008), “Demographic

Challenges for European Regions”, background document to Commission

staff working document SEC(2008)

Prof. Dr. Dieter Rink, “Helmholtz Centre for Environmental Research (2010),

Urban shrinkage in Leipzig and Halle, the Leipzig-Halle urban region,

Germany”, UFZ, Leipzig, Germany

Pact Regio Eemsdelta (2009), ‘Regionaal beleid wonen en voorzieningen’ ,

Programma Landelijk Gebied Groningen

Parkstad Limburg (2010), “Retailstructuurvisie Parkstad Limburg, Concept

Eindrapportage (2010-2020)”, Concept Eindrapportage

ING Economisch Bureau (2011), “Stad biedt beste klimaat voor innovatie”,

ING, kwartaalbericht Regio’s

Page 34: Krimp op eigen kracht

32

CNVO (2010), “Knelpunten wet- en regelgeving onderwijs en krimp”, via

http://www.cnvo.nl/fileadmin/user_upload/PDF/Knelpunten_wet-

en_regelgeving.pdf

Zorgacademie Parkstad Limburg, via

http://www.zorgacademieparkstadlimburg.com

Commissie Ruimtelijke Inrichting en Bereikbaarheid (2011), Advies nr.

2011/03: 18 maart 2011, via

http://www.ser.nl/~/media/DB_Adviezen/2010_2019/2011/b29472.ashx

Page 35: Krimp op eigen kracht
Page 36: Krimp op eigen kracht

Het is inmiddels breed bekend: de Nederlandse bevolking gaat vanaf 2035 krimpen. Schrikverhalen over de gevolgen van deze krimp verschijnen steeds vaker in de media. Demografische krimp wordt neergezet als opdoemend probleem met vooral negatieve gevolgen dat het liefst bestreden moet worden.

Wat is er nu werkelijk aan de hand, met welke consequenties? Welke omvang heeft de krimp in Neder-land, en hoe ernstig is dat eigenlijk? Levert bevolkingskrimp per definitie problemen op, of creëert het ook kansen? Hoe is het in andere landen en hoe moeten we er in Nederland mee omgaan? En wie is nu eigenlijk aan zet? In dit document geeft D66 haar perspectief op de bovenstaande vragen, vanuit een sociaal-liberale invalshoek.