Krantjeboord September 2013

12
De economische beginselen van ‘ParEcon’ Een werkbaar alterna- tief voor markt en staat:, rechtvaardig en democratisch? 2 6 Realiteit boven dromen en verbeelding? Een betere wereld. Onrealistisch! Onprak- tisch! Tijdsverspilling! Gevaarlijk..? We zijn de waarde van idealisme vergeten. Ecotopia Een alternatief voor de neoliberale utopie van continue vooruit- gang en oneindige consumptie? 8 Nr. 18 I september 2013 Krantje Boord Kritisch en Onafhankelijk Gratis krant Neem mee

description

Dit Krantje heeft een thema. Alles wat we doen, doen we omdat we willen werken aan een betere wereld. Streven naar een betere wereld lijkt wel op streven naar een ideale wereld, een utopie. Maar de waarde van utopisch gedachtegoed lijken wij in de huidige maatschappij een beetje te zijn vergeten. Lees hier waarom dromen van een betere wereld zo belangrijk is. Wees ook niet bang om toe te geven aan die dromen, want hier kun je leren hoe de ‘onrealistische en onpraktische’ mensen vaak meer kunnen bereiken dan de pragmatisten.

Transcript of Krantjeboord September 2013

Page 1: Krantjeboord September 2013

De economische beginselen van

‘ParEcon’Een werkbaar alterna-tief voor markt en staat:, rechtvaardig en democratisch?

2 6

Realiteit boven dromen en verbeelding?

Een betere wereld. Onrealistisch! Onprak-tisch! Tijdsverspilling! Gevaarlijk..? We zijn de waarde van idealisme vergeten.

EcotopiaEen alternatief voor de neoliberale utopie van continue vooruit-gang en oneindige consumptie?

8

Nr. 18 I september 2013

Krantje BoordKrantje BoordKritisch en Onafhankelijk

Nr. 18 I september 2013

Gratiskrant

Neem mee

Page 2: Krantjeboord September 2013

2 Krantje Boord

Ecotopiadoor Maartje Oostdijk

van de redactie

Utopische verhalen die de natuur centraal stellen kunnen een

alternatief bieden voor de neoliberale utopie van continue vooruitgang en oneindige consumptie waar onze maatschappij op gefundeerd is. In de ecotopia wordt consumptie gematigd, en matiging zou wel eens onmisbaar kunnen zijn voor een duurzame samenleving.

Ideeën over de klimaatcrisis en de drei-gende Apocalyps zijn onze generatie met de paplepel ingegoten. Praten over het milieu, schone lucht, schoon water, voed-sel zonder pesticiden en zeeniveaustijging zijn niet meer alleen het terrein van een gemarginaliseerde groep eco-hippies maar zijn volledig onderdeel geworden van het publieke debat. ́ Duurzaam geproduceerd´ valt te lezen op bijna elke verpakking van welk product dan ook. Hoewel klanten in de supermarkt vanwege de crisis van de economie minder te besteden hebben, geven ze meer uit dan ooit tevoren aan biologische producten. Maar om mij heen hoor ik sceptische geluiden over dit ´groene consumeren´. Onder mijn vrien-den zijn er veel die denken dat deze hype van een even tijdelijke aard is als navel-truitjes of new balance sneakers.

Ik denk niet dat dit het geval is, ik denk wel degelijk dat het besef van naderend onheil en een veranderend klimaat bij een grote groep mensen is ingeslagen. Wel ben ik even sceptisch over het nut van het groene consumeren. Daarom zal ik in dit stuk uitweiden over andere ecolo-gische ideeën, die er niet alleen maar op uit zijn het wereldwijde kapitalisme een klein beetje aan te passen zodat we op een andere (‘licht groene’) manier verder kunnen gaan met consumeren.

Terwijl de gewetens van een kleine groep gegoede consumenten worden gesust door het af en toe kopen van bio-logische producten stijgt de uitstoot van CO2 en andere broeikasgassen nog steeds. Alternatieve vormen van energie en voed-

sel hebben geen prioriteit op de politieke agenda. De Apocalyps waar in de late jaren zestig al voor gewaarschuwd werd komt steeds dichter bij en is ernstiger dan wetenschappers destijds vermoedden. Nog nooit in de geschiedenis van de aarde is er zo’n snelle opwarming voorgekomen.

In de jaren 50 en 60 waren literatuur en kritische reflectie hierover dystopisch. Science fiction schrijvers schetsten een wereld die verwoest werd door overbe-volking en vervuiling. Sinds ongeveer dertig jaar bestaan er echter ecologische stromingen die niet langer enkel hameren op deze dystopische toekomst, gericht op een ‘Ecotopia’. Deze stromingen grijpen de ecologische crisis juist aan als reden om opnieuw te definiëren wat het ‘goede leven’ betekent voor onze maatschappij. Niet alleen kan de ‘aarde worden gered’, maar ook kan de crisis van het milieu ten goede worden ingezet. Zogenaamde eco- centrische denkbeelden kunnen ons een idee geven van hoe we onze menselijke levens kunnen leiden in harmonie met onze niet menselijke, natuurlijke omge-

ving. Ecotopia was, samen met feminisme, de voornaamste erfenis van de radicale periode van de sixties. In de jaren 70 en 80 was het een drijvende kracht voor alterna-tieven van de moderne samenleving.

Waar veel andere utopische denkbeel-

Voilà. Wij presenteren jullie de nieuwe Krantje Boord van het nieuwe

seizoen! KSU is bezig om zich-zelf opnieuw uit te vinden en te verbeteren. En daar hoort ook een verbeterde versie van Krantje Boord bij. Waar we afgelopen jaren alleen met een dubbeldikke editie het jaar afsloten, gaan we van nu af aan altijd een dubbeldikke editie uit-brengen! Dubbeldik wordt dus lekker gewoon. En om de kwa-liteit te waarborgen zullen we om de drie maanden een krantje uitbrengen, in plaats van twee.

Dit Krantje heeft een thema. Alles wat we doen, doen we omdat we willen werken aan een betere wereld. Streven naar een betere wereld lijkt wel op stre-ven naar een ideale wereld, een utopie. Maar de waarde van uto-pisch gedachtegoed lijken wij in de huidige maatschappij een beetje te zijn vergeten. Lees hier waarom dromen van een betere wereld zo belangrijk is. Wees ook niet bang om toe te geven aan die dromen, want hier kun je leren hoe de ‘onrealistische en onpraktische’ mensen vaak meer kunnen bereiken dan de prag-matisten. En voor diegenen die utopisch denken een beetje eng vinden, vind hier ook twee voor-beelden van utopisch gedachte-goed: Ecotopia, rondom milieu en duurzaamheid, en Parecon, uitgaande van een rechtvaardi-ger economisch systeem. Maar nadenken alleen is niet genoeg. Lees ook een verslag van het No Border Camp dat plaatsvond in Rotterdam in augustus.

Veel leesplezier!

Liefs,de Krantje Boord redactie

Om een werkelijk duurzame samen-leving te stichten

is het cruciaal dat de fundamenten en sociale constructies

van de consump-tiemaatschappij worden herover-

wogen.

Page 3: Krantjeboord September 2013

3Krantje Boord

den uitgaan van de utopie van overvloed, laat de ecotopie een tegengeluid horen van “sufficiency”: een utopie van voldoende middelen, maar niet meer dan nodig. In de ecotopie houdt de samenleving reke-ning met de gelimiteerde hulpbronnen van de aarde waardoor ze duurzaam is. De behoeften van mensen kunnen dus niet oneindig worden vervuld. Groene utopieën draaien om terughoudendheid en de beperking van menselijke behoef-ten, waarin immateriële bevrediging van behoeften de materiële bevrediging ver-vangt. Waarden zoals gelijkheid en affectie zijn belangrijker dan het bruto nationaal product.

Zoals in ander utopisch gedachtegoed neemt ook binnen de ecotopische stro-ming literatuur een belangrijke plaats in. Literatuur biedt formele mogelijkheden tot vernieuwing en reflectie en bovendien biedt kritische utopische literatuur moge-lijkheden om buiten alle diepgewortelde kaders te denken. Sociale relaties en ook de relatie tussen mensen en natuur kunnen worden heroverwogen.

Krishan Kumar beschrijft in zijn boek

Utopia and Anti-Utopia in the Twentieth century het, volgens zijn mening, meest complexe en interessante voorbeeld van ecotopische literatuur: The Dispossessed van Ursela K. le Guin. In haar science fiction roman beschrijft Le Guin twee tegengestelde samenlevingen op twee planeten. Urras is een planeet met techno-cratische samenleving, rijk en mooi maar gebaseerd op ongelijkheid en gekenmerkt door uitbuiting. Anarres is een voormalige mijn-kolonie van Urras, welke onafhan-kelijk is geworden en zelfvoorzienend is. Anarres heeft weinig materiele rijkdom maar is egalitair en de gemeenschap is hecht. Shevek, de verteller, is een natuur-kundige die zich beweegt tussen de twee culturen. Ondanks het verleidelijke aanbod dat hem is gedaan in Urras kiest Shevek uiteindelijk voor de samenleving op Anarres. Hij heeft de armoede en het ongeluk van de minderbedeelden gezien in Urras en heeft meegewerkt aan een gefaal-de poging tot revolutie. Toch is ook het leven op Anarres voor Shevek niet ideaal, zijn wetenschappelijk onderzoek wordt geremd door een rigide doctrine van de

gemeenschap. Hij voelde naast onvrede op Urras ook vrijheid omdat privacy hier werd gerespecteerd en er mogelijkheden waren om individuele talenten te ontplooi-en.

Met de milieu crisis op de achtergrond kan ecotopia samenlevingen verbeelden die de Apocalyps voorbij zijn. Literatuur kan, zoals het bovenstaande voorbeeld laat zien, een rol spelen in deze verbeelding. Wat als we doorgaan zoals we nu leven? Kunnen we nog langer zo leven? Ecotopia kan een nieuwe start verbeelden en toe-komstige sociale mogelijkheden schetsen. De afwegingen die Shevek in bovenstaand voorbeeld moet maken en de vragen die hij zichzelf stelt zijn vragen die misschien ook op onze situatie van toepassing zijn. In wat voor een wereld willen wij leven? De ‘utopie’ waar Shevek uiteindelijk voor kiest is een Ecotopie. Deze vorm van Utopie verschilt van een andere tradi-tie westerse utopieën die, in de lijn van humanistisch en Verlichtings- gedachte-goed, streven naar rationele en individuele verbetering. Natuur is in deze utopieën slechts instrumenteel en manipuleerbaar met behulp van wetenschap en technolo-gie. Het is dan ook op dit model dat onze moderne samenleving gefundeerd.

De huidige tendens van groene oplos-singen en duurzame ontwikkeling pro-beert een ander model waarin de moderne samenleving zich steeds meer en meer probeert te verzoenen met het ideaal van duurzaamheid. Echter, om een werkelijk duurzame samenleving te stichten is het cruciaal dat de fundamenten en sociale constructies van de consumptiemaat-schappij worden heroverwogen.

Rajni Kothari, een bekend politicoloog, pleit: “Sustainability is an empty term, because the current model of develop-ment destroys nature’s wealth and hence is non-sustainable. And it is ecologically destructive because it is ethically vacuous - not impelled by basic values, and not anchored in concepts of rights and res-ponsibilities” (Kothari, 1992, p. 27-28)

Voor een echt duurzame samenleving moeten we kijken naar geheel nieuwe mogelijkheden om de maatschappij in te richten. Ecotopia biedt een alternatief voor de utopische ideeën van de oneindige technologische en menselijke vooruitgang. Postindustriële utopieën die de natuur centraal stellen, wijzen niet per definitie alle technologische vooruitgang af, maar vereisen wel een her-evaluatie van niet- materiele waarden die in de consumptie-maatschappij zijn ondergesneeuwd.

Terwijl de gewetens van een kleine groep gegoede consumenten wordt gesust door het af en toe kopen van biologische producten stijgt de

uitstoot van CO2 en andere broeikasgassen nog steeds.

Page 4: Krantjeboord September 2013

4 Krantje Boord

Een alternatief voor markt en staat: de economische beginselen van

door Alexander Beunder

Marktwerking is onrechtvaardig, destructief en

inefficiënt, en dient volledig afgeschaft te worden, volgens de Amerikaanse ‘market abolitionists’ Michael Albert en Robin Hahnel. ‘Parecon’ - een afkorting voor participatory economics - is volgens hen een werkbaar, rechtvaardig en democratisch alternatief.Natuurlijk weten de meeste economen wel dat pure marktwerking volgens de econo-mische definitie - met volkomen concurren-tie, volledig geïnformeerde consumenten, etcetera - net zo min bestaat als het eiland Utopia uit het boek van de middeleeuwse schrijver Thomas More.

Toch wordt marktwerking onder econo-men - en helaas ook daarbuiten - nog steeds beschouwd als een goed na te streven doel. Hoe onrealistisch het ook is om ooit echte concurrentie op het Nederlandse spoor te zien (of in de zorg en de postsector), we moesten toch de spoorwegen privatiseren om marktwerking in te voeren. Hoe erbar-melijk het resultaat van ‘marktwerking’ ook is, we blijven er steevast in geloven.

Deze fundamentele vraag wordt meestal overgeslagen: willen we marktwerking wel realiseren? Nee, zeggen de Amerikaanse

‘marktabolitionisten’ Michael Albert en Robin Hahnel. Is dan niet het enige alter-natief een centrale planeconomie bestuurd door een centrale overheid? Nee, volgens Albert en Hahnel zal elke centrale overheid en kleine groep technocraten vooral hun eigen economische belangen beschermen. Wat blijft er dan over als alternatief ?

Al decennialang werken Albert en Hahnel aan een theoretisch alternatief. Het heet parecon, een afkorting voor partici-patory economics (participatieve economie). Het is een visie voor een soort decentrale, democratische planeconomie waarin werk rechtvaardig beloond wordt, er rekening wordt gehouden met het milieu en ieder-een gelijkwaardig participeert in de demo-cratische economische besluitvorming.

Let wel, parecon komt niet slechts voort uit de wilde fantasieën van Albert en Hahnel, maar is juist sterk geïnspi-reerd door experimenten uit de prak-tijk van bewegingen die in de afgelopen eeuwen vochten voor een rechtvaardi-gere economie - zoals de Commune van Parijs uit 1871, anarchisten in de Spaanse revolutie van 1936, marxisten in de Sov-jet-Unie en huidige sociale bewegingen in Latijns-Amerika.

Hun belangrijkste (maar zeker niet de enige) kritiek op marktwerking is dat het arbeid niet eerlijk beloont. Inderdaad, zelfs de meest liberale econoom zal erkennen dat de markt niet per se werk en inzet beloont, maar marktwaarde. De harde wet van de markt is dat wie met genoeg kapitaal gebo-ren wordt kan leven als een koning zonder

hard te werken, terwijl minderbedeelden die alleen hun eigen arbeid bezitten hard moeten werken om rond te komen. Ster-ker nog: relatief aangenaam werk - een managementfunctie vanuit een prettig kantoor - wordt vaak zelfs beter beloond dan het zwaarste werk - in de mijnen, zorg of schoonmaak. Bestaat er een immoreler beloningssysteem?

Dit economisch principe van het kapita-lisme zouden Albert en Hahnel om willen draaien door de markt af te schaffen en parecon in te voeren. Een belangrijk begin-sel van parecon is dat mensen een loon (of ‘consumptierechten’) ontvangen op basis van hun inzet en persoonlijke opoffering. Kwesties die mensen niet onder controle

“Albert en Hahnel erkennen dat

zonder een duide-lijke visie voor

een alternatief het huidige markt/

staat systeem onmogelijk te

vervangen is.”

Page 5: Krantjeboord September 2013

5Krantje Boord

Michael Albert:“So here are some answers”

hebben - zoals afkomst, of aangeboren talenten - worden niet beloond in pare-con. Alleen wat men zelf onder controle heeft – inzet en arbeid oftewel ‘persoonlijke opoffering’ - is rechtvaardig om te belonen, aldus Albert en Hahnel. Een waterdicht argument, geen speld tussen te krijgen.

Het vereist natuurlijk een hoop insti-tutionele verandering om dit nieuwe beloningsprincipe daadwerkelijk te reali-seren, erkennen Albert en Hahnel. Echter, enerzijds willen ze niet een gedetailleerde blauwdruk geven van een parecon maat-schappij, omdat veel details beter kunnen worden ingevuld door degenen die parecon daadwerkelijk zouden invoeren, aangepast aan de betreffende tijd, plaats en behoef-tes. Anderzijds erkennen Albert en Hahnel dat zonder een duidelijke visie voor een alternatief het huidige markt/staat sys-teem onmogelijk te vervangen is. Ze geven daarom in verschillende boeken (vanaf 1991) een uitvoerige beschrijving van vier kernbeginselen die volgens hen onmisbaar zijn in een participatieve economie:

1. Arbeiders- en consumentenraden hebben het laatste woord over de productie en consumptie van goederen en diensten. Werkplekken - fabrieken, kantoren, horeca, alles - worden democratisch bestuurd via arbeidersraden op basis van het principe van ‘zelfmanagement’, “dat wil zeggen dat men meer invloed heeft op een beslissing naarmate men meer wordt getroffen door een beslissing” (uit de goede Nederlandse samenvatting van parecon op Wikipedia). Consumptie wordt in parecon geregeld door consumentenraden op wijkniveau. Grotere federaties van arbeiders- en con-sumentenraden bepalen in overleg met elkaar het economisch beleid (waarover later meer in beginsel 4).

Inderdaad, arbeiderszelfbestuur via arbeidersraden is een traditioneel socialis-tisch principe dat volledig omarmd wordt door Albert en Hahnel. Inderdaad, ook in de Sovjet-Unie bestonden er raden (sov-jet=raad), maar de echte macht belandde uiteindelijk toch in de handen van een kleine groep technocraten met Stalin aan het hoofd. Wie zegt dat een pare-con samenleving niet dezelfde koers zou varen? Dat risico wordt niet genegeerd door Albert en Hahnel.

2. Evenwichtige taakpakketten. Mede om het democratische karakter van parecon te behouden, stellen Albert en

Hahnel een tweede beginsel voor: balan-ced job complexes voor werknemers, oftewel “evenwichtige taakpakketten” (Wikipedia). Het idee is dat zowel minder aantrekke-lijk en simpel werk, alsmede intellectueel uitdagend, invloedrijk en ‘emanciperend’ werk gelijk verdeeld wordt. Niet alleen omdat dit het leven voor iedereen prettiger maakt, maar ook omdat het democrati-sche participatie bevordert, aldus Albert en Hahnel.

Stel dat tachtig procent van de bevolking geestdodend werk doet (lopende band wer-

kers of vakkenvullers) en twintig procent een intellectueel uitdagende, invloedrij-ke functie heeft (zoals bedrijfsmanagers of stedelijke planologen). Zelfs als hon-derd procent van de bevolking formeel democratische inspraak heeft op zowel de werkvloer als in het algemene economische beleid, zal die laatste twintig procent de besluitvorming domineren. Uiteindelijk zullen ze zowel de politieke macht als de economische welvaart naar zich toe trek-ken, voorspellen Albert en Hahnel (zoals de technocraten van de Sovjet-Unie deden, maar in feite ook de hoogopgeleide, intel-lectuele elites van ‘democratische’ markt-economieën momenteel doen). Die twintig procent heeft simpelweg meer zelfvertrou-wen om te participeren in de politiek.

Als iedereen een “evenwichtig taakpak-ket” heeft met wat simpele, repetitieve taken maar ook evenveel intellectueel uit-dagende en invloedrijke taken, is iedereen even bekwaam en zelfverzekerd genoeg om op gelijke voet te participeren in de besluitvorming - binnen de arbeiders- en

consumentenraad en het totale economi-sche beleid.

3. Beloning naar inzet. Het derde kernbeginsel van parecon is dat inkomen verdiend wordt naar inzet en arbeid oftewel naar persoonlijke opoffe-ring. Een voorbeeld van hoe dit zou werken is dat er een standaard loon is voor een standaard werkweek (bijvoorbeeld van 30 uur) voor een standaard “evenwichtig taakpakket”. Een arbeidersraad kan echter democratisch besluiten om arbeiders extra te belonen wanneer ze harder werken of onaangenamere taken op zich nemen, of hun inkomen verlagen wanneer ze korter werken of luiheid vertonen. Hoe en hoe-veel, dat is aan de arbeidersraad van een werkplek zelf op basis van ‘zelfmanage-ment’.

Kan een arbeidersraad dan niet simpel-weg de eigen ‘inzet’ van alle eigen arbei-ders overdrijven om zo gezamenlijk meer inkomen te verdienen dan rechtvaardig? Nee, want parecon heeft ook een intelligent systeem van allocatie, het vierde beginsel.

4. Decentrale participatieve planningis het vierde kernbeginsel van parecon, een onmisbaar element om tot een rechtvaardi-ge en efficiënte allocatie (productie en ver-deling) van goederen en diensten te komen, waarin vraag en aanbod in evenwicht zijn. Het parecon allocatiesysteem - enorm uit-gebreid en enigszins wiskundig beschreven door Albert en Hahnel - bevat een systeem van verschillende onderhandelingsrondes tussen arbeiders- en consumentenraden, het gebruik van ‘indicatieve prijzen’ in het planningsproces en faciliterende raden die de nodige informatie leveren. Kortom, te complex om in één alinea uit te leggen.

Parecon is ongetwijfeld een van de meest uitgewerkte visies voor een alternatieve economie die de moeite waard is te ver-kennen. Enorm veel waardevolle, kritische discussies zijn momenteel gaande over de verschillende beginselen van parecon. Veel kritische vragen en twijfels zijn scherp beantwoord door Albert en Hahnel, over veel vragen zal je ongetwijfeld van mening met ze blijven verschillen (wat ik eveneens doe) en veel vragen erkennen ze niet te kunnen beantwoorden voordat parecon in de praktijk wordt geprobeerd. Parecon is immers een theoretisch model en een theorie moet getest worden in de praktijk.

Page 6: Krantjeboord September 2013

6 Krantje Boord

Realiteit boven dromen en verbeelding?door Ying Que

Dromen van een betere wereld. Onrealistisch!

Onpraktisch! Tijdsverspilling! Gevaarlijk..? We zijn de waarde van idealisme vergeten.

Utopisch denken, het streven naar een ideale wereld, heeft na de rampzalige gevolgen van de communistische en fas-cistische regimes in de 20e eeuw een nare bijsmaak gekregen. Het doel van de per-fecte wereld rechtvaardigde alle gruwelijke middelen. Dystopie, hel op aarde, was het gevolg. Nu keren we ons af van dit soort dromen. Straks lijkt het nog op een utopie.. Maar we zijn daardoor vergeten waarom het zo belangrijk is om te blijven dromen van een betere wereld. Misschien hebben we zulke dromen juist nodig om dingen te veranderen die niet goed gaan.Een gesprek tussen een idealist en een realist. Als je het in je hoofd hebt gehaald dat je de wereld wilt verbeteren, dan zal het volgende gesprek je wel bekend voor-komen:

- Ik droom van een betere wereld. Een recht-vaardige wereld.

- Tja, dat zouden we allemaal wel willen. Hoe zie je dat precies voor je?

- Een wereld waarin ieder mens gelijk-waardig is en gelijkwaardig behandeld wordt. Waarin mensen samen streven naar een manier van leven waardoor iedereen een menswaardig bestaan kan leiden en daar zeggenschap over heeft, over hoe vrij te zijn en over hoe we ons veilig kunnen voelen.

- Ja ja, prachtig allemaal. Wel lekker onre-alistisch.. Helaas, zo simpel zijn dingen nou eenmaal niet.

- Maar waarom niet? Waarom zou dat niet kunnen? Een wereld waarin mensen vreed-zaam samenwerken, op basis van waardigheid, wederkerigheid en respect.

Een wereld zonder armoede, oorlog en honger, waarin niet een kleine groep mensen alle economische, sociale en poli-tieke macht in handen heeft, maar waar de welvaart eerlijk verdeeld en de macht eerlijk gespreid is.

- Kom nu, dat idealistische gezever. Bekijk het nou even praktisch. Hoe breng je zoiets in godsnaam op een effectieve manier tot stand. Er spelen zoveel dingen mee, ik weet niet eens waar ik moet beginnen. Zo zit het gewoon niet in elkaar. Waardeer toch wat je hebt! We hebben het toch goed? Moet je zien hoeveel we er de afgelopen decennia economisch op vooruit zijn gegaan! En niet alleen de westerse wereld. In Afrika is de moedersterfte hartstikke gedaald de laatste jaren. Goed, onze maatschappij is niet perfect, maar het is toch de best denkbare tot nu toe..

- Nou ja, de best denkbare.. Volgens mij heeft de economische crisis duidelijk laten zien dat we echt niet zo lekker bezig zijn als dat jij voordoet. En het milieu is er ook niet al te best aan toe. Daar hoeven we onze ogen toch niet voor te sluiten? Daar hoeven we ons toch niet bij neer te leggen? We moeten serieus gaan nadenken over hoe dat anders kan. Al dat lijden, de vervuiling, de uitbuiting van mensen, dieren en de natuur, dat zou niet moeten hoeven. Het

is gewoon vreselijk.. - Luister. Je kunt niet alle ellende van de

wereld op je schouders nemen. Mensen zijn nou eenmaal slecht, dat zit in de aard van het beestje. Je hebt er niks aan als jij de rest van je leven ongelukkig bent omdat anderen dat zijn.

En daarmee is het gesprek vaak voorbij. Maar wat bedoelen mensen nou eigenlijk met hun idealistische gezever? Waarom doen ze dat? En waarom is het eigenlijk heel goed dat ze dat doen?

Vergeleken met vroeger hebben we vrij weinig te klagen, zegt historicus Rutger Bregman. Vergeleken met vroeger zijn we rijk, veilig en gezond. Maar ondanks dat, zegt hij, leven we in een geestelijke armoe-de die politieke denker Francis Fukuyama al voorspelde in 1989. Volgens Fukuyama zou het einde van de geschiedenis aanbre-ken, waarin de tijd van de grote ideeën en ideologieën voorbij is. Na het einde van de Koude Oorlog heeft de westerse neoli-

Page 7: Krantjeboord September 2013

7Krantje Boord

Realiteit boven dromen en verbeelding?door Ying Que

“Dromen van een betere wereld, betekent kritisch reflecteren op de huidige”

berale democratie zich overal ter wereld geuit als meest voorkomende vorm van maatschappelijk bestuur. Het enige waar we ons nu nog druk over maken is econo-mische berekening, we maken ons zorgen over het milieu, proberen technologisch vooruit te komen en bevredigen onze uit-gebreide behoeften om te consumeren. Maar nadenken over hoe we de wereld

kunnen verbeteren, ho maar. Maar we vergeten: dromen, de verbeel-

ding, zij vervullen een belangrijke func-tie. ‘Verbeelding aan de macht!’, luidt de beroemde slogan van de mei-revolte in 1968. Helaas is dromen niet realistisch, niet praktisch, het past niet in onze huidige maatschappij waar alles efficiënt, rationeel

en resultaat gericht moet zijn en bovendien altijd moet groeien. Verbeelding is overbo-dig, want dit economische systeem heeft voor de grootste economische welvaart in de hele geschiedenis gezorgd. Waarom zouden we het anders doen? Maar alle hui-dige crises die in de afgelopen jaren zijn ontploft wijzen erop dat we wel degelijk moeten nadenken over hoe we het anders moeten gaan doen. En de verbeelding is de enige manier om tot een alternatief te komen.

Waarom we weer moeten dromen.

“When we can’t dream any longer, we die.” - Emma Goldman

Als we een korte geschiedenis bekijken van wat het woord ‘verbeelding’ inhoudt, zien we dat ‘het verbeelde’ over het alge-meen begrepen wordt als iets dat nooit gezien kan worden als de basis van realiteit. Maar vroeger, schrijft antropoloog David Graeber in een essay over verbeelding, tij-dens de Middeleeuwen en nog eerder, werd datgene dat wij ‘de verbeelding’ noemen beschouwd als een overgangszone tussen realiteit en rede. In andere woorden, het onmogelijke is altijd gebaseerd op de rea-liteit en andersom.

Dat is ook precies wat Thomas Moore bedoelde toen hij zijn beroemde ‘Utopia’ schreef. Hij schreef over een eiland met een ideale maatschappij, waar iedereen voor het nut van het algemeen leeft. Vrij-heid van religie, vrijheid van meningsui-ting, een democratisch gekozen regering en priester orde. Advocaten zijn er niet eens nodig. Een zeer provocerend boek voor zijn tijd, de 16e eeuw. Hij noemde zijn ideale wereld ‘utopia’, dat zowel plek

als non-plek betekent, een plaats die tege-lijkertijd wel en niet bestaat. Hij sprak de verbeelding aan, die overgangszone, zoals verbeelding vroeger begrepen werd.

Wij zijn, vijf eeuwen later, afgeschrikt om ons dingen te verbeelden. Idealisme is mooi, maar we mogen ons er niet in verlie-zen. In de vorm van een politieke droom-

voorstelling heeft het utopisch denken op zijn zachtst gezegd voor problemen gezorgd. Socioloog Stephen Duncombe claimt dat dit komt omdat zulke politieke richtlijnen en ideeën doen alsof die ideale wereld daadwerkelijk bestaat en moge-lijk is en dat we bovendien alles op alles moeten zetten om deze te bereiken. Dat kan allerlei gevolgen hebben. Bijvoorbeeld, zoals Stalin, Hitler en Pol Pot hebben laten zien, dat het heden op de meest gruwelij-ke manieren met de grond gelijk wordt gemaakt om te voldoen aan het ideaal. Die mislukkingen zijn te afschuwelijk geweest, dus laten we beide voeten aan de grond houden en rationele keuzes maken.

Het is veiliger om de gebaande paden te volgen, praktisch te zijn en realistisch, al helemaal voor degenen onder ons die het zo slecht nog niet hebben. Waarom die zekerheid riskeren? Maar dat betekent niet dat we onze ogen moeten sluiten voor de mislukkingen van de maatschappij waar we nu in leven. We moeten ons niet verliezen in een schijnwereld waarin de economi-sche, sociale en ecologische crises zichzelf oplossen zolang we gewoon maar door blijven gaan als we nu doen. Maar de waar-heid onder ogen zien is lamlendig. Zoals Duncombe opmerkt, de linkse beweging na 1968 vertoont een gevoel van politieke ontgoocheling en vervreemding nu het nog steeds maar niet beter lijkt te worden en het alternatief niet gerealiseerd wordt. Alleen ‘wakker worden en de waarheid zien’ is niet genoeg.

We moeten weer durven dromen. Want dromen van een betere wereld, betekent kritisch reflecteren op de huidige. Als je namelijk nadenkt over dingen die onmoge-lijk lijken en je jezelf leert voor te stellen hoe het onmogelijke zou kunnen werken, dan kun je opeens nieuwe mogelijkheden zien. Het stelt je in staat om buiten de kaders te kunnen denken, ongeacht of je idee wel of niet ‘realistisch’ is. En dat zorgt er op haar beurt weer voor dat je opeens ziet dat dingen die onmogelijk leken, best wel eens zouden kunnen.

Zoals vliegen. Of een gesprek voeren met iemand die aan de andere kant van de wereld zit. Of je eigen eten verbouwen. En zelfs: een rechtvaardige wereld creëren.

Morley, Los Angeles 2012

Page 8: Krantjeboord September 2013

8 Krantje Boord

Te idealistisch bestaat nietHet schijnbaar onhaalbare doel als krachtige drijfveer voor een andere manier van leven

door Qatra

Mensen die op zoek zijn naar mogelijke

alternatieven voor de huidige consumptie-maatschappij, moeten eens op bezoek gaan bij een actiekamp. Het laat zien dat idealistische fantasieën en utopische dromen niet per se een ver-van-mijn-bed-show zijn. In augustus kwamen meer dan tweehon-derd activisten bij elkaar in Rotterdam om zich te verzetten tegen de Nederland-se en Europese migratiepolitiek. Ruim een week lang werd er actie gevoerd en gediscussieerd door mensen uit heel Europa. Hun ideaal? Een wereld zonder grenzen, zonder natiestaten en zonder kapitalisme. Het actiekamp ligt nu al ruim anderhalve maand achter ons en er lijkt

niet veel te zijn veranderd. Vanzelfspre-kend bestaan de natiestaten en de grenzen nog steeds. Was het een zinloze onder-neming? Hadden de actievoerders beter thuis kunnen blijven?

Nee, ben ik van mening. Ik was bij het actiekamp en ik houd er vooral een goede herinnering aan over. Behalve een succes-volle week van actie was het kamp ook een mooi voorbeeld van ‘hoe het anders kan’. Waarom en hoe is het No Border Camp georganiseerd? Wat kunnen wij daarvan leren?

Volgens de meeste No Border-activis-ten is de asielpolitiek vooral bedoeld de eigen economie te laten groeien, in plaats van dat het zich richt op het bieden van veiligheid en bescherming voor mensen in nood. Grenzen worden ingezet om arme, niet-Westerse mensen uit te sluiten van privileges en rechten, terwijl multinatio-nals warm onthaald worden met een van de laagste belastingtarieven ter wereld. Ironisch genoeg – maar niet toevallig – gaat het vaak om bedrijven die winst

maken over de ruggen van mensen in de delen van de wereld die onderontwikkeld worden genoemd. Als die mensen ver-volgens hun leven en hun familie achter zich laten, op zoek naar een beter bestaan, worden ze bij de hoge muren van Fort Europa geweigerd of opgesloten als vee.

Goed, dat klinkt allemaal heel ernstig, maar is het niet onhaalbaar om daarte-gen te vechten? Niet te idealistisch? Ja, een tikkeltje ambitieus is het wel. Een wereld zonder grenzen, staten en kapita-lisme komt er niet zo gauw. Toch maakt die realiteit het niet zinloos om ernaar te streven, of om de utopische wens uit te spreken dat je graag een dergelijke wereld zou willen hebben. Het is namelijk zo dat verlangen naar een schijnbaar onhaalbaar doel een van de fundamenten is geweest van het No Border Camp.

Los van het feit dat het verzet een stuk zichtbaarder is geworden, dat het is ver-stevigd dat het netwerk is gegroeid, laten actiekampen zoals het No Border Camp vooral zien dat alternatieven mogelijk zijn.

Page 9: Krantjeboord September 2013

9

De manier waarop het kamp is georgani-seerd is een mooi voorbeeld van de kracht van utopisch denken. Op een terrein van bouwbedrijf (en detentiecentrumbouwer) Bam, naast multinational Unilever, met uitzicht op banken en verzekeringsbe-drijven, werd een tijdelijke minisamen-leving gebouwd waar veel praktische alternatieven werden geleefd. Het kamp werd horizontaal georganiseerd, oftewel, zonder formele leiders. Binnen een halve dag stond de infrastructuur die nodig was om het kamp te faciliteren (wc’s, douches, wateraansluiting, keuken) en het mooi-ste: iedereen droeg er aan bij. Tijdens het

kamp bleek weer dat het mogelijk is om een plaats te creëren waarin vrijheid, ver-antwoordelijkheid en gelijkheid centraal staan. Die droom als gemeenschappelijke factor bleek een krachtige drijfveer voor de zelf-organisatie van het kamp te zijn.

Horizontaal en democratisch – het kanHet grote verschil tussen een kamp als dit en de ‘normale’ maatschappij is dat de mensen die er ‘wonen’/leven verantwoor-delijkheid nemen voor hun leefomgeving en op allerlei verschillende manieren bijdragen aan de leefbaarheid ervan. Dit in tegenstelling tot wat we gewend zijn, namelijk dat al die taken (schoonmaken, beveiligen, koken, dingen bouwen, etc.) ofwel zijn uitbesteed aan een commerci-ele partij dan wel door de staat worden ‘verzorgd’. Hoe dan ook, we doen het niet zelf en dat leidt tot een vervreemding van de omgeving waarin je leeft. Je koopt aardappelen uit Israël (en je hebt geen idee hoe die dingen ontstaan) en garnalen die de hele wereld over zijn gesleept. Je wc wordt gerepareerd door een loodgieter

die je daarna nooit meer ziet. Je telefoon was er niet zonder een bloedige burger-oorlog in Congo (4 miljoen slachtoffers) en uitgebuite werkers in China, maar dat zie je niet op Facebook, dus dan is het er niet.

Bovendien leven we in een maatschappij waarin alles hiërarchisch is georganiseerd. Waar je ook werkt, waar je ook bent, je hebt je als individu te passen in van tevo-ren bedachte en van bovenaf opgelegde regels en wetten. En dat is minder logisch dan het klinkt. Een actiekamp als het No Border Camp laat zien dat het niet zo hoeft: je kunt als collectief de vormge-

ving en inrichting van je maatschappij bepalen, in plaats van dat je dat uitbe-steedt aan mensen ‘hogerop’. Als je voor je laat bepalen hoe de samenleving eruitziet waarin jij moet leven, is het gevolg dat je jezelf ontkleedt van de vrijheid van keuze en beweging en de verantwoordelijkheid om met die vrijheid om te gaan. In mijn ogen begint een serieus alternatief bij dat verlangen: om in vrijheid en verantwoor-delijkheid een horizontaal georganiseerde samenleving op te bouwen die een plek is voor collectief en individueel geluk.

Hoe eet je anti-kapitalistisch?En dat heeft vooral praktische uitwerkin-gen. Zo werd het eten tijdens het kamp verzorgd door de mobiele actiekeuken Le Sabot. Deze keuken benadrukt keer op keer geen catering te zijn. Zij zijn er niet voor verantwoordelijk dat je iedere avond een bordje eten op schoot hebt – ieder-een is dat. Le Sabot is een zogenaamde people’s kitchen: iedereen op het kamp kan meehelpen met groente snijden, koken of afwassen. En als er te weinig mensen zijn die helpen met koken, dan eet je later of

helemaal niet. Als niemand de afwas doet, dan moet je van gebruikt servies eten.

De boel wordt gefinancierd door vrij-willige donaties van de mensen die mee eten. Le Sabot stelt een richtprijs op van 7 euro per dag maar daar hoef je niet aan te voldoen. Als je meer hebt en meer wil bijdragen, kan dat. Als je minder of niks hebt, of je wil minder bijdragen, dan kan dat ook. Meestal draaien dit soort keukens ongeveer quitte. Vanzelfsprekend is winst maken geen doel. Wordt er wel per onge-luk meer geld verdiend dan uitgegeven, dan wordt het overschot gedoneerd aan een ander politiek project.

Organisatie & besluitvormingEn de rest van het kamp? Hoe zorgen ze er voor dat er dingen geregeld worden?

In theorie worden alle beslissingen genomen door iedereen. Maar inder-daad, dat is pas echt een utopie. Het komt echter wel dichtbij. Iedere dag om 10.00 uur kwam het hele kamp bij elkaar om de organisatorische dingen te bespreken. Omdat de vergaderaars niet geloven in hiërarchie, hanteerden ze een systeem dat ervoor zou moeten zorgen dat iedereen een gelijke inbreng heeft. Op die manier kan een discussie worden gevoerd volgens horizontale principes.

Het is overigens niet alleen het No Border Camp waar je deze belichaming van het streven naar echte democratie en gelijkheid vindt. Op meerdere linkse, autonome of anarchistische festivals, bijeenkomsten en (actie)kampen worden ‘andere’ vormen van samenleven tot leven gebracht.

Oké, het kapitalisme is daar niet mee afgeschaft. Maar dat maakt het niet zin-loos om daarnaar te streven, of om de utopische wens uit te spreken dat je graag in een dergelijke wereld wil leven. Alleen al aanwezig zijn op en bijdragen aan het actiekamp is een krachtige ervaring die veel energie geeft om daarna, vanuit de ‘normale’ wereld, de strijd voort te zetten. In de wetenschap dat alternatieven moge-lijk zijn. Dat de middelen en de ervaring er zijn. Dat de mensen met dezelfde wens op dit moment ergens rondlopen. En dat ze minder ver weg zijn dan het misschien lijkt.

Krantje Boord

Te idealistisch bestaat nietHet schijnbaar onhaalbare doel als krachtige drijfveer voor een andere manier van leven

door Qatra

“Tijdens het kamp bleek weer dat het mogelijk is om een plaats te creëren waarin vrijheid, verantwoordelijk-heid en gelijkheid centraal staan.”

Page 10: Krantjeboord September 2013

10 Krantje Boord

Als er gestreden wordt voor sociale verandering is

het de vraag wat te eisen: sommigen gaan voor hervormingen als stap in de goede richting, anderen kiezen meteen voor het uiteindelijke doel en stellen utopische eisen. Maar wat werkt?

In 1888 schreef Peter Kropotkin een essay met de titel ‘Are we good enough?’. Binnen de context van sociale verandering vergelijkt hij in dit artikel zogenaamde ‘praktische’ en ‘onpraktische’ mensen. Volgens hem beschuldigen de ‘praktische’ mensen anderen, die een totale verande-ring nastreven, van ‘onpraktisch’ denken. Aan het einde concludeert hij echter dat streven naar totale verandering vaak meer heeft veranderd dan het steeds doorvoeren van kleine hervormingen, in de hoop dat dit uiteindelijk de gewenste grote veran-dering veroorzaakt:

“The Utopists won the battle. They proved that they were the really practical people, and that those who pretended to be practical were imbeciles.”

Kropotkin noemt enkele voorbeelden waaruit blijkt dat zij die een ‘onmogelijke’ doelstelling nastreven uiteindelijk meer bereiken dan meer pragmatisch ingestelde mensen. Een ervan is de afschaffing van de slavernij in de Verenigde Staten. Men pleitte voor hervorming van de slavernij, in de vorm van bijvoorbeeld een vrije dag, beperkingen op lichamelijke straffen of meer consumptievrijheid voor slaven (zo mochten slaven ooit alleen kleren en eten kopen van hun eigenaar). De keuze om juist voor hervormingen te strijden werd aangemoedigd omdat de generatielange slavernij er voor gezorgd zou hebben dat ‘negers’ niet meer vrij zouden kunnen zijn.

Dit soort bewegingen kregen weinig voor elkaar. Vaak werden hun eisen pas geaccepteerd als er een slavenopstand had plaatsgevonden: slaven die zelf rebelleer-

den tegen hun eigenaar, met vaak maar twee eisen: afschaffing van de slavernij en volledige vrijheid. In de Verenigde Staten werd er een burgeroorlog om gevochten, en uiteindelijk slaagden zij die voor niets minder gingen dan de complete afschaf-fing erin om een einde te maken aan de slavernij. Diegenen met ‘onmogelijke’ doelstellingen wonnen, terwijl de ‘prag-matisten’ niet ver kwamen.

Op Curaçao kennen we de geschiedenis van Tula, een slaaf die in 1795 een opstand leidde. Toen de opstand begon werden drie eisen gesteld: het stoppen van collec-tieve straffen, niet meer werken op zondag en de vrijheid om kleren en hun voedsel ergens anders te kopen dan bij de slavenei-genaar. Toen er echter onderhandelingen waren lieten de slaven weten niets anders te willen dan vrijheid. De opstand werd onderdrukt, maar direct daarna voerde de overheid van Curaçao regels door die de rechten van slaven regelden, waarin voedselrantsoenen, kleding en rusttijden werden geregeld. Ook voor deze regels, die de oorspronkelijke eisen weerspie-gelen, was een slavenopstand nodig die helaas de levens kostte van Tula en enkele anderen die ter dood werden veroordeeld. Ook al wordt, zoals in dit geval, niet altijd het volledige doel bereikt, volgens Kro-potkin leiden ‘onmogelijke’ eisen vaker tot

succes dan pragmatische.In ‘Fighting for Ourselves’, een recente

publicatie van de Solidarity Federation uit Engeland, wordt een ander voorbeeld gegeven van utopische, onmogelijke eisen. Aan het einde van de jaren zestig was er in Italië een grote opleving van strijd op de werkvloer. Werknemers waren ontevreden over het aantal uren dat ze moesten werken en over de invloed die hun baan had over hun complete leven. Er waren enkele stromingen actief, maar bijna allen eisten slechts één ‘utopische’ eis: de afschaffing van loonarbeid. Tijdens acties was de leus ‘wij eisen alles’ vaak te horen. Op deze manier werd niet langer gestreden voor hogere lonen of betere werkomstandigheden, wat een verdere ontwikkeling van het kapitalisme zou faci-literen. Uiteindelijk werd ook hier niet de utopische eis ingewilligd, maar waren er wel ongekende toezeggingen gedaan om tegemoet te komen aan de eisen van de officiële vakbond: een grote loonsverho-ging voor iedereen; vermindering van het aantal werkuren; representatieve gelijk-heid tussen kantoorwerkers en fysieke arbeid; en werknemers kregen het recht op tien vakbondsbijeenkomsten onder werktijd per jaar.

De recente opstanden in Brazilië en Tur-kije, die begonnen met een verhoging van

Onpraktisch denken als praktische oplossing?

door Sander van Lanen

Monument ter nagedachtenis van de slaven opstand in 1795, Landhuis Kenepa, Curaçao

Page 11: Krantjeboord September 2013

11

AgendaElke dinsdag met KSU borrelen of vergaderen, zie voor data: kritischestudenten.nl

Open KSU Borrel. 21.00 in Cafe de Bastaard, Jansveld 17

Open KSU Vergadering. 19.30 in Boekhandel de Rooie Rat, Oudegracht 65

10 oktoberBasta! debat: Fascisme kun je niet eten! 19.30, Kargadoor, Oudegracht 36

2 oktober – 11 december KSU Leesgroep: Effect van de Crisis op Jongeren 19.00 Boekhandel de Rooie Rat, Oude-gracht 65. Schrijf je in op kritischestudenten.nl

30 oktober(Why) Is Africa Poor? – What’s The Real Story? – Critical Collective 19.00, Haagse Hoge-school, Johanna Westerdijkplein 75, Den Haag

15-16-17 november 2.Dh5 – ‘Vroegah’: geschie-denis als inspiratie van beweging - Jaarlijks festival voor wereldversleutelaars en activisten. Buurthuis SamSam, Van Mierisstraat 226, Den Haag www.2dh5.nl

Krantje Boord

bustarieven en het kappen van een aantal bomen, laten vergelijkbare tendensen zien. Ook al bestonden er aanvankelijk concre-te eisen, al snel leek het om veel meer te gaan toen het verzet breder uitbrak. Het ontbreken van een duidelijke eis maakte het protest langduriger en sterker. In beide gevallen werd op een gegeven moment een toezegging gedaan om de eerste eis in te willigen en in beide gevallen kon dit het verzet niet stoppen. In Turkije werden uiteindelijk enkele eisen opgesteld die dui-delijk veel verder gingen dan waar het om begon, namelijk persvrijheid, een einde aan politiegeweld en nog enkele anderen eisen. Er zijn nog geen toezeggingen gedaan, maar de opstanden zijn voorlopig ook nog niet beëindigd.

De beurt is aan de machthebbers om te reageren. Bovengenoemde voorbeelden werden uitingen van vele verschillende, soms gerelateerde ongenoegens en door het ontbreken van praktische hervormin-gen als eis kon de strijd doorgaan nadat een eerste eis was ingewilligd. Het ont-breken van een ‘realistische’ eis is dus geen

zwakte, maar maakt het protest sterker. De machthebber moet zich schikken en als dat niet genoeg is gaat het protest door. Dit kan het verzet bovendien sterker maken, de bevolking kan eindeloos doorgaan met meer eisen, zonder dat er gezegd kan worden “jullie hebben gewonnen, wat willen jullie nog meer?”

De vraag is nu natuurlijk wat wij in het heden kunnen met deze ervaringen. De vragen hoe en of je eisen formuleert sluit aan bij hedendaagse problemen en groepen die daar een oplossing voor zoeken. De terugkerende vraag luidt: strijd je voor realistische, haalbare hervormingen of strijd je voor een compleet andere samen-leving?

Streven naar hervormingen lijkt misschien realistischer, maar toch is het waardevol om te strijden voor een samen-leving die volledig is zoals jij die voor je ziet. Door hervormingen te eisen riskeer je dat je de strijd verzwakt als je eisen een-maal zijn ingewilligd. Onderliggende oor-zaken gaan vervolgens door als voorheen en zijn bovendien makkelijk over te nemen door gematigde partijen die vervolgens

het verzet inkapselen. Wanneer je echter strijdt voor een totaal andere samenleving, kunnen deze hervormingen nog steeds de uitkomst zijn van je verzet.

Op het moment dat je sterk wordt, zal er geprobeerd worden je deels je zin te geven, in de hoop zo het verzet te stoppen. Deze hervormingen kun je dan vieren als een overwinning. Maar nu kun je daarop verder bouwen, omdat je einddoel van begin af aan een totaal andere samenle-ving is en zo kun je doorgaan naar datgene wat je daadwerkelijk voor ogen hebt. De andere kant kan concessies doen, maar jij kunt door omdat je weet dat je nog niet bent waar je wezen wilt. Het draait de machtsverhoudingen om, mensen zijn niet langer een subject die aan de machthebber een dienst vragen.

In deze lijn heeft Kritische Studenten Utrecht vorig jaar een campagne voor vrij onderwijs opgezet. Binnen deze campagne vechten we niet langer tegen symptomen, zoals het afschaffen van de studiefinancie-ring of de langstudeerboete. Ons doel is totaal vrij onderwijs. Dat wil niet zeggen

dat de afschaffing van deze boete of het behouden van de studiefinanciering geen uitkomsten van deze campagne kunnen zijn, maar van begin af aan is duidelijk dat dit niet het eindpunt is. Meteen na een kleine overwinning kan de motivatie die dit geeft gebruikt worden om nog verder door te duwen in de richting die deze campagne voor ogen heeft. Deze doelen zijn dan ook geen doelen op zich, maar stappen die de andere kant kan zetten als reactie op de campagne.

Tegelijkertijd kan een dergelijke cam-pagne een bredere uitstraling hebben, omdat het niet langer alleen gaat om het verdedigen van bepaalde rechten. Door het doel breder te stellen zullen meer mensen zich kunnen vinden in het doel, omdat het voorbij gaat aan alleen de rechten die de huidige generatie studenten wordt afge-pakt. Het lijkt utopischer, onrealistisch misschien, maar in werkelijkheid is het misschien wel de meest praktische aanpak.

Zoals Kropotkin in zijn essay zegt: “The utopists proved that they were the real practical people”.

“Strijden voor hervormingen lijkt misschien realistischer, maar het is waardevol om te strijden voor utopische idealen”

Page 12: Krantjeboord September 2013

12Krantje Boord

RIP Moskouse streetartist Pasha 183

Kritische Studenten Utrecht (KSU) is een open collectief van studenten dat zich met woord en

daad inzet voor een maatschappij gebaseerd op vrijheid, solidariteit en samenwerking. In

tegenstelling tot de huidige klassenmaatschap-pij streven we naar een samenleving waar sociale en economische gelijkheid heerst,

zonder uitbuiting, en waar behoefte in plaats van winst centraal staat. Binnen dit kader doelen we op democratisch georganiseerd onderwijs dat voor iedereen toegankelijk is. Vanuit

die visie verdiepen we ons in politieke en maatschappelijke kwesties, organiseren verzet en dragen alternatieven aan. Hiermee stimuleren we de sociale en politieke betrokkenheid van medestudenten om vanuit hun

eigen omgeving veranderingen teweeg te brengen.

Meer weten, met ons in contact komen of een open vergadering bij-wonen? Kijk op: www.kritischestudenten.nl of stuur ons een mailtje

Krantje Boord wil je geldKrantje Boord is gratis voor de lezer, maar helaas niet voor ons! Steun Krantje Boord en doneer aan Stichting Vrienden Van KSU, Triodos Bank, NL59 TRIO 0254 6486 14 onder vermelding van ‘Krantje Boord’

NL: Krantje Boord is een kwarta-alkrant gemaakt door jongeren die zich zorgen maken over de huidige maatschappij. In deze krant wordt er met een kritische blik gekeken naar onze samenleving met als doel mensen te informeren, maar vooral ook dialoog en actie te stimuleren.

EN: Krantje Boord is a quarterly newspaper made by young people who are concerned about the state of society. In this newspaper we take a critical perspective on this state of affairs with the goal of informing people, and especially to stimulate dialog and action.

Krantje Boord?