Krachten Voor het beste resultaat: start de diavoorstelling.
-
Upload
henriette-janssens -
Category
Documents
-
view
218 -
download
2
Transcript of Krachten Voor het beste resultaat: start de diavoorstelling.
Krachten
Voor het beste resultaat: start de diavoorstelling
Gevolgen van krachten
Krachten kun je niet zien, de gevolgen
wel: Vervorming Verandering van snelheid Behouden van constante snelheid Stilhangen
Vectoren en scalars
Vector: grootheid waarbij de grootte én de richting van belang zijn
Scalar (of scalaire grootheid): grootheid die alleen een grootte heeft
Kracht als vector
Een kracht kun je tekenen als vector: Een aangrijpingspunt geeft aan waar de kracht op
werkt
De pijl is de richting van de vector
Op schaal tekenen ( bijv. ) Ncm 10ˆ1
Veerkracht
Veerkracht is de kracht die een veer uitoefent op een voorwerp
Uitrekking: hoeveel iets langer wordt
De veerkracht en de uitrekking zijn rechtevenredig
vF
Kracht en uitrekking
Kracht en uitrekking zijn rechtevenredig Als de kracht 2x zo groot wordt, wordt de uitrekking
ook 2x zo groot
Als je de kracht deelt door de uitrekking, krijg je steeds hetzelfde getal
Als je kracht en uitrekking in een diagram zet, krijg je een schuine rechte lijn door de oorsprong
Zwaartekracht
Symbool: Eenheid: Newton (N)
De kracht van de aarde op een voorwerpgmFz
zF
De zwaartekracht is naar het middelpunt van de aarde gericht.
In Nederland geldt: g = 9,81 N/kg
Spierkracht en spankracht
Spierkracht: de kracht die een spier uitoefent op een voorwerp
Spankracht: de kracht die een touw op een voorwerp uitoefent waaraan het vastzit
spierF
spanF
Wrijvingskracht
De kracht die een ondergrond of medium (lucht) uitoefent op een voorwerp
De richting is ALTIJD tegengesteld aan die van de snelheid en werkt de beweging tegen
wF
Elektrische kracht
Elektrische kracht: de kracht die een elektrisch geladen voorwerp uitoefent op een ander voorwerp
Zie je bij een ballon die je over je haren wrijft
elF
Magnetische kracht
Magnetische kracht: de kracht die een magneet uitoefent
Zie je bij een koelkastmagneetje
Let op: dit is niet hetzelfde als elektrische kracht!
mF
Remkracht en motorkracht
Remkracht: de kracht die een rem uitoefent
Motorkracht: de kracht die een motor uitoefent motorF
remF
Vanderwaalskracht
Vanderwaalskracht: de kracht die moleculen naar elkaar trekt
Deze kracht is het grootste bij vaste stoffen omdat de moleculen dicht op elkaar zitten
Somkracht
De optelsom van alle krachten, heeft dezelfde uitwerking als alle krachten apart
Wordt ook resulterende kracht of resultante genoemd somres FF
Resulterende kracht
Optelmethoden:Langs één lijn
Parallellogrammethode
Kop-staartmethode
Soms: tussendoor ook somkrachten tekenen
Evenwicht (of rust)
Op het moment dat alle krachten elkaar compenseren is er sprake van evenwicht
0resF
Eenparige beweging
Op het moment dat alle krachten elkaar compenseren is er een constante snelheid
0resF
Tekenen van krachten (1)
Opdracht:
Een fietser (m = 60 kg) trapt tegen de wind
in om zijn snelheid constant te houden. De
luchtwrijving is 200 N. Teken alle krachten
met de juiste grootte.
Tekenen van krachten (2)
Zijaanzicht
v0resF
.constv
zF
NgmFz 6,58881,960
cmcmFz 9,5886,5
grondFNcm 100ˆ1
Kies een schaal:
De fietser gaat niet vliegen en zakt niet door de grond!
De wrijvingskracht Fw = 200N en is ALTIJD tegen de snelheid in!
wF
Dus hij moet evenveel spierkracht uitoefenen als de wrijvingskracht
spierF
De tekening is nu af
Tekenen van krachten (3)
Opdracht:
Een fietser rijdt met een constante snelheid.
In zijn rechterzij blaast de wind met 50 N. De
overige wrijving is 100 N tegen de richting
van zijn snelheid in. Bepaal de grootte en
richting van de kracht die de fietser levert.
Tekenen van krachten (4)
Bovenaanzicht
zijF
v
tegenF
Ncm 10ˆ1
zijtegenF
spierF
0resF
.constv
Tekenen van krachten (5)
NF
NF
Ncm
cmF
spier
spier
spier
2102,1
120
10ˆ1
12
Bepaal de somkracht (1)
Opdracht: Een kracht van 35 N werkt naar
links. Een kracht van 25 N werkt
a) Naar links
b) Naar rechts
c) Naar linksonder (45 graden)
Bepaal de somkracht (2)a: Naar links
NF 351 NF 252 cm5
cm7Ncm 5ˆ1
NcmFres 6012
b: Naar rechts
NcmFres 102
Bepaal de somkracht (3)c: Naar linksonder (45 graden)
NF 351 NF 252 cm5
cm7Ncm 5ˆ1
NNcmFres 485,475,9
Dichtheid
Symbool: ρ Eenheid: kg/m3
De massa per kubieke meter
V
m
1.000 kg/m3 = 1.000.000 g/m3 = 1.000 g/dm3 = 1 g/cm3
= 1.000 g/L = 1 kg/L
Overige begrippen
Veerunster: krachtmeter Meetbereik: van … tot … (eenheid) kun je
meten Elastische vervorming: veert terug Plastische vervorming: is blijvend Het ijken: het maken van een
schaalverdeling