Kort,dochecht-verhaalvancommandeur …Kort,dochecht-verhaalvancommandeur...

27
Kort, doch echt-verhaal van commandeur Marten Jansen (Uitgever G. Tresling, Leeuwarden) Weegens het verongelukken van zyn schip, genaamd Het Witte Paard, en nog negen andere scheepen, dewelke alle verongelukt zyn, in Groenland. (...) Waar by nog copia, van een brief van comm. Hidde Dirks Kat, aan zyn huisvrouw Marten Jansen bron Marten Jansen, Kort, doch echt-verhaal van commandeur Marten Jansen. Weegens het verongelukken van zyn schip, genaamd Het Witte Paard, en nog negen andere scheepen, dewelke alle verongelukt zyn, in Groenland. (...) Waar by nog copia, van een brief van comm. Hidde Dirks Kat, aan zyn huisvrouw. G. Tresling, Leeuwarden 1778

Transcript of Kort,dochecht-verhaalvancommandeur …Kort,dochecht-verhaalvancommandeur...

Page 1: Kort,dochecht-verhaalvancommandeur …Kort,dochecht-verhaalvancommandeur MartenJansen(UitgeverG.Tresling, Leeuwarden) Weegenshetverongelukkenvanzynschip,genaamdHet WittePaard,ennognegenanderescheepen,dewelke

Kort, doch echt-verhaal van commandeurMarten Jansen (Uitgever G. Tresling,

Leeuwarden)

Weegens het verongelukken van zyn schip, genaamdHetWitte Paard, en nog negen andere scheepen, dewelkealle verongelukt zyn, in Groenland. (...) Waar by nogcopia, van een brief van comm. Hidde Dirks Kat, aan

zyn huisvrouw

Marten Jansen

bronMarten Jansen,Kort, doch echt-verhaal van commandeurMarten Jansen.Weegens het verongelukkenvan zyn schip, genaamd Het Witte Paard, en nog negen andere scheepen, dewelke alle verongeluktzyn, in Groenland. (...) Waar by nog copia, van een brief van comm. Hidde Dirks Kat, aan zyn

huisvrouw. G. Tresling, Leeuwarden 1778

Page 2: Kort,dochecht-verhaalvancommandeur …Kort,dochecht-verhaalvancommandeur MartenJansen(UitgeverG.Tresling, Leeuwarden) Weegenshetverongelukkenvanzynschip,genaamdHet WittePaard,ennognegenanderescheepen,dewelke

Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/jans446kort02_01/colofon.php

© 2016 dbnl

Page 3: Kort,dochecht-verhaalvancommandeur …Kort,dochecht-verhaalvancommandeur MartenJansen(UitgeverG.Tresling, Leeuwarden) Weegenshetverongelukkenvanzynschip,genaamdHet WittePaard,ennognegenanderescheepen,dewelke

2r

Voorbericht.

IK was eerst voorneemens om een breed verhaal myner reize te geeven, doch toenik in Holland kwam. bespeurde ik al ras, het verlangen van veele om maar een kort,doch echt Verhaal daar van te hebben. Te Amsterdam komende, spoorden deftigeHandelaars my hier toe ook aan: Ik liet 'er my te ligter toe overhaalen, zo, om dat ikniet lang te Amsterdam dagt te vertoeven, dewyl ik na myn Vrouw en Kinderenverlangde, als, om dat ik voorzag, dat wanneer ik een breeder Verhaal schryvenwilde, het nog te lang zoude aanhouden, eer ik aan het verlangen van het Publicqkonde voldoen, dewyl myne omstandigheeden niet toelaaten, om nog zo bepaald tedenken: Op Taal en Spelling, gelieve men niet te staan, dewyl ik voor geenPublicq-Schryver geschikt ben.Myn Scheeps Journaal, is by het verongelukken van het Schip van Commandeur

Kastricum,weggeraakt, dus kan ik van 't geen voor dien tyd gebeurd is niet omstandigspreeken. Het volgende heb zo goed ik konde, eerst met Roodaard, in een Boekje,dat een van myn Volk by zig had, aangeteekend: Naderhand heb ik met Robbenbloeden de Schagt van een Kraay het zelve by geschreeven. En zo verre ik weet, ben ikde eenigste die een Dagverhaal gehouden heb, dus kan men op het verhaaldevolkoomen staat maaken.Zo 'er hier of daar in de dag, de breedte of lengte eenige misslag mogt ontdekt

worden, zo gelieve men te bedenken, dat de omstandigheeden my wel

Marten Jansen, Kort, doch echt-verhaal van commandeur Marten Jansen (Uitgever G. Tresling, Leeuwarden)

Page 4: Kort,dochecht-verhaalvancommandeur …Kort,dochecht-verhaalvancommandeur MartenJansen(UitgeverG.Tresling, Leeuwarden) Weegenshetverongelukkenvanzynschip,genaamdHet WittePaard,ennognegenanderescheepen,dewelke

2v

eens belet hebben aantekening te houden, 't geene ik dan naderhand deed, waar doorhet mogelyk is, dat men zig wel eens vergist.Vraagd men my nu, wie al, of wie niet van het overige Volk nog in de Straatdavids

is? Ik moet 'er op antwoorden, dat my dit onbewust is, dewyl zy eenige MylenNoordelyker, en ook zommige Zuidelyker van ons af waaren: waar onder my maarbekend zyn, de Commandeurs Hidde Dirksz Kat, Hans Christiaansz en eenige vanhun Volk dewelke, zo als de Wilden ons gezegd hebben, omtrent vyftig Mannenwaaren.Wat aanbelangd de Commandeurs Broertjes, Kastricum en Volkert Jansz, daar

men my ook na vraagd. Ik verklaare wel gehoord te hebben, dat zy aan land zyngekoomen, doch, wat moeite ik ook gedaan heb, ik heb 'er niets zekers van konnenontdekken. Indien zy by die Wilden, daar wy eerst waaren, aangekoomen zyn, zo is'er goede hoop, dat zy te regt zullen koomen: Doch gelyk in myn Verhaal zegge, hetwas daar alles gebrooken Land, wie weet dus waar zy heen geraakt zynIk kan hier nog als eene byzonderheid byvoegen, dat het Land na Statenhoek

lopende, zo bochtig niet is, als het in de Kaart staat afgeteekend, maar dat het zigmeer in een regte lyn uitstrekt.

MARTEN JANSEN.

Amsterdam den 3 Juny1778.

Marten Jansen, Kort, doch echt-verhaal van commandeur Marten Jansen (Uitgever G. Tresling, Leeuwarden)

Page 5: Kort,dochecht-verhaalvancommandeur …Kort,dochecht-verhaalvancommandeur MartenJansen(UitgeverG.Tresling, Leeuwarden) Weegenshetverongelukkenvanzynschip,genaamdHet WittePaard,ennognegenanderescheepen,dewelke

1

Kort doch echt verhaal van Commandeur Marten Jansen.

Den 11 April des Jaars 1777. ben ikMarten Jansen, als Commandeur, voerende hetSchip Het Witte Paard, voorzien met 7 Sloepen en 46 Eeters, van Hamburg terWalvisvangst uitgerust, van de Elve in Zee geloopen.Met het voorgevallene op de Reize zal ik my niet ophouden, en daarom maar

overgaan tot het begin myner rampen.Den 28 Juny kwam ik op 76 graden Noorderbreedte aan een groot Veld, aan het

welke wel zestig Scheepen laagen: Dat veld dreef hard om de Zuid en wy raaktenbezet. In het midden van July waaren wy reeds tot op 73 graden afgedreeven, vingentoen eenWalvis in Compagnie, met Commandeur Jeldert Jansz Groot, van Zaandam,hadden doe 1½ Vis, 50 vaten Spek, wy scheurden toen van het veld af, en bleevenmet 28 Scheepen aan het grootste stuk Ys bezet, tot aan den 4 Augustus, toen kreegenwy wat ruimte, en werkten na de buitenkant, kwamen met ons vyf Scheepen aan eenflard ys, te weeten, die van de Com-

Marten Jansen, Kort, doch echt-verhaal van commandeur Marten Jansen (Uitgever G. Tresling, Leeuwarden)

Page 6: Kort,dochecht-verhaalvancommandeur …Kort,dochecht-verhaalvancommandeur MartenJansen(UitgeverG.Tresling, Leeuwarden) Weegenshetverongelukkenvanzynschip,genaamdHet WittePaard,ennognegenanderescheepen,dewelke

2

mandeurs, Jeldert Jansz Groot, Klaas Jansz Kastricum, Jacob Broertjes, vanZaandam, en Volkert Jansz, van Amsterdam, en ikMarten Jansz, van Hamburg.Zagen alle daagen Gale Hamkes Land, doch door de O.N.O. Winden bleef het ysgeslooten, en dreeven wy hard om de Zuid. Toen raakten de overige 23 Scheepenvan ons af, en bleeven wy met ons vyf Scheepen al Zuidwaarts dryven. Den 16Augustus zagen wy vier Scheepen in 't N.O. van ons, dat waaren de CommandeursRoelof Meyer, Jacob Bremer, Dirk Broer, van Amsterdam, en Rikmer Hendriksz,van Gottenburg: hadden nog alle dagen N.O. en O.N.O. winden. Den 19 kreegenzwaare wind uit het O N.O. met zwaare perssing en kruying van het Ys, waar doorCommandeur Volkert Jansz, zyn Schip verloor, en wy van het Flard afkruiden, endaar by langs tot den 20 des Morgens, wanneer het een Orcaan woey, waar door hetYs wel 22 a 24 voeten op elkander kruiden: toen verlooren wy ons Schip. De Victualyhadden wy reeds op 't dek gebragt, en borgen wy ze van daar op het Ys; veel ongemakstonden wy intussen uit, door de natte Sneeuw Jagt. Het Volk wierd op de drie overigeScheepen verdeeld, en ik geraakte by Comm.Kastricum aan boord, wiens Schip zeerlek was, en wel zeeven voet uit de last op het Ys zat: wy waaren toen op 68 gradenN.B. 12 a 14 myl van de wal. Den 21 was het mooy weer, zo dat wy nog eenigeGoederen uit het Wrak konden bergen, doch wy vrooren alle vast, en zagen toen nogtwee van de vier voorgemelde

Marten Jansen, Kort, doch echt-verhaal van commandeur Marten Jansen (Uitgever G. Tresling, Leeuwarden)

Page 7: Kort,dochecht-verhaalvancommandeur …Kort,dochecht-verhaalvancommandeur MartenJansen(UitgeverG.Tresling, Leeuwarden) Weegenshetverongelukkenvanzynschip,genaamdHet WittePaard,ennognegenanderescheepen,dewelke

3

Scheepen. Den 25 Augustus gingen twaalf Mannen van ons na die Scheepen, enbevonden dat het de Commandeurs Dirk Broer en Rikmer Hendriksz waaren, zyndede Scheepen van Roelof Meyer en Jacob Bremer, den 20 Augustus ook gebleeven,en hadden zy zig met hun Volk aan Boord van de gem. twee Scheepen geborgen.Den 26 kwam 'er een stuk buiten ons, eenig vertier in 't Ys, toen werkte die tweeScheepen voort. Den 27 zaagen wy ze nog, en in 't O.Z.O. nog zeeven andereScheepen. Wy waaren toen tusschen Ysland en Gale Hamkes Land. Den 28 raaktenalle die Scheepen buiten ons gezigt; want hoe verder zy na buiten zaten, hoe harderhet Ys westwaards liep. Den 30 hadden zwaare dyning, en kwam Jeldert Jansz Grootby ons, toen maakten wy onze drie Scheepen aan een Schots vast, en dreeven zoZ.W. op, langs het Land heen, de wind alle daagen N.O., O.N.O. en Oost, waar door'er geen verandering kwam.Den 7 September hadden harde wind uit het O.N.O. en een zwaare kruying van 't

Ys, waar door het Schip van Command. Kastricum een gat onder de billen kreeg enheel lek wierd, moesten toen vyf Pompen aan de gang houden, zetten ook de Victualyen 's Volks goed op een Schots. In den Avond verloor Comm.Groot zyn Schip, waarvan zy ter naauwer nood de Victualy borgen. Den 8 stopten wy het lek van ons Schip,waar door wy 't lens kreegen, en met een pomp gaande konden houden. Toen naamenwy de Victualy weder in, en 't Volk wierd op de

Marten Jansen, Kort, doch echt-verhaal van commandeur Marten Jansen (Uitgever G. Tresling, Leeuwarden)

Page 8: Kort,dochecht-verhaalvancommandeur …Kort,dochecht-verhaalvancommandeur MartenJansen(UitgeverG.Tresling, Leeuwarden) Weegenshetverongelukkenvanzynschip,genaamdHet WittePaard,ennognegenanderescheepen,dewelke

4

twee nog overig zynde Scheepen verdeeld: Het Schip van Comm Broertjes was nogdigt. Den 9 September kreegen wy een weinig ruimte, dog hadden zwaare dyningen een hooge Zee, waar door wy van elkander raakten, ook wierd ons Schip wederzeer lek en ontramponeert. Het zag 'er toen voor ons beide Scheepen, met het Volkvan 5 Scheepen bemand, en nog eenig Volk van het Schip van Comm:Klaas Keuken,dat al vroeg gebleeven was, zeer droevig uit. Wy waaren toen op 65 graden N.B. endreeven nog al hard Westwaards op, alle dagen het Land in 't gezigt hebbende. Nubegon ons de moed te ontvallen, maar tweemaal daags konden wy een klein randzoenschaffen, en vertoonden zig dagelyks zeer groote Ysbergen, daar wy tusschen doordreeven; het Schip kraakten geweldig en wy moesten by 't zinken af, onophoudelykpompen.Wy bevoolen onsGode aan, en baaden, het mogt Hem behaagen ons uitkomsten redding te geeven. Den 30 September, vermeerderden onze smerten door dienComm: Broertjes zyn Schip ook verloor. Hy kwam met zyn Volk, zo als ze gongenen stonden, den 1 October by ons aan Boord: zy hadden van hunne Victualy nietskonnen bergen, door dien het Ys aan losse schotsen lag.Nu was ons Schip 'er maar alleen, en waaren wy weinig Victualy hebbende, belast

met al deManschap van alle de gebleeven Scheepen. Dien zelven agtermiddag kwamnog by ons aan boord, Comm Hans Christiaansz van Hamburg met vyftig Mannen,die op den 30 September, hun Schip aan de Zeekant verlooren hadden.

Marten Jansen, Kort, doch echt-verhaal van commandeur Marten Jansen (Uitgever G. Tresling, Leeuwarden)

Page 9: Kort,dochecht-verhaalvancommandeur …Kort,dochecht-verhaalvancommandeur MartenJansen(UitgeverG.Tresling, Leeuwarden) Weegenshetverongelukkenvanzynschip,genaamdHet WittePaard,ennognegenanderescheepen,dewelke

5

Zy berigten ons, dat 'er nog twee Scheepen by hun geweest waaren als Comm.HiddeDirksz Kat en Hans Pietersz van Hamburg, dog die waaren uit hun gezigt geraakt.Een Harponier van Hans Christiaansz, was met 13 Mannen aan de buitekant van 'tYs by 't Wrak gebleeven, met voorneemen omYsland op te zoeken. Wy waaren toenop 64 graden, en dreeven nog al hard om de Z West by 't Land langs. Bevindendezig nu by ons aan Boord 286 Zielen, en hadden wy maar voor randzoen, tien leepelseeten daags, waarom het Volk om den honger te stillen, het tandvlees tusschen deWalvisbaarden zittende, op at, en de Scheeps honden slagtende. Wy dreeven toen ineen bogt tot op vyf myl van Land. Twaalf Mannen enterden na de Wal, doch kondenhet vaste Land niet krygen, maar kwaamen op een Eiland, daar zy zwarte Bessenvonden: Dit was op 63 graden, dreeven nog al hard Zuidwaards, en ons Schip kraaktengeduurig door 't kruijen van 't Ys. Maar dit alles was maar een begin onzer rampen,dewyl de dag van den 11 October ons lot geheel scheen te zullen beslissen: want wyverlooren doe ons laatste Schip, het wierd geheel aan stukken gekruid en verpletterd:wy borgen te nauwer nood de Victualy nog op een Schots Ys. Van den eenen Schotsmoesten wy op den anderen springen, om ons leeven te behouden, alle vervoegdenwy ons op de Schots daar de Victualy op stond. Naar was toen onzen toestand, eenvreesselyk gejammer en gekerm wierd 'er gehoord, en onze gebeeden zonden wyHemelwaards, om hulp. Wy sloegen op de Schots

Marten Jansen, Kort, doch echt-verhaal van commandeur Marten Jansen (Uitgever G. Tresling, Leeuwarden)

Page 10: Kort,dochecht-verhaalvancommandeur …Kort,dochecht-verhaalvancommandeur MartenJansen(UitgeverG.Tresling, Leeuwarden) Weegenshetverongelukkenvanzynschip,genaamdHet WittePaard,ennognegenanderescheepen,dewelke

6

twee tenten op, om ons verblyf daar in te houden, dog wy waaren in geduurige vreezevan onder de Ysbergen door te gaan, maar zy draaide ons alle nog gelukkig voorby.Den 12 October dreeven wy op de Schots met een harde gang om de Zuid, tot op

60 graden 50 minuten noorder breedte, het Ys was zomtyds digt en dan geheel openmet een hoge deining. Wy zaagen geen uitkomst van redding en dagten niet andersals van honger te zullen sterven, of door de Schotsen weg gespoeld te worden, dewylwy geduurig door Ysbergen heen dreeven. Den 13 dito des morgens lag het Ys wederdigt geslooten, wy hadden nog drie Sloepen by ons, maar konden daar geen gebruikvan maaken. Wy resolveerden het Ys te verlaaten en na Land te zoeken, ieder manhad nu dertien Beschuiten Brood, en hier meede gingen de Comm. Jeldert JanszGroot, Hans Christiaansz en Ik, met nog veertig Mannen over 't Ys na de Wal.Kwaamen toen op een Eiland, daar wy de nagt blyven moesten. Een gedeelte van 'tVolk bleef op de Schots by de Tenten, en eenige kwamen bezuiden ons op deEilanden, daar het Ys by langs liep, ook raakten 'er eenige onder de Schotsen.Den 14 October enterden wy van het Eiland, zo wy meenden, na de vaste Wal,

maar bevonden het gebrooken Land te zyn, daar wy over heen konden zien; zaagenook tot onze verwondering Volk van de Inborelingen aan Land staan, Ik, die eenigewoorden van hunnen Taal kan spreeken, dewyl ik op Straat-

Marten Jansen, Kort, doch echt-verhaal van commandeur Marten Jansen (Uitgever G. Tresling, Leeuwarden)

Page 11: Kort,dochecht-verhaalvancommandeur …Kort,dochecht-verhaalvancommandeur MartenJansen(UitgeverG.Tresling, Leeuwarden) Weegenshetverongelukkenvanzynschip,genaamdHet WittePaard,ennognegenanderescheepen,dewelke

7

Davids gevaaren heb, smeekten hen om bystand; zy kwaamen onsmet hunne Schuitente hulp, bragten ons aan Land en in hunneWoningen, daar zy ons gedroogde Spieringen gedroogd Robbenvlees met Salade, die by hunne Huizen groeide, te eeten gaaven.Daar waaren twee Huizen, daar wy in geplaatst wierden, en bevonden wy deezeMenschen van eene goede imborst te zyn: tot den 17 regende het dagelyks zo sterk,dat wy niet buiten konden koomen, of waaren doornat. Den 19 gingen AgtienMannenvan ons, om een weg te zoeken, dog zy kwaamen des Avonds onverrigter zaaken terug. 't Ys lag ook zo digt aan de Wal, dat de Wilden ons met hunne Schuiten nietkonden vervoeren, dewyl eerst een Westen Wind moesten hebben die het Ys afzette.Wy handelden, voor een gedeelte van onze Plunje, een Wildemans Vrouwenschuit,daar Comm.Groot, met vyftienMannenmede op reis ging. Den 22 dito was deWindW.Z.W. toen bragten de Wilden ons met 2 Schuiten na Statenhoek, daar Comm.Groot, weder by ons kwam. Hier vonden wy twee Huizen en wierden wel ontfangen.Den 23 en 24 woey het hard, waarom de Inborelingen ons niet verder wilden brengen.Den 25 de wind Noorden met harde Vorst, kwamen nog dartien Mannen van onsVolk by ons, met berigt dat zy by veel Volk hadden geweest, iets Noordelyker, danter plaatze daar wy geland waaren, en dagten zy, dat die Landwaards gegaan waaren.Den 26 gingen wy drie Commandeurs met een Schuit op reis om te zien of wy dezelveook konden vinden,

Marten Jansen, Kort, doch echt-verhaal van commandeur Marten Jansen (Uitgever G. Tresling, Leeuwarden)

Page 12: Kort,dochecht-verhaalvancommandeur …Kort,dochecht-verhaalvancommandeur MartenJansen(UitgeverG.Tresling, Leeuwarden) Weegenshetverongelukkenvanzynschip,genaamdHet WittePaard,ennognegenanderescheepen,dewelke

8

dog, dit was te vergeefs. Dien avond handelde ik nog een Schuit van de Wilden, omonze Plunje in te bergen.Den 27 dito was 't goed Weer, toen ging Comm. Groot, Ik en nog Agt en twintig

Mannen met twee Schuiten op reis, blyvende de overige Vyf en twintig Mannenaldaar, Des Avonds kwamen wy weder aan een Huis, daar wy Spiering enRobbenvlees kogten, voor Knoopen, Doeken,Wanten enz.Wy vonden deezeWildenweder een goed zoort van Menschen. Den 28 gingen met twee Lootzen weder opreis en voeren dus eenige tyd voort, telkens des Nagts in tenten of Huizen vernagtende,tot op den 5 November, toen kwaamen aan een Huis, daar wy zes Man van 't Volkvan Comm. Hidde Dirksz Kat vonden, die op Caap Vaarwel aan Land gekoomenwaaren; zy zeiden ons dat de gem. Commandeur met Comm. Albert Jans, in eenbogt laagen, en nog zeventien Mannen by zig hadden. Den 6 was 't slegt Weer, enkonden weinig eeten krygen. Den 7 gingen op reis tot den 10 toen was het zeer koud,en kreegen wy gaaten in onze Schuiten, 't welk ons deed besluiten aan Land tevernagten. De Wilden vingen veel Robben, Vogels en Vis, waar van wy ook wat teeeten kreegen. Den 12 November reisden wy weder voort, kwaamen in denagtermiddag ten drie uuren in een groote bogt by de Deensche Colonie Juliana-Hoop.Des Koopmans naam aldaar, was Andries Oelsen, hier werden wy wel ontfangen,en op Vaderlandsche kost onthaald: ook gaaven zy ons wat Klederen om ons teverwarmen.

Marten Jansen, Kort, doch echt-verhaal van commandeur Marten Jansen (Uitgever G. Tresling, Leeuwarden)

Page 13: Kort,dochecht-verhaalvancommandeur …Kort,dochecht-verhaalvancommandeur MartenJansen(UitgeverG.Tresling, Leeuwarden) Weegenshetverongelukkenvanzynschip,genaamdHet WittePaard,ennognegenanderescheepen,dewelke

9

Den 13 en 14 November deWind Z.O. met Sneeuw-jagt, repareerden onze Schuiten,dewyl wy daar niet konden blyven, vermits men voor ons den geheelen Winter geeneeten had, alzo het Provisie-schip, dat daar moest weezen, wel 60Mylen Noordelykerlag. Den 15 gingen wy desMorgens weder op reis, Comm.Grootmet vyftienMannenby zig, en Ik met dertien Mannen, alzo Comm. Hans Christiaansz met zyn Zoon,verkoren om aldaar te blyven. Wy kreegen twee Lootzen van de Koopman by ons,en voeren tot den 17. Des Avonds van den 18 konden wy geen Huizen vinden,moesten toen op een Eiland ons verblyf zoeken, tot dat de Maan opkwam, en voerentoen weder voort. Onze Schuiten raakten door het Ys vol gaaten, waarom wy die opeen Eiland eerst moesten repareeren, het was doe zeer koud en wy alle verkleumden bevrooren. Den 19 kwaamen wy by een Huis; daar wy een tyd lang verbleeven,alzo wy afgemat en uitgehongerd waaren, hier kogten wy voor eenig goed, watRobben en Hondenvleesch. Van dit Huis weder vertrokken zynde, moesten wy totvier maalen te rug keeren, dewyl wy een hoek die daaromtrent lag, niet te bovenkonden koomen, en hadden wy toen geen ander voedsel als zeker gewas, dat onderaan de Klippen wies en wat Mosselen. Hadden slegt Weêr tot den 2 December,raakten toen van daar, dog wierden door Storm beloopen waar door wy de Schuitvol Water kreegen, haalden die op een Klip en bonden hem weder by een, en niettegenstaande wy

Marten Jansen, Kort, doch echt-verhaal van commandeur Marten Jansen (Uitgever G. Tresling, Leeuwarden)

Page 14: Kort,dochecht-verhaalvancommandeur …Kort,dochecht-verhaalvancommandeur MartenJansen(UitgeverG.Tresling, Leeuwarden) Weegenshetverongelukkenvanzynschip,genaamdHet WittePaard,ennognegenanderescheepen,dewelke

10

doornat waaren, roeiden wy egter voort. Des Avonds omtrent agt uuren kwaamenwy aan een Klip, daar wy de Schuit ophaalden. 't Was toen zeer koud en slegt Weêrwaarom wy heen en weder liepen om de warmte te houden, een ieder deed hier zynGebed en zongen wy met elkander een Psalm: Hier dagten wy te zullen moetensterven, want het eeten ontbrak ons, en een lange en droevige nagt was 'er voorhanden. Doch onder 't zingen zag een van ons Volk, niet verre van ons ligt. Wystopten voort zo goed wy konden het gat dat wy in de Schuit hadden, en voeren ondergeduurig pompen, op het ligt af. Toen wy naby waaren, schreeuwden wy om hulp,'t welk van haar gehoord zynde kwaamen wy aan Land, vonden daar onzen MakkerJeldert Jansz Groot, die van ons was afgeraakt. Daar waaren twee Huizen, daar inwy ons verblyf kreegen en ons warmden: Ook handelden wy weder wat Spiering,Robbespek en Vlees. De Slaapplaats die wy kreegen was op houten banken, zonderiets onder of op ons lyf te hebben, doch wy wierden 'er egter nog door verkwikt. Den3 December was 't slegtWeêr en Storm, onze Schuit, waaiden tot onzer aller droefheidvan de Klip af, geheel aan stukken en weg. Hier door waaren wy niet weinigverleegen, want de Groenlanders wilden ons geen van hunne Schuiten afstaan. Den5 en 6 was 't nog al slegt Weêr. Toen wilden de Groenlanders J.J. Groot met zynVolk niet langer by hun houden, smeeten zyn goed uit het Huis en stie-

Marten Jansen, Kort, doch echt-verhaal van commandeur Marten Jansen (Uitgever G. Tresling, Leeuwarden)

Page 15: Kort,dochecht-verhaalvancommandeur …Kort,dochecht-verhaalvancommandeur MartenJansen(UitgeverG.Tresling, Leeuwarden) Weegenshetverongelukkenvanzynschip,genaamdHet WittePaard,ennognegenanderescheepen,dewelke

11

ten hem buiten de deur, zo dat zy op weg moesten om een ander Huis te zoeken.DeezeWilden, die een kwaadaartig zoort waaren, wilden ons ook niet verder brengen.Geerne hadden wy alles gegeeven wat wy hadden, om van hun een Schuit te krygen,en van hun ontslaagen te zyn; dog wy moesten 'er tot den 8 toe blyven, wanneer desAvonds twee van hun kwaamen, die ons verder op na een ander Huis wilden brengen.Den 9 gingen wy op reis, dog vonden, daar wy kwaamen, het niet veel beeter. HetWeêr bleef tot den 14 slegt met harde Vorst, Noordelyke Winden en veel Ys, duskonden wy hier niet van daan koomen. Eeten hadden wy byna geheel niet; wy waarenzeer bedroeft, dag en nagt schreiden en baden wy tot GOD om hulp, dewyl de hongerzeer groot was; alles wat wymaar krygen konden slokten wy greetig in, ook Kraaijenen Kroos, dat aan de Klippen groeide. Zomtyds gaaven de Wilden ons eenigegedroogde Spiering, maar veeltyds niets, dewyl zy door 't slegteWeêr dikwils in vierdaagen niet konden vissen, waar door zy zelf gebrek leeden, dog dan aten zy deVellen, waar mede hunne Hutten bedekt zyn, en de Zoolen uit hunne Laarsen. Wyteerden intussen byna geheel uit. Van den 15 tot den 18 was het zo koud, dat wy nietuit de Tent konden koomen. Van den 19 tot den 21 was het mooy Weêr met eenOostelyke Wind, toen vingen de Wilden weder Robben, waar van wy ook wat teeeten kreegen. Zy beloofden ons wel dat zy ons verder zouden brengen, maar daarkwam niet van. Den 22 dagten wy dat onzer aller tyd gekoomen

Marten Jansen, Kort, doch echt-verhaal van commandeur Marten Jansen (Uitgever G. Tresling, Leeuwarden)

Page 16: Kort,dochecht-verhaalvancommandeur …Kort,dochecht-verhaalvancommandeur MartenJansen(UitgeverG.Tresling, Leeuwarden) Weegenshetverongelukkenvanzynschip,genaamdHet WittePaard,ennognegenanderescheepen,dewelke

12

was; want des Avonds maakten zy een wonderlyk misbaar, zy deeden alle ligten uit,en ging 'er een met een trommel de tent rond, onder een groot getier en geschreeuw,dan sprak den een, dan den ander, dit duurde by na twee uuren, en toen raakte allesin stilte, zonder dat ik reden weet waarom dit geschied was. Van den 23 tot den 25was 't goed Weêr, dog wy konden weinig te eeten krygen. Van den 26 tot den 30 alledaagen slegt Weêr, moesten ons met Klip-kroos en Mosselen behelpen, nu en dan,kreegen wy een Hond, een Vos of Kraay, dog moesten alles raauw eeten. Van den31 December tot den 10 January 1778. hadden alle daagen mooy Weêr met N. en N.O. Winden en harde Vorst, vervolgens tot den 23 met omlopende Winden dan eensgoed dan slegt Weer. Wy waaren alle uitgehongerd, zeer zwak en verkleumd, byslegt Weêr konden wy niet uit de tent koomen, dewyl wy onze meeste Kleederenvoor allerley noodwendigheeden hadden moeten verkoopen, zelfs hadden wy geenHemden meer aan 't Lyf. Den 24 was 't goed Weêr, bewoogen twee Wilden, om meteen Brief na de Colonie Fredriks-hoop te vaaren. Van den 25 tot den 28 slegt Weêren veel Sneeuw. Van den 29 tot 31 Januarymooyweer, toen kwaamen de afgezondeneWilden te rug; dog zonder antwoord, dewyl zy door 't Ys verhinderd waaren. Zyhadden de Brief by een gedoopte Groenlander afgegeeven, die ze by gelegenheidbestellen zou.Den 1 February goed Weêr, toen storf een Groen-

Marten Jansen, Kort, doch echt-verhaal van commandeur Marten Jansen (Uitgever G. Tresling, Leeuwarden)

Page 17: Kort,dochecht-verhaalvancommandeur …Kort,dochecht-verhaalvancommandeur MartenJansen(UitgeverG.Tresling, Leeuwarden) Weegenshetverongelukkenvanzynschip,genaamdHet WittePaard,ennognegenanderescheepen,dewelke

13

lander by ons in huis. DeWilden maakten weder een wonderlyk misbaar, alle huildenzy en bragten al hun huisraad buiten de deur. Toen wierd de doode in een Robbevelgewonden, en zo aanstonds in 't graf gebragt.Welke graaven zy by voorraadmaaken,dewyl zy des Winters door de harde Vorst geen Kuylen konnen graaven. Al deGoederen van den Overledene, als Messen, Pylen, Boogen, ja zelf zyn Schuit methet toebehooren wierd by hem in 't graf gelegd. Doe dit alles verrigt was, bragten zyhun Goed weder in huis. Een geheele maand beschreiden zy de Overledene, desMorgens en 's Avonds. In dit Huis waaren neegen Huisgezinnen, gelyk over al degeheele Kust langs de Huizen na de Huisgezinnen geschikt waaren, van agt tot elfHuisgezinnen in een Huis. Zy leggen als de Beesten by een, zommige waarenafgeschut, en lagen met hun Bovenlyf nakend op hun leger. De Huizen zyn zeerwarm, vermits zy gedeeltelyk onder de grond zyn. en door veel menschen bewoondworden. Dog eene zaak verwonderde my, namelyk, dat 'er zo veel Huisgezinnen metvreede by een konde woonen, zonder ooit onder hun of onder hunne Kinderen eenigongenoegen te toonen. En als den een iets vong, wierd het onder alle gedeeld. Menzette het in 't midden van 't Huis, en ieder haalden 'er een stuk van, eerst de Mans,en dan de Vrouwen en de Kinderen, dog wy kreegen niet, ten zy ze overvloed hadden,of wymoesten daar voor iets geeven. Van den 2 tot den 11 de wind alle daagen Noor-

Marten Jansen, Kort, doch echt-verhaal van commandeur Marten Jansen (Uitgever G. Tresling, Leeuwarden)

Page 18: Kort,dochecht-verhaalvancommandeur …Kort,dochecht-verhaalvancommandeur MartenJansen(UitgeverG.Tresling, Leeuwarden) Weegenshetverongelukkenvanzynschip,genaamdHet WittePaard,ennognegenanderescheepen,dewelke

14

delyk en Oostelyk met strenge koude, harde Vorst en veel Ys, waar door de Wildenniet vissen konden, wy konden toen niet anders als raauwe Mosselen en Klip Krooskrygen, en dat nog maar als 't water laag was wy waaren alle zeer flaauw en kondenkwalyk gaan, door den honger. Den 12 mooy wêer, een van ons Volk, genaamd BooyHendriksz, van 't Fohr Overleed dien dag, zynde genoegzaam van honger gestorven:Wy hebben hem in de Klippen met steenen bedekt. De Wilden waaren toen zovreesagtig dat zy niet buiten deur durfden koomen, zonder dat iemand onzer met hunging, dewyl zy zeer bevreest voor een doode zyn. Zy hadden die dag eenige Robbengevangen, en gaaven ons daar van te eeten, uit vreeze dat 'er meer van ons mogtensterven.Van den 13 tot 16 February de wind Z.O. met reegen en wind, 't begon toen hard

te dooyen. Den 17 zeer mooy zonneschyn weer. Den 18 en 19 de wind N.W. redelykweer; in deeze laatste daagen vingen deWilden veel Robben. Den 20 February kreegik een Brief van de Koopman, wonende op de Colonie Fredriks-Hoop, als meedeeen van de Comm. J.J. Groot en P. Andriesz, die waaren daar met 36 Mannenbehouden aangekoomen. Zy zonden ons twee Rollen Tabak, daar wy eeten voorkonden koopen, dewyl de Wilden daar zeer opgezet zyn, de Brief was drie daagenoud Den 21 mooy wêer, de Brief-brenger vertrok, en ik gaf hem een meede. Den 22en 23 mooy wêer, ontfingen weder een Brief van

Marten Jansen, Kort, doch echt-verhaal van commandeur Marten Jansen (Uitgever G. Tresling, Leeuwarden)

Page 19: Kort,dochecht-verhaalvancommandeur …Kort,dochecht-verhaalvancommandeur MartenJansen(UitgeverG.Tresling, Leeuwarden) Weegenshetverongelukkenvanzynschip,genaamdHet WittePaard,ennognegenanderescheepen,dewelke

15

de Commandeurs, en een van de Pastoor, met berigt dat 'er een Schuit met Victualyonder weg was om ons aftehaalen. Den 26 stierf weder een Man van ons, genaamdHarmen van Pennenberg. Tot het einde van de Maand hadden slegt wêer.Den 1 en 2 Maart mooy, dog den 3 en 4 slegt storm wêer. Den 5 en 6 zonneschyn,

toen kwam de Schuit om ons aftehaalen, met Broot, Gort en Boter, 't welk ons zeerverblyde, ik verdeelden dit eeten, zo, dat wy alle dagen wat hadden. Den 7 Maartvertrokken wy eindelyk met mooy wêer uit onsWinterkwartier, met een Noordelykewind. In den Avond van den 8 kwamen wy by twee Huizen, daar zeer goedeGroenlanders woonden, die ons verwarmden en vol op te eeten gaaven, wy gaavenhun van onze Tabak, daar zy zeer greetig na waaren, en die opsnooven. Den 9 en 10Maart, moesten wy daar blyven, vermits het slegt wêer was: handelde voor Tabakeenige Honden, om onze Victualy te rekken. Den 11 en 12 gingen op reis, maarmoesten om 't slegte wêer telkens te rug keeren. Den 13 mooy wêer, droegen onzeSchuit over de Klippen en voeren voort, 's Avonds om zeven uuren kwamen by viergroote Huizen, daar wierden wy met vyf Snaphaanschooten verwelkomt, en metgroote blydschap ontfangen; 't waaren alle gedoopte Groenlanders, die eenLeermeester by zig hadden, die ook doopten. Die nam my met myn twee Jongens,dertien jaaren oud, in zyn Huis. Aanstonds schonk hy ons Thee en gaf ons Vis enSa-

Marten Jansen, Kort, doch echt-verhaal van commandeur Marten Jansen (Uitgever G. Tresling, Leeuwarden)

Page 20: Kort,dochecht-verhaalvancommandeur …Kort,dochecht-verhaalvancommandeur MartenJansen(UitgeverG.Tresling, Leeuwarden) Weegenshetverongelukkenvanzynschip,genaamdHet WittePaard,ennognegenanderescheepen,dewelke

16

lade te eeten: toen wy te slapen gingen, dekten hy ons met Vellen om ons teverwarmen, 't welk ons nog niet gebeurd was. Den 14 en 15 woey het hard uit denNoorden. Den 16 gingen met mooy wêer 7 Mylen voort, en kwamen des Avonds om8 uuren op de Colonie Fredriks-Hoop, wy wierden door de Kooplieden en de Pastoorminzaam ontfangen, en aten by hun. Des Nagts, sliep ik aan Boord van het Schipvan Jacob Jurgen List, het welke daar in de Baay lag. Met dit Schip zouden wy naKoppenhagen vaaren: den 17 voorzag men my en myn Volk met Provisie voor drieweeken, een ieder kreeg nog een Hemd, 1 paar Koussen, 5 Robbenvellen, 1 Lepel,1 Mes en ½ Rol Tabak, daar wy onze Kleederen voor lieten maaken, en andereNoodwendigheeden kogten. Tabak is daar zo goed als geld. Men konde ons alle aandie Colonie niet bergen, daarom wierd myn Volk een half uur van daar gebragt. Godzy gelooft en gedankt, dat hy ons tot dus verre geholpen heeft, en ons in redelykegezondheid na zo veele rampen en onheilen uitgestaan te hebben, die met geen pennente beschryven zyn, tot hier toe heeft gebragt. Den 19 overleed myn Speksnydersmaat, Booy Roelofs van 't Fohr, hy wierd op het Kerkhof in een Kist begraaven. Den20 Maart begon Schipper List gereedheid tot vertrekken te maaken, en had hy voornegen weeken Victualy voor 't Volk aan Boord Den 30 kwam Comm. Albert Jansz,van Hamburg, met nog zes Mannen by ons aan, die had de Winter onder deGroenlanders ook doorgebragt,

Marten Jansen, Kort, doch echt-verhaal van commandeur Marten Jansen (Uitgever G. Tresling, Leeuwarden)

Page 21: Kort,dochecht-verhaalvancommandeur …Kort,dochecht-verhaalvancommandeur MartenJansen(UitgeverG.Tresling, Leeuwarden) Weegenshetverongelukkenvanzynschip,genaamdHet WittePaard,ennognegenanderescheepen,dewelke

17

en dewyl hy met ons zoude reizen, kreeg Schipper List nog voor vyf weeken Victuali,voor dat Volk meede, zy konden op de Colonie niet meer missen.Den 7 April vertrokken wymet ons Drie en Vyftig Perzoonen van de verongelukte

Scheepen, met het gem. Schip na Koppenhagen, de wind N.O. Met een gunstigewind waaren wy den 21 op de breedte van 59 graden, 41 minuten en langte 5 graden,45 minuten, wy kreegen twee dooden van myn Volk, die wy over Boord moestenzetten. Den 27 hadden Hitland en Fairhil in 't gezigt, en kwamen in de Noord-Zee.Den 28 praayde, op de hoogte van 59 graden, 8 minuten en lengte 16 graden, 54minuten, CommandeurAuke Johannes, van Hamburg, in goede staat, de wil hebbendena Groenland. Den 29 April de wind Z.O. met donker wêer en regen, 't welk aanhieldtot op de breedtte van 57 graaden, 3 minuten. Den 10 May kwaamen wy met mistteegen Noorweegen aan, den 15 voor 't Lieth van Bergen, 't woey doe hard, waaromde Schipper oordeelden na Bergen te zeilen, dewyl het Schip zeer lek was, en veelvan 't Volk aan de Schuurbuik ziek. Den 16 des Morgens kwamen wy tot Bergenaan de stad, daar wy onze verklaaring deeden. Den 18 ging ik met myn twee Jongens,Comm.Grootmet zyn Zoon en de Timmerman van Comm. Kastricum na beneeden,daar laagen twee Scheepen die na Holland moesten, ik vervoegde my by SchipperJan Haselop, na Dordrecht gedestineert. Den 19 gingen onder zeil. Den 26 kwamenin de Goeree

Marten Jansen, Kort, doch echt-verhaal van commandeur Marten Jansen (Uitgever G. Tresling, Leeuwarden)

Page 22: Kort,dochecht-verhaalvancommandeur …Kort,dochecht-verhaalvancommandeur MartenJansen(UitgeverG.Tresling, Leeuwarden) Weegenshetverongelukkenvanzynschip,genaamdHet WittePaard,ennognegenanderescheepen,dewelke

18

binnen, van Dordrecht ging ik over Rotterdam na Amsterdam, daar ik den 31 Mayin het Huis Gods, Hem geloofd en gedankt heb, voor myn behouden en niet minwonderbaare t'Huiskomst.

Marten Jansen, Kort, doch echt-verhaal van commandeur Marten Jansen (Uitgever G. Tresling, Leeuwarden)

Page 23: Kort,dochecht-verhaalvancommandeur …Kort,dochecht-verhaalvancommandeur MartenJansen(UitgeverG.Tresling, Leeuwarden) Weegenshetverongelukkenvanzynschip,genaamdHet WittePaard,ennognegenanderescheepen,dewelke

19

Copia uit een brief van Hidde Dirks Kat.

Straat-Davids den 4 February 1778.

ZEer Geliefde Vrouw Jantje Jans, wensche dat UE. deeze beneffens myn LieveKinderen in een goede welstand aan mag koomen, wat My beneffens eenige vanmyn Volk aangaat, is na de droevige omstandigheeden redelyk wel, verdient deezeomU te laaten weeten, dat ik den laatsten September myn Schip tot myn leedweezenheb verlooren, met een harde Storm uit het O.N.O. dik van Sneeuw, zaten digt aande Zeekant, borgen doen ons eeten op de Schots, maar door de geweldige hooge Zeespoelde ons eeten van de Schots, sleepten ons 3 Sloepen met 3 ton Brood, en eenVatie Boter op een andere Schots, daar wy dien nagt op bleeven met 68 Man, dienik had geborgen van Command.Albert Jansen en Pieter Andries, die den 20 Augustushaar Scheepen hadden verlooren, des anderen daags dreeven wy met de Schots eenmyl na binnen, toen kreeg dien dag nog 10 Man van myn Makker Hans Pieters zynVolk, by my op de Schots, waaren toen met ons 78Man op de breedte van 64 graden,70 myl by Oosten

Marten Jansen, Kort, doch echt-verhaal van commandeur Marten Jansen (Uitgever G. Tresling, Leeuwarden)

Page 24: Kort,dochecht-verhaalvancommandeur …Kort,dochecht-verhaalvancommandeur MartenJansen(UitgeverG.Tresling, Leeuwarden) Weegenshetverongelukkenvanzynschip,genaamdHet WittePaard,ennognegenanderescheepen,dewelke

20

Statenhoek, dreeven al by 't Land langs. Den 3 October liepen daar 27 Man van myaf, 40myl by Oosten de hoek, waar zy beland zyn, weet ik niet, Comm.Albert Jansen,en Ik bleeven met 49 Man op de Schots staan, zo als wy niet anders dagten, als datons Leevens-tyd ten einde was, des kreegen wy zo een hooge Zee, dat wy dagten,dat wy de dag niet weer beleeft zouden hebben, de Schotsen stieten zo geweldigtegen malkanderen, dat het droevig was te hooren: Den 5 October kwamen wy metons 3 Sloepen in Zee, ieder Sloep 17Man, voeren doen by 't Ys langs om Statenhoekheenen, doen wy om de hoek kwamen, strekte het Ys zo ver op Zee uit; dat wy wederresolveerden om in het Ys te gaan, terwyl ons eeten meest op was, daags kreegenwy een halve Beschuit, en weinig Boter: Den 7 gingen wy weder in 't Ys om na Landtoe te werken, waren 18 Mylen van de Wal. Den 8 dito zaten wy met ons Sloependigt bezet, deelden toen ons Brood onder malkanderen, de Man 3 Beschuiten, en eenweinig Boter, lagen toen met malkanderen over om ons Sloepen te vlugten, om tezien of wy niet aan de Wal konden koomen, de Klok 9 uur gingen wy met ons 49Man weg, twee bleeven in de Sloep leggen, die niet gaan konden, de eerste dagverdronken daar verscheiden van het Volk by ons, ik zelfs raakte 2 maal tusschende Schotsen, en over het Hooft toe nat, maar kreegen my weer, moesten toen metdie natte Kleeren loopen, en des

Marten Jansen, Kort, doch echt-verhaal van commandeur Marten Jansen (Uitgever G. Tresling, Leeuwarden)

Page 25: Kort,dochecht-verhaalvancommandeur …Kort,dochecht-verhaalvancommandeur MartenJansen(UitgeverG.Tresling, Leeuwarden) Weegenshetverongelukkenvanzynschip,genaamdHet WittePaard,ennognegenanderescheepen,dewelke

21

liepen wy by malkanderen op de Schots, enkelde vroosen Dood van de koude, enhet slimst was nog, die in 't leeven was ook niet anders te wagten had. Den 11 ditokwam Ik met 20 Man aan de Wal 5 myl beneeden Statenhoek, hadden niet meer teeeten, liepen doen by een Baay langs, vonden daar groote Mosselen, en Besijen, atendaar ons Lyf van vol: Van den 11 tot den 16 October lagen wy daar by malkanderendoornat van reegen, en des nagts konden wy ons niet begeeven te slaapen, of vroosenStyf, een Man storf by ons van de koude: Den 16 des middags zagen wy 3 Wildenin de Baay uitkomen, riepen haar, en kwamen by ons, bonden haar 3 Schuitjes aanmalkanderen, en gingen daarmet ons tweeMan op zitten, de Stuurman, en Ik, kwamendes agtermiddags door nat, en styf van koude by haar in de Huizen, trokken onsKleeren uit, en gaven ons haar Kleeren aan, en gingen doen op haar legersteedeleggen, gaven ons Robbespek, en Vleesch te eeten, het smaakte ons zo zoet als honing,want wy waaren regt uitgehongert, gelyk gy wel kunt denken; des anderen daags lietik myn ander Volk ook by my haalen, kwamen den 17 October by my in de tent:Den 18 liepen wy een myl over de Klippen, kwamen in een ander tent, vonden daarmyn Makker Albert Jansen met nog 13 Man, zo dat wy met ons 33 Man aan de Walkwamen, de andere zyn verdronken, of gestorven van de koude. Den 13 Novemberkwam Ik met 5 Man by de eerste

Marten Jansen, Kort, doch echt-verhaal van commandeur Marten Jansen (Uitgever G. Tresling, Leeuwarden)

Page 26: Kort,dochecht-verhaalvancommandeur …Kort,dochecht-verhaalvancommandeur MartenJansen(UitgeverG.Tresling, Leeuwarden) Weegenshetverongelukkenvanzynschip,genaamdHet WittePaard,ennognegenanderescheepen,dewelke

22

Duitsche Broeders, Hernhutters genaamd, wierden daar met groote liefde, enblydschap ontfangen, drie dagen daar geweest hebbende, zette Ik myn reis verderNoordwaards, om op de Colonie te koomen: Den 19 November kwam Ik by eenDeensche Koopman Andries Aelsen, daarMarten Jansen, en Jeldert Jans 4 dagenvan daar waren vertrokken geweest, terwyl daar geen geleegentheid was om aan deKost te koomen, terwyl zyn Schip met eeten 50 myl hier by Noorden leit, zo raadehy my om aldaar te blyven, en beloofde My met myn Volk, als zyn Schip hier komt,dat wy daar meede na Huis konden koomen, Commandeur Hans Christiaans, diezyn Schip ook by ons heeft verlooren, is hier by my, en hebben het hier alderbest,hoopen in de Maand July in Koppenhagen te weezen, en als het wat langer duurt, zoweest maar niet ongerust, al de elenden, en droefheid, die Ik hebbe beleeft, kan ikmet geen Pen beschryven, dog de Heere zy gelooft, en gedankt, die my dus ver heeftbewaart, hoope dat hy my verder mag bewaren, op dat ik UE. eens mag vertellen,hoe wonderbaarlyk de Heere my heeft gered. Myn Cajuitwagter is by my, deKoks-maat leit hier 2 Myl met nog 6 Man hier van daan, in 't leeven, Stuurman,Speksnyder, dito Maat, Pieter Hendriks, Bote Hendriks, en Kok Jan Kats, en dannog eenige van 't Volk: Doen Vader, Moeder, Zuster, en verdere goede Vrienden degroetenisse van my, zyt verders gegroet, en

Marten Jansen, Kort, doch echt-verhaal van commandeur Marten Jansen (Uitgever G. Tresling, Leeuwarden)

Page 27: Kort,dochecht-verhaalvancommandeur …Kort,dochecht-verhaalvancommandeur MartenJansen(UitgeverG.Tresling, Leeuwarden) Weegenshetverongelukkenvanzynschip,genaamdHet WittePaard,ennognegenanderescheepen,dewelke

23

de Heere bevoolen, van my UE: Liefhebbende Man, zoen myn Lieve Kinders deegvoor my

HIDDE DIRKS KAT.

PS. En weest maar niet ongerust, in al de droevige tyd kan ik niet zeggen, dat myeen Vinger zeer heeft gedaan, schryft een Brief voor my na Hamburg toe, dit heb ikgeschreeven den 4 February 1778., en stuur het met een Schip; dat 36 Myl van daarleid, wy zyn hier aangekoomen 106 Man, 331 verlooren, van ons 18 Scheepen 6Commandeurs, namentlykMarten Jansen, Jeldert Jansen, Albert Jansen, PieterAndries, Hans Christiaans, weest maar niet ongerust, myn Swager Klaas weet ikniet van.Groet alle Bekende.

EYNDE.

Marten Jansen, Kort, doch echt-verhaal van commandeur Marten Jansen (Uitgever G. Tresling, Leeuwarden)