Kopie van G-VP-01-155-06 toelichting MER voorschriften voo ) · 2010-01-05 · concept-voorontwerp...

21

Transcript of Kopie van G-VP-01-155-06 toelichting MER voorschriften voo ) · 2010-01-05 · concept-voorontwerp...

Page 1: Kopie van G-VP-01-155-06 toelichting MER voorschriften voo ) · 2010-01-05 · concept-voorontwerp Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan nr. 155 Park Duifhuisstraat 5 / 20 Deel
Page 2: Kopie van G-VP-01-155-06 toelichting MER voorschriften voo ) · 2010-01-05 · concept-voorontwerp Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan nr. 155 Park Duifhuisstraat 5 / 20 Deel

Stad Gent concept-voorontwerp gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan

nr. 155 – Park Duifhuisstraat

TOELICHTINGSNOTA

ONDERZOEK TOT MILIEUEFFECTENRAPPORTAGE

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN Augustus 2009 Opmaak: Stad Gent Departement Ruimtelijke Planning, Mobiliteit en Openbaar Domein Dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Planning Ruimtelijk planner: Koen Lepla Goedgekeurd door het College van Burgemeester en Schepenen in zitting van ………………………………………………………………………… De stadssecretaris Voor de burgemeester (bij delegatiebesluit van 3 januari 2007) Karin Temmerman

Schepen van Stadsontwikkeling, Mobiliteit en Wonen

Page 3: Kopie van G-VP-01-155-06 toelichting MER voorschriften voo ) · 2010-01-05 · concept-voorontwerp Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan nr. 155 Park Duifhuisstraat 5 / 20 Deel

Stad Gent Dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Planning

concept-voorontwerp gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan nr. Kinderkribbe Duifhuisstraat 2 / 20 Inhoudstafel

INHOUDSTAFEL

nr. 155 – Park Duifhuisstraat ................................................................................................................... 1

TOELICHTINGSNOTA EN STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN .......................................... 1

INLEIDING............................................................................................................................................... 3

Deel 1 TOELICHTINGSNOTA........................................................................................................... 4

1. REDENEN TOT OPMAAK.............................................................................................................. 4

2. SITUERING .................................................................................................................................... 4

3. FEITELIJKE EN JURIDISCHE TOESTAND................................................................................... 5

4. PLANNINGSCONTEXT.................................................................................................................. 9

5. DE RELATIE MET HET RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN GENT................................................ 9

6. VISIE EN KRACHTLIJNEN VOOR DE RUIMTELIJKE ONTWIKKELING ................................... 11

7. INTEGRAAL WATERBELEID....................................................................................................... 12

8. MAATREGELEN TER REALISATIE............................................................................................. 14

9. OVERZICHT VAN STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN STRIJDIG MET VOORLIGGEND GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN.............................................. 14

Deel 2 ONDERZOEK TOT MILIEUEFFECTENRAPPORTAGE..................................................... 15

Deel 3: STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN........................................................................ 17

Page 4: Kopie van G-VP-01-155-06 toelichting MER voorschriften voo ) · 2010-01-05 · concept-voorontwerp Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan nr. 155 Park Duifhuisstraat 5 / 20 Deel

Stad Gent Dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Planning

concept- voorontwerp gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan nr. 155 Park Duifhuisstraat 3 / 20 Inleiding

INLEIDING Het decreet houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening (18 mei 1999) bepaalt dat gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen worden opgemaakt ter uitvoering van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan. Het Ruimtelijk Structuurplan Gent (RSG, Ministerieel Besluit van 09 april 2003) is het ruimtelijk kader waarbinnen in de Stad Gent een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan tot stand komt. Decretaal bevat een ruimtelijk uitvoeringsplan zoals het voorligt de volgende delen:

• een grafisch plan dat aangeeft voor welk gebied of welke gebieden het plan van toepassing is;

• de erbij horende stedenbouwkundige voorschriften inzake de bestemming, de inrichting en/of het beheer;

• een weergave van de feitelijke en juridische toestand;

• de relatie met het ruimtelijk structuurplan of de ruimtelijke structuurplannen waarvan het een uitvoering is;

• in voorkomend geval, een zo mogelijk limitatieve opgave van de voorschriften die strijdig zijn met het ruimtelijk uitvoeringsplan en die opgeheven worden;

Enkel het grafisch plan en de erbij horende stedenbouwkundige voorschriften hebben conform het decreet verordenende kracht. De toelichting bij het grafisch plan en de stedenbouwkundige voorschriften heeft geen verordenende kracht, maar is belangrijk als inhoudelijk onderdeel van het geheel van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. De toelichting vormt samen met de verordenende voorschriften het beoordelingskader bij de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning, respectievelijk verkavelingvergunning. Deze nota omvat zowel de toelichting als de voorschriften en behandelt achtereenvolgens:

• de redenen tot opmaak voor het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan,

• een situering met bijhorende verantwoording waarom bepaalde delen opgenomen zijn en welke niet,

• een weergave van de bestaande feitelijke en juridische toestand,

• de relatie met het RSG en andere relevante studies,

• een weergave van de visie en krachtlijnen voor de ruimtelijke ontwikkeling,

• de maatregelen ter realisatie van voorgestelde krachtlijnen en het onteigeningsplan,

• een overzicht van de voorschriften strijdig met dit gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan,

• de stedenbouwkundige voorschriften met een toelichting.

Page 5: Kopie van G-VP-01-155-06 toelichting MER voorschriften voo ) · 2010-01-05 · concept-voorontwerp Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan nr. 155 Park Duifhuisstraat 5 / 20 Deel

Stad Gent Dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Planning

concept-voorontwerp Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan nr. 155 Park Duifhuisstraat 4 / 20 Deel 1 - Toelichtingsnota

Deel 1 TOELICHTINGSNOTA

1. REDENEN TOT OPMAAK

Het Bijzonder Plan van Aanleg nr. 12 Rijsenberg, opgemaakt in 1992-1993, met als doel om de ruimtelijke structuur van de wijk vast te leggen, bepaalt vrij strikt de bouwmogelijkheden van het gebied. Hierbij werd de bestaande toestand als uitgangspunt genomen en werden de stedenbouwkundige voorschriften hierop afgestemd. Op sommige locaties zijn nieuwe, ruimtelijk gewenste ontwikkelingen niet mogelijk. Gezien het grote tekort aan kinderkribbes in Gent opteert het stadsbestuur op korte termijn voor de bouw van een aantal nieuwe kinderkribbes. Zo ook in de Rijsenbergwijk dienen er twee kinderkribbes voorzien te worden. Een entiteit wordt ingepast in het nieuwe project aan de Fabiolalaan. Een andere wordt op het braakliggende terrein aan de Duifhuisstraat voorzien. In het BPA nr. 12 is dit stuk echter ingekleurd als een zone voor openbaar groen en laat dit de bouw van een kinderkribbe niet toe. Daarom dient het BPA beperkt gewijzigd te worden Tegelijkertijd zal van de gelegenheid gebruikt gemaakt worden om het oude minigolfterrein als park in te richten en zal het park toegankelijker worden gemaakt.

2. SITUERING

Het plangebied is gelegen in het bouwblok, omsloten door de Rijsenbergstraat in het noorden, de Sportstraat in het oosten, de Duifhuisstraat in het zuiden en de Golfweg in het westen. Enkel de noodzakelijk te wijzigen zone worden in dit ruimtelijk uitvoeringsplan opgenomen. Het plangebied maakt onderdeel uit van de Rijsenbergwijk, een twintigste eeuwse kwaliteitsvolle woonwijk, gaande van vrij dense bebouwing aan de Albertlaan in het oosten tot een vrij groene wijk, met vrijstaande woningen in het westen aan de Leie. De wijk is in hoofdzaak residentieel. Lokale handel en een aantal scholen komen verspreid over de wijk voor. Het plangebied is 8584 m² groot.

Page 6: Kopie van G-VP-01-155-06 toelichting MER voorschriften voo ) · 2010-01-05 · concept-voorontwerp Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan nr. 155 Park Duifhuisstraat 5 / 20 Deel

Stad Gent Dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Planning

concept-voorontwerp Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan nr. 155 Park Duifhuisstraat 5 / 20 Deel 1 - Toelichtingsnota

3. FEITELIJKE EN JURIDISCHE TOESTAND

3.1. FEITELIJKE TOESTAND

Tot in de 20ste eeuw was dit een open meersengebied. De wijk rond de Sportstraat raakte pas in de periode 1925-

1935 bebouwd. De overige bebouwing (langs Duifhuisstraat, Golfweg, Rijsenbergwijk dateert in hoofdzaak van na de tweede wereldoorlog. Het oorspronkelijke niveau van de meersen is nog dikwijls terug te vinden in de tuinen. Wegen werden toen een stuk hoger dan het maaiveld aangelegd. Zo ook het openbaar parkgebied aan de Duifhuisstraat, wat toch wel opmerkelijk opgehoogd is. Aan sommige randen is nog een soort “gracht” waar te nemen. Het plangebied bestaat uit volgende onderdelen: - het in 2006 ter ziele gegane minigolfterrein met bijhorende cafetaria en 2 garageboxen. Sinds 2006 staan de gebouwen leeg en is het terrein volledig overgroeid. - een parkeerhaven aan de Duifhuisstraat in functie van de minigolf. Deze vormt momenteel een barrière naar het achterliggende groengebied. - een smal kronkelend openbaar parkgebied met een speeltuin. De speeltoestellen zijn in 2005 vernieuwd. Door de smalle, hoekige terreinconfiguratie is dit park niet uitnodigend, niet echt bruikbaar en is de sociale controle beperkt.

Page 7: Kopie van G-VP-01-155-06 toelichting MER voorschriften voo ) · 2010-01-05 · concept-voorontwerp Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan nr. 155 Park Duifhuisstraat 5 / 20 Deel

Stad Gent Dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Planning

concept-voorontwerp Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan nr. 155 Park Duifhuisstraat 6 / 20 Deel 1 - Toelichtingsnota

Foto’s

Zie ook plan feitelijke en juridische toestand.

Page 8: Kopie van G-VP-01-155-06 toelichting MER voorschriften voo ) · 2010-01-05 · concept-voorontwerp Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan nr. 155 Park Duifhuisstraat 5 / 20 Deel

Stad Gent Dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Planning

concept-voorontwerp Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan nr. 155 Park Duifhuisstraat 7 / 20 Deel 1 - Toelichtingsnota

3.2. JURIDISCHE TOESTAND

Gewestplan ‘Gentse en kanaalzone’ (KB 14 september 1977 en latere wijzigingen) Volgende delen van het gewestplan ‘Gentse en kanaalzone’ liggen binnen de afbakeningslijn van dit gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (decretaal is bepaald dat dit plan geldt totdat het door een ander plan wordt vervangen):

• woongebied

Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringplan ‘Afbakening grootstedelijk gebied Gent’ (definitief vastgesteld door de Vlaamse Regering op 16/12/2005)

Het plangebied ligt volledig binnen de afbakeningslijn van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringplan ‘Afbakening grootstedelijk gebied Gent’. In uitvoering van de bindende bepalingen van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen worden de stedelijke gebieden afgebakend om er ruimte te voorzien voor wonen, werken, groen, recreatie en andere stedelijke activiteiten. Het plangebied valt wel niet binnen één van de 32 gerichte deelprojecten.

Bijzonder Plan van Aanleg nr. 12 Rijsenberg (M. B 20/06/1994) Volgende delen van het bestaande Bijzonder Plan van Aanleg liggen binnen de afbakeningslijn van dit gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (decretaal is bepaald dat dit plan geldt totdat het door een ander plan(nen) wordt vervangen):

• Z5 zone voor gesloten bebouwing

• Z12 zone voor bouwvrije tuinstroken

• Z13 zone voor openbaar groen

• Z17 zone voor wegen

Page 9: Kopie van G-VP-01-155-06 toelichting MER voorschriften voo ) · 2010-01-05 · concept-voorontwerp Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan nr. 155 Park Duifhuisstraat 5 / 20 Deel

Stad Gent Dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Planning

concept-voorontwerp Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan nr. 155 Park Duifhuisstraat 8 / 20 Deel 1 - Toelichtingsnota

Verkavelingplannen Er zijn geen verkavelingsvergunningen in het plangebied verleend.

Rooilijnen Tussen Z17 zone voor wegen en Z13 zone voor openbaar groen is in het BPA nr. 12 Rijsenberg een rooilijn voorzien.

Beschermde monumenten en/of stadsgezichten In het plangebied zijn er geen beschermde monumenten of beschermde stadsgezichten.

Vervuilde terreinen Er is geen kennis van vervuilde terreinen in het plangebied.

Toegekende milieuvergunningen Geen relevante milieu- en exploitatievergunningen zijn in het plangebied goedgekeurd.

Biologische waarderingskaart De biologische waarderingskaart levert voor het plangebied geen informatie. Zie ook Feitelijke en Juridische toestand.

Page 10: Kopie van G-VP-01-155-06 toelichting MER voorschriften voo ) · 2010-01-05 · concept-voorontwerp Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan nr. 155 Park Duifhuisstraat 5 / 20 Deel

Stad Gent Dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Planning

concept-voorontwerp Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan nr. 155 Park Duifhuisstraat 9 / 20 Deel 1 - Toelichtingsnota

4. PLANNINGSCONTEXT

4.1. Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV)

Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen is bij besluit van de Vlaamse regering definitief vastgesteld op 23/09/1997. De bindende bepalingen zijn bij decreet van 17/12/1997 bekrachtigd. Het legt de structuurbepalende elementen vast op Vlaams niveau en formuleert een ruimtelijk beleid voor deze elementen. Het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan”Parkje Duifhuisstraat” moet rekening houden met deze selecties en het vooropgestelde beleid. De elementen van het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen die relevant zijn voor deze site worden hieronder weergegeven. Het gebied ‘Parkje Duifhuisstraat’ maakt deel uit van het grootstedelijke gebied Gent. Binnen grootstedelijke gebieden wordt een belangrijk aandeel van de groei in Vlaanderen inzake bijkomende woongelegenheden, stedelijke voorzieningen en ruimte voor economische activiteiten opgevangen. Daarbij wordt onder meer gestreefd naar het versterken van de multifunctionaliteit. Het voorzien van een kinderkribbe bij een park in een gemengd stedelijk woongebied behoort hiertoe.

4.2. Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan (PRS)

Het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Oost-Vlaanderen is op 10/12/2003 definitief vastgesteld door de provincieraad, en door de Vlaamse regering goedgekeurd op 18/02/2004. Het legt de structuurbepalende elementen vast op provinciaal niveau en formuleert een ruimtelijk beleid voor deze elementen. Het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Parkje Duifhuisstraat’ moet rekening houden met deze selecties en het vooropgestelde beleid. Het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan stelt dat in het Oost-Vlaams Kerngebied het stedelijk gebied kwantitatief en kwalitatief dient versterkt te worden. De planopties zijn niet strijdig met het PRS.

5. DE RELATIE MET HET RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN GENT

Het Ruimtelijk Structuurplan Gent formuleert een aantal ontwikkelingsperspectieven voor verschillende ruimtelijke elementen waarvan de volgende voor het plangebied relevant zijn Zo is het plangebied gelegen in een wijk waar de woonfunctie zeer belangrijk is;

De specifieke uitdaging is het aanbieden van een stedelijke woonwijk, voor jong en oud, vermengd met de nodige voorzieningen die het wonen ondersteunen. De bescherming van het wonen in de binnenstad uit zich in het vrijwaren van rust, stilte en groen in het binnengebied en in het behouden en creëren van (semi-)publieke ruimten. Binnen het plangebied zijn er mogelijkheden voor een dergelijke voorziening. Er wordt een kindercrèche gepland, wat tegemoetkomt aan de wens om jonge gezinnen naar de stad te halen. Versterken van de groenstructuur

Gent heeft in vergelijking tot de andere Vlaamse steden een groot tekort aan groenvoorzieningen op stedelijk en grootstedelijk niveau. Omwille van de leefbaarheid van de grootstad moet er aan deze behoefte tegemoet gekomen worden. Op wijkniveau is er een grote nood aan bijkomend buurtgroen en parken, bij voorkeur ingebed in een samenhangende groenstructuur. Een groen netwerk verhoogt de leefbaarheid van de stad, en ook biedt het openluchtrecreatieve mogelijkheden. In en rond de kernstad is er behoefte aan bijkomende openbare parken. Deze moet niet enkel kwalitatief worden ingericht maar ook maximaal bereikbaar zijn. Om als voldoende functioneel ‘woongroen’ te kunnen fungeren is de minimum oppervlakte van een wijkpark 1 hectare en dient de maximumafstand 400 meter van de woningen te bedragen. De realisatie van nieuwe parken is allernoodzakelijkst. Een voldoende gebruikswaarde wordt door een aanzienlijke oppervlakte en kwalitatieve inrichting (gebruiksgroen, geen kijkgroen) gerealiseerd. De sloop van de vroegere cafetaria zal zorgen voor een kwalitatiever en functioneler park.

Page 11: Kopie van G-VP-01-155-06 toelichting MER voorschriften voo ) · 2010-01-05 · concept-voorontwerp Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan nr. 155 Park Duifhuisstraat 5 / 20 Deel

Stad Gent Dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Planning

concept-voorontwerp Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan nr. 155 Park Duifhuisstraat 10 / 20 Deel 1 - Toelichtingsnota

Ruimte voor spel, sport en ontmoeting.

Omdat kinderen en jongeren specifieke ruimte nodig hebben om buiten te kunnen spelen en sporten, is voldoende aandacht voor een goede spreiding van voldoende kwalitatieve speelplekken, afgestemd op bestaande plaatselijke noden, essentieel. Vooral in de dichtbebouwde woonwijken van de stad zijn speciaal voorbehouden plekken voor kinderen nodig. Kinderen spelen ook op straat; tieners en jongeren ontmoeten er elkaar. Daarom wordt een verbindend netwerk van veilige routes doorheen de kinderrijke buurten voorzien dat allerlei (formele en informele) plekken - zoals bvb scholen, speelpleinen, parken, jeugd(werk)initiatieven en andere meervoudig bruikbare en onbestemde plekken met elkaar verbindt tot een weefsel, een speelweefsel

Page 12: Kopie van G-VP-01-155-06 toelichting MER voorschriften voo ) · 2010-01-05 · concept-voorontwerp Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan nr. 155 Park Duifhuisstraat 5 / 20 Deel

Stad Gent Dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Planning

concept-voorontwerp Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan nr. 155 Park Duifhuisstraat 11 / 20 Deel 1 - Toelichtingsnota

6. VISIE EN KRACHTLIJNEN VOOR DE RUIMTELIJKE ONTWIKKELING

Conform de opties van het Ruimtelijk Structuurplan Gent wordt de kernstad versterkt en het 19e eeuwse

gordelweefsel gereorganiseerd. Er komt een voorziening die het wonen ondersteunt en de buitenruimte errond wordt kwalitatief geherstructureerd.

Het Duifhuispark wordt geconcipieerd als een onderdeel van de grotere groenstructuur

Er wordt gestreefd naar een zo robuust mogelijk parkgebied, onderdeel van de grotere ruimtelijke groenstructuur Het parkgebied dient geoptimaliseerd en uitgebouwd worden met bijkomende parkfuncties (verschillende sferen, trapveld, publiek sanitair) Ook een verkeersveilige fiets- en voetgangersroute, kaderend binnen het gewenste speelweefsel is noodzakelijk.

Er komen voorzieningen die de woonbuurt versterken.

Aan de Duifhuisstraat wordt een kinderkribbe gepland, wat tegemoet komt aan de wens om jonge gezinnen naar de stad te halen. Ook is er behoefte aan publiek sanitair, wat de parkfunctie ondersteunt. Aangezien openbaar sanitair een goede sociale controle vereist is het wenselijk dat dit op een goed zichtbare plaats wordt ingeplant. Bij voorkeur wordt dit bij de kinderkribbe, aan de ingang van het park voorzien.

Er komen kwalitatieve toegangen naar het park.

Het park heeft twee toegangen. In functie van een optimale bruikbaarheid is het heel belangrijk dat de toegangen voldoende plaats krijgen en kwalitatief worden ingericht. De toegangen dienen attractiever gemaakt te worden. Aan de Duifhuisstraat wordt de toegang vrij breed gemaakt zodat er een goede zichtrelatie is tussen het openbare domein en het achterliggende park. Aan de Rijsenbergstraat dient een attractief element het achterliggende park te suggereren. beperken bouwmogelijkheden in het park.

Met de nieuwe bebouwing wordt de bestaande wachtgevel

afgewerkt. Rekening houdend met de bredere parktoegang zijn 3 bouwlagen mogelijk. Het bestaande gevelvlak blijft het belangrijkste gevelvlak. Evenwel zijn beperkte uitsprongen in de vroegere zone voor voortuinen mogelijk. Als gemeenschapsfunctie mag deze nieuwe invulling een duidelijk zichtbare plaats in de wijk innemen en mag deze wat afwijken van de vormgeving van particuliere gebouwen.

Parkeren

De parkeerdruk in de onmiddellijke omgeving is vrij beperkt. Op het naburige Olympiadeplein kunnen 33 wagens gestald worden. Werknemers van de crèche zullen op het openbaar domein parkeren, waardoor er een minimale inname gebeurt van de voortuinstrook in functie van het afzetverkeer.

Page 13: Kopie van G-VP-01-155-06 toelichting MER voorschriften voo ) · 2010-01-05 · concept-voorontwerp Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan nr. 155 Park Duifhuisstraat 5 / 20 Deel

Stad Gent Dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Planning

concept-voorontwerp Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan nr. 155 Park Duifhuisstraat 12 / 20 Deel 1 - Toelichtingsnota

7. INTEGRAAL WATERBELEID In uitvoering van het decreet betreffende het Integraal Waterbeleid (d.d. 18/07/2003) heeft de Vlaamse regering op 20 juli 2006 het besluit over de watertoets definitief goedgekeurd. Dit besluit geeft de lokale, provinciale en gewestelijke overheden, die een vergunning moeten afleveren, richtlijnen voor de toepassing van de watertoets. De “watertoets” kan worden opgevat als het proces van vroegtijdig informeren, adviseren, afwegen en uiteindelijk beoordelen van de mogelijke effecten van plannen voor het watersysteem. Het doel van de watertoets is in hoofdzaak het ontstaan van schadelijke effecten te voorkomen of zoveel mogelijk te beperken en als dat niet kan, om de schadelijke effecten te herstellen of te compenseren. Bij het uitvoeringsbesluit horen een aantal kaarten die moeten geconsulteerd worden in het kader van de toepassing van de Watertoets: - Overstromingsgevoelige gebieden - VHA - Waterbeheerders - Infiltratiegevoelige gebieden - Grondwaterstromingsgevoelige gebieden - Erosiegevoelige gebieden - Hellingenkaart - Winterbedkaart

Bodemkenmerken De bodemkaart geeft voor deze zone weinig informatie. Aangezien het RUP in bebouwd gebied is gelegen, worden op de bodemkaart kunstmatige gronden aangegeven.

Context en hydrografische ligging van het plangebied Het plangebied van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ligt in het bekken “Gentse kanalen”. Omdat voor het bekken ‘Gentse Kanalen’ nog geen beheerplan bestaat, moet een toetsing gebeuren met de tot heden beschikbare kaarten.

Overstromingsgevoeligheid

Deze kaart geeft de effectief en mogelijk overstromingsgevoelige gebieden aan. Het plangebied is gelegen in niet-overstromingsgevoelig gebied. Aan de rand van het plangebied is potentieel overstromingsgevoelig gebied gesitueerd.

Infiltratiegevoeligheid

Het plangebied is gelegen in infiltratiegevoelig gebied. Deze kaart geeft aan in welke gebieden er relatief gemakkelijk hemelwater kan infiltreren naar de ondergrond. Infiltratie van hemelwater naar het grondwater is belangrijk omdat daardoor de oppervlakteafstroming en dus ook de kans op wateroverlast afneemt.

Page 14: Kopie van G-VP-01-155-06 toelichting MER voorschriften voo ) · 2010-01-05 · concept-voorontwerp Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan nr. 155 Park Duifhuisstraat 5 / 20 Deel

Stad Gent Dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Planning

concept-voorontwerp Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan nr. 155 Park Duifhuisstraat 13 / 20 Deel 1 - Toelichtingsnota

Grondwaterstromingsgevoeligheid

Deze kaart geeft weer in welke gebieden er minder of meer aandacht moet uitgaan naar de effecten van ingrepen op de grondwaterstroming. Deze stroming kan worden beïnvloed of verstoord door ondergrondse constructies: kelders, ondergrondse garages, damwanden, kwelschermen, e.d. Het plangebied is gelegen in een gebied matig gevoelig voor grondwaterstroming (type 2)

Zoneringsplan Het plangebied ligt op het zoneringsplan binnen centraal gebied. Dit wil zeggen dat er in het gebied aansluiting op een waterzuiveringsstation is voorzien. Nieuwe bebouwing met afvalwatervoorziening binnen het plangebied zal dan ook op het openbaar rioleringssysteem aangesloten worden.

Mogelijke effecten van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan: Het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan kan leiden tot werkzaamheden met minimale tijdelijke en/of permanente effecten op de grondwaterkwaliteit.

Het overgrote deel van het plangebied blijft bestemd als park. Het aandeel verharding zal verminderen ten opzichte van de huidige toestand. In de zone voor park is door de omschrijving van de bestemming en de bouwbeperkingen geen negatief effect te verwachten voor de kwaliteit en kwantiteit van het grondwater.

Conclusies

• Uit de overstromingskaarten blijkt dat er geen risico is op overstromingen, wat niet betekent dat het risico nul is. Daarom moet het risico steeds zo veel mogelijk ingeperkt worden.

• Op vlak van waterinfiltratie kunnen volgende conclusies gemaakt worden: - het plangebied is gelegen in waterinfiltratiegevoelig gebied en wordt bestemd als parkgebied. - vergunningsaanvragen worden getoetst aan het stedelijk Algemeen Bouwreglement en de Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozingen van afvalwater en hemelwater. In het ‘ Algemeen Bouwreglement’ van de Stad Gent zijn er verschillende maatregelen opgenomen die verplichten een gescheiden afvoerstelsel, een hemelwaterput en een installatie voor gebruik van hemelwater te installeren bij nieuwbouw. Het privaat afvoerstelsel voor afvalwater moet rechtstreeks –via het eigen perceel- uitmonden in het openbare rioolstelsel, indien het perceel grenst aan het openbaar domein waarin een openbare riool aanwezig is. Er is tevens een verplichting tot het beperken en het vertragen van de afvoer van hemelwater naar de publieke ruimte/ Dit kan door de afvoer op het eigen terrein via doorlaatbare verharding, via infiltratie in de bodem, via grachten, (blus)waterbekkens en vijvers, of door plaatsing van groendaken. Het vertragen van de afvoer van hemelwater naar de publieke ruimte geschiedt door de plaatsing …. De ‘Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater’ verplicht tot het toepassen van het principe van integraal waterbeheer. Er wordt hier verwezen naar § 7.2.2.1.2.De Code voor Goede Praktijk voor Duurzaam Lokaal Waterbeleid stelt de volgende doelstelling voorop: ‘Maximale retentie (infiltratie, berging en vertraagde afvoer) van hemelwater aan de bron’: Zo min mogelijk wordt hemelwater versneld afgevoerd naar de waterloop. Het hemelwater wordt zoveel mogelijk aan de bron opgevangen en gebruikt, geïnfiltreerd en zo nodig vertraagd afgevoerd, gescheiden van het rioleringsstelsel. Dit wordt vnl. met de stedenbouwkundige vergunning bepaald.

• Inzake grondwaterstromingen wordt in alle redelijkheid geoordeeld dat er geen sprake kan zijn van een ‘schadelijk effect’ op de kwantitatieve toestand van het grondwater zoals bedoeld in het decreet (zijnde ieder betekenisvol nadelig effect op het milieu dat voortvloeit uit een verandering van de toestand van watersystemen of bestanddelen ervan die wordt teweeggebracht door een menselijke activiteit) daar het RUP geen aanleiding geeft tot aanzienlijke ondergrondse constructies.

Page 15: Kopie van G-VP-01-155-06 toelichting MER voorschriften voo ) · 2010-01-05 · concept-voorontwerp Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan nr. 155 Park Duifhuisstraat 5 / 20 Deel

Stad Gent Dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Planning

concept-voorontwerp Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan nr. 155 Park Duifhuisstraat 14 / 20 Deel 1 - Toelichtingsnota

8. MAATREGELEN TER REALISATIE Voor de realisatie van de opties in het plangebied worden de volgende maatregelen vooropgesteld: Alle gronden zijn eigendom van de stad Gent. De sloop en bouwwerken in functie van de kinderkribbe en de private buitenruimte ervan gebeuren door de betrokken stedelijke diensten. Het op korte termijn toegankelijk maken van oude minigolf zal gebeuren door de stedelijke Groendienst

9. OVERZICHT VAN STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN STRIJDIG MET VOORLIGGEND GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN

Volgende stedenbouwkundige voorschriften van de delen van het Gewestplan “Gentse en kanaalzone” (KB van 14 september 1977 en latere wijzigingen) zijn strijdig met het voorliggend gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan en worden opgeheven:

• woongebied Volgende stedenbouwkundige voorschriften van het BPA nr. 12 Rijsenberg (MB van 20 juni 1994) zijn strijdig met het voorliggend gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan en worden opgeheven:

• Z5, Zone voor gesloten bebouwing

• Z12, Zone voor bouwvrije tuinstroken

• Z13, Zone voor openbaar groen

• Z17, Zone voor wegen

• rooilijn aangrenzend aan de zone voor wegen

Page 16: Kopie van G-VP-01-155-06 toelichting MER voorschriften voo ) · 2010-01-05 · concept-voorontwerp Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan nr. 155 Park Duifhuisstraat 5 / 20 Deel

Stad Gent Dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Planning

concept-voorontwerp Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan nr. 155 Park Duifhuisstraat 15 / 20 Deel 1 - Toelichtingsnota

Deel 2 ONDERZOEK TOT MILIEUEFFECTENRAPPORTAGE

1. Wettelijk kader en toetsing MER-plicht

De opmaak van een gemeentelijk RUP valt onder het toepassingsgebied van het “Decreet van 5 april 1995 (aangevuld door Decreet van 18 december 2002 en Decreet van 27 april 2007 en Decreet van 8 mei 2009) houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid met een titel betreffende de milieueffect- en veiligheidsrapportage” aangezien een gemeentelijk RUP het kader vormt voor de toekenning van een vergunning voor één of meerdere projecten. Bovendien valt de opmaak van een gemeentelijk RUP onder het toepassingsgebied van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007 betreffende de milieueffectrapportage over plannen en programma’s. Planmilieueffectrapportage is de beoordeling van bepaalde plannen en programma’s op hun gevolgen voor het milieu. Hierbij gaat het om plannen en programma’s die uiteindelijk kunnen leiden tot concrete projecten met mogelijke nadelige gevolgen voor het milieu. Een RUP is van rechtswege plan-MER-plichtig indien: 1) het RUP het kader vormt voor een bijlage I of bijlage II project of een passende beoordeling vereist is en

2) het niet gaat om een ‘klein gebied op lokaal niveau’ of een ‘kleine wijziging’. Aangezien het concept-voorontwerp van gemeentelijk RUP nr. 155 ‘Park Duifhuisstraat’ een klein gebied op lokaal niveau met een kleine wijziging betreft en dus niet onder bovenvermelde punten valt, is het RUP niet van rechtswege plan-MER-plichtig. Niettemin moet er wel een onderzoek naar mogelijke milieueffecten doorgevoerd worden (de zogenaamde ‘screeningsplicht’). Op basis van voorliggend onderzoek naar mogelijke milieueffecten (= screening) neemt de Dienst MER een beslissing over het feit of al dan niet nog een plan-MER moet opgemaakt worden.

2. Onderzoek naar mogelijke milieueffecten Het RUP geeft hoofdzakelijk aanleiding tot positieve effecten (zie ook hoofdstuk 6 ‘Visie en krachtlijnen voor de ruimtelijke ontwikkeling’), nl.: o tegemoetkoming aan de grote vraag naar kinderdagverblijven in Gent en meer bepaald ook in de

Rijsenbergwijk waarbij ook verder invulling wordt gegeven aan de wens om jonge gezinnen naar de stad te halen;

o herbevestiging van een parkzone met herinrichting van het park waarbij: - ook de oude minigolfzone, de leegstaande cafetaria en 2 garageboxen als park zullen ingericht worden waardoor de oppervlakte park vergroot en het park een meer duidelijke vorm krijgt en daardoor kwalitatiever en functioneler wordt; - de toegankelijkheid naar en zichtbaarheid van het park vergroot, zodat ook de sociale veiligheid verhoogt.

Voor de hierna volgende te onderzoeken milieudisciplines werd op basis van een vergelijking tussen de actuele en geplande toestand nagegaan of het plan potentieel aanzienlijke negatieve milieueffecten kan veroorzaken. Discipline BodemIn het plangebied is de bodem reeds verstoord als gevolg van vroegere activiteiten (aanleg minigolf, cafetaria, speelinfrastructuur, …) (zie ook eerder deel I, hoofdstuk 7). Bijkomende bodemverstoring zal dan ook niet relevant zijn. De vroegere activiteiten zijn niet van die aard dat ze aanleiding vormden tot het risico op ernstige bodemverontreinging, zodat er dan ook geen aanzienlijke verspreiding van bodemverontreiniging mag verwacht worden (zie ook eerder deel I, hoofdstuk 3.2.). (geen aanzienlijk negatieve effecten voor de discipline Bodem) Discipline Water Zoals reeds aangegeven werd in Deel I, hoofdstuk 7 ‘Integraal Waterbeleid’ worden er geen aanzienlijke effecten verwacht op het watersysteem. (geen aanzienlijk negatieve effecten voor de discipline Water) Discipline Fauna en flora Op de biologische waarderingskaart staan er binnen het plangebied en omgeving geen biologisch waardevolle of minder waardevolle elementen aangeduid (zie ook eerder Deel I, hoofdstuk 3.2.). (geen aanzienlijk negatieve effecten voor de discipline Fauna en flora) Discipline Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie

Page 17: Kopie van G-VP-01-155-06 toelichting MER voorschriften voo ) · 2010-01-05 · concept-voorontwerp Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan nr. 155 Park Duifhuisstraat 5 / 20 Deel

Stad Gent Dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Planning

concept-voorontwerp Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan nr. 155 Park Duifhuisstraat 16 / 20 Deel 1 - Toelichtingsnota

Het plangebied bevindt zich in een woonwijk en is dus niet vanop ruime afstand zichtbaar in het landschap. Bovendien is in de stedenbouwkundige voorschriften ingeschreven dat de voozieningen en inrichtingen maar mogen worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke woonomgeving. Binnen het plangebied bevinden er zich geen beschermde monumenten of stadsgezichten (zie ook eerder deel I, hoofdstuk 3.2.). Gezien er in het verleden reeds grondverzet en dus bodemverstoring heeft plaatsgehad (aanleg minigolf en cafetaria), is de kans op aanzienlijke vernietiging van mogelijks aanwezig archeologisch erfgoed zeer gering. (geen aanzienlijk negatieve effecten voor de discipline Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie) Discipline Geluid en trillingen en Lucht Milieudisciplines zoals Geluid en trillingen en Lucht worden gezien de geringe omvang en de aard van het plan niet relevant geacht in het kader van het onderzoek naar aanzienlijke milieueffecten tijdens de exploitatiefase. Discipline Mens Voor deze discipline worden er, zoals hierboven reeds aangegeven werd, enkel positieve effecten verwacht, nl. op gebruiksfunctie, recreatie, beleving,… Het plangebied biedt de mogelijkheid tot het inrichten van een kwetsbare functie, nl. kinderdagverblijf. Daar de dichtstbijzijnde Seveso-bedrijven zich bevinden op ca. 3,2 km (Vyncolit) en ca. 3,5 km (Christeyns) bestaat er geen risico op het vlak van externe veiligheid. (geen aanzienlijk negatieve effecten, doch wel positieve effecten voor de discipline Mens) Verder kunnen er zich wel beperkt negatieve effecten voordoen tijdens de aanlegfase (zoals risico op verspreiding van verontreiniging bij grondverzet en hergebruik van puinafval (VLAREBO- en VLAREA-wetgeving strikt op te volgen); bodemverdichting; grondwaterverlaging indien bemaling; stabiliteitseffecten als gevolg van bemaling; geluidshinder; wijziging perceptieve kenmerken en wijziging belevingskenmerken; verkeerstoename tijdens de werken). Deze (tijdelijke) effecten worden hier niet bestudeerd, daar zij zich voordoen tijdens de werken en dus eerder dienen beschouwd te worden op projectniveau. Gezien de geringe omvang en de aard van het plan en wegens de grote afstand tot de gewest- en landsgrenzen, geeft het plan geen aanleiding tot grens- of gewestgrensoverschrijdende effecten.

3.Motivatie waarom er geen plan-MER dient opgemaakt te worden Zoals in het hoofdstuk 1 reeds gekaderd werd, is het RUP nr. 155 Park Duifhuisstraat niet van rechtswege plan-MER-plichtig, maar dient er wel een onderzoek naar mogelijke milieueffecten doorgevoerd te worden (de zogenaamde ‘screeningsplicht’). Uit het onderzoek naar mogelijke milieueffecten blijkt dat er geen permanente negatieve milieueffecten te verwachten zijn, enkel positieve effecten zoals tegemoetkoming aan de behoefte aan kinderdagverblijven en opwaardering van een bestaande parkzone. Negatieve effecten kunnen zich wel voordoen tijdens de bouwfase van het gebouw en de aanlegfase van het park. Deze zijn eigen aan de werken en doen zich slechts tijdelijk voor. Daar uit dit screeningsdossier blijkt dat het plan geen aanleiding geeft tot aanzienlijke effecten op de omgeving, meent de Stad Gent dat: o een plan-MER redelijkerwijze geen bijkomende informatie zal geven over aanzienlijke milieueffecten

zodat de opmaak ervan dan ook niet noodzakelijk is, o dit onderzoek tot milieueffectrapportage (deel II van voorliggend RUP) volgens de bepalingen van het

Besluit van 12 oktober ‘07 kan gehanteerd worden in het verdere besluitvormingsproces over het gemeentelijk RUP nr. 155 Park Duifhuisstraat.

Page 18: Kopie van G-VP-01-155-06 toelichting MER voorschriften voo ) · 2010-01-05 · concept-voorontwerp Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan nr. 155 Park Duifhuisstraat 5 / 20 Deel

Stad Gent Dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Planning

concept-voorontwerp gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan nr. 155 Park Duifhuisstraat 17 / 20 Deel 2 – stedenbouwkundige voorschriften

Deel 3: STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

De stedenbouwkundige voorschriften zijn de verordenende vertaling van de inhoudelijke opties die uit de visie en de krachtlijnen zijn geselecteerd voor de ontwikkeling van het plangebied. De inhoudelijke invulling steunt op de visie en de krachtlijnen die voor de ruimtelijke ontwikkeling zijn uitgewerkt. De stedenbouwkundige voorschriften met een grijze achtergrond evenals het grafisch plan hebben verordenende en bijgevolg ook bindende kracht. Zij vormen de basis voor het vergunningenbeleid.

1. Algemene stedenbouwkundige voorschriften

1.1. Begrippen en wijze van meten

Bouwhoogte Indien de constructie gesitueerd is op of in de onmiddellijke omgeving van de rooilijn wordt de hoogte van een constructie gemeten vanaf het gemiddelde peil op de rooilijn tot het hoogste punt van de constructie. Indien de constructie gesitueerd is ver van de rooilijn, wordt de hoogte van een constructie gemeten vanaf het bestaande maaiveld tot het hoogste punt van de constructie.

Bouwlaag Ruimte begrepen tussen twee opeenvolgende, horizontale constructie-elementen die deze ruimte aan de boven- en onderzijde volledig omsluiten (uitgezonderd doorbrekingen t.b.v. technieken en verticale circulatie).

Bruto vloeroppervlakte van een gebouw

De som van aan de buitenzijde gemeten vloeroppervlakte van alle vloerniveaus (ook halfondergrondse) van de binnenruimten van het gebouw. Deze oppervlakte volgt uit de buitenomtrek van de aan het gebouw grenzende gebouwdelen op vloerhoogte. Hierbij zijn de buitenvlakken van de begrenzing bepalend. Oppervlakten van trappen, liften en dergelijke moeten op elk vloerniveau meegerekend worden. Ook inpandige terrassen moeten worden meegerekend. Dit zijn terrassen die duidelijk binnen de buitengevelvlakken vallen en dus mee het volume van de gebouwen bepalen. Niet mee te rekenen zijn: volledig ondergrondse ruimten evenals ruimten die niet voor functioneel gebruik in overeenstemming met de bestemming kunnen worden aangewend. Ondergrondse en halfondergrondse parkings komen niet in aanmerking voor deze berekening.

1.2. Algemene voorschriften

Publiciteitsdragers Publiciteitsdragers zijn dragers van merknamen van producten die te koop worden aangeboden. Ze zijn niet toegelaten tenzij aangebracht op het straatmeubilair (informatieborden en –zuilen, wachthuisjes bij de haltes van het openbaar vervoer, …)

Uithangborden Uithangborden verwijzen naar de ter plekke uitgeoefende activiteit. Ze zijn toegelaten onder volgende voorwaarden: Uithangborden bevinden zich minimum 2, 2 meter boven het maaiveld, hebben een maximale oppervlakte van 0,5 m² per bedrijf of instelling en mogen niet meer dan 60 cm uit het gevelvlak steken en nooit aangebracht worden op vooruitspringende delen van de gevel (balkon, erker). Uithangborden mogen nooit tot een daling van de leef- en woonkwaliteit leiden. Dit houdt in dat de plaatsing van dergelijke constructies nabij ramen van woningen zeer nauwkeurig moet worden afgewogen. Ze moeten zich op een kwaliteitsvolle wijze inpassen in het architecturale geheel van de gevel, en moeten een duidelijk herkenbare relatie hebben met het gebouw of de plaats waar ze zijn aangebracht

Page 19: Kopie van G-VP-01-155-06 toelichting MER voorschriften voo ) · 2010-01-05 · concept-voorontwerp Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan nr. 155 Park Duifhuisstraat 5 / 20 Deel

Stad Gent Dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Planning

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan nr. 155 Park Duifhuisstraat 18 / 20 Deel 2 – stedenbouwkundige voorschriften

2. Stedenbouwkundige voorschriften per zone

Z.1. Zone voor aan het wonen verwante voorzieningen categorie 1 “wonen” Besluit Vl. reg. 11/04/2008)

Niet verordenend Verordenend

Ruimtelijke opties Stedenbouwkundige voorschriften

Bestemming In de Rijsenbergwijk is er nood aan wonen-verwante-voorzieningen. Een concrete vraag voor een kinderkribbe ligt op tafel. Evenwel moeten andere functies ook mogelijk zijn. Deze voorzieningen dienen zich volledig te kunnen inpassen in de woonbuurt.

De hoofdbestemming van de zone is dienstverlening, sociaal-culturele inrichtingen, openbare nutsvoorzieningen, recreatieve en toeristische accommodatie, detailhandel, kantoren, hotel, restaurant, café, wonen. Deze voorzieningen en inrichtingen mogen maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke woonomgeving.

Bebouwingsvoorschriften De nieuwe gebouwen dienen zich in te passen in de omgeving. Aangezien de gemiddelde bebouwing in de omgeving ongeveer 3 bouwlagen bedraagt, wordt dit op deze locatie, en aangrenzend aan de open ruimte toegestaan. Een eigenschap van de Duifhuisstraat is de teruggetrokken voorbouwlijn. hierdoor zijn diverse voortuintjes in het straatbeeld aanwezig. Dit kenmerk dient grotendeels aangehouden te worden. Enkel buurtondersteunende gemeenschapsvoorzieningen mogen wat nadrukkelijker in het straatbeeld aanwezig zijn. Het gevelvlak dient minstens voor het overgrote deel op dezelfde voorbouwlijn als de naburige woning gebouwd te worden. Uitsprongen zijn hier mogelijk. De zone voor de voorbouwlijn dient grotendeels gevrijwaard te blijven van bebouwing. Een creatieve invulling (dmv. een beperkte uitsprong) blijft mogelijk. Als gemeenschapsfunctie mag deze nieuwe invulling een duidelijk zichtbare plaats in de wijk innemen en mag deze wat afwijken van de vormgeving van particuliere gebouwen. Een groene inrichting van de voortuinstrook is echter essentieel.

De volledige zone achter de voorbouwlijn mag voor 100% bebouwd worden. De maximale bouwhoogte bedraagt 9 meter. Tenzij nader bepaald, mag de zone vóór de voorbouwlijn niet bebouwd worden. In deze zone dient minstens 2/3 vergroend te worden. Specifiek in functie van gemeenschapsvoorzieningen gelden volgende voorschriften: - De voorgevel van het nieuwe gebouw dient voor minsten 2/3 in het verticaal gevelvlak te liggen, gevormd door de op het grafisch plan aangeduide voorbouwlijn. Uitsprongen ten opzichte van dit gevelvlak zijn in de volledige zone mogelijk, behalve in een zone van 4 m, te meten vanaf de westelijke zijperceelsgrens. De zone vóór de voorbouwlijn mag max. voor 1/3 bebouwd worden. In deze zone dient minstens 1/3 van de oppervlakte onverhard en groen ingericht te worden.

Page 20: Kopie van G-VP-01-155-06 toelichting MER voorschriften voo ) · 2010-01-05 · concept-voorontwerp Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan nr. 155 Park Duifhuisstraat 5 / 20 Deel

Stad Gent Dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Planning

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan nr. 155 Park Duifhuisstraat 19 / 20 Deel 2 – stedenbouwkundige voorschriften

Om negatieve effecten op de grondwaterstroming te beperken, worden voorwaarden opgelegd met betrekking tot ondergrondse constructies.

Ondergrondse constructies worden beperkt tot maximum 1 bouwlaag diep.

Z.2. Zone voor park (categorie 1 “wonen” Besluit Vl. reg. 11/04/2008)

Niet verordenend Verordenend

Ruimtelijke opties Stedenbouwkundige voorschriften

Bestemming Deze zone functioneert als een belangrijke groene ruimte voor de omgevende woonbuurt. Bij het concipiëren en aanleggen dient de klemtoon te liggen op het creëren van een multifunctioneel recreatief openbaar park. Er zal hierbij gestreefd worden naar een duurzame uitbouw van het park waarbij mensgerichte, natuurgerichte, milieugerichte aspecten op harmonische wijze samengaan.

De hoofdbestemming is openbaar park. Toegelaten nevenbestemming is niet-intensieve openluchtrecreatie. De nevenbestemming is maar toegelaten voor zover deze ondersteunend is aan de hoofdbestemming

Bebouwingsvoorschriften Enkel constructies die de parkfunctie opladen zijn toegelaten. De garages en het gebouw van de oude minigolf moet worden gesloopt. Deze zone dient zo weinig mogelijk verhard te worden. Bij het parkontwerp dienen de grachten zo veel als mogelijk behouden te worden als een verwijzing naar het vroegere meersengebied.

In de zone geldt een bouwverbod, met uitzondering van constructies die noodzakelijk zijn ter ondersteuning van de parkfunctie of rechtstreeks verband houden met openluchtrecreatie. Dergelijke gesloten constructies zijn toegelaten voor zover de bruto vloeroppervlakte niet meer bedraagt dan 100 m² voor de totale bouwzone. De maximale bouwhoogte van gesloten constructies bedraagt 3,6 meter. Constructies mogen slechts 1 functionele bouwlaag bevatten. Max. 30% van de zoneoppervlakte mag verhard worden. Verharding is enkel mogelijk in functie van de toegelaten bestemmingen en in functie van de ontsluitingsmogelijkheid aangeduid op plan.

Page 21: Kopie van G-VP-01-155-06 toelichting MER voorschriften voo ) · 2010-01-05 · concept-voorontwerp Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan nr. 155 Park Duifhuisstraat 5 / 20 Deel

Stad Gent Dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Planning

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan nr. 155 Park Duifhuisstraat 20 / 20 Deel 2 – stedenbouwkundige voorschriften

Z.3. Ontsluiting (symbolische weergave)

Niet verordenend Verordenend

Ruimtelijke opties Stedenbouwkundige voorschriften

Bestemming Om een achteringelegen perceel (met autostalplaats) te ontsluiten, dient bij de parkaanleg rekening gehouden te worden met een ontsluitingsmogelijkheid voor gemotoriseerd verkeer.

Een ontsluitingsmogelijkheid ter hoogte van de pijl, aangeduid op plan is toegelaten. Deze pijl is slechts een symbolische aanduiding. De exacte locatie van deze ontsluitingsmogelijkheid zal in het parkontwerp bepaald worden.

Bebouwingsvoorschriften Deze ontsluitingsmogelijkheid dient optimaal geïntegreerd te worden in de parkaanleg

Verharding ter hoogte van deze pijl is toegelaten. Deze wordt beperkt tot de minimum noodzakelijke breedte. Deze ontsluiting moet samen met de zone voor park een eenheid vormen in functie van een maximale leesbaarheid van de parktoegang.