Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging afd ... · 16 “Rooie oortjes” in het...

30
‘t Heelblaadje 2-2015 1 Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging afd. Bevelanden ’t Heelblaadje 32 e jaargang, nummer 2 2015 Fotowedstrijd 2015 Sneeuwklokjesdag in Kloetinge “Rooie oortjes” in het Poelbos

Transcript of Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging afd ... · 16 “Rooie oortjes” in het...

Page 1: Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging afd ... · 16 “Rooie oortjes” in het oelbos 18 De jaarlijkse excursie Brouwersdam 20 Hazelaar, winter en herfst 22 24 26 Slaaptrek,

‘t Heelblaadje 2-2015

1

Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging afd. Bevelanden

’t Heelblaadje

32e jaargang, nummer 2 – 2015

Fotowedstrijd 2015

Sneeuwklokjesdag in Kloetinge

“Rooie oortjes” in het Poelbos

Page 2: Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging afd ... · 16 “Rooie oortjes” in het oelbos 18 De jaarlijkse excursie Brouwersdam 20 Hazelaar, winter en herfst 22 24 26 Slaaptrek,

‘t Heelblaadje 2-2015

2

Foto op de voorpagina:

Overvloed aan sneeuwklokjes - Foto Justus van den Berg

Inhoud nummer -2015 -2 3 Van de voorzitter

4 Agenda

6 Mededeling bestuur

7 Peet Kamerling, 10 jaar beheerswerk

8 Jaarverslagen 2014, Vogelwerkgroep

11 Fotowedstrijd 2015

15 De imitators

16 “Rooie oortjes” in het Poelbos

18 De jaarlijkse excursie Brouwersdam 20

Hazelaar, winter en herfst

22 24 26

Slaaptrek, mijn spreeuwenslaapplaats Sneeuwklokjesdag in Kloetinge Natuurbeleving in huis

Colofon

’t Heelblaadje is een uitgave van KNNV afdeling Bevelanden. Het verschijnt 5 keer per jaar en wordt aan alle leden en donateurs toegestuurd. Redactie: Ton de Koning, Anneke Nieuwenhuijze, Harry Raad Kopij a.u.b. opsturen/mailen naar Harry Raad, Capelleweg 9, 4416 PN Kruiningen of e-mail [email protected] Uiterste inleverdata: 15 januari, 15 maart, 15 mei, 15 september, 15 november. De Heelblaadjes verschijnen ongeveer 14 dagen na deze data.

Page 3: Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging afd ... · 16 “Rooie oortjes” in het oelbos 18 De jaarlijkse excursie Brouwersdam 20 Hazelaar, winter en herfst 22 24 26 Slaaptrek,

‘t Heelblaadje 2-2015

3

Van de voorzitter

Door: Johan Eckhardt In deze inleiding een kort verslag van de jaarvergadering, een ontboezeming van de voor-zitter en uiteraard een natuurbeleefmoment. Op de algemene ledenvergadering hebben we vlot een aantal zaken besproken en bij de verslagen van de werkgroepen bleek hoe vitaal onze vereniging is. Omdat het snel een saaie boel wordt, hadden we de Groene Specht tijdens de vergadering gepland. Echter, voor het zover was heb-ben we Foort in het zonnetje gezet. Foort is nu vijfentwintig jaar penningmeester. In mijn ogen en in veler ogen een corveebaan die gedaan moet worden. Het werk van Foort voor de vereniging zorgt voor conti-nuïteit van de vereniging, een Groene Specht is voor mensen die iets bijzonders gedaan hebben. Foort deed zijn taak. We vonden als bestuur dat Foort een blijk van waardering moest krijgen. We hebben hem een spaghettimaker gegeven. Foort was blij verrast en de vereniging is gelukkig met de penningmeester. Daarna werd de Groene Specht uitgereikt aan Petra Sloof. Zij heeft de Strandwerk-groep weer tot leven gebracht. De fotowedstrijd was een succes. Prachtige foto's, eigenlijk zo mooi dat we volgend jaar hetzelfde thema hebben gekozen. Dus volgend jaar je mooiste natuurfoto van de Bevelanden inleveren en misschien heb je ook een prijs. Tijdens de vergadering kwam naar voren dat 25 jaar wel lang is en toen ontstond er discussie over welke functies wel eindeloos door kunnen gaan en welke niet. Voorzitter is een functie die je niet te lang moet doen. Een voorzitter doet als het goed is niet al te

veel, toch heeft hij veel invloed op de rich-ting van de vereniging. Een voorzitter moet dus niet te lang blijven zitten. Ik heb er twee termijnen opzitten en ik vind het nog steeds leuk. Dus ik dacht: mond houden, dan gaat het vanzelf over en mag ik blijven. Dit is niet gelukt. Het komende jaar zullen we een opvolger moeten gaan zoeken. Gooi dus eens voorzichtig een balletje op met de vermelding dat je voorzitten leuk vindt en dan maak je uiteraard een kans. Zelf wil ik graag de excursies blijven doen; volgens mij is dat een functie die vacant is: excursiecommissie. Ik ben benieuwd of er een verkiezing van de nieuwe voorzitter komt! Ik wil eindigen met mijn natuurbeleefmo-ment. Ik ben mee geweest met de spech-tenexcursie naar de Mattenburg. Ik vroeg me af waarom we zo vroeg weg moesten. Ik ben er die morgen achter gekomen dat vogels om half tien op de koffie gaan. Tus-sen kwart over negen en half tien was plotseling alle activiteit uit de vogels. Ze zongen niet meer en ze vlogen niet meer, het bos kwam tot rust en de excursie was dus klaar. Toch heb ik om negen uur mijn natuurbeleefmoment gehad. Er was een kleine bonte specht, die klopt iets sneller en zachter dan de grote jongens. Hij zat op een boom en ik kreeg hem in beeld. Een vogel, juist geproportioneerd met een zwart-wit gestreepte rug. Een natuurbe-leefmoment.

Page 4: Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging afd ... · 16 “Rooie oortjes” in het oelbos 18 De jaarlijkse excursie Brouwersdam 20 Hazelaar, winter en herfst 22 24 26 Slaaptrek,

‘t Heelblaadje 2-2015

4

Agenda

De activiteiten staan vermeld per maand in plaats van per werkgroep. Ook anderen dan de eigen werkgroepleden zijn welkom om deel te nemen aan lezingen, inventarisaties en excursies. Zie voor een toelichting, bij ‘Informatie’. April za 4 april

Eerste Zaterdag Excursie p.m. ma 6 april

Strandwerkgroep inventarisatie do 9 april

Plantenwerkgroep dialezing Ambleteuse/Eifel ma 20 april

Strandwerkgroep inventarisatie wo 22 april

Paddenstoelenwerkgroep excursie Nollebos Mei

zo 3 mei

Eerste Zaterdag Excursie p.m. vr 8 mei

Strandwerkgroep inventarisatie za 16 mei

Hollandse Hoevedag Zie: Algemene activiteit wo 20 mei

Paddenstoelenwerkgroep excursie Braakman-Noord vr 22 mei

Strandwerkgroep inventarisatie

Informatie Eerste Zaterdag Excursie

Iedere eerste zaterdag van de maand hebben we een excursie van negen tot twaalf, tenzij anders vermeld. Soms sluiten we aan bij een werkgroep, maar steeds in overleg. Er wordt per keer aangegeven wat het excursiedoel is, dat kan specifiek op een dier- of planten-groep gericht zijn of juist heel ruim op allerlei groepen. 4 april p.m. 3 mei p.m. Info: Johan Eckhardt, voor contact zie binnenkaft, achter. Algemene activiteit

16 mei Hollandsche Hoevedag van 13.00 tot 17.00 uur Hollandse Hoeve, Goes De KNNV-Bevelanden heeft geen activiteit, maar de dag is voor liefhebbers van natuur en oude ambachten zeer de moeite waard.

Page 5: Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging afd ... · 16 “Rooie oortjes” in het oelbos 18 De jaarlijkse excursie Brouwersdam 20 Hazelaar, winter en herfst 22 24 26 Slaaptrek,

‘t Heelblaadje 2-2015

5

Beheerswerkgroep

In de maanden april en mei ligt het werk stil. De werkzaamheden worden weer hervat in de zomerperiode, dan gaan we weer wekelijks hooien in de Heemtuin en de Rietput. We houden in april nog wel de eerste jaarbespreking. Info: bellen of mailen met Ton de Koning: tel. 0113- 311813, e-mail: [email protected]. Paddenstoelenwerkgroep

Excursieprogramma voorjaar 2015

22 april Nollebos bij Vlissingen

Er is veel verbouwd in het Nollebos. Door dijkverzwaring zijn hele stukken bos verdwenen De excursie start om 13.30 vanuit de parkeerplaats bij de Thermen en Beauty Zeeland. U vindt de parkeerplaats door de Sloeweg he-lemaal af te rijden en dan bij de rotonde linksaf de Burg. Van Woelderenlaan in te rijden, daarna eerste weg rechts (Zwanenburgweg) Vertrek vanaf achterkant van het station Goes om 12.45 uur.

20 mei Braakman-Noord De Braakman ligt in Zeeuws-Vlaanderen vlakbij Hoek. Als u de tunnelweg afrijdt neemt u aan het einde de richting Hoek. U volgt de N61 en passeert de Braakmankreek. Direct hierna neemt u de eerste weg rechts, de Braak-manweg. Aan het eind van deze weg staat de boerderij van Staatsbosbe-heer. Daar start de excursie om 13.30 uur. Vertrek om 12.30 uur uit Goes (achterkant station). Aansluiten kan op de parkeerstrook na de tolpoortjes van de Westerscheldetunnel om ongeveer 12.50 uur.

Info: Thijs Franse, 0113228247 / 0640161010, e-mail: [email protected] en Loek de Bruijn, 0113233612 / 0628421797 e-mail: [email protected].

Plantenwerkgroep De plantenwerkgroep van de KNNV afdeling Bevelanden organiseert het staartje van het winterprogramma. Locatie MEC - Hollandsche Hoeve, 20.00- 22.00 uur. Er is koffie/thee en een lekkere koek. 9 april Thijs Franse: Ambleteuse en (planten van de kalk) Eifel 23 april geen bijeenkomst 7 mei (start veldwerk?) Info: Justus v.d. Berg, zie bij werkgroepen achter op de binnenkaft. Strandwerkgroep

We hopen in inventarisatie-excursies de nodige waarnemingen te doen. Kennis is geen vereiste, interesse is heel fijn. Deelname is gratis en vrijblijvend. Alle wandelingen starten aan het eind van de Faalweg op Neeltje Jans bij de Roompotslui-zen. Per keer duurt het ongeveer 2 uur. Het is handig om, wanneer je van plan bent te komen, contact op te nemen. Het zou namelijk om allerlei redenen kunnen dat het een keer niet door gaat.

Page 6: Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging afd ... · 16 “Rooie oortjes” in het oelbos 18 De jaarlijkse excursie Brouwersdam 20 Hazelaar, winter en herfst 22 24 26 Slaaptrek,

‘t Heelblaadje 2-2015

6

Hier volgt het programma, de verschillende tijden zijn aangepast aan het tij: 6 april 9.45 uur 20 april 9.30 uur 8 mei 10.45 uur 22 mei 11.00 uur 1 juni 19.30 uur 15 juni 19.30 uur Info: Petra Sloof: tel.0113-695431 / e-mail [email protected]; Ria Verhagen: tel. 0118-478307 / e-mail [email protected]. Vogelwerkgroep

Bij het opstellen van de agenda was geen informatie beschikbaar. Zie voor nieuwe plannen de website van Vogelwerkgroep de Bevelanden. Info bij Peter Boelee (0113-644228) en .v gdebevelanden.nl (zie: activiteiten: activi-teitenagenda).. Overig

Afspraak KNNV afd. Walcheren: Het bestuur heeft de afspraak gemaakt met de afdeling Walcheren om over en weer de gezamenlijke activiteiten in het verenigingsblad te vermelden. Voor meer informatie over deze en andere activiteiten: http://www.knnv.nl/walcheren/.

Mededeling bestuur Door: Leo Janssen, waarnemend secretaris Tijdens de algemene ledenvergadering vernam het bestuur de volgende oproep van de leden van de kascontrolecommissie. Het bestuur besloot deze oproep op te nemen in ‘t Heelblaadje. Overgaan op digitale toezending van ‘t Heelblaadje scheelt de vereniging veel kosten per jaar. De kascontrolecommissie werd duidelijk dat de kosten voor het drukken en verzenden van ‘t Heelblaadje circa ⅓ van de jaarlijkse kosten zijn. Per lid is dat omgerekend ongeveer € 10,-. In 2014 heeft de vereniging een licht verlies geleden. Het is al eerder gemeld, maar leden kunnen ‘t Heelblaadje ook alleen digitaal ontvangen. Een aantal mensen heeft dat ook al gedaan. Het merendeel ontvangt nog zowel een papieren exemplaar als de digitale versie. De leden van de kascontrolecommissie hebben de secretaris van de vereniging doorgege-ven dat voor hen de digitale versie voldoende is en vragen bij deze aan de leden om, voor wie dat ook voldoende is, dit door te geven aan de secretaris ([email protected]) van onze vereniging. Naast kostenbesparing is het ook beter voor het milieu.

Page 7: Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging afd ... · 16 “Rooie oortjes” in het oelbos 18 De jaarlijkse excursie Brouwersdam 20 Hazelaar, winter en herfst 22 24 26 Slaaptrek,

‘t Heelblaadje 2-2015

7

Peet Kamerling, 10 jaar beheerswerk Jong geleerd is oud gedaan Door: Ton de Koning

De onderscheiding in het veld, Peet en Johan Vermin

Peet is 10 jaar geleden door zijn opa Jan Kamerling uit Krabbedijke, onze opperknot, meegenomen naar het wilgenknotten. Meestal vinden de jongelui het de eerste jaren nog wel boeiend en spannend, maar daarna zakt het een beetje weg. Maar gelukkig niet bij Peet. Met april wordt hij 17 jaar en hij komt trouw met Opa Jan naar de groep toe om mee te helpen met wilgen-knotten. Peet is erg enthousiast en vindt

het fijn om met z’n allen in de natuur bezig te zijn. We hopen dat Peet nog lang onze gelede-ren zal komen versterken. Dus Peet, op naar de 25 jaar. Maar je studie gaat voor, hè. We vinden het allen bijzonder fijn dat Peet in de winter regelmatig in ons midden is bij het wilgenknotten en in de zomer-maanden met het hooien in de Heemtuin en de Rietput. Dus Peet, ga zo door!

Samen met opa Jan - Foto’s Gezina de Moor

Page 8: Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging afd ... · 16 “Rooie oortjes” in het oelbos 18 De jaarlijkse excursie Brouwersdam 20 Hazelaar, winter en herfst 22 24 26 Slaaptrek,

‘t Heelblaadje 2-2015

8

Groepsfoto wilgenknotters aan het werk in Kapelle - Foto Mart Karremans

Jaarverslagen 2014 KNNV afdeling Bevelanden (vervolg) Jaarverslag Vogelwerkgroep Door: Jan Polderman De Vogelwerkgroep (VWG) is ook in 2014 actief geweest op het gebied van vogelinventa-risatie en heeft met regelmaat excursies georganiseerd voor leden en belangstellenden. De werkgroep telt ruim 70 leden, waarvan er velen actief deelnemen aan vergaderingen, inventarisaties en excursies. Organisatie

In 2014 hebben 5 vergaderingen plaatsgevonden die steeds door zo'n 15 leden werden bezocht. In de vergaderingen worden plannen, voortgang en resultaten van de diverse inventarisaties besproken, ontwikkelingen gevolgd en excursies gepland. Mark Hoekstein heeft als interim-voorzitter de werkgroep in 2014 geleid, daarbij onder-steund door Peter Boelee, Edward Minnaar, Addy Snoep en Jan Polderman. Daarnaast vervullen de hierna genoemde coördinatoren een belangrijke rol. December 2014 eindigde de interim-periode van het voorzitterschap van Mark Hoekstein. Er bleek geen opvolger te zijn, waarna besloten is om met een kerngroep van actieve leden te gaan werken, ter vervanging van het voorzitterschap. De kerngroep bestaat uit Mark Hoekstein, Peter Boelee, Cees Lavooy, Rien Weststrate en Jan Polderman. De geheel vernieuwde website van de Vogelwerkgroep wordt zeer actief beheerd door Bram Korteknie. De laatste ontwikkelingen worden trouw door hem aan de site toege-voegd: http://www.vwgdebevelanden.nl/

Page 9: Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging afd ... · 16 “Rooie oortjes” in het oelbos 18 De jaarlijkse excursie Brouwersdam 20 Hazelaar, winter en herfst 22 24 26 Slaaptrek,

‘t Heelblaadje 2-2015

9

Eenmalige projecten

Vanaf 2012 is het nieuwe driejarige Atlasproject van SOVON van start gegaan. Hierbij worden wintergasten en broedvogels in kaart gebracht in heel Nederland. Ook binnen de VWG wordt hier vlijtig aan meegewerkt. Lopende projecten

Huiszwaluwtelling Ook in 2014 heeft Niels de Schipper trouw de inventarisatie van huiszwaluwnesten op de Bevelanden gecoördineerd. Veel enthousiaste leden zijn er weer in geslaagd om de Beve-landen volledig te inventariseren. Uilenwerkgroep Deze actieve werkgroep wordt gecoördineerd door Peter Boelee. De werkgroep maakt kasten voor kerkuilen en steenuilen. Vervolgens worden deze ge-plaatst, onderhouden en gecontroleerd in samenwerking met Stichting Landschapsbeheer Zeeland (SLZ). Er zijn 14 kerkuilkastcontroleurs actief, die 180 kerkuilkasten controleren. Peter Boelee ringt de jonge uilen, om hun verspreiding en overleving te volgen. In 2014 zijn ook de broedgevallen van ransuilen op de Bevelanden geïnventariseerd. Peter is zeer actief om kostendekkend met actieve leden zo veel mogelijk kasten op te hangen. In 2014 is een camera op telescoopstok aangeschaft om de inventarisatie te ver-gemakkelijken. Roofvogels Addy Snoep en Wannes Castelijns coördineren de inventarisaties van roofvogels. Mede door de grote groep van actieve deelnemers lukt het om op de Bevelanden gebiedsdek-kend de broedgevallen te vinden en te volgen. Naast het vergaren van kennis en het tijdig onderkennen van veranderingen, heeft het volgen van onze roofvogels ook ten doel om vervolging te kunnen signaleren. Ten behoe-ve van de nestcontrole heeft ook deze werkgroep de beschikking gekregen over een ca-mera op telescoopstok. Mark Hoekstein en Peter Boelee ringen jonge roofvogels in de onderzochte nesten om verspreiding en overleving in de toekomst te kunnen volgen. De klimmers Izak Quist en Wannes Castelijns zijn onmisbaar voor de nestonderzoeken en het ringen. Helaas is Izak gestopt als klimmer. Gezocht wordt naar een opvolger voor het nieuwe seizoen. De verkregen informatie wordt per broedgeval bij SOVON geregistreerd. Jan Polderman coördineert de telling van de slaapplaatsen van blauwe - en bruine kieken-dieven in de winter. Door actieve - kou trotserende - leden zijn de belangrijke slaapplaat-sen afgelopen winter 3 x geteld. Ganzen/zwanentellingen Bijna heel Noord- en Zuid-Beveland worden in de wintermaanden geteld. De invoer van gegevens gebeurt tegenwoordig vrijwel geheel online. Edward Minnaar is de coördinator van deze tellingen. Eind 2014 heeft Edward aangekondigd geen tijd meer te hebben voor de coördinatie. Opvolging wordt gezocht. André Hannewijk organiseert in de winterperiode de ganzenslaapplaats-telling om zicht te houden op het belang van bepaalde gebieden als slaapplaats voor ganzen. De deelne-

Page 10: Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging afd ... · 16 “Rooie oortjes” in het oelbos 18 De jaarlijkse excursie Brouwersdam 20 Hazelaar, winter en herfst 22 24 26 Slaaptrek,

‘t Heelblaadje 2-2015

10

mers worden door André na afloop getrakteerd op een ontbijt in de werkschuur van Na-tuurmonumenten. Midwintertelling Ton Stapels coördineert de jaarlijks terugkerende Internationale Watervogeltelling, die rond midden januari plaatsvindt. BMP-tellingen In 2014 zijn 6 belangrijke gebieden volgens een gestandaardiseerde methode geïnventari-seerd op broedgevallen. Blauwe Reigertelling Mark Hoekstein coördineert de telling van de kolonies blauwe reigers. Ook in 2014 zijn de kolonies weer volledig geteld door een vaste groep tellers. Slaapplaatstelling Zilverreigers De SOVON-telling van kleine zilverreigers is door de Vogelwerkgroep uitgevoerd, gecoör-dineerd door André Hannewijk. Alle potentiële slaapplaatsen zijn geteld. Wetlandwachten

Wim de Wilde (Westerscheldekust) en Niels de Schipper (Yerseke en Kapelse Moer) zijn de wetlandwachten (WW’s) op de Bevelanden. Vacante gebieden zijn Veerse Meer, de estelijke Oosterschelde en de oostelijke Oosterschelde. Formeel vallen de WW’s onder Vogelbescherming, maar gezien de gemeenschappelijke belangen wordt hun werk ook in de VWG besproken. Excursies en lezingen

Er zijn in 2014 flink wat excursies van diverse aard georganiseerd. Genoemd worden: jaarlijkse excursie Brouwersdam, roofvogelexcursie Poelbos, excursie Tiengemeten, nachtegaalexcursie Neeltje Jans, excursie Biesbosch om zee- en visaren-den te spotten, jaarlijkse huttentocht langs vogelkijkhutten in de provincie, nachtzwaluwex-cursie Brabantse wal, spechtenexcursie Wouwse Plantage en steltloperexcursie Veerse Meer. Daarnaast is de Zeeuwse Vogelaarsdag, georganiseerd door de Vogelwerkgroep van de Natuur- en Vogelwacht Schouwen-Duiveland, door verschillende leden bezocht. Vanzelfsprekend is weer deelgenomen aan de Euro Birdwatch, waarbij vele vogelsoorten zijn waargenomen. In 2014 zijn er geen lezingen geweest. Kennelijk hebben de leden meer behoefte aan het doewerk, zoals inventarisaties en excursies, dan aan theorie.

Page 11: Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging afd ... · 16 “Rooie oortjes” in het oelbos 18 De jaarlijkse excursie Brouwersdam 20 Hazelaar, winter en herfst 22 24 26 Slaaptrek,

‘t Heelblaadje 2-2015

11

Fotowedstrijd 2015 Door: Pieter Steennis Dit jaar was het onderwerp: je mooiste natuurfoto uit de regio. Uiteraard was de kwaliteit van de ingezonden foto's ook dit jaar weer zeer bevredigend. De jury, Ton Stapels en ondergetekende, heeft het dan ook niet makkelijk gehad. Er is wel een unanieme uitslag uitgekomen. De uitslag

Een eervolle vermelding is geworden de foto van een blauwe keizerlibel, gemaakt door Niek Oele. De vleugels van het dier zijn goed in beeld en je moet veel geduld hebben om het juiste moment voor afdrukken te kiezen. Ook compositorisch is het een mooie foto.

Page 12: Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging afd ... · 16 “Rooie oortjes” in het oelbos 18 De jaarlijkse excursie Brouwersdam 20 Hazelaar, winter en herfst 22 24 26 Slaaptrek,

‘t Heelblaadje 2-2015

12

De 3e prijs is gewonnen door Mart Karremans. Zijn foto van het bodemleven onderwater is kleurrijk en scherp. Het licht is goed en mooi weergegeven. Enigszins rommelig is de foto wel, maar dat heb je nu eenmaal op een dichtbevolkte bodem.

Page 13: Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging afd ... · 16 “Rooie oortjes” in het oelbos 18 De jaarlijkse excursie Brouwersdam 20 Hazelaar, winter en herfst 22 24 26 Slaaptrek,

‘t Heelblaadje 2-2015

13

De 2e prijs is voor Thijs Franse, een beeld van een typisch Bevelands landschap. Deze foto van de Oosterschenge bij avond is goed van compositie en de sfeer komt mooi over. Het is verstild, wat ook goed tot uiting komt in de weerspiegeling van het licht op het wa-teroppervlak.

Page 14: Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging afd ... · 16 “Rooie oortjes” in het oelbos 18 De jaarlijkse excursie Brouwersdam 20 Hazelaar, winter en herfst 22 24 26 Slaaptrek,

‘t Heelblaadje 2-2015

14

De winnares is geworden, Corrine Osté. Haar foto van een steenuil is scherp. Het uiltje komt mooi naar voren tegen de pastelachtige achtergrond. Het dier kijkt recht in de lens; het lijkt wel alsof Corrine gezegd heeft: kijk eens naar het vogeltje. Het is een karakteristiek dier van de Bevelanden en de Vogelwerkgroep doet veel werk om deze soort in ons gebied te beschermen.

Page 15: Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging afd ... · 16 “Rooie oortjes” in het oelbos 18 De jaarlijkse excursie Brouwersdam 20 Hazelaar, winter en herfst 22 24 26 Slaaptrek,

‘t Heelblaadje 2-2015

15

De imitators Beestachtig 4 Door: Adri Karman*

Zwartkop - Tekening: Adri Karman

Op een schitterende morgen, begin mei, bevind ik me aan de rand van een Zeeuws dorp. De directe omgeving is het best te vergelijken met een parkachtig gebied. Al gauw wordt mijn aandacht getrokken door verschillende vogelgeluiden. Kauwen die rond de kerktoren buiten de kern van het dorp zwermen, krakelen met elkaar. Een groene specht lacht in de verte, de vink slaat zijn vinkenslag en een tjiftjaf zingt zijn onmiskenbaar tweetonige lied. De meest opvallende en melodieuze stro-fen worden voortgebracht door de zwartkop en de spotvogel. Het is één grote symfonie. Het broedseizoen is duidelijk begonnen!

Dat betekent dat de heren onder het geve-derde volkje aan potentiële partners met aanlokkelijk gezang laten weten dat ze er zijn. Ook aan rivalen, trouwens: mannelijke soortgenoten, waaraan duidelijk wordt gemaakt dat de directe omgeving bezet is. Mochten wij mensen denken dat ze voor ons plezier zingen, dan vergissen we ons. Voor de vogels is hun zang een arbeids-lied. Tot de echte zangers behoren de genoemde zwartkop en de spotvogel. Wie hun lied niet kent, zal hun aanwezigheid nauwelijks opmerken. Veelal houden ze zich schuil tussen de begroeiing. Ze hoe-ven zich ook niet te laten zien, want zo

Page 16: Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging afd ... · 16 “Rooie oortjes” in het oelbos 18 De jaarlijkse excursie Brouwersdam 20 Hazelaar, winter en herfst 22 24 26 Slaaptrek,

‘t Heelblaadje 2-2015

16

indrukwekkend als ze vocaal zijn, zo een-voudig is hun outfit. Vandaar ook dat ze zo verborgen kunnen leven. De zwartkop is wel de meest melodieuze van de twee. Zijn lied kent een gevarieerde melodie, waar-naast hij tussendoor allerlei vogels imiteert zonder daarbij zijn eigen galmende, diepe timbre te verliezen. De nachtegaal van het noorden wordt hij daarom wel genoemd. De spotvogel is al even virtuoos. Hij is de meester van de imitatie, spottend met alle

determinatiepogingen onzerzijds, waaraan hij ook zijn naam te danken heeft. De dis-sonanten die in zijn lied voorkomen en de steeds terugkerende geluiden, alsof er met een natte vinger over een ballon gestreken wordt, verraden hem echter. Wie het geluk heeft de zangers tijdens hun baltsritueel gade te kunnen slaan, neemt naast de zang ook een grote activiteit in lichaamstaal waar.

*) In 2013 stelde Adri als tekenaar/auteur een serie van acht stukjes speciaal ter beschikking van de KNNV afdeling Bevelanden. Gebruik van het materiaal door derden is niet toegestaan zonder vooraf-gaand overleg met de auteur.

“Rooie oortjes” in het Poelbos over het zeldzame rood oorzwammetje. Door: Henk Remijn*

Rooie oortjes. Ja, die krijgen sommige mensen als ze in het Poelbos op de verkeerde plaatsen terechtkomen. Maar daar wil ik het in dit geval niet over hebben. Het gaat name-lijk om de 2

e vondst voor Nederland van Crepidotus cinnabarinus, met de voorlopige Ne-

derlandse naam, rood oorzwammetje.

Melding

Via Piet de Keuning kreeg ik de melding dat Jeroen Goudswaard een zeldzaam paddenstoeltje had gevonden in Het Poel-bos. De naam, rood oorzwammetje, zei me toen nog niets. Piet stelde voor om samen met Jeroen te gaan kijken. Aldus geschied-de op 9 september jl. Na enig zoeken von-den we verscheidene al wat uitgedroogde exemplaren. Deze waren niet fotowaardig. Enkele exemplaren werden verzameld voor het Nationaal Herbarium in Leiden. Besloten excursie

Andere geïnteresseerden waren via diverse kanalen inmiddels ook op de hoogte ge-bracht van deze bijzondere vondst. Het was wachten op de nodige regen voor het verschijnen van meer en mooiere exempla-ren, zodat de ultieme foto genomen kon worden. En dat gebeurde na verloop van

tijd. Niek Oele nam poolshoogte en kwam met de melding dat er nu wel heel mooie - en vele - exemplaren tevoorschijn waren gekomen. Binnen de Paddenstoelenwerk-groep werd een besloten excursie gepland om de soort te aanschouwen en op de foto te zetten. Helaas kon ik die zaterdag niet mee en besloot op eigen gelegenheid de zondag erop samen met Willy te gaan kijken. Op aanwijzing van Niek togen we die zon-dag naar de vindplaats. In de buurt van de vindplaats aangekomen waren enkele mannen in de bosjes geknield met iets bezig. Gelukkig bleek dat “iets” het fotogra-feren van diverse paddenstoelen te zijn. We maakten een praatje en zochten naar de mooiste exemplaren van het rood oor-zwammetje. Terwijl ik foto`s maak, komt er nog iemand aangelopen. Willy verstaat: ’rooie oortjes’, en antwoordt dat ie daarvoor

Page 17: Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging afd ... · 16 “Rooie oortjes” in het oelbos 18 De jaarlijkse excursie Brouwersdam 20 Hazelaar, winter en herfst 22 24 26 Slaaptrek,

‘t Heelblaadje 2-2015

17

op de verkeerde plaats is. Bleek het Niels de Schipper te zijn, die via via ook geïnfor-meerd was over het voorkomen van het rood oorzwammetje. Ik wijs ‘m op enkele exemplaren. Samen met...

Het rood oorzwammetje groeit hier samen met het week oorzwammetje, Crepidotus mollis, op afgevallen populierentakken. Je

zou vermoeden dat hier sprake is van een kleurvariant van het week oorzwammetje. Bij microscopische controle komen we toch verschillende kenmerken tegen die op twee

soorten wijzen. Na een vondst op een beu-kentak in de Flevopolder, enkele weken voor deze vondst, is dit de tweede vondst van het rood oorzwammetje in Nederland. Bij onze zuiderburen in België is de soort de afgelopen jaren inmiddels vier keer gevonden. Ook zij melden de soort samen met andere oorzwammetjes, en eveneens op populierentakken. In het Italiaanse stan-daardwerk Il genere Crepidotus in Europa

wordt bij de beschrijving van het rood oor-zwammetje niet expliciet aangegeven wel-ke habitatvoorkeur de soort heeft.

*) Adres Henk Remijn: Poolsterstraat 14, Oostkapelle.

Rood oorzwammetje - Foto Henk Remijn

Page 18: Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging afd ... · 16 “Rooie oortjes” in het oelbos 18 De jaarlijkse excursie Brouwersdam 20 Hazelaar, winter en herfst 22 24 26 Slaaptrek,

‘t Heelblaadje 2-2015

18

De jaarlijkse excursie Brouwersdam van de Vogelwerkgroep Door: Wim de Wilde In het excursieprogramma van de Vogelwerkgroep staat voor de laatste zaterdag in januari al sinds een tiental jaren de excursie naar de Brouwersdam vermeld. De auteur van dit artikel voor ‘t Heelblaadje treedt dan als excursieleider op. De excursie wordt doorgaans door ongeveer tien personen bezocht, met dikwijls een aantal getrouwe ‘gezichten’. De animo wordt natuurlijk ook wel bepaald door het weer, want eind januari biedt geen garan-tie voor ‘vast vogelweer’. In 2013 werd de excursie daarom afgelast, in 2015 is een week ‘uitgeweken’. Vogelplek

De Brouwersdam is een geliefd excursie-gebied. Dat komt door de mogelijkheid om met de auto vlak langs het water te rijden. Dus ook bij minder gunstige omstandighe-den met veel wind of regen kun je vanuit de auto ‘vogelen’. Maar de Brou ersdam levert doorgaans ook een aantal vogelsoor-ten op die je elders in Zeeland niet tegen-komt. Onderweg

Op weg naar de Brouwersdam gaan we altijd eerst even langs bij het Prunjegebied, aan de zuidkust van Schouwen. Voorheen lag hier overwegend matige landbouw-grond vanwege de te zilte omstandigheden. Als onderdeel van het natuurontwikkelings-plan ‘Tureluur’ zijn de afgelopen jaren hon-derden hectares ingericht als nieuwe na-tuur. Dat leverde gunstige omstandigheden voor veel eenden- en ganzensoorten en voor steltlopers. We rijden via de Herenkeet langs de Flaauwers- en Weversinlaag. Omdat de eenden al hun ‘prachtkleed’ vertonen heb-ben we vanaf de dijk goed zicht op soorten als smient, pijlstaart, krakeend, slobeend, wintertaling en wilde eend. Van de duikeenden vallen kuifeend en tafeleend op, maar we kijken vooral ook uit naar nonnetjes, de kleinste vertegenwoordiger van de drie zaagbeksoorten. Van de gan-zen vallen vooral de grote aantallen brand-

ganzen op, maar in dit zilte gebied ont-breekt de rotgans natuurlijk ook niet. Vanaf de inlaagdijk heb je doorgaans een goed zicht op diverse steltlopers. Met een beetje geluk heb je de tureluur en zwarte ruiter in één kijkerbeeld. Omdat beide soor-ten rode poten hebben zijn ze niet altijd even gemakkelijk uit elkaar te houden, maar door te letten op de wat grotere sna-vel van de zwarte ruiter, het afwijkende vliegbeeld en de roep, kan de determinatie eigenlijk niet misgaan. Kluten laten zich ook altijd goed bekijken met hun opgewipte snavel, en dat geldt ook voor de wulp. Als het hoogwater is zoeken veel soorten die buitendijks foerageren op de Roggenplaat een veilige hoogwatervluchtplaats binnen-dijks. Het is een mooi gezicht de honder-den, soms duizenden, bonte strandlopers en kanoeten, zilverplevieren en rosse grut-to’s over je heen te zien vliegen alvorens ze een plekje, dikwijls in het ondiepe water, zoeken. Zeezijde dam

Daarna rijden we snel door naar het eigen-lijke excursiedoel, de Brouwersdam. We kiezen voor de Noordzeezijde en al snel komen de telescopen te voorschijn. ‘s Mor-gens is de belichting goed en dat is prettig als je kijkt naar duikers en futen. Bij de doorlaatsluis van het Grevelingen-meer steekt de dam wat verder de Noord-zee in en op dit punt zijn we doorgaans niet de enige Vogelwerkgroep die daar staat te

Page 19: Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging afd ... · 16 “Rooie oortjes” in het oelbos 18 De jaarlijkse excursie Brouwersdam 20 Hazelaar, winter en herfst 22 24 26 Slaaptrek,

‘t Heelblaadje 2-2015

19

‘genieten’. In de hoek tussen de sluis en Schouwen zwemmen dikwijls enkele tien-tallen roodkeelduikers, soms samen met de veel grotere ijsduiker. Duikers zijn soorten die je in prachtkleed niet kunt verwisselen, zoals ik in de broedtijd in Schotland en Noorwegen heb gezien. In het winterkleed lijken roodkeel- en parelduiker met hun grijs-witte kleed erg veel op elkaar. Dat geldt in wezen ook voor de kuifduiker en geoorde fuut. Deze ‘halve futen’, qua groot-te, kun je in broedkleed niet verwisselen, maar ’s inters is het een stuk moeilijker. Voor mij persoonlijk was het hoogtepunt van de excursie van de excursie van 7 februari jl. het zicht op 2 prachtige kuifdui-kers, dicht onder de kust met een goede belichting. De scherpe scheiding tussen zwart en wit, direct onder het oog, was goed zichtbaar. Eenden

We zien doorgaans meerdere groepen brilduikers en middelste zaagbekken. Meestal toch ook wel eidereenden en zwar-te zee-eenden. Maar we zijn altijd extra alert op de aanwezigheid van ijseenden. Dit is een van de soorten die we eigenlijk in het Zeeuwse alleen op deze plek kunnen zien. Doorgaans krijgen we er wel enkele in beeld. Soms hebben de fotografen onder ons geluk, zoals met de excursie in 2014, toen een waarschijnlijk niet helemaal fitte ijseend zich op enkele meters uit de kust goed liet zien. In februari van dit jaar zag ik op de website van Waarneming.nl prachti-ge foto’s van een groepje ijseenden, met mannetjes die hun lange puntige staart fraai omhoog toonden. Zeevogels

De Brouwersdam is ook de plek voor typi-sche zeevogels als de zeekoet en de alk.

Met name de zeekoet laat eigenlijk nooit verstek gaan. Jammer genoeg misten we deze winter de zeldzame zwarte zeekoet. Die was wekenlang aanwezig bij de oude werkhaven aan de kant van Goeree, werd toen een week niet meer gezien, maar keerde begin februari weer terug. Scharrelaars

Een soort waar we ook altijd naar uitkijken is de paarse strandloper. Deze bewoner van rotskusten kennen we in Zeeland van de Westkapelse Zeedijk en de Brouwers-dam. Elders in Zeeland ben ik deze soort nog nooit tegengekomen, terwijl ik er op strekdammen goed op let. Vaak zie je ze in gezelschap van steenlopers. Goed kijkend, tref je op de dam af en toe een paar kanoe-ten, drieteenstrandlopers, bonte strandlo-pers en zilverplevieren aan. Dichtbij vanuit de auto, die op dat moment als ‘schuilhut’ functioneert, kun je de verschillen goed in je opnemen. Omweg

Na een verblijf van enkele uren op de Brouwersdam besluiten we onze excursie doorgaans door via Brouwershaven naar Zonnemaire te rijden. Doel van deze ‘om- eg’ is zicht te krijgen op kleine - en wilde zwaan, die eigenlijk ieder jaar in de winter-periode op de akkers op zoek zijn naar aardappel- en bietenresten. Soms zien we redelijke groepen en krijgen we zicht op het broedsucces door de aanwezige jongen. Af en toe zitten ze veraf, maar door hun witte kleed vallen ze natuurlijk toch wel op. Dik-wijls komen we dan ook toendra-rietganzen tegen, die een zelfde voedselvoorkeur hebben. Halverwege de middag komen we, door-gaans tevreden, weer terug op onze start-plaats.

Page 20: Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging afd ... · 16 “Rooie oortjes” in het oelbos 18 De jaarlijkse excursie Brouwersdam 20 Hazelaar, winter en herfst 22 24 26 Slaaptrek,

‘t Heelblaadje 2-2015

20

Hazelaar, winter en herfst Door: Harry Raad Kijkend naar de verzamelde hazelnoten in het najaar 2014, zag ik voor het eerst de won-derlijke opbouw van de gesteelde vrucht. Wist ik veel dat je dat helemaal niet zo mag be-noemen. Intro

Hazelnoten verkiezen de kleipolder niet als ideale vestigingsplaats, zo lijkt het. Goh!, waar kom je hem zoal van nature tegen. Ik herinner me hem vooral van boswandelin-gen in Zuid-Limburg, in de bosranden al-daar. Piepkleine nootjes zie je dan in het najaar op de grond liggen. In de Zeeuwse polder is de soort wel eens aangeplant, en dan gaat het om struiken met een doel: het leveren van grote noten voor consumptie. Op mijn erf heb ik er ook een paar, van rassen/soorten met lange en met bolle noten. Op Beveland zie je een enkele keer nog een notengaard; ik liet me eens vertel-len dat het nooit tot grootschalige teelt is gekomen. Navraag bij Jaap de Groene, deskundige op dit gebied als oud-medewerker van het Proefstation te Wilhelminadorp, leverde op dat de oorzaak lag aan gebrekkige afzet-mogelijkheden. Hij wist te vertellen dat het in Limburg en de Achterhoek wel gelukt is. Struik

Hazelaars kunnen enorm groeien, het wor-den uiteindelijk veelstammige, hoge strui-ken van een meter of zes. Botanisch ge-zien behoren ze nu tot de Berkenfamilie, Betulaceae. Omdat de noot in een beker-vormig omhulsel zit, werden ze vroeger samen met de huidige Fagaceae (met Fagus: beuk) tot de napjesdragers, Cupuli-ferae, gerekend. Nu worden alleen de Fagaceae als napjesdragers aangeduid. Hazelaars zijn ook katjesdragers, maar dat is een verzamelbak van nog meer families met katjes. De scheiding Betula-ceae/Fagaceae zit hem onder andere daar-

in dat de laatste de vrouwelijke bloemen niet in katjes heeft. De struiken bloeien eind winter, begin voor-jaar. De mannelijke katjes produceren een bende stuifmeel. Onderzoek aan fossiel stuifmeel in de bodem heeft uitgewezen dat de soort na de laatste ijstijd een succesvol-le, snelle opmars naar het noorden heeft gemaakt vanuit het Mediterrane gebied. Over de vrouwelijke katjes ga ik het heb-ben. Ze zijn breed spoelvormig en ik zag ze dit voorjaar aan onze struiken een twee weken eerder in bloei komen dan de man-nelijke. Ze vallen weinig op door hun gerin-ge afmetingen. Niet in bloei zijnde lijken het net bladknoppen, de vele rood aangelopen knopschubben vormen een compact katje. In bloei

Een vrouwelijk katje in bloei herken je aan een rode flos van stempels aan de top van het katje. Het zijn miniatuurtjes, maar in het fletse zonlicht een pracht om te zien. Een beetje peuteren aan het katje biedt van beneden naar boven knopschubben zonder en met bloemetjes. Het middengedeelte heeft inferieure bloemetjes zonder stam-pers, eigenlijk alleen één omwindsel per schub, en dan nog niet eens achter elke schub. De bovenste, complete bloemetjes zijn volgens een oude flora theoretisch als volgt opgebouwd: aan de basis zit een omwind-sel, daarboven een bloemdek en vervol-gens een stamper met twee lange stij-len/stempels. Een bloemdek is een soort kelk+kroon ineen, denk maar aan een tulp. In de nieuwste flora wordt de aanwezigheid van een bloemdek ontkend en wordt het

Page 21: Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging afd ... · 16 “Rooie oortjes” in het oelbos 18 De jaarlijkse excursie Brouwersdam 20 Hazelaar, winter en herfst 22 24 26 Slaaptrek,

‘t Heelblaadje 2-2015

21

uitgegroeide omwindsel beschreven als een 3-delig bladachtig omhulsel. Bij de hazelaar is de bloem mini-mini, en de eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat me bij de bovenste bloemen alleen de stempels goed opvielen en dat knopschubben en omwindsels in een ondefinieerbare harig groene massa verloren gingen. Het schijnt dat de ‘onzichtbare’ delen van de bloem

zich richting zomer beter ontwikkelen. In schema kan ik het katje vanaf de basis naar boven duidelijk maken met codes als s = knopschub, so = knopschub met om-windsel en b = bloem met stamper: s-s-so-s-so-s-so-s-so-s-s-s-s-b-b-b-b. Het zal niet zo zijn dat iemand het meteen nagaat, maar een iets afwijkend resultaat is dan niet uit te sluiten.

Vrouwelijk katje - Foto’s Harry Raad

Rijpe vrucht

Dit verhaal is dus ontwikkeld nadat ik de herfst 2014 hazelnoten geraapt had; veelal met napje en al, want de noten vallen er vaak niet zomaar uit. Wat blijkt, de spil van het vrouwelijke katje is sterk uitgegroeid en aan de top zitten een of twee napjes - zeg maar: nappen - met daarin de vrucht, een noot. Bij aanvang van dit stukje had ik het over een gesteelde vrucht, maar botanisch gezien horen steel en napje niet bij de vrucht. Grote verwondering gaf de steel, het bleek dat er onder de uitgegroeide

napjes tot meerdere inferieure napjes za-ten. Ze hadden soms nog enige ontwikke-ling gekend en het bijzondere was dat er in vele nog een verdorde stamper verstopt zat. Deze opbouw is met de uitleg van het bloeiende katje verklaard. Blijkbaar geeft een enkel bloemetje uiteindelijk een noot. Dan tot slot nog iets over de noot. Een enkele maal zit er nog een verdord restant van het minibloemetje bovenop de noot. Stempels aldaar kan ik me niet meer herin-neren; zo open en bloot zullen die eerder

Page 22: Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging afd ... · 16 “Rooie oortjes” in het oelbos 18 De jaarlijkse excursie Brouwersdam 20 Hazelaar, winter en herfst 22 24 26 Slaaptrek,

‘t Heelblaadje 2-2015

22

verweerd en afgebroken zijn dan de be-schermde restanten achter de genoemde inferieure napjes. De plaats van het bloe-

metje geeft aan dat de noot daaronder tot ontwikkeling is gekomen en daarmee een onderstandig vruchtbeginsel is

Gesteelde vrucht en inferieure napjes aan de basis van de vrucht

Slaaptrek, mijn spreeuwenslaapplaats Door: Jaap Woets Op een dag in de herfst van 2011 viel me op dat tientallen spreeuwen mijn achtertuin bin-nenvielen tegen de schemering. Ze verdwenen in de kluit klimop in een ruwe berk. Dit nu jaarlijks terugkerende fenomeen bracht me tot het schrijven van deze tekst. Mijn berkenboom

Ik woon in de meest oostelijke huizenrij van Goes. Mijn achtertuin, ter grootte van 7 x 12 m, ziet uit op het westen. Ik streef naar een begroeiing met kenmerken van een bosrand, met het oog op een goed biotoop voor insecten en vogels. Langs de noord-kant van deze tuin staat een rij bomen ter beschutting. Toen ik er in 1994 kwam wonen was de genoemde berk 7 m hoog en kwam ruim boven de dakgoot. De klimop was al be-gonnen aan het klimmen en omstrengelen. Dat vond ik prima, want de berk zou dan wel rustig aan gaan doen in de omarmende klimopstengels. Hij zou dikker willen wor-den, maar de klimop zou weinig toegeven. Zo’n intomen van de berk leek me wel voldoende. In de voorbije 20 jaar is het volume van de klimop gegroeid tot een

ovale takkenmassa van 4 m hoog en 2 m breed, een inhoud van tegen de 6 m

3.

Slaaptrek van merels

Toen ik in 1962 serieus aan veldbiologie ging doen, kwam ik bij het slaaptrekonder-zoek van merels door Jan Marbus uit Wa-geningen. Hij woonde aan de oostkant van Wageningen en herkende een patroon bij merels die dagelijks voor de winterse avondschemering naar een oostelijker gelegen bosperceel met sparren vlogen. Ze kwamen uit de bebouwde kom van Wage-ningen en gingen over het open akkerland van de Wageningse Eng, een oud akker-bouwgebied ten oosten van Wageningen, naar het bos op de stuwwal. Door de regelmatige tellingen van Jan Marbus en andere CJN’ers aan alle kanten van het genoemde bosperceel werd vast-

Page 23: Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging afd ... · 16 “Rooie oortjes” in het oelbos 18 De jaarlijkse excursie Brouwersdam 20 Hazelaar, winter en herfst 22 24 26 Slaaptrek,

‘t Heelblaadje 2-2015

23

gesteld dat er ook merels kwamen slapen vanuit het grote bos op de stuwwal aan de andere kant van het sparrenperceel. Door die tellingen bleek verder dat het aantal merels op de dagelijkse slaaptrek toenam voor de winter en na hartje winter geleide-lijk afnam tot nul voor het broedseizoen. Er bleek ook een relatie met de daglengte. Hoe eerder de zon onderging, door de korter wordende dagen, hoe eerder de merelslaaptrek op gang kwam. Af en toe werd het daglicht ‘s middags al eerder beperkt door bewolking, de mereltrek rea-geerde navenant qua tijdstip. Na de kortste dag viel de slaaptrek later, naar de maat van de langer wordende dag. Later is door Luit Buurma en andere jeugd-bonders vastgesteld dat zo'n patroon van de merelslaaptrek ook is vast te stellen bij plantsoenbosjes binnen steden, met als voorbeeld Amsterdam. Spreeuwenslaaptrek op mijn berken-boom

Vanaf de herfst van 2011 is het aantal slapende spreeuwen in de berk met klimop toegenomen. Deze winter heb ik een paar keer geteld. Tegen het einde van 2014 kwamen er 80 beesten slapen. De inval-lende groepjes varieerden van 3 tot 10 stuks. De vogels drongen zich direct in de klimop, uit het zicht. 's Ochtends was het wegvliegen veel trager. Ze bleven gedu-rende verscheidene minuten op de kale berkentakken zitten, al dan niet na een bad in mijn ruime vogeldrinkbak. Een deel liet zich zacht fluitend en kwetterend horen. In de morgen van 1 januari 2015 heb ik geen uitvliegende spreeuw kunnen vast-stellen. Ze waren al bij donker vertrokken. Het tijdstip is wellicht te raden. De jaarwis-seling veroorzaakte abrupt een dieptepunt in overnachting, in de eerste weken van 2015 liep het aantal slapende dieren echter weer op en werd zelfs hoger. Op 9 maart zijn er 140 dieren de klimop ingevlogen. Ze komen vanuit de wijde omgeving aan in een plataan, op 100 m zuidwestelijk van mijn tuin. Vandaar vliegen ze naar mijn

berkenboom en ik kan ze bij schemering dan goed tellen met de avondhemel als achtergrond. Voor hartje winter kwamen ze recht aange-vlogen in kleine groepjes van ten hoogste 10 stuks. Na januari komen er geregeld 20 tegelijk aan, maar het recht komen aanvlie-gen is nu uitzondering. Het is net of ze de tijd wel hebben en ze doen nog verschei-dene kleine rondvluchten tussen de ‘voor-verzamelplataan’ en de klimop in mijn tuin. Het is toch voor mij heel bijzonder hoe snel die dieren bij de klimop aankomen, weten in te houden en zich binnen de kluit klimop weten te verdelen over hun slaapplekjes. Geluidsoverlast is er beslist niet; ze zijn als gehoorzame kinders die niet kletsen voor het slapen gaan. 's Ochtends vliegen de spreeuwen ver-spreid de omgeving in. Slechts een klein deel gaat eerst naar de plataan. Overdag verkeren er wat spreeuwen in mijn tuin, minder dan 5. Die baden in de drink-bak en eten van het gestrooide voer en de mezenbollen. Vervolgens gaan ze zitten poetsen in de aanwezige kale struiken. Ik heb er geen idee van of ze bij de ruim 100 overnachters in de klimop horen. Beleving en zorg

Ik kan erg genieten van de slaaptrek van duizenden spreeuwen die naar de rietvel-den van zuidwestelijk Nederland vliegen om er te slapen. Ik voel het als een aparte ervaring dat zich dat in het klein kan voor-doen in mijn Goese woonwijk en mijn tuin. Ik loop tijdens het invliegen, dat ongeveer een uur duurt, niet door mijn achtertuin. Tijdens en direct na het binnenvliegen laten ze zich gemakkelijk verstoren en vliegen er heel wat de boom uit. Tijdens de gebruikelijke stormen met vla-gen van windkracht 10 zie ik mijn topzware berk met klimop flink bewegen. De conditie van de berk is, gelet op het beperkte aantal bebladerde takken, verre van optimaal, wat aan de opdringerige klimop is toe te schrij-ven. Er is een risico dat een goede wind-vlaag ervoor zorgt dat de boom mijn huis-

Page 24: Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging afd ... · 16 “Rooie oortjes” in het oelbos 18 De jaarlijkse excursie Brouwersdam 20 Hazelaar, winter en herfst 22 24 26 Slaaptrek,

‘t Heelblaadje 2-2015

24

kamer zal binnenvallen. Ik heb sterk de indruk dat in het onderste kwart van de klimoppruik geen spreeuwen slapen.

Dat deel ruim ik maar op als het slaaptrek-seizoen voorbij is, waarmee ik berk en klimop wil sparen als slaapplaats voor de komende winter.

Sneeuwklokjesdag in Kloetinge zondag 18 februari 2015 Door: Justus van den Berg Het blijkt al voor de achtste keer te zijn: de Sneeuwklokjesdag in de tuin van de familie Lenshoek te Kloetinge. Liefhebbers van tuinen zijn hier natuurlijk al geweest tijdens de Open Tuindagen. Deze tuin is niet alleen bijzonder vanwege de omvang - liefst 2 ha - en ouderdom, maar ook vanwege de mooie oude bomen en de vliedberg.

Getipt

We werden door Denise Kroonenberg tijdens de FLORON-Zeeland bijeenkomst getipt over de Sneeuwklokjesdag. Zij doet het beheer van de tuin en organiseert ook deze dag. De tuin is in het voorjaar inderdaad heel erg mooi. Omdat er geen blad aan de bo-men zit, kan je de structuur van bomen en de kleuren van het schors goed zien. Soorten

Sneeuwklokjes zijn er inderdaad in over-vloed.

Officieel zijn er drie verschillende soorten sneeuwklokjes, maar de tuinliefhebbers hebben iedere variant en afwijking in stand gehouden. Er is een tuin/handelaar in Dor-drecht met meer dan 600 verschillende sneeuwklokjes. Ook in de tuin van de fami-lie Lenshoek is er naast het gewoon sneeuwklokje - Galanthus nivalis nog een gevulde vorm en - in een apart deel van de tuin - het groot sneeuwklokje - Galanthus elwesii. Deze laatste is er in verschillende

varianten en dan is het wel handig dat er een bordje bij staat.

Gevuld sneeuwklokje – Foto’s Justus van de Berg

Page 25: Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging afd ... · 16 “Rooie oortjes” in het oelbos 18 De jaarlijkse excursie Brouwersdam 20 Hazelaar, winter en herfst 22 24 26 Slaaptrek,

‘t Heelblaadje 2-2015

25

Winterheliotroop

Grootste verrassing vond ik echter het grote aantal akonieten. Deze woekert op de kale bodem van de begroeide vliedberg en op de grindpaden. Onvoorstelbare hoe-veelheid. De bodem zal geheel geel zijn als alle bloemen open staan. Ook verrassend was een mooie groeiplaats van winterheliotroop. Aan de bloeiwijze is duidelijk te zien dat het familie is van groot hoefblad. Het grappige is dat hier eerst het blad komt en dan de bloem. Maar deze bloeit dus veel eerder dan groot hoefblad.

Landelijk gezien lijkt het bijna een soort die exclusief is voor Zeeland, zie het kaartje van de verspreidingsatlas. Dat zal toch wel het effect zijn van de Zeeuwse tuinen die veel soorten uitwisselen. Klokjes en ...

In een van de woningen van de kerkring wordt volop reclame gemaakt voor de Sneeuwklokjesdag. Volgend jaar ga ik zeker weer kijken, want je krijgt er ook warme chocolade.

Page 26: Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging afd ... · 16 “Rooie oortjes” in het oelbos 18 De jaarlijkse excursie Brouwersdam 20 Hazelaar, winter en herfst 22 24 26 Slaaptrek,

‘t Heelblaadje 2-2015

26

Natuurbeleving in huis,

een kennismaking met kapselend kantmos Door: Gerard Kerpel Fotobelevenissen met een klein priegelmosje. De auteur laat ons zijn ontdekkingen zien met het mos en de techniek van het fotograferen met veel improviseren. Mislukte missie?

Op een van de zaterdagen van december was ik in de Manteling op Walcheren aan het struinen. Nu stond mij iets bij over ge-woon franjemos dat op noordhellingen van duinen zou groeien, dus daarnaar op zoek. Ik had mij deze moeite wel kunnen bespa-ren, daar - naar later bleek - gewoon fran-jemos niet op Walcheren voorkomt. Maar met al dat speuren tussen duinklauw-tjesmos en gewoon gaffeltandmos zag ik iets wat ik niet een-twee-drie kon thuis-brengen. Dit omdat het een nogal klein mosje was en gedeeltelijk snotterig. Dan maar een stukje meenemen en thuis rustig met de boeken erbij nader bekijken.

Kapselend mos

Van dit nader bekijken kwam voorlopig niets. Het mosje werd in een doorzichtig plastic bakje weggezet op een plank. Na een week of wat weer eens een vluchtige blik; o ja, moet ik nog eens nazien. Hé leuk, allemaal glasachtige steeltjes met een eivormig donkerbruin knopje erop. Mooi, dacht ik, meteen duidelijk welke kant ik op moet om het op naam te brengen: de kantmossen. Daar moet ik maar eens foto’s van maken, want in het veld is dat nogal lastig. Met wat voorzetlensjes waren de sporenknopjes aardig in beeld te brengen.

Polletje met twee mossoorten, het kantmos is kapselend - Foto’s Gerard Kerpel

Page 27: Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging afd ... · 16 “Rooie oortjes” in het oelbos 18 De jaarlijkse excursie Brouwersdam 20 Hazelaar, winter en herfst 22 24 26 Slaaptrek,

‘t Heelblaadje 2-2015

27

Perianth

Nu doe ik dat fotograferen binnen, achter het slaapkamerraam aan de zonkant. Neem daarbij een plateau van een oude tekenplank en, als ondergrond, wit papier; fotografeer een beetje van de zijkant om licht mee te hebben in plaats van tegen. De perianth is nog redelijk in beeld te brengen

met voorzetlensjes. Een perianth is een soort beker met een gekartelde rand, om-geven door puntige omwindselbladeren, deze groeit aan de top van het mostakje. In de beker ontwikkelt zich de sporenknop, die later op een glasachtige steel omhoog groeit, naar buiten.

Perianth 2 x, jong en met afgebroken kapsel

Nadat het mosje weer op de plank beland was, zie ik na ongeveer een week dat de sporenknopjes nog hoger op een gestrekte steel staan en dat sommige van die knop-jes opengevouwen zijn. Leuk, nog maar een fotosessie houden. Tijdens deze twee-de fotosessie merkte ik dat sommige spo-renknopjes langzaam opengingen. Het was redelijk zonnig op dat moment, en achter het glas lekker warm. Verwonderd stond ik toe te kijken; dit moet ik proberen vast te leggen, zo dacht ik. Improviseren

Nu had ik in het jaar ervoor eens een ana-loge camera gesloopt, want volgens ken-ners kan je met een omgedraaide lens op de lens van je toestel macrofoto’s maken.

Slopen, ja dat kan ik wel, maar iets fabrice-ren dat lenzen aan elkaar komen, ho maar. Lenzen verder uit elkaar gehaald. De meeste lenzen gaven echter geen vergro-ting, enkel het kleine bolle lensje. Goed, een oude filterlens genomen en daar in het midden het bolle lensje op geplakt. Dit gaf een redelijk resultaat bij een plat vlak. Uit-geprobeerd in de natuur, maar dat viel vies tegen. Het merendeel van de foto’s as overbelicht en de scherptediepte minder dan een millimeter. Na verscheidene keren proberen belandde het geheel in de prul-lenbak. Was toch niets mee te beginnen. Na een dag of wat toch maar weer uit die prullenbak gevist en weggelegd. Misschien was het lensje nog los te weken van de

Page 28: Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging afd ... · 16 “Rooie oortjes” in het oelbos 18 De jaarlijkse excursie Brouwersdam 20 Hazelaar, winter en herfst 22 24 26 Slaaptrek,

‘t Heelblaadje 2-2015

28

filterlens en kon ik deze alsnog voor iets anders gebruiken. Nog kleiner

Terug naar het kantmos. Sporen wilde ik ook vastleggen, ze zijn echter zó klein. Wilde ik details op de foto krijgen, dan kon ik dat nogmaals proberen met het lensje van eigen fabricaat. Oké, de foto’s geven een aardige indruk, al zijn ze niet echt scherp. Het was wel wonderlijk om te zien hoe zo’n knopje in vier flapjes openging, de sporen opbolden - als werden ze opgebla-

zen - en dan zachtjes loslieten en opstegen in de warme lucht. Ook soms plukjes van meerdere sporen, maar deze vielen meest-al naar beneden. Na een tijdje bleven de vier blaadjes kaal achter. De glassteel is gaan kronkelen en zakte zachtjes in elkaar. Werd het zonlicht getemperd door de wol-ken, dan verliep het proces door minder warmte veel langzamer. Op de originele foto zijn de opstijgende sporen te zien als streepjes, wat mij het idee geeft dat de sluitertijd van 1/250 seconde nog te lang was.

Het vrijkomen van sporen, van opzij en van boven vastgelegd

Uiteraard zal iemand met professionele apparatuur een veel beter resultaat kunnen bereiken en een film zou nog mooier zijn. Volgens mij is dit wel opnieuw te doen onder betere condities. Vier soorten

Er zijn vier kantmossen in Nederland: ge-woon kantmos, gedrongen kantmos, gaaf kantmos en klein kantmos. Het gebruikte mos zal er een van de eerste twee zijn. Het verschil zit hem in het aanzien: een duide-

lijk ijle structuur bij gewoon kantmos en een structuur met blad dicht over elkaar heen bij gedrongen kantmos. Gedrongen kant-mos heeft vooral aan de stengeltop blade-ren die stomp zijn, gewoon kantmos heeft daar juist bladeren met scherpe punten. Het onderblad is ook van betekenis, maar om dit in beeld te brengen zal ik anders te werk moeten gaan. Mossen drogen snel uit, en zeker een enkel blad. Zo gauw je het losgemaakt heb, begint de verschrompeling en is het niet meer vlak

. Bronnen: Website van BLWG verspreidingsatlas.nl/mossen. Veldgids Mossen KNNV.

Fotogids Mossen KNNV. Beknopte mosflora van Nederland en België KNNV.

Page 29: Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging afd ... · 16 “Rooie oortjes” in het oelbos 18 De jaarlijkse excursie Brouwersdam 20 Hazelaar, winter en herfst 22 24 26 Slaaptrek,

‘t Heelblaadje 2-2015

29

Page 30: Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging afd ... · 16 “Rooie oortjes” in het oelbos 18 De jaarlijkse excursie Brouwersdam 20 Hazelaar, winter en herfst 22 24 26 Slaaptrek,

‘t Heelblaadje 2-2015

30

Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging afd. Bevelanden

Bestuur: Voorzitter: Johan Eckhardt, Kon. Emmastraat 16, 4424 AA, Wemeldinge, 0113-621438, [email protected] Secretaris: vacature, wordt waargenomen door o.a. Leo Janssen, secreta-

[email protected] Penningmeester/ledenadministatie: Foort Minnaard, ’s Gravenpolderse eg 56, 4462 CH, Goes, 0113-257445, [email protected] Lid planologie: Femke van den Berg, Brakstraat 1, 4331 TM Middelburg, 0118-624435,

[email protected] Lid organisatie evenementen: Pieter Steennis, Prunusstraat 5, 4431 DC, ’ s-Gravenpolder, 0113-404598, [email protected] Lid algemeen/contactpersoon Rietput: Leo Janssen, Liesbethstraat 6, 4458 BT ’s-Heer

Arendskerke, 0113 561838, 06-44202565, [email protected]

Werkgroepen: Beheerswerkgroep: Johan Vermin, 0113-639620, [email protected] Paddestoelenwerkgroep: Thijs Franse, 0113-228247, [email protected] Vogelwerkgroep: Peter Boelee, 0113-644228, [email protected] Plantenwerkgroep: Justus vd Berg, 0113-271210, [email protected] Heemtuinwerkgroep: Diet Louwerens, [email protected]

Strandwerkgroep: Petra Sloof, 0113-695431, [email protected] Contactpersoon intern zoogdieren: Nanning-Jan Honingh Contactpersoon intern amfibieën: Jaap Woets

Contactpersoon intern planologie: Femke van den Berg Contactpersoon Atlasproject Nederlandse Mollusken: Harry Raad

Lidmaatschap: Contributie leden vanaf 17 jaar € 30,- per jaar, huisgenoten € 10,- per jaar. Contributie donateurs minimaal € 11,50 per jaar, huisgenoten minimaal € 2,50 per jaar.

Donateurs zijn geen lid van de landelijke KNNV. Betaling contributie a.u.b. voor 1 maart van het jaar op IBAN NL20 INGB 0003 9394 12 t.n.v. KNNV Beveland te Goes Adreswijzigingen e.d. a.u.b. doorgeven aan de ledenadministratie:

Foort Minnaard, ’s Gravenpolderse eg 56, 4462 CH, Goes, 0113-257445, [email protected]

Website: http://www.knnv.nl/beveland/ e-mail: [email protected]