Kom alles te weten Femma lentefeest over kunst bij de...
Embed Size (px)
Transcript of Kom alles te weten Femma lentefeest over kunst bij de...

Nr. 24 10/05/2015
Femma lentefeest
> Pag. 2
Gedicht van de week
Moederdag
Mama, ik hou van jouw
Ook al ben ik boos op jouw Hier of daar
Altijd sta je voor me klaar Koken, dat doe je elke dag
En je kijkt ook altijd met een glimlach Daarom zeg ik altijd weer
Keer op keer
1000 maal, ik hou van jouw Inne Suykerbuyk
Jan Van Turnhout Soldaat uit Den Groote Oorlog
> Pag. 4-6
Taxibedrijf Schrauwen Deel 2
> Pag. 7
Kom alles te weten over kunst bij de
‘Kunstroute’
Op 2 en 3 mei stelde vzw Kobie in
Essen “Kunstroute” voor. Op 29 verschillende locaties kon men
kunst bewonderen. Op Scham 15 stelden Lieve Van Daele en Agnes
Hendrickx tekeningen en schilderij-
en tentoon. Wij bezochten ook het Kniphof (Horendonk 350) van Co-
lette Driessens die wij in ons plat-
form al eerder aan het woord lie-ten. Tijdens de uiteenzetting ver-
telde ze te hopen dat haar kennis en kunde niet verloren zou gaan
en dat haar ontwerpen zouden
aangewend worden om er kledij mee te bedrukken.

2 Nieuws
Een pleintje is in bijna alle
landen de kern van een dorp. We spreken dan ook
gemakkelijk van een dorps-pleintje, waar mensen sa-
menkomen, even kunnen
zitten en waar het goed toeven is. Precies dergelij-
ke pleintjes ontbreken in Essen. De herinrichting van
het Heuvelplein, nu al vele jaren geleden is een gemiste kans voor onze gemeente. Maar ook op
onze eigen wijk Horendonk hebben we geen
echt dorpspleintje. Twee plaatsen dienen zich aan , rond de kerk en ook tegenover de Chiro-
meisjes. De geplande herinrichting van Over d' Aa biedt de gemeentebestuurders een unieke
kans om op onze wijk, minstens één of liefst
twee aangename pleintjes te creëren. Maar in de weliswaar voorlopige plannen die we tot nog
toe te zien kregen, is daar niets van opgeno-men of voorzien. Bij een dergelijk groot werk,
dat de herinrichting van Over d' Aa zeker zal zijn, is het nochtans een kleine moeite om dit
er meteen bij te nemen. Het zal in elk geval
stukken goedkoper zijn, dan wanneer men dat jaren later plant en er opnieuw moet opgebro-
ken worden. Over hoe zo'n pleintje er moet uitzien, kunnen
we allemaal wel wegdromen, maar voor pro-
fessionele planners, die de gemeente toch moet inhuren, is dit dagelijks werk. Toegegeven de
ruimte is wellicht beperkt, maar enkele banken, zitplaatsen, wat bomen, een aangepaste be-
strating, vraagt niet zo heel veel oppervlakte.
Toegegeven rond de kerk en het parochiecen-trum zijn veel parkeerplaatsen nodig. Maar kun-
nen die ook niet zo ingepland worden, dat je nog de indruk blijft krijgen op een pleintje te
zitten met zitbanken, enz ? Zeker tegenover het Chiro-lokaal van de meisjes moet een professio-
nele planner met een beetje verbeelding er iets
veel mooiers van kunnen maken, dan het nu is. Daarbij zie je dat zondagmiddag al heel wat
mensen, meestal Nederlanders, daar de enkele banken al gebruiken om hun frietjes op te eten.
Ook enkele buurtbewoners durven daar al eens
samenkomen. Voor dat pleintje zouden we ook al onmiddellijk een naam hebben, namelijk
'Armenakker', zoals die plaats vroeger noemde en waarop volleybalclub Dosko 50 jaar geleden
is ontstaan.
Column
Guy Van Den Broek
Ons dorpspleintje
Femma: lentefeest
Op 24 april had Femma haar lentefeest in een mooi versierde zaal. Eerst
genoten wij van een lekkere maaltijd. Nadien was er een optreden van Mevr. Van Loon. Haar eerste verhaaltje was waarheidsgetrouw als je al
een jaartje ouder bent. Zij liet ons allen ook nog een liedje zingen dat alleen bestond uit titels van liedjes. Toen zij 4 appelsienen boven haalde
dacht men: “Wat is zij daarmee van plan.” Maar echt wat hebben wij
daarna gelachen en dit omdat de appelsienen moesten doorgegeven worden zonder de handen te gebruiken! Dit is niet zo simpel als je zou
denken, maar iedereen deed al lachend mee. Als dessert was er een lek-kere fruitsalade. Even later werden de lotjes getrokken door mijnheer
Pastoor en gingen wij naar huis met mooie plantjes of bloemen. Wij willen ook iedereen bedanken om hun inzet om er weer een mooie
avond van te maken!
Schrauwen José

3 Nieuws
3/5: Kunstroute Op zondag 3/5 hebben wij met vrienden een gedeelte kun-
nen bezoeken van de kunstroute doorheen Essen. Allereerst bezochten wij de Rommershoeve. In de kerk stelden enkele
kunstenaars hun kunsten tentoon. In de kloostergangen kon men de tijdloze humor bewonderen van Brasser, een car-
toonist die inspeelde op het nieuws van jaren geleden. Hier
herbeleefden wij de problematiek uit vervlogen jaren. Bij Kuyps stelde Annette Van Tilburg ( vrouw van Michael
Schrauwen ) haar mooie schilderijen tentoon tesamen met vele anderen. In ’t Atteljee konden we genieten van ver-
schillende soorten kunst zoals keramiek, bloemkunst, schil-derijen, kalligrafie, houten beelden enz. Ons laatste bezoek
was op Den Uil in het Kniphof. We werden hartelijk ontvan-
gen in het atelier van Colette Driessens. Wij kregen allen een zéér uitgebreide uitleg en zelfs een demonstratie. Zij
vertelde ook dat zij graag zou hebben dat er iemand haar microbe zou overkrijgen zodat haar kunstvaardigheden ver-
der zouden leven en de knipkunst blijft bestaan in de toe-
komst! Hoe zij deze kunst maakt is echt uniek! Een nieuwe tentoonstellingsruimte zou er voor kunnen zorgen dat al
haar werken mooi tot hun recht zouden komen. Zo zouden er nog vele mensen van kunnen genieten! Het is haar
droom om in de toekomst haar kunst meer bekend te maken en zelfs misschien om het te laten drukken op kleding!
Wij allen hebben een zéér mooie en boeiende namiddag
beleefd en zeker ook nog vele anderen. Wat wij gezien heb-ben is maar een héél klein stukje van het geheel. Bedankt
aan alle kunstenaars om hun kunstwerken aan ons te tonen en hopelijk ontdekken enkele mensen een nieuwe hobby!
José Schrauwen

4 Nieuws
JAN VAN TURNHOUT
SOLDAAT UIT DEN GROOTE OORLOG
compagnie. Na een opleiding kwam hij
op 1 oktober 1900 in actieve dienst. In die tijd werden de miliciens nog jaarlijks
heropgeroepen voor een ‘heerschouw ing’, waarna hij op 15 december 1913
officieel afzwaaide.
De oorlog breekt uit Hij werd opnieuw opgeroepen op 1 au-
gustus 1914 om te vechten tegen de
Duitsers die op 4 augustus ons land binnenvielen. De enige herinnering aan
hem van zijn oudste zoon Leon, mijn bompa (toen 4,5 jaar) : ‘Ik stond met mijn moeder, broer en zus ons vader uit te zwaaien. Ik zie ze nog met twee ver-trekken, langs het spoor richting stati-on.’ Meej Smout was op dat moment net zwanger van haar jongste dochter.
Of Jan ooit geweten heeft dat hij voor de vierde keer vader zou worden, zullen
we nooit weten. Hij heeft in ieder geval
zijn dochter nooit gezien. Die tweede persoon met wie Jan ver-
trok was vermoedelijk Adriaan Nelen (zie artikel Dré Jacobs), die na 5 jaar
verschrikking toch terug kwam, maar
weinig vertelde over zijn ervaringen.
Al jarenlang ben ik gefascineerd door
de Eerste Wereldoorlog die 100 jaar geleden uitbrak. Mijn interesse hiervoor
is gegroeid doordat ons ma, Suzanne Van Turnhout, mij het mobilisatieboekje
liet zien van haar grootvader Jan Van
Turnhout. Hij had gevochten in Den Groote Oorlog.
Jan werd geboren op 9 januari 1880 te ‘Esschen’ als kind van Kees (Corneille)
Van Turnhout en Adrienne Van Ginde-ren. Hij was enkele jaren boeren-
knecht , maar bracht het al snel tot
‘piosjer’, een spoorweglegger. Hij huw-de met Joanna Maria (Meej) Smout. Ze
kregen 4 kinderen : Leon (°2/1/1910, later bekend als ‘de grote garde’), Lisa
(°2/4/1911), Louis (°6/2/1913, ‘den
doofstomme’) en Maria (°31/3/1915). Jan en Meej woonden op den Heikant
138. Het ouderlijk huis bestaat nog steeds, nu Heikantstraat 141, vlak te-
genover de kapel van de verrezen heer.
Jan was nog een loteling, hij behoorde
tot de militaire klasse 1900. Omdat hij het lage nummer 63 trok, werd hij op
21 juni 1900 milicien, aanvankelijk in
het 7de linieregiment, 3de bataljon/4de
Soldaat Jan Van Turnhout
(familiearchief).
Maria Smout met haar 4 kinderen:
vlnr Leon, Louis, Maria en Lisa (foto Agnes Van Schoors)
Soldaat Jan Van Turnhout
(familiearchief, met dank aan Johnny Van Tichelen)
Erg optimistisch over de afloop van de
oorlog was Jan niet, want bij hun vertrek fluisterde hij Adriaan in het oor ‘Wij ko-men hier nooit meer van terug.’ Maar Jan was voorbereid. In 1902 had hij
reeds 75 kogels mogen afvuren (‘balles tirées’) op een afstand van 400m waar-van 27 het doel geraakt hadden (‘balles ayant touché’). Daarom werd hij inge-deeld bij de ‘classe de guerre, tireurs’. We lezen ook bij de ‘Appréciations des distances’ dat zijn zicht ‘moyenne’ was:
‘Op 100 m: Ik erken de man – op 200 m : Ik zie nog alles, maar de knoppen vormen eene lijn – op 300 m : Het gezicht vorm eene witte punt – op 400 m : Ik zie nog eene massa en onderscheid nog de wapens – op 500 m : Ik zie een zwart punt op 600 m : Ik zie eene grijze massa.’
Het 7de linieregiment was gelegerd in de
St.-Bernardusabdij te Hemiksem, een voormalige cisterciënzerabdij, tijdens de
Eerste Wereldoorlog ingericht als militair depot. In augustus 1914 kwam Jan bij
het 7de vestingsregiment (‘7de de forteres-eresse’). Deze regimenten bestonden en-kel in oorlogstijd. Ze werden belast met
de inrichting en de verdediging van de tweede lijn van het versterkte kamp van
Antwerpen. Na de val van Antwerpen (10 oktober 1914) trok het Belgische leger
zich terug tot achter de IJzer en daags
Omdat het vandaag precies 100 jaar geleden is dat mijn overgrootvader, Jan Van Turnhout, in Londen stierf, publiceert het Nieuwsplatform, het verhaal dat ik, Kathleen Pockelé, over hem schreef voor De Spycker 2014.

5 Nieuws brief, een vrijgeleide vanuit Parijs, om
‘les messieurs Peeters et Van Turnhout’ vrije doorgang te geven met al hun ba-
gage. Jan, ziek geworden aan het front, moest gaan herstellen in Engeland. Tij-
dens de oorlog was dit geen abnormaal
gegeven. Zieke en gewonde soldaten kwamen vaak in Engeland terecht om
nadien eventueel terug hun regiment te vervoegen. Vanuit het veldhospitaal in
De Panne vertrokken ze met de trein naar Calais, van daaruit met de auto
naar Pas De Calais, vervolgens met de
boot naar Dover. Van hieruit met auto’s of met de trein naar Londen. Hier kwam
Jan eerst terecht in The Refuge, Silver Street Edmonton. Op 11 januari 1915
werd hij onbekwaam verklaard om nog
langer actieve dienst in het leger te ver-vullen. Op 26 februari van dat jaar
bracht men hem naar het St Annes Ho-me, Streatham, Sutton Surrey (district
Carshalton) en van daaruit vrij snel naar Downs Sanatorium waar Jan uiteindelijk
op 10 mei 1915 overleed aan tbc, op 35
-jarige leeftijd.
Drie dagen later werd hij begraven, vlak
bij Wimbledon, op het Battersea Mor-den Cemetry, (graf nr. 1097 in vak E),
een gewoon burgerkerkhof.
Na de oorlog
Meej Smout ontving pas begin jaren ’20
de officiële papieren van het ministerie
van Oorlog betreffende de dood van haar man. Ze schreef met hulp van een
gemeenteambtenaar enkele brieven naar de minister van Oorlog.
Zo kreeg zij postuum volgende medail-
les : het oorlogskruis met palm, de overwinningsmedaille en de herinne-
ringsmedaille aan de Oorlog 1914-1918.
de eerste IJzerslag (18-30 oktober
1914) voegde zijn vestingregiment zich bij de rest van het 7de als gewone ge-
vechtseenheid. Hoogstwaarschijnlijk was Jan hier ook bij. Onder bevel van
Luitenant-Kolonel Delobbe werden ze
vanaf 18 oktober in de sector van Sint-Joris bij Nieuwpoort ondergebracht. Wij
lezen in de Historieken van het 7de linie-regiment:
‘Voorbij de oever verpletteren de obus-sen met gelijke hevigheid, de reserve-troepen. Ons klein aantal zware kanon-nen, laat toe het vijandelijk geschut op afdoende wijze te beschieten. Eén en-kele gedragslijn kan gevolgd worden. ….. De grond davert verschrikkelijk. De lucht is één vuur van de voortdurende ontploffingen. Iedere maal, dat een zware obus de loopgracht treft, keert hij ze onderste boven, doden, gekwetsten en levenden begravend… Jongens wor-den in het donker door een donder van ontploffingen vaneengerukt…. Bloedige brokstukken worden weggeslingerd… Zullen de zenuwen van de overlevende deze helse toestanden en visioenen blij-ven verdragen? ….. Sedert den 18de houdt het 7de stand, niettegenstaande uiterst zware verliezen, en de hevige aandoeningen van een radeloze be-schieting. Uitgeput, verminderd, houdt het onwrikbaar. Elke poging van het vijandelijk voetvolk wordt aanstonds gebroken. En nu daagt de befaamde dag van 22 October. Vol bewondering voor deze bovenmenselijke tegenstand, vermeldt Luitenant-Generaal Dossin het regiment aan de dagorde der L.A. In de loop van de avond berichten de afge-vaardigden van Kolonel het verheffende nieuws : ‘Z.M. de Koning vereert het 7de Linieregiment met het Kruis der Leo-poldsorde.’ ….’ De Duitsers waren niet de enige vijand
van onze Belgische soldaten in de loop-graven. Ook de kou in de wintermaan-
den, gebrek aan slaap en rust, regen, grondwater, modder, honger, dorst en
ongedierte waren dagelijkse vijanden. In november 1914 sneeuwde het al
vanaf de tweede week. Er waren dan
ook veel soldaten die ziek werden van de kou en het vocht. Een veel voorko-
mende ziekte in die tijd was tuberculo-se, destijds nog ongeneeslijk.
Ziek naar Engeland
Op 21 november 1914 ontving Jan een
Meej sprak nooit over Jan, verbitterd als
zij was door zijn veel te vroege overlij-den. Vanaf 1921 moest zij zien rond te
komen met een militair pensioen van jaarlijks 1500 Belgische Frank, vermeer-
derd met 1200 BEF voor haar vier kinde-
ren. De papieren van Jans oorlogsverle-den lagen veilig opgeborgen in haar huis.
Na haar dood, kwamen alle documenten terecht bij mijn bompa, Leon.
Eerste bezoek aan het graf
Zo werd het plan opgevat om op zoek te gaan naar het graf van zijn vader. Een
dame op het consulaat in Antwerpen ver-zekerde ons dat soldatengraven in Groot-
Brittannië nooit ontruimd zullen worden.
Zo trokken we met de bompa en ons gezin vanuit Oostende naar Londen. In
1981 ging dat toen nog met een jetfoil naar Dover en van daaruit met de trein
naar Londen, Victoria Station. Een hele
gebeurtenis! Zelfs het hotel hadden we op voorhand niet besproken.
’s Anderendaags reden we onmiddellijk naar het kerkhof. Het was een mistige
herfstdag in november. Een zeer ontroe-
rend moment voor mijn bompa toen hij als eerste het graf van zijn vader ontdek-
te, na 66 jaar.
Uittreksel uit het Dodenregister
(familiearchief).
Brief van Meej Smout aan de Minister, 26 oktober 1920 (gevonden in documenta-
tiecentrum Koninklijk Legermuseum te Brussel - familiearchief).
Leon Van Turnhout bij het graf van zijn
vader, 1981 (familiearchief).

6 Nieuws
Enkele jaren later rijdt een rood au-tootje met Britse nummerplaat ons
voorbij in de Kapelstraat. Een dik uur later zitten ons ma en ik bij de bomma
te buurten met de Engelse Neville Gol-ding uit Newbury, het rode autootje
staat op de oprit. Hij is op zoek naar de
familieleden van de 3 Belgische solda-ten die begraven liggen op het Batter-
sea Morden Cemetry in Wimbledon. Hij onderhield al jaar en dag de laatste
rustplaatsen van Nestor Detilloux, Omer
Walraet, en Jan Van Turnhout. Jans graf blijft in Engeland, maar hier
bij ons vinden we zijn naam terug op de Essense Pomp en op de marmeren ge-
denkplaten aan de ingang van het Cen-
traal Station in Antwerpen, richting Meir, ter huldiging van de gesneuvelde
spoorwegarbeiders.
Naast Jan liggen nog 2 andere Belgi-
sche soldaten begraven : Nestor Detil-loux, soldaat 2de klas OV uit Seraing
en Omer. Walraet, soldaat 2de klas mil 1913 uit Marke-Kerkem.
Grafzerk Jan Van Turnhout, 1981
(familiearchief).
De graven van de 3 Belgische soldaten
op het kerkhof van Battersea Morden, Wimbledon, 1981 (familiearchief).
Neville Golding met Tineke Pockelé en
Suzanne Van Turnhout, 1986 (familiearchief).
Detail van het Monument der
Gesneuvelden, Heuvelplein, 2013
(familiearchief).
Detail van de gedenkplaat voor het
gesneuveld spoorwegpersoneel 1914-1918, Centraal Station Antwerpen,
2013 (foto Rudi Smout).
Nu is Jan mijn overgrootvader, vroeger
een voor mij onbekende persoon, meer dan ooit naaste familie geworden.
Met dank aan André De Clercq - Documentatiecentrum Ko-ninklijk Legermuseum Brussel - Gemeentearchief Essen - Heemhuis Essen - Guido Van Krunckels-ven - IFFM Kenniscentrum Ieper - Ivan Janssens - Prof Alex Vanneste - Rik Pockelé en Suzanne Van Turnhout - Rudi Smout - Wim Simon - Ag-nes Van Schoors - Johnny Van Tichelen
Chris Van Hees:
“Wij zijn opzoek naar de 50-jarigen wonende op Den Uil of de lagere school gevolgd op Den Uil.
Graag jullie aanmelden via: [email protected]
De Spycker Het jaarboek van de Koninklijke Heemkundige Kring van Essen, De Spycker is
weer uit. Ze bevat een 20-tal boeiende artikelen, waarvan er enkele betrekking hebben op onze wijk Horendonk. Zo is de volleybalclub Dosko ontstaan op den
armenakker onder impuls van Albert Claessens, tevens de eerste voorzitter. Ook het relaas van de stier die niet gemakkelijk wou dekken uit de jaren '50 is
een Horendonks verhaal met nog levende getuigen als Martien Antonissen en
Jos Van Loenhout. Het nummer bevat ook zes oorlogsverhalen Bovendien le-vert onze wijk liefst drie auteurs voor de Spycker 2015 met Rik Pockelé, Frank
Hontelé en mezelf. Cis Claessens nu woonachtig in de Beliestraat maar op den Uil geboren, schreef het artikel over het ontstaan van Dosko. Heel veel mensen
op Horendonk zijn trouwe jaarlijkse lezers van de Spycker. Wie het jongste jaarboek 2015 nog wil aanschaffen (18 euro) kan terecht bij mij Kraaienberg
nr. 29 of in het Heemhuis of de Tasberg vlak bij de Kiekenhoeve.
Guy Van den Broek

7 Interview
ratie flebitis had gekregen! Ook ben ik
bijna eens getuige moeten zijn tijdens een trouw. De getuige zou met de mo-
tor van Antwerpen komen, maar door pech onderweg was hij niet op tijd, dus
ik zou die taak dan wel overnemen.
Terwijl de klokken van de kerk begon-nen te luiden werd de bruid wel wat
zenuwachtig, maar dan kwam hij opda-gen en kon hij nog getuige zijn.
Hij had zelfs met zijn vinger kunnen
tekenen omdat die onder de smeer zat.
Het koppel dat trouwde beloofden aan mij wanneer ze 50 jaar getrouwd zou-
den zijn, ik en ons Hilda naar het feest mochten komen, en zij hebben woord
gehouden!
De auto’s werden telkens mooi uitge-
kuist en klaar gemaakt voor de volgen-de opdracht. Ze moesten voor de trouw
de bruidegom Jos Kamerling gaan op-halen. Hij vroeg om nog wat cadeaus
mee te nemen. Er werden toen nog
Heilige beelden gegeven. Hij zij: “Leg ze maar in de koffer!“, maar de koffer
werd wel eens vergeten en hij zat nog vol met stro omdat we biggen hadden
vervoerd. We legden de beelden in het
stro en Jos zei : “Nu liggen de Heilige beelden al in het stro!”. Goed dat dit bij
Heb je nog enkele verhalen van tijdens uw ritten?
Ik was wel wat zenuwachtig als ik tege-
lijk taxichauffeur en ceremoniemeester moest zijn. Dan had ik mijn kostuum
aan, een pet op en witte handschoenen in mijn handen. Zo moest ik eens voor
een trouw rijden en alles liep gesmeerd
op het gemeentehuis, maar nadien gin-gen we naar de kerk en toen de bruid
de kerk wilde binnenstappen bleef zij maar staan en deed zij teken naar mij
dat ze met haar hak tussen het rooster zat, ik nam de schoen eruit maar
moest hem dan weer aandoen, dus ik
moest onder de rokken van de bruid, haar schoen was wel wat beschadigd,
maar dat zag je toch niet hé! Terwijl riep Kee : “Zijn ze nog niet getrouwd en
Jos zit al onder de rokken!“. Tijdens de
mis ben ik maar naar Kee gegaan om iets te drinken en voor de rest van de
dag liep alles gesmeerd.
Ook moest ik eens een vrouw naar het ziekenhuis brengen om te bevallen,
haar man zou naar het ziekenhuis rijden
met de fiets zodat hij na de bevalling terug naar huis kon. Tijdens de rit
vroeg ze mij om even te stoppen en het was dringend! Ik durfde niet te stoppen
en ik reed door naar het ziekenhuis in
Essen. Echt toen heb ik de bochten kort genomen van snelheid. In de gang van
het ziekenhuis is zij toen bevallen. De verpleegsters wensten mij proficiat met
de geboorte van een dochter, omdat ze dachten dat ik haar man was, iets later
kwam de man binnen en was dit weer
iets om later eens mee te lachen. Wat had deze rit mij bloed zweet en tranen
gekost en had ik toch afgezien!
Ook heb ik eens twee meisjes naar het
ziekenhuis moeten brengen voor een operatie, maar uiteindelijk werd ik nog
eerder dan hen geopereerd van een ontstoken appendix. Ik was toen één
van de eersten die zonder verdoving
werd geopereerd, ze hebben mij horen huilen tot aan de kerk denk ik, zo heb ik
gehuild van de pijn. Nadien legden ze mij in een ijspakking maar helpen deed
dit niet. De meisjes waren op 3 weken tijd genezen, maar ik heb een jaar bui-
ten strijd geweest omdat ik na de ope-
hem gebeurde want bij een ander zou dit
niet gekund hebben.
Wat er ook eens gebeurde was dat er op het laatste moment voor wij naar het
gemeentehuis moesten vertrekken, het
kleed van de bruid nog moest aangepast worden.
We brachten de mensen ook thuis als ze
eens uit geweest waren en dit niet meer op eigen krachten konden. Het ergste
was als wij mensen naar het ziekenhuis
moesten brengen die gekwetst waren door een ongeval, dit is ook iets dat je
nooit vergeet!
We hebben in die jaren zoveel meege-
maakt, dus niet alleen leuke dingen maar ook minder leuke. Ik kan nog vele
verhalen vertellen over onze taxidienst want het bracht ons toch ook wel dichter
bij de menselijke problemen en plezier-
tjes van de mensen van Essen. Als je dit werk doet is er ook het beroepsgeheim
en dit moet zeker zo blijven.
José Schrauwen
Taxibedrijf familie Schrauwen
Graag zou ik toch wel eens aan de mensen willen vragen of dat er nog foto’s be-staan van onze diensten. In die tijd werden er niet zo veel foto’s genomen als nu, dus het zou echt wel leuk zijn als er toch nog foto’s zouden zijn van ons en ook van de auto tijdens een trouw. Hopelijk vinden jullie er nog wat in de oude dozen of in een mooi trouwalbum. Stuur ze door via [email protected] of breng ze naar Over d’Aa 217.

8 De tijd van toen
Koninklijke Handboogmaatschappij “EDEL TIJDVERDRIJF”
(1869 – 1969)
Laatste deel
bruikt men niet de schietafstanden van
de FITA.
Als je in de jaren negentig “Het Pannen-huis” binnenkwam stapte je een man-
nenrepubliek binnen, mannen die om
de vaste hand te houden de tijd verdrij-ven met kleine wedstrijdjes. Alle leeftij-
den zijn uiteraard welkom, maar het zijn toch vaak de ouderen die een cen-
ter willen lukken. Boogschieten is een rustige sport, een
cafesport waar het hanteren van pijl en
boog wordt opgeklopt met vaten ger-stebier, kwajongensstreken en verha-
len over duivenmelken en biljarten.
Als er nieuwe leden het boogschieten
willen leren, staat er steeds een hand-boog ter beschikking en de techniek
wordt je aangeleerd door een leermees-ter. De techniek is niet al te moeilijk,
maar het zijn de zenuwen die op tor-nooien het verschil maken tussen win-
naar of verliezer.
Sinds 1980 is Peer Backx de voorzitter geweest van Edel Tijdverdrijf. Na het
overlijden van Peer in 1993 is Rik Mol voorzitter geworden tot hij overleed in
2004. Bert Theuns nam de fakkel over
voor twee jaar. In 2006 heeft Frans Van Campen het voorzitterschap op zich
genomen. Het gewest is op dit ogenblik opgedeeld
in zes categorieën, die worden vastge-
legd op basis van de resultaten van de bondsschietingen. Iedereen kan mee-
schieten op de nationale wedstrijden, op voorwaarde dat je een nationale lid-
kaart koopt.
11. Na 1968
Sinds 1968 is de techniek ook binnen de muren van de schutterij geslopen. De
houten plakbogen zijn nog slechts een éénrichtingsticket richting volkssport-
centra waard. Alleen carbon en fiberglas van Amerikaanse bogen vindt men nu in
de handen van de schutters, ook stabili-
satoren, staven stekend in alle richtin-gen, en vaak een duur vizier zijn onmis-
baar als men het steeds stijgend presta-tieniveau wil volgen. Voor een dergelij-
ke uitrusting betaalt men al snel veel
geld.
Spijtig dat na 1968 samen met de tech-niek ook de rivaliteit is gekomen. Het
groot aantal wedstrijden tegen Neder-land is teruggelopen tot een enkele
wedstrijd tegen Etten–Leur. Aan de
grond hiervan ligt een onduidelijk inci-dent, het groeiend nationaliteitsgevoel
en een overvolle kalender die “ Edel Tijdverdrijf” moet afwerken.
Wat betreft ongelukken vindt men in de annalen niets terug. Als er al kwetsu-
ren voorkomen dan zijn die vaak te wij-ten aan overbelasting ter hoogte van de
schouders en de armen. Vaak heeft de
schutter beschermmateriaal rond zijn schouder, zo kan de pees of pijl niet in
de trui blijven haken, rond de arm om de huid te beschermen tegen de wrij-
ving van de pees, en rond de schietvin-ger om de druk van de smalle pees op
te vangen. Voor de interclubkampen en
de dagelijkse trainingen heeft men de afstand verkleind naar 25 meter, en ge-
Vandaag de dag zijn er nog vijf boog-
schutterverenigingen in Essen.
Het Pannenhuis of Schuttershof is afge-broken in 2000, de laatste bekerkast is in
bruikleen gegeven aan de Heemkundige
kring, en Edel Tijdverdrijf is nu gehuis-vest bij café Arabieren. In 1856 afge-
scheurd van de Arabieren door het nukki-ge karakter van Marijn Buyens, en nu,
na 150 jaar broederlijk naast elkaar staan schieten, men ziet, de tijd heelt alle won-
den, of hoe een dubbeltje rollen kan.
Wij praten vandaag de dag over grens-contacten en culturele uitwisselingen en
sportuitwisselingen, maar de handboog-maatschappijen, en Edel Tijdverdrijf in
het bijzonder, doen dit al tientallen jaren.
“Edel Tijdverdrijf” staat al 150 jaar voor
intens volksleven, boeiende sportactivi-teiten, gemoedelijkheid en plezier. Ze
was betrokken bij alle grote Essense vie-ringen, zoals het jubileum van Paus Pius
de 9de in 1871. “Edel Tijverdrijf” stond
mee aan de wieg van Harmonie Concor-dia in 1872, en ze was erbij toen in 1899
Horendonk een eigen parochie werd.
Ondertussen is Edel Tijdverdrijf aan zijn
zoveelste zesdaagse toe, nog steeds on-veranderd en met dezelfde reglementen
als pakweg 70 jaar geleden, alleen met aanzienlijk minder ploegen, maar wel
met hetzelfde enthousiasme als toen.
Het boogschieten zal wel nooit uitgroeien
tot een massasport, wellicht omdat een ondersteuning met het grote geld kinder-
dromen zijn. Zo hoeft men, waarschijnlijk terecht, geen schrik te hebben van grote
supportersaantallen. Ondertussen is het
boogschieten wel een olympische discipli-ne geworden.
Het café Schuttershof werd meer dan
100 jaar uitgebaat door een Backx-telg.
Het Edel Tijverdrijf staat voor 150 jaar folklore met Kempische stijl en zwier.
Toen ik mijn plechtige communie deed had ik ook weer tegenslag. De mis was al om half zeven en we moesten een kwartier
te voet gaan. Ons Jeanne had mij héél schoon aangekleed. Ik had een lichtblauw kleedje aan en ik mocht ons Jeanne haar horloge aandoen. Ik zo fier als een pauw te voet weg. Ik was nog niet ver hoor, en ik zag een fiets aankomen. Ik stapte van
de borduur en viel recht in een plas water. Wat nu gedaan? Ik terug naar huis, ons Jeanne trok mijn kleed uit, waste het voornaamste uit in een emmer sop en zette het strijkijzer op de Leuvense stoof zo dat ze het kleedje nog wat kon droogstrij-
ken. Haar horloge kreeg ik niet meer aan. Hoe ik toen in de kerk geraakt ben weet ik niet meer, maar ik kwam veel te laat!
Ik kreeg flink wat kijven van de zuster, maar ons moeder zei : “ Laat ze maar gerust want ze is in het slijk gevallen! “. Maar die schone dag was naar de knoppen en ik had geen foto!!!

In mei legt elke vogel een ei
9 Varia
Test van de Super Anti Slech-terik Pijl
Zo op het oog was het maar een kleine
pijl die alleen krasjes maakte. Maar als een slechterik geraakt werd door zo een
pijl, viel hij door het stofje op de punt van de pijl meteen in slaap. En bij het wakker worden begonnen ze
te zingen: wij zijn de goeierikken. Alsof iemand dat geloofde: voor het slapen
gaan waren het nog gevaarlijke slechte-rikken! Om te zien of het echte goeie-
rikken waren geworden stuurde BAAS
AAP een paar SOLDAAT-APEN op de zingende slechterikken af. En mirakels,
ze omhelsden de SOLDATEN en begon-nen met hen te dansen en te zingen.
Nou, de SOLDAAT-APEN dansten liever dan dat ze oorlog voerden. Want oorlog
voeren is heel gevaarlijk. Je kon zomaar
een flinke steen tegen je kop krijgen of een klap met een stok. Als het heel erg
werd, kon je zelfs met 1 klap in de apenhemel terecht komen!! Een feestje
bouwen was veel leuker en dus werd
het feest steeds groter. Want ook de UITVINDER-APEN wilden wel eens een
pleziertje na al dat gepuzzel met nieuwe wapens. BAAS AAP moest ingrijpen
want anders zou de test met het AS pak niet doorgaan. Dat zou jammer zijn
want het pak was heel bijzonder.
Test van het Anti Slechterik Pak (AS pak)
Alle UITVINDER-APEN deden een groen
gekleurd pak aan. En gingen daarna in een boom dichtbij het oorlogsgeweld
zitten. Nu maar wachten tot er een
De familie SNURK heeft een paar slech-
terikken gevangen om de nieuwe wa-pens van de UITVINDER-APEN op te
testen. Nu maar hopen dat het echte slechterikken zijn en geen neppers.
Want het verschil tussen een aap die
zich verdedigt en een slechterik, die aanvalt, is soms moeilijk te zien.
Test van de Namaak Pinda’s of NINDA’s
Eerst kregen de slechterikken Namaak
Pinda’s te eten, de zgn. NINDA’s. Nou,
die werkten nog beter dan beloofd: de slechterikken begonnen te bedelen om
nog meer NINDA’s en lieten al het an-dere eten staan. Ook werden ze ineens
veel aardiger, bijna goeierikken, zou je
denken. Maar hoe lang werken die NI-NDA’s ? vroeg BAAS AAP. Nou, heel
lang want de slechterikken weigerden gewone pinda’s. Zelfs overheerlijke frit-
ten, koeken, pralines, taarten en ander lekkers lieten ze staan. En ze begonnen
elkaar te kroelen, ipv met stenen en
stokken te zwaaien. Een groot succes dus, ze leken wel verslaafd aan de
NINDA’s. Nu nog zorgen voor voldoende NINDA’s voor alle slechterikken. Hoera,
geen oorlog meer. Alleen nog burenru-
zies bv. wie op welke tak mocht slapen en wie beter kon snurken. BAAS AAP
vroeg de UITVINDER-APEN om een NINDA-FABRIEK te ontwerpen en de
WERK-APEN moesten alvast een goede
plek voor de bouw maken. Ondertussen begon de volgende test.
slechterik voorbij kwam. Nou, dat duurde
heel lang. De groen geklede apen vielen in slaap en er klonk een luid gesnurk uit
de boom. Het werkte aanstekelijk en al snel waren alle apen van de familie
SNURK op het testterrein aan het snur-
ken. Ze merkten daardoor niet dat er – eindelijk – een groepje slechterikken op
de boom afkwam. Die hoorden natuurlijk het snurken en dachten: dat is de familie
SNURK, die gaan we eens aanvallen. Maar op 50 m van de boom gekomen
stonden ze ineens stil: de voorsten be-
gonnen te zingen “wij zijn goeierikken” en al snel volgde de hele groep. Want
het groene AS pak verspreidde een soort parfum met hetzelfde stofje als op de
pijl. De slechterikken ademden dat in en..
jawel hoor, ze vergaten alles en vielen na het zingen in slaap. En begonnen ook te
snurken. Het werd 1 groot snurkkoor. Alsof er bomen omgezaagd werden. Ge-
lukkig was dat niet zo, want apen zonder bomen, dat kan niet. Groen was dus een
goede kleur want na het wakker worden
omhelsde iedereen elkaar en zei elkaar leuke dingen. De slechterikken deden
ook een groen pak aan en riepen: MAKE PEACE MET GROEN. Een groot succes
dat groene anti-slechterik pak! Iedereen
wilde groen zijn of minstens lijken. Zo kreeg je ook nep-groeners. Die liepen
rond in een groen pak, maar vielen al gauw door de mand. Want ze gingen
bomen omhakken en zeiden slechte din-
gen tegen elkaar. Ondertussen begon de bouw van de NIN-
DA-FABRIEK. Volgende keer zullen we zien hoe groen en NINDA’S elkaar ver-
dragen. Leuk hoor Wordt vervolgd…
Tjeerd Ossewaarde
APENBROODBOOM: DE FAMILIE SNURK TEST DE
ANTI-SLECHTERIK WAPENS
Foto van de week

10 Varia
overlijdensbericht Hermina Van Ginneken Echtgenote van Jef Thys ° Essen 12 juni 1950 + Coda Wuustwezel 4 mei 2015 De uitvaartdienst had plaats op zaterdag 9 mei ‘15
overlijdensbericht Mark De Graef ° Berchem 1 maart 1948 + Essen 1 mei 2015 De uitvaartdienst had plaats op vrijdag 8 mei 2015
Natuur op Den Uil Frank Rossen