KLEURENTHEORIE EN PRAKTIJKusers.skynet.be/sharpside/chemie/louis/allesbijelkaar.pdf ·...

41
MV-02 kleurenleer 1 KLEURENTHEORIE EN PRAKTIJK WEEK 1 1. Wat is licht? Elektromagnetische golven Het elektromagnetische spectrum 2. Wat is kleur? Het spectrum Absorptie en reflectie 3. De werking van het oog Kleurenblindheid WEEK 2 4. Kleurmenging Het additief mengen van kleuren Het substractief mengen van kleuren 5. Kleureigenschappen WEEK 3 6. Kleurcontrasten 7. Kleurcompositie WEEK 4 9. Kleurenmodellen RGB kleurenmodel CMY en CMYK kleurenmodel HSV kleurenmodel 10. Kleur en computer Resolutie Webkleuren/Webdesign

Transcript of KLEURENTHEORIE EN PRAKTIJKusers.skynet.be/sharpside/chemie/louis/allesbijelkaar.pdf ·...

Page 1: KLEURENTHEORIE EN PRAKTIJKusers.skynet.be/sharpside/chemie/louis/allesbijelkaar.pdf · Webkleuren/Webdesign. MV-02 kleurenleer 2 INTRODUCTIE Kleur heeft misschien wel een grotere

MV-02 kleurenleer 1

KLEURENTHEORIE EN PRAKTIJK

WEEK 11. Wat is licht?

Elektromagnetische golvenHet elektromagnetische spectrum

2. Wat is kleur?Het spectrumAbsorptie en reflectie

3. De werking van het oogKleurenblindheid

WEEK 24. Kleurmenging

Het additief mengen van kleurenHet substractief mengen van kleuren

5. Kleureigenschappen

WEEK 36. Kleurcontrasten7. Kleurcompositie

WEEK 49. Kleurenmodellen

RGB kleurenmodelCMY en CMYK kleurenmodelHSV kleurenmodel

10. Kleur en computerResolutieWebkleuren/Webdesign

Page 2: KLEURENTHEORIE EN PRAKTIJKusers.skynet.be/sharpside/chemie/louis/allesbijelkaar.pdf · Webkleuren/Webdesign. MV-02 kleurenleer 2 INTRODUCTIE Kleur heeft misschien wel een grotere

MV-02 kleurenleer 2

INTRODUCTIE

Kleur heeft misschien wel een grotere uitwerking op ons gedragen de zelfs de keuzes die we maken dan we durven veronder-stellen. Kleur is een van de belangrijkste en meest complexebronnen van informatie. Om kleur doeltreffend te kunnengebruiken, moeten we eerst de basisbegrippen van kleur lerenbegrijpen. Ben je een kunstenaar, dan zijn de systematischegrondbeginselen van kleur niet zo belangrijk. Kleur kies je danvoornamelijk uit emotie, symboliek en intuïtie. Wil je echterkleur voor een specifiek doel gebruiken, dan is kleurenleer eenuitstekend middel om tot een systematische oplossing te ko-men.

In het eerste deel wordt het begrip licht beschreven. Zonderhet licht als de bron van kleur zou alles namelijk kleurloos zijn.In deel twee gaan we in op het begrip kleur en het spectrum.Deel 3 tenslotte gaat in op de werking van het oog en hetfenomeen kleurenblindheid.

Inhoud van deze week1. Wat is licht?2. Wat is kleur?3. De werking van het oog

Page 3: KLEURENTHEORIE EN PRAKTIJKusers.skynet.be/sharpside/chemie/louis/allesbijelkaar.pdf · Webkleuren/Webdesign. MV-02 kleurenleer 2 INTRODUCTIE Kleur heeft misschien wel een grotere

MV-02 kleurenleer 3

DEEL 1.HET BEGRIP LICHT

Elektromagnetische golvenLicht is afkomstig van een lichtbron. Er zijn verschillendelichtbronnen. Overdag ziet je het zonlicht en ‘s avonds wor-den kamers verlicht door lamp- of kaarslicht.De zon, een natuurlijke lichtbron, bestaat uit deeltjes dieontzettend warm zijn. Deze deeltjes laten een enorme hoe-veelheid energie vrij, die op aarde deels als warmte, deels alslicht aankomt. Kunstmatige lichtbronnen zetten elektrischeenergie om in lichtenergie. Dat daarbij ook warmte ontstaat,merk je wanneer je een gloeilamp aanraakt die een tijdgebrand heeft.Onderzoek naar de oorsprong van licht verliep moeizaam.Tegenwoordig is bekend dat licht een vorm van energie is.Lichtenergie plant zich in alle richtingen rechtlijnig voort inde vorm van golven, zogenaamde elektromagnetische golven.Dit wil zeggen dat er sprake is van magnetische krachten diedoor elektrische stromen worden opgewekt. De golven bewe-gen zich met een snelheid van 300.000 km per seconde. Als jenagaat dat de omtrek van de aarde ongeveer 40.000 km is,dan kan het licht in 1 seconde een afstand afleggen van ruimzeven keer de omtrek van de aarde. Bij onweer bijvoorbeeldontstaan bliksem en donder tegelijk. Maar alleen het licht zieje direct: het geluid plant zich langzamer voort en het duurtdus langer voor je dit hoort.

De golfbewegingen van het licht kunnen het best vergelekenworden met de beweging van een touw dat aan een eind open neer wordt bewogen:De golfuitslagen, de trillingen, staan loodrecht op de richting

waarin zij bewegen. De afstand die de golf aflegt gedurendeeen op- en neergaande beweging, wordt de golflengtegenoemd. Het aantal keren dat een golf een bepaald puntpasseert, noemen we de frequentie van de golfbeweging.De grootte van de uitslag van de golfbeweging bepaalt of wemet fel of zwak licht te maken hebben.

elektromagnetischegolven

golflengte

frequentie

Page 4: KLEURENTHEORIE EN PRAKTIJKusers.skynet.be/sharpside/chemie/louis/allesbijelkaar.pdf · Webkleuren/Webdesign. MV-02 kleurenleer 2 INTRODUCTIE Kleur heeft misschien wel een grotere

MV-02 kleurenleer 4

Het elektromagnetische spectrumDe elektromagnetische golven maken deel uit van hetelektromagnetische spectrum. Het elektromagnetische spec-trum wordt gevormd door de diverse soorten straling die doorde zon uitgezonden worden.Het zichtbare licht, dat we hiervoor beschreven, is slechts eenheel klein deel van het totale elektromagnetische spectrum.Andere elektromagnetische golven zijn bij voorbeeld radiogol-ven, ultra-kortegolven, infrarood licht, ultraviolet licht enröntgenstralen.

Sommige stralen van het elektromagnetische spectrum wordengeabsorbeerd in de atmosfeer en dringen dus niet door tot deaarde. Van de soorten die wel doordringen, wordt in veelgevallen een nuttig gebruik gemaakt. Zo kunnen radiogolvengebruikt worden voor radiotelegrafie, ultra-kortegolven voortelevisie, infrarode stralen voor warmtetherapie, ultraviolettestralen voor de hoogtezon en röntgenstralen in de medischewereld. Er zijn ook grafische toepassingen. In de fotografiewordt bij voorbeeld gebruik gemaakt van onder andere rönt-genstralen en ultraviolet licht.

Het elektromagnetische spectrum wordt gemeten in meters. Degolflengten van de verschillende stralingen zijn zeer uiteenlo-pend. Zo zijn er radiogolven met een golflengte van 10.000meter, maar ook röntgenstralen met een golflengte van0,000.000.001 meter. Omdat het lastig is met zoveel cijfersachter de komma te werken, wordt er doorgaans gemeten innanometers. Nanos is het Griekse woord voor negen:1 nm = 0,000.000.001 m of 10-9 m.

radiogolvenultra-kortegolveninfrarode stralenultraviolette stralenröntgenstralen

nanometers

Page 5: KLEURENTHEORIE EN PRAKTIJKusers.skynet.be/sharpside/chemie/louis/allesbijelkaar.pdf · Webkleuren/Webdesign. MV-02 kleurenleer 2 INTRODUCTIE Kleur heeft misschien wel een grotere

MV-02 kleurenleer 5

DEEL 2.HET BEGRIP KLEUR

Het spectrumWe maken onderscheid tussen het spectrum en hetelektromagnetische spectrum: het spectrum is een onderdeelvan het elektromagnetische spectrum. Het elektromagnetischespectrum bestaat uit alle stralen die door de zon uitgezondenworden.Onder het spectrum verstaan we echter alleen de zichtbarestralen. Wanneer het gaat om het begrip kleur, hebben wealleen te maken met deze zichtbare stralen. De golflengte vanhet zichtbare licht varieert van 380 tot 760 nm.Het spectrum kun je je voorstellen als een kleurenband :

Het is een bepaalde rangschikking van kleuren, steeds dezelfdeen in een vaste volgorde, die we overal en altijd weer tegenko-men. Het spectrum is te zien in de fonkeling van een diamant,in de nevel boven een waterval of in de kromming van deregenboog. Je ziet achtereenvolgens de kleuren violet, blauw,groen, geel, oranje en rood. We gaan ervan uit dat het spec-trum globaal bestaat uit drie gebieden:

• blauw• groen• rood

electromagnetisch spectrum

spectrum

Page 6: KLEURENTHEORIE EN PRAKTIJKusers.skynet.be/sharpside/chemie/louis/allesbijelkaar.pdf · Webkleuren/Webdesign. MV-02 kleurenleer 2 INTRODUCTIE Kleur heeft misschien wel een grotere

MV-02 kleurenleer 6

Absorptie en reflectieHet waarnemen van kleuren behoort tot de gewoonste dingenvan het dagelijks leven. De kleur is, naast de vorm, een be-langrijk hulpmiddel bij het herkennen van de voorwerpen omje heen. Alles heeft kleur: het daglicht, de hemel, het land-schap, je huid en je ogen. Alle dingen die mensen maken om tegebruiken of te dragen zijn gekleurd. Kleur is zo vanzelfspre-kend dat we er nauwelijks over nadenken. Maar schijn be-driegt: de wereld op zich is volkomen kleurloos. De zichtbarewereld bestaat uit kleurloze materie en uit kleurlozeelektromagnetische trillingen, die zich door hun energie en hungolflengten van elkaar onderscheiden. Het licht is de bron vande kleuren die we zien. Zonder licht zou alles dus kleurlooszijn.Drie factoren, en met name de samenhang tussen deze facto-ren, maken het mogelijk dat je kleuren ziet, namelijk:

1. Het licht als bron van de kleuren.2. Het materiaal, dat iets met dit licht doet.3. Het oog, dat de kleuren opvangt.

kleurloos

Page 7: KLEURENTHEORIE EN PRAKTIJKusers.skynet.be/sharpside/chemie/louis/allesbijelkaar.pdf · Webkleuren/Webdesign. MV-02 kleurenleer 2 INTRODUCTIE Kleur heeft misschien wel een grotere

MV-02 kleurenleer 7

Licht wordt pas kleur doordat de omgeving, afhankelijk van demoleculaire samenstelling, het opvallende licht van het spec-trum absorbeert of reflecteert, waarna het oog het lichtopvangt en als zenuwsignaal doorstuurt naar de hersenen.Absorberen is opnemen en reflecteren is terugkaatsen. Deabsorptie van het licht vindt plaats door de kleurstofmoleculendie te vinden zijn bij bloemen, bomen en dieren, in verf-stoffen en inkt. Kortom: bij nagenoeg elk product dat in denatuur voorkomt of dat door de mens gemaakt is.

Deze kleurstofmoleculen kunnen een groot aantal ‘bouw-patronen’ vormen. Elk patroon heeft weer een andere manierom bepaalde golflengten te absorberen of juist te reflecteren.Zo wordt bij voorbeeld de groene kleur van de meeste plan-ten veroorzaakt door de speciale bouw van de kleurstof-moleculen in het bladgroen.Als er licht op een plant valt, wordt het grootste deel van hetblauwe en rode gebied van het spectrum door het bladgroengeabsorbeerd. Wat overblijft — groen en wat rood — wordtgereflecteerd en kan het oog bereiken. Bij gekleurde door-zichtige (transparante) stoffen gaat het net zo. Het niet-geabsorbeerde deel van het licht wordt doorgelaten en kan zoons oog bereiken. Dit geldt voor alle materialen: ze ab-sorberen selectief een deel van het licht en reflecteren hetoverige deel. Kleuren kunt je dus zien omdat het oog ‘infor-matie’ krijgt — de kleurprikkel — uit de niet-geabsorbeerdestralen.

absorberenreflecteren

Page 8: KLEURENTHEORIE EN PRAKTIJKusers.skynet.be/sharpside/chemie/louis/allesbijelkaar.pdf · Webkleuren/Webdesign. MV-02 kleurenleer 2 INTRODUCTIE Kleur heeft misschien wel een grotere

MV-02 kleurenleer 8

DEEL 3DE WERKING VAN HET OOG

Je kunt voorwerpen zien omdat de mens door de natuur voor-zien is van een zeer gevoelige en gecompliceerde ontvang-installatie die bestaat uit de ogen, het zenuwstelsel en dehersenen. De lichtstralen die door de ogen opgenomen zijn,worden omgezet in de gewaarwording zien. Net zoals het oorgeluidsgolven opneemt en deze omzet in ‘horen’.Op de onderstaande afbeelding is een schematische weergavevan het oog te zien. Het zien gebeurt met een lens, vergelijk-baar met de lens van een camera. De ringvormige iris begrensthet beeld dat door de lens opgevangen wordt. Dit beeld komtvia lens en hoornvlies (cornea) op het netvlies (retina) terecht.Hier wordt het beeld omgezet in signalen, die vervolgens naeen aantal ‘bewerkingen’ als gecodeerde berichten via degezichtszenuw naar de hersenen worden verzonden.

Schematische weergave van het oog

lensiris

hoornvlies (cornea) ,netvlies (retina)

Page 9: KLEURENTHEORIE EN PRAKTIJKusers.skynet.be/sharpside/chemie/louis/allesbijelkaar.pdf · Webkleuren/Webdesign. MV-02 kleurenleer 2 INTRODUCTIE Kleur heeft misschien wel een grotere

MV-02 kleurenleer 9

In het netvlies (retina) treffen we twee typen gevoelige cellenaan: de kegeltjes en de staafjes. De staafjes (rods) bevattenalle dezelfde soort pigment en zijn speciaal ontwikkeld voorhet zien in het donker. Aangezien bij de staafjes maar éénsoort pigment betrokken is, kunt je hiermee geen kleuren zien.De kegeltjes (cones) daarentegen zijn onderverdeeld in typenmet verschillende pigmenten. Ze maken hierdoor het zien vankleuren mogelijk, maar functioneren alleen bij voldoende licht.Wanneer het licht sterk genoeg is om de kegeltjes te latenfunctioneren, nemen ze de taak over van de staafjes. Destaafjes nemen dan niet langer deel aan het proces van hetzien. Er zijn drie soorten kegeltjes, ieder met een ander pig-ment. De verschillende pigmenten zijn gevoelig voor verschil-lende gedeelten van het spectrum: voor het gemak meestalaangeduid met het rode, groene en blauwe gebied.

staafjes

kegeltjes

Page 10: KLEURENTHEORIE EN PRAKTIJKusers.skynet.be/sharpside/chemie/louis/allesbijelkaar.pdf · Webkleuren/Webdesign. MV-02 kleurenleer 2 INTRODUCTIE Kleur heeft misschien wel een grotere

MV-02 kleurenleer 10

KleurenblindheidVaak wordt een en dezelfde kleur door verschillende mensenverschillend beoordeeld. Dit verschijnsel kan veel oorzakenhebben, bij voorbeeld vermoeidheid van het oog of het feit datde kleur niet een uitgesproken kleur is, maar een tint die hetmidden houdt tussen bij voorbeeld groen en blauw. Het oog kanechter ook door andere factoren tekort schieten in het vermo-gen om kleuren te zien. Grote afwijkingen van het normalevermogen om kleuren te onderscheiden, worden meestal aan-geduid met de term kleurenblindheid. Maar alleen mensen diehelemaal geen kleuren kunnen herkennen of onderscheiden,worden terecht kleurenblind genoemd. Deze totale kleuren-blindheid is echter zeldzaam. Wie aan totale kleurenblindheidlijdt, ziet kleuren alleen als verschillende helderheden (grijs-waarden).

Een afwijking in het zien van kleuren uit zich meestal alsgedeeltelijke kleurenblindheid. Het meest komt gedeeltelijkegroenblindheid voor. Ongeveer 40 % van alle mannen en 0,3%van alle vrouwen lijdt daaraan. Behalve de groengevoeligheid ismeestal ook de roodgevoeligheid gestoord. Als de gevoeligheidvoor twee kleuren, bij voorbeeld rood en groen, alleen maargestoord is, kan men deze kleuren nog wel waarnemen. Hetfijne onderscheidingsvermogen ontbreekt echter. Bij volledigerood- en groenblindheid verschijnen rood en groen als uit-eenlopende grijswaarden. Volledige groenblindheid, blauw-blindheid en roodblindheid komen echter niet vaak voor.

Afwijkingen in het zien van kleuren zijn bijna altijd terug tevoeren op een abnormaal functioneren van de kegeltjes. Voorhet onderzoek naar deze afwijkingen kan van een heel arsenaalvan testen gebruik gemaakt worden. Bekend zijn de afbeeldin-gen die samengesteld zijn uit verschillend gekleurde bolletjes,waarin figuren voorkomen die voor mensen met een afwijkingin de kegeltjes onzichtbaar zijn.

Test voor het zien vankleuren

Page 11: KLEURENTHEORIE EN PRAKTIJKusers.skynet.be/sharpside/chemie/louis/allesbijelkaar.pdf · Webkleuren/Webdesign. MV-02 kleurenleer 2 INTRODUCTIE Kleur heeft misschien wel een grotere

MV-02 kleurenleer 11

Vorige week hebben we het gehad over de perceptie van kleur,ofwel hoe wij kleur kunnen zien. Zonder licht is er geen kleur.We gaan nu dieper in het vervaardigen van kleur.In deel 4 behandelen het mengen van de kleuren rood, groen enblauw. Hierbij maken we een onderscheid tussen het mengenvan lichtkleuren en het mengen van stofkleuren. Tenslottebespreken we in deel 5 welke eigenschappen een kleur heeft.

Inhoud van deze week4. Kleurmenging5. Kleureigenschappen

Page 12: KLEURENTHEORIE EN PRAKTIJKusers.skynet.be/sharpside/chemie/louis/allesbijelkaar.pdf · Webkleuren/Webdesign. MV-02 kleurenleer 2 INTRODUCTIE Kleur heeft misschien wel een grotere

MV-02 kleurenleer 12

DEEL 4.KLEURMENGING

Additieve mengingZoals je weet komen er drie verschillende soorten kegeltjes inhet netvlies voor. Er bestaan dus drie primaire gevoelighedenvoor kleuren, namelijk rood, groen en blauw. Deze kleurennoemen we dan ook de primaire kleuren. Alle overige kleurenzijn het resultaat van menging van de primaire kleuren. Alsde primaire kleuren gemengd worden, worden ze als het warebij elkaar opgeteld: rood + groen = geel. We spreken dan ookvan additieve menging. De resultaten van kleurmenging, zoalsde kleur geel in het voorbeeld, noemen we secundaire kleu-ren. Bij additieve menging hebben we het over het mengenvan lichtstralen. Rood, groen en blauw zijn dan ook licht-kleuren.Het principe van additieve menging kunnen we verduidelijkendoor drie gekleurde lichtbundels, een rode, een groene eneen blauwe, als uitgangspunt te nemen. Omdat elk van dezekleuren ongeveer een derde deel van het spectrum beslaat,noemen we ze ook wel 1/3-kleuren. De menging van de licht-bundels vindt plaats in een verduisterde ruimte. Je ziet ineerste instantie niets: alles is zwart. In deze ruimte stellenwe drie projectoren en een zwart scherm op. Met behulp vangekleurde filters zorgen we ervoor dat één projector roodlicht uitstraalt, een andere projector groen licht en de derdeprojector blauw licht. De projectoren worden één voor ééningesteld. We beginnen met blauw licht, daarna groen entenslotte rood. Het blauwe licht laten we gedeeltelijk overhet rode licht vallen. Daar waar de beide 1/3-kleuren rood enblauw over elkaar vallen, ontstaat de 2/3-kleur magenta, eensecundaire kleur dus. Als we op dezelfde manier het rode engroene licht over elkaar laten vallen, ontstaat de 2/3-kleurgeel. Ten slotte mengen we uit de 1/3-kleuren groen enblauw de 1/3-kleur cyaan. In het midden van de geprojec-teerde lichtbundels vallen rood, groen en blauw samen. Opdie plaats ontstaat een kleur die opgebouwd is uit drie 1/3-kleuren, namelijk de 3/3-kleur wit. Hieruit blijkt dat hetwitte licht inderdaad uit de drie gebieden van het spectrumbestaat:rood, groen en blauw.Op de afbeelding hiernaast is deze additieve menging zicht-baar.

primaire kleuren

additieve mengingsecundaire kleuren

lichtkleuren

1/3-kleuren

Additieve menging

Page 13: KLEURENTHEORIE EN PRAKTIJKusers.skynet.be/sharpside/chemie/louis/allesbijelkaar.pdf · Webkleuren/Webdesign. MV-02 kleurenleer 2 INTRODUCTIE Kleur heeft misschien wel een grotere

MV-02 kleurenleer 13

Het zien van kleuren berust voor een groot deel op hetadditieve mengsysteem. In deel 2 over absorptie en reflectiebeschreven we al wat er gebeurt wanneer je een groeneplant ziet. Rode, groene en blauwe voorwerpen zien we alszodanig omdat steeds 2/3 deel van het licht wordt geabsor-beerd en 1/3 deel gereflecteerd. Als voorbeeld nemen we derode brievenbus van de PTT. Als hierop een bundel wit lichtvalt, worden het blauwe gebied en het groene gebied geab-sorbeerd en het rode gebied wordt gereflecteerd. Door dereflectie van het rode gebied zien we de brievenbus als rood.Hier geldt dus dat 1/3 deel van het licht gereflecteerd wordt.

Wanneer we niet met de primaire kleuren rood, groen ofblauw te maken hebben, gaat het waarnemen van de kleuranders. Een banaan zie je als geel omdat het blauwe gebiedgeabsorbeerd wordt, terwijl het rode gebied en het groenegebied gereflecteerd worden. Op de afbeelding van de vorigepagina heb je kunnen zien dat rood en groen samen geelvormen. In dit geval wordt dus 2/3 deel van het lichtgereflecteerd: geel is immers een secundaire kleur.

Bij deze voorbeelden zijn we steeds uitgegaan van theoreti-sche, en dus ideale, situaties. Je weet echter dat het spec-trum uit meer kleuren bestaat dan de drie gebieden uit degrove indeling. Vaak is een kleur dan ook niet een absolute 2/3-kleur, maar bestaat hij bij voorbeeld uit een klein deel vanhet roodgebied en een groot deel van het blauwgebied. Hetresultaat hiervan zou een donkere kleur paars zijn. Naarmatehet deel van het roodgebied groter wordt, verandert denuance van het paars. Wanneer er gelijke delen rood enblauw zijn, ontstaat weer een zuivere 2/3-kleur, namelijkmagenta.

Samenvattend: rood, groen en blauw zijn de primaire licht-kleuren. Ze worden additief gemengd. Delen rood, groen enblauw vormen samen wit. Dat is vanzelfsprekend, want hetwitte licht bestaat globaal uit een rood gebied, een groengebied en een blauw gebied. Rood plus groen geeft geel, roodplus blauw levert magenta en groen plus blauw wordt cyaan.Al deze kleuren zijn te zien op de vorige pagina. De kleurengeel, magenta en cyaan worden secundaire lichtkleuren ge-noemd.

zien van kleuren

primaire lichtkleurenadditief gemengd

secundaire lichtkleuren

Page 14: KLEURENTHEORIE EN PRAKTIJKusers.skynet.be/sharpside/chemie/louis/allesbijelkaar.pdf · Webkleuren/Webdesign. MV-02 kleurenleer 2 INTRODUCTIE Kleur heeft misschien wel een grotere

MV-02 kleurenleer 14

Subtractieve mengingHiervoor beschreven we het mengen van lichtstralen of licht-kleuren. Bovendien weet je nu hoe het komt dat je kleurenkunt onderscheiden. Dit hangt samen met het absorberen enreflecteren van de kleurgebieden van het spectrum.In dit deel bekijken we hoe drukkleuren tot stand komen.Hierbij is geen sprake meer van additieve menging, maar vansubtractieve menging. Bij additieve menging worden de stralenbij elkaar opgeteld. Subtractieve menging is het tegenoverge-stelde van additieve menging. Hier gaat het juist om het ont-trekken van delen uit de kleuren. Bovendien spreken we hierniet van lichtkleuren, maar van stofkleuren of materiekleuren.Het gaat in dit voorbeeld namelijk niet om lichtstralen, maarom inkt.De kleuren cyaan, magenta en geel zijn in de grafische indus-trie heel belangrijke kleuren: het zijn de primaire stof-kleuren. Alle andere kleuren kunnen tot stand komen doormenging van deze drie kleuren. Een samendruk van geel enmagenta levert rood op. Rood is hier een secundaire kleur.

Subtractieve menging begint in tegenstelling tot additievemenging niet bij zwart, maar altijd bij wit, bij voorbeeld eenvel wit papier. Bij subtractieve menging gaat het dus niet omhet optellen van lichtstralen, maar om het onttrekken vankleurbestanddelen uit het witte licht. Dit gebeurt door hetsamenvoegen van pigmenten. Hieronder is de subtractievemenging te zien.

Evenals bij de additieve menging gaan we uit van een projec-tor, maar verder is de situatie anders. Bij additieve menginghadden we drie bundels gekleurd licht nodig, die bij elkaaropgeteld werden. Voor het principe van subtractieve mengingis slechts één bundel wit licht nodig. We creëren nu eensituatie waarbij we pigmenten mengen. Dit gebeurt metbehulp van kleurfilters. De projector zorgt voor een bundelwit licht op een wit scherm. Nu plaatsen we in de stralengang

onttrekkenstofkleurenmateriekleuren

primaire stofkleuren

secundaire kleur

Page 15: KLEURENTHEORIE EN PRAKTIJKusers.skynet.be/sharpside/chemie/louis/allesbijelkaar.pdf · Webkleuren/Webdesign. MV-02 kleurenleer 2 INTRODUCTIE Kleur heeft misschien wel een grotere

MV-02 kleurenleer 15

van de projector een filter in een primaire subtractieve kleur,bij voorbeeld magenta. De blauwe en rode gebieden van hetwitte licht dringen door het filter heen en vallen op het wittescherm. We zien daardoor de kleur magenta. Achter hetmagenta filter plaatsen we nu een tweede filter. Dit filter iscyaankleurig: we mengen nu. Op dat moment gebeurt hetvolgende:de door het magenta filter doorgelaten blauwe en rode stra-len bereiken het cyaan filter. Dit filter absorbeert de rodestralen en laat de blauwe door. Op het papier ontstaat nu dekleur cyaan. Achter het magenta filter en het cyaan filterplaatsen we ten slotte een geel filter. Dit filter absorbeert deblauwe stralen. Op het papier ontstaat nu de kleur zwart.

Hiernaast is wederom goed te zien dat een samendruk vaninkten in de kleuren cyaan en magenta blauw oplevert. Eensamendruk van magenta en geel wordt rood en een samendrukvan geel en cyaan wordt groen. Blauw, rood en groen zijn hierdus de secundaire kleuren. Je weet dat dit 1/3-kleuren zijn:ze absorberen 2/3 deel van het witte licht en reflecteren 1/3deel. Rode voorwerpen absorberen immers het blauwe en hetgroene gebied van het licht en reflecteren het rode gebied.Als er bij het drukken van kleuren echter gewerkt zou wordenmet inkten in de kleuren rood, groen en blauw, zou dit niethet gewenste resultaat opleveren. Omdat deze kleuren 2/3deel van het licht absorberen, zou er bij samendruk van tweekleuren al een tint ontstaan die tegen zwart aanzit. Op dezemanier zou het onmogelijk zijn ook nog andere tinten in druktot stand te brengen. Daarom worden bij het drukken de 2/3-kleuren cyaan, geel en magenta gebruikt. Omdat deze kleurenmaar 1/3 deel van het licht absorberen en dus 2/3 deel re-flecteren, ontstaat er bij samendruk van twee kleuren noggeen zwart. Zwart ontstaat pas wanneer er een samendruk isvan cyaan, magenta en geel. Dit gebeurt bovendien slechtstheoretisch: in werkelijkheid ontstaat er een donkerbruinetint. Daarom wordt er in de praktijk vaak met een vierdedrukkleur gewerkt, namelijk zwart. Hierop komen we eenvolgende keer terug, als we het drukken in meer kleurenbehandelen.

Samenvattend: de primaire stofkleuren zijn cyaan, magentaen geel. Deze kleuren worden subtractief gemengd. Delencyaan, magenta en geel vormen samen zwart. Geel plusmagenta geeft rood; magenta plus cyaan wordt blauw encyaan met geel wordt groen. Rood, blauw en groen zijn desecundaire stofkleuren.

primaire stofkleurensubtractief gemengd

secundaire stofkleuren

Page 16: KLEURENTHEORIE EN PRAKTIJKusers.skynet.be/sharpside/chemie/louis/allesbijelkaar.pdf · Webkleuren/Webdesign. MV-02 kleurenleer 2 INTRODUCTIE Kleur heeft misschien wel een grotere

MV-02 kleurenleer 16

MeerkleurendrukBij het drukken in meer kleuren wordt dus gebruik gemaaktvan inkten in de kleuren cyaan, magenta en geel. Deze kleur-indrukken komen tot stand doordat voor het oog de gereflec-teerde lichtbundels additiefgemengd worden.

Wat gebeurt er wanneer er licht valt op eenvlak dat met cyaan inkt is bedrukt? De driegebieden van het spectrum bereiken deinktlaag. De blauwe en groene stralen wordengereflecteerd door het witte papier. De inkt isnamelijk transparant. Het rode gebied wordtgeabsorbeerd door de cyaan inkt en kan hetwitte papier dus niet bereiken. Door dereflectie van groen en blauw door het wittepapier, ontstaat voor het oog door additieve menging de kleur-indruk cyaan.

Bij magenta wordt het groene gebied geab-sorbeerd, terwijl het rode en blauwe gebiedhet witte papier wel kunnen bereiken. Hetrode gebied en het blauwe gebied worden dusdoor het papier gereflecteerd. Je neemt dekleurindruk magenta waar.

Bij een gele bedrukking reflecteren rood engroen, terwijl het blauwe gebied geabsor-beerd wordt. Je ziet de kleurindruk geel.

Page 17: KLEURENTHEORIE EN PRAKTIJKusers.skynet.be/sharpside/chemie/louis/allesbijelkaar.pdf · Webkleuren/Webdesign. MV-02 kleurenleer 2 INTRODUCTIE Kleur heeft misschien wel een grotere

MV-02 kleurenleer 17

Wat gebeurt er wanneer er steeds twee kleuren worden samen-gedrukt? Dan er sprake is van subtractieve menging op hetbedrukte papier. De manier waarop je de kleuren ziet, heeftechter weer alles te maken met additieve menging: je ziet dekleuren immers door het licht dat erop valt.

De kleurindruk rood ontstaat door samendruk van geel enmagenta. De gele inktlaag absorbeert het blauwe gebied vanhet spectrum en de magenta inktlaag absorbeert het groenegebied. Het rode gebied wordt gereflecteerd: er ontstaat eenrode kleurindruk.

Hiernaast is een samendruk van geel en cyaan te zien.De gele inktlaag absorbeert blauw en de cyaan inktlaagabsorbeert rood. Het groene gebied van het spectrum bereikthet witte papier en wordt gereflecteerd, de kleurindrukgroen ontstaat.

Een samendruk van magenta en cyaan is te zien op dezeafbeelding. Magenta absorbeert het groene gebied en cyaanabsorbeert het rode gebied. Het blauwe gebied wordt gere-flecteerd: waardoor de kleurindruk blauw ontstaat.

Als alle drie de kleuren samengedrukt worden, ontstaat dekleurendruk zwart. Geel absorbeert immers blauw, magentaabsorbeert groen en cyaan absorbeert rood. Als alle drie degebieden van het spectrum geabsorbeerd worden, is er geenlicht dat het papier bereikt. Hierdoor is er geen reflectie enontstaat de kleurindruk zwart. Maar nogmaals, in de praktijkis dit geen perfect zwart en wordt er een extra drukkleurgebruikt: zwarte inkt.

Samenvattend: de manier waarop mensen kleuren zien, is eenkwestie van additieve menging. Je onderscheidt kleuren im-mers door het licht dat erop valt en de reflecterende stralen.Als het gaat om menging van stofkleuren, zoals te zien is op deafbeeldingen op deze pagina, is er sprake van subtractievemenging. De manier waarop deze kleurindrukken de ogen en dehersenen bereiken, is echter weer additief.

additieve menging

subtractieve menging

Page 18: KLEURENTHEORIE EN PRAKTIJKusers.skynet.be/sharpside/chemie/louis/allesbijelkaar.pdf · Webkleuren/Webdesign. MV-02 kleurenleer 2 INTRODUCTIE Kleur heeft misschien wel een grotere

MV-02 kleurenleer 18

DEEL 5.KLEUREIGENSCHAPPEN

Naast de eigenschap gekleurd te zijn, bezitten stofkleuren nogeen aantal andere eigenschappen. Zo kunnen inkten en vervenbij voorbeeld transparant (doorzichtig) of dekkend (ondoorzich-tig) zijn.Dekkende kleuren worden gebruikt als de kleurlaag de eigenkleur van een ander materiaal moet bedekken. Deze dekkendekleuren mengt de kunstschilder op zijn palet en de huisschilderin de verfbus. Dekkende kleuren worden in het algemeen zogemengd dat aan een bijna goede kleur een klein beetje vaneen andere kleur wordt toegevoegd, totdat het gewensteresultaat ontstaat. Een groot aantal mengkleuren is daarbij hetuitgangspunt. De drie primaire subtractieve kleuren zijn in ditgeval niet voldoende. Deze kleuren kunnen immers ver van degewenste kleur verwijderd zijn.Hoe transparante kleuren gemengd worden, is al eerder be-schreven. Door samendruk van inkten in de kleuren cyaan,magenta en geel kunnen alle andere kleuren tot stand komen.

Andere eigenschappen van kleuren zijn kleurtoon, helderheiden verzadiging. De ogen zijn in staat bijna een miljoen kleurente onderscheiden. Deze kleuren worden geordend, dat wilzeggen systematisch ingedeeld. De verschillende kleuren kun-nen op drie manieren ingedeeld worden. De kleurtoon (hue) ishet gemakkelijkst te onderscheiden. Elke kleur heeft eennaam: rood, groen, geelgroen, blauwgroen, magenta enz.Fijnere onderscheidingen als geelgroen zijn het gevolg van hetfeit dat de kleurtonen geleidelijk in elkaar overgaan. In dereeks van kleurtonen komen zwart en wit niet voor.Door toevoeging van wit aan een bepaalde kleurtoon verandertde verzadiging (saturation) van een kleur. De kleurtoon blijftgelijk, maar de verzadiging neemt af. Het verzadigingsverloopvan kleur begint bij een optimale verzadiging en neemt gelei-delijk af tot het moment dat er geen sprake meer is van kleur:Een verlaging van de verzadiging kan bij dekkende kleuren

bereikt worden door toevoeging van wit. Bij transparanteinkten kan ook wit toegevoegd worden. Een verlaging van deverzadiging kan eveneens bereikt worden door de inkt in eenheel dunne laag aan te brengen.

Het begrip helderheid (brightness) kunnen we het best benade-

Dekkende kleuren

transparante kleuren

kleurtoon (hue)

verzadiging (saturation)

Page 19: KLEURENTHEORIE EN PRAKTIJKusers.skynet.be/sharpside/chemie/louis/allesbijelkaar.pdf · Webkleuren/Webdesign. MV-02 kleurenleer 2 INTRODUCTIE Kleur heeft misschien wel een grotere

MV-02 kleurenleer 19

ren door de kleurindruk van een vlak in fel licht te vergelijkenmet de kleurindruk van hetzelfde vlak in de schaduw. Dekleurtoon is hetzelfde, maar in de schaduw lijkt de kleurdonkerder dan bij een felle verlichting. Door toevoeging vanzwart aan een kleur kan de helderheid afnemen:We noemen dit het breken van de kleur. Bij transparante druk-

inkten kan verzwarting van de kleurtoon ook bereikt wordendoor een dikkere inktlaag aan te brengen. Het door de inktdoorgelaten licht wordt normaal gesproken door het papiergereflecteerd. Als de inktlaag dikker is dan voor een normaleverzadiging nodig is, verandert de kleurindruk in de richtingvan zwart. De oorzaak hiervan is dat een deel van het licht datbij een ‘normale’ inktlaagdikte gereflecteerd zou worden, nugeabsorbeerd wordt door de dikkere inktlaag. Op die manierwordt de kleurindruk minder helder.

Een andere eigenschap is dat elke kleur complementair is. Ditbetekent dat kleuren elkaar aanvullen tot een geheel. Elkekleur heeft een cornplementaire tegenhanger in de vorm vaneen andere kleur. Additief gemengd zullen twee kleuren dieelkaars complement zijn wit opleveren. Subtractief gemengdleveren ze zwart op.De drie primaire stofkleuren kunnen in een halve cirkel gerang-schikt worden. Door hier de drie primaire lichtkleuren aan toete voegen kan de cirkel voltooid worden. Op deze manierontstaat de zogenaamde zesdelige kleurencirkel :

De cirkel bevat dus de primaire lichtkleuren rood, groen enblauw en de secundaire lichtkleuren cyaan, magenta en geel.We kunnen het ook anders formuleren: de cirkel bevat deprimaire stofkleuren cyaan, magenta en geel en de secundairestofkleuren rood, groen en blauw. De kleuren die tegenoverelkaar staan in de cirkel, bij voorbeeld geel en blauw, zijnelkaars complementaire tegenhangers. Subtractief gezienvormen ze zwart en additief gezien wit. Additief gezien bevatgeel immers rood en groen. Samen met blauw wordt dit wit.Subtractief gezien wordt blauw gevormd door cyaan enmagenta. Samen met geel wordt dit zwart.

Samenvattend: twee kleuren die elkaars complementairetegenhangers zijn, vormen samen wit of zwart omdat ze alledrie de primaire kleuren bevatten.

helderheid (brightness)

complementair

Goethe’s zesdeligekleurencirkel

Page 20: KLEURENTHEORIE EN PRAKTIJKusers.skynet.be/sharpside/chemie/louis/allesbijelkaar.pdf · Webkleuren/Webdesign. MV-02 kleurenleer 2 INTRODUCTIE Kleur heeft misschien wel een grotere

MV-02 kleurenleer 20

DEEL 6.KLEURCOMPOSITIE EN KLEURCONTRASTEN

Kleurcontrasten en -compositie in een informatica-opleiding?Als Vormgever van interactie ben jebij het vormgeven vooral bezig met informatie-overdracht; het zo goed mogelijk ondersteunenvan een taak, hoe breed (bijvoorbeeld: “het zoeken van informatie op een website”) of smal(bijvoorbeeld: “het administreren van verkooporders”) deze ook mag zijn. Om de “informatie”over te brengen ben je bezig met een ordening van functies op het scherm en aandachts- enrustpunten aan het scheppen. Die ordening heeft alles te maken met compositie, het ordenenvan elementen. Deze elementen kunnen vormen zijn, zoals geometrische en vrije vormen, maarook kleuren. Ook met kleuren creëer je aandachts- en rustpunten, zoals de blauwe balken vanMSwindows en de vele pictogrammen. We spreken dan ook van kleurcompositie, het ordenen vankleuren op het vlak.Om aandacht te trekken kun je ook contrasten gebruiken. Door het gebruik van een contrast kunje iets laten opvallen of juist laten wegvallen, of bijvoorbeeeld een verschil aangeven.

Kortom: je kunt kleurcontrasten en -compositie gebruiken bij: het vormgeven, om ontwerp-problemen op te lossen, om kleuren te begrijpen en ze daarna goed te kunnen toepassen, deinformatieoverdracht te bevorderen, de navigatie aan te geven, om opdrachtgevers te advise-ren, je ontwerpen te motiveren, etc.

KleurcontrastenEen contrast is een tegenstelling. Kleuren kunnen tegengesteld zijn door bijvoorbeeld tegenoverelkaar gesitueerd te zijn in een kleurencirkel, of doordat ze elkaars complement zijn (elkaaraanvullen tot “zwart”). Er wordt van een contrast gesproken wanneer er tussen 2 te vergelijkenkleurwerkingen duidelijke verschillen zijn waar te nemen.

Voor de kleurcontrasten gaan we uit van de verfkleuren, Rood Geel Blauw. Het gaat om kleur-werkingen en niet om het model, en zodoende zijn alle principes van de kleurcontrasten ook toete passen op andere modellen als RGB en CMY/CMG.

Page 21: KLEURENTHEORIE EN PRAKTIJKusers.skynet.be/sharpside/chemie/louis/allesbijelkaar.pdf · Webkleuren/Webdesign. MV-02 kleurenleer 2 INTRODUCTIE Kleur heeft misschien wel een grotere

Johannes Itten heeft in de jaren ‘10 van de vorige eeuw gedoceerd aan het Bauhaus, eeninstituut dat door het combineren van verschillende kunsten tot nieuwe wilde komen. Hij deeddaar de “Vorkurs”, de begincursus voor de opleiding. Hierin doceerde hij vorm en kleur, enbasistechnieken voor het platte vlak, zoals tekenen en schilderen. De basis van zijn “Vorkurs”is de theorie van contrasten. Hij heeft een boek over kleuren geschreven, welke eveneens uitgaat van contrasten. Hij behandelt er 7 in totaal.

We onderscheiden 7 kleurcontrasten:

• kleur-tegen-kleurcontrast• licht-donkercontrast• warm-koudcontrast• complementaircontrast• simultaancontrast• kwaliteitscontrast• kwantiteitscontrast

kleur-tegen-kleurcontrastDit contrast is de eenvoudigste van de zeven. Dit contrast kan iedereen die niet kleurenblindis, zonder meer zien, omdat het opgeroepen kan worden door “de zuivere kleuren in hunsterktste lichtkracht”. Hiermee wordt bedoeld de primaire kleuren, zonder menging van an-dere kleuren en zwart en wit, dus puur rood, puur blauw en puur geel. De combinatie van deze

kleuren is gelijk het sterkste kleur-tegen-kleurcontrast.Als de drie primaire kleuren gemengd worden, bijvoorbeeld met een andere (primaire) kleur,wordt het contrast zwakker, minder duidelijkzichtbaar. Juist de drie primaire kleuren die tegenelkaar staan, vertonen een sterk contrast. Detoevoeging van zwarte en/of witte kleurvlakkenbeiinvloeden het contrast eveneens. Een zwart vlakversterkt de kleurwerking (het effect van kleuren)terwijl wit de kleurwerking juist afzwakt. Dit is ophet onderstaand voorbeeld te zien.Omdat zwart een donkere, neutrale kleur is,accentueert het zwart de kleursterkte. Het gelevlak rechtsboven lijkt veel zwakker tegen hetwitte blok aan de linkerkant ervan te liggen, danwanneer je kijkt naar de overgang van het gelevlak naar het zwarte vlak aan de onderzijde. Doorzwart of wit te gebruiken naast de kleuren, kunnen

Page 22: KLEURENTHEORIE EN PRAKTIJKusers.skynet.be/sharpside/chemie/louis/allesbijelkaar.pdf · Webkleuren/Webdesign. MV-02 kleurenleer 2 INTRODUCTIE Kleur heeft misschien wel een grotere

MV-02 kleurenleer 22

die kleuren duidelijk gescheiden worden

licht-donkercontrastHet licht-donkercontrast kwamen we al tegen in MV-01. Het contrast, heeft alles te maken metde helderheid van de verschillende kleuren. Het meest duidelijk is het licht-donkercontrast vanzwart en wit en de tinten die daar tussen zitten, maar ook andere kleuren kennen een licht-donkercontrast en het komt ook voor met verschillende kleurwaarden. Zo wordt geel tegenover

paars het maximale licht-donkercontrast uit 2 verschillend kleuren genoemd.

We onderscheiden dus eigenlijk 2 soorten licht-donkercontrasten:

• ontstaan door 1 kleur• ontstaan door 2 of meer kleuren

Betreft het 1 kleur spreken we ook wel van tonaal- of ton-sur-toncontrast, zoals bij de voorbeel-den hieronder.

Een kleur kan donkerder gemaakt worden door zwart toe te voegen, maar ook door het comple-ment toe te voegen. Op deze manier wordt de oorspronkelijke kleur minder aangetast.

NB. In Illustrator kan gemakkelijk het complement gevonden worden door de ingebouwde func-tie. Deze is te bereiken via de options van de box “Color”.

Page 23: KLEURENTHEORIE EN PRAKTIJKusers.skynet.be/sharpside/chemie/louis/allesbijelkaar.pdf · Webkleuren/Webdesign. MV-02 kleurenleer 2 INTRODUCTIE Kleur heeft misschien wel een grotere

warm-koudcontrastEr zijn keuren die warm of koud ervaren worden. Warme kleuren zijn de kleuren geel, geel-oranje, ornanje, oranje-rood, rood en purper. Koude kleuren zijn violet, violet-blauw, blauw,blauw-groen, turquoise-blauw, groen.De kleuren, liggende tussen warm en koud: groen-geel en rood-violet zijn relatief warm, wan-

neer ze liggen naast koude kleuren en relatief koud, wanneer ze naast warme liggen. Kleurenbeinvloeden elkaar dus. Zo wordt een warme kleur als het rood, koeler naast een nóg warmere.Proeven hebben aangetoond dat in 2 werkruimten waarvan de ene blauwgroen en de andereroodoranje geschilderd was, het gevoel voor koude en warmte 3 tot 4 graden verschilde. In deblauwgroene ruimte ervoeren de mensen een binnen temperatuur van 15 graden celsius alskoud, terwijl zij zich in de roodoranje ruimte pas bij 11-12 graden celsius koud vonden.

Op onderstaande afbeelding is te zien dat violet afhankelijk van de opbouw van de kleur als

warm of koud ervaren wordt. Violet aan de linker zijde wordt als koud ervaren, terwijl hetpurper als warm ervaren wordt.complementair contrastHet woord complementair is al een paar keer gevallen. Het betekent dat 2 pigmentkleuren diegemengd worden, neutraal donkergrijs (zwart) geven. “Twee complentaire kleuren vormen eenmerkwaardig paar. Ze zijn tegengesteld, versterken elkaar wederkerig, verhevigen elkaar tot dehoogste stralingskracht, wanneer ze naast elkaar staan en vernietigen elkaar als ze gemengdworden tot grijs.“ (J. Itten). De kleuren staan in de kleurencirkel tegenover elkaar.Dezecomplementaire paren zijn:

• geel-violet• oranjegeel-violetblauw• oranje-blauw• oranjerood-blauwgroen• rood-groen• roodviolet- geelgroen

Page 24: KLEURENTHEORIE EN PRAKTIJKusers.skynet.be/sharpside/chemie/louis/allesbijelkaar.pdf · Webkleuren/Webdesign. MV-02 kleurenleer 2 INTRODUCTIE Kleur heeft misschien wel een grotere

Het valt op dat bij ieder stel een primaire kleur herleid kan worden. De drie primaire schilders-kleuren vormen immers eveneens samen grijs (in de praktijk: donker grijs-bruin). Onderstaandeafbeelding is gemaakt in Photoshop. Het is CMYK-afbeelding met 2 complementaire kleuren: geel

(0% Cyaan, 0% Magenta, 100% Yellow) en paars (100% Cyaan, 100% Magenta, 0% Yellow) met elkaarte laten mengen via de laagoptie “multiply”. Een neutraal grijs/zwart ontstaat.

simultaancontrast“Met het simultaancontrast bedoelen wij het verschijnsel dat ons oog bij een gegeven kleuraltijd tegelijkertijd, dus simultaan, de complementaire kleur verlangt en hem zelfs oproeptwanneer hij niet gegeven is. (...) Men kan de volgende proef nemen: op een groot felgekleurdvlak schildert men een klein, zwart vierkant. Daarover legt men een doorzichtig vel zijdepapier.Is het vlak rood, dan lijkt het alsof het zwarte vierkant groenig is. (...) Iedere kleur verwekt zijnsimultaankleur” (J. Itten). Onderstaande afbeelding laat het simultaancontrast anders zien. In dedrie onderstaande afbeeldingen is telkens een neutraal grijs vlak geplaatst. Als je goed kijktnaar de kleur en naar het grijze vlakje zie je dat het vlakje telkens anders gekleurd is dan bij

de andere, terwijl het drie dezelfde grijzen zijn.

Het grijze vlakje neemt de kleur aan van het complement. Hoe zuiverder de kleuren zijn afge-drukt, hoe duidelijker dit verschijnsel te zien zal zijn.

kwaliteitscontrastOnder het begrip kleurkwaliteit wordt verstaan de graad van zuiverheid of verzadiging van dekleuren. Het contrast bestaat dus aan de ene kant uit heldere kleuren en aan de andere kantdoffe, vertroebelde kleuren. De verzadiging kan bereikt worden door het toevoegen van zwarten/of wit. Onderstaande afbeeldingen zijn geel met respectievelijk wit en zwart gemengd,

waardoor het kwaliteitscontrast ontstaat.

Page 25: KLEURENTHEORIE EN PRAKTIJKusers.skynet.be/sharpside/chemie/louis/allesbijelkaar.pdf · Webkleuren/Webdesign. MV-02 kleurenleer 2 INTRODUCTIE Kleur heeft misschien wel een grotere

De menging met wit veroorzaakt bij het geel het kouder worden van de kleur, terwijl de men-ging met zwart de kleur iets giftigs geeft. Bij rood heeft dit bijvoorbeeld weer een andereuitwerking. Over het algemeen kan gezegd worden dat de kleur van karakter verandert. Hetverzadigde violet heeft bijvoorbeeld iets dreigends in zich.

kwantiteitscontrast“Het kwantiteitscontrast heeft betrekking op de verhouding in grootte van twee of meer kleur-vlekken. Het is dus de tegenstelling: “veel en weinig” of “groot of klein”. (...) Twee factorenbepalen de werkingskracht van een kleur. Op de eerste plaats zijn stralingskracht en op detweede plaats de grootte van de kleurvlek“ (J. Itten). Dt heeft alles te maken met compositie,het verdelen van kleuren op een vlak. Goethe (de Duitse schrijver van onder andere “Faust”)heeft hiervoor verhoudingsgetallen opgesteld, die de verhoudingen tussen de verschillendekleuren weergeven. Deze lichtwaardes zijn als volgt:

geel : oranje : rood : violet: blauw: groen9 : 8 : 6 : 3 : 4 : 6

Hieruit kunnen we herleiden dat bijvoorbeeld rood en groen even sterk zijn en dat geel en violethet minst sterk tegenover elkaar staan. Dit is van invloed op de hoeveelheid kleur in een vlak-verdeling.

Page 26: KLEURENTHEORIE EN PRAKTIJKusers.skynet.be/sharpside/chemie/louis/allesbijelkaar.pdf · Webkleuren/Webdesign. MV-02 kleurenleer 2 INTRODUCTIE Kleur heeft misschien wel een grotere

Op bovenstaande afbeelding wordt het kwantiteitscontrast extreem toegepast. Het rood straaltmede doordat het zo weinig is gebruikt ten opzichte van het blauw.

Page 27: KLEURENTHEORIE EN PRAKTIJKusers.skynet.be/sharpside/chemie/louis/allesbijelkaar.pdf · Webkleuren/Webdesign. MV-02 kleurenleer 2 INTRODUCTIE Kleur heeft misschien wel een grotere

DEEL7.MODELLEN VOOR HET BESCHRIJVEN VAN KLEUROmdat we in staat zijn verscheidene honderdduizenden kleurnuances te onderscheiden (ca.350.000) moeten we mathematische kleurenmodellen introduceren waarmee elke kleurnuanceexact kan worden beschreven in termen van een getalswaarde. Vanwege het grote aantal kleu-ren is het onmogelijk om elke nuance een eigen naam te geven.

Er is een aantal modellen om kleuren als getallen te beschrijven. Enkele van deze, bijvoorbeeldhet RGB-kleurenmodel, zijn direct van het additieve kleurenmengproces afgeleid.Het CMY(Cyaan Magenta Yellow)-kleurenmodel is afgeleid van het subtractieve kleurenmeng-systeem.

Het RGB -kleurenmodelMet behulp van het RGB-kleurenmodel is het mogevan de ene naar de andere kleur worden detwee kleuren - punten in de kubus - door een rechte lijn met elkaar verbonden. Op deze lijnbevinden zich converteert het subtractieve kleurenmengsysteem direct in een digitaal systeem.

Het RGB -kleurenmodel wordt meestal als een kubus afgebeeld:

Elk van de primaire kleuren rood, groen, blauw, cyaan, magenta en geel, evenals zwart en wit,krijgt één van de acht hoeken van de kubus. Elke kleur in deze kubus wordt geïdentificeerd doorzijn coördinaten. De coördinaten zijn samengesteld uit de respectievelijke hoeveelheden van deprimaire kleuren rood, groen en blauw.

G (Groen)

R (Rood)

B (Blauw)

Groen(0,255,0)

Yellow(255,255,0)

Cyaan(0,255,255)

Wit(255,255,255)

Zwart(0,0,0)

Rood(255,0,0)

Magenta(255,0,255)

Blauw(0,0,255)

Page 28: KLEURENTHEORIE EN PRAKTIJKusers.skynet.be/sharpside/chemie/louis/allesbijelkaar.pdf · Webkleuren/Webdesign. MV-02 kleurenleer 2 INTRODUCTIE Kleur heeft misschien wel een grotere

MV-02 kleurenleer 28

Voor een vloeiende overgang van de ene naar de andere kleur worden de twee kleuren - puntenin de kubus - door een rechte lijn met elkaar verbonden. Op deze lijn bevinden zich alle over-gangen van de ene naar de andere kleur.

Het RGB -kleurenmodel wordt vaak door software gebruikt als een intern kleurenmodel, omdathet een makkelijk model is om mee te rekenen en het geen conversie vereist om kleuren op hetbeeldscherm te tonen. van dit kleurenmodel is dat het, wanneer het door mensen gebruiktwordt, moeilijk is een bepaalde kleurnuance voor te stellen in termen van een driecijferigewaarde.

Page 29: KLEURENTHEORIE EN PRAKTIJKusers.skynet.be/sharpside/chemie/louis/allesbijelkaar.pdf · Webkleuren/Webdesign. MV-02 kleurenleer 2 INTRODUCTIE Kleur heeft misschien wel een grotere

MV-02 kleurenleer 29

Het CMY- en het CMYK-kleurenmodelHet CMY-kleurenmodel wordt meestal weergegeven als een kubus, net als bij het RGB-kleuren-model:

Elk van de primaire kleuren rood, groen, blauw, cyaan, magenta en geel, evenals zwart en wit,krijgt één van de acht hoeken van de kubus. Elke kleur in deze kubus wordt geïdentificeerd doorzijn coördinaten. De coördinaten zijn samengesteld uit de respectievelijke hoeveelheden van deprimaire kleuren cyaan, magenta en geel.

Voor een vloeiende overgang van de ene naar de andere kleur worden de twee kleuren -puntenin de kubus- door een rechte lijn met elkaar verbonden. Op deze lijn bevinden zich alle overgan-gen van de ene naar de andere kleur.

Het CMY-kleurenmodel wordt gebruikt wanneer er een kleurendocument op een kleurenprinterwordt afgedrukt of op een traditionele vierkleuren-drukpers.

In theorie is het mogelijk om met behulp van de RGB- en CMY -kleurenmodellen elke willekeu-rige kleurnuance te creëren. Een printer die deze drie kleuren als primaire kleuren gebruikt iszo in staat om alle kleuren te produceren. In de praktijk zijn de drie primaire kleuren cyaan,magenta en geel echter niet in zuivere vorm beschikbaar. Ze zijn altijd vervuild door een zekerehoeveelheid kleur van de andere primaire kleuren. Het resultaat is dat het niet mogelijk is ompuur zwart te creëren, bovendien is het aantal printbare kleuren beperkt. Voorts verspilt hetinkt; om zwart te maken heb je immers minstens drie keer zoveel inkt nodig dan bij elke anderedenkbare kleur. Om dat probleem te overwinnen is het CMY -model uitgebreid tot het zoge-naamde CMYK kleurenmodel. Het verschil tussen de CMY- en CMYK -kleurenmodellen is minimaal.In de praktijk is het effect echter van grote betekenis. In aanvulling op de drie primaire kleurencyaan, magenta en geel, bevat het CMYK -kleurenmodel ook zwart (K=zwart).

M (Magenta)

C (Cyaan)

Y (Yellow)

Magenta(0%,100%,0%)

Blauw(100%,100%,0%)

Rood(0%,100%,100%)

Zwart(100%,100%,100%)

Wit(0%,0%,0%)

Cyaan(100%,0%,0%)

Groen(100%,0%,100%)

Yellow(0%,0%,100%)

Page 30: KLEURENTHEORIE EN PRAKTIJKusers.skynet.be/sharpside/chemie/louis/allesbijelkaar.pdf · Webkleuren/Webdesign. MV-02 kleurenleer 2 INTRODUCTIE Kleur heeft misschien wel een grotere

MV-02 kleurenleer 30

Het HSB -kleurenmodel (Hue, Saturation en Brightness)In vergelijking met de RGB- en CMY -kleurenmodellen heeft het HSB kleurenmodel het voordeeldat de kleuren uiterst nauwkeurig corresponderen met onze beschrijving van die kleuren. Het isderhalve makkelijker om een specifieke kleur te kiezen. Dit kleurenmodel beschrijft kleuren intermen van de drie parameters tint, verzadiging en helderheid.

Door het projecteren van de RGB -kubus langs de diagonaal van wit (1,1,1) naar zwart (0,0,0)krijgen we de basiszeshoek van de HSB -piramide:

De verzadiging is de afstand van de B-as en beschrijft de levendigheid van de kleur. De waardelangs de B-as beschrijft de helderheid.

Page 31: KLEURENTHEORIE EN PRAKTIJKusers.skynet.be/sharpside/chemie/louis/allesbijelkaar.pdf · Webkleuren/Webdesign. MV-02 kleurenleer 2 INTRODUCTIE Kleur heeft misschien wel een grotere

MV-02 kleurenleer 31

DEEL 8.KLEUR EN COMPUTER

Een computersysteem kan ruwweg in drie onderdelen verdeeldworden:

Inputapparatuur,de computer,outputapparatuur

Het welbekende toetsenbord en de muisworden gebruikt om data in te brengen. Kleurenscannerszetten kleurdocumenten om in data die kunnen worden ver-werkt door de computer. Met een digitale fotocamera kunnenwe direct zonder tussenkomst van een ontwikkelservicevakantiefoto’s op de computer bekijken. De webcam is eenspion op het internet.

De CPU is de eigenlijke computer. Deze verzamelt data uit deinputapparaten en ver- en bewerkt ze zo zodanig dat ze,indien gewenst, uitgevoerd kunnen worden via output-apparaten. Laserprinters verschaffen zwart-wit afdrukken vanuitmuntende kwaliteit. De goede oude matrixprinter is eenuniverseel outputmedium dat zowel een goedkoop als eenefficiënt alternatief biedt. Wanneer je echter betaalbarekleurenafdrukken wilt van hoge kwaliteit, dan is er geen beteralternatief dan een kleuren inkjetprinter. Het beeldscherm alsoutputmedium moeten we zeker niet vergeten.

De mogelijkheid van deze componenten voor het verwerkenvan kleur kan sterk variëren. Afhankelijk van de gebruiktesoftware heeft de computer geen enkel probleem om diekleuren te verwerken. Maar het vertonen van kleur op eencomputerscherm en het vervolgens op een printer afdrukken iseen andere zaak.

Standaard VGA-analoge beeldschermen zijn uitstekend in staatom kleur te verwerken. Hetzelfde kan echter niet altijd ge-zegd worden van de grafische kaarten die gebruikt worden.Standaard VGA-grafische kaarten kunnen bijvoorbeeld slechts16 of 256 kleuren laten zien en dat is nogal een beperking.Betere resultaten worden bereikt met de zogenaamdeHi Color grafische kaarten die de mogelijkheid hebben 32.768of 65.536 kleuren weer te geven. De beste resultaten wordenbereikt met de zogenaamde True Color grafische kaarten. Dezebeschikken over 16.777.216 kleuren.

scanner

digitale camera

webcam

laserprinter

inkjet printer

monitor

Page 32: KLEURENTHEORIE EN PRAKTIJKusers.skynet.be/sharpside/chemie/louis/allesbijelkaar.pdf · Webkleuren/Webdesign. MV-02 kleurenleer 2 INTRODUCTIE Kleur heeft misschien wel een grotere

MV-02 kleurenleer 32

De output van kleur via een printer is aanzienlijk ingewikkelder dan via een monitor. Er wordteen aantal verschillende technologieën gebruikt voor printen. Een kleurenprinter heeft vierverschillend gekleurde inkten: cyaan, magenta, geel en zwart. De kleurenprinter creëert, metandere woorden, de diversekleurnuances door het CMYK-kleurenmodel te gebruiken.Het aantal kleurnuances isafhankelijk van de gebruiktehalftoonmethode. In hetbesturingssysteem (Windows,MAC/OS, Linux) is deprinterdriver verantwoordelijkvoor het converteren van hetRGB-kleurenmodel naar hetCMYK-kleurenmodel. Dit omvattevens de conversie van alle parameters die de kwaliteit van de afdruk beïnvloeden (resolutie,papiersoort, halftoonmethode).

Terug naar de computer. Om de juiste kleuren te kunnen bieden moet eerst het kleurenmodeldat wordt gebruikt worden geselecteerd. Windows bijvoorbeeld gebruikt het RGB-kleurenmodel.Om met dit model de diverse kleurschakeringen te kunnen creëren, moeten de drie primairekleuren van dit kleurenmodel in een bijpassend aantal gradaties verdeeld worden.

Hoeveel kleurnuances moet een computer kunnen verwerken en bewerken?Zoals eerder vermeld worden de beste resultaten bereikt met de True Color grafische kaarten. InWindows zijn de volgende vier kleurdiepten standaard. Deze worden direct door het besturings-

systeem ondersteund:

De kleurnuances die door de zogenaamde HiColor grafische kaarten worden geboden (32.768of 65.536 kleuren) worden onder Windows nietdirect ondersteund. Ze kunnen echter makke-lijk worden afgeleid van de True Color weer-gave waarbij het verlies nauwelijks zichtbaaris.

Het is bepaald zinvol om ofwel een Hi Color ofwel een True Color grafische kaart te gebruikenwanneer je veel gebruik maakt van kleur. Anders is de mogelijkheid om kleuren op hetcomputerscherm te controleren hogelijk beperkt.

Hoe verwerkt de computer kleur?De computer kan alleen maar 0 en 1 verwerken en alle combinaties van die twee. Deze eenheidheet een bit. Acht bits staan bekend als een byte. 1 .024 bytes heten een kilobyte (KB) en 1 .024KB is een megabyte (MB). Bit en byte zijn de eenheden die worden gebruikt om digitale informa-tie te meten. Welke informatie daarin is verborgen kan alleen worden afgeleid uit de context.Elk stukje informatie kan opgeslagen en later weer opgeroepen worden. De hoeveelheid geheu-gen die voor een bepaald stuk informatie nodig is, is gelijk aan het aantal bits of bytes.

modus aantal kleuren

1 bit Zwart-wit

4 bits 16 kleuren

8 bits 256 kleuren

24 bits True Color 16.777.216kleuren

Page 33: KLEURENTHEORIE EN PRAKTIJKusers.skynet.be/sharpside/chemie/louis/allesbijelkaar.pdf · Webkleuren/Webdesign. MV-02 kleurenleer 2 INTRODUCTIE Kleur heeft misschien wel een grotere

MV-02 kleurenleer 33

Om met een binair systeem kleurente kunnen afbeelden, is het belang-rijk te weten hoeveel informatie intermen van een bit, byte of hunveelvouden gerepresenteerd wordt.Een True Color grafische kaartvereist bijvoorbeeld 256 nuancesvan de drie primaire kleuren. Ditbetekent dat er 8 bits (1 byte)nodig zijn voor de interne repre-sentatie in de computer. Omdat erdrie primaire kleuren zijn heeftelke primaire kleur 1 byte nodig.Dit betekent dat er totaal 3 bytes(24 bits) nodig zijn voor elke kleur-nuance.

ResolutieWe hebben gezien dat afhankelijk voor welk medium je beelden maakt, er een specifiekkleurenmodel gebruikt kan worden. Voor beelden die op de computer getoond worden is hetRGB-model het best geschikt. Werk je aan een publicatie dat wordt gedrukt, dan kan je hetbeste het CMYK-model gebruiken. De kleuren op je beeldscherm zullen dan beter corresponde-ren met de uiteindelijke kleuren op papier. Welk kleurenmodel je tenslotte ook gebruikt,decomputer vertaald deze digitale beeldinformatie naar pixels of beeldpunten.

De eenheid waarmee de grootte van een beeldschermweergave wordt aangegeven noemen we(beeld)schermresolutie.

Schermresolutie = (x)pixels x (y) pixels

Bekende beeldschermresoluties:VGA 640x480 pixelsSVGA 800x600 pixelsXVGA 1024x768 pixels

Is het uitvoermedium een printer, dan vind er conversie plaats naar de (maximale) printer-resolutie. De printerresolutie wordt uitgedrukt in Dots Per Inch (DPI). Het is de eenheid waar-mee de afdrukkwaliteit (resolutie) van printers wordt aangegeven. Er wordt gemeten in hetaantal punten per inch (2,54 cm.) Hoe groter het aantal punten des te hoger de kwaliteit.

Bekende printerresoluties:Laserprinter 300 of 600 dpiInktjetprinter 360 of 720 dpiProfessionele fotozetmachine 1225 of 2450 dpiBeeldscherm (omgerekend) 72 dpi

Aantal bits Mogelijk aantal data

1 2

2 4

3 8

4 16

5 32

6 64

7 128

8 (1 byte) 256

16 65536

24 16777216

Page 34: KLEURENTHEORIE EN PRAKTIJKusers.skynet.be/sharpside/chemie/louis/allesbijelkaar.pdf · Webkleuren/Webdesign. MV-02 kleurenleer 2 INTRODUCTIE Kleur heeft misschien wel een grotere

MV-02 kleurenleer 34

DEEL9.DRUKKEN IN KLEUR

KleurenreproductieBij het reproduceren van kleur wordt uitgegaan van een gekleurdorigineel. Dit kan een dia, kleurenfoto, tekening, schilderij of elkander origineel zijn, als het maar een plat vlak is. Bij het drukken vankleur is het de bedoeling in de afdruk de kleuren van het origineel zogoed mogelijk te benaderen. Je weet inmiddels dat voor het drukkenvan kleur gebruik gemaakt wordt van inkt in de kleuren cyaan,magenta en geel. Het is mogelijk met deze drie kleuren vrijwel allekleuren te drukken. Elke kleur wordt met behulp van een afzonder-lijke drukvorm op het materiaal gedrukt. Dit betekent dat een meer-kleurig origineel moet worden ontleed tot de drie drukkleuren. Wezeggen dan dat de kleuren geselecteerd moeten worden. Het makenvan deze kleurselecties of deelopnamen kan met behulp van dereproductiecamera of de scanner plaatsvinden.

KleurselectiesHet maken van kleurselecties gebeurt met behulp van filters die in de camera geplaatst worden.Deze kleurselectiefilters hebben de eigenschap steeds hun eigen kleur door te laten en deoverige kleurstralen te absorberen. De kleuren van de filters die gebruikt worden om selectieste maken, zijn complementair aan de drukkleuren:

roodfilter - cyaan (groen + blauw)groenfilter - magenta (rood + blauw)blauwfilter - geel (groen + rood).

Een roodfilter laat dus de rode lichtstralen door en absorbeert de groene en blauwe stralen.Aangezien er met gekleurd licht gewerkt wordt, moet speciale grafische film gebruikt worden:film waarvan de lichtgevoelige laag reageert op alle kleuren licht. Dit noemen we pan-chromatische film. Omdat de film op alle kleuren licht reageert, moet deze in een absoluutverduisterde donkere kamer verwerkt worden. Het meerkleurige origineel wordt drie maalachter elkaar belicht, steeds met een ander gekleurd filter in de camera en op een nieuwe film.Bij het maken van een opname wordt altijd eerst een negatief gemaakt. Op het negatief zijnalle toonwaarden dus tegengesteld aan het origineel: de donkere partijen op het origineelworden licht of volledig doorzichtig op het negatief.We lichten het maken van kleurselecties toe aan de hand van de volgende afbeelding:

reproductiecamera

Page 35: KLEURENTHEORIE EN PRAKTIJKusers.skynet.be/sharpside/chemie/louis/allesbijelkaar.pdf · Webkleuren/Webdesign. MV-02 kleurenleer 2 INTRODUCTIE Kleur heeft misschien wel een grotere

MV-02 kleurenleer 35

Voor de drukkleur cyaan wordt nu een roodfilteropname ge-maakt. Cyaan bestaat uit de primaire lichtkleuren blauw engroen. Het roodfilter absorbeert deze kleuren en laat alleenhet rode licht door. Blauw en groen krijgen op het negatief dusgeen zwarting. Op het positief krijgen ze wel zwarting: op dieplaatsen wordt cyaan gedrukt.

Voor de drukkleur magenta wordt een groenfilteropnamegemaakt. Magenta bestaat uit de primaire lichtkleuren rood enblauw. Het groenfilter laat groen licht door: rood en blauwkrijgen op het negatief geen zwarting. Op het positief zijn zewel zwart: op deze plaatsen wordt magenta gedrukt.

Een blauwfilteropname wordt gemaakt voor de drukkleur geel.Groen en rood worden door het filter geabsorbeerd, blauwwordt doorgelaten. Groen en rood krijgen op het negatief geenzwarting, op het positief wel.

We hebben het tot nu toe steeds over het drukken met driekleuren gehad, maar meestal wordt gesproken over vier-kleurendruk. De vierde drukkleur is zwart. Wanneer de kleurengeel, magenta en cyaan over elkaar worden gedrukt, ontstaatzwart. Je weet dat dit geen perfect zwart is, maar meer eendonkerbruine kleur. Daarom wordt voor een dieper zwart eneen betere tekening in de schaduwpartijen zwart als vierdedrukkleur gebruikt. Het zal duidelijk zijn dat voor deze vierdedrukkleur ook een aparte deelfilm gemaakt moet worden. Voordeze film wordt een apart filter gebruikt. Dit kan een UV-filterof een amber- of cognackleurig filter zijn. Ook is het mogelijkeen zogenaamde splitfilterbelichting toe te passen: een op-name gemaakt met een gecombineerde filterbelichting van dedrie kleurfilters.

Het maken van kleurselecties op de scanner gaat in principeniet anders dan met behulp van de reproductiecamera. Ook nuzijn er drie kleurselectiefilters aanwezig, die zich in dit gevalin de aftastkop van de scanner bevinden. In de scanner wordthet origineel lijn voor lijn afgetast en in de drukkleuren ont-leed.

Page 36: KLEURENTHEORIE EN PRAKTIJKusers.skynet.be/sharpside/chemie/louis/allesbijelkaar.pdf · Webkleuren/Webdesign. MV-02 kleurenleer 2 INTRODUCTIE Kleur heeft misschien wel een grotere

MV-02 kleurenleer 36

RasterMeerkleurendruk zal bijna uitsluitend worden toegepast voor het reproducerenvan halftoonoriginelen. In een halftoonorigineel komen in het algemeen de“echte” kleuren voor in verschillende tinten. Dit is te vergelijken met een zwart-witfoto, waarin alle mogelijke grijstinten voorkomen. Het origineel moet eerstworden gerasterd, wil het gedrukt kunnen worden. Oftewel: de toonwaardenmoeten worden opgedeeld in grotere en kleinere punten, de rasterpunten. Deverschillende toonwaarden ontstaan bij het drukken door de grootte van derasterpunt in relatie tot het wit van het papier. De rastertoonwaarde, dwz hetgedeelte van het papier dat door de rasterpunt wordt bedekt, wordt in procentenaangegeven (afbeelding rechts).

Ook meerkleurige originelen moeten worden gerasterd. Door dit bij de vervaardi-ging van de kleurselecties te doen, is het mogelijk per drukkleur een groot aantaltinten te verkrijgen. Door de samendruk ontstaat menging van de kleuren, waar-door alle kleurnuances van het origineel gereproduceerd kunnen worden. Door hetpercentage van het drukkend oppervlak (de rastertoonwaarde) te variëren, is hetmogelijk een volledig genuanceerde toonschaal te verkrijgen.

Bekijk de onderstaande gerasterde afbeelding. De sterk vergrote uitsnede op deafbeelding geeft een grijstint weer. Je kunt zien dat de

grijstint is opgebouwd uit raster-punten in de kleuren cyaan,magenta en geel. Ook is te zien datop sommige plaatsen de raster-punten van niet twee, maar driekleuren over elkaar zijn gedrukt. Degrijstint uit dit voorbeeld wordt nietalleen bepaald door de samendrukvan de drukkleuren, maar ook doorhet wit van het papier dat tussen de

rasterpunten zichtbaar blijft.Alleen op de plaatsen waar maar één basiskleur aanwezig isof waar maximaal twee basiskleuren over elkaar gedruktzijn, ontstaan zuivere tinten. Zodra er echter ook maar hetgeringste spoor van de derde basiskleur wordt toegevoegd,ontstaat een vervuilde kleur. Er ontstaat dan namelijk een

grijswaarde (grijstint), die afhankelijk van de samenstelling van de kleuren via bruin naar zwartzal lopen. Met andere woorden: wanneer de drie drukkleuren geel, magenta en cyaan overelkaar gedrukt worden, ontstaat lichtgrijs bij kleine rasterpunten. Naarmate het drukkendoppervlak (de rasterpunten) groter wordt, ontstaat donkergrijs tot zwart.

Page 37: KLEURENTHEORIE EN PRAKTIJKusers.skynet.be/sharpside/chemie/louis/allesbijelkaar.pdf · Webkleuren/Webdesign. MV-02 kleurenleer 2 INTRODUCTIE Kleur heeft misschien wel een grotere

MV-02 kleurenleer 37

RasterstandenEen belangrijke factor die bepalend is voor het resultaat van een meer-kleurendruk, is de rasterstand. Onder de rasterstand verstaan we de hoek diehet raster maakt ten opzichte van de basis van de afbeelding. Wanneer allekleurselecties met dezelfde stand van het raster opgenomen zouden worden,zouden de rasterpunten van de afzonderlijke kleuren precies over elkaarvallen. De primaire kleuren zijn dan niet meer afzonderlijk zichtbaar en deafdruk bestaat alleen uit donkere inktpunten op een witte ondergrond. Derasters van de verschillende kleuren moeten dus in een bepaalde stand tenopzichte van elkaar staan. Hiervoor zijn regels vastgesteld.

Voor afbeeldingen in één kleur (zwart) wordt een rasterstand van 45° ge-bruikt. Deze rasterstand is voor het menselijk oog de minst storende en heefteen rustige invloed op het totaalbeeld. Voor tweekleurendruk wordt de kleurwaar de meeste tekening in zit (de sprekendste kleur), in 45° opgenomen ende steunkleur in 15° of 75°. Moet de afbeelding in drie kleuren worden ge-drukt, dan wordt magenta in 45°, cyaan in 75° en geel in 15° opgenomen. Eenonderling verschil van 30° tussen de deelkleuren is de meest ideale situatie,maar bij een vierkleurenselectie is dit niet mogelijk. Er is namelijk maar éénhoek van 90° beschikbaar waarbinnen de vier rasterstanden een plaats moetenvinden. Een van de kleuren moet daarom een minder goede rasterstand inne-men. Daarvoor wordt altijd de kleur gekozen die wat structuur betreft deminst storende invloed op het totale beeld heeft. Dit is altijd geel, omdat hetverschil tussen het wit van het te bedrukken papier en de gele inkt niet zoduidelijk zichtbaar is als bij voorbeeld bij cyaan of magenta het geval is. Geelwordt daarom in 0° of in 90° opgenomen. De mooiste stand, 45°, wordtmeestal voor magenta of cyaan gereserveerd. Deze stand geeft immers eenrustig beeld en wordt daarom voor de zwaarste kleur gereserveerd. De over-blijvende standen, 15° en 75° worden gebuikt voor zwart en de resterendekleur. De rasterstanden rechts op deze pagina te zien.

RasterlineatuurNaast rasterstand is de fijnheid van raster, de rasterlineatuur, belangrijk. Derasterlineatuur wordt bepaald door het aantal rasterpunten per strekkendecentimeter. Welke voor reproductie moet worden gebruikt, wordt bepaald doorde papiersoort waarop de afbeelding zal worden gedrukt en de techniekwaarin wordt gedrukt. Des te gladder het te bedrukken oppervlak des te fijnerhet raster kan zijn.

Voorbeelden:Raster 20-30: krantenpapierRaster 40-54: machinecoated (mc)Raster 54-70: kunstdrukpapier

Page 38: KLEURENTHEORIE EN PRAKTIJKusers.skynet.be/sharpside/chemie/louis/allesbijelkaar.pdf · Webkleuren/Webdesign. MV-02 kleurenleer 2 INTRODUCTIE Kleur heeft misschien wel een grotere

MV-02 kleurenleer 38

MoiréAls alle kleurselecties met dezelfde rasterstand opgenomenzouden worden, zouden de rasterpunten over elkaar vallen,wat donkere inktpunten tot gevolg heeft. De rasterstanden vande afzonderlijke kleurselecties moeten dus verschillend zijn.We schreven al dat deze standen niet willekeurig zijn, maardat hiervoor regels gelden. Vastgestelde rasterstanden zijnnoodzakelijk om moiré te voorkomen. Moiré is een zeer storendverschijnsel dat optreedt als lijnen of rasters elkaar snijdenonder een te kleine hoek.

Page 39: KLEURENTHEORIE EN PRAKTIJKusers.skynet.be/sharpside/chemie/louis/allesbijelkaar.pdf · Webkleuren/Webdesign. MV-02 kleurenleer 2 INTRODUCTIE Kleur heeft misschien wel een grotere

MV-02 kleurenleer 39

MeerkleurendrukUit de theorie over meerkleurendruk zou je kunnen afleidendat kleuren tijdens het drukken alleen door menging vancyaan, magenta en gele inkt kunnen ontstaan. Maar dit is nietaltijd zo. We zullen dit verduidelijken aan de hand van eenvoorbeeld. Stel dat je briefpapier wilt laten drukken met hetlogo van je bedrijf in de kleur olijfgroen. Olijfgroen kan totstand komen door de kleuren geel, magenta en cyaan overelkaar te drukken. Het drukkend oppervlak (de rastertoon-waarde) van de verschillende kleuren moet dan wel van tevo-ren heel nauwkeurig bepaald zijn. De gewenste kleur olijfgroenontstaat dan pas nadat de derde kleur gedrukt is. Het velpapier zal dus drie maal bedrukt moeten worden: een maalvoor elke kleur.

Een veel eenvoudiger methode om dezelfde kleur olijfgroen tedrukken is de inkten vooraf volgens een bepaald recept temengen tot de gewenste kleur ontstaat. Nu kan deze kleur ineen drukgang als volvlak gedrukt worden. Deze laatste me-thode heeft voordelen:

— het is goedkoper, want er is maar één drukgang nodig;— de kleur is zuiverder te drukken en zal tijdens het druk-ken van de oplage beter constant te houden zijn.

Het drukken met mengkleuren, inkten in een speciale kleur,wordt voornamelijk toegepast bij drukwerk waar naast zwartalleen één of twee extra kleuren gedrukt moeten worden, dezogenaamde steunkleuren. In het voorbeeld van het briefpapieris olijfgroen de steunkleur. Moet er echter een meerkleurend-ruk gemaakt worden waarin naast veel andere kleuren ookolijfgroen voorkomt, dan wordt deze kleur opgebouwd metbehulp van de basiskleuren cyaan, magenta en geel.

Page 40: KLEURENTHEORIE EN PRAKTIJKusers.skynet.be/sharpside/chemie/louis/allesbijelkaar.pdf · Webkleuren/Webdesign. MV-02 kleurenleer 2 INTRODUCTIE Kleur heeft misschien wel een grotere

MV-02 kleurenleer 40

Vraag 1Op welke manier plant licht zich voort?

Vraag 2Noem drie soorten straling van het elektromagnetische spec-trum.

Vraag 3Uit welke drie gebieden bestaat het spectrum?

Vraag 4Welke drie factoren maken het mogelijk dat we kleuren zien envia welk principe?

Vraag 5Wat is de functie van de kegeltjes in het netvlies van het oog?

Antwoord 1Licht plant zich voort in de vorm van een golfbeweging.

Antwoord 2Radiogolven, ultraviolet licht, infrarood licht, ultra-korte-golven, rontgenstralen, het zichtbare licht.

Antwoord 3Het spectrum bestaat uit een rood gebied, een groen gebied eneen blauw gebied.

Antwoord 41. Een lichtbron.2. Het materiaal, dat iets met dit licht doet.3. Het oog, dat de kleuren opvangt.

Via reflectie.

Antwoord 5De kegeltjes maken het zien van kleuren mogelijk. Ze zijnrespectievelijk gevoelig voor het rode, het groene en hetblauwe gebied van het spectrum.

Page 41: KLEURENTHEORIE EN PRAKTIJKusers.skynet.be/sharpside/chemie/louis/allesbijelkaar.pdf · Webkleuren/Webdesign. MV-02 kleurenleer 2 INTRODUCTIE Kleur heeft misschien wel een grotere

MV-02 kleurenleer 41

Vraag 6Noem de primaire lichtkleuren.

Vraag 7Wat wordt verstaan onder additieve menging?

Vraag 8Wat wordt verstaan onder subtractieve menging?

Vraag 9Welke kleuren hebben de inkten die in de grafische industriegebruikt worden?

Vraag 10Wat wordt onder het begrip kleurtoon verstaan?

Antwoord 6Rood, groen en blauw.

Antwoord 7Onder additieve menging wordt het mengen van lichtkleurenverstaan. Deze worden bij elkaar opgeteld.

Antwoord 8Subtractieve menging is het mengen van stofkleuren. Hierbijworden er kleurbestanddelen onttrokken aan het witte licht.

Antwoord 9Cyaan, magenta, geel en zwart.

Antwoord 10De kleurtoon is de naam van een kleur, bijvoorbeeld geel ofgroen.