Kinectprogramma - UCLL · 4. Spelregels en instructies Tijdens de familiarisatieperiode leggen de...

19
Kinectprogramma Handleiding voor begeleiders

Transcript of Kinectprogramma - UCLL · 4. Spelregels en instructies Tijdens de familiarisatieperiode leggen de...

Page 1: Kinectprogramma - UCLL · 4. Spelregels en instructies Tijdens de familiarisatieperiode leggen de begeleiders aan de deelnemers de algemene werking uit van de Kinect, en de verschillende

Kinectprogramma

Handleiding

voor begeleiders

Page 2: Kinectprogramma - UCLL · 4. Spelregels en instructies Tijdens de familiarisatieperiode leggen de begeleiders aan de deelnemers de algemene werking uit van de Kinect, en de verschillende

2

Inhoud

1. Benodigdheden ............................................................................................ 3

2. Programma .................................................................................................. 3

3. Rol van de begeleiders ................................................................................. 6

4. Spelregels en instructies .............................................................................. 6

5. Aandachtspunten en tips ........................................................................... 17

Page 3: Kinectprogramma - UCLL · 4. Spelregels en instructies Tijdens de familiarisatieperiode leggen de begeleiders aan de deelnemers de algemene werking uit van de Kinect, en de verschillende

3

1. Benodigdheden Als begeleider zet je het materiaal voor het programma klaar en ruim je het materiaal na

elke beweegsessie ook terug op. De Kinect wordt best op een vaste plaats gezet (bv. in een

kast die op slot kan).

Materiaallijst:

• TV (of witte muur met beamer)

• KINECT sensor

• Xbox spelconsole

• HDMI kabel

• Exergames: Sports 1 en 2 (of Sports Ultimate), Just Dance 4

• Controller met batterijen (+ setje reservebatterijen)

• Stoelen

• Chronometer

• Handleiding voor begeleiders

• Begeleidingsdagboek

• Muurposter Kinectprogramma

• Water

2. Programma

Ouderen voeren het Kinectprogramma 2 keer per week uit. Het duurt ongeveer 45 minuten tot 1 uur om het volledige programma te doorlopen (afhankelijk van het tempo van de speler en het aantal deelnemers). Deze tijdsinschatting is gemaakt op basis van 2 deelnemers. Alvorens met het programma aan de slag te gaan wordt een familiarisatieperiode van 2 weken aangeraden (4 sessies) om de spelregels van de games uit te leggen en de deelnemers kennis te laten maken met het medium.

Page 4: Kinectprogramma - UCLL · 4. Spelregels en instructies Tijdens de familiarisatieperiode leggen de begeleiders aan de deelnemers de algemene werking uit van de Kinect, en de verschillende

4

Tabel: Oefeningen van het Kinectprogramma

OEFENING CD-ROM PARAMETERS DUUR MODALITEIT Opwarming

/ Kracht (been) Flexibiliteit (been) Evenwicht Uithouding

1 min ter plaatse stappen - 30 sec. rust - 1 min ter plaatse stappen

Samen, gelijktijdig

Bowling Mini games ‘pin rush’

Sports 1

Kracht (been) Flexibiliteit (arm) Uithouding

1 min voor elke speler Alleen, om beurt

Voetbal

Mini games ‘super saver’

Sports 1 Kracht (been) Flexibiliteit (arm, romp) Evenwicht

1 min voor elke speler (herstarten indien nodig)

Alleen, om beurt

Mini games ‘target kick’

Sports 1 Kracht (been) Flexibiliteit (been) Evenwicht

1 min voor elke speler Alleen, om beurt

Boksen

1 player against computer

Sports 1 Kracht (arm, been) Flexibiliteit (arm) Uithouding

Afbreken na 5 minuten max. (1 ronde duurt ongeveer 1.30 min, max 3 rondes)

Alleen, om beurt

Skiën

One player Cristal canyon run-rookie opponent

Sports 2 Kracht (been) Flexibiliteit (arm, romp) Evenwicht

2 runs = 2 minuten voor elke speler Alleen, om beurt

Golf 3 holes Duo player

Sports 2 Flexibiliteit (arm, romp) Evenwicht

Afbreken na 10 min max. Samen, om beurt

Page 5: Kinectprogramma - UCLL · 4. Spelregels en instructies Tijdens de familiarisatieperiode leggen de begeleiders aan de deelnemers de algemene werking uit van de Kinect, en de verschillende

5

OEFENING CD-ROM PARAMETERS DUUR MODALITEIT Dansen

Barry white ‘the first the last my everything’

Just Dance 4

Kracht (arm, been) Flexibiliteit (arm, been, romp) Evenwicht Uithouding

4.30 minuten Samen, gelijktijdig

Page 6: Kinectprogramma - UCLL · 4. Spelregels en instructies Tijdens de familiarisatieperiode leggen de begeleiders aan de deelnemers de algemene werking uit van de Kinect, en de verschillende

6

3. Rol van de begeleiders

De begeleiders hebben verschillende taken:

• Ze herinneren de ouderen aan de oefeningen (bv. door ze op de kamer te halen)

• Ze zetten het materiaal klaar (en ruimen dit na afloop terug op)

• Ze starten de spelen op voor de deelnemers (klaarzetten spel)

• Ze leggen de spelregels uit en herhalen ze kort indien nodig (tijdens de familiarisatie periode doen ze de spelen ook voor voor de deelnemers)

• Ze zorgen ervoor dat de deelnemers tijdens het spelen de juiste speelhouding aannemen (= houding waarin er zoveel mogelijk lichamelijke parameters getraind worden)

• Ze doen aan timemanagement (bv. timen de games indien aangegeven, in het oog houden van de sessieduur)

• Ze moedigen de deelnemers aan tijdens het spelen en motiveren hen

• Ze garanderen de veiligheid van de deelnemers tijdens het spelen (bv. achter bewoner gaan staan en indien nodig steun bieden)

• Indien nodig zal de begeleider ook meespelen (bv. als de deelnemer alleen speelt), dit werkt niet alleen motiverend, het zorgt er ook voor dat de deelnemer voldoende rusttijd heeft tussen de verschillende oefeningen

• Ze vullen het begeleidersdagboek in op het einde van de spelsessie, zodat het functioneren van de deelnemer opgevolgd kan worden (bv. om de progressie, problemen, opmerkingen,… van de deelnemers bij te houden). Dit begeleidingsdagboek kan ook gebruikt worden als een praktisch instrument om tussen verschillende begeleiders onderling te communiceren, cfr. heen-en-weer schriftje)

4. Spelregels en instructies Tijdens de familiarisatieperiode leggen de begeleiders aan de deelnemers de algemene werking uit van de Kinect, en de verschillende spelregels. Op deze manier worden de deelnemers vertrouwd met het medium en bouwen ze zelfvertrouwen op om met dit medium te werken. Hieronder worden de concrete instructies beschreven die de begeleiders aan de deelnemers geven. Eerste bespreken we enkele algemene richtlijnen, daarna word en de spelregels van de verschillende games toegelicht.

Page 7: Kinectprogramma - UCLL · 4. Spelregels en instructies Tijdens de familiarisatieperiode leggen de begeleiders aan de deelnemers de algemene werking uit van de Kinect, en de verschillende

7

ALGEMENE INSTRUCTIES Voor je op de KINECT gaat spelen moeten we eerst wat basisafspraken maken:

• Er is geen controller. Je bestuurt het spel dus met je hand en lichaam. De KINECT zal je regelmatig vragen om je hand op te steken, zodat hij weet wie er aan de beurt is (doe voor).

• Door je rechterarm recht naast je lichaam te houden en je linkerarm schuin naast je lichaam te houden kan je het spel pauzeren (doe voor).

• Je moet steeds op 2 meter afstand van het scherm staan. Je hebt een speelveld waar je niet buiten mag stappen. Doe je dit wel, dan zal de KINECT je vragen om terug in het speelveld te stappen. (tip: om de afstand te visualiseren kan er met afplaktape een richtkruisje op de vloer geplakt worden).

• Als jullie met 2 (of meer) spelen is het belangrijk dat je niet in elkaars speelzone komt.

Page 8: Kinectprogramma - UCLL · 4. Spelregels en instructies Tijdens de familiarisatieperiode leggen de begeleiders aan de deelnemers de algemene werking uit van de Kinect, en de verschillende

8

INSTRUCTIES PER SPEL

OPWARMING Sta achter een stoel en stap gedurende een minuut ter plaatse. De tenen blijven op de grond en de hiel komt van de grond los (doe voor). Probeer een goed tempo aan te houden. Na een minuut wordt er 30 seconden gerust. Daarna wordt er opnieuw een minuut gestapt.

OPM: De deelnemer kan stappen met of zonder steun van de stoel (afhankelijk van zijn

evenwicht).

Deze manier van stappen is minder vermoeiend dan de hele voet van de grond te brengen.

Page 9: Kinectprogramma - UCLL · 4. Spelregels en instructies Tijdens de familiarisatieperiode leggen de begeleiders aan de deelnemers de algemene werking uit van de Kinect, en de verschillende

9

BOWLING Doel: Het doel van het bowlingspel is om gedurende 1 minuut zoveel mogelijk kegels om te gooien. Telkens als je 30 kegels omgooit krijg je 5 sec. bonustijd bij de minuut bij. Pas als alle kegels omgegooid zijn, komen er terug kegels bij. Dus stel dat je in een beurt 7 kegels omgooit, dan moet je eerst de resterende 3 kegels omgooien voor er terug 10 nieuwe kegels komen.

Beweging: Tijdens het spelen zetten we onze benen gespreid en buigen we lichtjes door onze knieën (zo oefenen we onze beenspieren). Je neemt de bal door je linker of rechterhand uit te steken naar de cirkel met het handje.

We gebruiken afwisselend ons linker en rechter hand (zo oefenen we beide armen). Je gooit de bal door je arm naar achter en dan naar voor te bewegen. Laat de bal los (doe voor). Je kan de volgende bal al nemen nog voor de kegels omgegooid zijn. Je hoeft dus niet te wachten op het resultaat. Voor je kan spelen moet je eerst je hand opsteken zodat de KINECT weet dat jij wil spelen. Tip: Op de bowlingbaan staan pijltjes die je kan gebruiken als hulp bij het richten (je gooit in de richting van de pijltjes) (toon). Hoe harder je je arm naar achter zwaait, hoe krachtiger je de bal gooit.

OPM: Als begeleider zal je bij sommige deelnemers luidop links en rechts moeten zeggen. Het is belangrijk om linker en rechter arm af te wisselen zodat beide armen getraind worden. Indien gewenst kunnen er ook trainingsgewichtjes gebruikt worden. Sommige deelnemers vergeten een bal vast te nemen als ze spelen of vergeten hoe je een bal moet vastnemen. Dit moet je goed voordoen. Het is tevens een uithoudingsoefening, dus het is belangrijk om het tempo er goed in te houden, want een minuut is snel voorbij.

Page 10: Kinectprogramma - UCLL · 4. Spelregels en instructies Tijdens de familiarisatieperiode leggen de begeleiders aan de deelnemers de algemene werking uit van de Kinect, en de verschillende

10

VOETBAL Doelman Doel: Jij bent de doelman. Het doel van dit spel is ervoor zorgen dat je zo weinig mogelijk ballen in je doel krijgt (je moet je netten schoon houden). Op het einde van het spel kan je zien hoeveel ballen je uit het doel gehouden hebt. Als je drie ballen binnengelaten hebt dan is het spel gedaan. In totaal oefenen we 1 minuut. Het kan dus zijn dat we het spel meerdere keren zullen herbeginnen om aan die minuut te komen.

Beweging: Buig lichtjes door je benen en spreid je voeten (zo heb je een beter evenwicht en train je je beenspieren). De plaats waar de ballen zullen komen wordt door een gele cirkel met een voetbal erin aangeduid. Je houdt de ballen tegen door je armen zijwaarts uit te steken naar links of rechts (doe voor). Hou je handen open. Blijf niet ter plaatse staan, maar beweeg je in de richting van de ballen (zo oefen je je lenigheid). Voor je kan spelen moet je eerst je hand opsteken, zodat de KINECT weet dat jij wil spelen.

OPM: Sommige deelnemers houden hun armen voor hun lichaam en ze slaan. Dit is niet de bedoeling. Ze moeten de armen zijwaarts bewegen (op die manier maken ze zich zo groot mogelijk en houden ze de ballen uit de netten. Als begeleider zal je deze beweging regelmatig voor moeten doen.

Page 11: Kinectprogramma - UCLL · 4. Spelregels en instructies Tijdens de familiarisatieperiode leggen de begeleiders aan de deelnemers de algemene werking uit van de Kinect, en de verschillende

11

Doeltrappen Doel: Jij bent de voetballer. Het doel van dit spel is om ervoor te zorgen dat je zo veel mogelijk ballen in het doel trapt met je voet. Op het einde krijg je te zien hoeveel doelpunten je gemaakt hebt. Als je alle doelen weggetrapt hebt dan krijg je 5 bonusseconden.

Beweging: Je trapt de ballen daar waar de schietrozen/doelcirkels tevoorschijn komen. Als je met beide voeten kunt trappen dan is het beter om van voet te wisselen, zodat zowel het linker als rechter been getraind wordt. Als dat niet lukt kies je zelf of je met het linker of rechter been trapt. Voor je kan spelen moet je eerst je hand opsteken, zodat de KINECT weet dat jij wil spelen.

Tip: Als de doelman het doel blokkeert kan je hem ook misleiden door eerst naar ergens anders te trappen en dan op het echte doel te trappen (dit vraagt wat denkwerk en traint de cognitieve vaardigheden). OPM: Bij deelnemers die niet op 1 been durven te staan, kan je als begeleider achter hen gaan staan en steun bieden. Dit is een hele goede oefening in het kader van valpreventie, dus dring een beetje aan als de deelnemer het niet ziet zitten. Het moet natuurlijk wel veilig blijven!

Page 12: Kinectprogramma - UCLL · 4. Spelregels en instructies Tijdens de familiarisatieperiode leggen de begeleiders aan de deelnemers de algemene werking uit van de Kinect, en de verschillende

12

BOKSEN Doel: Het doel is om zolang mogelijk in de ring te blijven staan en je tegenspeler knock-out te slaan.

Beweging: Buig lichtjes door je knieën en hou je voeten gespreid (zo heb je een beter evenwicht en oefen je je beenspieren). Je bokst door je vuisten vooruit te bewegen (doe voor). Je kan je tegenspeler een uppercut geven door van onder naar boven te slaan (doe voor). Je kan een slag harder doen aankomen als je je arm volledig strekt (doe voor). Je kan de slagen van je tegenspeler ontwijken door heen en weer te bewegen met je bovenlichaam (doe voor). Je kan slagen van je tegenspeler tegenhouden door je handen in verdedigingspositie voor je lichaam te houden (doe voor). Als je zelf een slag gekregen hebt, dan ben je even het noorden kwijt, je beweegt dan ook trager (dit wordt beter na een paar tellen). Voor je kunt beginnen moet je eerst je hand opsteken, zodat de KINECT weet wie er speelt. Tip: Als jij zelf knock-out bent dan verschijnen er sterretjes op het scherm. Als je op de sterretjes slaat dan kan je terug in het spel komen. Bovenaan het scherm zie je een gezondheidsmeter. Groen betekent gezond, rood betekent bijna knock-out. Zo kan je in het oog houden hoe je tegenspeler of jezelf eraan toe zijn.

OPM: Sommige deelnemers slaan de tegenspeler erg snel knock-out. In dat geval kan het spelniveau verhoogd worden naar amateur. We proberen de deelnemers 3 rondes te laten boksen, maar dit is een uithoudingsoefening, het kan zijn dat ze in het begin niet aan dit aantal rondes geraken en moeten stoppen.

Page 13: Kinectprogramma - UCLL · 4. Spelregels en instructies Tijdens de familiarisatieperiode leggen de begeleiders aan de deelnemers de algemene werking uit van de Kinect, en de verschillende

13

SKIËN Doel: Het doel van het spel is om zo snel mogelijk van de berg af naar beneden te skiën en tussen de paaltjes te slalommen (maak slalombeweging met hand).

Beweging: Steek eerst je hand naar boven om aan de KINECT te laten weten dat jij wil spelen. Spreid je benen en buig lichtjes door de knieën (zo heb je een beter evenwicht en oefen je je beenspieren). Hou je armen in een hoek van 90° naast je lichaam, hang lichtjes naar voor (doe voor). Wacht op het startschot. Na de start geef je je skiër snelheid door met je armen een duwbeweging te maken (doe voor). Je kan je skiër naar links of rechts bewegen door met je lichaam naar links of rechts te leunen (doe voor). De bedoeling is dat je je skiër door de poortjes stuurt. Als je een poortje raakt is dat niet erg, maar hierdoor verlies je wel snelheid. Als je in de groene zone komt dan zal je de instructie krijgen om te springen (maar dit doen we voor de veiligheid niet!). Je krijgt 2 beurten. Tip: Je kan je skiër sneller laten gaan door met je armen bij te duwen en door dieper door je benen te buigen (doe voor). De skiër gaat trager als je recht gaat staan. OPM: Sommige deelnemers zien de vlaggetjes niet goed (spel gaat te snel). Je kan dan als begeleider links of rechts roepen (of een zacht tikje op de arm of heup geven aan de linker of rechter kant), zodat de beweging wel gemaakt wordt. Als de bewoner evenwichtsproblemen heeft, is het aan te raden om achter de deelnemer te gaan staan en soms ook om steun te bieden.

Page 14: Kinectprogramma - UCLL · 4. Spelregels en instructies Tijdens de familiarisatieperiode leggen de begeleiders aan de deelnemers de algemene werking uit van de Kinect, en de verschillende

14

GOLF Doel: Het doel is om met zo weinig mogelijk slagen het golfballetje in de holes te slaan. Jullie spelen het spel samen, dus er wordt om beurten geslagen. Na de eerste slag is de speler die zijn bal het verst van de hole heeft liggen eerst aan de beurt.

Beweging: Ga zijlings voor de TV staan en doe alsof je een golfstick vast hebt. Bovenaan het scherm zie je in een cirkel de afbeelding van een golfbal. Deze cirkel zegt je in welke richting je de bal moet slaan. Als de cirkel groter wordt, dan moet je de bal slaan. Om de cirkel groter te krijgen ga je wat stappen voor of achterwaarts moeten doen, terwijl je de cirkel in het oog houdt. Om te slaan breng je je armen naar achter en daarna naar voor in één vloeiende slagbeweging (doe voor).

Wanneer je balletje in de buurt van de hole komt (op de GREEN) dan verschijnt er een witte lijn op het scherm die je helpt om de bal in de hole te slaan. Hoe duidelijker de lijn zichtbaar is (hoe scherper, hoe voller), hoe beter je richt en hoe groter de kans is dat je bal in de hole gaat. Je moet dan een lichtere slagbeweging maken. Als je bal in de hole gaat dan mag je dit vieren met een dansje. Voor je kan spelen moet je eerst je hand boven je hoofd houden, zodat de KINECT weet waar je staat.

Page 15: Kinectprogramma - UCLL · 4. Spelregels en instructies Tijdens de familiarisatieperiode leggen de begeleiders aan de deelnemers de algemene werking uit van de Kinect, en de verschillende

15

Tip: Hoe krachtiger de slagbeweging, hoe verder je de bal zult slaan. Je kan ook inzoomen op het veld (door een indianenbeweging te maken). Je kan ook van golfstick veranderen. OPM: Dit spel vinden ouderen erg leuk. Soms kent het spel echter wat technische problemen, die het spel doen vastlopen. Als het spel vastloopt dan is dit heel vaak het gevolg van de lichtinval (bijvoorbeeld direct zonlicht op het scherm). Een ander veelvoorkomend probleem is dat sommige deelnemers hun hele lichaam naar het scherm toedraaien (voeten naar voor) als ze een slag maken. Ze moeten echter zijdelings slaan. Tenslotte loopt het spel soms vast omdat deelnemers hun hand opsteken zonder reden. Hierdoor komt deelnemer soms in observatiemodus terecht (dit is een oefenslag) Je kan de bal pas echt slaan als er ‘take shot’ op het scherm komt. Je zal als begeleider ook goed in de gaten moeten houden wie er aan beurt is. Spoor de deelnemers ook aan om goed te mikken (dit vergt concentratie en is een goede geheugenoefening). Merk ook op dat de deelnemers heel vaak van hun stoel moeten opstaan om van beurt te wisselen (dit is op zich al een hele goede beenkrachtoefening).

Page 16: Kinectprogramma - UCLL · 4. Spelregels en instructies Tijdens de familiarisatieperiode leggen de begeleiders aan de deelnemers de algemene werking uit van de Kinect, en de verschillende

16

DANSEN Doel: Je ziet een danser op het scherm een dansje uitvoeren. Je moet de bewegingen die deze danser maakt zo goed mogelijk proberen na te doen. Je krijgt tijdens het spel bovenaan het scherm, een sterrenmeter te zien. Hoe meer sterren je verzamelt, hoe beter je het dansje nagedaan hebt.

Tip: Onderaan het scherm komen ook danspictogrammen die je zeggen welke beweging er zal volgen. OPM: Als begeleider kan je dit spel opstarten door de controller te gebruiken (dit gaat sneller dan met de hand): A= Selecteren (groen), B=Terug (rood). Niet iedereen vindt het leuk om dit spel te spelen. Nochtans is het een goede omvattende oefening, waar zowel evenwicht, kracht, lenigheid en uithouding geoefend worden. Na een paar weken kennen de meeste deelnemers dit dansje goed, ze doen ook bewegingen tijdens het dansen die ze zeggen in het echte leven niet meer te kunnen (omdat ze erin opgaan). Als de deelnemer zegt dat hij niet wil dansen kan je altijd zeggen dat het een beweegoefening is op muziek. Als de deelnemer het echt niet ziet zitten om dit spel te spelen (bv. uit angst om te vallen, omdat ze niet goed kunnen zien welke danser ze op het scherm moeten volgen, of omdat ze gewoon niet graag dansen), kan een andere oefening uitgevoerd worden die eveneens op verschillende parameters inspeelt (bv. tennis of tafeltennis). Er kan ook gestapt worden op (de maat van de) muziek met een stevige beat (bv. ‘please don’t stop the music van Rihanna) owv. het uithoudingsaspect.

Page 17: Kinectprogramma - UCLL · 4. Spelregels en instructies Tijdens de familiarisatieperiode leggen de begeleiders aan de deelnemers de algemene werking uit van de Kinect, en de verschillende

17

5. Aandachtspunten en tips Tot slot geven we nog wat aandachtspunten en concrete tips mee om het Kinectprogramma

optimaal te begeleiden:

• De Kinect wordt best op een vaste plaats geïnstalleerd, dit bespaart tijd bij het opstarten.

• De Kinect is lichtgevoelig, zorg dus voor een ideale lichtinval (geen direct zonlicht) (tip: gordijnen kunnen helpen om een optimale lichtinval te bekomen).

• Zorg ervoor dat er geen obstakels in de weg liggen waarover de deelnemers kunnen vallen (bv. verlengkabel) of tegen kunnen slaan (bv. lamp). Obstakels zoals een stoel of een looprekje kunnen verwarrend zijn voor de Kinect. Zorg er dus voor dat er in het gezichtsveld van de Kinectsensor geen voorwerpen staan die de Kinect foutief kan interpreteren als zijnde deelnemers.

• Zorg voor een stoel die door de deelnemer gebruikt kan worden om te rusten tussen de verschillende oefeningen.

• De TV waarop gespeeld wordt, is liefst zo groot mogelijk (minstens 1 meter doormeter) om de zichtbaarheid en de spelbeleving te optimaliseren voor de doelgroep. De Kinect kan ook op een beamer aangesloten worden door een langere hdmi of USB-kabel te gebruiken. Op die manier kan het spel op een witte muur geprojecteerd worden en hoeft geen TV aangekocht te worden. Zorg er wel voor dat de beamer geluid ondersteunt.

• De games worden standaard gespeeld op beginnersniveau, maar het speelniveau kan indien nodig ook verhoogd worden (bv. beginner – amateur – professional, aanpassen bij de instellingen) (bv. bij boksspel).

• De standaardtaal van de meeste exergames is Engels. Er zijn cd-roms met sportgames in het Nederlands verkrijgbaar (bv. www.bol.com, of gamewinkels in Nederland). Maar let op, of het spel ook effectief in het Nederlands gespeeld kan worden hangt niet af van het spel, maar van de spelconsole waarop het spel gespeeld wordt. Het kan zijn dat de console in kwestie dit spel niet ondersteunt, waardoor het toch niet mogelijk is om het Nederlandstalige spel in het Nederlands te spelen (opmerking: voor ouderen vormt de taal van het spel geen barrière, na een paar sessies hebben ze wel door wat er gezegd wordt).

• Kinect Sports 1 en 2 kunnen afzonderlijk aangekocht worden, doch er is ook een versie ‘Sports Ultimate’ waarin beide cd’s opgenomen zijn (dit is goedkoper).

• Kinect oefeningen zijn open keten oefeningen (bv. tennis spelen zonder racket, voetbal spelen zonder bal), er is geen weerstand. Let dus op voor overbelastingsletsels.

Page 18: Kinectprogramma - UCLL · 4. Spelregels en instructies Tijdens de familiarisatieperiode leggen de begeleiders aan de deelnemers de algemene werking uit van de Kinect, en de verschillende

18

• Er kunnen eventueel krachtgewichtjes gebruikt worden tijdens het spelen (bv. aan armen of benen te bevestigen) of er kan een gewichtsvest gedragen worden (op die manier wordt er nog meer aan kracht gewerkt).

• De instructies en overbodige randanimatie die in het spel aangeboden worden, kunnen overgeslagen worden zodat hier niet onnodig tijd mee verloren wordt (‘skip’).

• Sommige Kinectgames kunnen al zittend gespeeld worden (bv. op een stoel of in een rolstoel), maar voor de meeste games is dit technisch gezien niet mogelijk. Het is technisch gezien ook niet mogelijk om te spelen met een wandelstok. De Kinect ziet dit obstakel als een derde been en raakt in de war over het aantal deelnemers. Bij deelnemers die slecht te been zijn kan beter gebruikt gemaakt worden van een andere spelconsole die geen gebruik maakt van lichaamstracking (bv. Nintendo Wii, Playstation Move).

• Het is technisch gezien mogelijk voor de begeleider om tijdens het spel achter de deelnemers te staan om het valrisico te beperken (hierbij is het belangrijk om in het lichaamsframe van de bewoner te blijven en geen armen of benen uit te steken, anders raakt de Kinect in de war).

• Sommige deelnemers geloven niet in het nut en de effectiviteit van exergames. Ze prefereren een meer traditioneel oefenprogramma. Voor deze deelnemers is het belangrijk om goed uit te leggen op welke parameters er ingespeeld wordt (bv. evenwicht, kracht, …) en het nut van de oefeningen goed te duiden (educatie).

• Sommige ouderen hebben een laag zelfbeeld en schamen zich voor hun prestatie. Hier is het heel belangrijk om hen steeds positief te benaderen, zodat ze wat zelfvertrouwen kunnen opbouwen (bv. ‘dat heb je super goed gedaan’, ‘kijk eens hoeveel kegels je omgegooid hebt, knap’,…). Leg bij het aanmoedigen niet te veel nadruk op competitie (uit onderzoek is gebleken dat ouderen dit niet zo leuk vinden). Vermijd uitspraken als ‘je hebt het beter gedaan dan…’.

• Leeftijd hoeft geen beperking te zijn. Er zijn verschillende studies terug te vinden waarin ouderen van boven de 90 jaar exergames speelden.

• Deelnemers met verminderde cognitieve vaardigheden (lagere MMSE-score) kunnen ook exergames spelen. Doch, niet alle games zijn even geschikt voor deelnemers met een lagere MMSE (bv. games met moeilijkere spelregels zoals golf zijn minder geschikt, games met makkelijke spelregels zoals boksen zijn meer geschikt). Deelnemers met een lagere score op de Mini Mental State Examination (MMSE) zijn soms in de war als ze de replays van zichzelf zien (d.i. foto’s die Kinect maakt tijdens spel en die na afloop van het spel op het scherm getoond worden) (tip: deze functie kan uitgezet worden bij de instellingen).

• Er zijn handboekjes van dit beweegprogramma voor deelnemers ter beschikking, maar deelnemers geven aan dat ze deze niet echt noodzakelijk vinden.

Page 19: Kinectprogramma - UCLL · 4. Spelregels en instructies Tijdens de familiarisatieperiode leggen de begeleiders aan de deelnemers de algemene werking uit van de Kinect, en de verschillende

19

• Eventueel kan een speelsessie afgesloten worden met een stretch oefening. Dit kan ook de spierstijfheid die na het oefenen soms gevoeld wordt ook verminderen.

• In sommige studies worden ouderen met een pacemaker uitgesloten, omdat de technologie van de inputmethode mogelijk kan interfereren met de pacemaker. De Nintendo Wii zou hier mogelijk voor problemen kunnen zorgen. We hebben dit nagevraagd bij Microsoft en volgens hen zou dit bij de Kinect geen probleem mogen zijn.