Paasboekje

KIDSWEEK PAASBOEKJE

PAASBOEKJE

2

S B T M G U

A B L M S S S V

H B M M D A L A G E W

E L R D P E F K T S E T X

G B J D T E O Z W R O P N O Y

D E I E R E N E M A S L F E E Y Z

G I D L E G R D P E E K T T E T A

R E N M A N D J E R A I S I J E B

G R J D T E O K W R E P N O T T A

E D N T M C O V N S S S O J E E B

O O G N R N I A A K P L I T M S C

Z P M E I E O A B K P B D L M P D

U T D J E L P Y R Q T Q Y Z A D E

K K N W M L J P O N F T N O L P F

I A N E E D A L O C O H C O W L G

I T E T O E T S D T N R B B E A H

Q S S E Z T A M H D S G R G T I I

S A A H S A A P A O P R E T N N J

V A P E P U M N A N E L E D E L K

M P S K U I K E N T J E M V L Y L

R P S T G E M O N C E H U C T O M

T B I F T U E Z U G O S N U N

O L R D P E F K T S E T O

P B M I V A L A O E P

E B L K I P A Q

Z B T O G R

Zoek de woorden: paashaas eieren verstoppertje eierdop konijn Pasen lente samen paasei chocolade lammetje paastak geel broodhaan kuikentje zondag mandje paasontbijt matzes delen

PAASBOEKJE

Ei of ij? De ij en ei klinken hetzelfde.

Toch schrijf je de ene keer een

ei en de andere keer juist een ij.

Weet jij hoe het moet? Oefen

met de opdrachten hieronder.

3

De paashaas heeft wat eieren laten liggen in deze tekst. Weet jij welke letter er op die plek hoort? Ei

of ij?

Te laat? Joris rent de trap op het station op. Zijn vader en moeder volgen hem puffend en zwetend. Met Pasen gaan ze altijd op bezoek

b oma. Soms gaan ze met de auto, maar vandaag nemen ze met de trein. Op het perron kijkt Joris op de klok.

De grote w zer staat bijna op de twaalf. ‘Opschieten!’ roept hij naar zijn ouders. ‘We zijn nog net op t d!’

Joris ziet wat bouwvakkers rondlopen. Ze werken nog aan de spoorl n. Als dat maar goed gaat, denkt Joris. ‘Misschien

hadden we toch met de auto moeten gaan?’ vraagt Joris als zijn vader op het perron komt. ‘Nee, we komen wel op tijd, jongen,’

h gt zijn vader. In de trein komt de conducteur langs. ‘Vervoersbew zen graag,’ zegt hij met een zware stem. Joris laat

zijn kaartje zien. ‘U zit in de verkeerde trein,’ zegt de conducteur. ‘Uw trein ging eigenlijk vanaf spoor v f. U bent op spoor 4

in de trein gestapt.’ Joris kijkt geschrokken naar zijn vader. Wat nu?

Welke dieren zie je op de afbeeldingen? Vul de naam van deze dieren onder de afbeelding in. Tip: in elke naam zit een ei of ij!

…………………………………

.

………………………

………………………

………………………….

…………………………

.

Dieren

Verhaalren

Welk woorden horen op de schrijflijn te staan? Vul de woorden in de

puzzel hieronder in. Welk woord verschijnt er in het gele vlak?

1. Bij kies………………………………………………. ga je naar de tandarts.

2. Een feestje noem je ook wel een …………………………………………..

3. In het museum hangen………………………………………………………….

4. Een timmerman gebruikt een hamer en een .……………………….

5. Hazen lijken wel een beetje op deze dieren. ..……………………….

Puzzel

PAASBOEKJE

4

Aarbeien-brood-visje

Stap 1:

Snijd een boterham in de vorm van een vis. Kijk goed

naar het plaatje hiernaast.

Stap 2:

Snijd vijf aardbeien in plakjes. Beleg je boterham met

de plakjes aardbei. Dit zijn de schubben.

Stap 3:

Geef de vis met een blauwe bes een oog. Versier

daarna het bord met blauwe bessen en frambozen.

Paashaas-bammetje

Stap 1:

Beleg een vierkant broodje met een plakje kaas.

Stap 2:

Snijd zes plakjes leverworst en snijd deze in de juiste

vormen. Zie plaatje hiernaast.

Stap 3:

Maak van kaas en bieslook een neus en mond en van

olijven twee ogen. Voor de voeten kun je twee stukjes

mandarijn gebruiken.

Angry-bird-bol

Stap 1:

Snijd een wit bolletje doormidden.

Stap 2:

Pak twee plakjes salami en snijd hier een stukje vanaf.

Kijk op het plaatje welk stuk je eraf moet snijden.

Stap 3:

Maak oogjes van een stukje geitenkaas en olijfjes en

maak de neus van een stukje oude kaas.

Stap 4:

Versier het bord met sla.

PAASBOEKJE

5

Met de kippen op stok gaan.

Dat is een eitje!

Iets voor een appel en een ei kopen.

Als een kip zonder kop.

Als de kippen ergens bij zijn.

Er was geen kip.

Van een kale kip kun je niet plukken.

Daar kraait geen haan naar.

Haantje de voorste zijn.

Lopen als een kip die haar ei niet

kwijt kan.

Zonder na te denken.

Ergens razendsnel bij zijn.

Onrustig heen en weer lopen.

Er was helemaal niemand.

Dat is heel makkelijk.

Bij iemand die niets heeft, kun je

niets halen.

Dat komt niemand te weten.

Iemand die altijd vooraan wil staan.

Iets voor een veel te lage prijs kopen.

Vroeg naar bed gaan.

Bij Pasen denk je al snel aan hanen, kippen en eieren. Wist je dat

hiermee veel verschillende spreekwoorden, gezegdes en

uitdrukkingen zijn? Verbind ze aan de juiste betekenis. Zo kun jij

straks met het paasontbijt gezellig meepraten!

Spreekwoorden

Een spreekwoord is een

vaste zin, die een wijsheid

of waarheid bevat.

Maak de klei plat met de deegroller.

Snijd de vorm van een ei uit. Maak met een

mesje een gaatje aan de bovenkant van

jouw ei.

PAASBOEKJE

Pak de materialen die je nodig hebt.

Bedek je tafel met oude kranten.

Wat heb je nodig?

• Klei

• Matje waarop je mag kleien

• Deegroller

• Kleimesje

• Lint of touw

• Verf

• Kwasten

• Bakje water om je kwasten in schoon te spoelen

• Oude kranten

Is de klei droog genoeg? Dan kun je beginnen

met het versieren van jouw ei! Verf jouw ei in

alle kleuren van de regenboog, verf hem

pimpelpaars met rode stippen, maak gebruik

van verschillende printjes of verf er een

gezichtje op: het kan allemaal. Leef je uit!

6

Hang een touwtje of een lintje aan

jouw ei en jouw ei is klaar!

Stap 5

Laat de klei drogen.

Stap 3

Bron: Pinterest

Pak de materialen die je

nodig hebt.

Blaas de ballon op.

Knoop het einde van een

bolletje touw vast aan de

ballon. Rol het touw strak

om de ballon heen.

Stap 2

Prik met een speld de ballon

in. Spray wat haarlak over

jouw ei. Dat zorgt voor

stevigheid.

PAASBOEKJE

Wat heb je nodig?

• Ballon

• Touw

• Lijm

• Speld

• Kwast

• Haarlak

• Schaar

Stap 4

7

Bron: Pinterest

Smeer met een kwast wat

lijm over het touw. Als je

transparante lijm gebruikt,

zie je straks geen lijmresten.

Knip een gat in jouw ei en

versier het met een

paashaas of paaseitjes.

PAASBOEKJE

8

klapperende luiken

Hmmm… een lekker paasontbijtje

1. Bekijk de tekening hieronder en vul de tabel hieronder verder in.

Sinaasappels Jus d’orange Wijnglas (30 cl)

Frisdrankglas (50 cl)

Borrelglas (5 cl)

4 kg 1 fles = 1,5 liter

sinaasappelsap

5 glazen

………………………..

………………………..

2 kg

………………………..

2,5 glas 1,5 glas

………………………..

8 kg 2 flessen = 3 liter

sinaasappelsap

………………………..

………………………..

60 glazen

40 kg 10 flessen = 15 liter

sinaasappelsap

………………………..

30 glazen 300 glazen

30 cl

50 cl

5 cl

2 x 2 kg = 4 kg

1,5 liter

Uitkomst

………………………………………………………………………………………………………….

………………………………………………………………………………………………………….

………………………………………………………………………………………………………….

………………………………………………………………………………………………………….

PAASBOEKJE

Dopdoku Kleur alle eierdoppen in en

zorg ervoor dat elke kleur maar

één keer voorkomt per rij,

kolom en dikomlijnd vak met

zes hokjes.

9

klapperende luiken

Streepjescode Weet jij wat het favoriete

paasontbijt is van Scoop? Kraak

de eiercode en ontdek het!

PAASBOEKJE

10

Scoop voelt zich een échte

kunstenaar.

Kun jij één van deze

kunstwerken ook maken?

Of maak je ze allebei?

PAASBOEKJE

11

PAASBOEKJE

12

PAASBOEKJE

13

Opdracht 1 – Paaseieren schatten

1. Bekijk het plaatje hiernaast. Hoeveel paaseieren

zitten er ongeveer in de glazen pot, denk je?

………………………..……………………………………………………………….

2. Hoe kom je aan dit aantal?

…………….…………………………………………………………..……………….

…………….…………………………………………………………..……………….

…………….…………………………………………………………..……………….

…………….…………………………………………………………..……………….

…………….…………………………………………………………..……………….

…………….…………………………………………………………..……………….

…………….…………………………………………………………..……………….

Opdracht 2 – Paaseieren kopen voor het paasontbijt

1. Julia gaat deze week met de familie een weekendje weg. Julia mag met haar broertje de lunch

verzorgen. Ze willen voor iedereen twee eieren kopen. In totaal zijn ze met 15 mensen. Hoeveel

eieren hebben ze nodig?

………………………………………………………………….…………………………………………….

2. Ze kopen de eieren hiernaast. Hoeveel doosjes hebben ze

nodig voor 15 mensen?

………………………………………………………………….…………………………………………….

3. Zonder korting kost één doosje met zes eieren: € 2,40. Deze week zijn deze eieren in de bonus en

krijg je 25% korting. Hoeveel moet je nu betalen voor één doosje eieren?

………………………………………………………………….………………………………………………………………………………..……

4. Julia en haar broertje kopen de eieren met korting. Hoeveel moeten ze betalen?

………………………………………………………………….………………………………………………………………………………..……

……………………………………………………………….………………………….…………………………….……………………………

PAASBOEKJE

14

PAASBOEKJE

Kiplekker De ene kip tegen de andere: ‘Ik had

vannacht zo'n hoge koorts, dat ik een

gekookt ei heb gelegd!’

15

Letterraadsel Het begint met de

letter k en het eindigt

op uiken. Rara wat is

het?

klapperende luiken

Eitje, toch? Er staan twee huizen naast elkaar. Het

ene huis heeft één deur en vijf ramen.

Het andere huis heeft vijf deuren en één

raam. Tussen de twee huizen staat een

haan. Naar welke deur rolt zijn ei?

Geen enkele, want hanen leggen geen

eieren.

Rekenen maar!

Carlijn moet op school leren rekenen. De

meester zegt: ‘Carlijn, als ik vier eieren

leg en jij legt er drie eieren bij. Hoeveel

liggen er dan?’ Carlijn denkt even na en

zegt dan: ‘Nog steeds vier, want ik kan

geen eieren leggen!’

Raad maar mee!

Wat is geel en brengt eitjes rond?

Welke dwaas verstopt eieren?

De Kaashaas!

Eitjes Waarom komen kuikens uit eieren?

De Dwaashaas!

Omdat ze bang zijn dat ze anders

meegekookt worden.

Brrrr….

Waarom kan een ei niet bevriezen?

Omdat een ei een dooier heeft!